CONCEPT Toetstermen STIBEX Basiskennis Loonadministratie K= kennisvraag, kandidaat moet dan de gegevens uit de toetsterm met behulp van meerkeuzevragen kunnen beantwoorden. Het gaat dan om de selectie van de juiste beschrijving, benaming en kenmerken. B= Begripvraag, kandidaat moet de gegevens uit de toetsterm kunnen uitleggen. De kandidaat kan voorbeelden geven en verschillen en overeenkomsten noemen. T= Toepassingsvraag, kandidaat moet de gegevens uit de toetsterm kunnen toepassen op de gevraagde manier. De kandidaat…..
A. Arbeidsrecht 1. Arbeidsovereenkomst 1.1 kent de verschillende soorten overeenkomsten tot het verrichten van arbeid. (K) 1.2
kan de volgende arbeidsverhoudingen omschrijven. (B) • overeenkomst van opdracht • overeenkomst tot aanneming van werk • uitzendovereenkomst • overeenkomsten met variabele arbeidsuren • deeltijdwerk • thuiswerk • vakantiewerk
1.3
kent de voorwaarden voor arbeid in loondienst. (K)
1.4
weet welke gegevens een werkgever verplicht schriftelijk moet verstrekken aan de werknemer. (K)
1.5
weet onder welke voorwaarden arbeidsovereenkomsten aangegaan kunnen worden met minderjarige en buitenlandse werknemers. (K)
1.6
kan de verplichtingen van de werkgever en de werknemer omschrijven.(B)
1.7
kan het proeftijdbeding en het concurrentiebeding uitleggen. (B)
1.8
kan de verschillende beëindigingen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd noemen. (K)
1.9
kan de verschillende beëindigingen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitleggen. (B)
1.10 weet wanneer de werkgever voorafgaande toestemming van de kantonrechter nodig heeft om een werknemer te ontslaan. (K) 1.11 kent de opzegverboden. (K) 1.12 weet wanneer de opzegverboden niet gelden. (K)
2. Arbeidsomstandigheden
2.1
kan de verplichtingen van de werkgever ten aanzien van verzuimbegeleiding en verbetering van arbeidsomstandigheden omschrijven. (B)
2.2
kent de rechten en verplichtingen van de werknemer vanuit de Arbowet. (K)
2.3
kent de regels rondom maximumarbeidstijd. (K)
2.4
kent de verschillen tussen de verschillende soorten cao-bepalingen en kan de onderlinge verhoudingen aangeven. (B)
2.5
kan de verschillende medezeggenschapvormen omschrijven. (B)
2.6
kent de verplichtingen rondom het instellen van medezeggenschapsvormen. (K)
2.7
kan het adviesrecht en het instemmingsrecht omschrijven. (B)
B. Loonheffingsregelingen 3. Loon 3.1 kan de verschillende soorten loon omschrijven. (B) 3.2
kan de loonbestanddelen noemen die wel behoren tot loonbegrip voor de loonheffing, maar niet tot het loonbegrip voor de premies werknemersverzekeringen. (K)
3.3
kan de Wet Walvis omschrijven. (B)
3.4
kan van een casus aangeven om wat voor soort loon het gaat. (T)
3.5
kan de volgende begrippen omschrijven: (B) • voorheffing • eindheffing • loonbelasting
3.6
kent de drie noodzakelijke elementen voor de loonbelasting. (K)
3.7
kan van een casus aangeven wie inhoudingsplichtig is. (T)
3.8
kan het bijdragenloon/grondslag ZVW berekenen. (T)
4. Kortingen en regelingen 4.1 kan de verschillende heffingskortingen beschrijven. (B) 4.2
kent de voorwaarden waaronder vrije vergoedingen mogen worden verstrekt. (K)
4.3
kan de verschillende soorten reiskosten omschrijven. (B)
4.4
kan voor- en nadelen noemen van het declaratiesysteem. (B)
4.5
kan voor- en nadelen noemen van het verstrekken van een vaste onkostenvergoeding. (B)
4.6
kent de voorwaarden bij regeling voor producten uit het eigen bedrijf. (K)
4.7
kan het stappenplan van de werkkostenregeling beschrijven. (B)
4.8
kan de overgang van de oude naar de nieuwe regeling rondom werkkosten beschrijven. (B)
4.9
kan de volgende zaken omschrijven: (B) • uitzonderingen werkkostenregeling • vergoedingen/verstrekkingen die niet ten koste gaan van de vrije ruimte • gebruikelijkheidstoets • loon in natura
4.10 kan de levensloopregeling omschrijven. (B)
5. Administratie 5.1 kent de definitie van een dienstbetrekking. (K) 5.2
kan onderscheid maken in soorten dienstbetrekkingen. (B)
5.3
kan het begrip pseudowerknemer omschrijven. (B)
5.4
kan onderscheid maken in soorten verklaringen arbeidsrelatie (VAR) (B)
5.5
kan aangeven welke zaken in de verschillende rubrieken en kolommen van een loonstaat staan. (K)
5.6
kan de administratieve verplichtingen opnoemen van werkgever en werknemer. (K)
5.7
kent de eisen aan een schriftelijke verklaring voor de loonbelasting. (K)
5.8
weet wat er in de verschillende kleuren loonheffingstabellen staat. (K)
5.9
kan de voorwaarden omschrijven voor het doen van een correcte aangifte. (B)
5.10 kan onderbouwen waarom een inhoudingsplichtige kiest voor een bepaald aangiftetijdvak. (B) 5.11 weet wanneer een opgaaf gegevens voor loonheffingen moet worden ingevuld. (K) 5.12 weet waarvoor de voorlopige teruggaaf geldt. (K) 5.13 kent de verantwoordelijkheden van de Belastingdienst. (K) 5.14 kan toelichten hoe een aangifte wordt gecontroleerd. (B) 5.15 kan het boeteregime van de Belastingdienst uitleggen. (B)
