Jaarplan 2015
Inhoud 1 Inleiding ................................................................................................................................... 2 2 Management samenvatting: EFP 2015 in grote lijn ................................................................ 3 3 Management en toezicht ........................................................................................................ 6 3.1 Leiderschap .................................................................................................................................... 6 3.2 Medewerkers ................................................................................................................................. 6
3.2.1 Organogram ................................................................................................................ 7 3.3 Financiën ........................................................................................................................................ 8 3.4 Veiligheid ........................................................................................................................................ 8 3.5 Toezichtstructuur ........................................................................................................................... 8
3.5.1 Raad van Toezicht ....................................................................................................... 9 3.5.2 Programmaraad .......................................................................................................... 9 4 Projecten ............................................................................................................................... 11 4.1 Projectmanagement ..................................................................................................................... 11
4.1.1 Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) ........................................................... 11 4.1.2 Zorgaanbod in de forensische zorg .......................................................................... 11 4.1.3 Schema Focused Therapy (SFT) ................................................................................ 12 4.1.4 Risicotaxatie voor de Forensische Verslavingszorg (RIVJU) ..................................... 13 4.1.5 Forensische verslavingszorg ..................................................................................... 13 4.1.6 Stoornis en Risico ...................................................................................................... 14 4.1.7 KeerJeKans (E-Health) ............................................................................................... 14 4.2 Landelijke databanken en applicaties .......................................................................................... 16
4.2.1 Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) ...................................................... 16 4.2.2 Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement........................ 16 4.2.3 Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) ............................... 17 4.2.4 Datamanagement forensische zorg .......................................................................... 17 4.3 Kennismanagement...................................................................................................................... 18
4.3.1 Kennisdatabanken Onderzoek (PILLO), Instrumenten en Literatuur ....................... 18 4.3.2 Organisatie van studiedagen, symposia en congressen ........................................... 18 4.3.3 Samenwerkingsverbanden en kenniskringen ........................................................... 19 4.3.4 Kennisdeling en communicatie................................................................................. 20 4.3.5 Leren en Implementeren .......................................................................................... 21 4.3.6 Long-term Forensic Psychiatric Care (COST) ............................................................ 22 4.4 Kwaliteitsnetwerken..................................................................................................................... 23
4.4.1 Kwaliteitsnetwerk FPA’s ........................................................................................... 23 4.4.2 Kwaliteitsnetwerk De Borg (SGLVG) ......................................................................... 23 5 Mogelijk nieuwe projecten in 2015....................................................................................... 25 5.1 Ambulant werken ......................................................................................................................... 25
6 Bijlage I Overzicht projecten ................................................................................................. 26 7 Bijlage II Lijst van afkortingen................................................................................................ 58
Voorwoord Het EFP is in 2002 opgericht om de samenwerking, kennisdeling en professionalisering in de tbs-sector een impuls te geven. De doelstelling van toen geldt nog onverkort: aanbieders in de forensische zorg data en kennis laten delen en via wetenschappelijk onderzoek komen tot een evidence based behandelpraktijk. In het licht van de meerjarenafspraken in de forensische zorg en de beoogde invoering van de wet Forensische Zorg is de inzet om te komen tot professionalisering, kwaliteitsverbetering en evidence based werken actueler dan ooit. In de achterliggende jaren is de samenwerking tussen aanbieders van forensische zorg in een stroomversnelling gekomen. Na een start met alleen de forensisch psychiatrische centra (fpc) werkt het EFP nu met en voor de gehele sector en is ook de forensische verslavingszorg aangesloten bij het EFP. Naast deze uitbreiding van onze dienstverlening vond in 2014 de evaluatie van het EFP plaats waaruit blijkt dat het forensische veld het werk van het EFP positief beoordeelt en het EFP waardeert als een open, dienstbare, inhoudelijk toegewijde, resultaatgerichte organisatie. Het forensische veld heeft zich in de evaluatie expliciet uitgesproken over nut en noodzaak van een onafhankelijke, toegewijde partij aan wie datamanagement kan worden toevertrouwd en die projectmanagement op een adequate manier kan verzorgen. Wij zijn blij en trots met deze positieve uitkomst! Maar dat is zeker geen reden om op onze lauweren te rusten. We gaan in 2015, samen met het veld, aan de slag met de verbeterpunten die ook uit de evaluatie naar voren zijn gekomen. Die liggen vooral op het terrein van de implementatie. Naast vele bereikte mijlpalen de afgelopen jaren zoals de opzet van de Landelijke Databank LDR-tbs en de updates van de zorgprogramma’s is in de evaluatie ook geconstateerd dat de toepassing van deze producten over het algemeen goed, maar (te) langzaam verloopt. De oplossing moet volgens de conclusies uit de evaluatie vooral worden gezocht in de wisselwerking met het veld; het EFP is voor de voortgang en implementatie van projecten en programma’s voor een groot deel afhankelijk van de motivatie en inzet van veldpartijen. De sleutel om de effectiviteit en daarmee de impact van het werk van het EFP te versterken ligt daarmee in handen van de sector zelf. Versterking van het eigenaarschap van het veld voor het EFP en haar programmering is hiervoor de aangewezen weg. We hopen deze weg, samen met het veld in 2015 succesvol te bewandelen. Hoe, dat leest u in ons jaarplan 2015.
Gijs Bakkum, directeur September 2014
Pagina 1 van 58
1 Inleiding De projecten waar het EFP aan werkt zijn bepaald door het veld. Ze zijn divers en spelen zich af op verschillende terreinen. De overeenkomst is dat het projecten zijn waarbij inhoud en expertise worden geleverd door het veld, en het EFP coördineert en faciliteert. Het gaat om samenwerkingsprojecten die de individuele instellingen overstijgen. Het EFP neemt het veld daarmee werk uit handen en zorgt door projectmanagement en ondersteuning dat de zorginstellingen hun tijd kunnen besteden aan hun core business. Het EFP is op veel verschillende manieren betrokken bij de projecten. Elk project vraagt om een andere rol en het EFP levert daarbij diensten op maat. Het EFP jaagt aan, ondersteunt, signaleert, voert uit, coördineert, verbindt waar nodig, enthousiasmeert en stimuleert. In dit jaarplan wordt getoond hoe het EFP het veld ondersteunt. In hoeverre dragen de projecten bij aan een betere zorg? Wat kan het veld in 2015 van het EFP verwachten? Dit jaarplan is een zakelijke opsomming en inventarisatie van de verschillende projecten waar het EFP bij betrokken is. Per deelterrein wordt in grote lijn aangegeven in hoeverre de verschillende werkzaamheden van het EFP bijdragen aan de missie van het EFP. Ook is een onderdeel opgenomen waarin de managementstructuur en -doelstellingen van het EFP staan omschreven. Tot slot schetsen we kort welke kansen we zien voor mogelijk nieuwe projecten die in 2015 gestart kunnen worden. Het jaarplan 2015 is daarmee als volgt opgebouwd: 1. In hoofdstuk 2, de management samenvatting, wordt in grote lijn aangegeven welke projecten we binnen welke deelterreinen uitvoeren in 2015 en in hoeverre zij bijdragen aan de missie van het EFP. 2. In het derde hoofdstuk staat de managementdoelstelling van het EFP omschreven op het gebied van leiderschap, medewerkers, financiën en veiligheid. 3. Het vierde hoofdstuk geeft een nader overzicht van elk project: wat zijn de doelstellingen en de verwachte resultaten? De tekst is zo opgemaakt dat men kan doorklikken naar de bijlagen waarin de nadere uitwerking staat. De lezer kan zo kiezen voor meer verdieping. 4. In het vijfde hoofdstuk schetsen we kort welke mogelijke nieuwe projecten we kunnen starten in 2015. 5. In hoofdstuk 5 staan de bijlagen I Overzicht projecten (bij hoofdstuk 3) II Lijst van afkortingen Evaluatie EFP Uit de EFP evaluatie van 2014 is naar gekomen dat een grotere inhoudelijke betrokkenheid van het gehele forensische veld bij de programmering van het EFP gewenst is. In 2015 zal het EFP stappen zetten om deze noodzakelijke, actieve betrokkenheid van het veld bij de jaarplannen te bevorderen. Hierbij zal het EFP per sector (fpc’s, fpa’s, verslaving, etc.) brainstormen met sleutelfiguren uit het veld. Hieruit volgen onderwerpen waarvan het veld aangeeft dat het relevant is dat het EFP dit oppakt of continueert. In de jaarplancyclus zal de Programmaraad met het EFP deze onderwerpen prioriteren en inplannen. Een dergelijk traject zal eens in de twee of drie jaar worden doorlopen. De andere jaren volstaat dan de huidige werkwijze d.w.z. het voorleggen van een EFP-notitie aan de gremia/ stakeholders. NB Dit jaarplan is opgesteld voordat alle resultaten van de evaluatie van het EFP beschikbaar waren, en zijn daarom niet allemaal opgenomen. De resultaten zijn later dit jaar wel beschikbaar. Als de resultaten daar aanleiding toe geven, wordt in onderling overleg met het veld en de Programmaraad van het EFP dit jaarplan alsnog hierop aangepast.
Pagina 2 van 58
2 Management samenvatting: EFP 2015 in grote lijn In dit hoofdstuk staat kort en bondig omschreven wat het veld van het EFP kan verwachten in 2015. Het is een overzicht op hoofdlijnen van de werkterreinen, welke projecten daar onder vallen en hoe deze bijdragen aan de missie en doelstelling van het EFP.
Missie Het EFP ondersteunt het veld van de forensische zorg bij het verhogen van de kwaliteit van zorg, met als doel het bevorderen van de maatschappelijke veiligheid. De rol van het EFP is het bijeenbrengen van experts en expertise en het stimuleren van samenwerking en kennisdeling. Het EFP doet dit betrokken en resultaatgericht, samen met het veld. Visie Het EFP brengt de kennis en kunde van wetenschappers, professionals en bestuurders binnen het veld van de forensische zorg bij elkaar. Hieraan voegt het EFP eigen kennis van projectmanagement en implementatie toe. Het EFP bundelt krachten, bevordert (internationale) samenwerking, maakt bestaande kennis breed toegankelijk en stimuleert de ontwikkeling van nieuwe methoden en initiatieven. EFP-projecten overstijgen de reikwijdte van individuele instellingen en zijn gericht op het verhogen van de kwaliteit van forensische zorg. Werkterreinen: 1) Project- en programmamanagement Het EFP neemt voor het veld het projectmanagement van diverse programma's en projecten op zich. Het EFP biedt procesmatige en inhoudelijke ondersteuning van deze projecten en programma's. Dit varieert van het opstellen van plannen van aanpak, het uitvoeren en bewaken van de voortgang, tot het opleveren van producten. Het EFP richt zich hierbij op overkoepelende activiteiten zoals het samenbrengen van landelijke (onderzoeks-)gegevens, het faciliteren van zorgprogrammering, of het ondersteunen van een veldbreed programma als Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). Het EFP voert deze taken betrokken en resultaatgericht uit. 2) Databanken en Applicaties Het EFP ontwikkelt en beheert landelijke databanken. Dit behelst mede het vormgeven van alle bijbehorende technische, organisatorische en administratieve processen. Hieronder valt ook het verzamelen en beveiligen van alle gegevens. Het betreft risicotaxatiegegevens, recidivecijfers en behandel- en administratieve gegevens. Daarnaast worden methodes en applicaties ontwikkeld om data te analyseren, presenteren en visualiseren. Tevens maakt het EFP de databanken toegankelijk voor het veld ten behoeve van onderzoek. In overleg met betrokkenen bepaalt het EFP de randvoorwaarden voor het gebruik van de databanken en bewaakt het EFP de naleving daarvan. 3) Kennismanagement Het EFP deelt kennis en kunde. Hoe meer professionals hun kennis delen, hoe groter de 'collectieve intelligentie' van het forensische veld. Het EFP stimuleert dan ook continu het contact tussen deskundigen, verzamelt kennis en maakt deze toegankelijk. Dit gebeurt via vele activiteiten en projecten en de inzet van diverse communicatiemiddelen. De werkzaamheden zijn gevarieerd: het EFP organiseert congressen, laat literatuur- en haalbaarheidsonderzoek uitvoeren of faciliteert verschillende samenwerkingsverbanden. De komende jaren wordt het onderdeel Leren & Implementeren verder ontwikkeld, waarbij bestaande kennis en opgeleverde producten door opleiding en training daadwerkelijk in het veld worden ingezet en gebruikt.
Pagina 3 van 58
4) Kwaliteitsnetwerken Het EFP is met de Kwaliteitsnetwerken een nieuwe weg ingeslagen die de komende jaren verder wordt voortgezet. De kwaliteitsnetwerken zijn gebaseerd op een methodiek uit Engeland van self- en peerreview; het 'Quality Network for Forensic Mental Health Services'. Het is een cyclische methode die start met het gezamenlijk bepalen van standaarden. Op basis hiervan volgt een zelfevaluatie en een reviewbezoek waarbij professionals van verschillende instellingen elkaar bevragen. De bevindingen worden opgenomen in een instellingsrapport en een landelijk rapport, die leiden tot het vaststellen van nieuwe acties en ontwikkelpunten voor het volgende jaar. De kwaliteitsnetwerken richten zich op het zoeken en delen van best practices tussen instellingen om zo te leren van elkaar. Patiënten en professionals hebben een actieve rol in deze kwaliteitsslag. De kwaliteitsnetwerken kunnen voor verschillende instellingen en expertisegebieden worden ingezet. Het EFP verzorgt het projectmanagement van de kwaliteitsnetwerken en zorgt dat alle verschillende werkzaamheden, waaronder het trainen van reviewers, het begeleiden van reviewbezoeken en het opstellen van rapporten, soepel verlopen. Ad 1) Projectmanagement en programmamanagement 1. KFZ 2. Zorgaanbod in de forensische zorg Deelprojecten: a. Basiszorgprogramma (basis ZP) b. Zorgprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) c. Zorgprogramma Psychische Stoornissen (ZP PSyS) d. Zorgprogramma Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) e. Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) f. Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC) g. Task Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB) 3. Schema Focused Therapy (SFT) 4. Risicotaxatie voor de Forensische Verslavingszorg 5. Forensische verslavingszorg 6. Stoornis en Risico 7. KeerJeKans (E-Health) Ad 2) Databanken en Applicaties 1. Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) 2. Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement 3. Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) 4. Datamanagement in de Forensische sector Ad 3) Kennismanagement 1. Kennisdatabanken (Onderzoek (PILLO); Literatuur; Instrumenten) 2. Organisatie van meetings als studiedagen en congressen 3. Samenwerkingsverbanden en kenniskringen 4. Kennisdeling en communicatie via website, nieuwsbrief en social media 5. Leren & Implementeren 6. Long-term Forensic Psychiatric Care (COST) Ad 4) Kwaliteitsnetwerken 1. Kwaliteitsnetwerk FPA 2. Kwaliteitsnetwerk De Borg (SGLVG)
Pagina 4 van 58
Lerende forensische praktijk De verschillende activiteiten van het EFP zijn met elkaar verbonden. Zo ontstaat er een geïntegreerd aanbod van ‘makelen en schakelen’. Bijvoorbeeld: lacunes in wetenschappelijke evidentie die uit de zorgprogrammering naar voren komen, kunnen een aanzet tot wetenschappelijk onderzoek geven. Dit onderzoek kan weer met behulp van de landelijke databank worden uitgevoerd om de resultaten daarvan te integreren in de relevante zorgprogramma’s. Naar aanleiding van de resultaten kunnen projecten worden gestart. Zo ontwikkelt zich een lerende praktijk in de forensische zorg, waar nieuwe inzichten voortdurend de zorg kunnen verfijnen en verbeteren. Het EFP heeft hierin een signalerende en coördinerende rol. Ook KFZ en de in 2014 gestarte kwaliteitsnetwerken zijn een voorbeeld van deze manier van werken. Stakeholders Het EFP werkt intensief samen met partners uit het veld. Het EFP faciliteert en levert diensten op het gebied van projectmanagement, en indien gewenst inhoudelijke ondersteuning. De stakeholders bestrijken een groot deel van het veld van de forensische zorg. Het betreft partners met wie de Directie Forensische Zorg (DForZo/DJI) zorg- en inkoopcontracten heeft afgesloten: de forensisch psychiatrische centra (fpc’s), forensisch psychiatrische afdelingen (fpa’s), en forensisch psychiatrische klinieken (fpk’s). Sinds 2013 maakt ook de gehele forensische verslavingszorg deel uit van onze stakeholders hetgeen ons draagvlak en mogelijkheden substantieel heeft uitgebreid. In 2014 is een concrete start gemaakt met projecten voor de forensische verslavingszorg. Deze projecten worden in 2015 voortgezet dan wel afgerond. In 2015 wordt onderzocht welke diensten we kunnen leveren aan de ambulante forensische zorg1. Afgevaardigden van al deze instellingen zijn vertegenwoordigd in de Programmaraad, Raad van Toezicht, onderdelen van het programma KFZ en de vele project- en werkgroepen. Financiering De projecten van het EFP worden gefinancierd vanuit de jaarlijks vastgestelde begroting. Als er in de loop van het jaar nieuwe projecten bijkomen of aanvullende werkzaamheden nodig zijn dan zoekt het EFP waar nodig, volgens afspraak met de stakeholders, met de betrokken partners aanvullende financiering. Het is dus mogelijk om in 2015 nieuwe projecten toe te voegen wanneer financiering en personele inzet gerealiseerd kunnen worden. Zie hiervoor hoofdstuk 4. Projecten De projecten en activiteiten die het EFP in 2015 gaat uitvoeren zijn onderverdeeld in de genoemde vier werkterreinen. De werkterreinen worden hieronder kort omschreven en de projecten die er binnen vallen worden in hoofdstuk 3, en in de bijlagen vanaf pagina 26 uitgebreid omschreven. Evaluatie Na het verschijnen van de evaluatie 2014 stelt het EFP een plan van aanpak op om de aanbevelingen uit te voeren. Dit zal in 2015 zijn beslag krijgen. Een van de speerpunten uit de evaluatie is dat betrokkenheid van het veld noodzakelijk is om de effectiviteit en daarmee de impact van het werk van het EFP ten behoeve van het veld te versterken. Hiertoe zal het EFP de verschillende partijen in het veld benaderen om met elkaar thema’s en prioriteiten te bepalen voor de komende jaren. Het EFP zal in 2015 ook implementatie van projectresultaten nadrukkelijker op de agenda gaan zetten.
