1. Gods Heerlijkheid weerspiegelen
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, … En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. (Johannes 14:12-13 Nadruk door de schrijver toegevoegd) De Zoon van God kwam naar deze wereld om Zijn Vaders leven van liefde zichtbaar te maken. Zowel Zijn manier van leven als de werken die Hij deed, waren het resultaat van de werking van Zijn Vader door Hem heen in de kracht van de Heilige Geest. Hij bracht de Vader glorie door Zijn Vader toe te staan het Koninkrijksleven door Zijn sterfelijk lichaam heen tot uiting te brengen. Het was nooit Gods bedoeling dat Zijn kinderen zouden leven door hun eigen kracht. Zo lang jouw leven verklaard kan worden met jouw kwaliteiten — jouw persoonlijkheid, jouw begaafdheid, jouw talent(en), jouw wilskracht, jouw geld, jouw durf, jouw toewijding, jouw geleerdheid, of jouw wat dan ook — dan wandel je nog niet zoals Jezus deed. Voordat je werkelijk een vat van Gods heerlijkheid kunt worden, zul je moeten leren hoe de Zoon leefde door de kracht van de Heilige Geest. Op dezelfde wijze als Jezus Zijn leven van de Vader ontving en daardoor de heerlijkheid van de Vader in deze wereld zichtbaar maakte, moeten wij ons leven ontvangen van de Zoon. Jezus zei: "En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U {de Vader} Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij … ." (Johannes 17:22-23) Terwijl wij in deze wereld wandelen kan de Zoon ermee doorgaan de Vader glorie te bezorgen naarmate wij de Zoon toestaan het licht van Zijn leven en werken door ons sterfelijk lichaam heen tentoon te spreiden. "Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort." (2 Petrus 1:3) Gods kinderen zijn geschapen om het licht van Gods heerlijkheid te weerspiegelen. Wij zijn zo ontworpen dat de goddelijke kracht van Christus' Geest door ons heen kan werken. Daarom wordt van ons verwacht dat wij een hemelse natuur — de Schrift noemt dat het "licht des levens" — in onze dagelijkse activiteiten weerspiegelen. En volgens Gods Woord zal iedereen die dit "licht" ziet, weten dat dit leven komt door een werk van Gods kracht. Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft. (Johannes 8:12) Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn. (Johannes 3:21 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
Maar wij zijn slechts een aarden pot {zwak sterfelijk lichaam} voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. (2 Korinthiërs 4:7) Terwijl wij deze lessen bestuderen, zullen wij ontdekken dat God van Zijn kinderen verwacht dat zij in afhankelijk geloof leven door de kracht van Zijn Geest. Jezus kon, terwijl hij in een sterfelijk lichaam leefde, de heerlijkheid van Zijn Vader zichtbaar maken omdat Hij erop vertrouwde dat de kracht van de Geest in alles wat Hij deed door Hem heen werkte. Wij zullen op dezelfde wijze in staat gesteld worden te "wandelen als Jezus gewandeld heeft" (1 Johannes 2:6), wanneer wij wandelen in dezelfde soort afhankelijk geloof. Daarom zei Jezus: "Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen." Jezus bedoelt niet dat iedereen zijn wonderen zal herhalen. Maar de Zoon is wel van plan om Zijn goddelijke natuur van liefde door elk van Zijn discipelen heen zichtbaar te maken "opdat de Zoon de Vader zal verheerlijken." De Vader ontvangt dan de heerlijkheid, omdat het "licht des levens" dat zichtbaar wordt, een weerspiegeling vormt van Zijn leven van goddelijke liefde. En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt … opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven … vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God. (Filippenzen 1:9-11)
2. Het Onmogelijke Doen
Wij willen beter begrijpelijk maken hoe christenen door afhankelijk geloof moeten leven in de kracht van God en hoe zij Gods liefdevolle natuur in alles wat zij doen zichtbaar kunnen maken. Daarom zullen wij kijken naar een les die Jezus gaf toen Hij de vijfduizend te eten gaf. Wij zien dat Hij Filippus als voorbeeld gebruikte om dit geestelijke principe uit te leggen. Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. (Johannes 6:5-6) Jezus stond altijd klaar om de situaties waar Zijn Vader Hem voor plaatste, het hoofd te bieden. Ook al had Hij Zijn eigen macht en heerlijkheid afgelegd om te leven als een man in een zwak sterfelijk lichaam, een leven dat van Hem vroeg voor alles op de Vader te vertrouwen, desondanks was Hij door niets van Zijn stuk te brengen. Er was niets wat Zijn petje te boven ging. Jezus bleef vertrouwen op Zijn Vaders vermogen om in alles aanwezig te zijn wat Hij deed. Als Iemand Die in het licht leefde, “werd openbaar” hoe Zijn werken gedaan werden “in God.” (Johannes 3:21) Jezus stelde Filippus voor het probleem van het voeden van de vijfduizend om een duistere kant die nog in Filippus’ gedachteprocessen bestond, te ontmaskeren. Filippus had nog niet geleerd om te leven door geloof in Gods kracht. Zijn denken was nog steeds verbonden met de manier waarop de mens van nature leeft — door zijn eigen inspanningen. Jezus wist dat als Filippus doorging met te leven door menselijke wijsheid en kracht, het voor Filippus onmogelijk zou zijn om Gods heerlijkheid in deze wereld te weerspiegelen op de manier waar hij voor geschapen was. De andere discipelen hadden ongetwijfeld net zo’n antwoord gegeven als Filippus. Jezus gebruikte Filippus slechts als voorbeeld. Zijn reactie op de vraag weerspiegelt een natuurlijk menselijk gedachtepatroon. Hij zei: “Voor tweehonderd penningen brood is voor hen niet genoeg, zodat ieder van hen een beetje zou kunnen krijgen.” (Johannes 6:7) Kunnen wij zien wat Filippus gebruikte als basis voor de oplossing van het probleem? Dacht hij in termen van wat God in staat was door Zijn kracht tot stand te brengen? Nee! Hij wendde zich als vanzelf tot de koopkracht van geld! Filippus had nog niet geleerd Gods macht in zijn berekeningen mee te nemen wanneer hij met moeilijke situaties geconfronteerd werd. Waar vertrouw je op? Heb je geleerd te wandelen op een manier die werkelijk afhankelijk is van de kracht van God? Heb je je bij het maken van je diverse keuzes van de afgelopen week van nature gewend tot je eigen toereikendheid? Was je geneigd om te leven door je eigen wijsheid en sterkte? Heb je er rekening mee gehouden, dat Jezus naar de Vader gegaan is om jou in staat te stellen te leven door de kracht van God zoals Hij?
Op elk gebied van je leven waar je niet geleerd hebt te leven door geloof in Gods kracht, zul je je moeten bekeren. Als je nog steeds niet van moment tot moment leeft in een afhankelijkheid van jouw opgestane Heer — als er enig punt is waarop je nog steeds probeert zonder Hem ergens tegen opgewassen te zijn — dan wandel je nog niet als een geestelijke christen. En natuurlijk, als je nog steeds leeft door jouw eigen kracht, zullen anderen niet het licht en de glorie van God door jou heen zien werken. (Johannes 3:21) Jezus vroeg vervolgens aan Zijn discipelen: “Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken.” (Marcus 6:38) “Een van de leerlingen, Andreas … zei: Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zo veel mensen?” (Johannes 6:8-9) Nogmaals, wij zien hier menselijke wijsheid die een leven door geloof in Gods kracht in de weg staat! Een klein kind dat zijn lunchpakketje aanbood om een menigte te voeden: dat leek geen oplossing te bieden. Maar God zal, om Zijn heerlijkheid zichtbaar te maken, vaak gebruik maken van dingen die het natuurlijke denken als dwaas voorkomen. In het algemeen vermijdt Hij het gebruik van het meest in het oog lopende of het meest veelbelovende om Zijn goddelijk werk tot stand te brengen. “Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen” (1 Korintiërs 1:27) Hij heeft ervoor gekozen Zijn heerlijkheid te manifesteren door die mensen te gebruiken die in kinderlijke eenvoud en kinderlijk geloof tot Hem komen, en voor Zijn gebruik aanbieden wat zij hebben. Het wonder dat Jezus deed, droeg een geheim in zich. Hij wilde zijn eerste discipelen deze les leren. Hij verlangt er ook naar hetzelfde geheim met Zijn discipelen van vandaag de dag te delen. Dit is een les die wij allemaal moeten leren. “En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had, deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan hen die daar zaten; op dezelfde manier werden ook de visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden.” (Johannes 6:11 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Wij naderen nu tot de eigenlijke kern van Het Mysterie van de Godsvrucht! Er staat geschreven dat Jezus de broden nam en de Vader dankte. Met andere woorden, Hij gaf uitdrukking aan Zijn totale afhankelijkheid van de Vader. Omdat Hij er echt op vertrouwde dat Zijn Vader zou voorzien in de kracht die nodig was om het werk te doen dat Hem opgedragen was, en Hij geloof had in Zijn Vader, was Hij in staat Zijn dank te uiten nog voordat het werk gedaan werd. De Zoon van God weigerde, terwijl Hij als mens leefde, consequent ook maar iets te doen in eigen kracht. Hij zei: ”Ik doe niets uit mijzelf.” (Johannes 8:28) Hij vertrouwde voor alles op de Vader. Hij was op wonderbaarlijke wijze in staat om het eten door de handen van Zijn discipelen te laten verdelen door te vertrouwen op een kracht die kwam van Zijn Vader in de hemel. Ongetwijfeld had Jezus Christus, Die God was in een sterfelijk lichaam, om de vijfduizend te voeden Zijn eigen kracht als God kunnen gebruiken. Hij had in eigen kracht kunnen leven. Maar als Hij ooit op eigen houtje {met Zijn eigen toereikendheid} te werk was
gegaan terwijl Hij als mens leefde, was Hij ermee opgehouden te leven op de manier die God voor de mens gepland had. Jezus kwam naar deze wereld om de gevallen mens te tonen hoe hij door de kracht van God kon leven door een bovennatuurlijk werk van de Heilige Geest. Hij werd de Tweede Mens of Laatste Adam genoemd, omdat Hij kwam om te demonstreren hoe de mens oorspronkelijk ontworpen was om te leven door afhankelijk geloof in Gods kracht. Hij gaf het voorbeeld door voor alles van de Vader afhankelijk te zijn. Vervolgens zei Hij Zijn discipelen Hem te volgen tot in hetzelfde “licht des levens.” Door te leven als een Zoon openbaarde Jezus Christus het leven en werk van de Vader door Zijn sterfelijk lichaam heen. (Johannes 1:18) Hij was een uitdrukking van Zijn Vaders leven van volmaakte liefde. In alles wat Hij zei, in alles wat Hij deed, en in alles wat Hij was, zei Jezus: “De Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken.” (Johannes 14:10) En Hij verwacht dat elke christen wandelt zoals Hij. Maar zo wie Zijn Woord bewaart {en vertrouwt op de kracht van de Geest zoals Jezus deed}, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; … Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen {in afhankelijk geloof}, gelijk Hij gewandeld heeft. (1 Johannes 2:5-6) Wij moeten dit geestelijke principe begrijpen. Het was de Vader die door een bovennatuurlijk werk van de Heilige Geest de vijfduizend voedde. Jezus was, terwijl Hij als mens leefde, een menselijk kanaal waardoor de Vader zowel Zijn goddelijke geestelijke leven zichtbaar maakte als Zijn machtige werken deed. Hoe deed Jezus dat toen Hij Lazarus uit de dood opwekte? Het wonder was niet van Hemzelf. Hij zei tegen Martha: “Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult?” (Johannes 11:40 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Geloof in Zijn hemelse Vader was de sleutel waarmee Jezus in staat was de heerlijkheid van God zichtbaar te maken. Er was in alles wat Hij deed een echte afhankelijkheid van de werking van de goddelijke kracht van de Geest voor nodig. Christus deed elk wonder op dezelfde manier als dat Hij de vijfduizend voedde. Hij erkende de Vader als de bron van alle kracht, en was nederig afhankelijk van de Heilige Geest om het werk te voltooien. Gods heerlijkheid kan alleen zichtbaar gemaakt worden naarmate wij op Hem vertrouwen. Zo eenvoudig is het! “Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.” (Johannes 11:41-42) Hij wilde dat de mensen zouden inzien hoe Hij leefde door een bron van kracht die van Zijn hemelse Vader kwam. God openbaart Zijn geestelijke kinderen aan de wereld door de manier waarop Hij hun gebeden met goddelijke kracht verhoort. Door ons af te keren van de onafhankelijke en zelfgenoegzame manier van leven, die wij allemaal van de gevallen Adam geërfd hebben, zullen wij in de gelegenheid zijn om tot in het licht te komen en zoals Jezus te wandelen.
Dan kan God onze gebeden beginnen te verhoren naarmate wij in Zijn wil binnengaan, en wandelen op de manier waarvoor Hij Zijn kinderen oorspronkelijk geschapen heeft. … en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. (1 Johannes 3:22) Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn. (Johannes 3:21) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, … En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. (Johannes 14:12-13) God heeft Zijn kinderen geschapen om op die manier te leven. Omdat de Zoon nu bij de Vader is en een plaats bekleedt waar Hij alle macht en autoriteit in hemel en op aarde bezit, kan Hij nu door Zijn discipelen heen leven en werken. Maar Hij kan alleen voorzien in een duidelijke manifestatie van Zijn leven en werken door ons heen, wanneer wij ten volle geheiligd {apart gezet} zijn voor Zijn exclusieve gebruik. {“Voor Zijn exclusieve gebruik” is iets anders dan “exclusief religieus werk” doen}. Terwijl wij tot onze Vader behoren te bidden, is de Zoon Degene die door ons leven heen zal werken door de kracht van Zijn Geest. Hij zei: “Zonder Mij kunt gij niets doen.” (Johannes 15:5) Hij moet nog steeds Zijn rol vervullen als Zoon die ervoor leeft om de Vader alle glorie te brengen. Door Zijn goddelijke leven en werken door de leden van Zijn lichaam heen hier op aarde te manifesteren, zijn Zijn discipelen in staat om de ‘gezondenen’ te worden die het licht en de heerlijkheid van God tentoonspreiden. Als Gods kinderen moeten wij Hem erkennen als de bron van alles wat goed is in de wereld en dan op Hem vertrouwen dat Hij onze schreden richt overeenkomstig Zijn plannen. Terwijl wij op dit pad van afhankelijk geloof wandelen, moet er ook een echt vertrouwen zijn op Hem als Degene Die het ons opgedragen werk tot stand brengt. En ook al zal Hij over het algemeen gebruik maken van onze fysieke activiteiten in het werk dat Hij opdraagt, Hij zal ook duidelijk maken dat wat wij aan het doen zijn, gedaan wordt door Hem. (Johannes 3:21) Jezus spreidde vanuit de hemel het “licht des levens” tentoon, terwijl Hij als mens wandelde in een zwak sterfelijk lichaam. Zijn hele leven was een wonder. Omdat Hij altijd wandelde in de kracht van de Heilige Geest, kon Hij naar waarheid zeggen: “Ik doe niets uit Mijzelf.” Net zo zal de Heer, wanneer wij gestopt zijn met te leven door onze eigen toereikendheid en geleerd hebben geheel door geloof in de kracht van God te leven, ons ook in staat stellen hetzelfde “licht des levens” zichtbaar te maken. (Johannes 8:12) Maar, zoals wij zullen zien, dit is geen les die Christus’ discipelen makkelijk leren.
