RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 12 juli 2002 (22.07) (OR. en)
B PU
10863/02
LI
LIMITE
NOTA van: aan: nr. vorig doc.: nr. Comv.: Betreft:
1.
C
UD 58 COARM 9 POLARM 2
het voorzitterschap de Groep douane-unie (gemeenschappelijk douanetarief) 10032/97 UD 89 POLARM 5 8461/88 UD 167 - COM(88) 502 def. Voorstel voor een verordening van de Raad inzake tijdelijke schorsing van douanerechten op bepaalde wapens en militaire uitrusting - Discussiepunten en richtsnoeren
Inleiding
In 1988 heeft de Commissie bij de Raad een voorstel ingediend voor een verordening van de Raad inzake tijdelijke schorsing van douanerechten op bepaalde wapens en militaire uitrusting (doc. 8461/88 - COM(88) 502 def., bekendgemaakt in het PB C 265 van 12 oktober 1988). De besprekingen hebben nog niet tot overeenstemming geleid. De recente instelling van inbreukprocedures tegen een groot aantal lidstaten heeft de zaak evenwel verder gecompliceerd. Thans worden niettemin serieuze pogingen gedaan om in deze zaak vooruitgang te boeken teneinde vóór het eind van het jaar overeenstemming te bereiken.
Met het oog op een compromis, licht het voorzitterschap in dit document een aantal punten toe waarover tijdens de voor 23 juli 2002 geplande vergadering van de Groep douane-unie
10863/02
mak/SR/nc DG C II
Conseil UE
1
NL
(gemeenschappelijk douanetarief) van gedachten zal worden gewisseld. Deze nota begint met enkele algemene opmerkingen, gevolgd door specifieke opmerkingen over kernpunten van het verordeningsvoorstel. Uit deze specifieke opmerkingen heeft het voorzitterschap drie richtsnoeren gedistilleerd. Overeenstemming over deze richtsnoeren is een eerste stap in de richting van een compromistekst. Naast de voorgestelde richtsnoeren komen meer specifieke kwesties aan bod die nog nadere bestudering behoeven, en de delegaties wordt verzocht om reacties. De inbreng van de delegaties is namelijk van cruciaal belang om in dit dossier vooruitgang te kunnen boeken.
2.
Algemene opmerkingen
De bouwstenen van het voorstel voor een schorsing kunnen worden aangemerkt als omschrijvingen van het toepassingsgebied (productbereik, militair gebruik en militaire gebruikers), de administratieve procedure (certificering) en de voorwaarden voor controle ex-post.
Uit de informele besprekingen zijn uiteenlopende opvattingen en een scala van oplossingen voor elke bouwsteen naar voren gekomen. Enkele verbanden daartussen kunnen in grote lijnen als volgt worden beschreven.
Wat het toepassingsgebied van de schorsing betreft, zouden de onder de schorsing vallende producten kunnen worden vastgesteld op basis van - ruwweg geschetst - een gedetailleerde lijst, een algemenere lijst of helemaal geen lijst. Helemaal geen lijst - dit wil zeggen gewoon een definitie van militaire goederen voor militair gebruik - zou erop neerkomen dat men meer zou moeten terugvallen op de procedure en de controle ex-post. Met een gedetailleerde lijst zouden de voorschriften wellicht relatief eenvoudiger kunnen zijn. Kortom, naarmate de omschrijving van het toepassingsgebied minder gedetailleerd is, wordt de certificering belangrijker en moeten er strengere controlemaatregelen komen om van de financiële en interne-marktbelangen van de Gemeenschap in aanmerking te nemen en om te zorgen voor eenvormige toepassing in de verschillende lidstaten. Hetzelfde geldt voor het certificaat zelf: hoe minder gedetailleerd de informatie die wordt uitgewisseld, hoe groter de potentiële behoefte aan controle. Hoe dan ook lijkt een certificeringsregeling onvermijdelijk, ongeacht of het toepassingsgebied bepaald wordt door een algemene, dan wel een gedetailleerde lijst.
