SCHOOLGIDS 2008— 2009
1.
ALGEMEEN
1.1.
Identiteit
Het Roelof van Echten College gaat uit van de Stichting Roelof van Echten te Hoogeveen. In artikel twee van de statuten staat haar grondslag als volgt omschreven: ‘De stichting aanvaardt als grondslag voor haar handelen de Bijbel. De geloofsinhoud daarvan wordt tot uitdrukking gebracht in de Apostolische Geloofsbelijdenis. Zij ontleent haar normen en waarden aan de Tien Geboden’.
klimaat van onderling vertrouwen, aandacht en respect voor de ander. De werkomgeving is gericht op het bereiken van een kwalitatief hoog eindresultaat van zowel het primaire onderwijsproces als van de ondersteunende diensten. Om deze missies te concretiseren zijn de volgende strategieën geformuleerd: 1.
2. ‘Het doel van de stichting is het doen geven van christelijk onderwijs gericht op algemeen 3. maatschappelijke vorming, persoonlijke ontplooiing 4. en beroepsvoorbereiding…’. 1.2. Visie en missie Het Roelof van Echten College heeft zichzelf de volgende missie gesteld voor het onderwijs, personeel en identiteit. IDENTITEITSMISSIE De christelijke identiteit wordt gekenmerkt door toekomstverwachtingen, vertrouwen en de fiducie dat het zinvol is blijvend te investeren in de leerling en de eigen professionaliteit. Dit vanuit de Bron van de christelijke traditie waarop wij zijn gericht, van waaruit mensen nooit worden afgeschreven, nooit worden gestigmatiseerd en nooit worden vastgepind op wat ze nu eenmaal zijn. Altijd is er een nieuw begin mogelijk. ONDERWIJSMISSIE Het Roelof van Echten College wil een aanbieder zijn van breed en kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Het moet uitdagend zijn, gegeven worden in een inspirerende en veilige omgeving en het moet gericht zijn op een succesvolle leerloopbaan die aansluit bij de individuele mogelijkheden en ontwikkeldoelen van de leerling. PERSONEELSMISSIE Het Roelof van Echten College wil voor haar personeel een professionele en stimulerende werkomgeving creëren waarin het mogelijk is om professionele talenten te laten groeien in een
PAGINA 3
Investeren in leerlingen en personeel Het centraal stellen van de leerling en zijn ontwikkeling Werken aan een gezonde financiële positie Verbeteren van de marktpositie en werken aan een goed imago
5.
Werken aan een kwaliteitsorganisatie
6.
Vorm geven aan onze identiteit
1.3. Wie was Roelof van Echten? Roelof van Echten kan worden beschouwd als stichter van Hoogeveen. Hij behoorde tot het geslacht der Van Echtens. Roelof van Echten werd geboren in 1592 als enig kind van Johan van Echten en Aaltje Willems Waterman. Toen Roelof 15 jaar werd, kreeg hij het Huis te Echten in bezit. In 1614 trouwde hij met Anna Bentinck, dochter van de drost van Salland. Roelof werd toen baas over Zuidwolde, Echten, Lhee, Schoonvelde en Linthorst. Hij werd toegelaten tot het Drentse Ridderschap. Uiteindelijk werd hij Heer van Echten en de enige Drentse ridder die recht mocht spreken over de bewoners in zijn gebied. Roelof ging de stukken veen die hij bezat ontginnen. Hij gebruikte daarvoor het geld van zijn rijke schoonfamilie en van een paar geldschieters uit de rest van het land. In 1632 begon hij een bedrijf: de Compagnie van de Vijfduizend Morgen. In 1643 overleed hij. Nog voor zijn dood heeft hij 100 morgens veen (plm. 100 hectare) beschikbaar gesteld ‘tot Eeren Godes, tot opbouwinge van een Kerke, Schoole ende tot behoef van de Armen’.
SCHOOLGIDS 2008—2009
2.
SCHOOLBREED
ONDERWIJSAANBOD
2.1. Praktijkonderwijs Deze vorm van onderwijs richt zich op leerlingen van 12 tot 18 jaar die zonder diploma doorstromen naar werk of naar een korte beroepsopleiding. Er is veel aandacht voor de praktijk. Het praktijkonderwijs van onze school beschikt over een Arbeidstrainingscentrum. Soms kunnen leerlingen binnen het Roelof van Echten College doorstromen naar het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) in het vmbo. Het Praktijkonderwijs biedt ook een deel van de vmbo + leerlijn aan. 2.2. VMBO Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kent vier leerlijnen. De opleiding duurt vier jaar. Een leerlijn is een soort onderwijsprogramma van basisschool naar vervolgonderwijs met daarin in de beide laatste leerjaren een aantal verplichte en een aantal vrij te kiezen examenvakken. De vier leerlijnen zijn: • de VMBO + leerlijn; • de Praktische leerlijn; • de Theoretische leerlijn; • de MAVO-leerlijn. Deze doorlopende leerlijnen kennen veel voordelen: • goede aansluiting op basis- en vervolgonderwijs;gemakkelijke overstapmogelijkheden naar een andere leerlijn; • zittenblijven komt nauwelijks voor, omdat een leerling een leerlijn kan kiezen die past bij zijn mogelijkheden en belangstelling; • veel keuzemogelijkheden; • optimale kansen; • grote slagingskans; • ruimte voor eigen talenten. De VMBO+ LEERLIJN is bedoeld voor leerlingen van wie verwacht wordt dat ze met extra zorg het reguliere VMBO-programma kunnen volgen. De + staat dus voor extra zorg + ondersteuning + eventueel een aangepast programma. Een
PAGINA 4
mogelijke route binnen VMBO + is het Leerwerktraject. Met een diploma VMBO + kan een leerling doorstromen naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Veel leerlingen die in aanmerking komen voor een vmbo + leerlijn hebben een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). De PRAKTISCHE LEERLIJN (VMBO-P) kent veel afwisseling tussen theorie en praktijk, waarbij de nadruk op de praktijk ligt. Leerlingen die goed kunnen leren door te doen en graag de handen uit de mouwen steken, zullen zich in deze leerlijn goed thuis voelen. Met een diploma VMBO-P kan een leerling doorstromen naar niveau 2, 3 of 4 van het Middelbaar Beroepsonderwijs. De THEORETISCHE LEERLIJN (VMBO-T) kent ook een goede afwisseling tussen theorie en praktijk, maar hier ligt de nadruk op de theorie. Voor leerlingen die op zich weinig moeite hebben met studeren, maar zich ook al gericht willen voorbereiden op bepaalde beroepen, is de VMBO-T een geschikte keuze. Met een diploma VMBO-T kan een leerling doorstromen naar niveau 3 of 4 van het Middelbaar Beroepsonderwijs. De MAVO-LEERLIJN is gericht op een naadloze doorstroming naar de HAVO. Deze leerlijn biedt een vakkenpakket aan dat helemaal is afgestemd op de HAVO. Met een MAVO-diploma kan een leerling doorstromen naar de HAVO of het Middelbaar Beroepsonderwijs. Met name in de onderbouw bestaan er optimale mogelijkheden om te veranderen van leerlijn: zowel doorstromen binnen de leerlijnen onderling als naar HAVO en Praktijkonderwijs. Dit gebeurt altijd in overleg met de klassenmentor. 2.3. HAVO/VWO/Gymnasium Het HAVO duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Met een bewijs dat de
SCHOOLGIDS 2008 7— 2009 8
dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot de mogelijkheden van leerlingen om door te stromen naar het hoger onderwijs.
eerste drie leerjaren havo met gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding of een middenkaderopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs. Het VWO duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs. Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren van het vwo met gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding of een middenkaderopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs. Tot het vwo behoren het ATHENEUM en het GYMNASIUM. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het atheneum wordt soms Latijn of Grieks gegeven als keuzevak.
In havo en vwo is het onderwijs opgebouwd rond het ‘studiehuis’. Daarbij gaat het niet om een gebouw. Met het begrip ‘studiehuis’ doelen we vooral op begeleiding door de docent, die erop is gericht de leerlingen in toenemende mate zelfstandig hun werk te laten doen. De hoeveelheid werk voor de leerlingen wordt uitgedrukt met het begrip 'studielast'. Met studielast wordt bedoeld de hoeveelheid tijd die de gemiddelde leerling nodig heeft om zich een bepaalde hoeveelheid leerstof eigen te maken. Het gaat niet alleen om het volgen van de lessen op school, maar ook om de voorbereiding daarvan thuis. Werkstukken schrijven, boeken lezen, een mediatheek gebruiken en deelnemen aan excursies horen ook bij de studielast.
In het havo en het vwo heeft een leerling de keuze uit vier profielen. Een profiel bestaat uit een samenhangend onderwijsprogramma dat de leerling in havo en vwo voorbereidt op een opleiding aan een hogeschool of universiteit. Door die aansluiting kan ook het aantal studenten dat het hoger onderwijs voortijdig verlaat, beperkt blijven.
De studielast is gebaseerd op de volgende rekensom: een leerling besteedt gedurende 40 weken per jaar 40 uur per week aan zijn of haar opleiding. Dat komt neer op een studielast van 1600 uur per jaar. De studielast voor de tweede fase van het havo is dus 3200 uur (verspreid over twee jaren) en voor het vwo 4800 uur (verspreid over drie jaren).
Er zijn vier profielen: • natuur en techniek; • natuur en gezondheid; • economie en maatschappij; • cultuur en maatschappij. Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, Werk
MBO
HAVO
HBO
WO
leerjaar 6
ATH
GYM
HAVO
ATH
GYM
leerjaar 5
PRAKTIJK ONDERWIJS
VMBO+
leerjaar 4
PRAKTIJK ONDERWIJS
VMBO+
VMBO P VMBO+
VMBO P VMBO+
VMBO T
MAVO
HAVO
ATH
GYM
leerjaar 3
PRAKTIJK ONDERWIJS
VMBO+
VMBO P VMBO+
VMBO P VMBO+
VMBO T
MAVO
HAVO
ATH
GYM
leerjaar 2
PRAKTIJK ONDERWIJS
VMBO+
VMBO P VMBO+
VMBO T
MAVO
HAVO
ATH
GYM
leerjaar 1
PRAKTIJK ONDERWIJS (dakpanklas)
VMBO+ (LWOO 2)
VMBO P VMBO+ (LWOO 1)
VMBO T
LOCATIE G
LOCATIE PD
LOCATIE N
LOCATIE V
MAVO/HAVO
HAVO/VWO
LOCATIE J
BASISONDERWIJS
PAGINA 5
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
3.
ADRESSEN,
MEDEZEGGENSCHAP EN OUDERPLATFORM
3.1 Algemeen adres Roelof van Echten College Postbus 2152 7900 BD Hoogeveen Telefoon: (0528) 358 658 Fax : (0528) 358 651 E-mail:
[email protected]
3.1.4 Sector VMBO Sectordirecteur: de heer R.H. Baas LOCATIE GRIENDTSVEENWEG: GRIENDTSVEENWEG 1, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 691 E-mail:
[email protected]
Website : www.rvec.nl Bankrekening: 566401967 t.n.v. Roelof van Echten College Hoogeveen
LOCATIE VOLTASTRAAT: VOLTASTRAAT 25, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658
3.1.1 Algemene directie en Bestuursbureau Bezoekadres: Julianastraat 3, Hoogeveen
Fax: (0528) 358 692 E-mail:
[email protected]
Algemeen directeur/bestuurder: de heer dr.ir. A. Weishaupt Bestuurssecretaris: de heer H.R. Nijmeijer Directiesecretaresse: mevr. N. Lotterman Telefoon: (0528) 358 672
LOCATIE PARK DWINGELAND: JONKHEER DE JONGESTRAAT 15, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 696 E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
3.1.2 Sector Bedrijfsvoering en Beheer Sectordirecteur: de heer R. Geuzinge Hoofd facilitaire dienst: de heer F. Kuiper Bezoekadres: Julianastraat 3, Hoogeveen Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 693
3.1.5 Sector HAVO/VWO Sectordirecteur: de heer G. Bolderman LOCATIE JULIANASTRAAT: JULIANASTRAAT 3, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 693 E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected] 3.1.3 Sector Praktijkonderwijs en Zorg Sectordirecteur: de heer H. Tichelaar LOCATIE NICOLAAS BEETSSTRAAT: NICOLAAS BEETSTRAAT 3, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 695
3.2. Ministerie van Onderwijs en de onderwijsinspectie MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN (OC EN W) Het ministerie van OC en W heeft een speciale informatie site voor ouders en verzorgers van leerlingen in alle vormen van het onderwijs. Website: www.minocw.nl/ouderabc/index.html
E-mail:
[email protected] LOCATIE ANJELIER: ANJERSTRAAT 1, HOOGEVEEN Telefoon: (0528) 358 658 Fax: (0528) 358 694 LOCATIE ARBEIDSTRAININGSCENTRUM: VOLTASTRAAT 55C Telefoon: (0528) 23 60 78
PAGINA 6
INSPECTIE VOOR HET ONDERWIJS, KANTOOR GRONINGEN Inspecteur: de heer H.G. Besseling Website: www.onderwijsinspectie.nl 3.3. Externe vertrouwenspersoon Mevrouw drs. W. Verdegaal telefoon 06 47002748
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8 7N—T T2I 0T 0 E9 8 L
D
De heer K. Blokzijl 3.4. Vertrouwensinspecteur Het ministerie van Onderwijs heeft een vertrouwensinspecteur aangesteld. Het telefoonnummer is 0900-1113111.
ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL mevrouw H. Woltinge
3.5. Leerplichtambtenaar mevrouw A.L. Kuiper
OUDERGELEDING de heer H. van Asselt
p.a. Gemeente Hoogeveen,
Mevrouw M. Bakker
afdeling Welzijn, Onderwijs, Cultuur & Sport
Mevrouw G. Loof
bureau leerplicht, Postbus 20.000, 7900 PA te Hoogeveen. Tel. (0528) 29 14 03
Mevrouw S. Loos
3.6. Raad van Toezicht Raad van Toezicht Stichting Roelof van Echten p.a. Postbus 2152, 7900 BD Hoogeveen
LEERLINGGELEDING Noora Al-Sinaïd
de heer G. Meijer
Mevrouw S. Huwaë
vacature 3.7. Medezeggenschapsraad (MR) De Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) regelt dat ook het Roelof van Echten College een Medezeggenschapsraad heeft geïnstalleerd. (MR). Het doel van de medezeggenschapsraad is het bevorderen van het goed functioneren van de school door het stimuleren van een goed overleg tussen ouders, leerlingen en personeel (zogenaamde geledingen) en het bevoegd gezag van de school. De medezeggenschapsraad bestaat uit twee geledingen: één voor het personeel en één voor de ouders/leerlingen. Overleg tussen de “oudergeleding” van de MR en de overige ouders is belangrijk, omdat bij meningspeilingen en beslissingen binnen de MR -vergaderingen de oudervertegenwoordiging een duidelijke stem wil laten horen. Ouders kunnen hun mening en/of opmerkingen kenbaar maken aan hun vertegenwoordigers in de medezeggenschapsraad. Daarnaast kent het Roelof van echten College sinds het schooljaar 2007-2008 ook een Ouderplatform (zie hoofdstuk over ouderplatform). 3.7.1
Ledenlijst MR
CONTACTPERSOON IS MEVROUW D. DE JONG 3. 8 Ouderplatform Naast de MR waarin ouders participeren kent het Roelof van Echten College sinds het schooljaar 2007-2008 een ouderplatform. Het ouderplatform heeft een zelfstandige status binnen onze school. De algemene doelstelling is om de relatie tussen ouders en school te bevorderen en de ouders te betrekken bij wat er op school gebeurt. Het ouderplatform vormt een klankbord tussen de belangen van ouders en de schoolleiding en organiseert informatieavonden voor ouders over uiteenlopende onderwerpen. Het ouderplatform overlegt regelmatig met de schoolleiding. Samenstelling: Connie van Triest—voorzitter Henny Gruizinga—penningmeester Jacqueline Koster—secretaris Rudie Gruizinga, Alie van Goor, Hilda Hillen, Sandra van Iterson, Anke de Jong, Ina Everts, en Trijnie Tuhumena—leden Contactpersoon: Jacqueline Koster e-mail:
[email protected]
ONDERWIJSPERSONEEL mevouw K.F. Westera (voorzitter) mevrouw D. de Jong (secretaris) De heer K. Blanksma mevrouw J. de Groot de heer H. Herbers
PAGINA 7
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
4.
RESULTATEN
EN KWALITEIT
Onze school vindt goede resultaten belangrijk. We volgen de ontwikkeling van onze leerlingen, meten de kwaliteit van ons onderwijs en vragen ouders en leerlingen regelmatig of we ons werk goed doen. Naast de interne kwaliteitscontroles houdt de inspectie voor het onderwijs toezicht op de kwaliteit van onze school. Zij doet dat op twee manieren: • Het Regulier School Toezicht (RST) • De kwaliteitskaart. 4.1. Regulier Schooltoezicht In juni 2002 is er een wet vastgesteld die regelt dat de kwaliteit van alle scholen door de inspectie wordt doorgelicht. De inspectie komt eens in de vier jaar bij elke school met een team op bezoek, spreekt dan met directie, leraren, leerlingen en ouders en bezoekt lessen. Daarna schrijft de inspectie een rapport over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De rapporten laten zien hoe de resultaten van de scholen zijn en wat de inspectie vindt van de kwaliteit van de lessen de veiligheid, gebruik van computers en dergelijke. In januari 2004 bezochten twee inspecteurs onze school voor een RST. De inspectie oordeelt positief over onze school. Over de volle breedte overheerst sterkte boven zwakte. Uit het rapport zijn ook verbeterpunten gehaald waaraan we de komende tijd zullen gaan werken. Eén daarvan Locatie
Griendtsveenweg Vmbo lwoo / bbl / kbl Voltastraat Vmbo lwoo / bbl / kbl / lwt Park Dwingeland Vmbo gl /tl Julianastraat Havo / Vwo
Praktijkonderwijs
4.2. Kwaliteits- of opbrengstenkaart Vanaf 1998 verschijnt er jaarlijks een kwaliteitskaart waarin verslag wordt gedaan van het rendement van scholen. Deze kaarten zijn te raadplegen op de site www.kwaliteitskaart.nl . Het rendement van onze school wordt dan vergeleken met dat van andere vergelijkbare scholen. De kwaliteitskaart beperkt zich tot een rapportage van de in-, door – en uitstroomgegevens en de examenresultaten van de school. Het geeft dus een beperkter beeld dan het RST. 4.3. Schoolprestaties Trouw/Elsevier Ook Trouw en Elsevier beoordelen de scholen al een aantal jaren. Zij baseren zich daarbij op de kwaliteitskaarten van de inspectie. Onze school komt daar in vergelijking met andere scholen steeds goed voor de dag. In het Dagblad van het Noorden werd gemeld dat het Roelof van Echten College zeer goed scoort. U kunt daarvoor raadplegen : www.trouw.nl en www.dvhn.nl.
2003
2004
2005
2006
2007
98
98
100
100
98
98
96
99
100
83
96
95
94
95
90
92 / 94
96 / 96
90 / 93
86 / 92
94 / 89
100
70
100
75
Voltastraat Vmbo lwoo
N. Beetsstraat
is het werken aan de opdracht leerlingen actief te betrekken bij het onderwijs. Het volledige rapport is te vinden op het internet: www.onderwijsinspectie.nl Klik dan door naar : ‘rapporten VO’ of naar ‘producten’ en ‘schooltoezicht voortgezet onderwijs’.
17 leerlingen
8 leerlingen
16 leerlingen 13 leerlingen
30 leerlingen
hebben werk
hebben werk
hebben werk
hebben werk
hebben werk
gevonden
gevonden
gevonden
gevonden
gevonden
Tabel 1. Percentage geslaagde leerlingen Roelof van Echten College 2002-2007
PAGINA 8
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8 7N—T T2I 0T 0 E9 8 L
5.
GELDZAKEN
5.1. Gedragscode schoolkosten Voortgezet onderwijs Het is de school er veel aan gelegen de kosten voor de ouders zo laag mogelijk te houden. Als school hebben we weinig invloed op de hoogte van de schoolkosten. Binnen de school wordt hier grote zorg aanbesteed door een ieder bewust te maken en aan het denken zetten over de mogelijkheden om de kosten voor ouders te beheersen. Lande-lijk is er een trend gaande om de kosten voor ouders beheersbaar te houden. Het Roelof van Echten ondersteunt dit door het aanvaarden van een gedragscode. Deze gedragscode houdt het volgende in: • De hoogte van de schoolkosten mag voor ouders/verzorgers en leerlingen geen belemmering vormen om het verplichte onderwijsprogramma te volgen. Daarom spant de school zich in om de schoolkosten zo laag mogelijk te houden met behoud van kwaliteit. • De school bespreekt voorafgaand aan het betreffende schooljaar de hoogte en de ontwikkeling van de totale schoolkosten met de ouder-/leerlinggeleding van de medezeggenschapsraad. • Daartoe wordt – eveneens voorafgaand aan het betreffende schooljaar - in overleg met de oudergeleding een begroting opgesteld met betrekking tot de vrijwillige ouderbijdrage die
gevraagd wordt. • De school informeert ouders/verzorgers en leerlingen op een inzichtelijke wijze over de hoogte van de schoolkosten. De school doet dit tijdig voorafgaand aan het betreffende schooljaar. Hierbij splitst de school de kosten uit naar leerjaar, opleiding en specifieke kostensoort. • De school communiceert de hoogte en opbouw van de schoolkosten via diverse kanalen, zoals schoolgids, website, open dagen etc. • De school stuurt een rekening naar de ouders/verzorgers met een duidelijke specificatie van de schoolkosten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen lesmateriaal en lesactiviteiten, overige schoolkosten en vrijwillige ouderbijdrage. • De school verstrekt bij de rekening een adequate toelichting waaruit blijkt aan welke doeleinden de gelden worden besteed. • De school legt binnen redelijke termijn na afloop van het schooljaar rekening en verantwoording af aan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad over de feitelijke besteding van de ontvangen bijdragen.
PAGINA 9
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
• Als blijkt dat de gemaakte kosten aanzienlijk lager zijn dan de betaalde bijdrage, verrekent de school dit met de betreffende ouders/verzorgers. • De school inventariseert jaarlijks, samen met de oudergeleding van de medezeggenschapsraad, of schoolboeken niet of nauwelijks zijn gebruikt. • Indien dit het geval is, worden deze boeken in beginsel uit de toekomstige boekenlijst geschrapt. 5.2 Vrijwillige ouderbijdrage Aan alle ouders van de leerlingen op het Roelof van Echten College wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd waarmee de school de kosten bestrijdt die niet worden vergoed door de inkomsten van het Ministerie van OC&W. De bijdrage is geheel vrijwillig en het niet betalen van de bijdrage heeft geen gevolgen voor het volgen van onderwijs of het niet deelnemen aan activiteiten. Activiteiten waaraan leerlingen deel kunnen nemen (verplicht of facultatief) of diensten en producten die afgenomen kunnen worden, worden aan de ouders separaat in rekening gebracht (kluisjes, excursies e.d.). De school bestrijdt ondermeer de volgende kosten uit de vrijwillige ouderbijdrage: • materiaal dagopeningen • culturele vorming • leerlingactiviteiten (schoolkrant, leerlingenraad) • vieringen • informatiebulletin voor ouders • ongevallenverzekering • diplomeringen • aanvullende kopieerkosten • internationalisering • organisatie ouderavonden • proefwerkpapier
gebruikt en de vrijwilligheid wordt benadrukt. Ook wordt vermeld dat het niet voldoen van de bijdrage geen gevolgen heeft voor het volgen van onderwijs aan het Roelof van College. De school zal voor maximaal 2 kinderen uit één gezin een bijdrage vragen. OVERIGE SCHOOLKOSTEN Naast de kosten voor boeken en de vrijwillige ouderbijdrage moet er door de ouders / verzorgers rekening worden gehouden met extra kosten voor activiteiten en/of materialen die per leerjaar en opleiding verschillen. Op de website staat een overzicht per sector van de kosten. Alle bedragen zijn berekend op grond van geprognosticeerde prijzen. Bedragen kunnen afwijken i.v.m. tussentijdse prijsverhogingen en/of aantal leerlingen dat deelneemt aan een activiteit. 5.3. Onderwijsnummer Alle leerlingen die door de overheid bekostigd onderwijs volgen, hebben een persoonsgebonden nummer. Hiervoor wordt het sofi-nummer gebruikt. Dat nummer houden de leerlingen gedurende hun hele loopbaan in het onderwijs, van basisschool tot en met wetenschappelijk onderwijs. Ouders hebben via de belastingdienst een brief ontvangen met daarin het sofi-nummer. In de Wet op het Onderwijsnummer is de nadruk gelegd op de bescherming van persoonsgegevens. De Informatie Beheer Groep beheert de leerlinggegevens in een speciaal daarvoor ontwikkeld Basisregister Onderwijsnummer. De school ontvangt voor de eigen leerlingen een kopie van dit basisregister. Ouders hebben recht op inzage in de gegevens van hun kind (eren). Ouders hebben de plicht om het sofinummer aan te leveren bij de aanmelding of als de school erom vraagt. Voor verdere informatie kunt u terecht op de internetsite www.onderwijsnummer.nl.
