03

reflex ’servitec magcontrol 15’ Vacuüm-sproeibuisontgassing Montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding Versie 02/03

reflex ’servitec magcontrol 15’ Algemeen Algemene veiligheidsinstructies

Inhoudsopgave Algemeen Veiligheidsvoorschriften Voorschriften en normen Leveringsomvang Overzichtsafbeelding Bedieningspaneel

2 2 2 3 3

Montage Technische gegevens Montage Elektrische aansluiting

4 5 5-6

Eerste ingebruikname Voorwaarde voor de ingebruikname Systeemspecifieke parametersinstelling in het gebruikersmenu Vuilfilters reinigen Vlotterklep testen

6 7-9 9 9

Werking

Informatie over de fabrikant, het bouwjaar, het serienummer en de technische gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Men dient geschikte maatregelen te treffen voor de temperatuur- en drukbeveiliging in de installatie, zodat de aangegeven toegelaten max. en min. bedrijfsvoorwaarden niet worden overschreden. Er mogen slechts vacuüm-sproeibuizen worden geïnstalleerd zonder uitwendig zichtbare schade aan het druklichaam. Voor de demontage van onder druk staande onderdelen moet de ‘servitec’ worden afgesloten, en d.m.v. met aftapkraan drukvrij gemaakt worden. In verwarmingsinstallaties dient de gebruiker, wegens het letselrisico vanwege te hoge oppervlaktetemperaturen, een waarschuwing aan te brengen in de buurt van de vacuüm-sproeibuis, of de betreffende delen van warmte-isolatie te voorzien. Wees voorzichtig bij werken aan een hete installatie. Met name aan de schroefkoppelingen, de ontluchtingsschroef voor de pomp en de peilbuisontgassing bestaat het risico op brandwonden als er heet water ontsnapt. Ook is er gevaar voor letsel bij aanraking van de vacuüm-sproeibuis wegens hoge temperaturen. De installatie mag slechts worden toegepast in systemen met niet-giftig water.

Werking Automatische werking Handbediening Stopwerking Gebruikersmenu Met een wachtwoord beschermde standaardinstellingen in het servicemenu Meldingen

De ‘servitec magcontrol 15’ is een ontgassings- en navulstation, bestaande uit een besturingseenheid en een vacuüm-sproeibuis. Het is niet toegestaan om wijzigingen aan de ‘servitec’, zoals laswerkzamheden aan de sproeibuis of veranderingen in de elektrische installatie, uit te voeren. Test- en herstelwerkzaamheden mogen slechts door bevoegde personen worden uitgevoerd. Als onderdelen worden vervangen, mogen slechts originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt.

10 11 11 11 12 12

12 - 13

Onderhoud

13

Reflex servicedienst

14

Conformiteitsverklaring

14

Als men geen rekening houdt met deze handleiding, met name met de veiligheidsinstructies, kan de ‘servitec’ beschadigd en defect raken, kunnen personen letsel oplopen, en kan de goede werking worden belemmerd. Bij het niet in acht nemen van de instructies, zijn alle aanspraken op garantie en aansprakelijkheid uitgesloten. De elektrische bekabeling en de aansluiting moeten door een vakman worden uitgevoerd overeenkomstig de VDE-voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf. Vóór het werk aan de elektrische componenten begint, moet de spanning op de installatie worden uitgeschakeld. Algemene voorschriften en normen De ‘servitec magcontrol 15’ maakt deel uit van de uitrusting van warmtewisselaarinstallaties, verwarmingsinstallaties of koelwatersystemen. Ze voldoen wat betreft de inbouw, werking en onderhoud aan de eisen van DIN 4751 T2. De systeemscheiding volgens DIN 1988 geschiedt via een verzamelvat (netscheidingsvat) met vrije uitloop.

Leveringsomvang Tip!

Controleer onmiddellijk na ontvangst van de goederen of de levering volledig is en geen beschadiging vertoont! Transportschade dient onmiddellijk te worden gemeld!

De leveringsomvang staat vermeld op de pakbon en de inhoud wordt aangegeven op de doos. 1 Doos met

- ’servitec magcontrol 15’ (voorgemonteerd) - 1 Vuilfilter G 3/8 - 3 Gewapende slangen G 3/8, 500 mm - 1 Peilbuisontgassing - Montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding

reflex ’servitec magcontrol 15’ Algemeen Overzichtsafbeelding

8

1 Deksel van montageopening in netscheidingsvat (6) 2 Vlotterklep 3 Vuilfilter 4 Gewapende slang (bouwzijdig monteren) 1 5 Watergebrekschakelaar 6 Netscheidingsvat 2 7 Schakelkast 8 Peilbuisontgassing Toevoer leidingwater 9 Sproeibuis 10 Terugslagklep 11 Pomp 3 4 (bouwzijdig 12 Magneetventiel monteren) navulling 5 13 Gewapende slang navulling 6 14 Sproeikopaansluiting 15 Druksensor

Van de installatie 14 7

3

4

9

Naar installatie 4

10 (hier niet zichtbaar) 11 (hier niet zichtbaar) 15 (hier niet zichtbaar)

13 12 10 Overloop (aan de onderzijde van de bekleding, hier niet zichtbaar)

Symbolen

Bedieningspaneel

Gekozen modus (hier: automatisch Ontgassingsprogramma (p. 8) Als “info” verschijnt, is er een melding

Toetsen besturingsmodus

Magneetventiel navulling ....

