NIEUWSBRIEF INSECTENWERKGROEP - 2014/03 22-06-2014
We zijn er nog Na een héél lange pauze (de vorige nieuwsbrief was van ruim drie maanden geleden) werd het weer eens hoog tijd om een nieuwe nieuwsbrief te maken. Niet dat we gebrek aan stof hebben, integendeel zelfs, we kunnen met gemak diverse nummers vullen. Dat hebben we uiteraard te danken aan een mooi voorjaar, met een zee aan prachtige waarnemingen. In dit nummer een eerste selectie van al dat moois. Ik weet nog niet of de rest er snel achteraan komt, want er staan ons natuurlijk ook nog een volle zomer te wachten, en als die net zo is als die van vorig jaar, staat ons echt nog heel wat te wachten. Op een meer persoonlijk vlak kan ik zeggen, dat het nog steeds goed met me gaat. De huidige kuur loopt al ruim een jaar, en hoewel het af en toe moeilijk is, verdraag ik het allemaal nog goed. De werking begint echter af te nemen, na twee scans met “regressie” als uitslag was de uitslag van de laatste scan “stabiel”, vergelijkbaar met het resultaat van de eerste scan vorig jaar in deze kuur, toen de dosering nog maar de helft van nu was. Waarschijnlijk is deze kuur tegen het eind van het jaar uitgewerkt, maar dan zijn er nog steeds twee andere medicijnen, dus kan ik hopelijk nog wel eventjes verder. Veel leesplezier!
Piet Boonen
Langsprietmotten Dit voorjaar heb ik iets met langsprietmotten. Ik had ze in vorige jaren nog nooit gezien (waarschijnlijk is het beter om te zeggen dat ze me nog nooit waren opgevallen), maar toen ik begin april eens een keertje achter in onze tuin voor een struik stond die toen vol stond met gele bloemen, dansten er een paar voor mijn neus. De enorm lange sprieten vielen meteen op, en gelukkig gingen er een paar op een blaadje voor mijn neus zitten, zodat ik ze op de gevoelige plaat vast kon leggen. Na enig zoekwerk bleek het om de Smaragdlangsprietmot (Adela reaumurella) te gaan. Alleen de mannetjes van deze soort (en voor zover ik weet ook van andere soorten langsprietmotten) hebben zulke lange sprieten, die van de vrouwtjes zijn veel korter. De mannetjes dansen vaak bij struiken, waar dan doorgaans een vrouwtje in de struik zelf verscholen zit. De groep mannetjes kan groot zijn, vaak honderden exemplaren en soms worden er zelfs duizenden gezien.
Smaragdlangsprietmot (Adela reaumurella)
Belfeld, 8-4-2014 (foto Piet Boonen)
Geïnteresseerd geraakt in deze groep nachtvlinders, ben ik eens door wat literatuur gegaan. Langsprietmotten behoren tot de microlepidoptera (micro nachtvlinders), en vormen een redelijk overzichtelijke familie. Het boek “Micro moths of Great Britain and Ireland” (in Nederland bestaat hier geen boek voor, slechts een voornemen van Tymo Muus om er eentje te gaan maken, hopelijk krijgt hij het van de grond) kent 15 verschillende soorten, in de lijst van Waarneming.nl staan 18 soorten, het verschil bestaat uit een paar soorten die het water niet over hebben kunnen steken.
De volgende ontmoeting met een langsprietmot was een week later, toen ik, eigenlijk al in de schemering, opnieuw achter door de tuin liep. Rond één van de dennenbomen vloog toen een nogal grote langsprietmot, die kort daarna aan een paar dennennaalden ging hangen. Het lukte me om een redelijke foto te maken, en na enig nadenken kwam ik uit op een Bleke langsprietmot (Nematopogon swammermadella). Helemaal zeker was ik er niet van, er zijn meerdere gelijkende soorten, en zo goed was mijn foto ook weer niet, maar hij werd als zodanig goedgekeurd bij Waarneming.nl, zodat we het hier vooralsnog maar op moeten houden.
Bleke langsprietmot (Nematopogon swammermedalla)
Belfeld, 16-4-2014 (foto Piet Boonen)
Inmiddels had ik ook al gezien, dat er een Pinksterbloemlangsprietmot bestond, en uiteraard werd het vizier op de dagelijkse ronde rondom het huis dus ook gericht op de bloeiende pinksterbloemen. Het duurde dan ook niet lang voor het raak was, amper een week later was het zover. Ik moest er wel goed voor kijken, deze soort is best klein en gemakkelijk over het hoofd te zien.
