Voor de installateur
Installatie- en bedieningsvoorschrift
Gasgeiser F 1400
6 720 818 962 (2015/09) NL
6720617293-00.1JS
Index Index 1
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . 3
2
Gegevens betreffende het toestel . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1 Gascategorie, gassoort en toelatingsnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 2.2 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.3 Toestelbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.4 Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.5 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.6 Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.7 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.8 Productgegevens voor energieverbruik . . . . 8
3
Installatie (alleen voor de installateur) . . . . . . . . . . 9 3.1 Belangrijke aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 9 3.2 Opstellingslocatie kiezen . . . . . . . . . . . . . . . 9 3.3 Toestel monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3.4 Wateraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3.5 Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3.6 Start . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
4
Gebruikersinstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1 Voor de inbedrijfstelling van het toestel . . 4.2 Toestel inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3 Vermogensregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.4 Temperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.5 Directe waterafname . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.6 Toestel uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.7 Aftappen van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . 4.8 Reinigen van de mantel van het toestel . . .
11 11 11 12 12 12 13 13 13
5
Aanpassing gassoort (alleen voor de installateur) 5.1 Fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.2 Inspuitdruk instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.3 Ombouw gassoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14 14 14 14
2
6
Onderhoud (alleen voor de installateur) . . . . . . . . 6.1 Regelmatig onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2 Functietest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2.1 Oxystop-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.2.2 Controle van de verbranding . . . . . . . . . . . 6.3 Inbedrijfstelling na het onderhoud . . . . . . .
15 15 16 16 16 16
7
Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 7.1 Storing/oorzaak/oplossing . . . . . . . . . . . . . 17
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1.1
Uitleg van de symbolen
Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek. Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd. De volgende signaalwoorden zijn vastgelegd en kunnen in dit document worden gebruikt: • OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. • VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar lichamelijk letsel kan optreden. • WAARSCHUWING betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel kan optreden. • GEVAAR betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel zal optreden. Belangrijke informatie Belangrijke informatie zonder gevaar voor mens of materialen wordt met het nevenstaande symbool gemarkeerd. Aanvullende symbolen Symbool Betekenis ▶
Handelingsstap
Kruisverwijzing naar een andere plaats in het document
•
Opsomming/lijstpositie
–
Opsomming/lijstpositie (2e niveau)
Tabel 1
1.2
Algemene veiligheidsinstructies
Bij gasgeur: ▶ Gaskraan sluiten. ▶ Ramen openen. ▶ Geen elektrische schakelaars bedienen. ▶ Open vlammen doven. ▶ Buiten contact opnemen met gasdistributiemaatschappij en erkend installateur. Bij rookgasgeur:
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
1
▶ Toestel uitschakelen. ▶ Ramen en deuren openen. ▶ Neem contact op met een erkend installateur. Opstelling, ombouw ▶ Toestel alleen door een erkende installateur laten opstellen en ombouwen. ▶ Maak de openingen van de toevoer- of afvoerlucht niet kleiner of dicht. Onderhoud ▶ Het onderhoud van het toestel mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. ▶ De exploitant moet ervoor zorgen, dat met regelmatige tussenpozen technische controles en onderhoud aan het toestel worden uitgevoerd. ▶ Het toestel moet jaarlijks onderhouden worden. ▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen. ▶ Na afronding van de onderhoudswerkzaamheden moet een functiestop van de Oxystop-inrichting worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 6). Explosieve en licht ontvlambare materialen ▶ Licht ontvlambare materialen (papier, verdunningsmiddelen, verf, enzovoort) niet in de buurt van het toestel gebruiken of opslaan. Verbrandings- en kamerlucht ▶ Om corrosie te vermijden, verbrandings-/kamerlucht vrij houden van agressieve stoffen, bijvoorbeeld halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten. Informatie voor de klant ▶ Informeer de klant over de werking van het toestel en instrueer de klant over de bediening. ▶ Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen of reparaties mag uitvoeren.
Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen Ter voorkoming van gevaar door elektrische apparatuur gelden conform EN 60335-1 de volgende instructies: “Dit toestel kan door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, wanneer deze onder toezicht staan of, voor wat betreft het veilig gebruik 3
2
Gegevens betreffende het toestel
van het toestel, zijn geïnstrueerd en de daaruit resulterende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. De reiniging en het gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.” “Wanneer de netaansluitkabel wordt beschadigd, moet deze door de fabrikant of haar servicedienst of een gekwalificeerde persoon worden vervangen, om gevaar te vermijden.” 2
Gegevens betreffende het toestel
2.1
Gascategorie, gassoort en toelatingsnummer
Model
– Temperatuurbegrenzer voor het vermijden van oververhitting van het binnenlichaam.
2.4 •
Accessoires
Gassoortombouwsets
F1400
Categorie
I2L
Typecodering
AAS
Tabel 2
2.2 • • •
2.3 • • • • • • •
•
4
Leveringsomvang
Gasgeiser Bevestigingsmateriaal Documenten bij het toestel
Toestelbeschrijving
Toestel voor wandmontage Toestel met piëzo-ontsteking Brander voor aardgas/vloeibaar gas Binnenlichaam zonder tin-/loodbekleding Watervalve van glasvezelversterkt polyamide, 100% recyclebaar Warmwaterhoeveelheidsregeling voor aanhouden van een constant debiet bij variërende voedingsdruk Gasblok met vermogensregelaar voor handmatige instelling van het warmtevermogen op de behoefte van de verbruiker. Veiligheidsinrichtingen: – Thermokoppel tegen onbedoeld uitgaan van de vlam van de waakvlambrander. – Oxystop-inrichting voor het uitschakelen van het toestel bij overmatige CO2 in de omgevingslucht conform de norm EN26.
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Gegevens betreffende het toestel 2.5
2
Afmetingen 270 189
138
1
350
2
312
438
10
11
3 4
62
12
52
35
5
6
7
8
9
136 6720617293-01.1JS
Afb. 1 [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12]
Rookgasgeleider Ontstekingsbewaking Mantel Vermogensregelaar met ontstekingstoets Temperatuurregelaar Warmwaterregelaar Warmwateruitlaat Koudwaterregelaar Piëzo-ontsteker Binnenlichaam Gasblok Watervalve
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
5
2 2.6
Gegevens betreffende het toestel Service
De gasgeiser heeft een piëzo-ontsteking. ▶ Vermogensregelaar van de uitgeschakelde stand in de ontstekingsstand schuiven (afb. 2). ▶ Ontstekingstoets geheel indrukken. ▶ Ontstekingstoets bedienen (afb. 4). Na het ontsteken: ▶ Ontstekingstoets ongeveer 10 seconden lang ingedrukt houden. Wanneer de vlam van de waakvlambrander niet ontsteekt: ▶ Procedure herhalen. De ontsteking kan mislukken, wanneer bij het starten van het toestel lucht in de gasleiding aanwezig is. In dat geval: ▶ Ontstekingstoets ingedrukt houden, tot het toestel volledig is ontlucht. Na een succesvolle ontsteking: ▶ Vermogensregelaar naar rechts schuiven en op het gewenste vermogen instellen. Op de vermogensregelaar kan het vermogen naar behoefte worden veranderd. Des te verder de vermogensregelaar naar rechts wordt geschoven, des te hoger is het vermogen. Het gasverbruik neemt overeenkomstig toe. Het maximale nominale warmtevermogen wordt bereikt, wanneer de vermogensregelaar naar rechts tot aan de aanslag wordt geschoven. Om het energieverbruik te optimaliseren: ▶ Vermogensregelaar op het laagst mogelijke vermogen instellen, waarmee het gewenste warmtevermogen kan worden bereikt. De ontsteking volgt na deze procedure bij elke keer openen van de warmwaterkraan automatisch. Daarbij wordt de hoofdbrander door de waakvlambrander gestart, die contact ingeschakeld is. Om de geiser uit te schakelen: ▶ Vermogensregelaar naar links tot aan de aanslag schuiven (afb. 8). De vlam van de waakvlambrander gaat na enkele seconden uit.