Handmatige werking (p. 11)

hand

012

__

Pomp

bar

In automatische, handmatige of stopwerking Weergave van de actuele bedrijfsdruk, knippert bij drukstoring In het gebruikersmenu parameterbetekenis

info servitec magcontrol 15 auto

stop

Stopwerking (p. 11) Installatie buiten werking

00000252

l

auto

Automatische werking (p. 11)

quit

ok

menu

Info-weergave Weergave van meldingen, Weergave van parameterwaarden

Oproepen van het gebruikersmenu (p. 12)

Besturingstoetsen In het gebruikersmenu parameterinvoer annuleren, gebruikersmenu verlaten Tijdens automatische, handmatige, stopwerking meldingen (b.v. „ER06 Navultijd overschreden“) bevestigen Bladeren door het gebruikersmenu, parameters wijzigen Parameters selecteren, invoer bevestigen

Opmerking: betekent in deze montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding „toets indrukken“

reflex ’servitec magcontrol 15’ Technische gegevens Technische gegevens Artikel-nr. Toelaatbare werkdruk Toelaatbare bedrijfstemp. Systeemontgassing Navulling Werkdruk Max. installatievolume Capaciteit van navulling Max. toeloopdruk navulling

: 6821600 : 6 bar

Overtuigend: Ontgassen, navullen, druk bewaken

: 70°C : 30°C : 1,0 ... 2,5 bar : 1000 Liter : ca. 0,02 m3/u : 6 bar (standaardinstelling, andere instelling mogelijk) Aansluiting verwarmingssysteem : 2 x G 3/8 gewapende slang, meegeleverd Aansluiting drinkwaterleidingnet : 1 x G 3/8 gewapende slang, meegeleverd Aansluiting overloop : DN 32 Breedte x diepte x hoogte : 350 mm x 350 mm x 580 mm Gewicht zonder watervulling : 16,6 kg Elektrische aansluitwaarde : 230 V, 50 Hz, 95 W, stekker met randaarde met 2 m kabel Gemiddeld energie: 0,045 kWh verbruik per dag Potentiaalvrije uitgang : max. contactbelasting (wisselaar) voor verzamel230 V, 4 A melding

*

* **

....

012

__

bar

info servitec magcontrol 15 auto

00000252

l

Druk controleren: - permanente drukweergave op de display - geen rechtstreeks inzuigen van lucht doordat de druk constant gehouden wordt

van installatie

naar installatie

4

Ontgassen: - geen circulatieproblemen door aanwezige luchtbellen in het water van het verwarmingssysteem - afname van het risico op corrosie Navullen: - rechtstreekse aansluiting op het drinkwaternet mogelijk, de scheiding van het net in overeenstemming met DIN 1988 geschiedt d.m.v. een open netscheidingsvat - de navulhoeveelheid wordt elektronisch bepaald en bewaakt. Bij overschrijding van de ingestelde navultijd, of van het ingestelde aantal cycli per uur wordt de navulling onderbroken en een foutmelding gegeven.

**

potentiaalvrije uitgang

**

hand

stop quit

ok

auto

menu

drinkwater

**

* **

PIS

aansluiting overloop zichtbaar, met trechter bouwzijdig uit te voeren

* Bouwzijdige afsluiter(s) ** 2 vuilfilters en 3 gewapende slangen los bijgeleverd

reflex ’servitec magcontrol 15’ drukmeting Het interne meetsignaal van de druksensor PIS bewaakt de druk in het systeem enlof de begindruk van de navulling. Bovendien wordt door middel van dit signaal het drukverloop in de sproeibuis bewaakt.

reflex ’servitec magcontrol 15’ Montage Montage De ’servitec magcontrol 15’ dient waterpas op de daartoe bestemde openingen aan de muur te worden bevestigd. Ten behoeve van de spanningsloze inbouw, en de ontkoppeling van de geluidsoverdracht zijn 3 flexibele slangen met ommanteling (4) toegevoegd. Afsluiters naar het verwarmingssysteem en het drinkwaterleidingnet dienen bouwzijdig te worden aangebracht. De overloop dient bouwzijdig zichtbaar te worden verbonden met het afvoersystem. Voor de vlotterklep (2) aan de drinkwaterzijde en aan de aansluiting op de sproeikop (14) dienen de meegeleverde vuilfilters (3) afdichtend te worden aangebracht. Opgelet! De aansluiting in de leidingen (zie A) dient van boven, of van opzij, zo te geschieden dat grove vuildeeltjes niet in de ’servitec’ terecht kunnen komen. De transportbeveiliging van de peilbuisontgassing (8) verwijderen (zie afbeelding) en handvast in de sproeibuis draaien. De afdichting geschiedt door middel van een O-ring.

