De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Home > Recente wijzigingen > Circulaire AAFisc Nr. 38/2014 (nr. Ci.RH.861/633.382) dd. 22.09.2014
Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst Geschillen Inkomstenbelasting/Geschillen Circulaire AAFisc Nr. 38/2014 (nr. Ci.RH.861/633.382) d.d. 22.09.2014 Inkomstenbelastingen Administratieve geschillenregeling Ambtshalve ontheffing Wijziging van artikel 376 § 3, 2°, WIB 92 Verduidelijking van begrip "materiële vergissing" Ambtshalve ontheffing - Belastingverminderingen opgesomd in artikel 376, § 3, 2°, WIB 92 - Begrip materiële vergissing in de zin van artikel 376, § 1, WIB 92 - Toepassingsgevallen.
Huidig circulaire geeft een toelichting bij de wijziging die is aangebracht aan de bepaling van artikel 376 § 3, 2°, WIB 92 door de Wet van 21 december 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen (BS 31.12.2013). Hierdoor werd het toepassingsgebied voor ambtshalve ontheffingen sterk uitgebreid. Die uitbreiding is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2014. Deze circulaire geeft ook praktische verduidelijkingen bij de toepassing van het begrip "materiële vergissing" om door een eenvormige toepassing ervan een gelijke behandeling van de belastingplichtigen te garanderen.
De artikelen 28 en 29 van de Wet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen van 21 december 2013 luiden als volgt: Art. 28. In artikel 376, § 3, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 15 maart 1999 en gewijzigd door de wet van 6 mei 2009, wordt 1
het woord "146" vervangen door het woord "145 ". Art. 29. Artikel 23 treedt in werking op de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad. Artikel 28 is van toepassing op ambtshalve ontheffingen met betrekking tot aanslagjaar 2014 en volgende.
1. Gecoördineerde tekst van artikel 376, WIB 92 voor het aanslagjaar 2014 § 1. De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ambtshalve ontheffing van de overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen, uit dubbele belasting, alsmede van die welke zouden blijken uit afdoende bevonden nieuwe bescheiden of feiten waarvan het laattijdig overleggen of inroepen door de belastingschuldige wordt verantwoord door gewettigde redenen en op voorwaarde dat:
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie 1° die overbelastingen door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, aan de administratie werden bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd; 2° de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond. § 2. Als nieuw gegeven wordt niet beschouwd een nieuw rechtsmiddel of een wijziging van de jurisprudentie. § 3. De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verleent ook ambtshalve ontheffing: 1° van het overschot van de belastingkredieten, de voorheffingen en de voorafbetalingen bedoeld in artikel 304, § 2, voor zover dit overschot door de administratie werd vastgesteld of door de belastingschuldige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, aan de administratie werd bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarmee die belastingkredieten, die voorheffingen en die voorafbetalingen zijn te verrekenen; 1
2° van de verminderingen voortvloeiend uit de toepassing van de artikelen 88, 131 tot 135, 138, 139, 145 tot 156 en 257 voor zover het tot die verminderingen aanleiding gevend feit door de administratie werd vastgesteld of door de belastingschuldige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, aan de administratie werd bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarop die verminderingen moeten worden verleend. § 4. De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder en de wijze waarop ambtshalve teruggave wordt verleend van de in de artikelen 157 tot 168 en 175 tot 177 genoemde voorafbetalingen die nog niet met de werkelijk verschuldigde belasting werden verrekend.
2. Memorie van toelichting In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen (Kamer, Doc 53/3236/001, blz. 20) wordt de reden tot uitbreiding van de ambtshalve ontheffing als volgt verwoord: Artikel 376, § 3, 2°, WIB 92 bepaalt de verminderingen die aanleiding kunnen geven tot een ambtshalve ontheffing. Momenteel is een ambtshalve ontheffing mogelijk wanneer er bij de aanslag geen rekening werd gehouden met: -
de toerekening van een deel van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot (art. 88, WIB 92);
-
de belastingvrije sommen (art. 131 tot 135, WIB 92);
-
de personen ten laste overleden in het belastbare tijdperk (art. 138 en 139, WIB 92);
de verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten, de verminderingen voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag en de verminderingen voor inkomsten uit het buitenland (art. 146 tot 156, WIB 92); -
verminderingen inzake onroerende voorheffing (art 257, WIB 92).
