G-06 G-07 G-08 G-09 G-10 G-11 G-12 G-13 G-14
G-15 G-16 G-20 G-21 G-22 G-23 G-24 G-25 G-27 G-28 G-29 G-31 G-35 G-36 G-37 G-41 G-42 G-43 G-45 G-46 G-47 G-50 G-51 G-52 G-54 Noot 1: Noot 2:
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x
x
x x x x
x x x x x x x
x x x x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x
x x x x x
Aanvullende kleding voor laswerkzaamheden aan stalen leidingen: lasoverall, lasbril, lashelm/laskap en lashandschoenen Aanvullende kleding voor werken met aardgascondensaat: veiligheidslaarzen, brandvertragende wegwerpoverall, polyvinylalcohal (PVA) of neopreen (wegwerp)handschoenen en halfgelaatmasker met een filtrerend gelaatstuk A2. Bij kans op verneveling of spatten een volgelaatmasker in plaats van een halfgelaatmasker
x x x x x x x x
x x x
x
x
x x
x x x
x x x x x
x x x x x
x x
x x x
x x x
x
x
x x x
x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x
x x
x
Elektrisch geleidende overbruggingskabel
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg
x x
x
x x x x x x x x x x x x x
Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg
Zuurstofmeter
Gasdetectieapparatuur
Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal x x x x x x x
x x
Veiligheidsmiddelen Aanvullende kleding voor werken met aardgascondensaat: zie noot 2
x
Aanvullende kleding voor laswerkzaamheden op staal: zie noot 1
x x
Brandvertragende hoofdbescherming
Gehoorbescherming
Handschoenen
x
x x x
Sotbril
Veiligheidsbril
Veiligheidshelm
Isolerend veiligheidschoeisel
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Veiligheidkleding voor werkzaamheden langs de weg
x x
Veiligheidschoeisel of -laarzen
Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding
Antistatische en vlamvertragende werkkleding
Activiteit Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen Het graven en dichten van sleuven en werkputten (handmatig) Het graven en dichten van sleuven en werkputten (machinaal) Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25 Het ontluchten van binneninstallaties ! G25 Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD of > G25 Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25 Idem bij verwisselen hoofdkranen onder druk Het aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen Het ontluchten van LD-aansluitleidingen Het uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen Idem bij werkzaamheden in besloten ruimten Idem bij werkzaamheden met vrije gasuitstroming Het aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen Het werken aan gaszadels en aftakkingen onder druk in LD-netten (met gasuitstroming) Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen Het plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen Het stoppelen van HD-leidingen Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen Het bovengronds gaslekzoeken Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen Idem bij werkzaamheden onder druk Het nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten Het bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten Het uitvoeren van KB-metingen Het aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen Het werken met aardgascondensaat Het betreden en het uitvoeren van niet-gastechnische werkzaamheden rond gastechnische bedrijfsruimten Idem bij niet gastechnische werkzaamheden in de gastechnische bedrijfsruimten Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25 Het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten Het in en uit bedijf nemen van gasdrukregel- en meetstations
Werkkleiding
VWI G-01 G-02
"#$%&'()*)+,()-./(01)2.30453)(!%&66 78&8&9677
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Gasconcentratiemeter, 100% aardgas
!!!
x x x x x x x
!!!
"#$%&'()*)+,()-./(01)2.30453)(!%&66 78&8&9677
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen
1.
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 6
Doel. Het veilig werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. !
!
! !
!
5.
De aanwijzing is afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht is afhankelijk van het soort werk en staat in de geldende veiligheidwerkinstructies vermeld.
Deze werkinstructie beschrijft de algemene voorwaarden voor het veilig uitvoeren van werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen. Deze voorwaarden worden verondersteld bekend te zijn en worden daarom niet meer vermeld in andere werkinstructies. Werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen dienen altijd te worden uitgevoerd volgens de VIAG met de daaraan verbonden geldende veiligheids werkinstructies. Tijdens uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij ongecontroleerde uitstroming van gas kan plaatsvinden, moet men buiten de gevarenzone blijven. Alle werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen vallen onder de bepalingen conform het besluit “Veilig werken met asbestcementleidingen” voor ondergrondse leidingen of conform het “Asbestbesluit” voor overige werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen. Meetapparatuur, wat in de gevarenzone gebruikt kan worden, dient te voldoen aan de richtlijnen beschreven in de ATEX-norm en zijn voorzien van het EEx-kenmerk.
Risico’s en maatregelen. Afhankelijk van de werkzaamheden zijn de meest voorkomende risico’s met de daaraan te treffen maatregelen: Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, paraplu, afzettingen volgens “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 6
Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen in of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Schade aan kabels en leidingen. Maatregel: Voor aanvang graafwerkzaamheden KLIC-melding doen (eventueel calamiteitenmelding), werkplek zorgvuldig ontgraven.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! ! ! ! ! !
De vereiste PBM’s, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn: o Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, waarbij voorkomen wordt dat uitstromend gas via openingen (o.a. bij de polsen, enkels en de hals) onder de kleding kan komen en zich daar kan ophopen. o Veiligheidsschoenen en/of veiligheidslaarzen. o Veiligheidshelm. o Veiligheidsbril en/of stofbril. o Gehoorbescherming. o Handschoenen. o Reflecterende kleding voor werken langs de openbare weg. o Brandvertragende hoofdbescherming voor werken, waarbij vrije gasuitstroming plaats vindt, behoudens bij het ontluchten van leidingen. o Aanvullende PBM’s voor gespecialiseerd werk zijn: o Laswerkzaamheden: lasoverall, lasbril, lashelm, laskap, lashandschoenen. o Werkzaamheden met condensaat: polyvinylalcohol of neopreen handschoenen, halfgelaatsmasker met filterend gelaatstuk A1 of volgelaatsmasker, veiligheidsbril, brandvertragende wegwerpoverall. o Werkzaamheden aan asbestcementleidingen: neopreen handschoenen, mondkap met P3-filter, brandvertragende wegwerpoverall. Onder werkkleding wordt verstaan de door het bedrijf verstrekte kleding, wat geschikt is voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden. Onderscheid kan worden gemaakt in: o Werkkleding (niet brandvertragende uitvoering) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geen kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. o Werkkleding (antistatisch en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geringe kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. o Werkkleding (antistatisch, glad, afsluitend en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectiemeter. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Zuurstofmeter. Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 2 kg voor binnenshuis. Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 6 kg voor werkzaamheden buiten. Branddeken (blusdeken). Verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 6
6.1
Definities. Gassignaleringsmeter: ! Te gebruiken als persoonlijke alarmering t.b.v. werkzaamheden in opdracht van de netbeheerder. ! De gassignaleringsmeter meet de aanwezigheid van gas. ! De gassignaleringsmeter geeft een akoestisch en optisch signaal, wanneer een waarde van 10% LEL of hoger wordt bereikt (0,5 vol.% of 5000 ppm). Gasdetectiemeter: ! Te gebruiken om een gaslekkage op te sporen. ! Een gasdetectiemeter dient zelfaanzuigend te zijn. ! Met een gasdetectiemeter wordt binnen het meetbereik van het meetinstrument de hoeveelheid gas in het gasluchtmengsel gemeten. ! De gasdetectiemeter geeft een akoestisch en optisch signaal als er een gasluchtmengsel wordt gedetecteerd. Gasconcentratiemeter: ! Te gebruiken om leidingen te ontluchten. ! Met een gasconcentratiemeter wordt binnen het meetbereik van het meetinstrument de hoeveelheid gas in het gasluchtmengsel gemeten. ! De gasconcentratiemeter dient een meetbereik tot 100% aardgas te hebben. Zuurstofmeter: ! Te gebruiken om zuurstofgehalte in (besloten) ruimten te bepalen. ! De zuurstofmeter geeft een akoestisch en optisch signaal als het zuurstofgehalte < 19% O2 wordt.
7.
Werkwijze.
7.1
Te gebruiken veiligheidsmiddelen, gereedschap en meetapparatuur. ! De Persoonlijke Bescherming Middelen (PBM’s) dienen conform de diverse veiligheidswerkinstructies te worden gedragen. ! Voor alle uitvoerende werkzaamheden is het dragen van werkkleding en veiligheidsschoeisel verplicht. ! Tijdens werkzaamheden, waarbij het gevaar voor oplopen van oogletsel bestaat, is het dragen van een veiligheidsbril verplicht. ! Gebruik afzetmateriaal volgens de richtlijn “Handboek 96b” van de CROW. ! Het te gebruiken handgereedschap dient in goede staat te verkeren. ! Het elektrische gereedschap en de meetapparatuur dient periodiek gekeurd te zijn, en voorzien zijn van een sticker waarop de eerstvolgende keuringsdatum staat aangegeven. ! Bij werkzaamheden op het terrein van derden kunnen aanvullende maatregelen worden geëist.
7.2
Te nemen veiligheidsmaatregelen: ! Werkzaamheden aan de gasvoorzieningssystemen mogen alleen plaatsvinden zonder vrije gasuitstroom, tenzij anders beschreven in een werkinstructie of montageinstructie. ! Gasuitstroming dient altijd zoveel mogelijk voorkomen te worden. ! Tijdens de uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij mogelijk gas kan uitstromen, moet gassignaleringsapparatuur continu ingeschakeld benedenwinds en binnen handbereik geplaatst worden. ! Gastechnische werkzaamheden, waarbij de kans aanwezig is dat ongecontroleerde gasuitstroom kan plaatsvinden, dienen te allen tijde door tenminste twee personen te worden uitgevoerd. Deze personen dienen zodanig visueel contact met elkaar te houden dat in noodsituaties adequaat kan worden opgetreden.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen !
! !
! !
!
! !
!
! !
! ! ! ! ! ! ! ! !
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 6
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden op de aanwezigheid van ontstekingsbronnen en schakel deze uit of pas de werkzaamheden hierop aan. Denk hierbij ook aan mobiele telefoons, PDA’s e.d. en verder weggelegen ontstekingsbronnen zoals gevelkachels, elektrische schakelkasten, hoogspanningslijnen en bovenleidingen van tram en metro. Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient nu gewerkt te worden conform VWI G-47 “Het werken met aardgascondensaat”. Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden. Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld te worden: o Ga in HD-leidingen als volgt te werk: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat. o Ga in LD-leidingen als volgt te werk: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat, tenzij duidelijk is dan het gaat om inwaterende lekkage. Plaats de eventueel toe te passen verlichting buiten de gevarenzone. Zet de werkplek zodanig en voldoende ruim af, zodat omstanders gewaarschuwd worden en buiten de werkplek blijven. Plaats, zo nodig, de borden “Open vuur verboden” en “Werk in uitvoering”. Bij alle delen van een gasvoorzieningsysteem waaraan, waarmee of in de nabijheid waarvan werkzaamheden worden uitgevoerd, moet voldoende ruimte zijn om veilig te kunnen werken. De werkplek moet goed toegankelijk zijn, voldoende zijn verlicht en adequaat zijn afgeschermd. De ondergrond moet voldoende stabiel en vlak zijn om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. Neem de benodigde verkeersmaatregelen volgens “Handboek 96b” van de CROW. Zet voorafgaande aan de werkzaamheden één (of meerdere ) brandblusser(s) (klasse A/B/C), bovenwinds geplaatst en binnen handbereik van de assisterende medewerker, gereed. Er dienen tijdelijke afsluitmiddelen aanwezig te zijn om, indien nodig, het ongecontroleerd uitstromen van gas te stoppen. Het plaatsen van tijdelijke afsluitmiddelen mag alleen plaats vinden buiten de gevarenzone, dus ! 10% LEL. Een goed begaanbare vluchtweg moet bekend en aanwezig zijn en worden vrijgehouden van obstakels; De voor de werkzaamheden relevante (veiligheids)werkinstructies of werkplannen en/of bedieningsplannen moeten bij de uitvoerenden bekend te zijn en op de werkplek beschikbaar zijn. Voer een LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) uit. Afval dient op de juiste wijze opslagen en afgevoerd te worden. Voor het (tijdelijk) verlaten van de werkplek moet deze veilig voor de omgeving worden achtergelaten. Gebruik de arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze. De op de arbeidsmiddelen of anderszins aangebrachte beveiligingen worden op de juiste wijze gebruikt. Draag de voorgeschreven PBM’s volgens instructie en op plekken die daarvoor op bijvoorbeeld gebodsborden aangegeven staan. Til niet te zwaar en op de juiste manier. Wanneer een gasdistributiestation verlaten wordt, moet de deur(en) van het station goed afgesloten zijn (controleren). Op elke werkplek moet: o Alarm nr. in geval van een calamiteit bekend zijn. o EHBO doos moet op de werkplek beschikbaar zijn. o Inhoud EHBO doos moet van de juiste houdbaarheidsdatum zijn voorzien.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen 7.3
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 5 van 6
Opstellen werkplan en bedieningsplan. Alle werkzaamheden in het gasvoorzieningsysteem worden volgens een werkplan of raamopdracht uitgevoerd. ! Alle bedieningshandelingen in het gasvoorzieningsysteem worden volgens een bedieningsplan of raamopdracht uitgevoerd. ! In een werkplan worden de uit te voeren werkzaamheden en, om de geïnventariseerde risico’s te beheersen, de te nemen veiligheidsmaatregelen vastgelegd. Daarbij moet in het werkplan worden verwezen naar relevante veiligheidswerkinstructies, montage-instructies en/of veiligheidsvoorschriften. ! In een bedieningsplan worden de uit te voeren bedieningshandelingen vastgelegd. ! Beide plannen worden geautoriseerd door de WV, in bepaalde gevallen ook door de OIV. ! Voor alle bedieningshandelingen, behalve de beperkte bedieningshandelingen, is toestemming van BD/meldpunt nodig. ! De inhoud van de plannen dient voor aanvang van de werkzaamheden en/of bedieningshandelingen door de WV, of de PL in opdracht van de WV, aan alle uitvoerenden bekend te zijn gemaakt via een zogenaamde startwerkbespreking. ! Na afloop van alle activiteiten dienen de plannen gereed te worden gemeld. ! Bij onraad, onduidelijkheden en/of afwijkende situaties (bijv. beschadigingen) dient de WV te worden ingelicht. Deze beslist over de te nemen actie en informeert, indien noodzakelijk, BD/meldpunt en/of OIV. Opmerking: Conform de wettelijke regels dient een werkplan tot vijf jaar na uitvoering te worden bewaard. !
7.4
Beëindiging. ! !
!
8
Lever de benodigde gegevens volledig op met de gewenste kwaliteit van de netbeheerder. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
! !
! !
Om fouten bij de mondelinge overbrenging van informatie te voorkomen, moet de ontvanger de informatie naar de verzender herhalen. De verzender moet bevestigen dat de informatie juist is ontvangen en begrepen. Een gasluchtmengsel is explosief binnen de grenzen van 5% en 15% gas. Wanneer de gasconcentratie groter is dan 10% LEL (dit komt overeen met 0,5 vol% gas of 5000ppm) spreekt men van de gevarenzone. Ten gevolge van deze gasconcentratie kan er gevaar aanwezig zijn voor brand, explosie of verstikking. Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan. Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande richtlijnen: o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen. o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de bodem van de werkput hoger is. o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig zijn uitgevoerd. o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen
Documentnr. : G-01 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 6 van 6
o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte beneden de 10% LEL. o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.
9
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
10
VIAG. VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat. VCA. Arbeidsomstandighedenwet. NEN-normen. Asbestbesluit. VWI’s. Bedieningshandleidingen Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
1.
Documentnr. : G-02 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig graven en dichten van sleuven en werkputten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
! !
5.
Aanwijzing is niet van toepassing (leken). Opdrachtverstrekking conform de relevante VWI. Geen toezicht noodzakelijk.
Voor aanvang van graafwerkzaamheden moet er een KLIC melding gedaan zijn. Bij aanvang van de graafwerkzaamheden dienen de KLIC gegevens ter plaatse beschikbaar te zijn. Bij calamiteiten moet een calamiteitenmelding gedaan worden. Denk aan de terugmelding. Bij machinaal graven dient er altijd een tweede man aanwezig te zijn om te kunnen voorgraven conform CROW richtlijn 280 “Zorgvuldig graven”. In de directe omgeving van kabels en leidingen dient er handmatig gegraven te worden. Als bij graafwerkzaamheden voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat dit gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van personen of het milieu moeten de werkzaamheden worden gestaakt en dient contact te worden opgenomen met de verantwoordelijke WV (en eventueel de grondeigenaar). Indien de diepte van de sleuf/werkput meer dan 1 meter bedraagt, moeten aanvullende voorzieningen worden getroffen tegen het inkalven van de taluds. Houdt rekening met de bewegingsvrijheid van het met werk belaste personeel.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Schade aan kabels en leidingen. Maatregel: Werkplek ruim en zorgvuldig ontgraven. Risico: Vervuilde grond. Maatregel: Werk stil leggen, waarschuwen WV en aanvullende maatregelen treffen, zonodig ook de grondeigenaar hierin betrekken.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
Documentnr. : G-02 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico: Inkalven van taluds. Maatregel: Juiste talud toepassen, aanvullende maatregelen treffen, zorgen voor veilige in- en uitgangen uit sleuf of werkput.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidsschoeisel, helm (nabij graafmachine), gehoorbescherming, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Graafgereedschap/Graafmachine.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! !
!
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de opdrachtgever. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.1 Uitvoering (graven). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Sla de vrijkomende materialen zoals klinkers, tegels, keien, grond e.d. op voldoende afstand van de sleuf of werkput op. ! Sla de vrijkomende grond per grondsoort gescheiden op. 7.2.2 Uitvoering (dichten). ! Dicht de sleuf/werkput zodanig dat de verschillende grondsoorten op hun oorspronkelijke plaats terugkomen. ! Pas, indien noodzakelijk, grondverbetering toe. ! Vul de sleuf/werkput aan weerskanten van de leiding gelijkmatig aan. ! Verdicht handmatig bij een afstand van minder dan 0,2 m naast de leiding en minder dan 0,4 m boven de leiding. ! Vul de sleuf of werkput laagsgewijs aan. ! Verdicht de sleuf of werkput machinaal of handmatig in lagen van maximaal 0,3m. ! Werk de aangevulde sleuf of werkput af met de vrijgekomen sleufbedekking. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.2.
Beëindiging. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
8.
Opmerkingen. !
9.
Geen.
Referenties. ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-02 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
NEN 7244-1. Arbo-wetgeving “Handboek 96b” van de CROW. CROW richtlijn 280 Zorgvuldig graven.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-03
Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3 nabij gasvoorzieningsystemen
1.