1
Een optie is het ontwikkelen van een Ambulant Basis ZP.
Pagina 5 van 58
3 Management en toezicht In dit hoofdstuk wordt getoond hoe het EFP werkt aan (personeel)management en leiderschap. Welke uitgangspunten worden gehanteerd en hoe wordt het vormgegeven? Hierbij wordt ingegaan op de onderdelen leiderschap, medewerkers, financiën, veiligheid en toezicht.
3.1 Leiderschap Het EFP-team bestaat uit 15 medewerkers (12,88 fte). Het managementteam (MT) van het EFP stuurt de organisatie en de medewerkers aan. Het MT wordt gevormd door de directeur, de bestuurssecretaris en de informatiemanager. De directeur is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken en de financiële situatie van het EFP. De bestuurssecretaris is de direct leidinggevende van de medewerkers en in de dagelijkse gang van zaken hun aanspreekpunt. Het MT komt elke twee weken bijeen tijdens het reguliere managementoverleg, indien nodig vaker. In die overleggen bespreekt het MT onderwerpen als de (dagelijkse) gang van zaken, de financiële situatie van het EFP, de relatie met stakeholders, de stand van zaken en voortgang van de lopende projecten, mogelijk nieuwe projecten, de bemensing van projecten, de bezetting van het EFP en de ontwikkeling van de medewerkers. Waar nodig kunnen de MT-leden elkaar direct vervangen. De bestuurssecretaris is plaatsvervangend directeur.
3.2 Medewerkers Ten behoeve van de kerntaak van het EFP ‘makelen en schakelen’ ligt het accent van de EFPmedewerkers in hun dagelijkse werk op projectmanagement en – ondersteuning en waar nodig inhoudelijke inbreng. Het aanname- en personeelsbeleid zijn hier op gericht. Vrijwel alle medewerkers zijn universitair opgeleid. Een aantal is gepromoveerd of heeft zich verder gespecialiseerd in bijvoorbeeld projectmanagement (via opleidingen en praktijkervaring). Op basis van de functies, competenties en rollen vindt de indeling in projectteams op soepele wijze plaats en zijn de diverse teams gevarieerd samengesteld waarbij alle medewerkers goed met elkaar samenwerken. Op basis van output, gedrag en gesprekken met de medewerkers monitoren directeur en bestuurssecretaris dat de medewerkers met plezier, enthousiasme en inzet bij het EFP werkzaam zijn, en sturen daarop. De bestuurssecretaris is de direct leidinggevende van de medewerkers en voert periodieke voortgangsgesprekken. Ten minste eenmaal per jaar voert de bestuurssecretaris met elke medewerker een beoordelingsgesprek. Voor (inhoudelijk) werkoverleg komen alle medewerkers tweewekelijks bij elkaar. Daarnaast is er voor alle medewerkers tweemaandelijks projectoverleg waarvoor medewerkers zelf onderwerpen inbrengen. In 2014 is het functiegebouw van het EFP opnieuw beschreven en de nieuwe functiebeschrijvingen worden gebruikt in de gesprekscyclus. In het functiegebouw zijn twee groeipaden opgenomen: van projectcoördinator via projectleider naar senior projectleider en van junior medewerker ICT via medior naar senior medewerker ICT. In 2015 worden deze groeipaden verder geconcretiseerd. Het EFP is een laagdrempelige organisatie: de lijnen zijn kort en het management is toegankelijk en bereikbaar. Het MT hecht hier aan en werkt hier bewust aan. Het MT meent dat dit juist in een kleine organisatie goed te realiseren is en het teamgevoel bevordert.
Pagina 6 van 58
Een kleine organisatie als het EFP moet flexibel zijn en dat betekent dat binnen het EFP niet met functiebeschrijvingen met vaste takenpakketten wordt gewerkt. De EFP-medewerkers voeren met elkaar alle taken uit die nodig zijn om het EFP succesvol te laten functioneren. Afhankelijk van het jaarplan wordt per medewerker jaarlijks afgesproken welke producten en diensten tot het takenpakket van de desbetreffende medewerker behoren. Gedurende het jaar wordt het takenpakket regelmatig besproken en indien nodig aangepast. Indien taken uit een ander profiel worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een projectleider die voor een bepaald project als projectcoördinator optreedt) dan heeft dat geen arbeidsrechtelijke consequenties. Om ook flexibel te zijn qua inzet van mensen bij de verschillende projecten werkt het EFP met contracten voor bepaalde tijd (met een maximum van drie jaar). Het MT hecht belang aan de ontwikkeling van de medewerkers. Het EFP stelt per medewerker een jaarlijks budget vast van €1500 per persoon voor scholing of deelname aan congressen. Ook door middel van intervisie scherpen de medewerkers hun kennis en vaardigheden aan.
3.2.1 Organogram Raad van Toezicht (RvT)
Programma Raad (PR)
Project management
Databanken en applicaties
Kennismanagement
Bestuur
Stuurgroep
Management Team (MT) communicatie
Programma commissie
Kwaliteitsnetwerken
KFZ
Pagina 7 van 58
3.3 Financiën Het EFP wordt gefinancierd door de Directie Forensische Zorg (DForZo) en forensische zorginstellingen met wie DForZo zorg- en inkoopcontracten heeft afgesloten, de stakeholders. De bijdrage van DForZo is vast, de bijdragen van de instellingen worden jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van een gezamenlijk overeengekomen methodiek (promillage van de forensische zorg omzet). Naar aanleiding van de evaluatie van het EFP heeft het Forensisch Netwerk besloten in 2015 de bijdrage aan het EFP opnieuw te leveren. Het gesprek over de bijdrage in de jaren daarna en de wijze waarop de bijdrage wordt gedaan wordt gevoerd in de tweede helft van 2014. Naast de vaste bijdrage vanuit de instellingen, ontvangt het EFP voor specifieke projecten additionele subsidies. Zo wordt bijvoorbeeld de ondersteuning van het programma KFZ door het EFP betaald vanuit de begroting van KFZ. Het jaarplan is afgestemd op de begroting van het EFP. De voortgang van de reguliere lopende projecten binnen de vier werkterreinen van het EFP is daarmee gewaarborgd, mits DForZo en de instellingen zich jaarlijks financieel committeren aan het EFP. Een (klein) deel van het budget is bestemd voor nieuwe, extra, projecten die in de loop van het jaar zich voordoen. Daarnaast kan het EFP extra projecten uitvoeren wanneer er additionele financiering gerealiseerd wordt, hetzij vanuit een opdrachtgever hetzij via subsidie(s). Voor het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) heeft DForZo, los van de begroting van het EFP, een bedrag toegekend. Deze subsidie is bestemd voor KFZ en wordt beheerd door het EFP. Uit deze subsidie worden alle activiteiten en projecten van KFZ betaald.
3.4 Veiligheid Binnen het EFP wordt continu gewerkt aan een adequate beveiliging van de eigen omgeving. Daarnaast maakt het EFP afspraken met externe partijen als daar veiligheidsvraagstukken aan de orde zijn, zoals bij het beheer van de databanken. Vanuit die achtergrond is gewerkt aan het opstellen van een integraal veiligheidsbeleid dat begin 2014 is geaudit en daarna voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Als onderdeel van het Informatie Beheer Plan (IBP) wordt jaarlijks een review uitgevoerd van waar uit een verbeterplan voor het daaropvolgende jaar wordt gerealiseerd. Gedurende het jaar wordt bovendien bij alle aanpassingen op bestaande systemen en bij nieuwe projecten de afweging gemaakt of de gerealiseerde en/of voorgenomen beveiligingsmaatregelen voldoen binnen het kader van het IBP. Het belangrijkste uitgangspunt uit het IBP: “Het EFP realiseert zich dat menselijk handelen een risicofactor vormt: veiligheid staat en valt met de perceptie hiervan binnen de organisatie. Het is dan ook een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid van het EFP om de eigen medewerkers en de gebruikers en stakeholders te blijven wijzen op de risico´s en hun verantwoordelijkheden, en hen te ondersteunen bij een goede uitvoering hiervan”.
3.5 Toezichtstructuur Aan het EFP zijn een Raad van Toezicht en een Programmaraad verbonden. In deze raden hebben vertegenwoordigers van stakeholders zitting, hetgeen bijdraagt aan de betrokkenheid van het forensische zorgveld bij het EFP.
Pagina 8 van 58
3.5.1 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht ziet toe op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij het EFP. Tevens is de Raad van Toezicht klankbord voor het bestuur. Drie leden zijn vertegenwoordigers van de forensische zorginstellingen waaraan het EFP diensten levert. De voorzitter en twee leden zijn niet verbonden aan een van de forensische zorginstellingen: de voorzitter is werkzaam in de publieke sector, één lid bekleedde recent een vooraanstaande rol in het forensische veld, de ander bekleedt een onafhankelijke financiële toezicht- en adviesfunctie. In 2015 is de samenstelling als volgt: - Dhr. mr. A. Wolfsen, (per 1-1-14 voormalig) burgemeester Utrecht, voorzitter - Dhr. drs. A.H.M. van Amerongen, voormalig Hoofd Afdeling Business Controlling (concern controller) Sociale Verzekeringsbank - Mw. drs. W.C.B. Hoenink, directeur divisie forensische psychiatrie GGZ Noord-Holland-Noord - Dhr. drs. J.A. Poelmann, forensisch gedragskundige, voormalig voorzitter Raad van Bestuur PFC Pompestichting, voormalig voorzitter Forensisch Netwerk GGZ Nederland - Dhr. drs. M.A. Polak, voorzitter Raad van Bestuur FPC De Kijvelanden - Dhr. drs. R.J.Th. Rutten, bestuurder Tactus Verslavingszorg De vergaderfrequentie van de RvT is viermaal per kalenderjaar (eenmaal per kwartaal). Taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) controleert en richt zich daarbij op bestuurlijke zaken als geld en risico’s. De RvT keurt de besluiten van het bestuur van het EFP betreffende de strategie van het EFP en de financiering daarvan goed. De RvT besteedt daarom veel aandacht aan de strategie, de financiering en de jaarstukken. Dit betreft het goedkeuren van de jaarrekening, het jaarplan en de daarbij behorende begroting en het jaarverslag. Deze onderwerpen komen zowel in overleggen van de RvT aan de orde als in gesprekken tussen voorzitter, een lid en de directeur van het EFP. Naast genoemde onderwerpen zal de RvT in 2014 (meer) aandacht gaan besteden aan de continuïteit van het EFP (en de mogelijke risico’s) en aan HRM – zaken.
3.5.2 Programmaraad De Programmaraad adviseert de Raad van Toezicht en directie van het EFP. De Programmaraad houdt hierbij rekening met de belangen van patiënten, de veiligheid van de samenleving, de verschillende sectoren die diensten afnemen van het EFP, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Directie Forensische Zorg. De Programmaraad bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en zes leden; de leden zijn allen vertegenwoordigers van stakeholders. In 2015 is de samenstelling als volgt: - Mw. prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen, bijzonder hoogleraar Forensische Geestelijke Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg; onderzoeksprogrammaleider GGzE, centrum kinderen jeugdpsychiatrie, voorzitter - Dhr. drs. H. Beintema, directeur behandeling FPC. Dr. S. van Mesdag - Dhr. drs. A.G. van Bergen, beleidsmedewerker forensische zorg, Directie Sanctie- & Preventiebeleid, ministerie van Veiligheid en Justitie - Mw. drs. K. ten Brinck, directeur behandeling FPC Veldzicht - Dhr. drs. M.A. Engelsman, beleidsadviseur forensische zorg, Directie Sanctie- & Preventiebeleid, ministerie van Veiligheid en Justitie - Dhr. drs. H. A. de Haan, directeur Zorg/1e geneeskundige/psychiater, Tactus Verslavingszorg - Dhr. prof. dr. J.W. Hummelen, hoofd Behandeling GGNet, Locatie De Boog en bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie, Universiteit Groningen - Mw. dr. N. Tenneij, Waarnemend hoofd afdeling Kwaliteit, DForZo, DJI Pagina 9 van 58
De vergaderfrequentie van de Programmaraad is twee- à driemaal per kalenderjaar. Taken, bevoegdheden en rol van de Programmaraad De Programmaraad (PR) adviseert de Raad van Toezicht en directie van het EFP ten aanzien van het algemeen meerjarenbeleid en het jaarplan van het EFP. De PR heeft voor het EFP, en daarmee ook voor het veld, een onmisbare inhoudelijk richtinggevende rol: de PR bespreekt nieuwe projecten en initiatieven, brengt thema’s en ideeën in, bepaalt (mede) prioriteiten, ondersteunt en inspireert. Tevens fungeert de PR voor het EFP als klankbordgroep. De PR heeft zo zicht op eventuele lacunes. De adviezen van de PR hadden de afgelopen jaren primair betrekking op het bepalen en afbakenen van de terreinen waarop het EFP werkzaam is en de prioritering daarbinnen. Specifieke aandacht besteedde de PR aan de afstemming van de werkzaamheden van de PR met die van de Programmacommissie KFZ (Kwaliteit Forensische Zorg). 2 De Programmaraad zal in 2015 haar inhoudelijk richtinggevende en ondersteunende rol voortzetten en de ruimte blijven nemen om ideeën en thema’s te opperen en initiëren.
2
Een mogelijke uitkomst van de evaluatie is dat het veld actiever wordt betrokken bij de programmering van het EFP. Dit zal worden opgenomen in het jaarplan. Mogelijk heeft dat ook gevolgen voor de rol van de Programmaraad.
Pagina 10 van 58
4 Projecten In dit hoofdstuk worden de projecten die het EFP in 2015 uitvoert besproken.
4.1 Projectmanagement 4.1.1 Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) De forensische zorgsector hecht belang aan het gezamenlijk verder werken aan kwaliteitsverbetering en transparantie, alsook aan legitimering en versterking van de sector en werkt onder de vlag van het KFZ de komende jaren gezamenlijk aan de verdere ontwikkeling van de kwaliteit en transparantie van de zorg, met de vermindering van recidive als belangrijkste speerpunt. Een Stuurgroep en een Programmacommissie sturen dit proces aan waarbij de Programmacommissie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het EFP heeft een belangrijke rol in het programmamanagement. De ontwikkelingen rondom het meerjarige programma KFZ zijn van grote invloed op de koers en manier van werken van het EFP. Het KFZ fungeert daarbij als kapstok voor verschillende projecten en ontwikkelingen en maakt het mogelijk systematisch en geprotocolleerd producten te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. De uitvoering van de projecten en activiteiten volgt zoveel mogelijk de methodiek van Resultaten Scoren. De doelen van het programma KFZ zijn: 1. De kwaliteit van de forensische zorg ontwikkelen en verbeteren 2. De kwaliteit van de forensische zorg zichtbaar maken aan de hand van objectieve en eenduidig gedefinieerde indicatoren op het punt van recidive, incidenten, instroom, doorstroom en uitstroom 3. Het scheppen van voorwaarden voor en het stimuleren van de implementatie van de binnen het KFZ-programma ontwikkelde producten. Voor nadere informatie over KFZ en de projecten die onder KFZ vallen, wordt verwezen naar de Jaarplannen KFZ. Doelstellingen 2015 Projectmanagement programma KFZ Uitzetten calls Ondersteuning implementatie (Voor meer informatie over het Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ), zie bijlage I)
4.1.2 Zorgaanbod in de forensische zorg De inventarisatie van het zorgaanbod en de bijbehorende wetenschappelijke evidentie. -
Zorgprogrammering: - Basiszorgprogramma (basis ZP) - Zorgprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) - Zorgprogramma Psychische Stoornissen (ZP PSyS) - Zorgprogramma Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) - Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) - Task Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB)
Pagina 11 van 58
Het EFP biedt de zorgprogramma’s aan in pdf op de EFP-website. Door de manier van updaten, namelijk per thema, kan het EFP snel veranderingen doorvoeren.
