1. De families achter AB InBev 1. Families de Spoelberch, de Mévius en Vandamme Vermogen 2012: 25.681,029 miljoen euro Vermogen 2000: niet vergelijkbaar Activiteit: brouwerijen Gekend als: AB InBev Inplanting: Leuven AB InBev is allang geen Leuvense brouwerij meer. De brouwersgroep heeft mondiale proporties aangenomen. Maar toch blijven de belangrijkste aandeelhouders van de groep drie Belgische families. En dat zijn meteen ook de rijkste families van het land. De Belgische belangen van AB InBev liggen hoofdzakelijk bij een drietal adellijke families: de Spoelberch, de Mévius en Vandamme. Oorspronkelijk had Stella Artois niets adellijks in zich. In het begin van de vorige eeuw was de Leuvense brouwerij in handen van Edmond Willems. Wanneer die overlijdt, laat hij twee dochters na: Elise en Amélie. Willems zorgt ervoor dat het bedrijf goed gemanaged blijft. Léon Verhelst wordt directeur van de brouwerij en zal dat blijven tot 1955. Het is Verhelst die in 1926 succesvol de merknaam Stella Artois invoert, toen nog als speciaal kerstbier. Ondertussen huwt Elise met bruggraaf Adolphe de Spoelberch, terwijl Amélie kiest voor Eugène de Mévius. Op die manier verankeren de adellijke families hun fortuin aan de brouwerij zonder dat ze er ooit het dagelijks management moeten van in handen nemen. Via de fusie met het Luikse Jupiler wordt de familie Vandamme de derde grote pijler onder het bedrijf. De onderlinge verhouding tussen de drie families is nooit bekendgemaakt. Ze hiel-
den zich discreet schuil in hun kastelen en op hun landgoederen. De langverwachte beursgang van de groep in 2000 brengt daar enigszins verandering in. De reële waarde van de brouwersgroep is nu bekend. Het maakt de drie families meteen tot de rijkste van België. Naarmate AB InBev groter wordt en wereldwijd uitdijt, lijken de families iets meer afstand te nemen van het bedrijf. Ze desinvesteren maar worden toch steeds rijker. Tegenover 2010 verkochten ze een goede 10 miljoen aandelen, goed voor een opbrengst van circa 400 miljoen euro. Met die verkoop neemt hun belang in het bedrijf af, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de koersstijging van het aandeel. Zelfs tegenover 2010 steeg hun familiaal vermogen van 17 naar 25 miljard euro. En dan houden we nog geen rekening met de jaarlijks uitgekeerde dividenden. AB InBev (geconsolideerd) Omzet: 39.046 miljoen dollar Nettowinst: 5855 miljoen dollar
41
2. Familie Frère
(18)
Vermogen 2012: 2933,406 miljoen euro Vermogen 2000: 411,475 miljoen euro Activiteit: beheer van vermogen Gekend als: Albert Frère Inplanting: Charleroi Het ziet ernaar uit dat de nu 86-jarige Albert Frère zichzelf aan het overleven is als een van de rijkste Belgen. Zijn vroegere imperium van holdings en vennootschappen is verworden tot een spaarbank voor zijn twee kinderen, die zelf weinig of geen interesse hebben in het imperium dat werd opgebouwd door hun vader. Het verhaal wil dat Frère na de Tweede Wereldoorlog begon als handelaar in oud ijzer. In feite was zijn vader een kleine fabrikant van stalen nagels. Doorheen de jaren groeide Frère uit tot de belangrijkste financier van België en een van de sterke figuren in de salons van de haute finance in Parijs. De verkoop van de bank BBL, van verzekeraar Royale Belge, van Petrofina en Tractebel: Frère speelde telkens weer een sleutelrol. Het leverde hem bijwijlen de negatieve reputatie op de uitverkoper van