Doel. Het veilig assisteren bij werkzaamheden aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. !
! !
4.
Voorwaarden. !
! !
! !
5.
De aanwijzing is minimaal VOP, maar is ook afhankelijk van de eisen zoals genoemd in de veiligheidwerkinstructie die betrekking heeft op de uit te voeren activiteit (bij bepaalde werkzaamheden is een hogere aanwijzing vereist). De opdrachtverstrekking voor assistentie wordt gegeven door minimaal een WVnetten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht is afhankelijk van het soort werk en staat in de geldende veiligheidwerkinstructies vermeld.
Werkzaamheden aan of in de nabijheid van gasvoorzieningsystemen dienen altijd te worden uitgevoerd volgens de VIAG met de daaraan verbonden geldende veiligheids werkinstructies. Tijdens uitvoering van gastechnische werkzaamheden, waarbij ongecontroleerde uitstroming van gas kan plaatsvinden, moet men buiten de gevarenzone blijven. Alle werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen vallen onder de bepalingen conform het besluit “Veilig werken met asbestcementleidingen” voor ondergrondse leidingen of conform het “Asbestbesluit” voor overige werkzaamheden aan of met asbesthoudende materialen. De assisterende persoon dient geïnstrueerd te zijn in de werkzaamheden waarbij hij gaat assisteren. De assisterende persoon dient zich strikt te houden aan de VIAG en de aanwijzingen van de PL. Daarbij mag de assisterende persoon zelfstandig geen werkzaamheden uitvoeren die zijn aanwijzing overschrijden.
Risico’s en maatregelen. Afhankelijk van de werkzaamheden zijn de meest voorkomende risico’s met de daarvoor te treffen maatregelen: Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, paraplu, afzettingen volgens “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-03
Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3 nabij gasvoorzieningsystemen
Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen in of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Schade aan kabels en leidingen. Maatregel: Voor aanvang graafwerkzaamheden KLIC-melding doen (eventueel calamiteitenmelding), werkplek zorgvuldig ontgraven.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! ! ! ! ! !
De vereiste PBM’s, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn aangegeven in de betreffende VWI, en kunnen zijn: o Antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, waarbij voorkomen wordt dat uitstromend gas via openingen (o.a. bij de polsen, enkels en de hals) onder de kleding kan komen en zich daar kan ophopen. o Veiligheidsschoenen en/of veiligheidslaarzen. o Veiligheidshelm. o Veiligheidsbril en/of stofbril. o Gehoorbescherming. o Handschoenen. o Reflecterende kleding voor werken langs de openbare weg. o Brandvertragende hoofdbescherming voor werken, waarbij vrije gasuitstroming plaats vindt, behoudens bij het ontluchten van leidingen. o Aanvullende PBM’s voor gespecialiseerd werk zijn: o Laswerkzaamheden: lasoverall, lasbril, lashelm, laskap, lashandschoenen. o Werkzaamheden met condensaat: polyvinylalcohol of neopreen handschoenen, halfgelaatsmasker met filterend gelaatstuk A1 of volgelaatsmasker, veiligheidsbril, brandvertragende wegwerpoverall. o Werkzaamheden aan asbestcementleidingen: neopreen handschoenen, mondkap met P3-filter, brandvertragende wegwerpoverall. Onder werkkleding wordt verstaan de door het bedrijf verstrekte kleding, wat geschikt is voor het uitvoeren van de diverse werkzaamheden. Onderscheid kan worden gemaakt in: o Werkkleding (niet brandvertragende uitvoering) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geen kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. o Werkkleding (antistatisch en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij geringe kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. o Werkkleding (antistatisch, glad, afsluitend en brandvertragend) wat gedragen dient te worden bij het uitvoeren van werkzaamheden, waarbij kans aanwezig is op (on)gecontroleerde gasuitstroming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectiemeter. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Zuurstofmeter. Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 2 kg voor binnenshuis. Brandblusser (klasse A/B/C), minimaal 6 kg voor werkzaamheden buiten. Branddeken (blusdeken). Verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-03
Het assisteren bij werkzaamheden aan of Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3 nabij gasvoorzieningsystemen
7. 7.1.
Werkwijze. Voorbereiding ! ! !
! 7.2.
Uitvoering ! !
7.3.
Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient door de PL contact te worden opgenomen met de WV. Overtuig je ervan dat de PL een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) heeft uitgevoerd.
Volg de aanwijzingen van de PL strikt op. Verricht de werkzaamheden volgens de opdrachten van de PL; dit geldt ook ten aanzien van (delen) van werkzaamheden die op basis van de eigen aanwijzing zelfstandig zouden mogen worden uitgevoerd.
Beëindiging !
Verlaat de werkplek indien de PL dit aangeeft.
8. Opmerkingen. !
Geen.
9. Referenties. ! ! ! !
VIAG. VCA. VWI’s. Montagevoorschriften.
10. Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-06
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3 van gasmeters ! G25
1.
Doel. Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP-meters. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Er dient voor de aanvang van de werkzaamheden visuele controle van de meteropstelling plaats te vinden. Het werken aan een meteropstelling dient drukloos te gebeuren. Voorafgaande aan het verwijderen van de gasmeter dient, indien van toepassing, een elektrisch geleidende overbrugging tot stand worden gebracht. Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie zelf uitgevoerd. Overige werkzaamheden aan gasmeteropstellingen, waaronder werkzaamheden aan drukregelaars en B-kleppen, uitvoeren conform VWI G-10 “Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Aanwezigheid van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, eventueel noodafdichting maken, zo nodig samen met bewoner werkplek verlaten en melden aan WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten. Risico: Vonkvorming door potentiaalverschil. Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Elektrisch geleidende overbruggingskabel. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-06
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3 van gasmeters ! G25
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering.
7.2.1. Plaatsen gasmeter (niet bij nieuwbouw). ! ! !
! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Plaats gasmeter conform montagehandleiding van de fabrikant. Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 “Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A” van toepassing. Controleer dichtheid binneninstallatie conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 “Het ontluchten van binneninstallaties ! G25”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Note: Indien er (nog) geen binneninstallatie aanwezig is en er toch een gasmeter geplaatst moet worden, beproef dan alleen de meteropstelling (afhankelijk van bedrijfsprocedures). De meteropstelling dient dan aan de uitlaatzijde gasdicht te worden afgestopt. In dat geval beperkt de beproeving zich tot het onder gasdruk zetten van de gasmeteropstelling en het vervolgens controleren op dichtheid. 7.2.2. Verwisselen gasmeter. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens. ! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 “Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A”. ! Sluit hoofdkraan en maak de binneninstallatie drukloos. ! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan. ! Verwijder bestaande gasmeter. ! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV waarschuwen. ! Plaats nieuwe gasmeter met nieuwe pakkingen conform montagehandleiding. ! Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 “Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A” van toepassing. Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-06
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3 van gasmeters ! G25 ! ! ! !
Controleer dichtheid binneninstallatie conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 “Het ontluchten van binneninstallaties ! G25”. Controleer de hoofdkraan op dichtheid. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.3. Verwijderen gasmeter. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens. ! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69 “Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A”. ! Sluit hoofdkraan en maak de binneninstallatie drukloos. ! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan. ! Verwijder bestaande gasmeter. ! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden de WV waarschuwen. ! Dop de aansluitleiding af en controleer deze op dichtheid. ! Plaats een afdichting op de aansluiting van de binneninstallatie. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.3.
Beëindiging. ! !
!
8.
Opmerkingen. !
9.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25. VWI G-08 Het ontluchten van binneninstallaties ! G25. VWI G-10 Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkraan. VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A. Montagevoorschriften. Bedieningsvoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25
1.
Documentnr. : G-07 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen en binneninstallatie van de klant ! G25.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP-meters. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd.
Risico’s en maatregelen. Risico: Aanwezigheid van gas. Maatregel: Voldoende ventileren, continu meten, zo nodig hoofdkraan sluiten. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Dichtheidsbeproevingsapparatuur. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! !
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Aansluitkranen zijn geopend en de toestelkranen gesloten. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25
7.2.
Documentnr. : G-07 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Uitvoering.
7.2.1. Beproeven met gas (meetnippel aanwezig). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Sluit meetapparatuur aan. ! Zet hoofdkraan open. ! Wacht tot de B-klep zich opent (indien aanwezig). ! Zet installatie op bedrijfsdruk. ! Sluit hoofdkraan. ! Laat de druk in de binneninstallatie tot 23 mbar teruglopen. ! Start drukmeting, voor beproevingsduur zie tabel 1a. ! Registreer gemeten drukdaling. ! Controleer bij iedere drukdaling separaat de meteropstelling op dichtheid. ! Repareer eventuele lekkages aan de meteropstelling en voer de drukbeproeving opnieuw uit. ! Stel volgens tabel 1a de vervolgactie vast. ! Koppel meetapparatuur los. ! Controleer de meetnippel op dichtheid. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. Tabel 1a: beproeving met gas Meteropstelling
Meettijd
Drukdaling
Constatering
G4; G6
3 minuten
" 3 mbar
G10; G16; G25
10 minuten
> 3 mbar " 3 mbar
Minimaal of geen gaslek Mogelijk gaslek Minimaal of geen gaslek Mogelijk gaslek
> 3 mbar
Te ondernemen acties Zie 7.3.1 Zie 7.3.2 Zie 7.3.1 Zie 7.3.2
7.2.2. Beproeven met lucht (geen meetnippel aanwezig). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Sluit meetapparatuur aan. ! Breng de binneninstallatie op de vereiste druk (30 mbar). ! Laat de druk stabiliseren gedurende dezelfde tijd als de meettijd. ! Start drukmeting, voor beproevingsduur zie tabel 1b. ! Registreer gemeten drukdaling. ! Controleer bij iedere drukdaling separaat de meteropstelling op dichtheid. ! Repareer eventuele lekkages aan de meteropstelling en voer de drukbeproeving opnieuw uit. ! Koppel meetapparatuur los. ! Monteer de gasmeter. ! Controleer de meterkoppelingen op dichtheid. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25
Documentnr. : G-07 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Tabel 1b: beproeving met lucht Meteropstelling
Meettijd
Drukdaling
Constatering
G4; G6
4,5 minuten
" 3 mbar
G10; G16; G25
15 minuten
> 3 mbar " 3 mbar
Minimaal of geen gaslek Mogelijk gaslek Minimaal of geen gaslek Mogelijk gaslek
> 3 mbar 7.3.
Te ondernemen acties Zie 7.3.1 Zie 7.3.2 Zie 7.3.1 Zie 7.3.2
Vervolgacties.
7.3.1. Actie bij minimaal of geen gaslek: ! Informeer klant dat installatie in orde is. ! Lever beproevingsrapport in bij de WV. 7.3.2 Actie bij mogelijk gaslek: ! Sluit de aansluitkranen. ! Voer een nieuwe dichtheidsbeproeving uit volgens tabel 2. Tabel 2 Meteropstelling
Meettijd
Drukdaling
Constatering
G4; G6
Gas 3 minuten. Lucht 4,5 minuten Gas 10 minuten. Lucht 15 minuten
" 1 mbar > 1mbar " 1 mbar > 1mbar
Akkoord Gaslek Akkoord Gaslek
G10; G16; G25
Te ondernemen acties Zie 7.3.1 Zie 7.3.3 Zie 7.3.1 Zie 7.3.3
7. 3.3 Actie bij gaslek: ! Laat hoofdkraan dicht staan. ! Informeer klant dat: o Er een gaslek is geconstateerd. o De binnenleiding mogelijk niet veilig is. o De hoofdkraan dicht wordt gelaten. ! Adviseer klant om de leiding te laten onderzoeken door een installateur. ! Laat registratieformulier in tweevoud ondertekenen, 1 exemplaar is voor de klant. ! Lever beproevingsrapport en registratieformulier in bij de WV. ! Laat waarschuwingslabel/-sticker bij de hoofdkraan achter. 7.4.
Beëindiging. ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25
8.
Opmerkingen. !
! !
!
9.
Er dient een precisie meetinstrument te worden gebruikt; het standaard meetbereik dient 1,5 keer de beproevingsdruk te zijn, terwijl de nauwkeurigheidsklasse moet voldoen aan minimaal 0,25% van het standaard bereik. Bij het verlaten van het pand de aangeslotene informeren over het opgeleverde werk. Afhankelijk van de situatie of bij een drukdaling " 10 mbar wordt direct het contactpersoon van de netbeheerder ingelicht. Deze dient dan de gemeente (in casu de brandweer) te informeren. Het beproevingsrapport en het eventuele registratieformulier gedurende minimaal drie maanden archiveren.
Referenties. ! !
10.
Documentnr. : G-07 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Bijlagen. !
Registratieformulier lekkage binneninstallatie.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Rapport ten behoeve van registratie en melding van een lekkage van binneninstallaties bij meteropstellingen ! G25
Documentnr. Datum/versie Blad
: G-07, bijlage 1 : 15-5-2011 :1 van 1
Melding lekkage gasleiding/installatie Datum________________________________ Naam klant ____________________________ Adres _______________________________________ Nr. gasmeter ________________________ Postcode _____________________________________Meterstand _________________________ Plaats _____________________________________
Telefoon _________________________
Geachte klant, In uw gasleiding/installatie hebben wij een lekkage vastgesteld. De gemeten drukdaling in 3 minuten is________mbar. O Wij weten niet waar het lek zich bevindt. Uw gasleiding/installatie dient zo spoedig mogelijk door een bevoegd persoon te worden gerepareerd. Wij hebben de gastoevoer naar uw binnenleiding afgesloten door het sluiten van de hoofdkraan. Iedere lekkage veroorzaakt een mogelijk gevaar voor u en uw omgeving. O De drukdaling is " 10 mbar; deze lekkage veroorzaakt een gevaarlijke situatie voor u en uw omgeving. Vanwege dit gevaar hebben wij de gastoevoer afgesloten door het sluiten en vergrendelen van de hoofdkraan en wordt hiervan een melding gedaan aan de gemeente. Wij adviseren u dringend deze hoofdkraan pas te laten openen door een bevoegd persoon, nadat deze de gasleiding/installatie heeft gerepareerd en op gasdichtheid heeft gecontroleerd.
Voor de veiligheid van uw gasinstallatie bent u zelf verantwoordelijk. In geval van gaslucht kunt u contact met ons opnemen via het storingsnummer 0800-9009 Ondergetekende (klant) verklaart kennis te hebben genomen van het bovenstaande en zal zorgdragen voor herstel en controle van de gasleiding/installatie door een bevoegd persoon Medewerker Netbeheerder
Gesproken met (namens) klant
Naam____________________________________ Naam____________________________________ Handtekening______________________________ Handtekening
Veiligheidswerkinstructie
Het ontluchten van binneninstallaties ! G25
1.
Documentnr. : G-08 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig ontluchten van binneninstallaties ! G25.
2.
Toepassingsgebied. Binneninstallatie van de klant ! G25.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP-meters. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De plaats van ontluchten wordt voldoende geventileerd. Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd.
Risico’s en maatregelen. Risico: Aanwezigheid van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig, samen met bewoner, werkplek verlaten en melden aan WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.
Risico: Overmatige gasconcentratie tijdens ontluchten in toestel (explosie). Maatregel: Op juiste wijze ontluchten/ontsteken.
6.
Middelen en apparatuur ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
!
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het ontluchten van binneninstallaties ! G25 7.2.
Uitvoering. ! ! !
! ! 7.3.
!
Geen.
Referentie. ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Ventileer de ruimte zoveel mogelijk en bewaak constant de aanwezige gasconcentratie door middel van meting. Ontlucht: o door middel van een gaskomfoor. o via de cv-ketel. Controleer of de toestellen correct blijven werken. Hef de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Documentnr. : G-08 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-09
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3 van gasmeters HD of > G25 LD
1.
Doel. Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD of > G25 LD.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
! ! !
5.
Uitvoering voor gasmeter LD door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering voor gasmeter HD in stationsopstelling door minimaal AVP stations, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering voor gasmeter HD in separate opstelling door AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Er dient voor de aanvang van de werkzaamheden visuele controle van de meteropstelling plaats te vinden. Het werken aan een meteropstelling dient drukloos te gebeuren. Indien bij deze activiteiten het gasdrukregel- en meetstation buiten bedrijf moet worden gesteld, dan uitvoeren conform G-54 “Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations”. Voorafgaande aan het verwijderen van de gasmeter dient, indien van toepassing een elektrisch geleidende overbrugging tot stand te worden gebracht. Er worden geen (de)montage werkzaamheden aan de binneninstallatie uitgevoerd. Voorafgaand aan de werkzaamheden controleren of de grondafsluiter bereikbaar en bedienbaar is.
Risico’s en maatregelen. Risico: Aanwezigheid van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, eventueel noodafdichting maken, zo nodig samen met aanwezigen werkplek verlaten en melden aan WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van aanwezigen en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, bewoners manen de werkplek te verlaten.
Risico: Vonkvorming door potentiaalverschil. Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-09
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3 van gasmeters HD of > G25 LD
6.
Middelen en apparatuur. ! ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Elektrisch geleidende overbruggingskabel. Til- of hijsapparatuur. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg.
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering.
7.2.1. Plaatsen gasmeter. ! ! !
! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Plaats gasmeter inclusief eventuele EVHI conform montagehandleiding van de fabrikant. Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand kan worden gebracht, is tevens VWI E-69 “Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A” van toepassing. Breng een tijdelijk afdichting aan op de uitlaatzijde van de meteropstelling als de binneninstallatie niet door of namens de eigenaar in gebruik kan worden genomen. Controleer de verbindingen van de meteropstelling op dichtheid. Laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar in bedrijf nemen. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.2. Verwisselen gasmeter. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens. ! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69“ Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A”. ! Sluit hoofdkraan en laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar drukloos maken. ! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan. ! Verwijder bestaande gasmeter inclusief eventuele EVHI. ! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV waarschuwen. ! Plaats nieuwe gasmeter inclusief de eventuele EVHI conform montagehandleiding van de fabrikant. Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-09
Het plaatsen, verwisselen of verwijderen Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3 van gasmeters HD of > G25 LD ! ! ! !
!
Laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar in bedrijf nemen. Breng een tijdelijk afdichting aan op de uitlaatzijde van de meteropstelling als de binneninstallatie niet door of namens de eigenaar in gebruik kan worden genomen. Controleer verbindingen van de meteropstelling op gasdichtheid. Monteer bij toepassing van een datakabel van de gas- naar de e-meter deze volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand kan worden gebracht, is tevens VWI E-69“ Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A” van toepassing. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.3. Verwijderen gasmeter. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer gasmeternummer versus adres en overige administratieve gegevens. ! Demonteer, indien van toepassing, de datakabel van de gas- naar de e-meter volgens instructie fabrikant. Indien de uitvoering niet middels een stekkerverbinding tot stand is gebracht, dan geldt tevens VWI E-69“ Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A”. ! Sluit hoofdkraan en laat de binneninstallatie door of namens de eigenaar drukloos maken. ! Breng, indien noodzakelijk, elektrisch geleidende overbrugging aan. ! Verwijder bestaande gasmeter inclusief eventuele EVHI. ! Controleer de hoofdkraan op lekkage en/of slecht afsluiten. Bij onvolkomenheden WV waarschuwen. ! Breng in overeenstemming met de bedrijfsinstructies een definitieve afdichting aan op de aansluitleiding en controleer deze op dichtheid. ! Plaats een afdichting op de aansluiting van de binneninstallatie. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.3.
Beëindiging. ! !
!
8.
Opmerkingen. !
9.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations. VWI E-69 Het plaatsen, verwisselen, verwijderen van een elektriciteitsmeter/TF ! 3x80 A. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen 1.
Documentnr. : G-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! !
! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal een VP. Uitvoering vervangen drukregelaars en B-kleppen door minimaal VOP meters, mits er van rubberring of pakking verbindingen gebruik gemaakt wordt. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is bekend en deze is ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. In geval van metalen leidingen dient, vóór het verbreken van de leiding, een elektrisch geleidende overbrugging te worden aangebracht. Sluit ontstekingsbronnen zoveel mogelijk uit. Bij het onder druk verwisselen van een hoofdkraan dient gebruik gemaakt te worden van een zonder gasuitstroming te plaatsen tijdelijk afsluitmiddel (bv. kraanblaasje, BOSTOP). Wanneer het gebruik van een tijdelijk afsluitmiddel niet mogelijk is, dient de aansluiting drukloos gemaakt te worden. Als de aansluitingleiding een diameter > DN 50 heeft, moeten de werkzaamheden drukloos worden uitgevoerd. Wanneer er een grondafsluiter aanwezig is, dient deze te worden gesloten. Er mag dan geen ander afsluitmiddel worden gebruikt. Alle overige werkzaamheden aan een meteropstelling dienen altijd drukloos te worden uitgevoerd.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Vonkvorming door potentiaalverschil. Maatregel: Elektrisch geleidende overbrugging aanbrengen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen 6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril (bij onder druk verwisselen van de hoofdkraan). Gassignaleringapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Elektrisch geleidende overbruggingskabel. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2kg. Tijdelijk afsluitmiddel (bijv. kraanblaas, BOSTOP).
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! ! !
! 7.2.
Documentnr. : G-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Controleer of alle benodigde materialen aanwezig zijn. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. Plaatsen, verwisselen, verwijderen gasmeter. ! Zie VWI G-06 “Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25”. Onder gasdruk wisselen hoofdkraan. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Plaats het tijdelijk afsluitmiddel. ! Verwissel de hoofdkraan. ! Verwijder het tijdelijk afsluitmiddel. ! Controleer de verbindingen op dichtheid. ! Beproef, indien er werkzaamheden aan de meteropstelling zijn uitgevoerd, de binneninstallatie en meteropstelling op dichtheid conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. ! Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 “Het ontluchten van binneninstallaties ! G25”. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. Overige werkzaamheden aan meteropstelling. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Maak de meteropstelling drukloos. ! Voer de noodzakelijke werkzaamheden uit. ! Maak de meteropstelling gasvoerend. ! Beproef de binneninstallatie en meteropstelling op dichtheid conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. ! Ontlucht de binneninstallatie conform VWI G-08 “Het ontluchten van binneninstallaties ! G25”. ! Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren en onderhouden van LD meteropstellingen ! G25, inclusief hoofdkranen 7.3.
Beëindiging. ! !
!
8.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Documentnr. : G-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-06 Het plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ! G25. VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25. VWI G-08 Het onluchten van binneninstallaties ! G25. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
3Veiligheidswerkinstructie
Het aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
1.
Documentnr. : G-11 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering inbouwingen door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP-ondersteunend. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is bekend en deze is ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. De geveldoorvoering moet gasbelemmerend zijn uitgevoerd. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Het ontluchten dient op een veilige plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt. Voor in bedrijfname van een LD-aansluitleiding moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn conform VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen”. De rapportages hiervan moeten beschikbaar zijn. Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
3Veiligheidswerkinstructie
Het aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen 6.
Middelen en apparatuur. !
! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! ! ! ! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Leg de leiding en monteer de aansluiting op de hoofdleiding. Beproef de aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen”. Voer de aanboring gasloos uit. Maak vervolgens de leiding gasvoerend. Zorg dat de gasmeteropstelling aan de uitlaatzijde gasdicht wordt afgestopt. Beperk de beproeving tot het onder gasdruk zetten van de meteropstelling. Controleer vervolgens de meteropstelling op dichtheid. Ontlucht de aansluitleiding incl. meteropstelling conform VWI G-13 “Het ontluchten van LD-aansluitingen”. Beproef een aanwezige binnenleiding niet op dichtheid. De beproeving hiervan blijft de verantwoordelijkheid van de installateur. Zet daarom als netbeheerder geen gas op de installatie. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! !
7.3.
Documentnr. : G-11 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat bij het verlaten van de werkplek de aansluiting geblokkeerd en/of verzegeld achter volgens bedrijfsinstructie. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is aanvullend van toepassing op een aansluitleiding die tijdelijk uit bedrijf is genomen: indien er werkzaamheden zijn verricht aan een leiding moet deze op dichtheid worden beproefd. indien een leiding langer dan 1 dag en korter dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet deze op dichtheid worden beproefd.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
3Veiligheidswerkinstructie
Het aansluiten en in bedrijf nemen van LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen -
9.
indien een leiding langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet deze op sterkte en dichtheid worden beproefd. een nieuw leidingdeel moet altijd op sterkte en dichtheid worden beproefd.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-11 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 7244-6. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen. VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen
1.
Documentnr. : G-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! !
! ! ! !
! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. Een nieuw geïnstalleerde gasmeteropstelling of een gasmeteropstelling waaraan werkzaamheden zijn verricht, moet, voordat deze in gebruik wordt genomen, worden gecontroleerd op dichtheid conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. Een nieuw aangelegde aansluitleiding moet op sterkte en dichtheid worden beproefd. Een bestaande aansluitleiding, waaraan werkzaamheden zijn verricht, moet alleen op dichtheid worden beproefd. Na reparatie van een lekkage moet de gehele aansluitleiding vanaf de hoofdleiding op dichtheid worden beproefd. Tijdens de sterktebeproeving van de aansluitleiding en vervolgens het op dichtheid beproeven, mogen zich alleen personen in de directe omgeving van de aansluitleiding bevinden, die met de beproeving zijn belast. Deze personen dienen zich op een veilige plaats op te stellen. De meetapparatuur om de beproevingen uit te kunnen voeren, dient te voldoen aan de in tabel 1 opgenomen eisen. De dichtheidsbeproeving vindt direct voorafgaand aan de inbedrijfname plaats. De wijze van dichtheidsbeproeving wordt door de WV vastgesteld.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
!
Documentnr. : G-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering sterktebeproeving. ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Zorg dat de leiding tijdens de beproeving, om temperatuursinvloeden zoveel mogelijk te voorkomen, voor minimaal 80% afgedekt is met grond. ! Beproef de aansluitleiding van het aftakpunt tot en met de hoofdkraan/afsluiter gedurende ten minste 5 minuten op sterkte door middel van een drukmeetproef met een druk van 1 bar. ! Zorg dat de hoofdkraan tijdens deze beproeving in gesloten stand staat of in geopende stand en dan afgeblind is. ! Zorg dat de leiding, inclusief de hierin opgenomen hulpstukken en appendages, niet kunnen vervormen, beschadigen of lek raken tijdens de beproeving. ! Controleer de verbindingen, die niet met een drukproef kunnen worden gecontroleerd, separaat op dichtheid. ! Herhaal de sterktebeproeving vanuit de meterkast tot het aftakpunt, als er een niet verklaarbare drukdaling plaatsvindt.
7.3.
Uitvoering dichtheidsbeproeving. ! Voer de dichtheidsbeproeving uit volgens de methode van overdrukmeting, verschildrukmeting of visuele inspectie. ! Breng de leiding op de beproevingsdruk. ! Neem vervolgens een wachtperiode in acht om temperatuursverschillen te vereffenen. ! Voer de beproeving uit volgens onderstaande tabel:
Deelnet 30 mbar 100/200 mbar
Beproevingsdruk aansluitleiding Nieuw Bestaand 100 mbar 40 mbar 200/300 mbar 200/300 mbar
Bepaal de leidinginhoud volgens tabel 2. Bepaal vervolgens de daaraan gekoppelde beproevingsduur: o Beproevingsduur bij leidinginhoud < 80 liter minimaal 5 minuten. o Beproevingsduur bij leidinginhoud " 80 liter of " DN 100 conform VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van LD-leidingen en HD-aansluitleidingen”. Beschouw een aansluitleiding bij overdrukmeting als lekdicht als de beproevingsdruk constant blijft of tijdens de beproeving een verandering van de beproevingsdruk volledig te verklaren is door temperatuursveranderingen en/of luchtdrukveranderingen. Ontlucht na de beproeving de aansluitleiding conform VWI G-13 “Het ontluchten van LD-aansluitleidingen”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
! !
!
! !
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen 7.4.
Beëindiging werkzaamheden. ! !
!
8.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen.
Tabel 1: Eisen meetinstrument Type meetinstrument: Precisie meetinstrument Standaard meetbereik:
1,5 keer de beproevingsdruk
Nauwkeurigheids Klasse: Minimaal 0,25 % van het standaard meetbereik Bedrijfsdruk gasnet 30/100 mbar
Testdruk Meettijd
Afleesnauw- Maximale keurigheid meetfout
Minimaal meetbereik
Sterkte beproeving
1 bar
4 mbar
0-1,6 bar 0-400 mbar
5 min
Dichtheidbeproeving 200mbar inhoud ! 80l 5 min
inhoud > 80l of > DN 90 6 uur registrerend
1 mbar
4 mbar 1 mbar
Tabel 2: Inhoud leidingen Inhoud in liters per meter leiding Diameter in mm PVC SDR 41
25
32
40
50
63
75
90
0,35
0,6
1
1,7
2,7
4
5,6
25
32
40
50
63
75
90
0,33
0,6
1
1,5
2,5
3,5
5
15
22
28
35
42
54
-
-
0,13
0,31
0,51
0,8
1,2
2,1
-
-
#"
1"
1$"
1%"
2"
76,1
88,9
0,37
0,58
1
1,4
2,2
3,8
5,3
Inhoud in liters/m Diameter in mm
PE SDR 17,6
Inhoud in liters/m Diameter in mm
Koper
Inhoud in liters/m Diameter in mm
Staal
9.
Inhoud in liters/m
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
VIAG. NEN 7244-6. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25. VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van LD-leidingen en HD-aansluitleidingen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen 10.
Documentnr. : G-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Bijlagen !
Formulier opleverrapport.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Rapport ten behoeve van het beproeven op sterkte en dichtheid van LDaansluitleidingen
Documentnr. : G-12, bijlage1 Datum : 15-5-2011 Blad :1
Algemene gegevens: Straat ………………………………………………………….
Huisnummer:………………………Postcode……………………..………
Plaats:………………………………………..……………….. Naam aannemer:………………………………………….
Naam monteur:……………………………………………..
Technische gegevens: Manometer-type:………………………………, meetbereik:…………………, klasse:…………………, nummer:……………………… Datalogger-type en merk:……………………………………, Registrerend instrument nummer:…………………………….……
Resultaten: Handmatige registratie Algemeen
Datum
Tijdstip
Beproevings-
Atmosferische
Omgevings-
druk
druk
temperatuur
Beproevings-
Atmosferische
Omgevings-
druk
druk
temperatuur
Begin
Sterkte beproeving
Eind Verschil Begin
Dichtheid beproeving
Eind Verschil
Resultaten: Datalogging (digitaal bijgevoegd) Algemeen Sterkte beproeving aansluitleiding Dichtheid beproeving
Datum
Tijdstip
Begin Eind Verschil Begin Eind
aansluitleiding
Verschil
Dichtheidstest
Uitgevoerd
meteropstelling
De geteste leiding voldoet wel / niet aan de gestelde eisen Namens aannemer cq. netbeheerder
Geaccepteerd door opdrachtgever,
Naam:……………………………………………..
Naam:……………………………………………..
Datum: ………………………………………….
Datum: ……………………………………………
Veiligheidswerkinstructie
Het ontluchten van LD-aansluitleidingen
1.
Documentnr. : G-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig ontluchten van LD-aansluitleidingen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VP aanleg, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV-netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Het ontluchten dient op een veilig plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt. Het ontluchten is mogelijk via de binneninstallatie, waarbij gebruik gemaakt wordt van een verbruikstoestel (bij voorkeur via het fornuis), of door gebruik te maken van een anti statische slang.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Gastoevoer afsluiten. Indien dit niet mogelijk is werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Anti statische slang. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het ontluchten van LD-aansluitleidingen 7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! !
!
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Zet gasdruk op de aansluitleiding en zorg dat er aansluitend wordt ontlucht. Houdt de uitmonding van de ontluchtingsslang onder continu toezicht. Bepaal of de ontluchting voldoende: o Bij inhoud aansluitleiding < 80 liter is voldoende ontlucht als bij het uiteinde van de slang minimaal 10% LEL wordt gemeten. o Bij inhoud aansluitleiding ! 80 liter de gasconcentratie bepalen d.m.v. een gasconcentratiemeting conform VWI G-20 “Het in en uit bedrijf nemen van LDleidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen”. Controleer na het ontluchten de gemonteerde verbindingen op dichtheid. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! !
7.3.
Documentnr. : G-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-20 Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
1.
Documentnr. : G-14 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. In kruipruimten en andere besloten ruimten mogen nooit werkzaamheden worden uitgevoerd aan onder druk staande gasleidingen. Deze ruimten mogen niet betreden worden als er meer dan 10% LEL gemeten is of bij zuurstofpercentage < 19%. Bij werkzaamheden aan aansluitleidingen, waarbij vrij gasuitstroming plaats vindt, dient altijd een werkplan opgesteld te worden. Werkzaamheden aan aansluitleidingen met een diameter > DN 50, waarbij onderbreking plaatsvindt, moeten altijd drukloos worden uitgevoerd. Bij definitief uit bedrijf nemen van de aansluitleiding dient ook de binneninstallatie drukloos te worden gemaakt.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Geopende toegang kruipruimte. Maatregel: Afbakenen, mangatwacht.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
Documentnr. : G-14 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico: Betreden kruipruimte. Maatregel: Meten en bewaken zuurstofconcentratie, gebruik maken van elektrische arbeidsmiddelen welke toegestaan zijn voor werken in besloten ruimten.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, stofbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg), brandvertragende hoofdbescherming (bij werken met vrije gasuitstroming). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectiemeter. Zuurstofmeter (bij werkzaamheden in besloten ruimten). Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Uitvoering. ! ! ! ! ! ! !
! ! 7.3
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Maak de aansluitleiding op de hoofdleiding drukloos. Indien hiervan afgeweken wordt dient dit in een werkplan gemotiveerd te worden. Voer de werkzaamheden uit. Maak, indien van toepassing, de geveldoorvoering gasbelemmerend. Beproef, bij weer in gebruik name, de aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen”. Maak vervolgens de leiding gasvoerend conform VWI G-13 “Het ontluchten van LDaansluitleidingen”. Beproef bij werkzaamheden aan de meteropstelling vervolgens de binneninstallatie op dichtheid conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25”. Ontlucht zo nodig de binneninstallatie conform VWI G-08 “Het ontluchten van binneninstallaties ! G25”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
eiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van werkzaamheden aan bestaande LD-aansluitleidingen incl. meteropstellingen
8.
Opmerkingen. !
9.
Geadviseerd wordt om bij werkzaamheden aan de meteropstelling ook voor aanvang van de werkzaamheden de binneninstallatie op dichtheid te beproeven. Reden is om vooraf vast te stellen of er manco’s aan de binneninstallatie zijn en de verbruiker hiervan in kennis te stellen. De verbruiker heeft zo gelegenheid zo spoedig mogelijk passende maatregelen te treffen.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-14 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 7244-6. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen ! G25. VWI G-08 Het ontluchten van binneninstallaties ! G25. VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen. VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen
1.
Documentnr. : G-15 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht tijdens werkzaamheden aan het gasvoerende HD-net door de WV voortdurend. Mate van toezicht overige werkzaamheden wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen 7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
!
! !
! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Maak de verbinding op het gasvoerende HD-net conform VWI G-28 “Het lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten” of VWI G-29 “Het lassen op staal in bestaande HDen LD-netten”. Wordt de verbinding gemaakt door middel van een inbouwing dan geschiedt dit conform de VWI G-30 “Het uitvoeren van werkzaamheden aan metalen HD- en LD-leidingen, waarbij vonkvorming kan ontstaan”. Beproef de gemaakte verbinding op sterkte en dichtheid conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen”. Leg de HD-aansluitleiding. Beproef de HD-aansluitleiding op sterkte en dichtheid conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen”. Sluit de aansluitleiding aan op de gemaakte verbinding op het gasvoerende HD-net. Controleer bij een stalen aansluitleiding de bekleding conform VWI G-31 “Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen”. Sluit de aansluitleiding aan op het afleverstation conform de bedrijfsinstructies. Ontlucht de leiding conform VWI G-21 “Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen”. Neem het afleverstation in gebruik conform VWI G-54 “Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
7.3.
Documentnr. : G-15 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meldt het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het aanleggen en in bedrijf nemen van HD-aansluitleidingen
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-15 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 7244-6. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-28 Het lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten. VWI G-29 Het lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten. VWI G-30 Het uitvoeren van werkzaamheden aan metalen HD- en LD-leidingen, waarbij vonkvorming kan ontstaan. VWI G-31 Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen. VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16 Datum/versie: 15-5-2011 onder druk in LD-netten Blad : 1 van 3 (met gasuitstroming)
1.
Doel. Het veilig werken aan gaszadels en aftakkingen onder druk in LD-netten (met gasuitstroming).
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! !
!
! ! !
!
! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht voortdurend, de WV bepaalt wie toezicht houdt (moet minimaal AVP LD-netten zijn).
