Pr o f i e l Koninklijke Vendex KBB is een belangrijke non-food retailer in
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Nederland en expandeert met diverse winkelformules in het buiten-
Jaarverslag 2003/04
land. De onderneming is actief in zeven landen: Nederland, België, Luxemburg, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Spanje. In het boekjaar 2003/04 (1 februari tot en met 31 januari) behaalde het concern met ruim 43.000 medewerkers een netto-omzet van circa € 4,5 miljard. Tot Vendex KBB behoren vijftien winkelformules met samen bijna 1.800 vestigingen.
Vendex KBB heeft een rijke historie van meer dan honderd jaar. Het concern is voortgekomen uit Magazijn 'de Bijenkorf', opgericht in 1870 en Vroom & Dreesmann, opgericht in 1887. Beide Amsterdamse ondernemingen hebben zich in de loop der jaren ontwikkeld tot belangrijke spelers in de Nederlandse detailhandel. Het aandeel Vendex KBB is genoteerd aan Euronext Amsterdam en maakt deel uit van de AMX-index.
De winkelketens van het concern zijn naar marktverwantschap gerangschikt in zes business units en hebben alle een eigen marktpositie, klantenbenadering en identiteit. De winkelformules HEMA, V&D en de Bijenkorf zijn ieder een zelfstandige, resultaatverantwoordelijke business unit. De overige formules maken deel uit van de groepen Doe-Het-Zelf, Fashion of Consumentenelektronica.
Vendex KBB heeft een decentrale organisatiestructuur, met een compacte centrale organisatie. Deze verleent vooral ondersteunende en coördinerende diensten, onder meer op het gebied van human resources, juridische zaken, financiën, fiscale zaken, verzekeringen, informatietechnologie en vastgoedmanagement.
De Hoofddirectie ontwikkelt de concernstrategie en is betrokken bij de commerciële positionering, expansie en internationalisatie van de winkelformules. De directies van de werkmaatschappijen hebben als ondernemers een grote mate van zelfstandigheid. Daardoor kunnen zij flexibel en marktgericht werken en kan hoge prioriteit worden gegeven aan de kwaliteit van product en dienstverlening. In deze wendbare organisaties worden creativiteit en eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers gestimuleerd.
De Klencke 6 1083 HH Amsterdam Postbus 7997 1008 AD Amsterdam Tel. 020 5490 500 Internet: www.vendexkbb.nl
Jaarverslag 20 03/04
Koninklijke Vendex KBB N.V.
De Hoofddirectie Drs. P. E. Hamming, voorzitter D.R. Goeminne Hir./Lic. Mr. drs. M. H. M. Smits RA De Raad van Commissarissen Prof. drs. F. A. Maljers, voorzitter J. den Hoed RA H.A.P. M. Pont Mevr. S. C. Tóth
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Informatie voor aandeelhouder s HEMA, Frankemaheerd 2, 1102 AN Amsterdam, tel. 020 - 3114 411
Investor relations Vendex KBB streeft een actief investorrelationsbeleid na met als doel de beleggers zo adequaat mogelijk te informeren. In het verslagjaar is een groot aantal presentaties gegeven aan analisten en beleggers in binnen- en buitenland. Ten behoeve van particuliere beleggers was Vendex KBB vertegenwoordigd op de jaarlijkse ‘Dag van het Aandeel’. Met deze activiteiten wordt beoogd een zo goed mogelijke waardering van het aandeel tot stand te laten komen, alsmede een brede spreiding van het aandelenbezit onder institutionele en particuliere beleggers. Relevante informatie over Vendex KBB en actuele persberichten zijn te raadplegen op de website: www.vendexkbb.nl. Aandelen Het concern kent drie soorten aandelen: gewone aandelen (nominaal € 0,02, gecertificeerd en beursgenoteerd), preferente aandelen B (nominaal € 40, niet-royeerbaar gecertificeerd) en preferente aandelen C (nominaal € 100, niet uitgegeven). De preferente aandelen C hebben een beschermingskarakter en kunnen worden uitgegeven aan Stichting Preferente aandelen C Koninklijke Vendex KBB (zie ook pagina 75). De preferente aandelen B en C zijn niet genoteerd en tellen niet mee voor de berekening van de ‘free float’. De ‘free float’ van de certificaten van gewone aandelen was per einde verslagjaar 100%. Stemrecht Certificaathouders van gewone aandelen Vendex KBB die van hun stemrecht gebruik willen maken, kunnen voor de duur van de algemene vergadering een volmacht zonder restricties krijgen. Deze volmachten worden niet verleend of worden herroepen, indien de onderneming wordt geconfronteerd met onder meer een vijandige overname. Dit laat onverlet dat certificaathouders, mits zij natuurlijke personen zijn, onder alle omstandigheden hun certificaten kunnen omruilen in stemgerechtigde aandelen tot maximaal 1% van het aandelenkapitaal. In 2003 is een wijziging doorgevoerd in het aantal stemmen dat op de preferente aandelen B kan worden uitgebracht.
De preferente aandelen vertegenwoordigen slechts een zeer gering gedeelte van de waarde van de onderneming in het economisch verkeer, maar maken wel ruim 31% van het geplaatste kapitaal uit. Op basis daarvan was in het verleden ruim 31% van het stemrecht aan deze preferente aandelen verbonden. Alle preferente aandelen B worden gehouden door Stichting Administratiekantoor van preferente aandelen B Koninklijke Vendex KBB, die daartegenover niet-royeerbare certificaten heeft uitgegeven. In de administratievoorwaarden van dit administratiekantoor is een regeling opgenomen als gevolg waarvan het op de preferente aandelen B uit te oefenen stemrecht gerelateerd zal zijn aan de waarde van een preferent aandeel B in relatie tot de waarde van (een certificaat van) een gewoon aandeel. Voor de berekening van het stemrecht van het administratiekantoor zal worden uitgegaan van de totale nominale waarde van de door het administratiekantoor gehouden preferente aandelen B, gedeeld door de beurskoers van (een certificaat van) een gewoon aandeel. Voor de koers wordt uitgegaan van de slotkoers van (een certificaat van) een gewoon aandeel op de laatste beursdag van de maand voorafgaande aan de maand waarin de oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders zal worden gedaan. Het stemrecht van de preferente aandelen B is hierdoor teruggebracht tot minder dan 1%. Onderstaande tabel geeft een overzicht van soort, aantal, nominale waarde en het procentuele aandeel in het stemrecht per 31 januari 2004. Het totale aantal certificaten van gewone aandelen is inclusief de circa 1,5 miljoen aandelen die in het vorige boekjaar door de vennootschap zijn ingekocht en niet zijn ingetrokken. Aandeelhoudersbelangen In mei 2003 heeft K Capital Partners, LLC melding gemaakt dat zij een belang heeft van meer dan 5% in de beursgenoteerde (certificaten van) gewone aandelen. Voorzover bekend zijn er geen andere belangen van meer dan 5% in de beursgenoteerde (certifi-
caten van) gewone aandelen. Er is een aantal partijen in het bezit van certificaten van preferente aandelen B, mede als gevolg waarvan zij een belang groter dan 5% houden in het geplaatste nominale kapitaal van Vendex KBB. Deze partijen zijn: Aegon Deelnemingen B.V., Fortis Utrecht N.V., Delta Lloyd Verzekeringsgroep N.V. en Internationale Nederlanden Verzekeringsgroep N.V. Interpolis N.V. heeft een belang groter dan 10%. Ontwikkeling van het aantal uitstaande gewone aandelen (x 1.000)
Totaal aantal gewone aandelen In 2002 ingekochte maar niet ingetrokken aandelen
90.784
-
Stand per 31 januari 2003 In februari 2003 ingekochte en ingetrokken aandelen
1.475 89.309
-
35
Stand per 31 januari 2004
89.274
Gemiddeld aantal uitstaande aandelen
89.275
Beursnotering De (certificaten van) gewone aandelen zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam (symbool: VDX). Het aandeel is onder meer opgenomen in de volgende indices: Index
Beurskoers De koers van het aandeel Vendex KBB is in het verslagjaar per saldo 29% gestegen (AMX-index: plus 33%). Het relatieve koersverloop in het verslagjaar ten opzichte van de AMX-index en de DJ Retail-index is in bijgaande grafiek weergegeven. Koers 31 januari 2003 Laagste koers (10 maart 2003) Hoogste koers (28 januari 2004) Koers 31 januari 2004
€ € € €
8,92 6,08 11,82 11,55
De effectieve beursomzet was in het verslagjaar € 724 miljoen, waarbij 77 miljoen aandelen werden verhandeld (enkeltelling). Als gevolg van de koersstijging nam de marktkapitalisatie toe tot ruim € 1 miljard (vorig jaar € 800 miljoen). Spreiding aandelenbezit Per 31 januari 2004 stond van het totale aantal (certificaten van) gewone aandelen naar schatting 54% uit bij institutionele beleggers in het buitenland, 26% bij Nederlandse instituten en 20% bij particuliere beleggers. De geografische spreiding van het aandelenbezit was per einde verslagjaar naar schatting: Nederland 46%, Verenigde Staten en Canada 27%, België en Luxemburg 11%, Verenigd Koninkrijk en Ierland 8% en rest van de wereld 8%.
■ ■ ■ ■ ■
Nederland Verenigd Koninkrijk en Ierland Verenigde Staten en Canada België en Luxemburg Rest van de wereld
46% 8% 27% 11% 8%
Dividendbeleid Het dividendbeleid is erop gericht voor het gewone dividend een uitkering te realiseren van 30% tot 40% van de nettowinst (vóór bijzondere baten en lasten). Het uitkeringspercentage zal mede afhankelijk zijn van de (verwachte) ontwikkeling van de resultaten. In september van het boekjaar wordt een interim-dividend beschikbaar gesteld. Onder normale omstandigheden is het interim-dividend gelijk aan circa 30% van het totale dividend van het voorgaande boekjaar. In verband met de problemen bij V&D is besloten met ingang van het verslagjaar af te wijken van het dividendbeleid. Een terugkeer naar het normale regime wordt afhankelijk gesteld van de financiële situatie van het concern en met name van die van V&D.
Vroom & Dreesmann, Spaklerweg 52, 1096 BA Amsterdam, tel. 020 - 5959 111
de Bijenkorf, Frankemaheerd 6, 1102 AN Amsterdam, tel. 020 - 3129 700
Praxis, Wildenborch 9, 1112 XB Diemen, tel. 020 - 3983 333
Formido, Watergoorweg 65, 3861 MA Nijkerk, tel. 033 - 2474 547
Brico, Zelliksesteenweg 65, 1082 Brussel, België, tel. 0032 - 2 4679 200
Financiële agenda Algemene Vergadering van Aandeelhouders
Begin juni 2004
Resultaten 1e kwartaal 2004/05
2 juni 2004
Halfjaarbericht 2004/05
7 september 2004
Resultaten 3e kwartaal 2004/05
30 november 2004
Omzet 4e kwartaal en boekjaar 2004/05 Jaarcijfers 2004/05
16 februari 2005
M&S Mode, Basisweg 52, 1043 AP Amsterdam, tel. 020 - 5809 911
Hunkemöller, Liebergerweg 28, 1221 JS Hilversum, tel. 035 - 6465 588
5 april 2005
Gewicht
Claudia Sträter, Stammerhove 1, 1112 VA Diemen, tel. 020 - 5698 500
(per 31 januari 2004)
AMX-index Next 150 MSCI Europe MSCI Netherlands MSCI Europe Small Cap MSCI Netherlands Small Cap
5,17% 0,99% 0,02% 0,35% 0,40% 6,88%
De aandelen worden tevens verhandeld via een 144A ADR-programma (American Depositary Receipts) in de Verenigde Staten. Uitgebreide regelgeving van de Securities and Exchange Commission (SEC) is hierop niet van toepassing. Meer informatie over dit programma is beschikbaar op de website van de Bank of New York, www.adrbny.com. Opties op aandelen Vendex KBB worden verhandeld op Euronext Amsterdam.
Koersverloop 150%
Dixons, Goudenheuvel 47, 5234 GA Den Bosch, tel. 073 - 6460 700
140%
130%
Dynabyte, Lippestraat 1, 8028 PS Zwolle, tel. 038 - 4557 900
120%
110%
It’s, Beelaerts van Bloklandstraat 14, 5042 PM Tilburg, tel. 013-5945 200
100%
90%
Modern Electronics, Beelaerts van Bloklandstraat 14, 5042 PM Tilburg, tel. 013 - 5945 100 80%
70%
Prijstopper, Beelaerts van Bloklandstraat 14, 5042 PM Tilburg, tel. 013 - 5945 100
Soort
Gewone aandelen Preferente aandelen B
Aantal (x 1.000)
Nominale waarde per aandeel
Nominale waarde totaal
Stemrecht vóór wijziging
Stemrecht ná wijziging
90.784
€ 0,02
€ 1.815.67 0
69%
69%
€
€ 840.000
31%
<1%
21
40
60%
50% 31-01-2003 Vendex KBB
31-04-2003 AMX
DJ European Retail Index
31-07-2003
31-10-2003
31-01-2004
Schaap & Citroen, Koningin Wilhelminaplein 30, 1062 KR Amsterdam, tel. 020 - 3463 400
Inhoud
Jaar verslag 2003/04
2
Bericht van de Raad van Commissarissen
3
Corporate Governance
4
Voorwoord van de Hoofddirectie
6
Verslag van de Hoofddirectie
7
Wijziging omzetbegrip
9
Vooruitzichten
10
Financiering
11
Human resources / Medezeggenschap
13
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
16
HEMA
20
V&D
24
de Bijenkorf
28
Doe-Het-Zelf
32
Fashion
38
Consumentenelektronica
42
Overige activiteiten en deelnemingen
43
Jaarrekening
44
Geconsolideerde balans
45
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
46
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
47
Grondslagen geconsolideerde jaarrekening
52
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
58
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening
63
Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht
65
Vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening
66
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening
73
Overige gegevens
76
Personalia Hoofddirectie en Raad van Commissarissen
1
B e r i ch t v a n d e R a a d v a n C o m m i s s a r i s s e n Jaarrekening en winstverdeling Wij bieden u hierbij de door de Hoofddirectie opgestelde jaarrekening over het boekjaar 2003/04 ter goedkeuring aan. De jaarrekening is gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Hun verklaring is vermeld op pagina 73. Wij hebben mede op grond van deze verklaring en hun verslag de jaarrekening vastgesteld en stellen u voor deze goed te keuren. De Hoofddirectie stelt, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor de nettowinst over het boekjaar 2003/04 ad € 9 miljoen geheel uit te keren. Voorgesteld wordt om na betaling van het dividend op de preferente aandelen B € 0,10 per (certificaat van) een gewoon aandeel uit te keren. In september 2003 is dit bedrag reeds als interim-dividend betaald, zodat per saldo geen uitkering van slotdividend zal plaatsvinden. De dividendparagraaf vindt u op pagina 73. Samenstelling van de Raad Na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 14 mei 2003 zijn de heren mr. drs. H. Langman, voorzitter, en prof. mr. J.M.M. Maeijer wegens het bereiken van de statutaire leeftijdsgrens afgetreden als lid van de Raad van Commissarissen. De Raad heeft besloten het aantal commissarissen na het aftreden van de heren Langman en Maeijer terug te brengen van zeven naar zes leden. De Raad van Commissarissen heeft overeenkomstig zijn in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders kenbaar gemaakte voornemen de volgens rooster aftredende commissaris, mevrouw S.C. Tóth, direct na de vergadering van 14 mei 2003 herbenoemd. De Raad heeft voorts de heer prof. drs. F.A. Maljers benoemd tot voorzitter van de Raad van Commissarissen. Kort na de jaarvergadering in mei 2003 is mevrouw drs. K.M.A. Peijs teruggetreden als commissaris in verband met haar aanstelling als Minister van Verkeer en Waterstaat per 26 mei 2003. De Raad betreurt haar vertrek en is haar veel dank verschuldigd voor de bijdrage tijdens vele vergaderingen met de Raad sinds haar aanstelling in 1996. Door het terugtreden van mevrouw Peijs bestaat de Raad uit vier leden. Voor de invulling van de vacatures is de Raad in gesprek met enkele kandidaten. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan een aanbeveling doen voor het voorzien in vacatures in de Raad. In verband met de ontwikkelingen in het verslagjaar en met name de
2
getoonde belangstelling van enkele internationale investeringsmaatschappijen, heeft de Raad besloten de invulling van deze vacatures vooralsnog aan te houden. De leden van de Raad worden voor een termijn van vier jaar benoemd en kunnen worden benoemd voor een nieuwe termijn van vier jaar. In 2004 zal er geen commissaris volgens rooster aftreden. De Raad heeft voorts zijn eigen functioneren besproken. Samenstelling van de Hoofddirectie De Raad heeft ook het functioneren van de Hoofddirectie besproken. In juli is door de Hoofddirectie besloten tot wijziging in de samenstelling van de directie van V&D. Met onder meer de aanstelling van de heer D.R. Goeminne, directievoorzitter van HEMA, tot voorzitter van de directie van V&D per 1 augustus 2003, moest de negatieve ontwikkeling van omzet en resultaat worden omgebogen. De Raad heeft besloten de heer Goeminne per dezelfde datum tevens op te nemen in de Hoofddirectie. Deze benoeming wordt bekrachtigd na de jaarvergadering in 2004. In oktober van het verslagjaar is in goed overleg besloten dat de heer J.B.J.M. Hunfeld, sedert 2001 lid van de Hoofddirectie, zou terugtreden uit de Hoofddirectie. De heer Hunfeld heeft per 1 januari 2004 zijn loopbaan buiten het concern voortgezet. Toezicht Met de Hoofddirectie wordt in het verslagjaar volgens een vastgesteld schema van vergaderingen de gang van zaken besproken. In het verslagjaar heeft de Raad van Commissarissen in totaal elf keer vergaderd met de Hoofddirectie. Voorts werd periodiek vergaderd door de audit- en de honoreringscommissie. In het verslagjaar heeft een commissie uit de Raad periodiek met de Hoofddirectie gesproken over de ontwikkeling van de concernstrategie en de herfinanciering van het concern ter voorbereiding op de besluitvorming in de Raad. In de vergaderingen met de Hoofddirectie is uitvoerig gesproken over de ontwikkeling van de concernresultaten, de koersontwikkeling van het aandeel, de signalen uit de aandeelhoudersgemeenschap, de concernstrategie, de herfinanciering van het concern, de financiële positie van het pensioenfonds, de ontwikkelingen binnen de warenhuizen V&D en de Bijenkorf, corporate governance, de samenstelling van de stichtingsbesturen en de beloningsstructuur van de Hoofddirectie. Tevens is met de Raad overleg gevoerd over de operationele gang van zaken, het operationele budget, het investeringsbudget, de financiële resultaten, de risico’s verbonden
aan de activiteiten van de vennootschap, de rapportage van de Hoofddirectie inzake de interne beheersystemen, acquisities, investeringen, desinvesteringen en diverse aspecten van het sociaal beleid. Een delegatie van de Raad heeft jaarlijks een ontmoeting met een vertegenwoordiging van de Centrale Ondernemingsraad, waarin openhartig wordt gesproken over diverse ontwikkelingen binnen het concern en over de concernstrategie. Ook wonen leden van de Raad van Commissarissen de overlegvergaderingen met de Centrale Ondernemingsraad bij. Twee leden van de Raad kunnen worden aangemerkt als ‘COR-commissaris’, te weten mevrouw Tóth, als opvolgster in deze van mevrouw Peijs, en de heer Pont. Commissies uit de Raad De auditcommissie uit de Raad, onder voorzitterschap van de heer Den Hoed, heeft in het verslagjaar vijf keer vergaderd. De vergaderingen van de auditcommissie vinden plaats in aanwezigheid van de externe accountant. Dankzij het voorbereidende werk van deze commissie op haar terrein heeft de Raad meer gelegenheid voor inhoudelijke discussies met de Hoofddirectie over concernstrategie en operationele zaken. In het verslagjaar is in de auditcommissie uitvoerig gesproken over de verslaglegging en in verband met de wijzigende regelgeving in het bijzonder over pensioenen en de herfinanciering van het concern. In verband met de regelgeving van de Pensioen & Verzekeringskamer en de wijzigende regels voor de jaarverslaggeving is een aparte vergadering belegd, waarbij tevens de directie van het pensioenfonds en externe adviseurs van de vennootschap aanwezig waren. De auditcommissie heeft in het verslagjaar tevens twee keer vergaderd met de externe accountants zonder aanwezigheid van vertegenwoordigers van de vennootschap. De honoreringscommissie uit de Raad is in het verslagjaar een aantal malen bijeengeweest, waarbij uitvoerig is gesproken over de componenten van de bezoldiging van bestuurders. In gesprekken met de Hoofddirectie en een extern adviseur is de bezoldiging van de bestuurders van de vennootschap opnieuw beoordeeld en gewogen in relatie tot de inhoud van de bezoldiging van bestuurders van ondernemingen van vergelijkbare omvang en organisatiestructuur in binnen- en buitenland. De leden van de Hoofddirectie hebben op 10 april 2003 opties ontvangen ter waarde van 105% van het vaste jaar-
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
salaris. De Raad heeft besloten het basissalaris van de leden van de Hoofddirectie per 1 januari 2004 opnieuw ongewijzigd te laten. De bonus over 2003/04 is vastgesteld op 10% van het vaste basissalaris. De kwantitatieve doelstellingen voor het verslagjaar 2003/04 zijn niet gerealiseerd. De Raad heeft besloten tot deze bonus in verband met de inspan-
ningen van de leden van de Hoofddirectie op diverse gebieden. In dit kader is afgesproken dat Hoofddirectie en Raad de mogelijkheid onderzoeken om de pensioenregeling van de leden van de Hoofddirectie meer in lijn te brengen met de overige pensioenregelingen in het concern.
leden van de Hoofddirectie en de Raad staan vermeld op pagina 71 en 72. De Raad van Commissarissen betuigt zijn dank aan Hoofddirectie, directies en medewerkers voor de geleverde inspanningen in het verslagjaar.
De bedragen van de beloning van de
Amsterdam, 5 april 2004
waarin nadere regels worden gegeven omtrent de werkwijze en wijze van besluitvorming van de Hoofddirectie. De Raad van Commissarissen heeft een eigen reglement en heeft daarnaast reglementen voor de auditcommissie en de honoreringscommissie.
tegenover de door haar gehouden preferente aandelen B niet royeerbare certificaten uitgegeven. In 2003 heeft genoemd administratiekantoor een wijziging doorgevoerd in haar administratievoorwaarden op grond waarvan het door het administratiekantoor op de preferente aandelen B uit te oefenen stemrecht gerelateerd zal zijn aan de waarde van het preferente aandeel B in relatie tot de waarde van (een certificaat van) een gewoon aandeel. Het op de preferente aandelen B uitgebrachte stemrecht wordt hiermee in lijn gebracht met het economisch belang van deze preferente aandelen B. Met deze aanpassing heeft Vendex KBB deels invulling gegeven aan ‘best practice’-bepaling IV.1.2.
Corporate Governance De Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen hebben met belangstelling kennis genomen van de inhoud van de Code Tabaksblat. De principes en de meeste van de ‘best practice’bepalingen worden door de Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen onderschreven. Goed en transparant ondernemingsbestuur acht Vendex KBB van groot belang, evenals de uitoefening van het toezicht hierop en het afleggen van verantwoording over dit bestuur en toezicht aan de aandeelhouders. De Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen hebben aan de hand van een voorlopige analyse geconstateerd dat Vendex KBB op dit moment reeds voldoet aan een groot aantal principes en ‘best practice’-bepalingen. In verband met de recente ontwikkelingen rond het concern hebben Hoofddirectie en Raad van Commissarissen besloten in het voorliggende jaarverslag geen uitgebreide rapportage over de Code Tabaksblat op te nemen. Hoofddirectie en Raad van Commissarissen De op de Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen van toepassing zijnde principes en ‘best practice’bepalingen uit de Code worden nagenoeg geheel onderschreven. De werkwijze van de Raad van Commissarissen en zijn commissies wordt beschreven in het Bericht van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen kent twee commissies, te weten een auditcommissie en een honoreringscommissie. De honoreringscommissie houdt zich ook bezig met selectie- en benoeming van leden van de Hoofddirectie. De Hoofddirectie heeft een reglement
Jaar verslag 2003/04
Aandelen en stemrecht De door Vendex KBB uitgegeven gewone aandelen zijn voor het overgrote deel gecertificeerd. Houders van certificaten van gewone aandelen Vendex KBB die van hun stemrecht gebruik willen maken, kunnen voor de duur van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een volmacht krijgen. Deze volmachten worden echter niet verleend of kunnen worden herroepen, indien de onderneming wordt geconfronteerd met onder meer een vijandige overname. De certificering van aandelen wordt in dat opzicht beschouwd als een beschermingsmaatregel. Derhalve wordt door Vendex KBB afgeweken van het onder Hoofdstuk IV.2 van de Code weergegeven principe. Vooralsnog wenst Vendex KBB aan de certificering als beschermingsmaatregel vast te houden en zal zij derhalve afwijken van het genoemde principe en van de meeste daaruit voortvloeiende ‘best practice’bepalingen. Een en ander laat onverlet dat houders van certificaten van gewone aandelen, mits zij natuurlijke personen zijn, onder alle omstandigheden hun certificaten kunnen omruilen in stemgerechtigde aandelen tot maximaal 1% van het geplaatste kapitaal. Het geplaatste kapitaal van Vendex KBB bestaat voorts uit preferente aandelen B, welke worden gehouden door Stichting Administratiekantoor van preferente aandelen B Koninklijke Vendex KBB. Dit administratiekantoor heeft
Structuurregime Op Vendex KBB is het volledige structuurregime verplicht van toepassing. Ingevolge het wetsvoorstel 28179 zullen de wettelijke bepalingen van het structuurregime ingrijpend worden gewijzigd. Vendex KBB voorziet dat te zijner tijd de statuten van de vennootschap aan deze gewijzigde regelingen van structuurregime worden aangepast. Waar nodig en gewenst zullen dan ook de voor Vendex KBB relevante bepalingen van corporate governance in de statuten worden opgenomen. Afhankelijk van de ontwikkeling in het lopende jaar zal Vendex KBB het jaar gebruiken om de praktische consequenties van de Code voor Vendex KBB verder te analyseren en de benodigde acties vast te stellen en uit te werken. De bestaande reglementen zullen worden aangepast en waar nodig zullen nieuwe reglementen en andere interne regelgeving worden opgesteld.
3
Vo o r w o o r d v a n d e H o o f d d i r e c t i e Vendex KBB heeft een wisselvallig jaar achter de rug. Het eerste halfjaar was goed, ondanks de afnemende consumentenbestedingen in alle landen waar het concern actief is. Vijf van de zes business units boekten hogere omzetten en betere resultaten. In de tweede helft van het verslagjaar werd de gang van zaken sterk beïnvloed door de recessie. Alle zeilen moesten worden bijgezet om omzet en resultaat op peil te houden. Per saldo slaagden HEMA en Doe-HetZelf erin de goede prestaties van het vorige boekjaar te overtreffen. De Bijenkorf en Consumentenelektronica bleven op, respectievelijk licht onder het niveau van het jaar ervoor. Voor Fashion waren de marktomstandigheden in het tweede halfjaar ronduit slecht; na een uitstekend eerste halfjaar kwam het resultaat onder druk te staan. Voor V&D was het een dramatisch jaar. In het eerste halfjaar bleken de vorig boekjaar genomen herstelmaatregelen onvoldoende effect te sorteren. Daardoor nam het verlies in de eerste jaarhelft aanzienlijk toe en dreigde de onderneming over het hele verslagjaar af te stevenen op een zeer groot operationeel verlies. Het begin juli genomen besluit om nieuw management op V&D te zetten en de warenhuisformule ingrijpend te herstructureren, heeft in het tweede halfjaar geleid tot een kentering in de resultaatsontwikkeling. Voor de herstructurering is € 80 miljoen ten laste van het resultaat gebracht.