3. Sterven aan Eigen Toereikendheid
Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard. (Marcus 6:52) Zoals de eerste discipelen in hun eigen wandel met Jezus demonstreerden, is het niet gemakkelijk om te leren leven door geloof in Gods kracht. Deze moeilijkheid van te leren geheel door geloof in God te leven heeft velen ervan weerhouden het beloofde leven binnen te gaan. De gevallen mens leeft nu al zo lang door eigen toereikendheid dat het moeilijk is om er plotseling een begin mee te maken voor alles in afhankelijkheid van God te gaan leven. Zoals wij zullen zien, hadden de eerste discipelen het er moeilijk mee zich aan te passen aan deze wandel in geloof, zelfs nadat hun dezelfde lessen vele malen tijdens hun persoonlijke wandel met Jezus waren voorgehouden. Het Koninkrijksleven van God, waarbij iedereen leeft onder de controle en kracht van de Heilige Geest, is niet gemakkelijk in bezit te nemen. Daarom zal het nodig zijn om nieuwe bekeerlingen uit te leggen, zoals Jezus deed, hoe moeilijk het is het beloofde leven binnen te gaan. Jezus zei: “De poort is nauw en de weg is smal die naar het leven {het Koninkrijksleven waarbij Gods kinderen leven onder de controle en kracht van Zijn Geest} leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” (Mattheüs 7:14) Als wij er niet naar streven deze “rust” binnen te gaan, waarbij iedereen werkelijk leeft door geloof in Gods kracht, zullen wij niet in staat zijn het “licht des levens” van de hemel te manifesteren. Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God, want wie Zijn rust binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust, … . Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan … . (Hebreeën 4:9-11 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Vanwege de moeilijkheid die het met zich meebrengt, zei Jezus de mensen na te denken over de kosten voordat zij probeerden Hem te volgen tot in Zijn Koninkrijksleven. Zij
zouden van te voren moeten bepalen of zij bereid waren zich geheel toe te wijden aan de voorgestelde taak. Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien. (Lucas 14:28-30) Ofschoon wij deze woorden tegenwoordig zelden van predikanten horen, zijn het Jezus’ woorden. Zijn woorden en Zijn wegen zullen nooit veranderen. Mensen kunnen proberen het onderwijs van de Heer te veranderen zodat het beter past bij hun eigen verlangens, maar alles wat zij dan doen is de Heer verlaten. Iedereen die Jezus wil volgen, zal deze waarheden moeten leren. Zij zullen, wanneer zij Hem in Zijn Koninkrijksleven volgen, net zoveel moeilijkheden ondervinden als de mensen die deze waarschuwing indertijd van Jezus kregen. Laten wij dan onze Heer geloven wanneer Hij zegt: “Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg ik jullie, zullen proberen {in het Koninkrijksleven} naar binnen te gaan maar er niet in slagen.” (Lucas 13:24) Zelfs nadat men beslist heeft de prijs te betalen om de hemelse Parel (het Koninkrijksleven van de Heer) te kopen, wat betekent dat men zich echt afkeert van de onafhankelijke en zelfgenoegzame wegen van de wereld, zal het niet gemakkelijk zijn om op koers te blijven. Met andere woorden, de parel vinden en besluiten hem te kopen is niet genoeg! Wij zullen alles van onze oude onafhankelijke en zelfgenoegzame manier van leven moeten opgeven voordat wij hem ontvangen. (Mattheüs 13:45-46) Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft {d.w.z. zijn onafhankelijke en zelfgenoegzame manier van leven}, achterlaat, geen discipel van Mij zijn. (Lucas 14:33) Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven. … hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, … (Hebreeën 2:1, 3) De meeste leden van het lichaam van Christus zullen heel wat onderwijs en aansporing nodig hebben voordat zij zover zijn dat het Koninkrijksleven van de Heer ten volle in hun hart gevestigd wordt. Wij leren deze les door de manier waarop Paulus de boodschap van het ware evangelie in de eerste eeuw onderwees. Hij wist dat er nood was aan een werkelijk sterven aan de oude zelfgenoegzame wijze van leven. Daardoor, zo merken wij, maande hij zijn leerlingen krachtig aan niet op te geven en door te gaan in het geloof, tot zij het beloofde Koninkrijksleven waren binnengegaan: En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië, en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te
blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan. (Handelingen 14:21-22) Net als bij de pelgrimstocht die Gods volk in het Oude Testament ondernam, welke een geestelijk beeld is dat God gebruikt om christenen in deze eeuw van vervulling te onderwijzen (1 Korintiërs 10:1-12), zullen de kinderen van het geloof in het Nieuwe Testament een testperiode doormaken vooraleer zij het beloofde leven binnengaan. En zoals Jezus zei: veel van zijn volgelingen zullen zich uiteindelijk afkeren van deze wandel van geloof gedurende de tijd wanneer verdrukkingen gebruikt worden om hen te ontdoen van hun zelfgenoegzame geest. “Velen, zeg Ik u, zullen proberen {het Koninkrijksleven} binnen te gaan en het niet kunnen.” (Lucas 13:24) “Zij geloven voor een bepaalde tijd, maar in een tijd van verzoeking worden zij afvallig.” (Lucas 8:13) In plaats van het vleselijke leven door de Geest te doden, gaan veel discipelen eigenlijk terug naar een leven in het vlees. Daarom hebben christenen instructie nodig in de wegen van de Geest en moeten zij opgeroepen worden hun geloof vol te houden tot God Zijn Koninkrijksleven in hun hart gevestigd heeft. (Hebreeën 3:7 – 4:11) Want als u naar het vlees {nadat u met God verzoend bent, naar uw eigen toereikendheid} leeft, zult u sterven {een geestelijk leven hebben dat blijft sterven}. Als u {als wedergeboren christenen} echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u {het Koninkrijksleven} leven. (Romeinen 8:13) Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit meer struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. (2 Petrus 1:10-11 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Wanneer Christus’ volgelingen gestorven zijn ten aanzien van de vleselijke wegen van de gevallen mens, zal het Koninkrijksleven van de Heer ten volle gevestigd worden in hun hart. Daarom zal iedere discipel opgeroepen moeten worden om te volharden in de weg van geloof terwijl God hem of haar in de tijd van verdrukking en beproeving ontdoet van de oude zelfgenoegzame manier van leven. Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding {en vertrouwen in God} teweegbrengt. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht {in geloof en liefde}, en in niets tekortschiet. … Zalig is de man die verzoeking {de tijd van beproeving} verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven {het Koninkrijksleven} ontvangen, die de Here beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. (Jacobus 1:2-4, 12 Nadruk door de schrijver toegevoegd) De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden {terwijl u in de tijd van beproeving afgekeerd wordt van de oude zelfgenoegzame manier van leven} –
toerusten, bevestigen, versterken en funderen. (1 Petrus 5:10 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Christus heeft Zijn gemeente herders en leraars gegeven om de leden van Zijn lichaam op te bouwen in hun geloof, opdat zij voor alle dingen op God zullen beginnen te vertrouwen. Zowel het geestelijke leven als de werken die Jezus van plan is om door de leden van Zijn lichaam heen zichtbaar te maken, kunnen alleen plaatsvinden wanneer zij totaal leven door geloof in Hem. Dus zullen zij iemand nodig hebben die hen kan helpen te begrijpen hoe Jezus leefde door de kracht van de Geest door geloof. Dit is de reden waarom de kerk geestelijke leiders nodig heeft die de leden van Christus’ lichaam kunnen onderwijzen en oproepen “totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man {volmaakt in geloof en liefde}, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus.” (Efeziërs 4:13 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Een functie bekleden in de kerk alleen maakt nog niet dat iemand geestelijk is. Maar al te vaak merken wij op dat in het lichaam van Christus ongeestelijke mensen streven naar ambten op dezelfde wijze als dat mensen “van de wereld” hun rang verwerven. Het vlees heeft een natuurlijke honger naar maatschappelijke positie en macht over anderen. Het vindt het heerlijk om erkend, geraadpleegd, geëerd, bewonderd en gehoorzaamd te worden. Het is duidelijk dat elke “leider” die nog steeds de zelfgenoegzame en zelfverhogende wegen van deze wereld bewandelt, niet in staat zal zijn anderen binnen te leiden in het soort geloof dat Christus toestaat Zijn Koninkrijksleven in het hart van Zijn volgelingen te vestigen. “U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven {het Koninkrijksleven} … “ (1 Timotheüs 6:11-12) Wat was Christus geduldig met Zijn eerste discipelen! Nadat zij van het voeden van de vijfduizend niets geleerd hadden, kregen zij in een ander verband een nieuwe kans om deze les over het leven door geloof in God te leren. “Want zij hadden bij het wonder van de broden niets begrepen, omdat hun hart verhard was.” (Marcus 6:52) Christus was tijdens deze volgende les afwezig. Hij liet ze alleen en in een moeilijke situatie achter om ze te helpen in te zien hoe groot hun nood was aan het hebben van Gods kracht die in hun leven aan het werk was. En natuurlijk, moeilijkheden zouden zich zeker voordoen wanneer zij van Christus gescheiden werden. Waar? “… midden op de zee en … in nood door de golven, want ze hadden de wind tegen.” (Mattheüs 14:24 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Jezus zal Zijn discipelen vaak alleen laten als zij nog steeds proberen door eigen kracht te leven. Hij zal toelaten dat zij door vele “tegen”-zittende omstandigheden worden geteisterd. Het is tijdens deze heftige periodes dat Hij Zijn werk van het breken van hun zelfgenoegzame geest zal doen en ze zal leren hoe zij door geloof in Gods kracht moeten leven. Weet je nog hoe sterk Petrus dacht dat hij was, voordat hij op de eerste Pinksterdag bekleed werd met kracht van de Geest? Hij meende dat hij in staat was aan Jezus’ zijde te
staan, zelfs tot in de dood. Maar Jezus wist dat deze menselijke “kracht” Petrus zou verhinderen het koninkrijk van het licht binnen te gaan, waar iedereen leeft door geloof in Gods kracht. Dus liet Jezus toe dat satan Petrus een tijdje zou “ziften.” (Lucas 22:31-32) Petrus zou alleen in staat zijn werkelijk te leven door geloof in Gods kracht, als zijn gevoel van zelfgenoegzaamheid echt gestorven was. Pas wanneer Petrus “arm van geest” was geworden en alle hoop in eigen kracht verloren had, was hij zover om het soort afhankelijk geloof binnen te gaan waardoor God in staat was hem met goddelijke kracht op te tillen tot in het licht van Christus’ Koninkrijksleven. (Mattheüs 5:3) Het Mysterie van de Godsvrucht is: leven door afhankelijk geloof in de kracht van God. Elke gelovige zal deze fundamentele waarheid moeten leren: De kracht van de Heilige Geest wordt door Gods kinderen heen tot in de perfectie volbracht, naarmate overgegeven gelovigen zwakker in zichzelf en meer afhankelijk van Hem worden. (2 Korintiërs 12:9) De manier van leven in het Koninkrijk van God staat haaks op de manier waarop mensen in deze wereld leven. In de wereld moeten mensen voor zichzelf opkomen en ernaar streven de doelen te bereiken die zij zichzelf gesteld hebben. Alleen de sterksten, of de meest getalenteerden, of de meest zelfverzekerden, of de best opgeleiden bereiken de top. Daarentegen, de mensen die bereid zijn het meest afhankelijk te worden van God, worden de grootsten in Zijn Koninkrijk. Niet dat zij tot verheven plaatsen worden gepromoveerd, maar zij worden de bruikbaarste dienstknechten. Zij die bereid zijn in hun afhankelijkheid van God het meest op kinderen te gaan lijken, zullen de waardevolste dienstknechten in het koninkrijk van God worden. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een {hulpeloos en afhankelijk} kind, zal het beslist niet binnengaan. (Marcus 10:15) … Want wat hoog is bij mensen {de onafhankelijke en zelf-verhogende wegen van de wereld}, is een gruwel voor God. (Lucas 16:15) De eerste discipelen deden, terwijl zij door de storm heen en weer geslingerd werden, alles wat zij konden om aan hun situatie te ontsnappen. Met gekromde rug aan de roeiriemen en met het zweet op het voorhoofd probeerden zij zich uit hun situatie te redden. Maar uiteindelijk zagen zij het hopeloze van hun situatie in. Pas toen zij zich “zo goed als dood” beschouwden was het dat Christus in goddelijke kracht naar ze toe kwam. Paulus zegt ons dat Abraham diezelfde toestand van hulpeloosheid moest bereiken, waarbij hij alle vertrouwen in menselijke inspanning kwijt was, voordat hij het juiste soort puur geloof had dat hem in staat stelde om door de kracht van God het “beloofde leven” te ontvangen. (Romeinen 4:19) Het enige wat hij met zijn menselijke inspanningen om God te helpen had voortgebracht, was een vleselijk leven, wat gesymboliseerd werd door Ismaël. Net zo zal God Zijn kracht alleen gebruiken om Zijn kinderen tot in Zijn Koninkrijksleven op te tillen, wanneer zij “zo goed als dood” zijn. Elke christen moet dit punt bereiken waar hij