≥ 500

’servitec magcontrol 15’ in een verwarmingsinstallatie met retourbijmenging

A

TW-Navulling

Als het verwarmingssysteem in een gebouw met retourwater bijmenging werkt, dan wordt de ’servitec’ in de retourleiding van het verwarmingssysteem, nog voor de aftakking van de retourwater bijmenging aangesloten.

’servitec magcontrol 15’ in een verwarmingsinstallatie zonder retourbijmenging

≥ 500

A TW-Navulling

Elektrische aansluiting De inwendige bedrading van het apparaat is compleet gemonteerd en het kan zo op de wandcontactdoos worden aangesloten. Bouwzijdig behoeft slechts door een vakman een 230V wandcontactdoos met randaarde te worden aangelegd. Deze elektrische bedrading, evenals het potentiaalvrije verzamelmeldcontact, moeten volgens de geldende plaatselijke (EVU) en VDE-voorschriften worden uitgevoerd. Het aansluitklemmenschema (zie p. 6) dient beslist te worden opgevolgd. Vóór werken aan elektrische componenten worden uitgevoerd, moet de stekker van de installatie uit de contactdoos getrokken, of de spanning uitgeschakeld worden.

Bij verwarmingsinstallaties zonder retourbijmenging wordt de ’servitec’ direct in de gemeenschappelijke ketel retourleiding, onmiddellijk vóór het membraanexpansievat geïnstalleerd.

5

reflex ’servitec magcontrol 15’ Montage, eerste inbedrijfstelling Bouwzijdige kabel in schakelkast (7) aansluiten: – 2 kruiskopschroeven van onderste schakelkastdeksel losdraaien – Deksel openen – Alle aan te sluiten kabels door de PG-kabelwartel steken Opgelet! Slechts een PG-kabelwartel gebruiken die geschikt is voor de kabel in kwestie – Alle kabels in de klemmen bevestigen (zie ook volgend klemmendiagram)

Klemmendiagram

Omschrijving Voedingsspanning 230 V Magneetventiel navulling Pomp Niet gebruikt Verzamelmelding (potentiaalvrij) Niet gebruikt Watergebrekschakelaar Druksensor 6

Klem 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 +24 V DC 18 19 20

Smeltveiligheid elektronische schakeling

T 0,315 A

L N PE

Y1 N PE

1 2 3

4 5 6

Signaal L N PE Y1 N PE M1 N PE

Opmerkingen bouwzijdige aansluiting is aangesloten is aangesloten niet aangesloten

NC COM NO +24 V DC E1

bouwzijdige kabelaanleg, optioneel niet aangesloten is aangesloten

E1 +18 V AE

Smeltveiligheid motor

T 2,5 A

is aangesloten

Let op! Aan de klemmen 10, 11 12, 13 en 14 evenals op delen van de print kan ondanks het onderbreken van de netspanning 230 V staan !

M1 N PE NSP-230V

7 8 9

10 11

WZ

12 13 14

15 16

WM

Druck

17 18 19 20

Voorwaarden voor de ingebruikname – De opstelling van ’servitec magcontrol 15’ heeft plaatsgevonden. – De waterverbindingen met het systeem zijn tot stand gebracht. – De aansluiting aan het elektriciteitsnet werd uitgevoerd overeenkomstig de geldende VDE-voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf. – De buizen van en naar de ‘servitec magcontrol 15’ moeten doorgespoeld, en vrij van vuil en lasresten zijn.

Stappen voor het inbedrijfstellen Wateraansluiting maken Voordat de parameters van de besturing ingesteld kunnen worden, dienen de bouwzijdige afsluiters van de toevoer waterleiding en de afsluiters in de leidingen van - en naar de installatie geopend te worden. Het netscheidingsvat wordt gevuld en de watergebrekschakelaar schakelt de pomp in. Per installatie specifieke parameterinstelling De besturing beschikt over twee bedieningsniveaus, het met een wachtwoord beveiligde servicemenu (zie. p. 12) en het gebruikersmenu (zie p. 7 t/m p. 9). Bij de eerste inbedrijfstelling moeten de bedrijfsinstellingen van de installatie-specifieke voorwaarden worden aangepast.