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend op maaiveldhoogte en benedenwinds gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Houdt hierbij rekening met wisselende windrichtingen. Bij het plaatsen en verwijderen van gaszadels moet er vanuit worden gegaan dat er kortstondig werkzaamheden in de gevarenzone (>10% LEL) onder in de werkput worden verricht. Waar redelijkerwijs de werkzaamheden zonder gasuitstroming plaats kunnen vinden, moeten deze gasloos uitgevoerd worden. Het is niet toegestaan om PE laszadels onder druk te verwisselen. Tijdens uitvoering van de werkzaamheden mag niet meer dan één persoon in de werkput aanwezig zijn, de VOP-ondersteunend dient van buiten de werkput assistentie te verlenen. De werkzaamheden moeten zodanig zijn voorbereid, door het binnen handbereik gereed hebben van afdichtingsstoppen en hulpstukken, zodat de tijd van vrije uitstroming zoveel mogelijk wordt beperkt. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Met gaszadels worden zowel blaasgat-, aanboor- als aansluitzadels bedoeld, die bestemd zijn voor gasaansluitingen met een aanboring ! 50 mm. Aftakkingen, als in deze veiligheidswerkinstructie bedoeld, zijn constructies, zoals stalen T-stukken, knieën, bochten e.d., vergelijkbaar met gaszadels. Deze veiligheidswerkinstructie is niet van toepassing voor AC-leidingen. Het onder druk verwisselen van gaszadels en aftakkingen gemonteerd op AC-leidingen, waarbij gasuitstroming kan plaatsvinden, mag nooit worden uitgevoerd.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16 Datum/versie: 15-5-2011 onder druk in LD-netten Blad : 2 van 3 (met gasuitstroming) Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrij houden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
7. 7.1.
Werkwijze. Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg), brandvertragende hoofdbescherming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectiemeter. Zuurstofmeter. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! !
! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Sluit, voordat een aansluitzadel of aftakking vervangen wordt, de hoofdkraan voor de gasmeter. Vervang het zadel of aftakking, waarbij het uitstromen van gas zo veel mogelijk voorkomen moet worden door, waar mogelijk, gebruik te maken van een afsluitplug of een vergelijkbaar afsluithulpstuk. Controleer de aansluitleiding op dichtheid conform VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen”. Sluit de aansluitleiding aan op het zadel of aftakking, verwijder de afsluitplug en controleer de laatst gemaakte verbindingen op dichtheid. Ontlucht de aansluitleiding conform VWI G-13 “Het ontluchten van LDaansluitleidingen”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken aan gaszadels en aftakkingen Documentnr. : G-16 Datum/versie: 15-5-2011 onder druk in LD-netten Blad : 3 van 3 (met gasuitstroming)
7.3.
Beëindiging. ! !
!
8.
Opmerkingen. !
9.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen. VWI G-13 Het ontluchten van LD-aansluitleidingen. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen 1.
Documentnr. : G-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, inclusief eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! !
4.
Uitvoering door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht bij affakkelen, ontluchten of afblazen > DN 150 door de WV voortdurend. Mate van toezicht bij affakkelen, ontluchten of afblazen ! DN 150 door minimaal AVP LD-netten. Mate van toezicht overige werkzaamheden wordt door de WV bepaald.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
!
!
!
! !
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient nu gewerkt te worden conform VWI G-47 “Het werken met aardgascondensaat”. Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden. Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld te worden: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat, tenzij duidelijk is dan het gaat om inwaterende lekkage. Voor in bedrijfname moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HDaansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LDleidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. De rapportages hiervan moeten beschikbaar zijn. Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI. Bij in bedrijfname van een leidingsysteem, welke bestaat uit 3 of meer uiteinden en/of een ring of kunstwerken, dient in het werkplan een ontluchtingsplan te zijn opgenomen. Voor het gecontroleerd ontluchten, affakkelen of afblazen moet gebruik gemaakt worden van een metalen buis of een anti statische slang. Deze moet in een stabiele opstelling geplaatst zijn met een uitmonding op min. 2,50 mtr. boven het maaiveld met een ontstekingsvoorziening en tevens voorzien zijn van een afsluit mogelijkheid. Het ontluchten, affakkelen of afblazen dient op een veilige plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt. Bij te verwachten overlast, als open vuur, gaslucht en/of geluid, dient in het werkplan aandacht te worden geschonken aan in- en externe informatievoorziening (bijv. omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost).
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen 5.
Documentnr. : G-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en/of melden aan WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering.
7.2.1. In bedrijf nemen. ! ! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer, indien de leiding onder beproevingsdruk is achtergelaten, of de leiding nog op deze druk staat. Controleer vervolgens of het leidingdeel gereed is om in gebruik te nemen. Zorg dat de leiding drukloos wordt. Sluit de afblaasinstallatie aan. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen in het bestaande netdeel te mogen uitvoeren. Voer de bedieningshandelingen uit en maak de doorverbinding met het nieuwe netdeel, eventueel met toepassing van een bypass ten behoeve van het gecontroleerd op druk brengen van het nieuwe netdeel.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen !
! ! ! ! ! !
Documentnr. : G-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Verwijder door ontluchten de in de leiding aanwezige lucht door een ononderbroken gasstroom, die aan het begin van de leiding wordt ingelaten en aan het einde van de leiding wordt afgeblazen (afblaaspunt). Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij is van lucht. Onderbreek, nadat 100% aardgas is geconstateerd, de gasstroom gedurende enige tijd, min. 5 minuten. Breng de gasstroom weer op gang; nadat opnieuw 100% aardgas is geconstateerd, is het ontluchten gereed. Neem het netdeel in bedrijf door de resterende bedieningshandelingen uit te voeren. Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden. Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.2. Uit bedrijf nemen (drukloos). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer of het uit bedrijf te nemen netdeel het juiste is conform tekeningen, en bepaal de methode van uit bedrijf nemen: affakkelen of afblazen. ! Sluit de affakkel / afblaasinstallatie aan. ! Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. ! Voer de bedieningshandelingen uit en koppel hierdoor het uit bedrijf te nemen leidingdeel los van het in bedrijf blijvende netdeel. ! Maak de leiding drukloos door affakkelen of afblazen. ! Controleer na het drukloos maken of er geen druk opbouw plaatsvindt of kan plaatsvinden. ! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de drukloze, losgekoppelde leidingeinden. ! Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.2.3. Gasloos maken van een uit bedrijf genomen leiding. ! Maak de leiding drukloos conform 7.2.2; het leidingdeel is nu gas gevuld maar drukloos. ! Verdrijf, met behulp van lucht of een inert gas, het aardgas uit het gasloos te maken leidingdeel bijvoorbeeld door airmoven. ! Meet met behulp van de gasconcentratiemeter de gasconcentratie bij het afblaaspunt, bij een gasconcentratie van ! 10% LEL is de leiding gasloos. ! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de gasloze, losgekoppelde leidingeinden. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.3.
Beëindiging. ! ! !
8.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Als de leiding in eigendom blijft bij de netbeheerder moet deze leiding daar geregistreerd blijven als zijnde buiten bedrijf gesteld. Anders de leiding overdragen aan de nieuwe eigenaar.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen
Documentnr. : G-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is aanvullend van toepassing: - Bij een leidingdeel dat maximaal 1 werkdag uit bedrijf is genomen: ! en er zijn geen werkzaamheden aan de leiding verricht en er zijn geen verbindingen ontgraven: geen beproeving noodzakelijk. ! en er zijn wel werkzaamheden aan deze leiding verricht of verbindingen vrijgegraven: wel een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie methode noodzakelijk. ! en er zijn plaatselijk wel werkzaamheden uitgevoerd (bv. bij een storing of inbouw T-stuk): alleen een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie methode noodzakelijk voor wat betreft de gemaakte c.q. gerepareerde verbindingen. - Bij een leidingdeel dat 1 t/m 5 werkdagen uit bedrijf is genomen moet door de (O)IV bepaald worden of deze op dichtheid moet worden beproefd. - Bij een leidingdeel dat langer dan 5 werkdagen en korter dan een jaar uit bedrijf is geweest moet op dichtheid worden beproefd. - Bij een leidingdeel dat langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet op sterkte en dichtheid worden beproefd. - Bij een nieuw leidingdeel moet op sterkte en dichtheid worden beproefd.
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
VIAG. NEN 7244-7. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen 1.
Documentnr. : G-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, inclusief eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen.
2.
Toepassingsgebied. HD- gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Uitvoering door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht bij affakkelen, afblazen, ontluchten, ontgassen door de WV voortdurend. Mate van toezicht bij de overige gastechnische werkzaamheden wordt door de WV bepaald.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
!
!
!
! ! !
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Daar waar bekend is dat in het verleden aardgascondensaat aangetroffen werd, dient nu gewerkt te worden conform VWI G-47 “Het werken met aardgascondensaat”. Daar waar niet bekend is dat er aardgascondensaat aanwezig is, moet men wel bedacht blijven op het risico dat er aardgascondensaat aangetroffen kan worden. Indien tijdens de werkzaamheden vocht aangetroffen wordt, dient als volgt gehandeld te worden: Indien er vocht wordt aangetroffen, behandel dit dan als condensaat. Voor in bedrijfname moet er een sterkte- en dichtheidsbeproeving uitgevoerd zijn conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HDaansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LDleidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. De rapportages hiervan moeten beschikbaar zijn. Voor aanvullende bepalingen zie onder punt 8. Opmerkingen van deze VWI. Bij in bedrijf name van een leidingsysteem, welke bestaat uit 3 of meer uiteinden en/of een ring of kunstwerken, dient in het werkplan een ontluchtingsplan te zijn opgenomen. Voor het gecontroleerd ontluchten, affakkelen of afblazen moet gebruik gemaakt worden van een metalen buis. Deze moet in een stabiele opstelling geplaatst zijn met een uitmonding op min. 2,50 mtr. boven het maaiveld met een ontstekingsvoorziening en tevens voorzien zijn van een afsluit mogelijkheid. Het ontluchten, affakkelen of afblazen dient op een veilige plek plaats te vinden, zodat de veiligheid van personeel, omstanders en goederen niet in gevaar komt. Tijdens het ontluchten, affakkelen of afblazen dient de installatie onder direct toezicht te staan van minimaal een AVP netten. Bij te verwachten overlast, als open vuur, gaslucht en/of geluid, dient in het werkplan aandacht te worden geschonken aan in- en externe informatievoorziening (bijv. omwonenden, politie, brandweer en/of storingsmeldpost).
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen 5.
Documentnr. : G-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en/of melden aan WV. Risico: Maatregel: Risico: Maatregel:
Persoonlijk letsel en verstikking. Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Gehoorschade. Gehoorbescherming.
Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Aanwezigheid van aardgascondensaat. Maatregel: Gebruik maken van extra PBM’s conform VWI G-47 “Het werken met aardgascondensaat”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming, veiligheidshelm, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering.
7.2.1. In bedrijf nemen. ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer, indien de leiding onder beproevingsdruk is achtergelaten, of de leiding nog op druk deze staat. Controleer vervolgens of het leidingdeel gereed is om in gebruik te nemen. Zorg dat de leiding drukloos wordt. Sluit de afblaasinstallatie aan.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen ! !
!
! ! ! ! ! !
Documentnr. : G-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen in het bestaande netdeel te mogen uitvoeren. Voer de bedieningshandelingen uit en maak de doorverbinding met het nieuwe netdeel, eventueel met toepassing van een bypass ten behoeve van het gecontroleerd op druk brengen van het nieuwe netdeel. Verwijder door ontluchten de in de leiding aanwezige lucht door een ononderbroken gasstroom, die aan het begin van de leiding wordt ingelaten en aan het einde van de leiding wordt afgeblazen (afblaaspunt). Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij is van lucht. Onderbreek, nadat 100% aardgas is geconstateerd, de gasstroom gedurende enige tijd, min. 5 minuten. Breng de gasstroom weer op gang; nadat opnieuw 100% aardgas is geconstateerd, is het ontluchten gereed. Neem het netdeel in bedrijf door de resterende bedieningshandelingen uit te voeren. Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.2. Uit bedrijf nemen (drukloos). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Controleer of het uit bedrijf te nemen netdeel het juiste is conform tekeningen, en bepaal de methode van uit bedrijf nemen: uitbufferen, affakkelen of afblazen. ! Sluit de affakkel / afblaasinstallatie aan. ! Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. ! Voer de bedieningshandelingen uit en koppel hierdoor het uit bedrijf te nemen leidingdeel los van het in bedrijf blijvende netdeel. ! Maak de leiding drukloos door uitbufferen, affakkelen of afblazen. ! Controleer na het drukloos maken of er geen drukopbouw plaatsvindt of kan plaatsvinden. ! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de drukloze, losgekoppelde leidingeinden. ! Informeer het meldpunt over de uitgevoerde werkzaamheden. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.2.3. Buiten bedrijf stellen (gasloos). ! Maak de leiding drukloos conform 7.2.2; het leidingdeel is nu gas gevuld maar drukloos. ! Verdrijf, met behulp van lucht of een inert gas, het aardgas uit het gasloos te maken leidingdeel bijvoorbeeld door airmoven. ! Meet met behulp van de gasconcentratiemeter de gasconcentratie bij het afblaaspunt, bij een gasconcentratie van ! 10% LEL is, is de leiding gasloos. ! Plaats deugdelijke afsluitmiddelen op de gasloze, losgekoppelde leidingeinden. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.3.
Beëindiging. ! ! !
8.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Als de leiding in eigendom blijft bij de netbeheerder moet deze leiding daar geregistreerd blijven als zijnde buiten bedrijf gesteld. Anders de leiding overdragen aan de nieuwe eigenaar.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen
Documentnr. : G-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Ten aanzien van de in de voorwaarden genoemde sterkte- en dichtheidsbeproeving is aanvullend van toepassing: - Bij een leidingdeel dat maximaal 1 werkdag uit bedrijf is genomen: ! en er zijn geen werkzaamheden aan de leiding verricht en er zijn geen verbindingen ontgraven: geen beproeving noodzakelijk. ! en er zijn wel werkzaamheden aan deze leiding verricht of verbindingen vrijgegraven: wel een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie methode noodzakelijk. ! en er zijn plaatselijk wel werkzaamheden uitgevoerd (bv. bij een storing of inbouw T-stuk): alleen een dichtheidsbeproeving met de visuele inspectie methode noodzakelijk voor wat betreft de gemaakte c.q. gerepareerde verbindingen. - Bij een leidingdeel dat 1 t/m 5 werkdagen uit bedrijf is genomen moet door de (O)IV bepaald worden of deze op dichtheid moet worden beproefd. - Bij een leidingdeel dat langer dan 5 werkdagen en korter dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet op dichtheid worden beproefd. - Bij een leidingdeel dat langer dan 1 jaar uit bedrijf is geweest moet op sterkte en dichtheid worden beproefd. - Bij een nieuw leidingdeel moet op sterkte en dichtheid worden beproefd.
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
VIAG. NEN 7244-7. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. N.v.t.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 1.
Documentnr. : G-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! !
! !
! ! ! !
5.
Uitvoering voor HD door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering voor LD door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. Tijdens het op druk brengen en beproeven van de leidingsectie mogen zich geen personen in de sleuf of in de nabijheid van de leidingsectie bevinden, met uitzondering van de met beproeving belaste medewerkers. Maatregelen nemen om risico’s van persoonlijk letsel te voorkomen. Bij beproeven met lucht of een inert gas extra aandacht besteden aan de veiligheid van medewerkers en personen die zich in de nabijheid van de leidingsectie bevinden of kunnen komen, in verband met het mogelijk explosief bezwijken van de leiding. De aansluitleidingen van de beproevingsapparatuur zo kort mogelijk houden en met zo weinig mogelijk verbindingen aanbrengen. De leidingdelen, appendages en hulpstukken moeten voor minimaal 95% zijn afgedekt met voldoende grond of zand. Leidingdelen, verbindingen en appendages die tijdens de beproeving niet zijn afgedekt, moeten zijn afgeschermd. Onafgedekte leidingdelen, die niet trekvast zijn uitgevoerd, behoren zodanig vast gezet te worden dat verplaatsing tijdens de beproeving uitgesloten is.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Explosief bezwijken van de leiding. Maatregel: Maximale hoeveelheid energie in de leiding beperken.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidshelm, veiligheidsbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur, voorzien van registrerend meter.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Documentnr. : G-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! !
! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Voer de sterktebeproeving uit met water of lucht c.q. inert gas als medium. Voer de sterktebeproeving uit volgens de methode van overdrukmeting (1,5 x MOP). Gedurende de beproevingtijd mag de druk maximaal 10% dalen. Tijdens de sterktebeproeving mag er bijgevuld worden. Voer de sterktebeproeving opnieuw uit, indien de drukdaling tijdens de beproeving met meer dan 10% is gedaald en de test ongeldig is,. Beproef bovengrondse leidingen met water; als deze afgeschermd zijn mag ook met lucht beproefd worden. Beproef hoge druk leidingen met water. Uitzonderingen hierop zijn: 1 bar leidingen, stalen 4 bar leidingen en leidingen als aangegeven in de tabel 1. Deze leidingen mogen ook met lucht worden beproefd.
Tabel 1: Voorwaarden sterkte beproeving 4 en 8 bar leidingen met lucht.
Diameter DN 100 150 200 250 300 400
Voorwaarden sterktebeproeving 4 en 8 Bar bedrijfsdruk met lucht Pe 4 Bar Pe 8 Bar St 8 Bar Binnen bebouwde Buiten bebouwde Binnen bebouwde Buiten bebouwde kom kom kom kom onbeperkt onbeperkt < 60 m Onbeperkt < 60 m onbeperkt < 30 m < 60 m < 40 m onbeperkt < 15 m < 40 m < 25 m < 50 m < 10 m < 25 m < 15 m < 50 m <5m < 15 m < 10 m < 50 m <5m < 10 m
Op afgesloten terreinen of in landbouwgrond geldt geen beperking mits binnen 25 meter geen bebouwing of openbare weg aanwezig is.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen !
Documentnr. : G-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Stel aan de hand van tabel 2 de duur van de sterktebeproeving vast.