sterft voor de wegen van het vlees, voordat hij kan beginnen geheel door geloof in God te leven. Voordat hij die toestand van hulpeloosheid bereikt, zal hij van nature trachten door zijn eigen menselijke inspanningen het “beloofde leven” voort te brengen. Wie zijn vleselijke leven verliest, zal Christus’ Koninkrijksleven vinden. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood {Christus’ dood aan het vleselijke leven}, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding {Zijn Koninkrijksleven} … Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde {het oude leven van zelfgenoegzaamheid en eigen wil}. (Romeinen 6:5, 7) Ik herhaal, zoals de Schrift zo duidelijk heeft geopenbaard, er moet een werkelijk sterven aan de oude zelfgenoegzame manier van leven plaatsvinden, voordat het beloofde Koninkrijksleven ten volle in de ziel gevestigd kan worden. Deze les is rechtstreeks van onze Heer afkomstig: “ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden.” (Mattheüs 16:25) God neemt onze zelfgenoegzame geest weg door ons aan moeilijke situaties bloot te stellen. Deze moeilijkheden zijn bedoeld om ons alle hoop op onze eigen vleselijke kracht te doen verliezen. En, omdat deze les voor zelfgenoegzame mensen zo moeilijk is, is er meestal een lang en pijnlijk groeiproces voor nodig. Verneder u dan onder de krachtige hand van God, … De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden {bij het sterven ten aanzien van uw zelfgenoegzame manier van leven} – toerusten, bevestigen, versterken en funderen. (1 Petrus 5:6, 10) … dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan. (Handelingen 14:22) “Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer.” (Mattheüs 14:25) Jezus kwam in een bovennatuurlijk leven naar Zijn hulpeloze discipelen toe gewandeld. Hij demonstreerde een eenvoudig feit: Uitgerekend de zee die dreigde hen te overweldigen en te vernietigen, was onder Zijn voeten geplaatst! Hij heeft altijd alles onder controle! Voor God is niets onmogelijk! Heb jij dat punt bereikt waar de zee jou overweldigt? Hier is goed nieuws voor jou! Je wordt erop voorbereid om op een nieuwe en bovennatuurlijke manier de Heer te ontmoeten. Wanneer je alle hoop verliest en Zijn rust binnengaat, zal Hij naar je toekomen als Degene die over alles wat jouw geestelijk leven bedreigt, heenloopt. De Heer onderwijst te midden van de stormen Zijn diepste lessen. Toen alles Zijn discipelen tegenzat, verscheen Jezus en zei: “Ik Ben; wees niet bevreesd.” En toen Hij met ze in de boot zat, ging de wind liggen. “Zij die in het schip waren, kwamen Hem aanbidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!” (Mattheüs 14:33) Als je niets anders opsteekt van dit boek, onthoud dan dat je op Christus moet vertrouwen en dichtbij Hem moet blijven! Hij zal je te zijner tijd in Zijn rust binnenleiden. Dan zul je in
staat gesteld worden voortdurend een vrede te ervaren die alle verstand te boven gaat en een onuitsprekelijke vreugde vol heerlijkheid proeven. (Filippenzen 4:6-7; 1 Petrus 1:8) Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt {tot in het Koninkrijksleven}. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:6-7 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Je moet leren in al je activiteiten in volledige afhankelijkheid van de Heer te leven. Christus verlangt ernaar in jouw leven te zijn op een manier die jou geestelijk boven alle stormen van deze wereld uittilt. Hij is de grote “Ik Ben.” Voor Hem is niets onmogelijk. Alleen wanneer dit feit tot je doordringt en je begonnen bent deze kinderlijke afhankelijkheid te manifesteren in de manier waarop je wandelt, zul je God waarlijk aanbidden. Jouw “ongeloof” kan God werkelijk verhinderen met Zijn kracht in jouw leven te werken. Jezus heeft gezegd: “U geschiede naar uw geloof.” (Mattheüs 9:29) En de schrijver van de Hebreeënbrief zei: “Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen.” (Hebreeën 11:6) Met andere woorden, wij zijn God welgevallig en ontvangen in ons leven Zijn kracht, die ons in staat stelt dingen te doen, naarmate wij op Hem vertrouwen op dezelfde manier als een afhankelijk kind vertrouwt op zijn ouder. Als wij niet bereid zijn voor alles in deze kinderlijke afhankelijkheid van God binnen te gaan, kunnen wij Hem niet behagen en kunnen wij niet verwachten, wanneer de tijd daar is, door Zijn kracht opgetild te worden tot in Zijn Koninkrijksleven. Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert en wordt als de {afhankelijke} kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen {het Koninkrijksleven van God} beslist niet binnengaan. (Mattheüs 18:3) Wij lezen dat Christus geen machtige wonderen in het leven van de mensen van Zijn eigen dorp kon doen, omdat het hun aan geloof ontbrak. “Hij kon daar geen kracht doen … . En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof.“ (Mattheüs 18:3) Door hun gebrek aan afhankelijk geloof kon God niet in hun leven werken. Heb jij nog steeds een gebrek aan geloof in Christus’ vermogen om jou te veranderen in een kanaal van Zijn leven en werken? Wanneer je “geloof in God hebt,” zul je in staat gesteld worden obstakels, die op bergen lijken, op te ruimen van het pad dat jij moet gaan. (Marcus 11:22-23) Laten wij daarom leren, omwille van Gods glorie, te leven door geloof in Hem. Wij gebruiken Gods kracht niet per se om moeilijke situaties te ontlopen. Maar wij zijn er wel van afhankelijk dat Zijn kracht het leven van Jezus door ons sterfelijk lichaam heen manifesteert, ongeacht de moeilijkheden. (2 Korintiërs 4:11) Ons vermogen om het glorieuze leven van de Zoon te weerspiegelen wordt in feite tijdens periodes van tegenspoed vergroot. Paulus heeft beschreven hoe hij op een van zijn zendingsreizen tijdens een heel moeilijke periode een diepere openbaring ontving van dit belangrijke geestelijke principe. Hij zei: “Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: … Ja, wij hadden voor ons eigen besef het doodvonnis {d.w.z. het verlies
van alle hoop op het vlees} zelf al ontvangen, opdat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden opwekt.“ (2 Korintiërs 1:8-9) Elke beproeving die ons afhankelijk geloof in God vergroot, werkt in feite mee ten goede voor onszelf en voor Gods eer. Maar als wij geacht worden van deze moeilijkheden en verdrukkingen te leren, zullen wij ermee moeten ophouden te vertrouwen op onze eigen kracht en leren geheel door geloof in Gods kracht te leven. Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad, en uw herstel snel intreden. Uw gerechtigheid zal voor u uit gaan en de heerlijkheid van de HEERE zal uw achterhoede zijn. … En de HEERE zal u voortdurend leiden, Hij zal uw ziel in dorre streken verzadigen, uw beenderen kracht geven; u zult zijn als een bevloeide tuin, als een bron waarvan het water nooit ontbreekt. (Jesaja 58:8, 11)
4. De Aard van het Mysterie
En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht … (1 Timotheüs 3:16) De godsvrucht is een mysterie! Als je dit feit niet begrijpt, zul je nooit de aard van de godsvrucht begrijpen. Het is een mysterie voor het menselijk denken, omdat menselijke wijsheid van nature denkt in termen van menselijke inspanning. Maar de ware godsvrucht wordt ontvangen als een geschenk van God door een bovennatuurlijk werk van Zijn Geest. God gebruikt de goddelijke kracht van Zijn Geest om een nieuwe natuur binnen in onze eeuwige ziel te schenken, wanneer wij geheel door geloof in Hem leven. (2 Petrus 1:3-4) De christenen uit Galatië zijn een voorbeeld van hoe zelfs ernstige gelovigen de neiging hebben om op hun eigen menselijke inspanningen te vertrouwen, nadat zij de gave van de Geest ontvangen hebben. Omdat deze christenen niet geleerd hadden door afhankelijk geloof te wandelen onder de controle en de kracht van de Heilige Geest, moest Paulus hen corrigeren. Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit … het geloof? Bent u zo dwaas? U die met de Geest {wedergeboorte en een gebeurtenis in het verleden} begonnen bent, gaat u nu eindigen {het afmaken met zelfopofferende liefde} met het vlees? Hebt u tevergeefs zoveel {om de zelfgenoegzame geest te breken} geleden? (Galaten 3:2-4) “Want wij {als Gods uitgeroepen kinderen} verwachten door de Geest, uit het geloof, de gerechtigheid waarop wij hopen.“ (Galaten 5:5 Nadruk door de schrijver toegevoegd) De Galaten zijn niet de enige christenen die door vele pijnlijke beproevingen heen zijn gehaald om tevergeefs hun zelfgenoegzame geest te breken. Velen vertrouwen op de Heer om vergeving te krijgen voor hun zonden en voor Gods aangezicht gerechtvaardigd te worden, maar dan proberen zij hun christelijk leven te verbeteren door hun eigen menselijke inspanningen. Paulus zou deze zelfde vraag stellen aan elke christen die nog steeds leeft door zijn eigen vleselijke inspanningen: “Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu {maakt gij het nu af in de liefde} met het vlees?” Iemand die uitingen heeft gezien van Gods goddelijke liefde, kan in de verleiding komen om dat leven te imiteren door overeenkomstige daden van goedheid te reproduceren. Maar iedereen die nog leeft door zijn eigen inspanningen, zal een ik-gerichte natuur blijven aantreffen, die zijn of haar meest liefdevolle daden bezoedelt. Pas wanneer deze oude natuur gestorven is en Christus in staat gesteld is om Zijn Koninkrijksleven van liefde in het hart te vestigen, zullen hun identieke daden van goedheid de natuur van de goddelijke liefde vertonen.
Hoogmoed kan je ertoe overhalen “niet te willen onderdoen” voor iemand die echt geestelijk is. Misschien zul je zelfs degenen die weinig onderscheid hebben, met je daden van edelmoedigheid {met inbegrip van jouw dienst aan God} imponeren, en daarmee je egoïstische doeleinden bereiken, maar jouw “edelmoedigheid” zal geen “godsvrucht” zijn. Wanneer jouw werken nog steeds voortkomen uit het “ik”, zal jouw “edelmoedigheid” een egoïstische trekje blijven behouden! De vleselijke natuur zal, zelfs wanneer die probeert lief te hebben zoals Jezus, zichzelf verraden als zij niet naar behoren beloond wordt. Bijvoorbeeld, wanneer de ik-gerichte natuur nog de boventoon voert, zullen zelfs ernstige christenen hun motivatie om te dienen uiteindelijk verliezen, als zij niet beloond of erkend worden om hun “liefdevolle daden.” Zij zullen ook geïrriteerd raken wanneer iemand zich maar bemoeit met hun plannen. Zoals Jezus zei: “Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond {uiteindelijk, als zij dat niet meteen al doet}.” (Mattheüs 12:34) In tegenstelling tot deze werken van het vlees, is de godsvrucht — of: het zijn als God — het directe en exclusieve gevolg van Gods activiteit in Zijn kinderen. Wanneer God op bovennatuurlijke wijze Zijn leven van liefde zichtbaar maakt door Zijn kinderen van het geloof heen, bevredigt de inwonende tegenwoordigheid van de Heer hun inwendige mens totaal. Deze geestelijke christenen hebben daarom het vermogen om door te gaan met anderen lief te hebben, ook wanneer zij slecht behandeld worden. Terwijl zij doorgaan met zichzelf te geven aan het werk van de Heer, worden zij beloond met een voortdurende inwendige stroom van Gods eeuwige leven van liefde. “Maar het water dat Ik {de Heer} hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.” (Johannes 4:14) Het eeuwige leven is Gods Koninkrijksleven van liefde. Dit leven, dat moeiteloos een heel speciale kwaliteit van liefde tot uiting zal brengen, moet beginnen op te wellen en over te stromen vanuit onze eeuwige ziel, terwijl wij in deze wereld verblijven. De mens is geschapen om een kanaal te zijn van Gods eeuwige liefde. De aard van deze liefde is door de Zoon helder en klaar tot uitdrukking gebracht door Zijn sterfelijk lichaam heen. (1 Johannes 1:1-2) En wanneer wij met Christus’ Geest gevuld zijn, zal Hij dezelfde natuur van de zichzelf opofferende liefde manifesteren door ons sterfelijk lichaam heen. Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. … God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem. Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, … . Want zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld. (1 Johannes 4:9, 16-17) God bezit de macht om het leven van de goddelijke liefde van de Zoon door het menselijk lichaam heen te reproduceren. Dit is niet het gevolg van jouw vermogen om God te imiteren, maar het resultaat van Gods vermogen om Zichzelf in jou te reproduceren! Dit is de aard van het mysterie. Wij bieden ons lichaam aan Hem aan en Hij gebruikt Zijn macht om Zijn leven van gerechtigheid en heiligheid door ons heen zichtbaar te maken.
Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. … Ik zal Mijn Geest {van goddelijke liefde} in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. … Ik zal u verlossen van al uw onreinheden. (Ezechiël 36:23, 27, 29) Alle ware godsvrucht vindt haar bron in het mysterie van Gods macht en kracht, en als je dat mysterie eruit haalt, is het enige wat je overhoudt een onechte imitatie. Jouw imitatie van de “godsvrucht” zal vorm gegeven worden door jouw eigen gedachteprocessen. Met andere woorden, je zult daardoor bezig zijn te proberen om God tot iemand te maken die in jouw straatje past. Deze methode van te leven volgens de eigen wil door de kracht van het vlees, is hoe mensen “van de wereld” leven. Deze gevallen wijze van leven vindt haar oorsprong in Adam, toen deze zich afkeerde van zijn afhankelijkheid van God. De grondregel van de gevallen mens om zijn geestelijk leven te ontwikkelen is door het alleen op te knappen. Vrij van de beperkende invloeden van God, kiest hij zelf wat voor zijn eigen leven goed of verkeerd is. Zelfs de meest ontaarde mensen zijn in dit opzicht hopeloos religieus. Zij creëren van nature een god {binnen in hun eigen denken} die het beste vertegenwoordigt hoe zij willen leven. Daardoor kunnen zij hun eigen ideeën vaststellen over wat gerechtigheid inhoudt. Zelfs als hun “religie” in slecht gedrag resulteert, zijn zij geneigd te denken dat hun daden juist zijn. De levenswijze die Adolf Hitler koos, is een extreem voorbeeld van hoe diep de gevallen mens misleid kan zijn in deze zaak. Satan heeft de mens ertoe verleid te denken dat hij het recht heeft om naar eigen inzicht zijn eigen weg te bepalen. De gevallen mens kiest van nature hoe hij wil leven volgens zijn eigen begeerten. Aangezien hij leeft volgens de “hoogmoed van het leven” (1 Johannes 2:16), zal hij geneigd zijn te denken dat zijn wegen juist zijn. Omdat hij een verlangen zal hebben om zijn overtuigingen te propageren, zal hij ook de neiging bezitten om zijn ideeën te reduceren tot een theologische formule, een ethische gedragscode, of een politiek programma dat hij onder anderen kan cultiveren. Dit is hoe de ik-gerichte mensen van de wereld van nature leven. Maar dat is niet de levenswijze waar Gods kinderen voor geschapen zijn. Het was nooit Gods bedoeling dat de mens zelf zou beslissen hoe hij zou leven. “Ik weet, o HERE, dat het niet aan de mens staat zijn weg te kiezen, noch aan een man om te gaan en zijn schreden te richten.” (Jeremia 10:23) Gods geestelijke kinderen zullen op de Geest vertrouwen om hun schreden te richten. “Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die {en niet degenen die “Here, Here” zeggen} zijn kinderen van God.” (Romeinen 8:14) En “de vrucht” van een leven door de Geest is een leven van “zelf”-opofferende liefde. (Galaten 5:22-23) Toen Hij uitlegde hoe Hij Zijn leven leefde, zei de Zoon: “… dat Ik vanuit Mijzelf niets doe … Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik
altijd doe wat Hem welgevallig is.” (Johannes 8:28-29) Op dezelfde manier als hun Meester onder de controle en de kracht van de Heilige Geest leefde, wachten ook de geestelijke kinderen van God op de leiding van de Geest, en vertrouwen zij op Hem dat Hij met hen zal zijn in alles wat zij doen. Zij wandelen in het “licht des levens” van de hemel, en maken het leven van de goddelijke liefde van de Zoon zichtbaar, waar Gods kinderen voor geschapen zijn om het te leven. Omdat geestelijke christenen begrijpen hoe alle ware leven en godsvrucht door geloof ontvangen moet worden door een bovennatuurlijk werk van de Heilige Geest, proberen zij niet met hun eigen wil over anderen te heersen. Er is in het koninkrijk van God maar één Leraar en Leider — de Here Jezus Christus. Terwijl wij zullen proberen anderen aan te trekken tot ditzelfde door de Geest geleide en door de Geest bekrachtigde leven, weten wij dat er pas echte vooruitgang geboekt wordt wanneer de mensen waar wij leiding aan geven, hun eigen door de Geest geleide relatie met God zijn binnengegaan. “Niet dat wij heersen over uw geloof, maar wij zijn medearbeiders aan uw blijdschap, want u staat vast door het geloof {in God}.” De ware “religie” van de Bijbel is een leven van liefde dat van God door een bovennatuurlijk werk van Zijn Geest ontvangen moet worden door afhankelijk geloof. Op het moment dat tot jou doordringt dat God de enige bron is van eeuwig leven {Zijn leven van goddelijke liefde}, heb je geen andere keus dan God te vinden, en God te kennen, en God de gelegenheid te geven Zijn geestelijk leven door jouw sterfelijk lichaam heen te manifesteren zoals Jezus deed. Wij hopen dat je bent gaan beseffen dat het Christendom niet beperkt is tot het hebben van bepaalde orthodoxe overtuigingen. “Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht.” (1 Korintiërs 4:20) En als die kracht niet door jouw leven heen werkt, zul je nooit het inwonende leven van de Heer ervaren. De meest eensgezinde inspanningen die gewijd worden aan het bestuderen en gehoorzamen van Gods Woord, zullen nooit het “licht des levens” van de hemel voortbrengen. Jezus verklaarde deze zelfde les aan een paar religieuze mannen van Zijn tijd: “U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. En toch wilt u niet tot Mij komen opdat u leven hebt.” (Johannes 5:39-40) Pas op dat je niet in Satans val trapt, ook al ben je christen! Misschien heb je geprobeerd Jezus als jouw Verlosser te ontvangen zonder Hem toe te staan door het mysterie van de godsvrucht bezit van je te nemen. Misschien zoek je er nog steeds naar godvruchtig te zijn door je te onderwerpen aan oppervlakkige regeltjes en verordeningen. Maar, zoals Paulus aan de Galaten probeerde uit te leggen, het is niet mogelijk volmaakt in de liefde te worden terwijl je nog steeds vertrouwt op menselijke inspanningen om jezelf in overeenstemming te brengen met een religie van wetten. Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen {d.w.z. het afmaken met een zelfopofferende liefde} met het vlees? (Galaten 3:3)
… Want als er een wet gegeven was die in staat was {met het Koninkrijksleven van goddelijke liefde} levend te maken, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de wet zijn. (Galaten 3:21)
5. Leven uit den Hoge
De mens is van oorsprong geschapen naar Gods beeld. (Genesis 1:26-27) God had tot doel dat hij menselijke kinderen zou hebben, die Hij kon gebruiken om de glorie van Zijn leven van liefde zichtbaar te maken. Hoewel Gods liefde gezien kan worden in heel Zijn schepping, die een uitdrukking is van Zijn heerlijkheid, moesten Zijn kinderen de hoogste expressie in de wereld zijn van Zijn leven van liefde. Toen de Zoon als de Tweede Mens in de wereld kwam, spreidde Hij Gods geestelijke beeld tentoon op dezelfde wijze als waar de mens oorspronkelijk voor geschapen was. Hij was “het beeld van de onzichtbare God.” (Kolossenzen 1:15) Wij kunnen dus uit het verslag over Zijn leven leren wat het betekent om Gods geestelijke beeld — Zijn leven van liefde — aan de dag te leggen. De Zoon van God werd naar de wereld gezonden om de mens te redden van zijn gevallen staat door het geestelijke beeld te herstellen dat in de Zondeval verloren was gegaan. “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem.” (1 Johannes 4:9) Het “licht des levens,” een leven dat de Vader deelt met de Zoon, is bedoeld om door de Zoon tentoongespreid te worden door elk van Gods kinderen heen. Een volgroeid christelijk karakter is daarom bedoeld als een vorm van de “helderheid,” de “afstraling,” of het “uitgedrukte beeld” van de heerlijkheid van de Vader. (Hebreeën 1:3) En ook al kunnen wij niet verwachten dat wij het leven zo smetteloos zichtbaar zullen maken als de Zoon deed, wij kunnen een echte deelneming aan God in Zijn goddelijke natuur binnengaan en in liefde worden als Hem in deze wereld. (2 Petrus 1:3-4; 1 Johannes 4:17) En Ik {de Zoon} heb hun {toegang tot} de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn {in leven en natuur}; Ik in hen, en U in Mij … opdat de {goddelijke} liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen. (Johannes 17:22-23, 26) Het was niet Gods bedoeling dat Zijn kinderen hun eigen inspanningen zouden gebruiken om Zijn leven en natuur te imiteren. Zij moesten Zijn heerlijkheid — Zijn glorierijke leven — zichtbaar maken door door afhankelijk geloof hun leven te ontvangen van de Zoon. Als zij in Hem geloofden en dus bereid waren zichzelf te verloochenen en hun eigen kruis op te nemen, dan zouden zij Zijn geestelijke leven in overvloedige mate vinden. … Als iemand achter Mij aan wil komen {het Koninkrijksleven binnen}, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. … wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden. (Mattheüs 16:24-25) … Ik ben gekomen, opdat zij leven {het Koninkrijksleven} hebben en overvloed hebben. (Johannes 10:10)
… het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven {het Koninkrijksleven van volmaakte liefde}. (Johannes 4:14) Wij weten dat er in de kerk veel mensen zijn die zeggen dat het de Zoon onmogelijk is Zijn leven van volmaakte liefde in deze wereld door Zijn discipelen heen tentoon te spreiden. Maar wij moeten tegen hun zeggen: “God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar.” (Romeinen 3:4) “Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid mogen hebben op de dag van het oordeel. Want zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld.” (1 Johannes 4:17) Het is omdat wij, terwijl wij in deze wereld verblijven, bereid zijn in Zijn leven van liefde als God te worden, dat wij in staat gesteld zullen worden om een echt gevoel van vrijmoedigheid te hebben wanneer wij op de “dag van het oordeel” (vers 17) in Zijn tegenwoordigheid staan. Nogmaals, God verwacht niet van ons dat wij Zijn leven van liefde voortbrengen door onze menselijke inspanningen. Het leven moet ontvangen worden als een beloofd geschenk. De enige beperkende factor is onze onbereidwilligheid om ons in geloof over te geven aan alles wat onze Heer onderwijst. In een poging om te illustreren hoe christenen het “licht des levens” uit de hemel moeten ontvangen, zullen wij dit principe vergelijken met hoe elektriciteit licht produceert met een lamp. Zoals elektriciteit onzichtbaar is, zo is ook Gods kracht onzichtbaar. Ook al kan elektriciteit niet gezien worden, de kracht wordt waarneembaar wanneer zij in een apparaat binnenkomt dat gemaakt is om licht te produceren. De lamp zelf is natuurlijk niet de krachtbron. Op zichzelf genomen heeft hij geen echte waarde. Hij kan niet doen waar hij voor gemaakt is zonder de kracht van de elektriciteit. Op zichzelf kan hij “niets doen.” Op gelijke wijze ben jij ontworpen en geschapen om een uitdrukking te zijn van Gods goddelijke natuur. (2 Petrus 1:3-4) Ook al heb jij niet de benodigde kracht om dit “licht des levens” van de hemel te produceren, de Geest kan in een onzichtbare kracht voorzien die jouw leven doet oplichten met Gods natuur van liefde. Gods enige doel met het scheppen van menselijke kinderen was dat Hij zo een middel had om Zijn leven van liefde — Zijn heerlijkheid — zichtbaar te maken in deze wereld. Wanneer wij dit geestelijke principe beginnen te begrijpen, zullen wij ook zien waarom wij van weinig waarde zijn zo lang wij van de kracht van God gescheiden zijn. Onze waarde ontstaat wanneer wij het doel van de Schepper vervullen. Wij zijn hier met als doel om Zijn “licht des levens” van de hemel zichtbaar te maken. Al dit streven om dit leven zichtbaar te maken door menselijke inspanning zal alleen als resultaat hebben dat je hopeloos vermoeid raakt. “Zijt gij zó onverstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het vlees? (Galaten 3:3) Net zoals Jezus niets deed uit eigen kracht, zegt Hij tegen ons: “zonder Mij kunt gij niets doen.” (Johannes 15:5) Dit leven van de hemel en het goddelijke karakter dat wij moeten tentoonspreiden, is afhankelijk van Gods goddelijke kracht. Toen God ermee ophield Zijn kracht te gebruiken om het “licht des levens” door Adam heen te verspreiden, ging Gods lamp in de wereld uit. Het lichaam kon niet langer
Gods geestelijke beeld demonstreren. Er is niets wat de mens door eigen inspanningen kan doen om Gods aard van goddelijke liefde te reproduceren. Dit is de reden waarom de vleselijke duisternis als vanzelf zal overwinnen, totdat de gevallen mens begonnen is te leven door de kracht van de Heilige Geest. Daarom zond de Vader Zijn Zoon naar de wereld om eerst de mens met God te verzoenen en dan een bron van licht voor de wereld te worden. Hij heeft beloofd te voorzien in Zijn “licht des levens” voor iedereen die Hem door het kruis heen wil volgen. (Johannes 8:12; Mattheüs 16:24-25; 1 Johannes 4:9) Wie zijn ik-leven verliest, zal het overvloedige, volle geestelijke leven van de Zoon vinden. (Johannes 10:10) “In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.” (Johannes 1:4) De Bijbel verklaart nadrukkelijk: “zonder geloof is het … onmogelijk God te behagen.” (Hebreeën 11:6) Wat wij ook voor Hem proberen te doen, wij kunnen Hem pas welbehaaglijk zijn wanneer wij bereid zijn om van moment tot moment te wandelen in het vertrouwen dat Hij ons van Zijn leven en godsvrucht uit den hoge zal voorzien. En, aan God zij de glorie, wie Hem door een ontvankelijke wandel in geloof ernstig zoekt, zal beloond worden — die mens zal Zijn Koninkrijksleven vinden. Daarom wordt van christenen verwacht dat zij voor alles op God vertrouwen. Zij moeten bij alles wat zij doen altijd uitgaan van een vertrouwen op God, want “alles wat niet uit geloof is, is zonde.” (Romeinen 14:23) Er komt bij geloof meer kijken dan mentale instemming! Van Gods kinderen wordt verwacht dat zij vertrouwen op de kracht van de Geest om het leven van de Zoon van God door hen heen zichtbaar te maken. Aangezien wij juist voor dit doel geschapen zijn, kunnen wij dit geweldige leven van geloof niet veronachtzamen zonder moreel verantwoordelijk te zijn. Gods leven is geen optie! Wij mogen niet als een lamp zijn zonder elektriciteit. De mens heeft maar twee alternatieven: hij kan ofwel doorgaan met te leven door geloof in eigen kracht {leven door het vlees}, of hij kan zich naar God toekeren en beginnen te leven door geloof in Zijn mogelijkheden biedende kracht {leven door de Geest}. Leven door menselijke zelfgenoegzaamheid is het wezen van de zonde. (Romeinen 14:23) Daarom, zoals de Schrift zo duidelijk leert, “als u naar het vlees leeft, zult u sterven.” (Romeinen 8:13) Als je dit geestelijke principe eenmaal erkent, kun je beter begrijpen waarom satan redelijke alternatieven voor geloof zal blijven aandragen. Hij weet dat als hij kan bereiken dat je blijft leven door de kracht van je vlees {de zelfgenoegzame methodes van de gevallen wereld}, die haaks staan op de weg van het geloof, zal hij daarmee zorgen dat je je Schepper weerstaat. En iedereen die zo leeft, zal merken dat hij in geestelijke zin voortdurend sterft. Hij ervaart niet het Levende Water dat de ziel voortdurend laaft en opwelt tot een manifestatie van Gods eeuwige leven van liefde. (Johannes 4:14)
Ongeacht hoe hoogstaand je motieven of je daden, hoe lovenswaardig ook, mogen zijn, als zij voortkomen uit jouw eigen toereikendheid {het hovaardige leven}, is het zonde. God verwacht dat Zijn kinderen van Hem afhankelijk zijn in alles wat zij doen. Toen Jezus in een sterfelijk lichaam als mens wandelde, werd ook van Hem geëist dat hij door geloof leefde. Hij bleef zonder zonde, eenvoudig omdat Hij altijd op Zijn Vader vertrouwde. Hij deed niets in eigen kracht. Hij kwam tot een zondeloos leven uitsluitend doordat Hij voortdurend op de werking van Zijn Vader vertrouwde. Als Hij had gehandeld in Zijn eigen onafhankelijke kracht, zou dat zonde als resultaat hebben gehad. In wezen komt alle zonde voort uit het handelen in eigen wil en door eigen toereikendheid. Dit is de reden waarom satans aanvallen op de Zoon erop gericht waren Hem ertoe te brengen iets te doen op eigen initiatief. Hij werd keer op keer verzocht, en op alle punten zoals wij. Maar hij week nooit af van een leven onder de controle en kracht van de Heilige Geest. Hij zondigde niet omdat hij nooit ook maar één keer zijn vertrouwen in de Vader opgaf. Dit is het Mysterie van de Godsvrucht. Als christenen ooit willen gaan wandelen zoals Jezus, wat wel van hun geëist wordt (1 Johannes 2:5-6), dan zullen zij een volledige vernieuwing van hun denken moeten ondergaan. Iedereen die nog steeds denkt in termen van wat hij in eigen kracht moet doen, moet zich nog steeds door te strijden een weg banen in zijn wandel in geloof. Hij moet sterven aan alle vormen van eigen toereikendheid, voordat hij zover komt dat hij door de kracht van God tot in het beloofde leven opgewekt wordt. Wanneer mensen geneigd zijn over hun christelijke wandel te denken in termen van wat er door menselijke inspanning uitgewerkt moet worden, zullen zij van nature geloven dat het onmogelijk is om te wandelen zoals Jezus deed. Door hun gebrek aan geloof zullen zij het beloofde leven niet ontvangen. Deze christenen moeten daarom opgebouwd worden in hun geloof, zodat zij kunnen rusten van hun eigen werken, en ermee beginnen op de Heer te vertrouwen dat Hij Zijn Koninkrijksleven in hun hart zal vestigen door de opstandingskracht van Zijn Geest. Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het {wedergeboren} volk van God, want wie Zijn rust binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust, … Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan … (Hebreeën 4:9-11) Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan … (Psalm 127:1) Ik herhaal, het christelijk leven is bedoeld om een bovennatuurlijk karakter te hebben. “Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn.” (Johannes 3:21) Alleen de Geest van Christus heeft de benodigde kracht om het “licht des levens” door een menselijk lichaam heen zichtbaar te maken.
