I N H O U D - V a n
V A N
d e
D I T
N U M M E R
redaktie
» UIT HEDEN EN VERLEDEN VAN KINROOI -
55. 56.
Een publieke verkoop te Ophoven anno 1794 55. -Het dorpskernkomité Kessenich Herinneringen aan "Meester Raemaekers", onderwijzer te Molenbeersel 64. Nog over een geheimzinnige steen te Geistingen 67. Het "Agnus Dei" van Kinrooi 70. Moordaanslag te Geistingen in 1799 71. Over de Itter en een Geistingenaar 72. Een vergeten gefusilleerde uit Kinrooi in de eerste wereldoorlog 74. 85 jaar geleden., schreef de "Maas- en Kempenbode" van 22 juli 1900.. 78. Kurieus... (oude rekening van brouwerij St.-Jozef Opitter) 78. De stad "Vijveren" 79. Schutterij Sint-Martinus Grootbeersel 80. Volkse verhalen uit onze heimat.. Hoe het snijderke in de val liep 82. Uit de gemeenterekeningen Roosteren 85. v.z.w. Molenzorg en Molenmuseum Molenbeersel: suksesvolle afsluiting 1984 85.
* WAAT MAAG PET IN GODSHIERENAAM BETEIKENE ?
87.
- Tussen uchteren en unjeren
87.
* NIEUWE PUBLIKATIES
90.
-
90. 90. 91. 91.
Maaslandse verhalen en een wilgenfluitje in de lente.. Het kanton Bree tijdens de Franse revolutie Limburg in kaart en prent Officiële voorstelling van: "Wij zullen U met assen lonen!"
* AANWINSTEN HEEMBIBLIOTHEEK
92.
KONGRESSEN - JAARVERGADERINGEN - STUDIEDAGEN
93.
TENTOONSTELLINGEN
94.
UIT ONZE LEDENFAMILIE
95.
* KOMENDE AKTIVITEITEN VAN ONZE KRING
95.
- Uitnodiging zaterdagnamiddagbezoek "Kamp van Beverlo" op 23 maart 1985 - Officiële voorstelling boek: "Wij zullen U met assen lonen!" op 25 april - Uitnodiging 44e ledenvergadering op vrijdag 10 mei 1985 in Buurthuis Hees
95. 95. 95.
* KRINGWERKING
96.
- Verslag van de 42e ledenvergadering op vrijdag 7 december 1984
96.
BIJ DE OMSLAG...
Tijdens de voorbije weken werd nogal wat aandacht gegeven aan de nieuwe uitgave: "Limburg in kaart en prent". Voor onae omslag kozen we daarom voor een fragment van een herdruk van een oude kaart, ons bezorgd door voorzitter Donaat Snijders. Nu reeds zijn we op zoek naar een omslagontwerp voor nummer drie dat in mei zal verschijnen. Wie levert "iets"..??
Van de redaktie
Uit heden en verleden van Kinrooi
Het huisraad en boerderijalaam van onze voorouders...
EEN PUBLIEKE VERKOOP TE OPHOVEN ANNO 1794
In een oude notarisakte (1) vonden we een leerzaam overzicht van een publieke verkoop te Ophoven, anno 1794. Hierna volgen, door ons samengevat, "de voorwaarden waaronder Jasper Baens op heden 23 april 1794 publiekelijk en ten meest biedende voor mij onderschreven notaris Van de Borne uit Maaseik zal verkopen enige beesten en huismeubelen".
1. De "beesten" en meubelen worden verkocht in de geldkoers die in dit dorp van tel is (één gulden is 20 stuiver, één stuiver is 4 oortjes).
Na de voorlezing van de bovengenoemde zeven bepalingen kon de verkoop beginnen .
2. Iedere "aankoper" zal de koopsom dadelijk moeten betalen ofwel een borg (2) moeten stellen. 3. Zij die zich voorzien van een borg moeten de betaling doen te Maaseik in handen van mij onderschreven notaris Van de Borne, binnen de voorschreven termijn, te weten tussen heden en de maand oktober. 4. Als deelname in de kosten zal iedere "aankoper" gehouden zijn te betalen een stuiver van de gulden zijner koopsom. (5%). 5. De borg zal alhier "dwangbaar" moeten zijn (3). 6. Zowel "aankoper" als borg zullen bij wanbetaling, zonder enige rechtelijke formaliteit, aansprakelijk worden gesteld, zowel wat hun persoon als wat hun goederen betreft. 7. Indien iemand na het lezen van deze verkoopsvoorwaarden nog is toegekomen en gekocht heeft, zal hij zich nochtans aan de verkoopsvoorwaarden moeten houden alsof hij ze zelf heeft horen voorlezen.
Waarom Jasper Baens (4) tot deze publieke verkoop overging, nu de Franse Revolutie voor de deur stond, weten we niet. De man zal er echter beslist zijn reden toe gehad hebben. Alleszins leert deze publieke verkoop de lezer heel wat over de samenstelling van het huisraad en het boerderij- alaam anno 1794, dadelijk weer 200 jaar geleden. Binnen het tijdsbestek van twee eeuwen had er een grote maatschappelijke omwenteling plaats, eerst door de Franse Revolutie (1796) en daarna vooral door de tweede werel doorlog (1940-1945). Hoe zal het over 200 jaar zijn...? Stippen we nog even aan dat alleen de typische benamingen en sommige uitdrukkingen werden behouden zoals ze in de oorspronkelijke tekst voorkomen.
DE V E R K O O P
Een "koye" (koe) verbleven aan Henricus Peters (Ophoven) Een dito zwarte "koey" aan Joseph Langendonk van Ophoven Een dito bonte "koey" aan Joseph Langendonk van Ophoven Een bont vers kalf aan Jan Claessen(s) van Wijnenhof, Ophoven Een "themoor" (5) aan Gerardus Peters alhier, voor Een koperen "zeygschotel" (6) aan Joannes Meyers van Geistingen Een koperen "panneken" verbleven aan Henricus Houben alhier Een koperen "potlepel" aan Henricus Houben voorschreven Een koperen "zeybaer" (7) verbleven aan Lambertus Gielen alhier Een "licht" (8) aan Peter Steyvers van Geistingen Een "kaffe-molen" (koffiemolen) aan Gerardus Peters
8 3 -0 0 - 0 7 2 -0 0 - 0 5 2 -0 0 - 0 3 2 -0 0 - 0 3 -1 1 - 0 3 -0 0 - 0
2 -
1 4 - 0
2 -0 0 - 0 3 -
0 0 - 0
7 - 0 0 - 0 2 - 1 6 - 0
Een "smalitkrouk" (12) aan Peter Simons alhier (zie afbeelding)
0 - 1 5 - 0
Twee "melkpotten" (vaatwerk) aan Lambert Gielen
1 - 0 0 - 0
Twee "dito potiëns" (klein vaatwerk) aan Henricus Peters alhier
0 - 1 5 - 0
Een "boterpot" (pot waarin boter bewaard werd) aan Henricus Leenders alhier
0 - 1 1 - 0
Drie "baeren" (13) aan voorschreven Henricus Leenders
0 - 0 4 - 0
Een "steene krouk" (hoog stenen vat, buikig) verbleven aan Joes Claessens van Wijnenhof
0 - 1 1 - 0
Zeven "fourchetten" (vorken als eetgerei) Geurt Van de Berg
0 - 0 7 - 0
Een "kan en een krouk" verbleven aan Joes Kurvers alhier
0 - 1 3 - 0
Een "tinnen thepot" (theepot) aan Wilhelmus Verstappen alhier
0 - 1 6 - 0
"Eenige tinne lepelen" verbleven aan Pieter Simons alhier
1 - 1 0 - 0
Een "standerik met twee lampen" (14) aan Henricus Leenders
0 - 1 9 - 0
Twee "stoelen" verbleven aan Catharin Philippaer voor
1 - 1 0 - 0
Twee "stoelen" verbleven aan Henricus Leenders voor
1 - 1 0 - 0
Twee "stoelen" aan Baltus Janssen alhier voor
1 - 1 9 - 0
"Rommelenje" (rommel) verbleven aan Joes Meyers alhier
0 - 1 3 - 0
Een "mostaertpot en zoutvat" aan Joseph Langendonk (15)
1 - 0 0 - 0
Een "thebis trefter" (16) aan Henricus Leenders voor
0 - 0 9 - 0
Een "stoel" verbleven aan Gerard Peters voor
1 - 0 1 - 0
Een "eegde" (eg) aan Joseph Langedonk voor
0 - 1 5 - 0
Een "smaut-krouk" (smoutkruik) aan Ruth Gielen van "Geystingen" voor 0 - 0 7 - 0 Een "tange" (nijptang) aan voorschreven Ruth Gielen voor
1 - 0 0 - 0
Een "Vlesch met een potiën" (fles met potje) Cat. Feilen
0 - 0 7 - 0
Een "bank" aan Joseph Langedonk voor
0 - 0 8 - 0
Een "stoef" (kachel) aan Daniël Daniëls
2 - 1 0 - 0
Een "wastijn" (wasbord) aan Lambertus Gielen van Ophoven
7 - 0 0 - 0
Een "bier-aem" (1 aem bier is 150 liter bier) Joseph Langedonk
4 - 0 5 - 0
Een "dito aem" verbleven aan Joseph Lantjedonk voor (sic)
1 - 0 0 - 0
59.
BETALINGEN Het laatste blad van de akte leert iets over de gedane betalingen. Men kan er onder andere lezen :
- Jasper Baants heeft ontvangen van Lambert Gielen de 4 posten belopende 11 gis. 10 Strs., schrijfgeld betaald. - Jasper Baents heeft ontvangen van Joseph Langendonk 144 gis. 16 Strs. en mij het schrijfgeld daarvan betaald. - Jasper Baents heeft ontvangen van Jan Claessens van Wijnenhof 36 - 10 Schat, cours, 't schrijfgeld betaald. - Op den 15 9bre (november) 1795 aan Jasper Baents overgeteld twee en twintig en een halve "fransche croon" en "drij brabantse croonen en einen franschen pattacon". - Den 21 maart 1796 aan Jasper Baents overgeteld 5 Franse cronen. "Voorstaenden verkoop der meubelen door den not. Vande Borne geheel vol- daen den 21 april 1796". Getekend: jasper baents.
PIET HENKENS
N O T E N
( .1) Deze akte werd ons indertijd overhandigd door de weduwe van wijlen Piet Bouveroux. Deze onderwijzer, geboren te Kessenich 8 maart 1904 en overleden te Hasselt 15 februari 1960, was zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn geboortedorp. ( 2) Borg. Een persoon die zich voor een ander, voor het geval dat die zijn (financiële) verplichtingen niet nakomt, aansprakelijk stelt. Het onderpand dat men ter beschikking van de schuldeiser stelt, tot zekerheid van betaling bekomen is, noemt men eveneens borg.
( 4) Baens. De familienaam van de verkoper wordt op verschillende wijzen geschreven, zoals Baents of Baants. Als de man tekent, schrijft hij gewoon "baens" zonder hoofdletter. Ook de schrijfwijze van Lange(n)donk en Claessen(s) wijzigt nogal eens. ( 5) Theemoor. Keteltje om thee te zetten. ( 6) "Zeygschotel". Zijgen betekent zuiveren via een zeef of filtreren. Een synoniem voor "zijg" is teems of vergiet. Vroeger goot moeder via de "zeygschotel" de melk in de melkkruik of melkbus . ( 7) "Zeybaar". Baar is een verouderd woord. Slechts enkele bejaarde lieden konden het zich uit hun jeugd herinneren . Een "baar" is een houten of stenen teil. Een "zijgbaar" is bijgevolg zo'n teil die als zeef gebruikt werd. ( 8) Licht. Riem over de rug van het paard, waarin de berries van de kar steken. Een "licht" die gebruikt werd om een kruiwagen op te houden en te varen, noemde men een "kruizeel". ( 9) Hangijzer. Dr. Jozef Weyns schrijft in "Bokrijk, tuin van de Vlaamse Volks- kultuur" het volgende: "In de open haard stond de braadpan op een rooster maar meestal in het "hangijzer" of pan- ijzer. Dat was een driehoekig ijzer met een ring in zijn basis om de pan (en kleine ronde ketels) op te zetten. Het hangijzer hing aan de haal (de heel) . Kwam het ijzer dan nog niet laag genoeg, dan werd er een verlenghaak (verlenghaal) tussen geschakeld". Het gaat hier dus om het ijzer boven het haardvuur waarop de pan of ketel gezet werd. Dat ijzer werd door het vuur natuurlijk zeer heet. Vandaar de uitdrukking: "Dat is een heet hangijzer" (dat is een netelige zaak om aan te pakken). (10) Vlashekel. Vroeger werd door onze bevolking ook vlas verbouwd. Nu nog herinneren bepaalde toponiemen aan deze kweek. Denk maar aan het "Vlasven" te Kessenich, de "Vlasbrei" te Molen-
( 3) Dwangbaar. Hij die zich borg stelt moet in Ophoven wonen; de man moet uiteraard "solvabel" zijn. 61 .
beersel, "Vlaesserhof" aan de Manestraat te Molenbeersel, enz. De vlasstengels hebben onder de bast vezels waarvan men linnen kan vervaardigen. Maar vooraf waren er talloze bewerkingen nodig. Eén ervan was het hekelen. Om de lange en korte vezels uit elkaar te halen werden ze door de hekel (zie afbeelding) gehaald. Een hekel is eigenlijk niet meer dan een plank waarin tientallen nagels uitsteken . Nu nog bestaat het gezegde: "Iemand over de hekel halen". Dit betekent: iemand op scherpe, vaak kwaadwillige wijze, beoordelen. (11) Haspel en tobbe. Een tobbe is 'n houten of strooien vat (zonder deksel) Een haspel (zie afbeelding) maakt ook deel uit van het gereedschap dat gebruikt werd als voorbereiding tot de linnenbereiding. Het goede vlas (lange vezels) moest tot draden gesponnen worden. Daartoe gebruikte men een spinnewiel. Was de klos van het spinnewiel vol, dan werd de haspel voor de dag gehaald. De ga- rendraad werd nu al draaiende rond de houten spijlen van de haspel gewonden en dan tot een "streen" garen (streng) gevouwen. (12) Smoutkruik. Smout, uit koolzaad "geslagen" olie, werd vroeger veelvuldig gebruikt bij de bereiding van spijzen, want roomboter kwam eerder zelden op tafel. Olie voor de verlichting werd verkregen door de uitpersing van vlas- zaad. Smout is een verzamelnaam voor beide soorten olie. Een (aarden of stenen) kruik is een hoog, buikig vat. Moeder bewaarde thuis heel wat vaatwerk in de "kruikenbank". Deze benaming is erg streekgebonden.
(13) Drie "baeren". Een baar (zie boven) is een teil. (14) Een "standerik" of "stenderik". Dat is een houtblok met daarin een staak waaraan men vroeger het olielampje hing. Men zou ook kunnen zeggen een "lampenstandaard". (15) Mostaardpot en zoutvat. Aarden of stenen potten waarin de mostaard en het zout bewaard werden. Het gaat hier dus niet om het tafelgerief dat wij terugvinden op de feesttafel ! Iemand door de mosterd halen" betekent hetzelfde als "iemand over de hekel halen". En als men vroeger (en nu nog) van iemand zei: "Je bent het zout in de pap niet waard", werd het tijd dat men zich ging beteren. (16) "Thebis trefter". Wellicht een trechter, vervaardigd uit een fijne stof, het zogenaamde "tabijn". Wie kan meer informatie verstrekken hierover ? (3 7) "Koeyketel". De grote koperen koeketel was op de boerderij van weleer een kostbaar geval. Hij kostte anno 1794 dan ook 12 gulden en 15 stuiver. In deze enorme ketel werd boven de haard (het open vuur) het veevoeder gekookt. Van aan de haard werd de ketel via een draaiboom met lange arm naar de voederluiken gebracht. Deze voederluiken bevonden zich in de wand die de grote keuken scheidde van de koestal. (18) "Koekepan". Platte gesteelde pan voor het bakken van pannekoeken, maar verder ook voor spek, eieren, enz. P.S. De tekeningen zijn genomen uit: "Gids van het Openluchtmuseum te Bokrijk" (J. Weyns) en "Over de geschiedenis van Eli" (J.M. Brunenberg).
REEDS VEEL GEPRESTEERD IN ÉÉN J A A R , . ,
HET DORPSKERNKOMTE KESSENICH
Alhoewel het "Dorpskernkomité Kessenich" eerst een jaar geleden werd opgericht, werd er toch al heel wat gepresteerd. Door de inspanningen van dit komité bleef de "bergsite" te Kessenich voortdurend in de belangstelling.