De ontheffing van ambtswege wegens de in artikel 376, WIB 92 vermelde verminderingen kan worden verleend onder de enige voorwaarde dat het tot die verminderingen aanleiding gevende feit door de administratie is vastgesteld of door de belastingplichtige aan de administratie is medegedeeld binnen een termijn van vijf jaar, die aanvangt op 1 januari van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarvoor de vermindering is te verlenen. Het "tot die vermindering aanleiding gevende feit" verwijst naar het effectief voorhanden zijn van de bestanddelen van de wettelijk omschreven toestand die het recht op de belastingvermindering opent.
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Het was in de eerste plaats de bedoeling van de wetgever de mogelijkheid te scheppen tot ambtshalve toekenning van belastingverminderingen waarop de belastingplichtige ab initio recht had, doch die hem om een of andere reden niet werden toegekend bij de vestiging van de aanslag en die hij, eventueel wegens onwetendheid, evenmin had gevraagd in een regelmatig bezwaarschrift. Om billijkheidsredenen beoogt de aanpassing van artikel 376, § 3, 2°, WIB 92 de belastingverminderingen die aanleiding kunnen geven tot een ambtshalve ontheffing, uit te breiden.
3. Uitgebreid toepassingsveld 1
Door de vervanging van artikel 146 door artikel 145 , WIB 92, komen vanaf het aanslagjaar 2014 de volgende bijkomende reeks verminderingen in aanmerking voor een ambtshalve ontheffing: 1
* * * * * -
16
vermindering voor het lange termijnsparen (art 145 tot 145
de de de de de
, WIB 92), te weten:
als in art. 34, § 1, 2° eerste lid, a tot c beoogde persoonlijke bijdragen en premies die door de werkgever of de onderneming worden betaald; premies van individuele levensverzekeringen; aflossing of wedersamenstelling van hypothecaire leningen; verwerving van werkgeversaandelen; betalingen voor het pensioensparen. vermindering voor uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen voor prestaties betaald met 21
dienstencheques (andere dan sociale dienstencheques) (art. 145
tot en met 145 24
23
, WIB 92);
-
vermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning (art. 145
-
vermindering voor uitgaven voor vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid art. 145
-
vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het kringloopfonds (art. 145
-
vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het starterfonds (art. 145
-
vermindering voor de uitgaven met het oog op de verwerving van een elektrisch voertuig of met het oog op de installatie van een oplaadpunt
, WIB 92);
26
27
28
voor elektrische voertuigen (art. 145
25
, WIB 92);
, WIB 92);
, WIB 92);
, WIB 92); 29
-
vermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het fonds ter reductie van de globale energiekost (art. 145
-
vermindering voor uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen (art. 145
-
vermindering voor uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand (art. 145
-
vermindering voor uitgaven voor een ontwikkelingsfonds (art. 145
-
vermindering voor giften (art. 145
-
vermindering voor bezoldigingen voor een huisbediende (art. 145
, WIB 92);
30
31
32
33
, WIB 92);
, WIB 92);
, WIB 92); 34
, WIB 92);
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
, WIB 92);
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie 35
-
belastingvermindering voor kinderoppas (art. 145
, WIB 92);
-
verminderingen voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten en landschappen (art. 145
36
, WIB 92).