Pinksterbloemlangsprietmot (Cauchas rufimitrella)
Belfeld, 1-6-2014 (foto Piet Boonen)
Daarmee was de koek nog niet op. In de maand mei kwamen daar nog waarnemingen bij van de Gebandeerde langsprietmot (Adela croesella) en de Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella). Die lijken erg op elkaar, zodat je wel precies moet zijn in het determineren. Het hielp daarbij uiteraard erg, dat ik ze allebei te zien heb gekregen, zodat ik ze vergelijken kon. In de eerste plaats is de Gebandeerde langsprietmot kleiner, maar als je ze nog nooit gezien hebt, is grootte vaak niet zo’n goede determinator. Belangrijker is de tekening van de streepjes op de bovenste helft van de bovenvleugel. Die is bij de Gebandeerde langsprietmot fijner, waardoor dit gedeelte van de vleugel ook een donkerder uiterlijk heeft dan bij de Geelbandlangsprietmot. Er is overigens nòg een langsprietmot die heel erg op deze twee soorten lijkt, namelijk de Geoogde langsprietmot (Nemophora ochsenheimerella). Hij lijkt het meeste op de Geelbandlangsprietmot, met als verschil dat deze soort een vlek op de onderste helft van de bovenvleugel (dus onder de gele band) heeft, waar de Geelbandlangsprietmot fijne strepen heeft. De Geoogde langsprietmot is echter zeldzaam, in onze provincie is ie voor zover bekend nog nooit waargenomen. Uiteraard hoop ik hem toch nog een keertje voor de lens te krijgen.
Gebandeerde langsprietmot (Adela croesella)
Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella)
Belfeld, 13-5-2014 (foto Piet Boonen)
Belfeld, 22-5-2014 (foto Piet Boonen)
Met in totaal 18 soorten in de familie van de langsprietmotten (Adelidae) hoop je natuurlijk op nog meer soorten, maar de realiteit is, dat het seizoen voor de langsprietmotten langzaam maar zeker afloopt. Het zijn toch vooral vlinders van het voorjaar, die rond deze tijd zo’n beetje klaar zijn met vliegen, en dan in hun cyclus eitje-rups-pop beginnen, om volgend voorjaar weer op te duiken als vlinder. Tja, en toen ik het bovenstaande geschreven had, en de nieuwsbrief zowat klaar was, gingen we (Hennie en ik) op zaterdag 21 juni nog even bij ons aan de bosrand kijken. Aan het einde van die trip ontdekte ik wederom een langsprietmot, dit keer op St Jacobskruiskruid. Hij leek op de Pinksterbloemlangsprietmot, maar was het toch net niet, en uiteraard was het geen pinksterbloem waar ie op zat. Dat laatste zegt niet alles, maar thuis toch maar eens goed gezocht, en daarbij kwam ik uiteindelijk uit op een Hertshooilangsprietmot (Adela violella), die best zeldzaam is. Het was de eerste melding van dit jaar op Waarneming.nl, vorig jaar waren er 4 meldingen, en in totaal slechts een dozijn. Hopelijk is ie goed gedetermineerd, hier volgt de foto:
Hertshooilangsprietmot (Adela violella)
Belfeld, 21-6-2014 (foto Piet Boonen)
Excursie naar het Jaomerdal Op zaterdag 17 mei zijn we voor het eerst dit seizoen als werkgroep op pad geweest, en wel naar het Jaomerdal (De Nederlandse naam Jammerdal ligt me nu eenmaal niet zo). Vooraf had ik een vergunning gevraagd en gekregen van het Limburgs Landschap, zodat we op hun terrein ook buiten de geijkte paden mochten struinen, en omdat het weer ook helemaal meewerkte, werd het een mooie dag. Niet iedereen van onze groep was present, daarvoor hadden we een gast, namelijk Jan Hermans. Rond tweeën waren we compleet, en konden we van start. Het eerste stukje is altijd omlaag, langs het fietspad, en omdat er zoveel water in de buurt is, zitten daar doorgaans ook veel libellen. Dat was nu niet anders, héél veel Azuurwaterjuffers, Lantaarntje, Vuurjuffer, Viervlek, zelfs een Smaragdlibel maakte zijn opwachting. Ook veel andere insectensoorten, zoals zweefvliegen, wantsen en torren waren er te zien, echter bijna geen vlinders. Die vlogen er die middag ook maar weinig, we kwamen slechts tot 4 soorten (Citroenvlinder, Klein geaderd witje, Icarusblauwtje en Oranjetipje), en daarvan ook maar telkens één exemplaar. Gelukkig waren er daarvoor des te meer libellen te bewonderen. Op het terrein van het Limburgs Landschap zelf zaten weer genoeg Bruine korenbouten en Plasrombouten, soorten die in het verleden ook al vaker hier zijn waargenomen. Opvallend was wel, dat ze nu vooral op een andere plaats zaten, niet vooraan meteen rechts, waar het nogal dichtgegroeid was, maar verderop, boven op de heuvel in de daar liggende heideveldjes. In de grote plas achter die heuvel zaten dan nog diverse Grote roodoogjuffers, allemaal mannetjes, die traditioneel op de bladeren van de waterlelies zaten te wachten.
