SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 67 van JORIS POSCHET datum: 23 oktober 2015
aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
Bovenlokale sportinfrastructuur - Evaluatie Het wegwerken van het tekort aan sportinfrastructuur is al jarenlang een doelstelling van het Vlaamse sportbeleid. De opeenvolgende Vlaamse regeringen en ministers van Sport werkten hiervoor concrete voorstellen uit. Zo keurde het Vlaams Parlement op 14 mei 2008 het ontwerp van decreet betreffende een inhaalbeweging in sportinfrastructuur via alternatieve financiering goed. Dit decreet vormt het wettelijk kader voor het Vlaams Sportinfrastructuurplan: het decretaal vastleggen van het subsidiëringsmechanisme voor sportinfrastructuur gekoppeld aan de methode van publiek-private samenwerking (pps). Het decreet had als doelstelling op middellange termijn het globale tekort aan sportinfrastructuur weg te werken, die zich concentreert op volgende types sportinfrastructuur: kunstgrasvelden, eenvoudige sporthallen, eenvoudige zwembaden en multifunctionele sportcentra. Ik citeer het persbericht van minister Anciaux in 2008: “Op die manier zal gedurende de komende 3 jaar sportinfrastructuur gerealiseerd worden voor een totale investeringswaarde van 225 miljoen euro. Daarmee zal het tekort aan sportinfrastructuur voor 35% weggewerkt zijn.” 1. Hoeveel van de projecten die werden goedgekeurd werden inmiddels uitgevoerd? 2. Hoeveel goedgekeurde dossiers zijn nog niet gerealiseerd en wat is hiervoor de reden? 3. Wat is het totale bedrag dat sinds 2008 aan de uitvoering van het Vlaams Sportinfrastructuurplan werd besteed? Op 22 november 2013 besliste de vorige Vlaamse Regering om een projectoproep ter waarde van 10 miljoen euro te lanceren om gemeenten, steden en provincies te stimuleren om gezamenlijke projecten op poten te zetten om hun bovenlokale sportinfrastructuur te vernieuwen (via nieuwbouw of renovatie). In het persbericht verduidelijkte minister van Sport Muyters dat lokale en provinciale besturen nauwer moeten samenwerken om een inhaalbeweging in gang te zetten in het aanbod van bovenlokale sportfaciliteiten. Tegelijkertijd streefde de minister naar een betere kwaliteit van zwembaden en andere sportvoorzieningen, die bovendien meer burgers zouden bereiken. De projectoproep was gericht naar lokale besturen, de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Elk van deze overheden kon een projectaanvraag indienen, op voorwaarde dat ze samenwerkten
met andere besturen of met bijvoorbeeld een school, een club of sportfederatie. De rol van regisseur was weggelegd voor de provinciebesturen: zij moesten hun provincie screenen op de behoefte naar nieuwe sportfaciliteiten. Op 24 april 2014 besliste de Vlaamse Regering over de verdeling van de beschikbare 10 miljoen over 19 lokale en provinciale besturen die een gezamenlijk sportinfrastructuurproject op bovenlokaal niveau hadden ingediend. 4.
Hoeveel van de projecten die werden goedgekeurd werden inmiddels uitgevoerd?
5.
Hoeveel goedgekeurde dossiers zijn nog niet gerealiseerd en wat is hiervoor de reden?
Daarnaast krijgen zeven voetbalclubs uit eerste klasse een subsidie voor een nieuw of vernieuwd voetbalstadion, zo besliste de Vlaamse Regering op 4 april 2014. AA Gent, Oud-Heverlee Leuven, KV Mechelen, KRC Genk, Zulte-Waregem, Club Brugge en de stad Oostende (in juni 2015 werd beslist om dit dossier over te dragen aan voetbalclub KV Oostende) krijgen een investeringssubsidie om tegen 2017 of 2019 een multifunctioneel stadion te realiseren met een duidelijke maatschappelijke return. 6. Wat is de concrete stand van zaken van deze 7 goedgekeurde projecten? 7. Wat is de reden van vertraging? 8. Hoeveel subsidies werden tot nu toe reeds uitbetaald? In het huidige regeerakkoord werd inzake sportinfrastructuurbeleid het volgende afgesproken: “De Vlaamse regering zet gericht in op sportinfrastructuur en bevordert hierbij de samenwerking. Voldoende en duurzame sportinfrastructuur is cruciaal om kwalitatief te sporten. We stellen een globaal strategisch sportinfrastructuurplan op en ondersteunen dit met een sportinfrastructuurfonds. Het zwaartepunt situeert zich op bovenlokale projecten en topsport(trainings)infrastructuur. Hierbij stimuleren we samenwerking en cofinanciering in allerlei vormen, zowel voor de bouw als de exploitatie van sportinfrastructuur. De Vlaamse regering heeft daarbij prioritaire aandacht voor de zwembadproblematiek.” Daarop lanceerde de Vlaamse Regering op 20 maart 2015 een oproep waarbij ze 10 miljoen euro ter beschikking stelt om renovatie- en nieuwbouwprojecten een financiële impuls te geven. Deze projectoproep is gericht aan lokale besturen, de vijf Vlaamse provincies, de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, intercommunales, onderwijsinstanties en andere publieke samenwerkingsverbanden. Samenwerking en cofinanciering vormen de sleutel, zo lezen we in het persbericht: “Gemeenten en provincies zijn steeds vaker bereid om samen te werken om een gemeenschappelijke sportinfrastructuur te realiseren en te exploiteren. ….Gemeenschappelijke projecten zijn - zeker in budgettair krappe tijden -een interessante oplossing: een gezamenlijk ambitieus project bereikt méér mensen met minder middelen.” De focus van deze oproep ligt op de renovatie van zwembaden, maar sterke dossiers van nieuwbouwprojecten zullen niet worden uitgesloten. De projecten zullen worden geselecteerd op basis van een aantal criteria: de nood aan investering, de kwaliteit van de samenwerking, de duurzaamheid, de regionale spreiding en de mate van maatschappelijke en fysieke toegankelijkheid. De subsidie bedraagt maximaal 30 % van het investeringsbedrag, maar wordt weliswaar geplafonneerd op 750.000 euro om ervoor te zorgen dat er voldoende projecten