4. Inwerkingtreding Voor de toepassing van de ambtshalve ontheffing volstaat het dat het tot de vermindering aanleiding gevend feit door de administratie werd vastgesteld of door de belastingplichtige of door zijn echtgenoot op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd werd bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarop de vermindering moet worden verleend. De nieuwe wet is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2014, inkomsten 2013 (artikel 29, 2° lid, wet 21.12.2013). Zoals de memorie van toelichting aangeeft is het in de eerste plaats de bedoeling van de wetgever de mogelijkheid te scheppen tot ambtshalve toekenning van belastingverminderingen waarop de belastingplichtige ab initio recht had, doch die hem om een of andere reden niet werden toegekend bij de vestiging van de aanslag en die hij, eventueel wegens onwetendheid, evenmin had gevraagd in een regelmatig bezwaarschrift. 1
36
Ook voor de toepassing van de verminderingen beoogd in de artikelen 145 tot 145 belastingplichtige er recht op had om hem die verminderingen toe te kennen.
is het dus vanaf het aanslagjaar 2014 voldoende dat de
Voorbeeld: personenbelasting inkomstenjaar 2013, aanslagjaar 2014, belasting gevestigd op 20.05.2015. De ambtshalve ontheffing voor de beoogde verminderingen kan worden verleend indien de administratie uiterlijk op 31.12.2018 kennis krijgt van het feit dat de voorwaarden tot de toepassing van de vermindering aanwezig zijn. De nieuwe wet is echter op grond van de uitdrukkelijke wetsbepaling niet van toepassing op de aanslagjaren 2013 en vorige. Evenwel blijft de mogelijkheid bestaan om een ambtshalve ontheffing voor de kwestieuze verminderingen toe te passen indien de voorwaarden gesteld in artikel 376, § 1, WIB 92 vervuld zijn. 1
Met ander woorden indien de beoogde verminderingen van artikel 145 tot 145 moet een ambtshalve ontheffing worden verleend:
36
, WIB 92 niet werden toegepast ingevolge materiële vergissingen,
indien de overbelasting door de administratie werd vastgesteld of door de belastingschuldige aan de belastingadministratie werd bekendgemaakt binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd; de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond. Voorbeeld: personenbelasting inkomstenjaar 2012, aanslagjaar 2013, belasting gevestigd op 20.05.2014. De ambtshalve ontheffing voor de beoogde verminderingen kan worden verleend indien de administratie uiterlijk op 31.12.2018 kennis krijgt van het feit dat de voorwaarden tot de toepassing van de vermindering aanwezig zijn en die vermindering niet werd verleend ingevolge bijvoorbeeld een materiële vergissing (toepassing art. 376, § 1, WIB 92).
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie
• Definitie van het begrip "materiële vergissing" Het begrip materiële vergissing wordt niet gedefinieerd in het WIB 92. Volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie wordt onder materiële vergissing verstaan een schrijf- of rekenfout of andere grove feitelijke vergissing die onafhankelijk van enige juridische beoordeling wordt begaan (Cass. 07.01.1969, Pas. 1969, I, 418; Cass. 09.09.1969, A.C. 1970, 32, Pas. 1970, I, 29; Cass. 16.03.1973, Pas. 1973, I, 669; Cass. 03.01.1975, A.C. 1975, 499, Pas. 1975, I, 460; Cass. 23.01.1980, A.C. 1979-80, 590, Pas. 1980, I, 577). De materiële vergissing waardoor de directeur der belastingen buiten de bezwaartermijn, ontheffing van overbelasting mag verlenen, is een feitelijke vergissing die voortvloeit uit een misvatting omtrent het bestaan van materiële gegevens bij