Bruine korenbout (Libellula fulva), vrouwtje
Venlo, 17-5-2014 (foto Hennie Boonen)
Plasrombout (Gomphus pulchellus)
Venlo, 17-5-2014 (foto Hennie Boonen)
Van hieruit liepen we via de uitgang bij de Bovenste Molen en het fietspad terug naar de parkeerplaats, waar deze middag afgesloten werd. Later deze zomer gaan we nog een keertje, op zoek naar soorten die meer eigen zijn voor de zomer. Een afspraak hiervoor wordt nog gemaakt, in overleg met het Limburgs Landschap (deze is inmiddels voorlopig vastgesteld voor zaterdag 5 juli a.s.).
Een uitstapje naar Maastricht Daags na onze excursie naar het Jaomerdal zijn Marianne, Hennie en ik naar Maastricht geweest, naar de Sint Pietersberg. Hier waren we vorig jaar al diverse keren geweest, zodat het al een beetje vertrouwd terrein begint te worden. Maar voordat we “de berg” opgingen, zijn we eerst nog even in het Jekerdal zelf gaan kijken, in de hoop er het Klaverblauwtje aan te treffen, wat daar gemeld werd. Dat lukte zeer wel, we hebben uiteindelijk een handvol exemplaren gezien. Het is een mooi terrein, gelegen pal naast een terrein van IVN Maastricht, die ongetwijfeld een hand in de aanleg en het onderhoud van dit gebied heeft.
Klaverblauwtje (Cyaniris semiargus)
Maastricht, 18-5-2014 (foto Hennie Boonen)
Voor onze tocht over de Sint Pietersberg namen we de route door het Belgische Kanne, en parkeerden onze auto bij het kerkhof aldaar. Van daar is het slechts een paar honderd meter voor je op de weides bent, en kunt gaan zoeken naar vlinders. In het begin waren er weinig vlinders te zien, en die we zagen waren allen nachtvlinders, zoals het Vals witje en de Bruine daguil. Daarvoor vlogen er vooral juffers, en een enkele Gewone oeverlibel. Toch duurde het niet lang, voor we een bijzondere waarneming konden doen, plots vloog er een Groentje op. Deze soort is niet echt zeldzaam, maar je moet geluk hebben, wil je hem te zien krijgen. Deze vlinder dankt zijn naam overigens aan de groene onderkant, van boven is ie helemaal bruin. Hierna werd het tijd om over te steken naar het andere dal, met de omheinde weides. In eerste instantie zagen we weinig nieuwe soorten, ook bij de vijver was het naar verhouding rustig qua libellen, hetgeen waarschijnlijk ook te maken had met het latere tijdstip van de dag. Nadat we een hapje gegeten hadden in het cafetaria aan de rand van de groeve, werd het tijd om naar huis te gaan. We hadden de keus daarbij: rechtsom langs het pad langs waar we gekomen waren (een mooi gevarieerd pad), helemaal links om naar boven tussen de bomen (ook niet te versmaden), of tussendoor langs het pad links van de omheinde weides. Over dit laatste pad waren we nog nooit gelopen, het leek ons nooit aantrekkelijk genoeg, maar nu, naar de avond toe, scheen de zon erop, en dus besloten we die weg maar eens te nemen.
