Personeelsgids
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Algemene bepalingen 3. Huishoudelijke regelingen 4. Overleg / communicatie 5. Personeelsregelingen 6. Salaris en vergoedingen 7. Scholing en vacatures 8. Vakantie en verlof 9. Veiligheid en gezondheid 10. Verzekeringen en pensioen Bijlage 1 Ziekteverzuimreglement SWW Bijlage 2 Internetprotocol SWW
Personeelgids SWW
3 4 7 12 14 16 19 21 28 33 36 49
januari 2011
1. Inleiding Geachte medewerker1, Voor u ligt de vernieuwde personeelsgids van de SWW. De vorige personeelsgids is alweer een aantal jaren geleden opgesteld. Derhalve heeft P&O deze versie helemaal geactualiseerd, zodat er een goed beeld ontstaat van de rechten en de plichten van werknemers bij de SWW. Uiteraard is het niet mogelijk om alles tot in detail te beschrijven en in de loop van de tijd zullen er ook weer wijzingen komen. Het voornemen is er in ieder geval om regelmatig deze versie te actualiseren. Van tussentijdse wijzigingen wordt je via de nieuwsbrieven op de hoogte gehouden. Op iedere groep en locatie staat een arbomap. Daar zit ook een exemplaar van deze gids in en er worden eveneens tussentijdse wijzigingen in opgenomen. Nieuwe personeelsleden ontvangen bij indiensttreding een exemplaar dan wel kunnen deze op de groep/lokatie lezen. Met vriendelijke groet, Han van de Laar, Directeur- bestuurder SWW 2011
1
Als er gesproken wordt over medewerker, wordt daarmee man/vrouw bedoeld. Waar hij staat, wordt ook zij bedoeld.
Personeelgids SWW
januari 2011
2.
Algemene bepalingen
2.1 CAO De SWW hanteert 2 CAO‟s, de CAO Kinderopvang en de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Op alle groepen en locaties ligt een exemplaar van de CAO die van toepassing is. 2.2 Aanstelling De aanstelling wordt in beide CAO‟s besproken, waarbij het volgende van belang is: de aanstelling vindt in eerste instantie plaats voor de duur van een jaar of voor de duur van het project. Aan het einde van het contract ontvangt de medewerker bericht over het eventuele vervolg. voor CAO Welzijn geldt dat een proeftijd mag worden afgesproken van maximaal een maand bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor minder dan twee jaar of een tijdelijke arbeidsovereenkomst waarbij geen einddatum is afgesproken (bijvoorbeeld bij vervanging van een zieke werknemer). De proeftijd mag maximaal twee maanden zijn bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor twee jaar of langer of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor CAO Kinderopvang geldt dat de duur van de proeftijd in afwijking van artikel 7:625 BW twee maanden bedraagt. Deze proeftijd is zowel van toepassing op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd als voor onbepaalde tijd. 2.3 Arbeidsovereenkomst Iedere medewerker van SWW heeft een arbeidsovereenkomst. Als iemand een wijziging van de arbeidsduur wil, dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij de leidinggevende. Men ontvangt een schriftelijk antwoord retour. Dit om misverstanden te voorkomen. Bij structurele wijzigingen ontvangt men een nieuwe arbeidsovereenkomst (supplement) en een aangepaste verlofkaart. Het kan zo zijn dat iemand tijdelijk meer/minder uren werkt, bijvoorbeeld bij vervanging van ziekte en bevallingsverlof of tijdelijke groei van de afdeling. Dit leidt niet per definitie tot een nieuwe arbeidsovereenkomst. Tijdens
Personeelgids SWW
januari 2011
een ziekteperiode van de medewerker worden er geen urenuitbreidingen gehonoreerd. 2.4 Wet op de identificatieplicht Op 1 januari 2005 is de Wet op de Identificatieplicht in werking getreden. Dit betekent dat inwoners van Nederland zich altijd en overal moeten kunnen identificeren door middel van een geldig identiteitsbewijs. De identificatieplicht in verband met arbeid valt uiteen in een aantal verschillende verplichtingen voor werkgevers en werknemers. Voor werkgevers houdt de plicht in dat zij de legitimatiebewijzen van hun werknemers moeten verifiëren en een kopie bewaren. Voor werknemers geldt een toonplicht. Tevens is de werkgever verplicht de werknemers erop te wijzen dat ze hun identiteitsbewijs bij zich dienen te dragen. Het rijbewijs geldt bij indiensttreding niet als geldig document. Op het rijbewijs staat namelijk niets over de nationaliteit of verblijfstatus. Een kopie van het rijbewijs wordt echter wel gevraagd, voor het geval iemand voor de SWW gaat rijden. 2.5 Verklaring omtrent Gedrag (VOG) Wanneer er gewerkt wordt met bijvoorbeeld vertrouwelijke gegevens of kwetsbare personen, kan de werkgever vragen om een VOG, ook wel bewijs van goed gedrag genoemd. Binnen de SWW moet iedere medewerker bij indiensttreding een recente verklaring omtrent gedrag overhandigen. De verklaring mag niet ouder zijn dan twee maanden en moet gelden voor de functie die men gaat vervullen. De originele verklaring moet uiterlijk binnen 1 maand (binnen de proeftijd) na in dienstdatum binnen zijn bij P&O. Mocht blijken dat een medewerker géén verklaring ontvangt dan zal de arbeidsovereenkomst beëindigd worden. De werkgever betaalt de kosten van de VOG. Voor medewerkers die gedetacheerd worden vanuit de Hameland geldt dat deze de kosten vergoedt. Voor de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang (0-12 jaar of kinder- en buitenschoolse opvang) en peuteropvang geldt dat ze te allen tijde een kopie van de VOG én diploma bij zich moeten hebben. Als men vast op de groep werkt, dan mag de VOG en diploma opgeborgen worden in de Arbomap. Voor medewerksters die vast op de lokatie Springlank werken geldt dat de VOG en diploma in de personeelsdossierkast zit. Zij hoeven dan ook niets te
Personeelgids SWW
januari 2011
doen. Indien men geen vaste werkplek heeft, dient men een kopie bij zich te hebben. De GGD kan hier namelijk bij controle naar vragen. 2.6 Nevenactiviteiten In beide CAO‟s staat beschreven hoe medewerkers moeten handelen indien zij een (on)betaalde nevenactiviteit willen gaan verrichten. 2.7 Functiebeschrijving De bij een functie behorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn omschreven in functiebeschrijvingen. Deze ontvangt de medewerker bij indiensttreding. Tevens kan de functiebeschrijving als hulpmiddel in het functionerings- levensfasen gesprek dienen. 2.8 Arbeidsongeschiktheidsuitkering Bij indiensttreding dient men aan te geven of men op dat moment een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. Dit wordt gevraagd om aanspraak te kunnen doen op subsidies die door de overheid worden verstrekt. Ook wanneer een medewerker een arbeidsgehandicaptenstatus heeft verkregen vanuit het UWV of een WSW-status heeft dient dit doorgegeven te worden bij de indiensttreding. Dit kan men aangeven op in de daarvoor bestemde personeelskaart die bij indiensttreding wordt opgestuurd plus een kopie van de beschikking toe te voegen.
Personeelgids SWW
januari 2011
3.
Huishoudelijke regelingen
3.1 Internetprotocol SWW Internet kent verschillende verschijningsvormen, waarvan e-mail en het World Wide Web („surfen‟) de belangrijkste zijn. In bijgevoegd document wordt met „internet‟ alle verschijningsvormen van dit medium bedoeld. Gebruik van internet is voor velen binnen de SWW nodig om het werk goed te kunnen verrichten. Niet correct gebruik van dit middel neemt tijd en capaciteit van mensen en apparatuur in beslag en kan schade veroorzaken aan ICT-voorzieningen, bedrijfsprocessen en/of producten; voorts kunnen daardoor bedrijfsgeheimen uitlekken en kunnen onderneming en personen in diskrediet worden gebracht. Tegen de achtergrond van deze risico‟s wordt van gebruikers professioneel en integer handelen verwacht. Het internetprotocol SWW vind je als bijlage in deze gids. Bij e-mail geldt de afspraak dat deze zo spoedig mogelijk beantwoord dient te worden, dan wel aan de geadresseerde aangegeven moet worden wanneer hij antwoord kan verwachten. 3.2 Gegevens SWW thuis of op USB- stick Indien een medewerker gegevens van de SWW mee wil nemen naar huis op een geheugenstick dan wel op eigen computer, dient men eerst toestemming te verkrijgen bij de leidinggevende of facilitair manager in verband met eventuele toegangsrechten. De bestanden die meegenomen worden op onder andere een geheugenstick mogen alleen zakelijk gebruikt worden en dan ook alleen door de persoon die de gegevens mee genomen heeft gebruikt worden. De gegevens mogen uiteraard niet verder gekopieerd dan wel verspreid worden. Bij geen juist gebruik van de eigendommen van de SWW kunnen sancties worden getroffen. Bij beëindiging van het dienstverband dienen alle bestanden onverwijld te worden verwijderd.
Personeelgids SWW
januari 2011
3.3 Zakelijke telefoon en Portable Computer Medewerkers die op verzoek van de werkgever over een zakelijke telefoon of een portable computer dienen te beschikken ontvangen hiervoor een gebruikersovereenkomst. In deze gebruikersovereenkomst staan alle huisregels in die van belang zijn bij het gebruik van de telefoon en/of PC. 3.4 Thuiswerkprotocol/ Telewerker Er is sprake van thuiswerken wanneer een medewerker in opdracht van, dan wel met toestemming van de werkgever, werk verricht in of vanuit de woning van de medewerker. Bij telewerken wordt dan bovendien de geografische afstand naar de organisatie overbrugd door middel van informatie- en communicatietechnologie. Procedures: 1. Thuiswerken gebeurt in opdracht van de directeur, of kan op verzoek van een medewerker, na (indien nodig) advies van de leidinggevende, door de directeur worden toegestaan. Je aanvraag geschiedt via mail. 2. De leidinggevende kan de thuiswerker opdragen om op dagen dat hij/zij eigenlijk zou thuiswerken, naar kantoor te komen. 3. Je kunt alleen thuis werken als je thuis over een internet verbinding beschikt en ook de mails van je werk bekijkt en beantwoord. Je beschikt over een (mobiele) telefoon die aanstaat. In de bruikleen overeenkomst mobiele telefoon staat ook dat je minimaal 2 keer per etmaal controleert of er een oproep (SMS, Voice- mail etc.) is. Let op: de werkmobiel is er alleen voor zakelijk gebruik, hierop zal de belastingdienst ook controleren. 4. Je mag nooit meer dan één dag achter elkaar thuis werken, want je hoort ook op kantoor te zijn om lopende zaken af te handelen. 5. Het planbord boven op de gang (voor de medewerkers op de Springplank) moet aangeven waar je bereikbaar bent op de dagen dat je werkt.
