1. GOUDSMEDEN EN ZILVERSMEDEN 1.1 Samenvatting en conclusies Onder de branche Goudsmeden en Zilversmeden vallen bedrijven die zich bezig houden met het ontwerpen, vervaardigen, repareren en soms ook restaureren van edelmetalen sieraden en gebruiksvoorwerpen. De verkoop van zelfvervaardigde voorwerpen en reparatie zijn voor de meeste bedrijven de belangrijkste bronnen van inkomsten. De belangrijkste bevindingen uit recent onderzoek1 zijn als volgt samen te vatten. Ondanks de economische recessie is het aantal ondernemingen in de Goud- en Zilversmedenbranche licht toegenomen. In september 2011 start de Willem de Kooning Academie te Rotterdam in samenwerking met de Vakschool Schoonhoven de Associate Degree “Arts & Crafts”. Deze vervolgopleiding is toegankelijk voor iedereen met een diploma Goudsmid (niveau 4). Samenwerking op het gebied van promotie, expositie en werkruimte is voor zilversmeden een belangrijke manier om de consument te interesseren voor het product. Jonge zilversmeden kunnen profiteren van deze samenwerkingsvormen en deze gebruiken als springplank voor ontwikkelen van een eigen collectie. Het aantal leerlingen voor de opleiding goud- en zilversmeden blijft licht dalen.
1.2 Branche Brancheomvang Vrijwel alle bedrijven in de branche ontwerpen, vervaardigen, bewerken en repareren sieraden en producten van goud en zilver. De bedrijven zijn te verdelen in drie categorieën (zie figuur 1): 1. Goud- en zilversmeden die een belangrijk deel van de omzet halen uit de verkoop van voorwerpen die ze zelf hebben ontworpen en gemaakt (75 miljoen euro omzet exclusief btw) 2. Reparatiebedrijven die minstens 50% omzetten door reparatiewerkzaamheden (17 miljoen euro omzet exclusief btw). 3. Overige bedrijven die meer dan de helft van de omzet halen uit de doorverkoop van producten en andere activiteiten. Een groot deel van deze bedrijven wordt gevormd door juwelierszaken met eigen reparatieactiviteiten en/of vervaardiging van gouden en zilveren voorwerpen (82 miljoen omzet exclusief btw).
1
De branchegegevens in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit onderzoek van EIM van 2008.
Figuur 1
Verdeling van goud- en zilversmidbedrijven naar bedrijfstype
20%
Goud- of zilversmid (accent op verkoop zelfvervaardigde voorwerpen) Reparatiebedrijf
21%
59%
Overige bedrijven (accent op doorverkoop edelmetalen artikelen)
Bron: EIM, 2008 Op basis van onderzoek door het EIM (2008) wordt het aantal ondernemingen in de goud- en zilversmedenbranche geschat op 1370 ondernemingen. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) schat in 2010 het aantal ondernemingen op ongeveer 2000 (HBA, 2011). De groei van het aantal ondernemingen is vooral het gevolg van de groei van het aantal bedrijven dat zich met vervaardiging bezighoudt (zie categorie 1, ofwel de blauwe taartpunt van figuur 1). Het aantal reparatiebedrijven is in de afgelopen jaren afgenomen. In de huidige economische situatie groeit echter de vraag naar reparatiewerk en nieuwwerk. Goudsmeden In het merendeel van deze drie typen ondernemingen (ongeveer 90%) worden typische goudsmidwerkzaamheden verricht zoals het ontwerpen, vervaardigen en repareren van sieraden (zie Tabel 1). Zilversmeden Ongeveer 17% van de ondernemingen (iets meer dan 200 bedrijven) houdt zich volgens het EIM-onderzoek bezig met “het vervaardigen van zilveren gebruiksvoorwerpen, groot zilverwerk” (zie tabel 1). Het werkelijke aantal gespecialiseerde zilversmidbedrijven ligt waarschijnlijk lager. Wij schatten dit aantal op ongeveer 30 bedrijven.
