1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
1.
1 IK dit ben ik! op school ik jij hoe gaat het? goed goed, dank je en met jou? met met mij ook hoe heet jij? ik heet… en jij? hoe spel je dat? jouw jouw naam de naam ik ga dag! tot later tot doeg en heel goed vragen mag ik…. iets echt dit dat tot morgen het huis ik kom uit... ik woon in… het lievelingsdier 2 JIJ aan de telefoon
1 ر
... !"##
$#
%& ' %() %* +( # %* ,( -! (.
(/ 0 1 2$/ 3 -, # 45 %-6 / 7) 8(/ 9
2 :(# %(#
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
goeiemorgen met lukas sorry... wie ben jij? ik zit in jouw groep dit jaar WAAR ik woon in hoe zie je eruit? de ogen het haar kan niet- kan wel niet zo…. sportief ik kom uit het broertje het zusje mijn wat zijn je hobbies? ik doe heel veel voetballen ik ben sportief hoe ga je naar.. de school met de auto op de fiets mijn vader hij brengt mij ik zie je maandag tot maandag waar woon jij? maar wat doe jij? wat doet Anoek? wat doet zij? wat doet hij?
; <= >
#
$# )! / >(! 3 ?-= / "@ $ $ A ... > %-6 ,= BC D,= ;C #
# 4$/ -! E %-+ D '$ '# - D F !- F 9- (=
E& E& % # 8/ 7$# 9 4$:# 4$:# 4$:# 4$:
41. 42. 43. 44. 45.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
wat zie je? de kleur hoeveel is dit/dat? een sportieve jongen muzikaal 3 MIJN FAMILIE dit is mijn familie in de bus hoi hoeveel lang-kort blond het haar welk welke kleur haar blond klein jouw familie hoe ziet … eruit? dik-dun geen de snor het baardje geen… maar wel een… ze draagt de bril de grote bril de rode bril eigenlijk hoe oud is hij? zij heet… hij is… jaar. hoe heten ze? je broers nog ze heten… ik weet het niet 12 jaar ja-nee
9# ( 3 \ --) ' +
3 #(.) 3 >#C / %() %* =6 \ 4F + $ $ + ,=
#(.) ... "@
H -! A ' 6 ... -! ... -! A $ D@ # $ D@ D $ D@ $ D@ 6 / ) ... " ... 3) %". ; 45 A %".
) A 12 A \ %$
34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
de jongen-het meisje zijn ze oud? niet.. ,maar ook niet... Engeland ze wonen in.. wat? hoe? wie? prettige dag! opa-oma vader-moeder broer-zus oom-tante neef-nicht hoe oud? een dikke neus zijn haar van mij, van jou van hem, van haar goed of fout Nederlandse les 4 MIJN VRIENDEN je vrienden bij Daan thuis je hoe zien ze eruit? sproeten haar ogen zo de vriend de vriendin mijn vrienden in de klas wat doen jullie? samen de muziek computer-spelletjes wanneer zie je hen?