EEN BEKNOPT OVERZICHT... Door de D.A.C.-ploeg mi1ieuwerkers van het gemeentebestuur werd, met steun van de gemeentelijke technische dienst Kinrooi, de Berg van de verwilderde begroeiing ontdaan. Zo werd de kapel sedert lange tijd weer zichtbaar.
Van een toestand van verwaarlozing is men toch al gekomen tot het gedogen dat er iets gebeurt op en rond deze unieke "bergsi te". Brengt 1985 nu de periode van gedurfd initiatief ? De leden van het dorpskernkomité hopen dit ten zeerste !
Met de Bergfeesten in 1983 waren velen weer voor het eerst zich van de slechte toestand komen vergewissen. De opbrengst van deze feesten werd bestemd voor het opknappen van de grafkapel op de Berg. Zo werd in december 1984 begonnen met voegwerken aan de kapel en obk het zinkwerk is reeds aanbesteed. De kapel wordt dus eerst langs de buitenzijde opgeknapt.
Dit komité is samengesteld uit volgende besturen en verenigingen : - schepenkollege (schepen Pierre Van Immissen), Kerkfabriek (Christ Gielen), V.V.V.-Infodienst Kinrooi (Mevr. Mariet Raets-Maesen), Ter Eiken (Frans Parren) Feestkomité Bergfeesten (Peter Opsteyn en Jan Denier) en de Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi (Werner Smet).
Onder impuls van het "Dorpskernkomité" hadden tijdens de maand september opgravingskampen voor jongeren plaats op en rond de Berg. De deelnemers betaalden zelf de onkosten. Televisie (programma "Terloops"), radio en geschre- ' ven pers hebben hier veel ruchtbaarheid aan gegeven.
Intussen werd op de jaarvergadering der Kessenicher verenigingen beslist de opbrengst van de Bergfeesten 1985 terug te besteden aan de Berg. Zo zal de grafkapel verder kunnen opgeknapt worden (vooral inwendig) en wordt het konserveren van de muurresten op de Berg misschien mogelijk. Ook aanplantingen en onderhoud van de site zullen verder zorgen baren.
Het Dorpskernkomité trachtte in 1984 een gesprek op gang te brengen tussen schepenkollege en de Kerkfabriek om lange termijnvisie betreffende de Berg te lokken. Vooralsnog is men er niet geslaagd om een eensluidend standpunt formuleren.
ook het een uit in te
De Berg betekent 800 jaar geschiedenis. Daar moeten wij met z’n allen toch wat voor over hebben ! Weinig dorpen bezitten zulke unieke site.. WERNER SMET
HERINNERINGEN AAN "MEESTER RAEMAEKERS" ONDERWIJZER TE MOLENBERSEL
Toen "meester Swennen" gestorven was (1), moest er een nieuwe "bovenmeester" aangesteld worden te Molenbeersel. Zo werd hij aanvankelijk vervangen door een zekere Gelen (of Gielen) van Maaseik. Die bleef echter niet zo heel lang, want hij wachtte op een benoeming in het Staatsmiddelbaar Onderwijs. (Hij is later leraar geweest aan het Atheneum te Hasselt).
"MEESTER CHR. RAEMAEKERS" Gelen werd opgevolgd door Chr. Raemaekers van Eisden (of Maasmechelen?) in 1915 (?) Raemaekers was gehuwd met een Wal in. Zijn schoonvader, die bij hem inwoonde heette Close. Deze wat oudere man moet een tamelijk hoge funktie hebben bekleed bij de aanboring van de koolmijn van Eisden. Hij schreef gedichten in het Frans -uiteraard- en ook in een Waals dialekt (2). De man kwam weinig onder de mensen, evenmin als Madame Raemaekers, zijn dochter. Met ons "Vlaams" konden zij niet over de weg ! Meester Raemaekers was -zoals ik reeds elders schreef (3)- een uitstekend onderwijzer en ondanks zijn zware opdracht,ondanks de moeilijke oorlogstijd, stond hij altijd vol geestdrift voor de klas. Hij was streng. Ik kan me echter niet herinneren dat hij ooit iemand geslagen heeft. Zelfs een oorvijg uitdelen deed hij niet. Als sommige jongens het wat al te bont maakten, kon hij wel vreselijk kwaad worden, de schuldige bij de kraag pakken en eens omhoogtillen... Slaan deed hij niet. Het weze nochtans ronduit gezegd: een groot aantal van zijn leerlingen waren allesbehalve engeltjes en de meester, die verschillende leerjaren moest onderwijzen, had het vaak niet onder de markt als de grotere "lummels" hem plaagden en heimelijk tergden.
Was hij vooraan in de klas bezig met de jongeren, dan gaf hij de "groteren" de één of andere taak op. Dat belette hen evenwel niet allerlei kattekwaad uit te steken: meikevers loslaten, die dan dwaas brommend rondtolden, een half gevulde inktpot doen overlopen door er een greintje "karbuur" (Karbid) (4) in te laten vallen, de jongen die voor je zat met een pen in zijn achterwerk steken, zodat die omhoogsprong met een vervaarlijk "ouwie-e", zich omdraaide en de dader op een muilpeer trakteerde! Men kan zich gemakkelijk voorstellen dat het dan telkens rumoerig werd in de school. De meester kwam woedend toegelopen. Hij greep de vermoedelijke schuldige bij zijn nekvel, sleurde hem zo goed en zo kwaad als het ging!- uit de bank en plantte hem op de knie- en neer op de onderste trede van de estrade. Ik herhaal het graag: echte "lijfstraffen" heb ik hem nooit zien toepassen. Wel gaf hij soms een straf mee naar huis of deed ze na school blijven. #
# *
Ook op de speelplaats hield hij zijn handen in bedwang, al braken daar nu en dan hevige vechtpartijen los. Meestal begon zo'n oorlogje aldus; een kleinere jongen kreeg het aan de stok met een grotere. De kleine ging dan vanzelfsprekend de hulp inroepen van één of twee oudere broers en., 't zat er bovenarms op ! Het begon met schelden en dreigen., dan werd er ae-
duwd en gestoten en dan gingen in de twee kampen de klompen in de hoogte. (Alle jongens droegen klompen). De aandacht van de meesters was gauw gewekt., want de vechters kregen vlug een heel aantal supporters rond zich geschaard. De "kleine oorlog" werd in de kiem gesmoord, wanneer meester Raemaekers tussenkwam. Maar de ruzie werd niet altijd "zomaar" vergeten., want het gebeurde wel eens dat de beslissende "slag" na schooltijd onderweg werd uitgevochten. En dan was er nog de altijd smeulende vete tussen bijvoorbeeld de mannen van de Hei en die van Grootbeersel. Ik weet nog dat deze nooit-gedoofde spanningen soms uitliepen op bloedige ruzies . "De mannen van de Hei" waren kwade vechthanen en -alhoewel ze soms in de minderheid waren- moesten hun tegenstanders, na schooltijd, zich dikwijls ijlings uit de voeten maken. Een schandelijke vlucht., oordeelden wij !
EEN BEUGELBAAN AAN SCHOOL Meester Raemaekers kon op de speelplaats handig en zonder veel omhaal tussenbeide komen, als dat nodig was, maar hij kon op straat moeilijk "gendarm" spelen. Hij gaf trouwens vaak naschoolse bijlessen aan jongens die verder wilden studeren, of hij had dringend werk in zijn tuin. In alle geval: op de speelplaats hield hij er de tucht in. Hij leerde ons zelfs hoe we ons konden vermaken zonder losbandigheid. Hij bouwde in de uiterste rechterhoek van de "koer" een beugelbaan. De ring en de "afgedankte" bollen kwamen waarschijnlijk van Leeters' beugelbaan, vlak naast zijn deur. Waar hij de palen en de planken voor de afsluiting haalde, mag Joost weten. De mulle zandlaag had hij zorgvuldig weggegraven, zodanig dat de baan vrij hard lag. Een jongen van de hoogste klas kreeg
het toezicht over de beugelbaan en hield een beurtrol. In 't begin was het tenminste zó want het nieuwe was er gauw van af... Hoe kon het ook anders: de tamelijk harde ondergrond was niet bestand tegen regen of droogte en veranderde snel in modder of fijn zand. Beugelen in zo'n omstandigheden..? Vergeet het maar !
EEN BEDRIJVIG IEMAND.. Meester Raemaekers was bedrijvig op meer dan één terrein. Hij speelde orgel in de kerk. Ook bij begrafenissen en huwelijken. De grote, hoge deur tussen de twee klaslokalen bleef dan open en meester Tijskens kwam nu en dan eens kijken of de jongens van de "bovenmeester" ijverig en stil waren.
Eén keer, toen Raemaekers bij zo'n gelegenheid afwezig was, kwam schoolinspekteur Bollen van Maaseik de klas binnen. Na uitleg vanwege meester Tijskens, werd een grote leerling spoorslags naar de kerk gestuurd. Raemaekers keek erg verveeld toen hij bij de in- spekteur verscheen. Ik geloof nochtans dat de schoolopziener hem geen moeilijkheden in de weg heeft gelegd. Hij kon weten hoe moeilijk een dorpsonderwijzer het soms had. Ik meen dat de wedde destijds nog door de gemeenteontvanger moest betaald worden. Die had niet altijd veel geld "in kas", vergat ook op de kalender te kijken, enz. Overigens, op vele omringende dorpen was de meester ook koster. *
* *
In 1919, onmiddellijk na de oorlog, was Raemaekers bijzonder bedrijvig en hij maakte zich verdienstelijk op allerhande wijze. Elders heb ik reeds verteld dat hij de "overwinningsoptocht" met de oudstrijders organiseerde. (5) Na veel moeite slaagde hij er in het zaaltje boven de melkerij (vlak vóór zijn deur) in orde te krijgen voor een kleine toneelvereniging.
65 .
Het lokaal moet helemaal verwaarloosd zijn geweest en was aan herstellingen toe. Na lang zoeken en aarzelen (ook al wegens de schaarse geldmiddelen) vond Raemaekers iemand die de noodzakelijke verbeteringen aankon, namelijk metselaar De Hing (6). Men had de meester iets in het oor gefluisterd om die vakman over te halen: "Beloof hem een paar stevige borrels van "Het Wit Stoopke" en hij komtivast en zeker!" Dèt was 't! De Hing kwam. Hoe die traktatie afliep zal ik later wel eens vertellen. Meester Raemaekers trommelde enkele "liefhebbers" bijeen en die voerden, onder zijn leiding, een paar blijspelen en "sketches" op.
NAAR EISDEN In 1920 (1921?) werd Raemaekers aangezocht voor de "Charbonnages St.-Barbe" te Eisden een schooltje op te richten. Hij heeft niet lang getreuzeld om die opdracht met twee handen te aanvaarden. Heel zeker omwille van zijn vrouw, die zich te Molenbeersel allerminst thuis voelde en ook al omdat hij sommige dorpsmensen maar niet in de smaak kon vallen... (Hij was toch maar een "Maaslenjer"). Ook nog omdat hij zich de wrevel van vele kleine landbouwers op de hals had gehaald,' die zich niet gestoord hadden aan de nieuwe leerplicht en dus vanwege de school inspektie vermaningen ontvangen hadden. Meester Raemaekers opende dus een schooltje te Eisden-cité. Mijn vader en ik zijn hem in 1922 (?) eens gaan bezoeken. Hij had toen maar één klasje innzijn woonhuis. Daar stonden welgeteld zeven banken... Voor veertien leerlingen dus..! Maar... tien jaren later was Raemaekers direkteur over een zeer grote school met wel dertig a veertig leerkrachten ! *
* *
Wie nog mocht overblijven van de generatie die hem als onderwijzer gekend hebben te Molenbeersel, zullen zich ongetwijfeld herinneren dat Raemaekers inderdaad zeer verdienstelijk werk heeft gedaan. MAARTEN JOZEF BOON
N O T E N
(1) Zie: "Dao raostj gét!", jrg 4, nr 1 januari 1985, blz. 24-26. (2) Dit weet ik omdat mijn broer een deel van Close zijn werk ooit heeft overgeschreven in een speciaal schrift, waarschijnlijk bestemd voor een uitgever! (3) Zie: "Dao raostj gét!", jrg 3, nr 2 januari 1984, blz. 65-67. (4) Veel lezers zullen zich afvragen: "Wat is karbuur?" V6ór 1930 waren haast alle fietsen voorzien van éen "karbuur- lamp", dit is een lamp gevoed met ace- tyleengas. Ze gaven een heerlijk licht. Wellicht breng ik hieromtrent een uitvoeriger stukje voor dit tijdschrift. (5) Zie:. "Dao raostj gét!", jrg.3, nr 2 januari 1984, blz. 65-67. (6) De Hing! Een type als "Joep", waar Naardje Laveaux over schrèef, maar wel "deftiger" en zeker geen landloper. Ik neem me voor een paar anekdootjes over hem te schrijven.
EEN KORT NASCHRIFT... Onze "vaste medewerker", zó mogen we hem wel noemen, sluit hiermee weer 'n kleine reeks bijdragen af. We hebben echter weer twee bundels bijdragen van zijn hand ontvangen en zoals hij zelf schrijft, mogen we nog meer verwachten! Alleszins een hele prestatie voor iemand "op leeftijd"! Hartelijk dank voror de sympathieke medewerking en.. wie volgt het goede voorbeeld..?
NOG OVER EEN GEHEIMZINNIGE STEEN TE GEISTINGEN
Vóór ruim een jaar verscheen in "Ter Eiken", het driemaandelijks kultureel tijdschrift voor Kessenich, onder de rubriek "Van over de dorpsgrens", een interessant artikel over "een geheimzinnige steen te Geistingen". (1) Het betreft hier een fragment van een arduinen steen die in de zijmuur van Hoezer- hof te Geistingen is ingemetseld.(zie tekening) Het was Piet Henkens die in "De geschiedenis van Kessenich" voor het eerst schreef over deze steen, evenwel nog zonder een verklaring van de wapenschilden die er op voorkomen. (2) Frans Parren komt de eer toe om in bovengenoemd artikel een tip van het geheimzinnige van de steen te hebben weggenomen door aan te tonen dat het gaat om een fragment van een steen met de al 1 iantiewapens van de families Van Waes en Van Va- rick. Jammer genoeg is van het wapen Van Varick slechts een derde over, maar nog precies genoeg om het te herkennen. Dezelfde wapens zijn volledig (te zien in de kerk van Neeritter (Ned.) boven het hoofdaltaar, dat begin 1700 door baron Frans Van Waes en zijn echtgenote Maria Van Varick voor deze kerk werd gekocht.
HOE KOMT DEZE STEEN HIER ? In dit artikel wil ik aantonen dat het antwoord dat Frans Parren suggereert op „de vraag: "Hoe komt deze steen hier?" mijn inziens niet juist kan zijn. Een pasklaar antwoord heb ik zelf ook niet.
Omdat het huwelijk Van Waes-Van Varick in 1694 werd afgesloten en omdat na het overlijden van de landsheer in 1706, de weduwe tot 1732 als landsvrouw verder regeerde, wil ik iets dieper ingaan op de eigenaars van Hoezerhof.
Frans Parren baseert zich op het huwe- 1 ijkskontrakt dat het echtpaar Van Waes' Van Varick op 11 mei 1695 afsloot en waarbij de bruidegom onder andere "den al de Huyserhof" meebracht. (3) Parren denkt dat bij deze gelegenheid mogelijk de steen geplaatst is. Met genoemde "alde Huyserhof" kan niet Hoezerhof in Geistingen bedoeld zijn. Immers deze hof was in de genoemde periode eigendom van de adellijke familie de Kerckem uit Grathem. De eigenaars van Hoezerhof zijn te volgen van 1297 tot nu. Van eerst genoemd jaar tot in 1869 bleef de boerderij in handen van de familie Van Odenhoven en hun afstammelingen, te weten: de Ker- chem, de Borchgrave de Altena en de Geloes. De laatste twee namen zijn in Geistingen blijven voortleven als An- toinette de Borchgrave en graaf Karei de Geloes in het ondertussen afgeschafte zondagsgebed.
67 .