België te zijn. De voorbije jaren bouwde Frère zijn imperium langzaam af en maakte plaats voor zijn zoon Gérald en zijn dochter Ségolène. Daarbij wordt heel wat cash naar boven gebracht en verzameld in de familieholding Frère-Bourgeois. Maar Gérald Frère, de gedoodverfde kroonprins, heeft weinig ambitie om in de voetsporen van zijn vader te treden. In 2011 werd Gérald Frère als gedelegeerd bestuurder van de groep vervangen door Ian Gallienne, de partner van zijn halfzus Ségolène. Trends citeert in dat verband 42
een gewezen bestuurder van de holding GBL: ‘De sterke persoonlijkheid van zijn vader woog op Gérald, die niet diens briljante strategische inzicht heeft geërfd. Na een moeilijke jeugd houdt Gérald zich in wezen liever bezig met de jacht en het beheer van zijn boerderij dan met het miljardenimperium. Hij heeft onder zijn vader nooit kunnen bewijzen wat hij in zijn mars had. Enfin, de vraag of hij GBL kan leiden is nu irrelevant. Hij wil het niet en hij is daar gelukkig mee.’ Die boerderij van Gérald Frère moet trouwens ook niet onderschat worden. Ze is goed voor 100 hectare tarwe, maïs en bieten. Zijn opvolgers lijken beter voorbereid. Gallienne, die een MBA haalde aan Insead en actief was als entrepreneur, is gedelegeerd bestuurder van Ergon Capital Partners. Dat is de private-equitypoot van GBL. ‘Ian is hoffelijk en correct’, zegt Paul Buysse, de voorzitter van Bekaert, die weleens met hem golft in hun woonplaats in Knokke. ‘De ideale schoonzoon.’ De familie Frère kan eeuwig gaan rentenieren. Frère-Bourgeois (geconsolideerd) Omzet: 13.946,075 miljoen euro Nettowinst: 128,714 miljoen euro
3. Familie Emsens
(5)
Vermogen 2012: 2418,007 miljoen euro Vermogen 2000: 744,745 miljoen Activiteit: grondstoffen en bouwproducten Gekend als: Etex en SCR-Sibelco Inplanting: de Kempen en Brussel De groep SCR-Sibelco mag de vergelijking dat geld het slijk der aarde is, letterlijk nemen. SCR-Sibelco werd groot door de ontginning van wit zand in de Kempen. Dat zand wordt voornamelijk gebruikt voor de productie van glas. Van op dat platform bouwde Stanislas Emsens een wereldgroep uit met mijnbouwactiviteiten, die zwaar verankerd is in Europa, de Verenigde Staten en Mexico. SCR-Sibelco is zowat de minst bekende Belgische multinational. Stanislas Emsens stapte enkele jaren terug uit het bedrijf. De andere tak van de familie Emsens is gekend onder de naam Etex, het vroegere Eternit. Eternit is de naam van een fabricageprocedé voor cement op basis van asbestvezels (asbestcement), dat door de Oostenrijker Ludwig Hatschek uitgevonden werd. Alphonse Emsens kocht in 1905 de licentie voor België. Dat procedé was duurzaam, isolerend en goedkoop en lag aan de basis van het fortuin van de familie Emsens, die nog altijd meerderheidsaandeelhouder van de groep is. Maar het materiaal draaide ook uit op een nachtmerrie en een last voor de groep, sinds de kankerverwekkende eigenschappen van het materiaal werden aangetoond. Asbest maakt elk jaar ongeveer 200 doden in België. In 2011 werd Etex voor het eerst veroordeeld tot een schadevergoeding door een rechtbank. Daarmee lijkt een lange juridische strijd van