D#: H - % 4
... > ... > #(! ... / $ % -$ % D-! H -! %C H 'C ;C H BC ;H(%$) 4; ;C BC H ;C BC $ D 8( "(
( ( "( 8( F; 0= -" ,( >-
4
.6-= 85 / - -)
( %"( 7 ")
?-= +-= .6-= 4=: / ($:# + # '$ % #
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
elke dag tot en met vrijdag in het weekend ken je…? ik ken… al nog niet jouw vriend zijn vriend op op school op zaterdag hoe lang...? heel lang sinds een jaar twee jaar ik zie mijn vriend ik zie hem wanneer? winkelen sporten de eerste de tweede de derde donker-licht mooi-lelijk kort-lang dun-dik hoe? wie? ik jij hij zij wij jullie zij
% 4 F+ 3 # F+ 3 $! MC " ... $# 4 ... ) N 46 46 -$ >
+-= 8+-= / ?/ - / % / D- (F D- D- # +-= 9 3 # * D5 5 4C E OE H %*@ '$= 4F H =6 ;# @(P %# %
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
5 ONZE SCHOOL onze school is leuk de kinderen om... uur half negen eerst, dan ik zit in de derde. hoe laat..? begint de school? het vak natuurkunde biologie Nederlands Engels Frans Duits Spaans gym(nastiek) aardrijkskunde geschiedenis handarbeid rekenen/wiskundemaths schrijven lezen ‘s ochtends ’s middags na de pauze daarna muziek aan het eind van de dag soms krijgen de tafel de stoel de les veel
5 #- 4:FC ... ) /
= E )
-$ 4C EE / ... 6 - - 4 D- $F %() C %() -" ,( 5(!& ,( : ,( C ,( C ,( '$C /,! Q# - 4)C # \ ' # D+ <= / "@ / -$ #& D#/
-$ + " -) % 4= D-. >- E
39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
het huiswerk huiswerk doen een uur per dag het raam de deur het bord de muur de pen het schrift het boek de gum de puntenslijper de lineaal het potlood het papier de leraar-de lerares pak je boeken ik kan ..niet vinden binnen-buiten ik eet ik ga mag ik…? 6 HOBBIES waar hou jij van? in het park lekker lekker weertje …,he? zullen we...? zullen we gaan skaten? ik vind... ik vind het…. niet ook al weer puzzelen we vinden het leuk allebei kun je.... kun je het goed?
45 D 45 - ! -# % D- ) D/ ' D F. %(6 '# D %(+ DF R= %(6 ? - H >- '# ... () E$ % S; / H 4;- / 4 ' 0# 4
6 " # # C $ +- / #
F ! ... 4+$ P ... %+ 4 ?( 5# %+ 4 ... -+#) ... -+#) > 9; D D5 5, :F 3 -! E& * ... 4 -! 4
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
ze kan het beter ook laten we... de hobby ik hou van… ik hou niet van… hou jij van…? ik hou van spelen. ik wil... brandweerman huisvrouw schoenmaker mijn schoenen kapot de korting de prijs vanmorgen vanmiddag vanavond ik luister naar muziek ik speel gitaar ik speel drum wat wil je worden? en jij? ik wil piloot worden de kat worden mijn favoriete hobby zwemmen tennissen lezen chatten klimmen knuffelen dansen mailen fietsen rennen de chocomel
-! " ... ?.) # P %+ " ... ' ...' A ... ' # 4 '$( ' ... - ? 1/F 4! 45 D- C = # T:;# $ <= "@ + # DE+ '$ (F '$ 4+# / # -# F - F+ (: # ># D+ - D O- # ?(# ?) R6 #& ( !- ' 9!
56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
de bloemen het kadootje het feestje ik heb er zin in ik heb er geen zin in 7 ONS HUIS welkom op het station ik ben aan het wachten wachten op de trein in het centrum vlakbij dichtbij het museum het park bij het huis ons huis jullie huis de kamer de kamer is... ik woon, wij wonen de verdieping het appartement de flat de tuin achter, voor naast de garage de woonkamer de keuken het toilet, de wc de hal de slaapkamer de badkamer de eetkamer rondom op de eerste verdieping dichtbij-ver weg
5 -" (:
'P
'P A
7 -- F / @# F+ 4= @# - 5 / '+ 6
# $ +- -) 45 5 %5 /, ... /, 7$ 7) ?F - ?-/ / <! + + +- %C (; '! S! >(! D! QF 3 D- ?-: 4+#& )6 % /P % %$F /P 4 4C - / -$ H 6
34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
boven-beneden op-onder licht-donker oud-nieuw smal-breed warm-koud mooi-lelijk duur-goedkoop de straat het winkelcentrum het meer tegenover hier, daar de snelle de auto van mijn vader de droom in de buurt van het dorp het konijn ik zit aan tafel ik heb honger ik ben aan het eten wat is hij aan het doen? koken op de bank de supermarkt boodschappen doen 8 MIJN KAMER in de pauze wat voor heel mooi links-rechts tegenover het ligt liggen de wastafel de spiegel erboven het balkon