Personeelgids SWW
januari 2011
6. Je moet de secretaresse ook mailen wanneer je thuis werkt, evenals je directe collega‟s en tevens zorgen dat je je afspraken van die dag nakomt. 7. Tijdens het functioneringsgesprek kan specifiek aandacht worden besteed aan het thuiswerken, de contacten met collega‟s, alsmede de wenselijkheid en effectiviteit van het thuiswerk. 8. De directeur kan altijd besluiten tot beëindiging van de afspraak voor het structureel en regelmatig thuiswerken. 3.5 Reserveren spreekkamers / vergaderruimte Op verschillende locaties zijn mogelijkheden om ruimtes te bespreken. Dat zijn de Springplank en wijksteunpunt de Oosthoek. Telefoonnummers zijn te vinden op de lijst “Wie wat waar” in de arbomap. Men dient de ruimtes na gebruik netjes achter te laten. 3.6 Rookbeleid In de gewijzigde Tabakswet staat dat werknemers vanaf 1 januari 2004 recht hebben op een rookvrije werkplek. Het is derhalve niet toegestaan om te roken in de locaties van SWW. Indien er buiten wordt gerookt dient dat uit het zicht van kinderen en klanten te zijn. Roken geschiedt in eigen tijd. Dat betekent dat je deze tijd dient in te halen, dan wel van je verloftegoed dient af te trekken. 3.7 Alcohol-, drugs- en medicijngebruik Het is niet toegestaan onder werktijd alcoholische dranken en/of drugs te gebruiken. Tevens is het verboden om onder invloed van alcohol en/of drugs op het werk te verschijnen. Bij het niet nakomen van bovengenoemde gedragsregels kunnen sancties worden getroffen. Het gebruik van medicijnen, waarbij risico ten aanzien van het werk aanwezig is, dient altijd in overleg met de leidinggevende te gebeuren. Geef dat dus door. 3.8 Kledingvoorschriften
Personeelgids SWW
januari 2011
Voor alle pedagogische medewerksters en peuterspeelzaalleidsters geldt bovendien: Geen lange nagels (anders kan je de kinderen bezeren tijdens het verzorgen); Geen lange en grote ronde oorbellen (i.v.m. je eigen veiligheid. Jonge kinderen kunnen dit uit je oor trekken); Geen lange kettingen (ook i.v.m. je eigen veiligheid); Geen piercings dragen waar ouders aanstoot aan kunnen nemen, of die gevaar opleveren voor de kinderen of voor jezelf; Geen hoge hakken (i.v.m. veiligheid van de kinderen die op de grond spelen); Beperkt sieraden, trouwring is toegestaan, maar geen “uitstekende” ringen in verband met verwondingen van de kinderen. Voor de pedagogische medewerksters van de kinderopvang (0-4 jaar) geldt tenslotte ook: Lang haar in een staart dragen (i.v.m. Hygiëne). Leidsters p de babygroepen: geen schoeisel dat buiten wordt gedragen. 3.7 Gebruik vervoersmiddelen SWW De busjes en de dienstauto mogen om belastingtechnische redenen, alleen gebruikt worden voor het werk. Het is dus niet toegestaan om een van deze voertuigen te gebruiken voor privé- doeleinden. 3.8 Bekeuringen De bestuurder van de bedrijfsauto is zelf verantwoordelijk voor betaling van bekeuringen indien de boete het gevolg is van zijn of haar ei-
Personeelgids SWW
januari 2011
gen handelen. Denk hierbij aan te hard rijden, geen gordel dragen en handsfree bellen tijdens het rijden. De SWW is, als eigenaar van de bus/auto verantwoordelijk voor de wettelijke bepalingen zoals een geldige APK en verzekering. De procedure die wordt gevolgd is als volgt: - Bekeuringen komen bij werkgever binnen en worden door de afdeling personeelszaken doorgestuurd naar de belanghebbende; - Personeelszaken maakt een kopie van de bekeuring en archiveert deze in het dossier; - Bestuurder ontvangt de bekeuring en dient binnen de gestelde termijn zelf voor betaling zorg te dragen; - De bestuurder kan zelf in beroep gaan, indien hij het niet eens is met de bekeuring. Indien de bestuurder een bezwaarschrift indient tegen de bekeuring, dient hij een kopie te zenden aan de afdeling personeelszaken. - Indien de organisatie een aanmaning ontvangt, zal de betaling onmiddellijk worden uitgevoerd; - Deze betaling zal dan worden verrekend met de betaling van het salaris van de bestuurder. 3.9 Lenen eigendommen SWW Indien medewerkers eigendommen van de SWW willen lenen, zoals de aanhanger of gereedschap, dient men vooraf toestemming te vragen aan de facilitair manager. Bij afwezigheid kan toestemming gevraagd worden aan een technisch medewerker. Zonder deze toestemming mogen geen eigendommen van de SWW meegenomen worden. Het zich onrechtmatig toe-eigenen van bedrijfseigendommen wordt beschouwd als een dringende reden voor ontslag en derhalve zal er zo ook gehandeld worden met de daarbij behorende consequenties van dien. In geval van schade wordt de werknemer aansprakelijk gesteld en dient hij dit te verhalen op zijn of haar eigen verzekering.
Personeelgids SWW
januari 2011
4.
Overleg / communicatie
4.1 Raad van Toezicht en Raad van Bestuur De Raad van Toezicht (RvT) draagt de formele eindverantwoordelijkheid m.b.t. de SWW. De dagelijkse verantwoordelijkheid is gedelegeerd aan de Raad van Bestuur (RvB), ook wel directeur of directeurbestuurder genoemd. De RvT en de RvB vergaderen ± acht keer per jaar. Desgewenst nodigen zij medewerkers uit om toelichting te geven op een bepaald onderwerp. Leden van de RvT hebben daarnaast nog overlegsituaties met derden. Dit overleg geschiedt meestal door de voorzitter van de RvT met een of meerdere andere bestuursleden en de RvB. In het jaarverslag staat vermeld wie zitting heeft in de RvT. De bevoegdheden van de RvT en van de RvB zijn notarieel vastgelegd in statuten. Na de vergadering krijgen alle locaties een afschrift van de notulen. Medewerkers die contact op willen nemen met de RvT dienen dat altijd via de RvB (directeur) te doen. 4.2 Afdelingsoverleg/Beroepskrachten Overleg Onder werkoverleg wordt verstaan het overleg tussen leidinggevende en medewerkers over arbeidsomstandigheden, ontwikkelingen binnen de SWW en het reilen en zeilen van de eigen afdeling/werksoort. De frequentie van het werkoverleg is afhankelijk van de behoefte en wordt per afdeling geregeld. 4.3 Informatievoorziening De leidinggevenden houden de medewerkers regelmatig op de hoogte door nieuwsbrieven uit te brengen. Vanuit P&O worden de medewerkers geïnformeerd d.m.v. nieuwsbrieven die bij de salarisstrook worden toegevoegd. Hierbij wordt aandacht besteedt aan arbeidsomstandigheden, CAO-wijzigingen en P&O-regelingen. Boven bij het kantorengedeelte van de Springplank staan bakjes voor de Raad van Toezicht, kinderdagverblijven, BSO en peuterspeelzalen. Bij het secretariaat van de Springplank staan de bakjes voor centrum Eucalypta, oproepkrachten en de Oosthoek. Interne post svp altijd via deze weg verspreiden.
Personeelgids SWW
januari 2011
4.4 Beheer, administratie en P&O Voor vragen omtrent beheer en/of facilitaire zaken zoals bijvoorbeeld nieuwe aankopen kan men terecht bij de facilitair manager. In de arbomap die op elke locatie staat is een lijst opgenomen “Wie wat waar”, waarop staat wanneer en op welk telefoonnummer medewerkers bereikbaar zijn. De administratie is gehuisvest boven kindercentrum de Springplank. De administratie is op werkdagen bereikbaar van 8.30 uur tot 16.30 uur. Op de lijst “Wie wat waar” staat omschreven wat de taken en bereikbaarheid zijn. Dat geldt ook voor de personeelsfunctionaris en de administratief medewerker P&O. Alle nieuwe medewerkers ontvangen deze lijst. 4.5 Ondernemingsraad De SWW is verplicht om een ondernemingsraad (OR) te hebben. Getracht wordt een representatieve OR samen te stellen. De OR is te bereiken via e-mail:
[email protected]. Post kan worden afgegeven aan de secretaris van de OR. Bij het secretariaat op de locatie de Springplank is een postbakje van de OR. In het jaarverslag staan de namen en functies van de OR beschreven, evenals de besproken onderwerpen.
Personeelgids SWW
januari 2011
5.
Personeelsregelingen
5.1 Spaarloonregeling De SWW kent een spaarloonregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om per jaar een door de fiscus gemaximeerd bedrag via het bruto-salaris te sparen. Medewerkers kunnen sparen door maandelijks een afgesproken bedrag op het bruto maandsalaris in mindering te laten brengen. Dit spaargeld wordt op een apart te openen spaarloonrekening geboekt en is gedurende vier kalenderjaren geblokkeerd. Voor bepaalde doelen kun je het geld eerder opnemen. Nadere informatie is bij P&O te verkrijgen. 5.2 Levensloopregeling Middels de levensloopregeling kunnen werknemers sparen voor onbetaald verlof. Het gespaarde tegoed kan worden opgenomen voor ouderschapsverlof of zorgverlof, een sabbatical year of om eerder met pensioen te gaan. Medewerkers kunnen óf voor spaarloonregeling óf voor de levensloopregeling kiezen. Tegelijk mag wettelijk niet. Men dient voor het einde van het jaar aan P&O eventuele wijzigingen door te geven. Men kan namelijk niet halverwege het jaar switchen. Men dient altijd bij de spaarloonverzekeraar te checken of er een opzegtermijn zit aan de spaarloonregeling. De SWW kent een levensloopreglement. Hierin staan alle randvoorwaarden beschreven omtrent het opnemen van levensloopverlof. Nadere informatie is bij P&O te verkrijgen. 5.3 Collectiviteitkortingen Centraal Beheer De SWW heeft met Centraal Beheer kortingen geregeld m.b.t. allerlei verzekeringen en personeelsvoorzieningen. Elke BV kent een eigen site waarop de aanbiedingen gemeld staan. De werknemer kan rechtstreeks met Centraal Beheer contact opnemen voor meer informatie of offertes. Nadere informatie is ook bij P&O te verkrijgen. www.centraalbeheer.nl/86690; Kinderopvang BV www.centraalbeheer.nl/86691; Organisatie BV www.centraalbeheer.nl/86692; Welzijn BV
Personeelgids SWW
januari 2011
5.4 Collectiviteitkorting Menzis, VGZ en Agis De SWW kent drie collectieve zorgverzekeringen. Voor meer informatie omtrent VGZ kan men kijken op de site van www.mogroepverzekeringen.nl. Daar staat ook hoe men zich kan aanmelden. Het collectiviteitnummer is: 4140. Voor Menzis geldt dat wanneer je al verzekerd bent bij Menzis je de korting ook tussentijds (dus lopende het jaar) kunt ontvangen. Neem daarvoor contact op met Menzis. Het collectiviteitnummer is 44144. http://www.menzis.nl. Voor Agis geldt dat er een speciale website is opengesteld, namelijk www.agisweb.nl/mogroep. 5.5 Vakbondscontributie Medewerkers die lid zijn van de vakbond kunnen de werkgever verzoeken gebruik te mogen maken van de fiscale mogelijkheden om de contributie van de vakbond van het bruto salaris te laten inhouden. Deze regeling is bepaald door de CAO. 5.6 Bedrijfsfitness Zowel de SWW als de medewerker heeft belang bij een gezonde levensstijl. Om dit te bevorderen biedt de SWW bedrijfsfitness aan. Onder bedrijfsfitness wordt verstaan de conditie- of krachttraining van werknemers die georganiseerd of geïnitieerd wordt door de werkgever en die plaatsvindt onder deskundig toezicht bij één aangewezen sportcentrum. De verstrekking of vergoeding van bedrijfsfitness is dan onbelast. Meer informatie voor deelname hieraan is te verkrijgen bij P&O. 5.7 Personeelsvereniging De SWW kent een personeelsvereniging genaamd PIO waarvan al het personeel automatisch lid is. Periodiek organiseert deze o.a. een feestavond. De SWW stelt hiervoor een bedrag beschikbaar zodat de (eventuele) eigen bijdrage beperkt kan blijven. Daar waar de diverse werksoorten zelf iets organiseren gebeurt dat op eigen initiatief en zijn de kosten voor eigen rekening. De PIO is te bereiken via e-mail:
[email protected].
