;::;--.\, ■■.
^>::;;V"":':
ISdtt Jaargang No.36-17Sapt.1938
^1 1 'ets
CINEMAs. THEATER
^'/ "'■■**s ff
rv
; •
n ^ -■«•4^.
i
,.-^/
■
..^
iïSa-
,Ssé
^J«^*
r
/ /
^ :\s y^ ' y..
f-
f- ■
^te-.:^,
*tr*L,.. ■r^'-j^ßr
HET WEEKBLAD Cl ME MA & THEATER
VIMCHUHT wnpum - Milt Kit RWAmrAM. *,\M ~ M ADM. CALOIWAtm «. UBOIM. TU. DM. romnwMNo
IN
1ARCELLE CHANTAL JEN JEAN CLAUDIO VElA KO|iji!] IN DE HABE-FILM IN IE TOBISKpJ^DE TRAGEDIE VArJ : FM|JEEL| EEN KEIZERRIJK'
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
der memqN Regie: Arthur Lubin. Johnny Hanson Helen Dale Jack Irwin Bobby Peggy Harvey Castle Joe Carber Kelly Mevrouw Dale
Universal-film. John Wayne. Sheila Bromley. ' Charles Brokaw. Bill y Burrod. ]ane IohnsHuntley Gordon. Frank 0tt0Russell Hopton. Virginia Brissac.
De
Johnny en een speler van de Detroit Maroons rijn geen goede vrienden (John Wayne, Sheila Bromley en Hal Nelman)
bekende ijshockeyspeler Johnny Hanson wordt lid van de N. Y. Bears, ecn club van beroepsspelers, waarvan Harvey Castle de manager is. Johnny's eminent spel brengt de club het kampioenschap, terwijl hijzelf dik bevriend raakt met Squat Bates, den vroolijksten speler van de ploeg. Het duurt niet lang, of Johnny ontmoet een meisje. Helen Dale genaamd, waarop hij terstond verliefd wordt. Zij treedt op in een rolschaatsenshow van een zekeren Jack Irwin en deze draagt het meisje op al haar invloed aan te wenden ten einde Johnny te bewegen in den komenden wedstrijd tegen de Detroit Maroons zijn club in den steek te laten. Irwin heeft namelijk een reusachtig bedrag op de Maroons gezet. Johnny weigert evenwel, ondanks alle voordeclige aanbiedingen van Irwin, en de Bears winnen den eersten prijs. Thans laat Irwin de taxi. waarmede Johnny zich naar de tweede ontmoeting tusschen de clubs zal begeven, verongelukken, waarbij Johnny's levende mascotte, de twaalfjarige Bobby, zwaar gewond wordt. De sportheld zelf was met een anderen auto vertrokken en bereikt veilig het sportveld. Gedurende de match wordt hij echter „gekraakt" met het gevolg, dat de Bears verliezen. Johnny moet naar het ziekenhuis getransporteerd worden, waar ook Bobby ligt, en is er bij aanwezig als het kind met goed gevolg geopereerd wordt. Ondanks zijn pijnen begeeft hij zich naar de derde en beslissende ontmoeting tusschen de Bears en de Maroons en brengt zijn club de overwinning. Helen verklaart hem, hoc zij onder druk van Irwin heeft moeten handelen en een verzoening tusschen de twee is het slot van deze film. Johnny en zijn mascotte „Bobby"
de
TRAGEDIE van een
celzerrijk In de hoofdrollen: Harry Baur. Marcelle Chantal. Pierre Richard Willm. Regie; Marcel l'Herbier. Habé-film. Men
onderscheidt
heden
ten dage drie perioden in
de
wereldgeschiede-
nis, namelijk die van vóór, tijdens, of na den groeten wereldbrand, die van 19 14
tot
19'^
het menschdom teisterde. Het is in de periode vóór den oorlog, vóór 1 9 1 4 dus, dat de aandacht der wereld gevestigd
^ ''*^-
Johnny bezoekt Bobby in het ziekenhuis
wordt op den somberen persoon van Gregori Raspoetin. En nu
Eindelijk gelukkig
U
'WW
Harry Baur ,'r ■ t ii *
if
w "-.n
*
'«
1
'
M •?■
1
~
• t- *fe moge er door ..overlevering",
verhalen
van oog- en oorgetuigcn, aan de waar-
Lw.;
heid wel eens iets te kort gedaan zijn,
Ml
vast staat, dat deze man. aan wien veel literatuur gewijd is,
«^ «f*,^
y
"^%
■«6'
&
in het uitgestrekte
Rusland van vóór 1 9 1 4 — en ook eenige jaren daarna — zeer grooten invloed heeft gehad.
^ ■
Jean Worms en Hady Berry.
Marcelle Chantal bij het spelen overkomen, dat de keizerin voor
1
het eerst hoort van den moujik (boer) en wonderdoener,
Raspoetin.
Dezen,
die reeds een
groote • „vermaardheid" geniet, gelukt het den kleinen keizerszoon te kalmeeren en diens pijnen te stillen. Hiermee was zijn intree aan het keizerlijk hof gemaakt en begon zijn invloed, zeer tegen den zin van den Russischen adel Weldra werd hij , de macht achter den troon." Dat hij, die zich eenerzijds vele invloedrijke vrienden verwierf, zich anderzijds vele machtige vijanden op den hals haalde, spreekt wel haast vanzelf. Niet
tevreden
met
zijn
verbanning
naar
Siberië-, laten zijn vijanden in dit verafgelegen gebied een aanslag op hem plegen, die hem op het ziekbed werpt. Nog niet hersteld verneemt hij van den dreigenden oorlog.
■'
Telegrafisch
4
smeekt hij den tsaar geen oorlog te beginnen
.„
te laat
Dan zien wij hem weer in Rusland verschij-
Pieite Richaid Willm en Harty Baur
dr
■ •
r.
^
%
Carine Nelson
Denis d'Ines
üf hij werkelijk met bijzondere gaven bedeeld was, of dat hij alleen maar char latan, bedneger of gelukzoeker was, nie-
s^^»«■-^2«,
mand weet het. ,.De
tragedie
van een
■
keizerrijk"
schilden ons hei tragisch leven der re geerders over
Rusland
van
die jaren.
Nicolaas de '1 weede, tsaar van Rusland, was getrouwd met een vorstin van Duit sehe afkomst, een leit, waaiaan de Isanna Tlljj-^i
nu mg onaangenaam oogenblik te danken
c
had. Hoewel het huwelijksleven der beide vorsten, die elkaar oprecht liefhadden, /eer gelukkig was, altijd hing de gezond heuLtoestand uoonopvolgei
van den
tsarewilch,
den
Pierte Richard Willm en Carine Nelson ren, waar zijn invloed op den tsaar en diens besluiten grooter wordt dan ooit. Zóó groot, dat er een complot
die aan de gevreesde hae als een
fesmeed wordt hem uit den weg te ruimen. En den
donkere sHiaduw over hun geluk, hen
■"vond van zijn dood uit hij deze profetische woorden:
mophilie
(Mivdei ziekte)
leed.
enkele Verkeerde beweging,
de kleinste
^it:
wond, kon doodelijk /.yn. Vooudurend verkeerde
het
keizerspaar
dan ook
Na mijn dood zal er één winter voorbijgaan en dan uilen de Romanoffs niet meer bestaan." En inderdaad, 'iets kan den ondergang van het keizerrijk tegenhouden.
in
Op een kouden winteravond trekt het keizerlijk gezin
angst om zijn zoon.
f^aiif
Het is na een ongeval, den tsatewilcli
-
St. Petersburg uit voor een verre, verre reis, waarvan Reen terugkeer mogelijk is
. ,
AK
:
BPOAPWAY
HOEVEEL DENKBEELDEN GAAN ER IN UW BREIN ? Ieder onzer heeft hersens, al zou je dat niet zeggen. De één doet er niets bijzonders mee. de ander is er zuinig op. een derde beult ze reusachtig af, een vierde is bang om ze wakker te maken, maar desondanks: hersens hebben we allemaal. Alleen de kwaliteit verschilt. Sommujc menschen zijn onbeschrijfelijk knap, anderen zijn even onbeschrijfelijk stom. nóg weer anderen zijn meer gewoon, niet te dit en niet te dat. Laten wc ons eens even bezighouden met die ,,gewone", menschen als U en ik, die niet in* alle schoolklassen steeds weer bleven zitten en die evenmin op elk rapport vgor ieder vak een tien hebben gekregen. Nemen wij dus de middelmaat, het meestvoorkomende type. Laat ons daarvan de hersens even van meer nabij bekijken. Er is natuurlijk heel veel op te merken aan zulke hersens. Het is een complete denk-machine met alles wat daar voorts aan vastzit, maar een van de voornaamste eigenschappen is: het vermogen van deze hersens, om nieuwe ideeën in zich op te nemen. Bijvoorbeeld, wanneer ik U vertel: In het jaar 1880 beleefde de stad Melbourne een ongehoorden bloei, het geld lag als het ware voor het opscheppen dan leert U daarmee een feit kennen, dat U waarschijnlijk nog niet wist. Uw hersens hebben er dan iets bijgeleerd en ze onthouden dat voor korter of langer tijd. De één vergeet dit nieuw erbij geleerde feit zijn leven lang niet meer, de ander is het twee uur later weer vergeten; zooiets is zeer verschillend. Nu is echter de vraag: hoeveel bergplaats hebben eigenlijk onze hersens voor deze en dergelijke feiten? Die vraag is niet zoo gemakkelijk. Want als Uw vrouw Catharina heet, dan onthoudt U dat met veel minder moeite, dan wanneer ik U vertel, dat de voornaam van de Engelschc film- en revuester Miss Fields. Gracic luidt. Want U vindt het van meer belang, den naam van Uw eigen vrouw te onthouden en hoc die Londensche dame heet. zal U een zorg zijn. Ergo: Uw hersens zijn net een reusachtig flatgebouw, waarin kamers worden verhuurd, waarin wetenswaardige feiten wonen. Sommige hunner blijven er levenslang wonen (bijv. ieder mensch onthoudt zijn eigen verjaardag wel. zoon feit blijft levenslang onthouden), andere verhuizen als na zeer korten tijd naar het vergeetboek (bijv. Gracie Fields werd op 9 Jan. 1898 te Rochdale geboren. Dit kan U weinig schelen. U vergeet het zóó weer en de „kamer" komt weer vrij voor nieuwe feiten). Als we het op deze manier eens nagaan, weten we toch eigenlijk ontzettend veel. Niet alle feiten zijn even interessant, maar het aantal kamertjes in het huis Uwer hersenen moet toch wel heel groot zijn1 Dat is het dan ook inderdaad. De gemiddelde mensch kan drie billioen verschillende dingen gelijktijdig onthouden. Dat is onbegrijpelijk veel. Wat gebeurt er nu, wanneer dat groote flatgebouw onzer gedachten vol is, wanneer die drie billioen kamertjes geheel en al bezet is? V/el, om te beginnen: dat gebeurt zoo gauw niet. Er bestaan zelfs vrij knappe menßchen bij wie haast de helft dezer kamertjes „leeg staat". Anderen daarentegen, die een bijzondere voorkeur hebben voor feitenkennis, hebben reeds op hun 35e of 40c jaar heel dien voorraad uitverkocht. Geen kamertje meer vrij Hoe gaat het met dezulken7 Als hun flat uitverkocht is. kunnen ze dan niet één gedachte meer in zich opnemen? Als men dan bijv. tegen hen zegt: ,.Victor McLaglen is een groot filmacteur" begrijpen ze dat dan niet omdat hun hersens uitverkocht zijn? Gelukkig niet! Zulke droevige dingen gebeuren gelukkig niet, anders zouden wij haast bang wor-
den, om elkander iets te vertellen. Maar wél geschiedt iets anders. Wanneer iemand onzer op deze ^wijze „uitverkocht" is en men doet hem tóchteen nieuwe mededeeling (zelfs al kón hij eigenlijk vei*^achten, dat logischerwijze nu het bericht volgen radtet: „Gracie Fields en Victor McLaglen treden sameti op in één nieuwe film", is dit tóch een nieuwe mededeeling), dan drijft dit nieuwtje een änderen huurder uit het uitverkochte flatgebouw weg. Indien U dus bijv. tevoren hebt geweten, dat in 1600 de Slag bij Nieuwpoort plaats vond. of dat de vroegere verloofde van U later met een andere getrouwde nicht te Medemblik woont. Stationsweg 7a dan moet zulk een ding. dat U goed geweten hebt. zulk een huurder, plaats maken voor het nieuwe feit, dan volgt er dus kort en goed een verhuizing^»Ji Uw hersens. v Stelt U zich nu eens voor. lezer, dat U de huisbaas bent van een flat van drie billioen huurkamers, dan begrijpt U zelf wel, dat daar uit den aard der zaak geregeld groote verhuizerij is. Daar raakt U op den duur zelfs zoozeer aan gewoon, "dat het U niet eens meer opvalt, ..Is het waar?" zoo zegt gij tot uzelf, ,,Is die gedachte verhuisd? Geen adres achter gelaten7 En verleden weck woonde ze er nog " Uw mond zegt dan: „Gunst, ik heb het vergeten " Indien U dus tot de stugge denkers behoort, die het onnoemelijk groote aantal van drie billioen bergplaatsen voor wetenswaardigheden reeds heelemaal bezet hebt, dan veroorloven wij ons hierbij, eens een stelletje oude gedachten bij U op te ruimen. Alleen maar door U te vertellen, dat genoemde film, waarin Gracie Fields en Victor McLaglen de hoofdrollen vervullen, getiteld is: „Daar waar mijn Sari woon" (oorspronkelijke titel: „We're going to be rich"), een 20th Century Fox-film, die binnenkort hier ter stede zal worden vertoond U voelt zelf wel: dat kan onmogelijk allemaal in één denk-cel, zooveel nieuws vult minstens drie cellen. Ergo: door deze, medcdeeling vergeet U er óók drie. want ruimte moet er nu eenmaal gemaakt worden, anders zou er gedrang komen in Uw hersens en dat zou ongezond zijn. Echter behoeft U niet te vreezen, dat nu plotseling zeer geliefde en gewichtige huurders zullen verhuizen! Stel U voor, dat ik U mededeel, dat ook Brian Donlevy in deze zelfde film meespeelt, dan vult dat een nieuwe cel. Een ander feit moet weg bestaat nu gevaar, dat U eensklaps vergeten, blijkt te zijn, in welke stad U woont, of dat U niet meer weet, of U van het vrouwelijk, of van het mannelijk geslacht bent? Neen,- dnT^gevaar bestaat nicf. Anders zouden de mensenen bepaald bang worden om te denken en zouden ze nooit meer nieuwe feiten willen leeren kennen. Neen, neen, de gedachten, die opduiken om plaats te maken, zijn juist de onbelangrijkste, echt gedachten waar U tóch geen prijs meer op stelt. Daar straks nam ik als voorbeeld: het adres van een vrijer van Uw nicht, met wie het tóch al sedert jaren af was, een knikkebeenig heer uit Medemblik, dien U éénmaal op een receptie hebt ontmoet en bij wien U geen belang hebt. Zijn adres moogt U rustig vergeten. Daarbij vergeleken is het nieuws over de charmante Gracie Fields, over Victor McLaglen en Brian Donlevy toch stellig duizendmaal belangrijker! Zoodat het per saldo maar heel goed is, dat zoo nu en dan een beetje circulatie komt in Uw herse • nen, dat oude stoffige gedachten plaats maken voor versehe en modernere ideeën. Ik heb zoojuist U eenige aan de hand gedaan dat kan U enkel tot voordeel strekken!