schadevergoedingen te zijn ingezet. Etex stopte in 1997 met de productie van asbest. Tot 2011 wist de groep alle juridische geschillen van zich af te schudden. Nog in datzelfde jaar maakte Etex bekend dat het de Europese gipsactiviteiten van het Franse Lafarge heeft overgenomen voor 1 miljard euro. Dat betekende een volledige strategische ommekeer voor de groep. Geen enkel lid van de familie Emsens mag een operationele functie uitoefenen in het bedrijf. Daardoor blijft het aandeelhouderschap en het management volledig gescheiden. De familie heeft wel vijf vertegenwoordigers in de raad van bestuur, onder wie de voorzitter, Jean-Louis de Cartier de Marchienne, de achterkleinzoon van de stichter. De familie Emsens telt een honderdtal afstammelingen. Ze heeft het overgrote deel van de Etex-aandelen in handen, 85 miljoen stuks die niet beursgenoteerd zijn en verhandeld worden op de markt van de openbare veilingen van Euronext. Elk jaar veranderen er enkele honderdduizenden van eigenaar. Etex (geconsolideerd) Omzet: 1796 miljoen euro Bedrijfswinst: 121,793 miljoen euro SCR-Sibelco (geconsolideerd) Omzet: 2497 miljoen euro Bedrijfswinst: 547,237 miljoen euro
43
4. Familie Colruyt
(4)
Vermogen 2012: 2273,489 miljoen euro Vermogen 2000: 776,775 miljoen euro Activiteit: distributie Gekend als: Colruyt Inplanting: Halle Distributeur Colruyt was lange tijd de lieveling van de beleggers en de beurs. Maar in 2011 moest Jef Colruyt tot drie keer toe negatief nieuws brengen. Dat was nooit eerder gezien in de geschiedenis van Colruyt. De groep moest dan ook de nodige beursklappen incasseren. Sommigen stellen ook vragen bij de attitude van Jef Colruyt, die soms meer doet denken aan een goeroe dan aan een manager. De familie Colruyt ging in de jaren 1950 van start als groothandelaars in VlaamsBrabant. Jo Colruyt was ongetwijfeld de meest durvende telg van de familie. In 1965 opende Colruyt zijn eerste winkel waar hij het concept van lage prijzen hanteerde. Zijn concurrentiële mikpunt was de GB van Bosvoorde. Colruyt moest en zou 10 procent goedkoper zijn. Het werd meteen de eerste winkel die het uithangbord ‘Discount’ meekreeg. En de formule sloeg aan. Nadeel was wel dat geen enkele handelaar mocht weten dat groothandelaar Colruyt met een eigen concurrerende kleinhandelszaak was begonnen. Toch ging Jo Colruyt verder met zijn expansie. Elke vrijdag ging hij op zoek naar goedkope locaties voor nieuwe winkels. Het verhaal wil dat hij 300 frank bood per aangekochte parkeerplaats. Een ander verhaal zegt dat nieuwe geranten van Colruytwinkels dagelijks 30 potentiële klanten moesten opbellen. Altijd welstellende klanten. Die boden de groot44
ste weerstand om in de kale betonnen winkels te komen. Eind jaren zeventig was de discountformule gemeengoed geworden. Colruyt schakelde over op een algemene strategie van lage prijzen gekoppeld aan een doorgedreven informatisering. Wanneer Jo Colruyt in 1994 overleed was zijn groep uitgegroeid tot een volwaardige evenknie van zijn twee grote concurrenten: Delhaize en GB-Inno-BM. Zijn zoon Jef Colruyt kwam later aan het hoofd van de groep te staan. Die verrast vriend en vijand soms met zijn merkwaardige uitspraken. ‘De Stichting Marketing, daar ga ik nooit naartoe’, zo liet hij zich ooit ontvallen. 2011 was het jaar waarin Colruyt voor het eerst een winstdaling moest bekendmaken. Volgens sommigen heeft de groep de grenzen van haar groei bereikt. Colruyt (geconsolideerd) Omzet: 7280,1 miljoen euro Nettowinst: 338 miljoen euro
5. De Unilin-families
(30)
Vermogen 2012: 2200 miljoen euro Vermogen 2000: 249 miljoen euro Gekend als Unilin Inplanting: Ingelmunster