10863/02
mak/SR/nc DG C II
2
NL
Tijdens de besprekingen in het verleden is gebleken dat een zeer gedetailleerde lijst van producten niet haalbaar is. Maar tezelfdertijd hebben diverse lidstaten op grond van vertrouwelijkheidsoverwegingen bezwaren geformuleerd omtrent bepaalde aspecten van de controle en de gegevensuitwisseling.
Derhalve moet bij het zoeken naar een oplossing met verschillende aspecten rekening worden gehouden. De verordening moet leiden tot eenvormige toepassing van de schorsing van het douanetarief teneinde de financiële en interne-marktbelangen van de Gemeenschap te beschermen. Tezelfdertijd moet rekening worden gehouden met de bezwaren van de lidstaten wat betreft de vertrouwelijkheid. Tot slot moeten de praktische en administratieve overwegingen van de betrokken partijen zorgvuldig worden bekeken.
In een geest van compromis zoekt het voorzitterschap naar een oplossing waarin de douanerechten worden geschorst voor militaire goederen die door strijdkrachten voor militaire doeleinden worden gebruikt, en waarin rekening wordt gehouden met de financiële en interne-marktbelangen van de Gemeenschap en de wensen van de lidstaten.
3.
Specifieke opmerkingen bij de bouwstenen van het voorstel
3.1. Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van de schorsing hangt af van de definitie van a) producten, b) gebruik en c) gebruikers. Wanneer we rekening houden met het tijdsperspectief maakt ook de duur van de schorsing deel uit van het toepassingsgebied.
3.1.1. Productbereik
Het voorstel van 1988 bevatte een zeer gedetailleerde lijst die een veeleer beperkt scala van producten bestrijkt. Sedert 1988 zijn bij diverse gelegenheden verschillende lijsten besproken. De
10863/02
mak/SR/nc DG C II
3
NL
onlangs gehouden informele besprekingen geven een voorkeur van de lidstaten voor algemenere lijsten te zien, waarbij sommige lidstaten de voorkeur geven aan een lijst van GN-hoofdstukken met een tweecijfercode en andere lidstaten een lijst op basis van een viercijfercode meer geschikt vinden.
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de informele antwoorden van de lidstaten op het niveau van de tweecijfercode.
GN-hoofdstuk Aantal lidstaten (van de 5 die de vraag hebben beantwoord)
36 5
37 2
39 1
65 1
84 5
85 5
87 4
88 5
89 4
90 5
93 5
In 1999 heeft de Commissie om de stand van de besprekingen weer te geven - ook al hadden deze geen resultaat opgeleverd - een lijst gepresenteerd op het niveau van vier en zes cijfers (TAXUD/2177/99, bijlage 1) en deze lijst vervolgens bijgewerkt. Benevens de producten van de hoofdstukken van bovenstaande tabel bevat de lijst van 1999 een aantal productcategorieën van de hoofdstukken 56, 62, 73, 76 en 94. Er zij evenwel opgemerkt dat deze lijst geen wijziging van het Commissievoorstel van 1988 inhoudt.
Zoals in artikel 2 van het voorstel van 1988 is aangegeven en tijdens de daaropvolgende besprekingen is herhaald, moet de verordening ook slaan op:
"... a)
delen, componenten of subassemblages ingevoerd om te worden verwerkt in of aangebracht op goederen die in de lijst in bijlage I zijn opgenomen of dienen voor het herstellen, het weer in goede staat brengen of het onderhoud van dergelijke goederen;
b)
goederen ingevoerd voor gebruik bij de fabricage en het testen van goederen die in de lijst in bijlage I zijn opgenomen.".
10863/02
mak/SR/nc DG C II
4
NL
3.1.2. Militair gebruik
Volgens het voorstel van 1988 worden de douanerechten geschorst bij de invoer van "wapens en militaire uitrusting" bestemd voor "de strijdkrachten", en moet elke verlegging van het gebruik van goederen voor militaire doeleinden naar gebruik voor burgerlijke doeleinden aan de douaneautoriteiten worden gemeld voor inklaring.