--BSfc^ ly Malloy Alice Brady IMalloy Charles Winninger Juck" Bradford Tom Brown Ine Carlyle Dorothea Kent |ry Clark Frank Jenks Higgins Jed Prouty lus P. Oglethorpe ... Donald Meek |ry Swanzey ... Henry Roquemore versal-film. Regie: Ray McCarey.
,
Albert en Else Basserman
ALBERT BASSERMAN FILMT IN PARIJS Terwijl de Flansche filmindustrie zich toelegt om zooveel mogelijk jongeren naar voren te brengen, en de scenarioschrijvers zich uitputten om draaiboeken te bedenken, waarin de jeugd domineert, heeft de regisseur Hugon een uitzondering gemaakt en een van de oudste en beroemdste acteurs, met name Albert Basserman, naar de Lichtstad doen komen, om hem een hoofdrol te geven in „Les héros de la Marne", een rol van een Duitschen commandant in een stuk, dat tijdens den wereldoorlog speelt. ,,Ik heb," zoo vertelde Basserman, toen ik hem in een van de groote Parijsche hotels bezocht, nog niet eerder in Frankrijk gefilmd. Ik moet nu gedeeltelijk Fransch, gedeeltelijk Duitsch spreken en het accent dat ik in mijn Fransche taal heb, komt hier uiterst goed van pas. De figuur, die ik moet uitbeelden is zeer sympathiek. Het is mij al om het even, of ik film of tooneelspeel, als ik maar een van beide kan doen en niet gedoemd ben stil te zitten. En mijn vrouw (Else Basserman) is van dezelfde meening." Hij spreekt dan verder nog over hur gezamenlijke successen in „Voorloopigc hechtenis", ,,Een zekere mijnheer Grann' en van het laatste stuk van Hermanr Kesner „Napoleon und Taleyrand", waarin hij de rol van Taleyrand ver vulde. „Sedert 1927 woon ik in Zwitserland, eerst in Arosa en vanaf 1931 in Figino bij Lugano, een prachtige omgeving. De geheele natuur lokt daar tot niets doen, genieten, maar ik, ik wil spelen, tot mijn laatsten levensdag. Ik kan niet anders, al legt mijn leeftijd vanzelfsprekend een zekere beperking op de rollen, die ik kan uitbeelden." „Eigenlijk is het zóó ook niet juist, zegt de groote acteur, die alom in de wereld reeds zooveel schoons geschonke heeft. „Want, ik speel niet tot mijn laatsten levensdag, maar ik leef tot den da'l waarop ik niet meer spelen kan."
J. M.
en vroolijke comedie, waarin de immer op voordeel bedachte vrek bedrogen uitkomt en een paar e, berooide cabaret-artisten met een winstje gaan strijken. Hoe dat in werk gaat? Dat is gauw genoeg rgegeven. at en Molly Malloy. eens bekende „dway-artisten. komen met hun troep -iet plaatsje Hamilton, om daar hun ik eens te beproeven. Ze nemen hun k in het vervallen Swanzey Hotel, lir ze al dadelijk minder prettige ervaen opdoen. Pat krijgt namelijk onaanaamheden met den beheerder en om i in het vaarwater te zitten, koopt hij zijn spaarduitjes, 4000 pond, het e gebouw. Dat is echter niet naar zin vari den inhaligen Higgins, den k van de stad. Higgins had juist het el voor zichzelf willen hebben, omdat geruchten gaan, dat de staat het wil ikoopen, om het als museum in te ten. Higgins wil het nu op zijn beurt i Pat aankoopen, doch deze weigert, )ral als hij van den eenigen gast. iius P. Oglethorpe, hoort, dat de an-
tieke meubels in het gebouw zeer kostbaar zijn. — Later verneemt hij pas, dat Iradius niet goed bij het hoofd is, en hem maar wat heeft wijs gemaakt. — Higgins is echter niet gauw uit het veld geslagen en hij bedenkt een middel om Pat Malloy van zijn domein te verdringen. Jammer genoeg voor den vrek slaagt zijn plan niet. Ten slotte krijgt hij evenwel toch een kans het zoo begeerde gebouw in zijn bezit te krijgen. Iradius vertelt hem namelijk, ook. dat het meubilair zooveel waard is. Nu zal en moét hij het hotel koopen. Hij biedt Malloy 20.000 pond. Deze. dankbaar voor dit buitenkansje, accepteert en Higgins is eindelijk tevreden. Doch dan verneemt hij. dat de geruchten omtrent de bestemming van het gebouw op onwaarheid berusten en dat Iradius ook hem maar wat op den mouw heeft gespeld. Begrijpelijkerwijs is Higgins woedend, doch heel Hamilton gnuift en hoopt, dat hij nu voor goed van zijn inhaligheid zal zijn genezen.
iclor McLaglen heel wat glaswerk breken en dat de overige gaste dikwijls zeer gerechtvaardigde klachten hebbc: over nachtelijk rumoer en overlast. Want niet alle oud-strijders zijn zulke nette heertjes als de fabrikant Homer C. Bundy, die besloten heeft dit jaar de réunie nu eens niet bij t wonen en dit festijn over te laten aan eenige leden van zijn personeel, die — net als hij — in é Franschc loopgraven hebben gestaan. Er zijn ruige jongens bij, zooals de ploegbaas Groote Ben Wheeler, een ware boeman, die o/eral zijn groo ten mond laat hooren. En Chesty Webb, een dei afdeelingschefs, ziet er wel kalmer en bedaard'
Brian Donlevy
de persoon van Linda Lee, een revue-ster, die het voor het aardige paartje opneemt en de twee afgezanten, die Jack genezen zullen, treffen het daarom slecht, wijl zij zelf smoor en doodelijk raken van deze Linda Lee. Zij willen dus tegelijkertijd Jack de liefde uit het hoofd praten en elkaar verdringen bij Linda. Dat vergt groote uitgaven, waar Homer in de verte maar goed voor moet zijn. Op zeker oogenblik worden die krasse nota's den fabrikant evenwel te machtig en reist hij zélf naar New York, ontmoet persoonlijk Linda Lee en wordt verliefd op haar. Een ingewikkelde situatie, nietwaar? En tóch worden aan het slot alle in dit stuk betrokken paartjes nog dolgelukkig.
it, maar is óók geen lieve jongen, als het er op aan komt. Deze twee belhamels zullen de delegatie aanroeren en vertrekken met de rest van de jongens naar New York. Dat heeft tevens een practischen kant. Homer C. Bundy heeft namelijk zware zorcen over zijn zoon, die trouwen wil met een juffertje van het tooneel en die niet .voor rede vatbaar blijkt. Zouden de jonyens niet tegelijkertijd kunnen probceren den jeugdigen Jack aan het verstand te brengen, dat hij dien onzin uit zijn hoofd zet? Maar Jack vindt een geduchte bondgenoote in
f jp^ f*=# y:
mm-.
fiSl -rif
*
*M
JTJdA Groote Ben Wheeler flirt met Opal Updyke
m
Regie: George Marshall. Groote Ben Wheeler Chesty Webb Linda Lee Homer C. Bundy Marjorie Clark Mevrouw Rogers Jack Bundy Turkey Opal Updyke Svcnson Agatha Prof. Halligan Pinky McCann Rechter Hutchins
Victor McLaglen. Brian Donlcvy. Louise Hovick. Raymond Walburn. Lynn Bari. Jane Darwell. Robert Kellard. Sammy Cohen. Esther Muir. Eddie Holden. Hattie McDaniel. Paul Irving. Frank Moran. Andrew Tombes.
v /
20th Century Fox-film. Lang geleden is er een oorlog geweest, waaraan Amerika heeft deelgenomen, maar de verschrikkingen daarvan zijn vergeten en de herinnering er aan wordt voornamelijk levendig gehouden door de jaarlijksche réunie van oud-strijders, die uit alle hoeken en gaten van de Vereenigde Staten naar New York komen om elkaar weer te zien en een beetje plezier te maken. De diverse hotels van de metropolis verdienen er aardig wat aan, maar daar tegenover staat, dat deze oud-soldaten wel eens heel erg te keer gaan als ze goed in de stemming komen, dat zij nog al eens
^1
Twee. die elkander van den aanvang ai niet lijden mogen en een derde, die van | allebei klop krijgtl
n~
J
Katherine Hepburn en Cary Grant.
u-^
NIEUWS UIT DE STUDIO'S Pola Negri en Ivan Petrovich vertolken de belangrijkste rollen in „Jugendtraum". Regisseur is Nunzio Malasomma.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG
Gary Cooper speelt de hoofdrol in de Samuel Goldwyn-film „Seventh cavalry".
Vraag vijfhonderd en twee Door wien werd den bolvorm der aarde ontdekt?
William Wyler regisseert „Wuthering heights", waarin Merle Oberon een voorname rol uitbeeldt.
Henry Hathaway zal de film „The last frontier" in scène zetten.
Victor Schertzinger Is In de Pinewood-studio's bij Londen bezig met de film „The Mikado". De belangrijkste rollen zijn in handen van Jean Colin, John Barclay, Kenny Baker, Constance Willis en Elisabeth Paynter.
Franz Seitz ensceneert de film „Pfingstorgel". De hoofdrollen zijn In handen van Willy Rössner, Maria Andergast en Georg Vogelsang.
Gabriel Pascal zal een film vervaardigen naar Shaws werk „Caesar en Cleopatra".
Katherine Hepburn zal de rol van Amelia Earhart vervullen in een rolprent, die het vliegwezen behandelt.
Jack Temple, de broer van Shirley Temple, is thans als hulp-regisseur in de 20th Century Foxstudio's aangesteld.
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te vcrdeelen onder hen, die vóór 3 October (abonné's uit ovetzeesche gewesten 3 November) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 502.
DE OPLOSSING Vraag vierhonderd acht en negentig Kaneel, de bekende geurige specerij, wordt gemaakt van de gedroogde binnenbast van den kaneelboom, die in tropische streken inheemsch is.
De hoofdprijs viel ditmaal ten deel aan den heer H. G. J. Bremer Smit te Rotterdam; de troostprijzen werden verworven door den heer P. Weststrate Jr. te Den Haag, mevrouw B. W. Hoytink te Joppe, mevrouw A. Pootjes te Laren (N.H.), mejuffrouw C. E. M. van Es te Rotterdam, mejuffrouw G. Hens te Waalwijk. Van onze Indische abonné's verwierf mevrouw J. van Hulssen-Hazes te Madioen een hoofdprijs van / 2.50, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan mevrouw A. de WitteVuurmans te Emmastad; Saädoe'ddin te Perbaoengan; den heer J. Hendrison te Paramaribo; den heer H. Verbeek te Tjimahi.
Kay Francis vertolkt de hoofdrol in de Warner Bros-film „Dublin by mistake". Zij beeldt hierin de rol uit van een vliegenierster, die per ongeluk van New York naar Dublin vliegt.
f'if
Johannes Meyer zal in de Bavaria-Studio's te Geiselgasteig „Dreizehn Mann und eine Kanone" reglsseeren. Het draaiboek wordt geschreven dpor Fred Andreas en Georg Hurdalek.
s
:
':
^.' VA*
Gustav Diessl en Carola Hoehn vervullen de
•■«i**1«*«
hoofdrollen in „Der grüne Kaiser"; Paul Mundorf heeft de regie op zich genomen.
liZm*,
, t* ■■>#*<•*'
^
/ i
Dinah Grace, de echtgenoote van Willy Fritsch, heeft een belangrijke rol in de film „Spassvogel". De verdere medespelenden zijn Fritz Kampers, Fita Benkhoff en Heinz Schorlemer. De regie berust bij Dr. Fritz Peter Buch.
-;' r
■
-«;
?■ ■ >4£
Will Hay heeft de hoofdrol in „Old bones of the river", een film die door Marcel Varnel wordt geënsceneerd. De verdere medespelenden zijn Graham Moffatt en Moore Marriott.
Irene Dare, een vijfjarig schaatsenrljdstertje, is door Sol Lesser voor de RJCO.-Radio te Hollywood geëngageerd. Zij zal naast Bobby Breen een belangrijke rol krijgen in „Breaking the ice".
* ;:
%p
Alexander Hall regisseert de film „There's that woman again". Voor de hoofdrollen in deze Columbia-film werden Joan Blondell en Melvyn Douglas aangewezen.
7.* ^',
- --r** *
u's"^*iéL
m ■
'
••
VAN LEZER TOT LEZER
Te koop : een Singertrapnaaimach., ƒ 10.—. Frederikstr. 32-11, Amsterdam (W.). Te koop : pluchen tafelkleed tegen elk aann. bod. Kleur bruingr, Langakker, Marco Polostr. 18-11, A'dam. Te koop aangeb.: 2 jonge Pinchers, ƒ5.— p. st. Te zien lederen dag vóór 2 u. B. van Broek, Carillonstr. 12-11 A'dam (Z.). Te koop : pracht gram. m. kop. hoorn en 3-verig zw. uurwerk, speelt 2 groote platen. Ravenstr. 9-11, A'dam (C). Te koop : 22 fonkelnwe grarn.pl., 40 et. p. st. Tez. voor ƒ7.—. Zend postw. en u ontv. omg. aan uw adr. J, Wentink, Hoogravenscheweg 57, Utrecht.
RUILRUBRIEK Wie ruilt : mijn 2 inmaakpotten voor 3-pits petroleumstel en wie ruilt mijn loden sold, m. forten en kanonnen voor radiotoest. (wisselstr.). Ampèrestr. 276, Den Haag. Een zware bakoven met 2 pannen, een bamboe theetafel, en een kindertheemeubel, te ruilen voor iets anders. Trampe. Spaarndammerstr. IU5-I, A'dam (C).
Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam. Gevr. : een electrisch spoortje en een prima een-krings radiotoestel, liefst Phil, of ander merk in ruil voor z.g.a.n. pitrieten salonwieg op wielen, modern. Chassistr. 50-111, A'dam (W.) Te ruilen : een piano en studie-orgel voor radiotoestel. Zwanenburgerdijk 389, Halfweg. Wie heeft van Extra Magazine, 3e jrg. : nos. 1, 2, 3, 4, 15, 21, 22, 23, 28, 35. Tevens gevr. nos. van den len en 2en jrg. (onversch. welke). In ruil hierv. ontvangt u nos. van de tijdschr. de Film, Astra, Nova, e.d. Fr. Timmermans, Wal 78, Arcen. Wie ruilt een 2-pers. kettingmatras, voor een 2-pers. tent ? 's Avonds 6—7.30 uur. H. Voogel, v. Hogendorpstraat 145III, Amsterdam. Ik heb te ruilen : 3000 Haka, 750 v. Nelle, 350 Gr. Riv., 750 Liga, 100 Ira, 250 Hille, 250 D.E., 150 Bonte Wereld bonnen tegen H.O., Wenrifex, Sickesz, Kwatta, Meco, Weegsch. en andere bonnen. Postz. v. antw. insl. M. Koning, Heilbronstr. 48, Den Haag.