ontstentenis waarvan de aanslag wettelijke grondslag mist (Cass. 23.06.1997, AC 1997, nr. 292, Pas., 1997, I,292; Cass 10.11.1997, AC 1997, nr. 463, Pas., I, 463; Cass. 23.01.2004, F.020081F); het invullen in de aangifte in de vennootschapsbelasting van andere cijfers dan de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening kan op een materiële vergissing van de accountant berusten (Cass. 19.01.2012, F.10.0133.N). Uit het arrest van het Hof van Cassatie van 14.09.1990 valt af te leiden dat wanneer het bestaan van een vergissing vaststaat maar er twijfel is over het feit of er sprake is van een materiële vergissing dan wel een foutieve beoordeling, die twijfel in het voordeel van de belastingplichtige moet worden geïnterpreteerd (Cas. 14.09.1990, F 1786 N, nv I.J.T. tegen BS, FJF 1991/1, nr. 91/16). Vergetelheid of onwetendheid vallen echter niet onder de definitie die het Hof van Cassatie aan het begrip materiële vergissing heeft gegeven. De minister van Financiën heeft in zijn antwoord op de vraag nr. 807 van 11.03.2014 van mevrouw Nathalie Muylle, die zienswijze bevestigd (V & A , Bulletin 53/156 van 14.04.2014, blz. 270 ev.). Zo heeft ook het Hof van beroep te Luik geoordeeld dat het nalaten om een vrijstelling aan te geven, zelfs als die nalatigheid te wijten is aan vergetelheid of onwetendheid omtrent de vrijstelling, geen materiële vergissing is (Luik, 19.02.2014, Fisconetplus). Het Hof van beroep te Antwerpen bevestigde in een arrest van 08.04.2014 dat het verzuim van een belastingplichtige om rekening te houden met een bedrijfslast zoals kosten zorgverzekeringswet, reiskosten, enz. niet met een rekenfout kan worden gelijkgesteld maar toe te schrijven is aan een verkeerde beoordeling (Antwerpen, 08.04.2014, Fisconetplus). Het onderzoek van de grieven van de belastingschuldige binnen het raam van een vraag tot toepassing van artikel 376, § 1, WIB 92 mag er niet toe leiden dat de in artikel 371, WIB 92 op straffe van verval voorgeschreven bezwaartermijn van zes maanden wordt verlengd waardoor die termijn de facto geen vervaltermijn meer zou zijn en de administratie zou handelen in strijd met de wet. Eerder dan het begrip materiële vergissing in de wet te definiëren en eventueel ruimer te omschrijven dan het Hof van Cassatie, heeft de wetgever, om rekening te houden met de steeds voortschrijdende complexiteit van het WIB 92, het toepassingsgebied voor de ambtshalve ontheffing de
uitgebreid (meer bepaald de verminderingen opgesomd in artikel 376, § 3, WIB 92) of de procedure vereenvoudigd (zie artikel 376ter, 2 WIB 92). Inzake de laatste uitbreiding tot de artikel 145 uitbreiding te verantwoorden.
1
tot 145
36
lid,
legt de wetgever de nadruk op billijkheidsoverwegingen (zie punt II, 2, hiervoor) om die
Inzake de vereenvoudigde procedure voor de ambtshalve ontheffing overeenkomstig artikel 376ter WIB stellen de parlementaire werkzaamheden dat "aangezien de procedure van ambtshalve ontheffing een uitzonderlijke procedure is die volgens de geest ervan in essentie bedoeld is om een oplossing te bieden voor eenvoudige gevallen waarbij door de belastingplichtige of door de administratie onbetwistbaar een fout werd begaan (…) is het belangrijk erover te waken een versnelde behandeling mogelijk te maken. Dit vanuit een dubbele bezorgdheid, tezelfdertijd een betere dienstverlening aan de belastingplichtige te verzekeren en te vermijden dat bij gebrek aan een snelle beslissing, de belastingplichtige een bezwaarschrift ten bewarende titel zou indienen" (Parl. St. zitting 2004-2005, nr. 1437/001-1438-02, blz. 237).