Tabel 2: Beproevingstijden en drukken Leidingmateriaal: Beproevingsmethode: Beproevingsmedium:
metaal en kunststoffen overdruk meting water, lucht of inert gas Leiding van kunststof
Bedrijfsdruk
30 en 100 mbar
1 bar
4 bar
8 bar
1 bar
2 bar
6 bar
12 bar
Beproevingsdruk Beproevingstijd
Lucht/inert gas
0,5 uur
24 uur
24 uur
24 uur
Beproevingstijd
Water
0,5 uur
24 uur
24 uur
24 uur
30 en 100 mbar
1 bar
4 bar
8 bar
1 bar
2 bar
6 bar
12 bar
Leiding van metaal Bedrijfsdruk Beproevingsdruk Beproevingstijd
Lucht/inert gas
0,5 uur
1 uur
1 uur
1 uur
Beproevingstijd
Water
0,5 uur
1 uur
1 uur
1 uur
Specificaties meetapparatuur Bedrijfsdruk
30 en 100 mbar
1 bar
4 bar
8 bar
Meetbereik*
0-1,6 bar
0-3 bar
0-9 bar
0-16 bar
10 mbar 25 mbar
40 mbar
Maximale meetfout
4 mbar
Voor zover voldaan wordt aan tabel 1.
24 uur
* Het meetbereik mag de maximale waarden overschrijden, mits voldaan wordt aan de maximale meetfout. ! Voor HD-aansluitleidingen geldt een beproevingsduur van minimaal 5 minuten mits de leidinginhoud ! 80 liter. Indien de leidinginhoud > 80 liter geldt als beproevingsduur tabel 2. ! Verwijder, indien de leiding met water getest is, het water weer. ! Beschouw de leiding als droog als de gewichtsvermeerdering van de laatste zachte foampig, ten gevolge van het opgenomen water, minder is dan 25%. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.3.
Beëindiging. ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op sterkte van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 8.
Opmerkingen. !
!
!
9.
De beproevingsinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o De meetapparatuur is veilig en lekdicht op de te beproeven leidingsectie aangesloten. o De meet- en aansluitleidingen tussen de meetapparatuur en de te beproeven leidingsectie zijn zo kort mogelijk en bevatten zo weinig mogelijk verbindingen. o Voordat met de beproeving wordt gestart moeten de aangesloten instrumenten, leidingen en verbindingen visueel worden gecontroleerd op dichtheid. o De meetapparatuur moet zodanig worden opgesteld dat deze tegen zoninstraling, wind of overige weersinvloeden zoveel mogelijk is afgeschermd en niet toegankelijk is voor onbevoegden. o Wanneer de beproevingsdruk is bereikt, moet de compressor/pomp worden losgekoppeld. De beproevingsapparatuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o De meetapparatuur kan de beproevingsdruk weerstaan. o Toegepaste manometers moeten voldoen aan EN 837-1, EN 837-2 en EN 837-3 en hebben een geldig calibratie-certificaat. De compressor c.q. de pompinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o De compressor c.q. de pompinstallatie moet de vereiste druk, die voor de beproevingsdruk nodig is, kunnen leveren en zijn voorzien van een voor de druk en medium geschikte manometer. o De benodigde slangen en koppelingen moeten geschikt zijn voor het medium en de druk. o Tussen de compressor en de te beproeven leidingdelen moet een olie- en waterscheider zijn aangebracht. o Bij het op druk brengen van kunststofleidingen moet een eventueel te warm beproevingsmedium gekoeld worden. De temperatuur hiervan mag maximaal 40o C zijn.
Referenties. ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
VIAG. NEN 7244-7. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 1.
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 7
Doel. Het veilig beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! !
! ! ! !
5.
Uitvoering voor HD door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering voor LD door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. Er heeft een sterktebeproeving plaatsgevonden, behalve bij een visuele inspectie. Tijdens het op druk brengen en beproeven van de leidingsectie mogen zich geen personen in de sleuf of in de nabijheid van de leidingsectie bevinden, met uitzondering van de met beproeving belaste medewerkers. Maatregelen nemen om risico’s van persoonlijk letsel te voorkomen. De aansluitleidingen van de beproevingsapparatuur zo kort mogelijk houden en met zo weinig mogelijk verbindingen aanbrengen. Leidingdelen, verbindingen en appendages, die tijdens de beproeving niet zijn afgedekt, moeten worden afgeschermd. Onafgedekte leidingdelen, die niet trekvast zijn uitgevoerd, behoren zodanig vast gezet te worden dat verplaatsing tijdens de beproeving is uitgesloten.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidschoeisel, veiligheidshelm, veiligheidsbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Sterkte- en dichtheidsbeproevingsapparatuur, voorzien van registrerende meters.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 7
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering.
7.2.1 Algemeen. ! !
! ! ! ! ! !
!
! ! ! !
! !
!
!
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Voer de dichtheidsbeproeving uit na de sterktebeproeving. De dichtheidsbeproeving bestaat uit twee delen: 1e. De dichtheidsproef (met lucht of inert gas). 2e. Bovengrondse lekdetectie in een later stadium. Beproef de leidingsectie op dichtheid door het meten, registreren en beoordelen van de stabiliteit van de druk in de leidingsectie over een bepaalde periode. Sluit de te beproeven leidingsectie af door middel van eindkappen, flenzen e.d. die minimaal geschikt zijn voor de beproevingsdruk. Voorzie de te beproeven leiding van aansluitmogelijkheden t.b.v. meetapparatuur. Scheid de te beproeven leidingsectie door deze los te koppelen van de bestaande gasvoerende leiding, of het aanbrengen van een steekflens. Open de (eventuele) in de leidingsectie aanwezige afsluiters. Dek minimaal 95% van de sectielengte met voldoende grond af om temperatuursinvloeden te voorkomen. Per te testen sectie mag de totale onafgedekte lengte maximaal 10 mtr. bedragen. Herhaal de dichtheidsbeproeving als eventuele optredende drukdalingen of drukstijgingen, als deze buiten de waarden van tabel 1 vallen, redelijkerwijs niet door temperatuursverschillen of luchtdrukverschillen verklaard kunnen worden. Start de tijdsduurmeting van de dichtheidsbeproeving nadat de druk in de leidingen is gestabiliseerd. Houd rekening met een stabilisatietijd van 24 uur, maar deze is afhankelijk van diverse omstandigheden. Bereken de tijd voor de dichtheidsbeproevingen met lucht of inert gas eventueel via bijlage G-23b “Bepalen beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving. Bepaal door de dichtheidsbeproeving onder bedrijfsdruk of de leidingsectie gasdicht is. De dichtheid is acceptabel als een eventuele lekkage kleiner of gelijk is aan de maximale waarde van de in tabel 1 berekende waarde. Lever na het beproeven de leiding schoon op. Neem na de beproevingen de leidingsectie direct in bedrijf conform VWI G-20 “Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen” en VWI G-21 “Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen”. Als de leiding niet direct in bedrijf wordt genomen, moet de leidingsectie onder druk worden gehouden. Vóór het in bedrijf nemen moet worden gecontroleerd of de leiding nog op druk staat. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 7
7.2.2 Beproevingsmethodes. 1e. Overdrukmeting met vastlegging/registratie van omgevingtemperatuur en drukverloop in de leidingsectie. 2e. Verschildrukmeting met referentievat en differentiaalmanometer en vastlegging/registratie van omgevingtemperatuur en drukverloop in de leidingsectie. 3e. Visuele inspectiemethode met beoordeling op dichtheid. 7.2.3 Overdrukmeting. !
! ! ! !
De overdrukmeetmethode voor de bedrijfsdrukken 1, 4, en 8 bar is slechts geschikt voor leidingsecties met een beperkte inhoud in verband met de benodigde beproevingstijd. Dit is afhankelijk van de NK-klasse van meetapparatuur. De beproeving dient, opvolgend aan de sterktebeproeving met lucht c.q. inert gas te worden uitgevoerd. De meting uitvoeren met een verschildrukmeter met een nauwkeurigheid conform tabel 2. Nadat de druk en temperatuur van de leidingsectie zijn gestabiliseerd, kan met de beproeving worden begonnen. Het volgende meten en registreren: o Beproevingsdruk. o Atmosferische druk (tenzij er t.o.v. van de absolute druk gemeten wordt). o Omgevingstemperatuur.
7.2.4 Verschildrukmeting. ! ! ! ! ! ! !
!
! !
De leidingsectie gelijk met het referentievat op gelijke beproevingsdruk brengen. Toepassing van lucht of inert gas als beproevingsmedium. De meting uitvoeren met een verschildrukmeter met een nauwkeurigheid conform tabel 3. De inhoud van het referentievat is minimaal 1500 maal de inhoud van de verbindingsslang tussen het referentievat en de verschildrukmeting. Het referentievat moet zo worden ingegraven dat dit vat de temperatuurwisselingen van de te beproeven leiding volgt. Bij de beproeving de leiding en het referentievat met minimaal 40 cm grond afdekken om invloeden van temperatuurswisselingen te voorkomen. Nadat de temperatuur en druk in de leidingsectie en het referentievat is gestabiliseerd, wordt de verbinding tussen de te beproeven leidingsectie en het referentievat onderbroken door tussenschakeling van differentiaalmanometer/datalogger. Het volgende meten en registreren: o Verschildruk. o Grondtemperatuur. De grondtemperatuur meten met een temperatuurmeter, welke op minder dan 10 cm van de pijpwand wordt geplaatst, gemeten op de horizontale hartlijn van de pijp. Het aantal grondthermometers bedraagt minimaal twee, afhankelijk van de leidinglengte.
7.2.5 Visuele inspectiemethode. !
!
Beproeving onder bedrijfsdruk (= beproevingsdruk) uitvoeren, waarbij de lekdichtheid van de verbindingen, visueel wordt gecontroleerd door gebruik van een door de netbeheerder goedgekeurd lekzoekmiddel. Van toepassing op de volgende situaties: o Verbindingen tussen de nieuwe en bestaande leiding, z.g. montageverbindingen. o Saneringswerkzaamheden: bij toepassing van de werkmethode “gas meenemen”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen
! ! ! ! 7.3.
o Reparaties/herstelwerkzaamheden. o Verbindingen in meet- en regelstations. Verbindingen moeten vrij toegankelijk zijn. Verbindingen moeten vrij zijn van vet, verf, bekleding, bescherming of andere belemmeringen. Verbindingen visueel inspecteren op beschadigingen. Direct na de dichtheidscontrole, de vloeistof van de leiding verwijderen d.m.v. goed schoon spoelen met water.
Beëindiging. ! !
! !
7.4
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 7
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter. Laat om de dichtheidsbeproeving af te ronden binnen een periode van 2 tot 4 weken na het in bedrijf nemen van de leidingsectie, een controle uitvoeren op de aanwezigheid van mogelijke gaslekken volgens methode van bovengronds lekzoeken. In overleg met de netbeheerder kan van deze termijn worden afgeweken.
Technische gegevens dichtheidsbeproeving met lucht of inert gas De tijd voor de dichtheidbeproeving wordt bepaald met de volgende formule.
T I MOP Pw R
= = = = =
Ql
=
Tijd in uren Inhoud in m3 Maximale bedrijfsdruk in (m)bar absoluut Werkelijke testdruk in (m)bar absoluut Kleinst meetbaar drukverschil (NK x meetbereik) in mbar (min. waarde 3 mbar) Veiligheidscriterium 5 liter/uur
Tabel 1 Toegestaan drukverlies Leidingmateriaal: Beproevingsmethode: Beproevingsmedium:
metaal en kunststoffen overdruk meting en verschildrukmeting lucht of inert gas Bedrijfsdruk
1 bar
4 bar
8 bar
Beproevingsdruk
30/100 mbar 200 mbar
1 bar
4 bar
8 bar
Overdruk meting
Toegestaan ! p
"3 mbar
"12 mbar
"75 mbar
Verschildruk meting
Toegestaan ! p
"3 mbar
"3 mbar
"45 mbar "3 mbar
"3 mbar
Nb. Voor PE geldt een maximale beproevingsdruk van 6 bar met een toegestaan ! p van " 60 mbar
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 5 van 7
7.4.1 Technische gegevens meetinstrumenten Het instrument moet voldoen aan de criteria genoemd in de tabellen 2 en/of 3. De temperatuur meting moet plaatsvinden met een meetnauwkeurigheid van 0,1˚ Celsius. Tabel 2 specificaties meetinstrument overdrukmeting Type meetinstrument: Precisie meetinstrument Standaard meetbereik:
1,5 keer de beproevingsdruk
Nauwkeurigheids Klasse:
Minimaal 0,25 % van het standaard meetbereik
Bedrijfsdruk gasnet
30 / 100 mbar
1 bar
4 bar
8 bar
Dichtheidbeproeving druk
200mbar
1 bar
4 bar
6/8 bar
Minimaal meetbereik
0 - 400mbar
0 - 1,6 bar
0 - 6 bar
0 - 10 bar
Maximale meetfout
1 mbar
4 mbar
15 mbar
25 mbar
Tabel 3 specificaties meetinstrument verschildrukdrukmeting Type meetinstrument: Differentiaalmanometer. Minimale Nauwkeurigheids Klasse: 0,25 % Meetbereik Lagedrukgasnet
30 en 100 mbar
Hogedrukgasnet
1 bar
4 bar
8 bar 8 bar
Dichtheidbeproevingdruk
200mbar
1 bar
4 bar
Afleesnauwkeurigheid
0,1 mbar
0,1 mbar
0,1 mbar
8.
0,1 mbar
Opmerkingen. !
!
!
De beproevingsinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o De meetapparatuur is veilig en lekdicht op de te beproeven leidingsectie aangesloten. o De meet- en aansluitleidingen tussen de meetapparatuur en de te beproeven leidingsectie zijn zo kort mogelijk en bevatten zo weinig mogelijk verbindingen. o Voordat met de beproeving wordt gestart moeten de aangesloten instrumenten, leidingen en verbindingen visueel worden gecontroleerd op dichtheid. o De meetapparatuur moet zodanig worden opgesteld dat deze tegen zoninstraling, wind of overige weersinvloeden zoveel mogelijk is afgeschermd en niet toegankelijk is voor onbevoegden. o Wanneer de beproevingsdruk is bereikt, moet de compressor/pomp worden losgekoppeld. o Bij kunststofleidingen moet een te warm beproevingsmedium worden gekoeld. De temperatuur hiervan mag maximaal 40 °Celsius zijn. De beproevingsapparatuur moet aan de volgende voorwaarden voloen: o De meetapparatuur kan de beproevingsdruk weerstaan. o Toegepaste manometers moeten voldoen aan EN 837-1, EN 837-2 en EN 837-3 en hebben een geldig calibratie-certificaat. De compressor c.q. de pompinstallatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o De compressor c.q. de pompinstallatie moet de vereiste druk, die voor de beproevingsdruk nodig is, kunnen leveren en zijn voorzien van een voor de druk en medium geschikte manometer. o De benodigde slangen en koppelingen moeten geschikt zijn voor het medium en de druk.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen 9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 6 van 7
VIAG. NEN 7244-7. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-20 Het in en uit bedrijf nemen van LD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen. VWI G-21 Het in en uit bedrijf nemen van HD-leidingen, incl. eventueel duurzaam buiten bedrijf stellen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Formulier Bepaling beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving.
Tabel 4
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen Leiding materiaal Leiding lengte Leidinginhoud
INHOUDSBEREKENING lijst meter m3 Berekening
Puldown Invulvak
Deelnet/Bedrijfsdruk Pulldown
Documentnr. : G-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 7 van 7
BEREKENING BEPROEVINGSTIJD 8 bar/6bar/4bar/1bar/200mbar
STERKTEBEPROEVING Druk Koppelen aan bedrijfsdruk C14 en tabel 3 NEN7244-7 Metaal 1 uur vast gegeven Kunststof 24 …0,5 uur… Koppelen aan bedrijfsdruk C14 en tabel 3 NEN 7244-7 DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET LUCHT/INERT GAS NK % FS testapp. Puldown 0,25/0,2/0,15/0,1/0,05/0,01 Beproevingstijd dgn/uren/minuten Minimum waarde =15 MINUTEN !!! De beproevingstijd kan afwijken door verschil tussen testdruk en bedrijfsdruk!!!!! Te gebruiken formule voor deze tabel… MOPxR T= inhoud x Pwerk x Ql
MOP =1 Pwer
DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET WATER beproevingsdruk koppelen aan bedrijfsdruk D14 Stabilisatietijd 24 uur beproevingtijd 24 uur Max drukdaling 3 mbar Voorwaarde dat dit is te meten met de apparatuur Formule voor de testapparatuur…., MOPxR T= inhoud x Pwerk x Ql Inhoud R Pwerk Ql
m3 kleinst meetbaar drukverschil ( NK x meetbereik) in mbar !!! Minimale waarde = 3mbar !!! Testdruk werkelijk absoluut Veiligheidscriterium 5 liter per uur
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Bijlage bij Veiligheids Werk Instructie G-23 Bepalen beproevingsduur bij dichtheidsbeproeving van LD en HD gasdistributieleidingen en HD aansluitleidingen
Documentnr.
: G-23B
Datum / versie
: 15 februari 2010
Blad
:1
Status
: Definitief
GEGEVENS VOOR BEREKENING BEPROEVINGSDUUR Leidingmateriaal Leidinglengte Leidinginhoud
meter
Lengte opgegeven!
Materiaal en lengte invoeren! m3
Deelnet/Bedrijfsdruk
LET OP: leidingmateriaal!
30 mbar
Bedrijfsdruk opgeven!
%
Nauwkeurigheidsklasse beproevingsapparaat
Nauwkeurigheid opgegeven!
DICHTHEIDSBEPROEVING OVERDRUKMETING MET LUCHT OF INERT GAS Beproevingsdruk
200 mbar
LET OP: leidingmateriaal!
#VALUE!
Beproevingsduur
dagen #VALUE!
OPMERKINGEN STERKTEBEPROEVING - zie VWI G-22 STABILISATIETIJD - zie VWI G-23 BEPROEVINGSDUUR testapparaat kan afwijken door verschil tussen ingestelde testdruk en aangegeven bedrijfsdruk! BEPROEVINGSDUUR is mininimaal 15 minuten TOEGESTANE DRUKDALING - zie VWI G-23
5/18/11
uren #VALUE!
minuten #VALUE!
Veiligheidswerkinstructie
Het plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen
1.
Documentnr. : G-24 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen.
2.
Toepassingsgebied. LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! !
! ! !
! !
!
!
5.
