1
1 Inleiding
1 INLEIDING Waarin je kennis maakt met een grote verscheidenheid aan computers
.
1.1 General purpose computers Noteer de computertypes in de juiste categorie:
de server van het schoolnetwerk
een GPS-toestel
een spelconsole
een smartphone
de computer die een kerncentrale bestuurt
een werkstation in een computernetwerk
de computer in een wasmachine
een tablet computer
een rekenmachine
de boordcomputer van een auto
General purpose computers
Special purpose computers Specific purpose computers
21
www.sleutelboek.eu
Op welke punten verschilt een laptop van een desktop computer?
Een laptop beschikt niet over een numeriek klavier. Beeldscherm, toetsenbord en systeemeenheid zitten in 1 behuizing. Muisbesturing gebeurt met een touchpad. Een laptop heeft geen aansluitingen voor randapparaten. De kwaliteit van de geluidskaart is veel lager. Een laptop kan zonder netstroom dankzij een batterij. De manier waarop een processor in een laptop werkt is fundamenteel anders. Je kan een laptop niet uitbreiden met een krachtiger grafische kaart als je dat wil. Laptops maken gebruik van andere besturingssystemen. Laptops verslijten sneller dan desktop computers.
Lees de teksten op blz 11 en 12 in het boek. Noteer in enkele kernwoorden de typische kenmerken van elk computerype.
3
1 Inleiding
1.2 Computers in netwerken
stand-alone computer voordelen
nadelen
netwerkcomputer
41
www.sleutelboek.eu
1.3 Mainframe computers
Van wanneer dateren de eerste mainframes?
Waarom werd de term mainframe pas sinds de jaren 1970 gebruikt?
Wat is het fundamentele verschil tussen een mainframe en een computernetwerk?
Leg aan de hand van dit schema het begrip “lock-stepping” uit.
1 Inleiding
Ga naar de Sleutelboek website Open de pagina 1.3 Mainframes Open onder het titeltje “Oefeningen” de tekst “Mainframe uit de gratie in Benelux”
Op welk gebied denken organisaties uit de Benelux dat mainframes minder efficiënt zijn?
Waaruit blijkt dat mainframes in de Benelux uit de gratie zijn?
Zoek op: wat betekent "gedistribueerde dataverwerking"?
Welk probleem stelt zich op het gebied van personeel?
Wat zou de mainframe aantrekkelijker kunnen maken?
5
61
www.sleutelboek.eu
Ga naar de Sleutelboek website Open de pagina 1.3 Mainframes Open onder het titeltje “Oefeningen” de tekst “Meer mainframecapaciteit nodig door cloud en mobiel” Waarom verwachten zes op tien bedrijven een uitbreiding van hun mainframe-capaciteit?
Zoek op: wat betekent "private cloud"?
Waarom zijn mainframes zo interessant voor cloud-toepassingen volgens Rich Ptak?
1 Inleiding
1.4 Veiligheidsaspecten bij pc-montage Hier vind je vijf pictogrammen met betrekking tot de veiligheidsaspecten bij PC-montage. Noteer bij elk pictogram de betekenis:
7
81
1.5 De binnenkant van een computer
www.sleutelboek.eu
1 Inleiding
1.6 De werking van de computer
Plaats de verschillende stappen van de werking van een computerprogramma in de juiste volgorde. Plaats de nummertjes bij de juiste pijltjes in het schema. Als het programma wordt afgesloten, wordt het uit het werkgeheugen gewist. De gebruiker geeft de getallen in waar het programma om vraagt. De processor haalt de getallen die de gebruiker heeft ingegeven uit het werkgeheugen, en berekent het resultaat. De processor haalt het programma uit het werkgeheugen, en begint met de uitvoering ervan. De processor stuurt de nodige instructies naar de grafische kaart, die ervoor zorgt dat de interface van het programma op het beeldscherm wordt weergegeven. Het programma wordt van de harde schijf gehaald, en wordt in het werkgeheugen geladen. Het resultaat dat in het werkgeheugen staat, wordt op de harde schijf bewaard. Het resultaat wordt bewaard in het werkgeheugen. Het resultaat wordt weergegeven op het beeldscherm.
9
101
www.sleutelboek.eu
invoer
verwerking
3, 8
vermenigvuldigen
88
12, 3, 88, 45, 19, 54
vierkantswortel
eend, aap, koe, beer
6
alfabetisch sorteren
Ik ben niet van steen.
Ik niet steen ben van.
18 24
uitvoer
breuk vereenvoudigen vertalen naar Engels
Computers are useful
8
48, 64
Noteer de nummertjes van de volgende acties uit computerprogramma’s in het juiste vak. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Een grafiek maken in een rekenblad. Een online formulier invullen. Een document afdrukken. Een mp3-bestand beluisteren. Een telefoonnummer intoetsen in Skype. De gegevens in een databank sorteren. Een joystick bedienen op een spelconsole. Een document inscannen. Verschillende losse videofragmenten monteren in één filmpje. Een presentatie afspelen voor een publiek.
invoer
verwerking
uitvoer