door een groep van ongeveer 40 ‘vlassers’. Een restproduct bij het bewerken van vlas tot linnen zijn de gebroken vlasvezels. Het zijn deze vezels die als basis gebruikt worden bij de productie van vezelplaten. Unilin noemde zichzelf op het moment van de overname de grootste onafhankelijke Belgische houtgroep. Volgens de oprichtingsakte uit 1960 stonden 39 mensen boven de doopvont van Union de Lin. Slechts een handvol van de protagonisten die tekenden voor een van de lucratiefste aandeelhoudersverhalen uit de Belgische geschiedenis, is vandaag nog in leven, maar hun nazaten zijn uitgezwermd over verschillende geledingen van de Vlaamse economie – van schroothandelaars tot textielbaronnen, van varkensboeren tot heuse captains of industry. Op een enkele uitzondering na bleven ze vrij honkvast rond thuisbasis Wielsbeke hangen. De meeste van de stichtende families bleven tot op het einde aan boord. In 2001 werd de Stichting Administratiekantoor Cigales (Stak) opgericht in Nederland om het aandeelhouderschap te scheiden van het management bij Unilin. De voltallige raad van bestuur heeft een zitje in Stak, de jongste is Joerie Vanacker. Hij volgde zijn vader Hugo Vanacker op na diens overlijden. Paul De Fraeye is getrouwd met een Van Canneyt en kreeg zijn zitje in de plaats van Paul Van Canneyt. Lucas Vanhaelemeesch kwam als voorzitter bij Unilin terecht via zijn schoonmoeder, wiens broers Frans en Marcel Verbeke medeoprichters waren van Unilin. De voor de buitenwereld bekendste families van Unilin zijn Thiers, De Cock en Van
‘Het is een pikante boutade in de WestVlaamse salons. Wie vandaag op een receptie in textielkringen rondstruint, taxeert de aanwezigen in de zaal en begint het aantal miljonairs te tellen. Zelf zijn ze zich meestal van geen kwaad bewust en ze doen hun uiterste best om vooral niet op te vallen. Het torenhoge cliché Pour vivre heureux, vivons cachés is nog steeds van tel. “Vandaag zelfs meer dan ooit”, schatert een oude vlasboer het uit.’ Bovenstaand citaat komt uit het weekblad Trends in de zomer van 2005. Toen de houtgroep Unilin, bekend van QuickStep, op zaterdagnacht 2 juli 2005 zijn handtekening zette onder het verkoopcontract met de Amerikaanse vloerbekledingsreus Mohawk, ging er een siddering door de Vlaamse economie. Niet zozeer het nieuws dat er alweer een kroonjuweel van onze Vlaamse economie in buitenlandse handen verdween zorgde voor die eruptie. Maar het bedrag dat Jeffrey Lorberbaum, de CEO van Mohawk, veil had voor Unilin deed velen duizelen: 2,2 miljard euro of 8,7 keer de operationele cashflow is dan ook an offer you can’t refuse. De deal is de grootste overname van een niet-beursgenoteerd bedrijf in België ooit. Unilin heeft nooit bekendgemaakt wie haar aandeelhouders waren en dus een deel van die 2,2 miljard euro heeft kunnen opstrijken. Unilin is in feite de afkorting van ‘Union de Lin’. Het bedrijf werd in 1960 opgericht
45
Canneyt. Zij wegen naar verluidt ook het zwaarste door in het kapitaal, al wordt dit ontkend door Frans De Cock en Bernard Thiers. Maar de prijs voor de bijzonderste verschijning in het Unilin-aandeelhouderschap is volgens Trends weggelegd voor Gabriel Verschaeve. Deze wat sjofele
46
schroothandelaar, tevens specialist in oldtimers van voor 1960, oogt allerminst als een potentiële Unilin-miljonair. En dat gaat in zekere mate ook op voor zijn schoonzus en varkensboerin, Godelieve Van Haecke, wier vader Henri destijds tekende voor 40 aandelen.