Ik heb 90 Droste b. en 40 Otto Roelofs koffie b. Wie ruilt mij daarvoor Vimb. 1 tegen I. M. Verhaaff, Pieperslaan, Ellekom. Wie ruilt mijn kamerbiljart, Willem 11,4 ballen, 3 queue's v. motorbootje, ook zonder motor. M. Hendriks, Dordtschelaan 79-11, Rotterdam (Z). Wie ruilt z.g.a.n. rolsch. op kogell. voor een banjo of trek-harmonicaatje. W.Bekker, Rusland I7-hs, A'dam (C). Gevr. alle b. v. Verk. alb. „onze gr. rivieren" tegen inruil, v. e. pr. (echt leeren) boekomslag (nieuw) m. 20 x 27 cM. Winkelpr. ong. ƒ2.—. Mej. C. Simons, H. de Grootstr. 116, R'dam (C).
Voor de kinderen: ONZE CLUB! Dit portretje is bij alle club-kinderen natuurlijk welbekend. Op verzoek van Ouwe Bartje zullen wij op deze plaats elke week een PRIJSRAADSEL opgeven, dat door de leden van de Club opgelost kan worden en waarvoor wij prijzen zullen zenden aan de leden, die door Ouwe Bartje daarvoor aangewezen worden.
Mevr. Hakkenberg, Haagweg 20, Leiden, heeft vele kattenbr.-pt., Hille-, Verk.-en Kahrel's thee-b. en geeft van deze 3 tegen 1 Sunl.-b.
•••• i
% •••• •
i 'T
'. z
•
;N
"-"•"»O VArJ WFT _ .,.,,,.„ßiUE-UM VANl KONIINGllsl W1UHE"LMIMA 1. CC KFlZFßSötfACHT 6IJ OB'
fin
I
LL-IOSCMFSTCAAT
2. HET BFKFMPE7 TßipPfrJ-
'5 OORLOGSSCHEPEN IN t>F HAVE" si
DEZE WEEK: 10 MOOIE LEESBOEKEN! Raadsel:
§^'^. I
Het geheel bestaat uit 15 letters:
Ik zou graag mijn zeer solide zw. eikenh. buffet ruilen v. e. mooi en goed onderh. eikenh. orgel m. kruk. Te bezieht, tusschen 2—5 u. Velthuis, Ie Atjehstr, 8I-I, A'dam (O.). Gevr. een goede sterrenkijker of microscoop of belde in ruil voor grammof.pl., w.o. compl. symphon., trio's, opera, ouverture, enz., Aanvr. 's avonds na half 8, beh. Vrijd. v. d. Pekpl. 11-11, A'dam (N.).
•
(^b^k^NIEUWS
Op deze pagina kunnen onze abonné's, onder de „Ruilrubriek", gratis «en adver* tentie plaatten» waarin zij iet« aanbieden in ruil voor iets anders. Deze plaatsing Is geheel gratis, maximaal 10 regels per advertentie. Advertenties, waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, diensten worden aangeboden, enzoovoort, enzoovoort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen" geplaatst en berekend tegen 5 cts. per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN
• ■•
11-107-
5-15 13- 2 9-12- 4 8- 5- 1 6- 2-11
3-14-10
zit aan een pet, komt van de kip, is een grafsteen, kun je mee snijden, heeft een geit. is in de gevangenis.
M\
Oplossingen in te zenden vóór 22 Sept. aan „Onze Club", Postbus nr. 673, Amsterdam C. Bij elke oplossing dient een etiket ingestuurd te worden van een Sickesz' reep. (Let op, of de naam Sickesz er op staat.)
fcf-
^rv
•0M.t
f &*
Prijswinnaars worden bekend gemaakt in een der volgende advertenties.
ABONNÉ'S OP DIT BLAD, welke in onze registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.— bij levenslange invaliditeit; f600.— bij overlijden; f400.— bij verlies van een handf voet of oog; f75.— bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.— bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f 3000.— en de uitkeering bij overlijden op f 1000.— . De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3 x 24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook ai meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
DIPLOMA'S: Leden die nog geen diploma hebben, kunnen dit alsnog krijgen, door aan „Onze Club",Postbus 673, AmsterdamC, in te zenden: 5 etiketten van Sickesz' reepen, met verzoek om daarvoor een diploma te sturen.
Voor de ouders: Een praatje over melk. Over melk, verwerkt in chocolade-producten. Daarin kan men de zuivere volle-melk verwerken, maar men kan ook tapte- of zoogenaamde magere-melk gebruiken, zonder dat het publiek dit kan proeven. Dat is een kwestie van techniek. Het behoeft echter geen betoog, dat chocolade, bereid met volle-melk, veel voedzamer en krachtgevender is, dan hetzelfde artikel, bereid met de veel goedkoopere tapte-melk. Terecht verbiedt de Wet dan ook het gebruik van de aanduiding VOLLE-melk, wanneer er niet inderdaad volle-melk bij de bereiding gebruikt is. Het publiek zal goed doen het volgende te onthouden:
„Als SICKESZ op de verpakking staat, „Zit er VOLLE-melk In de chocolaad!
Anders vervalt het recht op uitbetaling.
2 —
Eac
frA:;B! K*-jr ^
rif
i$#' U
111 > *
m*
ri. ^w.
De hoofdstad huldigt H.M. de Koningin Het bezoek van H.M. Koningin Wilhelmina aan de hoofdstad, waarbij Zij vergezeld was van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard, werd door de Amsterdamsche burgerij met enthousiasme aangegrepen als een welkome aanleiding om haar trouw en aanhankelijkheid aan het Oranjehuis te betuigen. Overal waar de Koningin zich vertoonde, werd zij op hartelijke en geestdriftige wijze toegejuicht, en geen Vorstin heeft ooit dankbaarder hu de van haar onderdanen in ontvangst mogen nemen.
De intocht van H.M. in de hoofdstad. — De gala-calèche onder militair eere-escorte in den stoet. De gala-voorstelling in den Stadsschouwburg van ,,Le donne curiose", een muzikale comedie van Carlo Goldine, die voor H.M. de Koningin werd opgevoerd. — De Koninklijke Familie in Haar loge. Op den voorgrond Mininster Colijn en Mevrouw Colijn, de laatste in gesprek met Minister Patijn.
Ai/M
Denis Moore, een bekend Engelsch beeldhouwer, woonachtig in Parijs, krijgt, kort voor hij naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keizer van Annam een beeldhouwwerk te vervaardigen, bezoek van zijn nichtje Julie, voor wie hij altijd een heel erg zwak heeft gehad. Julie is getrouwd met een der rijkste Engelsche peers, Lord Tamorley. Haar man is met een zending naar Nieuw-Zeeland en Julie vertoefde met haar moeder aan de Riviera, waar zij kennis had gemaakt met baron De Grignon. Op zekeren dag worden de zeer kostbare familiesmaragden, die Julie gedragen had, gestolen, terwijl tegelijkertijd de baron spoorloos verdwijnt. Julie' begeeft zich naar Denis om zijn hulp in te roepen. Zij heeft voor de vaste waarheid gehoord, dat de baron met de boot naar Saigon is vertrokken. Ze wil nu tegelijk met Denis naar Indo-China gaan om zelf een onderzoek naai de smaragden in te stellen. Na Julies vertrek krijgt de jonge beeldhouwer bezoek van een in Parijs studeerend en An nam iet. Mr. Nygugen, die hem de vriendschap van een in Annam bestaande tang — een soort vereeniging, die zeer krachtig voor haar leden opkomt en degeen doodt, die haar wetten overtreedt " komt aanbieden, mits hij Julie belet om naar Annam te gaan. Denis weigert hierop In te gaan. Een arm tooneelspcelstertje, Ninon, maakt in een café kennis met Nygugen. Deze biedt haar een contract aan bij het theater te Saigon, mits zij hem een kleinen dienst bewijst. Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar naar Saigon brengt, een heer zooveel mogelijk uit het gezelschap houden van de dame, die hem vergezelt. Deze heer is Denis Moore. Ninon accepteert het aanbod en ontvangt dan van Nygugen een juwcelen spin als amulet, die zij onder haar kleeren moet dragen. Aan boord kan zij direct kennis maken met Denis. Vlak voor het vertrek ontvangt hij een dreigbrief, waarin medegedeeld wordt, dat hij zich nu in het web van de spin bevindt. In Port Said zal de spin naar hem komen kijken, in Colombo zal zij hem aanraken en in Singapore voor den eersten keer van zijn bloed proeven. In Port Said toont een Arabische straat goochelaar Denis plotseling een metalen spin om dan snel en spoorloos te verdwijnen. In Colombo ziet hij tijdens het dansen de Juweelen spin tusschen Ninons kleeren. Hij is eerst pijnlijk verbaasd, doch als zij elkaar alles vertellen, blijkt, dat het meisje geheel te goeder trouw is. Zij wil nu niets meer yet Nygugen te maken hebben; ze denkt, dat hij wel meer van de smaragden afweet en ze wil Denis helpen. In Singapore wordt Denis, zonder dat hij begrijpt hoe het gebeuren kon. in het donker in zijn hals door een kris gewond. In Saigon vertelt Denis Julie alles. Zij wil echter toch doorzetten. Denis heeft ontdekt, dat De Grignon bestuursambtenaar is in Hué, waar hij voor den keizer het beeldbouwwerk moet maken. Hij wil er den volgenden dag heen gaan. Julie moet verder reizen naar Tonking, en daarvandaan ongemerkt ook in Hué trachten te komen. 's Avonds wordt Denis door Ninon naar Cholon gebracht om er kennis te maken met het bestuur van de tang. Dit zijn drie mannen, die hem nogmaals onder bedreiging raden Lady Tamorley terug te zenden. In hetzelfde restaurant ontmoet hij baron De Grignon. Hij brengt hem in kennis met Julie, doch hij weet zich bewonderenswaardig te beheerschen en noodigt haar zelfs uit naar Hué te gaan, welk voorstel ze in overleg met Denis aanneemt. Baron De Grignon blijkt een grootc macht in Hué te bezitten. Hij stelt Denis aan den keizer voor en brengt hem dan naar den tempel, waar hij uit een klomp goud het bestelde beeld moet maken. De Grignon brengt Julie weer naar haar hotel terug. Onderweg maakt hij haar zelfs een weinig het hof. en hij vertelt haar, da» zij bij de inwijdingsfeesten van het beeld, volgens de godsdienstige gewoonten der Annamieten, weer uit Hué weg moet.
heb altijd wel vermoed, dat er zich complicaties zouden irk )eoordoen," zei Denis, toen Julie hem haar gesprek met Grignon vertelde. „Ik ben er steeds van overtuigd geVI
"A D weest, dat hij het nooit goed zou vinden dat je hier kwam, wanneer hij niet een of ander middel achter de hand had om je kwijt te raken als hem dat gewenscht leek. Ze houden mij ook danig in het oog." Hij vertelde haar toen van den in het geel gekleeden priester, dien hij in den tempel had aangetroffen, en dien hij al eerder had ontmoet toen hij voor den raad van den tang wras verschenen. „We hebben echter één kaart in handen, die alle andere uit het spel overtreft." „Wat bedoel je?" „Het schandaal, dat er in Engeland en Frankrijk zou worden ontketend indien mij iets overkwam na al de ruchtbaarheid die er is gegeven aan het feit, dat ik op speciaal verzoek van den keizer hier gekomen ben." „Dat is wfaar wat jou betreft, maar niet wat mij aangaat. Niemand heeft mij gevraagd hier te komen." ' „Je hebt gelijk, maar je bent er nu eenmaal en nu is het aan hen om te probeeren je kwijt te raken. Maar dat zullen ze niet doen zoolang ik hier ben, want als iemand je ook maar iets in den weg legt, weiger ik eenvoudig mijn werk af te maken." Julie keek Denis over de tafel heen aan. „ïk heb je in een moeilijke positie gebracht, Denis!" „Het is jouw schuld niet, mijn waarde! Ik had mij niet met het geval hoeven te bemoeien, als ik het niet zelf gewild had. Ik ben echter oud genoeg, dat ik weten kon wat ik deed. En je hebt mij vooraf alles eerlijk verteld." Julie knikte peinzend. ... Ze dacht er aan, dat het toch verbazend aardig en behulpzaam van hem was geweest, om zich al die moeite voor haar te geven. , „Ik zag daarnet in de hal een biljet hangen," zei Denis na eenige oogenblikken. „Er komt een tooneelgezelschap uit Saigon om een galavoorstelling te geven in het paleis, en wie denk je, dat er bij is? Dat kleine Fransche meisje!" Julie keek hem glimlachend aan. „Dat zul je wel prettig vinden!" zei ze. „Wanneer komt ze?"