Na besprekingen in een ad hoc-Raadsgroep ("douaneattachés") over militaire uitrusting, heeft de Commissie zich in een technische nota (doc. XXI/1781/90) gebogen over de definitie van "militair gebruik". Dat document bevat een definitie, voorzien van een toelichtende nota. Deze definitie luidt als volgt:
"Voor de toepassing van de bijgevoegde lijsten worden goederen voor tweeërlei gebruik beschouwd als goederen voor militair gebruik wanneer zij worden ingevoerd om uitsluitend door de strijdkrachten van een lidstaat te worden gebruikt tijdens militaire operaties.".
Zoals in de technische nota wordt opgemerkt, verschaft deze formulering geen duidelijkheid omtrent de betekenis van "militair" en waarborgt zij op zichzelf dus geen eenvormige toepassing. In de begeleidende toelichtende nota wordt dat begrip aan de hand van praktische voorbeelden verduidelijkt.
De term "voor militair gebruik" verdient evenwel enige extra aandacht. De schorsingsverordening zou het occasionele gebruik, door de strijdkrachten van de lidstaten, van vrijgestelde producten voor andere doeleinden, bijvoorbeeld in situaties van overmacht zoals reddingsoperaties of extreme weersomstandigheden, namelijk uitsluiten.
Een ander nog niet opgelost probleem zijn de gevallen van "militair gebruik" van onder de lijst vallende militaire uitrusting door personen die niet rechtstreeks deel uitmaken van de "strijdkrachten". Er moet nog worden bepaald of een op de lijst voorkomend product voor de
10863/02
mak/SR/nc DG C II
5
NL
schorsing in aanmerking moet komen wanneer het wordt gebruikt voor een doel dat tot de kernactiviteiten van de strijdkrachten behoort. Bijgevolg wordt deze situatie bepaald door de definitie van zowel "militair gebruik" als "militaire gebruikers". Hieronder volgt enige toelichting daarbij.
3.1.3. Militaire gebruikers
Tijdens informele besprekingen werd de lidstaten verzocht om op basis van nationale omstandigheden definities van "strijdkrachten" of "krijgsmacht" voor te stellen. Maar tot dusver heeft geen enkele delegatie op dat verzoek gereageerd.
3.1.4. Duur
In het voorstel van 1988 werd voor de schorsing een geldigheidsduur van drie jaar voorgesteld. Dit is onaanvaardbaar voor diverse lidstaten, die zich tijdens de informele besprekingen voorstander hebben getoond van een schorsing van onbepaalde duur. Het is evenwel wenselijk na te gaan of de lidstaten wijzigingen nodig achten. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn dat de schorsing wordt toegestaan voor een periode van vijf jaar, die automatisch wordt verlengd tenzij de Raad (met gekwalificeerde meerderheid van stemmen) een andersluidend besluit neemt (wat neerkomt op een regeling die analoog is aan de bestaande schorsingsregelingen).
3.1.5. Bedenkingen van het voorzitterschap omtrent het toepassingsgebied van de verordening
Met het oog op de werkzaamheden in de nabije toekomst, namelijk het opstellen van een compromistekst van het voorzitterschap, verzoekt het voorzitterschap de delegaties hun goedkeuring te hechten aan de volgende richtsnoeren voor het bepalen van het toepassingsgebied (productbereik, militair gebruik, militaire gebruikers, duur) van de verordening.