6. De Eerste Adam
In zijn onschuld en vóór de Zondeval handelde de eerste mens consequent onder de genadige en exclusieve invloed van Gods Geest. De Geest van God woonde in Adam. God werkte in hem “zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.” (Filippenzen 2:13) Deze innerlijke actie van God tilde Adam geestelijk uit boven de dierlijke status en tot in het leven van de godsvrucht. Terwijl dieren door het vlees zouden leven {en zonder het geestelijke leven van God zouden zijn}, zou Adam leven door de Geest van God in eenheid met Gods eeuwige leven. Wat Adam scheidde van het dierenrijk was zijn menselijke geest. Zijn geest was de “lamp des Heren.” (Spreuken 20:27) De lamp stelde hem, wanneer hij vol was van de olie van de Heilige Geest, in staat om Gods “licht des levens” in deze wereld zichtbaar te maken. Omdat alles wat hij deed ingegeven werd door het leven en de wil van God, was hij in staat het beeld en de heerlijkheid van God tentoon te spreiden. God waarschuwde Adam toen Hij hem voor altijd toegang tot de Boom des Levens gaf. Het was een waarschuwing die elk lid van de mensheid gold: “Van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.” (Genesis 2:17) Als de mens zich van een leven door geloof in Gods kracht zou afkeren tot een onafhankelijk leven van te wandelen in zijn eigen wil en toereikendheid, dan zou hij zichzelf afscheiden van het geestelijke leven van God. En dat is precies wat er in de Zondeval gebeurd is. Onze Schepper gaf de mens nooit het recht om zelf te beslissen wat goed en kwaad was. En als hij handelde als een dier door ervoor te kiezen om te leven volgens zijn eigen vleselijke begeerten {leven zoals het hem goeddacht of — volgens “wat juist is in eigen oog.” (Deuteronomium 12:8)}, dan zou hij gescheiden worden van het eeuwige leven van God en een geestelijk dood bestaan hebben. “Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven.” (Romeinen 8:13) De keuze van de mens om te leven door een onafhankelijke en zelfgenoegzame geest is het wezen van het kwaad en de duisternis. Het is de bron van elke zondige daad. Dit pad van voor onszelf te kiezen hoe wij onze schreden richten {zonde}, is wat de gevallen mens gescheiden houdt van het leven van God. Zo kunnen wij zien waarom echte bekering minstens moet inhouden: een echte terugkeer naar afhankelijkheid van God. … Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert {omkeert} en wordt als de {afhankelijke} kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen {het Koninkrijksleven van God} beslist niet binnengaan. (Mattheüs 18:3) Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. (Spreuken 3:5-6)
Adam zou, zo lang hij door de Geest leefde, geen wetten nodig hebben om zijn activiteiten onder controle te houden. De vrucht van Gods Geest — Zijn goddelijke natuur — zou Adam in staat stellen altijd rechtvaardige daden te doen. “Tegen zodanige mensen {die de vrucht van Gods Geest hebben} is de wet niet.” (Galaten 5:23) Adam hoefde maar één geestelijk principe te onthouden: Hij moest blijven leven door de Geest van God. Met andere woorden, eten van de Boom des Levens betekende dat hij voortdurend moest leven door geloof, onder de controle en kracht van de Heilige Geest. Toen Adam zich afkeerde van deze wandel door geloof, en ervoor koos te wandelen in eigen kracht en door zijn eigen wil, verviel hij van het “licht des levens.” Toen werd hij de Hof uitgeworpen de vleselijke duisternis in. Niet alleen verloor hij het bevredigende geestelijke leven dat hij van God ontvangen had, maar hij werd ook verregaand verdorven door een ik-gerichte natuur. Deze gevallen natuur werd een extra bron van ongerechtigheid in de wereld. Fysiek stierf Adam niet toen hij zich keerde tot “de boom van de kennis van goed en kwaad”, en hij begon ermee zijn eigen zaken te regelen. Maar wel verloor hij de kracht waardoor hij een lamp van het “licht des levens” van de Heer was geweest. Toen hij zich afkeerde van de Boom des Levens {toen hij ermee ophield te leven door de Geest van God}, hield de Geest ermee op het eeuwige leven door zijn geest heen te manifesteren. Hij verloor het geestelijke leven van God, en het licht ging uit! Verlossing houdt in dat de lamp voor zijn oorspronkelijke doel hersteld wordt. De christen is een lamp des Heren. Maar God kan pas het licht van Zijn heerlijkheid door de lamp heen zichtbaar maken, als deze voor Zijn exclusieve gebruik apart gezet en ten volle geheiligd is. Er moet een daadwerkelijk aanbieden van het lichaam aan God zijn en een zich volledig afkeren van de onafhankelijke en zelfgenoegzame wegen van de wereld, voordat het mogelijk is om het “licht des levens” van de hemel zichtbaar te maken. De volgelingen van Jezus die bereid zijn dit smalle pad te kiezen, zullen de kans krijgen terug te keren naar het geestelijke paradijs van God en van de Boom des Levens te eten. … Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen {een leven dat Adam met God deelde in de Hof van Eden} … Ga daarom uit hun midden weg {van de onafhankelijke en zelfgenoegzame wegen van de wereld} en zonder u af , zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen {het Koninkrijksleven in} … Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God. (2 Korintiërs 6:16-17, 7:1 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Wie {de onafhankelijke wegen van de wereld} overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens {het Koninkrijksleven van God}, die midden in het paradijs van God staat. (Openbaring 2:7)
Terwijl dit geestelijke Paradijs van God, dat nu in onze eeuwige ziel gevestigd kan worden, slechts een zwakke afspiegeling is van het leven dat wij zullen genieten wanneer wij ons verheerlijkte lichaam ontvangen, kunnen wij toch een overvloed van leven van de Zoon in deze wereld genieten. (Johannes 10:10) Wij kunnen met God in heiligheid wandelen en Zijn leven van de hemel genieten, zoals de Zoon deed toen Hij in een sterfelijk lichaam wandelde. (1 Johannes 2:5-6) Onze Heer heeft het mogelijk gemaakt dat wij Hem kunnen volgen door het kruis heen en de eerstelingen van Zijn opstandingsleven in. (Mattheüs 16:24-25) Als wij dit pad opgaan en Hem toestaan Zijn Koninkrijksleven in ons hart te vestigen, zullen wij in staat gesteld worden om … "de nieuwe mens aan [te] doen, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid." (Efeziërs 4:24) Met andere woorden, wij kunnen nu herschapen worden tot het geestelijke beeld van God door door Jezus Christus terug te keren naar de "boom des levens". "Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is." (Openbaring 2:7) Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op … En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad. … Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen … De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad. (Jesaja 60:1, 3, 5, 19 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
7. Het Leven in de Geest
… Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest … (Johannes 7:38-39) … maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven. (Johannes 4:14) De Heilige Geest bracht vóór de Zondeval een onuitputtelijke rivier van leven voort vanuit de geest van de eerste Adam. Het Levende Water van de Zoon welde op en stroomde over vanuit de fontein van Adams ziel in een manifestatie van Gods eeuwige leven. De aard van dit leven van de hemel hield zijn denken en emoties onder de controle van God. Alles wat hij deed en elke houding waar hij uiting aan gaf, was geïnspireerd door de Geest van God. God liet Zichzelf letterlijk zien door Adam heen. Op dezelfde manier als Christus {de Tweede Adam) het leven en de werken van de Vader zichtbaar maakte, was de eerste Adam de "afstraling {of "glans" — Bible in Basic English} van Gods heerlijkheid." (Hebreeën 1:3) Het was Adams verantwoordelijkheid als vrij handelend persoon om zich in geloof aan God aan te bieden om een instrument van Zijn gerechtigheid te zijn. Het mysterie van zijn godsvrucht was eenvoudig een kwestie van een bewuste keuze om onder de controle en de kracht van de Heilige Geest te wandelen. Naarmate hij zich aan de Geest overgaf, zou God Zijn kracht gebruiken om Zijn leven en werken door Adam heen zichtbaar te maken. Het is heel duidelijk dat als dit proces niet meer dan puur mechanisch was geweest, en Adam geen enkel vermogen had gehad om zijn eigen keuze te gebruiken, dan zou hij slechts een robot zijn geweest. Maar God schiep de mens met een vrije wil. Van Adam werd verwacht dat hij door een actieve keuze van zijn eigen wil door geloof in God zou leven en voortdurend zou wandelen door de Geest. Wij moeten inzien dat de mens geschapen is om louter een instrument te zijn van Gods leven van gerechtigheid. Dit levensprincipe geldt nog steeds voor Gods kinderen vandaag de dag. Door wat Jezus Christus aan het kruis gedaan heeft, kunnen Gods uitgeroepen kinderen nu het beloofde leven binnengaan en beginnen te wandelen door de Geest zoals Adam deed vóór de Zondeval, en zoals Jezus deed na de Zondeval. Zij kunnen het Heilige der heiligen binnengaan en goddelijk geestelijk leven van God ontvangen. Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard … namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus … (Romeinen 3:21-22)
En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde {eigen wil} als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God … laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. (Romeinen 6:13) Laten wij daarom het eerste onderwijs met betrekking tot Christus laten rusten, en doorgaan tot de volmaaktheid {of vervollediging in het leven van liefde} … Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel. (Hebreeën 6:1, 19) De mens is door God gemaakt om een instrument te zijn waardoor God de kracht en autoriteit van Zijn Koninkrijk kon uiten. Aangezien de mens zijn leven van God ontving, zou hij ook met God delen in een heerschappij over deze wereld. Maar deze autoriteit kon alleen door de mens heen geuit worden op grond van zijn "geloof-liefde" relatie met God. Naarmate de mens zich in liefde onderwierp aan heel de leiding van Gods Geest, zou God hem voorzien van de benodigde kracht om alles te volbrengen wat hem opgedragen was. God heeft een plan voor iedereen in Zijn schepping. "Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen." (Efeziërs 2:10 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Daarom wordt er van de mens verwacht dat hij Gods plan binnentreedt. En er wordt van hem verwacht dat hij zijn opdracht uitvoert door de kracht van Gods Geest. De heerschappij die de mens ontving over het hem opgedragen domein was afkomstig van God. Hij kon Gods kracht alleen in de wereld uitoefenen zo lang hij gehoor gaf aan de goddelijke wil en door de Geest leefde door afhankelijk geloof. God is van zins soeverein te blijven over Zijn universum. En toch wil Hij het werk dat Hij in de wereld wilde doen, uitvoeren door de heerschappij heen die Hij aan Zijn geestelijke kinderen heeft gegeven. Als reactie op Zijn geopenbaarde wil zouden zij op Hem vertrouwen om de kracht van Zijn Geest te gebruiken in alle hun opgedragen activiteiten. In feite koos God ervoor een unieke vorm van soevereiniteit zichtbaar te maken. Eerst zou Hij aan Zijn zonen en dochters Zijn wil openbaren, en dan op hen vertrouwen dat zij het werk door hun geloofsgebeden zouden uitvoeren. Dit is hoe God gepland heeft dat al Zijn geheiligde kinderen zouden leven. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt {Mijn aan jou geopenbaarde wil} en het zal u ten deel vallen. (Johannes 15:7) Voorwaar,voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen … En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. (Johannes 14:12-13) Ik herhaal, de mens is ontworpen om Gods hoogste expressie te zijn van Zijn heerlijkheid en macht. Gods heerschappij over de wereld zou zichtbaar gedemonstreerd worden door het werk van Zijn kinderen heen. Zonder deze zichtbare uiting van Zichzelf {het "licht des levens" van de hemel}, zou de wereld in een verloren toestand in de duisternis blijven.
Toen de mens zich afkeerde van deze wandel in geloof en van de verboden vrucht van eigen wil en zelfgenoegzaamheid at, verliet God zijn ziel. Dit liet hem leeg, in duisternis en alleen achter. Ook verspeelde hij zijn recht om Gods heerschappij en macht te uiten door gebed. Wij kunnen zien dat Adam bekeerd werd van het leven van God. Elke "bekering" treedt op wanneer er een verandering van gedachten heeft plaatsgevonden. Adam veranderde van gedachten over hoe hij wilde leven. Hij stond de duivel toe zijn verstand te vergiftigen. Hij geloofde de leugen dat hij zijn geestelijk leven kon verbeteren door te wandelen in de kracht van zijn eigen vlees, en scheidde zichzelf daarmee af van het leven van God. De Heilige Geest trok Zich toen terug uit de menselijke geest, en de ziel van de mens werd in de duisternis van de gevallen mensheid gestort. Er gebeurde ook nog iets anders tijdens de Zondeval. Toen de Geest van God niet langer de ziel van de mens {mensheid} vervulde met het Levende Water dat als vanzelf opwelt tot het eeuwige leven, bleef hij leeg en onvervuld achter. Toen werd hij op zichzelf gericht, of egocentrisch, in alles wat hij deed. Zijn levensdoel draaide voortaan alleen nog om zijn eigen inspanningen om een middel te vinden om geestelijke vervulling te vinden. Deze ik-gerichte natuur, die van nature voor zijn eigen begeerten leeft, heet "het vlees." De Bijbel noemt het "zonde", in het enkelvoud, en het behelst het slechte principe van te leven door eigen wil en zelfgenoegzaamheid. Dit leven van "zonde" is wat een veelheid aan "zonden" voorbrengt. (Romeinen 7:14, 20; Johannes 16:9) De Bijbel maakt daarom een onderscheid tussen "zonde" en "zonden." Iedereen die leeft volgens zijn eigen persoonlijke begeertes, leeft volgens de "zonde"-natuur. Dit vleselijke leven of "oude mens" heeft een ik-gerichte natuur die van nature een veelheid aan zonden voortbrengt. (Romeinen 6:6; Efeziërs 4:22; Kolossenzen 3:9) De verdorvenheid die elke persoon van Adam erft is een lege ziel. Zo lang er een leegheid van binnen is, zal het individu zich vanzelf tot de ik-gerichte wegen van deze wereld keren om zijn geestelijke vervulling te vinden. Dit is het wezen van de zonde. Ontzet u hierover, hemel, huiver, wees zeer ontsteld, spreekt de HEERE. Want Mijn volk heeft een dubbel kwaad gedaan {twee alomvattende boosheden}: Mij, de bron van levend water, hebben zij verlaten, om zich bakken uit te hakken, lekkende bakken, die geen water houden. (Jeremia 2:12-13) O, alle dorstigen, kom tot de wateren, … Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar Mij, eet het goede {eet van de Boom des Levens}, en laat uw ziel vreugde scheppen in de overvloed. Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal {in het Koninkrijksleven} leven. (Jesaja 55:1-3) God gebruikt Zijn Woord van Waarheid om mensen te helpen begrijpen waarom zij een terugkerend gevoel van geestelijke leegheid binnen in hun ziel ervaren. Hij wil dat zij ervaren hoe uitzichtloos het is om een blijvende vervulling te willen ervaren door de ikgerichte wegen van deze wereld. "God zal ieder vergelden zal naar zijn werken. …
degenen, die twistgierig zijn, … zal verbolgenheid en toorn vergolden worden." (Romeinen 2:6, 8) Zij kunnen nooit verwachten dat God Zijn goddelijk leven door hen heen zichtbaar zal maken terwijl zij op zichzelf gericht zijn. Toen de ziel van de mens door het vertrek van de Geest leeg achterbleef, kreeg satan toestemming om binnen te komen en het zelfverheffende principe van de hoogmoed te introduceren. Deze hoogmoed leidt vanzelf tot eigen wil en zelfgenoegzaamheid. De mens zal {in deze gevallen staat} hopeloos verloren blijven, totdat hij terugkeert naar de Heer en de Zoon toestaat hem het leven van geloof binnen te leiden. De Messias, die gekomen is om het verloren Koninkrijksleven in het hart van Zijn volgelingen te vestigen, is de enige hoop die de mensheid heeft om gered te worden van zijn gevallen natuur.