4: H () # H () %*@ H --! H %-6 T) H ? - H 1/06 H 4! R; H P M * 5 D >$
9- "( # D %( 6 + 'C D-.( # -$+ () >(! M! $ %$F 4# 4$: QF () 4 ?# %+
8 #& D#/ / 'C ,( 4! H 4 - () ) () M T D ?/
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
de slaapkamer het speelgoed het bed de kast de kleerkast de boekenkast duizend het tafelvoetbalspel de spullen niet zo groot de hangmat de bank de la de broek de trui de bloes de rok de jurk de boekenplank geen... maar wel een… het bureau daaraan ik chat soms met mijn vrienden de poster overal de popgroep de hond aan de muren de klok het dartbord in het midden in de hoek hoog-laag het schilderij het bad de w.c. de zeep
% D! 4:FC '$ 7: 'A- >* 'A'# 'A %-+ D $ D- C " > % ?($ ! := S- 4 (F /( 9-= R+ 'E # # = (! #: '# ... ... > '# () O- # .6-= ?=( F. *) C ! / , )! '( F. () F. ) %"C ? F / = () T:; H :# % % 3 D=
51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
de mand de grond de plantjes de achtste je jij je kamer jouw kamer de spelletjes de kleren 9 ONZE BUURT gezellig de buurt op straat oost, west aardig de buren de mensen meneer-mevrouw uit Suriname het zoontje een beetje vaak in de zomer alle in wat voor buurt? woon jij? het skate-park de familie ...wonen zij? met hen de winkel het internetcafe de telefoonwinkel de bioscoop de bakker de pizzeria de kapper
( TC D,= # E
$#
#!
$# D! @ ; '$ >*
!" # 9 ( F M / ', H ? '" ! > D- H - % ,= & 4(6 P
= / ! 8/ 7$# 9 U(E () ?( 5# +F (.$ $ 4... %"$ 4 #& * "+ :(# 4 * )6 5; 5# 4 ?*
29. 30. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5.
het cafe de boekwinkel wanneer ga je daarheen? de vijver de fontein de bioscoop ga je? maar elke zaterdag boodschappen doen Turks de stad ik niet maar mijn moeder wel het park in op de hoek aan ‘s avonds de stille buurt weinig-veel het verkeer het hondje de brievenbus de tuin de prullebak van wie is dat? mijn kat jouw hond zijn vis haar paard 10 IN DE WINKEL de telefoonwinkel aan de balie de verkoper dames en heren wie is er aan de beurt?
"+ '# 4 # '# 4 D,= D 3 D/ * )6 '# 4 % 4 5* ! # - A +/ $ +- / = () -) / 3- 9 E H 4(6 *= ,= '( - ?-= +- *" ) ( #F6
( 8 $# 8(# 9 =
%# 10 :(# 4 5; . #- #- - 8()
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44.
ik ben aan de beurt goeiemiddag waarmee kan ik je helpen? zeg het maar. verkoopt u ook...? het zakje voor om de mobiele telefoon wat voor een grote, een kleine dit is hem de grootste heel klein zilverkleurig, goudkleurig deze is wel okee doe maar deze ook nog… de telefoonkaart het beltegoed ik heb geen … meer dat is niet duur alstublieft alsjeblieft wil je een klein tasje? ze zijn van papier goed voor het milieu! ze zijn gratis. bedankt een prettige dag hetzelfde tot ziens wat wil je hebben? een pakje kauwgom erbij tot de volgende keer ja, graag hij is niet aan de beurt ik begrijp het niet
() - %() %* #-) O- 46 ... %+# 4 ,= > % 4 4 M ,= %! %! ,= ' : ?/ F) :(# ? # :(# -= 6*F ... 9-) > P >
(/ 4:# ,= > () 4=; -# 4 ? )= % .( ! "() 4= 3 -$ % # +F +( 8() 4= -# () /& -+ D / +( 8(/ %$ 8() > - %"/ A
45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
ik weet het niet een batterijtje kopen-verkopen de oorbellen wanneer ga je? naar de supermarkt de muziekwinkel de drogist de fles de kadobon de koek de microfoon de doos het pak de koptelefoon de aspirines de tandeborstel 11 IN DE STAD ’t is druk in de stad in het centrum op de fiets het brood de boter de kaas de eieren de melk ik denk dat we zijn klaar de auto’s de bussen de vrachtwagens de mensen op zaterdag op zaterdag is het druk altijd die man rijdt veel te hard ze steekt over
) A D,= D- F H 9# +( '# # + 4 D5! DF) - 5; !!5 -" = / ?-= C () 4 = / C C /
' 11 % -5 - / - F / !- () 5; D-5 ! T ( #/ 5! #C > % % -5 % .D -+ 4! D ) ?F $#
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59.