6. Familie De Nul
(23)
Vermogen 2012: 1748,744 miljoen euro Vermogen 2000: 350,35 miljoen euro Activiteit: baggerwerken en bouw Gekend als: Jan De Nul Inplanting: Aalst De Aalsterse baggeraar Jan De Nul moest enkele decennia terug hard opknokken tegen de grote bestaande baggeraars, te weten Dredging International van de groep Ackermans & van Haaren en Baggerwerken Decloedt. Wanneer begin jaren 1970 de megawerken werden aangevat voor de haven van Zeebrugge, viel De Nul opnieuw uit de boot ten nadele van zijn twee concurrenten, die erin slaagden de markt, met de nodige politieke steun, voor zich af te schermen. Via een harde procedure voor de Raad van State kwam Jan De Nul toch nog aan de bak. Sindsdien is de groei van de groep niet echt gestopt. Jan De Nul groeide uit tot een wereldwijde groep die onder andere buitenlandse opdrachten afwerkt in Australië, de Filippijnen en Singapore. In 1999 nam het bedrijf het grootste baggerschip ter wereld in gebruik, de Vasco da Gama, een investering van meer dan 100 miljoen euro. Eind 2011 kon De Nul bogen op een orderportefeuille van 3,1 miljard euro. De focus ligt vooral op Latijns-Amerika en Oceanië. De grootste werf in 2011 was de renovatie van een olieterminal voor Statoil. Verder behoren ook de baggerwerken in de haven van Tuticorin (India) en verscheidene projecten in Brazilië tot de belangrijkste recente verwezenlijkingen. In Antwerpen kan Jan De Nul een consortium leiden dat het Deurgangckdok
moet uitgraven. Dat wordt meteen de grootste havensluis ter wereld. Om de toevloed aan projecten aan te kunnen breidt de baggeraar voortdurend zijn vloot uit. Door het goed gevulde orderboekje en de constante uitbreiding werft Jan De Nul ook constant nieuwe mensen aan. In 2011 telde de groep wereldwijd 5416 werknemers, van wie veertig procent Belgen. Sofidra (geconsolideerd) Omzet: 1800,695 miljoen euro Nettowinst: 112,691 miljoen euro
47
7. Familie Lhoist-Berghmans Vermogen 2012: 1662,565 miljoen euro Vermogen 2000: 631,575 miljoen Activiteit: productie van kalk Gekend als: Lhoist Inplanting: Clavier (Luik) De familiale groep Lhoist wordt doorgaans omschreven als ‘een industriële parel uit Wallonië’. Om het in één zin samen te vatten: Lhoist is de grootste producent ter wereld van kalk en dolomieten. Nummer twee is de ook al Waalse groep Carmeuse. De geschiedenis van Lhoist gaat terug tot 1889, het jaar waarin Hippolyte Dumont de steengroeve Carrières et Fours à Chaux Dumont-Wautier opricht in Hermalle. Het is Dumonts schoonzoon, Léon Lhoist, die in 1924 zijn naam aan de groep geeft met de oprichting van de Ets. Léon Lhoist in Jemelle. Twee jaar later koopt de groep een groeve in Frankrijk, de eerste stap op weg naar de internationalisering. Kalk is momenteel een basisproduct voor verschillende industriële sectoren zoals landbouw, bouw, glas, staal, papier en waterzuivering. Lhoist stippelt voor zichzelf een weloverwogen strategie uit. In de jaren 1980 zijn alle pijlen gericht op Noord-Amerika. In 1981 koopt Lhoist een belangrijk pakket aandelen van de Amerikaanse groep Chemical Lime uit Texas. Meteen wordt dat de uitvalsbasis voor alle Noord-Amerikaanse activiteiten van de groep. Vijf jaar later wordt de kalkafdeling van Genstar in de VS overgenomen. In 1995 bouwt Lhoist een nieuwe fabriek langs de oevers van de Mississippi in Ste. Genevieve, Missouri, meteen de grootste fabriek van de groep in de VS. Vorig jaar 48
(7)
ten slotte wordt de Amerikaanse groep APG Lime binnengehaald. In Europa telt Lhoist in 1996 ongeveer 5 miljard frank (124 miljoen euro) neer voor de overname van de Deense kalkproducent Faxe Kalk. De voorbije jaren ging de aandacht vooral naar Oost-Europa met overnames in Tsjechië en Duitsland. In 2011 komt de zestigjarige Léon-Albert baron Lhoist om door een hartaanval tijdens een jachtpartij in Roemenië. Hij is op dat moment ondervoorzitter van de groep. Veel commentaar geeft de familie niet op dit onverwachte overlijden. Nog in dat jaar wordt Anne Marianne Fentener van Vlissingen de nieuwe bestuurder van Lhoist. Over haar is bijna niets bekend. Ze is een telg uit de gelijknamige gefortuneerde Nederlandse familie die ooit grootaandeelhouder was van distributeur Makro. Haar familie staat al jaren in de toptien van de rijkste Nederlanders. Lhoist (geconsolideerd) Omzet: 1739,707 miljoen euro Nettowinst: 139,067 miljoen euro