„De volgende week; de eigenaar van het hotel vertelde het mij.' Dus hy was reeds gaan informeeren, hoe lang het nog duurde eer Ninon kwam....! „Ik ben blij, dat zy komt; het is een handig meisje, en ze merkt dikwijls dingen op, die mij ontgaan. Het eenige wat ik niet begrijp, is de houding van den tang. Want de tang weet heel goed, dat zy met ons sympathiseert, ze heeft het hun zelf verteld." „Met jou,-bedoel je. Ik geloof niet, dat zij my zoo erg mag." „Zooals je wilt; laat ik dan zeggen dat zy met onze plannen sympathiseert. In ieder geval begrijp ik niet, waarom de tang haar niet beleT ons te helpen. Maar ze heeft niet eens een waarschuwing gehad." „Ze geven haar misschien net genoeg vrijheid om haar in de val te kunnen lokken, denk ik." „Dat zou afschuwelijk zyn," viel Denis byna driftig uit. Hy mocht de onverschillige manier niet, waarop Julie die woorden had gesproken. „Ik zou voor niets ter wereld willen, dat haar iets ernstigs overkwam." „Ik geloof, dat zij best in staat is voor zichzelf te zorgen," zei Julie onverschillig. „Best mogelyk, maar ik mag er haar toch niet minder graag om. Als er meer vrouwen zoo goed op zichzelf konden passen als dat Fransche meisje, dan zou het voor iedereen veel beter zijn." „En zouden er minder vrouwen zijn die niet eens op hun eigen juweelen kunnen passen," voegde Julie er aan toe. „Kom, laten we niet twisten," zei Denis. „Dat heeft geen zin. Maar wel verwacht ik van je, dat je aardig tegen Ninon zult zijn, en haar niet als een soort verworpeling zult behandelen." „Dat heb ik nooit gedaan." „Neen, maar je hebt haar wel laten voelen, dat zy.... enfin, dat zij anders is dan jy, en ze is juist-erg gevoelig in dat opzicht. Het arme kind heeft eigenlyk nooit een goede opvoeding of behoorlijk onderwys gehad." „Je zou haar best naar een herhalingsschool kunnen sturen, voordat je met haar trouwde." Julie was nog steeds een tikje jaloersch, omdat Denis Ninon zoo prees en het zoo prettig vond, dat zy naar Hué kwam. Denis kreeg een kleur, maar hy zweeg. Het zou dwaas geweest zyn, om op een dergelijk gezegde in te gaan, en nóg dwazer om er onaangenaamheden over te maken. Zoodra hy zijn koffie uitgedronken had, stond hij op. „Ik wil je goedennacht wenschen," zei hy. „Nu al?" „Ik ga nog niet naar bed, maar ik wil wel graag wat alleen zijn. Ik heb heel wat om over na te denken. Vind je het goed, dat ik je alleen Iaat? Ik heb een boek boven, dat ik je graag wil leenen." „Neen, dank je wel. Ik heb geen zin om te lezen. Ik heb zelf ook heel wat om over te denken, wat dat betreft " „En het zal haar geen kwaad doen, als zy eens wat leert nadenken," dacht Denis, terwyl hy naar zyn kamer ging. Een week lang werkte Denis onafgebroken aan zyn beeld; lederen ochtend na het ontbijt begaf hij zich naar den tempel, om pas terug te keeren wanneer het donker werd. Tegen het eind van dien tyd had hij een levensgroot beeld van Thyn vervaardigd, en hy was er voor zichzelf van overtuigd, dat hy nog nooit zoo'n goed stuk werk had gemaakt. Hy had zyn oorspronkelijke inspiratie gevolgd, die hy gekregen had toen hy in de Zaal der Audiënties den tegenwoordigen Keizer had zien zitten. Eindelijk was het werk geheel gereed. Denis begaf zich naar den ingang van den tempel; onder aan de trap zag hij de motorboot liggen, die hem kwam halen. Hij wendde zich om en wierp een blik in de zaal. De lange schaduwen der pilaren schenen den tempel binnen te glyden, als reusachtige vingers wijzend naar het beeld van Thyn, die op zyn troon zat in eenzame, indrukwekkende majesteit. Dus hier zouden nu, in de jaren die komen gingen, de volken van Annam tezamen komen en zich op hun knieën werpen voor het beeld dat hij had gemaakt, hun hoofden buigend tot op den grond.... Deze gedachte streelde zyn ijdelheid als kunstenaar, maar opeens drong er ook een andere gedachte tot hem door. Door dat beeld te maken, had hy den tang, die hem vervolgde, eigenlijk een dienst bewezen. In zekeren zin zelfs had hy voor den tang gewerkt. Dat dit zoo was, daaraan behoefde hy niet te twijfelen, gezien het feil, dat de priester in het geel naar zijn werk was komen kijken, en de inwyding van de tombe een religieuze handeling was Hoe had hij in 's hemelsnaam daar niet eerder aan gedacht, maar integendeel met zooye.el toewijding en ernst aan het beeld kunnen werken.... Plotseling welde er een hevig verlangen in hem op om het beeld aan splinters te slaan, ten einde zich op den tang te kunnen wreken.... De voldoening, die hy als kunstenaar had gesmaakt terwyl hy aan
— 6 -
door ARWUP n/LLS (jeauforiseera/e verra/inq het beeld arbeidde, werd op dit oogenblik geheel verdrongen door zijn wraakgevoelens, die met geweld op hem aan schenen te dringen.... Op den grond, vlak bij hem, lag een hamer met een langen steel. Hij ging er heen, raapte hem op en naderde er het beeld mee. Met een paar slagen zou hy het beeld in een vormelooze massa kunnen veranderen. Maar toen nam de kunstenaar opnieuw bezit van hem. Hoe mooi en sereen leek het gezicht van den reeds sinds lang overleden Keizer! Zijn werk was dat....! Hij vergat alle andere overwegingen door de extase, die de aanschouwing van het beeld hem gaf Maar toch.... Neen, hij kon zich niet vernederen door voor zijn vijanden te gaan werken.... Hy greep den ijzeren hamer en hief hem boven het hoofd; in de volgende seconde zou hij hem op het beeld hebben doen neerkomen, maar toen stond er onverwachts een gedaante voor hem die een arm ophief.... Denis keek verbaasd op, en herkende den priester in het gele kleed. Hy had den man niet meer gezien sinds dien keer, dat hy den eersten ruwen vorm uit klei geboetseerd had, maar dat hij steeds ergens in de nabijheid was geweest, daar had Denis niet aan getwijfeld. Hij had er zich echter niet veel om bekommerd, daar hij vastbesloten was geweest toch geen enkele inmenging in zyn werk van den priester te dulden. „Wat wilt u?" vroeg hy kort. De priester keek hem aan; in de vale schemering leken zyn oogen kleine vurige ballen. Hy beduidde Denis met zyn hand den hamer neer te leggen. Denis had het zonderlinge gevoel alsof hy werd gehypnotiseerd. Hy wilde den priester eigenlijk niet gehoorzamen, maar toch moest hij het doen. Hy liet zijn arm zakken en legde den hamer op den grond. De priester stak zyn andere hand uit, waarin Denis een stuk papier ontdekte. Hy nam het aan, ging er mee naar een plek waar het nog wat lichter was, en las: „U hebt uw werk beëindigd. U moet Hué binnen vier en twintig uur verlaten en de Engelsche dame met u meenemen. Dit zijn de bevelen van den tang." Onderaan stond het teeken, dat Denis thans zoo goed kende: een teekening van een spin in den hoek van haar web. Hij vouwde het papier op en stak het in zyn zak. Hij had er alles voor over gehad om den priester te kunnen vertellen wat hy van plan was te doen, maar woorden die geen beteekenis voor deu man konden hebben, zouden slechts verspild zyn, dus daarom keek Denis hem alleen maar aan, en verliet toen den tempel. Bij de motorboot gekomen, beval hy den kapitein niet naar het hotel, maar naar het paleis te gaart. Hij wilde onmiddellijk een audiëntie by den Keizer aanvragen, hem de waarschuwing laten zien die hij had gekregen, hem alles vertellen van hetgeen hy van de zijde van den tang had ondervonden, en hem vragen er een eind aan te maken. Het was ondenkbaar, dat hij, een blanke, die als gast op verzoek van den Keizer in een ander land vertoefde, op een dergelijke wijze door een aantal inwoners aldus behandeld werd. Een bevel om Hué binnen vier en twintig uur te verlaten! Hy was integendeel van plan zoo lang in Hué te blijven als het hem zélf beliefde! De motorboot legde aan by den steiger van het paleis. Denis stuurde iemand naar den kapitein van de wacht, gaf dezen officieel zijn kaartje en vroeg hem, het direct naar den Keizer te willen brengen. Na een oogenblikje keerde de kapitein terug; hij gaf Denis zyn kaartje terug. Hij betreurde het, dat de Keizer dien avond niemand ontvangen kon; de plechtigheid der inwyding van zijn graftombe zou binnenkort plaats vinden en de Keizer was met de priesters bezig zich op zyn taak voor te bereiden. Voordat de plechtigheid voorbij was, mocht hy geen enkelen blanke ontvangen of zien; zelfs de Administrateur-Generaal kon thans niet door den Keizer worden ontvangen. Er zat niets anders op dan terug te keeren naar het hotel. Denis was echter in een allesbehalve prettige stemming terwijl hij er heen voer. Toen hij bijna aan den overkant was, zag hij op den anderen oever een gedaante staan, die onafgebroken naar de boot tuurde. De gedaante was hem bekend: het slanke figuurtje, de lenige houding. Ze wuifde met haar hand Het kon maar één persoon zyn.... Denis stond op en wuifde terug! Dus Ninon was gekomen! Hij vond het prettig haar weer terug te zien. Hy had iemand noodig waar hij eens degelyk mee kon praten en waar hy op kon vertrouwen. En Ninon was een wérkelijke bondgenoot. „Ik ben zoonet aangekomen," vertelde ze hem. „Ik had alleen maar even tyd om me te verkleeden en een bad te nemen.... Ze vertelden my, dat je altijd zoowat om dezen tyd terugkeerde en daarom ben ik je tegemoet gegaan. — Wat een prachtige stad is Hué!" „Laten we ergens gaan zitten; ik heb een heeleboel met je te bepralca." Ze vonden een rustig plekje op de veranda. Denis liet Ninon eerst
MET EEN PAAR SLAGEN ZOU HU IIEÏ HEELD IN EEN VORMELOOZE MASSA KUNNEN VERANDEREN ....
over haar eigen wedervaren vertellen. Er was niets bijzonders gebeurd sinds hij Saigon verlaten had. Ninon was, met een volledig gezelschap, op speciaal verzoek van den Keizer naar Hué gekomen. Ze bleven slechts twee dagen. Na de voorstelling, die zij den volgenden avond zouden geven, zouden zy weer naar Saigon terugkeeren. Voor zoover zij het had begrepen, zou de voorstelling in het paleis worden gegeven. Hierna vertelde Denis haar zijn nieuws. Hy deelde haar mede, dat het beeld gereed was, sprak haar van het bezoek van den priester aan den tempel en het schriftelijk bevel van den tang om met Julie Hué binnen vier en twintig uur te verlaten. „Ik heb zoojuist geprobeerd den Keizer te spreken te krijgen, maar hij wilde me niet ontvangen. Hij is zichzelf aan het voorbereiden voor de plechtigheid der inwijding van zijn graftombe." „Dat zal overmorgen plaats vinden," zei Ninon. „Hoe weet je dat?" „Omdat dit de reden is, die men ons opgaf waarom wy ook niet langer in Hué konden blijven. Het blijkt dat er niemand, die niet hun godsdienst belijdt, gedurende de heilige ceremonie in de stad mag vertoeven." Denis herinnerde zich dat ook De Grignon iels dergelijks had gezegd: hij en Julie zouden de stad moeien verlaten, terwijl De Grignon zelf, hoewel hij Administrateur-Generaal was, loch die dagen in zyn woning bleef tot alles achter den rug was. „We kunnen nu nog niet vertrekken," zei Denis, terwyl hij voor zich uit, over de rivier staarde. Ze zag de vastberaden uitdrukking in zijn oogen en venjjoedde de reden èr van. „Die smaragden.... Kun je heelemaal niet te weten komen waar ze zyn?" vroeg zij. „Neen, absoluut niet! We kunnen zelfs niet eens het bewijs krijgen, dat het De Grignon was, die ze heeft gestolen." „En tóch ben je er zeker van, dat hy de dief is." „Wie zou hel anders geweest kunnen zijn? Als ik hem maar aan hel praten kon krijgen! Maar hij weet waarom wij hier zijn; in ieder geval weet hij, waarom Lady Tamorley hier vertoeft. Hij heeft er nog wel niets over gezegd, maar toch ben ik zeker, dat hij het weet. Hij is haar deze heele week uit den weg gebleven, en hij had haar gemakkelijk zoo vaak kunnen zien als hij zelf wilde, want ik heb lederen dag in den tempel gewerkt, zoodat Lady Tamorley genoeg tijd voor hem. had. Als hij werkelijk onschuldig aan den diefstal was, waarom heeft hij haar dan gemeden?" „Hij heeft ze natuurlijk gestolen. Ik ben er zeker van, en ook dat hij ze hier ergens heeft verborgen." „Waarom ben je daar zoo zeker van?" Denis voelde zich geïmponeerd door de stelligheid waarmee Ninon sprak. „Hij zou ze best aan iemand in bewaring hebben kunnen geven voordat hy uit Cannes vertrok. Hy kan ze zelfs onderweg hierheen van de hand hebben gedaan...." „Neen. Als hy dat werkelijk had gedaan, waarom zou de tang er zich dan tegen verzetten, dat jij en Lady Tamorley hier blijven? Herinner je je niet, wat ze zeiden toen je voor hun raad verscheen — dat je moest vertrekken zoodra je je beeld klaar had! En nu heb je vandaag een tweede bevel in dien zin gekregen. Al dien tijd is Hué de plaats geweest, die zy als het ware om zoo te zeggen angstvallig hebben bewaakt, en daarom ben ik er zeker van, dat de smaragden hier verborgen zyn." Denis zei niets; hij dacht na. Veronderstel, dat Ninon gelijk had, dan zouden zy daar nog geen voordeel van hebben. Het maakte weinig verschil, of zy er al van overtuigd konden zijn, dat de smaragden in Hué waren — waar het op aan kwam was te ontdekken, waar zy precies verborgen waren. Dan, en dan alleen, zou het mogelijk zijn De Grignon tot een bekentenis te dwingen.
- 7 -
(Wordt i'ervolgd)
Een boschbrand in Zuid-Afrika In de wazige verte verscheen er een grillig gevormde, grijze rookwolk, om er even te blijven hangen en dan te verdwijnen. Eenige oogenblikken later kwam er een tweede wolk, die een paar minuten boven de toppen der boomen scheen te zweven alvorens zich ook weer op te lossen. Dan ineens schoten er nieuwe rookwolken langs den horizon omhoog, en kon men hier en daar vurige vlammenbundels ontdekken, die er alles op schenen te zetten, zich met elkaar te vereenigen. De grijze rook werd geleidelijk dikker en zwarter, tot er één groote, donkere wolk boven den gezichtseinder hing, die het onmogelijk maakte de boomen nog te onderscheiden. Een knappend en knisterend geluid vervulde bij tijden de lucht, en af en toe schoten er vurige schichten omhoog boven de steeds zwarter wordende duisternis, daar ginds in de verte. Eindelijk was het gekomen; eindelijk was de sinds lang gevreesde boschbrand uitgebroken ... Wekenlang hadden de drie mannen — W. J. Tingay, Tommy Lancaster en Jack Wilders — het verwacht, lederen ochtend en iederen avond hadden zij op het hooge rotsplateau bij hun boerderij in Zuid-Afrika naar het Noorden staan turen, waarvandaan de heete, verschroeiende winden uit de kale, woestijnachtige vlakten kwamen. Nu was hun angst bewaarheid; het gevaar, het afschuwelijke gevaar, dat tot dan toe slechts gedreigd had, was nu werkelijkheid geworden. Er was echter geen spoor van opwinding of zenuwuchtigheid aan de drie mannen te bekennen. Tommy Lancaster gaf zijn bevelen kort en krachtig, en de beide anderen wisten precies, wat er van hen verlangd werd. De paarden moesten gevangen worden, en de boerenwagen ingespannen. Het eerste vooral viel niet mee. Paarden, die wekenlang op de open vlakten hebben rondgezworven, gaan niet Êfraag weer aan het werk. Bovendien waren ze half gek van angst, omdat ze het naderend gevaar van den boschbrand begrepen. Hun ooren lagen plat in den nek, en ze sloegen en trapten woest om zich heen. „Hoe ver is het nog weg. Tommy?" vroeg Tingay, terwijl zij alles in het werk stelden om de dieren ingespannen te krijgen. — Tommy was degeen van hen, die het langst in Afrika had gewoond, en die dus de meeste ervaring had. „Een mijl of zestig," antwoordde hij, over zijn schouder naar de steeds dichter wordende rookwolken kijkend. „Het zal nog een goed uur duren, eer het hier is." Tirdens de weinige seconden, die dit gesprek had geduurd, was de wind gaan liargen. Het was onheilspellend stil geworden. Zelfs de bladeren aan de boomen bewogen niet meer. Eindelijk hadden ze de paarden ingespannen; het was een bijna onmogelijk karwei geweest; hun armen deden verschrikkelijk pijn van het rukken en trekken dat de dieren gedaan hadden, en ze transpireerden over hun heele lichaam. Vóór de woning lag er een stapel goederen; Mrs. Lancaster had de levensmiddelen, kleeren en weinige sieraden, die zij graag gered wilde hebben, maar buiten gedragen. De munren laadden alles op den wagen en reden er mee heen. Er was slechts één mogelijkheid, dat de wagen niet door het in razende vaart naderende vuur aancetast zou worden — hetzelfde rotsachtige plateau, waar zü ochtend en avond hadden staan uilkijkenf Er groeide niets op — zelfs niet het kleinste plantje; het leek dan ook onmogelijk dat het vuur daar eenig voedsel zou kunnen vinden. Ze reden den wagen zoo hoog als ze konden op het plateau, zetten de wielen door middel van groote steenen vast en spanden toen de paarden uit. Gillend van angst, renden deze weg, 't struikgewas in. Binnen 'n paar tellen waren ze verdwenen. — Hun kans om er het leven af te brengen was even groot als die der vier menschen, en het beste wat deze konden doen, was hun de vrijheid te geven.