heel langzaam ze ziet hem niet daar komt een auto net op tijd hij heeft haar gezien wat gevaarlijk waarom? waarom zijn er geen stoplichten? hier, daar laten we naar huis gaan zo volgende keer ik neem de tram zwaar-licht ik woon liever in een dorp ik woon het liefst in de stad veel te zien te druk er rijden auto’s er lopen mensen hoe komen ze naar de stad? op straat de etalage het kantoor bij het stoplicht er zitten vier mensen in de auto het stoplicht staat op groen er staan bomen er zit een oude man op een bankje het zwembad mooie auto’s ik ga met de bus ik ga op de fiets ik ga lopend ik neem de tram ik hou van de stad ik ook ik niet
-- F 3# % -6 D @ ; / "#V 8 F; -!# A
45 ' ) -+ D %# '
:; H 4+E + / 7$ 4/ - / 7$ 4/ C E D- -! 5 D-6 $ > - M / #: 4 D/ 4$ D- D -) D / R; $ >(! ; D <= ! -! 4! >(! () % (! >#C ' !- ' ' %# ' - ' - ' - ' A
60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
ik ook niet 12 DE WEG VRAGEN weet u de weg? in het park weet u waar ... is? zie je de brug? je gaat de brug over dan rechtsaf-linksaf de eerste straat de tweede straat de derde straat aan je rechterhand aan je linkerhand aan het eind van de straat het voetbalveld dus.. rechts-links niet... maar... bij het station de meisjes-de jongens zoeken jullie iets? kan ik jullie helpen? is hier ook een… ? wat willen jullie? het tropische bad geweldig het bubbelbad de glijbaan willen jullie lopend? het openbaar vervoer we zijn lopend we kunnen de tram nemen jullie kunnen lopend het is dichtbij-ver weg jullie lopen na honderd meter rechtdoor het kruispunt
- ' A
() * %+ 12 ?F $# 4 $ +- / ... -! $# 4 9 9# 4 9 )
-$ 4 () H () M 4 M E M OE () 4 () M " -) %-+ D '$( 4 H ... ... > -- F -) = H 1 ) E # 4 %#-) 4 ... -! 4 %# -# D ?F . 5 % 5# 3 )+: -5 % ?( 5# < %- 4 $ *= 4. %# ' % -! -$ H '6 +# %# # . -$
F:# * F+# F+
38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
bij het kruispunt rechts daar is het pardon sorry ik zoek het skate-park weet u waar dat is? in de buurt het spijt me het postkantoor tegenover wil je naar het postkantoor? weet u misschien waar...is steeds maar rechtdoor na vijfhonderd meter het zebrapad de rotonde waar is...? in de buurt je moet terug je gaat over de brug je steekt het zebrapad over je gaat het kruispunt over je gaat de rotonde over 13 HET PROBLEEM het probleem op het politiebureau ik ben bang ik ben bang dat mijn tas is gestolen gisteren hoe ziet de tas eruit? hij is heel mooi het is mijn favoriete tas hij is van echt leer wat zit er precies in? mijn portemonee de chipkaart de digitale camera het pakje zakdoekjes
F+# F+ -) -=+
# #) ?( 5# O $# 4 -$ >
# - '# " - / - '# 8!# -# 4 ... -! %($# 4#
F:# * # # .; -$ 3 ) .- F+# F+ ... -! -$ > M! () , 9 $ %6 3 ?F $ %6 F+# F+ $ %6 .- F+# F+ $ %6
' ,- 13 ( F 4! '# /
.; O- .; #+ 6 > "( -! (! (: #+ (=C -(! )= F + # -+ @: > #& ' 4#!- =# 6 4- 5
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54.