4
V&D drukte een zwaar stempel op het totale resultaat, dat fors achterbleef bij dat van vorig boekjaar. Niettemin zijn er ook lichtpunten. De meeste winkelformules versterkten hun marktposities, hadden hun kosten goed onder controle en eindigden het jaar met gezonde voorraden. Zij plukken de vruchten van de strategie, die gericht is op versterking van de formules met (internationale) groeipotentie, herstel van de matig of slecht renderende onderdelen en op verdere professionalisering van de interne processen. Ook onze medewerkers hebben hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Zij zijn de onmisbare schakel in het contact met de klant. Wij willen onze klanten niet alleen goede producten tegen de juiste prijs bieden, maar ook goede service en advies. Het feit dat vele miljoenen tevreden klanten onze winkels regelmatig bezoeken, bewijst dat onze medewerkers het vak verstaan en zich ervoor inzetten. Wij willen hen daarmee graag complimenteren. Door de reorganisatie bij V&D hebben wij helaas ook afscheid moeten nemen van een groot aantal medewerkers op alle niveaus van deze onderneming. Wij spannen ons in om medewerkers, van wie de functie is vervallen, naar een passende baan binnen of buiten het concern te begeleiden. Strategie Met de uitvoering van de strategie is de afgelopen jaren goede voortgang gemaakt. Door een reeks van desinvesteringen heeft het veranderingspro-
ces in de richting van een minder complex en aanzienlijk meer gefocust concern in voorgaande jaren gestalte gekregen. Tegelijkertijd is het concern doorgegaan met de uitbouw van internationaal kansrijke activiteiten. Drie business units (HEMA, Doe-het-zelf en Fashion) hebben inmiddels internationale status met vestigingen in verschillende landen en ontwikkelen zich steeds meer tot groeikernen. In het verslagjaar heeft het concern zijn positie in de doe-het-zelfmarkt verder versterkt door de acquisitie van de activiteiten van Leroy Merlin in België. Deze overname volgde een jaar na de acquisitie van Brico, waarmee de tot dan toe op de Nederlandse markt georiënteerde doe-het-zelfgroep de gewenste internationale dimensie kreeg. Ook de Fashion-groep heeft de groei in het buitenland voortgezet; Hunkemöller met name in Denemarken en Frankrijk, M&S in Frankrijk en Spanje. Claudia Sträter zette een eerste stap op de Duitse markt. HEMA heeft het tempo van de expansie in België opgevoerd; het winkelbestand is daar in het verslagjaar met een kwart uitgebreid. In Duitsland test HEMA de markt met drie winkels. In het lopende jaar gaat een eerste winkel in Luxemburg open. Consumentenelektronica heeft groeimogelijkheden binnen de Benelux. Dixons opende in het verslagjaar zijn eerste vestiging in België. Door de succesvolle ontwikkeling van Dixons en Dynabyte en de integratie van de back-office van It's en Modern
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Electronics heeft de elektronicagroep een gezonde basis gekregen voor toekomstige groei van omzet en resultaat.
aan een meer realistische waardering van de onderneming op de financiële markt.
In het vorige jaarverslag hebben wij aangegeven dat vooralsnog geen consolidatie is te verwachten in de Europese warenhuissector. De prioriteit bij onze warenhuisformules ligt vooral bij verbetering van het rendement bij de Bijenkorf en herstel van de winstgevendheid bij V&D.
Onderzoek naar overname Onder deze omstandigheden heeft in de laatste maanden van het verslagjaar een aantal grote internationale investeringsmaatschappijen belangstelling voor de onderneming getoond. Met hen zijn in januari 2004 verkennende gesprekken gevoerd, uitmondend in meer concrete voorstellen om een mogelijk bod op de onderneming te mogen onderzoeken. Raad van Commissarissen en Hoofddirectie hebben begin februari 2004 besloten enkele van deze partijen toe te staan de mogelijkheden van een overname nader te bestuderen. De geselecteerde partijen hebben verklaard geïnteresseerd te zijn in de onderneming als geheel en onderschrijven de eerder beschreven strategie.
Voor het concern blijft een actief portefeuillebeleid noodzakelijk. Door verdere stroomlijning zal geld moeten worden vrijgemaakt om de groei-ambities waar te maken. Weliswaar heeft de onderneming in het verslagjaar de volledige schuld en de beschikbare kredietlijnen voor langere tijd kunnen herfinancieren, maar door de huidige beoordeling van de kredietwaardigheid en het grote verlies en de aanzienlijke herstructureringsvoorziening van V&D is terughoudendheid met investeringen geboden. Dit is ook de reden waarom over het verslagjaar slechts een beperkt interim-dividend is uitgekeerd en geen slotdividend zal worden betaald. De groei financieren door aandelen uit te geven is al enkele jaren geen optie, als gevolg van de lage beurskoers. Het concern wordt door beleggers nog steeds als te complex gezien, ondanks de aanzienlijke stroomlijning die tot nog toe heeft plaatsgevonden. In het afgelopen jaar hebben de marktontwikkelingen en in het bijzonder de problemen bij V&D niet bijgedragen
Op 5 februari 2004 is de markt hierover via een persbericht geïnformeerd. In dit persbericht is ook een voorlopige, niet-bindende waardering van de onderneming geïndiceerd (rond € 14 per aandeel). Kort na publicatie van het persbericht zijn partijen begonnen met een boekenonderzoek en met een nadere analyse van de toekomstmogelijkheden van de verschillende activiteiten van het concern. Er hebben gesprekken plaatsgevonden met de managementteams van alle werkmaatschappijen en met het management van belangrijke concernafdelingen.
Eind maart van het lopende jaar hebben de geselecteerde partijen concrete voorstellen voor een overname ingediend. Op basis van die voorstellen hebben Raad van Commissarissen en Hoofddirectie een keuze gemaakt. Besloten is om op exclusieve basis verder te onderhandelen met een consortium bestaande uit Kohlberg Kravis Roberts & Co L.P., Change Capital Partners L.L.P. en AlpInvest Partners N.V. Dit consortium stelde een bod op de aandelen van € 16 in het vooruitzicht, afhankelijk van de afronding van een fusieprotocol en van de uitkomst van beperkte, aanvullende ‘due diligence’. Het besluit om op exclusieve basis verder te praten met genoemd consortium is bekendgemaakt in een persbericht van 31 maart 2004. Op de datum van de ondertekening van dit jaarverslag (5 april 2004) waren geen nieuwe feiten over de voortgang van de gesprekken met het consortium bekend. Zodra de modaliteiten van een mogelijke overname nader zijn uitgewerkt in een fusieprotocol, wordt de Centrale Ondernemingsraad om advies gevraagd en wordt de Europese Ondernemingsraad geconsulteerd. Na advisering door de ondernemingsraad wordt het biedingsbericht gepubliceerd en begint de termijn voor aanmelding van aandelen. Acht dagen voor afloop van deze termijn zal een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden gehouden, waarin de visie van het bestuur op de bieding zal worden toegelicht. Naar verwachting kan dit proces voor de zomer zijn afgerond.
De Hoofddirectie: Marcel Smits, Ed Hamming (voorzitter) en Dirk R. Goeminne
Jaar verslag 2003/04
5
Ve r s l a g v a n d e H o o f d d i r e c t i e Gang van zaken Het verslagjaar was voor de Europese non-fooddetailhandel een moeilijke periode. In veel WestEuropese landen nam het consumentenvertrouwen verder af en stagneerden de consumptieve bestedingen. Met name in Nederland, waar circa 82% van de concernomzet wordt gerealiseerd, en Duitsland was de stemming somber. In de Nederlandse non-fooddetailhandel stonden de verkopen sinds maart 2003 onder druk. Met name in de voor het concern belangrijke bovenkledingsector werden aanzienlijke omzetdalingen geregistreerd. Onderstaande grafieken tonen enerzijds de door het CBS gepubliceerde ontwikkeling van de totale omzet in de non-fooddetailhandel en van de omzet in de bovenkledingsector in de voor het concern relevante kwartalen vanaf februari 2003 tot en met januari 2004 (het boekjaar 2003/04) en anderzijds de ontwikkeling van de kwartaalomzet van Vendex KBB (excl. het effect van acquisities) en van de business unit Fashion in dezelfde periode. Uit deze grafieken blijkt dat de recessie gaandeweg het jaar steeds meer vat kreeg op de gang van zaken van het concern, maar dat de onderneming aanzienlijk beter heeft gepresteerd dan de markt. In het verslagjaar steeg de nettoomzet van de voortgezette activiteiten 3% tot € 4,45 miljard. Deze stijging is geheel te danken aan acquisities (de doe-het-zelfketen Leroy Merlin in België). Zonder het effect van overnames was er geen sprake van groei.
Vier van de zes business units slaagden erin een omzetstijging te realiseren. HEMA, de Bijenkorf en Fashion boekten een lichte vooruitgang. De groei bij Doe-Het-Zelf was fors, maar zonder het overname-effect was ook daar de vooruitgang bescheiden vergeleken met voorgaande jaren. De matige omzetontwikkeling is terug te vinden in de resultaten. Slechts twee business units (HEMA en DoeHet-Zelf) konden hun resultaat verbeteren. Het resultaat van de Bijenkorf eindigde op hetzelfde niveau als vorig boekjaar. Dat van Consumentenelektronica daalde licht ten opzichte van het ‘genormaliseerde’ resultaat van vorig jaar (exclusief eenmalige baten en lasten). Het resultaat van Fashion stond onder druk. V&D leed een aanzienlijk operationeel verlies. Bovendien moest voor de in september 2003 aangekondigde reorganisatie van de warenhuisformule een voorziening worden getroffen van € 80 miljoen. Operationeel detailhandelsresultaat In de staat op pagina 7 zijn nettoomzet en operationeel detailhandelsresultaat per groep opgenomen evenals het rendement op operationeel detailhandelsvermogen. Het operationele detailhandelsresultaat is het resultaat dat wordt behaald met de winkelactiviteiten, gebaseerd op commerciële huren. HEMA, de Bijenkorf en V&D, die verschillende winkelpanden in eigendom hebben, worden voor het gebruik van deze panden intern belast op basis van normale markthuren. Hierdoor worden de effecten van het in eigendom hebben van vastgoed gesepareerd.
Het resultaat dat met de verhuur van eigendomspanden wordt behaald, wordt op concernniveau apart getoond als intern verhuurresultaat. Dit resultaat bestaat uit de markthuren, die voor de eigendomspanden aan HEMA, de Bijenkorf en V&D in rekening worden gebracht, verminderd met de eigenaarslasten (afschrijvingen en exploitatiekosten die voor rekening van de verhuurder zijn). Ook in de rendementsmaatstaf is het effect van de eigendomspanden geëlimineerd. Het operationele detailhandelsresultaat wordt afgezet tegen het operationeel detailhandelsvermogen. In dit vermogen is de boekwaarde van het vastgoed in eigendom niet opgenomen. Een gedetailleerde toelichting staat op pagina 51 van de jaarrekening. HEMA boekte een ruim 5% hoger operationeel detailhandelsresultaat. Het resultaat werd sterk beïnvloed door de aanloopverliezen in Duitsland. In Nederland en met name België ging het resultaat fors omhoog. Bij V&D liep het operationele verlies aanzienlijk op. Inclusief herstructureringslasten (verslagjaar € 80 miljoen, vorig boekjaar € 48 miljoen) werd het verlies verdubbeld. Een drastisch vernieuwd directieteam heeft in de tweede helft van het verslagjaar een groot aantal maatregelen genomen om de verliezen te stoppen en vervolgens herstel van het rendement mogelijk te maken. De maatregelen hebben er onder meer toe geleid dat het verlies (€ 35 miljoen in het eerste halfjaar) in het tweede halfjaar aanzienlijk kon worden teruggebracht (€ 4 miljoen).
Consumentenvertrouwen Nederland
CBS-cijfers non-foodomzet in %
Omzetverloop Vendex KBB in %
Januari 1997 t/m maart 2004
vier kwartalen boekjaar 2003/04
vier kwartalen boekjaar 2003/04
30
8
20
4
10 0 Juni 2001
0
-4 -10 -8 -20 2003 -12
-30
-40
■ Non-food totaal
■ Omzet exclusief acquisities
■ Bovenkleding
■ Fashion
-16
6
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Wijziging omzetbegrip Door herziening van de Nederlandse richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor de verwerking van opbrengsten (RJ 270) zijn in dit jaarverslag de gepubliceerde omzetcijfers over het verslagjaar en eerdere boekjaren aangepast. De veranderingen hebben met name betrekking op enkele franchise- of concessionairsgerelateerde omzetbestanddelen en op omzet uit de verkoop van bepaalde diensten (zie voor de
gedetailleerde toelichting pagina 47 van de jaarrekening). De veranderingen hebben nauwelijks invloed op de eerder gepubliceerde stijgingsof dalingspercentages van de netto-omzet over het verslagjaar. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn in onderstaande tabel de aangepaste kwartaalomzetten over het verslagjaar en het voorgaande boekjaar opgenomen.
2002/03
2002/03
2002/03
2002/03
2003/04
2003/04
2003/04
2003/04
(x € miljoen)
I
II
III
IV
I
II
II
IV
HEMA V&D de Bijenkorf Doe-Het-Zelf Fashion Consumentenelektronica Overige activiteiten
216 200 85 230 103 132 7
212 195 79 308 123 144 7
235 222 108 269 115 150 12
248 238 117 256 115 189 12
219 201 90 293 111 136 9
207 181 77 333 129 143 8
244 217 115 307 108 142 11
248 213 117 287 109 182 14
Totaal
973
1.068
1.111
1.175
1.059
1.078
1.144
1.170
Aan het eind van het verslagjaar was een kostenbesparing bereikt van ruim € 50 miljoen op jaarbasis, onder meer door een aanzienlijke reductie van het aantal medewerkers. De Bijenkorf boekte een onveranderd resultaat. Het resultaat op de winkelactiviteiten bleef praktisch gelijk. Op de teleurstellende verkoop van kerstpakketten (Bijenkorf Business Cadeau) werd wederom verlies geleden. Het resultaat van Doe-Het-Zelf nam meer dan 5% toe. Voor ruim 1% is dat het gevolg van de overname van de
activiteiten van Leroy Merlin in België, waarvan de resultaten vanaf 1 juli zijn geconsolideerd. In Nederland kwam het resultaat licht lager uit, vooral als gevolg van het lagere resultaat van Praxis. Formido boekte een belangrijk hoger resultaat. In België trok Brico de stijgende lijn verder door: het resultaat steeg sterk.
bij het goede jaar 2002/03. Het resultaat van Claudia Sträter ging achteruit, maar qua rendement bleef deze formule de best presterende van het concern. Bij Consumentenelektronica daalde het resultaat met circa 6% ten opzichte van het ‘genormaliseerde’ resultaat van vorig boekjaar. De multimedia- en computerformules Dixons en Dynabyte hadden een prima jaar met hogere resultaten. De aanbieders van huishoudelektronica It’s, Modern Electronics en Prijstopper ondervonden de gevolgen van de slechte markt-
Fashion boekte een 24% lager resultaat. Deze daling komt nagenoeg geheel voor rekening van M&S, die een aanzienlijke daling van het resultaat incasseerde. Het resultaat van Hunkemöller bleef slechts licht achter
Netto-omzet en operationeel detailhandelsresultaat Voortgezette activiteiten
Operationeel detailhandelsresultaat
(x € miljoen)
2003/04
2002/03
HEMA V&D V&D herstructurering de Bijenkorf Doe-Het-Zelf Fashion Consumentenelektronica Overige activiteiten / holding
918 812
911 855
399 1.220 457 603 42
389 1.063 456 615 38
4.451
4.327
Totaal Intern verhuurresultaat Operationeel bedrijfsresultaat
Jaar verslag 2003/04
Netto-omzet
2003/04
-
-
39 39 80 2 82 35 17 19
Rendement operationeel detailhandelsvermogen (in procenten)
2002/03
-
-
37 11 48 2 78 46 25 31
37 36
98 40
73
138
2003/04
-
32 88
2002/03
-
29 33
3 21 31 19
2 26 46 34
5
11
7
Ve r s l a g v a n d e H o o f d d i r e c t i e Intern verhuurresultaat
verslagjaar 2003/04 en het voorgaande boekjaar 2002/03. HEMA
(x € miljoen)
V&D
de Bijenkorf
2003/04
2002/03
2003/04
Operationeel detailhandelsresultaat Intern verhuurresultaat
39 17
37 17
- 119 9
-
Operationeel bedrijfsresultaat
56
54
- 110
-
omstandigheden. Het resultaat van It’s stond onder druk. Modern Electronics (inclusief Prijstopper) profiteerde van de eerder doorgevoerde herstructureringen en wist in een krimpende markt het (negatieve) resultaat fractioneel te verbeteren. Het negatieve resultaat van Overige activiteiten / holding werd aanzienlijk teruggebracht. In het resultaat is een eenmalige pensioenlast opgenomen van circa € 6 miljoen in verband met de beëindiging van een concerncontract met een verzekeringsmaatschappij. Het resultaat van vorig boekjaar had voor € 15 miljoen betrekking op de kosten van de herstructurering en stroomlijning van de ICT-activiteiten van het concern. De herstructurering van de ICT-activiteiten is in het verslagjaar afgerond en het verlies is tot nul gereduceerd. Het totale operationele detailhandelsresultaat liep fors terug van € 98 miljoen naar € 37 miljoen. Deze daling is in hoge mate bepaald door het sterk opgelopen verlies bij V&D. Na toevoe-
2002/03
2003/04
2002/03
59 13
2 10
2 10
46
12
12
ging van het interne verhuurresultaat (€ 36 miljoen versus € 40 miljoen vorig boekjaar) resteert een operationeel bedrijfsresultaat op voortgezette activiteiten van € 73 miljoen (vorig boekjaar € 138 miljoen). Bovenstaande tabel laat voor de drie business units die panden in eigendom hebben (HEMA, V&D en de Bijenkorf) de interne verhuurresultaten zien en de aansluiting van het operationele detailhandelsresultaat met het operationele bedrijfsresultaat. In het verslagjaar is de scheiding tussen winkelen onroerendgoedactiviteiten van HEMA, V&D en de Bijenkorf in separate juridische entiteiten geformaliseerd. Dit verklaart voor circa € 2 miljoen de teruggang van het interne verhuurresultaat van V&D. Voorts heeft V&D in het verslagjaar een pand verkocht. Winst-en-verliesrekening In de onderstaande winst-en-verliesrekening wordt aangegeven welke elementen van belang zijn om van operationeel bedrijfsresultaat naar nettowinst te komen. Op diverse regels zijn er aanmerkelijke verschillen tussen het
Amortisatie goodwill De amortisatie van goodwill nam aanzienlijk toe. Het bedrag van vorige boekjaar (€ 7 miljoen) betrof de goodwill van de overgenomen Belgische doe-het-zelfketen Brico vanaf 1 april 2002. In het bedrag van het verslagjaar (€ 14 miljoen) telt Brico voor een vol jaar mee en de medio 2003 overgenomen Belgische activiteiten van Leroy Merlin voor zeven maanden. Bedrijfsresultaat niet-voortgezette activiteiten Dit resultaat kwam in het vorige boekjaar uit op € 162 miljoen en betrof hoofdzakelijk de boekwinst op de verkoop van zes ondernemingen aan CVC en het aan het concern toekomende resultaat van deze ondernemingen tot aan het moment van overdracht (31 juli 2002). In het verslagjaar was het resultaat niet-voortgezette activiteiten € 3 miljoen negatief. Dit is het saldo van enerzijds een bate van € 4 miljoen, onder meer als gevolg van een vrijval van een voorziening voor de in januari 2002 verkochte onderneming FAO Schwarz, en anderzijds een last van € 7 miljoen wegens de afwikkeling van pensioenafspraken met een voormalige concernonderneming. Resultaat onroerend goed Het resultaat op de verkoop en herontwikkeling van onroerend goed kwam aanzienlijk lager uit. In het verslagjaar hebben minder sale-and-lease-back-
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening (x € miljoen, tenzij anders vermeld)
2003/04
2002/03
Netto-omzet Netto-omzet voortgezette activiteiten Netto-omzet niet-voortgezette activiteiten
4.451 4.451 —
4.687 4.327 360
Operationeel bedrijfsresultaat voortgezette activiteiten Amortisatie goodwill Resultaat onroerend goed
-
Bedrijfsresultaat voortgezette activiteiten Bedrijfsresultaat niet-voortgezette activiteiten
-
73 14 5
-
64 3
138 7 11 142 162
Bedrijfsresultaat totaal Financiële baten en lasten Waardeveranderingen
-
61 49 —
-
304 49 16
Resultaat vóór belastingen Belastingen Deelnemingen
-
12 4 1
-
239 35 2
Nettowinst Nettowinst per aandeel (x €) Dividend (x €)
8
9
202
0,10 0,10
2,23 0,51
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
transacties plaatsgevonden dan in het vorige boekjaar. Financiële baten en lasten De financieringslasten bleven onveranderd € 49 miljoen. In deze post zit een klein bedrag verbandhoudend met de herfinanciering van nagenoeg de gehele rentedragende schuld en de lopende korte kredietlijnen in november van het verslagjaar. De kosten van deze herfinanciering (circa € 17 miljoen) worden gedurende de looptijd van het arrangement ten laste van het resultaat gebracht. Waardeveranderingen In het verslagjaar was de post Waardeveranderingen nihil. Vorig boekjaar was er een negatief saldo van € 16 miljoen als gevolg van een bijzondere waardevermindering van de concernbelangen in enkele Braziliaanse winkelcentra, die in de tweede helft van dat boekjaar werden verkocht. Belastingen De belastingdruk werd beïnvloed door een fiscale bate in verband met de afwikkeling van de liquidatie van FAO Schwarz en fiscaal niet erkende amortisatie goodwill. In het vorige boekjaar werd de belastingdruk vooral beïnvloed door de onbelaste winst op de verkoop van zes concernondernemingen aan CVC. Nettowinst Veel van de hierboven genoemde mutaties zijn eenmalig en verklaren mede de aanzienlijke daling van de nettowinst (€ 9 miljoen versus
Jaar verslag 2003/04
€ 202 miljoen vorig boekjaar). Per aandeel bedraagt de nettowinst € 0,10 tegenover € 2,23 vorig boekjaar. Dividend De nettowinst zal geheel aan de overige reserves worden toegevoegd. Uit de reserves zal op de preferente aandelen B 8% dividend worden betaald. Bij goedkeuring van de jaarrekening wordt het dividend vastgesteld op € 0,10 per (certificaat van) gewoon aandeel. Aangezien dit bedrag in september 2003 reeds als interimdividend is beschikbaar gesteld, zal geen slotdividend worden uitgekeerd. Kasstromen De kasstroom uit operationele activiteiten nam met € 70 miljoen af tot € 174 miljoen, met name als gevolg van het achterblijvende resultaat, de toename van voorraden (Doe-Het-Zelf) en het nog onbenutte deel van de voorzieningen (met name V&D). (Zie kasstroomoverzicht op pagina 46). Investeringen De bruto-investeringen in voortgezette activiteiten waren hoger dan vorig boekjaar (€ 223 miljoen versus € 198 miljoen). Grote bedragen werden geïnvesteerd in expansie (DoeHet-Zelf, Fashion en HEMA), de Bijenkorf (uitbreiding flagship store in Amsterdam). Daarnaast werd circa € 65 miljoen geïnvesteerd in de aankoop van Leroy Merlin België. (Zie overzicht investeringen per business unit op pagina 58).
Vooruitzichten De economische vooruitzichten zijn onzeker. De conjunctuur in met name Nederland en Duitsland vertoont nog geen tekenen van herstel. In Nederland, waar circa 82% van de concernomzet wordt gerealiseerd, nam het consumentenvertrouwen in maart van het lopende jaar weer af na een licht herstel in het begin van het jaar. Bovendien nam de werkloosheid verder toe. Bij het afsluiten van dit jaarverslag waren er geen signalen die wijzen op een spoedig herstel van de consumentenbestedingen. Omdat de onzekerheid over het moment waarop een conjunctureel herstel zal intreden en de consumentenbestedingen weer zullen aantrekken aanhoudt, kan geen verantwoorde uitspraak worden gedaan over de te verwachten ontwikkeling van omzet en resultaat van het concern. De meeste winkelformules van het concern hebben sterke marktposities. Dit vormt een goede basis voor verdere groei als de economie opleeft en een kentering optreedt in de ontwikkeling van de consumentenbestedingen. De investeringen in (im)materiële vaste activa zullen in het lopende jaar uitkomen op circa € 185 miljoen, hetgeen naar verwachting geheel kan worden gefinancierd uit de kasstroom uit operationele activiteiten. Het aantal medewerkers (op basis van volledige werktijd) zal, afgezien van acquisities en/of desinvesteringen, licht stijgen als gevolg van expansie.
9
Ve r s l a g v a n d e H o o f d d i r e c t i e Financiering Beoordeling kredietwaardigheid De kredietwaardigheid van het concern wordt beoordeeld door Moody’s en door Standard & Poor's. Sinds september van het verslagjaar beoordelen beide instanties de kredietwaardigheid van het concern gelijk: Lange Korte termijn termijn Moody’s Ba1 Standard & Poor’s BB+
Non Prime
In februari van het lopende jaar heeft Moody's de kredietwaardigheid van het concern ‘under review’ geplaatst op basis van de bijstelling van de verwachtingen voor het operationele detailhandelsresultaat van de Fashiongroep. De voor de beoordeling van de kredietwaardigheid relevante ratio’s (voortgezette activiteiten, genormaliseerd voor de eenmalige reorganisatielasten van V&D en de eenmalige pensioenlast onder ‘Overige activiteiten’) zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het concern streeft voor de middellange termijn naar een verhouding ’EBITDAR / rent adjusted net interest’ van meer dan 5 en naar een verhouding ‘rent adjusted netto rentedragende schuld / EBITDAR’ van minder dan 4,0. Herfinanciering De totale netto rentedragende schuld bedroeg aan het einde van het verslagjaar € 842 miljoen. Per balansdatum
had de onderneming bovendien bijna € 150 miljoen aan niet-gebruikte gecommitteerde kredietlijnen ter beschikking. In het verslagjaar heeft een herfinanciering van nagenoeg de gehele rentedragende schuld en de lopende kredietlijnen plaatsgevonden. Deze herfinanciering was nodig vanwege aflossingsverplichtingen en vanwege de neerwaartse bijstelling van de kredietwaardigheid van het concern door beide kredietbeoordelaars in augustus en september van het verslagjaar. In totaal is voor een bedrag van € 1 miljard aan nieuwe kredietfaciliteiten aangetrokken. Het nieuwe financieringspakket is als volgt opgebouwd: Banklening Een internationaal bankensyndicaat heeft het concern een reguliere bancaire lening verstrekt van € 550 miljoen met een looptijd van drie jaar. De lening kent geen aflossingsschema en kan naar behoefte worden opgenomen respectievelijk worden terugbetaald (‘Revolving Facility’). De faciliteit is gebaseerd op een variabele rentevergoeding – waarvan een deel door middel van bestaande renteswaps ongevoelig is gemaakt voor rentefluctuaties – plus een rentemarge gebaseerd op de verhouding tussen de netto rentedragende schuld en het bedrijfsresultaat vóór afschrijvingen. Deze rentemarge varieert van 0,85% tot 2,10% en bedroeg per einde verslagjaar 1,60%. Betaling van hoofdsom en rente is gegarandeerd door twintig Nederlandse dochtermaatschappijen van het concern.