Op 17 februari 1679 verdelen Anna Sibille van BIittersdorf, weduwe van Ar- nold Everhard Baron de Kerkem, en Adolf Engelbert Baron de Kerkem, de goederen van Philip Wijnandt Baron de Kerkem en Josina de Wilde van Mersschen. Adolf krijgt "den bouwhof Opgenhuijs" met de 1aatbank. Op 9 mei 1699 verkoopt Barones Ferdi- nande de Kerkem, weduwe van Adolf Engelbert de Kerkem de "wenhof Houzerhof" aan Johan Wilhelm van Kerkem en Anna Barbara van Gulpen. Op 12 mei 1701 verheft deze Johan Wilhelm te Horn voor de Leenzaal, op het hoofd van zijn zoon Hans Wilhelm de Kerkem, "Odenhovenshof, Opgenhuis genoemd ". Op 5 augustus 1708 doet hij dit voor al zijn goederen onder Geistingen gelegen, nu voor de leenzaal te Kessenich. Op 5 september 1710 maken Johan Willem de Kerckem en Anna Barbara Van Gulpen hun testament: hun twee dochters erven "Houzerhof" en Voorderhof te Geistingen. Op 6 augustus 1711 verheft de douarière baronesse de Kerkhem "Huyserhof" voor haar onmondige zoon Jean Pierre Louis de Kerkhem, weer voor de Leenzaal te Kessenich. Op 20 september 1735 verdelen de kinderen de Kerkem de nalatenschap van hun ouders en krijgt Maria Theresia Ferdi- nanda, kanunnikes te Munsterbi 1 zen, Hoezerhof.
De familie van Waes voerde als wapen in blauw een zilveren hartschild met over alles heen een gouden schuin- balk.
68.
Op 27 april 1752 verheft Jan Willem graaf de Kerkem voor zijn zuster, Hoezerhof voor de Leenzaal te Kessenich en in Horn gebeurt dit voor dezelfde persoon in 1771. Als pachters kennen we in dezelfde periode: het echtpaar Peter Steyvers en Maria Cremers van Pasen 1697 tot 1700, vervolgens van 1700 tot 1716 het echtpaar Geurt Snijders en Catharina Peters Mathijs Henckens en Anna Jeghers komen we tegen van 1716 tot zeker 1730. Daarna gaat het over op zijn zoon Dirk Henckens tot in 1786 en daarna op diens zoon Renier Henckens. Zeker Hoezerhof was, zoals blijkt uit de leenverheffingen, leenroerig aan Kessenich als een bundig leen, en deels als een knuppelleen, maar ook aan Horn als bundig en knuppelleen en voor nog een deel aan Stevensweert, ook als knuppelleen. (4) Jammer genoeg kennen we niet de verdeling. Maar van de gronden van Odenhoven lagen er ook op het grondgebied van Kessenich en behoorden daar onder Coppens- hof in de Hees en Goltsmitshof. U ziet, het was een poespas ! Dat een leenheer in de 18e eeuw nog een wapensteen zou plaatsen op één van de hoven van zijn leenman kan niet. Die "alde Huyserhof" uit bovengenoemd testament moet dus elders gezocht worden. Komt misschien Hunsel in aanmerking? Daar bestond een "Ingenhuys".(5) Als Hoezerhof niet de "al de Huyserhof" is, dan blijft het feit dat de steen op Hoezerhof is !
Het geslacht van Varick voerde een wapen van zilver met drie rode leeuwe- koppen met tongen en gekroond met rode kronen (2)
EEN MOGELIJKE OPLOSSING KAN ZIJN.
NOTEN
Als Hoezerhof in 1870 eigendom wordt van baron Michiels van Kessenich, is de boerderij erg onderkomen. Er moeten dus herstellingen hebben plaats gehad. Zo schrijft kruisheer Schippers in 1878 aan kanunnik Hubert Rutten in Rome: (6)
(1) Ter Eiken, jrg. VIII, nr. 2, blz. 53 en 54. (2) P. Henkens, De Geschiedenis van Kessenich, blz. 552. (3) Verzamelde Opstellen, overdruk 1942 P. Bouveroux, blz. 52. (4) Aan de Hornse leenzaal zijn twee soorten lenen: grote of bundige lenen en kleine of kluppellenen. Een klein leen is een afsplitsinq van een bundig leen, maar door voortdurende afsplitsingen kan het groot of bundig leen kleiner worden dan het klein leen. De lasten voor een leenverheffing van een bundig leen waren hoger- dan voor een kluppelleen. Uit: "Leen- en laathoven in de Maasland- se territoria voor 1795" door Mr. K.J. Th. Janssen de Limpens, blz. 156. (5) P. Henkens, De Geschiedenis van Kessenich, blz. 525. (6) D. Snijders en J. Geerkens, Ophoven en Geistingen door de eeuwen heen, blz. 157. (7) P. Henkfens, De Geschiedenis van Kessenich, blz. 593. Met dank aan Rene Rutten voor het bezorgen van kadastrale gegevens. De illustraties werden overgenomen uit "Ter Eiken”.
"Hoezerhof is sinds enige weken in het bezit van zijn nieuwe bewoners: Peter Hons met vrouw, kinderen en dienstboden, die kort na Pasen Aldeneik verlaten hebben. Wat is de dierbare hoeve veranderd en wat heeft er binnen en buiten al'les een levendiger en vrol ijker aanblik dan tijdens de laatste pachter. Talrijk schoon en zindelijk vee loeit thans lustig in de bijgelegen weiden en ook de woning zelf is gans opgeknapt. Behalve dat binnen alles duchtig gekuist is, werden reeds twee nieuwe ramen in de voorgevel geplaatst en nu gaat ook het raam in de tweede kamer - ge weet wel, het gewone zitvertrek- de oude vervangen. Verder wordt nu ook de grote schoorsteen in de keuken weggebroken en krijgt die keuken een nieuw plafond. Eindelijk zullen deuren en vensters de verf zien arriveren en van vreugde schudden bij het voelen van de gulle kwast waarnaar zij jaren en ja ren smachtend verlangd hebben. De baron gaat zich bepaald eens genereus tonen". Was het bij deze (of andere?) verbouwingen dat de arduinen steen als dorpel naar Geistingen kwam vanuit een van de bezittingen van baron Michiels, wiens voorouders in 1804 de erfgoederen van Kessenich hadden aangekocht? (7) Of heeft men ermee gewacht tot in 1900 als Hoezerhof door dezelfde baron volledig vernieuwd werd ?
THIEU WIEERS
"AGNUS DEI" VAN KINROOI
Snuffelaar, missionaris Jan Bierens maakte ons attent op een oud artikel "Quel- ques mots sur les agnus dei" in "Bulletin de la société d'art et d'histoire du diocese de Liège", 1883. Wij hadden er nog nooit, van gehoord en ook de uitgebreide gids over "De kerkschat van de Sint-Catharinakerk te Maaseik" (Sangers W . en M. Hendrickx), 1963 vermeldt 't niet, ook al gaat het voor een flink deel over het "beroemde agnus dei van Maaseik".
AGNUS DEI DE L’EGLISE PRIMAIRE DE MAESEYCK Commencement du XIV» Siècle.
Wat is een "agnus dei"? Een wasplaatje in een schrijntje. Waarschijnlijk reeds vanaf de 4de eeuw werd het de gewoonte de resten van de paaskaars in stukken te breken en aan de mensen mee te geven. In Rome kregen die brokken al vroeg de vorm van schijfjes, waarin met een stempel een afbeelding van het Lam Gods (Agnus Dei) geprent werd. In latere tijden bevatten de schijven ook balsem en chrisma. Zij worden door de paus gewijd op Witte Donderdag of op Beloken Pasen in het eerste jaar van zijn pontifikaat en verder alle zeven jaren. Het was de meest gezochte "talisman" die er bestond.
Omdat de naam van de paus ook veelal vermeld staat kunnen we deze medaillons dateren. Dat van Maaseik werd gewijd door Johannes XXII die paus was van 1316 tot 1334 .
Kanunnik Dubois, professor in de archeologie te Luik maakt uitvoerig melding van dat agnus dei, maar hij vermeldt ook de mooie resten van een houder uit Kinrooi, honderd jaar geleden in het diocesaan museum van Luik. Het juweel dateert eveneens uit de 14de eeuw en is van zilver. Op blz. 159 geeft hij een gedetailleerde beschrijving, die beter kan vervangen worden door een kleine afbeelding.
eik door kommissaris Lemoussu. Onder "police" schrijft hij aan zijn hogere overste in Maastricht : "..Un attentat a la vie du citoyen Joosten agent municipal de la commune de Wessem a eu lieu le 29; se rendant a la séance, passant vers les dix heures du matin dans le ha- meau de Guistinguen, dépendance de la commune d'Ophoven, on lui a tiré un coup de fusil, qui heurensement ne l'a point attint, mais lui (est) passé a quatre pouces du visage".
D ISQUE
DE
M ONSTRANCE D ’A GNUS D EI
provenant de Kinroy (Maeseyck) et actuellement au musée diocésain de Liége. XIV» SIÈCLE.
Hoe komt nu zoiets in Kinrooi? De geleerde man vraagt het zich ook af. Uit wat er rest moeten wij immers besluiten dat het om een "rijk" stuk gaat. Het is aangetroffen bij een boer en dat moet wel toegeschreven worden aan de troebele tijd van de Franse Revolutie toen zoveel verdween uit zijn oorspronkelijke plaats.
D. Snijders,o.s.c.
MOORDAANSLAG TE GEISTINGEN IN 1799 Kruisheer M. Colson bezorgde in 1969 een degelijke uitgave van "De rapporten van de kantonkommissarissen 1797-1800" uit de Franse Tijd. Ons oog viel op een maandrapport van 26 november 1799, opgesteld te Maas
.. De 29e (bedoeld is "brumaire" volgens de nieuwingevoerde franse kalender: dit is 20 november 1799 in d' oude stijl) werd er een aanslag gepleegd op het leven van burger Joosten, gemeentelijke agent van de gemeente Wessem. Toen zich die naar de bijeenkomst begaf (te Maaseik) en rond tien uur in de morgen door het gehucht Geistingen passeerde, dat onder de gemeente Ophoven hoort, heeft men een geweerschot op hem gelost, dat gelukkig geen doel heeft getroffen, maar de kogel is hem vier duim langs zijn gezicht gegaan.. Colson noteert dat er verder niets is geweten over deze aanslag. Des te meer over de moord te Thorn op de voorganger van Lemoussu als kanton- kommissaris van Maaseik: Mathijs Do- dé van Thorn die daar werd doodgeschoten op 6 maart van datzelfde jaar (na een eerste, mislukte aanslag op 19 november: dus daags vóór er op Joosten werd geschoten.. Was het dezelfde "schutter" ?) Het zal de "franse" ambtenaren wel benauwd zijn geworden.. Want zij werden in bezettingstijd om diverse redenen door velen gehaat. De moord op Dodé (evenmin als deze aanslag) is nooit opgehelderd. Het is treffend hoe altijd weer zo'n zwaar verschrikte man, vroeger en nu zo precies weet "hoever" het mis was Dit laatste: alleszins gelukkig voor "het wild".. n c-
71.
SNUFFELEND IN OUDE P A P I E R E N . , .
OVER DE ITTER EN EEN GEISTINGENAAR
Daar heeft ooit een "Limburgsch Jaarboek" bestaan, dat het bracht tot vier jaargangen (en een eerste katerntje voor een vijfde...) Toen was het geld blijkbaar op, want (laten) drukken kost geld, evenals koken.. Bij elkaar gebonden is het een fors boekdeel, maar het is wel een echte "tref" het nog ergens te kunnen aanschaffen. Die "tref" hadden we in As. Bij Joannes Daamen, die van Dilsen is en te As woont. We hebben er vlijtig in gebladerd, want het gaat over de jaren 1890 en volgende. We troffen er veel onbekende namen in aan, maar bij voorbeeld ook een jonge Ka- miel Huysmans die spitse dingen schreef; toen al.
Het vermoeden is gewettigd dat hij eigenlijk van Opitter stamde. Het is zeker dat hij in deze dagen te Brussel woonde: hij spreekt van zichzelf als van "den balling, die hier in den stadswalm versmacht" en die duidelijk heimwee heeft naar Opitter en de Itter- boorden, ons ook welbekend. Ziehier wat we vonden in het vierde Jaarboek (1895-1896): een reeksje gedichten van de hand van een zekere R. Schrijvers. Vlijtig speurwerk bracht alleen maar aan het licht dat de man zijn naam meestal laat voorafgaan door Bree en dat hij was : "ambtenaar bij het Ministerie van Arbeid en Nijverheid" te Brussel. Dit reeksje gedichten is stuk voor stuk aan iemand opgedragen, bij wijze van "exvoto's" : u weet wel: die tastbare souvenirs die men" ex-voto"= "wegens een belofte", ergens ging aanbrengen bij een geliefde persoon of hei 1ige.. Hier is het eerste: "voor mijnen vriend R. Wieërs" Wie R. Wieërs was ? De stamvader van een Waalse Tak. Renier Wieërs was te Geistingen bekend in mijn jonge jaren als "Neer van Namen". Hij was geboren te Geistingen op 8 januari 1865. Hij studeerde aan de Normaalschool te Sint-Truiden van 1881 tot oktober 1883 om dan zijn onderwijzers- diploma te behalen. Als zodanig werkte
72 .
hij te Elen, Mechelen-aan-de-Maas en aan het kollege van Bree. Hij werd tenslotte "premier commis a l'école de bienfaisance de l'Etat, rue Henri Bless 41 a Namur". Zijn vrouw, Anna Vinken was evenals hij een Maaslandse. Hun kinderen zetten de intussen Waals geworden stam voort.
Was Schrijvers een medeleerling en vriend uit de Truier jaren ? Dat lijkt wel waarschijnlijk. Meer weten wij er precies ook niet van. Alleszins geen "hoge" poëzie, maar merkwaardig en vermeldens-waardig,leek ons. Een Kempenaar spreekt voor een Maaslander zijn roerselen uit vanuit de wereldstad. Hij moet een gelijkgezinde ge
weest zijn, want "Neer van Namen" hield ook van het dorp waar hij als smidszoon was grootgegroeid en waar hij steeds gaarne terugkwam. Wij laten dit loflied op "Neer", op de It- ter en op "het land" hier volgen :
D. Snijders, o.s.c.
J ^ ET
lieflykste en zoetste valleit.je van Belgenland, vast, f) Is dat, waar geheimzaan het molenrad de Itter doorsplast; Waar onder het ruischende loover zóó klatert de kreek Als waarden en speelden daar geesten in struik en in beek, Waar, mild als op speelreis, de morgend het helderste groen Met pure kristallen weet stralen en paarlen te doen, En 't windje zoo aaiend en kussend het aangezicht streelt Dat ge u in het geurend geaam van uw liefste verbeeldt; Waar iets als de kalmte en de vrede der monnikencel En ’t aanzijn der Godheid, meer lijflyk en tastbaar dan el, (1) Als ’t ware doortrekt en zoo volmaakt de wondere lucht Dat iemands twee handen zoun pakken naar heil en genucht; Daar ging ik gelukkig om dubbel gelukkig te zijn ; Daar ging ik als ’t harte mii schreeuwde van weedom en pün, Daar ging ik om troost, die de wereld den manne niet geeft, Wanneer hij voor kennis en kunst en voor vrienden slechts leeft ; Daar sprak ik mijn makkers van liefde en van kunstenaarsecr En ’t harte, dat blonk ons als de oogstzon in ’tspieglen van't meer; Of is de verruklng des geestes niet dubbel ons waard Wanneer men ze in de oogen van vrienden weerkaatsend ontwaart; Zoet dal van Op-Itter. gegroet in uw groenende vert, Waar ’t knakkende stormen der wereld steeds stilde in myn hert En rnyne nog vloekende ziele, ten onder geacht, D'Almachtige aanbiddend haar schudeloost oflerand bracht. Gegroet van den balling, die hier in den stadswalm versmacht, En rondwaart, om uws wil, en optrekt naar u als te wacht, En afleort van u hoe twee harten zoo sterk zyn als steen Wanneer ze, hetzelfde als uw waatren, zacht vloeien in één.
(1) El-elders.
EEN VERGETEN GEFUSILLEERDE UIT KINROOI IN DE EERSTE WERELDOORLOG
Vader Matthijs Hubert Segers, gehuwd met Anna Maria Hubertina Verheyen en landbouwer te Kinrooi, kwam (op 38-jarige leeftijd) op 10 maart 1889 aangifte doen van de geboorte van een zoon, Jan. Over deze Jan, tramman en gehuwd in 1914, schreven F. Bollen en M. Custers een lezenswaardige bijdrage in hun studie "Maaseiker oorlogstriologie 1914-1918". Zij behandelden hem samen met twee andere oorlogsslachtoffers : EmielStévigny en frater Rupertus (Pieter Van den Hout). Enig huldebetoon werd de drie na de oorlog niet ontzegd. Over "verdere bijstand" aan de jonge vrouw en de twee kindjes viel niet veel meer te vernemen.. Men leze.. Met dank aan de twee auteurs, die deze tekst gaarne ter onzer beschikking stelden. D.S.