gerealiseerd kunnen worden met het beschikbare budget. De aanvragen konden ingediend worden tot 18 september. 9. Hoeveel dossiers werden er ingediend per provincie? 10. Wanneer zal de Vlaamse Regering een beslissing nemen m.b.t. de selectie van de projecten en de bijbehorende subsidies ? In antwoord op de vraag van collega Bajart m.b.t. sportinfrastructuur in Brussel gaf de minister op 14 oktober ook al wat informatie m.b.t. het Globaal Strategisch Sportinfrastructuurplan: “Wij hebben voor dat plan een bevraging gedaan in steden en gemeenten, maar ook bij de erkende sportfederaties en bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), om de blinde vlekken tussen de vraag naar en het aanbod van sportinfrastructuur in kaart te brengen. Ook die bevraging wordt nu verwerkt. De evaluatie van de Bloso-centra en het bovenlokale traject van het Globale Sportinfrastructuurplan Vlaanderen moeten tegen de zomer van 2016 klaar zijn.” 11. Plant de minister ook een grondige evaluatie van de hierboven aangehaalde initiatieven m.b.t. sportinfrastructuur (behaalde resultaten, methodologie, jurering, betrokkenheid andere besturen en actoren, snelheid realisaties, duurzaamheid, enz.)? 12. Wat is de stand van zaken m.b.t. de oprichting van het Sportinfrastructuurfonds?
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
ANTWOORD
op vraag nr. 67 van 23 oktober 2015 van JORIS POCHET
1. Hieronder volgt een overzicht van de projecten die in het kader van het Vlaams Sportinfrastructuurplan reeds werden gerealiseerd en opgeleverd: a. 1ste cluster van 29 kunstgrasvelden; b. 2de cluster van 6 kunstgrasvelden; c. cluster van 9 sporthallen; d. Multifunctioneel zwembad Olympbiad Brugge; e. Eenvoudig zwembad Westerlo; f. Multifunctionele sporthal Heist-op-den-Berg. 2. Alle andere projecten zijn gegund en bevinden zich momenteel in bouwfase: a. 3de cluster van 28 kunstgrasvelden: gegund op 27 februari 2015; 12 gerealiseerd. 3 zijn in aanbouw; 13 worden in 2016 aangelegd. De aanleg verloopt volgens de planning zoals contractueel bepaald; b. Multifunctioneel zwembad Hoogstraten: Gegund op 10 januari 2014. De oplevering zal dit jaar plaatsvinden; c. Multifunctioneel zwembad Lanaken: Gegund op 17 juli 2015. De realisatie wordt verwacht voorjaar 2017. De oplevering zal plaatsvinden binnen de contractuele verplichtingen; d. Multifunctionele sporthal Aalst: gegund op 25 april 2015. De realisatie wordt verwacht zomer 2016. De oplevering zal plaatsvinden binnen de contractuele verplichtingen; e. Multifunctioneel zwembad Halle: gegund op 25 april 2015. De realisatie wordt verwacht zomer 2016. De oplevering zal plaatsvinden binnen de contractuele verplichtingen. 3. Sinds 2008 werd een totaal bedrag van beschikbaarheidsvergoeding uitbetaald.
5.811.586 euro aan subsidies voor de
4. Hiervoor verwijs ik naar het antwoord dat recent werd geformuleerd op schriftelijk vraag 52 van dhr. Herman Wynants. 5. Hiervoor verwijs ik naar het antwoord dat recent werd geformuleerd op schriftelijk vraag 52 van dhr. Herman Wynants. 6. Hiervoor verwijs ik naar de mededeling aan de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015: VR 2015 2310 MED.0468-1 Voetbalstadions mededeling. 7. Hiervoor verwijs ik naar de mededeling aan de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015: VR 2015 2310 MED.0468-1 Voetbalstadions mededeling. 8. Tot op heden werd er 3.280.000 euro aan subsidies uitbetaald. 9. Per provincie werd het volgend aantal dossiers ingediend: a. West-Vlaanderen: 3 b. Vlaams-Brabant: 7 c. Oost-Vlaanderen: 6 d. Antwerpen: 7
e. Limburg: 5 f. VGC: 0 10. Eind november – begin december 2015 zal ik een voorstel overmaken aan de Vlaamse Regering m.b.t. de selectie van de zwembadprojecten. 11. De verschillende initiatieven worden automatisch mee geëvalueerd tijdens de opmaak van het Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen (GSV). Naast een onderzoek naar de noden en behoeften gaan we uiteraard ook zoeken naar de beste hefboom om de tekorten weg te werken. Daarbij zullen de voorbije initiatieven uiteraard onder de loep genomen worden. 12. Mijn administratie werkt aan de voorbereidingen voor het Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen (GSV) dat een decretale basis zal omvatten voor de oprichting van een sportinfrastructuurfonds. Het is de bedoeling om dit ontwerp van decreet een eerste keer voor te leggen aan de Vlaamse Regering voor de zomer van 2016.