1
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
Rapport van het inspectiebezoek aan Nieuw Graswijk te Assen op 27 januari 2009
Zwolle, februari 2008
2
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
Inhoudsopgave 1
Inleiding .......................................................................................................... 3
2
Bevindingen inspectiebezoek............................................................................... 4
Opzet ......................................................................................................................... 4 2.1 Zorginhoudelijke veiligheid...................................................................................... 4 2.2 Zorg(behandel)-/leefplan......................................................................................... 5 2.3 Voldoende en bekwaam personeel .......................................................................... 6 2.4 Participatie en sociale redzaamheid ......................................................................... 6 2.5 Overige besproken onderwerpen ............................................................................. 7 3
Beschouwing en conclusie.................................................................................. 9
3.1 Inleiding............................................................................................................... 9 3.2 Beschouwing........................................................................................................ 9 3.3 Conclusie............................................................................................................. 9
Bijlagen: 1. Overzicht gebruikte documenten 2. Overzicht van wetgeving, veldnormen en rapporten 3. Overzicht normen per thema 4. Toelichting op het inspectieoordeel
3
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
1
Inleiding
-
RAPPORT
Op 27 januari 2009 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg een inspectiebezoek gebracht aan Nieuw Graswijk te Assen. Doel van dit bezoek is te beoordelen of er bij Nieuw Graswijk randvoorwaarden, praktijken of processen zijn die risicovol zijn voor de veiligheid, effectiviteit of de cliëntgerichtheid van de zorg. Om tot een verantwoord oordeel te kunnen komen heeft de inspectie: -
gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van het management, de verpleeghuisarts,
-
zorgplannen ingezien;
-
documenten ingezien, die worden genoemd in bijlage 1.
teamleiders, uitvoerende medewerkers en leden van de cliëntenraad;
De methodiek voor dit bezoek is vastgelegd in het ‘Tweede Fase Instrument programma ouderenzorg’, versie 2008. Het instrument is gebaseerd op wetgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en beroepsverenigingen.1 Het instrument is opgebouwd rond de volgende thema’s: 1.
Zorginhoudelijke veiligheid.
2.
Zorg(behandel)-/leefplan.
3.
Voldoende en bekwaam personeel.
4.
Participatie en sociale redzaamheid.
Achtereenvolgens komt in dit rapport het volgende aan de orde:
Hoe scoort Nieuw Graswijk op de aanwezigheid van risico’s? (hoofdstuk 2);
Beschouwing over de kwaliteit van Nieuw Graswijk in relatie tot de scores op de risicoaspecten (hoofdstuk 3);
1
Welke maatregelen moet Nieuw Graswijk binnen welke termijn nemen? (hoofdstuk 4).
Zie bijlage 2
4
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
2
Bevindingen inspectiebezoek
-
RAPPORT
Opzet De inspectie beoordeelt Nieuw Graswijk op vier thema’s. Ieder thema bestaat uit een aantal onderwerpen. In dit hoofdstuk geeft de inspectie per onderwerp haar oordeel weer in vier gradaties: ‘geen risico’, ‘gering risico’, ‘hoog risico’ en ‘zeer hoog risico’2. Bij ieder oordeel geeft de inspectie een toelichting. Onderwerpen die niet in het instrument aan bod komen, en naar oordeel van de inspectie risicovol zijn voor de veiligheid, effectiviteit of de cliëntgerichtheid van de zorg binnen uw instelling, benoemt de inspectie in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk.