Zorgprogrammering In 2008 zijn door het EFP, in samenwerking met het forensische zorgveld, de eerste versies van de verschillende zorgprogramma’s opgeleverd. Ten behoeve van de bruikbaarheid van de zorgprogramma’s vindt een doorlopend proces van actualisatie en stroomlijning plaats. Doel van het project is te komen tot meer transparantie, standaardisering en een betere kwaliteit van de behandeling. De status van de zorgprogramma’s is als volgt: - Basiszorgprogramma – laatste update 2014 - Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) – laatste update 2014 - Psychotische stoornissen (ZP PsyS) – laatste update 2014 - Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) – laatste update 2014 - Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) – laatste update 2014 Doelstellingen 2015 Continue bijwerken van zorgprogramma’s waar nodig. Verwerken van KFZ projectresultaten zorgprogramma’s waar mogelijk. Een voorbeeld is het project delictanalyse. Het uitbreiden van het deel verslavingszorg naar aanleiding van het project Forensische Verslavingszorg. Verwerken van resultaten uit KFZ projecten in de zorgprogramma’s, zoals het project delictanalyse. Uitbreiden van het onderdeel verslaving naar aanleiding van het nieuwe project Forensische Verslavingszorg. (Voor meer informatie over het project Zorgprogrammering, zie bijlage I)
Task Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB) Ongeveer een derde van de forensisch psychiatrische cliënten (veroordeelden en verdachten) heeft een totaal IQ-score lager dan 90. Een effectieve behandeling van psychiatrische problematiek van deze doelgroep vereist de juiste diagnostiek en risicotaxatie. In het (forensische) zorgveld is veel kennis en ervaring aanwezig over risicotaxatie en forensische diagnostiek. Ook op het gebied van behandeling is veel kennis en ervaring met deze doelgroep aanwezig in het veld. Deze kennis en expertise wordt binnen de TF LVB gebundeld en zo vormt het veld met het EFP een platform binnen de (forensische)zorg voor samenwerking en expertisevorming. Doelstellingen 2015 Actualisatie (van onderdelen e/o thema’s) van de bestaande inventarisaties (Voor meer informatie over de Taks Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB), zie bijlage I)
4.1.3 Schema Focused Therapy (SFT)3 In dit onderzoek werken de Universiteit van Maastricht, het EFP en acht fpc’s samen. Deze studie, die loopt vanaf 2007, tracht vast te stellen of Schema Therapie, therapie-uitkomsten kan verbeteren, zoals
3
Afhankelijk van besluitvorming binnen de PR van 1-9 vervalt de bijdrage van het EFP aan dit project.
Pagina 12 van 58
het verlagen van het recidiverisico en de toename van de re-integratie van patiënten in de maatschappij, vergeleken met de gebruikelijke forensische behandeling, de Treatment As Usual (TAU). De studie richt zich op een aantal van de meest uitdagende patiënten in tbs-klinieken, namelijk diegene met Cluster B persoonlijkheidsstoornissen. Er zijn 102 deelnemende patiënten aan/bij dit project. Dit is het totaal aantal patiënten voor het onderzoek. Complete 3-jaars resultaten van de eerste 53 patiënten suggereren dat SFT beter presteert dan TAU wat betreft lager risico en toenemende resocialisatie (percentage van patiënten die verlof krijgen, tijd tot verlof). Hoewel deze resultaten veelbelovend zijn, zijn ze nog niet significant voor alle variabelen. Het bevestigen van deze bevindingen in de hele steekproef en het volgen van de participanten na behandeling om te bepalen wat het actuele recidive risico is, is noodzakelijk om de uiteindelijke vraag te beantwoorden of de uitkomstmaten kunnen worden verbeterd voor deze zeer uitdagende en complexe groep patiënten. Doelstellingen 2015 Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in het geven van SFT aan de patiënten in de studie (tot eind augustus 2015). Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in de adherence van het onderzoeksprotocol (hele jaar, 2015). Daadwerkelijke recidivecijfers achterhalen van patiënten in het SFT onderzoek, voor de follow-up studie. Volledige dataset samenstellen Insturen publicaties en conferentie presentaties gebaseerd op de studie data. (Voor meer informatie over het project Schema Focused Therapy, zie bijlage I)
4.1.4 Risicotaxatie voor de Forensische Verslavingszorg (RIVJU) Er is een lacune in kennis en instrumenten op het gebied van de relatie tussen verslaving en delinquent gedrag. Over beide gebieden afzonderlijk is veel bekend, maar niet over hun wisselwerking. Risicotaxatie-instrumenten voor de reguliere forensische patiënt nemen de samenhang tussen verslaving en delictgedrag onvoldoende mee. In 2012 is de RIVJU ontwikkeld: een conceptinstrument voor de Risicotaxatie van Verslaafde Justitiabelen. Dit risicotaxatie instrument beoogt de kans op toekomstig gewelddadig of crimineel gedrag onder verslaafde justitiabelen in kaart te brengen. De eerste fase van het project is afgerond, maar de ontwikkeling van de concept checklist gaat verder. Het is nu zaak om de checklist in de praktijk in pilots te gaan toetsen. Doelstellingen 2015 De doelstellingen en activiteiten voor 2015 worden eind 2014 gedefinieerd. (Voor meer informatie over de Risicotaxatie voor de Forensische Verslavingszorg (RIVJU zie bijlage I)
4.1.5 Forensische verslavingszorg De forensische verslavingszorginstellingen zijn vanaf 2013 stakeholder van het EFP. Daarmee ontstaat de vraag welke projecten met hun bijdragen zullen worden uitgevoerd. Om dit te bepalen vond in november 2013 een Invitational Conference plaats met vertegenwoordigers uit de sector.
Pagina 13 van 58
Naar aanleiding van de Conference is het project Forensische Verslavingszorg in 2014 gestart. Er is gestart met het ontwikkelen van een Visie op forensische verslavingszorg. Op basis van de documenten Visie op forensische zorg en Visie op verslavingszorg van GGZ Nederland wordt, met inbreng van deskundigen uit het zorgveld deze visie opgesteld. Verder wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een zorgprogramma forensische verslavingszorg en worden de bestaande zorgprogramma’s van het EFP waar nodig aangevuld met een verslavingszorgcomponent. Ten aanzien van datamanagement wil het veld meer gebruik maken van de data die reeds verzameld wordt. Lopende het landelijk project Datamanagement in de forensische sector wordt dit deelproject pas gestart als de resultaten daarvan bekend zijn. Doelstellingen 2015 Een Zorgprogramma forensische verslavingszorg. De bestaande zorgprogramma’s van het EFP waar nodig uitgebreid met een component verslavingszorg (Voor meer informatie over de Forensische Verslavingszorg, zie bijlage I)
4.1.6 Stoornis en Risico Dit traject startte medio 2010 uit de wens te komen tot een eenduidige en forensisch relevante (her)definitie van de gebezigde concepten van een psychische stoornis en haar relatie met het risico binnen de pro Justitia rapportage en behandeling. De huidige concepten voldoen niet. Zo lijkt een categorale DSM diagnose geen voorspellende waarde te hebben en lijkt er geen causaal verband met het delictrisico te kunnen worden gelegd. Daarnaast vond er in de strafrechtspleging een paradigmaverschuiving plaats waarmee de nadruk op de recidivepreventie kwam te liggen (Wet op de Forensische Zorg, en what works methode tbs). Daarmee verschuift de focus van de toerekeningsvatbaarheid naar risicotaxatie en behandelbaarheid. In de eerste fase van dit project leidden twee Invitational Conferences tot een conceptualisering van het probleem en een serie uitgangspunten voor de oplossing daarvan. Ten behoeve van de doelmatigheid het bewaken van de samenhang , wordt er verder in projectvorm aan gewerkt. In de tweede fase van het project wordt door concept mapping gekomen tot delictrelevante functiestoornissen en persoonlijkheidskenmerken. In de concept map is een vraag geformuleerd welke professionals beantwoorden waardoor verschillende factoren geïdentificeerd worden die vervolgens geclusterd en geprioriteerd worden. Zo kan worden bepaald welke psychologische functies en persoonlijkheidskenmerken een rol spelen bij een (bepaald type) delict. Dit wordt in eerste instantie voor een type delict gedaan, namelijk seksuele delicten, waarna de volgende stap in het project wordt bepaald. Doelstellingen 2015 Nieuwe ronde concept mapping afgerond Symposium over het project (Voor meer informatie over het project Stoornis en Risico, zie bijlage I)
4.1.7 KeerJeKans (E-Health) Het project KeerJeKans startte in 2010 om te komen tot een serious game voor forensische patiënten die de behandelbereidheid zou vergroten. De doelstelling van het project is de bestaande game door
Pagina 14 van 58
te ontwikkelen voor de doelgroep forensische patiënten en beschikbaar te maken voor aanverwante doelgroepen. Begin 2014 is de game KeerJeKans opgeleverd. Een eerste onderzoek met het concept in 2013 toonde dat deze game een positief effect heeft op de behandelbereidheid: patiënten geven aan graag op korte termijn te willen starten met de behandeling. In het najaar van 2014 start een pilot waarin de game wordt getest en zal worden nagegaan in welke context deze het meeste effect heeft. Op basis daarvan is het doel de game door te ontwikkelen en beschikbaar te stellen. Voor de doorontwikkeling is budget nodig; een belangrijk deel van het project is dan ook het zoeken naar partners en het doen van acquisitie. Doelstellingen 2015 De pilot is afgerond. Zowel de ideale positie in het behandeltraject als het effect op verschillende doelgroepen is helder. De game werkt; alle bugs zijn eruit. Verkenning van mogelijke partners/financiers voor het doorontwikkelen van de app voor de huidige doelgroep. Beschrijven van de opschaalbaarheid. (Voor meer informatie over het project KeerJeKans, zie bijlage I)
Pagina 15 van 58
4.2 Landelijke databanken en applicaties 4.2.1 Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) De LDR-tbs is een gezamenlijk project van alle forensisch psychiatrische centra (fpc’s) en het EFP. Het project vloeit voort uit de aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie tbs, de Commissie Visser. De databank dient ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek. De Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs), waaronder ook het project Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement wordt gerekend, draagt bij aan het verbeteren van de zorg omdat deze wetenschappelijk onderzoek mogelijk maakt waardoor de risicotaxatie-instrumenten kunnen worden verfijnd en aangescherpt. Door uit te gaan van getoetste en gevalideerde instrumenten kan beter worden bepaald waar de behandeling zich op zou moeten richten en of een patiënt al klaar is voor een volgende stap in zijn (resocialisatie)traject. De risicofactoren kunnen beter worden geïdentificeerd en in kaart gebracht hetgeen de behandeling ten goede komt. Zo kan worden voorkomen dat patiënten met een hoog risico (te) veel vrijheid krijgen. Tegelijkertijd kunnen patiënten met een laag risico ook beter worden geïdentificeerd, waardoor hun resocialisatietraject in de pas loopt met hun risiconiveau. Daarmee wordt de maatschappij uiteindelijk veiliger en de behandeling waar mogelijk korter en derhalve minder kostbaar. In de databank zijn de verplichte risicotaxaties samengebracht die bij elke tbs-gestelde jaarlijks worden afgenomen, dit zijn de HCR-20, HKT-30, PCL-R en SVR-20. De 13 deelnemende instellingen (fpc’s en fpk’s) leveren (half-) jaarlijks deze metingen aan. De instellingen voeren de scores van de verplichte risicotaxaties (HCR-20, HKT-30, PCL-R en SVR-20) in. Dit resulteert in groepen patiënten voor wetenschappelijk onderzoek die groter zijn dan ooit. Daardoor kan men de bestaande risicotaxatieinstrumenten verfijnen en nauwkeuriger gebruiken. Doelstellingen 2015 Het project bevindt zich in de beheerfase. Resultaten behelzen: Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen Aanvullen van de databank met extra gegevens (mogelijk met informatie over verlof, verblijfsstatus, diagnoses/DSM) Meer bekendheid creëren voor LDR-tbs.) (Voor meer informatie over de Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) , zie bijlage I)
4.2.2 Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement Dit project borduurt voort op de LDR-tbs en legt op patiëntniveau een koppeling tussen de recidivegegevens en risicotaxatiedata. Deze koppeling maakt continu geactualiseerde voorspellingsmodellen voor verschillende groepen patiënten mogelijk. Op dit moment is nog niet duidelijk of de subsidie wordt voortgezet door DSP. Als het wel zo is zal in 2015 de werkzaamheden binnen dit project voortgezet. Deze bestaan uit: 1) het trainen van alle lokale projectleiders voor het invoeren van strafbladen in de Lerende Praktijk databank en het interpreteren van de uitkomsten en 2) het invoeren van alle strafbladen voor uitgestroomde tbs-patiënten. (Voor meer informatie over het project Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement, zie bijlage I)
Pagina 16 van 58
4.2.3 Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) Het FPA/FPK directieberaad heeft in 2009 de wens uitgesproken te komen tot een databank, om zodoende zelf beter gebruik te kunnen maken van de veelheid aan informatie die nu reeds aan derden wordt aangeleverd. Het doel van de databank is om de belangrijkste knelpunten, vragen en verbeterpunten inzichtelijk te krijgen, waardoor een sectorbrede verbetercyclus mogelijk wordt. Er is voor gekozen deze databank primair te richten op de fpa’s. Doelstellingen 2015 Tijdige en zorgvuldige monitoring van de driemaandelijkse aanlevering, Controle uitvoeren om de kwaliteit van de aangeleverde data te waarborgen, indien nodig volgt terugkoppeling, Halfjaarlijkse rapportage aan fpa’s en aan FPA/FPK Directieberaad, In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data. (Voor meer informatie over het project Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa), zie bijlage I)
4.2.4 Datamanagement forensische zorg De aanleiding voor het instellen van deze werkgroep is tweeledig: In het kader van de besluitvorming rond ROM en risicotaxatie is de vraag naar voren gekomen waar de centrale databank voor de opslag van deze gegevens moet worden gepositioneerd. In dit kader heeft het Forensisch Netwerk een bredere vraagstelling geformuleerd: hoe kan de sector de regie nemen en houden op de dataverzameling binnen de sector. Een tijdelijk ingestelde werkgroep heeft hiertoe een advies uitgebracht (zie bijlage 1) dat vanuit de Werkgroep Datamanagement Forensische Sector (DFS) nader moet worden uitgewerkt. In het kader van het meerjarenakkoord Forensische Zorg zijn afspraken gemaakt over de centrale dataverzameling binnen de forensische sector (zie bijlage 2). De vraag die hieruit voortkwam is of het mogelijk is patiënt-trajecten in kaart te brengen om optimale plaatsing in de toekomst verder te faciliteren. Doel van het project is om een advies uit te brengen aan het Bureauoverleg Meerjarenakkoord FZ en Forensisch Netwerk over technische en bestuurlijke inbedding en financiering van het datamanagement in de forensische sector. Doelstellingen 2015 Per 1 juli 2015 is de infrastructuur zodanig opgezet dat kan worden gestart met data-aanlevering Per 1 januari 2016 leveren alle DBBC-gefinancierde zorgaanbieders data aan de centrale databank(en) (Voor meer informatie over het project Datamanagement in de forensische zorg, zie bijlage I)
Pagina 17 van 58
4.3 Kennismanagement 4.3.1 Kennisdatabanken Onderzoek (PILLO), Instrumenten en Literatuur Het EFP biedt met drie kennisdatabanken digitaal toegankelijke overzichten van 1) lopende onderzoeken in het forensisch psychiatrische veld (PILLO), 2) een digitaal integraal literatuuroverzicht en 3) een registratie van de gehanteerde instrumenten in het forensische veld. Het EFP ontwikkelt en beheert deze databanken en zorgt ervoor dat beschikbare informatie inzichtelijk en toegankelijk wordt gemaakt voor het veld. In juni 2014 is onderzoek gestart naar het gebruik van PILLO door onderzoekers. De resultaten worden op het moment van schrijven nog afgewacht. Dit betekent voor dit jaarplan dat een eventuele planning pas later dit jaar concreet kan worden gemaakt. Doelstellingen 2015 Actuele registratie (lopende) onderzoeken; Actueel overzicht gehanteerde instrumenten binnen de forensische zorg Actuele registratie literatuur (Voor meer informatie over de Kennisdatabanken , zie bijlage I)
4.3.2 Organisatie van studiedagen, symposia en congressen Indien nodig en mogelijk zal het EFP ter ondersteuning van onze (project-)doelstellingen expertmeetings, symposia en/of congressen (mede-) organiseren, zoals het FFZ. Het EFP zal ook verschillende nationale en internationale expertmeetings, symposia en congressen bijwonen. In de dienstverlening naar het veld neemt het EFP op dat vier keer per jaar een studiedag/ expertmeeting kan worden georganiseerd voor een partij in het veld. EFP let hierbij op eerlijke verdeling onder de verschillende stakeholders. Themabijeenkomsten Om invulling te geven aan de kerntaak ‘makelen en schakelen’ organiseert het EFP vanaf 2009 themabijeenkomsten voor en met het forensisch zorgveld. Doel van het project is het faciliteren van discussies over thema’s die leven in het forensisch veld en het bieden van een gelegenheid tot netwerken. De themabijeenkomsten zijn kosteloos en laagdrempelig. Doelstellingen 2015 Vier themabijeenkomsten, waarvan twee in het voorjaar en twee in het najaar.