Tabel 1 Activiteiten per bedrijfstype (in percentages van de bedrijven) Bedrijfstype Activiteit
Goud- en zilversmid
reparatiebedrijven
overige bedrijven
totaal
in % van het aantal bedrijven Ontwerpen van sieraden
95
83
76
89
Ontwerpen van gebruiksvoorwerpen, groot zilverwerk
24
11
3
17
Vervaardigen van sieraden
95
89
77
90
Vervaardigen van gebruiksvoorwerpen, groot zilverwerk
23
7
1
15
Bewerken en repareren van gouden en zilveren artikelen
85
100
99
91
Verrichten van gietwerk
34
30
19
30
Verrichten van zetwerk
69
59
53
63
Doorverkoop van juweliersartikelen
36
29
93
46
Repareren van horloges
12
17
59
22
Verzorgen van cursussen
18
11
8
15
Andere activiteiten
12
6
7
9
Bron: EIM, 2008 Bedrijfsgrootte In 2007 werkten in de goud- en zilversmedenbranche zo‟n 3000 personen. Volgens het HBA is dit aantal in 2009 naar schatting 3600 personen (HBA, 2009). Vrijwel alle bedrijven bestaan uit één vestiging. Bij de meeste bedrijven in categorie 1 en 2 werken één of twee personen. Bij de categorie overige bedrijven ligt dat anders: hier bestaat de helft uit bedrijven met drie tot vijf medewerkers (zie figuur 1). Goudsmeden Veel bedrijven zijn zzp-bedrijven. Waar sprake is van personeel gaat het vooral om bedrijven die zich bezighouden met goudsmidwerk. Zilversmeden Typische zilversmidbedrijven zijn vrijwel altijd zzp-bedrijven.
Figuur 2
% aantal werkzame personen
Aantal werkzame personen in % naar bedrijfstype 100%
3%
90%
14%
80%
3% 4%
17% 6 en meer werkzame personen
30% 22%
70% 60%
47%
3 t/m 5 werkzame personen 2 werkzame personen
50% 40% 61%
30%
62%
1 werkzaam persoon 18%
20% 10%
19%
0% Goud- en zilversmid Reparatiebedrijven
Overige bedrijven
Bedrijfstype Bron: EIM (2008) Omzet branche In 2007 bedroeg de omzet in de branche naar schatting ongeveer 190 miljoen euro exclusief btw2. De afgelopen jaren zal de omzet door de economische teruggang waarschijnlijk zijn gestabiliseerd. Harde cijfers ontbreken echter. De omzet per bedrijf is voor de drie bedrijfstypen zeer verschillend (zie tabel 2). Van de goud- en zilversmeden (categorie 1) heeft 31% een omzet die lager is dan 12.500 euro. Veel bedrijven hebben lage omzetten omdat zij parttime met het vak bezig zijn. Bij de reparatiebedrijven ligt de omzet per bedrijf hoger. De grootste groep bedrijven (40%) heeft een omzet tussen de 25.000 en 50.000 euro. De overige bedrijven hebben een veel hogere omzet. 78% van deze bedrijven heeft een omzet van 125.000 euro of meer. Het verzorgen van cursussen in het eigen atelier en/of het lesgeven bij een stichting voor kunstzinnige vorming of volksuniversiteit is voor veel goud- en zilversmeden een aanvullende inkomstenbron. Er is veel interesse voor deeltijdopleidingen en cursussen goud smeden vanuit de vrijetijdssector.
2
EIM (2008)
Tabel 2 Omzetspreiding 2006 (exclusief btw) per bedrijfstype in % (*minder dan 0,5%.) omzetklasse goud- en reparatie x 1.000 euro zilversmid bedrijf overige bedrijven minder dan 12,5 31 16 2 12,5 tot 25 12 11 0 25 tot 50 19 40 3 50 tot 75 9 13 4 75 tot 100 8 10 10 100 tot 125 3 1 3 125 tot 250 7 6 29 250 tot 375 6 2 18 375 tot 500 2 1 16 500 of meer 3 * 15 Totaal 100 100 100 Bron: EIM (2008)
Totaal 22 9 20 9 9 3 11 8 5 4 100
De recessie heeft zeker gevolgen voor de edelsmedenbranche. Consumenten wachten met grote uitgaven voor luxeartikelen. De goud- en zilverprijs is de afgelopen tijd toegenomen3. In de figuren zien we dat de goudprijs tamelijk lineair stijgt. De zilverprijs is de afgelopen jaren echter exponentieel gegroeid. Er is voornamelijk vraag naar reparatie van sieraden en naar nieuwwerk. De doorverkoop van artikelen uit bestaande collecties neemt af. Als reactie op deze tendens keert de goudsmid met atelier en winkel terug naar de „roots‟: het atelier. “Concentreren op waar ik goed in ben, namelijk goud smeden” en “in het atelier wordt het werkelijk verdiend”, zijn uitspraken van ondernemers die werd gevraagd naar hun reactie op de recessie. Verder bleek dat men ook zijn prijzen heeft verhoogd om bij een verminderd aanbod