de kam de lippenstift de fles water waar heb je de tas gezien? voor het laatst misschien je tas is niet gestolen een man heeft hem gevonden op een bankje hij heeft hem gebracht hierheen vanmiddag aardig ik ben blij hier heeft u tien euro ik ben mijn portemonee kwijt! kalm maar. gaat u maar zitten even ik weet het niet meer de pinpas mijn paraplu is weg! weet je het zeker? de tas is van katoen het tijdschrift de sleutelbos de handcreme wat zit er in jouw tas? waar ga je naartoe? als je tas gestolen is, dan... wat zegt de politieman? ik ben verdwaald! waar wil je naartoe? hoe laat gaat het bureau dicht? ik heb een foto gemaakt ik heb.. gedaan gezien waar zijn we geweest? vorige week
$ F S %(6 3: M= 3 !!5 + D ; 5.! ?# % #+ + 2! -! () W %6 "@ '" D) 4! F) -+ @: > -+/ - >(! 4:# @ = ) A -+ () 4= ( > (@ -+/ ! -# 4 F+ )= + (! 0#: 5 9-C %$# D:= D-5 + # 8= -# 9 ... W/ 6 #+ F 4! 4+ ?F -+/ 8 4= -# 9 '# ?(P -$ /,#/ D= 4$ 6 ... 4$ 6 8 9 MC
55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
gevraagd vragen aan (de man) gefietst ik ben moe ik ben verdrietig we hebben honger 14 ETEN EN DRINKEN uit eten het pannenkoekrestaurant we willen graag de pannenkoek eten we hebben niet gereserveerd er is plaats wilt u.... bij het raam zitten gaat u hier maar zitten. hier is de kaart wat wilt u drinken? wilt u iets drinken? een biertje een chocomel de keus gemaakt de spek één met rozijnen ik heb gehoord dat.. het toetje het fruit voor mij voor mijn pa tien minuten later een half uur gegeten het was heerlijk vooral
'(F 4! "! (.C !- '$# > 5 M! >
.- %,/ 14 45 S; %$F 4# A5 !F $ %$F A5 !F $ 4 ?# A5 !F $ %$F 4# 5! 6 -!# ... - 4 D/ '! >(! >(! >(! (:# %$F (#; .6 3 . '# -# 4 3-# 9 %$F D ' -# 4 ( () 4= -# 4 #;& 4$ 0( 5; % -
:! '$ ... $ ( 8: -( ?.6- D) 6 D#/ -$ ) = 4 4C %$F ==;
33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
mogen we de rekening? u wilt betalen laat de rest maar zitten het dagmenu lekker duur wij nemen het dagmenu kunnen wij hier iets eten? wanneer ga je naar een restaurant? bak doe schep wacht eerst daarna de pan ik vind… lekker omdat… de vork het mes de lepel de groente het fruit de melk het vlees de vis de patat de aardappels 15 OP REIS met de trein aan het loket weet u.... hoe laat de trein vertrekt over tien minuten elk (half) uur nog maar vanaf welk spoor? het kaartje
' F) ! ' /- -# 6 Y( @:# % " =; ! 3 D P % " =; ! ; %$F 4# 4 %$F '# # = 4$/
P @# 4C
-$ ( %$F 8#-! C +($ ; 8: ( (
>FF >FF
0 15 F+ F 5; %($# 4 -$ F+ D-, ?.6- D) -$ ) = 4 F+/ 45 A F 9 D#
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49.
