RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en)
6927/03
CRIMORG 16
TOEZENDING NOTA van: het voorzitterschap en de Duitse delegatie aan: de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit (MDG) Betreft: Ontwerp-aanbeveling van de Raad over maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij
Voor de delegaties gaat in de bijlage het eerste ontwerp van een aanbeveling van de Raad over maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij dat op 3 maart 2003 door de MDG zal worden besproken.
_______________
6927/03
eck/DL/lg DG H III
1
NL
BIJLAGE
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
GELET OP het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 29 en 31, onder c),
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
(1)
Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro 1 bepaalt dat het chartaal eurogeld vanaf 1 januari 2002 in omloop wordt gebracht en dat de lidstaten zorgen voor adequate bestraffing van vervalsing en namaak van eurobiljetten en -munten.
(2)
In zijn Aanbeveling van 7 juli 1998 betreffende de vaststelling van bepaalde maatregelen ter vergroting van de rechtsbescherming van eurobankbiljetten en -munten 2, gaf de Europese Centrale Bank in overweging dat de Raad, de Commissie en de lidstaten nadenken over toepassing van alle mogelijke maatregelen om de strijd tegen de valsemunterij te verbeteren.
(3)
In zijn Kaderbesluit 2000/383/JBZ van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro 3, gewijzigd bij Kaderbesluit 2001/888/JBZ van 6 december 2001 4, nam de Raad maatregelen aan om ervoor te zorgen dat de euro goed beschermd wordt door middel van doeltreffende strafrechtelijke maatregelen.
(4)
De Raad nam op 28 mei 2001 Kaderbesluit 2001/413/JBZ aan betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten 5.
1 2 3 4 5
PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1. PB C 11 van 15.1.1999, blz. 13. PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1. PB L 329 van 14.12.2001, blz. 3. PB L 149 van 2.6.2001, blz. 1.
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
2
NL
(5)
De Raad nam op 28 juni 2001 Verordening (EG) nr. 1338/2001 aan tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij 1, en Verordening (EG) nr. 1339/2001 houdende uitbreiding van de werking van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen 2. Die verordeningen betreffen de uitwisseling van informatie en wederzijdse bijstand, inclusief externe aspecten inzake bescherming van de euro.
(6)
De Raad nam op 6 december 2001 Besluit 2001/887/JBZ aan ter bescherming van de euro tegen valsemunterij 3.
(7)
De Raad nam op 17 december 2001 Besluit 2001/923/EG aan tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") 4.
(8)
HERINNEREND aan het Besluit van de Raad van 29 april 1999 5 waarbij het mandaat van Europol werd uitgebreid tot de bestrijding van valsemunterij en de vervalsing van betaalmiddelen, waarbij Europol het centrale contactpunt binnen de EU werd voor alle desbetreffende activiteiten, een taak die ook in het daglicht wordt gesteld bij artikel 3 van het nieuwe ontwerp van de Europol-overeenkomst, waarbij de verplichting wordt geschapen om met Europol samen te werken bij de opstelling en uitvoering van maatregelen tegen vervalsing van de euro.
(9)
MET INACHTNEMING VAN het feit dat de euro zich als de éne munt voor thans 12 lidstaten, constant ontwikkelt tot een algemene munt en daarom een hoofddoelwit is voor de georganiseerde internationale valsemunterij.
1 2 3 4 5
PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6. PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6. PB L 329 van 14.12.2001, blz. 1. PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50. PB C 149 van 28.5.1999, blz. 16-17 en PB C 229 van 12.8.1999, blz. 14.
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
3
NL
(10) GELET OP de resultaten van de conferentie die half november 2002 door de Duitse politie in München in het kader van het programma "Pericles" werd gehouden in samenwerking met de Europese Commissie (OLAF), Europol, Interpol, de Europese Centrale Bank, de Duitse Federale Bank en Eurojust, die werd bijgewoond door hoofden van de antivalsemunterijcellen van de politie van lidstaten en derde landen.
(11) VERONTRUST OVER HET FEIT dat de euro het doelwit is van georganiseerde Europese valsemunters en dat het aantal vervalste euro's van hoge kwaliteit in de lidstaten van de Europese Unie sinds de invoering ervan aanzienlijk is toegenomen, vooral sinds medio 2002, en dat verwacht wordt dat deze tendens zich zal voortzetten.
(12) BESEFFEND dat het aantal vervalsingen van hoge kwaliteit dit jaar zal toenemen en dat het er bovendien naar uitziet dat in de toekomst vervalsingen uit Zuid-Amerika en het Verre Oosten zullen opduiken.