8. Het Mysterie van de Ongerechtigheid
Jezus wendde zich een keer tot Petrus en zei: "Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen." (Mattheüs 16:23) Jezus bedoelde precies wat Hij zei. Er was iets in Petrus waardoor hij nog steeds een mensgericht gedachteproces had. Er was nog steeds een "oude mens" in hem die resulteerde in een ik-gerichte en zelfgenoegzame natuur. Al verkeerde Petrus in een staat waarin hij vergeving gekregen had {de gerechtigheid was hem toegerekend en hij was met God verzoend}, toch werd hij nog steeds beïnvloed door een gedachteproces dat van de duivel stamde. Dat is niet de wijsheid {die zichtbaar gemaakt wordt door de ik-gerichte natuur} die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels. Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. (Jakobus 3:15-16 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Petrus had geprobeerd om Jezus van de weg van het kruis af te houden. Hij was oprecht bezorgd over Zijn Meester. Maar hij reageerde nog steeds vanuit een zelfzuchtig motief. Petrus zei daardoor iets wat tegen het licht van de waarheid inging. En Jezus wist dat alles wat ingaat tegen Gods manier van leven een leugen van de duivel is. Toen Jezus naar deze wereld kwam, sprak Hij èn wandelde Hij op een manier die Gods waarheid openbaarde. Hij was het "levende Woord" of het geopenbaarde Woord. En Hij kwam om al Gods uitgeroepen kinderen in hetzelfde Koninkrijksleven — het leven dat Adam bij de Zondeval verloor — binnen te leiden. Maar wij zien dat Petrus probeerde de Zoon {de Tweede Adam} af te keren van de waarheid en het licht. Dit was toen Jezus een aantal duidelijke instructies gaf om Zijn discipelen te helpen begrijpen hoe zij Hem in Zijn Koninkrijksleven van de hemel kunnen volgen. "Als iemand achter Mij aan wil komen {het Koninkrijksleven in}, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden." (Mattheüs 16:24-25 Nadruk door de schrijver toegevoegd) God zegt in Zijn eeuwige woord der waarheid: "Verloochen jezelf en neem je kruis op." Maar wat Petrus tegen Jezus gezegd had, was: "Red Jezelf, en keer je af van de weg van het kruis." Petrus' uitspraak was totaal tegengesteld aan de levenswijze die de Zoon openbaarde. Petrus deed een uitspraak die de duivel zijn levenswijze vertegenwoordigde. Dus zei Jezus tegen hem: "Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen." Ook al had Petrus in een staat van vergeving met Jezus gewandeld, hij was nog niet "werkelijk vrijgemaakt" van de duivel zijn invloed over de mens. (Johannes 8:36) Pas met Pinksteren, toen Petrus bekleed werd met kracht uit den hoge, kon Christus Zijn Koninkrijksleven van goddelijke liefde in Petrus' hart vestigen.
De Schrift zegt dat iedereen "van de wereld" nu in de duisternis is en onder de invloed van de duivel staat. (1 Johannes 5:19) De reden is heel eenvoudig: Zij volgen nog steeds de ik-gerichte en zelfverhogende wegen van de duivel. Wij kunnen dus zeggen dat iedereen die nog steeds leeft met het motto: "Red jezelf" (waarmee wordt bedoeld dat jijzelf — je "eigen wil" of "zelfbeschikking", of "ik-gerichtheid" en "zelfgenoegzaamheid" — nog steeds in jouw gedachten en daden de boventoon voert) nog steeds onder invloed van de duivel staat. Petrus had totaal niet in de gaten wat voor kwaad door zijn egoïstische verlangens zichtbaar gemaakt werd. Zijn woorden waren wel oprecht, maar zijn oprechtheid kon niet de duisternis van zijn gevallen natuur verbergen. Hij was bezig de leugens van de duivel uit te spreken in plaats van Gods waarheid. Het is niet voldoende om eenvoudig een volgeling van Jezus Christus te worden door te zien op Zijn vergoten bloed voor vergeving van zonden. Er is een oud Adamsleven dat moet sterven voordat het Koninkrijksleven van God door een sterfelijk lichaam heen tentoon gespreid kan worden. Petrus' beslissing om Jezus te volgen was niet meer dan een voorbereiding, die er uiteindelijk toe leidde dat hij op de Pinksterdag bekleed werd met een goddelijke kracht. Toen pas werd zijn hart gereinigd en de tempel van zijn lichaam gevuld met de heerlijkheid van God — het leven van de zelfopofferende liefde van de Zoon. (Handelingen 15:8-9) Als jij als christen nog steeds leeft voor jouw eigen verlangens en zelfs probeert door menselijke inspanning die egoïstische verlangens te corrigeren, zul je ontdekken dat je nog steeds leeft in slavernij aan jouw ik-gerichte natuur. Het eindresultaat zal zijn, net als het voor de Joden was, "ijver voor God ..., maar niet met het juiste inzicht." (Romeinen 10:2) Deze religieuze mensen van weleer wilden zichzelf redden en hun eigen gerechtigheid tegenover God produceren. Maar zij waren niet bereid om te sterven aan hun ik-leven. Dus verwierpen zij het Koninkrijksleven, dat zij van Jezus Christus hadden kunnen ontvangen door Zijn weg van het kruis te kiezen. De Joden waren door satan misleid. Zij beseften niet dat godsvrucht het resultaat is van Gods activiteit in de mens en, "onbekend met Gods gerechtigheid," probeerden zij hun "eigen gerechtigheid te doen gelden." (Romeinen 10:3) Door hun verlangen naar onafhankelijkheid en zelfgenoegzaamheid konden zij niet het licht van het ware Evangelie zien. Hierdoor verwierpen zij de boodschap van de Heer, omdat zij niet wilden sterven aan hun vleselijk leven, om kanalen van de "gerechtigheid Gods" te worden. (vers 3) En helaas zijn er vandaag de dag in de kerk vele mensen die Jezus Christus {zijn weg van het kruis} nog steeds om dezelfde reden verwerpen. Wanneer je jouw eigen rechtvaardigheid tot stand probeert te brengen, is het enige wat je produceert natuurlijk "eigengerechtigheid." Jouw eigen inschatting van wat gerechtigheid werkelijk inhoudt, zelfs wanneer je je principes uit de Bijbel haalt {zoals andere religies ook hebben gedaan}, is nog steeds niet meer dan dat: jouw eigen imitatie van gerechtigheid. Aangezien deze zelf geproduceerde gerechtigheid niet komt van het goddelijke leven van
God, is het niet echt. Gods Koninkrijksleven van volmaakte liefde kan niet voortgebracht worden door deze menselijke inspanningen. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden … opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld {volledig aan de eis der wet voldaan — NIV} zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:3-4) Toen God Adam in zijn onschuld schiep, was de Heilige Geest een Koninklijke Inwoner. Hij had exclusieve en onbetwiste toegang tot Adams ziel. Hij had a.h.w. als Enige het recht om aan het klavier te zitten waar de menselijke persoonlijkheid bespeeld werd. Terwijl Hij het denken onderwees, de emoties onder controle hield en de wil richting gaf, sloeg de Geest der Waarheid elk akkoord aan in ware harmonie met Gods hart in de hemel. Er klonk een weergaloze melodie door zijn dagelijkse activiteiten heen, als bewijs dat God de bron van Adams leven was. Maar de Misleider leidde Adam ertoe te geloven dat de mens zelf het Instrument van zijn eigen persoonlijkheid kon bespelen. Hij wees op de voordelen die het had, als hij vrij was van de beperkende tegenwoordigheid van de Heilige Geest. Adam meende dat hij zijn geestelijk leven in waarde kon doen toenemen als hij vrij was om zijn eigen melodieën te kiezen. Door zijn eigen muziek te spelen zouden de deuntjes alleen in harmonie met hemzelf hoeven te zijn. Hij zou er zich niet meer om hoeven te bekommeren om in harmonie met God te blijven! Ja, hij zou zijn eigen god kunnen worden, en wat kon er beter zijn dan dat? Wat Adam niet inzag is dat, wanneer hij zich eenmaal afgekeerd had van de Boom des Levens en de Geest de tempel van zijn lichaam verlaten had, de vader der leugens de Muziekkamer zou bezetten. In deze gevallen manier van leven zou er, ook al had de Misleider Adam ervan overtuigd dat hij de kans zou krijgen zijn eigen liedjes te kiezen, eigenlijk een demon aan het klavier zitten die op de toetsen zat te timmeren. Het is "de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid." (Efeziërs 2:2) Zijn naam is Het Vlees. Hij nam het instrument over en begon een vreselijk kabaal te maken. Het Instrument is niet veranderd. Het is hetzelfde instrument dat God oorspronkelijk gebruikte om melodieën te spelen, in harmonie met Hemzelf. Maar nadat het ooit harmonie met het leven en de natuur van God voortbracht, produceert het instrument nu lawaai. Dit is het verhaal van hoe de gevallen mens gescheiden werd van het leven van God. Het vleselijke leven zit nu, onder invloed van satan, aan het klavier ongerechtigheid in de wereld te produceren! Jij hebt geen nieuw instrument nodig. Het origineel voldoet prima. Wat je nodig hebt is een nieuwe Muzikant. De Heilige Geest zal, wanneer Hij volledige controle over het klavier krijgt, in jouw ziel prachtige muziek gaan spelen. Hij zal je innerlijk wezen in een Paradijs van God veranderen. Hij is Degene Die in staat is het Koninkrijksleven van God door jouw sterfelijk lichaam heen voort te brengen.
Maar als Ik {de Zoon van God} door de vinger van God {door de Heilige Geest} de demonen {met inbegrip van het vlees} uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. (Lukas 11:20)
9. De Tweede Mens — De Heer uit de Hemel
… de laatste Adam een levendmakende geest. … de tweede mens is de Heere uit de hemel.. (1 Korinthiërs 15:45, 47) … Die dat niet geworden is op grond van een wettelijk voorgeschreven afstamming, maar uit kracht van onvergankelijk leven. (Hebreeën 7:16) … dat wij, verlost uit de hand van onze vijanden {de wereld, het vlees en de duivel}, Hem zouden dienen zonder vrees {dat wij gebonden zouden blijven door de vleselijke natuur}, in heiligheid en gerechtigheid voor Hem alle dagen van ons leven. (Lukas 1:74:75) De eerste mens was Adam en hij ging de geestelijke dood in. De Laatste Adam was Christus, en Hij kwam om de geestelijk doden op te wekken en Zijn eindeloze leven te geven aan elk van Zijn discipelen. "Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem." (1 Johannes 4:9) Was God niet tussenbeide gekomen door te voorzien in een nieuwe leven vanuit de hemel, dan zou Adams nageslacht zonder hoop geweest zijn. Er was voor de gevallen mens geen manier om te ontsnappen aan zijn zondige natuur en zichzelf op te wekken uit de geestelijke dood. Precies hier kunnen wij zien waarom de maagdelijke geboorte noodzakelijk was. Als Jezus was geboren zoals jij en ik, door natuurlijke bevruchting langs de geslachtslijn van Adam, dan was ook Hij "in Adam" geweest. Hij zou van nature in de geestelijke dood zijn geweest, onbewoond door het goddelijke leven van God en gedomineerd door het vleselijke leven. Dit is waarom de leerstelling van de maagdelijke geboorte niet een zaak is van ondergeschikt belang. Die geboorte was onontkoombaar! Aangezien de Laatste Adam {Jezus Christus}, de Tweede Mens, kwam van de geslachtslijn van Zijn eigen Vader in de hemel, en Hij leefde zonder ooit af te wijken van een wandel in geloof {Hij leefde zonder zonde. " … alles wat niet uit geloof is, is zonde." (Romeinen 14:23)}, heeft Hij nu het recht om aan iedereen die Hem door het kruis heen wil volgen, Zijn geestelijke leven van de hemel door te geven. (Mattheüs 16:24-25) Als de Zoon van God werd Hij in de wereld gezonden om Zijn Koninkrijksleven zichtbaar te maken door iedereen heen die bereid is te sterven aan zijn of haar Adamsleven. Nu heeft Hij zowel de macht als de autoriteit om Zichzelf bekend te maken binnen in de ziel van elke gelovige in de "kracht van een onvergankelijk leven." (Hebreeën 7:16) De Zoon van God kwam om jouw geest opnieuw te gaan bewonen en jouw ziel opnieuw te veroveren. Hij is gekomen om jou in staat te stellen Zijn leven te hebben, en het ten volle te hebben. (Johannes 10:10) Zoals Hij gezegd heeft: " … wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden." (Mattheüs 10:39)
De Zoon van God kwam om jou alles terug te geven wat het mysterie van de godsvrucht tot een publiek geheim maakt: Hij kwam om Zijn eigen leven te manifesteren door de tempel van jouw lichaam heen! Dit is "het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u … " (Kolossenzen 1:26-27 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Behalve dat zij Jezus ter wereld bracht, werd Maria ook een geestelijk beeld van iedereen die ernaar verlangt het leven van Gods Zoon te dragen. Welke gebeurtenissen luidden de wonderbaarlijke geboorte van Christus in? Hoe was Maria in staat om het hemelse leven van de Zoon te baren? Het begon ermee dat Gods Woord getrouw afgeleverd werd door een boodschapper "door God gezonden" (Lukas 1:26) Het Woord dat zij ontving was zowel vreemd als beangstigend. Het ging tegen alle menselijke ervaring in en verder dan het verstand kon bevatten. Gezien het feit dat de boodschap alle menselijke wijsheid tartte, zou zij Gods Woord geloven? En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, … en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn … en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen." (Lukas 1:30-33 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Maria's natuurlijke reactie was verbazing. De voor de hand liggende vraag om te stellen èn te beantwoorden was "Hoe?" En dus zei Maria tegen de engel: "Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man?" De engel had ongeveer als volgt kunnen reageren: 'Maria, met menselijke bewoordingen is dit niet uit te leggen. Maar de Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. (Lukas 1:35) Hij zal een werk verrichten waardoor u het leven van de Zoon van God zult dragen. Maria zou slechts een instrument zijn. De almachtige kracht van God zou het wonder verrichten. Maar was dat genoeg? Nee! Er moest nog aan één voorwaarde voldaan worden! Maria moest zich beschikbaar stellen voor deze genadige, leven brengende bediening van de Geest. Misschien heb jij het altijd vanzelfsprekend gevonden dat Maria zichzelf aan God beschikbaar stelde en Hem daarmee toestond dit wonderlijke werk door haar heen te doen. Waarom zou je zo denken? Heb jij jezelf beschikbaar gesteld op een manier die de Geest toestond om jou te overschaduwen? Heb jij God toestemming gegeven om je lichaam te gebruiken voor Zijn doeleinden? Ben jij bereid geweest "niets" te worden in jezelf zodat de Zoon in staat zou zijn over jouw leven "Koning te zijn" en Zichzelf door jou heen "groot" kon betonen? Welke reden heb jij om te verwachten dat zij iets zou doen wat jijzelf God nog niet hebt toegestaan om door jou heen te doen?