6
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Gegevens betreffende het toestel 2.7
2
Technische gegevens
Technische gegevens
Symbool
Eenheid
F1400
Maximale nominaal warmtevermogen
Pn
kW
9,4
Minimale nominale warmtevermogen
Pmin
Warmtevermogen en warmwatervolume
Nominale warmtevermogen (instelbereik)
kW
4,7
kW
4,4 - 8,7
Maximale nominale warmtebelasting
Qn (Hi/Hs)
kW
10,9 / 12,1
Minimale nominale warmtebelasting
Qmin (Hi/Hs)
kW
5,4 / 6,0
aardgas H
mbar
20-30
Vloeibaar gas (butaan/propaan)
mbar
25-35
aardgas H
m3/h
1,3
Vloeibaar gas (butaan/propaan)
kg/h
-
Gasgegevens1) Dynamische gasdruk
Opgenomen vermogen
Aantal inspuiters
6
Watergegevens Maximaal toegestane bedrijfsdruk2)
pw
bar
12
Temperatuurinstelling, rechtsom tot aan de aanslag verdraaid Temperatuurverhoging Volumestroom Minimale bedrijfsdruk
pwmin
°C
50
l/min
2,5
bar
0,4
°C
25
l/min
5
Temperatuurregelaar, linksom tot aan de aanslag gedraaid Temperatuurverhoging Volumestroom Tabel 3 1) Hi 15 °C - 1013 mbar - droog: aardgas 34,2 MJ/m3 (9,5 kWh/m3) Vloeibaar gas: butaan 45,72 MJ/kg (12,7 kWh/kg) - propaan 46,44 MJ/kg (12,9 kWh/kg) 2) Rekening houdend met de wateruitzetting mag deze waarde niet worden overschreden
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
7
2 2.8
Gegevens betreffende het toestel Productgegevens voor energieverbruik
De volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de EU-voorschriften nr. 811/2013, nr. 812/2013, nr. 813/2013 en nr. 814/2013 als aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU. Productkenmerken
Symbool
Eenheid
7700252130
–
–
F1400 EV51525
Stikstofoxidenemissie
NOx
mg/kWh
183
Geluidsvermogensniveau, binnen
LWA
dB(A)
66
Opgegeven capaciteitsprofiel
–
–
XS
Energie-efficiëntieklasse voor waterverwarming
–
–
A
wh
%
50
jaarlijks elektriciteitsverbruik
AEC
kWh
0
Dagelijks elektriciteitsverbruik (gemiddelde klimaatomstandigheden)
Qelec
kWh
0
jaarlijks brandstofverbruik
AFC
GJ
3
Jaarlijks brandstofverbruik (andere capaciteitsprofielen)
AFC
GJ
0
Dagelijks brandstofverbruik
Qfuel
kWh
4,842
–
–
No
Tset
°C
-
Producttype
Energie-efficiëntie van waterverwarming
Intelligente regeling ingeschakeld? Instelling van de temperatuurregelaar (uitleveringstoestand) Tabel 4
8
Productkenmerken voor energieverbruik
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Installatie (alleen voor de installateur) 3
3
Installatie (alleen voor de installateur) • GEVAAR: Explosiegevaar! ▶ Sluit de gaskraan voordat werkzaamheden aan gasvoerende delen worden uitgevoerd. ▶ Voer een dichtheidscontrole uit na werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen.
schillende huishoudelijke schoonmaakmiddelen. Neem indien nodig, passende maatregelen. Houd de in afb. 6 opgegeven minimale afstanden aan.
Voor
30 mm
Boven
500 mm
Rechts
30 mm
Links
30 mm
Tabel 5 Opstelling, aansluiting en inbedrijfstelling van het toestel mogen alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd.
Het toestel mag alleen in het op de typeplaat aangegeven bestemmingsland worden gebruikt.
3.1
Belangrijke aanwijzingen
▶ Vraag voor de installatie bij de gasleverancier informatie aan over gastoestellen en ventilatie van de opstellingsplaats en houdt de geldende normen aan. ▶ Monteer een gaskraan op de gasaansluiting zo dicht mogelijk bij het toestel. ▶ Na het afronden van de gasaansluiting moet een zorgvuldige reiniging en lektest worden uitgevoerd. Om schade door te hoge druk in de gasautomaat te voorkomen, moet dit bij gesloten gaskraan worden uitgevoerd. ▶ Controleer of de specificaties van de gassoort op de typeplaat van het toestel overeenkomen met de geleverde/gebruikte gassoort. ▶ Controleer of debiet en druk, die door de geïnstalleerde smoring worden geleverd, overeenkomen met de voor het toestel gespecificeerde waarden (zie technische gegevens in tab. 4).