C. Loon en sociale wetgeving 6. Afdracht 6.1 kan voorbeelden noemen van loonbestanddelen waarop de eindheffing van toepassing is. (B) 6.2
kan van de volgende wetten aangeven wie de premie betaalt, waarover premie wordt geheven en wie de premie int: (K) • Ziektewet • Werkloosheidswet • WIA • WAO • Zorgverzekeringswet
6.3
kent het schema van de inhouding van premies werknemers. (K)
6.4
kan de volgende premiekortingen of -vrijstellingen omschrijven. (B) • premievrijstelling bij marginale arbeid • premiekorting voor werknemers met structureel functionele beperkingen • premiekorting voor oudere werknemers
6.5
kan de volgende afdrachtverminderingen omschrijven: (B) • onderwijs • speur- en ontwikkelingswerk • zeevaart
6.6
kan de methode Voortschrijdend Cumulatief Rekenen (VCR) toepassen. (T)
7. Wetten 7.1
kan de verschillende sociale wetten indelen in: (B) • sociale verzekeringen • werknemersverzekeringen • volksverzekeringen • sociale voorzieningen • werknemersbeschermingswetten
7.2
kan het doel van de werknemers- en volksverzekeringen omschrijven. (B)
7.3
kan de werking van de uitvoeringswetten omschrijven. (B)
7.4
kan van personen in een casus aangeven op basis waarvan zij verzekerd zijn voor de volksverzekeringen. (T)
7.5
kan van de verschillende werknemers- en volksverzekeringen de momenten aangeven van: (B) • aanvang dekking • einde verzekering • start premiebetaling • einde premiebetaling
7.6
kan de koppelingswet omschrijven. (B)
7.7
kan de gang van zaken uitleggen bij de volgende verloven: (B) • zwangerschaps- en bevallingsverlof • adoptie- of pleegzorgverlof • ouderschapsverlof • kort- en langdurend zorgverlof • calamiteiten- en ander kortverzuimverlof • kraamverlof voor de partner
7.8
weet welke verlofvormen met en welke zonder uitkering via het UWV zijn. (K)
8. Werkloosheid en arbeidsongeschiktheid 8.1 weet wanneer sprake is van werkloosheid. (K) 8.2
kent de voorwaarden voor een WW-uitkering. (K)
8.3
kent de hoogte van de verschillende WW-uitkeringen. (K)
8.4
weet hoe lang de werkgever welk bedrag aan loon moet doorbetalen bij ziekte. (K)
8.5
weet welke categorieën verzekerden aanspraak kunnen maken op ziekengeld van het UWV. (K)
8.6
kent de uitgangspunten van de dagloonsystematiek. (K)
8.7
kan het dagloon berekenen. (T)
8.8
kan de verschillende stappen in de verschillende weken bij re-integratie van zieke werknemers uitleggen. (B)
8.9
kan verschillende re-integratievoorzieningen omschrijven. (B)
9. Administratieve zaken 9.1 kan de volgende stappen van reageren bij ontevredenheid omschrijven: (B) • klacht • bezwaar • beroep • hoger beroep • voorlopige voorziening 9.2
kent de beslistermijnen voor bezwaar en beroep. (K)
9.3
weet waartegen werkgever en werknemer bezwaar kunnen maken. (K)
9.4
kan het begrip werknemerschap en de uitbreiding en beperking daarvan beschrijven. (B)
9.5
weet welke informatie wordt verzameld in de polisadministratie. (K)
9.6
weet welke publieke instanties gegevens uit de polisadministratie kunnen gebruiken. (K)
D. Formulieren De kandidaat kan op basis van een casusbeschrijving kiezen uit één van de onderstaande formulieren en het gekozen formulier vervolgens invullen. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
loonstaat loonopgaaf / loonstrook jaaropgaaf werknemer loonaangiftebericht (aangifte loonbelasting en premieheffing) aanvraag loonheffingen: verklaring geen privégebruik auto wijziging of intrekking verklaring geen privégebruik auto aanvraag verklaring arbeidsrelatie wijziging aangiftetijdvak loonheffingen opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling) melding loonheffingen inhoudingsplichtige van artiesten of beroepssporters (gageverklaring) ziekte-aangifte bij loondoorbetalingsverplichting ziekte-aangifte in verband met de aanvraag van een Ziektewetuitkering melding volledig herstel werknemer als deze in de ziektewet zit melding volledig herstel werknemer vanuit de loondoorbetalingsverplichting melding voortdurende ziekte na afloop bevallingsverlof bij loondoorbetalingsverplichting van de werkgever wijziging gegevens door werkgever (na ziekte-aangifte of melding WAZO-verlof) aanvraag WAZO-uitkering melding van overlijden van een werknemer verzoek participatie in re-integratie aanvraag deskundigenoordeel door werkgever plan van aanpak WIA eerstejaarsevaluatie van het plan van aanpak WIA eindevaluatie van het plan van aanpak WIA bijstelling plan van aanpak WIA verkort re-integratieverslag aanvraag verlenging loondoorbetaling WIA beëindiging verlengde loondoorbetaling WIA declaratie re-integratiekosten aanvraag loondispensatie melding UWV proefplaatsing/proeftijd aanvraag subsidievoorziening werkgever melding verzuim wegens onwerkbaar weer/weersomstandigheden aanvraag WW-uitkering wegens onwerkbaar weer/ weersomstandigheden aanvraag WW-uitkering wegens werktijdverkorting declaratie wegens werktijdverkorting aanvraag vergoeding vervoer verzoek voorlopige teruggaaf