Ratio’s EBITDA / netto-interest EBITDAR* / rent adjusted netto-interest** Netto rentedragende schuld / EBITDA Rent adjusted netto rentedragende schuld*** / EBITDAR
2003/04
2002/03
6,8 4,4 2,6 4,8
6,9 4,6 2,0 4,3
Hypothecaire lening Een nationaal bankensyndicaat heeft het concern een hypothecaire lening verstrekt van € 250 miljoen met een looptijd van zeven jaar. Jaarlijks dient op deze lening een bedrag van € 7,5 miljoen te worden afgelost. De lening kent een variabele rentevergoeding – waarvan een deel door middel van bestaande renteswaps ongevoelig is gemaakt voor rentefluctuaties – plus een vaste rentemarge. Ten behoeve van deze lening is hypotheek gevestigd op circa de helft van het onroerend goed dat de onderneming in eigendom heeft. Het betreft panden van HEMA, V&D en de Bijenkorf. Achtergestelde obligatielening Het concern heeft een achtergestelde obligatie van € 200 miljoen met een looptijd van zeven jaar uitgegeven aan internationale obligatiebeleggers. De rente op deze obligatielening is gefixeerd voor de gehele looptijd van de lening en bedraagt 7,375%. Op het moment van uitgifte was de rente van deze obligatielening 3,3% hoger dan de rente op de vergelijkbare zevenjarige Duitse staatsobligatie. De lening dient in haar geheel te worden afgelost op 15 november 2010. Betaling van rente en hoofdsom op deze obligatielening is op achtergestelde basis gegarandeerd door twintig Nederlandse dochtermaatschappijen van het concern. Moody’s en Standard & Poor’s hebben aan deze obligatielening op het moment van uitgifte een beoordeling toegekend van Ba3 respectievelijk BB-. Door gebruik te maken van verschillende financieringsbronnen, door looptijden van de verschillende faciliteiten te spreiden en door de kortlopende faciliteiten in de nieuwe financieringsstructuur onder te brengen, is de soliditeit van de kapitaalstructuur aanzienlijk verstevigd en is de liquiditeitspositie van het concern verbeterd.
*** Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen en huren *** Nettorente plus 1/3 van het jaarlijkse huurobligo *** Netto rentedragende schuld plus 5x het jaarlijkse huurobligo
10
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Human resources Het concern wil een toonaangevende werkgever in de detailhandel zijn. Dit uitgangspunt is vastgelegd in het ‘Beleidskader Human Resources’. Het beleid van business units en werkmaatschappijen en de uitvoering daarvan worden centraal aan dit kader getoetst. Business units en werkmaatschappijen zijn zelf verantwoordelijk voor de primaire arbeidsvoorwaarden. Dit stelt hen in staat goed in te spelen op hun specifieke positie in de markt. In het verslagjaar hebben vijf werkmaatschappijen nieuwe CAO’s afgesloten. Deze vielen alle binnen de in het Centraal Akkoord voor 2003 afgesproken maximale contractloonstijging van 2,5%. De ontplooiing van medewerkers heeft voor het concern een hoge prioriteit. Opleiding en training dragen bij aan goede uitoefening van de functie, vergroten de motivatie en geven de medewerker uitzicht op verdere doorgroei naar andere functies. De ondernemingen combineren in toenemende mate de eigen interne opleidingen met een door de overheid erkende opleiding. Jongeren zonder diploma kunnen via een traject van werken en leren een mbo- en zelfs hbo-diploma behalen. Tot nu toe hebben circa 2.500 medewerkers een door de overheid erkend certificaat behaald. Voor de ontwikkeling van managers op de hogere managementniveaus is in het verslagjaar een aantal activiteiten ondernomen onder de noemer ‘Vendex KBB Business School’. Voor de top-tweehonderd is een serie masterclasses van start gegaan gericht op het toevoegen van kennis op het gebied van strategische en actuele onderwerpen. Daarnaast is voor het senior management een leergang ontwikkeld op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Voor algemene managementontwikkeling zijn activiteiten aangeboden rondom onder meer ‘retail marketing’en ‘finance’. Ten slotte is een programma opgezet voor jong talent, dat in concernverband kennismaakt met het vakgebied detailhandel in het algemeen en met de activiteiten van Vendex KBB in het bijzonder. Op alle beleidsterreinen van Human Resources worden ‘best practices’ uitgewisseld. Met name bij nieuwe ontwikkelingen, zoals reïntegratie, versnelt dat het leerproces binnen het concern. De inspanningen ten aanzien van het terugdringen van ziekteverzuim en het intensiveren van reïntegratie-inspanningen hebben in het verslagjaar tot gunstige resultaten geleid (zie voor details pagina 13 ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’).
Jaar verslag 2003/04
In het continue proces om de efficiency te verbeteren, is gedurende het verslagjaar over negen grotere en kleinere reorganisaties advies gevraagd aan de betrokken ondernemingsraden. In alle gevallen is een positief advies verkregen. Indien er personele consequenties aan een reorganisatie zijn verbonden, is het Standaard Sociaal Plan van toepassing. Dit plan voorziet onder meer in de begeleiding van medewerkers naar een andere functie binnen of buiten de onderneming. Hierbij is de afdeling Transfer & Replacement nauw betrokken. De ingrijpende reorganisatie bij V&D heeft ertoe geleid dat Transfer & Replacement sterk is uitgebreid en nu op vier (tijdelijke) locaties, gespreid over Nederland, kandidaten begeleidt. Het totale aantal medewerkers van de voortgezette activiteiten is in het verslagjaar licht gedaald van 43.900 tot 43.358 (ultimo boekjaar). Deze daling is het saldo van enerzijds reorganisaties (met name de herstructurering van V&D) en anderzijds acquisities (de overname van de Belgische activiteiten van Leroy Merlin) en expansie. Pensioenprotocol 2003 In verband met de financiële positie van het concernpensioenfonds is met de vakorganisaties intensief overleg gevoerd over aanvullende maatregelen ter verbetering van de financiële positie van het fonds. In november 2003 is met de vakorganisaties een pensioenprotocol ondertekend inzake versobering van de regeling bij handhaving van het maximale premieniveau voor de jaren 2004 en 2005. De richtleeftijd voor prepensioen is per 1 januari 2004 verhoogd van 62 naar 63 jaar. Tegelijkertijd zijn de verschillende garantie- en overgangsregelingen aangepast aan het opschuiven van de richtleeftijd met 1 jaar. Daarnaast wordt de (voorwaardelijke) indexatie voor alle groepen deelnemers gebaseerd op de Consumenten Prijsindex (CPI) geschoond voor belastingeffecten. De daadwerkelijke indexering wordt door het bestuur van het pensioenfonds vastgesteld en is volledig afhankelijk van de beleggingsrendementen en de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De verplichting van de onderneming is beperkt tot betaling van een bijdrage. Ook zijn met de vakorganisaties afspraken gemaakt over vervanging van het indexatie-instrument door een systeem van deling van beleggingsrendementen. Deze methodiek zal uiterlijk in 2005 in het pensioenreglement worden vastgelegd, op een zodanige wijze dat de (belegging)risico's en de daarmee samenhangende effecten voor de deelnemers duidelijker zijn.
Medezeggenschap De medezeggenschap binnen het concern is ingericht conform het model van de business units. Naast de ondernemingsraden van de business units kent het concern een ondernemingsraad bij Vendex KBB IT Services en Vendex KBB Holding en ondernemingsraden en vestigingoverlegcommissies bij de werkmaatschappijen. Op concernniveau is het vertegenwoordigend overleg gestructureerd in de Centrale Ondernemingsraad (COR). Er vonden in het verslagjaar met de COR vijf overlegvergaderingen plaats. Deze vergaderingen worden in de regel door een lid van de Raad van Commissarissen bijgewoond. In het verslagjaar was sprake van open en constructief overleg. De COR werd gevraagd advies uit te brengen over onder meer de herbenoeming van commissarissen, de integratie van Vendopolis in Vendex KBB Cards & Financial Services, de acquisitie van Leroy Merlin België, het besluit tot opheffing van de groepsondernemingsraad Speciaalzaken, de voorziening van € 80 miljoen voor de herstructurering van V&D en de concernherfinanciering. Belangrijke discussieonderwerpen waren voorts: management development, ziekteverzuim en reïntegratie van medewerkers, sociaal beleid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, pensioenen en het beoogde registratiesysteem voor frauderende medewerkers. Over de voortgang van de concernstrategie is regelmatig met de COR van gedachten gewisseld. Op 5 februari van het lopende jaar is de COR uitvoerig geïnformeerd over de initiatieven van enkele internationale investeringsmaatschappijen voor privatisering van de onderneming. De raad heeft een aantal werkgroepen geformeerd ter voorbereiding van een advies over eventuele concrete privatiseringsvoorstellen. In het verslagjaar is, na een voorbereidingstijd van circa een jaar, een Europese Ondernemingsraad (EOR) opgericht. De leden zijn in april geïnstalleerd. De leden van de EOR zijn afkomstig uit de Benelux, Denemarken, Duitsland en Frankrijk. De raad is in het verslagjaar twee keer bijeengeweest. De EOR zal worden geconsulteerd over de bovengenoemde privatiseringsvoorstellen. De Hoofddirectie heeft veel waardering voor de constructieve opstelling van alle medewerkers die actief zijn in de medezeggenschap.
11
M a a t s ch a p p e l i j k v e r a n t w o o r d o n d e r n e m e n
Als grootste non-foodretailer in Nederland en snel groeiend winkelbedrijf in andere Europese landen staat het concern dicht bij miljoenen consumenten. Het handelen van de onderneming staat dan ook permanent in de belangstelling, waarbij de aandacht primair is gericht op de producten die via de verschillende winkelformules worden verkocht. Betrouwbaarheid, kwaliteit en prijs van artikelen, hoe en waar ze zijn geproduceerd en de wijze waarop klanten in de winkel worden geholpen, bepalen in hoge mate de beeldvorming van het concern. Niettemin zijn dit slechts enkele van de vele aspecten die de leidraad vormen voor de wijze waarop inhoud wordt gegeven aan het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen. Goed werkgeverschap, duurzaamheid, veiligheid en sociaal-maatschappelijke relevantie zijn aspecten die in de bedrijfsvoering even zwaar wegen. In het vorige jaarverslag is aangegeven dat de ambities van het concern op het gebied van maatschappelijke verantwoord ondernemen realistisch zijn. Het is verstandiger prioriteit te geven aan projecten die op redelijke termijn resultaat opleveren, dan een breed scala van onderwerpen op de agenda te zetten zonder voldoende zicht te hebben op de haalbaarheid ervan. De onderwerpen waarop het concern zich in het verslagjaar in het bijzonder heeft gericht zijn: ziekteverzuim en reïntegratie, controle in productielanden, het terugdringen van afvalstromen en energieverbruik, veiligheid en leefbaarheid binnensteden. Ziekteverzuim en reïntegratie Aandacht voor de oorzaken van ziekteverzuim en voor de mogelijkheden van reïntegratie van medewerkers moet ervoor zorgen dat het aantal ziekmeldingen en de WAO-instroom omlaag worden gebracht. Dit beleid heeft de afgelopen jaren goede resultaten opgeleverd. Het ziekteverzuim daalde in het verslagjaar van 6% naar 5,4%. Twee jaar geleden was het verzuimpercentage nog 6,7. De Pemba-lasten namen verder af (15%) doordat de instroom van nieuwe WAO'ers is afgenomen en de uitstroom uit de WAO en daarmee uit de voorziening is toegenomen. Ziekteverzuim en reïntegratie vragen continu aandacht van het management. Beleid is dat na uitval zo snel mogelijk moet worden begonnen met
Jaar verslag 2003/04
de reïntegratie, waarbij bepalend is wat een persoon wel kan, in plaats van (nog) niet. In de aanpak van het verzuim kiezen werkmaatschappijen steeds vaker voor een integrale aanpak van arbo-, zorg- en reïntegratiedienstverlening. Daarbij worden de aanbieders van deze ondersteunende diensten kritisch en kostenbewust aangestuurd. Veel aandacht zal blijven uitgaan naar het beheersbaar maken van verzuimrisico’s. Ter verdere ondersteuning van dit proces worden nieuwe instrumenten ontwikkeld. Controle in productielanden Leveranciers en producenten dienen te voldoen aan de voorwaarden die het concern stelt aan onder meer de arbeidsomstandigheden in de fabrieken die voor de werkmaatschappijen werken. Conform de ondernemingscode van het concern dienen alle landen elementaire leef- en werkomstandigheden te respecteren. De eisen zijn gebaseerd op de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). Controles van toeleveranciers en fabrikanten vonden in het verleden steekproefsgewijs plaats door eigen medewerkers of door onafhankelijke instanties. Inmiddels is de methodiek verder geprofessionaliseerd. In het verslagjaar is belangrijke vooruitgang geboekt met de controle van arbeidsomstandigheden in productielanden in het Verre Oosten. Via een overeenkomst tussen de Nederlandse Vereniging Grootwinkelbedrijven Textiel (VGT) en de Duitse Aussenhandels Vereinigung des Deutschen Einzelhandels (AVE) konden werkmaatschappijen instappen in een door de AVE ontwikkeld ‘certificatiesysteem’. Via de samenwerking met het Duitse detailhandelsconcern KarstadtQuelle (gezamenlijk inkoopkantoor Verre Oosten) zullen HEMA en V&D dit systeem de komende jaren op al hun leveranciers toepassen. Ook de Bijenkorf, Claudia Sträter, Hunkemöller en M&S hebben zich aangemeld. De AVE heeft in het verslagjaar diverse workshops voor leveranciers georganiseerd, waarin uitleg wordt gegeven over de eisen die aan werk- en productieomstandigheden worden gesteld en over de wijze waarop dit wordt gecontroleerd. De workshops zijn in eerste instantie gegeven in landen waar zich grote concentraties leveranciers bevinden en waar de risico’s op afwijkende arbeidsomstandigheden het grootst
zijn. Na het volgen van een workshop wordt van de leverancier verwacht dat hij zich laat controleren door een van de door de AVE en SAI (Social Accountability International) geaccrediteerde certificatiebureaus. In het najaar van 2003 hebben reeds enkele tientallen ‘audits’ plaatsgevonden. HEMA, die sinds het boekjaar 2001 over zijn MVO-beleid zelfstandig rapporteert (‘Verslag duurzaam ondernemen’), heeft binnen het concern een voortrekkersrol. In het verslagjaar hebben circa vijftig leveranciers van HEMA in India, de Filippijnen, Turkije, Pakistan en Indonesië deelgenomen aan workshops. Dit heeft in het verslagjaar geresulteerd in een tiental ‘audits’. In het lopende jaar zijn workshops gepland in China, Hongkong, Vietnam, Bangladesh, Thailand, Maleisië en Israël, waarvoor zich inmiddels 260 HEMA-leveranciers hebben aangemeld. Verwacht wordt dat dit zal leiden tot een toenemend aantal ‘audits’. HEMA zal in de toekomst alleen nog zaken doen met leveranciers die gecontroleerd zijn volgens de AVE-systematiek. Leveranciers van M&S hebben deelgenomen aan workshops in China. Sinds 1 januari 2004 zijn ‘audits’ uitgevoerd bij circa twintig leveranciers. Doelstelling is om alle vijftig leveranciers van M&S in het Verre Oosten voor 1 januari 2005 aan een controle te hebben onderworpen. Vanaf dat moment moeten al deze leveranciers voldoen aan de eisen die in de AVErichtlijnen zijn opgenomen. M&S laat een deel van zijn collectie in Europa fabriceren, onder meer bij ateliers in Wit-Rusland en Moldavië. Ofschoon deze landen niet vallen onder het certificatiesysteem van de AVE, zal M&S deze leveranciers zelf volgens dezelfde methodiek (laten) controleren en indien nodig verbeteringen in productie- of werkomstandigheden eisen. In het lopende jaar zullen andere concernonderdelen het voorbeeld van HEMA en M&S volgen en workshops laten organiseren voor de eigen leveranciers. Onder auspiciën van AVE zijn in de eerste maanden van 2004 workshops gehouden voor leveranciers van Hunkemöller in Bangladesh, China, India, Hongkong en Thailand. Voor de overige leveranciers van Hunkemöller in het verre oosten staan in het lopende jaar eveneens workshops gepland. Op den duur zullen alle werkmaat-
13
M a a t s ch a p p e l i j k v e r a n t w o o r d o n d e r n e m e n
schappijen waarvoor dit van toepassing is hun leveranciers volgens de AVE-systematiek laten controleren. Naast de controlemethodiek van de AVE heeft ook de Fair Wear Foundation een certificering voor arbeidsomstandigheden ontwikkeld. Beide organisaties en vertegenwoordigers van de detailhandel overleggen met elkaar om te kunnen beoordelen wat de verschillen zijn tussen beide systemen en hoe deze verschillen mogelijk kunnen worden weggenomen. In het najaar van 2003 zijn beide systemen met elkaar vergeleken. Twee leveranciers in India zijn gecontroleerd door twee verschillende certificatiebureaus. De uitkomsten van de ‘audits’ kwamen nagenoeg geheel met elkaar overeen. In het lopende jaar wordt bekeken of en hoe aan het project een vervolg kan worden gegeven. Afvalstromen en energieverbruik Door bewustwording te stimuleren en besparende maatregelen in te voeren wordt in alle werkmaatschappijen gewerkt aan het terugdringen van de afvalstromen en het energieverbruik. De doelstellingen zijn op veel punten in overeenstemming met diverse internationale overeenkomsten. Het verminderen van de afvalstromen is een sterk gedecentraliseerde activiteit. Per werkmaatschappij zijn er grote verschillen in de samenstelling van en de hoeveelheid afval. In toenemende mate wordt afval al in het begin van de keten (in de distributiecentra) gescheiden, zodat de winkels zo min mogelijk afvalstromen hoeven te verwerken. Zo maakt Dixons voor de bevoorrading van de winkels gebruik van duurzame kunststoffen kratten, waardoor de filialen nauwelijks nog kartonnen omverpakkingen binnenkrijgen. Het verpakkingsmateriaal dat nog wel door de winkels moet worden gescheiden, gaat retour naar het distributiecentrum en wordt sinds medio het verslagjaar centraal afgevoerd. In de tweede helft van het verslagjaar is reeds meer dan honderdduizend kilo afval centraal verwerkt. Het resultaat is dat de afvalverwerking via containers bij de filialen zeer aanzienlijk is gereduceerd, hetgeen een positief effect heeft op het milieu in de winkelomgeving. Ook bij HEMA worden de filialen met milieuvriendelijke containers en kratten bevoorraad. Sinds het vernieuwde distributiecentrum in Utrecht volledig
14
in gebruik is (najaar 2003) wordt een nieuw type krat gebruikt en is de inzameling van papier, karton en plastic geoptimaliseerd. Wat in de filialen uiteindelijk nog aan afval resteert is relatief beperkt. Voor de verwijdering daarvan is een collectief contract afgesloten met één afvalinzamelaar. Op deze wijze is in het verslagjaar circa 1,5 miljoen kilo restafval ingezameld. HEMA bestudeert momenteel de mogelijkheden om de kratten reeds bij de leverancier te laten vullen met HEMA-producten. Dit moet een aanzienlijke besparing opleveren van de hoeveelheid transportverpakkingen. Bij Hunkemöller is de bevoorrading eveneens gestandaardiseerd en vindt op een milieuvriendelijke manier plaats. Verpakkingsafval wordt vanuit alle vestigingen in Europa teruggesluisd naar het distributiecentrum in Hilversum, van waaruit het afval centraal wordt afgevoerd. Volgens een opgave in het kader van Convenant Verpakkingen III hebben de daaraan deelnemende concernondernemingen (M&S, Hunkemöller, HEMA, de Bijenkorf en V&D) in 2003 samen meer verpakkingsmaterialen gebruikt, hetgeen vooral het effect is van expansie. Het overgrote deel van het verpakkingsmateriaal (circa 70%) bestaat uit papier en karton. Circa de helft van de verpakkingen betreft transportverpakkingen, die via de verschillende distributiecentra worden verzameld en afgevoerd. In 2003 is duidelijk meer verpakkingsafval aan het begin van de distributieketen opgevangen en verwerkt. De hoeveelheid consumentenverpakkingen in de winkels is licht afgenomen. De winkelketens van het concern spelen ook een rol bij de inzameling en recycling van producten die niet in het milieu horen terecht te komen, zoals batterijen en printer cartridges. In het verslagjaar is opnieuw een grote hoeveelheid batterijen ingezameld: circa 33.500 kilo. Via HEMA, die al enkele jaren met inzameling bezig is, komen de meeste batterijen binnen, circa 85% van het totaal. Dixons is in november 2002 met inzameling begonnen en neemt inmiddels circa 14% voor zijn rekening. Modern Electronics is in de loop van het verslagjaar met inzameling begonnen. De inzameling vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van Stichting Batterijen (Stibat), die zorgt voor ver-
werking en recycling. Ook cartridges worden in toenemende mate bij de winkelketens ingeleverd. Alleen al bij Dixons waren dat er in het verslagjaar een kleine twintigduizend. Voor het verminderen van het energieverbruik zijn verschillende initiatieven genomen. Deze variëren van het vervangen van bestaande verlichtingsarmaturen door lichtbronnen die minder energie kosten en een langere levensduur hebben tot het plaatsen van energiezuinige koelinstallaties. De effecten van de energiebesparing zijn echter pas goed te meten als de ondernemingen duidelijk inzicht hebben in hun energieverbruik. Reden waarom vier grote werkmaatschappijen in het verslagjaar het energieverbruik per filiaal hebben laten monitoren door een externe specialist. Op deze wijze kan in een vroeg stadium worden vastgesteld of het energieverbruik onnodig hoog is, zodat tijdig kan worden gecorrigeerd. Deze aanpak is succesvol en wordt in het lopende jaar bij meer werkmaatschappijen toegepast. Initiatieven om in de transportketen het verbruik van autobrandstof te verminderen hebben geen significante resultaten opgeleverd. Uit onderzoek is gebleken dat er door het samenvoegen van vracht van verschillende winkelformules in het fijnmazige Nederlandse winkelbestand niet wordt bespaard op vervoersbewegingen en brandstof. Er zijn wel besparingen te realiseren op het transport naar buitenlandse filialen. Daarom zijn de leveringen aan de buitenlandse winkels van M&S, Hunkemöller en Claudia Sträter zo veel mogelijk gebundeld. Veiligheid Waar veel mensen samenkomen, is het handhaven van de veiligheid en het voorkomen van provocerend en crimineel gedrag van groot belang. Het concern heeft dan ook constante aandacht voor het creëren van veilige werk- en winkelomstandigheden, met name door het nemen van preventieve maatregelen. De veiligheidsactiviteiten van alle werkmaatschappijen worden gecoördineerd in het Platform Derving en Veiligheid. Met de bestrijding van de in- en externe criminaliteit en het vergroten van het veiligheidsgevoel bij medewerkers en klanten zijn in het verslagjaar goede vorderingen gemaakt. In het vorige boekjaar werd een plan van aanpak
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
gelanceerd om de negatieve spiraal van groeiende winkelcriminaliteit te doorbreken. In het verslagjaar kregen de meest urgente thema’s speciale aandacht. Het resultaat is dat het concern winkelcriminaliteit steeds effectiever en met meer succes kan bestrijden. De belangrijkste resultaten zijn geboekt op de volgende gebieden: - Winkelverbod. Notoire winkeldieven of provocateurs kunnen een toegangsverbod krijgen voor alle winkels van het concern. Voordien was dat slechts mogelijk voor de winkel, waar de regels werden overtreden. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat door de politie een hogere prioriteit wordt gegeven aan de handhaving van een winkelverbod dan aan de afhandeling van winkeldiefstal. - Camerabewaking. Het gebruik van cameratechnieken is geïntensiveerd. Camera's hebben een grote preventieve werking. Door cameratoezicht voor klanten en medewerkers zichtbaar te maken wordt de derving aanzienlijk teruggebracht. - Mobiele interventieteams. Bij verschillende werkmaatschappijen worden mobiele interventieteams ingezet, soms in combinatie met surveillanten in burger. Deze teams zijn gespecialiseerd in het bestrijden van min of meer georganiseerde winkelcriminaliteit en blijken in de praktijk zeer succesvol. Het aantal teams wordt in het lopende jaar uitgebreid. - Ramkraken. Dankzij een gerechtelijke uitspraak over het antirampalenbeleid van veel gemeenten, wordt het gemakkelijker antirampalen te plaatsen bij winkels die gevoelig zijn voor berovingen met grof geweld. Het concern onderzoekt de mogelijkheden voor het plaatsen van palen bij de meest kwetsbare winkels van It's, Dixons, Dynabyte en Schaap & Citroen. Dit moet in het lopende jaar zijn beslag krijgen. - Bronbeveiliging. Het concern besteedt veel aandacht aan het beveiligen van de goederen in de winkel. Dankzij de techniek van bronbeveiliging – waarbij de fabrikant kleine beveiligingsstrips aanbrengt in het artikel – kunnen nagenoeg alle producten goed, doch onopvallend worden beveiligd. Het concern heeft op dit gebied een voortrekkersrol en overlegt intensief met producenten en leveranciers
Jaar verslag 2003/04
over het aanbrengen van beveiliging bij de bron. Bij HEMA en V&D wordt bronbeveiliging inmiddels al op grote schaal toegepast.
In het verslagjaar heeft het concern samen met Stichting Natuur en Milieu een congres georganiseerd onder de noemer ‘Stad van je Leven’.
- Registratie medewerkers. In het verslagjaar heeft regelmatig overleg plaatsgevonden over de invoering van een concerndatabase, waarin wordt vastgelegd welke medewerkers zich schuldig maken aan fraude of diefstal. Dit om te voorkomen dat medewerkers die om deze reden worden ontslagen bij een van de winkelformules bij andere concernonderdelen weer in dienst kunnen treden. In overleg met de Centrale Ondernemingsraad is besloten met de eventuele besluitvorming te wachten totdat er op brancheniveau overeenstemming is bereikt over de inrichting van zo’n lijst en deze is getoetst door het College Bescherming Persoonsgegevens.
Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de overheid, het lokale bestuur en woningcorporaties hebben aangegeven op welke manier zij zouden kunnen bijdragen aan het realiseren van een vitale en leefbare stad.
- Opleiding. De werkmaatschappijen investeren fors in training en opleiding van (nieuwe) medewerkers. Uitgangspunt daarbij is dat oplettende en anticiperende medewerkers de beste preventie zijn tegen winkelcriminaliteit. In het verslagjaar zijn de activiteiten op dit gebied geïntensiveerd; bij verschillende werkmaatschappijen zijn speciale interne campagnes opgezet ter bestrijding van derving.
Overige onderwerpen Verschillende werkmaatschappijen (HEMA, V&D en de doe-het-zelfgroep) steunen de wereldwijde initiatieven voor duurzamer bosbeheer en voor het gebruik van (tropisch) hout dat op een verantwoorde manier wordt geproduceerd. De focus van HEMA en V&D ligt voornamelijk op (tuin)meubelen. Niet alleen vanwege het relatief grote gewichtspercentage maar vooral vanwege het feit dat dit hout voor een groot deel afkomstig is uit tropische bossen. In 2003 droeg 43% van het HEMA (tuin)meubelenassortiment het FSCkeurmerk. In het assortiment van de doe-het-zelfgroep (in Nederland Praxis en Formido) speelt hout een grotere rol, niet alleen in tuinmeubelen, maar ook in parket en timmerhout. In de bouwmarkten wordt FSC-hout gepromoot. Hout met het FSC-keurmerk maakt inmiddels circa 15% uit van het hout en de houtproducten die worden verkocht. Aan uitbreiding van het aandeel FSC-hout in het assortiment wordt gewerkt.