• gastlessen / sprekers Alle ouders ontvangen in de maand oktober een brief met het verzoek de vrijwillige ouderbijdrage te betalen. In de brief wordt aangegeven waar de school de bijdrage voor
PAGINA 10
5.4. Verzekeringen De school heeft een verzekeringspakket afgesloten bestaande uit een ongevallenverzekering en een
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8 7N—T T2I 0T 0 E9 8 L
aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voorzover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schade claims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Om misverstanden te voorkomen wijzen we op het volgende: Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Dat is echter een misverstand. De school heeft pas schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort geschoten zijn in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
5.5. Boekenzaken Het Roelof van Echten College kent voor de meeste opleidingen geen boekenfonds. Het Roelof van Echten College heeft een contract afgesloten met Van Dijk Studieboeken uit Kampen. Ouders doen rechtstreeks zaken met Van Dijk. Aan het eind van ieder schooljaar krijgen de ouders bericht via de school van Van Dijk over de boekenlijsten voor het volgend schooljaar. U kunt via de website www.vandijk.nl zelf de bestelling plaatsen en volgen. Ook kunt u de lijst per boek aanpassen. Voor de ouders van leerlingen in het Praktijkonderwijs en de speciale LWOO-afdeling geldt dat er nog een beperkte boekenfonds is. Meer informatie hierover vindt u bij de betreffende locatie-informatie. 5.6 Gratis schoolboeken Het kabinet verlaagt de schoolkosten voor uw kind(eren). Voor het schooljaar 2008-2009 krijgt u als ouder of verzorger geld voor schoolboeken: 316 euro. U krijgt dat bedrag per schoolgaand kind in het voortgezet onderwijs, als dat kind op 1 oktober 2008 jonger dan 18 is. Voor één kind ontvangt u dus 316 euro, voor twee kinderen 632 euro, enzovoort. Vanaf het schooljaar 2009-2010 regelt de school alles. U krijgt dan geen geld meer, omdat de school de boeken gratis aan uw kinderen geeft. Wat valt er onder ‘gratis schoolboeken’? De volgende lesmaterialen worden onder andere gratis vanaf schooljaar 2009-2010: • leerboeken; • werkboeken; • projectboeken en tabellenboeken; • examentrainingen en examenbundels; • eigen leermateriaal van de school; • de licentiekosten van digitaal lesmateriaal; • cd's en dvd’s met lesmateriaal. Lesmaterialen en ondersteunende materialen die meer kinderen binnen een gezin kunnen gebruiken of die niet specifiek voor één leerjaar bedoeld zijn, worden niet gratis. Denk hierbij aan een atlas, een woordenboek of een rekenmachine.
PAGINA 11
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9 Wat verandert er voor u komend schooljaar? Voor het schooljaar 2008-2009 koopt u zelf nog de schoolboeken via Van Dijk Studieboeken. Nieuw is dat u daarvoor in december 2008 een bijdrage van 316 euro per kind terugkrijgt. Dat is het gemiddelde bedrag dat een scholier in het voortgezet onderwijs betaalt voor schoolboeken. Het kan dus zijn dat u meer dan 316 euro moet betalen om alle schoolboeken te kopen of te huren. Of juist minder, waardoor u geld overhoudt. Wanneer heeft u als ouder recht op 316 euro? U heeft als ouder/verzorger recht op de bijdrage van 316 euro per kind: • als uw kind op een school in het voortgezet onderwijs zit; • als uw kind op 1 oktober nog geen 18 jaar is. Wanneer krijgt uw zoon of dochter zélf de 316 euro? Uw zoon of dochter ontvangt zelf de bijdrage van 316 euro: • als hij/zij op een school in het voortgezet onderwijs zit; • én als hij/zij op 1 oktober 2008 18 jaar of ouder is. U hoeft niets te doen U ontvangt automatisch het bedrag van 316 euro in december 2008. Als uw kind op 1 oktober 2008 nog geen 18 jaar is, betaalt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) dat bedrag aan u. Als uw kind op 1 oktober 18 jaar of ouder is, betaalt de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) het bedrag van 316 euro rechtstreeks aan uw kind. U ontvangt het bedrag op de rekening waarop u ook de kinderbijslag ontvangt. Uw zoon of dochter ontvangt het bedrag op de rekening waarop hij/zij ook een ‘tegemoetkoming scholieren’ van de IB-Groep krijgt.
PAGINA 12
Krijgt u al een bijdrage voor schoolkosten? Ouders die in 2006 een inkomen hadden van ongeveer 33.000 euro of lager, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage via de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS). Die bijdrage kent u misschien beter als de ‘tegemoetkoming ouders’. Als u in het schooljaar 2008-2009 de tegemoetkoming ouders ontvangt, krijgt u in juli/augustus 2008 in één keer de tegemoetkoming uitgekeerd. Die tegemoetkoming ouders is lager dan voorgaande jaren, omdat u in december 2008 nog het bedrag van 316 euro voor schoolboeken ontvangt. Dit bedrag betaalt de Sociale Verzekeringsbank aan u. Wilt u meer weten over de tegemoetkoming ouders óf wilt u hiervoor een aanvraag indienen? Kijk dan op www.ib-groep.nl Wat kunt u het schooljaar 2009-2010 verwachten? In het schooljaar 2009-2010 hoeft u geen schoolboeken meer te huren of te kopen. De school zorgt voor gratis schoolboeken. De hoogte van de tegemoetkoming ouders (via de WTOS) wordt verlaagd met de prijs van een gemiddeld schoolboekenpakket. Meer informatie Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u terecht bij: • Postbus 51: via telefoonnummer 0800-8051 of via www.postbus51.nl, onder het thema ‘Onderwijs en Cultuur’. Voor al uw vragen over het onderwerp ‘gratis schoolboeken’. • IB-Groep: via www.ib-groep.nl, voor al uw vragen over de ‘tegemoetkoming ouders’ (WTOS). • OCW: via www.gratisschoolboeken.nl, voor meer (achtergrond)informatie over het onderwerp gratis schoolboeken.
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
6.
KLACHTENREGELING
6.1. Klachtencommissie Het Roelof van Echten College wil graag klachten zoveel mogelijk voorkomen. Mocht zich echter een klacht voordoen dan moet deze op een effectieve manier worden opgelost. Er bestaat een klachtenregeling waarin de procedure wordt beschreven. De procedure gaat er vanuit dat klachten in de regel binnen de school opgelost moeten kunnen worden. Als het een klacht over een persoon betreft, wordt de klacht eerst besproken met de betreffende persoon. Krijgt u onvoldoende gehoor of helpt het niet, dan kunt u de mentor of de sectordirectie benaderen. Mocht u over de afhandeling van de klacht door de sectordirectie niet tevreden zijn dan kunt u in beroep gaan bij de algemeen directeur. Mocht u bezwaar blijven hebben tegen de wijze waarop de school uw klacht heeft afgehandeld dan kunt u zich wenden tot de landelijke klachtencommissie waarbij onze school is aangesloten. Naam en adres staan in de klachtenregeling die op school verkrijgbaar is of via de website van de school te downloaden is.
verwijst de externe vertrouwenspersoon de klager naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg, als dat noodzakelijk mocht zijn. Als de externe vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen en geen concrete klachten bereiken, kan hij/zij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag. Uiteraard neemt de externe vertrouwenspersoon bij de werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht en is verplicht tot geheimhouding in alle zaken die hij/zij in die hoedanigheid verneemt. De externe vertrouwenspersoon die aangesteld is door het bestuur van het Roelof van Echten College is: MEVROUW DRS.
W. VERDEGAAL telefoon 06-47002748
6.3. Vertrouwensinspecteurs Heeft de school, het schoolbestuur of de klachtencommissie geen afdoende antwoord op uw vragen, dan kunt u zich wenden tot de inspectie van het onderwijs. De inspectie houdt namens de minister - toezicht op de scholen en is Klachten ten aanzien van ongewenste intimiteiten goed op de hoogte van de gang van za-ken. Bij kunnen zodanig zijn dat een klager bezwaarlijk de de onderwijsinspectie werken hierboven genoemde procedure kan volgen. Dan vertrouwensinspecteurs bij wie u terecht kunt voor het melden van klachten over kunt u met klachten over ongewenste gebeurtenissen in het onderwijs op het gebied intimiteiten, seksisme of seksuele intimidatie terecht bij de interne vertrouwenspersoon van de van: • seksuele intimidatie en seksueel misbruik sector. De huidige vertrouwenspersonen zijn te vinden bij de informatie van de betreffende sectoren. 6.2. Externe vertrouwenspersoon De school kent ook een externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon fungeert als aanspreekpunt bij klachten. De externe vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt en gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Daarnaast begeleidt de vertrouwenspersoon de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Ook
• lichamelijk geweld • grove pesterijen • geweld, extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering De vertrouwensinspecteurs zijn tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900 –1113111 (lokaal tarief). Een vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen. De inspecteur helpt bij het zoeken naar oplossingen, bij het vinden van de juiste weg of bij het doen van aangifte.
PAGINA 13
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
7.
RECHTEN
EN PLICHTEN
7.1 Persoonsregistratie van de leerlingen Uiteraard is het nodig om bepaalde gegevens van en over leerlingen te registreren en systematisch te bewaren. Zowel voor wat betreft de registratie, als het verstrekken van de leerlinggegevens worden de voorschriften, zoals die zijn vastgelegd in de Wet Persoonregistraties en in de Wet Bescherming Persoonsgegevens, opgevolgd.
vakantie. Met name wanneer hun ouders van wege hun werk per se niet weg kunnen in de schoolvakantie. Hiervoor zijn nadere richtlijnen opgenomen in de leerplichtwet. Ook voor extra vakantie moeten ouders toestemming vragen aan de schoolleiding. Tenslotte krijgt een leerling vrij wanneer hij ziek is. Bij ziekte moeten de ouders onmiddellijk de school waarschuwen.
Wanneer leerlingen spijbelen (= ongeoorloofd schoolverzuim) moeten ouders en school • systematisch opgeslagen leerlinggegevens optreden. Daarom is het ook belangrijk dat beschermd zijn tegen ongevoegde ouders regelmatig contact met de school hebben, inzage; om te weten te komen of hun kind zonder • ouders en voogden, op hun verzoek en na problemen naar school gaat. Het Roelof van legitimatie, binnen een maand recht op Echten College kent een verzuimprotocol, waarin inzage hebben in de geregistreerde staat welke actie de school onderneemt bij informatie. Deze informatie kan op hun ongeoorloofd verzuim of niet gemeld verzuim. Dit verzoek – bij gebleken onjuistheid – verzuimprotocol ligt ter inzage op de worden aangevuld, verbeterd, en/of administraties van de verschillende locaties. In verwijderd; ernstige gevallen van ongeoorloofd verzuim kan de leerplichtambtenaar worden ingeschakeld. • alleen relevante leerlinggegevens op Deze werkt bij de afdeling onderwijs van de verzoek aan andere instanties (onderwijsinspectie, leerplichtambtenaar, gemeente. De leerplichtambtenaar helpt mee etc.) worden verstrekt, voor zover niet in naar het zoeken van oplossingen om strijd met de Wet Persoonsregistraties en spijbelgedrag tegen te gaan, verwijst door naar hulpinstanties en gaat in gesprek met de leerling, de Wet Bescherming Persoonsgegevens. zijn ouders en de school. Ook kan de leerplichtambtenaar in bepaalde gevallen proces7.2 Leerplicht Leerplicht betekent dat jongeren verplicht zijn om verbaal opmaken en boetes geven. De school moet ook aan de leerplichtambtenaar naar school te gaan. In de Leerplichtwet staat toestemming vragen om een leerling langere tijd uitgelegd wat ouders, jongeren en de school vrij te geven buiten de schoolvakanties om. Bij moeten doen om ervoor te zorgen dat jongeren dit alles staat het belang van de leerling, om een naar school blijven gaan. De leerplicht duurt tot goede schoolopleiding af te maken, voorop. het einde van het schooljaar waarin jongeren zestien worden. Ouders moeten hun dochter of zoon inschrijven op een school. Verder moeten 7.3 Informatie en inzage Ouders krijgen enkele malen per schooljaar ouders ervoor zorgen dan hun kind naar school informatie over de resultaten van hun kind(eren), gaat. Maar ook de leerlingen zelf worden erop aangesproken wanneer ze niet naar school gaan. door middel van een rapport en een Zo kunnen zowel ouders als leerlingen een boete daaropvolgende spreekmiddag/- avond. Dit houdt onder andere in, dat:
krijgen vanwege langdurig spijbelen.