10863/02
mak/SR/nc DG C II
6
NL
Richtsnoer I Wat het productbereik betreft, zou een lijst van GN-posten op het niveau van vier cijfers moeten worden opgesteld. Delen, componenten of subassemblages moeten onder de schorsing vallen. Met betrekking tot Richtsnoer I voorgenomen stappen Het uitgangspunt zal de lijst in bijlage 1 zijn. Wijzigingen in deze lijst zullen worden besproken door de lidstaten, die hun voorstellen vóór 6 september 2002 schriftelijk moeten indienen bij het secretariaat-generaal van de Raad en bij de Commissie. Een geconsolideerde tekst op basis van de ingediende voorstellen zal tijdens de volgende vergadering van de Groep worden besproken. Inspiratie voor de eigenlijke formulering van het toepassingsgebied kan worden gevonden in de onlangs aangenomen verordening betreffende de schorsing van de rechten voor met een luchtwaardigheidscertificaat ingevoerde goederen. Zelfs als overeenstemming is bereikt over een lijst, blijft het probleem van het productbereik nog ten dele onopgelost. De technologie staat niet stil, en bijgevolg is er behoefte aan soepelheid in de definitie van het toepassingsgebied. Er zal behoefte zijn aan een bijwerkingsmechanisme. Zo'n mechanisme zou gebaseerd kunnen zijn op de bestaande procedure voor het toekennen van schorsingen en het verrichten van aanpassingen naar gelang van de politieke gevoeligheid van de kwestie. Uitbreiding van het toepassingsgebied van de schorsing in het licht van technologische ontwikkelingen zou kunnen worden overgelaten aan deskundigen, hetgeen dan zou resulteren in een voorstel van de Commissie conform de betrokken comitéprocedures. Het is evenwel mogelijk dat om het toepassingsgebied van de schorsing te beperken een voorstel van de Commissie tot wijziging van de verordening nodig is - dat dan door de Raad moet worden aangenomen. Richtsnoer II De schorsing zal (de facto) van onbepaalde duur zijn, maar wel kunnen worden aangepast aan de technologische ontwikkelingen. Bijgevolg zal voor wijzigingen in het productbereik een procedure moeten worden gevolgd die garandeert dat geen producten van de lijst kunnen worden verwijderd zonder instemming van de Raad, terwijl wel producten kunnen worden toegevoegd via de vaste comitéprocedures. Met betrekking tot Richtsnoer II voorgenomen stappen De procedure voor wijzigingen in het productbereik zou in detail moeten worden omschreven.
10863/02
mak/SR/ld DG C II
7
NL
Verscheidene delegaties pleitten er krachtig voor om goederen die sinds 1 januari 2002 zijn ingevoerd, van douanerechten vrij te kunnen stellen. Enkele delegaties inspireerden zich op artikel 508 van Verordening (EG) nr. 993/2001 van de Commissie van 4 mei 2001 (PB L 141 van 28 mei 2001).
Vraag aan de delegaties ●
Wensen de delegaties nader te bestuderen of er vergunningen met terugwerkende kracht kunnen worden verleend? Zo ja, hebben de delegaties suggesties voor een correcte procedure voor het afgeven en toepassen van die vergunningen?
De verdere uitwerking van de definitie van "militair gebruik" en "militaire gebruikers" hangt gedeeltelijk van de inbreng van de delegaties af. Het voorzitterschap stelt daarvoor het volgende richtsnoer voor:
Richtsnoer III De schorsing geldt voor de producten op de lijst voor militair gebruik die door de strijdkrachten worden gebruikt. Dat sluit echter niet de mogelijkheid uit om de producten in geval van "overmacht" te gebruiken. Stappen in verband met Richtsnoer III Daartoe moet de term "militair gebruik" verduidelijkt worden door middel van een definitie en een toelichting. Om een uniforme toepassing te garanderen zal de Groep een lijst van de strijdkrachten van de lidstaten bespreken. Met betrekking tot de definitie van "militair gebruik" en "militaire gebruikers" wees één delegatie, gesteund door andere delegaties, op het verband met de hedendaagse aanbestedingsmethoden. Innovatieve publiek-private regelingen voor de financiering van defensievermogens hebben soms tot gevolg dat de "strijdkrachten" van de lidstaten in feite niet de eigenaar of beheerder zijn van de goederen die vallen onder de definitie van "militaire uitrusting" van de lijst met producten. Evenzo is het mogelijk dat de "strijdkrachten" niet de enige gebruiker van die goederen zijn.
