1.
Beschrijf het begrip jeugdland en geef een voorbeeld van een hedendaagse subcultuur.
Het begrip jeugdland is beschreven door de Israelische historica en pedagoge Lea Dasberg. Dit begrip omschrijft een ontwikkeling van rond 1750. Voor 1750 werden kinderen vanaf ongeveer 6 jaar gezien en behandeld als volwassenen. Kinderen werkte en namen deel aan activiteiten die wij in deze tijd nu zien als werk en activiteiten geschikt voor volwassenen. Rond 1750 wordt het kind anders behandeld en moet het vooral een fijne speelse” jeugd” hebben. Dasberg noemt de situatie die hierdoor ontstaat; Jeugdland. Volgens Dasberg is het in bescherming nemen en kleinhouden van de jeugd deze niet opgewassen tegen de harde buitenwereld. Hierdoor onstaat een vluchten in drank en drugs en zogenaamde subculturen zoals Punk, Disco en Skinheads. Emo en Gothic zijn en voorbeeld van hedendaagse subculturen. Een “eerlijke” wereld, biologisch voedsel, mensenrechten, vriendschap en bewustwording zijn belangrijke onderwerpen voor de subcultuur EMO. De bijbehorende muziekstroming is harde gitaarmuziek met emotionele zangpartijen. Gothics vallen op door hun extravagante manier van kleden, diverse gewaden en jurken, liefst zwart, zwaar opgemaakt en witgesminkte gezichten. De muziek stroming die hier bij past is vaak theatrale hardrock met hoge vrouwelijke zang en kerkorgelklanken.
2.
Noem de vier aspecten van gevoel van identiteit. Omschrijf ze en geef voorbeelden.
De vier aspecten van het gevoel van identiteit, geschreven door Ericson zijn; 1)
het besef van continuïteit het leren omgaan met de vele rollen die je speelt maar toch dezelfde persoon blijft en daarbij een persoonlijke levensstijl ontwikkeld.
voorbeeld; dat je beseft dat je bent wie je bent met de daarbij behorende rollen.
2)
het besef van herkenning en erkenning Je wilt als persoon herkenning en erkenning van je “eigen ik” van, voor jou, belangrijke personen uit je omgeving.
voorbeeld; dat je geaccepteerd wordt door vrienden.
3)
het besef van vrijheid in afhankelijkheid het accepteren van de beperkingen die een adolescent/mens hebben. Wanneer er vrede is met deze beperkingen op sociaal, seksueel, geestelijk of lichamelijk gebied is er sprake van vrijheid in afhankelijkheid.
voorbeeld; ik ben tevreden met het feit dat ik bij de amateurs voetbal en weet dat ik nooit prof zal worden en daarom toch ten volle geniet van mijn sport.
tentame.indd 1
19-12-2008 08:52:51
4)
het besef van een zinvolle toekomst de stap van adolescent naar volwassene is een moeilijke periode, het hebben van ideaal en het nastreven van deze ideaal maakt deze periode gemakkelijker. voorbeeld; ik vind de horeca geweldig, maar wil niet alleen barman zijn maar een eigen restaurant hebben dus zal daar een hoge opleiding voor moeten volgen om deze droom waar te maken.
3. Beschrijf de theorie van Kohlberg. Op basis van Piaget heeft de psycholoog Lauwrence Kohlberg een theorie ontwikkeld betreft de morele ontwikkeling van adolescenten. Na verschillende onderzoeken te hebben verricht kwam hij tot redeneren op de volgende drie niveau’s; 1) - preconventioneel niveau a) - de straf en de gehoorzaamheidsoriëntatie; Lichamelijke gevolgen bepalen of een handeling goed of slecht is met de bedoeling wordt geen rekening gehouden. b) - de instrumenteel-relativistische oriëntatie; Een handeling is goed als deze een eigen behoefte bevredigd, oog om oog, tand om tand. 2) - conventioneel niveau a) - de beste jongen/meisje-oriëntatie; door aardig te zijn en je goed te gedragen zal je een ander sneller plezieren. b) - de recht- en orde-oriëntatie; je zal goed handelen als je plichtsgetrouw handeld naar; vaste regels, autoriteit, sociale orde. 3) - postconventioneel niveau a) - de legale sociale contract-oriëntatie; leven naar de regels van de grondwet, rechten en normen die de maatschappij stelt, met het recht op een eigen mening. b) - de universele ethisch-principiële-oriëntatie; “goed” wordt hier gedefinieerd als een gewetensbeslissing die overeenkomt met zelfgekozen ethische principes. Deze principes zijn de universele principes van rechtvaardigheid, wederkerigheid en gelijkheid van menselijke rechten en respect voor de waardigheid van individuele menselijke personen.