Festival Forensische Zorg (FFZ) DForZo organiseert jaarlijks het Festival Forensische Zorg (FFZ), een dag waarop medewerkers uit de sector met elkaar kunnen kennismaken en kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Het EFP levert bijdragen. Vanaf 2010 nam het EFP jaarlijks de FFZ-Academie voor zijn rekening. Het EFP is betrokken bij de ontwikkeling van het programma door deelname aan de Projectgroep (organisatie FFZ) en de Programmaraad (inhoud FFZ). Doelstellingen 2015 KFZ als thema FFZ-Academie (inhoud nog nader in te vullen) Deelname EFP aan projectgroep en programmaraad
Pagina 18 van 58
4.3.3 Samenwerkingsverbanden en kenniskringen Scientific Council De Scientific Council is het internationale netwerk van het EFP dat bestaat uit vooraanstaande, internationale wetenschappers binnen de forensische psychiatrie ten behoeve van het Nederlandse forensisch psychiatrische veld. Het EFP faciliteert internationale uitwisseling van bestaande kennis en expertise, nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksresultaten. Ook kan het EFP bemiddelen bij het wederzijds consulteren van de Scientific Council in zijn geheel, dan wel van individuele leden. Leden Scientific Council - Professor H.J.C. van Marle, Erasmus MC (Nederland), voorzitter - Professor D. Cooke, Glasgow Caledonian University, Douglas Inch Centre (UK) - Professor V. Dittman, Institut für Rechtsmedizin (Zwitserland) - Professor J. Folino, National University of La Plata (Argentinië) - Professor I. Freckelton, Monash University, Melbourne (Australië) - Professor K. Hanson, Corrections Research, Public Safety (Canada) - Dr. R. Hare, Department of Psychology, University of British Columbia (Canada) - Professor J. Hirdes, PhD, Health Studies and Gerontology, University of Waterloo (Canada) - Professor S. Hodgins, Dep. of Forensic Mental Health Science, King’s College, London, (UK) - Dr. R. Müller-Isberner, Vitos Klinik für forensische Psychiatrie, Haina (Duitsland) - Professor Craig Neumann, Professor of Psychology, University of North Texas (USA) - Professor J. Ogloff, Centre for Forensic Behavioural Science, Monash University (Australië) - Professor P. Taylor, Wales College of Medicine, Cardiff University (UK) - Professor G. Vervaeke, Hoge Raad voor Justitie, Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid (België)
Commissie Ethiek in de forensische psychiatrie De commissie ‘Ethiek in de forensische psychiatrie’ is in 2009 opgericht, op initiatief van betrokkenen in het veld. De commissie Ethiek bestaat uit behandelaars, ethici en juristen uit praktijk en wetenschap. De commissie bespreekt ethische thema’s in het forensische veld, betrekt het forensische veld bij deze thema’s en zorgt voor ondersteuning bij voorkomende problemen, onder andere door expertmeetings en casusbesprekingen (Moreel Beraad) op de werkvloer te organiseren en via adviezen en publicaties. De rol van het EFP is het faciliteren van twee à drie overleggen/expertmeetings per jaar. Doelstellingen 2015 Zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s die zich binnen de forensisch psychiatrische praktijk voordoen door expertmeeting Stimulering ethische bewustzijn op de werkvloer d.m.v. Moreel Beraad n.a.v. casus Hulp bieden aan praktijkbeoefenaren bij ethische kwesties (Voor meer informatie over de Ethische Commisie, zie bijlage)
Pagina 19 van 58
Ethische Commissie
Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP) De Onderzoekers Task Force (OTF) is in 2013 als adviesorgaan voor het LBHIV ontbonden en is voortgezet als het Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP). Om de kennisuitwisseling tussen onderzoekers in de forensische sector te bevorderen wordt tweemaal per jaar op locatie een bijeenkomst georganiseerd voor wetenschappers uit het veld. Doel van het project is om de onderzoeksactiviteiten van de aangesloten instellingen te bevorderen en waar nodig te coördineren. Dit gebeurt door samenwerking tussen wetenschappers. Doelstellingen 2015 Naar behoefte van het veld inventariseren van onderwerpen en onderzoekers die geïnteresseerd zijn in het (mede)organiseren van de bijeenkomsten (Faciliteren van) de organisatie van de bijeenkomsten. (Voor meer informatie over het Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP), zie bijlage I)
4.3.4 Kennisdeling en communicatie Website De website is een belangrijk communicatiemiddel van het EFP om het veld mee te informeren. Op de website is informatie en nieuws te vinden over het EFP, forensische zorg, actueel wetenschappelijk onderzoek en de projecten. De inhoud wordt voortdurend actueel gehouden en daarbij wordt gebruik gemaakt van stukken die het veld en de EFP-medewerkers aanleveren. Een deel van de informatie op de website is in het Engels beschikbaar. Naast de EFP-website beheert het EFP vanaf 2013 ook de website van het programma KFZ. Doelstellingen 2015 De statistieken van de website worden maandelijks geanalyseerd en de website wordt naar aanleiding van die bevindingen aangepast. Website is doorlopend onder beheer; de inhoud wordt geactualiseerd en de technische omgeving wordt volgens de nieuwste methoden geüpdatet (Voor meer informatie over de Website, zie bijlage I)
Nieuwsbrief Het EFP wil informatie van en over het EFP verspreiden, mensen met elkaar in contact brengen en kennis delen. Hiertoe verschijnt de Nieuwsbrief vier keer per jaar. Deze vestigt de aandacht op zaken die het EFP en het forensische zorgveld aangaan en dient tevens als doorverwijzing naar de website die meer achtergrond en inhoud geeft. Het EFP verstuurt indien nodig een internationale nieuwsbrief of kortere news flash naar de leden van het buitenlandse netwerk. Doelstellingen 2015 Vier per jaar wordt een Nederlandse NB verstuurd Nederlandse inschrijvingen op verzendlijst: 1400 Twee per jaar Internationale brief en / of news flash Internationale inschrijvingen op verzendlijst: 200 (Voor meer informatie over de Nieuwsbrief, zie bijlage I)
Pagina 20 van 58
Social Media Het EFP maakt in toenemende mate gebruik van Social Media, vanuit de wens een grotere zichtbaarheid te hebben. Het EFP biedt via Social Media een online platform aan professionals uit het veld om met elkaar kennis en informatie uit te kunnen wisselen. Het doel is professionals op meer plekken dan alleen via onze website in contact te brengen met het werk van het EFP en hen een platform(s) bieden om met elkaar in gesprek te gaan en kennis en informatie uit te wisselen. In 2014 heeft het EFP het Social Media beleid verder aangescherpt op (nieuwe) onderdelen. Het project beperkt zich tot Social Media die al breed bekend zijn in het veld en die op een zakelijke manier kunnen worden benut. Dat is primair LinkedIn (bedrijfsprofiel en discussiegroep) en daarnaast zijn we in 2012 gestart met gebruik van Twitter. Ook is het EFP aanwezig op Wikipedia. Op Op Twitter worden alleen tweets verzonden over EFP nieuws zoals aankondiging van studiedagen of updates van EFPprojecten. Interessante ontwikkelingen uit het veld worden evt. geretweet. Het EFP neemt hierbij geen deel aan debat of discussie over actualiteit/ politiek. Doelstellingen 2015 Twitteraccount heeft 300 volgers. LinkedIn Bedrijfsprofiel heeft 500 volgers EFP groep op Linked In heeft 1200 leden Wikipedia pagina is up-to-date (Voor meer informatie over Social Media, zie bijlage I)
4.3.5 Leren en Implementeren Binnen het Programma Kwaliteit Forensische zorg bestaat behoefte om de coördinatie op de implementatie van de producten van KFZ centraal te beleggen om de implementatie te faciliteren en bevorderen. In zijn algemeenheid bestaat binnen de forensische sector behoefte om de coördinatie en aansturing van (de ontwikkeling van) opleidingen, vooral op het niveau van de sociotherapeuten, centraal vorm te geven. Het Forensisch Netwerk heeft dan ook de opdracht aan het EFP verstrekt om beide onderdelen, die nauw met elkaar samenhangen verder uit te werken en vorm te geven, op basis van de input en wensen vanuit het forensisch zorgveld. Binnen het Programma KFZ zijn hiervoor middelen gereserveerd. Dit project wordt uitgevoerd in twee fases. De eerste fase betreft een inventarisatie van de wensen en behoeften uit het forensisch zorgveld. Hiertoe wordt op 31 oktober 2014 een Invitational Conference georganiseerd voor onder andere de opleidingsfunctionarissen binnen het forensisch zorgveld. Op basis van de uitkomsten van fase 1 zal fase 2 verder worden ingevuld en uitgewerkt. Het uiteindelijke resultaat moet zijn het inrichten van een coördinatiepunt voor opleidingen en implementaties, inclusief de opzet van de werkwijze dat uiterlijk op 1 juli 2015 start met de werkzaamheden. Doelstellingen 2015 Fase 1: zicht op de wensen uit het zorgveld met betrekking tot opleidingen en implementeren Fase 2: organiseren van de gewenste faciliteiten op het gebied van leren en implementeren leidend tot een structureel ondersteuningsprogramma (Voor meer informatie over het project Leren en implementeren, zie bijlage I) Pagina 21 van 58
4.3.6 Long-term Forensic Psychiatric Care (COST) Het project startte in 2009 uit de wens een zorgprogramma te maken voor LFPZ-patiënten. Na de ontwikkeling van het Zorgprogramma LFPZ bleek er behoefte aan het uitwisselen van kennis in internationaal samenwerkingsverband. In 2011 is de Special Interest Group Long-term Forensic Psychiatric Care (SIG LFPC) opgericht. Dit een samenwerkingsverband bestaat uit professionals uit Nederland, België, Duitsland, Zweden, Engeland, de Verenigde Staten en Canada, werkzaam binnen de langdurige forensisch psychiatrische zorg. In 2013 is een Europese subsidie in het kader van het COST programma toegekend. Dit subsidieprogramma van de Europese Unie heeft als doel om de vorming van internationale netwerken tussen onderzoekers te bevorderen. Er doen 18 Europese landen mee aan dit project. Binnen het COST-project bundelen onderzoekers en behandelaars expertise en onderzoeksactiviteiten om een basis op te zetten voor vergelijkend onderzoek over behandeleffectiviteit en de ontwikkeling van best pratices in de langdurige forensisch psychiatrische zorg in Europa. Het doel is het ontwikkelen van kosteneffectief beleid in de forensische zorg, evidence based behandelmethoden in de langdurige forensisch psychiatrische zorg en de kwaliteit van leven van de patiënten te optimaliseren. De Short Term Scientific Missions (STSM) coördinator zet een aantal opdrachten uit waarvoor jonge onderzoekers (studenten en promovendi) zich kunnen aanmelden. Het gaat om korte projecten, waarvan de onderzoeksvraag gelinkt is aan het project. Ze versterken bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden binnen het COST project. De onderzoeker krijgt zo de kans om mee te werken aan het project en kan daarnaast ‘stage’ lopen bij een buitenlandse universiteit of instelling. Daarnaast wordt jaarlijks een trainingschool georganiseerd waarbij een zestal jonge onderzoekers de kans krijgt opgeleid te worden in bijvoorbeeld het gebruik van een risicotaxatie-instrument. Een medewerker van het EFP is als STSM coördinator aangesteld binnen het COST project. Doelstellingen 2015 Trainingsschool organiseren. Vier STSM’s uitzetten. Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group op IAFMHS. (Voor meer informatie over het project Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC), zie bijlage I)
Pagina 22 van 58
4.4 Kwaliteitsnetwerken 4.4.1 Kwaliteitsnetwerk FPA’s Er was in 2010 geen uitgewerkte en door alle fpa’s gedeelde beschrijving van ‘het product fpa’. De fpa’s wilden tot een gedeelde doelstelling en taakinvulling komen en werken aan transparantie en kwaliteitsverbetering. Het project behelst het invoeren van een kwaliteitsnetwerk. Dit omvat niet alleen deelname aan een cyclus (bepalen van standaarden – uitvoeren zelfreview met deze standaarden – reviewbezoek door externe professionals en patiënt – instellingsrapport – landelijk rapport en dag) maar ook deelname aan een kennisnetwerk van professionals dat onderling actief best practices deelt. Implementatie gaat vergezeld van een onderzoek naar het effect van deelname. In het project ‘de ideale fpa’ is een gezamenlijke visie beschreven omtrent hoe de fpa eruit zou moeten zien, en is deze visie uitgewerkt voor vier themagebieden in adviezen. In fase 1 is de methode kwaliteitsnetwerk voor de Nederlandse situatie bewerkt, zijn op basis van de ifpa-adviezen standaarden geformuleerd en is een pilot uitgevoerd. In fase 2 (2015) zal worden gewerkt aan het upgraden van de software tot volwaardig kennisdeelplatform, zal uitbreiding van de methodiek met de inzet van naasten worden onderzocht en wordt een artikel opgeleverd over het effect van het kwaliteitsnetwerk op de kwaliteit. Het doel van dit project is voor de Nederlandse situatie bewerken en bij de fpa’s invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead. Doelstellingen 2015 Het kwaliteitsnetwerk als methode beschreven en gepresenteerd aan het forensische veld. Daarbij worden suggesties gedaan ten aanzien van standaarden die relevant zijn voor het bredere forensische veld. Er is een digitaal platform beschikbaar waar parels gedeeld kunnen worden en waar medewerkers van deelnemende instellingen elkaar kunnen vinden Er wordt een tweede cyclus succesvol uitgevoerd door de fpa’s. Er ligt een ondersteuningsplan dat de kwaliteitstoename door het kwaliteitsnetwerk versterkt doordat actief kennis wordt gebracht naar de instellingen buiten de reviewdagen om en implementatie wordt ondersteund. Er is een artikel gereed naar aanleiding van de eerste onderzoeksresultaten over het effect van deelname kwaliteitsnetwerk (Voor meer informatie over het project Kwaliteitsnetwerk fpa, zie bijlage I)
4.4.2 Kwaliteitsnetwerk De Borg (SGLVG) De Borginstellingen willen in navolging van de FPA een eigen kwaliteitsnetwerk starten waarin met de professional in de lead aan kwaliteit wordt gewerkt. De opdrachtgevers van dit project zijn de samenwerkende SGLVG-behandelcentra, georganiseerd in De Borg. De formele opdrachtgever van dit project wordt – als het project doorgang vindt- zeer waarschijnlijk de programmaraad van De Borg. Er zal een kerngroep worden gevormd die de invoering begeleid en die de standaarden opstelt. Deze zal worden gevormd door afvaardiging vanuit de vier instellingen.
Pagina 23 van 58
Het doel van dit project is voor de SGLVG-sector bewerken en bij de Borginstellingen invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead. De rol van het EFP is tweeërlei: enerzijds voeren we het projectmanagement over het invoeren van het kwaliteitsnetwerk, anderzijds vervullen we een (in de toekomst waarschijnlijk structurele taak) van coördineren en faciliteren waar het gaat om de ondersteuning van het kwaliteitsnetwerk. Binnen het EFP wordt dit project bemenst door Jeantine Stam (projectleider en coördinator backoffice) , Diewke de Haen en Inge Koomen en Lex van Rooy (ICT). Doelstellingen 2015 Een voor de SGLVG-sector bewerkte methodiek van het kwaliteitsnetwerk Een set standaarden voor cyclus 1 Een voor de SGLVG-sector toegepaste versie van Reviewr (software voor invullen van vragenlijsten en als informatiedeelplatform) Een succesvol uitgevoerde en geëvalueerde 1e cyclus (Voor meer informatie over het project Kwaliteitsnetwerk De Borg, zie bijlage I)
Pagina 24 van 58
5 Mogelijk nieuwe projecten in 2015 Naast de geplande projecten pakt het EFP door het jaar heen andere projecten en thema’s op. Deze thema’s komen vaak voort uit bijeenkomsten en conferenties, al dan niet georganiseerd door het EFP. Tijdens de bijeenkomst blijkt dan dat professionals uit het forensische veld behoefte hebben aan aanvullende uitwisseling rondom het besproken thema. In voorkomende gevallen zal dan vanuit het EFP geprobeerd worden om deze uitwisseling te faciliteren. Afhankelijk van de behoefte kan dit de vorm krijgen van een extra bijeenkomst of het erbij betrekken van andere personen of organisaties. Naar aanleiding van de evaluatie en de intensievere betrokkenheid van het veld bij de programmering van het EFP komen mogelijk nieuwe wensen en projecten voort die nog niet in dit jaarplan zijn opgenomen. Er wordt alsnog gekeken naar de mogelijkheden om deze wensen en projecten in 2015 op te pakken.
5.1 Ambulant werken In 2015 wil het EFP samen met de fpa’s in gesprek om meer aansluiting in het EFP programma te krijgen ten aanzien van ambulant werken, waaronder Forensische (F)ACT. Wat nu wordt gemist zijn thema’s als jeugd, adolescenten en JOVO.