2.1
Zorginhoudelijke veiligheid onderwerp
geen risico
oordeel
gering risico
1 decubituspreventie en -behandeling
2 vocht en voeding
3 valpreventie
4 infectiepreventie en -behandeling
hoog risico
zeer hoog risico
5 diagnostiek en behandeling bij inconti-
nentie
6 zorg voor cliënten met
gedragsproblemen
toelichting per onderwerp 1 Decubituspreventie en –behandeling is in concept (2008) geprotocolleerd. In het eerste kwartaal van 2009 wordt het ingevoerd. Daarom is voorshands op gering risico beoordeeld. De meetgegevens laten zien dat er sprake is van een zeer laag percentage decubitus (1 persoon met graad 2). Een decubitusconsulente komt elke week op de afdelingen langs en controleert de bewoners op eventuele risico’s en signalen van decubitus. 2 Beleid rond vocht en voeding is ook in concept op papier maar nog niet vastgesteld. Het ontbreken van een protocol, waaronder voor slikproblemen, leidt tot het oordeel gering risico. Bewoners worden eens per maand gewogen en zo nodig besproken. Waar nodig vinden dieetaanpassingen plaats. In 2009 vindt een aanpassing van het voedingssysteem plaats zodat meer flexibiliteit ontstaat. In Nieuw Graswijk wonen relatief veel mensen met slikproblemen (rond 65%). Dit maakt het ontbreken van een protocol extra risicovol.
2
In bijlage 4 staat de toelichting op het inspectieoordeel.
5
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
3 Valpreventie is in concept geprotocolleerd; anders dan het concept aangeeft wordt ook nadrukkelijk naar het medicijngebruik gekeken. Bij opname zal een risicoanalyse worden opgesteld. Voor de uitwerking van het valpreventiebeleid is een projectgroep ingesteld. Het ontbreken van protocollering en een vastgelegd beleid leidt hier ook tot het oordeel ‘gering risico’. 4 Er is een infectiecommissie. Infectiepreventie komt aan de orde in de protocollen, waaronder voor de aanpak bij MRSA. Anders dan de scores uit de metingen aangeven is 90% van de bewoners gevaccineerd tegen griep. 5 Het beleid rond incontinentie en toiletgang is niet schriftelijk vastgelegd. Bewoners worden op regelmatige tijden naar het toilet gebracht. Incontinentiemateriaal wordt in ieder geval 4x per dag gecontroleerd. Daarnaast, zo stelt men, vervangt men het incontinentiemateriaal tussentijds als er reukklachten of andere signalen zijn dat het incontinentiemateriaal vervangen moet worden. Andere afspraken staan in het zorgplan. In de afgelopen periode is men vanwege de minder gunstige ervaringen al gewisseld van merk materiaal. Bij nieuw optredende incontinentie kijkt de arts naar eventueel behandelbare oorzaken. Vanwege het ontbreken van schriftelijk vastgelegd beleid blijft de score beperkt tot ‘gering risico’. 6 Er zijn richtlijnen voor acties bij stemmingsstoornissen en bij probleemgedrag. In de zorgplannen zijn benaderingsadviezen terug te vinden. Bij agressie vindt interne bespreking plaats waarbij ook de arts en psycholoog worden betrokken. Ook kan een groot overleg worden georganiseerd waar de familie en de medewerkers bij zitten. Dit kan leiden tot een omgangsadvies. Nieuw Graswijk scoort op basis van de gegevensverzameling op het gebied van antidepressiva slecht. Bij het bezoek kon niet worden vastgesteld waaraan dat ligt. Het zou kunnen zijn dat de relatief hoge hoeveelheid jongdementerende clienten of Korsakov- patiënten hier mee aan bijdraagt maar dat is niet zeker. Verbeterpunt: De instelling dient na te gaan wat de oorzaak voor het hoge gebruik van antidepressiva is en of dat kan worden teruggebracht.
2.2
Zorg(behandel)-/leefplan onderwerp
geen risico
1 zorg(behandel)-/leefplan 2 zorg(behandel)-/leefplansysteem
oordeel
gering risico
hoog risico
zeer hoog risico
toelichting per onderwerp 1 In het geautomatiseerde systeem zijn de benodigde gegevens goed terug te vinden. De wijze waarop dat gebeurt biedt voldoende basis voor een methodische zorgverlening. Van de zorgplannen wordt een afdruk gemaakt die wordt ondertekend door de cliënt/vertegenwoordiger. Evaluaties van de zorgplannen vinden regelmatig plaats; bij wijziging van het zorgplan wordt dat wederom voor akkoord getekend door de cliënt/vertegenwoordiger.