OP LEVEN EN DOOD EEN REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEID VERTELD
Het vuur was nu duidelijk te hooren, ofschoon het onmogelijk was om te schatten hoe ver het nog was. Er waren geen vlammen te zien; de dikke rook hulde alles in een grauwzwart, ondoordringbaar waas. Een luid gegier en geloei kondigde evenwel de nadering van het alles verslindende monster, dat een boschbrand is, aan. Hoog boven het geknetter en gebrul hoorde men een luid kraken en knappen, af en toe door 'n donderend geraas overstemd wanneer er een half opgebrande woudreus ter aarde stortte. De zon was verduisterd; het daglicht verdreven. Een vreemde schemering heerschte over de aarde, slechts nu en dan vaneengereten door bundels vlammen. „Lieve hemel!" riep Jack, die boven op den wagen stond, „kom eens kijken ..." De beide andere mannen werkten zich ook op den wagen. Het was een verbazingwekkend schouwspel. Al hun vee — geiten, koeien en schapen — was uit het omheinde land losgebroken en rende nu, door een wilde paniek gegrepen, tezamen met de dieren der wildernis, hun natuurlijke vijandschap voor het oogenblik totaal vergeten, in woeste vaart vóór het in razend tempo naderende vuurmonster uit. Dwars door een veld met tarwe renden ze, en de halmen sloegen tegen de aarde alsof ze door een geweldige zeis neergeveld werden ... „Kom mee," riep Tommy. „Er is nog meer werk te doen ..." Met zijn drieën snelden ze naar de boerderij, waar ze zoo vlug ze konden stapels groene takken hakten, die gebruikt konden worden om de vlammen uit te dooven, wanneer deze het erf zouden naderen. Hierna konden ze weinig meer doen dan afwachten. De zware boomen rondom de boerderij waren reeds lang geleden weggehakt, en in de plaats daarvan hadden ze wat lage struiken geplant. Het vuur, dat hoofdzakelijk in de toppen der boomen zijn weg vond, zou zich dus niet gemakkelijk aan de gebouwen der boerderij kunnen mededeelen. Daarentegen bestond er natuurlijk wel het gevaar, dat dit zou geschieden via het lage struikgewas. De taak der mannen zou dan ook zijn om, als het eenmaal zoo ver was, het vuur door middel van de groene takken — die niet licht vlam konden vatten — uit te slaan, een orderneming waarvan men op zijn gunstigst kon zeggen, dat het misschien mogelijk zou zijn ... Vóór de boerderij, op een afstand van ongeveer vijftig meter, bevond zich een ingedamd meertie, een veertig meter in het vierkant, dat als drinkplaats voor het vee diende. Door het warme weer was het zoo goed als geheel uitgedroogd; misschien dat er nog hoogstens een dertig centimeter water in stond .. . Het vuur naderde nu met razende snelheid, en toen het biina niet meer uit te houden was van de hitte, begaven de drie mannen zich naar het meertje. Mrs. Lancaster was daar reeds, en met zijn vieren stonden zij op den rand, een laatsten blik op het vuur werpend. De vlammen waren nu duidelijk te zien, want ze waren misschien niet verder meer weg dan een paar honderd meter... Plotseling schenen ze van overal om hen heen als uit den grond op te schieten en hals over kop wierpen de vier menschen zich plat voorover in het water... Het was afschuwelijk daar te liggen, met al'een den neus boven het drabbige vocht, en niets anders te kunnen doen dan wachten ... Het leek een eeuwigheid en tóch was het slechts de kwestie van een paar seconden voordat het vuur hen, laaiend en loeiend, had bereikt en bijna ook op hetzelfde moment reeds weer verdwenen was ... Toen Tommy het waagde op te kijken, was al het water weg; er was niets anders meer te zien dan een dikke laag heete asch en brandende takken en bladeren, die ongevaarlijk sisten en toen uitdoofden. Een dikke, walmende rook trok over den grond, en belette hun bijna - 8 —
adem te halen. Ze wachtten eenige oogenblil ken en renden toen naar het huis. Het ston er nog! Ofschoon het zinken dak, evenals d zinken muren, gloeiend heet was en de hee! boerderij als door een ring van vuur was in gesloten, was het toch geheel onbeschadigd Slechts de houten veranda, had hier en dan vlam gevat; maar die brandjes zou men gau meester kunnen worden. De eenige mogelijkheid om binnen den rin van vuur te komen die de hofstede omgaf, w< langs het pad, dat zich voor het huis bevon Het leek absolute zelfmoord om door de vuri ge spitsroeden te loopen, die aan weerskante van het smalle weggetje gretig naar voedsel zochten — maar het diende te gebeuren al! ze de schuren en andere gebouwen reddf wilden! Toen ze er eenmaal dóór waren, begon hu moeilijkste taak. Het was verschrikkelijk heet, veel heeter dan ze hadden kunnen vermoede De grond voelde aan alsof er zich een gloeien de oven onder bevond; de lucht leek de Ion gen te verzengen. „Gelukkig dat we die takken gekapt heb ben," hijgde Tommy. „Het ziet er naar uit, dai we ze allemaal noodig zullen hebben; en mis schien nog wel meer ..." Direct gingen ze aan het werk. Twee dagen] en twee nachten achter elkaar, met slechts ee geringe onderbreking om af en toe een mond vol voedsel of drinken te nemen, dat hun dooi Mrs. Lancaster, die eveneens een waren hel denmoed aan den dag legde, gebracht werd, vochten ze om de vlammen neer te slaan, diel telkens om de gebouwen heen dreigden hooger] op te schieten. Ze waren slechts met hun drie en, en ze hadden alleen een stapel groene tak ken om een vuur-veld van eenige honderden] vierkanten meter te bestrijden, maar ze hiel den vol. Woorden kunnen nimmer uitdrukken, wat zij] presteerden. Men zou het hebben moeten ziè™ om het te kunnen begrijpen. Na den eersten dag zagen zij er uit als zwarte schaduwen; hun] lichamen waren met brandwonden overdekt hun kleeren hingen aan flarden langs henj neer, en doodop als ze waren naar lichaam en geest, werkten ze nog slechts automatisch voort. Onophoudelijk snelden zij heen en weer; nu eens in de eene, dan weer in de andere richting. 'Soms leek het alsof zij het vuur er onder zouden krijgen, en dan opeens schoten er enkele tientallen meters verder weer hooore vlammen op, die ze alleen door dfl gezamenlijke inspanning van al hun krachten] na urenlangen strijd dooven konden. Het was werkelijk verbazingwekkend, dat zü] het volhielden. Maar ze deden het. De tij« vorderde slechts langzaam gedurende deze twee afschuwelijke dagen en nachten. T
MOREELSE - KINDERPÖ
- fcw
*%W'
^A
'^fefS**-
..
a,
^
\"
"K Vs
1 gl> .yï-KTé ./<* •
li*«^^
é^' .
■■■
teplheffïï Foraim.
MET) MOHAMMED
EEN COMPLEET VERHAAL We hadden met rijn drieën een compartiment van den trein van negen uur — 's avonds — naar Newcastle. De man, die de andere hoekplaats van mijn bank had ingenomen, was van middelbaren leeftijd, en hij kon van alles geweest zijn. Ik voor mij geloofde echter, dat het een joviaal type was, en dat hij wel handelsreiziger zou zijn. Mijn andere medepassagier, die vlak achter mij was binnengekomen, meende waarschijnlijk, dat .de „handelsreiziger" er interessanter uitzag dan ik, want hij koos in ieder geval de hoekplaats tegenover hèm. Het leek me een oud-mililair. Zijn haar begon reeds te grijzen, en de kleur van zijn met taliooze lijnen doorploegd gezicht verried, dat hij verscheidene jaren in het Verre Oosten moest zijn geweest. De trein was op het punt te vertrekken — in werkelijkheid rèèd hij al heel zachtjes - toen het portier plotseling werd opengerukt en een man zonder bagage zich nog op het laatste moment naar binnen werkte. Hij struikelde bijna over de beenen van mijn beide reisgenooten, staarde hen wat ontdaan aan, en zette zich toen tegenover mij op de laatst overgebleven hoekplaats. Hij zal zoowat dertig jaar geweest zijn; aan zijn kleeding scheen hij niet veel zorg te besteden, evenmin trouwens als aan zijn overhemd en das, en het moest zeker wel een dag of drie geleden zijn geweest, dat hij zich voor den laatsten keer had geschoren. Ik dacht eerst, dat het kwam omdat hij zoo hard geloopen had om den trein te halen, dat zijn gezicht zoo paars zag, maar hij hijgde nog steeds toen wij reeds een minuut of tien onderweg waren, en bovendien viel het mij toen op, dat zijn oogen onnatuurlijk schitterden en dat hij af en toe over zijn heele lichaam rilde. Meenend, dat hij graag wat frissche lucht zou hebben, opende ik de schuifdeur naar de gang, maar in de volgende seconde gooide hij ze met een harden slag dicht, waardoor hij plotseling drie paar oogen op zich richtte. Gedurende het eerstvolgende half uur was ik getuige van ,,zenuw-reacties", als ik nog nooit had gezien. Ik zag hoe de zweetdroppels op zijn voorhoofd parelden, maar toch huiverde hij telkens, alsof hij hel koud had. Hij slaakte lange, diepe zuchten, en greep telkens met zijn hand naar zijn keel, alsof hij het vreeselijk benauwd kreeg. Daarbij bleven zijn oogen zóó abnormaal schitteren, dat ik werkelijk af en toe dacht, dat de man een ontsnapte krankzinnige was. Een poosje later scheen hij zich wat beter te voelen; hij sbot zijn oogen en sliep gedurende misschien vijf minuten. Van deze gelegenheid maakten wij andere passagiers gebruik elkaar eens aan te kijken en elkander als het ware stilzwijgend met de oogen te beloven, dat wij op elkaar konden rekenen als er soms iets mocht gebeuren.
Toen de arme kerel zijn oogen openden, zag ik, dat de aanval, of wat het geweest was, voorbij was, maar hij zag er toch nog erg zwak en ziek uit. „Ik hoop, dat u het mij niet kwalijk neemt," zei ik, mij wat naar hem toebuigend, „maar kan ik u misschien ergens mee van dienst zijn? Het is duidelijk, dat u zich niet goed voelt, en als Ik u helpen kan, dan hebt u het slechts te zeggen." „Neen, u kunt me niet helpen," antwoordde hij, met een rauwe, heesche stem. „Niemand kan me helpenl Geen mensch. . . Het is met me gedaan . . . Misschien vandaag, misschien morgen of overmorgen . . . Missrhien eerder. . . We keken hem alledrie verbouwereerd aan, en ik wilde juist iets kalmeerends tegen hem zeggen, toen hij vervolgde: „Ik moet echter eerst naar Leeds. . . Mijn moeder woont daar. . . Ze is ziek, en ze heeft naar me gevraagd. Ze is alles wat ik op de wereld heb. . . „Maar. . ." begon ik, doch hij schudde het hoofd en viel me in de rede. „Neen, neen, ik begrijp wat u zeggen wilt, maar dat hebben er al reeds honderden tegen me gezegd ... Het heeft geen zin. Ik zal u alles vertellen, Aan weet u het ook. Luister . . . Morgen drie jaar geleden, bevond ik mij met twee vrienden in de buurt van Lahore. We waren deelgenooten in een kleine mijnontginning, en dien dag werd Donald Newham aangevallen door een grooten Maleischen hond, die plotseling als uit den grond scheen op te rijzen. John Stacker en ik - mijn naam is Stephan Foran - schoten hem natuurlijk te hulp, maar we waren ongewapend en we konden niet? anders doen dan probeeren het woedende dier te verdrijven door hem met steenen te gooien. Hij gaf Newham een paar fiksche beten en kwam toen op ons afstuiven. Hij gaf Stacker een knauw in zijn been en greep mij toen in mijn linkerarm eer ik er in slaagde hem neer te slaan met een grooten, puntigen steen, dien ik in mijn rechterhand had. . . Ik zal nooit de roode oogen van dat dier vergeten terwijl hij aan mijn arm hing. . . Het schuim stond op zijn bek, en hij huilde en gilde om er krankzinnig van angst door te worden. . ." Hij zweeg en streek met zijn hand langs zijn oogen, alsof hij een akelig visioen wilde verdrijven. „Ik doodde hem," vervolgde hij, „maar niét voordat hij ons zelf half had gedood, en toen wij den volgenden dag in Lahore kwamen, vernamen wij, wat ons lot zou zijn. De bruut was een kruising tusschen een Maleischen hond en een jakhals, en het was bekend, dat hij aan hondsdolheid leed. Hij was van een hoogen officier, kolonel Bennett, die ondanks het gevaar, dat het dier voor de omgeving opleverde, geweigerd had hem weg te doen." Hij greep weer naar zijn keel, alsof hij het be-
nauwd kreeg, maar eer een van ons drieën gelegenheid had iets te zeggen, ging hij weer verder: „Ze vertelden ons, dat wij ook hondsdolheid zouden krijgen, maar dat de verschijnselen zich vertraagd zouden voordoen, omdat de hond een kruising was met een jakhals. Ook zouden de verschijnselen zich niet bij ons alledrie tegelijk openbaren. Omdat Newham het eerst gebeten was, had die het mèèste vergif in zijn bloed gekregen; daarop was Stacker gevolgd met iets minder, en dan ik, met het minste. Hierdoor zou Newham na verloop van een jaar zoowat sterven, dan na wèèr een jaar Stacker, en dan ik .. . Wij lieten onze mijn in den steek. Ik ben direct naar Engeland teruggekeerd, Newham bleef in Indië en Stacker ging naar Afrika, waar hij familie had. Donald Newham st^rf als een dolle jakhals het volgende jaar in Madras en de arme Stacker is verleden jaar in Kaapstad overleden. Vandaag of morgen . . . wanneer zal het zijn ... is het mijn beurt. Dan zal ik sterven als die dolle jakhals. . . Maar ik wil niet. .. Ik wil zoo niet sterven. . ." En met deze woorden deed de arme kerel een sprong naar het portier van het compartiment en zou zich uit den trein hebben geworpen, als wij met zijn drieën hem niet hadden gegrepen en vastgehouden. Hij deed wanhopige pogingen om zich los te rukken, maar ziende, dat hij tegen de overmacht niet opkon, liet hij zich door ons weer op de bank zetten. Het was toen, dat de man, dien ik voor een handelsreiziger had gehouden, naar voren leunde en met rijn hand gesticuleerend legen hem zei: „Foran, kerel, wees flinkl Je kent me natuurlijk niet, maar ik ben een neef van Donald Newham! Luister! Ze hebben jullie in Lahore voor den gek gehouden, waarschijnlijk omdat ze zich meester wilden maken van jullie mijn. Donald Newham is niét aan hondsdolheid gestorven; hij is bij mij thuis in Madras aan longontsteking overleden; hij heeft nooit het geringste spoor van hondsdolheid vertoond! Heb dus wat dat betreft, geen vrees..." Foran keek den spreker met groote oogen aan, alsof hij niet gelooven kon wat de ander zei. Maar eer hij iets zeggen of vragen kon, nam de andere passagier het woord, de een waarvan ik dacht, dat hij in het Verre Oosten gewoond moest hebben. „Neen maar," riep hij uit, „het is toch maar een kleine wereld waar we in leven. Mijn naam is kolonel Bennett, en die hond, waar je het over had, was van mij. Alleen had ik hem twee dagen voordat jullie door hem werden aangevallen, doodgeschoten. Ik hoorde er van, toen jullie Lahore reeds hadden verlaten. Ik heb alles geprobeerd om jou en je vrienden te vinden, ten einde jullie gerust te stellen, maar ik kon jullie niet meer vinden. Den hemel zij dank, dat ik je eindelijk ontmoet. De eenige, dien ik heb kunnen opsporen, was John Stacker, en dat was ongeveer een jaar geleden. Hij lag toen op sterven ten gevolgen van een ongeluk, dat hij op jacht had gekregen. Luister eens, kerel, ze hebben je leelijk voor den gek gehouden met die zoogenaamde hondsdolheid, en het heeft je zenuwen een leelijken schok gegeven. . ." We sloegen den jongeman gade, terwijl hij ir - Leeds uit den trein stapte om naar zijn moedei te gaan. Hij liep hoog opgericht; in waarheid eer heel ander mensch. „De wereld is inderdaad maar klein," merkte it tegen mijn beide medepassagiers op, toen wij he' station van Leeds uitreden en ik eindelijk in staa was iets te zeggen. „Denkt u?" vroeg de kolonel, met een eigen aardigen klank in zijn stem. „Natuurlijk, kolonel! Als u nagaat. . ." „Niks kolonel," antwoordde hij. „U geloof* toch zeker ook niet, dat mijn naam Bennett is?' En zich tot den anderen passagier wendend, zei hij: „Natuurlijk heet u óók geen Newham, is hel wel?" „ „Neen," zei de ander. „Mijn naam is Brown...