Pagina 25 van 58
6 Bijlage I Overzicht projecten Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) Opdrachtgever: GGZ Nederland/Forensisch Netwerk (FN) De programmacommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Programma en bestaat uit drie bestuurders, vier professionals uit het veld en drie wetenschappers: Ruud Rutten (voorzitter, Tactus Verslavingszorg), Sanne Verwaaijen (FPC de Rooyse Wissel), Margriet Storms (FPK Trajectum), Petra de Rijke (GGZ Drenthe), Bas van der Hoorn (Palier), Jacques Lucieer (FPC 2landen en FPC de Kijvelanden), Jessica Wesselius (PPC Amsterdam), Chijs van Nieuwenhuizen (Universiteit van Tilburg en GGzE), Maarten Koeter (UvA), Jo Hermanns (emeritus hoogleraar UvA). Stuurgroep: Pauline Meurs (voorzitter), Goof van Gemert (Ministerie van Veiligheid en Justitie/ DForZo), Joep Verbugt (GGZ Nederland) Het EFP ondersteunt het Programma KFZ en voert de volgende taken uit: Inhoudelijk en procesmatig ondersteunen Stuurgroep KFZ. Inhoudelijk en procesmatig ondersteunen Programmacommissie KFZ. Projectmanagement Programma KFZ Begeleiden opstellen, uitzetten en beoordelen calls. Beoordelen projectvoorstellen en voortgangsrapportages en hierover adviezen geven aan de Programmacommissie KFZ. Zorgen voor verbinding met andere projecten en ontwikkelingen in de sector. Ondersteunen en coördineren projecten binnen het Programma KFZ. Aanvragen en beheren (kassiersfunctie) van de subsidie voor het Programma KFZ bij DForZo. Projectleider: Gijs Bakkum Projectcoördinator: Malu Landman Wetenschappelijk adviseur: Ruud van der Horst Communicatieadviseur: Renske de Zwart Het programma KFZ is gestart omdat de forensische zorgsector gezamenlijk wil werken aan de verdere ontwikkeling van de kwaliteit en transparantie van de zorg en daarmee aan de versterking van de positie van de sector. De doelen van het programma KFZ zijn: De kwaliteit van de forensische zorg ontwikkelen en verbeteren. De kwaliteit van de forensische zorg zichtbaar maken aan de hand van objectieve en eenduidig gedefinieerde indicatoren op het punt van recidive, incidenten, instroom, doorstroom en uitstroom. Het scheppen van voorwaarden voor en het stimuleren van de implementatie van de binnen het KFZ-programma ontwikkelde producten. KFZ is een meerjarenprogramma, waarbij de Programmacommissie verantwoordelijk is voor de uitvoering. KFZ fungeert daarbij als kapstok voor verschillende projecten en ontwikkelingen en maakt het mogelijk systematisch en geprotocolleerd producten te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Begindatum: 2012 Einddatum: geen einddatum Projectmanagement programma KFZ Uitzetten calls Ondersteuning implementatie Resultaat: Projectmanagement programma KFZ Activiteit: Ondersteunen stuurgroep Ondersteunen programmacommissie
Pagina 26 van 58
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Status en vervolg
Projectteam overleg Communicatie Verslaglegging Vraagbaak veld/ Externe contacten over project Jaarcyclus (jaarplan, -verslag, begroting) Begeleiden proces van opstellen, uitzetten, beoordelen calls Opstellen voortgangsrapportages Contracten opstellen Opstellen/beheren sjablonen (bijv. Masterprotocol) Overleg subsidie verlener Financiële projectadministratie Gebruik Masterprotocol en MP light en vragen daarover Overleg gremia over afstemming Meerjarenbeleid Ad hoc taken Resultaat: Uitzetten calls Activiteit: Opstellen calls Uitzetten calls Beoordelen projectvoorstellen Beoordelen gedetailleerde plannen van aanpak Adviezen richting programmacommissie over calls obv stukken die binnenkomen Voortgangscontrole (inhoud): rapportages, begeleidingscommissie, werkbezoeken. Voortgangscontrole (proces): rapportages, begeleidingscommissie, werkbezoeken. Inventariseren onderzoeksvoorstellen/lacunes/behoeften aan onderzoek/suggesties voor calls uit veld Verwerken nieuwe inhoudelijke zaken (VGN, PPC’s) Verbinding met andere projecten (bijv. ZP’s) Vragen rond gunning en uitvoering (proces) Inhoudelijke vragen rond calls Resultaat: Ondersteuning implementatie Activiteit: Uniforme ontsluiting Opleidingen Implementatie Kwaliteitsbewaking Workshops Communicatie PR/draagvlak veld Actief verspreiden resultaten Afstemmen alle betrokkenen (DForZo, DSP, FN, Instellingen etc.) Piekmomenten liggen rond het uitzetten en toewijzen van de calls, in het voorjaar en najaar. Maar ook de voorbereidende en afrondende fases hiervan vergen veel inzet.
Pagina 27 van 58
Zorgprogrammering Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Status en vervolg
Zorgprogrammering Opdrachtgever: forensische zorgveld Projectgroep: EFP, vertegenwoordigers fpc’s, fpk’s, fpa's en universiteiten. Het EFP verzorgt het projectmanagement Projectleider: Elisabeth Pomp Projectcoördinator: Malu Landman In 2008 zijn door het EFP, in samenwerking met het forensische zorgveld, de eerste versies van de verschillende zorgprogramma’s opgeleverd. Ten behoeve van de bruikbaarheid van de zorgprogramma’s vindt een doorlopend proces van actualisatie en stroomlijning plaats. Doel van het project is dat door middel van het werken met zorgprogramma’s gekomen kan worden tot meer transparantie en standaardisering en een betere kwaliteit van de behandeling in het forensisch werkveld. Sinds 2008 heeft het EFP een vijftal zorgprogramma’s opgeleverd. Deze zijn via de website van het EFP te downloaden. Ten behoeve van de bruikbaarheid van de zorgprogramma’s vindt een doorlopend proces van actualisatie en stroomlijning van de inhoud plaats. In 2013/2014 heeft er een redactionele en inhoudelijke verbeterslag van alle ZP’s plaatsgevonden. De status van de zorgprogramma’s is als volgt: Basiszorgprogramma – geactualiseerde versie juni 2014. Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) – geactualiseerde versie juni 2014 Psychotische stoornissen (ZP PSYS) – geactualiseerde versie juni 2014 Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) – geactualiseerde versie augustus 2014 Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) – geactualiseerde versie augustus 2014. Er wordt aansluiting gezocht bij het Programma KFZ om inzichten in effectiviteit van (nieuwe) interventies en overige onderzoeksbevindingen op te nemen in de zorgprogramma’s. Begindatum: 2007 Einddatum: doorlopend Up-to-date versie van alle zorgprogramma’s
Resultaat: Up-to-date versie van alle zorgprogramma’s Activiteiten: Continue bijwerken van zorgprogramma’s waar nodig. Verwerken van KFZ projectresultaten zorgprogramma’s waar mogelijk. Een voorbeeld is het project delictanalyse. Het uitbreiden van het deel verslavingszorg naar aanleiding van het project Forensische Verslavingszorg. Het is nog niet duidelijk wanneer er piekmomenten zijn in 2015. Dit komt doordat er continue gewerkt wordt aan het up-to-date houden van de zorgprogramma’s. Wel is het in de nabije toekomst de bedoeling aandacht te gaan besteden aan implementatie van de zorgprogramma’s.
Pagina 28 van 58
Taks Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Status en vervolg
Task Force Licht Verstandelijk Beperkten (TF LVB) Opdrachtgever: het forensisch zorgveld Projectgroep: EFP, behandelaren en onderzoekers vanuit zowel klinische als ambulante, forensische en niet-forensische instellingen met LVB als specialisme. Het EFP verzorgt het projectmanagement en het voorzitterschap van bijeenkomsten. Het EFP coördineert en faciliteert de voortgang van de actualisatie van de werkdocumenten, verzorgt de eindredactie en stimuleert het gebruik van (de bevindingen uit) de inventarisatie. Projectleider: Petra van der Veer Projectcoördinator: Jeantine Stam Ongeveer een derde van de forensisch psychiatrische cliënten (veroordeelden en verdachten) heeft een totaal IQ-score lager dan 90. Een effectieve behandeling van psychiatrische problematiek van deze doelgroep vereist de juiste specifieke diagnostiek en risicotaxatie. De reguliere instrumenten zijn veelal niet zonder meer toepasbaar bij mensen met een LVB. Een samenhangend aanbod van diagnostische en risicotaxatie instrumenten specifiek voor deze doelgroep ontbreekt. Het stimuleren van samenwerking en expertisevorming op het gebied van diagnostiek en risicotaxatie voor de doelgroep LVB. Het bundelen van kennis en expertise en beschikbaar maken in de vorm van een inventarisatie van voor de doelgroep geschikte diagnostiek- en risicotaxatie instrumenten. Het stimuleren en faciliteren van het veld om (bevindingen uit) het rapport te gebruiken. In het forensische zorgveld is veel kennis over en ervaring met risicotaxatie en diagnostiek bij deze doelgroep. In het zorgveld is veel kennis over en ervaring met de zorg voor en behandeling van (licht) verstandelijk beperkten. Met dit project worden deze kennis en expertise gebundeld en beschikbaar gemaakt. Het project is een initiatief van betrokken experts en daarmee bottom up van start gegaan. De TF LVB, bestaande uit de werkgroepen Diagnostiek en Risicotaxatie, inventariseert voor de doelgroep geschikte diagnostiek- en risicotaxatie instrumenten. De inventarisatie uit 2012 beschrijft de state of the art van diagnostiek en risicotaxatie bij LVB. Dit basisdocument dient als handvat voor de dagelijkse praktijk en wordt als tekst in ontwikkeling regelmatig geactualiseerd. Begindatum: medio 2007 Einddatum: doorlopend Up-to-date versies van (onderdelen e/o thema’s) van de bestaande inventarisaties
Resultaat: Up-to-date versies van (onderdelen e/o thema’s) van de bestaande inventarisaties Activiteit: Nog te bepalen aantal bijeenkomsten met experts in voorjaar, januari t/m juni Leden werkgroepen en EFP verwerken input in document, januari t/m juni Afronding en eindredactie door EFP in, juli, augustus Optioneel: studiedag om de geactualiseerde inventarisatie breed onder de aandacht te brengen en om doelgroep te betrekken bij de TF LVB. Tevens te stimuleren om bijdragen te (blijven) leveren aan de continu verbetering van het stuk, najaar (november) In principe wordt de werkwijze ook in 2015 op dezelfde wijze voortgezet. In 2015 liggen de piekmomenten rondom de momenten dat er werkgroepen bijeenkomen, tijdens de afronding van het stuk en in de periode rondom de voorbereiding van de eventuele studiedag.
Pagina 29 van 58
Schema Focused Therapy Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd
Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Schema Focused Therapy (SFT) Opdrachtgever: Universiteit Maastricht, het EFP en acht fpc’s: de Rooyse Wissel (Venray en Overmaze), van der Hoeven, Oostvaarders, Mesdag, Veldzicht, Kijvelanden, en FPK Assen Het EFP faciliteert en coördineert dit project en verzorgt het databasemanagement. Projectleider: David Bernstein, Universiteit Maastricht Projectcoördinator en databasemanager: Jacomina Gerbrandij De SFT-studie tracht vast te stellen of Schema Focused Therapie therapie-uitkomsten kan verbeteren, zoals verlagen recidiverisico en toename van re-integratie, vergeleken met de gebruikelijke forensische behandeling, de Treatment As Usual (TAU). De studie richt zich op patiënten met Cluster B persoonlijkheidsstoornissen. Wetenschappelijk toetsen van de bijdrage van schemagerichte interventies aan de behandeling van de specifieke groep patiënten. Onderzoeken in hoeverre SFT effectiever is in het verminderen van symptomen behorende bij een persoonlijkheidsstoornis (gemeten naar recidiverisico en reintegratie) dan een standaardbehandeling. Vaststellen van het effect van SFT op psychotherapie proces variabelen (zoals therapie betrokkenheid, behandelbeheersing, alliantie) in vergelijking met een standaardbehandeling. Vaststellen effect van SFT op persoonlijkheidsconstructen waarvan gedacht wordt dat ze een mediërend effect hebben op een persoonlijkheidsstoornis. Validatie meetinstrumenten (SNAP, MOS, TIS). Bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering van de forensische zorg door professionalisering en een evidence based aanpak. De vraag is of schemagerichte interventies bijdragen aan de behandeling van patiënten met Cluster B persoonlijkheidsstoornissen en zo ja, in hoeverre dit effectiever is dan een standaardbehandeling. Het project (en onderzoek) telt 102 deelnemende patiënten. Complete 3-jaars resultaten van de eerste 73 patiënten suggereren dat SFT beter presteert dan TAU wat betreft lager risico en toenemende resocialisatie. Het bevestigen hiervan in de hele steekproef en het volgen van de participanten na behandeling om te bepalen wat het actuele recidive risico is, is noodzakelijk om de uiteindelijke vraag te beantwoorden of de uitkomstmaten kunnen worden verbeterd voor deze groep patiënten. Begindatum:1 januari 2007 Einddatum:31 december 2015 (Treatment Study, inclusief analyses), 31 december 2018 (follow-up studie) Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in het geven van SFT aan de patiënten in de studie (tot eind augustus 2015). Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in de adherence van het onderzoeksprotocol (hele jaar, 2015). Daadwerkelijke recidivecijfers achterhalen van patiënten in het SFT onderzoek, voor de follow-up studie. Volledige dataset samenstellen Insturen publicaties en conferentie presentaties gebaseerd op de studie data. Resultaat: Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in het geven van SFT aan de patiënten in de studie (tot eind augustus 2015). Activiteit: Iedere een tot twee maanden bijeenkomsten train-the-supervisors. Scoren van random video tapes van therapie (door therapeuten) met de SFT Therapy Adherence Scale (TIS) om zo SFT therapy adherence van de therapeuten te laten toenemen. Resultaat:
Pagina 30 van 58
Resultaten en activiteiten
Resultaten en activiteiten
Resultaten en activiteiten
Status en vervolg
Handhaven hoge niveau van kwaliteitscontrole in de adherence van het onderzoeksprotocol (hele jaar, 2015). Activiteit: Gearchiveerde data verzamelen van de diagnostische testen gebruikt in deze studie (SCID, SIDP-IV, PCL-R) om zo de interbeoordelaar betrouwbaarheid vast te stellen. Coördineren van de beoordeling van de video tapes van de SFT en TAU therapy sessies voor therapy adherence. Resultaat: Daadwerkelijke recidivecijfers achterhalen van patiënten in het SFT onderzoek, voor de follow-up studie. Activiteit: Recidivecijfers van de patiënten van het onderzoek uit de LDR-tbs halen. Deze recidivecijfers koppelen aan de database van het SFT onderzoek. Resultaat: Volledige dataset samenstellen en gebruiksklaar maken Activiteit: Controle Emium database. Data controleren op volledigheid, controleren of missings daadwerkelijk missen. SPSS syntaxen opschonen en nieuwe syntaxen creëren. SPSS syntaxen draaien om de volledige dataset gebruiksklaar te maken. Resultaat: Insturen publicaties en conferentie presentaties gebaseerd op de studie data. Activiteit: Gereedmaken van data voor gebruik in publicaties en presentaties. Afspraken maken met de Onderzoekscommissie van het SFT project omtrent auteur- en co-auteurschap voor publicaties in 2014. Toezicht houden op de data analyse, het schrijven en de aflevering van publicaties en presentaties in 2014. Zorgen dat alle data op tijd zijn ingevoerd (september 2015) zodat eind 2015 de eindpublicatie ingediend kan worden. In 2015 worden de activiteiten op dezelfde wijze voortgezet en continueert het EFP de facilitatie en coördinatie van dit project. In publicaties en presentaties worden (voorlopige) resultaten bekend gemaakt. Het piekmoment voor de projectcoördinator van het project ligt rond het einde van de studie bij de verschillende klinieken (juli 2015 t/m oktober 2015).
Pagina 31 van 58
Risicotaxatie voor de Forensische Verslavingszorg (RIVJU) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Status en vervolg
RIVJU: Een conceptinstrument voor de Risicotaxatie van Verslaafde Justitiabelen Opdrachtgever: Tactus Verslavingszorg. Projectgroep: Hein de Haan (Tactus/NISPA), Henk Nijman (ACSW, Radboud Universiteit Nijmegen), Sylvia Lammers. Projectmanagement, coördinatie en facilitatie, bewaking van de voortgang, inhoudelijke ondersteuning, uitvoering van literatuurstudies. Projectleider: Gijs Bakkum Projectcoördinator: Malu Landman Risicotaxatie instrumenten voor de reguliere forensische patiënt nemen de samenhang tussen verslaving en delictgedrag onvoldoende mee. Daarom is de RIVJU ontwikkeld: een conceptinstrument voor de Risicotaxatie van Verslaafde Justitiabelen. Het project moet resulteren in een valide en betrouwbaar risicotaxatie-instrument voor verslaafde justitiabelen dat bruikbaar is in de praktijk. In 2012 is de RIVJU ontwikkeld: een conceptinstrument voor de Risicotaxatie van Verslaafde Justitiabelen. Dit risicotaxatie instrument beoogt de kans op toekomstig gewelddadig of crimineel gedrag onder verslaafde justitiabelen in kaart te brengen. De eerste fase van het project is afgerond, maar de ontwikkeling van de concept checklist gaat verder. Het is nu zaak om de checklist in de praktijk via pilots te gaan toetsen. De betrouwbaarheid en de validiteit van de RIVJU moeten eerst worden onderzocht, voordat er aan de hand van dit instrument daadwerkelijk taxaties van recidiverisico’s bij individuele forensisch psychiatrische patiënten kunnen worden gemaakt Begindatum: februari 2011 Einddatum: december 2014 De doelstellingen en activiteiten voor 2015 worden eind 2014 gedefinieerd.
Zie punt hierboven.
Pagina 32 van 58
Forensische Verslavingszorg Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Forensische Verslavingszorg Opdrachtgever: Netwerk Verslavingszorg Stuurgroep: Harrie Enzerink (Tactus), Eric Blaauw (VNN) en Hans-Reinder Menkveld (Iriszorg) De projectleiding en –coördinatie wordt verzorgd door het EFP. Projectleider: Inge Koomen Projectcoördinator: Jacomina Gerbrandij De forensische verslavingszorginstellingen zijn vanaf 2013 stakeholders van het EFP. Daarmee ontstaat de vraag welke projecten met die bijdrage zullen worden uitgevoerd. Om dit te bepalen vond in november 2013 een invitational conference plaats met vertegenwoordigers uit de sector. Visie op forensische verslavingszorg: Op basis van de documenten Visie op forensische zorg en Visie op verslavingszorg van GGZ Nederland wordt, met inbreng van deskundigen uit het zorgveld een visie op forensische verslavingszorg opgesteld. Zorgprogrammering: Het ontwikkelen van een zorgprogramma forensische verslavingszorg en de bestaande zorgprogramma’s van het EFP waar nodig aanvullen met een verslavingszorgcomponent.