JAN SEGERS
Zijn leven. Op zaterdag 18 december 1916 stonden er in de Dusart-kazerne te Hasselt acht Belgen voor een Duits vuurpeleton terecht. Onder hen twee priesters en een gewezen stadsgenoot Jan Pieter Jozef SEGERS, geboren te Kinrooi op 10 maart 1889, wonend in Wurfeld, gehucht van Maaseik, en na zijn huwelijk op 7 februari 1914 met Gerets Catharina van Rekem, aldaar gehuisvest in Boven-We- zet. Jan Segers was evenals zijn twee jongere broers, Renier en Henri na hem, conducteur op de tramlijn Maaseik-La- - naken-Tongeren en bij zijn terechtstelling vader van twee kinderen : een meisje, Maria Catharina (ca. 2 jaar oud) en een jongen, Henri Albert, nauwelijks acht maanden oud. Over deze nederige werker en vurige vaderlander werden geen lange artikels of boeken geschreven om zijn heldendaden te verheerlijken. Aktiviteit. Als "tramman" bevond hij zich in de ideale positie om nuttige en geheime inlichtingen over te brengen. Dat er
op de tram een spionageaktiviteit bestond was de vijand zeker bekend. Voor het oog liet hij daar niets van merken. Als camouflage werd er jacht gemaakt op smokkelwaar. Maar de geheime dienst en zelfs officieren onderzochten vaak en nauwlettend de paspoorten van de passagiers om zo de spionnen te kunnen betrappen en gevangen te nemen. In de aktiviteitenbundel van Emiel Stévigny: over de grens smokkelen van vrijwilligers naar het front of over de spionage ten voordele van de geallieerde strijdkrachten, staat nergens de naam Jan Segers vermeld. Maar dat kwam zeker omdat deze was aangesloten bij de groep Lagasse, welke te Rekem en omstreken zeer aktief is geweest en hij zal dus persoonlijk niet met de kerngroep van Maaseik in betrekking zijn gekomen. Verraden. Buiten zijn spionage op hetgeen door de Duitsers vervoerd werd per tram ; het doorgeven van belangrijke inlichtingen; het oversmokkelen van geld en eventueel van vrijwilligers voor het Belgisch leger, is er nog een tot op heden niet opgehelderde kwestie van een brief uit Nederland rond het eind van
Ik zei het al in het begin: Jan Segers was een nederig werker. Als waarderende beloning voor zijn heldendood ontving zijn weduwe met ingang van 1 januari 1921, een jaarlijkse uitkering van zegge en schrijve 800 fr, als burgerlijk oorlogsslachtoffer en voor de twee kinderen tot hun achttiende jaar nog 600 fr. Dan is het ook te begrijpen dat de arme vrouw er liefst niet meer over sprak, want ze had meegemaakt dat anderen, grote namen, ook grote sommen hadden opgetrokken en op de eerste ran- genpronkten bij de vaderlandse herdenkingen, alhoewel de kleinen de kastanjes uit het vuur hadden gehaald. Deze reuze sommen waren haar reeds toegekend bij vonnis dd. 1 juli 1920. Verder zaten in die omslag enkele brevetten en eretekens en op foliopapier volgend schrijven : " De minister van
landsverdediging heeft de eer een blijk van voldoening te sturen aan Monsieur Segers Pierre Jean voor zijn medewerking aan de verbonden legers in het bezet gebied gedurende de veldtocht 1914-1918" (get. Pierre Forthomme). In 1919 op 18 juli werd Jan Segers post- huum het kruis van Ridder in de Leopoldsorde met gulden boord toegekend voor "schitterende diensten tijdens de bezetting aan het land bewezen".
Vermeldingen Op twee plaatsen kon ik in verband met de terechtstelling en de begrafenis enkele bijzonderheden vernemen. Eerstens bij E.H.S. Drost, kruisheer, die in zijn Oorlogskroniek op de hem flegmatieke manier vermeldt: "Vrijdag 15 december 1916/ Jan Segers uit Wurfeld, conducteur op de tramlijn Maas- eikLanaken, is door de Duitsers gepakt en in Hasselt ter dood veroordeeld wegens spionage. Of het vonnis al voltrokken is, weten we niet. Maandag, 18 december 1916 : Verleden zaterdag zijn er te Hasselt acht Belgen doodgeschoten door de Duitsers, waaronder twee priesters en Jan Segers uit Wurfeld.
Breedvoeriger schrijft "De Maeseyckenaar" het maandelijks tijdschrift uitgegeven door de Maeseycker Vrienden in Le Havre voor de Wapenbroedersstadsgenoten in Wereldoorlog I, in zijn februarinummer van 1917 :" Een Maeseykenaar, Jan Segers, garde op de tram Tongeren-Lanaken, gehuwd en huisvader, broeder van Renier Segers, krijgsgevangene in Holland, viel onder de Duitse kogels in de terechtstelling te Hasselt. "Intussen waren nieuwsberichten de grens overgesmokkeld, want in het maart nummer van 1917 vernamen de frontsoldaten :"De begrafenis van Jan Segers, gevallen onder de Duitse kogels te Hasselt, heeft te Aldeneik met indrukwekkende plechtigheid plaats gehad. Meer dan 500 personen namen er aan deel en nooit zag men te Aldeneyck zulke toeloop van volk. Als pijnlijke bijzonderheid moeten we melden, dat toen de echtgenote en twee kinderen van onze ongelukkige stadsgenoot, nog onbekend met zijn vreselijk lot, naar Hasselt gingen om hem te bezoeken, haar door de moffen zijn klederen overhandigd werden met de woorden : "Er ist er- schossen !" Wat walging inboezemende beulen". En in het juninummer nog dit artikel : "Een overgroot getal doodsprentjes, de heldendood meldende van Jan Segers, onder de moordende kogels der Moffen te Hasselt gevallen, zijn in het publiek verstrooid geworden; iedereen bewaart ze als een heiligdom. Wij lezen na enige welgepaste spreuken uit de bijbel, en een paar zinsneden uit de omzendbrieven van kardinaal Mer- cier, uittreksels uit brieven aan zijn echtgenote gericht. Wij kunnen niet nalaten deze hier te laten volgen.
"Brief van 15 december : Teerbeminde vrouw en kinderen, hoe hartverscheurend voor mij, van u zo vroegtijdig te moeten verlaten, en dat zonder u nog eens te hebben mogen zien ! Droevig voor mij... doch duizendmaal ongelukkiger voor u, lieve vrouw, die met twee arme kleinen overblijft! ...
75.
de zomer 1916, waardoor hij en enkele anderen werden verraden. Hij werd in zijn huis aangehouden, een loutere formaliteit, zo heette het, kleren of ondergoed meenemen was niet nodig, want "we brengen uw man spoedig terug na een korte ondervraging", zegden de geheimagenten aan zijn arme vrouw. Maar... hij werd gevankelijk naar de kazerne van Hasselt op het Dusartplein overgebracht. Daar is hij vier maanden in vertwijfeling en in angst om zijn gezin opgesloten gebleven aan een ketting vastgeklonken - om dan zoals hierboven vermeld staat, aldaar in de tweede helft van december gefusilleerd en ter plaatse begraven te worden. Toen maanden later in Aldeneik een plechtige lijkdienst werd gehouden, konden de kerkgangers volgend doodspren- tje lezen en overwegen :
"Blijf immer gedenken de ziel van Jan SEGERS, gestorven voor het.Vaderland te Hasselt op 16 december 1916. Hij ruste in vrede. De Heer ontving zijn ziel, het Vaderland zijn bloed ! Hij was een man, deugdzaam, eenvoudig, gedienstig en oprecht van harte; vreesde God, vluch- te het kwaad en volhardde in onschuld (Job II 3) . Weent, diepbedroefde vrouw, onschuldige kinderkens, geëerde ouders en familieleden, doch mengt ook bij uwe tranen een troostend gevoel van fierheid voor hem die U in het hemels vaderland verwacht . Wat is een kortstondige droefheid, een voorbijgaand harteleed, een menselijker wijze beschouwd vroegtijdige dood met het vooruitzicht van het geluk zonder einde voor de kristene huisgezinnen, wier leden elkaar weldra en dan voor eeuwig zullen wedervinden verenigd in de schoot van God in de hemel (Kard. Mercier) 0 God, dat de vrede welke ik reeds geniet, de smart verlichte, welke mijn dood veroorzaakte. Voor God ! Koning en Vaderland! " Zijn dochter. Behalve zijn twee kinderen, die nog in
76 .
leven zijn, maar toen te klein waren om iets van die droevige omstandigheden te begrijpen, laat staan te onthouden, jammer genoeg voor ons, zijn de meeste andere naaste verwanten ofwel overleden of verspreid. Nochtans, rechtstreekse of aangetrouwde familieleden, die door mij werden ondervraagd of aangeschreven, konden zelf geen bijzonderheden meedelen. Mejuffrouw Maria - in Maaseik als Marieke Segers gekend - thans in Neerharen wonend bij haar broer en beide kinderen van wijlen Jan Segers, heb ik heel toevallig langs haar vriendin- kloosterzuster, om zo te 1 zeggen, 'ontdekt . Helaas wederom, haar moeder was reeds in 1972 op tachtigjarige leeftijd overleden, een van haar tantes, die de hele gebeurtenissen had meegemaakt en veel had kunnen vertellen, was voor kort heengegaan, zodat niet veel kon vernomen worden. Op een vraag : "Vertelde uw mama dan nooit over die triestige gebeurtenis in 1916 ?" was het antwoord :"Neen, wanneer wij, mijn broer en ik, als groter geworden kinderen nadere bijzonderheden wilden weten over onze pa, werd ze kregelig en uitte ze haar ongenoegen met deze woorden : de groten worden dik betaald, en ik, arme weduwe, ontvang maar een aalmoes, laat me er maar verder over zwijgen". Briefomslag. Is er dan niets tastbaars overgebleven, brieven of iets dergelijks ? Gelukkig had Marieke een grote omslag met als hoofding : "Any Answer to this letter must be Prepaid On his Majesty's Service" en geadresseerd aan Mme Vve P.J. Segers, Reckheim, Belgium, met links onder de vermelding : "If undelivered return to Secretary War Office M S 3 D S.W. 1" In die omslag bewaarde ze als in een kostbaar schrijn luttele schriftelijke bewijzen : een doodsprentje, vier postkaarten van of naar de gevangenis in Hasselt, het trouwboekje van haar ouders en vooral de allerlaatste brief, die haar moeder ontving eerst nadat haar vader reeds terechtgesteld was.
Laten wij ons aan Gods H. wil onderwerpen ! Dag en nacht heb ik gebeden tijdens de vier maanden mijner gevangenschap... ik heb dan ook het volle vertrouwen, dat Gods H. Voorzienigheid over u zal blijven waken. " " Brief van 16 december 's morgens : Mijn uur is gekomen! ... ik heb daar juist de H. Teerspijze ontvangen en twee H. Missen bijgewoond. Nu sterf ik vol vreugde voor God en Vaderland. Een laatste maal omhels ik de dierbare portretjes van u en mijnlieve kinderen, en druk ze tegen mijn hart en roep u toe : Vaarwel, mijn diepbedroefde echtgenote, vaarwel onschuldige kinderen ! Vaarwel ook gij, mijn vader, vaarwel broeders en zusters, getrouwe vrienden en medeburgers.. Ik ga sterven... doch mijn liefde voor u allen sterft niet. Van uit de hemel zal ik op u nederzien en voor u bidden ! Vaarwel en vergeet mij niet !" Laatje brief. ,Hieronder laten wij integraal de laatste brief volgen, die Jan Segers aan zijn echtgenote heeft geschreven in een eenvoudige taal, met aangrijpende doch niet wanhopige gedachten. Diep kristelijke gevoelens spreken in dit schrijven dat uit een liefhebbend, berustend hart opgeweld komt en voorzeker wat troost en gelatenheid zal gebracht hebben aan de diep bedroefde jonge vrouw, die met twee onmondige kindjes achterbleef :
Hasselt, de 15 december 1916 Teerbeminde vrouw en kinderen, Voor de laatste maal mijns levens neem ik de pen in de hand om u het droevig nieuws te laten weten, alsdat ik morgen vroeg word doodgeschoten voor spionage. Ach hoe hartverscheurend voor mij, van u en van mijn arme kinderen zo vroegtijdig te moeten verlaten en u in dit tranendal te moeten achterlaten zonder u nog eens te hebben mogen zien. Gij die mij zo dierbaar waart, maar het is Gods wil, ofschoon ik mij die vier maanden, die ik in mijn gevang heb doorge
bracht met bidden dag en nacht heeft God toch mijn beden niet aangenomen, maar mijn gebed zal toch niet verloren gegaan zijn. God zal toch wel bij staan, want ik heb mij altijd gebeden, indien ik het geluk niet mocht hebben van terug te komen, God u toch mag zegenen met een goede man dat gij en mijn kinderen toch niet mishandeld wordt. Ach beminde vrouw, hoe hartverscheurend voor mij van u te moeten verlaten, gij die mij toch zo duurbaar waart; ja, voor mij is het droevig maar voor u is het het ongelukkigste van met die twee kinderen te moeten blijven zitten, maar het is Gods wil en daar kunnen wij niet tegen opstaan. Nu, beminde vrouw, doe ik u een klein verzoek, indien gij hertrouwt, zo smeek ik u toch, dat gij goed voor mijn kinderen moogt zorgen en hen toch niet verstoten. Andere raad kan ik u ook niet geven, vraag aan uw ouders om raad en doe met alles op het beste en wil niet treuren om mij en neem moed. De goede God zal u helpen. Nu , beminde vrouw is het middernacht, nu is onze tijd gekomen om te gaan biechten en dan binnen enige uren kunnen wij de kogel verwachten. Zo, beminde vrouw en kinderen, ga ik eindigen en reik u mijn hand toe uit de verte en druk uw portret voor de laatste maal aan mijn hart en zeg u vaarwel tot in de eeuwigheid en zeg ook vaarwel aan mijn vader, broeders en zusters en aan uw ouders. Zo is mijn uur gekomen en roep u voor de laatste maal toe vergeet mij niet in uw gebed en roep u toe vaarwel tot in de eeuwigheid waar wij ons zullen terugvinden. Zo sterf ik vol vreugde voor mijn vaderland, maar mijn liefde voor u sterft niet. Van uit de hemel zal ik op u en mijn kinderen nederzj en. Hopend dat God mij de hemel zal schenken zo zeg ik u nog eenmaal vaarwel tot in eeuwigheid en roep u toe vergeet mij niet ! Uw ter dood veroordeelde man Jan Segers
P.S. Beminde vrouw, ik heb u nog een klein verzoek te doen van na mijn dood enige missen te laten doen in Rekem en ook in Aldeneyck. Zo sterf ik wel en moet hopen dat gij aan mijn wensen zult voldoen• Nu, beminde vrouw, zijn wij te communie geweest en twee missen gehoord en nu sterven wij voor God en vaderland den
85 JAAR GELEDEN schreef de "Maas- en Kempenbode" van 22 juli 1900 :
* GEYSTINGEN. Het schijnt dat de heeren dieven en inbrekers het tooneel hunner werkzaamheden naar onze gemeente willen verplaatsen. Immers, in den nacht van Zaterdag op Zondag, braken zij te Ophoven op twee verschillende plaatsen in en maakten zij zich van talrijke voorwerpen meester. Den volgenden nacht, hernieuwden zij, wederom op twee plaatsen, hunne pogingen te Geystingen, doch ditmaal zonder te gelukken, daar zij, door het toevallig ontwaken der huisgenoten, in hunne werkzaamheden verstoord en op de vlucht gedreven werden. Op ene der twee plaatsen hadden zij reeds, na eene ruit uitgebroken te hebben, de glazen vensters geopend, en juist maakte zich mijnheer gereed om binnen te kruipen, toen de dochter des huizes in de keuken verscheen en om hulp riep, waarna hij het dan ook. geraadzaam oordeelde den aftocht te blazen.
16 december om 7 uren Belgische tijd in de nieuwe kazerne te Hasselt . Zo, beminde vrouw, omhels ik het portret van u en van mijn kinderen een laatste maal en zeg u vaarwel tot in de eeuwigheid. Jan Segers.