Uitvoering door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via bedieningsplan. Mate van toezicht ! DN 150 wordt door WV bepaald. Mate van toezicht > DN 150 de WV voortdurend.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Gasblazen dienen gasloos geplaatst te worden. Is dit om technische redenen niet mogelijk dan moeten er aanvullende veiligheidsmaatregelen in het werkplan worden opgenomen. De werkzaamheden moeten zodanig worden voorbereid dat de onderbrekingstijd zo kort mogelijk is. Een eventuele bypass dient gasloos geplaatste en verwijderd te worden. Zorg altijd dat afdichtingstoppen en/of eindkappen onder handbereik aanwezig zijn. Het plaatsen van tijdelijke afsluitmiddelen mag alleen plaatsvinden buiten de gevarenzone, dus ! 10% LEL. Een reserveblaas met een reservelans dient gebruiksklaar binnen handbereik aanwezig te zijn. Bij hoofdleidingen waarbij de nominale diameter " DN 150 is, mag één gasblaas geplaatst worden, mits deze voorzien is van het QA-keurmerk van Gastec. Zo niet, dan dienen er twee gasblazen in serie geplaatst te worden. Bij hoofdleidingen waarbij de nominale diameter > DN 300 is, dienen twee gasblazen in serie te worden geplaatst. De twee buitenste gasblazen dienen als eersten gasloos te worden geplaatst en ook weer als laatste te worden verwijderd. De twee binnenste gasblazen dienen van gelijkwaardige kwaliteit te zijn. Blazen dienen zich onder direct toezicht van het met de uitvoering belaste personeel te bevinden; is dit niet het geval dan dient minimaal een VOP-ondersteunend toezicht te houden op de blazen.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, toezicht op blazen, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen
Documentnr. : G-24 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico; Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, stofbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Apparatuur om gasblazen gasloos te plaatsen. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! ! ! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Controleer de gasblazen op eventuele beschadigingen. Bij beschadiging mag een gasblaas niet worden toegepast. Controleer de goede werking van de manometer en de dichtheid van de gasblazen volgens specificaties van de fabrikant. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer de buisdiameter en selecteer de juiste diameter van de boor / frees, BG opzetstukken en gasblazen conform de specificaties van de fabrikant. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. Plaats 1e gasblaas, drukmeten aan beide zijde van de 1e blaas. Plaats de andere buitenste gasblaas. Maak het leidingdeel tussen de gasblazen drukloos. Plaats, indien van toepassing, de 2e blazen in het drukloos deel. Zorg voor voldoende tussenruimte tussen de blazen en de plaats van werkzaamheden. Bewaak de netdruk en de druk in de blazen tijdens de werkzaamheden. Voer de overige werkzaamheden uit.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het plaatsen en verwijderen van gasblazen in LD-leidingen ! ! ! ! 7.3.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen !
9.
Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. Verwijder de gasblazen, ontluchten op een veilige manier en plaats op minimaal 2,5 mtr. boven maaiveld, tot de gasconcentratie weer 100% aardgas is. Controleer verbindingen en appendages op dichtheid. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! !
8.
Documentnr. : G-24 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. “Handboek 96b” van de CROW. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het stoppelen van HD-leidingen
1.
Documentnr. : G-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig stoppelen van HD-leidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
!
5.
Uitvoering door in stoppelen gespecialiceerde medewerkers of bedrijven (mogelijk leken). Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering bedieningshandelingen door minimaal AVP netten. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht door de WV voortdurend.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene gebeurtenissen, genomen kunnen worden. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten, zo mogelijk noodplan in werking laten treden. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het stoppelen van HD-leidingen
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste BPM´s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidshelm, stofbril, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! ! ! ! !
7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart. Controleer certificering lasser. Controleer afsluiters t.b.v. noodplan op bereikbaarheid en bedienbaarheid conform VWI G-43 “Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten”. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! !
!
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! 7.3.
Documentnr. : G-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Koppel, indien van toepassing, de KB af volgens bedrijfsinstructies. Voer de laswerkzaamheden uit conform VWI G-28 “Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten” of VWI G-29 “Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten”. Controleer de verbindingen t.b.v. het stoppelen conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Plaats de stoppels volgens de in het werkplan opgenomen volgorde. Voltooi de stoppelactiviteiten en lever het leidingdeel waar aan moet worden gewerkt drukloos op. Maak, indien nodig, voor het onderbreken van de gasleiding een elektrische geleidende verbinding met aarde. Laat de geplande werkzaamheden aan de gasleiding uitvoeren. Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Ontlucht het betreffende leidingdeel. Verwijder de stoppelapparatuur volgens de in het werkplan opgenomen volgorde. Controleer de verbindingen en appendages op dichtheid. Herstel de buisbekleding volgens bedrijfsinstructies. Sluit, indien van toepassing, de KB aan volgens bedrijfsinstructie. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! !
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het stoppelen van HD-leidingen 8.
Opmerkingen !
9.
Geen.
Referenties ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-28 Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten. VWI G-29 Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten. VWI G-43 Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-27 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
!
! ! ! ! !
5.
Uitvoering voor HD-netten door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht in HD-netten de WV voortdurend. Mate van toezicht in LD-netten wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Knevelen van PE-leidingen mag alleen worden toegepast als andere afsluitmethodieken redelijkerwijs niet gebruikt kunnen worden Er mag alleen gereedschap gebruikt worden dat specifiek voor het knevelen is ontworpen. Knevels dienen zich onder direct toezicht van het met uitvoering belaste personeel te bevinden; is dit niet het geval dan dient minimaal een VOP-ondersteunend toezicht te houden op de knevels. Bij het knevelen van een leiding met dn > 63 mm of een bedrijfsdruk ! 1 bar moet de buis op twee plaatsen worden gekneveld. Het leidingdeel tussen de knevelplaatsen moet worden geventileerd. Bij het knevelen van een leiding met dn " 63 mm en een bedrijfsdruk " 200 mbar mag de buis op één plaats worden gekneveld. Bij buitentemperaturen lager dan 0°C en bij 1e generatie PE-buis mag uitsluitend in noodgevallen gekneveld worden. De WV neemt hierin de beslissing. Als niet bekend is welke PE-generatie buis het betreft, dan moet uitgegaan worden van 1e generatie PE. Als de wanddikte niet is af te leiden uit tekeningen en/of opschriften op de leiding, dan moet er een ultrasone wanddiktemeting worden uitgevoerd. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten
Documentnr. : G-27 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
7. 7.1.
Werkwijze. Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Knevelapparatuur.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
! !
! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Bepaal de plaats van de knevel: o De afstand tot verbindingen moet ten minste 3 x DN zijn. o De afstand tot andere knevelpunten moet ten minste 6 x DN zijn. Bepaal de wanddikte van de te knevelen buis. Stel het knevelgereedschap in: o Leidingen met dn " 63 mm knevelen mag met hand bediend gereedschap o Leidingen met dn > 63 mm knevelen met hydraulisch bediend gereedschap. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Plaats de knevels volgens de in het werkplan aangegeven volgorde. Voltooi de knevelactiviteiten en lever het leidingdeel waaraan gewerkt moet worden drukloos op. Controleer na het drukloos maken of er geen drukopbouw plaatsvindt of kan plaatsvinden. Voer de overig geplande werkzaamheden uit. Vraag bij het meldpunt weer toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Ontlucht het betreffende leidingdeel. Verwijder de knevels. Controleer de verbindingen en appendages op dichtheid. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten
7.3.
Beëindiging. ! ! !
8.
Documentnr. : G-27 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Registreer de benodigde gegevens. De knevelplekken moeten worden vastgelegd. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Bijzondere omstandigheden. Leidingmateriaal van 1e generatie PE of dat bij een lagere buitentemperatuur dan 0 °C of langer dan 24 uur is gekneveld, moet binnen de termijn van één jaar worden vervangen. Snelheid dichtdrukken knevelapparaat (zie tabel 1). Norm voor dichtdrukken: altijd minimaal 1 minuut en een snelheid van <51 mm/min. Snelheid openen knevelapparaat (zie tabel 1). ! Het te snel openen van de knevels heeft een negatieve invloed op de restlevensduur van de buis. ! De eerste fase van het openen van het knevelapparaat, tot de toestand waarin de buiswanden net niet meer tegen elkaar worden gedrukt, moet ten minste 1 minuut duren. ! Norm tot openen: <13 mm/min. ! Na het verwijderen van het knevelgereedschap moet de buis uit zichzelf de “vrijwel oorspronkelijke vorm” aannemen. ! Dit proces mag niet worden geforceerd, door bijvoorbeeld rondingklemmen aan te brengen of op een andere wijze.
Tabel 1– Drukroldiameter, knevelfactor en knevelsnelheid Buitendiameter Minimum Knevel Snelheid Snelheid leiding drukroldiameter factor sluiten openen (mm) (mm) (%) (mm/min) (mm/min) D " 63 25.0 80 < 51 < 13 63 < D " 250 38.0 80 < 51 < 13 250 < D " 630 50.0 90 < 51 < 13 Altijd minimaal 1 minuut Altijd minimaal 1 minuut Tabel 2 – Afstand-schijven/ringen op knevelapparaat knevelfactor 80% (SDR 17,6). Diameter PE (mm) Wanddikte(mm) Dikte schijven/ringen (mm) SDR 17,6 2 x wanddikte x 80% 25 2.0 3.20 32 2.0 3.20 32 2,3 3.68 40 2.3 3.68 50 2.9 4.64 63 3.6 5.76 75 4.3 6.88 90 5.2 8.32 110 6.3 10.08 125 7.4 11.84 160 9.5 15.20 200 11.9 19.04
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het knevelen van PE-leidingen in HD- en LD-netten
Documentnr. : G-27 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Tabel 2 – Afstand-schijven/ringen op knevelapparaat knevelfactor 80% (SDR 11). Diameter PE (mm) Wanddikte (mm) Dikte schijven / ringen (mm) SDR 11 2 x wanddikte x 80% 25 2.3 3.68 32 3.0 4.80 40 3.7 5.92 50 4.6 7.36 63 5.8 9.28 75 6.8 10.88 90 8.2 13.12 110 10.0 16.00 125 11.4 18.24 160 14.6 23.36 200 18.2 29.12 Knevelfactor. Is de verhouding tussen onderlinge afstand drukrollen en wanddikte PE-buis. Een knevelfactor van 80% betekent dat met enige kracht de leiding wordt samengeperst. De onderlinge afstand tussen de drukrollen is kleiner dan 2x de opgetelde wanddikte. De wand wordt dus 20% ingedrukt. L= (2xWD) x knevelfactor/100%. L = onderlinge afstand tussen de drukrollen van het knevelapparaat. WD = wanddikte PE-buis. Standard Dimension Ratio SDR. Verhouding tussen buitendiameter van de buis en de wanddikte. 1e generatie PE-buis. Gemaakt uit materiaal PE50 of PE63 en werd toegepast tot 1980. 2e en 3e generatie PE-buis. Gemaakt uit materiaal PE80 of PE100 en wordt toegepast vanaf 1980. De aanduiding is op de buiswand aangegeven.
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! !
10.
VIAG. NEN 7244-2. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-28 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! !
! ! ! ! !
!
5.
Uitvoering door een gecertificeerde PE-lasser (leek). Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor HD-netten door minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking HD-netten door minimaal WV-netten, via werkplan. Opdrachtverstrekking LD-netten door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht in HD-netten de WV voortdurend. Mate van toezicht in LD-netten wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Alle werkzaamheden ten aanzien van elektrolassen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gecertificeerde PE-lassers. Het certificerend bedrijf dient CKB erkend te zijn. De lascondities (las- en koeltijden) moeten worden aangehouden. Tijdens het lasproces mogen zich geen personen in de werkput bevinden. De toe te passen lasmethode is bepaald aan de hand van het op blad 3 opgenomen stroomdiagram Het onder gasdruk lassen van aftakhulpstukken op PE met een SDR klasse boven 17,6 in HD-netten is niet toegestaan. In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene gebeurtenissen, genomen kunnen worden. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV, zo mogelijk noodplan in werking laten treden. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten
Documentnr. : G-28 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrij houden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Lastransformator: Elektrolasmachine conform ISO 12176-2 met een uitgangsspanning van maximaal 50 V (Safety Very Low Voltage).
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Uitvoering. ! !
! ! !
! 7.3.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Schil de oxidehuid van de oppervlakte van de buis in de te lassen vlakken met daartoe vervaardigde schiller. Is dit niet mogelijk, dan mag er geschraapt worden met speciaal daartoe vervaardigde apparatuur. Pas zo nodig buisklemmen toe om de buis rond gespannen te krijgen. Maak de elektrolasverbinding. Voer voor het doorboren van het zadel een sterkte- en dichtheidsbeproeving uit conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HDaansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD-en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op PE in bestaande HD- en LD-netten
8.
Documentnr. : G-28 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Opmerkingen. Stroomdiagram bepalen lasmethode PE leidingen
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
VIAG. NEN 7244-2. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-29 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
! !
!
5.
Uitvoering door een gecertificeerde lasser (leek). Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor HD-netten door minimaal AVP-netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering van alle bijbehorende gastechnische werkzaamheden voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering bedieningshandelingen voor HD-netten door minimaal AVP-netten. Uitvoering bedieningshandelingen voor LD-netten door minimaal AVP LD-netten. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht bij HD-leidingen door de WV voortdurend. Mate van toezicht bij LD-leidingen wordt door de WV bepaald, de WV bepaalt wie toezicht houdt (moet minimaal AVP LD-netten zijn).
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Lassen aan een gasleiding, onder bedrijfsdruk, mag alleen als de wanddikte dit toelaat en niet door corrosie is aangetast. Voor deze laswerkzaamheden is een lasmethodebeschrijving (LMB) noodzakelijk. In deze beschrijving zijn alle benodigde lasparameters aangegeven, welke voor het veilig en juist maken van de las noodzakelijk zijn. Voor aanvang van de werkzaamheden moet de desbetreffende WV zich ervan overtuigen dat de lasmethodebeschrijving op het werk aanwezig is en gevolgd wordt. De KB, indien noodzakelijk, voor aanvang laswerkzaamheden uitschakelen en na afronding van de werkzaamheden weer inschakelen. In het werkplan is tevens een noodplan opgenomen. In dit noodplan zijn de uitwijkmogelijkheden beschreven, welke bij het optreden van onvoorziene gebeurtenissen, genomen kunnen worden. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV, zo mogelijk noodplan in werking laten treden. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten
Documentnr. : G-29 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW, paraplu. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen externe ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”, voortdurend toezicht houden. Risico:
Aanraakgevaar van onder spanning staande delen van een lasstroomcircuit (de elektrode en het werkstuk). Maatregel: Gebruik maken van elektrisch isolerende PBM’s, aanraken vermijden.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidschoeisel, lasoverall, lasbril, lashelm/laskap, lashandschoenen, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Lastrafo en lasaggregaat.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Uitvoering. ! ! !
! 7.3.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Last Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Voer het laswerk uit conform vastgestelde lasmethode beschrijving (LMB). Beproef de gelaste componenten conform VWI G-22 “Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen” en VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! !
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het lassen van aftakhulpstukken op staal in bestaande HD- en LD-netten 8.
Opmerkingen. !
9.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Documentnr. : G-29 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 7244-3. NEN 12732. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-22 Het beproeven op sterkte van HD- en LD- leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen
1.
Documentnr. : G-31 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV-netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De te controleren buis moet droog zijn. Afvonken mag niet gelijktijdig met andere werkzaamheden aan de leiding plaatsvinden. De KB, indien noodzakelijk, voor aanvang werkzaamheden uitschakelen en na afronding van de werkzaamheden weer inschakelen. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Aanraakgevaar van onder spanning staande blanke delen. Maatregel: Gebruik maken van elektrisch isolerende PBM’s, aanraken vermijden.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidschoeisel, handschoenen, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Afvonk apparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer de bekleding van de leiding bijv. door middel van afvonken. Voer eventuele reparaties uit. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
!
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. !
7.3.
Documentnr. : G-31 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Meetmethode. De vonklengte-methode wordt toegepast. Dat wil zeggen dat het afstellen van de vereiste vonklengte gebeurt met behulp van een "vonkbrug". De instelling van de vonklengte is afhankelijk van de soort bekleding en de dikte van de bekleding. Tijdens het afvonken dient men te controleren of de ingestelde waarde nog juist is. Dit omdat de accuspanning en/of de luchtvochtigheid kan veranderen. Vonklengte Het instellen van de vonklengte moet onder dezelfde omstandigheden plaatsvinden als het afvonken. In onderstaande tabel is voor enkele bekledingen vermeld op welke waarde de vonklengte ingesteld dient te worden.
Vochtvorming. Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het controleren van bekleding van HD- en LD-leidingen
Documentnr. : G-31 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Als er zich voor de borstel/veer waterdruppels vormen tijdens het afvonken moet de buis droog worden gemaakt. Aarden. Vóór het afvonken dient men de aardkabel met een klem aan de stalen leiding te verbinden. (tekening 1) Als dit wegens een te grote overbruggen afstand moeilijk uitvoerbaar is, dient men zowel de aardkabel als de leiding door middel van een aardpin met de bodem te ver binden. (tekening 2) Of eventueel met een sleepketting. Bij reparaties kan voor het afvonken door middel van een aardpen via aarde contact gemaakt worden met de buis. (tekening 3)
9.
Referenties. ! ! ! ! ! ! !
10.
VIAG. NEN 7244-3. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het bovengronds gaslekzoeken
1.
Documentnr. : G-35 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig bovengronds gaslekzoeken.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP. De uitvoerenden zijn gecertificeerd volgens de certificeringsregeling van de “Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken”. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen ter plaatse beschikbaar. De te gebruiken gasdetectie apparatuur dient volledig te voldoen aan in de “Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken” beschreven voorwaarden.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, werken conform “Handboek 96b” van de CROW en de voorschriften van de wegbeheerder.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gasdetectie-apparatuur, geschikt voor bovengronds gaslekzoeken.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV.
Uitvoering. ! ! ! !
Controleer detectieapparatuur volgens de “Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken” op goede werking. Leg resultaten van deze controles vast in logboek. Beoordeel continu of wordt voldaan aan de criteria genoemd in de “Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken”. Voer het gaslekonderzoek uit van de geselecteerde gasleidingen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het bovengronds gaslekzoeken
!
! ! 7.3.
Geen.
Referenties. ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Opmerkingen. !
9.
Neem bij een lekindicatieklasse 1 onmiddellijk contact op met het contactpersoon van het netbeheerder. Deze bepaalt vervolgens in overleg met de gaslekzoeker de te nemen vervolgacties. Betreed geen opstallen als de gasdetectie-apparatuur niet ATEX veilig is. Neem contact op met de WV, als zich onvoorziene omstandigheden voordoen tijdens de werkzaamheden.
Beëindiging. ! !
8.
Documentnr. : G-35 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. NEN 7244-9. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. Meetprocedure voor bovengronds lekzoeken. „Handboek 96b“ van de CROW.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken
1.