Leerlingen en / of hun ouders hebben recht op inzage in:
In bepaalde gevallen kunnen leerlingen vrij krijgen buiten de normale schoolvakanties om. Bijvoorbeeld bij een huwelijk of sterfgeval in de familie. Ook voor sommige religieuze feesten mogen leerlingen thuis blijven. Natuurlijk moeten de ouders hiervoor overleggen met de schoolleiding. Daarnaast kan een leerling in bepaalde gevallen extra vrij krijgen voor
•
het schoolplan
•
de statuten van de Stichting Roelof van
PAGINA 14
Echten
•
de statuten van de Medezeggenschapsraad
•
het leerlingenstatuut
•
het klachtenreglement
•
het zorgplan
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
•
de kwaliteitskaart
Om deze stukken in te zien, kunnen ouders een afspraak maken met de schooladministratie.
van een familielid t/m de vierde graad, ernstige ziekte van ouders en/of bloedverwanten t/m de vierde graad, bevalling van moeder of verzorgster, overlijden van bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad, het 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubileum en het 12½ -, 25-, 40-, 50- en 60jarig huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten voor de duur van één dag, en andere calamiteiten ter beoordeling van het bevoegd gezag.
7.4 Foto en video Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten. Formeel horen ouders / verzorgers hier toestemming voor te geven. Hiermee verzoeken wij de ouders/verzorgers die bezwaar hebben tegen dergelijke foto's en/of video-opnames om dit te melden bij de schoolleiding van de sector. In Geen gronden voor toekenning zijn: voorkomende gevallen zullen van de • familiebezoek in het buitenland; desbetreffende leerling(en) dan geen opnames • vakantie in een goedkopere periode of in plaatsvinden. verband met een speciale aanbieding 7.5. Aanvraag buitengewoon verlof Bij het toekennen van buitengewoon verlof (vrijstelling van schoolbezoek) is de schoolleiding gehouden de leerplichtwet uit te voeren. De schoolleiding kan maximaal 10 dagen per cursusjaar extra verlof toekennen. Gronden voor toekenning van buitengewoon verlof kunnen zijn: religieuze verplichtingen; vakantieverlof (bij hoge uitzondering) als het beroep van één van de ouders het onmogelijk maakt dat vakantie wordt opgenomen in één van de schoolvakanties;
•
vakantie onder schooltijd bij gebrek aan boekingsmogelijkheden
•
eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte
•
verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn
Verzoeken voor buitengewoon verlof dienen in principe tenminste 6 weken van tevoren worden ingediend bij de schoolleiding. Vanzelfsprekend geldt dit niet bij ziekte, bevalling en overlijden.
andere gewichtige omstandigheden (voldoen aan een wettelijke verplichting, verhuizing, huwelijk
PAGINA 15
SCHOOLGIDS 2008—2009
8.
VAKANTIEOVERZICHT
SCHOOLJAAR
2008/2009
Vakantieoverzicht schooljaar 2008-2009 Vakantie
Eerste dag
Laatste dag
Herfstvakantie
20-10-2008
24-10-2008
Kerstvakantie
22-12-2008
2-1-2009
Voorjaarsvakantie
16-2-2009
20-2-2009
Paasvakantie
10-4-2009
13-4-2009
Meivakantie
27-4-2009
5-5-2009
Hemelvaart
21-5-2009
22-5-2009
Pinksteren
1-6-2009
1-6-2009
Zomervakantie
6-7-2009
21-8-2009
PAGINA 16
SCHOOLGIDS 2008-2009
PAGINA 17
SCHOOLGIDS 2008— 2009
SECTOR HAVO/VWO 1. ONDERWIJS 1.1
EN
VORMING
Wat is het havo en vwo?
passen bij de belangstellingssfeer van de leerling. Waar leerlingen vastlopen, bieden we extra begeleiding en zorg aan. We steken daarom in op een sterk mentoraat en voor meer specifieke begeleiding hebben we binnen de school speciaal opgeleide personeelsleden aangesteld.
Binnen de sector havo/vwo worden – zoals de afkortingen al zeggen - twee soorten onderwijs aangeboden: hoger algemeen voortgezet onderwijs Tegelijk vinden we het belangrijk dat leerlingen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. zich verder ontwikkelen tot zelfstandige en Het havo is een vijfjarige opleiding. Het havo zelfredzame individuen die hebben geleerd om bereidt leerlingen voor op het hoger Lestijden beroepsonderwijs (hbo). Met een overgangsbewijs dat de eerste drie jaar goed 1 08.30u – 09.20u zijn doorlopen, kan een leerling ook 2 09.20u – 10.10u doorstromen naar een vakopleiding of een Pauze 10.10u – 10.30u middenkaderopleiding in het mbo. Met een havo-diploma kunnen leerlingen – onder 3 10.30u – 11.20u bepaalde voorwaarden - ook instromen in het 4 11.20u – 12.10u vijfde leerjaar van het vwo. Het vwo is een zesjarige opleiding en bereidt leerlingen voor op een universitaire studie. Het is ook mogelijk om na het vwo een hboopleiding te gaan volgen. Binnen het vwo onderscheiden we Atheneum en Gymnasium. Het Gymnasium biedt naast de vakken die op het Atheneum worden aangeboden ook de klassieke talen Grieks, Latijn en Klassieke Culturele Vorming (KCV) aan. Van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs in Nederland volgt ongeveer 40% onderwijs op het havo of het vwo. 1.2 Sectorvisie op goed onderwijs: betrokkenheid en verantwoordelijkheid
Pauze
12.10u – 12.35u
5
12.35u – 13.25u
6
13.25u – 14.15u
Pauze
14.15u – 14.30u
7
14.30u – 15.20u
8
15.20u – 16.10u
verantwoordelijkheid te dragen. Hoe hoger het leerjaar, hoe zelfstandiger de leerling moet kunnen functioneren binnen zijn of haar leerproces. 1.3 1.4
Lesrooster en lestijden De onderbouw
INRICHTING VAN DE ONDERBOUW: REGELGEVING EN Het Roelof van Echten College heeft vanuit haar christelijke identiteit een schoolbrede missie en visie op het onderwijs beschreven die elders (op de website of in het algemene gedeelte van de schoolgids) te raadplegen zijn. Binnen onze sector vertalen wij deze uitgangspunten naar twee kernbegrippen voor goed onderwijs: betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Binnen ons onderwijs streven we ernaar de betrokkenheid van leerlingen bij het leerproces zo groot mogelijk te laten zijn. We doen dat door het onderwijs zo goed mogelijk op de leerling af te stemmen. We bieden keuzemogelijkheden aan die
PAGINA 18
EIGEN KEUZES
Met ingang van 1 augustus 2006 gelden er nieuwe wettelijke voorschriften voor de inrichting van de onderbouw. In globaal geformuleerde kerndoelen wordt beschreven welke onderwerpen en vaardigheden aan bod moeten komen in het onderwijsprogramma. Daarnaast is er ruimte om het onderwijs in te richten op basis van schooleigen keuzes. Op basis van onze onderwijskundige doelstellingen is in het eerste leerjaar tijd ingeroosterd voor leerlingbegeleiding. Wekelijks krijgen de leerlingen
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
begeleiding van hun mentor. Daarbij kan aandacht worden besteed aan studievaardigheden of wordt met (groepen) leerlingen hun studievoortgang besproken.
ingrijpend. Bij die overstap worden ze daarom intensief begeleid. Aan het begin van het schooljaar is er voor 1e klassers de introductieweek. Doelstelling van de introductieweek is om leerlingen kennis te laten Daarnaast is in het onderwijsaanbod tijd maken met hun klasgenoten, hun mentor, de vrijgemaakt voor keuzemogelijkheden voor nieuwe vorm van onderwijs en met het leerlingen. In de eerste twee leerjaren krijgt dat schoolgebouw. Gedurende het hele schooljaar vorm als “pluspakketten”. Het onderwijsaanbod in e de bovenvouw is er op gericht om leerlingen zoveel worden 1 klassers begeleid en gevolgd door hun mentor. Eén keer per week wordt tijdens studieles mogelijk keuzes te bieden. expliciet aandacht besteed aan Aan het eind van de 1e klas kiezen de leerlingen studievaardigheden. Ook worden alle leerlingen in voor één van deze thema’s. Zij krijgen daarin de 1e klas gescreend op taalkundige problemen en gedurende het tweede leerjaar extra lessen motorische vaardigheden. aangeboden. In de derde klas staat gedurende de eerste helft van het schooljaar de begeleiding van de keuze centraal. Leerlingen krijgen extra onderwijs in thema’s die gerelateerd zijn aan het soort profiel dat ze in de bovenbouw kiezen. In de tweede helft van het schooljaar wordt extra aandacht besteed aan vaardigheden die in de bovenbouw nodig zijn.
DETERMINATIE NAAR DE TWEEDE KLAS: MAVO, HAVO, ATHENEUM OF GYMNASIUM? Aan het eind van het schooljaar wordt aan de hand van een bindend advies bepaald naar welke onderwijssoort de leerling het beste kan worden doorverwezen. Bij leerlingen uit de mavo/havobrugklassen wordt het overgangscijfer op zowel mavo- als havo-niveau berekend. Vervolgens wordt PLAATSING IN DE 1E KLAS bekeken of de leerling bevorderd kan worden naar In de 1e klas wordt er onderwijs op twee niveaus het tweede leerjaar van het mavo of van het havo. gegeven: mavo/havo en havo/vwo. Leerlingen Leerlingen uit de havo/vwo-brugklassen krijgen worden in de brugklas in principe geplaatst op voor hun vakken een jaarcijfer op havo-niveau. Op basis van twee gegevens: het advies van de basis van het cijfergemiddelde voor alle vakken èn basisschool én het advies op basis van de Compazde adviezen van vakdocenten wordt bekeken of de test of een vergelijkbare test. leerling bevorderd kan worden naar het atheneum Voor plaatsing in de mavo/havo-brugklas, moet bij of gymnasium. Na de derde cijferrapportage – de adviezen tenminste één keer twijfel aan havodoorgaans in april - krijgen de leerlingen reeds niveau worden genoemd. Voor plaatsing in de een voorlopig advies, gebaseerd op het havo/vwo-brugklas moet tenminste één advies op cijfergemiddelde tot dan toe en de adviezen van havo-niveau liggen en één advies op tenminste vakdocenten. twijfel havo. Wanneer het advies van de basisschool en het op de Compaz-test gebaseerde HET TWEEDE LEERJAAR: MAVO, HAVO, ATHENEUM OF advies sterk uiteenlopen, treedt de school in GYMNASIUM overleg met de basisschool. Vanaf het tweede leerjaar volgt de leerling Leerlingen, die in de brugklas mavo/havo instromen, krijgen ook te maken met de inrichting van het VMBO, Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Meer informatie hierover kan men vinden in de schoolgids van de sector vmbo. INTRODUCTIE EN BEGELEIDING De overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs beleven leerlingen vaak als
onderwijs in het mavo / havo of vwo. Het mavo kent 4 leerjaren, het havo vijf leerjaren, het vwo zes. Binnen het vwo onderscheiden we atheneum en gymnasium. Het gymnasium kent behalve de vakken die in het atheneum worden aangeboden ook onderwijs in de klassieke talen Grieks en Latijn. Grieks wordt pas aangeboden vanaf het derde leerjaar.
PAGINA 19
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
HET DERDE LEERJAAR: KEUZE- EN SCHAKELJAAR In het derde leerjaar moet de leerling gaan kiezen welk profiel en welke vakken hij in de bovenbouw havo of vwo wil gaan volgen. De leerling wordt daarbij begeleid door zijn mentor en de decaan. Tijdens speciale lessen krijgen de leerlingen meer informatie over de bovenbouw en vervolgopleidingen. Ook worden ouders uitgenodigd voor een informatieavond speciaal over dit thema. Deze avond wordt in oktober/ november georganiseerd. Halverwege het schooljaar (januari/februari) moeten de leerlingen een voorlopige keuze inleveren, en geven vakdocenten adviezen op basis waarvan de leerling kan bepalen of het verstandig is om een bepaald profiel of een bepaald vak te kiezen. In april bepaalt de leerling definitief wat hij kiest.
Lessentabel onderbouw cursus 2008-2009 1M
1
2M
2H
2A
2G
3M
3H
3A
3G
Gds
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Ne
4
4
4
3
3
3
3
3
3
2
Fr
3
3
2
3
3
2
3
3
3
2
2
3
3
3
3
3
3
2
3
3
3
2
3
3
3
2
Du En
3
3
Gri
4
Lat
4
GS
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
AK
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
1
1
1
Ec Wi
2 4
4
Nat
CIJFERRAPPORTAGE EN BEVORDERING Vier keer per jaar krijgen de leerlingen een cijferrapportage mee naar huis. Deze rapportage bevat de voortschrijdende gemiddelden van de tot dan toe behaalde cijfers per vak. De vierde cijferrapportage bevat de definitieve jaargemiddelden en is ook het overgangsrapport. Om te bepalen of een leerling bevorderd kan worden naar het volgende leerjaar, zijn de bevorderingsnormen voor de onderbouw van toepassing. Deze zijn te raadplegen op de website of zijn op te vragen bij de adjunctsectordirecteur van de betreffende afdeling.