toch voldoende omzet te kunnen genereren. Dat heeft ongetwijfeld invloed op het gemiddelde aantal opdrachten, maar volgens betrokken ondernemers zijn de opdrachten wel groter en complexer. Ook de stijging van de goudprijs heeft geen echt nadelige invloed bij deze bedrijven, die het vooral moeten hebben van maatwerk en de kostprijs berekenen op basis van materiaalgewicht en uurloon. Dit in tegenstelling tot reparatiebedrijven die werken voor het juweliersbedrijf en de juweliers zelf. In dit deel van de branche zijn de marges klein en heeft de consument veel vergelijkingsmateriaal. Voor zilversmidbedrijven lijkt de omzet vooral te danken aan ontwerp en vervaardiging van kunstobjecten. Echte gebruiksvoorwerpen hebben een kleinere afzetmarkt. De verkoop verloopt meestal vanuit het eigen atelier of via een galerie of deelname aan beurzen. Vorig jaar verwachtten wij een stabilisatie van de markt. Dit jaar is de markt lastiger te voorspellen. Hoewel economisch het tij lijkt te keren, oefenen de aanstaande bezuinigingen een grote druk uit op het bestedingspatroon van de consument. De conclusie kan niet worden getrokken dat omzetten in deze branche zullen dalen. De prijzen stijgen en het gemiddeld inkomensdeel dat besteed kan worden aan luxe artikelen zal wellicht dalen. Toch zien we dat in de afgelopen jaren ondanks de crisis de markt voor sieraden en zilver licht is gestegen. Het effect van de nieuwe bezuinigingen is daarom moeilijk te voorspellen.
3
Bron: http://www.schone.nl/koersen.php
Figuur3 Koersengrafiek van goud en zilver van de afgelopen 5 jaar.
Bron: Schöne Edelmetaal BV, 2011
Ontwikkelingen Goudsmeden Trends en ontwikkelingen op het gebied van techniek en materiaalgebruik zijn in de regel geen hypes die opkomen, vlammen en een jaar later weer achterhaald zijn. Zo zijn de trends en ontwikkelingen die beschreven zijn in het vorige arbeidmarktrapport4 nog steeds actueel. Gebruik van andere materialen zoals kunststof, glas, hout, keramiek en vilt is nog steeds aan de orde. Uit navraag bij verschillende ondernemers blijkt dat het experimenteren niet voorbehouden is aan een kleine groep ontwerpers, maar dat het publiek deze trend ook volgt. Dat vertaalt zich weer in opdrachten voor speciale trouwringen en andere sieraden.
Timberring Materiaal: Noten, Wenge, Zilver & Merbau | Padoek, Zilver, Wenge, Beuken Zebrano & Amarello
(www.timberring.nl)
Digitalisering Een terrein waarop de ontwikkelingen steeds verder gaan is het rapid prototyping en manufacturing. Tekenprogramma‟s worden steeds uitgebreider en diverser, wasprinters worden geavanceerder en ook andere mogelijkheden om tot een model te komen, zoals het gebruik van fotopolymeer, ontwikkelen zich snel. Het ontwikkelen van een inbedmassa voor gietstukken die geen giethuid veroorzaakt zou een enorme invloed kunnen hebben op het productieproces. Hoe dan ook: technologische ontwikkelingen zullen invloed uitoefenen op de uitvoering van het vak. Er zal altijd een groep goedsmeden blijven die handmatige vaardigheden inzetten bij reparatie, montage en afwerking. Daarnaast zal er een groep ontwerpers en kleine producenten ontstaan die niet meer achter de werkbank zitten, maar achter het beeldscherm. Dit heeft natuurlijk ook gevolgen voor het onderwijs. Gebruik van de nieuwe versies van programma‟s en machines vraagt veel inzet op het gebied van deskundigheidsbevordering en investeringen in soft- en hardware. Samenwerking met het gespecialiseerde bedrijfsleven dat deel kan uitmaken van het nog op te richten ExpertiseCentrum5 ligt voor de hand. Nanotechnologie Niet alleen de productietechniek ontwikkelt zich. Ook op metaalkundig gebied zijn er ontdekkingen die in de toekomst mogelijk invloed kunnen hebben op het vak. Aan de technische universiteit van Hamburg hebben twee onderzoekers een goudlegering gemaakt die op basis van nanotechnologie 6 naar keuze hard of zacht kan zijn. De wisseling van de staat wordt bepaald door de hoeveelheid elektrische spanning die door het materiaal wordt geleid.