- Als vervolg op het eind vorig boekjaar ondertekende convenant ‘Tegengaan Winkeldiefstal Binnenstad’ zijn in het verslagjaar in diverse steden bedrijfsleven en overheid gezamenlijke projecten begonnen om criminaliteit te bestrijden. Uitvloeisel daarvan is onder meer een wijziging van de Algemene Politie Verordening (APV) in Amstelveen, waardoor het in bezit hebben van geprepareerde tassen om beveiligde goederen geruisloos door detectiepoortjes te loodsen, strafbaar is geworden. Het concern heeft in reactie hierop de huisregels landelijk aangepast, zodat het verbod ook geldt voor alle winkelvestigingen van het concern. Leefbaarheid binnensteden Het concern wil nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling van de winkelomgeving en -infrastructuur. Met bouw- of renovatieprojecten en actieve deelname aan gemeentelijke initiatieven en winkeliersverenigingen leveren de werkmaatschappijen tot op filiaalniveau een bijdrage aan de sociaalmaatschappelijke ontwikkeling.
Verschillende ideeën en opvattingen zijn uiteindelijk opgenomen in een intentieverklaring, die door zestien partijen, waaronder Vendex KBB, is ondertekend. In deze intentieverklaring zeggen de ondertekenaars toe zich gezamenlijk te zullen inspannen voor het instandhouden of creëren van vitale en leefbare steden. Op basis van de intentieverklaring worden inmiddels concrete initiatieven uitgewerkt.
Sinds 1997 is het in Nederland verboden dierproeven uit te voeren voor de ontwikkeling van cosmetica. Op Europees niveau zal er in 2013 een verbod komen op het testen van cosmetica op dieren en verkoop van op dieren geteste cosmetica. Als producent van cosmetica onder eigen label hanteert HEMA al een groot aantal jaren het beleid dat cosmetica en de daarin toegepaste ingrediënten niet op dieren mogen worden getest.
15
HEMA x
2003/04
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
918 39 61 22 32
911 37 58 21 27
903 32 54 22 36
851 21 42 21 35
830 18 38 20 38
4,2 32
4,1 29
3,5 27
2,5 16
2,1 15
305 5.723
289 5.791
279 5.720
275 5.700
274 6.284
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen in procenten
Operationele marge Rendement aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Medewerkers (FTE)
HEMA is een winkelformule met een herkenbare stijl, waar vrijwel uitsluitend artikelen onder eigen merknaam worden verkocht. Het assortiment bestaat uit producten voor dagelijks gebruik: handig, leuk en praktisch, hoog in kwaliteit, laag in prijs. HEMA ontwikkelt veel producten zelf, waardoor het assortiment de klant steeds weer verrast. Bij HEMA komt de klant op de eerste plaats: ‘niet tevreden, geld terug’'. De HEMA-winkels hebben een functionele uitstraling en zien er overzichtelijk uit. Er zijn grote HEMA’s voor de stadscentra en kleinere voor regionale en buurtcentra. Per einde verslagjaar had HEMA 305 vestigingen, waarvan 138 eigen vestigingen en 130 aangesloten filialen in Nederland, 34 in België en 3 in
Duitsland. De verkoopvloeroppervlakte loopt uiteen van 400 m2 tot circa 2.300 m2. HEMA behaalde een netto-omzet van € 918 miljoen, fractioneel meer dan in het voorgaande boekjaar. Het operationele detailhandelsresultaat liet voor het zesde achtereenvolgende jaar een stijging zien: +5,4% tot € 39 miljoen. HEMA heeft in het verslagjaar beter gepresteerd dan de markt. In het eerste kwartaal werd een omzetstijging behaald van 1,2%. Het tweede kwartaal viel uit de toon met een omzetdaling van 2,1%. Dat werd meer dan goed gemaakt in het derde kwartaal (+3,5%). In het vierde kwartaal was de omzet nagenoeg gelijk aan die van het vorige boekjaar. Per saldo steeg de
omzet over het verslagjaar met 0,8%. Zonder het effect van expansie (zestien nieuwe winkels) daalde de omzet 0,7%. In Nederland bleef de omzet licht achter bij het vorige boekjaar. De omzet in België steeg circa 12%, vooral als gevolg van het hogere expansietempo. Het aantal Belgische vestigingen werd met zeven uitgebreid tot 34. In Duitsland werd in maart van het verslagjaar de derde testwinkel geopend. Na een veelbelovende start, bleef de omzet daar gedurende het jaar achter bij de verwachtingen. Dit wordt met name veroorzaakt door de nog onvoldoende bekendheid van zowel HEMAformule als assortiment. Na een tussentijdse evaluatie hebben op onderdelen (winkellay-out, prijsstelling, marketingcommunicatie) aanpassingen plaatsgevonden, die beter aansluiten bij de verwachtingen van de Duitse consument. De verbetering van het operationele detailhandelsresultaat (+5%) is voornamelijk te danken aan margeverbeteringen, verhoging van de logistieke efficiency en strak kostenbeheer. Terwijl de brutomarges stegen, werden de winkelprijzen op onderdelen aangescherpt. Dit versterkte het lageprijsimago van HEMA en resulteerde in hogere marktaandelen. Het resultaat van HEMA is duidelijk beïnvloed door de aanloopverliezen in Duitsland. In Nederland en België steeg het resultaat met circa 14%. De meeste productgroepen leverden tegen de achtergrond van het slechte
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen 50
40
37
39
32 30
21 20
18
10
0 1999/00
16
2000/01
2001/02
2002/03
2003/04
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
HEMA consumptieklimaat bevredigende prestaties. Van de modegroepen deden dames- en herenkleding en baby- en kinderkleding het beter dan in het uitstekende vorige boekjaar. Nagenoeg alle hardwarengroepen bleven licht achter bij het voorgaande jaar. Positieve uitzonderingen waren de groepen persoonlijke verzorging en accessoires. In food was het beeld gemixt. HEMA werd in december van het verslagjaar voor het tweede achtereenvolgende jaar door de Nederlandse consument verkozen tot de beste winkelformule van Nederland. Belangrijke ontwikkelingen in het verslagjaar waren: invoering van nieuwe kassasystemen in de winkels, ontwikkeling van een nieuw foodconcept en de volledige ingebruikname van het nieuwe, gemechaniseerde logistieke centrum in Utrecht in november van het verslagjaar. Bouw en inrichting van
dit centrum hebben drie jaar in beslag genomen. De investering bedroeg circa € 25 miljoen. Daarmee is het een van de grootste projecten in zijn soort. Voor HEMA is de afronding van het project een belangrijke mijlpaal. Door een sterke verbetering van de logistieke efficiency kan de goederenbeschikbaarheid in de winkels verder worden vergroot en zullen de logistieke kosten verder omlaag gaan. Voorts is in het verslagjaar een nieuw concept ontwikkeld voor de HEMA-formule. Belangrijkste kenmerken zijn: een hoge mate van flexibiliteit en een grote goederendominantie. Ook de presentatie van het assortiment is op onderdelen anders dan de HEMA-klant gewend is. Producten worden niet meer naar soort op een vaste plek in de winkel gegroepeerd, maar zijn per doelgroep (baby’s, kinderen, dames, heren) geclusterd. Het nieuwe concept
wordt getest in de vestiging te Amersfoort, die na een verbouwing van enkele maanden op 24 maart van het lopende jaar is heropend. In oktober 2003 is HEMA een proef begonnen met geldautomaten onder eigen label. In een twintigtal vestigingen kunnen klanten tijdens de openingsuren van de winkel met de pinpas geld opnemen. De test loopt tot medio 2004. Daarna wordt beslist of ook de andere Nederlandse filialen geldautomaten krijgen. Het project is onderdeel van de plannen om in het lopende jaar meer financiële diensten en producten onder eigen merknaam aan te bieden. In het lopende jaar zal HEMA het expansietempo opvoeren, met 20 à 25 nieuwe winkels. In België is uitbreiding voorzien met 9 winkels. Voorts zullen in Luxemburg de eerste HEMA’s worden geopend.
HEMA aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
18
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Nederland
268
273.875
260
270.975
255
268.275
252
267.000
251
266.250
Eigen vestigingen
138
134.250
132
132.700
127
130.000
124
128.725
125
129.975
Aangesloten bedrijven
130
139.625
128
138.275
128
138.275
128
138.275
126
136.275
België
24.325 3.225
27 2
21.075 2.000
24
18.675
23
17.725
23
18.025
Duitsland
34 3
Totaal
305
301.425
289
294.050
279
286.950
275
284.725
274
284.275
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
V&D 2003/04 x
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
855 11 48 24 35 56
889 12
889 25
879 23
40 28 50
55 30 41
55 32 30
6,9 33
1,3 6
2,8 16
2,6 15
70 16 8.532
69 16 8.941
69 18 9.224
68 18 9.233
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Herstructureringslasten Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen
812 39 80 74 45 52
-
-
kosten, € 8 miljoen op desinvestering van twaalf warenhuizen en € 12 miljoen op overige sluitingskosten (huurobligo, leegwinkelen, terugbrengen winkels in de originele staat). De belangrijkste maatregelen in het tweede halfjaar waren:
in procenten
Operationele marge Rendement
- 14,7 - 88
-
aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Stand-alonerestaurants Medewerkers (FTE)
72 15 7.504
V&D is een warenhuis voor een brede doelgroep, met het accent op vrouwen in de leeftijd van 30 tot 60 jaar, hun partners en hun kinderen. Het assortiment is veelzijdig en actueel en bestaat uit gunstig geprijsde kwaliteitsproducten, grotendeels onder eigen labels. Na de sluiting van vijf vestigingen in februari van het lopende jaar is V&D met 67 vestigingen prominent aanwezig in nagenoeg alle relevante verzorgingsgebieden in Nederland. Er zijn verschillende typen V&D-warenhuizen, variërend van 3.000 m2 tot meer dan 10.000 m2. Succesvolle onderdelen van het warenhuis zijn de restaurant- en foodformules La Place en Le Marché. Daarnaast exploiteert V&D buiten het warenhuis vijftien La Place-restaurants op zelfstandige locaties. V&D heeft een zeer teleurstellend jaar achter de rug. De netto-omzet kwam
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen 30
23
Exclusief herstructureringslasten
25
20
12 10
0
-10
- 11 -20
-30
-40
-39
-50 1999/00
20
2000/01
2001/02
2002/03
2003/04
uit op € 812 miljoen. Dit is circa 5% minder dan in het vorige boekjaar. Na een succesvol verlopen Prijzencircus in maart van het verslagjaar kwam de omzet vanaf april onder druk te staan. Al vroeg in het tweede kwartaal bleek dat veel van de commerciële maatregelen, die in het vorige boekjaar waren genomen om V&D uit de rode cijfers te krijgen, onvoldoende effect sorteerden. De oplopende voorraden en de achterblijvende consumentenbestedingen in de warme zomermaanden noodzaakten tot forse afprijzingen in vrijwel alle productgroepen. Dit resulteerde in een operationeel verlies over het eerste halfjaar van ruim € 35 miljoen.
■ De versnelde invoering van een nieuw besturingsmodel, ondersteund door de implementatie van SAP als informatiesysteem. Hierdoor wordt een procesgeoriënteerde en efficiënte organisatie gerealiseerd die optimaal kan inspelen op relevante marktontwikkelingen en op de steeds sneller wisselende behoeften van de consument. In het verslagjaar is ‘SAP Business Warehouse’ in gebruik genomen om eenduidige sturing op resultaten mogelijk te maken. In het lopende boekjaar zal de besturing van de supply chain door een gefaseerde invoering van SAP Retail worden ondersteund.
■ Een aanzienlijke kostenbesparing; cumulatief circa € 15 miljoen aan het einde van het verslagjaar. Per 31 januari 2004 was de kostenbesparing opgelopen tot € 1 miljoen per week, oftewel ruim € 50 miljoen op jaarbasis, zoals werd beoogd bij de aankondiging van de herstelplannen in september van het verslagjaar. Dit betekent dat V&D in het lopende jaar bij een naar verwachting licht afnemende omzet in de zwarte cijfers kan komen.
■ Een belangrijk deel van de kostenIn reactie op de zorgwekkende terugval van de omzet in het tweede kwartaal is de voortgang van het herstelproces nader geanalyseerd. Dit leidde begin juli van het verslagjaar tot het besluit het management van V&D ingrijpend te wijzigen. Onder leiding van het vernieuwde management is een omvangrijk pakket van maatregelen uitgewerkt om V&D op korte termijn uit de gevarenzone te halen en om de basis te leggen voor rendementsherstel op de middellange termijn. Het herstructureringsplan is begin september van het verslagjaar aangekondigd. Een groot deel van de effecten van de maatregelen is in de tweede helft van het verslagjaar gerealiseerd. Als gevolg daarvan werd het verlies in het tweede halfjaar aanzienlijk teruggebracht tot circa € 4 miljoen. Het operationele verlies over het boekjaar kwam daardoor uit op € 39 miljoen. Voor de herstructureringsmaatregelen is ten laste van het resultaat over 2003/04 een voorziening getroffen van € 80 miljoen. Hiervan heeft circa € 60 miljoen betrekking op afvloeiings-
besparing is bereikt door ingrijpende reorganisaties in nagenoeg alle onderdelen van de onderneming. Bovendien is met de vakorganisaties een bevriezing van de lopende CAO tot februari 2006 overeengekomen. Door reorganisaties op het hoofdkantoor en in de vestigingen, sluiting van vijf kleine warenhuizen aan het begin van het lopende jaar (Almelo, Geleen, Heerenveen, Kerkrade en RotterdamOosterhof), sluiting van de bakkerijen in Aduard en Sint Oedenrode en sluiting van het reeds afgeslankte distributiecentrum in Amsterdam is het aantal medewerkers sinds 1 augustus 2003 met 1.590 FTE’s (circa 2.700 personen) teruggebracht. Het is het voornemen om per 1 augustus van het lopende jaar nog eens zeven vestigingen te sluiten (Helmond, Tiel, Middelburg, Sneek, Valkenswaard, Venlo en Vlaardingen).
■ De investeringen zijn in het verslagjaar met ruim € 16 miljoen teruggebracht ten opzichte van het oorspronkelijke plan. De geplande herinrichting van warenhuizen naar het voorbeeld van de geheel vernieuwde vestigingen in Enschede en Maastricht
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
V&D is opgeschort. Voor het lopende jaar bedraagt het investeringsbudget circa € 15 miljoen.
■ Door een tijdelijke inkoopstop zijn de na de zomer van 2003 snel oplopende voorraden onder controle gebracht. Hierdoor is voor een bedrag van ruim € 57 miljoen minder aan goederen binnengekomen dan zonder inkoopstop het geval zou zijn geweest. Dankzij deze ingreep kon het verslagjaar met een gezonde voorraadpositie worden afgesloten. ■ Het (te) grote aantal leveranciers (3.600) is per einde verslagjaar met circa 35% gereduceerd. Doelstelling is om het aantal leveranciers in het lopende jaar verder terug te brengen tot 1.200 of minder. Door deze maatregel kunnen op basis van inkoopkracht betere inkoopprijzen worden gerealiseerd. Inmiddels zijn ook standaard betalingscondities ingevoerd, die moeten leiden tot kostenbesparingen, een efficiëntere manier van werken en een verlaging van het werkkapitaal. Aan het begin van het lopende jaar presenteerde V&D de commerciële plannen om in de komende jaren naar een behoorlijk rendement te kunnen groeien: een nieuw basisconcept voor een warenhuis van 7.000 à 8.000 m2, met een variant voor de grotere en kleinere winkels. Centraal in de blauwdruk voor het nieuwe basisconcept staat de traditionele kernfunctie van het warenhuis: het presenteren en samenbrengen van groepen producten en diensten, die door hun samenhang en actualiteit bij uitstek geschikt zijn om onder één dak aan te bieden en waarmee sterke marktposities kunnen worden opgebouwd.
Naast de succesvolle horeca- en foodformules (onder meer La Place en Le Marché) zullen twee nieuwe pijlers worden gebouwd die de rode draad vormen voor het inrichten van een achttal nieuwe afdelingen. Deze pijlers zijn: seizoenen (continu inspelen op de actualiteit het hele jaar door; bij uitstek geschikt voor een warenhuis) en digital world (de wereld van innovatie en interactie, met raakvlakken in alle productgroepen). In de acht nieuw te formeren afdelingen zal het aanbod van non-foodartikelen in een voor de klant logische samenhang worden herschikt (herenschoenen bij herenmode, schoolcampus op de jongerenafdeling) en waar mogelijk worden uitgebouwd tot nieuwe concepten. Bestaande afdelingen die niet aan de criteria voldoen, worden in een van de acht nieuwe afdelingen ondergebracht, ingekrompen of gesaneerd. Dit betekent dat het grote aantal producten dat V&D momenteel in zijn assortiment heeft op termijn tot een overzichtelijk aanbod zal worden teruggebracht. De nieuwe assortimenten zullen in het warenhuis scherp worden geprofileerd. Niet meer een veelheid aan willekeurige huismerken, waarvan de meeste niet door de klant als merk worden herkend, maar een zestal sterke ‘private labels’, met een eigen sfeer en beleving. Voor food & horeca heeft V&D reeds twee sterke merken: La Place en Le Marché. Deze zullen ook worden ingezet voor nieuw te ontwikkelen foodconcepten. Voor de nonfoodafdelingen zijn drie bestaande labels geselecteerd: Essentials, SOHO en Yes or No en zal een nieuw label worden ontworpen. De labels zullen
worden gebruikt voor verschillende soorten producten in verschillende afdelingen. De sfeer en positionering van het artikel is bepalend voor het gebruik van het label. De conceptvernieuwingen zullen onder meer tot gevolg hebben dat het aanbod in de winkels dynamischer wordt. Dit versterkt de merkbeleving en geeft V&D weer een eigen gezicht. Door te kiezen voor één basisconcept worden winkelindeling en lay-out voor de klant duidelijk en begrijpelijk. Bovendien wordt de besturing van de winkelformule eenvoudiger. De beschikbare verkoopoppervlakte wordt beter benut. Dit moet leiden tot een hogere gemiddelde bijdrage per m2, een betere conversie en hogere bonbedragen. Vooralsnog wordt niet primair ingezet op omzetstijgingen, wel op margeverbeteringen en minder afprijzingen. Dat moet worden bereikt door betere en actuelere producten in te kopen, de omloopsnelheid van de goederen te verhogen en door concentratie op productgroepen waarin V&D traditioneel grote marktaandelen heeft. De conceptvernieuwing wordt stap voor stap ingevoerd. In het najaar van 2004 worden de nieuwe afdelingen dames- en herenmode geïntroduceerd. Eind volgend boekjaar zal circa 80% van de collectie volgens de nieuwe visie zijn opgebouwd. Het volledige concept wordt begin 2006 zichtbaar in de nieuwe vestiging in Almere en in de geheel vernieuwde winkel in Arnhem. Vooruitlopend op de invoering van het nieuwe basisconcept zet V&D het reclame- en communicatie-instrument in om het V&D-imago te versterken.
V&D aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
22
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Warenhuizen Restaurants (stand alone )
72 15
344.800 10.800
70 16
343.400 10.900
69 16
341.875 9.400
69 18
341.875 12.125
68 18
338.425 12.125
Totaal
87
355.600
86
354.300
85
351.275
87
354.000
86
350.550
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
de Bijenkorf x
2003/04
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
399 2 15 13 21
389 2 15 13 14
381 17 29 12 17
361 16 27 11 13
354 15 25 10 10
0,5 2
0,5 2
4,2 23
4,2 24
4,0 30
13 2.854
11 2.891
10 2.876
7 2.714
7 2.742
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen in procenten
Operationele marge Rendement aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Medewerkers (FTE)
De Bijenkorf is een inspirerende, trendsettende en dynamische warenhuisformule met een complete merkenportfolio, bestaande uit internationale premium brands, A-merken en eigen merken op het gebied van mode, cosmetica, accessoires, wonen, media, sport en reizen. Daarnaast is horeca een belangrijke activiteit. De Bijenkorf onderscheidt zich door vernieuwende thema's, evenementen en een innovatieve vasteklantenkaart. Een deel van het assortiment wordt exclusief door of in opdracht van de Bijenkorf ontworpen. De Bijenkorf heeft twaalf vestigingen in de grote Nederlandse steden. Er zijn vier ‘formats’ in winkelvloeroppervlakte uit-
eenlopend van circa 3.000 m2 (de Bijenkorf Mode) tot 20.000 m2 (flagship store in Amsterdam). Daarnaast heeft de Bijenkorf een outlet store. De Bijenkorf behaalde in het verslagjaar een netto-omzet van € 399 miljoen, licht (2,6%) boven vorig boekjaar. De omzetontwikkeling werd negatief beïnvloed door de teleurstellende verkoop van kerstpakketten door Bijenkorf Business Cadeau in het vierde kwartaal. Zonder dit effect steeg de omzet 3,7%. Deze stijging is geheel het gevolg van expansie (de outlet store in Batavia Stad, die medio mei 2003 is geopend en het eind augustus geopende nieuwe warenhuis in
Maastricht). Zonder expansie daalde de winkelomzet fractioneel. Het operationele detailhandelsresultaat kwam onveranderd uit op € 2 miljoen. Het resultaat is negatief beïnvloed door de tegenvallende verkoop van kerstpakketten, waardoor op deze activiteit voor het derde achtereenvolgende jaar verlies werd geleden. Een positieve invloed op het resultaat hadden de kostenbesparende maatregelen die in het verslagjaar zowel op het hoofdkantoor als in de winkelorganisatie zijn doorgevoerd. De besparingen zullen in het lopende jaar oplopen tot structureel circa € 5 miljoen per jaar. Als midden/hoog in de markt gepositioneerde warenhuisformule, die circa 70% van zijn omzet realiseert met internationale merken, had de Bijenkorf in het verslagjaar relatief veel last van de recessie en het zeer warme weer in het tweede kwartaal en in het begin van het derde kwartaal. Door commerciële acties met een duidelijk accent op prijsvoordeel heeft de Bijenkorf de gevolgen van de recessie deels kunnen compenseren, zonder margeverlies. In de belangrijke sectoren werd marktaandeel gewonnen. De omzet in herenmode bleef, zonder rekening te houden met expansie, vrijwel gelijk en die van damesmode daalde licht. Dit steekt gunstig af tegen de marktontwikkeling in Nederland, waar de omzetten in de kledingsector een groot deel van het jaar onder zware
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen 20
17 16 15
10
2
2
2002/03
2003/04
0 1999/00
24
2000/01
2001/02
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
de Bijenkorf druk stonden. Ook in het segment accessoires ontwikkelde de omzet zich bevredigend. In het woonsegment en in mindere mate in de horeca stond de omzet onder druk. De Drie Dwaze Dagen in september van het verslagjaar zorgden wederom voor topverkopen; de omzet lag exclusief het effect van expansie circa 12% boven vorig boekjaar. De filialen laten een gevarieerd verloop van de omzet zien. De drie modefilialen ontwikkelden zich uitstekend en lieten alle in een slechte markt omzetstijgingen zien. De nieuwe vestiging in Maastricht ging eind augustus van het verslagjaar voortvarend van start en presteert sindsdien volgens verwachting. Ook de outlet store is een succesvolle stap gebleken, niet alleen voor het tijdig wegwerken van overtollige voorraden in de winkel, maar ook voor het efficiënt managen van afprijzingen. De in 2002 geopende vestiging in Enschede blijft achter bij de verwachtingen, met name door de grote infrastructurele werken rondom het
warenhuis. Eind 2003 werd de herontwikkeling van het stadshart afgerond. Om het winkelklimaat na een lange bouwperiode structureel te verbeteren, moeten ondernemingen en gemeentebestuur gezamenlijk initiatieven nemen voor een intensieve promotiecampagne in de regio en in Duitsland. De flagship store in Amsterdam ondervond de gevolgen van de grote interne verbouwingen, de aanleg van de NoordZuidlijn en van het achterblijvende internationale toerisme. De verbouwing in Amsterdam, die in het tweede kwartaal van het verslagjaar is begonnen, is zowel bouwkundig als logistiek een ingrijpend project. Over een aantal etages wordt dit oudste en grootste Bijenkorf-warenhuis vergroot met 3.000 m2 tot meer dan 20.000 m2. Dit megaproject wordt in fasen opgeleverd en zal begin 2006 gereed zijn. Dan beschikt het warenhuis in Amsterdam over circa 14.000 m2 aan mode- en modegerelateerde afdelingen, waarmee het de grootste ‘mode-mall’ is in Nederland.
Op verschillende etages in Amsterdam komt ruimte vrij voor uitbreiding van bestaande of de introductie van nieuwe afdelingen, zoals een afdeling ‘leisure en entertainment’ en een eigentijds servicecentrum. In dit servicecentrum is in maart van het lopende jaar BIJfinance geïntroduceerd. Een ‘shop in the shop’, waar klanten terechtkunnen voor verzekeringen, hypotheken en andere financiële producten rondom het thema wonen. BIJfinance wordt in augustus van het lopende jaar ook in Rotterdam geopend. In 2005 volgt Den Haag. Voorts worden in het voorjaar van 2004 de gebruiksmogelijkheden van de succesvolle BIJcard (ruim vierhonderdduizend kaarthouders) verder uitgebreid. De kaart kan vanaf dan ook worden gebruikt als gewone creditcard (Mastercard). Voor deze functionaliteit is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Fortis Bank.
de Bijenkorf aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
Totaal
26
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
13
107.725
11
99.675
10
93.650
7
86.375
7
86.375
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Doe-Het-Zelf x
2003/04
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
1.220 82 119 37 34
1.063 78 107 29 27
734 57 70 13 20
661 45 57 12 31
567 39 48 9 13
6,7 21
7,3 25
7,7 35
6,8 30
6,9 38
315 4.980
304 4.236
204 2.635
205 2.817
204 2.749
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen in procenten
Operationele marge Rendement
geïntroduceerd. Het assortiment zal bestaan uit het beste wat de verschillende formules van de doe-het-zelfgroep hebben te bieden en moet door diepte, breedte en prijsstelling een unieke ervaring worden voor de Belgische doe-het-zelver. Het concept zal in het lopende jaar geleidelijk aan in andere Belgische megastores worden ingevoerd.
aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Medewerkers (FTE)
De business unit Doe-Het-Zelf is met een aantal formules en in totaal 315 vestigingen een van de grootste marktpartijen in de Benelux. In Nederland exploiteert de groep twee ketens, Praxis en Formido. Beide ketens vullen elkaar aan wat betreft producten, bedrijfsgrootte en locatie. Praxis is de meest grootschalige formule van de groep en exploiteert bouwmarkten die in grootte uiteenlopen van 2.000 m2 tot liefst 15.000 m2. De grootste megastores hebben ook een tuincentrum. Formido is een franchiseketen van kleinere bouwmarkten met een gemiddelde oppervlakte van 1.500 m2. In België is de groep actief onder de merknamen Brico en Brico Plan-it. De groep is qua samenstelling te vergelijken met de Nederlandse organisatie: kleine en grote bouwmarkten en een mix van eigen vestigingen en aangesloten bedrijven.