de enkele reis het retourtje helaas kleiner genoeg kleingeld hoe kom ik bij spoor 11? de roltrap na vijftig meter net voorbij de kiosk naast de boekhandel nu ik moet rennen rustig aan nog vergeet...niet het retour elk uur over tien minuten de trein naar brussel de hal de trap naar links-naar rechts wel eens met de trein met de auto met het vliegtuig ik wil graag… wil je...? wachten je hoeft niet hoef je niet...? Vaak Vaker het vaakst laat
'( ( M! '( ( @ V ,= / + ((+ -$ ($ 11 %6 F 4= ." %( # ; -$ D=6 D#/ -P
'! '# 4 N () , 9! '=)C V- V-" ) 45 A ... # A M! ) 4 ?.6- D) -$ 4 8!# F+ )+ %( H 4 O- F+ F D F DF F -! 'P ... -# 4 @#&
() , A ... () ,# A 4 # M6 E C E ;#
50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
later dan de laatste trein ik wil ik moet ik mag ik hoef niet ik kan moet ik…? mag ik...? hoef ik niet te…? kan ik...? 16 UITGAAN samen naar de film die van zeven uur als het kan boven beneden op het balkon in de zaal wat willen jullie? doe maar... meteen naar binnen gaan jongens wat kopen een beetje de rij loop maar mee hier is het precies kunnen jullie…? de mobiele uitdoen veel plezier! half acht nog de korting
;# F6 ; - () , 0 () , A ... () , 4 ... 0 4 ... () , A 4 ... 4
12 16 %(: D- ' $ ) - 9 %(: ?/ # ( / = / %# -# ... 4$ %6 / 4;- ' 2(6
= 9 -!# F ... % 4 /( (; 6C -$
= $ 45 A T:;#
28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5.
nog geen twaalf achterin voorin welke film draait er? we gaan naar de film vanavond binnenkort waarom? ik wil… gaan zien met wie? de vriendin de prijs tot het begint om… het eindigt om… de pauze te koop het huisdier jonger dan de pauze duurt... gisteravond we hebben gekocht we hebben gedronken we hebben gezeten wat staat in de mail? om te... …toch? als.... dan... met zonder nog nog niet al 17 GEZONDHEID bij de dokter wat is er aan de hand? ik voel me niet goed. ik heb pijn in mijn hoofd. sinds wanneer?
) E ) 46
(; / %C / T$ 9 %(: %(: D- ' D=6 D#/ 4*; / ... D- ' - +-= $ # ... ) - ... ) "# #& ( T$
,= ... "#- #& > 8. 6 3 ' 6 - -6 #& 9# ... ' ... %P ... O- ... F - 45 A A N # N 46
'# 17 'F -) ( . # $ > / % 9-) #
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43 44.
een maand ongeveer altijd ik heb last van de pijn heel vaak meer in het weekend het begint al op vrijdagavond ga je naar buiten? ik zit op voetbal want ik train twee keer per week sporten gezond slaap je goed? ja, maar.... rond half twaalf op je brood tussendoor de chocoladepasta lekker veel eigenlijk best vaak een patatje de kroket de vette snack eerder naar bed misschien dat helpt en verder? minder vet als dat niet helpt kom maar terug over twee maanden
- " .% ) 4 C E / E MC " (F) / + -# $! % / 45 S; '# 4 %-+ D $ 9- / ) C # MC # = - %# 4 ... %$
= ) - ) 5; () ; 8#A D-5 D 6 / 4 C E / >FF - D=# !
46 7: 4# -) -$ 46 % -) % 9; D " -$
45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
je arm is gebroken het ziekenhuis de buikpijn de tandarts nooit haast nooit af en toe, soms meestal heel vaak altijd doe maar vandaag gisteren lopen rennen slapen 18 VAKANTIE bijna de vakantie op weg naar huis nog maar vier weken ik ga niets doen helemaal niets ik geloof... ik ga alleen slapen ga jij nog weg? wij gaan griekenland mijn ouders aan zee die hebben gehuurd het eiland op een eiland dichtbij ken je het? ik ben er geweest nog nooit ik denk… hoe gaan jullie?