K U R I E U S . , Behalve met de buks schieten kunnen de schutten nog iets anders ! Ook ruim 50 jaren geleden, zoals onderstaande rekening bewijst. Het was de tijd dat bier in houten vaten werd geleverd.
's Anderendaags werden door onze wakkere gendarmen ter plaatse een onderzoek ingesteld, en het is te hopen dat deze weldra op het spoor der laffe schurken zullen wezen, tot groote geruststelling der ingezetenen, wier anders zoo vreedzame slaap sedert dien door akelige droomen gestoord wordt. (ingezonden door Donaat Snijders)
(Ingezonden door Werner Smet)
78 .
DE STAD VIJVEREN
een legende tussen Kessenich, Ittervoort en Thorn
Eens blonken hoge torens in het felle zonnelicht en beiaardklokken klonken als in een fier gedicht. Vijveren had poorten en muren kloek en zwaar. Het was er vrolijk leven, genieten met elkaar. De Maas bracht vele schepen aan van hier en overal. Op wegen voeren wagens zwaar, beladen zonder tal. De eerzucht en de rijkdom stegen de lui naar ‘t hoofd: nederige dienst aan mensen: het werd niet meer geloofd. Men liet de rijkdom vloeien, men vierde feest op feest, alsof er op de wereld niet steeds armen zijn geweest. Met goudbrokaten kleren liepen de dames rond; de bedelaars verdreven: geen die men er nog vond. Totdat de straf kwam neder op dit zo zondig oord en al dat ijdel bouwen werd dan plots wel wreed verstoord. In duistere nacht en storm ging alles daar ten onder. De goeden met de kwaden, zij boetten voor de zonden..
*
# *
Er groeit nu els en gras, een luie, roestige beek kruipt wild door een moeras in deze woeste streek. Het is een ver vermanen voor wie daar n& nog leeft: niet ijdel staan te pralen. Te delen wat men heeft. Eens blonken hoge torens in het felle zonnelicht.. Eens komen we met zijn allen te staan in een gericht..
Donaat Snijders
SCHUTTERIJ SINT-MARTINUS GROOTBEERSEL
De overlevering wil dat de abdis van Thorn in 1681 een "vogel" aan de schutterij schonk. Hieruit kan men afleiden dat de schutterij in dat jaar zeker aan vogelschieting deed. Een akte van oprichting is zoals bij de meeste schutterijen onbekend. Op de zilveren vogel die in het bezit is van de schutterij komt inderdaad dit jaartal voor. Naast de vogel bestaan er nog 5 zilveren platen met als tekst : - Sante Martinus Compagie van den genadigen Heer tot Kessenich anno 1692; - Henricus Hanssen Keizer van de gilde van Sint-Martinus tot Groot-Beersel 1840; - Peter Foh. Dehing Koning van de gilde Sint-Martinus tot Groot-Beersel 1870; - Renier Arits Luitenant van de gilde van Sint-Martinus tot Groot-Beersel 1870; - Pieter-Jos. Laveaux Keizer der Sint-Martinus gilden Groot-Beersel 1877. VOGELSCHIETEN
1974 : 1975 :
Het vogelschieten gebeurt dus al zeer lang. De namen van de Keizers (driemaal koning) vernemen we via de oude zilveren platen. Na de laatste wereldoorlog zijn de namen van bijna alle koningen en koninginnen opgetekend als volgt. 1948 :
Spreuwers
1949 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973
Renier Nies Theodoor Aendekerk Renier Nies Jan Truijen Jan Truijen Jan Truijen Pierre Creemers Renier Nies Renier Nies Henrie Truijen Renier Nies Renier Nies Jan Corstjens Renier Nies Renier Nies Nicolaas Stevens Marcel Luys Hubert-Godfried Truijen Hubert-Godfried Truijen Thomas Vrinsen-Truijen Anna Thomas Vrinsen-Truijen Anna Mathieu Nies-Truijen Anna Frans Deckx-Truijen Anna Pierre Nies-Truijen Anna Jaak Kunnen-Corstjens Nelly
80.
: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
1976 : 1977 : 1978 : 1979 : 1980 : 1981 : 1982 : 1983 : 1984 :
Mathieu Corstjens-Corstjens Nel ly Hubert Godfried Truijen-Aben Agnes Thomas Vrinssen-Truijen Anna Mathieu Corstjens-Aben Agnes Nicolaas Stevens-Truijen Lucienne Eugeen Jegers-Truijen Lucienne Leo Nies-Vrinssen Miet Mathieu Peerlings-Truijen Lu cienne Piet Huyskens-Vandael Agnes Nicolaas Stevens-Doezé Helmy Gerard Huyskens-
PRIJSSCHIETINGEN
Zoals elke schutterij heeft Sint-Martinus Grootbeersel ook heel wat herinneringsplaten in de troffeeënkast. Een opsomming : A - SCHILDEN 04.08.1957 26.06.1960 30.06.1963 28.07.1963 01.08.1965 09.07.1968 29.07.1969 23.05.1971 06.06.1971
St. St. St. St. St. gel St. St. St. St. tem
Anna Opglabbeek Pieter Elen Catharina Beek Catharina Neeroeteren Sebastiaan Grote-BroSebastiaan Dorne Hubertus Aldeneik Hubertus Molenbeersel Mon. en Gondolfus Ro-
18.07.1971 04.06.1972 24.06.1973 22.07.1973 28.07.1974 25.05.1975 11.05.1975 20.07.1975 23.05.1976 27.06.1976
St. Anna Voorshoven St. Lambertus Louwel St. Catharina Neeroeteren St. Martinus Kinrooi St. Hubertus Aldeneik St. Harlindis & Relindis Ellikom St. Sebastiaan Grote-Brogel St. Dionisius Opoeteren St. Anna Voorshoven St. Trudo Opitter
B - SCHILDEN 11.05.1958 25.06.1961 15.06.1969 16.06.1974 08.06.1975 10.08.1975 07.08.1977
St. Catharina Neeroeteren St. Mon. en Gondolfus Rotem St. Lambertus Molenbeersel St. Lambertus Molenbeersel St. Pieter Elen St. Sebastiaan As St. Amandus Opglabbeek
C - SCHILDEN 18.07.1965 19.05.1968 18.05.1969 16.06.1974 25.05.1975 08.06.1975 07.08.1977 21.06.1981 27.06.1982 26.06.1983
St. St. St. St. St. Eli St. St. St. St. St.
Sebastiaan As Catharina Neeroeteren Joris Kaulille Lambertus Molenbeersel Harlindis & Relindis ikom Pieter Elen Amandus Opglabbeek Anna Voorshoven Servatius Raam Martinus Niel
Aan schietwedstrijden worden soms met één, twee of drie ploegen deelgenomen. Vandaar de schilden A,B en C. SintMartinus is aangesloten bij de Bond "Maas en Kempen". Bovenstaande data zijn deze van de schietwedstrijd, Bondschuttersfeest, gevolgd door de inrichtende vereniging.
S.) werd door Sint-Martinus nooit gewonnen. De konkurrentie op deze wedstrijden is immers zeer groot (ongeveer 150 schutterijen nemen thans deel). In 1978 was men er echter dichtbij : men eindigde tweede ! Lijst van de zilveren schilden : 1968 : Leveroy, 4de prijs 1969 : Molenbeersel, 18 punten 1971 : Kinrooi, 4de prijs 1974 : Wylre, 18 punten 1975 : Oirsbeek, 7de prijs 1977 : Niel-bij-As, 18 punten 1978 : Schaesberg, 2de prijs 1982 : Beesel, 10de prijs 1983 : Eys, 18 punten De vermelding 18 punten betekent dat het zestal driemaal raak heeft qescho- ten. Andere trofeeën in het bezit van de schutterij:
-
Bokrijk Gildenfeest : 21.07.1955 Opoeteren Lentetornooi : 1962 Bond "Maas en Kempen" 25-jarig bestaan Stramproy Federatie : 1977 Neeritter Jubileumfeest : 1977.
BESLUIT
De Sint-Martinusschutterij uit Grootbeersel bestaat reeds meer dan drie eeuwen en is daarmee één der oudste verenigingen van Molenbeersel. Samen met de zeven andere schutterijen uit de fusie Kinrooi houden ze de schutterstraditie in ere. Wij danken het bestuur der schutterij voor de verstrekte inlichtingen.
O.L.S.
Het Oud Limburgse Schuttersfeest (O.L.
Werner Smet.
Begin 1984 publiceerden we in deze reeks "Volkse verhalen uit onze heimat" een eerste deel met de titel: "Bis Combusta Raeaedificata" (tweemaal afgebrand tweemaal heropgebouwd). (1) Ook dit verhaal is van de hand van Hubert Wieërs die het optekende zoals zijn vader Leonard Wieërs -beter gekend als "de dikke meister"- het hem verteld had. MATTHIEU WIEERS
HET NIEUWJAARSCHIETEN Vroeger waren er veel meer volksgebruiken dan nu. Velen waren goed en het is jammer dat ze verloren zijn gegaan. Anderen waren minder goed en het is maar goed dat ze door de tijd stilaan zijn afgeschaft. Zo hadt ge "het nieuwjaarschieten". Eertijds bestonden er in elk dorp één of meerdere schutterijen. Oudjaarsavond gingen ze dan "nieuwjaarschieten" op het één of ander gehucht of uithoek van het dorp. Voor de gemeente Ophoven had dit plaats in het Leu, een gehucht van Ophoven, tussen dit laatste dorp en Kinrooi. Dat ging daar soms heel ruw en wild toe en het gebeurde niet zelden dat die volksgebruiken uitliepen op vechtpartijen, waarbij de messen niet altijd in de zak bleven. Hoe kan het ook' anders ! Immers, drank gold als hoofdzaak bij dit vermaak, en een borrel in dit tijd -en nog wel een goede!- kostte maar vijf centiemen en dan werd hij U op het overlopen vol gedaan. Rond een uur of acht begon dit spel en bij negen uur was de herberg te klein om al het volk te bevatten. Alle vertrekken werden dan ingenomen en was dit nog niet voldoende, dan werd er buiten een open vuur aangelegd en de genever deed de rest. Er werd gezongen, verteld en gedronken en was het uur van
82 .
middernacht daar, dan knalden de buksen met vreugdeschoten het nieuwe jaar tegemoet. Vandaar de naam "nieuwjaarschieten". Reeds rond zeven uur trok een partij dorpsbewoners van Ophoven langs de school het Leu in. Allen waren druk in gesprek en ze pijpten dat hun de damp lijk een wolk boven de kop hing. Het vroor die nacht, zodat hun stappen hel klonken in de duistere nacht. Hier en daar sloe§ een waakhond aan. De maan hing in de lucht maar de hemel dreef vol dikke zwarte wolken. Die lieden moesten er veel voor over hebben om door zulke koude een uur ver te lopen in de nacht en dan tegen de morgen nog eens een uur terug te keren. Doch daar gaven ze in die tijd niet veel om. Plezier was er min genoeg en het weinige dat ze hadden lieten ze niet voorbij gaan!
BRANDGEVAAR IN HET DORP Als het nu al koud was wanneer men in beweging was, wat móet het dan zijn voor iemand die op wacht moest staan en zich niet bewegen kon. Dit was het geval met Jaan, de dappere veldwachter der gemeente, want hij zat verborgen in één der populieren die rond het kapelletje stonden aan de oude school, gelegen op de weg naar het gehucht "het Leu".
Maar, zult ge zeggen, wat een gedacht van Jaan, om in een boom te kruipen in zo'n kou. 't Moest wel, want Jaan zat er voor zijn plezier alleen ook niet. Er dreigde weer brandgevaar in het dorp en dat moest worden voorkomen of vermeden en zo mogelijk moest men de daders bij de lurven zien te krijgen. En daar had Jaan wat voor over. Hij was niet voor niks "booi" en hij zou de stadspolitie eens een lesje geven, hoe slim hij was om dieven, moordenaars en brandstichters in de val te lokken. Dat had hem niemand anders dan hij zelf. Dat vond hij en het was ook nog niet zo uitgedacht. Wacht maar, ge
gekomman- deerd oök alleen uit slecht zult het horen!
Er was weer ergens een brandbrief onder de deur doorgestoken. De verschrikte en bedreigde bewoners hadden dit dadelijk en zo geheim mogelijk bij de baljuw aangegeven. Deze hield aanstonds raad met de gemeentepolitie in de persoon van de veldwachter, die met zijn klaarziende blik gauw een plan had uitgedacht. Men zou wat geld leggen op de gevraagde plaats en zodoende de kerel op heterdaad betrappen . Dat was allemaal heel gauw gezegd, maar niet zo gauw uitgevoerd, want in de dreigbrief stond dat het geld moest liggen onder een brik, achter het kapelletje aan de school vóór zes uur 's avonds. Einde december is het al om vier uur donker, en sta dan maar op de loer om dieven te betrappen. Maar onze wakkere garde had al uitgerekend dat het maanlicht zou zijn, en indien hij intijds op zijn post was en zich van kortbij verborg, hij de lichter wel in het oog zou houden.
Zo gezegd zo gedaan ! Er werd wat geld onder een steen gelegd achter het kapelletje en de gardschampetter was nog zo slim er wat water rond te schudden.
Als bergplaats leenden zich de populieren rond het kapelletje uitstekend, en de maan zou lichten. Jammer dat het zo koud was, want Jaan had het niet lang meer volgehouden als er niet spoedig een oplossing gekomen was. Daar hoorde hij volk. Zou er de ganse bende op afkomen ? Och neen, het zijn maar nieuwjaarschieters, en hij zou er dit jaar niet bij zijn omwille van die brandbrief. Dat maakte Jaan nog kwader. Ze trokken al voorbij en Jaan wou zich juist eens verplaatsen toen hij iemand uit de troep op zijn stappen hoorde terugkomen, en tegen zijn maats riep, dat hij even zijn broek eens moest afstropen.
Daar was alles kaal. Alleen aan het kapelletje stonden bomen, waarachter hij zijn achterste facies aan de nieuwsgierige voorbijgangers even kon onttrekken, al was het ook maar in het halfdonker. Maar het was niet om zijn broek af te stropen, dat hij zijn makkers wilde kwijtspelen, maar het was om de lieve centen, die daar op hem moesten te wachten liggen. Zo maar geen nieuwjaarschieten met een platte beurs dat ging niet, en 't enige middel om er op een vastgestelde datum wat in te krijgen was een brandbrief leggen. Eén, zo maar op zijn eentje, zonder dat er iemand iets van wist. In de bende was dat middel al dikwijls met goed gevolg beproefd, waarom zou hij dat ook niet alleen kunnen, dan hoefde hij niet eens te delen. Zo dacht onze kameraad er ook over, en zo deed hij ook. Toen hij nu achter het kapelletje kwam zwol zijn hart al van genoegen en verlangen, want de steen lag er, en dan zou het geld er ook wel onder liggen. Hoe jammer dat de steen vast gevroren zat. Daar moest hij tegen stampen en nu een gerucht maken was gevaarlijk, dan zouden zijn makkers het horen. Hij keerde op zijn stappen terug, en bleef een twintigtal meter verder staan en luisterde. Ja, zijn maats waren ver genoeg weg. Hij hoorde ze nog nauwelijks praten en dat deden ze
83.
nochtans hard genoeg. Gelukkig schoof een dikke wolk voor de maan weg, en zag hij een ferme steen op de weg liggen. Die zou hem beter nelpen dan zijn klomp. Weer kwam hij terug en zijn nieuwe hamer kapte de vastgevroren brik los, en daaronder, ja daar lag het geld, zo maar voor het grijpen. Slim dat hij dat bedacht en gedaan had.
Nu zou hij wel 'nieuwjaarschieten' en borrelen en feestvieren. Nu zouden ze naar hem opkijken als naar een rijke seigneur. Hoe jammer dat ook diezelfde wolk voor de maan weg was toen het snijderke de steen wegsloeg ; want
het snijderke was het, dat had Jaan goed gezien en herkend en dan nog,dat hij in zijn eigen moest praten, zodat Jaan behalve zijn ogen ook nog zijn oren de kost kon geven. Neen, er praatte in heel het dorp niemand zo door zijn neus als het snijderke. Snijderke, snijderke, jong ! Dat zal een plezier zijn, want Jaan is de eerste de beste niet. Toen het kerelke zijn centen opgeborgen had liep het wat het kon om zijn kameraden weer bij te krijgen. Ook de veldwachter was vlug beneden en volgde dezelfde weg, want hij was de man die zekerspeelde.