•*2. GEVAARLIJKE BOCHT.
AHGEP VAN ONZEN REIZENDEN REDACTEUR Mijn vrienden hadden mij beloofd, een „beschaafden" Arabier, op de hoogte met moderne talen, te verzoeken mij door Tanger te leiden. Toen op den afgesproken tijd aan de haven uit een fonkelnieuwen auto een mijnheer stapte met een grooten „uilebril" op, die zich voorstelde als de verwachte gids, moet ik hem, wat zijn Arabische echtheid betreft, wel heel wantrouwend hebben aangekeken. Hij voelde zich namelijk dadelijk verplicht, mij zijn pas te laten zien, waarin met zwierige Arabische letters en in een Fransche vertaling geschreven stond, dat hij een echte Arabische Mohammed wasl Hierna stapten we in zijn wagen en ging het er op los. Mijnheer Mohammed scheen mij in de eerste plaats zijn vaardigheid als chauffeur te willen bewijzen, die, dat moet ik zeggen, bijna aan acrobatiek grensde, doch zware eischen stelde aan de zenuwen van zijn armen passagier. In een razend tempo ondernam hij een waren aanval op het
RiCi'ilj: Een Arabische straaimuzikant, die een helsch lawaai kan produceeren. Hieronder: De slaugenbezweerder aan het •werk, terwijl twee muzikanten een oorverdoovend lawaai met hun trommels of tamboerijnen of soms ook met een doedelzak maken. Meestal probeeren zij het geluid van hun instrumenten nog te overstemmen door gezang. ..
\n&s
»♦• -^ • • ♦♦♦♦■ " *
f <
'M.
Op de ivekelijksche markt in Tanger. — Aan kraampjes worden de typische platte broaden, groenten en vruchten te koop aangeboden.
Ch'eral op den Bazaar ontmoet men gestalten uit „Duizend en één nacht". dichtste menschengewoel, dat men zich voor kan stellen; met vol gas suisde hij door de nauwste straatjes en om de gevaarlijkste hoeken, dwars door schreeuwende kinderen en vluchtende katten. Een klein beetje respect had hij slechts voor den zwarten verkeersagent, die in de schaduw van een parasol juist heel gewichtig den eigenaar van een muilezel den weg wees en Mohammed tot zijn groote verontwaardiging deed stilstaan. Na een paar honderd meter waren we echter reeds aan ons eerste doel, een karavaanhotel. Door een groote poort betraden we een ruim erf, waaromheen gebouwen en stallen gegroepeerd waren. Hiertusschen speelde zich een echt Afrikaansch hotelleven af, dat voor den Weslerschen bezoeker zeer zeker buitengewoon merkwaardig was. In lange rijen stonden er de muildieren, waarvan er sommige gevoerd werden,
terwijl andere door groote forsche Nubiërs met zulke kolossale balen beladen werden, dat de dieren er bijna geheel onder schuil gingen. Voor de deuren van de vensterlooze hotelkamers zaten of lagen de bruine tot zwarte hotelgasten. De vrouwen bereidden een maaltijd, aten of naaiden, de kinderen huilden, brulden, stoeiden of vochten. De mannen waren met veel temperament aan het handelen, en wanneer hun keel van al het praten en schreeuwen droog werd, dronken ze wat van de koffie, die de zwarte boy hun voor enkele koperstukken in groot glazen bracht. Er was ook nog een portier, die aan den buitenwand van het gebouw, waar hij zijn domein had, een voorhistorische telefoon had hangen — het eenige voorwerp yan Westersche cultuur in dit Afrikaansche hotel, al was het dan van eerbiedwaardigen ouderdom.
/;/ den tuin van het paleis van den Sultan van Tanger.
Een overnachting kostte hier ongeveer vijftien cent, vertelde Mohammed me. Voer en onderdak voor een muildier kon men tegen eenzelfden prijs verkrijgen. Het was een schilderachtige aanblik, dit karavaanhotel, maar. . . wegens het vele ongedierte hield ik me maar liefst, wanneer dat mogelijk was ten minste, op sprongwijdte van alle menschelijke en dierlijke gasten! Was deze herberg al een verrassing, die ik allerminst In Tanger had verwacht, een paar schreden verder, op den Bazaar, de groote markt, ontvouwde zich een beeld voor mij, dat aan kleurrijkdom en Oostersche vreemdheid, niets te wenschen overliet en mij snel — de goede wil was aanwezig — in de sprookjeswereld der duizend en één nacht verplaatste .. . Vol enthousiasme maakte ik mijn camera schotvaardig, wat me echter dadelijk een waarschuwing van Mohammed bezorgde, die me verzocht, zoo onopvallend mogelijk te werk te gaan, daar zijn geloofsgenooten zich eigenlijk niet mogen laten fotografeeren. En inderdaad, ik werd met zulke wantrouwende blikken opgenomen, dat het mij in het begin onmogelijk was, de zoozeer gewenschte snapshots te nemen. Spoedig echter had ik het te pakken om even onschuldig als listig door het menschengewriemel te flaneeren en op het geschikte oogenblik te „vuren". Het midden van de markt was ingenomen door primitieve kraampjes, waarin de typische inheemsche platte brooden, groenten en fruit, en bergen prachtige water- en suikermeloenen te koop werden aangeboden. Langs de open winkels, die zich rondom het plein bevonden, zag men gesluierde vrouwen, diè stoffen en opschik kochten, of de duizend en één kleinigheden, die ook In eer Arabische huishouding noodig zijn. Van deze stoffen en andere artikelen moest men echter vaak vaststellen, dat ze uit Europa of uit. . . Japar afkomstig waren. En eenige moderne, architecto nisch zeer mooie zaken, gebouwd tusschen twee oude Moorsche stadspoorten, kwamen mij voor als het symbool van de overwinning der Wester sehe cultuur in deze vreemde Oostersche wereld Deze bouwwerken vormden tevens den toeganc tot een zakenwijk, die met zijn Europeesche bank filialen en kantoren, café's en winkels, met daar naast oude, smalle, Oostersche steegjes, vol in teressante tegenstellingen was. Terwijl in de hoofdstraten, de Europeanen — waaronder velf toeristen - het stadsbeeld beheerschen, ziel mer in ieder klein zijstraatje weer het onvervalschlf Oostersche leven, zooals het in alle inboorlingen wijken der Noordafrikaansche steden te vinden is Daar praten en lachen de mannen in fez en tul band, als de heerschers der Oostersche wereM de straat geheel in beslag nemend, terwijl zo ondertusschen heftig aan het handelen en marchandeeren zijn. In groepen hurken zij voor de winkels, zitten of liggen voor de Arabische café's en slurpen uit groote glazen hun ongeloofelijk sterke mokka. Deze koffie is zoo sterk, dat zelfs een krachtige blanke haar op den duur onmogelijk zou kunnen verdragen. Voor iedere onderhande
medaansche %>rouiven, die nog steeds gegaan en alleen op straat mogen om inkoopen Het bezoeken van café's is hun ten strengste verboden. Dat is mannenwerk! ling en iedere bespreking heeft men uren, ja zelfs dagen noodig. Het lijkt wel of het handelen, behalve om geld te verdienen, bovendien nog als sport wordt beoefend, waaraan iedere Arabier met enthousiasme meedoet, zonder op den tijd te letten, dien hij daarvoor noodig heeft. Daar Ik In gezelschap van mijn Arabischen gids was, bleef ik gespaard voor de vele schreeuwende Mooren, die lederen vreemdeling belagen en hem in een merkwaardig koeterwaalsch vele twijfelachtige genietingen aanprijzen! Vaak zijn het jongens van nauwelijks acht jaar, die met deze taak belast zijn. Hoe verdorven deze kinderen zijn, hoeft men zich niet af te vragenl Van het leven der Oostersche vrouwen — die nog steeds gesluierd gaan - ziet de vreemdeling weinig. In tegenstelling tol de levendig gebarende mannen gaan zij rustiger door de stralen, steeds op hun hoede voor nieuwsgierige blikken of fototoestellen. Onopgemerkt trachten ze voorbij te schuiven, van top tol teen als spoken in wit linnen gehuld. Alleen wanneer zij met vriendinnen samen zijn in haar eigen huis, hoort men een vroolijk gebabbel, dat niet veel verschilt van het geluid, dat dergelijke samenkomsten in andere deelen der wereld maken. De Mohammedaansche vrouw mag nog steeds alleen aan haar eigen man haar gelaat toonen; zoo wil hel de profeet. Voor anderen zijn alleen door een klein spleetje de amandelvormige donkere oogen te zien. De wenkbrauwen zijn verbonden door kleine geschminkte streepjes over den neuswortel, wat als bijzonder mooi geldt. Alle nlel-Mohammedaansche vrouwen — de ongeloovigen! — gaan ongesluierd en men kan in edere Noordafrikaansche stad alle soorten huidHaur zien, van heel licht bruin tot het diepste zwart. Mijnheer Mohammed moest mij met geweld o;maken uit de beschouwing van dit bonte leven 'sr oude stad, die mij op lederen hoek iels nieuws had Ie bieden. Nu eens was het de in9tng van een moskee, waarvoor de geloovigen non voetbedekking afleggen, dan eens een bron, w laraan de vrouwen water haalden, of het gez^ng, dat uil een koranschool weerklonk, dat mij in verrukking bracht. Maar we moesten ook nog "ir de Kasbah, de oude citadel, en het paleis v <"n den sulfen van Tanger. k stapte dus weer in Mohammeds auto en hij r ead mij door smalle stralen en nauwe poorten ar het paleis van den sultan. Voor het paleis ^ -rden we ontvangen door een oorverdoovend ä^aai, dat voortgebracht werd door twee straatmuzikanten en een derwisch. Zij deden al hun 3 est met hun nu niet bepaald mooie maar des te 1ar dere stemmen, de eentonige melodieën van sen doedelzak en het geroffel van hun trommels, 'l het andere rumoer, dat zeker niet gering te ■"oemen was, te overlreffenl De derwisch, die als ''^ngenbezweerder optrad, een woest uitziende
Een Rerbervrouw, die naar de markt gaat. Alle niet-Mohammedaanschc vrouwen - ongelocnngen ■ gaan ongesluierd. schouwers naderbij en lokte de slangen uit een mand. De trommels van de muzikanten achter r-jsBW».A, , hem dreunden dof in een bizar rhylhme, waardoor mensch en dier schier tot extase werden gebracht. Ondertusschen schreeuwde de derwisch zijn bezweringsDe ingang van een moskee. De Muzelman legt zijn voetbekleeding formules. Mohammed vertaalde af, alvorens binnen te treden. Ongelocvigen is de toegang verbotlen. ze voor mij en het bleek 'n zeer Chiertreedt men dit gebod, dan kan dit zelfs iemand zijn leven bloemrijke taal te zijn, waarmee kosten. In de moskee gelden alleen de weiten -ran den Koran. de man de slangen „betooverde". In werkelijkheid echter is het de muziek waarvoor mijn blikken. Bananenboomen en slanke door de dieren als het ware verlamd worden, terdadelpalmen stonden er in het rond, met aan wijl de voortdurende snelle bewegingen van den hun voet groote vazen van aardewerk. Vroeger derwisch hen in dezen toestand houden. hebben in dezen tuin de vrouwen van den sultan Een paar slappen van deze voorstelling verwijmet spel, muziek en praten den tijd verdreven, derd kon ik een ander schouwspel gadeslaan. tegenwoordig is in de vroegere harem 'n Moorsch Voor de groote stadsgevangenis speelde zich een café ingericht, dal wegens de vreemde bezoekers, tooneel af, dat wel uit een romantische opera straalt van zindelijkheid. Men heeft echter hel afkomstig kon zijn. Twee dienaren der wet sloten gevoel, dat hier een beetje comedie wordt gena een opgewonden discussie de zware ijzeren speeld, wal nog versterkt wordt door hel Arabitraliedeur achter den een of anderen wetsoversche strijkje, met zijn eigenaardige oude instrutreder. Toen dat eenmaal gebeurd was, werd de menten. discussie echter op dezelfde wijze voortgezet, terNa een sterke mokka betraden we het dak van wijl ook het publiek er aan deelnam. Ten slotte het paleis. Mohammed wees vol trots op zijn barstten alle toeschouwers echter over het schelgeboortestad, die tegen de bergen lag aangevlijd, den van den gevangene in een schaterlach uit... terwijl de diepblauwe hemel zich er over koepelDoor een poort en een lange gang betraden de, en verderweg de blik over de haven en de we den tuin van het paleis van den sultan. Tusbaai naar de kalme glanzende zee gleed . . . schen de wille gebouwen, waarlangs duizenden En na hetgeen Mohammed mij van Tanger had bloemen van een prachtig diep paars rankten, laten zien, kon ik mij zijn liefde voor zijn stad ontvouwde zich een weelderige tropische pracht ten volle begrijpen . . .