reflex ’servitec magcontrol 15’ Eerste inbedrijfstelling Installatie-specifieke parameterinstelling in gebruikersmenu

__ stop

012

Nadat de stroomvoorziening is ingeschakeld (stekker), verschijnt de actuele bedrijfsdruk in de display. De bedrijfsmodus stop is geactiveerd.

bar

servitec magcontrol 15

Druk nu op

menu

Parameter selecteren

om in het gebruikersmenu te komen:

Parameter (knipperende waarde) selecteren of wijzigen

Parameter Menu bevestigen verlaten

Tijd

__ stop menu

Uhr

ok

Stel eerst het uur (hier: 12) in met de pijltoetsen en bevestig met ok. Ga daarna verder met de minuten (hier: 34) en seconden (hier: 56).

ok

quit


123456

Ander menupunt

Laagste bedrijfsdruk

__ stop menu

P0

bar

ok


010

bar

Stel hier de laagste bedrijfsdruk in, volgens de statische hoogte van uw installatie (zie onderstaand diagram) en bevestig met ok. Deze waarde moet identiek zijn aan de voordruk p0 van het expansievat. 1,0 bar = Bedrijfsinstelling aan de besturing

ok

pSV [bar] Aanspreekdruk = veiligheidsventiel van de installatie 0,3 bar

pmax [bar] pe

≥0,5 bar

*

[bar] = Einddruk van expansievat pa = Navulling bij te lage druk

pa

[bar] = Begindruk of vuldruk pF bij expansievat ≥0,3 bar

p0 [bar] = pstatisch + 0,2 bar (aanbeveling)

0...0,2 bar

pst [bar] = statische druk (= statische hoogte [m] / 10)

* Melding bij te hoge of te lage druk ** p0 moet overeenstemmen met de

Veiligheidsventiel aanspreekdruk

__ stop menu

PS

gasvoordruk van expansievat (MAG)

bar

ok

Stel hier de aanspreekdruk van de veiligheidsventiel van de installatie in en bevestig met ok.


030

*

bar

3,0 bar = Bedrijfsinstelling

ok

7

reflex ’servitec magcontrol 15’ Eerste inbedrijfstelling Parameter selecteren

Parameter knipperende waarde selecteren of wijzigen


Ontgassingsprogramma

__

EP

ok

Selecteer hier het ontgassingsprogramma (zie p. 10) en bevestig met de toets “ok”.

ok


stop

IE

menu

Ander menupunt

Ontgassingsduur

__

Ed

ok

Kies hier de tijdsduur voor de permanente ontgassing (zie p. 10). Bevestig met “ok”.

ok

ok


stop

05

menu

/h

5 u = standaardinstelling

Vacuümtest

__

8

UP

ok


stop

0

menu

Dit menupunt dient voor de vacuümtest van de sproeibuis. Het uitvoeren van de vacuümtest is bij de eerste inbedrijfstelling en bij een onderhoudsbeurt verplicht. Voert u de vacuümtest als volgt uit: - Sproeibuis moet met water gevuld zijn (bedrijfsdruk) - afsluiter (bouwzijde) toevoer sproeibuis afsluiten - Vacuümtest uitvoeren („1“ selecteren en met „ok“ bevestigen) De drukverhouding wordt in twee tijdsintervallen waargenomen en bepaald (Terugtellende teller loopt tot 0 s). Deze test duurt 2 min. Als het de test goed verlopen is, verschijnt „UP i.O“ in de display. Gaat u in dat geval als volgt verder:

ok

Als de test niet slaagt, verschijnt “UP ni. O”. Los de fout op (zie p. 12 en p. 13, meldingen) en voer daarna de vacuümtest opnieuw uit totdat deze een goed resultaat geeft. Navulling

__ stop menu

CnC servitec magcontrol 15

00000252

l

ok

Weergave van de totaal toegevoerde navulhoeveelheid in liter. Deze waarde wordt intern door de besturing berekend en kan weer op 0 gezet worden (CnC = 1).

ok

quit

reflex ’servitec magcontrol 15’ Eerste inbedrijfstelling Parameter selecteren

Parameter (knipperende waarde) selecteren of wijzigen


Max. navulhoeveelheid

__ stop menu

Cn

ok

Hier kan een max. navulhoeveelheid worden ingesteld. Bij overschrijding wordt foutmelding Er 20 gegeven.

quit

1000 Liter = standaardinstelling

l

Ander menupunt

Onderhoudsinterval

stop

ok


00001000

__

LG

ok


012

menu

m

Hier stelt u in wanneer de melding “Wartung empf.” (onderhoud aanbevolen) wordt geactiveerd. De klok telt terug, m.a.w. als 10 maanden wordt aangegeven, moet het volgende onderhoud binnen 10 maanden worden uitgevoerd. De onderhoudsbewaking kan worden uitgeschakeld (off).

ok

ok

012 maanden = standaardinstelling

Potentiaalvrij meldcontact

__ stop

PFC

ok

Hier kunt u kiezen of alle opgetreden meldingen moeten leiden tot het schakelen van het potentiaalvrij contact (pvK).