8. Fernand en Karine Huts Vermogen 2012: 1104,9 miljoen euro Vermogen 2000: 39,2 miljoen Activiteit: goederenbehandeling Gekend als: Katoen Natie – KTN Inplanting: Antwerpen Fernand Huts is voorzitter van Katoen Natie, zijn echtgenote Karine bekleedt de functie van ondervoorzitter. KTN is van een Antwerpse goederenbehandelaar uitgegroeid tot een wereldwijd actieve groep die zich toelegt op logistieke oplossingen. Op die manier overstijgt KTN het gewone lossen en laden van goederen en creëert het bedrijf meer toegevoegde waarde. In 2005 groepeerde Huts al zijn activiteiten in de Luxemburgse KN Holding. Dat verklaart mee de fameuze sprong in zijn opgebouwd vermogen. De hele havenproblematiek is een openbaar debat waar Huts zich soms op een eigenwijze manier in profileert. Zo laat hij zijn mening bijwijlen kennen via open brieven die als advertenties in de pers worden geplaatst. Huts werd in 1995 verkozen als VLD-volksvertegenwoordiger nadat hij de Antwerpse lijst had getrokken. Volgens de Financieel Economische Tijd viel de ondernemer daarbij vooral op door zijn afwezigheid in de Kamer. In 1999 stond zijn echtgenote op een VLDstrijdplaats voor de Senaat. Ze haalde het niet. Het echtpaar Huts is ondertussen ook actief als vastgoedinvesteerder in de regio Antwerpen. Recent kocht de havenindustrieel de pastorieën van Melsele en Kieldrecht, twee beschermde monumenten die leegstonden en die bestemd zijn voor zijn kinderen.
(157)
In 2011 ging ‘3500 jaar textielkunst’ van start, daarmee openden Fernand en Karine Huts een permanente tentoonstelling met hun collectie archeologische weefsels en artefacten. Vijf zalen van het Antwerpse headquARTers van Katoen Natie lieten ze verbouwen door architect Paul Robbrecht. Dat Fernand Huts een grote verzamelaar en kunstfilantroop is, was al bekend. Huts en zijn vrouw Karine zijn de mecenas van Wim Delvoye. Ze verzamelen ook al decennia archeologisch textiel. Een deel van ’s werelds grootste complete tunicacollectie was al sinds 2004 te zien in het Antwerpse hoofdkwartier van Katoen Natie. Nu stelt Huts vijf zalen met 600 archeologische vondsten, zowel antieke weefsels, glaswerk, sculpturen als boeken, permanent open voor het grote publiek. ‘Mochten tien bedrijven of topzakenlui doen wat ik doe, dan wordt Antwerpen een wereldstad op het vlak van zijn kunstpatrimonium. Die zakenlui lopen hier rond, maar ze houden hun collecties achter slot en grendel’, zo verklaarde Fernand Huts ooit. Katoen Natie Group Nettowinst: 19,68 miljoen euro
49
9. Familie D’Ieteren Vermogen 2012: 1080,040 miljoen euro Vermogen 2000: 831,8 miljoen euro Activiteit: autodistributie Gekend als: D’Ieteren Inplanting: Brussel D’Ieteren gaat er prat op dat zijn geschiedenis begint nog vóór de automobiel werd uitgevonden. In 1805 beslist de Nederlandse timmerman Jozef D’Ieteren zich in Brussel te vestigen en er een werkplaats voor paardenkoetsen op te starten. Het werd meteen het logo van de groep. Na de Eerste Wereldoorlog zorgt Lucien D’Ieteren voor de eerste internationale contracten. De groep start de bouw van carrosserieën voor gekende merken, zoals Minerva en Hispano-Suiza. Wanneer in de VS Henry Ford start met de massaproductie van wagens, beseft D’Ieteren dat de tijd van zwaar metaalwerk voorbij is. Hij schakelt gedeeltelijk over van de productie naar de import van wagens. Na de Tweede Wereldoorlog bouwt de familie in Vorst een assemblagebedrijf voor Studebakers. Vanaf 1953 worden er in Vorst ook Volkswagen Kevers geassembleerd. Meteen is dat de definitieve start van de groei voor D’Ieteren, dat uitgroeide tot een van de belangrijkste auto-importeurs in België. D’Ieteren wordt momenteel geleid door Roland D’Ieteren die de zesde generatie vertegenwoordigt. Onder zijn impuls nam de groep in de jaren 1990 autoverhuurder Avis Europe over. Dat werd een financieel zware operatie, die echter succesvol werd afgerond met een Londense beursnotering voor Avis Europa. Later volgde dan de overname van de controle over de autobeglazingsketen Carglass. De 50