In het verslagjaar heeft de doe-hetzelfgroep haar marktpositie in de Benelux opnieuw aanzienlijk kunnen versterken. Halverwege het jaar werd de acquisitie van de Belgische activiteiten van de Franse groep Leroy Merlin een feit, gevolgd door de overname van de enige megastore van Castorama in België. Door deze overnames heeft de groep in België zeven grote bouwmarkten met tuincentra verworven. De omzet van de groep in België neemt hierdoor op jaarbasis met circa eenderde toe. De nieuw verworven bouwmarkten worden geïntegreerd in de Brico-organisatie, maar zullen onder de nieuwe naam Brico Plan-it worden geëxploiteerd. Uiterlijk eind 2004 zal conform de acquisitieovereenkomst de naam Leroy Merlin op alle winkels zijn vervangen door Brico Plan-it. In de Castorama-bouwmarkt te Kortrijk wordt in de eerste helft van het lopende jaar eveneens onder de naam Brico Plan-it een nieuw megastoreconcept
Dankzij de acquisities in België is de netto-omzet van de doe-het-zelfgroep voor het vierde achtereenvolgende jaar sterk gegroeid. In het verslagjaar steeg de omzet bijna 15% tot € 1.220 miljoen. Daarmee is de groep op afstand de grootste business unit van het concern (meer dan een kwart van de totale omzet). Zonder het effect van de acquisities bedroeg de omzetstijging in het verslagjaar 2,4%. Deze stijging is minder groot dan in voorgaande jaren. De groeivertraging is vooral het gevolg van de minder voorspoedige ontwikkelingen in Nederland, waar de marktgroei in de loop van het verslagjaar tot stilstand kwam. In het vierde kwartaal werd voor het eerst sinds vele jaren zelfs een daling van de consumentenbestedingen in de doe-het-zelfsector geregistreerd. Dit kwam tot uitdrukking in de omzetten van Praxis en Formido, die in het vierde kwartaal licht achterbleven bij die van het vorige boekjaar. Over het hele jaar liet Praxis nog een fractionele omzetstijging zien. Formido boekte een lichte omzetstijging. In België was de marktontwikkeling gunstiger, hetgeen zich heeft vertaald in een verdere autonome omzetstijging bij Brico. Het operationele detailhandelsresultaat van Doe-Het-Zelf steeg met circa 5% tot € 82 miljoen. Voor circa 1% is
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen 90
82 78
80
70
57
60
50
40
45 39
30
20
10
0 1999/00
28
2000/01
2001/02
2002/03
2003/04
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Doe-Het-Zelf dit het gevolg van de acquisitie in België. In Nederland kwam het resultaat van Praxis licht lager uit. Door de verslechterde marktomstandigheden nam de concurrentie tussen de grote aanbieders toe, hetgeen vooral zichtbaar werd in de vele kortingsacties. Margedruk was daarvan het gevolg. Het resultaat van Formido steeg, evenals het resultaat van Brico. Er heeft, los van de acquisities in België, op bescheiden schaal expansie plaatsgevonden. Het aantal Praxis-vestigingen groeide per saldo met 4 tot 121. Een zevental vestigingen van aangesloten bedrijven werd toegevoegd aan het eigen winkelbestand. Een mijlpaal was de oplevering in het najaar van de sterk vergrootte en met een
tuincentrum verrijkte megastore in Amsterdam-Zuidoost. Met 15.000 m2 is dit de grootste vestiging van de groep. Voorts besteedde Praxis veel commerciële aandacht aan het 25-jarig jubileum van de formule. Ook bij Formido verminderde het aantal aangesloten vestigingen, deels ten gunste van eigen filialen. Het totale aantal winkels liep per saldo terug met 3 tot 78. Een van de prioriteiten was de verdere implementatie van het grotere Formido-concept (3.000 m2) en de ontwikkeling van een compacte Formidoversie (circa 1.200 m2). Bij Brico bleef het aantal eigen vestigingen gelijk en sloten zich 3 nieuwe franchisers aan; het totale aantal winkels steeg tot 111, inclusief de 7 geacquireerde bouwmarkten.
In het verslagjaar heeft de doe-hetzelfgroep veel aandacht besteed aan integratie van de overgenomen Belgische activiteiten in de Brico-organisatie en aan de ontwikkeling van het nieuwe concept voor Brico Plan-it. Ook de nauwe samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische organisatie is verder ingevuld, waarbij behoud van eigen management, formulenaam en commerciële zelfstandigheid uitgangspunt is. Via de in het vorige boekjaar opgerichte internationale holding Vendex KBB DIY Group worden kennis en ervaring uitgewisseld. Ook worden initiatieven genomen voor conceptontwikkeling en het behalen van inkoopvoordelen.
Doe-Het-Zelf aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
30
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
NEDERLAND Praxis Eigen vestigingen Aangesloten bedrijven
121 99 22
480.050 409.200 70.850
117 88 29
457.850 370.075 87.775
117 88 29
452.925 370.675 82.250
118 87 31
449.500 368.100 81.400
116 83 33
420.975 328.625 92.350
Formido Eigen vestigingen Aangesloten bedrijven
78 8 70
133.300 13.450 119.850
81 5 76
134.300 8.875 125.425
82 1 81
132.175 1.775 130.400
82 2 80
130.025 3.300 126.725
83 3 80
129.050 4.725 124.325
Overige
5
15.500
5
15.500
5
15.500
5
14.750
5
13.850
BELGIË Brico Eigen vestigingen Aangesloten bedrijven Brico Plan-it
111 43 61 7
319.775 163.575 89.025 67.175
101 43 58
244.825 164.100 80.725
Totaal
315
948.625
304
852.475
204
600.600
205
594.275
204
563.875
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Fashion x
2003/04
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
457 35 54 19 39
456 46 61 15 26
425 44 56 12 31
391 42 55 13 14
362 35 49 14 12
7,7 31
10,1 46
10,4 46
10,7 51
9,7 49
721 3.429
668 3.194
640 3.099
610 2.904
588 2.733
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen in procenten
Operationele marge Rendement aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Medewerkers (FTE)
De fashiongroep omvat de drie internationale modeformules M&S, Hunkemöller en Claudia Sträter, met samen 721 vestigingen in zeven landen. M&S is de grootste modeketen van het concern (417 vestigingen in zes landen) en profileert zich als 'discountboetiek' voor vrouwen boven de 35. Hunkemöller (276 winkels in zes landen) is een internationale keten voor lingerie, nacht- en badmode. De damesmodeformule Claudia Sträter (28 winkels in vier landen) is een nichespeler in het hoogwaardige kledingsegment. De drie formules hebben gemeen dat zij alle vrijwel uitsluitend producten verkopen onder eigen merknaam en met een eigen signatuur. In het verslagjaar behaalde de fashiongroep een omzet van € 457 miljoen. Dit is een fractie meer dan in het vori-
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen 50
42
44
ge boekjaar. In het eerste halfjaar was de ontwikkeling nog positief met omzetstijgingen van 7,8% in het eerste en van bijna 5% in het tweede kwartaal. De omzet van de fashiongroep daalde in het derde kwartaal met 6,1% en in het vierde kwartaal met 5,2%. Terwijl Hunkemöller en Claudia Sträter zich in vierde kwartaal wisten te herstellen van het zwakke derde kwartaal, bleef de omzet van M&S in de laatste periode van het verslagjaar onder druk staan. De teleurstellende gang van zaken is toe te schrijven aan de malaise in de Europese bovenkledingsector. Met name in de tweede helft van het jaar stonden de bestedingen in dit segment onder zware druk, in het bijzonder in Nederland. Het operationele detailhandelsresultaat van de groep daalde met 24% tot € 35 miljoen. Deze achteruitgang komt vrijwel geheel voor rekening van M&S en is in het tweede halfjaar ontstaan. In het eerste halfjaar steeg het resultaat van de groep nog met 26% tot bijna € 30 miljoen. M&S M&S is de meest expansieve modeketen van het concern. De formule profileert zich als ‘discountboetiek’ voor vrouwen in de leeftijdscategorie vanaf
35 jaar. M&S staat voor een gunstig geprijsd en actueel aanbod modieuze damesbovenkleding in een complete maatvoering. De collectie wordt in eigen beheer ontwikkeld, geproduceerd en op kwaliteit gecontroleerd. Om snel te kunnen reageren op actuele trends – elke twee tot drie weken brengt M&S een nieuw thema in de winkel – wordt circa de helft van de collectie via het eigen productiebedrijf gefabriceerd. M&S heeft winkels in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Voor M&S was het verslagjaar een periode met twee gezichten. Het eerste halfjaar verliep zeer succesvol, ondanks de toen al tegenvallende marktontwikkelingen. Het resultaat steeg in die periode aanzienlijk ten opzichte van het achterblijvende eerste halfjaar van 2002/03. Door effectief supply-chainmanagement slaagde M&S erin met aanzienlijk lagere voorraden te werken. Substantieel minder afprijzingen en een sterke stijging van de brutomarges waren daarvan het gevolg. De tweede helft van het verslagjaar liet een totaal ander beeld zien. Het tropische weer aan het begin van het derde kwartaal en het warme najaar vormden de opmaat naar een mislukt winterseizoen. Alle marktpartijen gingen al vroeg over tot het opruimen van hun wintercollecties met aanzienlijke kortingen. M&S heeft zich hieraan niet kunnen onttrekken. Ofschoon de voorraden goed onder controle waren, moest fors worden afgeprijsd. Marges en resultaat kwamen daardoor onder druk. De in het eerste halfjaar opgebouwde voorsprong in resultaat ging geheel verloren. Het jaarresultaat kwam uiteindelijk aanzienlijk lager uit dan in het vorige boekjaar. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in het tweede halfjaar is besloten verkoopprijzen en collectie op onderdelen aan te scherpen. In het verslagjaar heeft M&S de internationale expansie voortgezet. Het totale aantal winkels steeg per saldo
46
40
35
35
30
20
10
0 1999/00
32
2000/01
2001/02
2002/03
2003/04
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Fashion met 32 tot 417, vooral door groei in Frankrijk en Spanje. In Frankrijk werden 27 nieuwe winkels geopend, waardoor het totaal per einde boekjaar op 138 is gekomen. Daarmee is Frankrijk niet alleen in omzet, maar ook in aantal vestigingen het belangrijkste land voor M&S geworden. In Spanje, waar M&S eind vorig boekjaar met 2 winkels zijn entree maakte, werden 6 winkels toegevoegd. In de Benelux vond een bescheiden expansie plaats. In Duitsland, waar het winkelklimaat slechter is dan in andere landen, bleef het resultaat van M&S onvoldoende; er werden 5 filialen gesloten. Voor het lopende jaar is vooral expansie voorzien in Zuid-Frankrijk en Spanje. Ter verdere verbetering van goederenstroom en logistiek in de zuidelijke landen heeft M&S in november van het verslagjaar een distributiecentrum geopend in Zuid-Frankrijk, het derde van de onderneming. Voorts werd een eigen inkoopkantoor in Shanghai geopend, van waaruit de mogelijkheden die de Chinese markt biedt beter kunnen worden benut. Dit zal resulteren in aanzienlijke besparingen op de kostprijzen. Het eind vorig boekjaar geïntroduceerde aangepaste winkelconcept (inclusief nieuw logo) is in het verslagjaar in een tiental winkels toegepast. De omgebouwde winkels laten een positieve ontwikkeling zien. Besloten is meer winkels aan te passen. Aan het einde van het lopende jaar moeten circa vijftig winkels ‘om’ zijn. Essentiële onderdelen van het nieuwe concept zijn: een krachtiger mode-uitstraling en meer rust en ruimte in de winkelpresentatie, waardoor met een kleinere voorraad in de winkel hogere verkopen kunnen worden gerealiseerd. Hunkemöller Hunkemöller is een als merk gepositioneerde internationale speciaalzaakketen voor lingerie, nacht- en badmode. De formule verkoopt uitsluitend producten onder eigen naam. De actuele
34
en eigentijdse collectie is van uitstekende kwaliteit en pasvorm en wordt aangeboden voor een aantrekkelijke prijs. Het proces van ontwerp tot verkoop is volledig in eigen handen. De winkels hebben een open karakter met behoud van intimiteit en bevinden zich op A1-locaties in stads- en winkelcentra. Hunkemöller heeft winkels in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Denemarken en Frankrijk. In de Benelux is de onderneming marktleider. Ook voor Hunkemöller verliep het verslagjaar grillig. Het eerste halfjaar was uitstekend met een forse stijging van het resultaat. Maar in het tweede halfjaar ondervond Hunkemöller de gevolgen van de sterk onder druk staande consumentenbestedingen. Een zwak derde kwartaal werd gevolgd door een licht herstel in het vierde kwartaal. Per saldo kwam de jaaromzet hoger uit dan vorig boekjaar. Het resultaat bleef licht onder het niveau van 2002/03. De prestaties laten per land duidelijke verschillen zien. Exclusief het effect van expansie liep de omzet in Nederland en Denemarken licht terug. In de overige landen werd een licht hogere omzet gerealiseerd. Opvallend is de omzetgroei in Duitsland, waar de markt sterk onder druk stond. In alle landen werd marktaandeel gewonnen. In het verslagjaar is Hunkemöller voortgegaan met expansie. Het totale aantal winkels werd per saldo met 20 uitgebreid tot 276. Nieuwe vestigingen werden geopend in Nederland (+7), Denemarken (+8) en Frankrijk(+7). In België/Luxemburg werden per saldo 2 winkels gesloten en in Duitsland bleef het aantal vestigingen ongewijzigd. In het lopende jaar zal de expansie worden opgevoerd, met name in Frankrijk. Met het oog op de internationale groei heeft Hunkemöller besloten een nieuwe naam en huisstijl te testen. De huidige naam geniet alleen in het Nederlandstalige marktgebied grote bekendheid, maar werkt niet mee aan
een soepele introductie van de winkelformule en opbouw van het imago in de andere landen. In geen van deze landen wordt de naam Hunkemöller geassocieerd met lingerie en zeker niet met de stijl en sfeer die het merk moet uitstralen. Na lange en gedegen voorbereiding is in het verslagjaar een geheel nieuwe huisstijl ontwikkeld, waarin de merkwaarden ‘verzorgen, versieren en verwennen’ beter tot hun recht komen. Het voornemen is om hieraan een nieuwe merknaam te koppelen. De nieuwe huisstijl is eind van het verslagjaar geïntroduceerd in twee winkels per land en wordt gedurende een aantal maanden uitvoerig getest. In het voorjaar worden de resultaten van de testwinkels en van consumentenonderzoeken geëvalueerd, waarna in mei 2004 een beslissing zal worden genomen of alle vestigingen worden aangepast. Als het antwoord bevestigend is, worden alle winkels in de zomermaanden van het lopende jaar omgebouwd. Hunkemöller heeft de communicatie met de klant inmiddels verder geprofessionaliseerd. Het vorig boekjaar gelanceerde magazine ‘Anybody’ is in het verslagjaar vier keer verschenen in een oplage van zevenhonderdduizend en in alle landen waar de formule actief is. Ook de internetsite is uitgebreid en nu in meer talen te raadplegen. Alle inspanningen van Hunkemöller om de klant optimaal te bedienen hebben ertoe geleid dat de onderneming in september van het verslagjaar de Retail Jaarprijs in de categorie grootwinkelbedrijf heeft gewonnen. Dit betekent dat de formule zich een jaar lang ‘de beste winkel van het jaar 2003’ mag noemen. Het is een erkenning voor de ontwikkeling die Hunkemöller doormaakt van marktleider in de Benelux tot een toonaangevend Europees lingeriemerk. Claudia Sträter Claudia Sträter is gespecialiseerd in damesmode met een eigen signatuur,
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Fashion bestemd voor de moderne, zelfbewuste vrouw. De collecties worden aangeboden in eigen winkels op toplocaties in Nederland, België, Luxemburg en sinds september van het verslagjaar ook in Duitsland. Een deel van het assortiment is via de groothandel ook verkrijgbaar in zelfstandige modewinkels en warenhuizen in binnen- en buitenland. Claudia Sträter heeft in het verslagjaar met één winkel meer (28) geen omzetgroei kunnen realiseren. Voor het eerst sinds jaren kwam de jaaromzet lager uit. Tegen de marktbeweging in boekte de formule in het vierde kwartaal een duidelijk hogere omzet, waardoor de in voorgaande kwartalen opgelopen achterstand voor een deel kon worden weggewerkt. De winkels presteerden
beter dan de groothandel, die meer te lijden had van de slechte marktomstandigheden in de bovenkledingsector. De positieve ontwikkeling in het vierde kwartaal is toe te schrijven aan een aanscherping van de collectie en het afronden van het renovatieprogramma. De laatste drie te restylen winkels werden in het najaar opgeleverd, hetgeen in deze vestigingen leidde tot een aanzienlijk omzetgroei en een forse resultaatsverbetering. Het jaarresultaat van Claudia Sträter daalde, maar de operationele marge behoort nog steeds tot de hoogste van het concern.
een eerste stap gezet op de Duitse markt. In september werd in Münster een testwinkel geopend. De ervaringen tot nog toe zijn bemoedigend. De entree in Duitsland past in de concernstrategie om ook van Claudia Sträter een meer internationale modeformule te maken. Daartoe zullen de komende jaren niet alleen meer winkels in het buitenland worden geopend, maar wordt ook het aantal verkooppunten die door de groothandel worden bediend opgevoerd. Plan is om in het lopende jaar een tweede winkel in Duitsland te openen om de markt beter te kunnen testen. In Nederland zal één nieuwe winkel worden geopend.
In het verslagjaar heeft Claudia Sträter na lange en gedegen voorbereiding
Fashion aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
36
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
M&S Nederland België / Luxemburg Duitsland Frankrijk Spanje
417 131 63 77 138 8
82.500 26.675 13.200 15.800 25.575 1.250
385 128 62 82 111 2
77.575 25.950 13.000 16.875 21.325 425
362 128 62 79 93
74.425 26.750 13.000 16.375 18.300
339 128 61 71 79
69.875 26.775 12.825 14.950 15.325
332 128 61 67 76
68.700 26.750 12.825 14.375 14.750
Hunkemöller Nederland
276 128
32.175 14.900
256 121
29.375 14.000
252 120
29.025 13.875
245 118
27.625 13.425
227 117
24.750 12.950
Eigen vestigingen
92
11.400
87
10.700
86
10.575
84
10.125
83
9.650
Aangesloten bedrijven
36
3.500
34
3.300
34
3.300
34
3.300
34
3.300
België / Luxemburg Duitsland Denemarken Frankrijk
65 54 18 11
7.600 6.350 1.875 1.450
67 54 10 4
7.675 6.350 850 500
66 52 10 4
7.375 6.350 850 575
66 50 11
7.350 5.875 975
65 45
6.975 4.825
Claudia Sträter Nederland België / Luxemburg Duitsland
28 18 9 1
6.025 4.000 1.775 250
27 18 9
5.700 4.000 1.700
26 17 9
5.500 3.800 1.700
26 17 9
5.400 3.800 1.600
29 17 12
5.875 3.800 2.075
Totaal
721
120.700
668
112.650
640
108.950
610
102.900
588
99.325
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Consumentenelektronica x
2003/04
2002/03
2001/02
2000/01
1999/00
603 17 25 8 10
615 25 33 8 14
613 14 21 7 14
468 18 24 6 6
248 8 11 3 6
2,8 19
4,1 34
2,3 19
3,8 23
3,2 14
314 1.970
304 2.081
308 2.084
298 2.021
197 1.288
€ miljoen
Netto-omzet Operationeel detailhandelsresultaat Retail EBITDA Afschrijvingen Investeringen in procenten
Operationele marge Rendement aantallen per einde boekjaar
Vestigingen Medewerkers (FTE)
De groep Consumentenelektronica omvat vijf winkelformules, die zich nagenoeg geheel op de Nederlandse markt richten: Dixons, Dynabyte, It's, Modern Electronics en Prijstopper. Met deze vijf winkelketens is de groep in alle segmenten van de elektronicamarkt vertegenwoordigd. Met Dixons en Dynabyte heeft de groep een sterke positie in het segment van multimedia, computers en digitale fotografie. It’s, Modern Electronics en Prijstopper behoren tot de grotere marktpartijen in de sector huishoudelektronica, bruin- en witgoed. Met samen 314 winkels is de groep de grootste aanbieder van consumentenelektronica in Nederland. In het verslagjaar bedroeg de nettoomzet van Consumentenelektronica € 603 miljoen. Dit is fractioneel lager
Operationeel detailhandelsresultaat x € miljoen
Exclusief bijzondere baten en lasten
30
dan in het vorige boekjaar. In het multimedia- en computersegment werden duidelijk hogere omzetten geboekt. In de krimpende markt van huishoudelektronica stond de omzet onder druk, zij het dat in het vierde kwartaal met name bij Modern Electronics sprake was van een licht herstel. Het operationele detailhandelsresultaat daalde ten opzichte van het genormaliseerde resultaat van vorig boekjaar gering tot € 17 miljoen. In het totale resultaat van vorig jaar (€ 25 miljoen) was een eenmalig effect begrepen van per saldo € 7 miljoen, bestaande uit een bate voortvloeiend uit de beëindiging van een contract voor de distributie van mobiele telefonie en baten en lasten die samenhingen met de herstructurering van Modern Electronics en de integratie van de back-office van deze formule in die van It’s. Dixons en Dynabyte staan onder leiding van één managementteam, maar hebben beide een eigen back-office en een eigen plaats in de markt. Samen zijn zij een van de grootste aanbieders van populaire vrijetijdselektronica in Nederland en marktleider op het gebied van pc’s, printers, digitale fotografie, notebooks en cd-romsoftware. Beide ondernemingen zijn actief in de markt van pc-privéprojecten voor
ondernemingen, gemeenten en ministeries. Voorts verzorgt Dixons de inkoop voor ElectricCity, de elektronica-afdeling van V&D, met vestigingen in 36 warenhuizen. De combinatie boekte in het verslagjaar een duidelijk hogere omzet in een stagnerende markt. Het resultaat bleef nagenoeg gelijk aan het genormaliseerde resultaat van vorig boekjaar, toen het resultaat positief werd beïnvloed door een bate, die voortvloeide uit de beëindiging van een contract voor de distributie van mobiele telefonie. Dixons kan terugzien op een commercieel goed jaar. In de eerste helft ontwikkelden omzet en resultaat zich gunstig; in het tweede halfjaar, vielen de maanden oktober en november uit de toon. Dixons signaleert een explosieve vraag naar alles wat met digitale fotografie te maken heeft. Ook de afzet van spelcomputers en games blijft doorgroeien. Als enige in Nederland introduceerde Dixons in al zijn filialen de Kodak Picturemaker, waarmee klanten direct digitale foto’s kunnen afdrukken. Deze service is succesvol en is een goede compensatie voor de afname van de vraag naar traditionele fotoafdrukken. Sky, het pc-huismerk van Dixons, werd in het verslagjaar door de Consumentenbond opnieuw gekozen tot Beste Koop. Bij het computertijdschrift PCM kwam het Sky notebook als beste uit de test. Het aantal Dixons-filialen steeg met 6 tot 140. In november van het verslagjaar werd de eerste testwinkel in België geopend; eind maart van het lopende jaar is de tweede geopend. Het assortiment is op enkele lokale aanpassingen na hetzelfde als in Nederland. Dynabyte heeft gedurende het verslagjaar goed gepresteerd. Na een voorspoedig eerste halfjaar, werd het groeitempo in het tweede halfjaar onverminderd voortgezet. Dynabyte wist zijn positie als leidende aanbieder van pc’s en randapparatuur verder te verstevigen, mede door het succes
20
18
18
17
14
10
8
0 1999/00
38
2000/01
2001/02
2002/03
2003/04
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Consumentenelektronica van het huismerk ‘Headstart’, dat samen met Sky van Dixons tot beste koop werd uitgeroepen. In notebooks heeft Dynabyte inmiddels een sterke positie opgebouwd. Aan het begin van het verslagjaar nam Dynabyte een nieuw hoofdkantoor en distributiecentrum in Zwolle in gebruik. Daarmee is voldoende capaciteit gecreëerd voor een snelle expansie in de komende jaren naar een landelijke dekking. In het verslagjaar breidde Dynabyte het aantal winkels met 3 uit tot 37. In het lopende jaar wordt het expansietempo verhoogd.
worden in de toekomst nog nadrukkelijker als onderscheidende concepten gepositioneerd. It’s wordt een grootschalige aanbieder, met winkels van 800 m2 tot 2.500 m2 in de grotere winkelcentra en de periferie, waar entertainment en experience centraal staan. Modern Electronics gaat zich met kleinere vestigingen vooral richten op lokale winkelcentra en zal gaan fungeren als ‘buurtwinkel’. De eerste winkels conform het nieuwe concept zijn in het verslagjaar geopend en laten een veelbelovende ontwikkeling zien. Voor Prijstopper is een rol weggelegd als discounter op buitenlocaties, waar de consument scherp kan inkopen, maar wel voor eigen transport moet zorgen.
Ook It’s, Modern Electronics en Prijstopper staan onder leiding van één managementteam. Back-office en inkoop van deze formules zijn volledig geïntegreerd. Om de formules optimaal te kunnen bevoorraden is in het verslagjaar het centrale distributiecentrum in Tilburg uitgebreid. De drie formules hebben ieder hun eigen plaats in de markt en zijn samen, met in totaal 137 winkels, marktleider in huishoudelektronica. It’s, Modern Electronics en Prijstopper
De combinatie boekte in het verslagjaar een duidelijk lagere omzet. Het resultaat stond sterk onder druk. Door de slechte marktomstandigheden voor huishoudelektronica zijn de concurrentieverhoudingen verscherpt. Bij Modern Electronics trad na drie zwakke kwartalen in het vierde kwar-
taal van het verslagjaar een herstel in, waardoor de omzet over die periode op hetzelfde niveau kwam als in het vorige boekjaar. De introductie van het nieuwe winkelconcept lijkt daaraan te hebben bijgedragen. Mede door de herstructurering van de formule en door de effecten van de samenwerking met It’s kon het (negatieve) resultaat fractioneel worden verbeterd. Bij It’s daalde de omzet fors en kwam het resultaat aanzienlijk lager uit dan vorig boekjaar. De expansie van de combinatie bleef in het verslagjaar beperkt. In verband met de moeilijke marktomstandigheden heeft It’s slechts 1 winkel geopend, waardoor het totaal steeg naar 75. Na een drastische sanering van het winkelbestand in het vorige boekjaar werd het aantal filialen van Modern Electronics in het verslagjaar met 2 teruggebracht tot 54. Het aantal winkels van discounter Prijstopper steeg met 2 tot 8.
Consumentenelektronica aantal vestigingen en vloeroppervlakte
Per 31 januari
40
2004
2003
2002
2001
2000
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Aantal
VVO m 2
Dixons Nederland
140
17.525
134
16.550
129
15.975
122
15.150
115
13.825
115
13.825
Eigen vestigingen
133
16.625
128
15.825
121
15.025
114
14.200
Aangesloten bedrijven
6
725
6
725
8
950
8
950
België
1
175
Dynabyte
37
6.575
34
6.000
31
5.450
28
4.900
It’s
75
43.700
74
45.475
71
41.575
66
35.500
Modern Electronics
54
39.125
56
41.625
73
48.225
79
43.700
79
55.075
Prijstopper
8
3.825
6
3.050
4
2.150
3
1.725
3
1.725
Totaal
314
110.750
304
112.700
308
113.375
298
100.975
197
70.625
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Overige activiteiten Onder ‘Overige activiteiten’ vallen onder meer de concernondernemingen Schaap & Citroen (juweliers), AudioSonic (internationale handelsonderneming in consumentenelektronica) en Vendex KBB Cards & Financial Services (dienstverlening voor financiële producten). Schaap & Citroen boekte in het verslagjaar een lagere omzet. Mede door het ingezakte toerisme in Amsterdam bleven de verkopen van de twee Amsterdamse vestigingen duidelijk achter bij die van vorig boekjaar. Het resultaat stond onder druk. In het verslagjaar bleef het aantal vestigingen onveranderd elf. In het lopende jaar worden de slecht renderende vestigingen in Apeldoorn en Breda gesloten. AudioSonic heeft zich na de turnaround in 2001 inmiddels met succes gepositioneerd als ‘de top’ van de B-merken in audio- en videoapparatuur. Mede dankzij de economische teruggang heeft de onderneming in het verslagjaar uitstekend gepresteerd. De producten van AudioSonic blijken door hun goede prijs-kwaliteitverhouding voor de consument een gewild alternatief te zijn voor de duurdere A-merken. De omzet nam dan ook sterk toe en het resultaat werd meer dan verdubbeld. In het lopende jaar brengt AudioSonic onder haar eigen merk een aantal nieuwe producten op de markt, zoals plasma- en LCD-kleurentelevisies en dvd-recorders.