3.2
Opstellingslocatie kiezen
Voorschriften opstellingslocatie • Nationale bepalingen aanhouden. • Installeer het toestel niet in ruimten, waar de temperatuur tot onder het vriespunt 0 °C kan afnemen. Schakel het toestel uit bij bevriezingsgevaar en tap deze af. • Installeer de geiser niet boven een warmtebron. • Ter voorkoming van corrosie moet de verbrandingslucht vrij zijn van agressieve stoffen. Bijzonder corroderende materialen zijn halogeenkoolwaterstoffen, die in oplosmiddelen, verf, lijm en drijfgassen zijn opgenomen en in ver-
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Minimale afstanden
Bij vorstgevaar: ▶ Toestel uitschakelen ▶ Toestel laten leeglopen ( hoofdstuk 4.7). Oppervlaktetemperatuur De maximale oppervlaktetemperatuur van het toestel buiten bij de rookgasgeleider is lager dan 85 °C. Er zijn geen speciale veiligheidsmaatregelen voor brandbare materialen en inbouwmeubelen nodig. Luchttoevoer Voor dit toestel is geen rookgasafvoer nodig. De voor de installatie van het toestel bedoelde locatie moet daarom een omgeving hebben, waarop de constante luchttoevoer is gewaarborgd en waar een directe verbinding met de buitenatmosfeer bestaat. De minimale eisen zijn hieronder opgesomd:
Luchttoevoer in cm2 (toestel zonder rook- Luchtuitlaat of gasafvoer) soortgelijke inrichting Afmetingen van het gebied 5 - 10 m3 100
11 - 20 m3
>20 m3
50
----
ja
Tabel 6 Bij meer dan één toestel met luchtafvoerinrichting moet een extra luchtinlaat aanwezig zijn of moet de bestaand worden vergroot met een oppervlak van 50 cm2. In de meeste gevallen is dit voldoende.
9
3 3.3
Installatie (alleen voor de installateur) Toestel monteren
▶ Waterdebietregelaar verwijderen. ▶ Trek de mantel naar voren en neem deze naar boven toe weg. ▶ Toestel met de meegeleverde schroeven en pluggen op de wand bevestigen. VOORZICHTIG: ▶ Steun geisers nooit af op de gas- en wateraansluitingen.
3.4
Wateraansluiting
Waterleidingen voor de installatie grondig doorspoelen, omdat het waterdebiet door vuildeeltjes vermindert en bij sterke vervuiling zelfs geheel kan worden verhinderd. ▶ Koudwaterleidingen en warmwaterleidingen markeren, om verwisselingen te voorkomen. ▶ Meegeleverde aansluittoebehoren voor de hydraulische aansluiting van de leidingen op de watervalve gebruiken. Om storingen vanwege plotselinge drukvariaties bij de watertoevoer te voorkomen adviseren wij het inbouwen van een terugslagventiel voor de geiser.
3.5
Gasaansluiting GEVAAR: Explosiegevaar! ▶ Sluit de gaskraan voordat werkzaamheden aan gasvoerende delen worden uitgevoerd. ▶ Voer een dichtheidscontrole uit na werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen.
Gebruik alleen originele accessoires.
3.6
Start
▶ Gas- en waterkranen openen en alle aansluitingen controleren op dichtheid. ▶ Optimale werking van de Oxystop-inrichting controleren. Meer informatie over de procedure vindt u onder " 6.2 Functietest".
10
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Gebruikersinstructie 4
Gebruikersinstructie
4 4.2
Toestel inschakelen
▶ Ontstekingstoets geheel indrukken en ingedrukt houden.
▶ Alle afsluitkranen voor gas en water openen.
VOORZICHTIG: In de omgeving van de brander en de waakvlambrander kan de mantel hoge temperaturen bereiken: raak de mantel in de omgeving van de brander niet aan.