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Ook de ombudsman liet niet na in zijn jaarverslag voor het jaar 2013 de problematiek rond de interpretatie van het begrip materiële vergissing aan te snijden (zie blz. 91 en volgende van dat verslag): "In een volgende fase rijzen er klachten over de procedures voorzien in de reglementering om fouten recht te zetten en de effectiviteit van die procedures om de rechtmatige belasting te heffen. De onduidelijke en - naar ombudsnormen - te beperkte invulling van het begrip "materiële vergissing" zorgde jarenlang voor klachten. Een wetswijziging van eind 2013 heeft voor een zekere verbetering gezorgd. (…) Het invullen van een belastingaangifte blijkt complex voor een gemiddelde belastingplichtige. Bovendien laten de fiscale procedures weinig ruimte om vergissingen recht te zetten. (…) Niet alle lokale taxatiediensten hanteren nochtans dezelfde interpretatie van het begrip materiële vergissing. Sommige taxatiediensten of ambtenaren die gevoeliger zijn voor de argumentatie van de belastingbetaler of in contact staan met een kwetsbaarder publiek, passen een ruimere interpretatie toe van het begrip. Om billijkheidsredenen voelen bepaalde lokale diensten blijkbaar de noodzaak mogelijkheden te voorzien om ontheffingen toe te staan. Het antwoord op de vraag of het al dan niet gaat om een materiële vergissing zelf, lijkt bovendien te evolueren naargelang de fase van de fiscale procedure waarin men zich bevindt. Zolang de gewone bezwaartermijn niet is verstreken, verzekert de fiscus een ruimere toepassing van de notie in het kader van de ontheffing via het kohier, om anomalieën recht te zetten en zo de belastingplichtige het opstarten van een bezwaarprocedure te besparen. Eenmaal de bezwaartermijn is verstreken, hanteert de administratie, behoudens lokale uitzonderingen, een veel striktere interpretatie. Via een uitbreiding van de notie materiële vergissing zou de administratie over de mogelijkheid beschikken om vergissingen (…) recht te zetten zelfs na het verstrijken van de gewone bezwaartermijn. (…) Onbillijke situaties in de ogen van de burger en situaties waarin een belasting werd gevestigd in strijd met het principe van de juiste belasting zouden kunnen worden vermeden door vergissingen of voor de hand liggende vergetelheden recht te zetten in het kader van een uitbreiding van de mogelijkheden tot ambtshalve ontheffing. (…) Elke twijfel omtrent de te volgen procedure moet worden beslecht in het voordeel van de belastingplichtige volgens het adagium "in dubio contra fiscum" zodat de vergissing moet worden aangemerkt als een materiële vergissing."
• Praktische toepassing van het begrip materiële vergissing In die context en om de behandeling te bespoedigen mag de toepassing van de ambtshalve ontheffing in het kader van artikel 376ter, WIB 92, eveneens worden uitgebreid tot de bezwaarschriften die, hoewel reeds ingediend, kunnen worden beschouwd als kennisgeving van een "materiële vergissing" die gelijk te stellen is met een "niet betwiste anomalie" in de bovenvermelde betekenis die evident is (circulaire van 13.12.2005 nr. Ci.RH.862/536.019 (AOIF 49/2005, nr. 26 en 27). De materiële vergissing, vermeld in art. 376, WIB 92, beoogt zowel een dwaling van de belastingplichtige als een dwaling van de administratie (Brussel, 05.11.1985, L.T., Bull. 653, blz. 1914).