Drie tot vier meter hooge cactussen vormen een dichte muur aan beide zijden van dit zondige pad, dat de Rijfkabylen van Tanger (de Berberstam?nen die het Marokkaansche kustgebergtc bewonen) als een van hun mooiste wegen beschouwen.
VOOR ELKE VE IJZEN OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 7 SEPTEMBER
KRUISWOORDRAADSEL
Vul in:
24. 20. 27. 28.
windstreek namelijk idem en anderen (afkorting) 29. vrij
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
T
■ ^ ^a ■° P |
E
| K
B
0
■ 6
A
A
g
f
P
G
e
l
E
1
0
M
0
e
P
p
M
0
A
P
0
M
0
A
E
A 0
Q
1.
6
E
E
■
■
Verticaal.
D
M
2. 3. 4. 5. 8. 11.
T
;
B H
~m- .■; o Mi i U
M
K
T
L
A
13. 14. 16.
M
|y| o
P
A
€
é
OPLOSSING ROULETTERAADSEL
18. 19.
1. niet moeilijk 6. afkorting op recepten 7. muzieknoot 9. voertuig 10. pro deo (afkorting) 12. aan wal komen t3a.boomtak 15. lengtemaat 16. knallend geluid 17. bepaald hoofdlehvoord
OPLOSSING A-RAADSEL
ü^
\ll ö ►tj ^n
9
L
0 O L
n
«1 &
%
►^ QAe^ 0 V A A tBj Q H e^0►^ Tt v F
tj
B
0
E
i
s
A
L
T
A
A
L
T
e
A
L
E
N
L
L
E
T
M
V
A
F
1
M E H
A
1
e
0
A
A
L
A
L
A
0
A
K
W V
p
D
OPLOSSING
A
H
0
0
1?
A
P
p
E
n u
B
A
T
E
L
L
A
T
E
P
E
M
M
E
P
£>
0
B
E
ß
B
L
A
U
W
0
R
6
E
L
LOGOGRYPHE
v
A
C
H
T
E
V
E
P
T
P
A
M
C
M
wip — wit — hart zetten — Bob ZWART OP WIT HEBBEN
C
T
^A
c
A
0
ONZE FILMPUZZLE INVULRAADSEL
CHARLES nOYKR
OPLOSSING
3—4
treurspel
4—5
een gelijk stuk
5—1
geloof sstelling
1—6
herbergier
1—7
kan om koffie
hemellichaam wennen ivoor bevrachten zijn beklag doen steunpilaar in den vorm van een mannenfiguur lengtemaat meisjesnaam boterdeelen uit de melk afzonderen en dergelijke onbepaald telwoord muzieknoot vlek lyrisch gedicht
2—8
van eboniet
2—9
uitstallen
mejuffrouw R. Mester, Amsterdam; den heer J. Possel, Meppel; den heer M. ten Hoonte, Buiksloot; den heer B. Keun, Amsterdam; den heer A. Balk, Den Düngen. De troostprijzen konden worden toegekend aan: mevrouw A. Lems, Hoek van Holland; mevrouw Wiersma, Amsterdam; mevrouw A. Steensma, Zaandam; mevrouw v. Baren, Utrecht; mevrouw H. G. Bremer-Smit, Rotterdam; mejuffrouw C. C. Mali, 's-Gravenhage; mejuffrouw E. v. d. Heijden, Rotterdam; den heer L. Hoefnagels, Deurne; den heer A. H. Schendelaar, Den Helder; den heer T. Homan, Zandvoort; den heer M. J. W. Neecke, 's-Gravenhage; den heer D. H. West, Amersfoort; den heer J. Scheffer, Rotterdam; den heer M. Ras, Amsterdam; den heer D. Batenburg, Nijmegen; den heer H. Liesting, Arnhem; den heer C. v. Duren, Deventer; den heer W. Helfensteijn, Haarlem; den heer A. Riethof, 's-Gravenhage; den heer A. Schelwald, Castricum.
3—10 terugkeeren 3—11 met de voeten op den grond stampen 4—12 laan met espenboomen 4—13 boomsoort 5—14 signaal met licht 5—15 lijnen trekken De
letter
telkens
N
de
is
laatste
letter van de woorden in de ster.
1
2
E
RUITENRAADSEL k
E
5
'
E
6
E
7
f1
1i
i
'
\
_!
, im-
Het woord „lees" moet door drie veranderingen, — iederen keer één letter door een andere vervangen — veranderd worden in „boek1*.
!
Om de cijfers, te beginnen bij en in de richting van de pijltje woorden invullen die betcekenen1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
opspringend vochtdecltje bergplaats plaats in Gelderland zwemvogel vervoermiddel muziekinstrument afstammeling handeling wezen
10. 11. 12. 13. 14, 15. 16.
denkvermogen vlek het edele massa pleizier smeer, waarvan kaarsen gemaakt worden slim.
Te gebruiken letters: a, ( a( a, a, b. d, d, d, d, e, ( e, e, e, e, e, e, §, e, e, ( - e. g, g, i. i. i, J, I, l, r '. m, m, n, nt n, n, n, n, r n, o, o, p, r, r, r, r, r, 1 t, u, u, u, v, z. a
De troostorijzen vielen ten deel aan: mevrouw J. B. Berman, Rotterdam; mevrouw v. Meulen, 's-Gravenhage; mejuffrouw P. J. den Duytser, Dordrecht; mejuffrouw A. Koerselman, Deventer; mejuffrouw A. Jansen, Valkenswaard; den heer W. D. Büket, Amersfoort; den heer H. G. J. Rust, 's-Gravenhage; den heer M. Oud, 's-Gravenhage; den heer W. H. Vermeulen, Alkmaar; den heer A. Faber, Utrecht.
ONZE PRIJZEN.
Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
erticaal:
1
deze
KAMRAADSEL laar. Galgewater 22. Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 28 September.
gelijkenis eenstemmig beginsel sarrend vergruizen dreunen zonder onderteek ening ontbijt.
werd
ONZE FILMPUZZLE
ui in: horizontaal: naam van een filmster
1
het geëtaleerde een schuld vereffenen ontslapen een leerrede uitspreken benauwd innerlijk besef van goed en kwaad groepeering van lange en korte lettergrepen in versregels.
E
•
n
BOEK
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
E
filmpuzzle
mejuffrouw B. v. d. Lucht, 's-Gravenhage.
Vul horizontaal woorden van de volgende bcteckenis in:
3
fh^^^^é 3) LEES
De hoofdprijs van de week verworven door:
VIERKANTRAADSEL
E
n
E
M
i
boom veeleischcnd
VERANDERRAADSEL
M
s e e n ft, D
E
^ é.^- ^
6 4
20. 23. 25.
20. deel van een schip 21. plaats in Gelderland 22. kenteekenen
Horizontaal.
f—* i
De hoofdprijzen werden deze week gewonnen door;
1—2 2—3
in te zetten
e
-■-
"Bi 6
A 'J-j
m-
A
A
P
Pfl A
E
K
0
A
L
K
t
0
D
'Mt
s ■
E
T
oM*
A
P 1 1 A
C
1
V
A |#W | E
1
L
-■^ ■° 0
é
DE PRIJSWINNAARS
STERRAADSEL
2
t
"
P
5
" 6
7
"
f
Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN
a, e, e, 1, n, t,
—
—
Wi) stellen een hoofdpriji van f 2.50 en tien flimfotoi beschikbaar 0r n te verdeden onder de goede Mossers. Antwoorden in te zenden v '>6r 28 September aan Dr. Puztc-
- 15
op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 28 Sept. in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22. Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 28 Sept.
Robin Hood Jonkvrouw Marian Sir Guy van Glsbourne Prim Jan Will Scarlet Broeder Tuck Kleine Jan Sherifl van Notlinsham Koning Richard Leeuwenhart Kamenier van jonkvrouw Marian .
Ie
Errol Flynn alt de «toutmoedige Robin Hood.
Much "ChOPTJ.^*'l^™l
varl
; :-#* i
t
'S
Zi\*- ;/9i
Regie
Errol Olivia d« H«v Bail] Ratf Claud» Palrie Kn Eugene Pi Alan Melville C Ii Una O'C,
Herbert M ".;..;. A. l!l0"JT
MICHAEL CURTIZ en WILLIAM KEIGHLi Warner Broi-iilm.
N
u men zoo langzamerhand de techni techn, moeilijkheden een film '"J<>"™ In kleun r moeilijkheden om om eenJ.lm te nemen, meer en meer gaat over nen, verschijnen er ook meer gekleurde V films op het programma. Vooral de histo film biedt op dit terrein vele mogelijkhs De kleedij van vroeger, vooral die der i nen, is immers veel kleurrijker dan die thans, zoodat het effect des te groote Had men van „Koningin Victoria" dan reeds een gedeelte in kleur opgenomen, komt men met een geheel gekleurde rol| voor den dag, die al zeer ver in de gesi denis teruggrijpt. De handeling van dit speelt zich namelijk af omstreeks 1190 de Engelsche koning Richard Leeuwenhart zijn kruisvaarders naar het Heilige Land De koning stelde zijn broeder, prins Jan, als Regent tijdens zijn afwezigheid. Wel heel anders was hel rakter van dezen plaatsvervanger dan dat van zijn en broeder. Jan was wreed en gewetenloos en ot drukte met zijn vrienden, de Normandischp edelen Angelsaksische bevolking op de schandelijkste wijze leider der onderdrukten trad op een Engelsch edel Sir Robin Hood van Locksley, die als buiten de wel stelde met zijn volgelingen een avontuurlijk rooversl leidde in het groote bosch van Sherwood. Hij was roover In eigenlijken zin, dat wil zeggen, hij roofde ten eigen bate, maar schonk aan de arme en schudde bevolking den overvloed der rijken. Dan komt het bericht, dat koning Richard het H Land heeft verlaten, doch dat hij op weg naar Eng door Leopold van Oostenrijk Is gevangengezel en door vorst eerst tegen een betaling van 150.000 Marken zal w vrijgelaten. Van deze gelegenheid tracht prins Jan gebruikte om den troon voor zichzelf te verwerven. Hij dwingt de Angelsaksers het losgeld van 150.000 Mark als extra-belastlni te brengen, doch heeft de bedoeling dit geld zelf te behoi Intusschen heeft Robin Hood al zijn geestkracht er op ge* rijke edelen en hooge geestelijken, die door hel bosch van Sherwood trekken, van schatten te ontdoen, waarvan hij één derde gebruikt om de armen te voeden kleeden, terwijl het overige bestemd wordt als losgeld voor koning Richard. Zijn groolsten buit verkrijgt hij, als prins Jans vriend Sir Guy van Glsbourne, de se jonkvrouw Marian, de pupil van koning Richard, en den Sheriff van Nottingham in hinderlaag worden gelokt. Bij deze gelegenheid is het, dat Robin liefde opval voor het ^ #' jongemeisje, wier hart hij ontf""
jert, wanneer hij haar van zijn levensdoel verhaalt en haar laat zien, welke afschuwejke gevolgen het wreede optreden van prins Jan bij onschuldige menschen heeft teweeggebracht Het kan niet anders, of Marian moet inzien, hoe wreed Koning Richards roeder en zijn vrienden zijn. Evenmin is hel te vermijden, dat zij genegenheid opvat oor den stoutmoedigen en ridderlijken verdediger der onderdrukten, die haar op de mandaden van haar omgeving wljsl. Prins Jan en Sir Guy zetten er Inmiddels alles op Robin Hood te vangen. Zij geruiken een list, speculeerende op Robins ijdelheid als boogschutter. Er wordt een ,urn00| gehouden binnen de muren van Nottingham en vermomd neemt Hood er an deel. Natuurlijk wint hij, want niemand schiet beter dan Robin. Als jonkvrouw larian hem den gouden pijl overhandigt, herkent Sir Guy hem en laat hem geangennemen. Robin heeft aan, de uitdrukking van haar oogen bespeurd, dat de jonkrouw hem bemint, en zij Is het, die hem oo het laatste oogenblik van den dood aan ^^ ^ medewerki slaagt hij er In van Mar,ans kamenier a 1ar?an le
bez0eken
en haar van zijn liefde te spreken, een liefde, welke volkomen
'ordt beantwoord. Prins Jan besluit zich tol koning te laten uitroepen en jonkvrouw Marian wil een an Robins mannen naar haar geliefde zenden om dezen van het plan van den Reent op de hoogte te brengen, doch Sir Guy verrast haar en den boodschapper, en erpt belden In de gevangenis. Intusschen bereiken koning Richard en eenlgen van zijn ridders Engeland. Als eeslelljken verkleed trekken zij door het woud van Sherwood en worden door de iannen van Robin Hood gevangengenomen en naar diens kamp gebracht. Als de eer van Locksley van 's prinsen plan en van Marians lot verneemt, maken hij en zijn rienden zich op, onmiddellijk In te grijpen. Koning Richard, overtuigd van hun trouw, taakt zich nu bekend. Daar de koning niet over een leger beschikt, weten Robin en zijn mannen, listig ermomd, de plannen van den verraderlijken regent op het laatste oogenblik te verdelen, waarna Richard Leeuwenhart trouwen en ontrouwen naar verdienste beloont...
J
»• <
.'>■'■
-^■«,
■**&
Immmm
^Ljf
| vrouw Ii
Roblmf-1
-
^r^.
Jvn
1
ir**
, ■■
:'¥*■
•>
J*fc
ëam*
«SS«*1*&■■■»•
Ë
D*
j-:^p • ll
f'-JL^f*
Sir Guy van Oisbourna probeert Robin te dooden. Hij delft echter ten «lotte het onderspit. -iA - *fc'
Het toui ■"■ -. 'k'r:
«obtn neemt
n|h>m. rmom-
iKonini Richard Leeuwen- j ■ hart ontmoet Robin Hood.
L
♦
I
Ti hir wl "Ok wl
ber; 1 d.L. melk; 100 ä 125 gram suiker; 50 gram boter. Bereiding: Eenige sneetjes brood op een plank naast elkaar leggen en hiervan naar het model van den schotel een „dek" snijden. De rest van het brood in kleine stukjes onder in den schotel leggen en de melk met wat suiker er op schenken. Van de rabarberstelen met suiker een dun moes koken- de helft hiervan over het brood
WEER NAAR SCHOOL
in den schotel uitgieten. Het brooddek met boter besmeren en met den beboterden kant naar onderen in den schotel leggen. Over het brooddek de rest van de melk schenken, zoodat de melk door het brood wordt opgenomen. Een laag rabarbermoes over het brooddek uitstryken en bestrooien met suiker en paneermeel. Kleine stukjes boter erop leggen en in den oven den schotel een bruin korstje geven (ongeveer dertig minuten). Aardappolsla.