42
Vendex KBB Cards & Financial Services (CFS) heeft in het verslagjaar concrete plannen uitgewerkt voor de introductie van financiële producten en diensten onder de merknamen van verschillende winkelformules. Het eerste project is een proef met geldautomaten, in oktober van het verslagjaar geïntroduceerd in een twintigtal HEMA-vestigingen. Na een testperiode van zeker een halfjaar wordt een besluit genomen over de plaatsing van geldautomaten bij andere HEMA-winkels en later bij V&D en de Bijenkorf. Door de plaatsing van eigen geldautomaten wordt de klant extra service geboden. Een tweede project is de introductie van BIJfinance bij de Bijenkorf in maart van het lopende jaar. Dit is een ‘shop in the shop’, waar klanten terecht kunnen voor verzekeringen, hypotheken en andere financiële producten rondom het thema wonen. In het lopende jaar zal de Bijenkorf voorts de gebruiksmogelijkheden van de succesvolle BIJcard (ruim vierhonderdduizend kaarthouders) uitbreiden met een creditcardfunctie (Mastercard). Voor deze functionaliteit is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met International Card Services (ICS), een onderdeel van Fortis Bank. Vooruitlopend daarop heeft ICS in het verslagjaar de activiteiten van de joint venture Betafin overgenomen. Betafin verzorgde de financiële afhandeling van de BIJcard, een activiteit die door ICS wordt voortgezet.
Het concern werd in het verslagjaar volledig eigenaar van verzekeringsintermediair Vendopolis B.V., door de overname van het belang van Achmea Verzekeringsholding N.V. in deze joint venture. Vendopolis verkocht voornamelijk verzekeringen onder de naam van V&D via eigen balies in de grootste V&D-warenhuizen. Na de aandelenoverdracht is Vendopolis in augustus van het verslagjaar onder regie gebracht van CFS en vervolgens omgebouwd tot V&D Geldzaken, een nieuwe leverancier van financiële diensten en producten ten behoeve van alle daarvoor in aanmerking komende winkelformules van het concern. Er zijn inmiddels enkele laagdrempelige producten ontwikkeld, die in de eerste helft van het lopende jaar onder de merknamen van de Bijenkorf, V&D, HEMA en Praxis op de markt worden of reeds zijn gebracht.
Deelnemingen De deelnemingen van het concern zijn VisionClinics (25%; lasercentra voor oogcorrectie), Alant Medical BV (20%; centra voor gezondheidszorg), en Kobalt B.V. (12,5%; media-inkoopbureau).
Amsterdam, 5 april 2004 De Hoofddirectie
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Jaarrekening 2003/04
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Geconsolideerde balans per 31 januari 2004 voor winstbestemming
Vorig jaar *
in miljoenen euro’s
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Vlottende passiva Kortlopende schulden Kortlopende leningen
1) 2) 3)
4) 5)
6) 7)
251 1.129 51
187 1.088 55
1.431
1.330
632 286 61
592 274 42
979
908
-
613 16
-
579 271
-
629
-
850
Werkzaam vermogen
350
58
1.781
1.388
Gefinancierd met Langlopende schulden Langlopende leningen
Voorzieningen Groepsvermogen
*
44
8)
9)
887
460 887
460
378
381
516
547
1.781
1.388
Rubricering voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening over het boekjaar 1 februari 2003 tot en met 31 januari 2004
Vorig jaar *
in miljoenen euro’s
Netto-omzet Voortgezette activiteiten Niet-voortgezette activiteiten Kostprijs van de omzet
4.451 4.451 — -
Bruto-omzetresultaat Verkoopkosten Algemene beheerskosten Overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfsresultaat 11) Voortgezette activiteiten Niet-voortgezette activiteiten Financiële baten en lasten 14) Waardeveranderingen en opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 15)
-
1.607 -
1.287 259 0
3.013 1.674
-
1.245 129 4
-
61 64 3
-
49
-
49
0
-
16
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen 16) Voortgezette activiteiten Niet-voortgezette activiteiten
2.844
4.687 4.327 360
304 142 162
12 4 10 6
-
35 30 5
Resultaat deelnemingen
1
-
2
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
9
202
Nettowinst
9
202
0,10
2,23
0,10
2,23
Nettowinst per gewoon aandeel (x € 1) 17) Verwaterde nettowinst per gewoon aandeel (x € 1)
*
Jaar verslag 2003/04
-
239
Rubricering voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
45
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar 1 februari 2003 tot en met 31 januari 2004
Vorig jaar
in miljoenen euro’s
Bedrijfsresultaat Waarvan toegerekend aan investeringsactiviteiten: Resultaat niet-voortgezette activiteiten
-
Bedrijfsresultaat voortgezette activiteiten Afschrijvingen en duurzame waardevermindering Mutaties in: Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden* Mutatie voorzieningen uit bedrijfsoperaties Overige mutaties uit operationele activiteiten
-
Kasstroom uit bedrijfsoperaties uit voortgezette activiteiten Financiële baten en lasten Betaalde winstbelasting
3
162
64 174
142 147
15 17 22 25 1
-
-
49 19
320 -
174
53 23 244
-
-
173 150 312 8 9 3
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-
275
-
31
Mutatie langlopende schulden, inclusief kortlopend deel Betaald dividend Inkoop eigen aandelen
-
171 38 1
-
150 35 19
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
132
-
204
Saldo kasstromen
31
9
Netto liquide middelen per 1 februari Saldo kasstromen
30 31
21 9
Netto liquide middelen per 31 januari
61
30
Netto liquide middelen per 31 januari
* **
-
46 13 18 20 0
193 81 6 7 1 1
Bestaande uit: Liquide middelen Kortlopende leningen van kredietinstellingen**
46
304
242
Kasstroom uit operationele activiteiten Netto-investeringen in (im)materiële vaste activa Netto-investeringen groepsmaatschappijen Netto-desinvesteringen groepsmaatschappijen Netto-(des)investeringen van deelnemingen Afname vorderingen Mutatie overige effecten
61
61 0 61
-
-
42 12 30
Exclusief kortlopende leningen van kredietinstellingen Exclusief binnen een jaar te betalen deel van de langlopende schulden ad 16 (259)
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Grondslagen geconsolideerde jaarrekening
Algemeen De in deze toelichting opgenomen bedragen hebben betrekking op de geconsolideerde cijfers en luiden in miljoenen euro’s. De toelichting op de vennootschappelijke jaarcijfers is beperkt tot posten die afwijken van de overeenkomstige posten in de geconsolideerde balans en tevens van materiële betekenis zijn. De vennootschappelijke winst-en-verliesrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 BW.
Wijziging in grondslagen voor verwerking en presentatie van omzet Netto-omzet In overeenstemming met een herziening van de Nederlandse richtlijnen voor de verwerking van opbrengsten (RJ 270 winst- en-verliesrekening) zijn de grondslagen voor de verwerking en presentatie van omzet gewijzigd. Richtlijn 270 geeft gedetailleerde criteria inzake de definitie van opbrengsten en het moment van het verwerken van omzet. Het volgende overzicht geeft het effect per jaar van de wijziging op de netto-omzet per business unit: Vorig jaar
Netto-omzet
Volgens nieuwe definitie
Volgens oude definitie
Volgens nieuwe definitie
Volgens oude definitie
2% 0% 6% 0% 0% 3% 0%
911 855 389 1.063 456 615 38
933 856 420 1.066 455 589 38
-
1%
4.327
4.357
-
Effect
HEMA V&D de Bijenkorf Doe-Het-Zelf Fashion Consumentenelektronica Overige activiteiten
918 812 399 1.220 457 603 42
939 816 425 1.225 455 585 42
-
Totaal
4.451
4.487
-
-
Effect
-
2% 0% 7% 0% 0% 4% 0% 1%
De belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de netto-omzet volgens de oude en nieuwe definitie zijn: – Bij HEMA werd de kassaomzet van de fotoservice en de horeca van de franchisers verantwoord als omzet, terwijl volgens de nieuwe richtlijn slechts de leveringen aan franchisenemers als netto-omzet verantwoord mogen worden (effect -19); – Verkopen van concessionairs werden bij de Bijenkorf als omzet verantwoord, terwijl volgens de nieuwe richtlijn alleen de fee als netto-omzet verantwoord mag worden (effect -25); – Bij consumentenelektronica werd de omzet uit de verkoop van diensten zoals servicecertificaten en verlengde garantieverzekering als overige opbrengsten verantwoord, terwijl dit volgens de nieuwe richtlijn als omzet verantwoord dient te worden (effect +12). De verschillen betreffen vrijwel uitsluitend presentatie. Er is geen effect op het resultaat en het beginvermogen. De vergelijkende cijfers zijn aangepast.
Jaar verslag 2003/04
47
Grondslagen voor consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gegevens van Koninklijke Vendex KBB N.V. (‘Vendex KBB’) en haar groepsmaatschappijen opgenomen; groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin Vendex KBB direct of indirect beslissende zeggenschap heeft, danwel deelnemingen waarvan Vendex KBB het merendeel van de economische risico’s draagt of recht heeft op het merendeel van de economische voordelen. In de volgende, voor het concern belangrijkste activiteiten heeft Vendex KBB (in)direct een 100%-belang: HEMA V&D de Bijenkorf Doe-Het-Zelf Praxis Brico Formido Keur-groep
Consumentenelektronica Dixons Dynabyte It’s Modern Electronics Prijstopper Overige activiteiten Schaap & Citroen AudioSonic IT Services CFS (Cards & Financial Services)
Fashion Claudia Sträter Hunkemöller M&S Voor een gedetailleerde opsomming van de in de consolidatie begrepen groepsmaatschappijen wordt verwezen naar de ten kantore van het Handelsregister gedeponeerde lijst. De resultaten op transacties tussen geconsolideerde maatschappijen worden geëlimineerd. Deelnemingen worden vanaf het moment dat geen sprake meer is van beslissende zeggenschap niet langer beschouwd als groepsmaatschappij. De resultaten van verworven respectievelijk verkochte groepsmaatschappijen worden in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening opgenomen voorzover behaald in de periode waarin zij groepsmaatschappij zijn. De resultaten van desinvesteringen worden in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening begrepen in het bedrijfsresultaat uit niet-voortgezette activiteiten. Vendex KBB heeft een verklaring van aansprakelijkstelling gedeponeerd overeenkomstig artikel 2:403 BW voor vrijwel al haar Nederlandse groepsmaatschappijen. Deze vennootschappen maken gebruik van de vrijstellingsregeling voor deponering van de jaarrekening overeenkomstig het voornoemde artikel.
Acquisities en desinvesteringen Eind juni 2003 is een 100%- belang verworven in de Belgische activiteiten van het Franse doehet-zelfconcern Leroy Merlin voor 65, inclusief goodwill van 51. De activiteiten bestaan uit zes bouwmarkten met tuincentrum. Vanaf 1 juli 2003 zijn de cijfers van deze overgenomen activiteiten geconsolideerd. De naam wordt veranderd in Brico Plan-it. Verder heeft Praxis gedurende het boekjaar een aantal franchisers overgenomen.
Grondslagen voor waardering en resultaatsbepaling Algemeen De grondslagen voor de waardering van de activa en passiva en resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische verkrijgingsprijs, tenzij anders vermeld. Tenzij hierna anders aangegeven, worden activa en passiva tegen nominale waarde opgenomen.
48
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Gebruik van schattingen Bij de opstelling van de financiële overzichten volgens algemeen aanvaardbare grondslagen van financiële verslaggeving moet het management schattingen maken en veronderstellingen doen die van invloed kunnen zijn op de gerapporteerde bedragen per balansdatum en op de baten en lasten gedurende de periode waarop de verslaggeving betrekking heeft. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Vreemde valuta Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de per balansdatum geldende koersen. De hieruit voortvloeiende valutaresultaten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord, met uitzondering van omrekeningsverschillen op de netto-investering in de buitenlandse deelnemingen. Deze worden onder aftrek van het eventuele belastingeffect via het eigen vermogen verwerkt. De resultaten van de buitenlandse deelnemingen worden tegen gemiddelde koersen opgenomen. Valutakoersverschillen op ter beurze genoteerde effecten worden op gelijke wijze behandeld als de wijziging in de waarde van die effecten. Koersverschillen die verband houden met handelsgoederentransacties worden verantwoord in de Kostprijs van de omzet en de resterende valutakoersverschillen in de Financiële baten en lasten. Immateriële vaste activa Bij verwerving van deelnemingen betaalde goodwill wordt gewaardeerd op de verkrijgingsprijs, waarbij lineaire afschrijving plaatsvindt over de geschatte economische levensduur met een maximum van 20 jaar. Geactiveerde huurrechten worden afgeschreven over de looptijd van de huurcontracten danwel de periode van huurbescherming zoals deze in de desbetreffende jurisdictie van toepassing is, eveneens met een maximum van 20 jaar. Met ingang van dit boekjaar worden gekochte software en gerelateerde implementatiekosten en licenties onder de immateriële vaste activa geclassificeerd. Software en licenties worden in drie of vijf jaar afgeschreven. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op de verkrijgingsprijs. Voorzover de activa in gebruik zijn genomen, worden deze lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur per categorie van vaste activa of onderdelen daarvan, met een maximum van: Gebouwen 30 jaar (fundament 100 jaar) Technische installaties 10 jaar Inventarissen 8 jaar Computer-apparatuur en kassa-systemen 5 jaar Vaste activa met een tijdelijk gebruiksrecht worden afgeschreven over de looptijd van dit recht. Op grond wordt niet afgeschreven. De in deze post begrepen afkoopsommen voor erfpacht worden lineair afgeschreven over de periode waarover de erfpacht is afgekocht. De verkrijgingsprijs van vaste activa, waarvan het concern krachtens een financiële lease-overeenkomst de economische eigendom heeft, wordt gelijkgesteld aan de contante waarde van de leasetermijnen over de gehele huurperiode. De kosten voor groot onderhoud worden direct ten laste van het resultaat gebracht. Financiële vaste activa De niet-geconsolideerde deelnemingen, waar de vennootschap invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid, worden gewaardeerd op het evenredige aandeel in de nettovermogenswaarde volgens de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van Vendex KBB. Deelnemingen waar geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid en de niet ter beurze genoteerde overige effecten worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs of lagere verwachte opbrengstwaarde. Voor een gedetailleerde opsomming van niet-geconsolideerde deelnemingen wordt verwezen naar de ten kantore van het Handelsregister gedeponeerde lijst. Vorderingen op niet-geconsolideerde deelnemingen en overige vorderingen worden opgenomen voor nominale bedragen onder eventuele aftrek van een voorziening voor niet-inbaarheid. Duurzame waardeverminderingen vaste activa De boekwaarde van vaste activa wordt op eventuele waardeverminderingen beoordeeld wanneer gebeurtenissen of gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven. Voor deze beoordeling worden de activa gegroepeerd op basis van afzonderlijk aanwijsbare en grotendeels op zichzelf staande kasstromen. De beoordeling vindt plaats op filiaalniveau. Bij duurzame waardevermindering wordt de boekwaarde van activa afgewaardeerd tot realiseerbare waarde.
Jaar verslag 2003/04
49
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen de gemiddelde verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid, kwaliteitsvermindering en andere risico’s van voorraadhouding. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarden, zo nodig onder aftrek van een voorziening voor mogelijke niet-inbaarheid. Voorzieningen De voorziening voor latente belastingen betreft toekomstige belastingverplichtingen door tijdelijke verschillen tussen het commerciële en het fiscale vermogen, berekend tegen het nominale tarief. Pensioenverplichtingen in eigen beheer worden gewaardeerd op actuariële grondslagen onder hantering van een rentevoet van 4%. Verplichtingen uit hoofde van een inkomensgarantieregeling aan deelnemers aan een vroegpensioenregeling worden gewaardeerd op actuariële grondslagen onder hantering van een rentevoet van 4%. Voorzieningen uit hoofde van afvloeiingsregelingen en ingegane vervroegde uittreding van personeel worden opgenomen voor het nominale bedrag. Voorzieningen uit hoofde van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan werknemers worden gebaseerd op de nominale waarde van verwachte toekomstige uitkeringsverplichtingen in verband met de feitelijke arbeidsongeschiktheid van de huidige en voormalige werknemers. Langlopende schulden Schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Tevens is opgenomen de contante waarde van toekomstige leasetermijnen uit hoofde van leningen en financiële lease-overeenkomsten. De binnen een jaar vervallende aflossingsverplichtingen op langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende leningen. Winst-en-verliesrekening Netto-omzet betreft de opbrengstwaarde van verkochte goederen en diensten op het moment van levering onder aftrek van omzetbelasting en verkoopkortingen. Uitgangspunt bij eigen winkels is de levering aan consumenten, bij franchisers de levering van artikelen voor eigen rekening en risico aan franchisers, alsmede de franchisevergoedingen en bij concessionairs de concessionairsfee. De kostprijs van de omzet bestaat uit de opgeofferde waarde van de verkochte goederen, waaronder begrepen de aan de inkooporganisatie en de aan de transport- en opslagactiviteit toegerekende kosten. Onder verkoopkosten wordt verstaan de aan de verkoopactiviteiten toe te rekenen lasten, waaronder de kosten van winkelvestigingen inclusief de resultaten bij vervreemding daarvan en de resultaten uit herontwikkelingsprojecten. De resultaten uit herontwikkelingsprojecten worden naar rato van de voortgang van projecten verantwoord op basis van het aan de vennootschap toekomende deel van de projectresultaten. De algemene beheerskosten betreffen de kosten van de algemene leiding van de concernonderdelen, de kosten van het concernmanagement en lasten die niet kwalificeren als kostprijs van de omzet of verkoopkosten. De overige bedrijfsopbrengsten betreffen voornamelijk niet tot de omzet behorende inkomsten uit bedrijfsoperaties. Als financiële baten en lasten worden alle naar tijdsgelang aan het verslagjaar toe te rekenen rentebaten en rentelasten opgenomen. Voorts worden hier de valutakoersverschillen verantwoord die niet samenhangen met deelnemingen en handelsgoederentransacties, alsmede resultaten uit dekkingsverschillen van afgeleide financiële instrumenten. Ook is het aan het verslagjaar toe te rekenen deel van de herfinancieringskosten in de financiële baten en lasten begrepen. Waardeveranderingen en opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten. Bij verkoop van belangen in niet-geconsolideerde deelnemingen respectievelijk niet ter beurze genoteerde effecten wordt het verschil tussen de opbrengst en de boekwaarde als resultaat verantwoord en bij ter beurze genoteerde effecten tevens de eventuele gerealiseerde herwaardering. Tevens worden onder dit hoofd wijzigingen in de waarde van de financiële vaste
50
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
activa, met uitzondering van overige effecten, verantwoord alsmede de ontvangen dividenden van overige effecten, na aftrek van ingehouden en niet-verrekenbare dividendbelasting. Bij de berekening van de belastingen wordt rekening gehouden met permanente verschillen tussen het commerciële en fiscale resultaat. Aanspraken op fiscale verliescompensatie worden in aanmerking genomen voorzover in redelijkheid mag worden aangenomen dat verrekening of realisatie zal kunnen plaatsvinden. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de zogenaamde indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta zijn herleid in euro’s tegen de gemiddelde koersen voor de desbetreffende periodes. Kasstromen voortkomend uit niet-voortgezette activiteiten zijn verantwoord als onderdeel van de kasstroom uit investeringsactiviteiten. Segmentatie-overzicht De basis voor de primaire segmentatie is de indeling in zes business units binnen Vendex KBB: HEMA, V&D, de Bijenkorf, Doe-Het-Zelf, Fashion en Consumentenelektronica. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen een vastgoedsegment, overige activiteiten/holding en niet-voortgezette activiteiten. De indeling naar segmenten is gelijk aan de indeling van de kernactiviteiten en verantwoordelijkheden binnen Vendex KBB. Deze structuur wordt gekenmerkt door een hoge mate van zelfstandigheid van de concernonderdelen. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling van de segmenten zijn gelijk aan de grondslagen zoals toegepast bij de opstelling en presentatie van de jaarrekening. Het operationeel vermogen van de business units bestaat uit het totaal van activa minus kortlopende schulden en operationele voorzieningen. In het operationeel vermogen van de zes business units zijn geen rentedragende vorderingen of schulden op andere segmenten, geen (latente) vorderingen of verplichtingen uit hoofde van vennootschapsbelasting en geen banktegoeden opgenomen. De vorderingen of verplichtingen uit hoofde van vennootschapsbelasting en financiering worden weergegeven in het segment overige activiteiten/holding. De secundaire segmentatie is op basis van geografische indeling. Vergelijkende cijfers Indien noodzakelijk voor vergelijkingsdoeleinden is de rubricering van de vergelijkende cijfers aangepast.
Jaar verslag 2003/04
51
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Vaste activa 1. Immateriële vaste activa
Totaal Stand 1 februari 2003 Verkrijgingswaarde Afschrijvingen
-
Boekwaarde Mutaties in de boekwaarde Investeringen Desinvesteringen
229 * 42 *
-
187 *
-
Netto-investeringen Afschrijvingen
Geactiveerde huurrechten
Goodwill
-
156 7
Software en licenties
-
37 14
149
23
26 1
0 —
8 0
25
0
8
22
-
14
-
2
-
36 21 15
-
18 1 17
-
6
Acquisities en deconsolidaties
61
61
0
—
Totaal van de mutaties
64
47
6
11
Stand 31 januari 2004 Verkrijgingswaarde Afschrijvingen Boekwaarde
-
313 62 251
-
217 21 196
-
44 15
-
29
52 26 26
Het merendeel van de goodwill alsmede de geactiveerde huurrechten met betrekking tot Franse winkels met een boekwaarde van 22 (18) worden in 20 jaar afgeschreven. Er heeft een reclassificatie plaatsgevonden. Licenties en software werden vorig jaar onder materiële vaste activa geclassificeerd; dit jaar zijn deze gereclassificeerd onder immateriële vaste activa.
*
52
Voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
2. Materiële vaste activa
Totaal Stand 1 februari 2003 Verkrijgingswaarde Afschrijvingen
-
Boekwaarde Mutaties in de boekwaarde Investeringen Desinvesteringen
-
Boekwaarde
-
197 32
-
144 8 28
-
2.209 1.080 1.129
-
52 18
-
34 -
41
-
924 360 564
165
Totaal van de mutaties Stand 31 januari 2004 Verkrijgingswaarde Afschrijvingen
2.065 * 977 * 1.088 *
Netto-investeringen Afschrijvingen Duurzame waardevermindering Acquisities en deconsolidaties
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Grond en gebouwen
33 2 25
-
24
-
954 366 588
In uitvoering en vooruitbetalingen
1.077 * 617 *
64 0
460 *
64
160 14
-
15 0
146
-
15
111 6 3 32
-
0 — 0 -
15
1.206 714
49 0
492
49
Er heeft een reclassificatie plaatsgevonden. Licenties en software werden vorig jaar onder materiële vaste activa geclassificeerd als onderdeel van Andere vaste bedrijfsmiddelen; dit jaar zijn deze geclassificeerd onder immateriële vaste activa. De boekwaarde bedraagt 26 (15). Dit jaar is uit hoofde van duurzame waardevermindering een bedrag van 8 extra afgeschreven. De marktwaarde van de eigen vastgoedportefeuille, bepaald op basis van de huidige huur, bedraagt circa 772 (770), hetgeen dient te worden vergeleken met de boekwaarde van het vastgoedsegment van 510 (502). Voor een bedrag van 49 betreft dit investeringen in huurpanden.
*
Jaar verslag 2003/04
Voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.
53
3. Financiële vaste activa
Totaal Stand 1 februari 2003 Acquisities/ investeringen Desinvesteringen/aflossingen Dividend Overige mutaties Stand 31 januari 2004
Vorderingen op deelnemingen
Deelnemingen 55
-
13
1 4 1 0
-
51
1 3 1 0
-
10
Overige effecten
Overige vorderingen
1
14
27
— 1 — —
— — — 1
— 0 — 1
0
15
-
26
De deelnemingen betreffen onder meer de belangen in Betafin, Alant Medical en Vision Clinics. Onder de overige vorderingen is een langlopende lening opgenomen aan Retail Network Company van 11 (10), alsmede de resterende vordering van 14 (17) uit hoofde van de afwikkeling van de belangen in Braziliaanse winkelcentra.
Vlottende activa 4. Voorraden De voorraden betreffen vrijwel uitsluitend handelsvoorraden. De voorziening voor incourantheid bedraagt 32 (29). De voorraden zijn vooral gestegen door de acquisitie van de Belgische activiteiten van Leroy Merlin.
5. Vorderingen Handelsdebiteuren Vennootschapsbelasting Overige vorderingen Overlopende activa
Vorig jaar 85 90 51 60
96 72 55 51
286
274
Op de handelsdebiteuren is 7 (9) in mindering gebracht als voorziening voor oninbaarheid. Onder vennootschapsbelasting zijn latente belastingvorderingen begrepen van 73 (58). Naar verwachting zal daarvan een bedrag van 33 binnen één jaar worden gerealiseerd en het meerdere binnen een termijn van vijf jaar. In Duitsland bestaande compensabele verliezen zijn vanwege de onzekere realisatiemogelijkheden niet tot waardering gebracht.
54
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Vlottende passiva 6. Kortlopende schulden
Vorig jaar
Handelscrediteuren Overige belastingen en sociale premies Overige schulden Overlopende passiva
275 53 81 204
243 68 55 213
613
579
7. Kortlopende leningen
Vorig jaar
Kredietinstellingen Aflossing langlopende schulden
— 16
12 259
16
271
8. Langlopende leningen Gemiddelde effectieve rente Achtergestelde lening Banklening Hypothecaire lening Achtergestelde obligatielening Goud- en zilverleningen Overige leningen Leaseverplichtingen
— 4,6 5,7 7,4 — 5,8 10,9
Aflossingsverplichting <1 jaar 1-5 jaar
>5 jaar
Vorig jaar
— — 8 — — 3 5
— 407 30 — — 10 15
— — 212 200 — 0 13
— 407 250 200 — 13 33
150 517 — — 2 18 * 32 *
16
462
425
Waarvan kortlopend
903 16
719 259
Leningen langer dan 1 jaar
887
460
De banklening betreft een kredietfaciliteit van een syndicaat van banken die naar behoefte kan worden opgenomen dan wel worden afgelost. De kredietruimte van de faciliteit bedraagt 550. Het onder de faciliteit uitstaande bedrag dient uiterlijk 27 november 2006 te worden afgelost. De rentevergoeding is variabel, afhankelijk van de door de vennootschap gekozen renteperiode verhoogd met een marge. De marge varieert tussen 0,85% en 2,10% afhankelijk van de verhouding tussen de netto-rentedragende schuld en het bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór afschrijvingen. De betaling van hoofdsom en rente zijn gegarandeerd door twintig Nederlandse dochtermaatschappijen. De lening kan onder andere worden opgeëist indien niet wordt voldaan aan een schuldratio en/of aan een rentedekkingsratio: schuldratio: op het einde van ieder kwartaal mag de verhouding tussen netto-rentedragende schuld en het bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór afschrijvingen en vóór bijzondere posten van de laatste vier kwartalen maximaal 3 zijn (in het derde kwartaal elk jaar mag deze ratio maximaal 3,4 zijn); rentedekkingsratio: op het einde van ieder kwartaal mag de verhouding tussen het bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór afschrijvingen en vóór bijzondere posten van de laatste vier kwartalen en de totale netto rentelast minimaal 4 zijn. De hypothecaire lening betreft een kredietfaciliteit met een vaste hoofdsom van 250 met jaarlijkse aflossing. Jaarlijks dient op deze lening een bedrag van 7,5 te worden afgelost, de restant *
Jaar verslag 2003/04
De cijfers van vorig jaar zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden; schulden voor een bedrag van 9 zijn gereclassificeerd van overige leningen naar leaseverplichtingen.