4. Hoe kun je hypothetisch denken in je lessen bevorderen?
Onder hypothetisch denken verstaan we het als..., dan... denken. Het is van belang rekening te houden met de verschillen bij studenten. Leeftijd, intelligentie, belangstelling, interesses, voorkennis en cultuur kunnen een groot verschil maken. Hier moet rekening mee gehouden worden door middel van differentiëren. Een leraar zoekt aansluiting bij de belangstelling van een leerling en daagt een leerling vanuit die belangstelling uit tot abstract denken op andere gebieden.
tentame.indd 2
19-12-2008 08:52:51
5. Vergelijk de theorie van Freud met de theorie van Erikson. Freud en Erikson hielden zich beide bezig met Ego-psychologie. Freud richtte zich voornamelijk op de sexuele driften en de invloed die die driften hadden op het latere gedrag van de mens. Freud beschrijft de verschillende fasen die de mens in ontwikkeling doormaakt. Zo zijn er volgens hem de orale, anale, fallische, latentie en genitale fasen. Indien deze fasen niet goed doorlopen worden zal de mens volgens Freud flink beschadigd worden. Volgens Erikson, die minder nadruk legt op de sexuele driften, zijn die opgedane beschadigingen te corrigeren. Erikson gaat uit van acht ontwikkelingsfasen waarbij een volgende fase pas ingegaat bij het afsluiten van de voorgaande fase. De acht fasen die Erikson beschrijft zijn; wijsheid, zorg,liefde, trouw, bekwaamheid, doelgerichtheid, wilskracht en hoop. Hij gaat hierbij uit van een levenslange ontwikkeling.
6. Geef vier van de zes vormen identiteitsontwikkeling en beschrijf van ieder een voorbeeld. 1. Foreclosure Adolescenten komen niet tot eigen keuses, bindingen en verplichtingen omdat ze voortijdig afgeremd worden door hun omgeving. Dit zijn ouders, religie, traditie of gevestigde orde. Ze verloochenen hun eigen verlangens en mogelijkheden. Dit kan bv. het geval zijn bij het kiezen van een opleiding en vrienden. Adolescenten uit beschermde opvoeding voelen zich vaak gelukkig, dit is echter schijn. In stress situaties worden ze star en dogmatisch. Ze zijn gevoelig voor autoriteit. voorbeeld; een meisje is zwanger en wil diep van binnen eigenlijk abortus, dit is niet mogelijk omdat zij is opgegroeid en opgevoed met een streng geloof die abortus afwijst. Het daardoor toch krijgen van haar kind zal haar hele leven tekenen. 2. Identiteitsverwarring Een adolescent, op zoek naar een eigen identiteit, maar die overspoeld wordt door ingrijpende ervaringen op meerdere gebieden, zal de grip op zijn eigen indentiteit kwijt raken. voorbeeld; een meisje die in handen valt van een loverboy. 3. Kunstmatige identiteit Om identiteitsverwarring tegen te gaan kiest een adolescent een kunstmatige identiteit. Dit kan zijn door aansluiting te zoeken bij een groep die zich afzet tegen een ander groep, bv hells angel, neonazi’s of religieuse sektes. Ze zullen de identiteit van de desbetreffende groep aannemen en verloochenen hun eigen identiteit. 4. Identity achievement In tegenstelling tot de foreclosure is een adolescent in de identity achievement soepel. Hij maakt eigen keuzes, neemt zelf beslissingen en draagt de verantwoording die daarbij hoort. Ze kunnen positief kritisch over zichzelf zijn, hebben humor en zijn stress bestendig. Voorbeeld; een opleiding gaan volgen die je zelf wilt en die door baantjes dan ook zelf be-
tentame.indd 3
19-12-2008 08:52:52
kostigd omdat ouders daar geen mogelijkheid voor hebben. Trots dat ook zal vertellen aan de buitenwereld.