Personeelgids SWW
januari 2011
6.
Salaris en vergoedingen
6.1 Salaris Het salaris van de werknemer wordt vastgesteld volgens de bepalingen uit de CAO‟s. De werknemer beschikt uiterlijk twee dagen voor het einde van de kalendermaand over zijn salaris. Voor extra gemaakte uren (ook de uren van oproepkrachten) geldt dat deze de maand erop uitbetaald worden. Op de afdeling P&O is een folder aanwezig over de uitleg van de salarisstrook. Ook vragen over de uitbetaling kan gesteld worden aan de P&O-medewerkers. 6.2 Indienen extra uren Jaarlijks ontvangen de medewerkers een lijst met daarop de inleverdata ten behoeve van de extra uren. De uren kun je inleveren bij je leidinggevende. Hij/zij controleert de uren en zet een paraaf voor akkoord. Vervolgens geven zij de urenlijst aan de medewerker P&O. Hij zal de uren verwerken en doorgeven aan het salarisbureau. Het declaratieformulier ligt op elke groep maar is ook te verkrijgen bij de administratief medewerker P&O. Voor extra gemaakte uren geldt nogmaals dat deze een maand later uitbetaald worden. 6.3 Inschaling en periodieke verhoging Inschaling van het salaris bij indiensttreding vindt plaats volgens de CAO richtlijnen. Jaarlijks vindt een verhoging met één periodieknummer plaats tenzij anders overeengekomen. De jaarlijkse verhoging vindt plaats in januari tot het maximum van de schaal bereikt is. 6.4 Vakantiegeld en eindejaarsuitkering Voor beide CAO‟s geldt dat het recht op vakantiegeld berekend wordt over de periode van 1 juni tot en met 31 mei. De betaling vindt in de maand mei plaats. Medewerkers bouwen in de regel 8% vakantiegeld per maand op. Beide CAO‟s kennen echter een minimum bedrag. De eindejaarsuitkering bedraagt voor de CAO Kinderopvang 3.5 % van het feitelijk verdiende salaris. Hierbij geldt dat je op 1 december in dienst moet zijn om hiervoor in aanmerking te komen. CAO Welzijn
Personeelgids SWW
januari 2011
kent een eindejaaruitkering van 8.3%. Deze wordt maandelijks opgebouwd. 6.5 Onregelmatigheidstoeslag/ werkurentoeslag Voor de Kinderopvang geldt dat de onregelmatigheidstoeslag beschreven staat in de CAO (artikel 6.2); werkurentoeslag. Over de eerste twee avonden per jaar ontvangt de werknemer geen werkurentoeslag. Voor de CAO Welzijn geldt dat dit beschreven staat in artikel 5.2.3; onregelmatigheidstoeslag (ORT). Hierbij geldt overigens dat over de eerste werkdag in de week geen ORT wordt uitbetaald. Heeft de medewerker in diezelfde week nog een afspraak die valt binnen de ORT, dan zal die tweede afspraak in aanmerking komen voor ORT. 6.6 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer Reiskosten voor personeel in loondienst van de SWW worden vergoed tot maximaal 55 km enkele reis (110 km retour). De eerste 10 km per enkele reis (dus 20 km retour) zijn voor rekening van de werknemer. Het tarief in 2009 is € 0,14 per km. Het aantal kilometers wordt vastgesteld op basis van de anwb-routeplanner van postcode - thuisadres tot postcode - werkadres gebaseerd op de kortste route. Het bedrag wordt uitgekeerd aan de chauffeur en alleen per gereden rit (dus niet bij bijvoorbeeld ziekte, vakantie, zwangerschapsverlof en thuiswerken). De medewerker die in aanmerking komt voor een vergoeding krijgt na indiensttreding automatisch bericht. De declaraties dienen per kwartaal te worden ingevuld en ingeleverd bij de administratief medewerker P&O. Het declaratieformulier wordt per kwartaal verstuurd naar de desbetreffende medewerkers. De inleverdata staan op de “extra uren inleverlijst”. De vergoeding geldt ook voor mensen die met het openbaar vervoer of anderszins reizen. Deze kunnen op dezelfde wijze gebruik maken van het declaratieformulier. 6.7 Reiskostenvergoeding zakelijke reizen Zakelijke dienstreizen worden vergoed indien op verzoek van de werkgever gereisd dient te worden. Uitgangspunt is dat men reist met het openbaar vervoer. Hierbij geldt dat dit vergoed wordt volgens het tarief tweede klas. Op de administratie is het formulier “declaratie reiskosten” verkrijgbaar. Het treinkaartje moet bij de declaratie worden overlegd. Bewaar het dus goed. Indien het niet mogelijk is om met Personeelgids SWW
januari 2011
het openbaar vervoer te reizen kan men, na goedkeuring van de leidinggevende, met eigen vervoer gaan. Hierbij geldt in 2009 een vergoeding van € 0.19 per kilometer. Het formulier “declaratie reiskosten” is dus niet hetzelfde als het formulier “reiskostenvergoeding woon- werkverkeer”. 6.8 Overige declaraties De diverse teams ontvangen via de administratie kasvoorschotten waarmee activiteiten gefinancierd kunnen worden. Periodiek dient men de afrekening, inclusief de bonnen, in te dienen bij de administratie.
Personeelgids SWW
januari 2011
7.
Scholing en vacatures
7.1 Scholing en opleidingen Scholingsbehoeften kunnen worden aangegeven in het functioneringsgesprek. De leidinggevende bespreekt deze met directie en P&O. Het criterium voor een eventuele toekenning is of de cursus/opleiding in het belang van het werk is en of er budget is. Is dit niet het geval dan zal de werkgever geen of een beperkte tegemoetkoming geven. Is de cursus gewenst voor het werk dan zal er bekeken worden of de kosten betaald worden. P&O zal in het geval van een vergoeding een studieovereenkomst opstellen. In deze studieovereenkomst worden afspraken gemaakt over de kosten en de voorwaarden waaronder de studie eventueel terugbetaald dient te worden bij uitdiensttreding binnen een bepaalde periode of voortijdige studiebeëindiging. Daarnaast kan de werkgever medewerkers opdracht geven tot het volgen van bepaalde cursussen. Voorbeelden hiervan zijn EHBO en BHV-cursussen. In die situaties zijn er regelingen vanuit de werkgever. 7.2 Functionerings-levensfasen gesprekken Periodiek vinden er functionerings-levensfasen gesprekken plaats. Een functionerings-levensgesprek is een twee richtingsgesprek waarin zowel de leidinggevende als de medewerker zijn of haar gedachten omtrent de uitvoering van de functie kunnen bespreken. Ook zal aandacht besteed worden aan de levensfase waarin de medewerker verkeert. Doel hiervan is om de kwaliteit van het werk in de ruimste zin van het woord te optimaliseren. Twee weken voordat het functioneringslevensfasen gesprek zal plaatsvinden zal de leidinggevende de medewerker een informatiepakket geven over het doel en proces van het functionerings-levensfasen gesprek. Tevens zit daar een voorbereidingsformulier bij, dat voorafgaand aan het gesprek ingevuld en ingeleverd dient te worden. 7.3 Melding vacatures Nieuwe vacatures worden in de regel intern verspreid onder het personeel. De vacature zal tegelijkertijd op de website www.swwbv.nl worden geplaatst en aangemeld worden bij het Centrum Werk en Inko-
Personeelgids SWW
januari 2011
men. Bij specifieke functies kan de vacature tegelijkertijd intern en extern worden geplaatst.
Personeelgids SWW
januari 2011
8.