GEKRUISTE MUNTSTUKKEN ... Ze kwamen zo wat allen tegelijk aan de herberg aan en daar was al volop leven. De borrels werden al stande pede uitgedronken, en het snijderke wachtte niet lang eer hij er een nieuwe bestelde. 't Kon er vanaf ! Maar het snijderke zag niet dat de veldwachter aanstonds de waard deed opmerken dat er een kruis op snijderke's stuiver was aangebracht. De baas moest al het geld van het snijderke apart houden van de garde; waarom dat zou hij hem morgen wel komen zeggen.
Ja, daar lagen nu al drie gekruiste muntstukken van het snijderke. Drie lelijke bewijzen tegen hem. Als het snijderke dat geweten had zou hij niet zo blijgezind met de schoutszoon zijn meegegaan toen deze hem op nieuwjaarsdag kwam aanzoeken zijn vader een nieuw pak te komen aanmeten. Dan zou het ventje niet zo snel zijn klaargeweest. Wat denkt ge wel, nieuwe pakken werden in die tijd niet alle dagen aangemeten. Op nieuwjaarsdag was dit ook nog een goede inzet. Maar toen het snijderke bij de schout een andere geschiedenis te horen kreeg keek hij hoe langer hoe meer beteuterd. Wat zou hij hieraan nog kunnen loochenen? En nu begon 't snijderke te werken aan zelfbehoud. Ja, dat werd hem beloofd als hij ze verklapte, zijn kameraden, de bendeleden. Nu is snijderkes eigenliefde zo groot, dat hijliever andere ziet bengelen dan zich zèlf, en hij klapt en verklapt, ofschoon zijn makkers met zijn domme zet geen uitstaan hadden. Zo wordt de een het ongeluk van de ander; zo gaat de kruik te water tot ze breekt. En hier brak ze.
En snijderke mocht al zo schoon verklappen als het wilde, zijn eigen kruikske zou het niet redden, want op de galgenheuvel werd snijderke gehangen tussen de anderen in, die hem zijn lafheid in het gezicht smeten. Het waren geen lange vreugdeschoten die voor het snijderke het nieuwe jaar hadden ingeluid, en dat was ook geen gelukkig jaar voor het kerelke. 't Is voor hem te hopen, dat het in de eeuwigheid voor hem beter is afgelopen, want hij had gebiecht en 't berouw zal er voor hem ook wel geweest zijn, tenminste het onvolmaakte, omwille van de gevolgen.
Zo kan het nieuwe jaar voor het snijderke toch nog gelukkig geweest zijn, voor zijn ziel tenminste. We willen het
hopen, maar voor het snijderke was het toch al erg genoeg, de galg en de schande, en van zo'n goede reputatie. Ja, ja, we willen het hopen voor het snijderke, en we wensen hem dat de nieuwe tijd die voor hem begon, toen de andere voor hem eindigde aan de galg, gelukkig voor hem moge zijn en tevens zalig. Zo zij het!
NOOT (1) In "Dao raostj gèt", jrg. 3* nr.2, januari 1984, blz. 61-64.
UIT DE GEMEENTEREKENINGEN ROOSTEREN .. Den 30e december reist de burgemeester naar Stevensweert om bij den gouverneur te informeren of Roosteren nood kan lijden "daer de Lot- tringers tussen de Maese lagen". Elders luidt in de gemeenterekenin- gen met betrekking tot de invallen der Lotharingers in 1646 en 1648 dat die horden te OPHOVEN en KESSENICH kampeerden... _
V . Z . W . MOLENZORG EN MOLENMUSEUM MOLENBEERSEL
SUKSESVOLLE AFSLUITING VAN 1984
Dat echte "monumentenzorg" het best in eigen dorp en gemeente kan gebeuren werd in 1984 in MOLENBEERSEL bewezen ! De "v.z.w. Werkgroep Molenzorg en Molenmuseum Molenbeersel" is er in nauwelijks één jaar in geslaagd zich over de beide windmolens gunstig te ontfermen.
Op 5 december 1983 werd in "Ons Huis" de eerste vergadering gehouden die zou leiden tot de oprichting van een werkgroep. Op 8 januari 1984 werd een werkbezoek gebracht aan de Zorgvlietmolen. Daar werd de zorgwekkende toestand van de molen vastgestèld en men plande akti- viteiten om in korte tijd over geldmiddelen te kunnen beschikken. Zo werd een jeugdbal georganiseerd op 25 februari . Tevens werden voorbereidingen getroffen voor grootse MOLENFEESTEN; deze zouden doorgaan op 28 en 29 juli. Door bemiddeling van de werkgroep richtte de Heer Tilman Truyen, eigenaar van de Zorgvlietmolen en lid van de werkgroep, een aanvraag voor dringende
instandhoudingswerken aan de Rijksdienst voor Monumenten- en Landschaps- zorg. Op 16 maart werd reeds gunstig gereageerd en op 4 april kon reeds een werkbezoek worden gepland met architekt P. Gevers (Kasterïee) en A. Linters (Pro- jekt Industrieel erfgoed - Vereniging voor Industriële Archeologie). Ook Theo Keyers, molenaar van de Keyersmolen en de leden van de werkgroep waren aanwezig. Voordien hadden deze laatsten de molen een grondige schoonmaakbeurt gegeven.
Ondertussen werd de werkgroep een v.z. w. Het ontwerp van statuten werd opgesteld door Mathieu Kunnen.
85 .
Op 6 juni had een nieuw werkbezoek plaats aan de Zorgvlietmolen door M. Everaert (Monumentenzorg), architekt P. Gevers en leden van de werkgroep.
Zorgvlietmolen en men koos voor een museumfunktie. Kinrooi bezit immers geen enkel museum.
Op 14 juni werd door de architekt een bestek opgemaakt. De MOLENFEESTEN op 28 en 29 juli kenden een groot sukses. Duizenden mensen bezochten deze feesten. De buurtbewoners werkten bereidwillig mee aan dit grote gebeuren. Een brochure "Molens en Molenzorg te Molenbeersel" en een sticker werden er te koop aangeboden, alsook een nieuwe drank, het "Meulendröpke". Later werd door Werner Smet een voorstel voor huishoudelijk reglement ingediend en werd er een overeenkomst gesloten met de moleneigenaars. Op 10 augustus werden de dringende instandhoudingswerken aanbesteed en werd de hoogdringendheid van de werken aan de Zorgvlietmolen officieel vastgesteld. Afgevaardigden van de Monumentenzorg, de provincie, de gemeente, eigenaar en werkgroep waren hierbij aanwezig. De werken werden toegewezen aan de gebroeders Caers uit Retie. De voornaamste werken, ten bedrage van 500.000,-fr. betroffen de windpeluw en het vernieuwen van de molenkap. In de maand november 1984 werden deze dringende werken uitgevoerd, zodat de molen thans in veiligheid is. Er blijven natuurlijk nog heel wat werken uit te voeren, wil men de molen volledig restaureren. Aan de firma Caers werd tevens opdracht gegeven om werken uit te voeren aan de Keyersmolen. Dit betrof het omhoog brengen van de baansteen omdat deze uitgesleten was.
In 1985 zal hieraan begonnen worden. Een museumkommissie zal worden opgericht onder leiding van Werner Smet. De Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, V.E.L.T.-Kinrooi, de V.V.V.-Infodienst Kinrooi en de Landelijke Gilde Molenbeersel werden inmiddels aangezocht om hieraan mee te werken. Natuurlijk zal de inrichting van dit molenmuseum trapsgewijze gebeuren. Ook moet men nog op zoek naar subsidies. Daarom wordt in de beginfase alleen het gelijkvloers aangepakt. In 1985 komen er weer grote MOLENFEESTEN waarbij de beide molens in de belangstelling zullen staan. Voor het verder onderhouden van de molens en het inrichten van het museum zullen nog veel financiële middelen nodig zijn. Ook medewerkers zijn steeds welkom. De huidige bestuursgroep van de v.z.w. bestaat uit Louis Verlaak (voorzitter) Hubert Maesen (penningmeester), Ri- chard Penders (ondervoorzitter), Jean Pierre Keyers (sekretaris), Liliane Kunnen, Leon Keyers, Jef Smeets, Jan Cras, Til man Truyen, Theo Keyers en Werner Smet. Verschillende personen deden reeds geldelijke schenkingen voor de molens van Molenbeersel. Wie de MOLENZORG financieel wil steunen kan dit doen door overmaking van een bedrag op rekening 335-0390683-13 of 735-2224093-65 van de "Werkgroep Molenzorg en Molenmuseum Smeetsstraat 40 te 3688 Molenbeersel- Kinrooi". De molens van MOLENBEERSEL hebben terug wind in de zeilen, dank zij de inspanningen van velen ! WERNER SMET
MOLENMUSEUM Reeds van bij het begin werd ook gedacht aari een passende bestemming voor de
TUSSEN UCHTEREN EN UNJEREN
Het uchteren is weer stilaan ten einde ; het unjeren zit er nog niet in... Unjeren, dat middagslaapje houden, dat deed b.v. indertijd meester Juul Poukens zaliger, soms tot wanhoop van de redaktie van "'t Bazuintje", die op zijn wekelijkse bijdrage zat te wachten. . Hij vond dat de traditie in ere moest blijven, "tussen haver zaaien en haver oogsten" (ruw geschat : van 1 mei tot 1 september). Het kwam overigens nog goed uit met zijn "lui ziej" dat er zo iets bestond...Hij stopte dan met zijn verhalen. Uchteren was niet zo "georganiseerd". Het hoorde wel bij "de winter" en de "lange avonden". Op de omslag van mijn "Uchteravondvertellingen" I en II heb ik dat inhoudelijk beschreven :
Uchteren dat is : 's avonds samenzitten rond de stoof, vooral in herfst en winter. Buiten ruist de regen, buist de wind, kraakt de vorst. De lamp brandt laag. De afwas is gedaan. Het rozenhoedje is gebeden. Met de vele ooms en tantes, de grootouders, de verre voorvaderen. Men denkt er niet altijd aan, maar men wordt op weg gezet om te beseffen, dat WIJ het niet zijn, die de wereld uitmaken.. De lamp hangt hoog, met zuinige schijn: er is een schemering in de keuken. De alledaagse praat gaat over in indringender verhalen, als Ties of Jef binnenkomen. Zij schuiven bij. Zij roken hun pijp. Zij krijgen hun glas. En zij vertellen. Over vroeger. Over de tijd dat zij soldaat waren. Over grootvader, zaliger. Over de Franse Tijd. Over heksen, spoken en bokkerijders. Over Pruuse Pier en over de broedmins. Over de oorlog en over de draad. Wij luisteren, wij gapen. Wij wagen het niet (met welk recht overigens?) er een woordje aan toe te voegen. Wij warmen onze voeten. En wij voelen over ons de huiver van al wat was, en kon.. Uchteren: dat is: zich opgenomen voelen in de stroom der tijden. Dat is: iets willen leren. Dat is: iets leren. Uchteren, dat is: zichzelf relativeren: een kunst die dreigt verloren te gaan...
En wat is, inhoudelijk, unjeren ? De schuur intrekken en zich op hooi of stro na de middag even neervlijen en "een tukje doen". Hoelang dat duurt ? Dat hangt af van de baas enerzijds en het seizoenswerk anderzijds. De baas zelf is weer "rap" op ; het personeel allicht iets later.. Een half uur ? een uur ? Ja, zoiets, "zoë get". Als de oogst rijpt zeker niet langer.. (De P.T.T. was nog niet uitgevonden : Putje maken - Tentje spannen - Tukje cToen)
Maar dan vraagt men uw filoloog : waar komt dat vandaan ? En uw filoloog weet dat men meestal vraagt naar wat men zomaar niet vindt. Het is trouwens altijd zo, dat men in der eeuwigheid blijft overschrijven, fouten inbegrepen... Maar als men nu eens juist wil weten wat de meest gewone dingen betekenen, dan zoekt men gewoonlijk in al die boeken, verhalen en woorden -'stromen vergeefs. Wie zich met historie bezighoudt weet dat wel : Wat is cijns? Wat is een kluppelleen? Wat is nu precies een "laat van een laat-hof? Wat zijn "hofrechten"? En ga zo maar door...
87 .
Met weinig vertrouwen in de vele "dikke boeken" zocht uw filologus naar de afstamming en herkomst van "uchteren" en "unjeren".. Het kwam weer uit.. Ongeveer "nihil"niets.. Een paar woordenboeken kennen de woorden. Die alleszins zeer oud zijn : dat is zeker...
De vondsten zijn vlug verteld : Uchteren heeft dan wel degelijk iets te maken met ons ouderwets uchtend- ochtend = "morgen"! Maassen en Goossens in hun "Limburgs Idioticum" - Tongeren, 1975 vermelden alleen uchterroo = "avondvergadering". Punt en verder geen uitleg. De Vries in zijn "Nederlands Etymologisch woordenboek" - Leiden, 1971 heft de sluier op rond deze schijnbare tegenstrijdigheid = uchteren gebeurde 's avonds; ochtend is toch 's morgens.
88 .
Ik wil geef U jullie lijden
ook wel even geleerd doen en zijn druksel weer. Zo merken ook eens wat een filoloog kan.
o c h t e n d zn w . m . n a a s t u c h t e n d, s e d e r t d e 1 7 d e e e u w m e t d a n a l o g i s c h n a a r avond' u i t m n l . ochten, uchten m . , d a t o n d er i n v l o e d v a n nochten, nuchten ( u i t jn ochten, v g l . o s . an ühton, o h d . in uohtün, o e . on ühtan ’ s o c h t e n d s ' ) o n t s t a a n i s u i t e e n o u de r *ochte, *ucli(e, v g l . o s . ühta, o h d . ühta, v . , o e . ühta m . , o n. ötta, g o t. ühtwo v . ‘ v r o eg e m o r g e n, m o r g e n s c h em e r i n g ' . — g r . aktis ' s t r a a l ' , o i. akta- ' n a c h t ', aktu- m ‘ d o n k e r h e i d ; l i c h t ; s t r a a l ’ , l i t . ankstüs ' v r o e g l , ~ o p r. angsteina ‘ v r o e g ’ ( I E W 7 6 3 ). — Z i e o o k : nacht.
n a c h t z nw . m . , m n l . nacht v . m . , o m r a n k . o s . o h d . naht ( n h d . nacht), o l r i . nacht, o e . neaht, mht ( n e . night), o n . natt, nOtt', g o t . nuhls v . — I d g . g r o n d v o r m *nolt“-ts v g l . o i. mak ( < *vaht ; , g r . mix, g e n . mihtos, l a t . nox, g e n . uoctis, o i e r s i-nnocht ‘ v a n n a c h t ’ , l i t . nahtis, l e t t . nakts, o s l . nosti. l ^ e n v o r m z o n d e r / v e rt o o n t h i t t. nehu- ‘ s c h e m e r e n ’ e n d e g e n. ne-kn-uz ( = nckuJ) “ " n a c h t ’ (IE\\ 762-763;. — Zie ook: o c h t e n d .
■
Het gaat dus om morgen en om nacht. Liefst om "Morgenschemering". Zaten ze zolang te uchteren? Dat vraagt men zich ook weleens af. Het lijkt mij mogelijk! Het winterwerk in een bëvroren dorpse omgeving was eenvoudig. Het vee "het hunne", melken. De melk naar de "melkerij" (in moderne tijden), met een enkele boerenkar die de melk ophaalde en waarvoor de voerman zijn paard "(op) scherp" had laten zetten: hij moest er iedere dag door... Er was veel tijd om "zich te warmen" of te kaarten als de "sjeur leeg waas gedoosen". Men frutselde en had veel tijd "veur kal"...
Unjeren viel in een drukkere tijd! Het lijkt er weer op dat het woord typisch "Limburgs" is. Maassen/Goossens zijn de enigen die "uitleggen".. Zij noteren te Gen(c)k : unnerste, nunjeren = middagslaapje houden. En verder: Gotisch : undaurs = middag Oud-Noorweegs : undaurn Oud-Saksisch : undorn OudHoogduits : untarn Beiers : untern en besluiten : "ons woord unjeren, ge schreven undern, mag nog medegaan in de rij"...
Heel oud dat "middag" en dat middagslaapje... De "siesta" in andere talen... Mocht er maar meer "geuchterd" en "geunjerd" worden. Dat was, vroeger, niet slecht...
Den Unjeren oèt : uw Filologus
Nieuwe publikaties
MAASLANDSE VERHALEN EN EEN WILGENFLUITJE IN DE LENTE...
Wel: een gevoelen van fierheid, dat wij in ons Limburg maar al te veel missen. Wij zijn niet zo min !!