(13) ZICH ERVAN BEWUST dat georganiseerde valsemunters op de Balkan zich sinds 2000 hebben gespecialiseerd in hogekwaliteitsvervalsingen van de euro en dat zij die in bijna alle lidstaten van de EU in omloop brengen, waardoor er een herkenbare dreiging ontstaat die met passende middelen moet worden tegengegaan, met name in het vooruitzicht van de Olympische Zomerspelen die in 2004 in Griekenland zullen worden gehouden.
(14) ERVAN OVERTUIGD dat de door vorige instrumenten ingestelde maatregelen ter bescherming van de euro moeten worden aangevuld en versterkt door nauwe samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten.
(15) ERVAN OVERTUIGD dat de lidstaten hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met derde nabuurlanden moeten intensiveren.
(16) ZICH ERVAN BEWUST dat de maatregelen die aan de politiekorpsen van de lidstaten van de EU en de toetredende landen zijn gericht, tot op zekere hoogte nieuw zijn maar ook de weerspiegeling zijn van verplichtingen uit overeenkomsten die nog niet volledig zijn toegepast en dat de noodzaak van actie derhalve van het ene land tot het andere zal verschillen voor wat de voorgestelde maatregelen betreft.
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
4
NL
BEVEELT AAN:
1.
De samenwerking bij de bestrijding van valsemunterij binnen de Europese Unie wordt als volgt verbeterd:
-
de verplichtingen voor samenwerking inzake valsemunterij, zoals die zijn vastgelegd in het Verdrag van Genève van 1929 dienen te worden nageleefd;
-
de lidstaten zenden informatie over eurovalsemunterij naar Europol om die in het Europol-informatiesysteem op te nemen;
-
centrale politiecontactpunten worden in de lidstaten van de EU opgericht ter bestrijding van met valsemunterij verband houdende criminaliteit met het oog op het aanmoedigen, openen en zelfs verrichten van politieel onderzoek;
-
er worden geregeld vergaderingen van Europese valsemunterijdeskundigen gehouden;
-
de verplichting wordt ingevoerd om gevallen van valsemunterij in de lidstaten te rapporteren aan het centrale politiecontactpunt in de betrokken lidstaat, voorzover een dergelijke verplichting nog niet bestaat;
-
binnen de EU wordt samengewerkt bij het inzetten van undercoveragenten en het nemen van controlemaatregelen ter bestrijding van valsemunterij.
2.
De opleiding van specialisten wordt geharmoniseerd door Europol en de Europese politieacademie in te schakelen en te gebruiken door middel van:
-
de organisatie van op EU-niveau gecoördineerde cursussen inzake valsemunterij, die worden afgesloten door een eindexamen en het afgeven van een diploma, om te komen tot een gemeenschappelijke Europese opleidingsnorm;
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
5
NL
-
de verbetering van de opleiding van opsporingsambtenaren in de lidstaten en derde landen door uitwisselingen, workshops, studiebijeenkomsten en taalcursussen;
-
de opleiding van valsemunterijspeurders op het niveau van deskundigen, zodat die voor de rechter als deskundigen kunnen getuigen;
-
de oprichting van een politiewebsite bij een van de Europese instellingen (bv. Europol) die voor valsemunterijspeurders in de EU toegankelijk is door middel van een password, om te komen tot een eenvormig informatieniveau;
-
gebruikmaking van het Pericles-programma voor opleidingsdoeleinden, waarbij de centrale banken in de opleidingsprogamma's worden ingeschakeld.
3.
Met derde landen wordt samengewerkt door:
-
de wetgeving in derde landen af te stemmen op het regelgevend kader van de lidstaten van de EU;
-
betere wetgevende en administratieve voorbereiding van de toetredende landen voor samenwerking met Europol;
-
een internationale dimensie toe te voegen aan de bestrijding van valsemunterij door het aanmoedigen van en het voortbouwen op de bestaande samenwerking en contacten met de nabuurstaten;
-
centrale politiecontactpunten in derde staten op te richten, ter bestrijding van de met valsemunterij verband houdende criminaliteit met het oog op het aanmoedigen, openen en zelfs verrichten van politie-onderzoek;
-
een lijst van gedetailleerde contactgegevens van valsemunterijdeskundigen in derde landen op te stellen;
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
6
NL
-
valsemunterijdeskundigen te betrekken bij de opleidingsprogramma's van de lidstaten van de EU;
-
financiële steun van de EU te verstrekken in het kader van de hulpprogramma's.
_______________
6927/03 BIJLAGE
eck/DL/lg DG H III
7
NL