Vakantie en verlof
8.1 Verlof Jaarlijks ontvangen medewerkers, met uitzondering van het peuterspeelzaalwerk, een verlofkaart met daarop het urentegoed voor het hele jaar. Je verlof dien je op te nemen. Het is bedoeld om tot rust te komen en om een goede balans tussen werk en privé te kunnen creeren. Uitbetalen van vakantie- en compensatie-uren is niet mogelijk. Het is mogelijk om twee keer je dienstverband mee te nemen naar het volgende jaar. Hiervoor hoeft geen toestemming aan de directeur gevraagd te worden. Je mag in totaal (dus vakantieverlof + compensatieverlof binnen de kinderopvang) niet meer meenemen dan twee keer je dienstverband. Compensatie-uren gebruik je om eerder naar huis te gaan als dat mogelijk is en om een dag vrij te nemen. Alleen in uitzonderingsgevallen kan de medewerker een verzoek bij de leidinggevende indienen (en in cc naar de directeur en roosterplanner) om meer dan twee keer het dienstverband mee te mogen nemen naar het volgende jaar. Het doel waarvoor men spaart moet daarin duidelijk gemaakt worden en ook moet worden aangegeven, wanneer de uren voor dat doel zijn opgemaakt. Je kunt dus niet “zomaar” meer dan twee weken extra meenemen. Dit is ook om te voorkomen dat men te veel werkt en te weinig vakantie en/of verlof neemt. De wettelijke vakantiedagen moeten per definitie altijd binnen het jaar opgemaakt worden. Vakantie die in de zomerperiode langer dan 4 weken duurt, moet schriftelijke of per e-mail worden aangevraagd bij de leidinggevende. In de aanvraag dient te staan hoe je werkzaamheden gedurende die periode worden waargenomen. Voor vakanties buiten de zomerperiode die langer dan 10 dagen duren geldt hetzelfde. Voor peuterspeelzaalleidsters geldt dat er een andere berekening is met betrekking tot het verlof. Hierbij geldt namelijk dat men verlof heeft tijdens de schoolvakanties. Daarbuiten kan geen vakantie-verlof worden opgenomen. Omdat de schoolvakanties meer uren bedragen dan de CAO aan verlofuren toekent, dienen de leidsters de overige weken meer te werken om zo alle schoolvakanties vrij te zijn. Medewerkers kunnen ook onbetaald verlof aanvragen. Deze aanvraag dien je in bij je leidinggevende en moet minimaal drie maanden van te voren aangevraagd wor-
Personeelgids SWW
januari 2011
den, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Geef daarbij ook aan hoe je vervanging geregeld is, dan wel kan worden. Let wel: het indienen van de aanvraag betekent geen automatische toekenning. De leidinggevende geeft binnen vier weken antwoord of het mogelijk is. 8.2 Tijd sparen Indien medewerkers willen sparen voor toekomstige vrije tijd (b.v. betaald ouderschapsverlof, eerder stoppen met werken) kan men dat doen door geld te storten in de levensloopregeling of het geld van het spaarloon te gebruiken. Het is ook mogelijk om de bovenwettelijke vakantieuren te storten in de levensloopregeling. Indien men dit wil moet men dat vóór 1 oktober van het desbetreffende jaar aan P&O doorgeven. Ook is het mogelijk om extra geld te storten in het pensioenfonds. Neem hiervoor contact op met het pensioenfonds Zorg en Welzijn. Hiervoor mogen de bovenwettelijke uren ook gebruikt worden. Ook dit dient men voor 1 oktober van het desbetreffende jaar aan P&O door te geven. 8.3 CAO kinderopvang Voor medewerkers in de CAO Kinderopvang gelden de volgende afspraken. Per kalenderjaar ontvangt men bij een volledig dienstverband 210 uur verlof. Dat wordt naar rato berekend bij een parttime dienstverband. Indien medewerkers eerder uit dienst gaan of later in dienst treden zal dit ook berekend worden. Het verlofbudget maakt onderscheid in 144 uur wettelijke (4 keer de arbeidsduur) en 66 uur bovenwettelijke uren. Met betrekking tot het seniorenverlof geldt per 1-12009 een afbouwregeling. 8.4 CAO Welzijn Medewerkers vallend onder de CAO Welzijn met een volledig dienstverband hebben recht op 170 uur basisvakantieverlof per kalenderjaar. Dit wordt ook naar rato berekend bij een parttime factor. Het aantal uren verlof wordt, afhankelijk van de leeftijd die de 30 t/m 39 jaar 7,2 uur werknemer in het desbetreffende kalender- 40 t/m 44 jaar 14,4 uur jaar bereikt, verhoogd overeenkomstig de 45 t/m 49 jaar 21,6 uur hiernaast staande tabel. 50 t/m 54 jaar 36 uur Personeelgids SWW
januari 2011
Voor het seniorenverlof geldt dat deze komt te vervallen. Er gelden een aantal overgangs- en garantieregelingen rondom het seniorenverlof en deze gelden voor medewerkers in dienst op 1 januari 2009. De desbetreffende medewerkers zijn door P&O apart geïnformeerd. 8.5. Buitengewoon verlof In beide CAO‟s staat omschreven welke feestdagen worden erkend en voor welke gelegenheden je betaald verlof kunt krijgen. Belangrijk is om te weten dat het bij b.v. een begrafenis of het bijwonen van een huwelijk het om de gebeurtenis zelf gaat. Moet een medewerker naar een begrafenis op een werkdag en waarvoor hij/zij in aanmerking komt voor bijzonder verlof, dan zal die werkdag genoteerd worden als bijzonder verlof. Hoeft men dus niet te werken op die dag dan krijgt men geen bijzonder verlof toegekend. Indien er een recht op meerdere dagen bestaat (bijvoorbeeld 4 dagen bij overlijden van een ouder) betreft het een aaneengesloten periode. Dit volgt ook uit de gebeurtenis en de hieraan gekoppelde noodzaak. Activiteiten wegens een begrafenis vinden in principe plaats voor deze begrafenis en niet twee weken later. Indien een deeltijdwerker twee dagen per week werkt, bijvoorbeeld op maandag en donderdag, en hij heeft vier dagen recht op buitengewoon verlof voor een begrafenis op donderdag, dan heeft hij maandag en donderdag buitengewoon verlof. Hetzelfde geldt voor een huwelijk. Die is gekoppeld aan de dag zelf én de dag ervoor en erna. Valt binnen die drie dagen één of meerdere werkdag(en), dan mag deze als bijzonder verlof worden genoteerd. Meer informatie is te verkrijgen bij P&O. 8.6 Verlofkaart Iedere medewerker (behalve peuteropvangleidsters en oproepkrachten) ontvangt een verlofkaart. Hierop staat de toekenning van de aantal verlofuren. Ook staan de werkdagen met bijbehorende uren erop vermeld. Neemt de medewerker een dag vrij, dan boekt hij de uren die op die dag op de verlofkaart staan af. Het rooster op de verlofkaart is dus het uitgangspunt of je moet opplussen of moet minnen. Dus stel je hebt op je verlofkaart 9.00 uur staan en je werkt die dag dan 9.25 uur, dan plus je 0.25 uur. Neem je die dag vrij, dan boek je 9.00 uur eraf.
Personeelgids SWW
januari 2011
Het rooster is dus het uitgangspunt om te beoordelen of je moet plussen of minnen. Moet de medewerker op verzoek van de werkgever extra werken dan kan hij de uren opplussen. Eens per kwartaal moet de verlofkaart bij de secretaresse worden ingeleverd. De verlofkaart dien je tevens bij de secretaresse in te leveren bij wijziging van je werkdagen en/ of contracturen. Een aangepaste verlofkaart ontvang je dan weer retour. 8.7. Verlof bij bezoek dokter of zieke huisgenoten In het ziekteverzuimprotocol, zie bijlage, staat onder meer omschreven hoe men om dient te gaan met bezoek aan de dokter/tandarts of andere behandelaar dan wel vakantie tijdens ziekte en verlofopname bij zieke huisgenoten etc. 8.8. Zwangerschaps- en bevallingsverlof Zwangerschapsverlof (onderdeel van de Wet Arbeid en Zorg; WAZO) bestaat uit 16 weken betaald verlof. De medewerkster kan zelf bepalen hoeveel van die 16 weken voor en hoeveel na de bevalling aan verlof wordt opgenomen. Wel dien je maximaal 6 en minimaal 4 weken voor de uitgerekende datum met verlof te gaan. De medewerkster dient een zwangerschapsverklaring van arts of verloskundige aan de secretaresse te overleggen. Op de dag dat het verlof ingaat én eindigt dien je dit zelf door te geven aan de secretaresse. Dit in verband met de WAZO (Wet Arbeid en Zorg) en eventuele ziektemeldingen naar het UWV. Indien je aansluitend aan je bevallingsverlof ziek bent, dien je dit in ieder geval te melden bij de secretaresse en verzuimreductie. Indien je ziekmelding bevallingsgerelateerd is, dan moet je je ook rechtstreeks ziekmelden bij het UWV. Het UWV informeert de zwangeren hier ook apart over. Nadere informatie is verkrijgbaar bij de afdeling P&O. Belangrijke tips bij zwangerschap Vermijd tillen indien mogelijk. Gebruik de beschikbare middelen zoveel mogelijk. Denk hierbij aan het opstapje bij de aankleedtafel; laat het kind zelf op een stoel klimmen om de ouder(s) uit te zwaaien; laat baby‟s die kruipen zelf in de onderste bedjes kruipen. Personeelgids SWW
januari 2011
Zorg voor een goede houding Laat je rug niet te hol worden; ga zitten bij het helpen van kinderen; sta of zit niet te lang en zeker niet lang achter elkaar, maar wissel af; neem een goede zithouding aan en beweeg ook in de zittende houding je benen regelmatig; gebruik het zitten ook als moment van rust voor jezelf, bijvoorbeeld tijdens het voeden. Kolven onder werktijd Een werknemer mag tot haar kind negen maanden is maximaal een kwart van haar werktijd gebruiken voor het geven van borstvoeding. Bij kindercentrum de Springplank kan de spreekruimte gereserveerd worden om te kolven. Voor andere locaties geldt dat de pauzeruimte gebruikt kan worden. Indien een werkneemster de wens heeft om te kolven, dient zij een maand voor aanvang van de werkzaamheden contact op te nemen met de leidinggevende. 8.9 Ouderschapsverlof Indien een werknemer minimaal een jaar bij de SWW in dienst is en ouder of verzorger is van één of meerdere kinderen onder de leeftijd van acht jaar, bestaat de mogelijkheid om ouderschapsverlof op te nemen tot het kind acht jaar is. Ouders kunnen ieder afzonderlijk gebruik maken van het ouderschapsverlof. Bij de geboorte van ieder kind ontstaat het recht op verlof. Nadere informatie omtrent ouderschapsverlof is te verkrijgen bij P&O. 8.10 Wet arbeid en zorg (WAZ) Onder de Wet arbeid en zorg vallen, behalve het eerder genoemde zwangerschaps- en bevallingsverlof en ouderschapsverlof, nog een aantal andere regelingen. Calamiteitenverlof: Het calamiteitenverlof is niet geregeld in de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en CAO Kinderopvang. Leidend voor de vraag of een werknemer recht heeft op calamiteitenverlof is derhalve de WAZO (Wet Arbeid en Zorg). Bij calamiteitenverlof gaat het om zeer persoonlijke en bijzondere omstandigheden. Het calamiteitenverlof is puur bedoeld voor de tijd die je nodig hebt voor het treffen van noodzakelijke maatregelen. Het calamiteitenverlof kan nooit langer duren dan de calamiteit zelf. Een ziek kind valt Personeelgids SWW
januari 2011
hier bijvoorbeeld niet onder. Kortdurend zorgverlof: De Cao Kinderopvang volgt de wettelijke regeling (artikel 7.8). De kring van personen waarvoor de werknemer kortdurend zorgverlof kan opnemen, is limitatief opgesomd in artikel 5:1 WAZ. De werknemer kan kortdurend zorgverlof opnemen voor de volgende personen: 1: De echtgenoot, de geregistreerde partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont. 2: Een inwonend kind tot wie de werknemer als ouder in een familierechtelijke betrekking staat. 3: Een inwonend kind van de echtgenoot, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont. 4: Een pleegkind dat blijkens verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres woont als de werknemer en door hem in diens gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 22 lid 1 van de Wet op de jeugdzorg. Voor een ziek kind dat niet meer thuis woont bestaat geen zorgverlof. Ook voor bijvoorbeeld een zieke schoonmoeder kan geen kortdurend zorgverlof worden opgenomen. Het begrip noodzakelijke verzorging heeft niet alleen betrekking op de noodzaak tot verzorging van de zieke, maar ook op de noodzaak voor de werknemer om die verzorging zélf ter hand te nemen. Als een ander dan de werknemer de verzorging op zich kan nemen, is aan de eis van noodzakelijkheid niet voldaan. CAO Welzijn kent enkele positieve afwijkingen ten opzichte van de wet. Deze zijn na te lezen in artikel 7.7.3 lid 1in de CAO. Het kortdurend zorgverlof geldt bijvoorbeeld hierbij voor de noodzakelijke verzorging bij ziekte van de volgende personen: echtgenoot, ouders, stiefouders, schoonouders, pleegouders, kinderen, stief- pleeg of aangehuwde kinderen. Nadere informatie is te lezen in de CAO Welzijn of te verkrijgen bij P&O. Langdurend zorgverlof: Zowel CAO Kinderopvang (artikel 7.7) als CAO Welzijn (artikel 7.7.3 lid 2) kent een afwijking van het langdurig
Personeelgids SWW
januari 2011
zorgverlof vanuit de WAZO. In beide CAO‟s staan de mogelijkheden beschreven. Meer informatie is ook te verkrijgen bij afdeling P&O.
Personeelgids SWW
januari 2011
9.