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Een materiële vergissing staat tegenover de rechtsdwaling die een onjuiste beoordeling veronderstelt van de fiscale wet of een verkeerde toepassing ervan (Cass. 09.09.1969, Pas. 1970, I, 29; Cass. 16.03.1973, Pas. 1973, I, 669). Een materiële vergissing is een feitelijke dwaling ten gevolge van een vergissing met betrekking tot het bestaan van materiële gegevens bij ontstentenis waarvan de aanslag geen wettelijke grondslag heeft; zij is niet aan een tussenkomst van de inspecteur of aan de wil van de aanslagambtenaar noch aan diens beoordeling toe te schrijven; zij heeft betrekking op rekenfouten, schrijffouten of andere grove vergissingen, onafhankelijk van de juridische beoordeling, hetzij van de belastbaarheid, hetzij van de vaststelling van de belastbare grondslagen (Cass. 07.01.1969, Pas. 1969, I, 418; Cass. 03.01.1975, Pas. 1975, I; 460; Cass. 23.01.1980, Pas. 1980, I, 577; Brussel, 05.11.1985, L.T., Bull. 653, blz. 1914). Ofschoon de toepassing van een verkeerde aanslagvoet kan voortvloeien uit een dwaling omtrent het recht, kan ze insgelijks te wijten zijn aan een feitelijke vergissing, een schrijffout of een onoplettendheid van de belastingplichtige of de beambte die de aanslag berekende (zie bij analogie Cass., 16.03.1973, Enghien, Bull. 510, blz. 1777). In dezelfde zin kan eveneens verwezen worden naar de recente rechtspraak van het Hof van Cassatie van 19.01.2012 (F.10.0133.N/1). Daarin stelt het Hof dat het invullen in de aangifte voor het AJ 2000 van andere cijfers dan die van de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening 1999 berust op een materiële vergissing in de zin van artikel 376, WIB 92. Zo bv. kan de vergissing van kolom, die de belastingambtenaar bij het raadplegen van de belastingtabel heeft begaan, als een materiële vergissing worden beschouwd. Hetzelfde geldt ingeval de belastingplichtige het bewijs van zijn voorafbetaling niet heeft voorgelegd. In dat geval mag de ontheffing van de vermeerdering betreffende die voorafbetaling (art. 157, WIB 92) met toepassing van art. 376, § 1, WIB 92 gebeuren, terwijl van de voorafbetaling zelf op grond van art. 376, § 3, 1°, WIB 92 ontheffing moet worden verleend. Uit het onderzoek van het dossier zal moeten blijken of het een feitelijke dwaling of een rechtsdwaling betreft, maar indien geen voldoende gegevens voorhanden zijn, moet de vergissing op grond van het adagium "in dubio contra fiscum" als een materiële vergissing worden beschouwd (Doc. 363, Kamer, 1952-1953, blz. 5). Om de taxatie- en geschillendiensten in staat te stellen coherente beslissingen te nemen worden de volgende situaties besproken:
1) In de belastingaangifte wordt niet het juiste bedrag in de juiste code vermeld maar wel in een bijlage bij de aangifte Bv. de code 1353, voor de premie voor lange termijnsparen, werd niet ingevuld maar het attest werd bij de aangifte gevoegd; = materiële vergissing. Bv. het feit dat de belastingplichtige in de bijlage van zijn aangifte een gedetailleerde opgave van zijn bedrijfslasten heeft vermeld maar wegens een optelfout in zijn aangifte slechts een gedeelte van die opgave onder de rubriek "bedrijfslasten volgens detail in bijlage" heeft overgebracht (Brussel, 05.11.1985, L.T., Bull. 653, blz. 1914); = materiële vergissing.
2) In de belastingaangifte wordt het bedrag onder geen enkele code vermeld en er is ook geen bijlage gevoegd bij de aangifte 2.1. Het betreft een enige vermindering die nooit eerder werd aangevraagd
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Bv. code 1389, loon huisbediende; = vergissing in rechte. 2.2. Het betreft een vermindering die eerder reeds werd aangevraagd Bv. code 1354, premie levensverzekering waarvan de aftrekbaarheid reeds in een vorige aangifte werd aanvaard; = materiële vergissing. 2.3. Het betreft een aftrekbaar bedrag dat per definitie aftrekbaar is a) Bv. bijdragen sociale zekerheid, de belastingplichtige is zelfstandige sinds drie jaar en heeft voor de eerste keer zijn sociale bijdragen betaald; In principe een vergissing in rechte (parlementaire vraag nr. 807 van volksvertegenwoordiger Nathalie Mulle - V&A, Bulletin 53/156 van 14.04.2014, blz. 270 ev.). b) Bv. de belastingplichtige vermeldt geen bedrag onder code 1255 (vrjjgesteld bedrag in de terugbetaling van het woon - werkverkeer); Aangezien die vrijstelling spontaan vermeld wordt in de aangifte via Tax-on-web, wordt de niet vermelding van die vrijstelling door de belastingplichtige als een materiële vergissing beschouwd. 2.4. De administratie heeft de informatie in haar dossier (elektronisch of op papier) Bv. code 1405, bijdragen sociale zekerheid betaald waarvan het bedrag werd opgenomen in de samenvatting Belcotax op Taxi en er sprake is van een automatische inkohiering (en de taxatieambtenaar dus niet is tussengekomen in het dossier en er bijgevolg met zekerheid kan uitgesloten worden dat de taxateur de uitgave niet aftrekbaar acht); = materiële vergissing indien vastgesteld door de administratie.