Documentnr. : G-36 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 5
Doel. Het veilig veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal AVP netten. Als door de melder expliciet aangegeven wordt dat de gaslucht zich in de meterkast bevindt, is uitvoering door minimaal VP acceptabel. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende verlicht. De actuele tekeningen zijn ter plaatse aanwezig. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Indien bij de werkzaamheden een gasconcentratie >10% LEL wordt gemeten de gevarenzone verlaten en de WV raadplegen Werkzaamheden in de gevarenzone zijn niet toegestaan. Bij een gasluchtmelding binnen of nabij een gevel nooit aanbellen bij de betreffende panden. Er zijn goede communicatiemiddelen beschikbaar. De (eventuele) vluchtwegen moeten vrij toegankelijk zijn. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Gaslekken of gaslekindicaties, anders dan na het periodiek gaslekonderzoek, moeten worden behandeld als een lek met lekindicatie klasse 1.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Bedwelming of verstikking. Maatregel: Gasdetectie apparatuur gebruiken en gevarenzone tijdig verlaten. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen volgens “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken 6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! !
7.
Documentnr. : G-36 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 5
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectieapparatuur. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Afzet- en/of markeringsmaterialen.
Werkwijze. Voorbereiding. ! ! !
! ! 7.1.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Vervolgens kan de WV een werkplan maken Zorg dat meetapparatuur ingeschakeld is bij aankomst nabij de opgegeven locatie. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! !
! ! ! ! ! !
Parkeer het voertuig op veilige afstand van de opgegeven locatie. Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Benader al metende met gasdetectieapparatuur de opgegeven locatie en blijf voortdurend meten (zie opmerkingen). Bepaal de gevarenzone. Bij het bepalen van de gevarenzone moet het onderzoek zijn gericht op de locatie van de gasmelding en de naburige gebouwen, kruipruimten en/of ondergrondse kanalen. Waarschuw, conform de bedrijfsprocedure, eventueel de WV. Laat, indien nodig, de hulp van de politie en/of de brandweer inroepen. Markeer de gevarenzone en zet deze af. Maan personen binnen de gevarenzone deze zo snel mogelijk te verlaten. Blijf alert op ontstekingsbronnen. Meet voor het betreden van een gebouw de gasconcentratie in het gebouw. Afhankelijk van deze meting kunnen zich de volgende situaties voordoen: 1. De gemeten gasconcentratie is ! 10% LEL dan de volgende maatregelen treffen: o Het gebouw niet betreden. o Eventuele personen in het gebouw manen het pand te verlaten. Voor evacueren zo nodig hulpdiensten laten inschakelen. Ook de WV informeren. o Maatregelen nemen om de gasconcentratie te verlagen. 2. De gemeten gasconcentratie is < 10% LEL dan de volgende maatregelen nemen: o Het gebouw mag worden betreden. o De gasconcentratie dient na het betreden continu te worden gemeten. o Handel volgens situatie 1 wanneer de gasconcentratie op enige locatie in het gebouw ! 10% LEL wordt.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken
!
! ! !
! ! ! 7.2.
3. Voor het meten van de gasconcentratie in een niet betreedbare meterruimte geldt het volgende: o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en – componenten) kleiner dan 10% LEL wordt gemeten, dan kan de elektriciteit worden uitgeschakeld. o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en – componenten) tussen 10% LEL en 50% LEL wordt gemeten, dan moet de hoofdkraan worden gesloten. o Indien een gasconcentratie in de vrije ruimte (> 0,5 mtr. van gasleidingen en – componenten) hoger dan 50% LEL wordt gemeten, dan moet het gebouw worden verlaten en gelden de bepalingen volgens situatie 1. Voorkom zoveel mogelijk dat bij een gaslekkage buiten een gebouw het bovengronds uitstromende gas in een gebouw komt en/of via verbrandingstoestellen of andere ontstekingsbronnen kan worden ontstoken. Sluit eventueel ramen en deuren. Meet, als een gasleklocatie op minder dan 2 meter van een gebouw is vastgesteld, direct de gasconcentratie in het gebouw, met name in de kruipruimten. Onderzoek, nadat alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen, de oorzaak van de gaslekkage of de gaslucht. Voer een dichtheidsbeproeving uit als het gaslek niet door meting of afzepen kan worden vastgesteld, conform VWI G-07 “Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen " G25”, VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen” of VWI G-23 “Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen”. Laat vervolgens conform VWI G-37 “Het repareren van lekken in HD- en LDleidingen” de oorzaak van de gaslekkage of gaslucht wegnemen. Overleg met de WV als er geen gasleklocatie kan worden vastgesteld. Hef, voor zover mogelijk, de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
!
8.
Documentnr. : G-36 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 5
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. ! !
Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan. Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande handreikingen gebruikt worden: o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen. o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de bodem van de werkput hoger is. o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig zijn uitgevoerd. o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden. o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte beneden de 10% LEL. o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken 9.
Documentnr. : G-36 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 5
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
VIAG. NEN 7244-9. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-07 Het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen " G25. VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen. VWI G-23 Het beproeven op dichtheid van HD- en LD-leidingen, incl. HD-aansluitleidingen. VWI G-37 Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Documentnr. : G-36 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 5 van 5
Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken
10.
Bijlagen.
Tabel gasconcentraties en zone indeling.
P.P.M.
% L.E.L.
% GAS
1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000
100 80 60 40 20
150.000 130.000 110.000 90.000 70.000 50.000
100
15 13 11 9 7 5
40.000 30.000 20.000 10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000
80 60 40 20 18 16 14 12 10
4 3 2 1 9 0,8 0,7 0,6 0,5
4.000 3.000 2.000 1.000 500 400 300 200 100 10 0
8 6 4 2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0,02 0
0,4 0,3 0,2 0,1 0,05 0,04 0,03 0,02 0,01 0,001 0
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
ZONE INDELING GEVARENZONE
INFO Bij meer dan 20% gas in lucht, ben je bij inademing binnen 10 seconden bewusteloos.
VERSTIKKING
GEVARENZONE BRAND
Een gas-luchtmengsel is explosief tussen de grenzen van 5% en 15% gas in lucht.
EXPLOSIE
GEVARENZONE
Indien er een gasconcentratie gemeten wordt groter dan 10% LEL, is er sprake van de gevarenzone. Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan.
VENTILEREN
NABIJHEIDSZONE TOEGANKELIJK
De gasconcentratie voortdurend blijven meten.
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen
1.
Documentnr. : G-37 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig repareren van lekken in HD- en LD-leidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. !
!
!
! ! !
4.
Uitvoering HD-leidingen en HD-aansluitleidingen: o Onder druk door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. o Drukloos door minimaal AVP netten. o Gasloos door minimaal VP. Uitvoering LD-leidingen: o Onder druk door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. o Drukloos door minimaal AVP LD-netten. o Gasloos door minimaal VP. Uitvoering LD-aansluitleidingen: o Onder druk door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP. o Drukloos c.q. gasloos door minimaal VP. Opdrachtverstrekking voor HD-leidingen door minimaal WV netten, via werkplan. Opdrachtverstrekking voor LD-leidingen en drukloze HD-aansluitleidingen door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
!
!
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn als de werkzaamheden invloed hebben op de bedrijfsvoering. De eventuele gevarenzone is conform G-36 “Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken” afgebakend. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”. Ontstekingsbronnen buiten de gevarenzone houden. Definitieve reparatie verdient de voorkeur boven een tijdelijke reparatie. Na reparatie van een lekkage aan een aansluitleiding moet de gehele aansluitleiding vanaf de hoofdleiding op dichtheid worden beproefd conform VWI G-12 “Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen”. Voorwaarden voor tijdelijke reparatie zijn: o Kleine en eenvoudige lekken. o Definitieve reparatie binnen tien werkdagen; indien niet mogelijk dan regelmatige controle op afdichten. Deze veiligheidswerkinstructie is niet van toepassing voor AC-leidingen. Het onder druk repareren van lekken in AC-leidingen, waarbij gasuitstroming plaats vindt, mag nooit worden uitgevoerd.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen
5.
Documentnr. : G-37 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden, in het bijzonder uit kopgaten en sleuven. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. !
! !
De vereiste PBM’s; antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, stofbril (bij werkzaamheden onder druk), reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! ! ! ! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Meet continu de gasconcentratie. Graaf de leidingdelen vrij met in achtneming van de in hoofdstuk 8 beschreven richtlijnen. Vraag, indien er bedieningshandelingen plaats moeten vinden, bij het meldpunt toestemming om deze bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Voer de herstelwerkzaamheden uit. Controleer of de herstelwerkzaamheden het gewenste effect hebben opgeleverd door zich ervan te overtuigen dat er geen meerdere lekken kunnen zijn. Meld, voor zover van toepassing, de werkzaamheden af bij het meldpunt, politie en/of brandweer.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het repareren van lekken in HD- en LD-leidingen ! ! 7.3.
!
Werkzaamheden binnen de gevarenzone zijn niet toegestaan. Voor het bepalen van de gevarenzone dienen de onderstaande richtlijnen: o Het punt voor bepaling van de gasconcentratie bevindt zich 0,5 mtr. boven maaiveld of 0,5 mtr. boven de bodem van de ontgravingen. o Indien op de gemeten plaats de gasconcentratie lager blijft dan 10% LEL, moet ervan uitgegaan worden dat de gasconcentratie op maaiveldhoogte of op de bodem van de werkput hoger is. o In de omgeving van de werkplek en ook op de werkplek zelf mogen zich geen ontstekingsbronnen bevinden. Het materiaal en/of materieel moet explosieveilig zijn uitgevoerd. o De ontgravingen moeten ruim uitgevoerd worden. o Tijdens ontgraven continu blijven bepalen of de gasconcentratie op de meethoogte beneden de 10% LEL. o De werkzaamheden onmiddellijk staken of onderbreken wanneer de gasconcentratie hoger wordt dan 10% LEL.
Referenties. ! ! ! ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. ! !
9.
Laat door de WV bepalen hoe er opnieuw een gasdetectie uitgevoerd moet worden. Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Documentnr. : G-37 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 7244-9. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. VWI G-12 Het beproeven op sterkte en dichtheid van LD-aansluitleidingen. VWI G-36 Het veiligstellen van de omgeving en lokaliseren van gaslekken “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-41 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! !
!
5.
Uitvoering door minimaal een VOP. De uitvoerenden zijn geïnstrueerd door het gecertificeerde bedrijf tot het nemen van gasmonsters. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Het nemen van gasmonsters gebeurt op de daarvoor speciaal gerealiseerde gasmonsternamepunten, die zich bevinden op diverse onderdelen van het gasvoorzieningsysteem. De werkdruk waarmee de gasmonsternameapparatuur gevoed wordt, mag nooit hoger dan 100 mbar zijn.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming. Bij werkzaamheden aan installaties van derden kunnen aanvullende maatregelen worden geëist. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 2 kg. Specialistische gasmonsternameapparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het nemen van gasmonsters in HD- en LD-netten
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! ! !
!
Geen.
Referenties. ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Houdt rekening met windrichting, windkracht, voldoende afstand tot gebouwen en mogelijke ontstekingsbronnen, daar er mogelijk sprake kan zijn van een geringe uitstoot van onverbrand gas. Voer de werkzaamheden uit t.b.v. het nemen van het gasmonster. Controleer de gebruikte gasmonsternamepunten op dichtheid. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
7.3.
Documentnr. : G-41 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-42 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! !
! !
5.
Uitvoering afsluiters in HD-netten en HD-aansluitleidingen door minimaal AVP netten. Uitvoering scheidingsafsluiters t.b.v. gasreduceerstations door minimaal AVP stations. Uitvoering afsluiters in LD-netten door minimaal AVP LD-netten. Uitvoering afsluiters in LD-aansluitleidingen door minimaal VP. Opdrachtverstrekking voor bedienen van afsluiters in HD- en LD-netten door minimaal WV netten, via bedieningsplan. Opdrachtverstrekking voor bedienen van afsluiters in HD- en LD-aansluitleidingen door minimaal WV netten, via bedieningsplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim en verlicht. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. Het bedieningsplan is ter plaatse beschikbaar. Bij aansluitleidingen is een bedieningsplan niet vereist. Voor het bedienen van afsluiters moet bekend zijn welke type afsluiter (kogel, schuif, plug, vlinderklep enz.) het betreft. Dit om het geschikte gereedschap te kunnen gebruiken. Het bedienen van een afsluiter moet zó gebeuren dat er geen ontoelaatbare drukschommelingen in de voor- en achtergelegen netdelen kunnen ontstaan. Een afsluitersleutel mag nooit onbeheerd achtergelaten worden op of bij een afsluiter.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectieapparatuur.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het bedienen van grondafsluiters in HD- en LD-netten 7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! ! ! !
!
Geen.
Referenties. ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een bedieningsplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Controleer na bediening, d.m.v. een detectiemeting, of de afsluiter niet lekt. Controleer of het doel van de bedieningshandeling bereikt is. Waarschuw bij onvolkomenheden de WV. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het bedieningsplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
7.3.
Documentnr. : G-42 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten
1.
Documentnr. : G-43 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. Het soort afsluiter en de maximale spindelverdraaiing is bekend bij de uitvoerenden.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
Risico: Infectiegevaar bij onhygienische plaatsen of door ongedierte. Maatregel: Gebruik van handschoenen en werkkleding.
6.
Middelen en apparatuur ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasdetectiemeter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het controleren van grondafsluiters en appendages in HD- en LD-netten
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
! ! !
!
Geen.
Referenties. ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer of de aangetroffen situatie in overeenstemming is met de verstrekte tekeningen. Voer de controlerende werkzaamheden uit, eventueel gevolgd door het benodigde correctieve onderhoud, aan straatpot, merkpaal e.d. Controleer na de uitgevoerde werkzaamheden, d.m.v. een detectiemeting, of de afsluiter of appendage lekt. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
7.3.
Documentnr. : G-43 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van KB-metingen
1.
Documentnr. : G-45 Datum/versie:15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig uitvoeren van KB-metingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. !
4.
Voorwaarden. ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal een VOP-toeganghebbend, met specialisatie KB-metingen.
De werkplek is voldoende verlicht. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. Er wordt gewerkt met geïsoleerde aansluitklemmen. De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende bedrijfsvoorschriften en/of bedieningshandleidingen.
Risico’s en maatregelen. Risico:
Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen in het primaire circuit van de gelijkrichter, aard- of kortsluiting. Maatregel: Gebruik isolerende aansluitklemmen, isolerende schoenen, handschoenen. Risico:
Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen van de leiding (door hoogspanningsbeïnvloeding) Maatregel: Gebruik isolerende aansluitklemmen, isolerende schoenen, handschoenen Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Infectiegevaar bij onhygiënische plaatsen of door ongedierte. Maatregel: Gebruik van handschoenen en werkkleding.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, isolerend veiligheidsschoeisel, reflecterende kleding (bij werkzaamhedenen langs de weg. Volt-/ampere/multimeter met geïsoleerde aansluitklemmen en meetkabels. Handschoenen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van KB-metingen
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding. ! !
! ! 7.2
Geen.
Referenties. ! ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op. Laat de werkplek netjes achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Voer de metingen uit. Voer in voorkomende gevallen kleine schoonmaakwerkzaamheden of reparaties uit. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de contactpersoon van het netwerkbedrijf. Controleer of er hoogspanningslijnen of spoorlijnen op wisselspanning (HSL of Betuwelijn) in de buurt zijn, die hoogspanningsbeïnvloeding kunnen veroorzaken. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! !
7.3
Documentnr. : G-45 Datum/versie:15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG. NEN 7244-1. NEN EN 12954 Kathodische bescherming van metalen constructie in de grond of in het water - Algemene principes en toepassing van pijpleidingen. NPR 2760 De wederzijdse beïnvloeding van buisleidingen en Hoogspanningsverbindingen. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen
1.
Documentnr. : G-46 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door minimaal WV netten, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende bedrijfsvoorschriften. Meetdraden worden niet aangebracht binnen 30 cm vanaf lassen. Het uitvoeren van grondwerkzaamheden conform VWI G-02 “Het graven en dichten van sleuven en werkputten”.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel door verbranding. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Bezwijken leiding. Maatregel: Uitvoering activiteiten volgens geldende bedrijfsvoorschriften.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, veiligheidsbril, handschoenen. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Apparatuur benodigd voor het aanbrengen van meetdraden op leidingen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het aanbrengen van meetdraden voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
!
Geen.
Referenties. ! ! ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer of de juiste leiding is geselecteerd. Bevestig de meetdraden volgens de montagevoorschriften. Voorzie de aansluiting van de meetdraden van een deugdelijke bekleding. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! ! ! ! !
7.3.
Documentnr. : G-46 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
VIAG 2006. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-02 Het graven en dichten van sleuven en werkputten. “Handboek 96b” van de CROW. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken met aardgascondensaat
1.
Documentnr. : G-47 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig werken met aardgascondensaat.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! ! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering aan gasdrukregel- en meetstations door minimaal AVP stations, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering aan HD-netten door minimaal AVP netten, met assistentie van minimaal VOP. Uitvoering aan LD-netten door minimaal AVP LD-netten, met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking voor stations door WV, via werkplan. Opdrachtverstrekking voor HD- en LD-netten door minimaal WV netten, via werkplan. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele tekeningen zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Het condensaat mag alleen drukloos worden afgetapt. Het afgetapte condensaat opvangen in hiervoor geschikte en afsluitbare opvangmiddelen. Op de werkplek mag niet gegeten of gedronken worden De kleding moet zodanig gedragen worden dat eventuele vloeistof niet in de handschoenen of laarzen kan lopen
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten.
Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden. Maatregel: Werkonderbreking. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken met aardgascondensaat
Documentnr. : G-47 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico:
Gezondheidsschade door inademen of huidcontact (condensaat bevat o.a. benzeen, tolueen, xyleen en andere vluchtige stoffen. Deze zijn kankerverwekkend en/of sterk ontvettend). Maatregel: Extra ventilatie, gebruik maken van aanvullende PBM’s, afspoelen met water.
Risico: Milieuverontreiniging door morsen. Maatregel: Niet onder druk aftappen, condensaat opvangen in afsluitbare container, met condensaat verontreinigde afvalmaterialen (het vervangen filter, poetdoeken enz.) inpakken in plastic zakken en deze met tape afdichten.
6.
Middelen en apparatuur. !
! ! ! ! ! ! ! ! !
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidslaarzen, polyvinylalcohol of neopreen handschoenen, minimaal een halfgelaatsmasker met filtrerend gelaatstuk minimaal A1, veiligheidsbril, Brandvertragende wegwerpoverall gedragen over de werkkleding. Oogspoelfles. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg. Jerrycan met minimaal 5 liter water Afsluitbaar opvangvat, geschikt voor het opslaan van aardgascondensaat. Condensaatvanger. Poetsdoeken. Plastic zakken.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering. ! !