4
Arbeidsmarkt en Onderwijsinformatierapport, SVGB 2010 Edelmetaal, december 2010 6 Science, 3 juni 2011 5
“Zo kun je in zekere zin met één druk op de knop switchen tussen een hard en een zacht materiaal. Een groot voordeel van zo‟n materiaal is dat je het gedurende zijn levensduur kunt aanpassen. Als je het materiaal bijvoorbeeld wilt bewerken, maak je het even zacht. In de toekomst kunnen zelfherstellende materialen worden ontwikkeld, zonder dat hier mensenhanden aan te pas hoeven te komen.” 7 Het onderzoek richt zich vooral op toepassingen in de (micro)elektronica en energieopslag zoals batterijen. Wat de nieuwe technologie voor mogelijkheden heeft voor sieraden is nog onduidelijk.
De structuur van het goud, waarbij de „nanogaatjes‟ en „nanokanaaltjes‟ gevuld worden met waterstofperchloraat. Afbeelding: © Science / AAAS
Associate Degree Vanaf het schooljaar 2011-2012 kan iedereen die in het bezit is van een diploma Goudsmid (niveau 4) de associate degree Arts & Crafts volgen aan de Willem de Kooning Academie te Rotterdam8. Studenten kunnen in deze tweejarige opleiding hun kwaliteiten op het gebied van vaktechniek, ontwerpen en ondernemerschap verdiepen. Volgens Paul Pos, onderwijsmanager Arts & Crafts, is in veel West-Europese landen het scholingsniveau van goudsmeden hoger dan in Nederland: “Als je daar niets aan doet, dan verlies je binnen een paar jaar de aansluiting met de internationale markt”. Ook de VGZ (Vereniging Goud- en Zilversmeden) spreekt steun uit voor de associate degree, omdat deze opleiding het vak breder toegankelijk maakt en goed is voor het imago9. Ook MKB Nederland bepleit de invoering van de Associate Degree voor verschillende studierichtingen. De werkgelegenheid onder afgestudeerden is namelijk erg hoog10 Vanuit verschillende kanten in het vak komen reacties op dit initiatief. De een vraagt zich af waarom je nog langer op school moet zitten om een goede goudsmid te worden, je leert het vak immers alleen in de praktijk. De ander merkt op dat een vervolgopleiding kan bijdragen aan de kwaliteit van de goudsmid als er voldoende verdieping is op het gebied van (moderne) vaktechniek en ondernemerschap.
7
Barry van der Meer, kennisnet, 5 juni 2011 Edelmetaal, mei 2011 9 Website VGZ, 18 februari 2010 10 Eurashe: SCHE in Europe - Level 5, the missing link 8
Ontwikkelingen Zilversmeden Grote diversiteit Zilverkunst en het design van zilveren gebruiksvoorwerpen laten zich niet gemakkelijk vangen in helder afgebakende trends. Er is een enorme diversiteit en creativiteit zichtbaar in de objecten. Opvallend zijn de zeer basale vormen van bol en hol en de afwisseling van mat en glans hierin bij een aantal objecten. Op het eerste gezicht lijken het eenvoudige objecten. Het vakmanschap zit echter in de perfecte afwerking en het spel van licht.
Daan Brouwer: Pepper and Salt Shaker, zilver
Andere objecten kenmerken zich door het lijnenspel, soms bijna wiskundig.
lijnenspel II, zilverJan van Nouhuys (2010):
Een derde stroming is te zien in het gebruik van natuurlijke vormen. Sommige objecten hebben menselijke of dierlijke rondingen en plooien. Ook takkenvormen komen voor.
Elizabeth Ariol-Peers: “James”, zilver
Ten slotte beschrijven wij een stroming waarin zilver gecombineerd wordt met andere materialen, zoals hout en kunststof.