GEVAAR: ▶ Opening voor luchtcirculatie niet verkleinen of afsluiten. ▶ Toestel slechts korte tijd in bedrijf nemen (maximaal 15 minuten). ▶ De opstellingsruimte na elk gebruik gedurende 10 minuten ventileren.
4.1
6720617293-03.1JS
Afb. 2 ▶ Na enkele seconden piëzo-ontstekingstoets repeterend indrukken.
Voor de inbedrijfstelling van het toestel De eerste inbedrijfstelling van de geiser moet door een installateur worden uitgevoerd. Deze levert de klant alle informatie, die nodig is voor het optimaal bedrijf van het toestel.
▶ Controleer, of het op de typeplaat opgegeven gassoort overeenkomt met de aanwezige gassoort. ▶ Gaskraan openen. ▶ Open de waterkraan.
6720617293-04.1JS
Afb. 3 ▶ Ontstekingstoets na tien seconden loslaten. Indien de vlam uitgaat: ▶ De gehele procedure herhalen.
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
11
4 4.3
Gebruikersinstructie Vermogensregeling
4.4
Minder heet water. Minder warmtevermogen.
Temperatuur instellen
▶ Draaien linksom. Het debiet wordt verhoogd en de watertemperatuur neemt af.
Afb. 6
6720617293-05.1JS
▶ Rechtsom draaien. Het debiet wordt verlaagd en de watertemperatuur neemt toe. Bij instelling van de temperatuur op de, afhankelijk van de behoefte, kleinst mogelijke waarde vermindert het energieverbruik en eventuele kalkafzettingen in de warmtewisselaar kunnen beter worden voorkomen.
Afb. 4 Heter water. Hoger warmtevermogen.
4.5
Directe waterafname
De temperatuur wordt net zoals bij een standaard mengkraan ingesteld. Warmwaterregelaar
sluiten
openen
Koudwaterregelaar
sluiten
openen
6720617293-06.1JS
Afb. 5
12
Afb. 7
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Gebruikersinstructie 4.6
4
Toestel uitschakelen
4.8
▶ Vermogensregelaar tot aan de aanslag schuiven.
Reinigen van de mantel van het toestel Geen scherpe of etsende reinigingsmiddelen gebruiken.
▶ Toestelmantel alleen met een vochtige doek en een klein beetje reinigingsmiddel schoonmaken.
6720617293-07.1JS
Afb. 8
4.7
Aftappen van het toestel
Bij vorstgevaar: ▶ Aftapschroef aan de onderkant van de watervalve verwijderen [1]. ▶ Laat het water in het toestel volledig wegstromen.
1 6720617293-08.1JS
Afb. 9
Aftap
[1] Aftapschroef VOORZICHTIG: Bevriezing kan beschadiging van het toestel tot gevolg hebben: bij gevaar voor bevriezing het toestel volledig laten leeglopen.
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
13
5
Aanpassing gassoort (alleen voor de installateur)
5
Aanpassing gassoort (alleen voor de installateur)
5.1
Fabrieksinstellingen Manipuleer verzegelde delen niet.
Minimale gasdebiet instellen ▶ Vermogensregelaar op minimaal vermogen (links) instellen en toestel in bedrijf nemen.
Aardgas Toestellen voor aardgas H (G 25) zijn af fabriek op de waarden zoals gespecificeerd op de typeplaat ingesteld en verzegeld. De toestellen mogen niet in bedrijf worden gesteld, wanneer de gasaansluitdruk onder 17 mbar of boven 25 mbar ligt. Vloeibaar gas Toestellen voor propaan/butaan (G31/G30) zijn af fabriek op de waarden zoals gespecificeerd op de typeplaat ingesteld en verzegeld. Het warmtevermogen kan via de inspuitdruk worden ingesteld. Daarvoor is een manometer nodig.