6
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
De cliëntenraad meldt eveneens dat elk half jaar een zorgplanbespreking plaatsvindt waarover vooraf en achteraf met de vertegenwoordiger wordt overlegd. In die zin is de lagere score voor de ervaren betrokkenheid op onderdelen van het zorgplan niet te verklaren. Verbeterpunten: a. De rapportage is onvoldoende afgestemd op de zorgproblemen zoals genoemd in de zorgplannen. Meegedeeld werd dat men daartoe al stappen heeft ondernomen; b. Wanneer geëvalueerd wordt zou in het systeem moeten worden aangegeven. In de praktijk worden daarvoor nu 4 werkwijzen gehanteerd. Wanneer zoals bij een standaardbezoek slechts enkele zorgplannen worden ingezien kan niet gesteld worden dat dit in de praktijk leidt tot onvoldoende evaluatie, maar het risico zit er wel in en moet dus worden uitgesloten door eenduidige afspraken en handelswijzen. Vanwege de verbeterpunten wordt dit onderwerp alsnog op ‘gering risico’ beoordeeld. 2
Het zorgplansysteem ligt vast, terwijl ook het geautomatiseerde systeem daarin stuurt. Het is de bedoeling het geheel te moderniseren en meer af te stemmen op de nieuwe inzichten over de levensgebieden van de cliënt. Het systeem is nog zodanig dat de cliënt slechts met hulp bij de gegevens kan; dat wordt aangepast. Tevens ligt het in het voornemen de cliënt/vertegenwoordiger bij het MDO aanwezig te laten zijn.
2.3
Voldoende en bekwaam personeel onderwerp
1 professionele kwaliteit van de
geen risico
oordeel
gering risico
hoog risico
zeer hoog risico
medewerkers
toelichting per onderwerp 1 Beschreven is welke handelingen door welke niveaus mogen worden uitgevoerd. Nieuw Graswijk heeft er voor gekozen een ieder in de zelfde opleidingsklasse gelijkelijk bekwaam te houden. Dat gebeurt door regelmatige bijscholing en controle. Medewerkers hebben ieder een scholingskaart. Het opleidingsplan bevat onder meer scholing ten aanzien van middelen en maatregelen, voorbehouden handelingen, til- en verplaatstechnieken, omgaan met agressie bij jong dementerenden.
2.4
Participatie en sociale redzaamheid onderwerp
1 participatie en sociale redzaamheid
geen risico
oordeel
gering risico
hoog risico
zeer hoog risico
7
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
toelichting per onderwerp 1 Er is een uitgebreid ontspannings- en benaderingsplan. Activiteiten worden op specifieke doelgroepen toegespitst. Dat is onder meer zo belangrijk omdat de bewonersgroep van de instelling nogal divers is. De activiteiten worden onder meer bepaald door belangstellingsregistratie en observatie.
2.5
Overige besproken onderwerpen onderwerp
geen risico
1 Vrijheidsbeperking
nvt
2 Medicatie
nvt
3 Cliëntenraad
nvt
oordeel
gering risico
4 Bejegening
hoog risico
zeer hoog risico
5 Geestelijke verzorging
nvt
6 Klachtenprocedure
nvt
7 Tandheelkundige zorg
nvt
toelichting per onderwerp 1 Nagegaan is welke stappen zijn ondernomen na het vorige bezoek dat gericht was op terugdringen van vrijheidsbeperkingen. Conform het goedgekeurde plan van aanpak zijn acties ondernomen, die al geleid hebben tot een terugloop van het aantal vrijheidsbeperkingen. Een werkgroep is ingesteld die deze tendens moet versterken en begeleiden. (zie voor valpreventie aldaar).