Paul Derrez (2009): Dozen, zilver en perspex
Promotie en samenwerking De markt voor zilversmeden is lastig. Door het materiaal en de arbeidsintensiviteit zijn de objecten niet goedkoop. Veel zilversmeden promoten hun werk doormiddel van een portfolio op een eigen website of op gezamenlijke websites11. Door samenwerking, bijvoorbeeld in een gezamenlijke ruimte, kan bespaard worden op ruimte, kan promotie gezamenlijk worden gedaan en kan gemakkelijk doorverwijzing plaatsvinden 12. Deze samenwerking is vooral van belang voor jonge zilversmeden. Het kan hen een springplank bieden om een eigen collectie op te bouwen en een eigen stijl te ontwikkelen. Een eigen stijl en startcollectie zijn essentieel om als zelfstandige te starten. Digitale techniek Zilver smeden is een handvaardigheid bij uitstek, die met veel oefening en doorzettingsvermogen moet worden geleerd. De andere kant is het design dat driedimensionaal is. Een object kan meestal niet door het aan elkaar “plakken” van onderdelen worden gerealiseerd. Er wordt wel eens gezegd dat het denken „van achteren naar voren‟ is of „van buiten naar binnen‟. Dit maakt het ontwerpproces meer complex. Digitale ontwerptechniek kan dit proces geweldig ondersteunen. Computer Aided Manufacturing is mogelijk, maar niet in de vorm van gieten of frezen, zoals in de goudsmedenbranche mogelijk is. Wel zijn snijtechnieken mogelijk, bijvoorbeeld met een laser of watersnijden.
11 12
www.silverinmotion.com www.zilvergalerie.nl
1.3 Arbeidsmarktinformatie Werkgelegenheid Het aantal werkzame personen ligt in 2007 op ongeveer 3000. De verwachting is dat dit aantal sindsdien is toegenomen. Het HBA schat het bestand op ongeveer 3600 personen in 2009. De afgelopen jaren zijn er vooral veel parttimers bijgekomen (EIM, 2008). Goudsmid In het onderzoek van EIM noemt 57% zich goudsmid of goudsmid/ondernemer. Dit zou betekenen dat er ongeveer 1700 personen als goudsmid of goudsmid/ondernemer werkzaam zijn. Zilversmid Van de onderzochte werkzame personen uit het onderzoek van EIM noemt 4% zich zilversmid of zilversmid/ondernemer. Dit komt neer op ongeveer 120 personen. Het werkelijke aantal personen dat zich voornamelijk met het specialisme zilversmeden bezighoudt ligt waarschijnlijk lager. Veel voorkomende functies De grootste groep wordt gevormd door personen met de functie van goudsmid/ondernemer (49%), die vooral werken in het bedrijfstype „goud- en zilversmid‟ (categorie 1) en in „reparatiebedrijven‟ (categorie 2). Een kwart van de werkzame personen werkt in een „overige functie‟. Dit komt vooral voor bij de „overige bedrijven‟ (categorie 3). Personeelskenmerken Ten opzichte van de gehele Nederlandse beroepsbevolking werken in de goud- en zilversmedenbranche minder jongeren en meer ouderen. In figuur 3 staat de leeftijdsverdeling van de werkzame personen in de goudsmiden zilversmidbranche. In de bedrijven gericht op ontwerpen en vervaardigen werken de meeste jonge ondernemers. Bij de reparatiebedrijven en overige bedrijven zijn de werkzame personen relatief ouder. Gemiddeld ligt de leeftijd van de werkzame personen in beide branches iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Figuur 4
Leeftijdsopbouw werkzame personen goud- en zilversmeden 30% 25%
26%
Percentage werkzame personen
25%
25%
26% 22%
21%
Leeftijdsopbouw werkzame personen goud- en zilversmeden
19%
20%
Leeftijdsopbouw werkzame personen in Nederland (CBS 2011)
15%
14%
15%
10%
5%
5% 2%
0% t/m 24 jaar
25 t/m 34 jaar
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
Leeftijdscategorie Bron: EIM (2008); CBS, 2011
55 t/m 64 jaar 65 jaar of ouder
Man-vrouwverhouding Ook de man-vrouwverhouding verschilt per bedrijfsgroep. Bij de goud- en zilversmeden is een kleine meerderheid vrouw en bij de reparatiebedrijven is dit juist andersom. In de overige bedrijven is 70% van de werknemers vrouw. De (kleine) meerderheid van vrouwen bij het bedrijfstype goud- en zilversmid heeft mogelijk te maken met het feit dat er ook veel parttime gewerkt wordt. De vrouwelijke ondernemers zouden in deze situatie het bedrijf combineren met zorgtaken of een andere baan. Onder de parttime werkende goud- of zilversmeden zijn veel bedrijven die een lage jaaromzet hebben. In de zilversmidbedrijven zijn traditioneel relatief veel mannen werkzaam. Er komen echter steeds meer vrouwen die zich profileren als zilversmid. Overigens zijn er