Veiligheid en gezondheid
9.1 Ontruimingsplannen/ BHV Op elke locatie staat een Arbo-map met daarin de desbetreffende ontruimingsplan. Tevens zijn meerdere mensen binnen de SWW geschoold als BHV-er. Een overzicht van de personen staat ook in de arbo-map. Periodiek worden er ontruimingsoefeningen gehouden. Invalkrachten zijn verplicht om voor aanvang van de werkzaamheden het noodplan van de locatie door te lezen. Het is een ieders verantwoordelijkheid om de veiligheid van de kinderen en collega‟s te waarborgen. Belangrijke punten om te onthouden bij een evacuatie: Kijk en/of vraag altijd waar de brand is, vraag ook waarom er ontruimd dient te worden! Het kan namelijk ook een andere oorzaak hebben dan brandmelding. Op deze manier ben je goed op de hoogte en kun je optimaal ontruimen. Tevens weet je dan via welke deur en/of raam je het pand het beste kunt verlaten. Trek, als BHV-er, altijd je BHV-hesje aan zodat je ook herkenbaar bent voor andere personen. Geef de melding door aan je collega‟s. Denk ook aan evt. buren. Zijn er meerdere BHV-ers aanwezig (en er is geen hoofd BHV), dan neemt de eerste BHV-er die de melding heeft gekregen de leiding. Geef duidelijke opdrachten aan je collega‟s, hoe er gehandeld dient te worden. Bel 112 en geef aan waarom er ontruimd gaat worden. Controleer of de ontruiming goed verloopt en voer tevens de laatste controle uit, zodat er niemand meer aanwezig is in het pand. Bel daarna: 1) de facilitair manager (Rob Veenvliet, tevens hoofd BHV-er) 2) de leidinggevenden (Frank Weijkamp (is tevens plaatsvervangend hoofd BHV-er), 3) de directeur (Han van de Laar) Sluit indien mogelijk zo veel mogelijk ramen en deuren (Dit werkt brandvertragend).
Personeelgids SWW
januari 2011
Blijf te allen tijden rustig! Op deze manier zullen de kinderen en evt. ouders die aanwezig zijn niet in paniek raken. Gebruik, bij kinderen, het wandelkoord voor de ontruiming en ga naar de afgesproken plek. Neem altijd de telefoon, EHBO-koffer en kindgegevens mee naar buiten. Ga nooit terug een brandend gebouw in! Wij hebben niet de beschermingsmiddelen die de brandweer wel bij zich heeft. Lees periodiek het ontruimingsplan om te zien of er geen wijzigingen zijn aangebracht. 9.2 Protocol “(bijna) ongevallen” Vanuit de Arbo-wet is de SWW verplicht om ongevallen in de werkomstandigheden (waaruit persoonlijk letsel is ontstaan) te registreren. Deze registratieplicht is eveneens van toepassing op gebeurtenissen en situaties waarbij de kans op dit soort gevolgen reëel aanwezig was. Door het melden van deze incidenten en ongevallen kunnen wij een beter inzicht krijgen in de werksituaties. Het kan dus een bijdrage leveren tot verbetering. Daarom hebben wij een formulier ontwikkeld welke ingevuld moet worden bij een (bijna) ongeval. Dit formulier is op iedereen van toepassing die bij ons werkt of aanwezig is (zie voor uitleg ook kopje “persoonlijke gegevens van betrokkene”). Het formulier is opgeborgen in de arbo-map, die op elke locatie aanwezig is. 9.3 Protocol “agressie en geweld” De SWW streeft ernaar dat medewerkers in een veilige omgeving kunnen werken. Om zo effectief mogelijk om te kunnen gaan met agressie en geweld van derden is er een protocol “agressie en geweld” opgesteld. In dit protocol wordt aandacht geschonken aan o.a. goede registratie van incidenten, goede opvang voor de slachtoffers en het belang van veilige werkprocessen. Op elke groep is het protocol aanwezig in de arbo-map. 9.4 Protocol “ongewenst intimiteiten” en vertrouwenspersoon De SWW wil medewerkers, vrijwilligers en stagiaires zoveel mogelijk beschermen tegen (seksuele) intimidatie. Om dit te bewerkstelligen is een gedragslijn beschreven die gehanteerd kan worden indien er spra-
Personeelgids SWW
januari 2011
ke is van intimidatie. In dit protocol staat ook beschreven dat er twee vertrouwenspersonen bij de SWW zijn aangesteld, die medewerkers kunnen begeleiden. De twee vertrouwenspersonen zijn Theo Tetelepta en Jacquelien Wieggers. Op het overzicht “Wie wat waar” staan de telefoonnummers vermeld. Ook is de SWW aangesloten bij een klachtencommissie. Een folder van de klachtencommissie is toegevoegd. Het protocol is opgenomen in de arbo-map die op elke groep staat. 9.5. Protocol beeldschermwerkers Instructie juiste bureauhoogte en stoelinstelling 1. Ga op de stoel zitten en stel de hoogte in, zodat de voeten plat op de grond staan, de knieën een hoek van 90 tot 100 graden maken en de bovenbenen horizontaal zijn. 2. Stel de hoogte van de rugleuning zo in dat de bolling van de lendensteun de holling van uw rug ondersteunt. 3. Ga met de rug tegen de rugleuning aanzitten en let er op dat de voorzijde van de zitting niet in uw knieholten drukt (vuist ertussen). Als dit wel het geval is, plaats dan de rugleuning naar voren en/of het zitvlak naar achteren. 4. Laat de armen slap langs de schouders hangen met een ellebooghoek van 90 graden. Stel de armsteunen circa 2 cm boven ellebooghoogte in, zodat de ellebogen tijdens het beeldschermwerk op de armsteunen kunnen rusten. 5. Kijk vervolgens naar de hoogte van het werkblad. De armsteunen moeten gelijk of net iets boven het werkblad zitten. De hoek van de elleboog moet ongeveer 90 graden zijn. Stel de hoogte van het bureau -indien mogelijk- in op deze hoogte. 6. Als het werkblad te hoog en niet verstelbaar is, stel dan de stoel hoger in. Het is dan nodig een voetenbankje te gebruiken om ervoor te zorgen dat de knieën een hoek van 90° maken. Om afknellen van zenuwen en bloedvaten te voorkomen, verdient het aanbeveling de voeten niet op de poten van stoel maar op de grond (of voetenbank) te plaatsen. Het inkorten van de poPersoneelgids SWW
januari 2011
ten kan ook een optie zijn. Als het werkblad te laag en niet verstelbaar is, hoog deze dan op met behulp van klossen. 9.6 Tips bij tillen Korte lastarm: houd de last zo dicht mogelijk bij je De lastarm is de horizontale afstand van de lage rug tot het zwaartepunt (meestal het midden) van datgene wat je tilt. Hoe groter de lastarm, des te hoger de belasting voor je rug. Houd de last daarom zo dicht mogelijk bij je: de lastarm is dan klein. Als tillen met een kleine lastarm betekent dat je met een gebogen rug moet tillen, dan is dat vaak toch de beste techniek. Het klinkt lastig, maar het valt mee. De meeste mensen doen het vanzelf al zo. Je moet ook niet altijd en star door de knieën gaan. Niet draaien of zijwaarts buigen Onderzoek laat zien dat de risico‟s van schuinere krachten erg onderschat zijn. Op deze zijwaartse of draaibewegingen zou veel meer gelet moeten worden. De risico‟s kun je verkleinen door niet scheef, maar altijd met een zo symmetrisch mogelijke romp te tillen. Vermijd dus draaien met je romp, zijwaarts buigen of combinaties van die bewegingen, zéker wanneer je tilt. Niet explosief tillen Net als bij duwen of trekken, zet je bij tillen de beweging zo rustig mogelijk in gang. Wanneer je plotseling of met een ruk begint te tillen, ontstaan er enorme piekkrachten in je lichaam. Die kunnen klachten veroorzaken. Neem dus de tijd om de kracht rustig op te bouwen in drie tellen. We noemen dat ook wel de 1,2,3-regel. Weet wat je tilt Het klinkt misschien gek, maar onderzoek laat zien dat je rug minder belast wordt als je van tevoren goed weet hoe zwaar de last ongeveer zal zijn. Je lichaam kan zich dan beter voorbereiden. Als een last achteraf te zwaar blijkt, wordt je rug ineens te zwaar belast. Omgekeerd, als een last te licht blijkt te zijn, schiet je door met je tilbeweging. Je lichaam heeft zich verkeerd voorbereid en je rug wordt ook dan onnodig zwaar belast.
Personeelgids SWW
januari 2011
Tillen kost energie: zorg voor een goede conditie Om gezond te tillen, heb je behoorlijk wat energie nodig. Vooral tillen met gebogen knieën kost veel energie; je moet dan, behalve de last, ook je hele lichaam weer omhoog tillen. Bij het tillen met een gebogen romp geldt dat veel minder. Mensen met een slechte conditie kiezen daarom vaak sneller voor tillen met gebogen romp, ook als het beter is om vanuit de knieën te tillen. Kortom: als je gezond wilt tillen, heb je een extra reden om je lichaam goed in conditie te houden. Zorg voor sterke been-, buik- en rugspieren Behalve een goede conditie heb je ook spierkracht nodig. Bij veel tiltechnieken gebruik je je beenspieren. Die moeten natuurlijk wél voldoende sterk zijn. Veel mensen ouder dan 45 jaar missen die spierkracht en tillen alleen daardoor al niet goed. Daarnaast spelen ook de buik en rugspieren een belangrijke rol. Die zorgen ervoor dat je je romp kunt bewegen. Daarnaast vormen ze een natuurlijk korset voor de wervelkolom. Ook die spieren kun je door oefeningen en training sterk maken en houden.
Personeelgids SWW
januari 2011
10. Verzekeringen en pensioen 10.1 Verzekeringen De SWW beschikt over een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, welke de onderneming verzekert voor door derden geleden schade inclusief daaruit voortvloeiende gevolgschade. Tevens is voor het personeel en stagiaires een WA-verzekering afgesloten, een ongevallenverzekering en ongevallen inzittenden/ schadeverzekering voor wat betreft de busjes van de SWW. Voor de Raad van Toezicht is een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen afgesloten. De SWW heeft via de gemeente Winterswijk een collectieve verzekering voor vrijwilligers afgesloten via de VNG bij Achmea. Iedere vrijwilliger is verzekerd ongeacht de leeftijd, aantal uren vrijwilligers en ongeacht de activiteit (in Nederland). De verzekering bestaat uit: Basispolis: Ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers Aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers Pluspolis: Aansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen Verkeersaansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen Rechtsbijstandverzekering voor vrijwilligers Het is goed je te realiseren dat je particuliere verzekeringen niet vervangen worden door bovenstaande verzekeringen die de SWW voor je afsluit. Immers, de verzekering die de SWW voor je afsluit is alleen van toepassing op schade die ontstaat tijdens het verrichten van het (vrijwilligers)-werk. De dekkingsgraad van de aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering kun je opvragen bij de financieel beleidsmedewerker van de SWW. In
Personeelgids SWW
januari 2011
de Arbo- map vind je het telefoonnummer van de financieel beleidsmedewerker. De Arbo- map staat op elke lokatie.