2 Medicatiegebruik is geprotocolleerd, maar ligt vast in een protocol voor de ziekenhuisapotheek. Meegedeeld werd dat voor de instelling ook eigen protocollen aanwezig zijn voor het delen. Het aantal medicatiefouten in het derde kwartaal was beperkt (11) maar is steeds een bewust punt van aandacht. 3 De cliëntenraad bestaat uit 7 personen. Hij voelt zich goed gehoord en spreekt van grote openheid. Dat geldt ook de betrokkenheid bij en informatie over het zorgplan. 4 Hoewel de cliëntenraad van oordeel is dat het personeel open staat voor opmerkingen en vragen zijn er ook wat signalen dat de bejegening van cliënten nog verbeterd kan worden. Dit vormt een aandachtspunt in het opleidingsplan. 5 Nieuw Graswijk heeft een algemene signatuur maar beschikt over afspraken met de kerken over de geestelijke verzorging evenals een eigen parttime geestelijk verzorger. De cliëntenraad geeft aan dat wellicht onvoldoende aandacht bestaat voor het belang van de geestelijke verzorging, maar dat is niet ter beoordeling van de inspectie en wordt daarom hier sec vermeld.
8
6
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
De klachtenprocedure is een gespreksonderwerp binnen het huis. Er is een nieuwe klachtenfunctionaris aangetrokken. Folders over de klachtenprocedure zullen bij de balie ko men te liggen. In het algemeen oordeelt men dat de klachtenprocedure onvoldoende werkt (weinig formele klachten).
7
Tandheelkundige zorg wordt uitgevoerd door de tandarts van de GGZ. Als mensen min der eten wordt wel aandacht besteed aan mogelijke oorzaken in de mond c.q. door het gebit.
9
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
3
Beschouwing en conclusie
3.1
Inleiding
-
RAPPORT
In het vorige hoofdstuk heeft u kunnen lezen hoe de inspectie op de vier thema’s oordeelt over Nieuw Graswijk. Dit hoofdstuk heeft een meer beschouwend en concluderend karakter. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk beschrijft de inspectie haar conclusie.
3.2
Beschouwing
3.2.1
Algemeen
Nieuw Graswijk is een psychogeriatrisch verpleeghuis met nu nog 130 bedden en 14 dagbehandelingsplaatsen. Van de ‘bedden’ zijn er 2 gesitueerd op aparte afdelingen die bestemd zijn voor jong dementerenden en Korsakov patiënten. Plannen zijn in de maak om de capaciteit verder te spreiden naar bestaande voorzieningen waarna alleen capaciteit voor de genoemde twee speciale groepen op het terrein overblijft. 3.2.2
Risicoscores en bevindingen
Instellingen worden bezocht wanneer uit de risicoscores naar voren komt dat er mogelijk een gevaar voor onvoldoende zorgverlening bestaat. Daarnaast worden enkele bezoeken afgelegd bij instellingen die juist weinig van die risico’s laten zien om na te gaan of dat terecht is. Nieuw Graswijk behoort tot de laatste categorie. De algemene conclusie uit het bezoek is dat er geen situaties zijn aangetroffen waarop de inspectie alsnog een groot risico scoort. Tijdens het bezoek is extra nadruk gelegd op de cliëntervaringen, die over het algemeen behoorden tot de onderwerpen met de laagste scores. De gevoerde gesprekken, waaronder met de cliëntenraad, leidden niet tot de bevestiging dat hier een belangrijke kwaliteitsslag moet worden gemaakt. Bijzonder is in dit verband dat uit eerder cliënttevredenheidsonderzoek juist een bijzondere tevredenheid van de vertegenwoordigers naar voren was gekomen. Niet kon worden achterhaald waardoor de verschillen werden veroorzaakt. In ieder geval wordt er nu extra aandacht besteed aan cliëntenparticipatie. Ook de slechtere score met betrekking tot de vaccinatiegraad van bewoners is onjuist: ongeveer 90% van de bewoners is gevaccineerd.
3.3
Conclusie
Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 2 en de beschouwing in dit hoofdstuk concludeert de inspectie dat er ten aanzien van de besproken onderwerpen geen bijzondere maatregelen van u worden verwacht, anders dan dat aandacht wordt besteed aan de genoemde verbeterpunten en de onderwerpen waarvoor een gering risico wordt gescoord. Daarom vraagt de inspectie van uw instelling een reactie met termijnen en te behalen resultaten voor deze verbeterpunten en de onderwerpen die met ‘gering risico’ werden beoordeeld.