al lange tijd vrouwen werkzaam als zilversmid, maar hun werk is minder zichtbaar gebleven dan dat van mannen. Het Duitse Bröhan museum had onlangs een expositie met de titel “Frauensilber”13 met werk van vrouwelijke zilversmeden uit de vroege 20e eeuw. Arbeidsmarktperspectief Op dit moment is nog geen sprake van een duidelijk economisch herstel. Het consumentenvertrouwen is labiel en de economische vooruitzichten voor de tweede helft van dit kalenderjaar en het volgende kalenderjaar zijn minder gunstig dan verwacht. Of er sprake is van optimisme is ook af te lezen aan het aantal vacatures. Daarbij moet natuurlijk worden opgemerkt dat de ruimte op de arbeidsmarkt altijd klein is vanwege het grote aantal zzp-bedrijven in de gouden zilverbranche. Ook wordt een deel van de werkgelegenheid niet zichtbaar voor de buitenwereld omdat vacatures vanuit het informele circuit worden ingevuld. Reeds enkele jaren voert de SVGB per kwartaal een vacaturepeiling uit. De vacatures voor de Goudsmeden- en zilversmedenbranche worden bij elkaar opgeteld. De vacatures zijn uit vakbladen en op internet bij individuele bedrijven en op vacaturewebsites geïnventariseerd. De vacatureaantallen geven een indicatie van het aantal vacatures in de branche en de ontwikkeling daarvan in de afgelopen twaalf maanden. Vanaf mei 2009 waren bij iedere peiling ongeveer vijf tot tien vacatures te vinden. In juni 2011 werden zes vacatures gevonden gericht op goudsmeden (Zie figuur 5). Het aantal vacatures lijkt iets toe te nemen. Omdat het zeer kleine aantallen betreft, kan dit echter op toeval berusten. Figuur 5
Vacatures Goud- en zilversmeden 12 10
10 8
7
7 6
6 4
4
4 3
2 0 mei/juni november 2009 2009
februari 2010
juni 2010 november 2010
februari 2011
juni 2011
Bron: SVGB, 2011 Specifieke situatie voor zilversmeden De arbeidsmarkt voor zilversmeden is al jaren uitermate klein in termen van vacatures voor nieuwe werknemers. In het EIM-onderzoek van 2008 werden geen vacatures gevonden voor zilversmeden. De zilversmeden in Nederland werken veelal als zelfstandige zonder personeel. Deze beroepsgroep is uiterst klein: naar schatting zijn er ongeveer 30 ondernemingen actief in dit vak.
13
http://www.broehan-museum.de/index.html
1.4 Onderwijsinformatie Overzicht leerlingen/leerbedrijven In figuur 6 wordt het totaal aantal leerlingen uit een regio vergeleken met het aantal beschikbare stageplaatsen in diezelfde regio. Opvallend is het grote aantal leerlingen in de regio Middenwest. Dit is te verklaren door het feit dat een groot aantal leerlingen op kamers woont in de omgeving van Schoonhoven. Figuur 6
Legenda 12
Leerlingen BOL voltijd
8
BOL deeltijd
15
Leerbedrijven
Bron: SVGB (2011), DUO (2011) Het totale aantal leerlingen betreft alle leerlingen verdeeld over vier leerjaren. Het wil niet zeggen dat al deze leerlingen tegelijkertijd een stageplaats nodig hebben. De stage is namelijk verdeeld over twee perioden in twee verschillende leerjaren. In figuur 7 is het overzicht van het aantal gevulde leerbedrijven in de eerste en tweede stageperiode en het totale aantal leerbedrijven in beeld gebracht. Dit overzicht maakt duidelijk dat niet alle leerlingen tegelijkertijd op stage zijn en dat er voldoende BPV-plaatsen bij bedrijven beschikbaar zijn. In de regio Middenwest (Utrecht, Gouda) en Zuidwest (Rotterdam) kunnen tekorten aan beschikbare stageplaatsen in de goudsmidbranche voorkomen. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat veel leerlingen op kamers wonen rondom de locatie van de opleiding en met het feit dat de steden Utrecht, Gouda en Rotterdam goed met het openbaar vervoer bereikbaar zijn. Een groot deel van de bedrijven in de regio‟s Middenwest en Zuidwest is dan ook erkend leerbedrijf. Voor de tweede stageperiode zien we grotere aantallen leerlingen in andere regio‟s. Deze leerlingen zoeken vaker een stageplaats in de buurt van de woonplaats waar zij oorspronkelijk vandaan komen. Wanneer er minder leerbedrijven dan leerlingen zijn in een regio, is dat op drie manieren ondervangen. Ten eerste hebben sommige leerbedrijven meerdere praktijkopleiders en ook meerdere stageplaatsen. Ten tweede kunnen veel leerlingen in aangrenzende regio‟s of in de regio van hun oorspronkelijke woonplaats terecht. Ten derde kunnen leerlingen zelf een bedrijf uitzoeken dat vervolgens, als het aan de erkenningscriteria voldoet, wordt erkend.