10.2 Pensioen In onze sector zorg ga je automatisch pensioen opbouwen bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Om pensioen op te bouwen, hoef je zelf niets te doen. De SWW meldt je aan. Je betaalt samen met je werkgever iedere maand pensioenpremie. De werkgever betaalt het werkgeversdeel. Het andere deel betaal jezelf, dat is het werknemersdeel. De werkgever haalt je werknemersdeel af van je brutosalaris. In de CAO staat precies hoe de premie er verdeeld is tussen de werkgever en de werknemer. Zodra je werkgever je heeft aangemeld, krijg je een welkomstpakket thuis gestuurd. Hierin staat alle informatie over je pensioen. Lees dit goed door. Je krijgt ieder jaar een Pensioenoverzicht van het pensioenfonds. Hierin staat precies hoeveel pensioen je hebt opgebouwd. Als je in dienst komt is het belangrijk om met 2 zaken rekening te houden: 1. Heb je een partner: ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap? Dan hoef je dat niet door te geven. Deze informatie wordt automatisch doorgegeven door je gemeente. Woon je ongehuwd samen? En wil je dat je partner een uitkering krijgt als je overlijdt? Meld je partner dan zelf aan. Je gebruikt hiervoor het formulier 'Aanmelden partner bij samenwonen'. Daarvoor moet je wel in het bezit zijn van een samenlevingovereenkomst, die door de notaris is opgesteld. De overeenkomst moet zijn ondertekend door jou, je partner en de notaris. Je partner krijgt dan recht op Partnerpensioen. 2. Als je eerder pensioen hebt opgebouwd dan kun je dit meenemen naar het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Dit heet waardeoverdracht. Dat is wel zo makkelijk, want zo houd je je pensioen bij elkaar. Het pensioenfonds raadt medewerkers altijd aan om waardeoverdracht aan te vragen. Dat is vrijblijvend. Je krijgt een offerte en je zit nog nergens aan vast. Vraag de waardeoverdracht binnen zes maanden aan nadat je bij je nieuwe werkgever Personeelgids SWW
januari 2011
bent gaan werken. Waardeoverdracht kan overigens lang duren. Soms wel 10 maanden.
Personeelgids SWW
januari 2011
Bijlage 1 Ziekteverzuimreglement SWW
Inleiding De Wet Verbetering Poortwachter is erop gericht om de zieke werknemer (Voor de leesbaarheid van dit reglement wordt gesproken over “werknemer” en hij”. Uiteraard kan daarvoor ook “werkneemster” en “zij” gelezen worden) zo snel mogelijk te reïntegreren in zijn eigen werk. Als dit niet meteen mogelijk is zullen de werkgever en werknemer samen moeten kijken of er mogelijkheden zijn tot het verrichten van aangepast werk binnen het bedrijf of desnoods bij een andere werkgever. De huidige wet- en regelgeving is dermate veranderd dat de verantwoordelijkheden voor de werkgever en werknemer veel groter zijn dan voorheen. Met de komst van de Wet Verlenging Loondoorbetalingverplichting, die per 1 januari 2004 van kracht is, moet de werkgever de zieke werknemer 2 jaar (104 weken) doorbetalen, in plaats van 1 jaar (52 weken). Een eventuele WIA uitkering zal pas na 104 weken worden uitgekeerd. De werknemer en werkgever dienen dan een volledig reïntegratieverslag bij de WIA aanvraag in te leveren. Het reïntegratieverslag wordt beoordeeld op administratieve volledigheid en er wordt gekeken of de juiste stappen genomen zijn in het voorafgaande traject. Als het UWV oordeelt dat het verslag administratief en/of inhoudelijk niet volledig is, dan kan het UWV forse sancties opleggen aan de werkgever en/of de werknemer. Mede daarom is het belangrijk dat er een duidelijk ziekteverzuimreglement aanwezig is. Zowel de werknemer als de werkgever moeten precies weten wat er van hen wordt verlangd en waar ze aan toe zijn in
Personeelgids SWW
januari 2011
bepaalde situaties. Zowel werkgever als werknemer dienen zich dan ook altijd te houden aan het ziekteverzuimreglement. Als het reglement streng overkomt, is dit echter nodig om onduidelijkheden te voorkomen.
Personeelgids SWW
januari 2011
1
De ziekmelding
Als u zich door ziekte en/of ongeval niet in staat acht om te werken, dan meldt u dit vóór 10.00 uur bij Daphne van der Weiden. Bij afwezigheid van Daphne belt u met de administratie (Josien Dammers). Daarnaast gelden er bij een aantal werksoorten aanvullende regels voor wat betreft de vervanging: Peuterspeelzalen/ peuteropvang: Binnen de peuterspeelzalen/ peuteropvang geldt dat u, indien mogelijk, eerst probeert zelf vervanging te regelen. Lukt dit niet, dan kunt u contact opnemen met Wilna te Selle (of Frank Weijkamp op donderdagmiddag en vrijdag) om, indien het noodzakelijk is, vervanging te laten regelen. U dient Wilna te Selle tussen 6.45 uur en 7.15 uur te bellen, zodat zij voldoende tijd heeft om inval te regelen. Kinderopvang (0-4 jaar): Voor de kinderopvang geldt dat u voor aanvang van uw werk Wilna te Selle (en op donderdagmiddag en vrijdag Frank Weijkamp) belt om vervanging te regelen. U dient Wilna te Selle tussen 6.45 uur en 7.15 uur te bellen, zodat zij voldoende tijd heeft om inval te regelen. Buitenschoolse opvang: Voor de BSO geldt dat u, indien u ‟s morgens werkt, u Wilna te Selle (en op donderdagmiddag en vrijdag Frank Weijkamp) belt om vervanging te regelen. U dient Wilna te Selle tussen 6.45 uur en 7.15 uur te bellen, zodat zij voldoende tijd heeft om inval te regelen. Indien u ‟s middags dient te werken, belt u om 8.00 uur Wilna te Selle. Voor de Voorschoolse opvang (VSO) en de vroeg- en laatopvang in de kinderopvang geldt dat u zelf onderling vervang regelt. Spreek Wilna/ Frank zelf persoonlijk en spreek bijvoorbeeld geen voice- mail in. Op zondag is Wilna vanaf 12.00 bereikbaar. Telefoon-
Personeelgids SWW
januari 2011
nummers staan in het overzicht “Wie wat waar”. Tevens dient u ook uw directe collega‟s te informeren. Ook meldt u zich ziek bij VerzuimReductie tussen 08.30 uur en 11.00 uur of terstond als u na 11.00 uur ziek wordt. U dient zich persoonlijk ziek te melden, alleen in uiterste noodzaak mag de ziekmelding door iemand anders worden gedaan. Toelichting Als u zich niet op de boven beschreven wijze ziek meldt, is het mogelijk dat de ziekmelding niet wordt geaccepteerd en dient de SWW uw afwezigheid te beschouwen als een ongeoorloofde verlofdag of als onbetaald verlof.
Als u niet op uw eigen adres aanwezig bent, geeft u bij uw ziekmelding aan de SWW en VerzuimReductie door wat uw verblijfadres is en op welk telefoonnummer u bereikbaar bent. De beoordeling van uw ziekmelding wordt door VerzuimReductie gedaan, waarbij eventueel de bedrijfsarts een bindende uitspraak zal doen met betrekking tot de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Iedere ziekmelding wordt geregistreerd door VerzuimReductie. De SWW is bereikbaar op telefoonnummer: VerzuimReductie is bereikbaar op telefoonnummer: 2
0543 - 546060 074 - 255 9712
Informatieverplichting
U dient de verzuimbegeleider van VerzuimReductie alle informatie te verstrekken die met uw arbeidsongeschiktheid te maken heeft. VerzuimReductie heeft tegenover de SWW een geheimhoudingsplicht en zal zonder uw toestemming geen medische informatie doorgeven. Geef ook duidelijk aan wanneer het om een “vangnet-situatie” gaat. Hierbij is sprake wanneer u ziek bent als gevolg van zwangerschap, ziek als gevolg van de bevalling, als u arbeidsgehandicapt bent of een WSW status heeft (verkregen vanuit de Hameland). De werkgever moet dan binnen 4 dagen uw ziekmelding doorgeven aan het UWV inzake recht op ziektewetuitkering.
Personeelgids SWW
januari 2011
U dient daarnaast zelf met de SWW contact te houden en uw leidinggevende te informeren over de te verwachten duur van uw ziekteverzuim, uw beperkingen en uw mogelijkheden tot het verrichten van aangepast werk. Toelichting VerzuimReductie werkt samen met een Arbo-dienst en heeft de taak om in gezamenlijk overleg met u uw mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. De verzuimbegeleiders adviseren u en de SWW over de mate van arbeidsongeschiktheid, eventuele mogelijkheden tot het verrichten van aangepast werk en adviseren over te nemen acties. VerzuimReductie kan bijvoorbeeld adviseren een afspraak bij de huisarts te maken. U dient dit soort adviezen altijd op te volgen.
3
Bereikbaarheid
In principe dient u tijdens uw periode van arbeidsongeschiktheid alles in het werk te stellen om zo spoedig mogelijk te herstellen. Dat betekent de dingen te doen en te laten die bij het herstel van het ziektebeeld passen. Bij twijfel dient u dat vooraf te overleggen met en toestemming te vragen aan de leidinggevende van de SWW en VerzuimReductie. De SWW of VerzuimReductie moeten altijd in de gelegenheid gesteld worden om u te bezoeken tijdens uw arbeidsongeschiktheid. Eventuele problemen die dat zouden kunnen verhinderen moet u vooraf kenbaar maken.
Personeelgids SWW
januari 2011
4
Afspraak bedrijfsarts of verzuimbegeleider
U bent verplicht gehoor te geven aan een oproep voor een bezoek aan de bedrijfsarts of de verzuimbegeleider. Mocht u verhinderd zijn dan dient u dit direct (minimaal 24 uur voor het geplande consult) na ontvangst van de uitnodiging te bespreken met uw leidinggevende (indien niet aanwezig met P&O) en VerzuimReductie onder vermelding van de reden van verhindering. VerzuimReductie maakt alleen indien strikt noodzakelijk een andere afspraak. U bent ook verplicht mee te werken aan een medisch onderzoek door of in opdracht van de bedrijfsarts. Toelichting Vanuit de wet- en regelgeving is het van groot belang dat de afspraak bij de bedrijfsarts en de verzuimbegeleider plaatsvindt. Reden van een eventuele verhindering kunnen zijn dat u onvervoerbaar bent of dat u een afspraak bij uw behandelaar heeft. Bij het niet verschijnen zonder tegenbericht brengt de SWW kosten die hieruit voortvloeien bij u in rekening.
5
Aangepast werk en passend werk
U bent verplicht, gevraagd of ongevraagd, alle informatie te verstrekken aan de SWW en VerzuimReductie, op basis waarvan kan worden vastgesteld welke werkzaamheden u nog wel kan verrichten, rekening houdend met uw beperkingen. De eventueel aangeboden werkzaamheden mogen het genezingsproces uiteraard niet nadelig beïnvloeden. VerzuimReductie zal u en de SWW adviseren welke werkzaamheden in uw situatie als passend kunnen worden beschouwd. Als gedurende uw reïntegratie duidelijk wordt dat u uw eigen werk tijdelijk of blijvend niet meer zult kunnen uitvoeren in de toekomst, en er ook geen ander passend werk voorhanden is bij uw eigen werkgever, zijn u en de SWW verplicht om bij een andere werkgever naar passend werk te zoeken. Het zgn. „2e spoor‟. U bent verplicht om aangeboden passend werk te accepteren.