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Datamanagement: Meer gebruik maken van de data die reeds verzameld wordt, onder andere voor externen. Nu het landelijk project Datamanagement in de forensische sector loopt wordt dit deelproject pas gestart als de resultaten daarvan bekend zijn. Er ontbreekt een gezamenlijke visie op forensische verslavingszorg. Ook is er geen zorgprogramma Forensische Verslavingszorg. Met het zorgveld wordt gediscussieerd over de bestaande visies en de bruikbaarheid daarvan voor een gewenste gemeenschappelijke visie. Mogelijk wordt dit verder uitgewerkt in deeladviezen/standaarden. Er komt een zorgprogramma Forensische Verslavingszorg en waar nodig worden de EFP zorgprogramma’s uitgebreid met een verslavingscomponent. De werkzaamheden ten behoeve van de zorgprogrammering richten zich op een inventarisatie van bestaande evidence en practise based behandelingen/richtlijnen/ zorgpaden, etc.. Dit wordt ingepast in het EFP format voor zorgprogramma’s. Ten aanzien van datamanagement wil het veld meer gebruik maken van de reeds aanwezige data. 1 mei 2014 t/m 31 december 2015 Visiedocument: Naar verwachting zal eind 2014 een visiedocument worden opgeleverd dat mogelijk in 2015 verder wordt uitgewerkt in deeladviezen/standaarden Zorgprogrammering: op 30 juni 2015 is een eerste concept Zorgprogramma forensische verslavingszorg gereed. op 31 december 2015 zijn de bestaande zorgprogramma’s van het EFP waar nodig uitgebreid met een component verslavingszorg en is een zorgprogramma Forensische Verslavingszorg gereed. Datamanagement: Zodra het advies van de werkgroep Datamanagement in de forensische sector is geaccordeerd door het Forensisch Netwerk (naar verwachting december 2014) wordt geanalyseerd wat dit betekent voor de forensische verslavingszorg.
Pagina 33 van 58
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Resultaten en activiteiten
Status en vervolg
Resultaat: Visiedocument eind 2014 Activiteiten: Werken aan visiedocument en mogelijk in 2015 verder uitwerken met werkgroepen in deeladviezen/standaarden Resultaat: Eerste concept Zorgprogramma forensische verslavingszorg, 30-6-15 Activiteiten: 1-12-2014 tot 1-1-2015 definitieve planning uitwerking zorgprogramma’s 1-1-2015 tot 1-7-2015 in werkgroepen werken aan het eerste concept zorgprogramma Verslavingszorg Resultaat: Uitbreiding bestaande zorgprogramma’s van het EFP met een component verslavingszorg Activiteiten: 1-7-2015 tot 31-12-2015 in de werkgroep wordt gewerkt aan de aanpassing van de zorgprogramma’s van het EFP Resultaat: Inventarisatie databanken Activiteiten: On hold tot het advies van de Werkgroep Datamanagement in de Forensische sector is goedgekeurd door het Forensisch Netwerk; mogelijke startdatum: 1 januari 2015 Eind 2015 is het project Forensische Verslavingszorg afgerond. In 2015 zijn de piekmomenten in januari 2015 (samenstellen werkgroep) en juni/juli en december 2015 (opleveren zorgprogramma’s).
Pagina 34 van 58
Stoornis en Risico Naam Project Partners
Stoornis en Risico Opdrachtgever: Thomas Rinne (NIFP). Projectgroep: Thomas Rinne, Helma Blankman, Jos van Mulbregt (allen NIFP), Erik Bulten (Pompe), Wim Kramer (Altrecht). Projectcoördinator: Malu Landman, EFP. Rol EFP Het EFP heeft een coördinerende rol. Projectcoördinator: Malu Landman Achtergrond Dit traject is medio 2010 ingezet en komt voort uit de wens te komen tot een scherpe project en eenduidige en forensisch relevante (her)definitie van de gebezigde concepten van een psychische stoornis en haar relatie met het risico binnen de Pro Justitia rapportage en behandeling. Het classificatiesysteem DSM lijkt niet te voldoen voor de forensische psychiatrie, omdat de forensische problematiek vaak complexer is en onvoldoende in classificerende DSM termen beschreven kan worden. Ook heeft een categorale DSM diagnose geen voorspellende waarde en kan er geen causaal verband met het delict risico worden gelegd. Daarnaast heeft er in de strafrechtspleging een paradigmaverschuiving plaatsgevonden waarmee de nadruk op de recidivepreventie is komen te liggen. Daarmee verschuift de focus van de toerekeningsvatbaarheid naar risicotaxatie en behandelbaarheid. Doelstelling Herdefiniëring van het stoornisbegrip als forensisch (delict)relevante functiestoornis Komen tot een verandering in de werkwijze van de rapporteurs op het gebied van functionele diagnostiek en risicodiagnostiek t.b.v. recidivepreventieve behandeling Korte omschrijving In de eerste fase van dit project is in twee Invitational Conferences gekomen tot een project conceptualisering van het probleem en een serie uitgangspunten voor de oplossing daarvan. Terwille van de doelmatigheid en de samenhang is verder gewerkt in projectvorm. In de tweede fase van het project is besloten om door concept mapping te komen tot delictrelevante functiestoornissen en persoonlijkheidskenmerken. In de concept map is een vraag geformuleerd, die door professionals wordt beantwoord, waardoor verschillende factoren geïdentificeerd worden. Vervolgens worden de factoren geclusterd en geprioriteerd. Zo kan bepaald worden welke psychologische functies en persoonlijkheidskenmerken een rol spelen bij een (bepaald type) delict. Dit wordt in eerste instantie voor een type delict gedaan, namelijk seksuele delicten, waarna de volgende stap in het project wordt bepaald. Looptijd Begindatum: juni 2010 Einddatum: onbekend Geplande Nieuwe ronde concept mapping afgerond projectresultaten Symposium over het project (doelen) in 2015 Resultaat en Resultaat: activiteiten Nieuwe ronde concept mapping afgerond Activiteit: Bepalen nieuw delicttype Benaderen van experts Experts begrippen laten bepalen Begrippen/factoren terugbrengen tot maximaal 98 door werkgroep Experts laten prioriteren en clusteren Data-invoer Data-analyse Rapportage Resultaat en Resultaat: activiteiten Symposium over het project samen het NIFP Activiteit: Bepalen locatie/datum
Pagina 35 van 58
Status en vervolg
Programma opstellen/sprekers bepalen Deelnemers uitnodigen Andere organisatorische werkzaamheden Piekmomenten zullen liggen rond het organiseren van het symposium (voorjaar 2015) en de data –analyse (eind 2015). Na deze ronde concept mapping zal worden bekeken hoe het project wordt voortgezet.
Pagina 36 van 58
KeerJeKans Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
KeerJeKans (E-health) De opdrachtgever van dit project zijn de directeuren van de Pompekliniek, het Trimbos instituut en het EFP. Het project wordt uitgevoerd door een projectgroep die gemandateerd is om inhoudelijke beslissingen te nemen. De projectgroep bestaat uit: Erik Bulten en Hans Hendriks van de Pompekliniek, Eva Fischer en Iris Rosier van het Trimbos instituut en Gijs Bakkum en Diewke de Haen van het EFP Het EFP coördineert en faciliteert. Projectleider: Gijs Bakkum Projectcoördinator: Diewke de Haen Aanleiding voor het project was in 2010 de wens om te komen tot een serious game voor forensische patiënten die de behandelbereidheid zou vergroten. De doelstelling van het project is de bestaande game door te ontwikkelen voor de doelgroep forensische patiënten en beschikbaar te maken voor aanverwante doelgroepen. Het project KeerJeKans startte in 2010 om te komen tot een serious game voor forensische patiënten die de behandelbereidheid zou vergroten. De doelstelling van het project is de bestaande game door te ontwikkelen voor de doelgroep forensische patiënten en beschikbaar te maken voor aanverwante doelgroepen. Begin 2014 is de game KeerJeKans opgeleverd. Een eerste onderzoek met het concept in 2013 toonde dat deze game een positief effect heeft op de behandelbereidheid: patiënten geven aan graag op korte termijn te willen starten met de behandeling. In het najaar van 2014 start een pilot waarin de game wordt getest en zal worden nagegaan in welke context deze het meeste effect heeft. Op basis daarvan is het doel de game door te ontwikkelen en beschikbaar te stellen. Voor de doorontwikkeling is budget nodig; een belangrijk deel van het project is dan ook het zoeken naar partners en het doen van acquisitie. Begindatum: 18 januari 2014 Einddatum: 31 mei 2015 De pilot is uitgevoerd en de ideale positie in het behandeltraject en het effect op verschillende doelgroepen is helder. De game werkt; alle bugs zijn eruit. Een verkenning van mogelijke partners/financiers voor het doorontwikkelen van de app voor de huidige doelgroep. De opschaalbarheid is beschreven. Resultaat: De pilot is uitgevoerd en de ideale positie in het behandeltraject en het effect op verschillende doelgroepen is helder. De game werkt; alle bugs zijn eruit. Activiteit: Opleveren game door buro Klei (2014) Hosting door EFP (2014) Plan pilot opstellen (2014) Uitvoeren pilot Evalueren pilot Beschrijven wensen/eisen doorontwikkeling Resultaat: Een verkenning van mogelijke partners/financiers voor het doorontwikkelen van de app voor de huidige doelgroep. Activiteit: Businesscase is gereed (2014) Verkenning mogelijke partners Resultaat: De opschaalbaarheid is beschreven Activiteit: Evalueren pilot
Pagina 37 van 58
Status en vervolg
Onderzoeken flexibiliteit platform Onderzoeken mogelijkheden content management systeem De vervolgstappen na 2015 zijn afhankelijk van de uitkomsten van dat jaar.
Pagina 38 van 58
Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd
Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) Stuurgroep LDR-tbs; de partners binnen de Samenwerkingsovereenkomst LDR-tbs Jos Poelmann (vz.), Sanne Verwaaijen (De Rooyse Wissel), Karin ten Brinck (Veldzicht), Rein Souwerbren (De Forensische Zorgspecialisten), Eva de Spa (De Forensische Zorgspecialisten) en dhr. Van Rooy (EFP). Adviseurs betrokken bij het project: dhr. Raes, dhr. Van Marle en mw. Keune. Projectmanagement; projectleiding en de coördinatie over de uitvoering van interne en externe ICT activiteiten. Projectleider: Denise van Eeden Projectcoördinator: Jeantine Stam Ict-coördinatie: Lex van Rooy De LDR-tbs is een gezamenlijk project van alle fpc’s en het EFP. Het project vloeit voort uit de aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie tbs, de Commissie Visser. De databank dient ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek. De databank dient ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek met de volgende doeleinden: Meer inzicht verkrijgen in de huidige praktijk van risicotaxatie in de forensische zorg. De kwaliteit van de risicotaxatie verbeteren. De risicotaxatie-instrumenten verfijnen. In de databank zijn de verplichte risicotaxaties samengebracht die bij elke tbs-gestelde jaarlijks worden afgenomen, dit zijn de HCR-20, HKT-30, PCL-R en SVR-20. De 13 deelnemende instellingen (fpc’s en fpk’s) leveren (half-) jaarlijks deze metingen aan. De instellingen voeren de scores van de verplichte risicotaxaties (HCR-20, HKT-30, PCL-R en SVR-20) in. Dit resulteert in groepen patiënten voor wetenschappelijk onderzoek die groter zijn dan ooit. Daardoor kan men de bestaande risicotaxatie-instrumenten verfijnen en nauwkeuriger gebruiken. Begindatum: 2008 Beheer- en doorontwikkelingsfase vanaf januari 2012. Einddatum: doorlopend Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen Aanvullen van de databank met extra gegevens (mogelijk met informatie over verlof, verblijfsstatus, diagnoses/DSM) Meer bekendheid creëren voor LDR-tbs. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Activiteit: Verzamelen en verwerken aangeleverde datasets van instellingen. Regelmatig contact onderhouden met lokale projectleiders. Jaarlijkse controle van data met behulp van in databank ingebouwde techniek. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen. Activiteit: In behandeling nemen onderzoeksaanvragen en doorsturen ter goedkeuring naar Stuurgroep en LBHIV. Protocol opstellen en eventueel bijstellen voor interne afhandeling onderzoeksaanvragen. Resultaat: Aanvullen van de databank met extra gegevens (delicthistorie, recidivegegevens, diagnoses/DSM). Activiteit: Aanvraag en verwerken delict historie data JustID. Verwerken recidivegegevens uit WODC Recidivemonitor.
Pagina 39 van 58
Resultaat activiteiten 4
en
Status en vervolg
Koppeling met databank Lerende praktijk (voor delict-, recidive- en diagnoseinformatie). Resultaat: Meer bekendheid creëren voor LDR-tbs. Activiteit: Bijwonen van verschillende congressen en daar een bijdrage leveren (bijvoorbeeld IAFMHS en FFZ). Presentaties geven over LDR-tbs in klinieken, bij ODO en LBHIV. Updates over LDR-tbs in nieuwsbrief en LinkedIn. Het project bevindt zich in de beheerfase, dus en zijn geen concrete vervolgstappen. De piek van het werk ligt in januari/februari en augustus/september, wanneer de instellingen hun data aanleveren.
Pagina 40 van 58
Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement Het project LDR-tbs is succesvol van de grond gekomen. Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend, een digitale databank gerealiseerd en de instellingen leveren risicotaxatiegegevens aan de databank. De Stuurgroep LDR-tbs heeft het project ‘Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement’ vormgegeven als opschaling van de LDR-tbs. Door risicoprognose en recidive landelijk in relatie tot elkaar te onderzoeken, ontstaat een sluitende feedback van prognose- en resultaatmetingen. Koppeling van deze feedback aan behandelinhoudelijke informatie van individuele patiënten, maakt een inhoudelijke terugkoppeling naar behandeling mogelijk. Instellingen kunnen van de individuele recidives van patiënten leren, doordat behandelgerelateerde gegevens en volledige delicthistorie afgezet worden tegen landelijke recidivegegevens. Voor de eerste fase van het project, dat liep van september 2012 tot en met december 2013 is er door DSP subsidie verstrekt. Tijdens deze eerste fase is er een nieuwe databank ontwikkeld, waarin voor elke patiënt gegevens kunnen worden opgenomen over de delicthistorie, eventuele recidive en diagnose. Recidivecijfers kunnen alleen met elkaar vergeleken worden als deze op eenzelfde wijze zijn gegenereerd en vastgelegd. De databank is zo opgebouwd dat op een eenduidige, transparante wijze voor elke patiënt het strafblad kan worden ingevoerd, waarna het systeem berekent of er sprake is van recidive en zo ja, wat de aard en ernst daarvan is. In de databank worden een groot aantal analyses automatisch uitgevoerd. Dit scheelt niet alleen tijd, maar zorgt er ook voor een uniforme, eenduidige werkwijze voor het analyseren van de uittreksels. De databank is alleen te raadplegen door de instellingen zelf en zij kunnen enkel gegevens inzien van hun eigen (uitgestroomde) patiëntenpopulatie. Derden hebben geen toegang tot de databank en kunnen hier ook geen gegevens uit opvragen. In 2014 is, vooruitlopend op de eventuele toekenning van een vervolgsubsidie voor de tweede fase van het project, een pilot gestart. Het doel van de pilot is om de software (databank) te testen die is opgeleverd in de eerste fase van het project, eind 2013. Dit gebeurt door voor drie klinieken de uittreksels van de patiënten in te voeren die zijn uitgestroomd in de jaren 2004 t/m 2013. Bij het testen wordt gekeken of de software naar behoren functioneert en of het rekenwerk achter de analyses in de databank correct is. Op het moment van schrijven is het nog onbekend of DSP ook voor de tweede fase van het project subsidie toekent. Indien de vervolgsubsidie wordt toegekend vindt in 2015 uitrol plaats naar de overige fpc’s.
Pagina 41 van 58
Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) Opdrachtgever: FPA/FPK directieberaad Stuurgroep: Bas van der Hoorn (Palier), Dini Hoenink (GGZ NHN), Floor van Dijk (Altrecht Aventurijn), Eddy Adolfsen (GGNet) en Gerard Koorman (Lentis). Overige partners: contactpersonen binnen de fpa’s die zorg dragen voor de aanlevering en kwaliteit van de data en de ICT-contactpersonen die betrokken zijn bij installatie van programmatuur. Het EFP verzorgt het projectmanagement en is ontwikkelaar van de databank. Beide taken worden afgestemd met de opdrachtgever en de stuurgroep. Het EFP is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, coördinatie, facilitatie en het beheer van de databank. Projectleider: Denise van Eeden Ict-coördinatie: Stephan Bussing Het FPA/FPK directieberaad sprak in 2009 de wens uit te komen tot een databank, om zodoende zelf beter gebruik te kunnen maken van de veelheid aan informatie die reeds aan derden wordt aangeleverd. Het doel van de databank was om de belangrijkste knelpunten, vragen en verbeterpunten inzichtelijk te krijgen om te komen tot een sectorbrede verbetercyclus. Er is voor gekozen deze databank primair te richten op de fpa’s. Realiseren van een vergelijk- en verbetersysteem dat structurele kwaliteitsverbetering binnen de sector mogelijk maakt. Hierdoor wordt het veld de mogelijkheid gegeven om, op basis van gegevens over de bedrijfsvoering, de eigen performance af te zetten tegen die van collega-instellingen. Met de databank voor de fpa’s is het mogelijk om de belangrijkste knelpunten, vragen en verbeterpunten inzichtelijk te krijgen, waardoor een sectorbrede verbetercyclus mogelijk wordt. De eerste fasen van het project zijn inmiddels afgerond: er is een samenwerkingsovereenkomst getekend en de technische bouw van de eerste versie van de databank is gereed. Begindatum: februari 2010 Einddatum: doorlopend Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data, Periodieke rapportage aan fpa’s en aan FPA/FPK directieberaad, In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Activiteit: Contact onderhouden moet lokale projectleiders en/of ICT-ers rondom kwartaalleveringen. Inbouwen automatische kwaliteitscontrole in databank. Resultaat: Periodieke rapportage aan fpa’s en aan FPA/FPK directieberaad. Activiteit: Dashboard inrichten voor de rapportage-mogelijkheid naar directie van de fpa’s. Periodiek rapporteren aan Stuurgroep FPA (4 keer per jaar). Periodiek rapporteren aan FPA/FPK directieberaad (2 keer per jaar) Resultaat: In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data. Activiteit: Tijdens stuurgroepvergaderingen dit punt agenderen en bespreken (6 keer per jaar). Indien gewenst uitbouwen van de databank met extra modules om andere data in op te kunnen nemen.