Figuur 7
54 1 2
2
14
13
Legenda
66
42
12
37
4 35
8
13
7 8
Gevulde leerbedrijven tijdens 1e stage Gevulde leerbedrijven tijdens 2e stage
54
9
15
5
Totaal aantal Leerbedrijven
13
Bron: SVGB (2011), DUO (2011)
Ontwikkeling in het aantal leerlingen In 2010 was het totale aantal leerlingen goud- en zilversmid inclusief de deeltijdopleiding 501 (zie figuur 5 en bijlage tabel 1 en 2). Zowel het aantal deeltijdleerlingen als het aantal voltijdleerlingen laten over de jaren heen een dalende trend zien. Het aantal deeltijdleerlingen daalt iets sneller dan het aantal voltijdleerlingen. De afgelopen zes jaren is het leerlingenaantal gehalveerd. Het aantal deeltijdleerlingen is nog steeds relatief hoog. Het is de vraag of de daling in het leerlingenaantal negatieve gevolgen heeft voor de instroom in de goud- en zilversmidbranche. Het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) onderzocht recentelijk het arbeidsmarktrendement van creatieve mbo-opleidingen, waaronder goud- en zilversmeden (Coenen et al., 201014). Uit het rapport bleek dat verreweg de meeste leerlingen na het afronden van de opleiding binnen drie maanden een baan hadden gevonden. Het is echter niet duidelijk of dit ook in de sector was waarvoor ze zijn opgeleid en zo ja, of ze van een dergelijke baan voldoende kunnen bestaan. De daling van het aantal leerlingen heeft vooralsnog geen negatieve gevolgen gehad voor de arbeidsmarkt. Voor de school kan een dergelijk sterke daling echter op termijn wel negatieve consequenties hebben, wanneer de inkomsten vanuit het (reguliere) leerlingenaantal sterk terug blijven lopen en het werk door steeds minder mensen moet worden gedaan.
14
Coenen et al. (2010). Kwaliteit van gediplomeerde schoolverlaters van creatieve MBO-opleidingen. ROA-R-2010/6. Maastricht: ROA.
Figuur 8
Aantal leerlingen goud- en zilversmeden 700 600
Aantal leerlingen
500 400 BOL Voltijd
300
BOL Deeltijd 200 100 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Jaartal
Bron: DUO (2011)
Gediplomeerde uitstroom leerlingen Net als het aantal leerlingen is ook het aantal gediplomeerde leerlingen de afgelopen jaren teruggelopen (zie figuur 9). De verhouding tussen de kwalificaties volgt de trend van het aantal leerlingen per kwalificatie. Een aantal kwalificaties, zoals de niveau 2-kwalificatie, loopt langzaam leeg. Het aantal gediplomeerden neemt daarmee ook af.