Personeelgids SWW
januari 2011
Toelichting De wet- en regelgeving verplicht de werkgever om de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemer aangepast werk of ander passend werk te laten doen. De werknemer is op zijn beurt verplicht passend werk te accepteren. Het initiatief daartoe ligt zowel bij de werkgever als bij de werknemer. Van u wordt dus ook het initiatief verwacht mee te denken over passend werk. VerzuimReductie vraagt, indien nodig, advies aan de bedrijfsarts om vast te stellen welke werkzaamheden u nog kan uitvoeren rekening houdend met uw beperkingen. Passend werk wordt eerst gezocht in een aanpassing van uw eigen werk. Als dat geen mogelijkheden biedt, wordt gekeken of er ander werk binnen de SWW is dat passend is of passend te maken is. Blijkt ook dat niet mogelijk, dan wordt gezocht naar passend werk bij een andere werkgever. Hoe langer de arbeidsongeschiktheid voortduurt, hoe ruimer het begrip „passend‟ moet worden geïnterpreteerd volgens de richtlijnen. Als u van mening bent dat het aangeboden werk niet passend is, kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Zie punt 9.
6
Herstelbevordering
U wordt geacht datgene te doen, dat bijdraagt aan het bevorderen van uw herstel en na te laten wat uw herstel zou kunnen belemmeren. Toelichting Hierbij wordt beroep gedaan op uw eigen verantwoordelijkheid en „gezond verstand‟. Arbeidsongeschiktheid en uw verantwoordelijkheid om de periode van arbeidsongeschiktheid zo kort mogelijk te laten duren moeten serieus worden genomen. U dient zichzelf tijdens arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk in acht te nemen. Bijvoorbeeld: bij fysieke klachten gaat u geen belastende klussen in huis doen, of laat u uw fysiek belastende hobby‟s even achterwege. U schakelt snel uw huisarts in om advies in te winnen, laat zich behandelen als dat mogelijk is.
7
Andere arbeid tijdens ziekte
Het is niet toegestaan om tijdens arbeidsongeschiktheid zonder schriftelijke toestemming van de SWW in welke vorm dan ook arbeid te verrichten, hetzij betaald of onbetaald.
Personeelgids SWW
januari 2011
Toelichting Deze strikte regel is nodig om de discussie te voorkomen of de „andere arbeid‟ het herstel heeft belemmerd.
8
Herstelmelding
Toelichting Soms leeft het misverstand dat in geval van arbeidsongeschiktheid de behandelaar(s) bepalen wanneer u uw werkzaamheden kunt hervatten. De enige die dat bepaalt bent uzelf en VerzuimReductie in overleg met de bedrijfsarts. Wel kan VerzuimReductie eventueel medische informatie bij uw behandelaar(s) opvragen, zodat de arbeidsongeschiktheid beter kan worden vastgesteld. Als u daartoe een medische machtiging ontvangt moet u die invullen en terug sturen. Indien u dit niet doet, valt dat vanuit de wetgeving onder de noemer „niet meewerken aan uw reïntegratie‟. Indien u de herstelmelding niet tijdig doet, dan kunnen eventuele boetes door het UWV bij u in rekening worden gebracht door de SWW. Wacht ook niet tot maandag indien u op vrijdag weer kunt gaan werken.
9
Deskundigenoordeel
In het geval u van mening bent dat u ten onrechte (gedeeltelijk) hersteld bent verklaard door VerzuimReductie, dan kunt u op eigen kos-
Personeelgids SWW
januari 2011
ten een deskundigenoordeel (second opinion) aanvragen bij het UWV. Dat geldt ook als u van mening bent dat u het aangepaste werk geadviseerd door VerzuimReductie niet kan verrichten. De SWW en u zullen dan de wettelijke richtlijnen moeten volgen. De SWW kan ook een deskundigenoordeel aanvragen als zij het niet eens is met het advies van VerzuimReductie. Toelichting Deskundigenoordeel bij het UWV wordt aangevraagd als u of de SWW het niet eens bent met het advies van de bedrijfsarts. In principe is het advies van de bedrijfsarts altijd bindend. Het UWV doet een uitspraak nadat u bij de verzekeringsarts van het UWV bent geweest en in principe na overleg met de bedrijfsarts. De kosten voor het deskundigenoordeel zijn voor rekening van u. Indien de uitspraak van het UWV in uw voordeel is dan kunt u eventueel via de rechter het wettelijke loon verhalen, indien de SWW de uitspraak van het UWV niet opvolgt.
10
Vakantie tijdens ziekte
In beginsel is het niet toegestaan om tijdens de duur van de arbeidsongeschiktheid met vakantie te gaan tenzij de SWW u daarvoor expliciet toestemming geeft. Alvorens toestemming te verlenen, vraagt de SWW VerzuimReductie advies omtrent medische bezwaren tegen uw vakantie. In ieder geval zullen er verlofdagen worden afgeschreven bij vakantie. Toelichting VerzuimReductie stelt bij arbeidsongeschiktheid vast of vakantie medisch bezwaar heeft. Als uw vakantie uw herstel op enigerlei wijze zou kunnen belemmeren, krijgt u bijvoorbeeld geen toestemming. Als VerzuimReductie medisch geen bezwaren heeft, wil niet zeggen dat de SWW sowieso vakantieverlof toekent. De uiteindelijke beslissing ligt bij de SWW. Tijdens vakantie zal er altijd volledige verlofdagen worden afgeschreven van uw vakantiedagensaldo.
11
Ziekte verblijf/vakantie in binnen- en buitenland.
Mocht u tijdens vakantie/verblijf in binnen- en buitenland ziek worden, dan dient u zich ziek te melden zoals aangegeven bij punt 1 van dit ziekteverzuimreglement. Ook in het buitenland moet u zich onder behandeling laten stellen van een arts en u melden bij het Centraal
Personeelgids SWW
januari 2011
Medisch Meldpunt in het land waar u verblijft. Bij de ziekmelding geeft u aan de SWW en aan VerzuimReductie uw verblijfadres en het telefoonnummer waarop u bereikbaar bent door. De eerste ziektedag is de dag waarop u zich meldt, mits u natuurlijk aan alle gestelde voorwaarden heeft voldaan. Uw behandelend arts zal een schriftelijke verklaring moeten opstellen, met daarin de onderstaande gegevens verwerkt: naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de behandelend arts datum van het consult/behandeling(en) aard van de ziekte/het ongeval duur van de herstelperiode de toegepaste behandeling eventuele voorgeschreven medicatie Deze verklaring faxt u naar VerzuimReductie. Faxnummer VerzuimReductie: +31 74 – 255 97 21 Mocht u niet terug kunnen komen naar Nederland en langer in het buitenland verblijven dan uw geplande vakantie dan moet u daar ook een verklaring van hebben van de behandelend arts en van het Centraal Medisch Meldpunt. VerzuimReductie zal aan de hand van die verklaringen beoordelen of u medisch gezien kunt terugkeren naar Nederland. Deze verklaringen dienen gefaxt te worden naar VerzuimReductie. Toelichting Het is van groot belang dat bij ziekte tijdens vakantie/verblijf in het binnen/buitenland de bovenstaande voorwaarden strikt worden nageleefd. Indien u niet aan die voorwaarde voldoet, bestaat er geen kans op compensatie van de vakantiedagen. De verklaringen die moeten worden gefaxt zijn van essentieel belang voor het accepteren van het ziekteverlof. Anders wordt de ziekmelding niet geaccepteerd. U bent verplicht een oproep om terug te keren naar Nederland door VerzuimReductie op te volgen. Enkele namen van Centraal Medisch Meldpunten in diverse landen: National Health Care Engeland Caisse Nationale d‟ Assurance Maladie Frankrijk Algemeine Ortskrankenkasse Duitsland Instituut voor sociale verzekeringen Turkije
Personeelgids SWW
januari 2011
Caisse Nationale de la Securite Sociale Instituto Nacional de Prevision Caixa de Previdencia Irdyma Koinonikan Asphaliseon (I.K.A.)
Marokko Spanje Portugal Griekenland
U kunt de telefoonnummers en de adressen opvragen bij de gezondheidsinstellingen in de betreffende landen.
12
Bezoek behandelaar
In principe zult u moeten proberen om het bezoek aan een behandelaar buiten werktijd te laten plaatsvinden. Toelichting Bezoek aan een behandelaar is bijvoorbeeld: tandarts, huisarts, specialist in het ziekenhuis of fysiotherapeut. Mocht het echt niet mogelijk zijn dit buiten werktijd te plannen, dan zult u het aan het begin of aan het einde van de werkdag moeten plannen. De SWW zal uw loon doorbetalen voor de werkelijke duur van het bezoek tot een maximum van 1 uur. Voor een bezoek aan een specialist in het ziekenhuis geldt maximaal 2 uur. Op verzoek van de SWW moet u het bezoek schriftelijk kunnen aantonen en tevens kunnen aantonen dat u niet op een ander moment kon dan onder werktijd. Wanneer u met uw kind, familielid of andere personen naar een behandelaar moet geldt dit als verlof.
13
Arbeidsconflict
Conflicten tussen u en de SWW of met collega‟s zijn op zich geen reden om u ziek te melden. U moet in dat geval alles in het werk stellen om het conflict op te lossen. Mocht het conflict naar uw mening onoplosbaar zijn, dan dient u contact op te nemen met uw direct leidinggevende, de directeur of met afdeling P&O. Zij kunnen wellicht bemiddelen in het conflict of u adviseren het op een andere manier op te lossen. Toelichting Mocht een conflict ervoor zorgen dat u uw werkzaamheden niet kunt uitvoeren en het conflict is onoplosbaar naar uw mening, dan dient u dit ook met VerzuimReductie te bespreken. VerzuimReductie kan eventueel zorgen dat er wordt bemiddeld tussen u en de SWW. Zonodig kunnen er duidelijke werkafspraken worden gemaakt die schriftelijk worden vastgelegd. Volgt er een ziekmelding dan zal de bedrijfsarts een bindend advies moeten uitbrengen.
Personeelgids SWW
januari 2011
14 Ziekmelding als gevolg van spanningen in de privé-sfeer/ verzorging huisgenoten In principe zijn spanningen in de privé-sfeer geen reden om u ziek te melden. VerzuimReductie zal beoordelen of de ziekmelding wordt geaccepteerd. Bij ziekte van huisgenoten (b.v. kinderen, echtgenoot) wordt in eerste instantie verlof afgeschreven. Het is geen reden voor ziekmelding. Afhankelijk van de aard en (vermoedelijke) duur van het (tijdelijke) verzuim door medewerker vanwege zorg voor huisgenoten zal door de directeur, in overleg met P&O, per geval worden beslist hoe met deze situatie zal worden omgegaan. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hierover brochures. Deze zullen als richtlijn worden gehanteerd voor de te maken afspraken. Toelichting Mocht u toch niet in staat zijn om uw werkzaamheden te verrichten als gevolg van spanningen in de privé-sfeer danwel ziekte van huisgenoten, dan zal VerzuimReductie met u gaan kijken wat er wel mogelijk is.
15 Arbeidsongeschiktheid en bedrijfsfaciliteiten/bedrijfseigendommen Tijdens arbeidsongeschiktheid/afwezigheid heeft de SWW het recht om uitbetaling van eventuele onkostenvergoedingen stop te zetten. 16
Arbeidsongeschiktheid en hulpmiddelen/werkplekonderzoek
Eventuele werkplekonderzoeken en aanvraag voor hulpmiddelen in verband met uw arbeidsongeschiktheid bespreekt u met VerzuimReductie. VerzuimReductie zal advies uitbrengen aan de SWW. Toelichting De SWW neemt de uiteindelijke beslissing na overleg met VerzuimReductie. De beslissing in deze is bindend.