! ! !
! !
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Hou het verdampingsoppervlak zo klein mogelijk en de verdampingstijd zo kort mogelijk. Dus een met condensaat verontreinigt filter snel in een plastic zak stoppen, dicht tapen en naar buiten brengen. Dop de uiteinden van eventueel verwijderde leidingdelen goed af. Vang het condensaat op in een afsluitbaar potje met een zo klein mogelijke opening. Sluit dit potje zo snel mogelijk af. Voorkom zo veel mogelijk het inademen van condensaat (vlak bij de bron is de concentratie vluchtige stoffen het hoogst!). Reinig, de af te voeren, appendages, waarin zich condensaat heeft bevonden, met poetsdoeken en berg deze direct op in een plastic zak om dampvorming te voorkomen. Reinig de handschoenen maar houd deze aan. Reinig het met aardgascondensaat in contact gekomen gereedschap met water en zeep.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het werken met aardgascondensaat
! ! ! ! ! ! 7.3.
Verzamel het overige besmette materiaal (incl. filtrerend gelaatstuk, wegwerpoveralls, etc.) in plastic zakken en sluit deze goed af. Plaats tenslotte alle besmette materiaal in een afsluitbaar afvalvat of -container, welke geschikt is voor het langer opslaan van aardgascondensaat. Voer de resterende schadelijke dampen door middel van ventilatie af (± 15 minuten). Hervat vervolgens de werkzaamheden waarbij de beschermende handschoenen noodzakelijk blijven. Reinig de laarzen met water en zeep. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! ! ! !
8.
Documentnr. : G-47 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Registreer de benodigde gegevens. Lever het afvalvat of –container en de handschoenen als chemisch afval in. Zorg dat de verpakking niet kan breken of gaan lekken. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meld het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen. Mocht er ondanks goede zorgen toch iets fout gaan, ga dan als volgt te werk: Bij brand: Indien er kans op schade aan lijf en/of goederen bestaat, blus dan met een poederblusser Bij inademing: Bij de volgende mogelijke verschijnselen: keelpijn, buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of sufheid: frisse lucht, rust, zo nodig beademen, waarschuw bij klachten een arts of naar het ziekenhuis vervoeren Bij huidcontact: Verontreinigde kleding uittrekken, huid langdurig spoelen met water of afdouchen, raadpleeg bij blijvende lichamelijke klachten een arts Bij oogcontact: Eventueel contactlenzen verwijderen. Eerst langdurig spoelen met water, dan naar een arts vervoeren Bij inslikken: Mond spoelen (geen braken opwekken) en onmiddellijk naar een ziekenhuis vervoeren.
9.
Referenties. ! ! ! !
10.
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. Chemiekaarten. Montagevoorschriften.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het betreden en het uitvoeren van nietgastechnische werkzaamheden in, op of aan gastechnische bedrijfsruimten 1.
Documentnr. : G-50 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel. Het veilig betreden en veilig uitvoeren van niet-gastechnische werkzaamheden in, op of aan gastechnische bedrijfsruimten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. !
! ! !
! ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
5.
Niet gastechnische werkzaamheden, zoals betreden gasruimte, aflezen van meters, verwisselen van lampen, beperkte bouwkundige en civieltechnische werkzaamheden, schoonmaken van vloeren, wanden enz. uitvoering door minimaal VOPtoeganghebbend. Opdrachtverstrekking door een WV, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald. Niet gastechnische werkzaamheden, zoals groenvoorzieningswerkzaamheden, bestratingswerkzaamheden, werkzaamheden aan afscheidingen enz., mogen door een leek uitgevoerd worden. De wijze van opdrachtverstrekking wordt door IV bepaald, kan via werkplan of raamopdracht. Bij werkzaamheden door een leek aan of binnen de gasruimte altijd via een werkplan. Bij werkzaamheden door een leek buiten de gasruimte volstaat regelmatig toezicht door minimaal een AVP-stations. Bij werkzaamheden door een leek binnen de gasruimte is permanent toezicht door minimaal een AVP-stations vereist.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. Bij het betreden van een gastechnische bedrijfsruimte wordt de gasconcentratie gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Bij het verblijven in de gasruimte dient de gasconcentratie voortdurend gemeten te worden en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Gastechnische bedrijfsruimten mogen alleen zelfstandig ontsloten worden door personen met een geldige aanwijzing conform VIAG. Indien door derden extra voorwaarden en/of instructies opgesteld zijn, dienen deze volledig opgevolgd te worden.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het betreden en het uitvoeren van nietgastechnische werkzaamheden in, op of aan gastechnische bedrijfsruimten
Documentnr. : G-50 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels, in het bijzonder uit gastechnische bedrijfsruimten.
6.
Middelen en apparatuur. ! ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding en bij werkzaamheden in de gasruimte antistatische en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! ! !
! 7.2.
Uitvoering. ! ! !
! ! 7.3.
! !
Geen.
Referenties. ! ! !
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter. Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten zijn.
Opmerkingen !
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Meet bij het betreden van de gastechnische bedrijfsruimte de gasconcentratie. Meet gedurende het verblijf in de gasruimte continu de gasconcentratie. Als de gasconcentratie gelijk of hoger dan 10 % LEL bedraagt, dient onmiddellijk de werkplek verlaten te worden en dient er contact met de WV opgenomen te worden. Zet gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open, en ze moeten tijdens de werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging. ! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. “Handboek 96b” van de CROW.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51 Datum/versie: 15-5-2011 aan gastechnische installaties Blad : 1 van 3 en meteropstellingen > G25 1.
Doel. Het veilig uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
4.
Uitvoering aan gastechnische installaties door minimaal een AVP stations, in voorkomende gevallen met assistentie van minimaal een VOP. Uitvoering aan meteropstellingen > G25 door minimaal een VP. Opdrachtverstrekking door een WV, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
Voorwaarden.
5.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Het in en uit bedrijf nemen van afleverstations heeft geen invloed op de bedrijfsvoering en behoeft daarom niet gemeld te worden aan het meldpunt. Zet gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open, en ze moeten tijdens de werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven. Indien door derden extra voorwaarden en/of instructies opgesteld zijn, dienen deze volledig opgevolgd te worden. Het uitvoeren van een functionele inspectie in betreedbare ruimten door één persoon, in plaats van door twee personen, is toegestaan mits: o Er geen (de)montagewerkzaamheden worden verricht. o Er gebruik gemaakt wordt van daarvoor geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51 Datum/versie: 15-5-2011 aan gastechnische installaties Blad : 2 van 3 en meteropstellingen > G25 6.
Middelen en apparatuur.
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding.
7.2.
Uitvoering.
7.3.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter. Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten zijn.
Opmerkingen.
9.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer de vindbaarheid en bedienbaarheid van de scheidingsafsluiters. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Voer in overeenstemming met de bedrijfsinstructie de inspectie uit. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging.
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of de raamopdracht of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Ananlyse (LMRA) uit.
Geen.
Referenties.
Opgesteld door:
VIAG. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. NEN 1059. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen Montagevoorschriften.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van functionele inspecties Documentnr. : G-51 Datum/versie: 15-5-2011 aan gastechnische installaties Blad : 3 van 3 en meteropstellingen > G25 10.
Bijlagen. Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en meetstations.
Toegankelijke opstellingsruimte (bijv. Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw) Niet-toegankelijke opstellingsruimte (bijv. kastopstelling) * **
Opgesteld door:
In bedrijf stellen 2 1
Inspecties A B C 1 2** 2 1
1*
2
Toestandsafhankelijk onderhoud 2**
Storing
1*
1*
1*
Indien er géén explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen. Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten door één persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alléén toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - er is géén sprake van (de)montagewerkzaamheden; - er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen; - vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden verbonden risico’s beheersbaar en aanvaardbaar zijn; - de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vóór aanvang van het betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de ruimte direct weer bij dezelfde OIV of WV.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten
1.
Documentnr. : G-52 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
4.
Overige uitvoering in gastechnische bedrijfsruimten door minimaal AVP stations, in voorkomende gevallen met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door WV, via bedieningsplan. Indien er geen bedieningshandelingen plaatsvinden: Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
Voorwaarden.
5.
Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters ≤ G25 LD minimaal door VOP-meters, conform VWI G-06. Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters > G25 LD door minimaal VP, met assistentie van minimaal VOP, conform VWI G-09. Uitvoering van plaatsen, verwisselen of verwijderen van gasmeters HD door AVP stations, met assistentie van minimaal VOP, conform VWI G-09. Alle meterplaatsingen, verwisselingen of verwijderingen in opdracht van de WV, via werkplan of raamopdracht.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open zetten en ze moeten tijdens de werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven. De werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten dienen te worden uitgevoerd door minimaal het aantal personen zoals vermeld in tabel 1 onder Bijlagen. Het in en uit bedrijf nemen van afleverstations heeft geen invloed op de bedrijfsvoering en behoeft daarom niet gemeld te worden aan het meldpunt.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s en apparatuur. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten
Documentnr. : G-52 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Aanwezigheid van aardgascondensaat. Maatregel: Gebruik maken van extra PBM’s conform VWI G-47 “Het werken met aardgascondensaat”.
6.
Middelen en apparatuur.
De vereiste PBM’s: antistatische, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding.
7.2.
Uitvoering.
7.3.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer de vindbaarheid en bedienbaarheid van de scheidingsafsluiters. Neem eventueel het station uit bedrijf conform VWI G-54 “Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations”. Neem, indien de werkzaamheden dit toelaten, slechts een deel van de installatie (bijv. een straat) uit bedrijf door de inlaat- en uitlaatafsluiters te sluiten. Indien deze handeling van invloed is op de bedrijfsvoering, vraag dan bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Er dient dan een bedieningsplan opgesteld te worden. Maak de straat drukloos. Voer de geplande werkzaamheden uit. Neem, indien van toepassing, de straat weer in bedrijf. Indien deze handeling van invloed is op de bedrijfsvoering, vraag dan bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandeling te mogen uitvoeren. Neem, indien van toepassing, het station weer in bedrijf volgens VWI G-54 “Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations”. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Beëindiging.
Opgesteld door:
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan/bedieningsplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het uitvoeren van gastechnische werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten
8.
Het uitvoeren van functionele inspecties wordt conform VWI G-51 “Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties” uitgevoerd.
Referenties.
10.
o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen.
9.
Documentnr. : G-52 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
VIAG. NEN 1059. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat. VWI G-51 Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties. VWI G-54 Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montagevoorschriften.
Bijlagen. Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en meetstations.
Toegankelijke opstellingsruimte (bijv. Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw) Niet-toegankelijke opstellingsruimte (bijv. kastopstelling) * **
Opgesteld door:
In bedrijf stellen 2 1
Inspecties A B C 1 2** 2 1
1*
2
Toestandsafhankelijk onderhoud 2**
Storing
1*
1*
1*
Indien er géén explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen. Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten door één persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alléén toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - er is géén sprake van (de)montagewerkzaamheden; - er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen; - vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden verbonden risico’s beheersbaar en aanvaardbaar zijn; - de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vóór aanvang van het betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de ruimte direct weer bij dezelfde OIV of WV.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations
1.
Documentnr. : G-54 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel. Het veilig in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations.
2.
Toepassingsgebied. HD- en LD-gasvoorzieningsystemen.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking.
4.
Voorwaarden.
5.
Uitvoering door minimaal AVP stations, in voorkomende gevallen met assistentie van minimaal VOP. Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan. Mate van toezicht wordt door de WV bepaald.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De werkplek wordt voldoende geventileerd. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen bekend en deze zijn ter plaatse beschikbaar. De gasconcentratie wordt voortdurend gemeten en mag niet hoger zijn dan 10% LEL. Voor uitvoering van deze werkzaamheden dient een bedieningsplan opgesteld te zijn. Gedurende het verblijf in de gasruimte alle deuren open zetten en ze moeten tijdens de werkzaamheden in geopende stand vergrendeld blijven. De werkzaamheden in gastechnische bedrijfsruimten dienen te worden uitgevoerd door minimaal het aantal personen zoals vermeld in tabel 1 onder Bijlagen.
Risico’s en maatregelen. Risico: Ongecontroleerde uitstroming van gas. Maatregel: Ventileren, continu meten, zo nodig werkplek verlaten en melden aan de WV. Risico: Persoonlijk letsel en verstikking. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Blokkering vluchtwegen. Maatregel: Vluchtwegen vrijhouden van obstakels. Risico: Brand en/of explosie. Maatregel: Geen ontstekingsbronnen op of in de omgeving van de werkplek, werkplek afbakenen d.m.v. verbodsborden “Open vuur verboden”. Risico: Aanwezigheid van aardgascondensaat. Maatregel: Gebruik maken van extra PBM’s conform VWI G-47 “Werken met aardgascondensaat”.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations
6.
Middelen en apparatuur.
De vereiste PBM’s: antistatisch, gladde, afsluitende en vlamvertragende werkkleding, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming. Gassignaleringsapparatuur met akoestisch en optisch signaal. Gasconcentratiemeter, 100% aardgas. Brandblusser (klasse A/B/C) van minimaal 6 kg.
7.
Werkwijze.
7.1
Voorbereiding.
7.2.
Documentnr. : G-54 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Controleer of aan alle voorwaarden onder punt 4 en maatregelen onder punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering .
7.2.1. In bedrijf nemen (gasloos).
Opgesteld door:
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer of het station gereed is om in bedrijf te nemen (tussen de ingaande- en uitgaande scheidingsafsluiter). Plaats en sluit de afblaasinstallatie aan. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen uit te mogen voeren. Voer de ontluchting uit. Constateer, met behulp van een gasconcentratiemeter, dat het uitstromende gas vrij is van lucht. Onderbreek, nadat 100 volumeprocenten aardgas is geconstateerd, de gasstroom gedurende enige tijd, min. 5 minuten. Breng de gasstroom weer op gang, nadat opnieuw 100 volumeprocenten aardgas is geconstateerd is het ontluchten gereed. Wees alert op aardgascondensaat. Sluit na de ontluchting de uitgaande scheidingsafsluiter en de uitgaande afsluiter van het regelstation. Stel de regelinstallatie en de veiligheden af op de juiste instelwaarden volgens de bedrijfsrichtlijn. Open de uitgaande scheidingsafsluiter en neem het station in bedrijf door het openen van de uitgaande afsluiter van het regelstation. Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations
Documentnr. : G-54 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
7.2.2. In bedrijf nemen (drukloos).
Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Controleer of het station (tussen de ingaande- en uitgaande scheidingsafsluiter) of een deel van het station gereed is om in bedrijf te nemen. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen (in bedrijfname van het station) te mogen uitvoeren. Open de afsluiter(s) aan de ingaande kant. Stel de regelinstallatie en de veiligheden af op de juiste instelwaarden volgens de bedrijfsrichtlijn. Open de afsluiter(s) aan de uitgaande kant. Neem het station in bedrijf. Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt. Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
7.2.3 Uit 7.2.4 Uit
bedrijf nemen (drukloos). Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Bepaal de methode van uit bedrijf nemen; uitbufferen, afblazen. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. Sluit de ingaande afsluiter van het regelstation. Sluit de uitgaande afsluiter van het regelstation. Maak het regelstation drukloos. Controleer op druk opbouw (het goed sluiten van de in- en uitgaande afsluiters van het regelstation). Open, bij geen druk opbouw, de filterkraan en de inregelkraan (druk opbouw uitgesloten). Sluit bij druk opbouw of werkzaamheden langer dan een werkdag de in- en uitgaande scheidingsafsluiter. Maak dan beide leidingdelen ook drukloos via de afblaasinstallatie. Controleer op druk opbouw. Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt. Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op. bedrijf nemen (gasloos). Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Bepaal de methode van uit bedrijf nemen: uitbufferen, afblazen. Vraag bij het meldpunt toestemming om de op handen zijnde bedieningshandelingen te mogen uitvoeren. Sluit de ingaande scheidingsafsluiter van het regelstation. Sluit de uitgaande scheidingsafsluiter van het regelstation. Maak het regelstation drukloos via de afblaasinstallatie. Controleer op druk opbouw (het goed sluiten van de in- en uitgaande afsluiters van het regelstation). Meld de bedieningshandelingen gereed bij het meldpunt Scheid het station tenslotte van het gasvoorzieningssysteem. Hef de getroffen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het in en uit bedrijf nemen van gasdrukregel- en meetstations
7.3.
Beëindiging.
8.
Het uitvoeren van functionele inspecties wordt conform VWI G-51 “Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties” uitgevoerd
Referenties.
10.
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op en meldt het werkplan gereed bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter. Zorg dat bij verlaten van de gebouwen en terreinen de deuren en hekken gesloten zijn.
Opmerkingen.
9.
Documentnr. : G-54 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
VIAG. NEN 1059. VWI G-01 Het werken aan of nabij gasvoorzieningsystemen. VWI G-47 Het werken met aardgascondensaat. VWI G-51 Het uitvoeren van functionele inspecties aan gastechnische installaties. “Handboek 96b” van de CROW. Bedieningshandleidingen. Montageinstructies.
Bijlagen. Tabel 1: Het minimaal aantal personen dat nodig is bij werkzaamheden gasdrukregel- en meetstations.
Toegankelijke opstellingsruimte (bijv. Vrijstaand c.q. betreedbaar gebouw) Niet-toegankelijke opstellingsruimte (bijv. kastopstelling) * **
Opgesteld door:
In bedrijf stellen 2 1
Inspecties A B C 1 2** 2 1
1*
2
Toestandsafhankelijk onderhoud 2**
Storing
1*
1*
1*
Indien er géén explosiegevaar kan optreden door het openen of demonteren van installatieonderdelen, waarbij gas kan vrijkomen. Het uitvoeren van B-inspecties of toestandsafhankelijk onderhoud in betreedbare ruimten door één persoon (minimaal AVP stations), in plaats van door twee personen, is alléén toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - er is géén sprake van (de)montagewerkzaamheden; - er wordt gebruik gemaakt van geschikte arbeidsmiddelen/meetmiddelen; - vanuit een bedrijfsspecifieke RI&E blijkt dat de aan de betreffende werkzaamheden verbonden risico’s beheersbaar en aanvaardbaar zijn; - de persoon, die de inspectie of het onderhoud uitvoert, meldt zich direct vóór aanvang van het betreden van de ruimte bij de OIV of WV en meldt zich bij het verlaten /sluiten van de ruimte direct weer bij dezelfde OIV of WV.
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur