Aan: Voorzitter Raadscommissie WIPV Rotterdam CC: College van B&W
Rotterdam Onderwerp: resultaten van en verdere stappen na overleg tussen wethouder Struijvenberg en burgerinitiatiefnemers
Mijnheer de voorzitter, geachte heer Sörensen,
1. Het overleg met wethouder Maarten Struijvenberg vond plaats op 11 december Het tijdens uw commissievergadering van 19-11-2014 afgesproken overleg heeft op 11 december jl. plaatsgevonden. Aan de orde waren onder andere: liquiditeitsproblemen van de flexibele WWB-ers; hun informatieplicht/inleveren loonstroken en boetes; een specifiek informatiepunt voor flexibelen - mogelijk samen met UWV - ; mogelijke positieve sancties/behoud van een deel van het inkomen uit werk. De wethouder werd vergezeld door Marc Buitendijk en Remco van Dorp (dienst Werk en Inkomen), alsmede door Koen Wassink (politiek assistent). Van de zijde van de burgerinitiatiefnemers waren aanwezig: prof. Konijnenbelt (adviseur); de heren mr. Peter Hanenberg en mr. Remco Wijling (beide sociaal advocaat); Betty De Ruijsscher en Wim Sijbranda (bestuursleden Belangenvereniging ID, die penvoerder is voor het burgerinitiatief) en Marijke Taminiau (adviseur Belangenvereniging).
Inmiddels heeft uw commissie met brief d.d. 22 december 2014 betreffende inkomensverrekening het verslag van de wethouder van dit overleg mogen ontvangen. Onder punt 2 treft u het verslag van de burgerinitiatiefnemers aan. Onder punt 3 treft u een tweetal kanttekeningen van de burgerinitiatiefnemers aan op brief van de wethouder d.d. 22-122014. Indien u daar prijs op stelt en dit mogelijk is, willen de burgerinitiatiefnemers in uw vergadering van 14-1-2015 deze brief graag kort toelichten. Tevens zouden zij die mogelijkheid willen aangrijpen om de verdere procedure van de andere 2 deelplannen van het Actieplan Sociale Zekerheid (II: re-integratie + III: evaluatie) kort toe te lichten. Tijdens uw vergadering van 19-11-2014 ontbrak de tijd om op de procedure rond deze deelplannen in te gaan. Ten overvloede: de hoofdlijnen van het actieplan zijn vastgelegd tijdens de rondetafelconferentie op 29-9-2014 op het stadhuis, welke hoofdlijnen op 14 oktober 2014 zijn aangeboden aan de Commissie begrotingszaken. In de brief van de Vereniging aan WIPV d.d. 26-11-2014, ter voorbereiding van het overleg met de wethouder, zijn in de bijlage de hoofdlijnen van het actieplan kort samengevat.
1
2. Verslag gesprek d.d. 11-12-2014 van de zijde van de burgerinitiatiefnemers1 2.1. Algemeen en liquiditeitsprobleem Het gesprek vond plaats in een positieve en open sfeer. Het ging in hoofdzaak over de problematiek van WWB-ers (vaak ex-ID-ers) met maandelijks sterk fluctuerende arbeidsinkomsten uit onzekere en vaak wisselende baantjes, die bovendien vaak niet in staat zijn tijdig hun 'loonstrookjes' e.d. in te leveren bij de dienst W&I. Gevolg is dat men herhaaldelijk aan het eind van de maand onvoldoende geld heeft voor het betalen van de vaste lasten. Het probleem van het niettijdig kunnen inleveren zou niet meer mogen voorkomen, zo werd gesteld, nu het beleid sinds de pilot van dit jaar is dat 'tijdig' niet meer wordt afgemeten aan een vaste datum maar aan de datum waarop de betrokkene de papieren heeft ontvangen. Volgens de wethouder is geen systeem denkbaar dat verzekert dat men elke maand tijdig helemaal voldoende bijstand ontvangt als voorschot op de bijstandsuitkering, maar is het nieuwe beleid erop gericht dat ideaal allengs wel steeds dichter te benaderen. Amsterdamse ervaringen met het afstemmen van de voorschotten op de inkomsten van de afgelopen drie maanden zouden hebben uitgewezen dat dát in elk geval niet bevredigend werkte, reden waarom men er in Amsterdam op verzoek van de betrokkenen zelf van is afgestapt, aldus de wethouder. In Rotterdam wordt nu steeds contact opgenomen met de betrokkene om te bezien wat de meest reële vooruitzichten voor de volgende maand zijn. Ook werd meegedeeld dat de achterstanden van de dienst, belangrijke oorzaak van problemen, inmiddels bijna zijn ingelopen. De initiatiefnemers concludeerden dat het verantwoord lijkt de resultaten van het nieuwe beleid enige tijd aan te zien en op dit ogenblik niet aan te dringen op structurele wijzigingen, temeer daar vanaf 1 januari 2015 veel nieuwe wettelijke regelingen moeten worden uitgevoerd. Afgesproken werd dat de Belangenvereniging ID de vinger aan de pols houdt en, zodra daar reden voor is, bij de wethouder aan de bel trekt om (1) structurele problemen te signaleren alsmede, los daarvan, belangrijke (2) incidentele problemen die een andere aanpak lijken te verdienen. De vereniging zal daar zoveel mogelijk ook ervaringen van anderen bij betrekken. Is een aantal problemen gesignaleerd, dan zal vervolgoverleg nodig zijn. De dienst zal van zijn kant bezien op welke wijze het structurele overleg van de dienst met sociale raadslieden en met name sociale advocaten, dat in het slop is geraakt, opnieuw kan worden opgezet; beide partijen vonden dat destijds een nuttig overleg.