0

menu

9

0 slechts alarmen (zie p. 12) = Besturingsinstelling 1 alle meldingen

Softwareversie

__ stop menu

SOF

Weergave van softwareversie ok

ok


101

1:01 Softwareversie U heeft het gebruikersmenu één maal volledig uitgevoerd. U kunt nu omschakelen naar de gewenste besturingsmodus (zie p. 11).

auto

of

hand

of

Vuilfilter reinigen, Vlotterventiel testen De vuilfilters (3) in de koudwatertoevoerleiding en bij de sproeikopaansluiting (vanaf de installatie) dienen te worden gereinigd en de dichtheid van de vlotterklep (2) dient bij de overloop getest te worden. Bij problemen, zie sectie „Onderhoud“, p. 13.

De eerste ingebruikstelling is hiermee voltooid!

stop

reflex ’servitec magcontrol 15’ Werking Werking Algemene beschrijving De ‘servitec magcontrol 15’ is een ontgassings- en navulstation. Het kan worden toegepast bij installaties onder uiteenlopende omstandigheden. Het belangrijkste toepassingsgebied zijn verwarmings- en koelcircuits en alle situaties waar “luchtproblemen” door opgeloste of vrije gassen storingen in de installatie veroorzaken. De ‘servitec’ vacuüm sproeibuisontgassing onttrekt aan het verwerkte water tot 90 % van de opgeloste gassen. De vacuümontgassing, van een deel van het water in het verwarmingssysteem, gebeurt volgens een geoptimaliseerd tijdschema met selecteerbare ontgassingsprogramma’s (zie p. 8). Een deel van het circulatiewater wordt door de sproeikop in de vacuüm-sproeibuis (9) gesproeid die door de pomp (11) vacuüm gezogen wordt. Het grote oppervlak van het gesproeide water en de sterke onderdruk staan garant voor een zeer hoog ontgassingsvermogen. Het ontgaste water wordt door pomp (11) weer naar de installatie gevoerd. Daar kan het water weer gassen opnemen. De in de vacuümspuitbuis afgescheiden gassen worden via de peilbuisontgassing (8) afgestaan. Dit ontgassingsinterval herhaalt zich. Er worden zowel vrij circulerende als al opgeloste gassen uit het water van het systeem verwijderd. Ontgassingsinterval 10

Bij het ontgassings-interval gaat het om een tijdgestuurde, voorgeprogrammeerde cyclus die bestaat uit de ontgassingstijd, de expansietijd en de rusttijd. De instelling kan slechts gewijzigd worden door de Reflex-servicedienst in het servicemenu. De ontgassingsintervallen worden afhankelijk van de modus permanente ontgassing (standaard = 5 uur overdag) of intervallenontgassing (standaard = 16 x overdag) herhaald. Injectietijd: Pomp (11) start. Op de display (zie p. 3) verschijnt na enkele ogenblikken een onderdruk (temperatuurafhankelijk). Dit is mogelijk omdat pomp (11) meer water via zuigaansluiting aan de vacuüm-sproeibuis onttrekt dan er via de drukaansluiting met sproeier (14) kan toestromen. Zodra de onderdruk wordt opgebouwd, begint de sproeier te sproeien. Terwijl pomp (11) draait, daalt het waterpeil in de vacuümsproeibuis (9) constant. Het tijdprogramma en de drukinstelling zijn zo bepaald dat de pomp nooit te weinig water krijgt. Expansietijd: Pomp (11) schakelt uit. Het water wordt door de installatiedruk (minstens 1,0 bar) verder in de vacuüm-sproeibuis gesproeid. Tijdens de expansietijd (50 s) stijgt de waterkolom langzaam in de vacuüm-sproeibuis. Het vacuüm blijft gedurende die fase van het interval nog bestaan. De stijgende waterkolom comprimeert op het einde van de uitpersfase het afgestane gas binnen enkele seconden en perst dit het via de peilbuisontgassing (8) tegen de atmosferische druk naar buiten. Rusttijd: Daarna volgt de rusttijd waarin een naontgassing plaatsvindt. Navulling Bij de ‘servitec magcontrol 15’ wordt de druk in het verwarmings- of koelsysteem met behulp van de druksensor (15) geregistreerd en bewaakt. Als de vuldruk onder pF = p0 + 0,2 bar daalt, wordt de navullingsontgassing geactiveerd tot pF = p0 + 0,3 bar bereikt is. Daarbij wordt de tijds- (20 min. voorinstelling), cycli- (3 in 2 uur) en de hoeveelheidsbewaking geactiveerd. Bij het navullen opent de magneetventiel (12) naar het netscheidingsvat (6). De pomp zuigt water aan uit het reservoir. Terwijl de pomp draait, ontstaat er in de sproeibuis (drukweergave op de display) een druk van ongeveer -0,1 bar. Bij het cyclische stoppen van de pomp wordt de systeemdruk gecontroleerd en eventueel verder aangevuld.