7. Beschrijf met eigen woorden de theorie van Piaget. Piaget is een zwitserse psycholoog die op basis van zijn studies een theorie ontwikkeld die aangeef hoe en verklaard waarom de mannier van denken veranderd in de loop van de ontwikkeling naar volwassenheid. Hij verdeelde die ontwikkelingsloop in vier fases; de sensomotorische (nul tot ± anderhalf) pre-operationele (± anderhalf tot ± zeven) concreet-operationele (± zeven tot ± twaalf) formeel-operationele ( vanaf ± twaalf) 1ste fase; het kind ontdekt de wereld door zien, wat hij niet ziet bestaat dus niet voor hem. 2de fase; de ontwikkeling van het kind gaat verder, zal gelijke voorwerpen gaan herkennen en die rangschikken en beseffen dat voorwerpen blijvend zijn. Ze kunnen nog geen concrete denkhandelingen verrichten. 3de fase; het kind leert concrete denkhandelingen te verrichten. Ze houden van feiten, leren begrippen en regels te hanteren. De bekende proef van Piaget om een hoeveelheid vloeistof over te gieten van een klein naar een groot glas geeft aan dat er slechts concreet waargenomen wordt. 4de fase; de ontwikkeling van abstract denken. Er wordt nagedacht door zich iets voor te stellen, dit wordt hypothetisch-deductief denken genoemd. Men ontwikkelt zich door groei en rijping en zoekt naar evenwicht. Dit evenwicht wordt bereikt wanneer er aan een bepaalde behoefte voldaan is. De opgedane kennis moet de oude kennis vervangen zodat dit het nieuwe uitgangspunt is. Piaget noemde dit assimileren, accomoderen en equilibreren.
8. Leg de begrippen zone van de actuele en zone van de naaste ontwikkeling uit en concretiseer ze met voorbeelden. Deze begrippen komen van de russische psycholoog Vigotsky, die reageerde op de theorie van Piaget. Volgens hem is de omgeving van het kind belangrijk bij overgang naar een volgende fase. Een kind kan nog niet toe zijn aan abstract denken maar er wel alvast kennis mee gemaakt hebben. Het begrip ‘zone van naaste ontwikkeling’ is gegeven aan de volgende benadering; a. wat is er al latent aanwezig b. wat komt er later als meetbaar resultaat Door constante uitdaging blijft iemand gemotiveerd en dus bereid te leren. Dit leren kan dus in eerste instantie proeven aan zijn, waarna het gemakkelijker wordt om op hoger niveau te komen. Het begrip ‘actuele’ ontwikkeling geeft aan waar het kind volgens de ontwikkeling aan toe is.
tentame.indd 4
19-12-2008 08:52:52
Naaste ontwikkeling geeft aan wat we al aan kunnen bieden om het voor te bereiden. Er wordt hier gesproken over ontwikkelen, niet direct ‘leren’. De hulp van een docent staat bij Vigotsky voorop om het kind zichzelf te laten ontwikkelen, waarneer dit uiteindelijk zonder hulp kan heeft het kind zich ontwikkeld. voorbeeld; bij het tekenen van een kids zullen er veel details niet aanwezig zijn, ook zullen hoogte verschillen niet aanwezig zijn (auto net zo groot als een huis). Laat zien in het echt dat een auto kleiner is dan een huis en in de volgende tekening zal dat verschil ook te zien zijn.
9. Geef een voorbeeld van de manier waarop gender in symbolen en instituties is terug te vinden. Het verschil tussen man en vrouw is vanaf de geboorte al duidelijk. Jongens blauwe kleren en meisjes roze. Jongens broeken en meisjes jurken. jongens spelen met auto’s en meisjes met poppen. jongens gaan op voetbal en meisjes gaan op ballet. Mannen mogen roken op straat, vrouwen niet. ook wc of douches van mannen en vrouwen zijn gescheiden. Wanneer een man vele vrouwen heeft gehad is hij een bink, een vrouw die vele mannen heeft gehad is een slet.
tentame.indd 5
19-12-2008 08:52:52