3
4
3
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
3
2
3
2
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
2
2
2
1
1
1
33
33
34
SK Bio
2
2
2
2
2
2
2
Verz Tech
2
2
Mu
1
1
Te
1
HV
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
2
1
LO
4
4
2
2
2
Stu
1
1
1
2
Beeldv.
2
Inf
plus
2
2 1
1 1
Men
PERIODISERING Tot. Vakken waarvoor in de onderbouw een wekelijkse contacttijd van één lesuur zou gelden, zijn geperiodiseerd. Ze komen dus niet in elke roosterperiode voor. Dit betreft de vakken: muziek, • tekenen, handvaardigheid, economie en godsdienst.
1.5 De bovenbouw: Tweede Fase De Tweede Fase Regelgeving voor het onderwijs in de bovenbouw • van het havo en vwo bepaalt dat het onderwijsaanbod georganiseerd wordt aan de hand van de volgende indeling:
•
een gemeenschappelijk deel: vakken die alle
PAGINA 20
32
32
32
32
32
32
32
leerlingen volgen; een profiel: bij elkaar horende vakken met beperkte keuzemogelijkheden. Een profiel garandeert dat de leerling aansluiting heeft op bepaalde vervolgopleidingen. Er zijn vier profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid, Natuur en Techniek. een vrij deel: de ruimte voor een leerling om een vak naar eigen voorkeur te kiezen. Het vak godsdienst is binnen het vrije deel verplicht voor alle leerlingen.
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
BEGELEIDING EN KEUZEMOGELIJKHEDEN VOOR DE Lessentabel bovenbouw
LEERLING
Naast deze structuur wordt er in het onderwijsaanbod ook aandacht besteed aan leerlingbegeleiding: elke leerling heeft een mentor die hem begeleidt en aanspreekpunt voor hem is. Daarnaast kunnen leerlingen kiezen voor extra begeleiding door vakdocenten in vakken waar ze moeite mee hebben: de keuzewerktijd. Binnen het onderwijsaanbod wordt er ook naar gestreefd het aanbod aan keuzemogelijkheden zo groot mogelijk te houden. Leerlingen kunnen binnen hun profiel en in hun vrije deel kiezen uit een groot aantal mogelijkheden. Wel geldt voor een aantal te kiezen vakken een minimum groepsgrootte van 16 leerlingen.
VAK
4H
4V
5H
5V
GD
1
1
0,75
1,5
1,25
0,75
1,5
1,5
0,75
4,5
3,5
3
MAAT/ MA1 NETL/ NE
3
3
LA
3,5
3
3
GR
3,5
3
3
1,25
1,5
2,25
3
2,625
3,375 3,375
KCV FATL/ FA2
4,25
2,25
DUTL/ DU2
4,25
2,25
3
2,625
ENTL/ EN
3,25
2,25
3,75
2,25
3
GES/GS/GS2
2,75
2,75
3
3
3
AK
2,75
2,75
2,25
2,25
3
3
3,5
1,5
2,25
3
4,125
4,125
4,125
4,5
3,75
4,5
1,5
1,5
2,25
2,25
3
3
2,25
1,5
3
2,25
3
0,75
1,5
WISA/ WA1 WA12 WISB/ WB1
STUDIELASTUREN Bij het inrichten van het onderwijsprogramma wordt uitgegaan van ‘studielasturen’, afgekort als slu. De hoeveelheid tijd die een bovenbouwleerling jaarlijks aan schoolwerk moet besteden is daarbij gesteld op 1600 klokuren. Voor de bovenbouw van het havo geldt dus een totale studielast van 3200 slu en voor de bovenbouw van het vwo 4800 slu. Binnen de studielast is de lestijd inbegrepen.
CIJFERRAPPORTAGE EN BEVORDERING/DIPLOMERING Vier keer per jaar krijgen de leerlingen een cijferrapportage mee naar huis. Twee keer per jaar is er een docentenspreekuur en een ouderspreekavond.
3,5
4
WB12/ WB2 WISC NAT/NA1
3,25 3,5
3,25
NA2 SCHK/ SK/ SK1
2,75
3,25
SK2 BIOL/ BI/BI1
3,5
2,25
3,75
BI2 ANW ECON / EC1
EXAMENJAREN EN PTA Vanaf het vierde leerjaar starten de schoolexamens. Deze zijn gedeeltelijk geconcentreerd in toetsperiodes. Voor het overige deel zijn ze verspreid over het gehele schooljaar. In het laatste examenjaar vindt ook het Centraal Examen plaats. Het Centraal Examen weegt even zwaar als het Schoolexamen. De wijze waarop het schoolexamen georganiseerd en gepland is, staat beschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting (afgekort als PTA), dat wettelijk ieder cursusjaar uiterlijk 1 oktober bekend moet zijn. De PTA’s zijn te downloaden via de website. In het Schoolexamenreglement zijn de bevorderingsnormen voor de voorexamenjaren opgenomen.
6V
0,5 3,25
2,75
EC12 M&O
1,5
3 1,5
4,5
1,5
0,75
3
1,5
2,25
5,25
3,75
4,5
3
3
3
1,5
3
MU
2,5
2,25
3
1,5
3,75
TE
2,5
2,25
3
1,5
3,75
HA
2,5
2,25
3
1,5
3,75
1,25
1,25
0,375
0,75
0,75
1,5
CKV / CKV1 CKV2 LO BSM/ LO2
2
2
1
2
0,75
2,75
2,75
2,25
1,5
1,5
FI
2,5
2,5
3,75
3
3
IN
3,25
2,25
2,25
0,75
2,25
1
1
Men
PERIODISERING Om de studeerbaarheid van de Tweede Fase te vergroten, wordt op onze school het lesrooster geperiodiseerd. Met name vakken met een kleinere studielast worden geconcentreerd aangeboden in een beperkt aantal roosterperioden. Periodisering kan per vak en per leerling iets verschillen.
PAGINA 21
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
ONGEDEELD VWO In de bovenbouw bestaan er op onze school geen aparte atheneum- en gymnasiumklassen meer naast elkaar. Leerlingen worden op basis van de door hun gekozen vakken gegroepeerd. Dit wordt ‘ongedeeld vwo’ genoemd.
twee excursies de kosten in rekening bij de ouders. Het totaalbedrag aan excursies mag per leerjaar het bedrag van €37,50 niet te boven gaan (reiskosten en entrees).
WERKWEKEN EN ARBEIDSSTAGE Voor de leerlingen in 4H en 5V wordt jaarlijks een werkweek georganiseerd, doorgaans in de week na 1.6 Op- en afstroom Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om de meivakantie. Centraal staat de verdieping van naar een andere opleidingssoort over te stappen. op school behandelde lesstof en de opgedane Leerlingen kunnen bijvoorbeeld na het behalen van kennis. Afgelopen cursus waren de aangeboden een vmbo-tl of mavodiploma instromen in het bestemmingen Barcelona, York, Parijs, Taizé, vierde leerjaar van het havo. Leerlingen met een Londen, Rome, en Oostenrijk (survival). De diploma havo kunnen bijvoorbeeld instromen in het totaalprijs bedraagt maximaal € 350 voor een 5e leerjaar van het vwo. Ook voor de onderbouw buitenlandse bestemming (Rome mag dit bedrag zijn er mogelijkheden gecreëerd om leerlingen te overschrijden) en € 150 voor een binnenlandse laten overstappen. Overstap van vwo naar havo of reis. De limiet wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld van havo naar vmbo-tl of mavo komt soms ook i.v.m. de inflatiecorrectie en verdere voor als gaandeweg blijkt dat gaandeweg het type kostenontwikkelingen in de reisbranche. Leerlingen onderwijs toch niet goed bij de leerling past. De kunnen ook kiezen voor een maatschappelijke mogelijkheden voor (tussentijdse) overstap zijn stage. Deze is vrijwel kosteloos. Leerlingen die geregeld in het op- en afstroomschema. Een gedoubleerd hebben, kunnen opnieuw voor één exemplaar hiervan is op te vragen bij de adjunctvan de bestemmingen kiezen maar worden alleen sectordirecteur van de afdeling waarin de leerling geplaatst als er voldoende plaats is. Al vroeg in het onderwijs volgt. schooljaar wordt aan de leerlingen gevraagd om zich in te tekenen. Op basis van deze intekening VMBO HAVO/VWO wordt de organisatie van de werkweek in gang 6V gezet. De school schiet de kosten daarvan voor. Leerlingen die tussentijds de school verlaten of om 5havo 5V andere redenen (bijv. een blessure of ziekte) niet 4mavo 4havo 4V mee kunnen met de werkweek, blijven daarom betaalplichtig voor de door hen gekozen 3mavo 3havo 3ATH. 3G werkweekbestemming. Ouders kunnen daarvoor 2mavo 2havo 2ATH. 2G eventueel zelf een annuleringsverzekering 1 M/H 1 H/V afsluiten.
1.7
Bijzondere activiteiten
EXCURSIES Excursies leveren een belangrijke bijdrage aan de reguliere lessen. Voorafgaand aan de excursie zelf worden opdrachten verstrekt die becijferd kunnen worden en meetellen voor het jaarcijfer. Geruime tijd van tevoren worden de ouders / verzorgers schriftelijk door de organisatoren geïnformeerd over de reis, waarbij alle relevante gegevens vermeld worden. De school brengt voor maximaal
PAGINA 22
CULTURELE ACTIVITEITEN Binnen het onderwijsaanbod wordt getracht veel aandacht te besteden aan culturele activiteiten. Leerlingen in de leerjaren 1 t/m 3 krijgen minstens één schoolconcert en één toneelvoorstelling aangeboden. Brugklasleerlingen hebben daarnaast de jaarlijks terugkerende Scapinodag, waarin dans centraal staat, onder leiding van ervaren Scapinomedewerkers. Aan het eind van de Scapinodag verzorgen de leerlingen een optreden voor familie, vrienden en overige belangstellenden. De leerlingen van de derde klassen hebben de
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
jaarlijks terugkerende Kunstcarrouseldagen. Tijdens deze Kunstcarrousel, krijgen de leerlingen 2 tot 3 workshops, een muziektheatervoorstelling en een film aangeboden. Deze activiteiten zijn tevens een voorbereiding op het in de bovenbouw voor alle leerlingen gemeenschappelijke vak Cultureel Kunstzinnige Vorming en Klassieke Culturele Vorming. In februari wordt op een vrijdagavond de ‘Klassieke avond’ georganiseerd voor ouders, leerlingen en andere belangstellenden. Leerlingen en docenten treden daarbij op. INTERNATIONALISERING Anglia Anglia Examinations Syndicate is een organisatie die scholen wereldwijd de mogelijkheid biedt om leerlingen examen Engels te laten doen op maar liefst 8 verschillende niveaus. De sectie Engels binnen de sector havo/vwo is bij dit netwerk aangesloten. Leerlingen krijgen de mogelijkheid om aan het Anglia Examen deel te nemen. Dit examen en ook het te behalen certificaat wordt internationaal erkend. Afhankelijk van de prestatie krijgt de leerling een certificaat met de vermelding ‘distinction’, ‘credit’ of ‘pass’. Leerlingen die het hoogste niveau behalen, kunnen mede op basis van hun certificaat toegang krijgen tot een Engelse school of universiteit. Een Anglia Examen biedt ook de mogelijkheid tot een verblijf in Engeland - onder alle geslaagde deelnemers wordt jaarlijks een beurs verloot voor een week Summer School op het Chichester College te Ipswich (een prijs die opgevraagd kan worden als je 16 jaar bent). Verder biedt Chichester College Nederlandse deelnemers voordelige mogelijkheden tot een ‘gap year’, een jaar in Engeland wonen en studeren. Varel, Duitsland
volgende jaar. Het doel van de uitwisseling is het vergroten van de mondelinge taalvaardigheid in het Duits en Engels en het vergroten van de regionale beeldvorming. Tevens kan men kennismaken met de schoolcultuur op een Duits gymnasium. Onderdeel van het programma is het volgen van een aantal lessen op het Lothar Meijer Gymnasium. De uitwisseling duurt twee keer acht dagen. Ook worden excursies en andere activiteiten georganiseerd. Bratislava, Slowakije Afhankelijk van subsidiemogelijkheden bij het Europees Platform worden soms uitwisselingen georganiseerd met het Evangelical Lyceum in Bratislava, Slowakije. Net als bij de uitwisseling met Varel staat het programma in het teken van lessen volgen, excursies en culturele activiteiten. De eigen bijdrage in de kosten van de deelnemers bedraagt ongeveer €200,00. Het thema van de uitwisseling is ‘Culturele identiteit’ en vooral de kennismaking met een andere Europese cultuur en de Engelse taalvaardigheid staan centraal. JET-NET Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is een samenwerkingsverband tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Sinds 6 juni 2005 maakt het Roelof van Echten College deel uit van dit netwerk, en werkt in het bijzonder samen met de Nederlandse Aardolie Maatschappij te Assen. In Jet-Net werken bedrijven samen met havo- en vwo-scholen. Doel is het onderwijs in de exacte vakken aantrekkelijker te maken. Het landelijk coördinatiepunt Jet-Net is de initiator en coördinator die scholen en bedrijven één op één bij elkaar brengt. Samen ontwikkelen zij uitdagende activiteiten die aansluiten bij de bètavakken in het curriculum. Door samen met het voortgezet onderwijs te werken aan kwalitatief hoogwaardige onderwijsprojecten:
Al zo’n 25 jaar vinden er jaarlijks leerlingenuitwisselingen plaats met het Lothar Meyer Gymnasium uit Varel (Duitsland). Bij • voldoende deelname is het voor een aantal leerlingen uit 3e en 4e klassen mogelijk om hieraan • deel te nemen. In voorgaande schooljaren bezochten leerlingen uit de derde klas de leerlingen • in Varel en ontvingen wij de leerlingen het
verbetert Jet-Net het beeld dat jongeren van technologie hebben, wordt hun keuzegedrag in studieprofiel en vervolgstudie beïnvloed, bouwt Jet-Net mee aan een solide kenniseconomie in Nederland.