reflex ’servitec magcontrol 15’ Werking

Automatische werking De automatische werking mag pas worden geactiveerd als de eerste ingebruikname is voltooid. Als u zich in de automatische modus bevindt, kunt u desgewenst een van de drie automatische programma’s selecteren. Bij de drie programma’s is de installatiebewaking geactiveerd. De navulling vindt automatisch plaats. Selectie in het gebruikersmenu (zie p. 8) Permanente ontgassing – Intensieve ontgassing na inbedrijfstelling en reparaties. De ontgassingscycli voor het ingestelde tijdsbestek van permanente ontgassing (5 uur standaardinstelling) worden na elkaar uitgevoerd. Daarna gaat de besturing automatisch over op intervalontgassing. Bij inbedrijfstelling dient minstens de helft van het water van de installatie één maal via de ‘servitec’ te lopen. Dit komt overeen, met betrekking op een volume in de installatie van 1 m3, op ongeveer 11 uur permanente ontgassing. Voor verwarmingsinstallaties met een hoog gasgehalte is een permanente ontgassing van 48 uur ruimschoots voldoende. Met de daarop volgende intervalontgassing resulteert dit in 10.000 ontgassingsintervallen per jaar. Om onnodige slijtage aan de ‘servitec’ te voorkomen, dient dit aantal per jaar niet te worden overschreden. De besturing houdt het totaal aan voltooide intervallen bij. Opgelet! Op door slijtage veroorzaakte storingen worden geen aanspraken op garantie aanvaard. Intervalontgassing – Spaarmodus in automatische werking. Na 8 intervallen (standaard) wordt een pauzetijd (standaard 23 uur) aangehouden voordat de volgende 8 ontgassingsintervallen worden gestart. Dit programma wordt automatisch gestart als de permanente ontgassing voltooid is. Dit programma kan ook handmatig worden geselecteerd als de installatie reeds ontgast is. De intervalontgassing start dan dagelijks om 08:00 uur. Geen ontgassing – alleen navulling Er vindt geen ontgassing van het installatiewater plaats. Deze werking is interessant tijdens de zomerperiode of , in het algemeen, als ontgassing van het installatiewater niet gewenst of zinloos is.

012

Pomp of magneetventiel selecteren, knipperend symbool met ok-knop activeren ok

ok

bar

servitec magcontrol 15 auto

Display automatische werking met intervalontgassing

__

012

bar


Display automatische werking met intervalontgassing

...

012

bar


Display automatische werking geen ontgassing, alléén navulling

Handbediening De handbediening mag pas worden geactiveerd als de eerste ingebruikname voltooid is. Deze modus is in eerste instantie van belang voor de functietest ten behoeve van de pomp en de navulmagneetventiel.

auto

__ hand

012

11

hand

bar


Pomp start / magneetventiel opent * door nog eens op de ok-knop te drukken wordt de pomp gestopt of de magneetventiel gesloten. Als alternatief kan ook direct de quit-knop ingedrukt worden. Pomp of magneetventiel schakelen dan na elkaar uit.

* Als de druk in de sproeibuis onder 0,1 bar komt, schakelt de pomp automatisch na 10 s uit. Algemeen sluit de magneetventiel na 10 s.

Stopwerking Tijdens stopwerking is de ‘servitec magcontrol 15’, tot op de informatie op de LCD-display buiten werking. Er vindt geen functiecontrole plaats. De pomp is uitgeschakeld. Na bediening van de “stop” toets verschijnt volgende informatie op de display.

__ stop

012

bar


stop

reflex ’servitec magcontrol 15’ Werking Gebruikersmenu Het gebruikersmenu dient om de belangrijkste bedrijfsparameters in te voeren en te wijzigen. Deze worden bij de eerste inbedrijfstelling bewerkt (zie p. 7 t/m p. 9). Met de toets “menu” gaat u naar het gebruikersmenu. Hier kan u de bedrijfsparameters wijzigen of toestanden bekijken. Met quit kan u het gebruikersmenu verlaten.

menu

Met een wachtwoord beschermde standaardinstellingen in het servicemenu In het geheugen van de ‘servitec’ zijn parameters opgeslagen die berusten op onderzoeks- en praktijkervaring. De belangrijkste parameters die met een wachtwoord beschermd zijn staan beschreven in de volgende tabel. Parameter Druk Navulling AAN Navulling UIT Minimale bedrijfsdruk overschreden Maximale werkdruk overschreden Navulling Max. navultijd Max. navulcycli in 2 uur. Ontgassingsinterval Injectietijd Maximale expansietijd.