10
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
BIJLAGE 1 Overzicht gebruikte documenten
De onderstaande documenten van uw instelling zijn door de inspecteur gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen. -
Decubitusprotocol, concept 2008 Decubitusmeting, november 2008
-
Protocol Vocht en voeding, nog niet vastgesteld
-
Protocol valpreventie, concept uit maart 2008 MRSA-informatie voor personeel en vertegenwoordigers/cliënten
-
Commissie Hygiëne en infectiepreventie
-
Handboek zorginstellingen geneesmiddelen van het WZA MIC-cijfers 3e kwartaal 2008 en geheel 2008
-
Richtlijn stemmingsstoornissen, 2008
-
Richtlijn probleemgedrag, 2008 Eisen gesteld aan leefplan, 2007
-
Notitie Grenzen aan de zorg, noodscenario, 2007
-
Formatieoverzicht Overzicht deskundigheden BIG 2008
-
Registratie zorgzwaarte
-
Opleidingsplan 2009 Ontspanningsprogramma/benaderingsplan, 2009
-
Zorgleveringsovereenkomst, 2008
-
Enkele zorgplannen Jaarplan Beleid 2008
-
Beleidsplan 2009
-
Produktomschrijving Nieuw Graswijk Produkten en diensten facilitair (concept)
-
11
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
BIJLAGE 2 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten Het instrument is gebaseerd op wetgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en beroepsverenigingen, waarvan de belangrijksten hieronder worden genoemd.
Wetgeving: -
Kwaliteitswet zorginstellingen
-
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
-
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst: Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek
-
Wet klachtrecht cliënten zorgsector
-
Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen
-
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
Veldnormen en rapporten: -
Kwaliteitskader Verantwoorde zorg , Stuurgroep Verantwoorde zorg 2007
-
Op weg naar normen voor Verantwoorde zorg , Stuurgroep Verantwoorde zorg 2005
-
Richtlijn decubitus 2de herziening , CBO 2002
-
Samenwerking en logistiek rond decubitus, Tripartiete multidisciplinaire richtlijn , Solade 2003 (NVVA, Arcares, Sting, AVVV, NPCP)
-
Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen , CBO 2004
-
Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vocht- en voedselvoorziening voor verpleeg-
-
De kwestie voedsel en vocht, handreikingen voor zorgsituaties waarin eten, drinken en
-
Richtlijn slikproblemen , NVVA 2001
-
Kwaliteitsborging in verpleeghuizen en verzorgingshuizen nader bekeken , IGZ 2005
huisgeïndiceerden , Arcares 2001 kunstmatige voeding een rol spelen , AVVV 2006
12
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
BIJLAGE 3 Overzicht normen per thema
1. Zorginhoudelijke veiligheid Norm De cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering. Adequate gezondheidsbescherming en -bevordering houdt in dat er sprake is van: -
tijdige herkenning van gezondheidsrisico's;
-
een zorgvuldig gekozen evenwicht tussen goed vaktechnisch handelen en de wensen en voorkeuren van de cliënt/vertegenwoordiger bij de toepassing van tenminste: ·- decubituspreventie en -behandeling; ·- adequate verzorging inzake vocht- en voedselvoorziening; ·- valpreventie; ·- verantwoord medicijngebruik; ·preventie en behandeling van infecties; ·- minimale vrijheidsbeperkende maatregelen; ·- passende aandacht en adequate zorg voor individuele · gezondheidsklachten en pijn; ·- passende aandacht voor individuele beperkingen en mogelijkheden; ·- snelle beschikbaarheid en adequaat en veilig gebruik van hulpmiddelen (zie verder veiligheid wonen/verblijf).