55
hoofdsom wordt op 28 november 2010 afgelost. De rentevergoeding is variabel gebaseerd op 3-maands euribor verhoogd met een vaste marge. Er is hypotheek gevestigd op circa de helft van de waarde van het onroerend goed dat de onderneming in eigendom heeft. Het betreft panden van HEMA, V&D en Bijenkorf. De lening kan onder andere worden opgeëist indien niet wordt voldaan aan een schuldratio en/of aan een rentedekkingsratio: schuldratio: op het einde van ieder kwartaal mag de verhouding tussen netto-rentedragende schuld en het bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór afschrijvingen en vóór bijzondere posten van de laatste vier kwartalen maximaal 3,5 zijn; rentedekkingsratio: op het einde van ieder kwartaal mag de verhouding tussen het bedrijfsresultaat uit voortgezette activiteiten vóór afschrijvingen en vóór bijzondere posten van de laatste vier kwartalen en de totale netto rentelast minimaal 3,5 zijn. Voorts dient Vendex KBB ervoor zorg te dragen dat de uitstaande hoofdsom van de hypothecaire lening maximaal 70% bedraagt van de marktwaarde van het onroerend goed dat met hypotheekrecht is bezwaard. De achtergestelde obligatielening heeft een vaste hoofdsom van 200. De rente op de obligatielening is gefixeerd voor de gehele looptijd van de lening en bedraagt 7,375%. De lening dient uiterlijk 15 november 2010 in zijn geheel te worden afgelost. Betaling van rente en hoofdsom is op achtergestelde basis gegarandeerd door twintig Nederlandse dochtermaatschappijen. De marktwaarde van de achtergestelde obligatielening bedraagt 214. Per balansdatum voldoet Vendex KBB aan alle bovengenoemde ratio’s. In het kader van de financieringsovereenkomsten hebben Vendex KBB en haar groepsmaatschappijen zich verbonden hun activa niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming met enig zekerheidsrecht te zullen bezwaren. Op deze verplichting zijn enkele uitzonderingen van toepassing. Bij het bepalen van het gemiddelde effectieve rentepercentage zijn de effecten van het gebruik van Interest Rate Swaps verwerkt. Per balansdatum stond voor 477 (658) aan Interest Rate Swaps uit. Hiervan had 182 (477) een looptijd van een tot vijf jaar en het restant een looptijd van korter dan een jaar. Deze dekkingsinstrumenten zijn niet in de balans tot waardering gebracht. Per balansdatum had Vendex KBB bijna 150 aan niet gebruikte gecommitteerde kredietlijnen ter beschikking. De kosten samenhangend met het leningenpakket ad 17 zijn geactiveerd en worden gedurende de looptijd van de desbetreffende leningen afgeschreven. In het resultaat van het huidige boekjaar is hiervoor een afschrijvingslast van 1 begrepen.
9. Voorzieningen Latente belastingen
Totaal
Pensioen en ontslag
141
Reorganisatie en fusie
381
Dotatie Onttrekking Vrijval Valutakoersverschillen Acquisities en deconsolidaties
149 - 122 - 28 2 0
Stand 31 januari 2004
378
132
50
73
35
88
Waarvan langlopend
306
132
44
19
28
83
2 8 3 — 0
-
8 13 2 — —
40
Overige
Stand 1 februari 2003
-
57 *
Arbeidsongeschiktheid
-
93 54 4 2 —
41
-
15 11 10 — —
102 *
-
31 36 9 — 0
De latente belastingvoorziening heeft voor het merendeel betrekking op verschillen in commerciële en fiscale waardering van materiële vaste activa, in het bijzonder het vastgoed. De voorziening inzake aanvullende pensioen- en ontslagverplichtingen betreft 35 (34) in eigen beheer gehouden, grotendeels ingegane pensioentoezeggingen, 15 (23) ontslagverplichtingen uit hoofde van afvloeiingsregelingen. *
56
Voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. De voorziening voor vervroegde uittreding van personeel (VUT) ad 3 is dit jaar onder de overige voorzieningen opgenomen; vorig jaar was deze voorziening ad 2 onder de voorziening ‘pensioen en ontslag’ begrepen.
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
De overige voorzieningen betreffen ondermeer voorzieningen voor niet-marktconforme huren 10 (12), milieurisico’s 2 (7) en een aantal risico’s van uiteenlopende aard. Tevens zijn verplichtingen uit hoofde van loyaltyprogramma’s 19 (18), de verplichtingen uit hoofde van verlengde garantieverzekeringen 13(11), garanties 6 (5) en de afwikkeling van FAO 7 (10) opgenomen.
10. Niet in de balans opgenomen verplichtingen De groepsmaatschappijen hebben verplichtingen uit hoofde van terugkoopverklaringen en garanties van 40 (42) die niet in de balans zijn opgenomen. Deze hebben met name betrekking op franchisenemers en aangesloten bedrijven. Daarnaast heeft Vendex KBB tot een bedrag van 88 (44) garanties afgegeven ten behoeve van dochterondernemingen. De groepsmaatschappijen zijn langlopende huur- en leasecontracten inzake bedrijfspanden en andere bedrijfsmiddelen aangegaan. Per 31 januari 2004 bedroeg de contante waarde van de toekomstige verplichtingen op basis van 5% (5%) rekenrente 1.379 (1.455), waarvan vervallend binnen 1 jaar 250 (260), tussen 1 en 5 jaar 686 (710) en na 5 jaar 443 (485).
Voorwaardelijke verplichtingen Er loopt een gerechtelijke procedure inzake de op 16 juli 1999 totstandgekomen fusie tussen Vendex N.V. en N.V. Koninklijke Bijenkorf Beheer KBB. In deze procedure wordt vernietiging van de fusie, subsidiair een veroordeling tot schadevergoeding geëist. In een tussenvonnis heeft de rechter uitgesproken dat deskundigen om advies zal worden gevraagd. Hiertegen is door de vennootschap beroep ingesteld. De vennootschap meent dat ter zake van deze procedure geen voorziening behoeft te worden getroffen.
11. Toelichting bijzondere posten geconsolideerde winst- en verliesrekening In de geconsolideerde winst- en verliesrekening zijn de volgende bijzondere posten verwerkt; Vorig jaar Voor bijzondere posten
Bijzondere posten Netto- omzet Kostprijs van de omzet Bruto- omzetresultaat Verkoopkosten Algemene beheerskosten Overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfsresultaat
Bijzondere posten Reorganisatie V&D Beëindigingskosten concernpensioencontract Vrijval voorzieningen Bijzondere waardevemindering winkelvestigingen Eenmalig resultaat Elektronica (in hoofdzaak beëindiging telefoniecontract) Reorganisatie VendexKBB IT Services Boekresultaat verkoop werkmaatschappijen en overig resultaat niet voortgezet Totaal bijzondere posten
Jaar verslag 2003/04
-
-
4.451 2.844 1.607
-
— 9 9
1.287 259 0
-
69 12 —
61
-
90
-
80 13 11
-
8 — —
-
-
-
4.451 2.835 1.616 1.218 247 0 151
Bijzondere posten
-
-
4.687 3.013 1.674
-
— 25 25
1.245 129 4
-
7 121 —
304
-
89
-
48 — —
Voor bijzondere posten 4.687 - 2.988 1.699 -
1.238 250 4 215
—
-
7 15
—
145
90
89
57
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening Gesegmenteerde informatie
HEMA
V&D
Doe-Het-Zelf 2)
de Bijenkorf
Vorig jaar *
Vorig jaar *
Vorig jaar *
Vorig jaar *
Immateriële vaste activa Overige vaste activa Voorraden Overige vlottende activa
10 108 90 35
4 103 86 43
7 191 90 51
6 211 97 38
2 49 69 16
3 44 71 17
198 152 218 69
149 120 183 72
Totaal activa
243
236
339
352
136
135
637
524
Kortlopende schulden (Operationele) voorzieningen Operationeel detailhandelsvermogen Overig operationeel vermogen
108 14 121
93 17 126
87 116 136
83 88 181
50 5 81
45 5 85
223 25 389
192 26 306
Totaal
121
126
136
181
81
85
389
306
Netto-omzet
918
911
812
855
399
389
1.220
1.063
Operationeel detailhandelsresultaat Intern verhuurresultaat Amortisatie goodwill Resultaat uit verkoop van vastgoed
39
37
59
2
2
82
78
Bedrijfsresultaat Afschrijving en amortisatie goodwill Investeringen Acquisitie- en desinvesteringseffecten Mutaties in operationeel werkkapitaal Overige operationele mutaties
39 22 37
-
17 3
-
37 21 27
-
-
3 0
119 1) -
119 45 52
-
26 12 -
59 35 56
-
12
2 13 21
-
2 13 14
28 5
7 4
-
12 1
-
47
5
-
12
-
-
-
7
70 37 34 81 2 3
-
71 29 27 150 6 2
13
-
73
Kasstroom voor financiering en belasting
44
28
-
88
Operationele marge Rendement op operationeel vermogen
4,2 32,2
4,1 29,4
-
14,7 87,5
- 6,9 - 32,6
0,5 2,5
0,5 2,4
6,7 21,1
7,3 25,5
Aantal medewerkers (gemiddeld) Aantal medewerkers herleid tot fte (ultimo boekjaar)
10.800
10.900
14.100
15.000
4.100
4.100
7.000
6.000
5.723
5.791
7.504
8.532
2.854
2.891
4.980
4.236
Totaal activa
243
236
339
352
136
135
637
524
Nederland België, Luxemburg Duitsland Frankrijk Overige landen
215 23 5
213 19 4
339
352
136
135
286 351
250 274
Geografische spreiding
*)
1) 2) 3)
58
Netto-omzet
918
911
812
855
399
389
1.220
1.063
Nederland België, Luxemburg Duitsland Frankrijk Overige landen
847 67 4
850 60 1
812
855
399
389
764 456
753 310
Investeringen
37
27
52
56
21
14
34
27
Nederland België, Luxemburg Duitsland Frankrijk Overige landen
30 5 2
20 4 3
52
56
21
14
16 18
18 9
Voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Opmerkingen bij het segmentatie-overzicht Het operationele detailhandelsresultaat van V&D wordt beïnvloed door een eenmalige last van circa 80 (48) voor de reorganisatie van V&D. In de cijfers van het segment Doe-Het-Zelf zijn vanaf 1 juli 2003 de cijfers van de Belgische activiteiten van Leroy Merlin geconsolideerd. In de vergelijkende cijfers zijn vanaf 1 april 2002 de cijfers van Brico geconsolideerd. In het kader van het verhypothekeren van het onroerend goed is de splitsing van de activa over het segment retail (Hema, V&D en de Bijenkorf) en het segment Vastgoed opnieuw beoordeeld. Hieruit voortvloeiend is voor 14 aan technische installaties overgeboekt van V&D retail naar het segment Vastgoed. Dit beïnvloedt tezamen met de bijbehorende afschrijving het rendement op operationeel vermogen van Vastgoed in negatieve zin. De vergelijkende cijfers zijn niet aangepast.
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Consumentenelektronica
Fashion Vorig jaar *
-
Overige activiteiten/ holding 4)
Vastgoed 3)
Vorig jaar *
Vorig jaar *
29 74 48 20
21 66 47 16
2 36 99 15
2 36 92 14
1 510
2 502
6
171
150
152
144
53 5 113
42 7 101
51 10 91
59 11 74
113
101
91
74
457
456
603
615
35
46
17
25
35 19 39
-
4 3
-
46 15 26 9 2
-
17 8 10 17 2
-
25 8 14 2 5
Vorig jaar *
-
5
187 1.143 592 312
1
517
509
214
184
2.409
2.234
2
4 -
39 202 27
-
60 210 86
613 377 904 515
-
27
-
86
515
505
515
505
36
40
5
11
41 23 24
51 21 27
3 10
-
1 5
4
2.410
2.238
578 364 787 505
1 0
-
1 17 14
613 378 904 515
579 381 773 505
1.419
1.292
0
-
14
1.419
1.278
38
4.451
4.327
360
4.451
4.687
31
37 36 14 5
98 40 7 11
-
162
34 36 14 5
260 40 7 11
-
3
-
3
162 11 16 151
-
6
308
2
-
21 7 6 13 46 6
-
31 5 7 20 40 1
73
-
12
47
49
7,7 31,0
10,1 45,5
2,8 18,7
4,1 33,8
7,0
7,9
5.300
5.000
2.400
2.500
600
3.429
3.194
1.970
2.081
171
150
152
144
517
63 20 15 62 11
58 21 16 49 6
152
144
517
457
456
603
615
190 89 66 104 8
198 90 69 95 4
603
615
39
26
10
14
24
27
12 2 3 17 5
6 2 3 13 2
10
14
24
27
7)
1
-
22
6)
4
187 1.143 592 316
19
0
-
Vorig jaar * 251 1.180 632 347
-
-
-
Geconsolideerd
Vorig jaar *
251 1.180 632 346
42
5)
Vorig jaar *
61 16 107
22
4)
Niet-voortgezette activiteiten
2 60 18 134
42
-
Voortgezette activiteiten
-
-
-
64 17 4 223 94 14 37
-
142 147 198 170 65 11
56
-
3
3 5)
-
-
-
-
61 6) 17 4 7) 223 97 14 37
304 158 214 19 65 11
62
305
1,6 4,9
6,4 23,5
44.300
48.500
26.975
27.193
1,4 5,1
3,2 10,7
600
44.300
44.100
515
468
26.975
27.193
509
214
184
2.409
2.234
1
4
2.410
2.238
509
208 3
184
1.916 397 20 62 14
1.845 314 20 49 6
1
4
1.917 397 20 62 14
1.849 314 20 49 6
42
38
4.451
4.327
360
4.451
4.687
35 3 4
30 3 5
3.650 615 74 104 8
3.690 463 75 95 4
349 9 2
3.650 615 74 104 8
4.039 472 77 95 4
5
7
222
198
16
222
214
5
7
170 25 5 17 5
162 15 6 13 2
16
170 25 5 17 5
178 15 6 13 2
3
4.400
De opgenomen overige vaste activa in het segment overige activiteiten/holding bestaat hoofdzakelijk uit financiële vaste activa (zie toelichting pagina 54); de overige vlottende activa betreffen grotendeels de belastingvordering (zie pagina [54]); de voorzieningen voornamelijk de latente belastingvoorziening (zie pagina [56]). In het resultaat van de overige activiteiten/holding is een eenmalige last van 6 opgenomen als gevolg van de beëindiging van het concernpensioencontract. In het vergelijkend cijfer van het segment is een eenmalige last van 15 opgenomen voor de herstructurering en stroomlijning van Vendex KBB IT Services. Het resultaat uit niet-voortgezette activiteiten bestaat uit a) een resultaat van 4 uit hoofde van de afwikkeling van de in 2001/02 beëindigde activiteiten van FAO Schwarz en b) een negatief resultaat van 7 uit hoofde van de afrekening van de afsplitsing van een voormalige groepsmaatschappij uit het concernpensioencontract. Het vergelijkend cijfer van het segment niet-voortgezette activiteiten omvat het netto-boekresultaat uit de verkoop van 6 concernonderdelen aan Retail Network Company (145) en de verkoop van America Today, alsmede het operationeel resultaat voor belastingen van deze bedrijven en van Dixtone (7) tot het moment dat zij werden verkocht. In het bedrijfsresultaat zit een bedrag van 11 aan vrijval van voorzieningen. Het niet benodigde deel van de onderhoudsvoorziening bedraagt 6 en het niet benodigde deel van de voorziening niet voortgezette activiteiten bedraagt 4. Vorig jaar had de vrijval betrekking op de voorziening incourante goederen. In de afschrijvingen zijn de bijzondere waardeverminderingen van 6 V&D en 2 M&S begrepen.
Jaar verslag 2003/04
59
12. Salarissen en sociale lasten
Vorig jaar
Voortgezet Salarissen Sociale lasten Pensioenregelingen
Nietvoortgezet
Totaal
Voortgezet
Nietvoortgezet
Totaal
668 125 61
— — —
668 125 61
625 132 47
53 7 2
678 139 49
854
—
854
804
62
866
De stijging van de salarissen en de sociale lasten, inclusief pensioenregelingen van de voortgezette activiteiten is in aanzienlijke mate het gevolg van de acquisitie van de Belgische activiteiten van Leroy Merlin, die vanaf 1 juli 2003 wordt geconsolideerd. Het aantal werknemers in vaste dienst kan als volgt worden ingedeeld naar de geografische segmenten waar Vendex KBB actief is. Voor een overzicht per business unit wordt verwezen naar het segmentatie-overzicht op pagina 58.
Pensioenen Circa 90% van de medewerkers in Nederland ouder dan twintig jaar is deelnemer van de Stichting Pensioenfonds Vendex KBB. De overige 10% neemt deel aan een bedrijfstakpensioenfonds of aan een verzekerde pensioenregeling. Stichting Pensioenfonds Vendex KBB De stichting is het uitvoeringsorgaan van de pensioenregeling van Vendex KBB, alsmede van de pensioenregelingen van voormalig Vendex en KBB. De pensioenregeling is gebaseerd op het middelloonsysteem met na-indexatie, waarbij in het pensioenreglement is bepaald dat indexering alleen plaatsvindt als naar het oordeel van het stichtingsbestuur de financiële middelen van de stichting dat toelaten. De financiering van de stichting is geregeld in een overeenkomst met de vennootschap en is gebaseerd op premieheffingen van de pensioendragende loonsom. De premieverdeling tussen werkgever en werknemer is bij cao geregeld. Het bestuur is paritair samengesteld uit acht door de actieve deelnemers en gepensioneerden en acht door de werkgever benoemde leden en is belast met de uitvoering van de regeling, het premie- en indexatiebeleid en het beheer van de middelen in de ruimste zin van het woord. De pensioenregeling wordt in eigen beheer uitgevoerd. Het merendeel van de verzekeringstechnische risico's is door herverzekering gedekt. Het vermogensbeheer is ondergebracht bij twee vermogensbeheerders. De stichting brengt een eigen jaarverslag uit. Het boekjaar van de stichting loopt van 1 januari tot en met 31 december. Het aantal verzekerden bedroeg ultimo 2003 circa 85.000, bestaande uit circa 30.000 actieven, 40.000 premievrijen en 15.000 gepensioneerden. Getaxeerde positie van het fonds per 31 december 2003 Zakelijke waarden Vastrentende waarden
434 832
Beschikbaar vermogen
1.266
Pensioenverplichtingen
1.216
Dekkingsgraad per 31 december 2003
104%
De zakelijke en vastrentende waarden zijn gewaardeerd op marktwaarden. De pensioenverplichtingen bestaan uit de contante waarde, gebaseerd op 4% rekenrente, van de nominale aanspraken per 31 december 2003 en zijn berekend op basis van de sterftetafel GBM/V 1995-2000 met twee respectievelijk één jaar leeftijdterugstelling. Voor excassokosten is een opslag van 2% toegepast. De verplichtingen van het fonds zijn volledig gedekt door het vermogen. De minimum dekking – conform de eisen van de toezichthouder inclusief een opslag voor algemene risico's – is voor dit fonds 103%.
60
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Gezien de financiële vooruitzichten eind 2001 is het besluit over indexering per 1 januari 2002 aangehouden. Totdat dit besluit is genomen wordt een voorschot aan de gepensioneerden betaald. Gezien de dekkingsgraad per 31 december 2003 heeft het fondsbestuur de indexering per 1 januari 2004 evenals in 2003 op 0% vastgesteld. Overige pensioenregelingen Directieleden van de werkmaatschappijen zijn deelnemer van de Stichting Directiepensioenfonds Vendex KBB. Voor de deelnemers geldt een gemitigeerde eindloonregeling met een prepensioenleeftijd van 62 jaar. De financiering van deze stichting is geregeld in een overeenkomst met de vennootschap en gebaseerd op premieheffingen over de pensioendragende loonsom, alsmede een correctiemechanisme voor situaties van onder- en overdekking. Aan de gepensioneerden is meegedeeld dat het besluit over indexering per 1 januari 2004 tot nader order is uitgesteld. In verband met de ontwikkelingen op pensioengebied zal ook deze regeling nader beschouwd worden. De pensioenen van de (ex)leden van de Hoofddirectie zijn ondergebracht bij Nationale Nederlanden.
13. Aantal werknemers gemiddeld Nederland België, Luxemburg Duitsland Frankrijk Overige landen Niet-voortgezette activiteiten
Vorig jaar 38.000 4.100 1.200 900 100 0
38.800 3.300 1.200 800 0 4.400
44.300
48.500
14. Financiële baten en lasten Rentebaten en -lasten Kosten herfinanciering Valutakoersverschillen
Vorig jaar -
47 1 1
-
50 — 1
-
49
-
49
— —
-
1 17
—
-
16
15. Waardeveranderingen Resultaat bij verkoop van financiële vaste activa, per saldo Overige waardeveranderingen
Vorig jaar
De waardeveranderingen van vorig jaar hadden hoofdzakelijk betrekking op de afwaardering van een belang in winkelcentra in Brazilië.
Jaar verslag 2003/04
61
16. Belastingen
%
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen 34,5% belastingen Tot waardering gebrachte fiscaal compensabele verliezen Niet tot waardering gebrachte verliezen Afwijkende buitenlandse belastingtarieven Amortisatie goodwill Niet-belastbare baten Overige aanpassingen Effectieve belasting uit gewone bedrijfsuitoefening
Vorig jaar
12 -
-
-
%
100
4
-
4 4 1 5 3 1
-
4
-
35 37 31 4 39 25 4
35
239 -
-
-
82 2 2 0 2 49 0
35
100 -
-
-
35 1 1 0 1 21 0
15
De lage belastingdruk in het vorig verslagjaar wordt voornamelijk veroorzaakt door de nietbelastbare bate uit de verkoop van zes werkmaatschappijen aan Retail Network Company.
17. Nettowinst per gewoon aandeel
Vorig jaar
Nettowinst Dividend preferente aandelen
9 0
202 0
Nettowinst toekomend aan houders van gewone aandelen (A)
9
202
Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen (in miljoenen) (B)
89,2
90,5
0,1
0
89,3
90,5
0,10
2,23
0,10
2,23
Aandelenopties (in miljoenen) Gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen verwaterd (C) Nettowinst per gewoon aandeel (x € 1) (A/B) Verwaterde nettowinst per gewoon aandeel (x € 1) (A/C)
De per balansdatum uitstaande opties op certificaten van gewone aandelen hebben, zoals blijkt uit bovenstaand overzicht, geen materieel verwateringseffect op de nettowinst per gewoon aandeel.
62
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
18.
in miljoenen euro’s
Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht
De balansmutaties zijn als volgt in het kasstroomoverzicht begrepen:
Mutaties in balans Resultaten
Financiële baten en lasten en winstbelasting
Bedrijfsoperaties 9
64
-
Investeringen inzake groepsmaatschappijen
53
—
Desinvesteringen inzake groepsOverige maatinvesteschappijen ringen -
3
Financieringsactiviteiten 1
—
Immateriële vaste activa
-
64
22
—
-
61
—
-
25
—
Materiële vaste activa
-
41
152
—
-
28
—
- 165
—
4
—
—
—
—
4
—
15
—
-
25
—
—
—
7
-
19
—
3
—
41
6
—
—
Financiële vaste activa Voorraden
-
40
Debiteuren
-
12
Crediteuren
-
17
34
Voorzieningen
-
Subtotaal
-
13 16
-
8
-
2
-
9
—
—
- 113
243
-
68
-
94
-
6
- 188
—
184 -
Totaal kasstromen
0
-
3
Lang- en kortlopende leningen Groepsvermogen
-
40
-
31
—
—
13
—
—
1
—
—
—
—
6
- 188
242
-
68
-
81
-
171 -
39 132
Het kasstroomoverzicht kan op de volgende wijze worden aangesloten op de kasstroom voor financiering en belasting van de voortgezette activiteiten volgens het segmentatie-overzicht (zie pagina 59): Vorig jaar Totaal kasstromen Correcties voor: Kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom uit desinvesteringen inzake groepsmaatschappijen Kasstroom uit financiële baten en lasten en winstbelasting Mutatie van de liquide middelen in de winkels Overige correcties en koersverschillen
Kasstroom voor financiering en belasting van de voortgezette activiteiten overeenkomstig segmentatie-overzicht
Jaar verslag 2003/04
31
-
132
204
6
-
9
68 19 10
-
312
-
76 25 5
-
87
-
12
-
56
-
3
63
19. Financiële instrumenten Vendex KBB maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten, die in de balans als activa en passiva zijn verantwoord, alsmede van afgeleide financiële instrumenten. De in de balans opgenomen financiële instrumenten bestaan vrijwel geheel uit de onder de vaste activa opgenomen financiële vaste activa, de handelsdebiteuren, de overige vorderingen, de liquide middelen, de langlopende schulden en de kortlopende schulden. De geschatte marktwaarde van deze financiële instrumenten benadert de boekwaarde ervan en is op basis van de netto contante waarde methode. Om de gevolgen van fluctuaties in rentevoet en wisselkoersen op de resultaten te beheersen, wordt gebruikgemaakt van Interest Rate Swaps. Deze afgeleide financiële instrumenten worden voor de schulden afgesloten en met deze afgeleide financiële instrumenten wordt de rente gefixeerd. De marktwaarde van dit afgeleide financiële instrument vertegenwoordigt een schuld van 12(19). Deze instrumenten zijn niet in de balans tot waardering gebracht. Voor de effecten en overige vorderingen worden geen dekkingsinstrumenten gebruikt. Afgeleide financiële instrumenten ter afdekking van renterisico’s en van valutarisico’s op lopende inkooporders worden niet in de balans opgenomen, maar tegelijkertijd verantwoord met de aldus afgedekte transacties. Geldstromen die voortvloeien uit transacties in afgeleide financiële instrumenten worden gedurende de looptijd van deze instrumenten toegerekend aan de financiële baten en lasten. Bij vervroegde aflossing van leningen wordt de eventuele overdekking op marktwaarde gewaardeerd en het resultaat van die positie in het verslagjaar verantwoord. Het kredietrisico bestaat uit het verlies dat zou ontstaan indien contractpartijen in gebreke zouden blijven hun contractuele verplichtingen na te komen. Afgezien van de vorderingen opgenomen onder de Overige vorderingen loopt Vendex KBB geen belangrijk kredietrisico ten aanzien van zijn individuele afnemers of tegenpartijen. Voorts wordt kredietrisico gelopen ingeval de tegenpartij bij afgeleide financiële instrumenten zijn verplichtingen niet nakomt. Gezien de kredietwaardigheid van de tegenpartijen waarmee afgeleide financiële instrumenten zijn afgesloten, wordt dit niet verwacht.
64
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Vennootschappelijke balans per 31 januari 2004 voor winstbestemming
Vorig jaar
in miljoenen euro’s
Vaste activa Financiële vaste activa 20)
1.577
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
Vlottende passiva Kortlopende schulden 21) Kortlopende leningen 22)
1.807
81 0
64 0
81
64
-
101 170
-
286 591
-
271
-
877
-
190
-
1.387
813 994
Gefinancierd met Langlopende schulden Overige leningen 23)
849
Voorzieningen 24) Eigen vermogen Geplaatst kapitaal 25) Agioreserve 26) Herwaarderingsreserve 27) Wettelijke reserves 28) Overige reserves 29) Winst boekjaar
415 849
415
22
32
3 254 12 2 236 9
3 255 12 2 73 202 516
547
1.387
994
Vennootschappelijke winst-en-verliesrekening over het boekjaar 1 februari 2003 tot en met 31 januari 2004
Vorig jaar
in miljoenen euro’s
Resultaat deelnemingen na belasting
9
202
Overig resultaat na belasting
0
0
Nettowinst
9
202
Jaar verslag 2003/04
65
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst-en-verliesrekening
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en resultaatbepaling De deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, bepaald volgens de waarderingsgrondslagen als vermeld in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. De waardering van de overige activa en passiva en de bepaling van het resultaat geschieden volgens de waarderingsgrondslagen als vermeld in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening.