Figuur 9
Gediplomeerde uitstroom opleiding goud- en zilversmeden 2010
44
2009
17
37
43
18 2 11
18 5 18
46
17
Productiemedewerker Goud- en Zilversmeden (niveau 2) Goudsmid (niveau 3)
2008
15
17
62
5
Goudsmid Specialist (niveau 4)
jaar
39
Goudsmid (KD Goud- en zilversmeden) (niveau 4)
2007
57
12 17
64
9
Goudsmid/Ondernemer (niveau 4) Zilversmid (KD Goud- en zilversmeden) (niveau 4)
2006
74
15 6
58
4
Zilversmid/Ondernemer (niveau 4) Basisgoudsmid (KD Goud- en Zilversmeden) (niveau 3)
2005
50
0
9 9
50
72
100
4
150
200
aantal gediplomeerden
Bron: DUO (2011
Kenmerken leerlingenpopulatie De meeste leerlingen komen van het vmbo (38%), maar dit is de afgelopen jaren wel iets afgenomen (figuur 10 en bijlage tabel 3). Van de deelnemers van het vmbo heeft bijna tweederde de theoretische leerweg gevolgd. Het aantal leerlingen met een vooropleiding vwo of hoger (16%) is hoger dan in 2007 maar lijkt zich te stabiliseren. De stijging van het aantal deelnemers met een vooropleiding hbo/wo kan verklaard worden uit de deelname van volwassenen aan de deeltijdopleiding. Onder de leerlingen zijn meer vrouwen dan mannen en dat is al decennia zo. De verhouding op dit moment is 70% vrouw en 30% man. Hiermee ligt het percentage mannen 3% hoger dan vorig jaar. In de werkzame populatie was het percentage mannen 42%15 in 2008.
15
EIM, 2008.
Figuur 10
Vooropleiding leerlingen goud- en zilversmeden 2010-2011 8%
9%
Lager onderwijs
13%
VMBO TL VMBO excl. TL 24%
HAVO VWO
8%
MBO Hoger onderwijs
24%
Bron: DUO (2011)
14%
Bijlagen hoofdstuk goud- en zilversmeden Tabel 1: Aantal leerlingen goud- en zilversmeden schooljaar 2010/2011 uitgesplitst naar CWI-district Productiemedewerker Goud- en zilversmeden (10303)
Goud- en zilversmeden (Basisgoudsmid) (92790) Goudsmid (10300)
Goud- en zilversmeden (Basisgoudsmid) (92790)
Goud- en zilversmeden (92800) Goud- en zilversmeden (goudsmid) (92801/9280) Goudsmid specialist (10822) Goudsmid/ ondernemer (10296)
Goud- en Totaal zilversmeden (zilversmid) (92802/92804) Zilversmid/ ondernemer (10295)
Niveau 2 (BOL Niveau 3 (BOL deeltijd) Voltijd)
Niveau 3 (BOL Deeltijd)
Niveau 4 (BOL Voltijd)
Niveau 4 (BOL Voltijd)
Middenwest
9
37
186
14
Noord
1
6
4
Noordwest
12
6
34
15
Oost
6
4
18
14
42
Zuidoost
5
11
15
31
Zuidwest
6
19
37
33
6
Buitenland Totaal
11 1
1
1 39
49
125
279 68
69 1
272
16
501
Tabel 2: Aantal leerbedrijven goud- en zilversmeden schooljaar 2010/2011 uitgesplitst naar CWI-district Basisgoudsmid (92790)
Goudsmid (92803)
Zilversmid (92804)
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 4
Middenwest
63
66
11
Noord
12
14
5
Noordwest
45
54
3
Oost
35
42
2
Zuidoost
34
54
6
Zuidwest
34
35
1
Buitenland
6
27
1
Totaal
229
292
29
Tabel 3 Vergelijking 2007-2010 vooropleiding deelnemers goud- en zilversmeden 2007
2008
Basisvorming
5%
5%
VMBO TL
31%
23%
22%
24%
VMBO exc. TL
24%
20%
19%
14%
HAVO
20%
19%
19%
24%
VWO
4%
7%
8%
8%
MBO
11%
12%
13%
13%
HBO/WO
2%
9%
8%
8%
0%
11%
Overig 3% Bron: DUO-CFI (2008 t/m 2011)
2009
2010 9%
Bronverwijzingen Onderzoeksrapporten EIM (2004). Structuuronderzoek Goudsmeden en Zilversmeden 2004. HBA, Zoetermeer. EIM (2008). Structuuronderzoek Goudsmeden en Zilversmeden 2008. HBA, Zoetermeer. Coenen et al. (2010). Kwaliteit van gediplomeerde schoolverlaters van creatieve MBO-opleidingen. ROA-R-2010/6. Maastricht: ROA. SVGB, Arbeidsmarkt en Onderwijsinformatierapport 2010 Vakbladen Edelmetaal, december 2010 Edelmetaal, mei 2011 Science, 3 juni 2011 Internet
www.hba.nl http://juwelier-goud-zilversmeden.startpagina.nl http://www.schone.nl/koersen.php www.kennisnet.nl www.vgz.nl www.eurashe.eu www.silverinmotion.com www.zilvergalerie.nl http://www.broehan-museum.de/index.html