Groentje (Callophys rubi)
Maastricht, 18-5-2014 (foto Hennie Boonen)
Hierna werd het tijd om over te steken naar het andere dal, met de omheinde weides. In eerste instantie zagen we weinig nieuwe soorten, ook bij de vijver was het naar verhouding rustig qua libellen, hetgeen waarschijnlijk ook te maken had met het latere tijdstip van de dag. Nadat we een hapje gegeten hadden in het cafetaria aan de rand van de groeve, werd het tijd om naar huis te gaan. We hadden de keus daarbij: rechtsom langs het pad langs waar we gekomen waren (een mooi gevarieerd pad), helemaal links om naar boven tussen de bomen (ook niet te versmaden), of tussendoor langs het pad links van de omheinde weides. Over dit laatste pad waren we nog nooit gelopen, het leek ons nooit aantrekkelijk genoeg, maar nu, naar de avond toe, scheen de zon erop, en dus besloten we die weg maar eens te nemen. We werden er rijkelijk voor beloond, want na enkele meters vloog er al een klein witje, en toen die ging zitten, bleek het toch echt een Boswitje te zijn. En het bleef niet bij één exemplaar, langs het hele pad zaten deze witjes, en ik kwam uiteindelijk (op pakweg 150 meter) op zo’n 8 exemplaren uit. Wonderlijk, al die voorgaande keren nooit gezien, en nu zoveel… Zo zie je maar weer. Met deze prachtige waarnemingen sloten we onze tocht af, en keerden zeer tevreden naar huis terug.
Boswitje (Leptidae sinapis)
Maastricht 18-5-2014 (foto Hennie Boonen)
Kalender Za 28-06-2014 Zo 29-06-2014 Za 05-07-2014 Di 08-07-2014 Zo 13-07-2014 Di 15-07-2014 Zo 20-07-2014 Do 14-08-2014 Do 11-09-2014 Vr 28-11-2014
Veldtrip Weerterbos, via eigen werkgroep Aanvang 14:00 uur, café Daatjeshoeve, Nederweert Excursie Linnerweerd, via De Kringloop Linne Aanvang 13:30 uur, café De Harmonie Linne, alleen voor leden! Veldtrip Jaomerdal, via eigen werkgroep Aanvang 14:00 uur, parkeerplaats Tegelse kant Lezing “Vlinders in het Weerterbos”, via IVN Roermond Aanvang 19:30 uur, gemeenschapshuis Beegden Vlinderexcursie in het Weerterbos, via IVN Roermond Aanvang 09:30 uur, Daaltjeshoeve Nederweert Nachtvlinderavond Velden, via IVN De Maasduinen Aanvang 22:15 uur, Paddeweg Velden Insectenwandeling Beesels Broek, via IVN De Steilrand Aanvang 14:00 uur, parkeerplaats Eikenbroeklaan, Beesel Nachtvlinderavond Velden, via IVN De Maasduinen Aanvang 21:30 uur, weitje Vreewater, Velden Nachtvlinderavond Velden, via IVN De Maasduinen Aanvang 20:30 uur, Spikweien, Velden Lezing over solitaire bijen, via De Kringloop Linne Aanvang onbekend, lezing door Bair Jeuken
Waarnemingen in de Steilrand De lijst kent een flinke uitbreiding sinds de vorige keer, hetgeen ook niet zo verwonderlijk is, gezien het feit dat het voorjaar inmiddels helemaal afgelopen is. Hieronder staan de waarnemingen van dagvlinders en libellen in het gebied van de Steilrand, telkens de soort en dan de eerste waarneming van 2014. Ik hoor het graag als er aanvullingen danwel correcties (eerdere waarnemingen) zijn. Dagvlinders
Het aantal soorten dagvlinders bedraagt momenteel 20, de laatste aanwinst van deze week was het Koevinkje. Al deze soorten zijn vrij gewoon, en vorig jaar ook allemaal gezien. Vorig jaar zagen we in het gehele jaar 28 soorten, dat zou dit jaar ook moeten gaan lukken, met een hele zomer nog voor de boeg. Libellen
Hier is het aantal soorten vooralsnog tot 17 beperkt gebleven, maar men moet daarbij bedenken, dat het seizoen voor de libellen veel later start dan voor dagvlinders. Er staat ook nog geen enkele Pantserjuffer of Heidelibel op de lijst. Vorig jaar hadden we in totaal 35 soorten libellen in ons gebied, dus hebben we wel nog wat te gaan voor we dit aantal weer halen. Daar is gelukkig wel nog een hele zomer voor.