Maria had kunnen zeggen: 'Ik wil niet dat God zich met mijn leven bemoeit! Ik ben verloofd en ik heb mijn eigen plannen! Dit zou wat ik voor mijn leven gepland heb in de war sturen.' Is dit niet wat jou ervan weerhouden heeft je leven en plannen uit handen te geven om een kanaal te worden van het leven van de Zoon? Als Zoon van de Allerhoogste "zal Hij Koning zijn" wanneer Hij Zijn Koninkrijksleven binnen in jouw hart heeft gevestigd, vergeet dat niet. En wanneer Hij komt om Zich door jouw lichaam heen zichtbaar te maken, is Hij de enige die "groot zal zijn." Natuurlijk was Maria een waar kind in het geloof! Zij zei: "Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord." (Lukas 1:38) Vanaf het moment dat zij zich aan Gods woord overgaf en erop vertrouwde dat Hij het werk zou doen, was het Gods verantwoordelijkheid Zijn doeleinden door haar heen waar te maken. Maar wij moeten benadrukken dat het nooit gemakkelijk is om het leven van de Zoon te dragen. " … de weg is smal die naar het leven leidt" (Mattheüs 7:14). Van Maria werd verwacht dat zij lijden zou doormaken voordat zij het leven van de Zoon zou baren. Nadat de geestelijke wedergeboorte plaatsgevonden had, toen door de Geest het zaad van het goddelijk leven binnen haar geplaatst was, waren er nog vele moeilijkheden om te overwinnen. Maar zij bleef op God vertrouwen en wachten tot het beloofde leven tevoorschijn kwam. Als zij kanalen willen worden van het Koninkrijksleven van de Zoon, zullen christenen vandaag de dag ook door periodes van lijden heengaan voordat de Zoon Zijn leven van goddelijke liefde door hun sterfelijk lichaam zichtbaar kan maken. Het is als met het baren van een kind. Na de bevruchting met een "zaad" van het leven van de Zoon, zullen er onvermijdelijk moeilijke beproevingen komen die leiden tot de pijnlijke geboorte van Zijn Koninkrijksleven uit den hoge. De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden {bij het sterven aan de ik-gerichte en zelfgenoegzame wegen van de wereld} – toerusten, bevestigen, versterken en funderen. (1 Petrus 5:10 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Van elke christen wordt verwacht dat hij strijdend voorwaarts gaat in zijn of haar geloof tot hij of zij het Koninkrijksleven van de Heer vanuit de hemel gebaard heeft. "Hij zal … Koning zijn … en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen." (Lukas 1:33) Zijn Koninkrijksleven wordt, als het eenmaal in het hart gevestigd is, een eeuwig leven. De Wet en de Profeten zijn er tot Johannes {de Doper}. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en ieder doet het geweld aan. (Lukas 16:6 Nadruk door de schrijver toegevoegd) "Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit meer struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. … En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u {als christenen} doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp
die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster {Jezus Christus in Zijn Koninkrijksleven} opgaat in uw hart." (2 Petrus 1:10-11, 19 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
10. De Wet van de Geest van het Leven
Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. (Romeinen 8:2) De gave van de Geest schenkt ons het vermogen te reageren op het onderwijs van onze Heer terwijl wij door de tijd van beproeving heengaan en ernaar zoeken het beloofde leven binnen te gaan. "Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij {het Koninkrijksleven} leven." (Romeinen 8:13) Met andere woorden, de geestelijke wedergeboorte is geen eindpunt, het is een begin. Wij bereiden Gods tempel voor door ons, terwijl wij door de Geest geleid worden, af te scheiden van de wegen van de wereld. De Heer zal uiteindelijk Zijn Koninkrijksleven zichtbaar maken binnen in iedereen die Hem gehoorzaam volgt door het kruis heen en de hemelse gewesten in. Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen … Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen … ." (2 Korinthiërs 6:16-17) Wie Mijn geboden heeft en die {met zijn wedergeboren hart} in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf {het Koninkrijksleven} aan hem openbaren. (Johannes 14:21) De Tweede Mens leefde, stierf en stond op uit de dood om deze verandering van bestuur tot stand te brengen en deze nieuwe wet van geestelijk leven vanuit de hemel te introduceren. "Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien énen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden." (Romeinen 5:19) Verwar de geschreven Wet niet met de wet van de Geest des Levens. De Oudtestamentische wet was rechtvaardig, maar kon toch alleen de ervaring van zonde en dood in de kinderen van God teweegbrengen. Paulus zei: "Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen." (Romeinen 10:17) De wet, zo zullen wij leren, werd gegeven om een echte dood te bewerken aan de oude zelfgenoegzame manier van leven die iedereen van Adam geërfd heeft. Deze "erfzonde" moet sterven voordat het Koninkrijksleven van God ten volle in het hart gevestigd kan worden. Dit weten wij: "de terzijdestelling van het voorgaande gebod vindt plaats vanwege zijn zwakheid en nutteloosheid. De wet heeft namelijk niets tot volmaaktheid gebracht … ." (Hebreeën 7:18-19) Terwijl Jezus verwacht dat Zijn discipelen alle rechtvaardige vereisten vervullen die in Zijn onderwijs te vinden zijn, ook die van de Bergrede, kan dit alleen tot stand gebracht worden door de kracht van de Heilige Geest. "De Geest is het
Die levend maakt {met het Koninkrijksleven van de zelfopofferende liefde}, het vlees heeft geen enkel nut." (Johannes 6:63) Geschreven wetten hebben slechts een beperkte toepassing in Gods handelen met de mens. Allereerst, geschreven wetten zijn nodig om mensen die niet leven door Gods Geest in te tomen. Hierbij is inbegrepen het gebruik van wetten die door wereldse regeringen ingesteld zijn. God gebruikt ze om de slechte natuur in de gevallen mens te beteugelen. In zekere zin kunnen wij dus zeggen dat geschreven wetten een noodzaak zijn in een gevallen wereld. "Voordat het geloof echter kwam, werden wij door de wet bewaakt, … ." (Galaten 3:23) Maar het was nooit Gods bedoeling dat de mens zou leven door een wet. Gods kinderen werden ontworpen om met God te delen in Zijn eigen goddelijke natuur. En waar de vrucht van Gods Geest zichtbaar wordt door volledig geheiligde christenen {diegenen die God hebben toegestaan hen apart te zetten voor Zijn exclusieve gebruik en die delen in de goddelijke natuur}, is er geen noodzaak voor een wet. "De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet." (Galaten 5:22-23 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Derhalve kunnen wij zeggen dat geschreven wetten alleen nodig zijn wanneer een volk nog steeds leeft uit de kracht van het vlees. Als de gelovige eenmaal gestorven is aan de wegen van het vlees en een echte deelname aan Christus is binnengegaan in Zijn goddelijke natuur (2 Petrus 1:3-4), zal hij of zij door de Geest bewogen worden op een manier die als vanzelf zal voldoen aan alle vereisten die in Gods geschreven wetten staan. "Maar u hebt de zalving van de Heilige en u weet alles {aangaande het Koninkrijksleven en de godsvrucht} … de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst {door middel van geschreven wetten} … ." (1 Johannes 2:20, 27) Christenen zullen, nadat zij door Christus' bloed met God verzoend zijn, een natuurlijke neiging hebben om te leven door menselijke inspanning. Doordat zij nog niet leven onder de volledige controle en kracht van de Heilige Geest, maar nog steeds enig vertrouwen stellen in hun eigen kracht, zijn zij niet in staat consequent de vrucht van Christus' Geest door hun leven heen te tonen. Derhalve zal de wet een beperkte toepassing hebben in het leven van elke wedergeboren christen. God heeft voorzien in geschreven wetten om te openbaren hoe echte gerechtigheid is. Zijn wetten zullen daarom de gebreken aan het licht brengen die blijven oprijzen uit het hart zo lang men nog leeft uit de kracht van het vlees. Er zal iets in hen zijn dat "zich niet onderwerpt aan de wet Gods." (Romeinen 8:7) Zij zullen merken dat hun oude "Adamsleven" zich soms nog verzet tegen de zichzelf opofferende agape liefde zoals Jezus, de model Zoon, die zichtbaar maakt.
Terwijl die ernstige christenen over het algemeen zondige neigingen zullen onderdrukken zodat die zich niet openlijk zullen uiten, zullen zij toch de aanwezigheid van een kwaad in hun hart bespeuren. Zij zullen bijvoorbeeld van tijd tot tijd een egoïstische woede in zich voelen opkomen wanneer mensen hen niet juist behandelen. Ook al mondt deze woede nooit uit in feitelijke moord, het verderf dat zich opdringt in deze egoïstische woedeaanval staat in Gods oog gelijk met moord. Dus verwacht God dat zij hun Adamsleven onderwerpen aan het kruis, zodat zij kunnen sterven aan die oude natuur en binnengaan in een deelname met Christus aan Zijn goddelijke natuur. De eisen die gesteld worden in Christus' Bergrede kunnen onmogelijk door menselijke inspanning volbracht worden. Maar ondanks dat verwacht Hij dat Zijn volgelingen toch voldoen aan alle rechtvaardige eisen in Zijn onderwijs. Het betekent eenvoudig dat elke wedergeboren gelovige zal moeten leren te leven door de Geest. "Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk." (Mattheüs 19:26) De wet moet een werk doen in het hart van elke christen. Hij is ontworpen om het natuurlijke gevoel van zelfgenoegzaamheid dat in de gevallen natuur zit, te breken. Die oude geest moet ter dood gebracht worden. Dan pas zijn gelovigen in staat om in te gaan in het pure geloof dat ze in staat zal stellen zich te bekleden "met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid." (Efeziërs 4:24) In Romeinen 7 openbaart de apostel Paulus dit proces dat in zijn leven plaatsvond. Zoals hij beschreven heeft, zullen de maatstaven in Gods wetten uiteindelijk de zelfgenoegzame geest doden in iedereen die er ernstig naar heeft gezocht om Gods wetten te gehoorzamen. " … Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. … het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen … Maar de zonde heeft – opdat zij als zonde zichtbaar zou worden – door het goede voor mij de dood teweeggebracht, opdat door het gebod de zonde uitermate zondig zou blijken te zijn. … Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God {wat een teken is van geestelijke wedergeboorte en van de tegenwoordigheid van de Heilige Geest}. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is … wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? " (Romeinen 7:7, 10, 13, 22-24 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
Paulus is niet altijd een "gevangene ... van de wet van de zonde" gebleven. Zoals hij in het vervolg zei: "Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood." (Romeinen 8:2) De Geest van Christus was in staat hem te bevrijden van zijn oude zonde-natuur. Het Koninkrijksleven werd in zijn hart gevestigd toen hij eenmaal besefte: "De Geest is het Die levend maakt {met het Koninkrijksleven}, het vlees {dat door menselijke inspanning streeft} heeft geen enkel nut." (Johannes 6:63)
Elke christen zal moeten leren dat de wet ontworpen is om een echte dood tot stand te brengen aan het zelfgenoegzame leven dat hij van Adam geërfd heeft. Als hij eenmaal alle hoop verloren heeft om zich in zijn eigen vermogen door menselijke inspanning volledig aan Gods wegen aan te passen, zal hij bereid zijn zich tot Christus te wenden met het soort geloof dat Hem zal toestaan hem "waarlijk vrij" te maken van de "wet der zonde." … wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. (Romeinen 7:24-25) … Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde … Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn. (Johannes 8:34, 36) De ware godsvrucht zal niet tot stand komen door onze menselijke inspanningen om Gods wet te vervullen, evenmin als door onze pogingen om God te imiteren. Beide zijn onmogelijk! "Want als er een wet gegeven was die in staat was levend te maken {met Gods Koninkrijksleven van goddelijke liefde}, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de wet zijn." (Galaten 3:21) Maar een wet kan geen leven geven. Gods kinderen moeten vervuld worden met het inwonende leven van de Zoon voordat zij de kracht zullen hebben om aan alle rechtvaardige vereisten van de wet te voldoen en ware godsvrucht zichtbaar te maken. Zo is dan de wet onze {harde en meedogenloze} leermeester geweest tot Christus {om Zijn goddelijk leven te ontvangen door geloof}, … (Galaten 3:24) Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden … opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees {door menselijke inspanning} wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:3-4) Niet omdat wij van onszelf bekwaam zijn iets te denken, als was het uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God. Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter {van de wet}, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. (2 Korinthiërs 3:5-6 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Omdat de wet "niets tot volmaaktheid heeft gebracht," moet het voor jou een grote opluchting zijn wanneer je ontdekt dat God verwacht dat jouw pogingen om te voldoen aan de rechtvaardige eisen van de wet op niets zullen uitlopen. Zij werd ontworpen om de hoogmoed te doden waardoor jij ooit dacht dat je de kracht had om Zijn wetten te houden. Niets wat jou ooit gechoqueerd heeft aan jou, heeft God ooit gechoqueerd. Het doet Hem verdriet, maar het choqueert Hem nooit. Zijn wetten zijn gegeven opdat jij je bewust zou worden van jouw ellende. Zelfs als christen zul je je verzetten tegen deze dood aan het vleselijke leven tot je twee dingen gaat beseffen: Allereerst, dat God van Zijn kinderen vraagt dat zij voldoen aan alle rechtvaardige eisen in Zijn wetten, ook het onderwijs in de Bergrede. En ten tweede, dat jij
totaal zwak bent als je door de kracht van het vlees probeert aan Zijn eisen te voldoen. Je zult zover moeten komen dat je enige hoop om van je gevallen natuur gered te worden, is door deze dood aan het ik-leven heen te gaan en het Koninkrijksleven van de Heer binnen te gaan. " … wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden." (Mattheüs 16:25) Nadat je door Christus' vergoten bloed met God verzoend bent, zul je ontdekken dat je naar een plaats geleid wordt waar je erkent dat niet alleen wat je gedaan hebt verkeerd is, maar dat je hele natuur verkeerd is. Je moet zover komen dat je beseft dat zelfs je beste menselijke inspanningen nog zondig van aard zijn. Niet alleen zijn zij niet uit geloof {en alles wat "niet uit geloof is, is zonde" (Romeinen 14:23)}, maar zij komen van nature voort uit egoïstische motieven. Er zijn veel christenen die nog steeds bezig zijn met te proberen zichzelf te verbeteren. Zij raken voortdurend gefrustreerd door hun inspanningen, maar zij schijnen nog steeds te denken dat zij iets kunnen doen om zichzelf beter te maken. En net als de Farizeeën ooit deden, zullen zij, zo lang zij enige hoop koesteren op deze vorm van door henzelf geproduceerde gerechtigheid, het vermijden Christus' weg van het kruis te bewandelen. Het wordt tijd dat elke christen de "aard van het beest" herkent. Laat je niet langer verleiden tot de gedachte dat je vleselijke natuur veranderd of gerepareerd kan worden, als je er maar genoeg tijd voor krijgt. De wortels zitten te diep in het leven van de duivel verankerd, dat je jezelf van binnen zou kunnen veranderen. De enige manier om verlost te worden van dit oude Adamsleven is door het "leven" binnen te gaan door de "dood" heen. Vergelijk je dagelijkse wandel eens met Christus' onderwijs in Zijn Bergrede. Merk op hoe zelfzuchtig je bent in vergelijking met het zelfopofferende leven dat Hij van Zijn volgelingen eist. De meest liefdevolle daden die jij verricht voor de Heer en jouw gezin hebben nog steeds die ik-gerichte tendens, al is het maar het verlangen om herkend of erkend te worden voor wat jij gedaan hebt. Als jij geprobeerd hebt rechtvaardig te zijn door jouw eigen inspanningen, zal jou de mond gestopt worden en je zonde zal openbaar gemaakt worden, wanneer je echt de hoge roeping begint te zien waar wij in Christus toe geroepen zijn. Of je nu probeert Christus' onderwijs te gehoorzamen of tracht Hem te imiteren, beide methoden zullen je vanzelf een diep besef geven van je zondige natuur. En of je jouw leven werkelijk vergelijkt met Christus' onderwijs of je vergelijkt jezelf met het Woord dat door Zijn leven heen zichtbaar gemaakt wordt, beide maatstaven zullen aantonen hoezeer je tekortgeschoten bent aan de heerlijkheid van God. Een loodlijn kan laten zien hoe krom iets is, maar hij maakt niets recht. Als de Zoon niet meer gedaan had dan een maatstaf neer te leggen waar wij ons aan moeten houden, dan blijft er niets anders over dan ons te wentelen in onze eigen tekorten. In feite zouden wij kunnen zeggen dat het "goede nieuws" van het Evangelie eigenlijk een boodschap van wanhoop is. Hij drijft met zijn woorden de spot met ons, zonder te voorzien in het geestelijk leven dat van ons gevraagd wordt.