Pagina 42 van 58
Status en vervolg
Na 2015, als de opgezette databank en modules allemaal werken kan de databank nog verder worden uitgebouwd. Ook kan gedacht wordt aan uitrol naar andere instellingen, buiten de fpa’s om. De piekmomenten liggen voor dit project in januari, april, juli en oktober. Dan worden de kwartaalleveringen gedaan.
Pagina 43 van 58
Datamanagement in de forensische zorg Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Status en vervolg
Datamanagement in de Forensische Sector Forensisch Netwerk, Overleg Meerjarenakkoord Projectmanagement, inrichting en beheer databanken Projectleider: Denise van Eeden Ict-manager: Lex van Rooy De aanleiding van het project is tweeledig: In 2014 is het project Forensische ROM afgerond. De vraag kwam aan de orde waar de centrale ROM-databank zou moeten worden gepositioneerd In het Meerjarenakkoord forensische zorg is afgesproken om te komen tot een centrale databank voor de forensische zorg met als einddoel het snel plaatsen van patiënten op de juiste plek. Eind 2014 wordt door het Forensisch Netwerk en het Overleg Meerjarenakkoord een besluit genomen over de positionering van de centrale database. Aangezien onderbrengen bij het EFP één optie is wordt hierop geanticipeerd in het jaarplan 2015. Het inrichten en onderhouden van een centrale databank voor de forensische zorg. Gestart wordt met een databank voor alle DBBC-gefinancierde en door DForZo ingekochte zorg. In 2015 wordt minimaal gerealiseerd: één of meer (te koppelen) databank(en) waarin minimaal opgenomen: Uitkomsten risicotaxaties Uitkomsten K-factoren van de HKT-R Uitkomsten van de ROM-metingen (HoNOS, Mate7, DROS en IFBE) Gegevens zoals in 2014 bepaald op basis van een informatieanalyse Begindatum: 1 januari 2015 Einddatum: qua project naar schatting 1 januari 2017, daarna structurele activiteit. Per 1 juli 2015 is de infrastructuur zodanig opgezet dat kan worden gestart met data-aanlevering. Per 1 januari 2016 leveren alle DBBC-gefinancierde zorgaanbieders data aan aan de centrale databank(en) Resultaat: Per 1 juli 2015 is de infrastructuur zodanig opgezet dat kan worden gestart met data-aanlevering Activiteit: Inrichten huidige databanken voor aanlevering door de doelgroep zorgaanbieders Opzetten en/of aanpassen van databanken voor additionele informatiebehoefte Regelen pseudonimisering gegevens Maken van afspraken met zorgaanbieders over gegevensaanlevering Afsluiten overeenkomst over beheer, eigendom en aanlevering Resultaat: Per 1 januari 2016 leveren alle DBBC-gefinancierde zorgaanbieders data aan de centrale databank(en) Activiteit: Aansluiten zorgaanbieders op de databanken Sturen op en ontvangen van data(sets) Per 1 januari 2016 is/zijn de databank(en) operationeel. Ervaringen uit het verleden leren dat het structureel inregelen van de dataontvangst nog de nodige nazorg zal vragen in 2016. Er zal een ontwikkelagenda worden opgesteld voor de doorontwikkeling van de databank. Te denken valt aan: Aansluiten van uitgesloten doelgroepen (RIBW, ambulante begeleiding) Uitbreiding van de gegevensaanlevering In de eerste helft van 2015 zal de nadruk liggen op de inrichting van de databank(en) en dus vooral een technische component hebben, in de tweede helft van het jaar ligt de nadruk op de aansluiting van de zorgaanbieders en zal (naast een technische component) de nadruk vooral op de proceskant liggen.
Pagina 44 van 58
Kennisdatabanken Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd
Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Resultaat Activiteiten
en
Status en vervolg
Kennisdatabanken Onderzoek (PILLO), Instrumenten en Literatuur Opdrachtgever: EFP Partners: de instellingen in het forensische zorgveld (met name onderzoekers), inclusief onderzoeksorganisaties, hogescholen en universiteiten. Het EFP verzorgt het projectmanagement, faciliteert de registratie en coördineert het beheer van kennisdatabanken op het gebied van onderzoek- instrumenten- en literatuur. Het EFP beheert de databanken. Projectleider: Denise van Eeden Wetenschappelijk adviseur: Elisabeth Pomp De eerdere inventarisaties van onderzoeken zoals die van 2003 en 2008, zijn in gedrukte vorm beperkt houdbaar. Daarom biedt het EFP de gegevens online aan, zodat updates mogelijk zijn. Naast onderzoek is sinds 2011 ook een overzicht ontwikkeld van instrumenten en literatuur. De inventarisatie leidt tot een digitaal toegankelijk overzicht van lopend onderzoek, gebruikte risicotaxatie- en diagnostische instrumenten en literatuur in het forensisch psychiatrische veld. De kennisdatabanken bieden inventarisaties die moeten leiden tot een overzicht van onderzoek, literatuur en instrumenten in het forensisch psychiatrische veld. In 2011 is besloten om naast een onderzoeksdatabase ook een registratie op te bouwen van de gehanteerde instrumenten in het forensisch veld. In de onderzoeksdatabase werd per onderzoek al aangegeven welke instrumenten er gebruikt worden. Tezamen met vragen over instrumenten vanuit het veld, was het bouwen van een instrumentendatabase een logische stap. De geregistreerde literatuur in de instrumentendatabase gaf daarbij aanleiding tot het vormen van de literatuurdatabase. De drie databases zijn aan elkaar gekoppeld. Startdatum: onderzoek (PILLO) eerste kwartaal 2010; Instrumentendatabank medio 2011; literatuuroverzicht 2012 Einddatum: doorlopend Actuele registratie (lopende) onderzoeken; Actueel overzicht gehanteerde instrumenten binnen de forensische zorg, in relatie tot onderzoeken enerzijds en het zorgaanbod anderzijds; Actuele registratie literatuur. Resultaat: Registratie (lopende) onderzoeken. Activiteit: Verzamelen en verwerken aangeleverde onderzoeken, Technisch onderhoud databank, Kwaliteitscheck informatie in onderzoek-database. Resultaat: Registratie gehanteerde instrumenten binnen de forensische zorg. Activiteit: Inventariseren instrumenten, Opzoeken (wetenschappelijke) informatie over instrumenten, Het invullen van actuele informatie bij bestaande instrumenten en het aanvullen van de database met eventuele nieuwe instrumenten. Resultaat: Actuele registratie literatuur Activiteit: Verwerken van binnenkomende nieuwe artikelen en/of boeken Dit project bevindt zich in de beheerfase. In 2015 wordt, volgens het beheerplan, de kwaliteit van de data in de databanken gecheckt en waar nodig aangevuld.
Pagina 45 van 58
Ethische Commissie Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Ethische Commissie Opdrachtgever: initiatief van de leden. Experts uit het ( forensische) veld. De commissie bestaat uit: G. Widdershoven (hoogleraar medische filosofie en ethiek), vz.; dhr. F. Koenraadt (hoogleraar forensische psychiatrie en psychologie); dhr. Y. van Kuijck (rechter); dhr. H. van Marle (hoogleraar forensische psychiatrie); J. Schudel (psychiater); mw. C. Sijbrandij (psychiater);T. Stikker (jurist); J. van Vliet (beleidsadviseur). Het EFP ondersteunt de voorzitter en coördineert en faciliteert de bijeenkomsten en activiteiten van de Ethische Commissie. Projectleider: Renske de Zwart In het veld bestaat behoefte aan het zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s zoals die zich in de forensisch psychiatrische praktijk voordoen. Om dit te bespreken en te stimuleren is de commissie in het leven geroepen in 2009. Zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s die zich binnen de forensisch psychiatrische praktijk voordoen. Stimulering ethische bewustzijn op de werkvloer. Hulp bieden aan praktijkbeoefenaren in ethische kwesties. Binnen de forensische psychiatrie moeten vaak keuzes gemaakt worden vanuit tegengestelde belangen. In deze sector is met name de aandacht voor bescherming en beveiliging tegen gevaar dominant; in de reguliere GGZ de autonomie van de individuele patiënt. Dit is relevant in de afweging van ethische waarden en normen. Ethiek komt aan de orde wanneer bij conflict of belemmeringen protocollen of richtlijnen geen antwoord bieden. De praktische ethiek richt zich op verhelderen, bespreekbaar maken van diverse perspectieven en het met betrokkenen ontwikkelen van oplossingsrichtingen in die situaties. Doorlopend Zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s op de werkvloer binnen de forensische praktijk Hulp bieden aan praktijkbeoefenaren Expertmeeting of deelname aan congres Resultaat Zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s op de werkvloer binnen de forensische praktijk. Activiteiten Moreel Beraad op de werkvloer aan de hand van ingebrachte casussen twee maal per jaar Minimaal twee maal per jaar een bijeenkomst van de commissie om doelstellingen en kansen te bespreken en evenementen voor te bereiden Resultaat Hulp bieden aan praktijkbeoefenaren Activiteiten Ingaan op mogelijke vragen uit het veld Werkbezoek of moreel beraad organiseren Resultaat Expertmeeting of deelname aan congres Activiteiten Onderwerp en programma vaststellen tijdens bijeenkomst Inhoud en logistiek congres regelen, faciliteren 1x publicatie n.a.v. ethisch dilemma in de actualiteit of n.a.v. expertmeeting
Status en vervolg
Pagina 46 van 58
Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP) Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Status en vervolg
Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP) Opdrachtgever: LBHIV. Samenwerking met de onderzoekers werkzaam in het forensische zorgveld. Faciliteren van de organisatie van de bijeenkomsten. Projectleider: Inge Koomen Projectcoördinator: Malu Landman In 2013 heeft het LBHIV besloten de Onderzoekers Taskforce (OTF) op te heffen. De belangrijkste taak van de OTF was het adviseren aan het LBHIV over onderzoekstechnische vraagstukken. In de praktijk bleek er vanuit het LBHIV onvoldoende vraag te zijn om een structureel platform als de OTF te handhaven. Wel is geconstateerd dat het platform voorziet in een behoefte van de onderzoekers aan kennisuitwisseling, afstemming van onderzoek en een klankbord voor wetenschappelijke vraagstukken. De OTF is daarom voortgezet als Forensic Knowledge Exchange Platform (FKEP). Het bieden van een ontmoetingsplatform voor de onderzoekers werkzaam in het forensische zorgveld. Twee maal per jaar wordt een bijeenkomst georganiseerd voor en door onderzoekers/ wetenschappers uit het forensische zorgveld. Deze bijeenkomsten staan niet meer alleen open voor onderzoekers uit het TBS-werkveld (zoals in de OTF) maar voor alle onderzoekers binnen het forensische zorgveld. Het project beperkt zich tot het organiseren van bijeenkomsten en het stimuleren van kennisuitwisseling. Begindatum:2013 Einddatum: doorlopend Resultaat: Het organiseren van twee bijeenkomsten Activiteit: Inventariseren van interessante thema’s Benaderen van onderzoekers voor presentatie Organisatorische werkzaamheden: bepalen van het programma, uitnodigen van deelnemers en bijhouden van aanmeldingen. Maken van een verslag die op de website van het EFP komt. Piekmomenten zijn tweejaarlijks wanneer de bijeenkomsten plaatsvinden. Dit is in januari/februari en september. Zolang de wens om kennis uit te wisselen bij de onderzoekers blijft bestaan zal het EFP dit platform blijven faciliteren.
Pagina 47 van 58
Website Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Beheer EFP Website EFP Intern Beheer technische omgeving website en zorg voor content management Projectleider: Renske de Zwart Technisch onderhoud: Refresh Media De website is de plek waar men online informatie over het EFP en zijn projecten kan vinden. Het EFP wil actief het veld informeren en plaatst daartoe regelmatig informatie en nieuws over projecten en uit het veld op de website. Een doorlopend actuele website. Doorlopend een veelgebruikt platform bieden voor (interactieve) kennisoverdracht met het veld en andere relevante partijen. Beschikbaar stellen van actuele informatie over onze projecten en activiteiten Input genereren voor projecten. De website is een belangrijk communicatiemiddel van het EFP ten behoeve van het veld. De website biedt informatie en nieuws over het EFP, forensische zorg, actueel wetenschappelijk onderzoek en de EFP projecten. Het EFP verzorgt de inhoud van de website en gebruikt stukken die het veld en de EFPmedewerkers aanleveren. Een deel van de website is in het Engels beschikbaar. Doorlopend Website is doorlopend onder beheer; de inhoud wordt geactualiseerd en de technische omgeving wordt volgens de nieuwste methoden geüpdatet De statistieken van de website worden maandelijks geanalyseerd en de website wordt naar aanleiding van die bevindingen aangepast. Resultaat: Website is doorlopend onder beheer; de inhoud wordt geactualiseerd en de technische omgeving wordt volgens de nieuwste methoden geüpdatet Activiteit: Wekelijkse updates content Waar nodig technische updates Resultaat: De statistieken van de website worden maandelijks geanalyseerd en de website wordt naar aanleiding van die bevindingen aangepast. Activiteit: Maandelijkse statistiek analyse Twee keer per jaar bespreken in werkoverleg Doorlopend beheer. Geen piekmoment
Pagina 48 van 58
Nieuwsbrief Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Nieuwsbrief EFP Intern Het EFP verzorgt de inhoud van de Nieuwsbrief. Zowel medewerkers van het EFP als mensen uit het veld leveren stukken aan. Projectleider: Renske de Zwart Makelen en schakelen behoeft een heldere communicatie. De kerntaak van het EFP is partijen tot elkaar brengen, samenwerkingsverbanden stimuleren en kennis delen. Hiertoe verschijnt regelmatig de Nieuwsbrief. Het EFP wil informatie van en over het EFP verspreiden, mensen met elkaar in contact brengen en kennis delen. Hiertoe verschijnt de Nieuwsbrief vier keer per jaar. Deze vestigt de aandacht op zaken die het EFP en het forensische zorgveld aangaan en dient tevens als doorverwijzing naar de website die meer achtergrond en inhoud geeft. Het EFP verstuurt twee keer per jaar een internationale nieuwsbrief of kortere news flash naar de leden van een buitenlands netwerk. Doorlopend Vier keer per jaar wordt een Nederlandse Nieuwsbrief verstuurd Nederlandse inschrijvingen op verzendlijst: 1400 Twee keer per jaar Internationale brief en / of news flash Internationale inschrijvingen op verzendlijst: 200 Resultaat: Vier keer per jaar wordt een Nederlandse Nieuwsbrief verstuurd Nederlandse inschrijvingen op verzendlijst: 1400 Activiteit: Inhoud bespreken in werkoverleg Inhoud vaststellen en schrijven van stukken Per keer een interview met iemand uit het veld (Eind-)redactie van stukken Bij al onze studiedagen, congressen e.d. inschrijfformulieren nieuwsbrief toevoegen Aandacht op website voor nieuwsbrief en inschrijving Resultaat: Twee keer per jaar Internationale brief en/ of news flash Internationale inschrijvingen op verzendlijst: 200 Activiteit: Oproep aan leden Scientific Council om input, twee keer per jaar Doorlopend beheer.