PAGINA 23
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
Jet-Net verbindt zich aan de doelstellingen van het Deltaplan Bèta Techniek door mee te werken aan verhoging van de doorstroom van havo/vwo scholieren naar het hoger bèta technisch onderwijs. DE GEZONDE SCHOOL Genotsmiddelen zijn niet uit de samenleving weg te denken. Het Roelof van Echten College is van mening dat bezit en/of gebruik van alcohol en/of drugs door leerlingen binnen de school niet acceptabel is. Daarvoor zijn eenduidige richtlijnen opgesteld. Tegelijk realiseert de school zich wel degelijk dat jongeren buiten het zicht van school en ouders in de leeftijdsfase van 12 tot 18 met genotsmiddelen experimenteren. Het is van groot belang dat jongeren hierbij zo begeleid worden, dat er zo min mogelijk sprake is van risicovol gedrag. Daarom is het Roelof van Echten College een samenwerkingsverband aangegaan met de stichting Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en neemt het deel aan het landelijke project ‘De Gezonde School en Genotsmiddelen’. De VNN ondersteunt het Roelof van Echten College bij: het vormgeven van lessenseries over roken,
•
alcohol en drugs; het informeren van ouders en het
•
organiseren van ouderavonden over dit thema; het bevorderen van deskundigheid bij docenten en zorgfunctionarissen binnen de school voor wat betreft het signaleren en begeleiden van leerlingen die op risicovolle wijze experimenteren met genotsmiddelen. 1.8
Mediatheek
In het nieuwe gedeelte van het gebouw aan de Julianastraat ligt heel centraal op de eerste verdieping de mediatheek. Voor bijna alle vakken kan men hier informatie vinden. Leerlingen van de sector HAVO/VWO kunnen hier boeken en andere materialen lenen. Alle materialen worden uitgeleend via het AURA-
PAGINA 24
uitleensysteem. Om de materialen te kunnen lenen moeten de leerlingen hun schoolpas bij zich hebben. De mediatheek is geopend van maandag t/m vrijdag van 08.30 – 16.00 uur. De mediathecaris van onze school is mevr.A.Wiggers-Everts. De mediathecaris verzorgt de opzet en het beheer van de schoolmediatheek. Ze werkt daarbij samen met een aantal docenten én ouders, die een zeer belangrijk aandeel in de mediatheekwerkzaamheden hebben. Wanneer u als ouder geïnteresseerd bent in het assisteren in de mediatheek, kunt u contact op nemen met de mediatheek (0528295271) of met mevr. A.Wiggers (0528-230738) In de mediatheek staan computers met internetaansluiting. Op alle computers is een tekstverwerkingsprogramma aanwezig en de digitale encyclopedie Encarta. Ook kunnen leerlingen de zogenaamde Krantenbank, Literom en Uittrekselbank raadplegen. De Krantenbank is een zoekmachine waarmee het digitale archief van de landelijke dagbladen kan worden doorzocht. Met de Literom en Uittrekselbank kunnen recensies en uittreksels van boeken worden geraadpleegd. Wanneer de leerling een tekst wil overnemen kan hij/zij gebruik maken van een printer, Ook is er een kleurenprinter in de mediatheek aanwezig (voor het printen wordt een bijdrage gevraagd). Voor het maken van kopieën kan men ook in de mediatheek terecht 1.9
Studie en sport
Sterk in studie en sport Het Roelof van Echten College is een sportieve school. De school (sector havo/vwo) is in 2004 genomineerd als “Sportiefste school van Nederland”. Dat de school sport en bewegen belangrijk vindt, blijkt wel uit de vele en verschillende activiteiten waaraan de leerlingen kunnen deelnemen. Certificaat Sportactieve school en Topsport Steunpuntschool
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
De school organiseert diverse activiteiten en toernooien voor de verschillende jaarlagen. Er is contact met de gemeente en sportverenigingen om sport en bewegen breed neer te zetten. In 2004 heeft onze school daarom ook als eerste school in Noord-Nederland het certificaat “Sportactieve school” gekregen. In 2003 is het Roelof van Echten College, sector havo/vwo eveneens tot “Topsport Steunpunt School” uitgeroepen. De school heeft hierover een convenant getekend met het Topsport Steunpunt Noord (TSN). TSN valt onder het NOC/ NSF. Voor meer informatie: www.noordsport.nl.
school deel aan twee nationale toernooien:
•
en volleybal. De finales vinden elk jaar plaats in het Olympisch Stadion in Amsterdam
•
Dit betekent dat de school zich heeft uitgesproken topsportvriendelijk te zijn en zich wil inzetten om sporttalenten mogelijkheden te bieden om sport en studie optimaal te combineren. De sector havo/vwo kan en wil (afhankelijk van de categorie waartoe het talent behoort) talenten daarvoor de volgende faciliteiten bieden: vrijstelling van huiswerk; uitstel van toetsen; extra verlof i.v.m. wedstrijden of toernooien; (incidenteel) aangepast rooster i.v.m. trainingstijden en studiebegeleiding door sportmentor en topsportcoördinator. Om de status “topsporttalent” te krijgen en gebruik te kunnen maken van de faciliteiten, moet een leerling aan een aantal criteria voldoen. Deze criteria zijn vastgesteld door de nationale topsport steunpunten en de sportbonden Elk sporttalent krijgt een “studiegids Topsport Traject” met een contract en alle gemaakte afspraken. Een sportmentor neemt de taken over van de klassenmentor en coacht de sporttalenten, zodat de leerling studie en sport optimaal kan combineren. Uitgangspunt is daarbij altijd het behalen van een schooldiploma. Voor informatie over het Topsport Traject en aanmelding kan men contact opnemen met de school, telefonisch of per mail:
[email protected] Toernooien en buitenschoolse activiteiten Elke jaarlaag heeft zijn eigen toernooien. De toernooien maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma en hebben dan ook een verplicht karakter. In de onderbouw ligt het accent op klassentoernooien en in de bovenbouw is er ruimte voor keuzesporten. Daarnaast neemt de
Athenespelen: bovenbouwleerlingen strijden twee dagen op 10 sportdisciplines in Groningen.
In de afgelopen jaren hebben leerlingen verschillende prijzen in de wacht gesleept, waaronder een aantal eerste plaatsen.
2. Topsportbeleid
Mission Olympics: KVLO-toernooien voetbal
LEERLINGBEGELEIDING
2.1 Begeleidingsstructuur Leerlingenzorg wordt door ons beschouwd als een doorlopende lijn die loopt van de vakdocent tot aan speciale zorgfunctionarissen die binnen de school zijn aangesteld of buiten de school werkzaam zijn. VAKDOCENT Leerlingbegeleiding begint in de vaklessen. Wanneer een vakdocent problemen constateert t.a.v. de studievoortgang, probeert hij de leerling zo veel mogelijk ‘op maat’ te begeleiden. De vakdocent signaleert eveneens richting mentor als de door hem geboden hulp niet toereikend is. MENTOR Elke leerling op onze school heeft een mentor. De mentor vervult voor leerlingen een vertrouwensrol en neemt binnen de begeleidingsstructuur een centrale rol in. De mentor is degene met wie leerlingen en ouders als eerste contact opnemen als de leerling problemen heeft met zijn studievoortgang, sociale of emotionele problemen heeft, of als er omstandigheden in de privé-sfeer zijn die van invloed zijn op het functioneren op school. De mentor volgt ook de studievoortgang van de leerling. Hij krijgt als eerste de signalen van vakdocenten. Tijdens cijferbesprekingen speelt de mentor een belangrijke rol: hij draagt leerlingen voor ter bespreking en formuleert voor problemen een bepaalde aanpak.
PAGINA 25
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
AANVULLENDE BEGELEIDING In sommige gevallen blijkt dat de door vakdocenten en mentoren geboden begeleiding niet toereikend is. In zulke gevallen treedt de mentor in overleg met de adjunct-sectordirecteur die verantwoordelijk is voor de afdeling waarin de leerling onderwijs volgt. De adjunct-sectordirecteur is verantwoordelijk voor het aanmelden van leerlingen voor aanvullende begeleiding. Mogelijkheden die de school biedt op het gebied van leerproblemen:
•
studiebegeleiding in de onderbouw (op het gebied van algemene studievaardigheden, moderne vreemde talen en exacte vakken);
•
•
intelligentieniveau (op het gebied van verbaal, ruimtelijk, rekenkundig).
STRUCTURELE FACILITEITEN MET BETREKKING TOT TOETSING EN (SCHOOL)EXAMEN In bepaalde gevallen kan een leerling aanspraak maken op faciliteiten met betrekking tot het afnemen van toetsen, schoolexamens en centraal examen. In aanmerking komen bijvoorbeeld leerlingen met:
•
dyslexie;
•
PDD-NOS;
•
blind-/slechtziendheid;
•
een motorische of psychische handicap.
remediale hulp voor specifieke problemen op Faciliteiten die verstrekt worden, betreffen de wijze van toetsafname (bijvoorbeeld lettertype van de LGF-begeleiding: leerlingen met een indicatie toets, digitale toetsing) als ook de duur (verlenging voor leerling-gebonden financiering krijgen van tijd). In al deze gevallen moet de een persoonlijke begeleider toegewezen; schoolpsycholoog als GZ-gecertificeerde een psychologische begeleiding door de beschikking afgeven. Afgegeven beschikkingen schoolpsycholoog. hebben altijd een beperkte duur en worden na evaluatie mogelijk verlengd. het gebied van de talen;
•
•
Mogelijkheden die de school biedt op het gebied van sociaal-emotionele problemen:
•
counseling: hulp bij grote sociaal-emotionele problemen;
•
faalangstreductietraining (BOF, Beter Omgaan met Faalangst);
•
sociale vaardigheidstraining;
•
psychologische begeleiding door de schoolpsycholoog.