Personeelgids SWW
januari 2011
17 Sancties bij overtreding/niet nakomen van het ziekteverzuimreglement De SWW heeft het recht en de plicht om in geval van overtreding van het ziekteverzuimreglement of niet meewerken aan reïntegratie, passende sancties te treffen. Sancties dienen door de SWW schriftelijk te worden bevestigd. U kunt zich tegen eventuele sancties verweren door een gesprek aan te gaan of schriftelijk te reageren. Toelichting De Wet Verbetering Poortwachter legt bij zowel de werkgever als de werknemer een aantal belangrijke taken en verplichtingen neer. Beiden zijn verplicht om werkhervatting/reïntegratie te bevorderen. Mogelijke sancties zijn o.a.: - inhouden van verlofdagen; - dagen niet uitbetalen (onbetaald verlof); - een officiële waarschuwing; - opschorten of stopzetten van de loondoorbetaling; - ontslag. Redenen voor het overgaan tot sancties zijn o.a.: - niet op tijd of niet volgens de procedure ziek melden; - niet bereikbaar zijn (oncontroleerbaar); - niet op de door u aangegeven telefoonnummer(s) bereikbaar zijn (oncontroleerbaar); - niet thuis dan wel op het verpleegadres aanwezig zijn (oncontroleebaar); - niet verschijnen op de afspraak met de bedrijfsarts en/of verzuimbegeleide; - in een andere vorm niet meewerken aan reïntegratie; iedere overtreding van het ziekteverzuimreglement.
18
Regres/verhaal op derden
Als u in verband met uw arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden heeft u de verplichting om op verzoek van de SWW, door middel van een akte van cessie uw aanspraken tot vergoeding van schade tegen derden aan de SWW over te dragen. Toelichting
Personeelgids SWW
januari 2011
Als uw arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door bijvoorbeeld een ongeval waarbij de andere partij schuldig is, kan de SWW een deel van de kosten van uw arbeidsongeschiktheid verhalen op (de verzekering) van de schuldige partij. U moet dat melden bij uw ziekmelding en de bescheiden die nodig zijn voor dat verhaal aan de SWW overleggen.
19
Tot slot
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet neemt de SWW een beslissing. december 2007 de heer J.W.A. van de Laar directeur SWW, directeur-bestuurder SWW Holding BV, SWW Welzijn BV, SWW Organisatie BV en SWW Kinderopvang BV.
Bijlage 2 Internetprotocol SWW ARTIKEL 1 Werkingssfeer 1. Dit internetprotocol is van toepassing op alle personen, hierna te noemen „gebruikers‟ die werkzaam zijn voor de SWW. 2. Alvorens een gebruiker toegang krijgt tot internet heeft hij een exemplaar ontvangen van de personeelsgids van de SWW. Hierin staan de voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn bij de SWW. Het internetprotocol maakt hier onderdeel vanuit. ARTIKEL 2 Algemene uitgangspunten 1. Internet kent verschillende verschijningsvormen, waarvan e-mail en het World Wide Web (WWW, „surfen‟) de belangrijkste zijn. In de rest van dit document worden met „internet‟ bedoeld alle verschijningsvormen van dit medium. 2. Gebruik van internet is voor velen binnen de SWW nodig om het werk goed te kunnen verrichten. Niet correct gebruik van dit middel neemt tijd en capaciteit van mensen en apparatuur in beslag en kan schade veroorzaken aan ICT- voorzieningen, bedrijfsprocessen en/of producten; voorts kunnen daardoor bePersoneelgids SWW
januari 2011
3.
drijfsgeheimen uitlekken en kunnen onderneming en personen in diskrediet worden gebracht. Tegen de achtergrond van deze risico‟s wordt van gebruikers professioneel en integer handelen verwacht.
ARTIKEL 3 Internetgebruik 1. SWW biedt gebruikers via het eigen netwerk toegang tot het internet door middel van een gebruikersidentificatie (inlognaam) en een wachtwoord, die persoonsgebonden zijn en dus niet aan anderen mogen worden verstrekt. Aan de gebruikersidentificatie zijn autorisaties verbonden, die bepalen over welke functionaliteit de gebruiker beschikt. Het is de gebruiker niet toegestaan om zich op andere wijze toegang te verschaffen tot het systeem en daarmee het internet. 2. Iedere gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de naleving van de in dit internetprotocol gestelde richtlijnen en regels en dient op een verantwoorde wijze om te gaan met informatie die hem via internet bereikt. 3. Internet wordt aan de gebruiker voor zakelijke doeleinden beschikbaar gesteld. Het gebruik is derhalve verbonden met taken die voortvloeien uit de functie. 4. Incidenteel en kortstondig gebruik van internet voor privé- doeleinden is toegestaan voor zover de werkzaamheden en/of de gebruikte ICT-voorzieningen daardoor niet worden gehinderd en de in dit internetprotocol gedefinieerde regels worden gerespecteerd. Privé gebruik van internet dient niet gezien te worden als werktijd en dient ingehaald te worden (idem als bij het roken). 5. Het gebruik van internet is niet toegestaan: voor commerciële doeleinden anders dan voor de SWW; om berichten te versturen met een pornografische, racistische, discriminerende, beledigende of anderszins aanstootgevende inhoud; internetsites te bezoeken die soortgelijk materiaal bevatten; om deel te nemen aan kansspelen en te gokken; om mee te doen aan funsites zoals Msn, Hyves, Twitter.
Personeelgids SWW
januari 2011
om zich ongeoorloofde toegang te verschaffen tot computersystemen („hacken‟); om (muziek- en film)bestanden te downloaden voor privé gebruik; voor enig ander onfatsoenlijk, onverantwoord of onwettig doel. 6. SWW behoudt zich het recht voor met technische maatregelen de toegang tot bepaalde sites te blokkeren, de inhoud van berichten te filteren en bepaalde typen bestanden tegen te houden. 7. Het bepaalde in 3.5 is niet van toepassing indien de gebruiker, in het kader van de uitoefening van zijn functie, genoemde activiteiten dient te kunnen verrichten mits deze niet in strijd zijn met de wet en niet schadelijk zijn voor de ICT- voorzieningen. Hij heeft hiervoor per opdracht goedkeuring van zijn leidinggevende nodig. 8. Het downloaden, installeren en aanbrengen van welke wijzigingen ook aan hardware, software en applicaties is voorbehouden aan de ICT- beheerafdeling. Derhalve is dit de gebruiker niet toegestaan, tenzij per keer opnieuw vooraf toestemming door de ICT- beheerafdeling is verleend. 9. Vertrouwelijke bedrijfsgegevens mogen niet zonder toestemming van de directie door de gebruiker aan derden worden verstrekt en dan nog alleen indien zulks voortvloeit uit de uitoefening van de functie van de gebruiker. Digitale verstrekking is alleen toegestaan wanneer de verstrekking op papier ook geoorloofd zou zijn. De kans op fouten bij digitaal verspreiden, met name bij het gebruik van e-mail, is aanzienlijk en van de gebruiker wordt derhalve uiterste oplettendheid vereist. 10. SWW behoudt zich het recht voor om aan verstuurde e-mails een disclaimer toe te voegen. In deze mededeling worden alle ontvangers en in het bijzonder ontvangers van verkeerd geadresseerde berichten gewezen op hun plicht zorgvuldig met de ontvangen informatie om te gaan. 11. Op datadragers zoals geheugensticks en/of andere opslagmedia mag geen gegevens van anderen “met uitzondering van de gebruiker” worden meegenomen. Meenemen van deze gegevens mag alleen met toestemming vooraf van de leidinggevende. Ver-
Personeelgids SWW
januari 2011
lies van een datadrager dient altijd terstond te worden gemeld aan de leidinggevende, en de ICT- beheerafdeling, met vermelding van de opgeslagen gegevens. ARTIKEL 4 Registratie en controle 1. Binnenkomend en uitgaand internetverkeer wordt gecontroleerd op virussen. Het merendeel van de virussen wordt automatisch tegengehouden en verwijderd. Indien toch een virusmelding op het beeldscherm verschijnt, dient de ontvanger dit direct te melden bij de systeembeheerder en het werken op de pc pas te hervatten na toestemming van de systeembeheerder. Indien de systeembeheerder niet aanwezig is kan, na toestemming van de directeur, contact opgenomen worden met het ICT bedrijf. 2. Rapportage over internetverkeer vindt plaats op het niveau van getotaliseerde verkeersgegevens die niet zonder meer tot individuele personen zijn te herleiden. 3. Analyse en controle beperken zich in beginsel tot deze verkeersgegevens. 4. Bij een sterk vermoeden van overtreding van regels door een gebruiker of een groep van gebruikers kan gericht worden gecontroleerd. 5. Slechts bij zwaarwegende redenen vindt controle op de inhoud plaats. 6. E-mailberichten worden behandeld als post. Inhoudelijke controle van e-mails vindt alleen plaats als er een sterk vermoeden is dat de inhoud in strijd is met dit internetprotocol. 7. In overige gevallen is het lezen van e-mails door een ander dan de gebruiker alleen toegestaan indien de gebruiker daarvoor toestemming heeft gegeven. 8. E-mails van leden van de ondernemingsraad onderling, van bedrijfsartsen en andere vertrouwenspersonen zijn in beginsel uitgesloten van controle. Dit geldt niet voor de controle op de veiligheid van het berichtenverkeer. 9. Registraties en rapportages worden bewaard zolang dit noodzakelijk wordt geacht voor de uitoefening van de taken door de systeembeheerder.
Personeelgids SWW
januari 2011
ARTIKEL 5 Rechten van de gebruiker 1. De gebruiker heeft het recht kennis te nemen van het soort gegevens dat over het internetgebruik wordt vastgelegd. 2. De gebruiker heeft het recht op inzage in de over hem in het kader van het onderzoek naar een vermoedelijke overtreding verzamelde informatie. 3. Indien de gebruiker van oordeel is dat hij in het kader van dit internetprotocol benadeeld is, kan hij in eerste instantie een beroep doen op de directeur en, indien geen akkoord, uiteindelijk op de klachtencommissie. ARTIKEL 6 Sancties 1. Bij overtreding van dit internetprotocol kunnen, afhankelijk van de aard en de ernst daarvan, maatregelen worden getroffen. Hierbij gaat het om disciplinaire en arbeidsrechtelijke maatregelen, zoals intrekken van internetrechten, waarschuwing, overplaatsing, schorsing, beëindiging van de arbeidsovereenkomst en aangifte bij de politie. 2. Schenden van de vertrouwelijkheid met betrekking tot de geregistreerde informatie, de onderzoeken en/of de conclusies daarvan is een zware overtreding van dit internetprotocol en wordt als zodanig behandeld. ARTIKEL 7 Slot 1. In gevallen waarin dit internetprotocol niet voorziet beslist de directeur in samenspraak met de ICT- beheerafdeling van de SWW.
Personeelgids SWW
januari 2011
Uitgave: Stichting Welzijn Winterswijk 2011
Personeelgids SWW
januari 2011