Medewerkers passen richtlijnen en protocollen toe die gebaseerd zijn op actuele kennis volgens professionele, algemeen aanvaarde standaarden. Dit geldt ten minste voor de volgende risicovolle onderwerpen: decubitus, vocht en voedsel, valpreventie, farmaceutische zorg en toiletgang en incontinentie. Per onderwerp worden landelijke, zo mogelijk multidisciplinair vastgestelde richtlijnen gebruikt: 1
decubituspreventie en
-
Decubitus, tweede herziening, CBO 2002
-behandeling
-
Samenwerking en logistiek rond decubitus, Solade 2003: Tripartiete multidisciplinaire richtlijn (NVVA, Arcares, Sting, AVVV, NPCP)
2
adequate verzorging
-
van vocht en voeding
Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vocht en voedingvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden, Arcares 2001
-
De kwestie voedsel en vocht, handreikingen voor zorgsituaties waarin in eten, drinken en kunstmatige voeding een rol spelen, AVVV 2006
3
valpreventie
-
Richtlijn slikproblemen, NVVA 2001
-
Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen, CBO 2004
-
Samenvatting Preventie van valincidenten bij ouderen
-
Verantwoorde zorg bij toiletgang en incontinentie,
(valkaart), CBO 2004 5
adequate diagnostiek
VU Amsterdam/ ActiZ / Sting 2006
en behandeling bij incontinentie 6
zorg voor cliënten met gedragsproblemen
-
Richtlijn probleemgedrag, NVVA 2002
13
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
2. Zorg(behandel)-/leefplan norm Ieder cliënt heeft een zorg(behandel)-/leefplan dat: -
in samenspraak met de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger tot stand is gekomen en zichtbaar de instemming heeft van de cliënt;
-
invulling geeft aan de vier domeinen: lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefomstandigheden, participatie en mentaal welbevinden;
-
een beeld geeft van de gezondheidssituatie, prognoses, gezondheidsrisico’s en eventuele professionele maatregelen;
-
duidelijk vermeldt welke zorg de cliënt krijgt, met welk doel en op welk tijdstip;
-
zichtbaar in samenspraak met de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger minstens twee keer per jaar (of vaker als de cliënt dat wil en/of als de zorgbehoefte wijzigt) wordt geëvalueerd en eventueel bijgesteld (ook vaker voor revalidanten);
-
duidelijk elke eventuele wijziging vermeldt.
Aanwijsbaar is dat: -
bij de totstandkoming van het plan zoveel mogelijk rekening is gehouden met wensen en behoeften van de cliënt;
-
bij het overleg over het zorg(behandel)-leefplan de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger op zo’n manier ondersteuning wordt geboden dat deze de overleggen goed kan voeren.
Voor Bopz-aangemerkte instellingen of afdelingen/units moeten de zorg(behandel)-/leefplannen voldoen aan de eisen van de Wet Bopz.
3. Voldoende en bekwaam personeel Norm De zorgorganisatie voorziet in voldoende personeel en een passende verantwoordelijkheidstoedeling, passend bij het cliëntenbestand. Er is in de organisatorische eenheid voor cliënten met een indicatie verblijf en verpleging of behandeling wel/niet 7 x 24 uur een verpleegkundige binnen 10 minuten ter plaatse. Er is in de organisatorische eenheid voor cliënten met een indicatie verblijf en verpleging of behandeling wel/niet een arts bereikbaar en oproepbaar. Deze arts reageert binnen 10 minuten en is binnen 30 minuten ter plaatse. -
In een verpleeghuis betreft dit een verpleeghuisarts
-
In een verzorgingshuis betreft dit een gekwalificeerde arts en
-
Op de verpleegunit in een verzorginghuis geldt dat de gekwalificeerde arts ondersteund wordt door een verpleeghuisarts via een achterwachtconstructie. Voor het overige is het aan de instelling om aan te geven wat een verantwoorde personeelsformatie is. Uitgangspunt daarbij is dat er rekening wordt gehouden met de zorgzwaarte en de verschillende populaties.
14
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ O NDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
4. Participatie en sociale redzaamheid Norm Participatie: In het kader van de participatie is er sprake van: -
een woon-/leefomgeving waar iets te beleven is en die uitnodigt tot intermenselijk contact, en het ondernemen van activiteiten. Dat betekent dat er een aanbod is van (op beweging gerichte) activiteiten, passende hulp bij mobiliteit; dat er een ontspanningsaanbod is en mogelijkheden voor dagbesteding die aansluiten bij gewoontes en persoonlijke interesses, hobby´s en het sociale leven van de cliënt; dat er een klimaat heerst van gastvrijheid, en faciliteiten die uitnodigend zijn voor verwanten, bezoekers en buurtbewoners, en voor het onderhouden van contact; en dat humor en menselijke warmte voelbaar zijn.