Regelmatig komt onze voorzitter, de Maaseiker kruisheer Donaat Snijders,in eigen beheer, voor de dag met zijn goedkope uitgaven rond de streek.Nu het weer lente gaat worden biedt hij weer twee uitgaven aan.
Wie zich de vorige bundels aanschafte zal het begrijpen. Nieuwkomers mogen de waarheid ervan ervaren.
* Een dichtbundel "HET WILGENFLUITJE" Een goede vijftig gedichten uit de laatste jaren: over zijn streek, oud zeer rond twee wereldoorlogen, kruid en onkruid in het leven, de tijd die vliedt... De bundel is op originele wijze verlucht met oude gravuren. We gaan er niet verder over uitwijden want... dit werk is reeds UITVERKOCHT! * Daarnaast zijn vierde en laatste bundel "Uchteravondvertel1ingen", die de titel meekreeg: "AMBIORIX'DE EBURONENKONING", naar het honderdste en laatste verhaal: slotstuk van vier boeken met ware gebeurtenissen in het Maasland. Wat er naverteld wordt speelt zich dit keer af in Heel, Grubbenvorst, Opoeteren, Batenburg, Vaucouleurs, Bruly-de- Pêsche, Maastricht, Limbricht, Echt, Born, Urmond, Willemstad, Adeneik, Neer, Heppeneert, Steyl, Sittard, Hoei Luik, Grevenbicht, Smeermaas... Zoals dit een bonte mengeling is van plaatsen, zo zijn dat inhoudelijk ook weer deze gebeurtenissen langs de Maas: het goede en het verkeerde, over heiligen en., bandieten of bokkerijders. Zoals het leven is en ook de geschiedenis van de mensen. Zoals in de vorige bundels bedoelt de navertel!er -een geboren Maaslander- aan de hand van feiten de kennis van en de interesse voor dit, zijn streek, te verlevendigen in een tijd, waarin er toch wel erg snel geleefd wordt en waarin de mondelinge overdracht op "uchteravonden" volkomen teloor is gegaan. Er klinkt geen heimwee uit op naar "die goeie ouwe tijd", die volgens de auteur ook nooit bestaan heeft.
Zoals reeds gezegd is alleen "Uchteravondvertel 1 i ngen IV" nog verkrijgbaar. Afhalen kan bij de auteur: Kruisheren, Pelserstraat 33 te Maaseik of op ons sekretariaat/dokumentatiecentrum, Weertersteenweg 241 te Molenbeersel. De prijs bedraagt dan 250,-fr. Bestellingen over de post alleen door voorafbetaling op rekening 000-0988620- 93 ten name van Donaat Snijders, Maaseik en met de vermelding "Ambiorix". In dit geval dient 300,-fr. overgemaakt te worden (verzending inbegrepen).
HET KANTON BREE TIJDENS DE FRANSE REVOLUTIE Een publikatie, geschreven door Henri Peeters en uitgegeven door de Geschieden Heemkundige Kring van Groot-Bree. Het boek behandelt de gebeurtenissen tijdens de Franse Revolutie in de volgende gemeenten: Bree, Beek, Bocholt, Ellikom, Gerdingen, Gruitrode, Meeuwen, Opitter, Reppel, Tongerlo en Wijs- hagen. De vestiging van het Franse gezag bracht kerk en godsdienst in een moeilijke situatie. In de studie wordt de verdrijving van de geestelijkheid uit de kloosters beschreven, de sluiting van de kerken, de verwijdering van de kruisen op de kerktorens, de blinde missen, de rozenkransbidders, de verwijdering van de klokken, de maatregelen tegen de onbeëdigde priesters. Veel aandacht ook belastingheffing, dienstplicht en we boerenkrijg in het
voor de landbouw, de onderwijs, militaire vernemen meer over de kanton Bree.
Nog talrijke andere aspekten worden beschreven: de armenzorg, de invoering van de republikeinse kalender, het planten van vrijheidsbomen, de herdenking van de terechtstelling van Lode- wijk XVI, de oprichting van de rijkswacht, de kriminaliteit... Het boek telt 400 bladzijden, verlucht met tekeningen, foto's, kaarten en dokumenten. Formaat: 25 x 17,5 cm. Op vrijdag 1 maart laatstleden werd het officieel voorgesteld op het gemeentehuis te Bree. Bestellen kan door overmaking van 980,fr. (te vermeerderen met 10.0,-fr. indien het moet toegezonden worden) op rekeningnummer: 068-2029125-09 van de Geschiedkundige Kring, Bocholterkiezel 121 te 3690 Bree met vermelding "Franse Revolutie". Bestellen en afhalen kan ook hij: - Louis Dirkx, Kanaallaan 40, 3690 Bree (Tel. 011/46.40.99) - Henri Peeters, St.-Jobstraat 2, 3690 Bree (Tel. 011/46.28.82).
In dezelfde reeks verschenen eerder: - Vlaanderen in oude kaarten - Zeeland in oude kaarten - Hertogdom Brabant in kaart en prent - Holland in kaart en prent. Geïnteresseerden kunnen bestellen bij Boekhandel Heideland, Grote Markt 1 te 3500 Hasselt. (Tel. 011/22.45.05). (Zie in verband met deze uitgave ook de rubriek "Tentoonstellingen", elders in dit nummer).
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
U I T N O D I G I N G 0FFICIELE VOORSTELLING VAN HET BOEK :
"WIJ ZULLEN U MET ASSEN LONEN!"
LIMBURG IN KAART EN PRENT
Langs deze weg nodigen we U vriendelijk uit op de officiële voorstelling van het nieuwe boek over de Bokkerij- ders in het Maasland: "Wij zullen U met assen lonen!", geschreven door ons lid Matthieu Wieërs en uitgegeven door onze Kring.
Historisch cartografisch overzicht van §§l 9l§S!]_eO§derlands_ Limburg _______
Deze voorstelling heeft plaats in het "Gemeenschapshuis" te Geistingen op donderdag 25 april 1985 om 19.00 uur.
Een cartografisch overzicht van Limburg, én Nederlands én Belgisch Limburg, zoals in dit boek te vinden is, is uniek. De afgebeelde kaarten, plattegronden en stadsgezichten vanaf de 16 e eeuw tot ongeveer 1850 geven de liefhebber een overzicht van wat zich op cartografisch gebied gedurende vier eeuwen in Limburg heeft afgespeeld.
Op het programma: - welkomstwoord door E.H. D. Snijders voorzitter Geschieden Heemkundige Kring Kinrooi - voorstelling van het boek door de auteur: Matthieu Wieërs - gezellig samenzijn met gelegenheid nestelde boeken af te halen en/of bijkomende exemplaren aan te schaffen .
Het werk bevat volgende hoofdstukken: - Limburg in stukken - Oost en West - Kijken naar oude kaarten - Land en mens: een gedwongen harmonie - Mens en land: een verstoord evenwicht
Deze uitgave wordt alleszins een sukses: de voor-intekenperiode werd afgesloten op vrijdag 15 maart 1985 met ongeveer 500 intekeningen !
Formaat: 30 x 38 cm., 160 pagina's met circa 100 illustraties waarvan meer dan de helft in vierkleurendruk. Prijs: 1.980,-fr.
Zolang de voorraad strekt zijn exemplaren verkrijgbaar aan de prijs van 595,-fr. per stuk.
Aanwinsten heembibliotheek
* RUILABONNEMENTEN TIJDSCHRIFTEN Diverse nieuwe kontakten voor het afsluiten van ruilabonnementen, hebben ons doen beslui ten de beloofde lijst van al deze ruilabonnementen uit te stellen tot het volgende nummer. We hopen dat we U dan een volledige lijst kunnen presenteren.
* ______________________________________ A ANWINSTEN HEEMBIBLIOTHEEK ________________ Hierna geven we een overzicht van de "voornaamste" aanwinsten van de voorbije maanden. Deze zijn voor onze leden gratis -voor niet-leden mits een kleine vergoeding- te raadplegen en uit te lenen in onze heembibliotheek, Weertersteenweg 241 te Molenbeersel.
- Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16e-17e eeuw, deel I en III (supplement), L.J. Rogier, Amsterdam, Urbi et Orbi, 1945 - Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, deel 87 (jaarboek 1984), Sint-Niklaas, 1984. - De doodstraf als risico, J. Bussels, (Pilotenhulp in Belgisch Limburg). - Water Raising by Anima 1 Power, H. Brunner and J.K. Major (Industrial Archeology, 1972). - Houtsoorten - Algemene kenmerken, mechanische en funktionele eigenschappen m.b.t. aanwending in de molenmake- rij, Paul Bautens, Provinciebestuur OostVlaanderen. - Situering van Ophoven op de landkaart ( lespakket voor de basisschool) - De oudste Vlaamse windmolens - Bronnenvermeldingen van windmolens in het graafschap Vlaanderen in de 12e en 13e eeuw, Paul Bautens en Luc Goeminne, Provinciebestuur Oost-VIaanderen. - Monumenten en 1andschapszorg: wetgeving, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
- Het diepste lied zingt binnenin. De zalige broeder Isidoor de Loor, Harry Gielen, Tielt, Lannoo, z.j. - De geschiedenis van Bree, S.F. Maes, o.praem en J. Dreesen pr., Heverlee, Abdij van Park, 1984. - De republikeinse kalender en de volledige vergelijkingstabellen, Fr. Gevaert, Heule, Uga, 1965. - Familiefeest 20.10.1984, 2de familiereünie. Herinneringen van de familie Jegers, Lisette Joosten, Kessenich,1984 - Jaarboek 1983, Geschieddige Kring Tessenderlo.
en
Heemkun-
- Ambiorix de Eburonenkoning en andere verhalen (Uchteravondvertellingen IV), D. Snijders, o.s.c., Geistingen, 1985. - Het wilgenfluitje, D. Snijders, o.sc. Geistingen, 1985. - Molenbestand in Vlaanderen, Herman Holemans, Studiekring "Ons Molenheem", 1980. - Boomplantaktie 1985 (brochure voor gebruik in de basisscholen), gemeentebestuur Kinrooi, 1985. - Pater Sangers op losse schroeven, drs. Roger Janssen - Jaarkalender 1985, Kessenich, Chiro, 1985 (tekeningen van Fernand Moors) - Spectrum-atlas van de archeologie, Antwerpen, Het Spectrum, 1984. - De oorlog aan het grindfront, Bert Nabben, dagblad "De Limburg", fotokopies van knipsèls, 1980. - Amici Insulae, Vrienden van het Eiland in de Maas, deel 2 (jaarboek 1984) Stevensweert en Ohé en Laak. - Twee miljoen jaren beschaving, The Reader's Digest N.V., Amsterdam, z.j. Deel 1: prehistorie; deel 2: de grote beschavingen; deel 3: de mens en zijn wereld; deel 4: de naties der wereld. Samenstelling van deze rubriek: Marleen Donné en Jo Laveaux
Kongressen - Jaarvergaderingen - Studiedagen
V.V.V.-KONGRES 1985 IN HET TEKEN VAN "TONGEREN 2000“ OP 13 EN 14 APRIL 1985 Ieder jaar organiseert de "Vlaamse Vereniging voor Familiekunde", Van Heybeebkstraat 3 te 2060 Antwerpen-Merksem een "Colloquium" en een "Kongres". Dit jaar zal dit plaatsvinden op zaterdag 13 april 1985 (het colloquium) in de Landcommanderij van Al den Biesen, het Kultureel Centrum van de Vlaamse Gemeenschap en op zondag 14 april 1985 (het kongres) in de feestzaal van het stadhuis te Tongeren. Uit het programma van zaterdag noteren we als bijzonderste onderwerpen (voordrachten): - de historiek en het archief van Al- den Biesen, door Dr. J. Buntinx - Al den Biesen als bron van adellijke en burgerlijke wapens, door F. Goole - geleid bezoek aan de 1andcommanderij van Al den Biesen, door Dr. M. Bussels Uit het programma van zondag: - Tongerse genealogen en hun nagelaten dokumentatie, door J.J. van Ormelingen - Limburgse heraldiek, door F. Goole - geleid bezoek aan de bezienswaardigheden van Tongeren. Wie verdere bijzonderheden wenst of wenst in te schrijven, kan kontakt nemen met V.V.F.-Limburg, dhr. Piet Se- verijns, Maastrichtersteenweg 115 te 3700 Tongeren - Tel. 012/23.78.05. Ook op ons sekretariaat is het volledige programma ter inzage alsmede de inschrijvingsmogelijkheden.
Plaatsen, data en thema's zijn: - Gouw West-Vlaanderen: te Zonnebeke, 13 april 1985. Thema: "Oorlog 1914- 1918; gevolgen nu nog". - Gouw Oost-Vlaanderen: te Nevele, 5 mei 1985. Thema: Mondelinge geschiedenis". - Gouw Antwerpen: te Beerse, 2 juni 1985. Thema: "De Kempen". - Gouw VI aams-Brabant: te Jette, 16 juni 1985. Thema: "Volksgeneeskunde". - Gouw Limburg, te Tessenderlo, 22 juni 1985. Thema: "Landelijk vervoer door de eeuwen heen". Op de gouwdag voor onze provincie komen we nog uitvoerig terug in ons volgende nummer. Voor deelname aan de andere gouwdagen neemt men best kontakt met de Verbondsvoorzitter, dhr. Jan Gerits, Groenstraat 56 te 3588 Eksel - Tel.011/ 73.59.60.
JAARLIJKS "MEIFEEST" Het 27e "Meifeest" op "Ter Speel bergen" (Peredreef 5 te 2880 Beerzel), ten huize van de familie Weyns, zal ook in 1985 weer plaatsvinden op de traditionele voorlaatste zondag van de meimaand (op 19 mei 1985), om 14.30 uur. Ook onze leden zijn daar van haf’te welkom om dat heemkundig lentefeest mee te vieren !
LANDDAG VAN HET VERBOND VOOR HEEMKUNDE
GOUWDAGEN VERBOND VOOR HEEMKUNDE Alle gouwen van het Verbond voor Heemkunde organiseren ook dit jaar weer 'n provinciale samenkomst voor hun aangesloten kringen. Indien U één of meerdere thema's interesseren, bent U natuurlijk van harte welkom , gelijk welke gouwdag het betreft.
De 28e "Landdag" van het Verbond voor Heemkunde zal, volgens de gebruikelijke beurtrol, plaatsvinden tijdens het derde weekend van september (21, 22 september 1985), te Oostende. Het thema is "Zee- en riviervisserij" (onderwerp voor een heemkundig onderzoek.
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
Tentoonstellingen
TENTOONSTELLING "HET BOS" TE KESSENICH De week van 25 tot 29 maart 1985 staat in de gemeente Kinrooi in het teken van de "BOOMPLANTAKTIE". De organisatie hiervan is in handen van de gemeentelijke groendienst Kinrooi, in samenwerking met de Limburgse Natuurgidsen, V.E.L.T.Kinrooi, het gemeentebestuur van Bree en de scholen. Het Kollege van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Kinrooi nodigt ons allen uit op de officiële opening van deze "Boomplantaktie" op vrijdag 22 maart 1985 om 18.00 uur op het kruispunt BorgstraatDorpsstraat te Kessenich. Op deze plaats zal de "vredesboom" opnieuw geplant worden. Aansluitend wordt iedereen verwacht op de tentoonstelling "Het Bos" die opgesteld staat in de "Borg", Kerkstraat te Kessenich.
LIMBURG EN ZIJN CARTOGRAFIE Op vrijdag 8 maart 1985 werd de pub1ikatie: "Limburg in kaart en prent" officiëel voorgesteld in het Kultureel Centrum van de Vlaamse Gemeenschap Al- den Biesen te Rijkhoven-Bilzen. Naar aanleiding van het verschijnen van dit boek, brengt de Kredietbank, groep Hasselt, de tentoonstelling: "Limburg en zijn cartografie" in haar kantoren: - te Hasselt, Havermarkt van 10 mei tot 31 mei 1985 - te Tongeren, Markt van 7 juni tot 21 juni 1985 Beslist een aanrader ! (Zie in verband hiermee ook onze rubriek "nieuwe publikaties", elders in dit nummer)
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
NA GEISTINGEN EN OPHOVEN...