12

Instelling

Opmerking

p0 + 0,2 bar p0 + 0,3 bar = p0 pSV – 0,2 bar

p0 (minimale werkdruk zie p. 7) pSV (aanspreekdruk van de veiligheidsklep (zie p. 7))

20 min 3

Als de navultijd of het aantal cycli overschreden wordt dan wordt de bijbehorende melding gegeven.

15 s 120 s

Pomp loopt, gelijktijdig wordt er gesproeid Expansiefase: pomp uit, sproeien en ontgassing gas

Meldingen Meldingen worden door het symbool “info” op de display weergegeven. Tegelijkertijd verschijnt “Er” en de bijbehorende foutcode (bijv. Er 06) op het informatiescherm. Als er meerdere meldingen tegelijk zijn kunnen deze met zichtbaar gemaakt worden. Meldingen worden, na verhelpen van de oorzaak, grotendeels automatisch bevestigd (zie tabel) quit Fouten zoals „Nachsp.Zeit 06“ of „Nachsp.Zykl. 07“ moeten handmatig worden bevestigd. Voor overdracht van informatie op afstand kan de potentiaalvrije omvormer voor de verzamelmelding worden toegepast. In het gebruikersmenu (zie p. 9) kunt u kiezen of enkel de als alarmen aangegeven meldingen of alle meldingen potentiaalvrij moeten worden gegeven.

ERcode 01

Fouttype

Foutoorzaken

Min. druk p0 overschreden

Alarm

– Waterverlies in de installatie – Drukverloop verkeerd ingesteld of defect

– –

2-1

Droogloopbeveiliging druk te laag

Alarm

2-2

Droogloopbeveiliging fout in drukopbouw tijdens van de ontgassingsprocessen

Alarm

– Geen water in sproeibuis, druk < 0,1 bar – Vuilfilters vervuild – Afsluiter aan ingangszijde gesloten Onderdruk wordt niet snel genoeg bereikt – ’servitec’ werd enige tijd met temperaturen boven de 70° toegepast – Onderdruk is niet diep genoeg → Gasophoping in de pomp

– – – – –

→ Pomp zit vast → Peilbuisontgassing trekt lucht aan 2-3

Droogloopbeveiliging tijd verstreken

Alarm

2-4

Droogloopbeveiliging navulprocedure

Alarm

06

Navultijd overschreden (standaard 20 min.) Navulcycli overschreden (standaard 3 in 2 uur)

07

---

---

– Scheidingsvat waterleidingnet is leeg – Bekabeling naar watergebrekschakelaar ontbreekt – Tijdens het navullen werd in de sproeibuis een te lage onderdruk bereikt – Navulmagneetventiel opent zich niet – Lekkages in de installatie – Navultijd te kort

Foutopsporing Foutoplossing Lek verhelpen Voordruk p 0 testen, eventueel opnieuw instellen Afsluitingen openen Vuilfilters reinigen Afsluiter openen Melding bevestigen, autom. modus activeren Aansluitpunt van de ‘servitec’ testen

– Pomp op handbediening starten (zie p. 11), → Geschroefde verbindingen aan de pompaanvoerzijde testen, event. opnieuw afdichten, vacuümtest uitvoeren → Pomp aandraaien, vacuümtest uitvoeren → Peilbuisontgassing testen, eventueel reinigen, vacuümtest uitvoeren – Toevoer testen (afsluiter open?) – Watergebrekschakelaar aansluiten

– Werking van magneetventiel testen eventueel reinigen (zie p. 13), melding bevestigen – Lekkages verhelpen, melding bevestigen – Navultijd verlengen, eventueel Reflex Servicedienst bellen – Kleine lekken in het systeem – Lekkages verhelpen, melding bevestigen – Aansluitleiding van ‘servitec’ op het systeem – Aansluitleiding testen en eventueel te lang of te klein gedimensioneerd vergroten of korter maken

reflex ’servitec magcontrol 15’ Werking, onderhoud ERcode 08 10

Fouttype Drukmeting storing Max. druk

Foutoorzaken Alarm -----

14

Expansietijd: overschreden

19

Stop > 4 u

---

20

Max. navulhoeveelheid Cn overschreden Onderhoudsinterval verstreken

---

SrV

–

– Druksensor verkeerd aangesloten of defect – Expansievat installatie heeft verkeerde voordruk – Aanspreekdruk veiligheidsventiel PS in gebruikersmenu te laag afgesteld – Afsluiting aan ingangszijde gesloten – Vuilvangers vervuild