10863/02
mak/SR/ld DG C II
8
NL
Voorbeeld: een particulier bedrijf wordt gecontracteerd om leden van de strijdkrachten van een lidstaat een vliegopleiding voor helikopters te geven. Het bedrijf kan een simulator importeren en in bezit hebben die hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de opleiding van militairen. Om economische redenen kan het bedrijf de tijd die niet gebruikt wordt om de militairen op te leiden, aan de opleiding van burgers besteden.
Dat is een tamelijk uitzonderlijke situatie, omdat er onlangs een vrijstelling van invoerrechten is ingevoerd voor apparatuur voor vliegopleidingen voor burgers. Door deze vrijstelling uit te breiden tot vliegopleidingsinstrumenten die ook voor militaire doeleinden worden gebruikt, kan dat uitzonderlijke geval hoogstwaarschijnlijk worden geregeld.
Maar dergelijke gevallen kunnen zich ook voordoen wanneer goederen die voor militaire en voor burgerdoeleinden worden gebruikt, niet vrijgesteld zijn van invoerrechten, bijv. particuliere bedrijven die militairen een reparatiecursus geven.
Vraag aan de delegaties ●
Kennen de delegaties specifieke situaties waarin problemen rijzen ten gevolge van publiekprivate regelingen?
●
Moet de verordening gewijzigd worden om met zulke situaties rekening te houden? Zo ja, hoe?
3.2. Administratieve procedure Het voorstel van 1988 bevat een modelcertificaat dat gevoegd moet worden bij de goederen die bestemd zijn om door de strijdkrachten van een lidstaat gebruikt te worden, wanneer die in het vrije verkeer worden gebracht. Het certificaat wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van de importerende lidstaat. De procedure wordt in de artikelen 3 en 4 omschreven.
10863/02
mak/SR/ld DG C II
9
NL
Met het oog op een uniforme toepassing zou de procedure in de verordening nader beschreven kunnen worden. Die beschrijving zou gebaseerd kunnen worden op de volgende sleutelelementen:
●
De centrale organisatie-eenheid van het ministerie van Defensie die verantwoordelijk is voor de nationale aanbestedingen, wordt "bevoegde autoriteit" genoemd.
●
Voordat de goederen worden ingevoerd, geeft de centrale aanbestedingseenheid een certificaat af met de viercijferige tariefpost en de totale waarde (voor elke tariefpost) van de goederen. (De details van dat certificaat moeten nog worden uitgewerkt).
●
Het certificaat wordt afgegeven aan de organisatie-eenheid van het "krijgsmachtonderdeel" dat de goederen na de invoer zal beheren.
●
Het krijgsmachtonderdeel vult op het certificaat de datum van invoer in en voegt een verklaring toe waarin de specificaties die door de centrale aanbestedingseenheid zijn gegeven, bevestigd worden. Het ingevulde certificaat wordt voorgelegd aan een centrale eenheid van de douane of van het ministerie van Financiën.
Bij de verdere uitwerking van de procedure moet ook het geval aan bod komen waarin het gebruik van goederen voor militaire doeleinden verlegd wordt naar gebruik voor burgerlijke doeleinden. Het voorzitterschap stelt een termijn van vijf jaar voor: er moeten invoerrechten geheven worden op goederen waarvan het gebruik binnen die termijn naar burgerlijke doeleinden wordt verlegd.
Een andere kwestie is hoe de invoer via een andere lidstaat behandeld moet worden.
Bovenstaande procedure moet zodanig gewijzigd worden dat de lidstaten voldoende mogelijkheden hebben het vertrouwelijk karakter van het cijfermateriaal en de omschrijving van de goederen in zulke mate in acht te nemen als voor de bescherming van de nationale veiligheid nodig is.
Tijdens de informele besprekingen is het thema "vertrouwelijkheid" vooral in verband met het meedelen van informatie aan de Commissie voor de controle achteraf en niet zozeer met de administratieve procedure.
10863/02
mak/SR/ld DG C II
10
NL
3.3. Controle achteraf
Het voorstel van 1988 bepaalt dat alle relevante informatie aan de Commissie meegedeeld moet worden, met name het totale bedrag aan gederfde invoerrechten - "in zodanige vorm (…) als nodig mocht zijn om de onthulling van militaire geheimen te voorkomen."