) :# D-$ %C C 'F - A ', / ; ', / C E / .8($:# () ?/ % > 9! %
34/ 18 +# D5!C 45 ?F / $ @# , 1 9 4$ %6 6*F 1 9 4$ %6 -+#) 9- %( ' ' 5) / 4 ' D- - () 3!.# %# 9 D5! D5! / 6 3 $# 4 6*F A #/ #
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60.
vliegen we huren eerder dingen wandelen in de bergen ik denk dat... we gaan niet op vakantie met ons mee dat zou te gek zijn ik zal het vragen duitsland met mijn familie met de caravan waar naartoe? naar welke regio? werken opruimen ik ga jij gaat hij gaat zij gaat wij gaan jullie gaan zij gaan ik ga tennissen jij gaat vliegen hij gaat zwemmen Engeland Frankrijk Belgie Duitsland Spanje Italie Marokko Turkije prettige vakantie! Expressies
D.F !.# + C # 4! / ... #/ ' D5!C E $ = 8E- ?-=# '$= 4V %6 #(.() ) F 9 +F 9 4$ ?# Z; ' '# ' '# ' # %# % ># '$( ' D.F : %+# %:# #(! / !( F , ( # F D5!
"5
! Beter! Beterschap! Chill! Dag! Dank u wel! Doe je best! Doeg! Echt wel! Eet smakelijk! Fantastisch! Gaaf! Gefeliciteerd! Geen zorgen! Gelukkig! Geweldig! Goed geDaan! Goed idee! Goed zo! Goeiemorgen! Goeiemiddag! Goeienavond! Graag! Hallo! Hoi! Interessant! Klaar! Komt voor elkaar! Kijk eens! Kijk uit! Lekker! Let op! Leuk! Moet je zien! Natuurlijk! Oeps! Perfect! Prettige dag! Prettige avond!
! : '!$# *) ! ! : \ ! =) ]- <# ;# ! %() %* ! E ! $ / 4 4 ! %() %* ! 2$/ ! : " ! 5# ! ! ! % 4 # A ! @ ! %@) ! -! 4) ! D5# D/ ! ! ; <= ! %() %* ! ; ! ! ! %* ! %#& '! ! 5! ! '(F ' 35"! %# ! 2E @ ! 8# ! ! # ! ! 2E @ ! $F ! F(P ! 4 ! -$ % ! -$
Prima! Rustig aan! Super! Tof! Tot later! Tot morgen! Tot ziens! Tsjonge jonge! Tuurlijk! Veel plezier! Vet zeg! Wacht! Wat een vragen! Wauw! Wat gevaarlijk! Zeg het maar! ? Alles goed? En verder? Echt? Hoe? Hoe bedoel je? Hoe gaat het? Hoeveel is dat? Kan ik…? Kan ik je helpen? Kan ik u helpen? Mag ik…? Mag ik iets vragen? Pardon? Sorry? Waar? Waarom? Wanneer? Wat? Wat bedoel je? Wat doe je? Wat doet u? Wat is er aan de hand?
! 5# ! - ! : # ! 4" ! +( ! -P # !9; D +#( # ! !) ! ! $F ! E @ ! 5# 46 ! @# ! P (. ! 4 ! DF; ; ! O- %":#& *) : % () 1 4 -$ 0 = $# --) ... 4 #-) 4 # D-) 4 ... 0 4 4V 0 4 # #) # $# 4$:# # 4$:# M
Wat kost dat? Wat wil je? Wat wilt u? Wat zeg je? Wat zegt u? Welk(e)? Wie? Wie is er aan de beurt? ... Alsjeblieft. Alstublieft. Bedankt. Dank je. Dank je wel. Dank u wel. Een moment. Een momentje. Even denken. Even kijken. Ga maar. Geen idee. Geen paniek. Geen probleem. Handig. Helaas. Het gaat wel. Het spijt me. Hetzelfde. Ik weet het niet. Inderdaad. Ja hoor. Jammer. Jazeker. Je hebt gelijk. Misschien. Nee hoor. Net op tijd. Nou… Okee.
# -# # -# 4+# # 4+# 9 - 8() ...
(/ 4:#
25! -! # D- @ D,= @ :#( @ V( @ ' D/ 9 9-) > ( M5/ A ( 9 > ()
C D-!
>:
) A 2$/ %$
Z( -# %$ ? -) 5.! A @ ; / #& *) ... N ?/
Sorry. Valt wel mee. Vertel eens. Zeker weten.
8#$6# ?:# O- ; -# )