(3) diversifiëring naar autoruitenherstelling en -vervanging is een van de meest geslaagde beslissingen van D’Ieteren de jongste decennia. Via de overname van Belron in 1999, het bedrijf achter de merken Carglass en Autoglass, werd D’Ieteren wereldleider in de sector. Belron was de jongste jaren de absolute groeimotor van het bedrijf. Sommige waarnemers zeggen dat D’Ieteren beter al zijn auto-activiteiten zou afstoten om zich te concentreren op het lucratieve Belron. Maar de immer discrete Roland D’Ieteren laat ook nu niet in zijn kaarten kijken. D’Ieteren (geconsolideerd) Omzet: 7053,6 miljoen euro Nettowinst: 218,8 miljoen euro
10. Familie Van Rompuy Vermogen 2010: 945,737 miljoen euro Vermogen 2000: niet vermeld Activiteit: Bankwezen Gekend als: Argenta Inplanting: Antwerpen Argenta werd in 1956 opgericht door vier vrienden die elkaar na de oorlog in Leuven leerden kennen: Frans Kuijpers, Karel en Cyriel Schryvers en Karel Van Rompuy. In de beginjaren bood Argenta alleen persoonlijke leningen aan. Kernwoorden bij die strategie waren eenvoud en snelheid en dat in combinatie met een scherpe prijs. Iedere loontrekkende kon er binnen de twintig minuten een krediet voor 36 maanden afsluiten, voor een maximumbedrag van 4000 frank (ca. 100 euro). Andere banken leenden slechts geld voor 24 maanden. Toen de wetgever de leningen in 1965 verbood, ging de bank zich toeleggen op het aantrekken van spaargeld. Als logo koos Argenta voor een groene appel. ‘Omdat het appeltje voor de dorst bekend overkwam,’ zo zei stichter Karel Van Rompuy daarover. In 1970 had Argenta een eigen vermogen van 120 miljoen frank (3 miljoen euro). Tien jaar later was dat bedrag al bijna verviervoudigd tot 420 miljoen frank (10,5 miljoen euro). In die periode startte de groep ook met het verkopen van verzekeringen voor derden. Ook het agentennet van Argenta kwam in de jaren tachtig in een stroomversnelling. ‘In een landelijke gemeente was onze agent traditioneel de gemeentesecretaris, de onderwijzer of de voorzitter, secretaris of penningmeester van een vereniging. Ze waren bekende figuren in hun dorp en
(-)
kregen van ons de stille wenk om zich in het verenigingsleven in te werken,’ zo legt Van Rompuy uit. Vanaf 1990 mochten ook de financiële instellingen via het spaarboekje aan prijsconcurrentie doen en daar speelde Argenta gretig op in. In een jaar haalde de spaarbank 30 miljard frank (750 miljoen euro) spaargeld op. De start van een nieuwe groei-explosie. Momenteel is Argenta uitgegroeid tot een middelgrote Vlaamse bank met 1,2 miljoen klanten. De familie Van Rompuy kocht doorheen de jaren de andere aandeelhouders uit. Binnen het hoofdzakelijk Franstalige financiële establishment werd Argenta altijd met een scheef oog bekeken wegens het uitgesproken Vlaamse karakter van de aandeelhouders. Medeoprichter Frans Kuijpers bijvoorbeeld is de broer van gewezen Volksunie-kopstuk Willy Kuijpers. Argenta was vaak cofinancier van Vlaams-nationalistische projecten allerhande, ook in de media. Met het aantreden van een nieuwe generatie binnen de familie Van Rompuy lijkt die Vlaamse profilering minder scherp. Recent had Argenta andere katten te geselen. Als kleine bank droeg ze geen verantwoordelijkheid voor de bankencrisis van 2008. Toch moet ze vanuit haar statuut als bank mee opdraaien bij alle plannen die worden voorgesteld om bij te dragen in de herstelfinanciering na het debacle. Balanstotaal: 35.215 miljoen euro Nettowinst: 82,5 miljoen euro
51