PSYCHODIAGNOSTISCH ONDERZOEK Wanneer blijkt dat bepaalde leer- en/of sociaalemotionele problemen complex zijn, kan een leerling via de adjunct-sectordirecteur worden aangemeld voor psychodiagnostisch onderzoek. Voorbeelden zijn onderzoek naar:
•
dyslexie;
•
dyscalculie;
•
faalangst en/of sociale vaardigheidsproblemen;
•
leerbelemmerende factoren;
PAGINA 26
EXTERNE HULPVERLENING Bij bepaalde leerlingenproblematiek werkt de school samen met externe hulpinstanties als de GGZ, Accare, Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, schoolarts, maatschappelijk werk. Ook wordt samengewerkt met Regionale Expertise Centra als De Twijn en De Ambelt waar het gaat om leerlingen met een indicatie voor leerlinggebonden financiering. Afhankelijk van de problematiek van de leerling wordt bepaald met welke frequentie en in welke samenstelling de school overleg voert met betrokken externe instanties. ZORGOVERLEG De adjunct-sectordirecteuren coördineren de interne leerlingbegeleiding en externe hulpverlening. Zij hebben frequent overleg met de schoolpsycholoog over het functioneren van de zorgstructuur op school. Individuele leerlingen met complexe problematiek kunnen ook in dit zorgoverleg besproken worden. Daarnaast is er
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
frequent overleg met de leerplichtambtenaar. 2.2
Begeleidingstrajecten
STUDIEBEGELEIDING Voor leerlingen in de onderbouw bestaat de mogelijkheid van studiebegeleiding. Deze vorm van begeleiding is bedoeld voor leerlingen die moeite hebben met de aanpak van exacte vakken, het leren van een van de moderne vreemde talen of met meer algemene studievaardigheden en planning. Ook leerlingen met een grote achterstand kunnen in aanmerking komen voor studiebegeleiding. In overleg met de mentor kunnen vakdocenten leerlingen voor studiebegeleiding aanmelden. REMEDIALE HULP Leerlingen met specifieke leerproblemen op het gebied van bijvoorbeeld de talen (zoals dyslexie) kunnen worden geholpen door remedial teachers. Het doel van Remedial Teaching is het wegwerken van leerachterstanden. Remedial Teaching wordt gegeven voor een bepaalde periode aan individuele leerlingen of aan leerlingen in kleine groepjes op vaste ingeroosterde uren onder schooltijd. MOTORISCHE REMEDIAL TEACHING Aan brugklasleerlingen die (soms) moeite hebben met L.O.(-onderdelen) wordt M.R.T. aangeboden. Niet elke leerling komt in aanmerking voor M.R.T. Elke brugklasleerling wordt voor de herfstvakantie getest. Als de uitslag van deze test aanleiding hiertoe geeft, volgt voor een aantal leerlingen een tweede, uitgebreidere test. Met de testgegevens wordt een individueel handelingsplan opgesteld, en aan de hand hiervan volgt de leerling wekelijks een aantal sessies M.R.T. Er wordt daarbij individueel of in kleine groepjes gewerkt. Resultaat van M.R.T. is dat leerlingen met veel meer plezier weer aan de lessen L.O. deelnemen.
Leerlingen kunnen counselors rechtstreeks benaderen, of kunnen zich via hun mentor of adjunct-sectordirecteur opgeven. BEGELEIDING DOOR DE SCHOOLPSYCHOLOOG/ ORTHOPEDAGOOG
Leerlingen met leerproblemen, sociaal-emotionele en/of gedragsproblemen kunnen worden begeleid door de schoolpsycholoog. Meestal worden leerlingen aangemeld door de mentor of door hun ouders. Soms vindt doorverwijzing plaats, bijvoorbeeld na overleg tussen mentor en adjunctsectordirecteur of na leerlingenbespreking door vakdocenten. Leerlingen kunnen zich voor een gesprek met de schoolpsycholoog aanmelden tijdens het spreekuur van de schoolpsycholoog. Ook kunnen ze zich hiervoor aanmelden via hun mentor of de adjunct-sectordirecteur. Faalangstreductietraining Faalangst kan een blokkade zijn om tot goede prestaties te komen. Leerlingen die hier last van hebben, kunnen worden aangemeld voor de cursus BOF, oftewel ‘Beter Omgaan met Faalangst’. Tijdens de brugklasperiode wordt er een BOFtraining gegeven aan een groep van ongeveer 10 leerlingen. Deze groep komt acht keer één uur bij elkaar. Als er vermoedens bestaan dat een leerling last heeft van faalangst, dan wordt met deze leerling een gesprek gehouden door één van de trainers. Als de leerling vervolgens zelf aangeeft mee te willen doen, krijgen ouders/verzorgers hiervan bericht.
SOCIALE-WEERBAARHEIDSTRAINING Het komt voor dat leerlingen problemen ondervinden in de omgang met leeftijdgenoten. Soms uit zich dat in pestgedrag, soms vinden leerlingen geen aansluiting bij de rest van de klas. Als leerlingen niet op een goede manier voor zichzelf durven opkomen, dan heeft dat vaak te maken met een gebrek aan bepaalde sociale vaardigheden. Sociale vaardigheden en COUNSELING Het woord ‘counselor’ betekent ‘raadgever’. Tijdens weerbaarheid zijn te leren. Aan leerlingen die counseling wordt begeleiding geboden aan hiervoor in aanmerking komen, wordt gedurende leerlingen met ernstige persoonlijke, sociale en een reeks van tien bijeenkomsten op een emotionele problemen. Meestal gebeurt dat in de intensieve manier aan dit probleem gewerkt. vorm van een reeks persoonlijke gesprekken.
PAGINA 27
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
2.3
3.2
Decanaat
Op onze school werken twee decanen met afzonderlijke aandachtsgebieden voor vwo resp. havo en mavo. In de derde klas geven decanen begeleiding op het gebied van profiel- en vakkenkeuze. Ze dragen zorg voor een aantal keuzebegeleidingslessen waarin oriëntatie op de Tweede Fase en vervolgopleidingen centraal staat. In de bovenbouw wordt de verdere oriëntatie op een vervolgstudie door decanen begeleid. Decanen worden ook betrokken bij interne doorstroming, bijvoorbeeld van mavo naar havo. Leerlingen kunnen zich met hun vragen rechtstreeks wenden tot decanen. Zij houden spreekuur volgens een beschikbaarheidsrooster dat te vinden is bij hun kamer. Via de digitale decanenkamer op de website van de school zijn formulieren te downloaden, kan men in contact treden en zijn relevante links te vinden.
LAC
Het LAC, oftewel de Leerlingen Activiteiten Commissie bestaat uit leerlingen en wordt begeleid door een aantal docenten. Activiteiten die het LAC in de afgelopen jaren organiseerde, waren themaavonden voor leerjaren of de hele school, sportieve activiteiten en actie voor een goed doel zoals ‘Zip your Lip’. Toegang tot de school op LAC-activiteiten gaat alleen op vertoon van de schoolpas! Er wordt altijd een (kleine) entree of vergoeding gevraagd zodat er kostendekkend kan worden gewerkt. 3.3
Schoolkrant
Maximaal drie keer per jaar verschijnt er een schoolkrant. De redactie van de schoolkrant bestaat uit leerlingen die begeleid worden door een of twee docenten. Aan het begin van elk schooljaar gaat de redactie op zoek naar nieuwe redactieleden. Aan het eind van een cursus vertrekt elk jaar weer een aantal vaste 2.4 Vertrouwenspersoon medewerkers. Leerlingen die het leuk vinden om te Elke onderwijssector binnen het Roelof van Echten schrijven, interviews af te nemen, achter de tekstverwerker te zitten en/of aan de vormgeving College kent vertrouwenspersonen.(zie algemene te werken, kunnen zich aan het begin van het gedeelte van de gids). De vertrouwenspersonen zijn door het bevoegd gezag benoemd. Zij zijn het schooljaar opgeven bij de redactie. Het is altijd heel gezellig en wanneer er weer een nieuw eerste aanspreekpunt bij vermoedens van of nummer uit komt, is dat altijd een spannend klachten met betrekking tot seksuele en andere intimidatie. Vertrouwenspersonen luisteren naar de moment. klacht, helpen oplossingen te vinden voor het probleem en geven ondersteuning als er een officiële klacht ingediend wordt.
3
OVERIGE
3.1
Schoolklassenavonden
ACTIVITEITEN
Onder leiding van de klassenleraar/mentor kunnen klassenavonden georganiseerd worden. De ouders/ verzorgers van leerlingen uit de onderbouw ontvangen over één en ander tijdig een brief met mededelingen over de datum waarop de avond gehouden zal worden en de tijden van aanvang en einde.
PAGINA 28
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
4.
ADMINISTRATIEVE
4.1
Ziek- en herstelmeldingen
ZAKEN
5.
SCHOOLREGELS
Onze school kent een leerlingenstatuut waarin de rechten en plichten van leerlingen zijn omschreven. AFWEZIGHEID DOOR ZIEKTE Leerlingen krijgen het uitgereikt als ze als leerling Leerlingen die bijvoorbeeld door ziekte één of meer worden ingeschreven. Bewaar het dus goed. dagen de lessen niet kunnen volgen, moeten voor Eventuele wijzigingen worden tijdig aangekondigd. het begin van het eerste lesuur telefonisch worden Onderstaande schoolregels zijn opgesteld op basis afgemeld bij de conciërge. Bij te verwachten van de bepalingen in het leerlingenstatuut en langdurige absenties wordt de ouders verzocht wettelijke bepalingen ten aanzien van de leerplicht. telefonisch contact op te nemen met de adjunctsectordirecteur. Bij hun terugkomst op school TE LAAT KOMEN IN DE LES moeten de leerlingen aan het begin van de lesdag 1. De aanvang van de lesuren na de pauzes een door hun ouders/verzorgers ondertekend wordt aangegeven door een signaal van de briefje inleveren waarop de reden en duur van het zoemer. Vijf minuten voor aanvang van het eerste verzuim vermeld is. Mededelingen van ouders/ lesuur wordt eveneens een signaal gegeven. Bij het verzorgers mogen niet per e-mail worden gedaan, tweede signaal dienen de leerlingen in het lokaal omdat dit medium te fraudegevoelig is. aanwezig te zijn. Het einde van alle lessen wordt AFWEZIGHEID DOOR BEZOEK VAN EEN ARTS Dokters- en tandartsbezoeken moeten indien mogelijk vooraf worden gemeld. De leerlingen zijn wel gehouden de afspraken zoveel mogelijk buiten de schooltijden te maken. 4.2
Roosterwijzigingen
Mededelingen over afwezigheid van docenten worden vermeld op de lichtkrant. Daarop worden ook na het tweede en na het vijfde lesuur de dagelijkse wijzigingen van het lesrooster vermeld. De wijziging die na het vijfde lesuur op de lichtkrant wordt gepubliceerd, is die voor (het begin van) de volgende dag. 4.3
Adreswijziging en formulieren
Ouders of verzorgers van leerlingen zijn verplicht bij eventuele verandering van adres de administratie zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. Formulieren die de schoolleiding ter ondertekening worden aangeboden (zoals de schoolverklaring i.v.m. de kinderbijslag), kunnen worden gedeponeerd in de bus bij de administratie. De formulieren kunnen in de regel de volgende dag weer worden opgehaald bij de conciërge.
aangegeven door een signaal. Bij de wisseling van de lessen moeten de leerlingen zich vlot naar de lokalen begeven. 2. Een leerling die te laat is voor een bepaalde les, moet zich melden bij de conciërge. Hij/zij ontvangt een toegangskaart voor de lessen, tenzij men zonder geldige reden meer dan tien minuten na het begin van de les te laat komt bij de conciërge. De betrokken leerling blijft onder toezicht van de conciërge. De naam wordt doorgegeven aan de coördinator. Indien men zonder geldige reden te laat komt zijn, per periode van drie maanden, de volgende maatregelen van kracht:
•
de eerste keer: volgende dag om 08.00 uur melden;
•
een tweede keer: een week lang om 08.00 uur op school melden bij de conciërge;
•
een derde keer en vierde keer: ‘vierkant rooster’, d.w.z. een week lang van 08.00 u tot 16.30 u op school zijn.
VERWIJDERING UIT DE LES 3. Een leerling die uit de les wordt verwijderd, dient zijn tas mee te nemen. De leerling meldt zich bij de conciërge, wordt geregistreerd en krijgt nadere aanwijzingen met betrekikng tot het
PAGINA 29
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
melden bij de adjunct-sectordirecteur. De adjunctsectordirecteur kan eventueel contact opnemen met de ouders. LESTIJDEN, LESUITVAL, TUSSENUREN E.D. 5. Als een docent niet tijdig bij het leslokaal aanwezig is, mogen de leerlingen niet zonder meer aannemen dat er geen les wordt gegeven. Zij moeten eerst nadere informatie inwinnen bij de conciërge. 6. Verplaatsing van lesuren bij twee of meer tussenuren moet vooraf overlegd worden met de desbetreffende docenten en coördinator. In de bovenbouw is een dergelijke verplaatsing in principe niet mogelijk.
•
1e keer: straf te bepalen door de coördinator van de afdeling
•
2e keer: een dag schorsen; brief aan ouders
•
3e keer: drie dagen schorsing; gesprek met de ouders
•
4e keer: definitieve verwijdering
(TIJDELIJKE) VRIJSTELLING VAN LESSEN LICHAMELIJKE OPVOEDING
10. Formulieren voor (tijdelijke) vrijstelling van de gymnastieklessen op grond van een medische oorzaak zijn te verkrijgen bij de adjunctsectordirecteur. GEDRAGSREGELS M.B.T. GEBRUIK VAN HET GEBOUW EN
7. De bel is een teken voor de docent dat de les afgesloten dient te worden. De leerling blijft aanwezig tot de docent aangeeft dat de les voorbij is. De docent is verplicht de leerlingen te laten gaan op een zodanig tijdstip dat ze op tijd bij de volgende les kunnen zijn.
VOORZIENINGEN
11. De leerlingen zijn verplicht zich in en om de school rustig en ordelijk te gedragen. Van hen wordt verwacht dat zij zich mee verantwoordelijk voelen voor het netjes houden van de school en het terrein. Afval moet in de daarvoor bestemde manden/bakken worden gedeponeerd.
MAATREGELEN BIJ ONGEOORLOOFD VERZUIM 8. Openstaande absenties van leerlingen worden vermeld op een lijst in de hal van de school. Leerlingen worden geacht deze lijst dagelijks te controleren. Na absentie heeft een leerling twee schooldagen de gelegenheid om een briefje in te leveren. Na deze termijn wordt het verzuim beschouwd als spijbelen. Deze leerlingen worden opgeroepen zich te melden bij de coördinator.
In de lokalen gelden de volgende regels:
•
leerlingen mogen geen jassen meenemen in de lokalen; jassen op de kapstokken en niet op de gang
•
met betrekking tot het dragen van mutsen en z.g. caps geldt dat de docent kan eisen dat een ongehinderd uitzicht op het gezicht mogelijk blijft en de orde niet wordt verstoord
• ingeschakelde walkmans en andere 9. De coördinator controleert de geluidsdragers en communicatieapparaten absentieregistratie. Bij openstaande absenties (gsm, buzzers, en dergelijke) zijn in de les worden nadere maatregelen genomen (naamlijst verboden. Bij overtreding kan het betreffend van betrokken leerlingen op het publicatiebord met object een week worden ingenomen en een aanwijzingen voor een gesprek met de coördinator, strafmaatregel worden opgelegd telefonisch contact met de ouders, brief naar de ouders, e.d.). Bij herhaaldelijke absentie (ook al is • consumpties in de lokalen zijn verboden de absentie ‘gedekt’ door een brief van de ouders) wordt ook contact opgenomen met de ouders. In overige ruimten binnen de school gelden de volgende regels: Als uiterste consequentie bijongeoorloofd verzuim • mediatheek: tassen buiten de mediatheek in (spijbelen) gelden de volgende strafmaatregelen:
PAGINA 30
S C H O O L G IDDOSC U 20 M0E8N—T T2I 0T 0 E9 L
de daarvoor bestemde kasten
•
het is de leerlingen verboden te zitten in de vensterbanken of op de verwarmingen in de gangen en de lokalen
•
In de studieruimtes mogen geen consumpties worden genuttigd
•
Op de publicatieborden mag door de leerlingen niets worden opgehangen zonder toestemming van de directie
•
De leerlingen die de soos bezoeken, dienen zich te houden aan de daar geldende regels.
Ten aanzien van het gebruik van de fietsenstalling geldt:
•
AANSPRAKELIJKHEID VOOR VERMISSING EN SCHADE E.D.
In school mag niet gerookt worden. Spelletjes om geld zijn niet toegestaan
•
14. Leerlingen die betrokken zijn bij overtredingen in/rondom de school kan worden opgedragen buiten de gewone lesuren op school te komen en passende werkzaamheden te verrichten. Naast de directie en de adjunct-sectordirecteuren zijn de toezichthoudende personeelsleden hierin ook tot het nemen van maatregelen bevoegd.
Leerlingen dienen hun fietsen te stallen op
15. Het bestuur van de school draagt geen verantwoordelijkheid voor beschadiging of vermissing van eigendommen van leerlingen. Het verdient aanbeveling kledingstukken die in garderobes worden opgehangen te voorzien van een naam, en geen geld of andere waardevolle voorwerpen in deze kleding achter te laten.
16. Alle schade die door een leerling aan eigendommen van de school wordt toegebracht, kleine kelder - de 2e klassen; wordt op zijn kosten hersteld. Zolang de gemaakte kosten niet zijn betaald, kan de leerling de toegang grote kelder - de brugklassen; tegelplateau achter de flat - 3e, 4e, 5e en 6e tot de lessen/school door de sectordirecteur worden ontzegd. klassen. de volgende plaatsen
• • • •
Bromfietsen moeten ook op het tegelplateau worden geplaatst.
•
Fietsen/bromfietsen die op de onjuiste plaatsen worden aangetroffen, worden verwijderd; de eigendommen zijn om 16.30 uur weer terug te krijgen bij de conciërge.
•
Bij de fietsen mag men zich niet ophouden
17. Indien een minderjarige leerling voor enige schade verantwoordelijk is, stelt de school de ouders daarvan in kennis. WAPENBEZIT EN DIEFSTAL 18. Bij constatering van bezit en/of gebruik van messen, hand- en vuurwapens, laserpennen vuurwerk en bij diefstal geldt de volgende richtlijn:
anders dan voor het plaatsen en weghalen van de fiets. In de kelder mag niet worden • gefietst en gerookt. Moedwillige beschadiging van fietsen/bromfietsen wordt streng • bestraft. 12. Voor een aantal leerlingen zijn de lessen eerder afgelopen dan na het 7e lesuur. In dergelijke gevallen dienen de fietsers na het verlaten van de fietsenkelders zo snel mogelijk het schoolplein te verlaten. 13. Het is de leerlingen niet toegestaan leerlingen van andere scholen in de school of op het schoolterrein te ontvangen, anders dan na voorafgaande toestemming van de directie.
1e keer: de leerling wordt gedurende één dag geschorst. 2e keer: schorsing voor drie dagen
•
3e keer: schorsing voor vijf dagen
•
4e keer: definitieve verwijdering.
19. Bij wapenbezit en diefstal vraagt de school aan de politie advies over de verdere afhandeling. In overleg en/of naar aanleiding van bijzondere omstandigheden kan het bevoegd gezag besluiten af te wijken van bovenstaande richtlijnen. 20. Bij constatering van handel (verkopen, afleveren, verstrekken) in ongewenste hand- en vuurwapens aan leerlingen van de eigen of andere
PAGINA 31
S DC OH CO UO M LEGNITDT SI T 2E 0L 0 8 — 2 0 0 9
school volgt schorsing voor 5 dagen. Bij herhaling volgt direct verwijdering van school.
6.
PERSONEEL
SECTORDIRECTIE GENOTSMIDDELEN 21. Bij geconstateerd gebruik en/of bezit van alcohol en drugs gelden de volgende richtlijnen:
•
1e keer: de leerling wordt gedurende één
•
de heer G. Bolderman, sectordirecteur
•
de heer H.G. Wesseling, adjunctsectordirecteur onderbouw
•
bovenbouw
dag geschorst. e
•
2 keer: schorsing voor drie dagen
•
3e keer: schorsing voor vijf dagen
•
4e keer: verwijdering van school
22. Op handel (verkopen, afleveren en verstrekken) in alcohol, soft- en harddrugs (hasj, weed, XTC, amfetamine/speed, cocaïne, heroïne en andere drugs) aan leerlingen van de eigen of andere school volgt schorsing voor 5 dagen. Bij herhaling volgt direct verwijdering van school. 23. Bij gebruik van, bezit van en/of handel in alcohol en/of drugs kan de school eveneens aan de politie advies vragen over de verdere afhandeling. In overleg en/of naar aanleiding van bijzondere omstandigheden kan het bevoegd gezag besluiten af te wijken van bovenstaande richtlijnen. G.
mevrouw G.W. Smid, adjunct-sectordirecteur
SCHORSING EN VERWIJDERING
24. Het bevoegd gezag c.q. de sectordirecteur kan een leerling het bijwonen van de lessen of de toegang tot de school voor één of meer dagen ontzeggen (schorsen) dan wel de leerling definitief van school verwijderen, indien deze zich niet houdt aan de schoolregels of zich schuldig maakt aan nalatigheid, wangedrag, verzet of in het algemeen door zijn gedrag in of buiten de school een nadelige invloed op zijn medeleerlingen uitoefent. 25. Met betrekking tot definitieve verwijdering is een aantal wettelijke regels van kracht. Op basis hiervan is een procedure opgesteld die is opgenomen in het leerlingenstatuut. Het ligt eveneens ter inzage bij de administratie.
PAGINA 32
COÖRDINATOREN • Mevrouw P.H. Reitsma, brugklassen
•
Mevrouw J.H. Vrielink, klassen 2 en 3
•
De heer A.J. Bosch, havo bovenbouw
•
Mevrouw E. Visser, vwo bovenbouw
• DECANEN de heer A.J. Bosch (aandachtsgebied havo) mevrouw I.C.W. Renkema-Betten (aandachtsgebied vwo) VERTROUWENSPERSOON de heer T.C. Breen COUNSELORS mevrouw P.H. Reitsma SCHOOLPSYCHOLOOG mevrouw W. Molenkamp REMEDIAL TEACHING mevrouw M.S. Blanksma-de Vries MOTORISCHE REMEDIAL TEACHING mevrouw P.H. Reitsma COÖRDINATOR TOPSPORTBELEID de heer O. Linde DOCENTEN
SCHOOLGIDS 2008— 2009
Naam Mevrouw H.M. Annen-Slagter
afkorting Hls
Vak Go
de heer G. Barkhof
gba
En
De heer K.N. Blanksma
Kbl
Ne
mevrouw M.S. Blanksma-de Vries
mbl
rt/fa
de heer U. de Boer
ubo
En
mevrouw A.M. Borger
abr
Gs
de heer A.J. Bosch
abo
Gs
de heer P.L.R.M. Botermans
pbo
tn
de heer M.J. Botter
mbo
Wi
de heer J.C. Boxem de heer T.C. Breen
jbo tbr
bi/anw Ma
de heer P.J. Brongers
pbr
Wi
de heer M.J. de Bruyn
mbr
Ak
De heer B.C. Buijsrogge
BBU
TN
De heer M. Corbet
MCO
Ned/Eng
De heer S.W. Dik
SDI
Wis/Nat
de heer H. de Does
hdo
ne/gs
mevrouw R. Ellenbroek
rel
Lo
Mevrouw G.E. Everts
GEV
Schei
de heer M. de Fockert
mfo
Gs
mevrouw H.S.M. du Fossé
hfo
Fa
mevrouw G.P. Gordeau
egd
Ne
Jfr
Ne
De heer M.B. Giel
BGI
Wis
De heer J. de Goede
Jgo
AK
Mevrouw H.A. v.d. Greft
Hgr
Ned
De heer M. Hartman
Mha
LO
de heer G.G. Hartog
gha
bi/anw
mevrouw L.G.H. Heller
lhe
Lo
mevrouw S. Herrewijnen
she
Du
de heer G.A.M. olde Heuvel
gol
Wi
mevrouw A.E. Jellema
aje
Fa
mevrouw D.A. de Jong
djo
Du
mevrouw A.H. de Jonge-Spoelman
ajg
En
De heer L. Kaptein
Lka
Lo
De heer J. Kasada
Jks
Na/sk
de heer C.M. Knaap
ckn
bi/if
mevrouw Y. Koene
yko
Du
mevrouw J. Kooi
jko
Ew
de heer O. Linde
oli
Lo
Mevrouw J. From-Dorenbos
PAGINA 33
SCHOOLGIDS 2008— 2009 Naam mevrouw G. Masselink
Afkorting gma
Vak Go
Mevrouw J.M. Miedema
Jmi
Ak
de heer A.H. Mulder
amu
na/if
mevrouw M.P. Nienhuis
mni
En
Mevrouw E.H. Noordhoek-Hageman
Eno
Ne
de heer A.C. v.d. Oever
aoe
Fa
de heer H. Oosterhof
hoo
Wi
mevrouw H.M.T. Pelser
hpe
bi/vz
jpi
Fa
mevrouw J.H.P. Piebes-van Weegberg mevrouw C. Pilon-Lopers
cpi
En
de heer A. van der Pol
apo
na/sk
mevrouw P.H. Reitsma
pre
Lo
mevrouw I.C.W. Renkema-Betten
ire
Fa
de heer H.C. la Roi
hri
En
Mevrouw A.V. Romikh
Aro
EW
mevrouw J.M.A. Rubingh-Bosscher
jke
Kt
mevrouw K.J. van Ruler
kru
te/ckv
de heer J.J.H. Scholing
jsc
Lo
mevrouw A.C. Soppe
Asp
EW
Mevrouw J.J. Spit
Jsi
Gr
mevrouw A.J.H. ter Steeg
ast
fa/ne
de heer F.W.J. Tharner
fth
mu/ckv
de heer H. van der Veen
hve
te/ha/tn/ckv
de heer R.A. Veldboer
rve
Lo
mevrouw E. Visser
evi
Ne
mevrouw N. van Voorst
nvo
te/ha
Mevrouw I. Vos-van den Berg
Ibe
Gs
mevrouw J.H. Vrielink
jvr
Ak
De heer A.J. de Vries
Avr
Fi
de heer J.D. Warta
jwa
Go
de heer A. Wendt
awe
ew/gs
de heer J. Werkman
jwr
tn
mevrouw E.S.A.M. Witmer-Oor
ewi
Ak
de heer Th.J. Zeinstra Mevrouw G. van der Zwaag
tze Gza
sk/anw Ne/En
PAGINA 34