-
ondersteuning bij het zoeken/vinden en gebruik maken van eigen dagbestedingsmogelijkheden.
Sociale redzaamheid: De cliënt mag rekenen op aantrekkelijke mogelijkheden voor dagbesteding waarmee hij/zij invulling kan geven aan persoonlijke interesses, hobby's en een sociaal leven, en contact kan houden met de samenleving.
bronnen -
Visiedocument: Op weg naar normen voor Verantwoorde zorg, een ontwikkelingsmodel voor verpleeg- en verzorgingshuizen opgesteld door organisaties van cliënten, aanbieders, beroepsgroepen: Arcares, AVVV, LOC, NVVA, Sting, in afstemming met IGZ, VWS en ZN, juni 2005.
-
Toetsingskader voor Verantwoorde Zorg, Een operationalisatie van het Visiedocument op weg naar normen voor Verantwoorde zorg in een indicatorenset en een sturingsmodel voor de V&V, november 2005.
-
Kwaliteitskader Verantwoorde zorg, oktober 2007.
15
I NSPEC TIE VOOR DE GEZ ONDHEI DSZ ORG
-
RAPPORT
BIJLAGE 4 Toelichting op het inspectieoordeel oordeel
definitie
zeer hoog risico
(Rand-) voorwaarden, praktijken of processen die een ernstige bedreiging vormen voor de veiligheid, effectiviteit en/of de cliëntgerichtheid.
mogelijke consequenties Ernstige gezondheidsschade voor de cliënt is zeer reëel of heeft al plaats- gevonden.
hoog risico
acties
Noot
Onmiddellijke actie van zorgaanbieder/ beroepsbeoefenaar/ bedrijf is nodig. De inspectie controleert dit. Wanneer geen of onvoldoende actie, dan direct naar fase 3, repressief toezicht: aanwijzing, bevel, boete, inbeslagname.
Een patroon van (rand)voorwaarden, praktijken of processen die ieder apart als hoog risico beoordeeld worden, kan als zeer hoog risico beoordeeld worden. Een patroon van (rand)voorwaarden , praktijken of processen die ieder apart als gering risico beoordeeld worden, kan als hoog risico beoordeeld worden.
gering risico geen risico
(Rand-) voorwaarden, praktijken of processen die een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid, effectiviteit en/of de cliëntgerichtheid. (Rand-) voorwaarden, praktijken of processen die afwijken van de norm, maar die niet direct een bedreiging vormen voor de veiligheid, effectiviteit en/of de cliëntgerichtheid.
Gezondheidsschade voor de cliënt is reëel of heeft al plaatsgevonden.
Actie van zorgaanbieder/ beroepsbeoefenaar/ bedrijf is op korte termijn nodig. Inspectie geeft termijnen aan. Wanneer geen of onvoldoende actie volgt, stelt inspectie verscherpt toezicht in.
Geen directe gezondheidsschade voor de cliënt.
Actie van zorgaanbieder/beroepsbeoefenaar /bedrijf is nodig. Deze geeft de verbetering aan in een plan van aanpak. Wanneer geen of onvoldoende actie wordt ondernomen, volgt na rappel mogelijk verscherpt toezicht.
De inspectie constateert geen (rand-) voorwaarden, praktijken of processen die afwijken van de norm.
Er is vrijwel geen sprake van mogelijke gezondheidsschade voor de cliënt.
Geen actie nodig.
Veel kleine opmerkingen die ieder apart als ‘geen risico’ beoordeeld worden, kunnen samen wijzen op een bedreiging van de veiligheid, effectiviteit of clientgerichtheid. In dat geval kan de situatie toch als gering risico beoordeeld worden. Een opmerking in de categorie ‘geen risico’ kan ook positief zijn.