Maar de Zoon van God biedt "veel meer" aan dan vergeving van onze zonden en een maatstaf om naar te leven. Jezus kwam "veel meer" doen dan alleen ons verzoenen met God. Hij is gekomen om ons te redden van onze gevallen natuur. Hij heeft zowel de macht als de autoriteit om ons in staat te stellen met Hem te delen in hetzelfde overwinnende leven waardoor Hij de zonde {het leven in zelfgenoegzaamheid en eigenzinnigheid} kon overwinnen. Dit is het "veel meer" van jouw redding! "Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, HOEVEEL TE MEER zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn {een gebeurtenis uit het verleden}." (Romeinen 5:10) Jij hebt iets nodig wat veel verder gaat dan alleen met God verzoend te worden. En glorie aan God, nu heb je de kans om een overlopende maat van Christus' geestelijke leven te ontvangen. (Johannes 10:10) Zijn inwonende leven is veel en veel krachtiger en machtiger dan de gevallen natuur die wij van Adam geërfd hebben. (Romeinen 5:17) De Zoon van God is gekomen om Zijn Koninkrijksleven in jouw hart te vestigen, zodat je in ware heiligheid en gerechtigheid kunt wandelen voor Zijn aangezicht alle dagen van jouw leven. (Lucas 1:74-75) Nogmaals, godsvrucht is niet het resultaat van jouw vermogen om wetten te gehoorzamen of God te imiteren. Het is het resultaat van Christus' vermogen om Zichzelf in jou te reproduceren; geen eigen gerechtigheid, maar Christus' gerechtigheid. Het is niet inactiviteit, maar de activiteit van Christus die werkt in jouw innerlijk wezen door de kracht van Zijn Geest uit de "kracht van onvergankelijk leven." (Hebreeën 7:15-16) Als jouw geloof in God compleet was en je al zo ver was dat je werkelijk afgestorven was aan de wegen van het vlees, zou Christus' leven van goddelijke liefde al door jou heen geopenbaard kunnen worden. (1 Johannes 4:17) Maar er zit nog steeds de "verkeerde man" achter het klavier, en die man van het vlees verzet zich nog tegen jouw wil om juist te handelen. Dit is het probleem met elke christen die nog steeds probeert te leven door menselijke inspanning. Ook al heeft hij de gave van de Geest ontvangen en is de Geest gekomen om af te rekenen met het leven van het vlees, er woedt nog steeds een enorme oorlog. En het vlees wint nog steeds een aantal van de veldslagen. Die worstelende christenen hebben nog niet geleerd hoe zij door zwakheid in het eigen ik en afhankelijkheid van God de kracht van de Geest in hun leven moeten doen gelden. (2 Korinthiërs 12:9) De meeste christenen schijnen vandaag de dag te denken dat Paulus niet in staat was een antwoord te vinden op het dilemma dat hij in Romeinen 7 beschrijft. Zij veronderstellen dat hij, omdat hij in de tegenwoordige tijd sprak, een "gevangene" bleef van "de wet van de zonde en de dood." Dus denken zij dat hij in echte slavernij leefde aan zijn oude zondige natuur, nog terwijl hij in zijn sterfelijk lichaam was. Maar Paulus probeerde alleen de ervaring van iedereen te beschrijven die nog steeds probeert rechtvaardig voor God te leven door menselijke inspanningen te gebruiken om zich aan te passen aan geschreven wetten.
Toen de wet Paulus' zelfgenoegzame geest eenmaal ter dood gebracht had, was hij klaar om door de opstandingskracht van de Heilige Geest tot in het Koninkrijksleven van God opgewekt te worden. Christus kwam om het vleselijke leven {de "oude mens"} te vernietigen, waar satan de wereld mee opgezadeld had en die Paulus door afstamming van Adam geërfd had. … Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. (1 Johannes 3:8 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens {het vleselijke leven} met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan {vernietigd} zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is {aan het vleselijke leven}, is rechtens vrij van de zonde {het oude leven van zelfgenoegzaamheid en eigen wil}. (Romeinen 6:5-7) Toen Paulus eenmaal aan het einde van zichzelf gekomen was en gestorven was voor de wegen van menselijke inspanning {het oude Adamsleven}, kon de opgestane Heer Zichzelf zichtbaar maken door zijn sterfelijk lichaam heen. Paulus kon een volledige overwinning over het oude Adamsleven ervaren door binnen te gaan in een ervaringsrelatie met Christus in Diens gekruisigde leven. Hij maakte die echte dood aan het oude ik-leven door en daardoor kon hij met Christus beginnen te delen in Zijn opstandingsleven. En toen kon hij in alle eerlijkheid zeggen: "Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij" (Galaten 2:20) En toen kon hij ook "meer dan overwinnaar zijn door Hem Die ons heeft liefgehad." (Romeinen 8:37) Paulus ontving wat hij "de overvloed van genade en de gave van gerechtigheid" noemde. Deze overvloedige maat van genade stelde hem in staat om te "regeren in het leven door de Ene, Jezus Christus." Hij ontdekte dat Christus' opgestane leven "veel machtiger" was dan het vleselijke leven dat hij oorspronkelijk van Adam geërfd had. Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene {Adam}, VEEL MEER zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus. (Romeinen 5:17 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
11. Hoeveel Ben Jij Waard?
Als iemand ons ooit ertoe wil verleiden te geloven dat God een stel beperkingen heeft opgelegd aan wat Jezus Christus door ons heen in deze wereld kan doen, dan moeten wij dat altijd pertinent van de hand wijzen. Door ons afhankelijk geloof in God kunnen wij Zijn goddelijke kracht binnen in ons innerlijk wezen aan het werk zetten om alles te overwinnen dat de Zoon eraan verhindert Zijn Koninkrijksleven van liefde door ons sterfelijk lichaam heen zichtbaar te maken. Hij is "bij machte … te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is, … ." (Efeziërs 3:20 Nadruk door de schrijver toegevoegd) God kan meer doen dan wij ons kunnen voorstellen, en laten wij daarom niet toelaten dat een vleselijk denken — een denken dat onder invloed staat van de leugens van de duivel — ons begrip beperkt van wat Hij kan doen. "Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God." (Lukas 18:27) Ja, er zal een fysieke opstanding van het lichaam zijn, "want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden." (1 Korinthiërs 15:53) En dit opstandingslichaam zal ons totaal bevrijden van het lijden dat wij in deze vervloekte wereld ervaren hebben. Maar toch kunnen wij binnentreden in een echte deelname met Christus in Zijn goddelijke natuur, terwijl wij nog in deze wereld zijn. En ook al verbleekt het in vergelijking met Zijn verheerlijkte leven, God heeft wel degelijk de macht om hetzelfde overwinnende leven door ons heen zichtbaar te maken, dat Jezus door de kracht van de Heilige Geest door Zijn sterfelijk lichaam heen tentoonspreidde. Van ons wordt dus verwacht dat wij de hemelse Parel — Zijn Koninkrijksleven — kopen door Hem te volgen door het kruis heen. (Mattheüs 16:24-25) Een mens kan op twee manieren leven. De eerste is door te leven "voor en vanuit het ik," en daarmee "wandelen naar het vlees." De tweede is door te leven "voor en vanuit Christus," en daarmee "wandelen naar de Geest." Het is niet slechts een kwestie van gradatie, het is een kwestie van soort. Jouw leven zal zich centreren rond het eigen ik {nog terwijl je Christus dient} of rond God. Er zijn mensen die denken dat zij zowel het eigen ik als God kunnen dienen. Maar Jezus heeft gezegd: "Niemand kan twee heren dienen." (Mattheüs 6:24) Je zult ofwel leven door menselijke inspanning volgens "de wil van het vlees en de gedachten" (Efeziërs 2:2-3), of je zult leven door geloof onder de controle en de macht van de Heilige Geest. Volgens de Schrift is de keuze aan jou! En je zult heel zorgvuldig moeten zijn in je beslissing als je wilt voorkomen dat je misleid wordt zoals Adam en Eva. Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u {het Koninkrijksleven} leven. Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. (Romeinen 8:13-14 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
Welke van deze principes bepaalt jouw gedrag? Vergeet niet, er bestaat een "schijn van godsvrucht" die niet voortkomt uit de "kracht" van God. (2 Timotheüs 3:5) Wij vragen jou dus niet naar de mate van godsvrucht die jij ontwikkeld hebt. Van belang is het principe waar jouw gedrag uit voortkomt. Leef jij door menselijke inspanning, of leef je door de Geest? Om je te helpen een antwoord op deze vraag te geven, moet je je herinneren dat onafhankelijkheid en zelfgenoegzaamheid de essentie van de zonde is: " … alles wat niet uit geloof is, is zonde." (Romeinen 14:23) Ben jij totaal overgegeven aan de wil van God en vertrouw je zonder ophouden op Hem dat Hij Zijn leven en werken door jou heen manifesteert? Of regel jij in je dienst aan God nog steeds onafhankelijk jouw activiteiten en leef je door jouw eigen menselijke wijsheid en inspanningen? Elk gebied van jouw leven waarin jij niet geleerd hebt geheel afhankelijk van God te zijn is een gebied dat nog steeds bekering nodig heeft. Probeer jij nog steeds rechtvaardig te worden door jouw eigen vereende inspanningen? Je moet je bekeren. Zijn er mensen die jij nog steeds probeert te veranderen door over hen te heersen zoals de heidenen dat doen? Je moet je bekeren. Zo lang je vertrouwt op menselijke methodes, menselijke inspanningen en menselijke wijsheid om de wereld te corrigeren, leef je niet door geloof in Gods kracht. Misschien ben je zakenman en stel je je zo voor dat, wanneer jij op kantoor binnenkomt, jij de baas bent. Alles wat jij zegt is nu wet! Je zou er goed aan doen je te bekeren door je zaak aan God te geven. De middelen zijn sowieso niet van jou. Alles is van Hem. En als jij iemand bent die werkt in een omgeving waar de Geest jouw leven niet kan besturen, dan moet je maken dat je uit die omgeving wegkomt, voordat het te laat is om binnen te gaan in het Koninkrijksleven van God. (Mattheüs 22:1-4) Is er een onderdeel van jouw leven waar jij lijkt het zonder God te kunnen stellen {niet God als "Iemand die jou te hulp schiet" bij jouw plannen en begeertes, zoals zo velen Hem vragen om te doen, maar God als de "oorsprong" en de "bron" van jouw plannen, activiteiten en verlangens}? Dat is waar jij bekering nodig hebt! Precies daar! Ik zou me maar bekeren. Je kunt het Koninkrijksleven pas vinden wanneer je ophoudt met te wandelen in de kracht van het vlees. Laten wij er dan beducht voor zijn dat iemand van u ooit schijnt achter te blijven … want wie Zijn rust binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust … Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan (Hebreeën 4:1, 10-11 Nadruk door de schrijver toegevoegd) Jij bent "levend gemaakt" in Christus om exclusief tot Zijn beschikking te staan. Nu moet je je geheel aan Hem aanbieden om een instrument te zijn van Zijn gerechtigheid, zodat Hij jouw activiteiten kan regelen en het licht van Zijn leven door jouw karakter heen tentoon kan spreiden. Kun je, gezien jouw ervaring, eerlijk zeggen: "Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees {in een sterfelijk lichaam} leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God"? (Galaten 2:20 Nadruk door de schrijver toegevoegd)
De hoofdletter "I" in "IK" moet met Kristus gekruisigd (✝K) worden zodat God volledig bezit kan nemen van jouw lichaam. De mate waarin een opzettelijke, zelfgekozen houding van geloof jou toegestaan heeft om jezelf "met Christus" dood te rekenen, en de mate waarin jij opgehouden bent met te leven volgens de "wil van het vlees en de gedachten" (Efeziërs 2:3), zal de mate zijn waarin het verlossingsplan van God in jouw leven plaats gekregen heeft. Jouw waarde is rechtstreeks gekoppeld aan de mate waarin jij de Geest van God toegestaan hebt om het leven van de Zoon door jou heen te openbaren. Al het andere is puur verlies. Uiteindelijk moet alles van het vlees verbrand worden in het beproevende vuur van de Dag des Oordeels. Wanneer jij bereid bent je lichaam volledig over te geven om een kanaal te worden van Christus' Koninkrijksleven, dan zal de Zoon van God vullen wat jij bent — niets — met alles wat Hij is — alles. Met het oude vleselijke leven eruit en het Koninkrijksleven van Christus erin, wat zal God je dan rijk gemaakt hebben! Dit is de Parel van Grote Waarde! Beste vriend, voordat je dit boek aan kant legt, omhels dit leven van geloof. Groot en kostbaar zijn de beloften aan hen die in alles leven in kinderlijke afhankelijkheid van God. (2 Petrus 1:3-4) Onderwerp je aan Christus zodat Hij jou alles kan geven wat Hij voor jou in de hemelse gewesten bereid heeft. (Efeziërs 1:3) Hij wacht tot Hij dit heerlijke Mysterie van de Godsvrucht met je kan delen! Daarvan ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de beheerstaak van God, die mij met het oog op u gegeven is om het Woord van God te vervullen, namelijk het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen. Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid. Hem verkondigen wij, terwijl we ieder mens terechtwijzen, en ieder mens onderwijzen in alle wijsheid, opdat wij ieder mens volmaakt zouden stellen in Christus Jezus. (Kolossenzen 1:25-28) Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. … Zalig is de man die verzoeking {in de tijd van beproeving} verdraagt, want als hij beproefd gebleken is {om uit de woestijn te komen van menselijke genoegzaamheid}, zal hij de kroon van het leven {d.w.z. het Koninkrijksleven} ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. (Jakobus 1:4, 12 Nadruk door de schrijver toegevoegd)