2.2. Andere problemen Ook enkele andere problemen kwamen aan de orde. Met name is aandacht besteed aan A: centraal informatiepunt voor flexibele uitkeringsgerechtigden, mogelijk samen met het UWV; B: boetestelsel; C: stimuleren van aanvaarden werk in de flexibele schil door behoud van een deel van het inkomen uit werk. Ook over deze punten zijn nog geen
1
Volgens de heer Buitendijk, aan wie die verslag is voorgelegd, is dit verslag correct.
2
concrete afspraken gemaakt, maar wel werd specifieke aandacht door de dienst toegezegd.
A: Centraal informatiepunt voor flexibele uitkeringsgerechtigden 2
Mogelijk een gemeenschappelijk Rotterdams/UWV informatiepunt voor de oplossing van de problemen op het snijvlak gemeenten-UWV. Centraal stonden de vragen: Aa. Hoe de loongegevens zo in te leveren dat de WWB-er kan aantonen dat dit echt is gebeurd en met een zo gering mogelijk risico op zoekraken in de post? Het nieuwe antwoordenveloppensysteem zou een verbetering moeten betekenen, maar veel ervaring is er nog niet mee. Ab. Hoe kan een WWB-er de ambtenaar vinden met wie hij/zij even per telefoon of mondeling kan overleggen over een probleem, soms een noodsituatie? B: Boetestelsel Er is gesproken over het boetestelsel; Rotterdam lijkt nogal wat boetes op te leggen en te incasseren. Na een recente CRvB-uitspraak die tot enige onzekerheid heeft geleid over het stelsel, ziet Rotterdam voorlopig niet af van het opleggen van boetes, aldus de wethouder, maar wordt wel scherper gelet op de (mate van) verwijtbaarheid en op de evenredigheid van de verhouding tussen zwaarte van de overtreding en de hoogte van de boete. C: Positieve sancties/behoud van een deel van het inkomen uit werk De wethouder liet op dit punt het volgende weten. De eenmalige uitstroom premie van € 500 – 1.000 vindt hij in strijd met de doelen van de WWB. Jij bent als WWB-er verplicht werk te zoeken en als je dan werk hebt gevonden, krijg je een beloning. Reden waarom hij, als raadslid van harte heeft ondersteund dat in 2011 die premie is opgeheven. De andere gemeentelijke regeling, gedurende 6 maanden vrijstelling van een deel van het ontvangen salaris, werkt ook niet optimaal. Oorzaak is gelegen in het feit dat - als na 3 maanden dat werk vervalt - bij een nieuwe baan de 6 maanden perio-
2
Tijdens het gesprek kwamen twee problemen op snijvlak gemeente-UWV aan de orde: Probleem 1: Er blijkt soms - anders dan door de betrokken flexibele WWB’er gedacht - geen recht op WW te zijn opgebouwd doordat de werkgever zichzelf heeft opgeheven voordat de periode van 6 maanden dienstverband is verstreken. Dit blijkt pas geruime tijd later, terwijl de WWB niet met terug werkende kracht kan worden toegekend. Probleem 2: Automatische uitschrijving als werkzoekende bij beëindiging WWB. De betrokkenen burger kreeg daardoor een korting van 30% op haar WW-inkomen. De betrokken burger had, naast haar WWB, recht op WW omdat haar halve baan in de thuiszorg, als gevolg van gemeentelijk beleid, op 22-4-2013 was vervallen. De uitschrijving uit de WWB was bij deze burger het gevolg van opname in het ziekenhuis, waardoor de loonstroken niet op tijd waren ingeleverd. De gemeente kent (anders dan het UWV) geen centraal meldpunt in geval van ziekte. Omdat de betrokken burger op het moment van uitschrijving dus ziek was, kon zij zich niet onmiddellijk als werkzoekende her-inschrijven. Anders dan de gemeenteambtenaren zijn de burgerinitiatiefnemers van mening dat bij het gezamenlijke informatiepunt deze beide problemen wel (en zonder bezwaarprocedures, zoals nu onvermijdelijk was) zouden zijn opgelost. Ook zijn de burgerinitiatiefnemers van mening dat voor flexibele WWB’ers een centraal meldpunt ziekten noodzakelijk is en dat een dergelijk centraal informatiepunt gemeente/UWV bij het Rotterdamse Werkbedrijf/de Werkkamer deze functie zou kunnen vervullen.