Foutoplossing – Bekabeling controleren, evt. vervangen

– Expansievatvoordruk controleren – PS instelling met veiligheidsventiel het systeem afstemmen – Afsluiting openen – Vuilvangers reinigen – Melding bevestigen – De besturing bevindt zich langer dan 4 u – Evt. automatische modus activeren in stopmodus bevestigen – Die in het klantenmenu onder Cn ingestelde – Melding bevestigen max. navulhoeveelheid werd overschreden – Herinnering aan jaarlijkse onderhoudsbeurt – Onderhoud uitvoeren – Melding bevestigen

Onderhoud Opgelet! Rekening houden met de algemene veiligheidsinstructies (zie p. 2)! Onderhoudswerkzaamheden mogen slechts door een vakman worden uitgevoerd. Ter herinnering aan de jaarlijkse onderhoudsbeurt wordt na een jaar van in bedrijf zijn de melding “SrV” in de display gegeven die met de bevestigingstoets kan worden verwijderd. Opgelet! Op door slijtage veroorzaakte storingen worden geen – garantieaanspraken aanvaard. Dichtheidscontrole – uitwendige dichtheid controleren, Indien nodig afdichten Vuilfilters reinigen – de vuilfilters (3) in de koudwatertoevoerleiding en bij de sproeikop (14) dienen gereinigd te worden. Vacuümtest – zie pagina 8 Funktietest pomp, magneetventiel, vlotterklep Bij gevuld scheidingsreservoir voor het waterleidingnet (6), ingeschakelde pomp (11) en geopende navulmagneetventiel (12) moeten de volgende dingen gebeuren: De waterspiegel in het scheidingsreservoir (6) daalt. Daardoor wordt na korte tijd de vlotterklep (2) geopend en het water stroomt in het netscheidingsvat. Bij uitgeschakelde pomp (11) en gesloten magneetventiel (12) moet na het bereiken van de hoogste waterstand in het netscheidingsvat (6) de vlotterklep sluiten

– – –

hand

ok

Handbediening activeren Pomp (11) starten ( ok

knippert)

Navulmagneetventiel (12) selecteren en openen

de waterspiegel daalt na het starten van de pomp (11) en het openen van de magneetventiel (12) niet - eventueel pomp (11) aandraaien, zekering T2,5 A omwisselen (zie p. 6) - eventueel de magneetventiel (12) reinigen (vuildeeltjes, aanslag verwijderen). Na het dalen van de waterspiegel in het netscheidingsvat (6) stroomt er geen water bij: - eventueel vlotterventiel demonteren en afdichting reinigen –

stop

Pomp (11) stopzetten, magneetventiel (12) sluiten

ondanks hoge waterstand blijft het water via de vlotterklep (2) binnenstromen en de overloop drupt - eventueel vlotterklep demonteren en afdichting reinigen. –

auto

in de automatische modus omwisselen

Onderhoud membraan expansievat (MAG) - Voordruk p 0 testen - de waarde dient overeen te stemmen met de waarden van de besturing Instelwaarden van de besturing controleren - zie Stappen voor het inbedrijfstellen (p. 7 t/m p. 9)

13

reflex ’servitec magcontrol 15’ Conformiteitsverklaring, Reflex Servicedienst Centrale fabrieks-servicedienst

Reflex Nederland b.v. Sluisweg 53 A NL - 3371 ER HARDINXVELD-GIESSENDAM Telefoon : ++31 (0) 184 - 670530 Fax : ++31 (0) 184 - 670531 E-Mail : [email protected]

Conformiteitsverklaring voor ’servitec magcontrol 15’ stuurunits Hiermee bevestigt de fabrikant dat de constructie, de fabricage en de controle van de ‘servitec magcontrol 15’-besturing voldoen aan de vereisten van de richtlijn van de Raad voor de afstemming van de juridische voorschriften van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en de laagspanningsrichtlijn 89/336 EEG en 73/23 EEG. Voor de beoordeling van de producten op hun elektromagnetische compatibiliteit en de laagspanningsrichtlijn werden volgende normen gebruikt: EN 50081 deel 1 in combinatie met EN 55022 en EN 60555 EN 50082 deel 1 in combinatie met EN 50082 deel 2 EN 60335 deel 1 EN 60204

SI0361nl Technische wijzigingen voorbehouden

Fabrikant:

Reflex Winkelmann GmbH + Co. KG Gersteinstraße 19 59227 Ahlen/Westfalen Telefoon: ++49 (0) 2382 7069-0 Fax: ++49 (0) 2382 7069-588

Franz Tripp Bedrijfsleider

Reflex Nederland b.v. Sluisweg 53 A NL - 3371 ER HARDINXVELD-GIESSENDAM Telefoon : ++31 (0) 184 - 670530 Fax : ++31 (0) 184 - 670531 E-Mail : [email protected]

03

Recommend Documents