Tijdens de informele besprekingen hebben verscheidene delegaties hun bezorgdheid geuit over de nationale veiligheidsbelangen in deze context. Bij het opstellen van de procedures voor de controle achteraf en de audit, moet daarmee rekening gehouden worden.
Een oplossing zou zijn de audit door een Europese instelling te combineren met nationale audits. Bijv. wanneer de nationale Rekenkamer de begrotingsuitgaven voor de nationale defensie controleert, zouden de auditoren van de Europese instellingen daaraan kunnen deelnemen en nagaan of de schorsing op correcte wijze is toegepast. Alleen als er fouten worden geconstateerd (bijv. in geval van schorsing voor goederen die niet onder de verordening vallen) moet er een gedetailleerder verslag worden gemaakt.
Om ervoor te zorgen dat de nationale veiligheidsbelangen tijdens de controle achteraf naar behoren worden gerespecteerd, zou in de verordening de bepaling kunnen worden opgenomen dat audits door Europese instellingen aan een reeks richtlijnen moeten voldoen.
In verband met de administratieve procedure en de regelingen voor controle achteraf wordt de delegaties verzocht op de volgende vragen te antwoorden.
Vragen aan de delegaties ●
Wat is volgens de delegaties de beste uniforme administratieve procedure waarin zowel rekening gehouden wordt met de vertrouwelijkheidseisen als met de financiële belangen van de Gemeenschap?
10863/02
mak/SR/ld DG C II
11
NL
●
Hebben de delegaties suggesties voor de concrete inhoud van het certificaat, d.w.z. de vereiste gegevens en totaalbedragen? Kunnen de bestaande certificaten en procedures in dit verband gebruikt worden?
●
Zijn de delegaties voorstander van richtlijnen voor de audits? Zo ja, welke aspecten moeten daarin aan bod komen, en hoe moeten ze opgesteld en aangenomen worden?
4.
De weg voorwaarts
Het voorzitterschap hoopt dat er in de vergadering van 23 juli 2002 een constructief debat gevoerd zal worden over de onderwerpen die in deze nota aan bod komen.
In het bijzonder hoopt het voorzitterschap dat de delegaties het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie vóór 6 september 2002 schriftelijke reacties zullen toezenden over de in de tekst aangestipte thema's, zoals de lijst met producten, de definitie van "strijdkrachten", het voorstel om het mechanisme te actualiseren, de impact van publiek-private regelingen, de administratieve procedure en het idee van richtlijnen voor audits. Op grond van die reacties zal het voorzitterschap een compromisvoorstel optellen. Dat voorstel zal in een komende vergadering van de Groep douaneunie (gemeenschappelijk douanetarief) voorgelegd en besproken worden.
10863/02
mak/SR/ld DG C II
12
NL
Bijlage 1 Lijst van producten die onder de schorsing vallen (de voorgestelde aanvullingen ten opzichte van de bijgewerkte lijst van 1999 staan schuingedrukt) Omschrijving Buskruit, bereide springstoffen, ontstekingsmechanismen Slagkoorden Lichtkogels en vuurpijlen Producten voor fotografie Camouflagenetten Beschermende kleding Verplaatsbaar of drijvend brugslagmateriaal van ijzer of staal Wegennetten en -platen van ijzer of staal Verplaatsbaar of drijvend brugslagmateriaal van aluminium Uitrusting die ontworpen of aangepast is om in een militair voertuig geïnstalleerd te worden en die de temperatuur op minder dan -170°C (103 K) kan houden Waterzuiveringsapparatuur Crypto-apparatuur Elektrische roterende omvormers die ontworpen of aangepast zijn om in een militair voertuig geïnstalleerd te worden en die kunnen