3
de niet wordt vervolgd/de vrijstelling dus vervalt.
3. Een enkele kanttekening bij brief d.d. 22 december 2014 en voortzetting overleg met wethouder
3.1. Rotterdam als voorbeeld voor andere gemeenten en ministerie SZW. Met Divosa zijn de initiatiefnemers het eens dat Rotterdam voor andere gemeenten een voorbeeldfunctie kan vervullen op de hierna onder a en b vermelde onderdelen: a. Verkorte aanvraagprocedure als binnen 6 maanden na uitstroom opnieuw bijstand moet worden aangevraagd. Kortheidshalve mag worden verwezen naar het gesteld in de brief van 22-12-2014 op bladzijde 1 onder reactie op brief van staatssecretaris. b. Betalen bij 4-weken verloning door twee maatregelen: ba. Termijn van inleveren loonstroken: betalen van voorschotten tot dat de loonstrook binnenkomt: bb. Tegelijkertijd periodiek uitvoeren van heronderzoek. Voor dit onderdeel mag kortheidshalve worden verwezen naar het gesteld in de brief van 22-12-2014 op bladzijde 4 onder vraag mevrouw Roest.
3.2. Ambitie van de wethouder op korte termijn Op de volgende onderdelen, die direct te maken hebben met het wegnemen van belemmeringen om werk in de flexibele schil te aanvaarden en/of - beter nog - het aanvaarden van flexibel werk te stimuleren, hebben de initiatiefnemers tijdens het overleg de ambities van de wethouder hoger ingeschat dan direct uit de brief kan worden afgeleid. Of anders geformuleerd: op geen van de hierna vermelde en onder c. d. en e. genoemde onderdelen hebben de initiatiefnemers begrepen dat de wethouder de resultaten van het onderzoek en de daarop mogelijk te baseren nieuw wetgeving wil afwachten. Nee, juist voor deze drie onderdelen willen de initiatiefnemers op grond van de casuïstiek in Rotterdam (informatie o.a. van sociale advocaten) en/of de ervaringen elders en/of de voorstellen van werkgevers en wetenschappers - met wie de initiatiefnemers op dit moment deelplan II en III uitwerken -, de contouren van concrete voorstellen ontwikkelen. Op grond van deze contouren van concrete voorstellen willen initiatiefnemers verder met de wethouder overleggen. En kunnen zij, zoals de wethouder tijdens het overleg heeft laten weten, direct een afspraak maken. c. Het oplossen van het liquiditeitsprobleem: Zoals de wethouder in de brief van 5-11-2014 laat weten heeft de pilot op dat onderdeel nog niet de vooraf beoogde resultaten kunnen realiseren. d. Inkomensvrijstelling, punt uit zijn lobby naar het ministerie. Kortheidshalve mag worden verwezen naar het gestelde op bladzijde 2, onder onafhankelijk onderzoek.
4
e. Behouden en verwerven van duurzaam werk versus het nemen van ontslag bij een werkgever alwaar betrokken uitkeringsgerechtigde een vaste deeltijdbaan heeft ten gunste van het aanvaarden een tijdelijk werk met inkomen op WWB niveau. Voor dit onderdeel mag kortheidshalve worden verwezen naar het gestelde op bladzijde 3 onder vraag van mevrouw Roest.
Afsluitend Er vanuit gaande dat wij u met deze brief voor dit moment voldoende hebben geïnformeerd, en zoals onder punt 1 vermeld, zijn de burgerinitiatiefnemers graag bereid deze brief kort toe te lichten. In dit kader zouden zij (zoals eveneens onder punt 1 vermeld) ook graag ingaan op doel en procedure van de anderen onderdelen van het actieplan. Gaarne verneem ik uw reactie en verblijf hoogachtend,
Wim Sijbranda Vice-voorzitter en penvoerder burgerinitiatief.
5