Vaste activa 20. Financiële vaste activa
Vorig jaar
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Vorderingen op groepsmaatschappijen Vorderingen op andere deelnemingen
1.399 172 6
1.149 649 9
1.577
1.807
Totaal
Stand 1 februari 2003 Nieuwe investeringen en aflossingen, per saldo Aandeel in nettoresultaten Ontvangen dividenden Desinvesteringen Valutakoersverschillen Stand 31 januari 2004
-
Deelnemingen
Vorderingen
Groepsmaatschappijen
Groepsmaatschappijen
1.807
1.149
239 9 — — —
241 9 — — —
1.577
1.399
Andere deelnemingen 649
-
477 — — — — 172
9 -
3 — — — — 6
Vlottende passiva 21. Kortlopende schulden Groepsmaatschappijen Overlopende passiva
Vorig jaar 90 11
267 19
101
286
22. Kortlopende leningen Kredietinstellingen Aflossing langlopende schulden
66
Vorig jaar 162 8
335 256
170
591
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
23. Langlopende schulden Gemiddelde effectieve rente Achtergestelde lening Banklening Hypothecaire lening Achtergestelde obligatielening Overbruggingsfaciliteiten Goud- en zilverleningen
Aflossingsverplichting <1 jaar 1-5 jaar
>5 jaar
Vorig jaar — 407 250 200 — —
150 517 — — 2 2
Waarvan kortlopend
857 8
671 256
Leningen langer dan 1 jaar
849
415
4,6 5,7 7,4 — —
— 8 — — —
407 30 — — —
— 212 200 — —
8
437
412
Zie voor een uitgebreidere toelichting tevens noot 8 bij de geconsolideerde jaarrekening.
24. Voorzieningen In de voorzieningen is 22 (29) begrepen voor uitgestelde belastingverplichtingen. De overige voorzieningen betreffen risico's van uiteenlopende aard.
25. Eigen vermogen Het maatschappelijk kapitaal van 12 (12) en het geplaatst kapitaal zijn als volgt samengesteld: Maatschappelijk kapitaal Soort aandelen
Aantal
Geplaatst kapitaal Nominale waarde
Aantal
Bedrag
€ Gewone aandelen Preferente aandelen B Preferente aandelen C
340.000.000 30.000 40.000
0,02 40,00 100,00
Vorig jaar 90.783.520 21.000 —
Totaal
2 1 —
2 1 —
3
3
Er zijn geen mutaties geweest in het aantal preferente aandelen. Aantal uitstaande gewone aandelen Stand 1 februari Inkoop eigen aandelen Stand 31 januari
Jaar verslag 2003/04
Vorig jaar
-
89.308.614 35.000
91.370.682 - 2.062.068
89.273.614
89.308.614
67
Eigen aandelen in bezit Gewone aandelen Stand 1 februari Intrekking van aandelen Inkoop eigen aandelen
Vorig jaar
-
Stand 31 januari
2.062.068 587.162 35.000
2.709.500 - 2.709.500 2.062.068
1.509.906
2.062.068
De gemiddelde verkrijgingsprijs van de inkoop van gewone aandelen bedroeg € 8,58 (€ 9,43).
26. Agioreserve
Vorig jaar
Gewone aandelen Stand 1 februari Intrekking van aandelen
-
255 1
-
263 8
Stand 31 januari
254
255
Preferente aandelen Stand 1 februari Intrekking preferente aandelen
— —
— —
Stand 31 januari
—
—
Totaal
254
255
Van de Agioreserve gewone aandelen wordt 195 (196) fiscaal niet als gestort erkend.
27. Herwaarderingsreserve Stand 1 februari Mutatie boekjaar
Vorig jaar 12 0
Stand 31 januari
12
28. Wettelijke reserves Ingehouden winst deelnemingen Stand 1 februari Mutatie ingehouden winst boekjaar Stand 31 januari
68
13 1 12
Vorig jaar
2 —
2
4 2 2
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
29. Overige reserves
Vorig jaar
Stand 1 februari Niet verdeelde winst
73 202
Inkoop eigen (certificaten van gewone) aandelen Valutakoersverschillen Overige mutaties Betaald slotdividend voorgaand jaar Betaald interimdividend
0 0 1 29 9
Stand 31 januari
-
236
100 13
-
-
19 3 11 19 16 73
30. Optieregelingen De onderneming heeft in het verslagjaar aan circa 100 leidinggevende functionarissen en directieleden optierechten op certificaten van gewone aandelen toegekend. Het doel van deze optieregeling is de belangen van de ondernemingsleiding en de aandeelhouders op één lijn te brengen door een aanvullende prestatiebeloning toe te kennen ter bevordering van de gang van zaken bij de onderneming op lange termijn. Hiermee wordt beoogd de aandeelhouderswaarde te verhogen. De uitoefenprijs is de beurskoers op het moment van acceptatie van de opties. Het aantal te verlenen opties is in de regel een percentage van de vaste beloning (variërend van 60% tot 150%) gedeeld door de uitoefenprijs. De verlening van optierechten is voorts begrensd tot 1% van het aantal uitstaande gewone aandelen per jaar. De opties toegekend tot en met het jaar 2001 kennen een looptijd van vijf jaar. De opties toegekend in 2002 en in het verslagjaar kennen een looptijd van zeven jaar. Bij uitoefening van het optierecht en/of mededeling door de werknemer dat het dienstverband met de vennootschap of enige andere met haar gelieerde onderneming een eind zal nemen, dient de werknemer het door uitoefening van de optie gerealiseerde voordeel (na belastingen) voor de volgende percentages aan de vennootschap terug te betalen: in het eerste jaar van de optieperiode voor 99%; in het tweede jaar van de optieperiode voor 66%; in het derde jaar van de optieperiode voor 33% en na het derde jaar van de optieperiode voor 0%. De vennootschap kan de voor de uitoefening van de optierechten benodigde certificaten van gewone aandelen inkopen, teneinde verwatering van de winst per aandeel als gevolg van het optieplan te voorkomen. Per 31 januari 2004 bezit de vennootschap 1.509.906 ingekochte certificaten van gewone aandelen ten behoeve van het optieplan. De leden van de Raad van Commissarissen hielden ultimo verslagjaar geen optierechten op certificaten van gewone aandelen Vendex KBB. Tot en met 1998 toegekende opties hebben betrekking op aandelen Vendex International N.V. voor afsplitsing van Vedior en Vendex Food Groep en geven thans recht op een combinatie van 1 aandeel Vendex KBB, 0,9868 aandeel Vedior N.V. en 0,7 aandeel Laurus N.V.
Jaar verslag 2003/04
69
De saldi en mutaties van de opties in het kader van voormeld optieplan kunnen als volgt worden weergegeven: Serie
1e Uitoefendatum
Expiratiedatum
Uitoefenprijs
1 februari 2003
29 mei 1998 17 mei 1999 14 april 2000 12 april 2001 12 april 2002 11 april 2003
10 april 2003 14 mei 2004 13 april 2005 11 april 2006 11 april 2009 11 april 2010
61,03 23,80 17,80 15,60 13,90 8,20
25.901 63.469 80.503 50.177 59.352 —
17 mei 1999 14 april 2000 12 april 2001 12 april 2002 11 april 2003
14 mei 2004 13 april 2005 11 april 2006 11 april 2009 11 april 2010
23,80 17,80 15,60 13,90 8,20
8.579 3) 12.108 3) 19.547 3) 22.877 3) —
17 mei 1999 14 april 2000 12 april 2001 12 april 2002 11 april 2003
14 mei 2004 13 april 2005 11 april 2006 11 april 2009 11 april 2010
23,80 17,80 15,60 13,90 8,20
21.448 47.793 35.560 42.086 —
12 april 2001 12 april 2002 11 april 2003
11 april 2006 11 april 2009 11 april 2010
15,60 13,90 8,20
34.906 42.086 —
29 mei 1998 17 mei 1999 13 april 2005
10 april 2003 14 mei 2004 13 april 2005
61,03 23,80 17,80
61.282 102.471 89.680
Toegekend
Vervallen
31 januari 2004
25.901
70.501
— 63.469 80.503 50.177 59.352 70.501
27.136
8.579 12.108 19.547 22.877 27.136
Hoofddirectie P.E. Hamming 1998 1999 2000 2001 2002 2003
1)
1999 2000 2001 2002 2003
2)
1999 2000 2001 2002 2003
2)
2) 2)
-
D.R. Goeminne 2)
3)
M.H.M. Smits 2)
50.021
21.448 47.793 35.560 42.086 50.021
50.021
34.906 42.086 50.021
J.B.J.M. Hunfeld 2001 2002 2003 Voormalig bestuurder(s) 1998 1999 2000
1)
819.825 3)
Totaal hoofddirectie
197.679
-
61.282
— 102.471 89.680
-
87.183
930.321
-
73.902 2.167
-
3.242
-
3.804
-
4.448 5.276
— 167.352 66.781 190.187 140.076 443.594 26.726 570.890 672.847
Overige medewerkers 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2002 2003
1)
73.902 169.519 3) 66.781 193.429 3) 140.076 447.398 3) 26.726 575.338 3) —
678.123
Totaal overige medewerkers
1.693.169 3)
678.123
-
92.839
2.278.453
Totaal
2.512.994
875.802
-
180.022
3.208.77 4
1)
2)
3)
70
2)
2)
v.a. 10 april 1998 17 mei 1999 14 mei 2004 14 april 2000 13 april 2005 12 april 2001 1 nov. 2001 12 april 2002 11 april 2003
10 april 2003 14 mei 2004 14 mei 2004 13 april 2005 13 april 2005 11 april 2006 31 okt. 2006 11 april 2009 11 april 2010
60,54 23,80 23,80 17,80 17,80 15,60 8,15 13,90 8,20
3)
Opties Vendex International. In 2001 is besloten dat de onderneming de over de toekenning van de opties betaalde inkomstenbelasting (voor deze series het marginale tarief over 7,5% van de uitoefenprijs) vergoedt, indien de aandelenkoers gedurende de periode waarin de opties kunnen worden uitgeoefend niet voor een periode van drie maanden met inbegrip van de betaalde belasting ‘in the money’ zijn geweest en indien het dienstverband niet is beëindigd. De door betrokkene gemaakte financieringskosten worden vergoed. De onderneming vergoedt van opties Vendex KBB het 5/8ste deel (12,5% uit 20%) van de over de toekenning van de opties betaalde inkomstenbelasting (voor deze series het marginale tarief over 20% van de uitoefenprijs) indien de ontvanger drie jaren na acceptatie nog in dienst van de onderneming is. Bovendien vergoedt de onderneming 3/8ste deel (7,5% uit 20%) van de over de toekenning van de opties betaalde inkomstenbelasting indien de aandelenkoers gedurende de periode waarin de opties kunnen worden uitgeoefend niet voor een periode van drie maanden met inbegrip van betaalde belasting ‘in the money’ zijn geweest en indien het dienstverband niet is beëindigd. De door de betrokkene gemaakte financieringskosten worden vergoed. Aangezien de heer Goeminne sinds 1 augustus 2003 functioneert als lid van de hoofddirectie, vallen zijn opties onder bestuurders; vorig jaar vielen deze onder ‘overige medewerkers’.
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
31. Aandelenbezit Hoofddirectie en Raad van Commissarissen De heer Hamming (Hoofddirectie) bezit 79.244 certificaten van gewone aandelen Vendex KBB. De commissarissen bezitten geen certificaten van gewone aandelen Vendex KBB.
32. Bezoldiging Hoofddirectie De bezoldiging van de leden van de Hoofddirectie is als volgt opgebouwd: een vast basissalaris, een pensioenverzekering op basis van gemitigeerd eindloon met een pensioenleeftijd van 62 jaar, een bonus van maximaal 100% van het vaste basissalaris met als belangrijkste criterium de ontwikkeling van de nettowinst per aandeel, en een jaarlijkse toekenning van opties ter waarde van maximaal 150% van het vaste jaarsalaris. De opties worden toegekend in de maand april enkele dagen na publicatie van de jaarcijfers. De uitoefenprijs is de beurskoers op het moment van acceptatie van de opties. De opties zijn in beginsel direct uitoefenbaar, met dien verstande dat het voordeel uit optie-uitoefening, na inhouding van belasting, binnen één jaar na acceptatie vrijwel volledig (99%) aan de vennootschap moet worden afgedragen; bij uitoefening binnen twee jaar na acceptatie moet 66% van het voordeel worden afgedragen en bij uitoefening binnen drie jaar na acceptatie moet 33% van het voordeel aan de vennootschap worden afgedragen. In onderstaande tabel zijn de op het verslagjaar betrekking hebbende salarislasten en de bonus, die betrekking heeft op het verslagjaar en na het verslagjaar betaald zal worden, opgenomen.
in duizenden euro’s
Salaris
Vergoeding Inzake belastingheffing en rente 1) Pensioenen
Bonus Vorig jaar
Vorig jaar
P.E. Hamming D.R. Goeminne 2) M.H.M. Smits J.B.J.M. Hunfeld 3) Voormalige bestuurders
554 195 394 361 —
555 — 395 395 —
55 20 39
Totaal
1.504
1.345
Vorig jaar
Totaal
Vorig jaar
Vorig jaar
—
275 — 196 195 —
396 — 140 — —
288 — 92 — 4
342 53 108 151 —
280 — 86 101 —
1.347 268 681 512 —
1.398 — 7 69 691 4
114
666
536
384
654
467
2.808
2.862
Bij de bovenstaande tabel worden de volgende kanttekeningen geplaatst:
Jaar verslag 2003/04
1)
Onder de kolom ‘Vergoeding inzake belastingheffing en rente’ zijn de vergoedingen ter zake van belastingheffing en rente over in het verleden toegekende optierechten, zoals beschreven in de toelichting op de optieregelingen, opgenomen.
2)
De heer Goeminne functioneert per 1 augustus 2003 als lid van de Hoofddirectie, bezoldiging voor 6 maanden.
3)
De heer Hunfeld is per 31 december 2003 teruggetreden. In aanvulling op de in de tabel opgenomen bezoldiging is aan de heer Hunfeld, contractueel overeengekomen, een beëindigingsvergoeding van 780 uitgekeerd.
71
33. Bezoldiging Raad van Commissarissen De leden van de Raad ontvangen een vaste jaarlijkse niet-resultaatafhankelijke beloning en een vaste onkostenvergoeding per zittingsjaar. Commissarissen worden doorgaans benoemd direct na de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in mei.
Vorig jaar
in duizenden euro’s
F.A. Maljers, voorzitter J. den Hoed, voorzitter auditcommissie H.A.P.M. Pont Mevr. S.C. Tóth H. Langman 1) J.M.M. Maeijer 1) K.M.H. Peijs 2))
37 33 29 29 12 10 10
33 33 29 29 37 29 29
Totaal
160
219
1) 2)
Per 14 mei 2003 teruggetreden. Per 26 mei 2003 teruggetreden.
34. Niet in de balans opgenomen verplichtingen De vennootschap heeft verklaringen van hoofdelijke aansprakelijkheid afgegeven voor uit rechtshandelingen van nagenoeg alle Nederlandse geconsolideerde deelnemingen voortvloeiende schulden. Deze schulden zijn begrepen in de geconsolideerde balans. De vennootschap en de meeste van haar Nederlandse groepsmaatschappijen maken deel uit van één fiscale eenheid; als gevolg daarvan is de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid als geheel.
Amsterdam, 5 april 2004
72
De Hoofddirectie
De Raad van Commissarissen
Drs. P. E. Hamming, voorzitter D.R. Goeminne Hir. / Lic. Mr. drs. M.H.M. Smits RA
Prof. drs. F. A. Maljers, voorzitter J. den Hoed RA H.A.P. M. Pont Mevr. S.C. Tóth
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
Overige gegevens
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2003/04, opgenomen op pagina’s 44 tot en met 72, van Koninklijke Vendex KBB N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Hoofddirectie van Koninklijke Vendex KBB N.V. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de Hoofddirectie van Koninklijke Vendex KBB N.V. daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 januari 2004 en van het resultaat over het jaar eindigend op 31 januari 2004 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Amsterdam, 5 april 2004 KPMG Accountants N.V.
Statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst Ter zake van de belangrijkste van toepassing zijnde bepalingen met betrekking tot de winstbestemming is in artikel 31 van de statuten het navolgende geregeld: De Hoofddirectie stelt jaarlijks onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen vast welk deel van de uitkeerbare winst wordt gereserveerd. Daarna wordt allereerst, voorzover de resterende winst dit toelaat, op preferente aandelen B € 3,20 per aandeel uitgekeerd. Het na reservering en na uitkering op de preferente aandelen overblijvende deel van de winst wordt als dividend op de gewone aandelen uitgekeerd.
Voorgestelde winstbestemming
Vorig jaar
Nettowinst Toe te voegen aan de Reserves
9 0
202 156
Beschikbaar voor dividenduitkering
9
46
Dividenduitkering op preferente aandelen B (resp. A en B) op de uitstaande gewone aandelen
0 9
0 46
De Hoofddirectie stelt, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor de nettowinst over het boekjaar 2003/04 ad € 9 miljoen geheel uit te keren. Na uitkering van het dividend op de preferente aandelen B wordt voorgesteld om aan aandeelhouders € 0,10 per (certificaat van) een gewoon aandeel uit te keren. In september 2003 is reeds als interim dividend per (certificaat van) een gewoon aandeel een bedrag groot € 0,10 per (certificaat van) een gewoon aandeel uitgekeerd. Het uit te keren dividend is derhalve geheel als interim-dividend uitgekeerd, zodat per saldo geen uitkering van slotdividend zal plaatsvinden.
Jaar verslag 2003/04
73
Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen Koninklijke Vendex KBB Het bestuur van de Stichting is in het verslagjaar tweemaal bijeengekomen. In de vergadering in mei van het verslagjaar heeft het bestuur uitvoerig gesproken over het jaarverslag en de ontwikkelingen en resultaten van Vendex KBB N.V. in het vorige verslagjaar, de ontwikkelingen bij V&D, corporate governance, de agenda voor de jaarvergadering en de ontwikkeling van de financiële positie van het concernpensioenfonds. Het bestuur heeft voorts de jaarrekening van de Stichting over het boekjaar 2002/03 vastgesteld. Het bestuur heeft besloten een extra vergadering te houden ter gelegenheid van de publicatie van de halfjaarcijfers van de vennootschap in september. In deze vergadering is gesproken over de halfjaarcijfers en de overige ontwikkelingen rond het concern. In het verslagjaar is besloten tot wijziging in de samenstelling van het bestuur. De voorzitters van de Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen zijn teruggetreden uit het bestuur en zullen slechts als toehoorders de vergaderingen bijwonen. Alle bestuursleden zijn nu volledig onafhankelijk van de vennootschap. De statuten en administratievoorwaarden van de Stichting zijn aangepast. Rapport aan certificaathouders Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 15 lid 2 van de voorwaarden van administratie- voor de gewone aandelen op naam Koninklijke Vendex KBB N.V., laatstelijk gewijzigd op 8 augustus 2003, brengen wij onderstaand verslag uit aan certificaathouders. Gedurende het verslagjaar heeft de Stichting uitsluitend werkzaamheden verricht die verband hielden met de administratie van gewone aandelen op naam waartegenover certificaten aan toonder zijn uitgegeven. Per 31 januari 2004 zijn voor een nominaal bedrag van € 1.751.963,46 gewone aandelen à € 0,02 op naam in administratie genomen, waartegenover 87.598.173 certificaten aan toonder à € 0,02 nominaal zijn uitgegeven. Het bestuur van de Stichting bestaat uit de heren: J.L.M. Bartelds RA (voorzitter) mr. H.G. van Everdingen H. Zwarts. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting: N.V. Algemeen Nederlands Trustkantoor ANT te Amsterdam. Amsterdam, 5 april 2004 Bestuur van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen Koninklijke Vendex KBB
Onafhankelijkheidsverklaring De Hoofddirectie van Koninklijke Vendex KBB N.V. en het Bestuur van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen Koninklijke Vendex KBB verklaren hiermede, dat naar hun gezamenlijk oordeel voldaan is aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen Koninklijke Vendex KBB gestelde eisen als bedoeld in bijlage X bij het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam N.V. te Amsterdam. Amsterdam, 5 april 2004 De Hoofddirectie Koninklijke Vendex KBB N.V. Bestuur van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen Koninklijke Vendex KBB
Stichting Administratiekantoor van preferente aandelen B Koninklijke Vendex KBB Het bestuur van de Stichting is in het verslagjaar driemaal bijeengekomen. In de vergaderingen in mei van het verslagjaar heeft het bestuur uitvoerig gesproken over het jaarverslag en de ontwikkelingen en resultaten van Vendex KBB N.V. in het vorige verslagjaar. Het bestuur heeft besloten een extra vergadering te houden ter gelegenheid van de publicatie van de halfjaarcijfers van de vennootschap in september. In deze vergadering is gesproken over de halfjaarcijfers en de overige ontwikkelingen rond het concern.
74
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.
In het verslagjaar is een wijziging doorgevoerd in het aantal stemmen dat op de preferente aandelen B kan worden uitgebracht. De preferente aandelen vertegenwoordigen slechts een zeer gering gedeelte van de waarde van de onderneming in het economisch verkeer, maar maken wel ruim 31% van het geplaatste kapitaal uit. Op basis daarvan was in het verleden ruim 31% van het stemrecht aan deze preferente aandelen verbonden. In de administratievoorwaarden is een regeling opgenomen als gevolg waarvan het op de preferente aandelen B uit te oefenen stemrecht gerelateerd zal zijn aan de waarde van een preferent aandeel B in relatie tot de waarde van een (certificaat van) gewoon aandeel. Voor de berekening van het stemrecht van het administratiekantoor zal worden uitgegaan van de totale nominale waarde van de door het administratiekantoor gehouden preferente aandelen B, gedeeld door de beurskoers van een (certificaat van) gewoon aandeel. Voor de koers wordt uitgegaan van de slotkoers van een (certificaat van) gewoon aandeel op de laatste beursdag van de maand voorafgaande aan de maand waarin de oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders zal worden gedaan. Het stemrecht van de preferente aandelen B is hierdoor teruggebracht tot minder dan 1%. In het verslagjaar is voorts besloten tot wijziging in de samenstelling van het bestuur. De voorzitters van de Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen en prof. mr. J.M.M. Maeijer zijn teruggetreden. De heer Westdijk is herbenoemd voor een nieuwe termijn van vier jaar en is tevens aangewezen als voorzitter. De voorzitters van Hoofddirectie en Raad van Commissarissen zullen als toehoorders de vergaderingen bijwonen. De statuten en administratievoorwaarden van de Stichting zijn aangepast. Alle bestuursleden zijn nu volledig onafhankelijk van de vennootschap. Gedurende het verslagjaar heeft de Stichting uitsluitend werkzaamheden verricht die verband hielden met de administratie van preferente aandelen Koninklijke Vendex KBB. Per 31 januari 2004 is voor een bedrag van € 840.000 preferente aandelen B à € 40 op naam in administratie genomen, waartegenover 21.000 certificaten op naam à € 40 nominaal zijn uitgegeven. Het bestuur van de Stichting bestaat uit de heren: mr. N.J. Westdijk (voorzitter) drs. M.A. van Alphen vacature Amsterdam, 5 april 2004 Bestuur van Stichting Administratiekantoor van Preferente aandelen B Koninklijke Vendex KBB
Stichting Preferente aandelen C Koninklijke Vendex KBB In het verslagjaar is besloten tot wijziging in de samenstelling van het bestuur. De voorzitters van de Hoofddirectie en de Raad van Commissarissen zijn teruggetreden uit het bestuur en zullen slechts als toehoorders de vergaderingen bijwonen. De statuten van de Stichting zijn aangepast. Alle bestuursleden zijn nu volledig onafhankelijk van de vennootschap. Tussen de Stichting en Koninklijke Vendex KBB N.V. is een put-en-call-optie-overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst verplicht de Stichting, respectievelijk geeft de Stichting het recht preferente aandelen C in het kapitaal van Koninklijke Vendex KBB N.V. te nemen respectievelijk te verkrijgen tot een maximum dat overeenkomt met 50% van het vóór de uitoefening van de optie in de vorm van gewone aandelen en preferente aandelen B geplaatste kapitaal. Per balansdatum waren geen preferente aandelen C uitgegeven. Naar het gezamenlijke oordeel van Koninklijke Vendex KBB N.V. en de bestuurders van de Stichting is de Stichting onafhankelijk van Koninklijke Vendex KBB N.V., een en ander als bedoeld in bijlage X bij het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam N.V. te Amsterdam. Het bestuur van de Stichting bestaat uit de heren: jhr. mr. A.A. Loudon (voorzitter) prof. mr. M.W. den Boogert prof. dr. R.A.H. van der Meer Amsterdam, 5 april 2004 De Hoofddirectie Koninklijke Vendex KBB N.V. Bestuur van Stichting Preferente aandelen C Koninklijke Vendex KBB
Jaar verslag 2003/04
75
Personalia Hoofddirectie en Raad van Commissarissen
De Hoofddirectie Drs. P. E. Hamming, 1948, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Hoofddirectie sinds 1991 en voorzitter sinds 2000. Lid Raad van Commissarissen Ven Management en Beheer B.V., lid Raad van Commissarissen PCM Uitgevers, lid Raad van Advies ABN AMRO, voorzitter Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur van de Raad Nederlandse Detailhandel en lid Raad van Commissarissen Stichting Verpakking & Milieu. Mr. drs. M.H.M. Smits RA, 1961, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Hoofddirectie sinds 1999. Lid van de Raad van Commissarissen van Delta Lloyd Verzekeringsgroep N.V., lid Raad van Commissarissen Bibit N.V., lid van het Dagelijks Bestuur van VNO-NCW, plaatsvervangend lid van de Sociaal Economische Raad en lid van de Raad van Toezicht van het Nederlands Philharmonisch Orkest. D.R. Goeminne Hir. / Lic., 1955, Belgische nationaliteit. Lid van de Hoofddirectie sinds 2003, tevens voorzitter van de Groepsdirectie van V&D. Geen nevenfuncties.
De Raad van Commissarissen Prof. drs. F. A. Maljers *, 1933, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1997 en voorzitter sinds 2003. Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Unilever N.V. en momenteel voorzitter van de Raad van Commissarissen van KLM, lid van de Raad van Commissarissen van SHV Holdings N.V. en non-executive director van BP London. J. den Hoed RA * **, 1937, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1998. Voormalig Chief Financial Officer van Akzo Nobel N.V. en momenteel lid van de Raad van Commissarissen van ASM International N.V. en N.V. Verenigd Streekvervoer Nederland (Connexxion). Lid van de Raad voor de Jaarverslaggeving Nederland. H.A.P. M. Pont **, 1938, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1998. Voormalig Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), lid van de Raad van Toezicht van het Centraal Bureau voor Rijvaardigheidsbewijzen, voorzitter van het bestuur van het Diabetesfonds Nederland (DFN), lid van het bestuur van de Stichting PUM (Project Uitzending Managers), voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Vaccin Instituut en voorzitter Stichting Benchmarketing Energie-efficiëncy. Mevr. S.C. Tóth, 1944, Nederlandse nationaliteit. Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1998. President van Tóco USA en Tóco d’Azur, lid van het bestuur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, lid van de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum voor Oudheden, voorzitter Young Pianist Foundation en voorzitter Nationaal Jeugd Orkest.
* **
76
Lid van de honoreringscommissie Lid van de auditcommissie
K o n i n k l i j k e Ve n d e x K B B N . V.