werken bij temperaturen van minder dan -170°C (103 K) Elektrische transformatoren die ontworpen of aangepast zijn om in een militair voertuig geïnstalleerd te worden en die kunnen werken bij temperaturen van minder dan -170°C (103 K) Ontvangst- en zendtoestellen, storings- en antistoringsuitrusting (met inbegrip van elektronische tegenmaatregelen en elektronische tegen-tegenmaatregelen) Radartoestellen Toestellen voor radio-navigatie Radio apparatuur voor het ontsteken van mijnen of voor het op afstand bedienen van raketten Gasdetectie apparatuur Elektrische apparatuur voor het bedienen van zoeklichten Elektrische ontstekers voor mijnen; mijndetectoren; apparatuur waarmee door middel van deeltjesbundels en microgolven doelen vernietigd of lanceringen afgebroken kunnen worden Trekkers voor militair gebruik Voor militair gebruik ontworpen automobielen voor personenvervoer Voor militair gebruik ontworpen automobielen voor goederenvervoer
10863/02
GN-code 3601 3602 3606
Invoerrecht 5,7% 6,5% 6,5%
3603 3604 3701, 3702, 3703, 3707 5608 6210 7308
6% 6,5% 5 – 6,5% 9,2% 12,8% 1,6%
7326 7610
1,7% 7%
8418
2,2%
8421 8472 8502
1,7% 2,2% 2,7%
8504
3,7%
8525
3,6%
8526
3,7%
8531 8537
2,2% 2,1%
8543
3,7%
8701 8702, 8703
16% 10%/16%
8704
22%
yen/SR/gb DG C II
13
NL
Omschrijving Voor militair gebruik ontworpen automobielen voor bijzondere doeleinden Gevechtswagens en pantserauto's Voor militair gebruik ontworpen aanhangwagens en opleggers Luchtballons en luchtschepen Hefschroefvliegtuigen Vliegtuigen en andere luchtvaartuigen Ruimtevaartuigen (satellieten daaronder begrepen) en draagraketten voor ruimtevaartuigen Valschermen Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen, deklandingstoestellen e.d. Toestellen voor vliegoefeningen op de grond Luchtkussenvaartuig Opblaasbare boten Drijvend materieel voor militair gebruik Binocles, verrekijkers en andere telescopen Fototoestellen speciaal ontworpen voor onderwaterfotografie of luchtfotografie Laserinstrumenten die ontworpen zijn om een doel te vernietigen of een lancering af te breken Instrumenten, apparaten en toestellen voor de lucht- of ruimtevaart (andere dan kompassen) Afstandmeters Beschermende kleding met ademhalingsapparatuur, gasmasker, onafhankelijke ademhalingsapparatuur van het soort dat door duikers gebruikt wordt Röntgentoestellen en toestellen waarbij gebruik wordt gemaakt van alfa-, beta- of gammastralen Instrumenten, apparaten, toestellen en modellen, bestemd voor het geven van demonstraties (tanksimulatoren, enz.) Analysetoestellen voor gassen of rook Meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor straling Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 90; profielprojectietoestellen Automatische regelaars Revolvers en pistolen Lichtkogelpistolen Geluidsdempers voor wapens Patronen (met uitzondering van hagel) Bommen, granaten, torpedo's, mijnen, raketten en andere munitie en projectielen Beschuttingen voor mobiele installaties met bescherming tegen elektromagnetische pulsen
GN-code 8705
Invoerrecht 3,7%
8710 8716
1,7% 2,7%
8801 8802 8802 8802
3,7% 7,5%/2,7% 7,7%/2,7% 4,2%
8804 8805
2,7% 2,7%
8805 8901 8903
1,7% 1,7% 1,7%/2,7% 2,7%
8907 9005 9006
4,2% 4,2%
9013
4,7%
9014
3,7%
9015 9020
2,7% 1,7%
9022
2,1%
9023
1,4%
9027 9030 9031
2,5% 4,2% 2,8%/4%
9032 9302 9303 9305 9306 9306
2,1%/2,8% 2,7% 3,2% 3,2% 1,7% 1,7%
9406
2,7%
N.B.: de omschrijving van de producten en de invoerrechten worden enkel ter informatie gegeven. _______________
10863/02
yen/SR/gb DG C II
14
NL