Pagina 49 van 58
Social Media Naam Project Partners Rol EFP Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteit 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Resultaat en activiteiten 4
Status en vervolg
Social Media Intern communicatieproject Projectleider: Renske de Zwart Medewerker / back-up: Diewke de Hae Het project is gestart vanuit de wens een grotere zichtbaarheid te hebben via Social Media en een online platform te kunnen bieden aan professionals uit het veld om met elkaar kennis en informatie uit te wisselen. Het doel van het project is professionals op meer plekken dan alleen via onze website in contact te brengen met het werk van het EFP en om hen een platform(s) te bieden om met elkaar in gesprek te gaan en kennis en informatie uit te wisselen. In 2013 heeft het EFP een plan van aanpak geschreven en een start gemaakt met de uitvoering op (nieuwe) onderdelen. Het project beperkt zich tot Social Media die al breed bekend zijn in het veld en die op een zakelijke manier kunnen worden benut. Dat is primair LinkedIn (bedrijfsprofiel en discussiegroep) en daarnaast zijn we in 2012 gestart met voorzichtige inzet van Twitter. Ook is het EFP aanwezig op Wikipedia. Doorlopend Twitteraccount heeft 300 volgers LinkedIn Bedrijfsprofiel heeft 500 volgers EFP groep op Linked In heeft 1200 leden Wikipedia pagina is up-to-date Resultaat Twitteraccount heeft 300 volgers. Activiteit Wekelijkse tweet over project of studiedag EFP Wekelijkse retweet van nieuws uit het veld Eén keer via nieuwsbrief/website mensen uitnodigen Resultaat: LinkedIn Bedrijfsprofiel heeft 500 volgers Activiteit: Profiel updaten Regelmatig nieuws posten Eén keer via Nieuwsbrief / website mensen uitnodigen Resultaat: EFP groep op LinkedIn heeft 1200 leden Activiteit: (Twee) wekelijks een discussie, aankondiging of poll op deze LinkedIn groep plaatsen of laten plaatsen Aandacht in Nieuwsbrief en op website hiervoor Resultaat Wikipedia pagina is up-to-date Activiteit Eén keer per jaar tekst controleren en aan Wikipedia redactie voorleggen (mei 2015) Activiteiten in 2015 en daarna behelzen bovenstaande media te blijven voeden met informatie en zoveel mogelijk in te zetten op faciliteren van uitwisseling. Doorlopend project. Geen piekmomenten
Pagina 50 van 58
Leren en implementeren Naam Project Partners Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Status en vervolg
Leren en Implementeren Het Forensisch Netwerk is opdrachtgever van het project. Joke Groeneweg en Petra de Rijke vormen de Stuurgroep die namens het FN sturing geeft aan het project. Projectmanagement Projectleider: Inge Koomen Projectcoördinator: Malu Landman Binnen het Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KF) bestaat behoefte om de coördinatie op de implementatie van de producten van KFZ centraal te beleggen om de implementatie te faciliteren en bevorderen. In zijn algemeenheid bestaat binnen de forensische sector behoefte om de coördinatie en aansturing van (de ontwikkeling van) opleidingen, vooral op het niveau van de sociotherapeuten, centraal vorm te geven. Het Forensisch Netwerk heeft dan ook de opdracht aan het EFP verstrekt om beide onderdelen, die nauw met elkaar samenhangen verder uit te werken en vorm te geven, op basis van de input en wensen vanuit het forensisch zorgveld. Binnen het Programma KFZ zijn hiervoor middelen gereserveerd. Op basis van behoefte uit het zorgveld Centraal beleggen van ontwikkelen van en coördinatie op opleidingen op het gebied van forensische zorg Ontwikkelen en organiseren van een methodiek om de implementatie van KFZproducten te bevorderen en te begeleiden Dit project wordt uitgevoerd in twee fases: De eerste fase betreft een inventarisatie van de wensen en behoeften uit het forensisch zorgveld. Hiertoe wordt op 31 oktober 2014 een Invitational Conference georganiseerd voor onder andere de opleidingsfunctionarissen binnen het forensisch zorgveld. Op basis van de uitkomsten van fase 1 zal fase 2 verder worden ingevuld en uitgewerkt. Het uiteindelijke resultaat kan zijn het inrichten van een coördinatiepunt voor opleidingen en implementaties, inclusief de opzet van de werkwijze dat uiterlijk op 1 juli 2015 start met de werkzaamheden. Startdatum: 1 juli 2014 Einddatum: 1 juli 2015 Fase 1: zicht op de wensen uit het zorgveld met betrekking tot opleidingen en implementeren Fase 2: organiseren van de gewenste faciliteiten op het gebied van leren en implementeren leidend tot een structureel ondersteuningsprogramma Na de eerste fase van het project zal fase 2 vorm krijgen. Piekmomenten en werkzaamheden zijn daarom nog onduidelijk.
Pagina 51 van 58
Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC) Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project
Doelstelling Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015 Resultaat en activiteiten
Resultaat activiteiten
en
Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC) Opdrachtgever: het forensische zorgveld. Projectgroep: EFP en de verschillende (internationale) instellingen die langdurige forensisch psychiatrische zorg verlenen en die deelnemen aan het samenwerkingsverband (COST). Internationale contacten coördineren, faciliteren, initiëren en stimuleren. Denise van Eeden is als Short Term Scientific Missions (STSM) coördinator aangesteld binnen het COST project. Projectleider: Denise van Eeden Het project is in 2009 gestart vanuit de wens uit het veld een zorgprogramma te maken voor LFPZ-patiënten. Nadat het Zorgprogramma LFPZ is ontwikkeld werd de behoefte tot het uitwisselen van kennis in een internationaal samenwerkingsverband geuit. In 2011 is de Special Interest Group Long-term Forensic Psychiatric Care (SIG LFPC) opgericht. Dit is een samenwerkingsverband van professionals uit Nederland, België, Duitsland, Zweden, Engeland, de Verenigde Staten en Canada, die werkzaam zijn binnen de langdurige forensisch psychiatrische zorg. In 2013 is een Europese subsidie in het kader van het COST programma toegekend. Dit subsidieprogramma van de Europese Unie heeft als doel om de vorming van internationale netwerken tussen onderzoekers te bevorderen. Er doen 18 Europese landen mee aan dit project. Uitwisseling van internationale ervaringen, best practices en onderzoeksresultaten. Samenwerking op Europees en internationaal niveau. Binnen het COST-project bundelen onderzoekers en behandelaars expertise en onderzoeksactiviteiten om een basis op te zetten voor vergelijkend onderzoek over behandeleffectiviteit en de ontwikkeling van best pratices in de langdurige forensisch psychiatrische zorg in Europa. Het doel is het ontwikkelen van kosteneffectief beleid in de forensische zorg, evidencebased behandelmethoden in de langdurige forensisch psychiatrische zorg en de kwaliteit van leven van de patiënten te optimaliseren. Door de STSM coördinator worden een aantal opdrachten uitgezet waarvoor jonge onderzoekers (studenten en promovendi) zich kunnen aanmelden. De opdrachten zijn korte projecten, waarvan de onderzoeksvraag gelinkt is aan het project. Ze versterken bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden binnen het COST project. De onderzoeker krijgt zo de kans om mee te werken aan het project en kan daarnaast ‘stage’ lopen bij een buitenlandse universiteit of instelling. Daarnaast wordt jaarlijks een trainingschool georganiseerd waarbij een zestal jonge onderzoekers de kans krijgen opgeleid te worden in bijvoorbeeld het gebruik van een risicotaxatie-instrument. Het COST project loopt van oktober 2013 t/m oktober 2017. Trainingschool georganiseerd. Vier STSM’s uitgezet. Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group op IAFMHS. Resultaat: Trainingschool georganiseerd. Activiteit: Opstellen programma. Uitnodigingen versturen. Contact onderhouden met plaatselijk projectlid over de organisatie van de trainingschool. Resultaat: Vier STSM’s uitgezet. Activiteit: Opstellen calls. Versturen calls naar management comité + website.
Pagina 52 van 58
Resultaat activiteiten
en
Status en vervolg
Beoordelen calls. Resultaat: Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group op IAFMHS. Activiteit: Indienen voorstel voor symposium. De cyclus herhaalt zich in 2016, tot het project is afgelopen. Vermoedelijk zal het piekmoment in januari liggen, om de nieuwe calls voor de STSM’s op tijd te versturen.
Pagina 53 van 58
Kwaliteitsnetwerk fpa Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Kwaliteitsnetwerk fpa Opdrachtgever: FPA/FPK directieberaad Stuurgroep: Dini Hoenink, Eddy Adolfsen, Floor van Dijk, Bas van der Hoorn, Gerard Koorman. Kerngroep: Petra de Leede, Stefan van Bokkem, Sophie van Meel, Wilke Kats, Marjolein van Seters, Martijn Koerhuis en Wouter Radius. Projectmanagement en coördineren en faciliteren. Projectleider: Diewke de Haen Projectleider backoffice: Inge Koomen Projectcoördinator: Jeantine Stam Informatiemanager: Lex van Rooy Er was in 2010 geen uitgewerkte en door alle fpa's gedeelde beschrijving van ‘het product fpa’. De fpa’s wilden tot een gedeelde doelstelling en taakinvulling komen en gezamenlijk werken aan transparantie en kwaliteitsverbetering. Het doel van dit project is voor de Nederlandse situatie bewerken en bij de fpa’s invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead . Het project behelst het invoeren van een kwaliteitsnetwerk. Dit omvat niet alleen deelname aan een cyclus (bepalen van standaarden – uitvoeren zelfreview met deze standaarden – reviewbezoek door externe professionals en patiënt – instellingsrapport – landelijk rapport en dag) maar ook deelname aan een kennisnetwerk van professionals dat onderling actief best practices deelt. Implementatie gaat vergezeld van een onderzoek naar het effect van deelname. In het project ‘de ideale fpa’ is een gezamenlijke visie beschreven omtrent hoe de fpa eruit zou moeten zien, en is deze visie uitgewerkt voor vier themagebieden in adviezen. In fase 1 is de methode kwaliteitsnetwerk voor de Nederlandse situatie bewerkt, zijn op basis van de ifpa-adviezen standaarden geformuleerd en is een pilot uitgevoerd. In fase 2 (2015) zal worden gewerkt aan het upgraden van de software tot volwaardig kennisdeelplatform, zal uitbreiding van de methodiek met de inzet van naasten worden onderzocht en wordt een artikel opgeleverd over het effect van het kwaliteitsnetwerk op de kwaliteit. Begindatum: De begindatum van fase 2 is 1 februari 2015 Einddatum: de einddatum van fase 2 is 31 december 2015 Uitvoeren van een succesvolle tweede cyclus Bijwerken van de Reviewer-software tot volwaardig kennisdeelplatform Beschrijven van de methodiek voor forensische sector Opleveren van een artikel naar aanleiding van de eerste onderzoeksresultaten over het effect van deelname kwaliteitsnetwerk Resultaat: Een succesvolle tweede cyclus is uitgevoerd Activiteit: Standaarden zijn bijgesteld (2014) Evaluatie cyclus 1 is verwerkt (2014) Training reviewers februari Training coördinatoren februari Uitvoeren zelfreviews door fpa’s voorjaar Uitvoeren reviewbezoeken mei/juni Rapporten gereed juli/augustus Fpa-dag september Resultaat: De Reviewr-software is bewerkt tot volwaardig kennisdeelplatform Activiteit: Evaluaties cyclus 1 hebben plaatsgevonden (2014)
Pagina 54 van 58
Resultaat activiteiten
en
Resultaat activiteiten
en
Status en vervolg
Wensen ten aanzien van platform zijn geformuleerd en omgezet in ICT opdracht januari 2015 Werkzaamheden zijn uitgevoerd en getest maart Resultaat: Methodiek is beschreven voor forensische sector Activiteit: Evaluaties cyclus 1 hebben plaatsgevonden(2014) Standaard presentaties zijn gereed (2014) Een training voor reviewers is ontwikkeld februari 2015 Brochures zijn opgesteld voor de verschillende partijen: coördinatoren, reviewers maart 2015 Resultaat: Naar aanleiding van de eerste onderzoeksresultaten is een artikel opgeleverd over het effect van deelname kwaliteitsnetwerk Activiteit: Nulmeting is uitgevoerd (2014) Meting t1 is uitgevoerd NB: deze activiteiten worden niet uitgevoerd door het EFP zelf, maar vinden plaats in het kader van een (promotie)onderzoek. Na 2015 volgt fase 3 waarin cyclus 3 wordt uitgevoerd en waar de focus waar het gaat om ontwikkeling ligt op implementatie en het ondersteunen van de kwaliteitsverbetering binnen de instellingen. In 2015 ligt het piek moment vooralsnog (ook afhankelijk van evaluatie) in mei en juni, als de reviewbezoeken plaatsvinden.
Pagina 55 van 58
Kwaliteitsnetwerk De Borg Naam Project Partners
Rol EFP
Achtergrond project Doelstelling
Korte omschrijving project
Looptijd Geplande projectresultaten (doelen) in 2015
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Resultaat en activiteiten
Kwaliteitsnetwerk De Borg De opdrachtgevers van dit project zijn de samenwerkende SGLVG-behandelcentra, georganiseerd in De Borg. De formele opdrachtgever van dit project wordt – als het project doorgang vindt- zeer waarschijnlijk de programmaraad van De Borg. Er zal een kerngroep worden gevormd die de invoering begeleid en die de standaarden opstelt. Deze zal worden gevormd door afvaardiging vanuit de vier instellingen. De rol van het EFP is tweeërlei: enerzijds het projectmanagement over het invoeren van het kwaliteitsnetwerk, anderzijds het (in de toekomst waarschijnlijk structureel) coördineren en faciliteren ten behoeve van de ondersteuning van het kwaliteitsnetwerk. Projectleider en coördinator backoffice: Jeantine Stam Medewerkers: Diewke de Haen, Inge Koomen Ict-manager: Lex van Rooy De Borginstellingen willen in navolging van de FPA een eigen kwaliteitsnetwerk starten waarin met de professional in de lead aan kwaliteit wordt gewerkt. Het doel van dit project is voor de SGLVG-sector bewerken en bij de Borginstellingen invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead . Het project behelst het invoeren van een kwaliteitsnetwerk. Dit omvat niet alleen deelname aan een cyclus (bepalen van standaarden – uitvoeren zelfreview met deze standaarden – reviewbezoek door externe professionals en patiënt – instellingsrapport – landelijk rapport en dag) maar ook deelname aan een kennisnetwerk van professionals dat onderling actief best practices deelt. Begindatum: De beoogde begindatum van dit project is 1 september 2014 Einddatum: de beoogde einddatum van het project zou dan zijn 31 december 2015 Een voor de SGLVG-sector bewerkte methodiek van het kwaliteitsnetwerk Een set standaarden voor cyclus 1 Een voor de SGLVG-sector toegepaste versie van Reviewr (software voor invullen van vragenlijsten en als informatiedeelplatform) Een succesvol uitgevoerde en geëvalueerde 1e cyclus Resultaat: Een voor de SGLVG-sector bewerkte methodiek van het kwaliteitsnetwerk Activiteit: Samenstellen kerngroep Organiseren presentaties/activiteiten tbv draagvlak en ‘buzz’ Verkennen methodiek kwaliteitsnetwerk fpa Bepalen verschillen Opzet methodiek SGLVG maken en voorleggen aan SGLVG-veld Resultaat: Een set standaarden voor cyclus 1 Activiteit: Verkennen behandelvisie SGLVG en andere relevante documenten met kerngroep Maken longlist standaarden en voorleggen Resultaat: Een voor de SGLVG-sector toegepaste versie van Reviewr (software voor invullen van vragenlijsten en als informatiedeelplatform) Activiteit: Bepalen eisen aangepaste methodiek voor software Vaststellen wensen tav kennisdelen voor software Aanpassen van software Resultaat: Een succesvol uitgevoerde en geëvalueerde 1e cyclus Activiteit:
Pagina 56 van 58
Status en vervolg
Training reviewers Training coördinatoren Uitvoeren zelfreviews Uitvoeren reviewbezoeken Rapporten gereed Landelijke dag Na 2015 volgt idealiter een jaarlijkse cyclus. In 2015 is het piekmoment (als het project doorgang vindt) op het moment dat de reviewbezoeken zijn. Omdat de planning afhankelijk is van besluitvorming binnen De Borg en van de planning van het kwaliteitsnetwerk bij de fpa’s, is dat op dit moment nog niet aan te geven.
Pagina 57 van 58
7 Bijlage II Lijst van afkortingen ASCI AVT DForZo DJI DROS DSP EFP FOBA Forensische Platvorm FFF FPA FPC FPK FSNA GGZ-WNB GGzE GLM HCR-20 HKT-30 IAFMHS ISt LDR-tbs LFPZ LVB M&ICT MOS NIFP ODO OPZC OTF PAS-ADD PCL-R P.I. Vught PSyS PPC PerS RCT ROM RSJ SFT SGG SNAP SVR-20 TAU TF LVB TIS TTP VGCt WODC
Advanced School for Computing and Imaging Adviescollege Verloftoetsing TBS Directie Forensische Zorg Dienst Justitiële Inrichtingen Dynamic Risc Outcome Scales Directie Sanctie- en Preventiebeleid Expertisecentrum Forensische Psychiatrie Forensische Observatie en Begeleidingsafdeling Forensisch Platform FOBA, FPA en FPK Forensisch Psychiatrische Afdeling Forensisch Psychiatrisch Centrum Forensisch Psychiatrische Kliniek Forensisch Sociaal Netwerk Analyse Geestelijke Gezondheidszorg West Noord Brabant Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven Good Lives Model Historical, Clinical and Risk Assesment-20 Historisch Klinisch Toekomst-30 International Association of Forensic Mental Health Services Inspectie Sanctietoepassing Landelijke Databank Risicotaxatie tbs Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg Licht Verstandelijk Beperkten Maatschappelijke Sectoren en ICT Mode Observation Scale Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Onderling Directeuren Overleg Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Onderzoekers Task Force Psychiatric Assessment Schedules for Adults with Developmental Disabilities Hare’s Psychopathy Checklist-Revised Penitentiaire Inrichting Vught Psychotische Stoornissen Penitentiair Psychiatrisch Centrum Persoonlijkheidsstoornissen Randomized Clinical Trial Routine Outcome Monitoring Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Schema Focused Therapy Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag Schedule for Nonadaptive and Adaptive Personality Sexual Violence Risk-20 Treatment As Usual Task Force Licht Verstandelijk Beperkten Therapy Integrity Scale Trusted Third Party Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
Pagina 58 van 58