3) De belastingschuldige vermeldt wel een bedrag maar niet het juiste 3.1. Het bedrag bevat een grove fout Bv. € 18.810,00 in de plaats van € 18.180,00 (inversie van cijfers); = materiële vergissing. 3.2. Het bedrag bevat een abnormale fout Bv. € 18.810,00 in de plaats van € 1.810,00 (één cijfer toegevoegd); = materiële vergissing. 3.3. Het bedrag is afkomstig van een duidelijk foutieve berekening Bv. twee aftrekbare facturen geven de berekening € 1.810,00 en zijn ingeschreven voor € 1.680,00 (foute optelling);
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie = materiële vergissing. 3.4. Het bedrag is afkomstig van een foutieve berekening die haar oorsprong vindt in een slechte interpretatie van een complexe regelgeving Bv. de code 1320 van het aanslagjaar 2012 herneemt het bedrag van de vermindering (40%), en niet het werkelijk betaalde bedrag. De belastingplichtige had het aftrekbaar bedrag van 8.000,00 EUR moeten inschrijven en heeft maar 3.200,00 EUR verklaard (hetzij 40% van 8.000,00 EUR). Gelet op de complexiteit die heerste bij de aangifte van dergelijke uitgaven mag de twijfel in het voordeel van de belastingplichtige spelen en tot een ambtshalve ontheffing leiden wegens materiële vergissing.
4) De belastingplichtige vergist zich van code = materiële vergissing indien de stukken zijn toegevoegd.
5) De belastingplichtige vergist zich over zijn hoedanigheid Het feit dat de belastingschuldige in vak V van haar aangifte in de personenbelasting onder de rubriek "onderhoudsuitkeringen" sommen heeft vermeld die haar vroegere echtgenoot haar had gestort als bijdrage in het onderhoud en de opvoeding van de gemeenschappelijke kinderen, vloeit voort uit een verkeerde interpretatie van de belastbare grondslag en is geen materiële vergissing die de directeur van de belastingen toelaat tot de ontheffing te beslissen van de overbelastingen buiten de termijn bepaald in artikel 371, WIB 92 (Cas. 23.06.1997, Fisconetplus); = vergissing in rechte.
6) De belastingplichtige vergist zich over het belastingstelsel De belastingplichtige geeft als Belgisch inkomen een inkomen aan dat van buitenlandse oorsprong is en vrijgesteld is van Belgische belasting (met uitzondering van progressievoorbehoud); = vergissing in rechte.
7) De belastingplichtige vergist zich binnen de toepassing van het forfait Een landbouwer die gebruik maakt van het forfait, past in zijn aangifte het forfait toe voor de zandleemsteek terwijl zijn grond gelegen is in de zandstreek. In principe een vergissing in rechte; zie evenwel het arrest van het Hof van beroep te Brussel van 28.02.2001 (Fiscoloog 2001, afl. 860, 11) waarbij die vergissing als een materiële vergissing werd beschouwd. Voor bijzondere vragen over de toepassing van deze instructie kunt u de Dienst Geschillen van de Centrale Diensten van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit contacteren. Voor de Administrateur Grote Ondernemingen, tijdelijk belast met de functie van Administrateur-generaal van de Fiscaliteit, Marianne BALLEUX Adviseur-generaal - Auditeur-generaal van financiën
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014
De juridische nieuwslijn Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de fiscale actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie
© FOD Financiën - www.fisconet.be - 25/09/2014