DIT JAAR "KIEKE NAO VREUGER" TE KESSENICH OP 1, 2 EN 3 NOVEMBER 1985 !! Iedereen die er is geweest herinnert zich ongetwijfeld de zéér geslaagde tentoonstelling "Kdéke nao vreuger" in de fanfarezaal te Ophoven, tijdens de Allerheiligendagen vorig jaar. Het betekende een nooit geziene toeloop van belangstellenden in Ophoven; velen kwamen zelfs meermaals terug !! En dan die sfeer... eigenlijk onbeschrijflijk: mensen die elkaar na zoveel jaren terug zien, anderen die 'n onbekende foto ontdekken van een familielid en er tranen van in de ogen krijgen, nog anderen die zich blauw ergerden omdat ze hun bril of "loep" vergeten waren... Kortom: een schot in de roos, voor onze Kring én zeker ook voor Ophoven ! Men spreekt er nog steeds over. Het past dan ook om hier nogmaals 'n zeer hartelijk "DANK U!" te zeggen aan al die mensen die op zo voortreffelijke wijze hebben meegewerkt om dit alles te realiseren ! Het was gewoon FANTASTISCH ! Inmiddels werd door het bestuur een "meerjarenplan" uitgewerkt om ook de andere kerkdorpen aan bod te laten komen. In 1986 komt Kinrooi aan de beurt en in 1987 Molenbeersel. Dit laatste naar aanleiding van het 150- jarig bestaan van de parochie. DIT JAAR ORGANISEREN WE EEN "KIEKE NAO VREUGER" TE KESSENICH, tijdens de Allerheiligendagen, in het parochiecentrum al daar. De eerste voorbereidingen zijn inmiddels gestart. Eerdaags hopen we, zoals te Geistingen en te Ophoven, een kleine "werkgroep" te installeren die het geheel zal koördineren en voorbe- rei den. We rekenen echter ook nu weer op UW medewerking ! Inderdaad, iedereen kan zijn of haar medewerking verlenen... werk is er voldoende bij dergelijke organisatie. Zoek nu reeds naar foto's, allerlei dokumenten, voorwerpen, knipsels, enz We vragen dit alles alleen in BRUIKLEEN ! Doe das ook mee dit jaar.
Uit onze ledenfamilie B.T.K.-PROJEKT GOEDGEKEURD !
"DOKUMENTATIECENTRUM"
Op woensdag 6 maart 1985 ontvingen we het verheugende nieuws van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: "Ik heb de eer U mede te delen dat uw projekt "dokumentatiecentrum" het voorwerp heeft uitgemaakt van een gunstige beslissing vanwege de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van de Minister voor Begroting.." Konkreet betekent het dat we twee halftijdse betrekkingen van opsteller krijgen toegewezen in het "Bijzonder Tijdelijk Kader" (dit is: voor de duur van één jaar). Voor onze Kring betekent dit dat onze twee vrijwi11igers , Marleen Donnë en Jo Laveaux, met ingang van 1 april 1985 "LOON naar werken" zullen ontvangen (betaald door de R.V.A.). De uurregeling voor beiden blijft zoal s ze was: - Jo zal aanwezig zijn op: dinsdag de ganse dag en woensdag, donderdag en vrijdag tijdens de voormiddag - Marleen zal iedere dag aanwezig zijn; halftijds in het kader van het B.T.K. en halftijds als vrijwilligster. Met uiteraard onze dank aan de verschillende Ministers, inspekteurs en andere betrokkenen én niet in het minst aan Jo en Marleen. Dank voor jullie onbaatzuchtige inzet tijdens de voorbije maanden en heel veel werkplezier als eerste "werknemers" van onze Kring !!
OVERLIJDEN Te Molenbeersel overleed op 26 februari 1985, Mevrouw Anna-Maria CRAEGHS, weduwe van Joannes Vanesser. Zij werd geboren op 6 januari 1908 en was een zuster van ons lid Juf. Truus Craeghs en familielid van onze leden Fam. Lenie- Van Esser, beide te Molenbeersel. Aan de familie bieden we onze gevoelens van innige deelneming.
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
Komende aktiviteiten van onze kring UITNODIGING ZATERDAGNAMIDDAGBEZOEK AAN 1 "HET KAMP VAN BEVERLO ' OP 23 MAART !! Ons eerste namiddagbezoek van dit jaar brengt ons op ZATERDAG 23 MAART 1985 naar Leopoldsburg. We komen samen aan de gemeentelijke technische dienst, Breeërsteenweg 111 te Kinrooi. Daar zullen we vertrekken met eigen vervoer STIPT om 13.30 uur. In Leopoldsburg worden we verwacht om 14.00 uur aan het "Museum Kamp van Be- verlo". Onder leiding van een plaatselijke gids bezoeken we de verschillende zalen van dit museum: - zaal ontstaan van Leopoldsburg en van het Kamp van Beverlo - zaal m.b.t. de tweede wereldoorlog - zaal m.b.t. het 11e 1inieregiment en het militaire hospitaal. Aansluitend is een wandeling voorzien, eveneens met begeleiding van een gids, en een bezoek aan de kerk. We programmeerden eens "iets anders".. Het zal dus weer de moeite lonen; wees daarom ook van de partij. De kosten voor de gids neemt de Kring voor haar rekening. Graag tot zaterdag 23 maart 13.30 uur!
0FFICIELE VOORSTELLING BOEK B0KKERIJ- DERS 0P DONDERDAG 25 APRIL 1985 ! Voor de uitnodiging voor deze officiële voorstelling verwijzen we graag naar de rubriek "Nieuwe publikaties" op bladzijden 90-91. Ook U bent van harte welkom op deze voorstelling. De bestelde boeken kunnen daar tevens afgehaald worden.
UITNODIGING 44e LEDENVERGADERING 0P VRIJDAG 10 MEI 1985 Noteer nu reeds deze datum. Gastspreker zal pater W. Sangers zijn. Sukses dus verzekerd !
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
Kringwerking
VERSLAG VAN DE TWEEENVEERTIGSTE LEDENVERGADERING VAN DE GESCHIED- EN HEEMKUNDIGE KRING KINROOI GEHOUDEN OP VRIJDAG 07 DECEMBER 1984 IN HET GEMEENSCHAPSHUIS TE GEISTINGEN OM 20.00 UUR.
De uitnodiging voor deze laatste "ledenvergadering" van 1984 werd opgenomen in ons tijdschrift nummer 4, jaargang 3 van oktober 1984. De daarbij gepubliceerde "agenda" was eerder bedoeld als een "afleidingsmaneuver" voor de voorzitter... Het o- vergrote deel van deze avond zou hij namelijk in het middelpunt van de belangstelling staan naar aanleiding van zijn 65ste verjaardag. De leden waren van ons voornemen echter wel op de hoogte. Gezien de te verwachten belangstelling voor deze "viering" van de voorzitter was het nodig een ander lokaal te zoeken. Dit werd bereidwillig ter beschikking gesteld door de raad van beheer van de v.z.w. Gemeenschapshuis Geistingen. De voorzitter hadden we voorgelogen dat de verwarming in "Buurthuis Hees" defekt was...!
1. WELKOMSTWOORD DOOR DE VOORZITTER Voorzitter Snijders heet zijn "vrienden en vriendinnen" hartelijk welkom en stelt enkele nieuwe leden voor: onze vrijwi11igers Jo Laveau en Marleen Don- né alsmede Christ Coolen, Leo Henckens en Leon Vanthoor. Verder stelt hij de grote belangstelling vast (op dit ogenblik zijn ongeveer vijftig leden aanwezig) en merkt hij op dat de misdaad blijkbaar nog steeds loont! (Hiermee verwijzende naar de "voordracht" van lid Thieu Wieërs, later op deze avond..).
merkt de voorzitter op dat dit inmiddels is uitgegroeid tot een volwaardig tijdschrift: velen benijden ons ! Hij doet tenslotte een warme oproep voor medewerking hieraan: bijdragen allerhande blijven welkom. Hetzelfde geldt ook voor de "familieberichten"; wat we niet weten kunnen we ook niet publ i ceren!
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
De voorzitter geeft dan een overzicht van de voornaamste aktiviteiten van 't voorbije jaar en stipt hierbij aan dat het bestuur in "konklaaf" zal bijeen komen op zaterdag 15 december voor de uitwerking van het jaarprogramma 1985. Suggesties voor aktiviteiten zijn altijd welkom!
Voor dit onderdeel van de vergadering krijgt de sekretaris het woord. Hij deelt het volgende mee :
Vervolgens memoreert de voorzitter het overlijden van Tuur Wouters, gouwvoorzitter van het Verbond voor Heemkunde, gouw Limburg, en dankt hij de sekreta- ris voor het piëteitsvolle An memoriam dat hij liet verschijnen in het tijdschrift.
- Van lid Jaak Van Dael uit Stramproy ontvingen we een overzicht van de geschiedkundige kringen en heemkringen uit Nederlands Limburg.
Nog in verband met het tijdschrift
96 .
- Van de Davidsfondsafdeling Kinrooi werd de nieuwste dorpskalender ontvangen met pentekeningen van Frans Cos- tens. Met onze dank !
- Er wordt hard gewerkt om de achterstand bij het uitgeven van ons tijdschrift weg te werken. Binnen de maand zal het eerstvolgende nummer verschijnen .
- De nummers één en twee vande vorige jaargang zijn inmiddels herdrukt. Volgende week gebeurt de verzending van deze herdrukken aan diegenen die deze nummers nog niet hebben ontvangen. - Van voorzitter Snijders mochten we een interessante bijdrage ontvangen met betrekking tot het "Agnus Dei" van Kinrooi. Dit zal gepubliceerd worden in één van de volgende nummers van ons ti jdschri ft. - Rond Pasen 1985 verschijnt bij onze Kring het werk van lid Matthieu Wieërs "Wij zullen U met assen lonen!", een nieuw boek over de Bokkerijders in het Maasland. Als inleiding op de voordracht door Matthieu Wieërs ontvangt iedere aanwezige een folder met intekenstrook over dit boek.
1. VOORDRACHT OVER "DE BOKKERIJDERS" DOOR LID MATTHIEU WIEERS Ongeveer een jaar geleiden reeds deden we beroep op Thieu Wieërs om "handlanger" te zijn in ons komplot... Hij wist zich dan ook zeer goed van zijn taak te kwijten door middel van navolgende "voordracht" ! Dames en Heren, of zoals het past: Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, Zoals de voorzitter in zijn inleiding reeds zei, is er meer belangstelling voor misdadigers dan voor een pastoor. Of dit ook zou zijn indien het onderwerp van vandaag een afvallige pastoor zou zijn, wil ik toch betwijfelen..! Mijn taak vanavond was tweeledig: eerst moest ik iets zeggen over het boek en vervolgens iets over de Bokkerijders. Wat het boek betreft is de stand van zaken als volgt: 1. Het boek over de Bokkerijders is op dit ogenblik "drukklaar", dit wil zeggen: de drukproeven zijn nagekeken en Werner Smet is klaar met de lay-out. Sinds woensdag is alles op de drukkerij.
2. De prijs en de wijze van betalen staat op de folder die U reeds ontvangen hebt of nog kan krijgen. 3. Er is echter één fout geslopen in deze folder. De titel is namelijk niet "Zij zullen U met assen lonen!", maar: "¥ij zullen U met assen lonen!". Deze "kleine" fout is misschien veroorzaakt door overdadig drankgebruik van Thieu Kunnen en ikzelf toen de tekst voor deze folder werd opgemaakt. Omdat herbergbezoek in de bokkerijderstijd een verdachte aangelegenheid was, hebben we dit thuis gedaan en we deden dit met iets anders dan zij in hun tijd zouden gedaan hebben. Thieu dronk cognac en ikzelf porto ! 4. Het is ook vijf jaar geleden dat ik op een ledenvergadering meedeelde dat ik een flink deel van het bokkerijders- archief had gevonden. Het was op 16 november 1979 toen we te Kinrooi onze voorzitter vierden bij diens zestigste verjaardag. De dag daarvoor, op 15 november, had ik het gevonden in het Rijksarchief te Maastricht. Toen hadden we nog een vrije dag op het feest van de Dynastie. Ondertussen is dat afgeschaft, die vrije dag bedoel ik, niet de dynastie. Tot zover het boek. Wat nu het onderwerp van deze avond aangaat, wil ik het doen zoals van een goede pastoor verwacht wordt: kort en bondig. U las waarschijnlijk de laatste weken onder een ophefmakende, of beter gezegd sensatiebeluste titel: "Bokkerijders zijn Limburgers om fier op te zijn". Deze uitspraak zou komen van een konfra- ter van onze voorzitter, namelijk pater Sangers. Deze beweert zich te steunen op Prof. Blok uit Nijmegen... maar deze zegt eerder het tegengestelde. Het is wel juist dat Bokkerijders geen vagebonden waren, namelijk rondtrekkende vreemdelingen, maar integendeel "kinderen uit ons volk". Als ik de geboorteplaats van de bendeleden overloop dan zijn ze vrijwel allemaal geboren in een straal van 40 kilometer als het middelpunt Geistingen is.
97.
Maar, om het kort te houden, bokkerijders zijn geen Limburgers om fier op te zijn, maar volksgenoten die om allerlei redenen overgingen tot diefstal, brandstichting en soms moord. En gezien de zeer moeilijke tijdsomstandigheden no- gen we daar wel een beetje begrip voor opbrengen (voor die diefstal en brandstichting) . Er waren kriminelen bij, maar ook sukkelaars . Maar, zoals de voorzitter in zijn inleiding zei: "Wie veel weet te zeggen, zegt weinig en wie weinig weet te zeggen, zegt veel!", zo wil ik het ook doen. Bovendien moet U ook nog iets te lezen hebben ! Ik dank U.
Stilte... gegrinnik en dan gelach ! De hilariteit wordt kompleet als we het gezicht van de voorzitter bekijken:hij weet zowaar niet wat hij zeggen moet.. We laten de voorzitter enkele ogenblikken in deze toestand en ja, dan flapt hij het er uit: "Wat gebeurt hier eigenlijk? Is dat ook al een voordracht?" Onze voorzitter is even de "kluts" kwijt...
Ik verzoek U dan ook, evenals de andere aanwezigen, ons te willen volgen naar de zaal hierachter. Hier hebben ijverige handen het geheel omgetoverd tot een echte "feestzaal" voor de hoofdbrok van deze avond: een gepaste viering voor onze voorzitter!" Hierna begeeft het ganse gezelschap zich naar de grote zaal van het Gemeenschapshuis voor de eigenlijke feestzitting. Wat daar allemaal gebeurde kunt U later lezen, in het “Vriendenboek voorzitter Donaat Snijders", dat in de tweede helft van dit jaar zal uitgegeven worden. Graag betuigen we nogmaals onze oprechte dank aan alle leden voor het geheim houden van onze plannen voor de voorzitter. Mede hierdoor werd het een komplete verrassing en, zoals de voorzitter achteraf zei: "Het is de schoonste dag uit mijn leven geweest!" Mathieu Kunnen Sekretaris
Dan neemt de sekretaris het woord: "Mijnheer de voorzitter, beste vrienden al 1emaal, Thieu Wieërs zei het reeds: Bokkerijders zijn geen Limburgers om fier op te zijn maar wij hebben er vanavond één in ons midden om wel fier op te zijn ! Iemand die zich veel liever een "Maaslenjer" noemt; het is ook een echte! Mijnheer de voorzitter, in naam van al onze leden heb ik het genoegen U van harte proficiat te wensen met uw 65ste geboortedag. Wij hebben gemeend dit niet onopgemerkt te mogen laten voorbijgaan en daarom hebben we iets "bekokstoofd" voor deze avond. Veel van uw vrienden zijn hier reeds aanwezig, anderen hebben we nog even "verborgen" en zullen U zodadelijk voorgesteld worden.
98 .
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, mikrofilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever en van de auteur(s) .
Dao raosti gét !
Driemaandelijks Heemkundig Tijdschrift van de Geschied- eh Heemkundige Kring Kinrooi
& -
Leverden bijdragen: F. BOLLEN Maarten Jozef BOON M. CUSTERS Marleen DONNE Piet HENKENS Mathieu KUNNEN Jo LAVEAUX Wemer SMET Donaat SNIJDERS Matthieu WIEERS
* Omslagontwerp: - Donaat Snijders & -
Typwerk: Marleen DONNE Mathieu KUNNEN Jo LAVEAUX
& Lay-out/vormgeving: - Mathieu KUNNEN ü Offsetdruk: - Gemeentelijke Drukkerij Kinrooi * Afwerking/verzending: - Sekretariaat * Redaktieraad: - H e t Bestuur * REDAKTIEADRES; - Sekret./Dokumentatiecentrum Weertersteenweg 241 3688 Molenbeersel Ai Verantw. uitgever: - E.H. Donaat SNIJDERS Pelserstraat 33 3680 MAASEIK JAARGANG 4 - NUMMER2
MAART 1985