5.2
Afb. 11
Instelschroef voor minimale gasdebiet
▶ Open de warmwaterkraan. ▶ De instelling van de in tabel 8 opgegeven waarden via de instelschroef uitvoeren. Butaan
Inspuitdruk instellen
Toegang tot de instelschroef ▶ Neem de mantel van het toestel af (zie 3.3). Manometer aansluiten ▶ Maak de afdichtingsschroef (afb. 10). ▶ Manometer op het meetpunt van de branderinspuitdruk aansluiten.
aardgas H
Propaan
Inspuitercode
8708202144 (136)
8708202131 (69)
Aansluitdruk (mbar)
20
28
Minimale branderinspuiterdruk (mbar)
2.6
7.0
Tabel 7
5.3
Gasdruk
Ombouw gassoort
Gebruik uitsluitend de meegeleverde gasombouwset. Laat de ombouw door een erkend installateur uitvoeren. Met de gasombouwset wordt een montagehandleiding meegeleverd.
Afb. 10
14
Meetpunt
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Onderhoud (alleen voor de installateur) 6
Onderhoud (alleen voor de installateur)
Om te waarborgen, dat de optimale waarden voor het gasverbruik en de rookgasemissiewaarden worden aangehouden, adviseren wij een jaarlijkse inspectie en eventueel het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. WAARSCHUWING: Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden: ▶ Waterafsluiter sluiten. ▶ Gaskraan sluiten. ▶ Maak enkel gebruik van originele onderdelen. ▶ Bestel reservedelen aan de hand van de onderdelencatalogus van het toestel. ▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe exemplaren. ▶ Toegelaten vetten zijn: – Hydraulica: Unisilikon L 641 (8 709 918 413) – Schroefverbindingen: HFt 1 v 5 (8 709 918 010).
6.1
6
Regelmatig onderhoud
Functietest ▶ Alle veiligheids-, regel- en besturingselementen controleren. Binnenlichaam ▶ Controleer of reinigen van het binnenlichaam nodig is. ▶ Indien reinigen nodig is: – Binnenlichaam demonteren en temperatuurbegrenzer afnemen. – Spoel het af met een krachtige waterstraal. ▶ Wanneer de vervuiling niet kan worden weggenomen: lamellen in heet water met wasmiddel dompelen en zorgvuldig schoonmaken. ▶ Indien nodig: warmtewisselaar en verbindingsleidingen ontkalken. ▶ Bouw het binnenlichaam weer in met nieuwe dichtingen. ▶ Temperatuurbegrenzer op de houder monteren.
▶ Sproeiers met een waterstraal doorspoelen. Waterfilter ▶ Vervang het waterfilter van de watervalve. WAARSCHUWING: Monteer het waterfilter voor de inbouw van het toestel. Waakvlambrander en waakvlaminspuiter ▶ Waakvlambrander verwijderen en reinigen. ▶ Waakvlaminspuiter verwijderen en reinigen. Oxystop-inrichting Ga als volgt te werk bij een defecte Oxystop-inrichting: ▶ Luchttoevoer controleren. ▶ Rookgasgeleider controleren en reinigen. ▶ Brander en binnenlichaam reinigen. ▶ Waakvlambrander reinigen. Indien defect, waakvlambrander vervangen. ▶ Oxystop-inrichting reinigen. Indien defect, sonde vervangen. Wanneer onderdelen moeten worden vervangen: ▶ Bevestigingsschroef [1] losdraaien. ▶ Sonde van het binnenlichaam afnemen. ▶ Beschadigde Oxystop-inrichting door een nieuwe vervangen. ▶ Waarborg, dat het bovenste deel van de sonde [2] verticaal en horizontaal ten opzichte van de buis [3] is uitgelijnd. ▶ Toestel in omgekeerde volgorde weer monteren. GEVAAR: Brander bij elke inspectie/onderhoud van het toestel controleren en reinigen.
Brander ▶ Voer jaarlijks een inspectie van de brander uit en reinig deze indien nodig. Bij sterke vervuiling (vet, roet): ▶ Brander demonteren. ▶ De inspuiters met een borstel reinigen en erop letten, dat deze niet beschadigd raken.
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
15
6
Onderhoud (alleen voor de installateur) 4
▶ Mantel van het toestel opnieuw aanbrengen. ▶ Toestel inschakelen. GEVAAR: ▶ Vervuild thermokoppel met een droge doek reinigen. ▶ Beschadigde thermokoppel vervangen.
2
GEVAAR: ▶ Na afronding van de onderhoudswerkzaamheden moet een functiestop van de Oxystop-inrichting worden uitgevoerd.
1 3 6720617293-09.1JS
Afb. 12
6.2
Functietest
6.2.1 Oxystop-inrichting GEVAAR: Oxystop-inrichting onder geen enkele voorwaarde uitschakelen, beschadigen of door een ander onderdeel vervangen. Werking De Oxystop-inrichting schakelt het toestel af bij uitgaan van de waakvlam. De waakvlam gaat uit vanwege te veel CO2 in de toevoerbuis (afb. 12, [3]).
6.2.2 Controle van de verbranding ▶ Toestel met nominaal vermogen en vermogensregelaar op maximale temperatuurinstelling in bedrijf stellen. ▶ Een CO-sonde direct achter het onderste deel van het binnenlichaam aanbrengen. ▶ CO-waarde meten. De gemeten waarde moet minder zijn dan 10 ppm.
6.3
Inbedrijfstelling na het onderhoud
▶ Alle aansluitingen vastdraaien en op dichtheid controleren. Lees hoofdstuk 4 "Bedieningshandleiding" en hoofdstuk 5 "Ombouw gassoort".
Wanneer de omgeving door te veel CO2 is gecontamineerd, schakelt het toestel uit conform de eisen van de norm EN26. Wanneer het toestel tijdens bedrijf uitschakelt: ▶ Opstellingsruimte ventileren. ▶ Toestel na circa 10 minuten weer in bedrijf nemen. Wanneer het toestel opnieuw uitschakelt, een installateur inschakelen. Functietest van de sonde ▶ Controleer de gasaansluitdruk. ▶ Mantel van het toestel verwijderen. ▶ Binnenlichaam met het testrooster afdekken [4] (7 709 003 714). ▶ Mantel van het toestel aanbrengen. ▶ Toestel met nominaal vermogen en vermogensregelaar op maximale temperatuurinstelling in bedrijf stellen; Het toestel moet onder deze omstandigheden na maximaal vier minuten uitschakelen. Wanneer het toestel niet uitschakelt, de brander, het binnenlichaam en de Oxystop-inrichting controleren. ▶ Mantel van het toestel en testrooster verwijderen.
16
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
Storingen 7
Storingen
7.1
Storing/oorzaak/oplossing
7
Montage, onderhoud en reparatie installatie mogen alleen door een erkende installateur worden uitgevoerd. In de volgende tabel wordt het oplossen van mogelijke storingen beschreven (met * gemarkeerde oplossingen mogen alleen door een installateur worden uitgevoerd). Probleem
Oorzaak
Oplossing
Waakvlam gaat constant uit.
Waakvlaminspuiter is verstopt.
▶ Reinigen. *
Gasaansluitdruk laag of zeer hoog.
▶ Drukreduceer controleren, bij storing vervangen*.
Ontsteking lukt alleen na meerdere pogingen. Waakvlam is gelig. Waakvlam gaat bij openen van de warmwaterkraan uit. Water wordt niet goed warm. Vlam is uit.
▶ Controleer, of de gasflessen (butaan) tijdens bedrijf bevriezen en eventueel op een warmere locatie opstellen.
Water wordt niet goed warm.
▶ Instelling van de temperatuurregelaar controleren en instelling conform de gewenste temperatuur uitvoeren.
Ontsteking gaat tijdens gebruik van het toestel uit.
Gereduceerd waterdebiet.
Oxystop-inrichting is geactiveerd. Temperatuurbegrenzer is geactiveerd.
▶ Opstellingslocatie ventileren. ▶ Toestel na 10 minuten weer inschakelen. Wanneer de storing opnieuw optreedt, installateur inschakelen.
Niet voldoende waterdruk.
▶ Controleren en corrigeren. *
Vervuilde waterkranen of mengkranen.
▶ Controleren en reinigen.
Watervalve verstopt.
▶ Filter reinigen.*
Binnenlichaam verstopt (verkalking).
▶ Indien nodig, reinigen en ontkalken.*
Tabel 8
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
17
7 Notities
18
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
7 Notities
F1400 • 6 720 818 962 (2015/09)
19
6720818962
Nefit is een merk van Bosch Thermotechniek B.V. Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer SupportLine: 0570 602 206 Consumentenlijn: 0570 602 500 Internet: www.nefitdealer.nl