O
O
9
Benoodigd: 500 gram gekookte aardappelen, 6 lepels olie, 4 lepels aziin, zout, peper, mosterdpoeder, soja, augurken uit het zuur, 4 hard gekookte eieren, fijngehakte peterselie, 2 fijngehakte preien. Bereiding: Snijd de koude aardappelen aan nette plakjes, smoor den fyngehakten ui en de prei in wat boter en voeg ze by de aardappelen. Vermeng de aardappelen met olie, azyn, peper, mosterdpoeder, soja, fyngehakte augurkjes en peterselie en indien noodig met wat zout. Garneer de sla met hard gekookt ei, waaiertjes van augurken en partjes tomaat of leg om de salade een rand van slablaadjes en hierop partjes tomaat en hard gekookt ei.
VERKOUDHEDEN EN HOEST BEËINDIGD DOOR NIEUW HUISMIDDEL
-
y .-
-fi-i-i
REEDS VERZEKERD
Het komt u maar op 75 cent voor een kwart liter Eigenlijk is dit een ouderwetsch huismiddeltje, doch volkomen gemoderniseerd. De thuis gegemaakte siroop, samengesteld uit 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), en een kwart liter heet water met een eetlepel suiker of stroop, is steeds het allerbeste middel tegen verkoudheid, hoest, enz. De ademhaling wordt gemakkelijker en de geneeskrachtige ingrediënten dringen door tot de kleinste kanaaltjes waar de bacillen huizen. U zult verbaasd staan, hoe groot de onmiddellijke verlichting is en hoe gauw u weer geheel in orde zult zijn. Nooit eerder heeft u uw verkoudheid zoo snel overwonnen. Koopt nog heden een fleschje Vervus van 30 gram voor 75 cent bij uw apotheker of drogist en maakt zelf een flesch van uw eigen huismiddeltje. Het is zeer zuinig in het gebruik en gemakkelijk te maken. Knipt dit recept uit en bewaart het goed.
£ejv fiAacAt^ fofa.
ZIJT
BUDE
HAVBANK? Zoo neen, vraagt haar lage tarieven
SUPERCHROM I
Dr. H. NANNINO's
Zetpillen tegen Aambeien werken pijnitillend en geoeze» in korten tijd de ontatoken «lijmvlieien.
De
Met deze ultra-snelle hoogorthochromatische film kunt U ó.ók in den nazomer zulke prachtige foto's verkrijgen
maakt het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheker* en Dreg. a f 1.50 per dooaje van 12 stuks
) SENSATIONEEL. WEEKMENU. Maandag: Gebraden saucijsjes, aardappelen en bloemkool met tomatensaus; beschuitje met kaas. Dinsdag: Rijst met poulet; broodschotel met rabarber. Woensdag: Kerrysoep; varkenslapjes, aardappelen en zuring met krenten.
VAN 11 TOT 1: 'AAR » 1. Jurkje van lichte wol stof. die geborduurd is met hardMauwe zijden bloempjes er aegarncerd met zijden linnen van •zejfde blauw. Van voren zijn twee ingestreken plooien aannracht. j. Benoodigd: 1.40 M. van 1.40 M. breed.
Donderdag: Aardappelsla, griesmeelpudding met bessensap.
2. Jurk v^n oudrose wollen linnen. De rok is schuin geknipt. I-^ct in boler. orm geknipte lijfje is op een voorpand gestikt van gestreept wol i n linnen. Benoodigd: i Vi M. van 1.40 M. breed. 3. Donker- en lichtblauw en stuk van deze jurk van blauw is. Twee zakjes versieren het wit linnen. Benoodigd: 1.60 M. van 1.40
•
Vrijdag: Groentesoep; gekookte eieren met gesmolten boter, aardappelen en kropsla. -
wit geruite itof vormt het bovenserge, die geheel schuin geknipt lijfje. Kraagje en manchetjes van
Zaterdag: Gekruide runderlapjes, aardappelen en slaboonen; gebraden appelen.
M. breed.
4. Een kraag en manchetten van wit organdi, afgezet met een picotje. versieren dit japonnetje van donkerblauwe wollen i^of. bedrukt met witte moesjes. De banen, die van onderen in rloojen uitspringen, zijn afgewerkt met stiksels. Twee opgestikte kjes en een donkerblauwe lakceintuur voltooffn het* geheel. * Benoodigd: 1.90 M. van 1.40 M. breed. -5. Jurk van rose wollen stof met blauwe ruiten, geheel schuin geknipt. Het lijfje heeft een schouderstuk waarvoor de ruit recht is genomen, en sluit met een blauw lint. Ceintuur van de stof, evenr ns recht geknipt. Benoodigd: 1.80 M. van 1.40 M. breed.
Van
deze
modellen
zijn
bij
de
administratie
van
dit
patronen verkrijgbaar tegen den prijs van ƒ 0.60 per stuk.
— 18 —
blad
geknipte
Zondag: Zalmslaatje; varkensoesters, aardappelen en doperwten; flensjestaart.
V
doet tLu}-
\VET VERDWIJNEN
v zonder eenig dieet
Uhebt het slechts op Uwhchedm In U wrijven. Het vet zal a/s door tooverkrocht verdwijnen. Pas pp voor gevaarlijk dieet, lesüge oefenmaen,Qf ichadelijkekruiden en laxeermidcfelen. Ook Ukunt Uwv overtollig vet kwijtraken opuw heupen, rug,hals,armen, dijen, kuiten en enkels ■ De moderne weten, schap heeft met het nieuwe middel.nMAGROL" qenaamdeen verbazingwekkendyeilige ontdekking . oedaan UITSLUITENDUITWENDKJ. Alleen pp het lichoamy\ deel inwrijven. Het vet veröwynl by centimeters tegeIjik en toch blijven er geen rimpels of lijnen achter Een slappe huid wordt steviger gemaakt en ditalles volkomen eenvoudig en gemakkelijk. Scnr/jf noo heden voor CRATiS inlichtingen aan Mevrouw A.R MarinuS.Postbox 60 Oen Haag
HULP BIJ HET PUZZELEN: 1. Meer dan 1200 namen van goden, godinnen enz. f 0.50
5. Munten, maten en gewichten van de geheele wereld . f 0.50
2. Meer dan dieren
6. Elck wat wils: metal., afkort., steensoort., voertuig., wapens, muz.instr., vaartuig., Republ., Joodsche en Moham. kalenders, namen v. d. lett. v. h. Griek, alph., sterren, sterrenbeeld., teek. v. d. dierenriem, symbol, aardr. namen., zelfst. naamw., bijv. naamw., voornaamw., voorvoegs. en. achtervoegs. f 0i75
3000
namen van f 0.50
3. Meer dan 3000 spreekwoorden (aantal letters geteld) f 1.— 4. 5000 namen van plaatsen, rivieren, enz. gerangschikt onder 't aantal letters waaruil die namen bestaan ....•-.. f 0.75
PRIJS VOOR DE GEHEELE SERIE f 3.50. Bult.nl f 3.75 (ook N. Indl Voor y»ri«ndko«l«n Wo »«n h»« bodrag bljvogan.
Geen poiUegdt zandan.
MOOYMAN * ZOON, telefoon eS»74, Curafaottramt 115. AMSTERDAM (W.) Oem. flro M J08», Poatflro 230MO. Wij iandan niet ondar rembours.
Georoe neemf r-rpoen Freddy Garden zijn vriend George Allen heftig met zijn arnien zwaaiend aan den kant van den %\Vg zag staan, hield hy direct de groote limousine in en stopte zoo goed als vlak vóór hem. „Freddy, kerel, dat is me een buitenkansje," riep George enthousiast. Hij zette zijn kleine suitcase op de treeplank en keek met voldoening naar den grooten, luxueuzen auto. „Wat een bof, dat jij hier net voorbij komt rijden met den wagen van je vader! Ik moest hier in de buurt in een villa opmetingen gaan doen omdat ze er van onze firma centrale verwarming moeten aanleggen, maar hoe ik ook belde, ik werd niet opengedaan. Er blijkt geen mensch thuis te zijn, en nu sta ik hier...." „Ja, juist," zei George. „En nu wil je natuurlyk, dat ik je zoo gauw mogelyk naar Londen breng? Nou, dat kan. Stap maar in! Ik moet toevallig zelf ook naar Londen' — ik breng den wagen van vader even weg voor de jaarlyksche groote beurt." „Xaar Londen?" deed Freddy één en al verbazing. „Weineen, kerel! Hoe kom je er by! üacht je dat ik vandaag, op dezen dag der dagen, nu Joan Barton een party geeft, naar Londen terugga? Ik denk er niet aan! Ik neem een middag vry." Hy werd vertrouwelijk. „Freddy, het is beslist een bestiering, dat die menschen uit zyn! Het is een teeken, dat ik naar die partij moet gaan, zonder dat de baas er iets van afweet, en door den zuren appel moet heenbijten...." „Hè? Door welken zuren appel?" „Nu ja, dat is maar bij wyze van spreken! Ik bedoel natuurlyk, dat ik Joan Barton ga vragen of ze met me wil trouwen. Wekenlang heb ik het me al voorgenomen maar kon ik er den moed niet voor vinden, doch nu vanavond zal het gebeuren." „Maar verwachten ze je dan niet terug op kantoor?" vroeg Freddy, wien het geval nog niet heelemaal duidelyk was. „Mijn beste kerel, gebruik je verstand nu toch eens! Natuurlyk zouden ze me terug verwachten, als ze wisten, dat die menschen niet thuis waren, maar als ik eenmaal op kantoor ben, kom ik niet meer wég. Ik hoef by den baas niet aan te komen of ik vanmiddag vrij kan krijgen voor die tuinpartij, want ik heb den laatsten tijd al heel veel vrij gehad. Toen ik den laatsten keer een middag vry vroeg, zei hij, dat wanneer hy de uren naging die ik werkte, ik zoo ongeveer de best betaalde betrekking van heel Londen had. Heb je ooit zooiets hatelijks gehoord? — Enfin, omdat ik wel dacht dat ik wat vroeger vrij zou zyn als ik wat voortmaakte met dat karweitje, heb ik den voorzorgsmaatregel genomen mijn smoking en zoo in deze suitcase mee te nemen, zoodat ik niet terug naar de stad hoef te gaan om me te verkleeden. Welnu, als ik nu achter in je auto mag zitten en de gordijnen laat zakken, dan kan ik me verkleeden terwijl we rijden. Je kunt me aan het station in Holway afzetten. Tegen den tijd dat we daar zyn, heb ik me wel verkleed en ik kan dan den trein van half vier halen. Als de trein dan in Baywf narlkomt, kan ik direct naar Joans huis gaä zonder tijd te verspillen. Het scheelt me minstens een paar uur.... „Nou, dat kan," zei Freddy. „Stap maar in en laat de gordijntjes maar zakken." „Reuzekerel," zei George overgelukkig. „Als ik jou ooit eens van dienst kan zijn, dan heb je het maar te zéggen. Maar rijd niet te hard, zoodat ik behoorlijk gelegenheid heb om me te verkleeden. De trein gaat (ins om half vier, zooals ik zei." En terwijl George de gordijntjes zorgvul-
dig naar beneden trok en zijn toilet begon te maken, reed Freddy met een kalm gangetje weg II. Het was misschien niet bijster fortuinlijk voor George, dat hy juist dien middag naaide party van Joan Barton moest, want hij had nog maar nauwelijks de gordijntjes laten zakken, of zijn vriend Freddy ontdekte op het tamelyk verlaten marktplein dat hy moest overstreken het meisje met den koffer. De koffer was een zware koffer, en het meisje was klein en tenger. En ze keek vrij hulpeloos naar een bord, waarop te lezen stond „Standplaats voor twee taxi's". Maar Freddy zag, dat de beide taxi's, zooals dergelijke vehikels betaamt, natuurlijk juist ergens 'anders waren, en eer hij goed en wel wist wat hy deed, kwam hy tot de ontdekking dat hij in de richting van het meisje met den koffer reed en eenige seconden later reeds vlak voor haar gestopt had. „Goeden middag," zei hij, wat onhandig zijn hoed afnemend. „Neem me niet kwalyk, maar ik zie, dat u eh.... een taxi noodig hebt. Het kan een heelen tijd duren eer er een terugkomt — als ze nog terugkomen — en u kunt met dien zwaren koffer onmogelyk gaan loopen. Misschien wilt u my toestaan, dat ik u een dat ik u aanbied in den auto mee te rijden, en...." Een langgerekt getoeter door de spreekbuis viel Freddy by wijze van spreken in de rede. Het was George, die met het mondstuk in de eene, en zijn vest in de andere hand, de reden van het stilstaan wilde weten. Freddy schonk er evenwel geen aandacht aan. Hij keek hoopvol naar het meisje. „Dank u wel, het is erg vriendelijk van u," zei ze, na even geaarzeld te hebben. „Myn koffer is inderdaad erg zwaar, en ik moet vóór half vier in Renting zijn en er gaat geen bus vóór over een uur. Ik hoop, dat het geen omweg voor u beteekent." „Een omweg? Absoluut niet," verzekerde Freddy haar. Hij had er echter in werkelijkheid geen idee van, wäär Renting ongeveer lag, maar zoo'n kleinigheid deed niet in het minst zijn verlangen bekoelen om haar er heen te brengen. Na een blik op haar blonde krullen en twee blikken op haar kleine, vastberaden kin geworpen te hebben en zélf twee blikken uit haar diep-bruine oogen te hebben geïncasseerd, kon Freddy onmogelijk den impuls betreuren, die er hem toe gebracht had haar aan te bieden met hem mee te rijden. Het meisje nam haar koffer op en legde haar hand op den kruk van het portier. De glimlach verdween als bij tooverslag van Freddy's gezicht. „Eh.... pardon "zei hij haastig. „Ik kan beter achterin zitten," zei het meisje, „dan heeft u geen last van me met het sturen." „Eh pardon," zei Freddy weer, resoluut zijn hand op den kruk leggend ten einde haar te beletten het portier te openen. „Ja, mijn koffer, ziet u," zei het meisje. „Die zal zooveel plaats innemen wanneer ik naast u kom zitten." „O, heelemaal niet," zei Freddy snel. „Er is genoeg ruimte voorin — u zult het zien. Laat mij mijn gang maar gaan." Freddy's angst kwam nog uit iets anders óók voort, behalve uit de onzekerheid waarin hij verkeerde over de vraag hoever zijn vriend reeds met zijn verkleedpartij gevorderd was; hij voelde dat nu hem de glorieuze gelegenheid geboden werd om het 20
meisje naar Renting te ryden, het meer dan dubbel jammer geweest zou zijn als zij achter- en hy vóórin gezeten zou hebben. Daarom maakte hij het haar zoo geriefelyk mogelyk naast zich. Ze reden met een matig gangetje door de hoofdstraat van het dorp. „Eh ik ben niet zoo èrg bekend met de wegen hier," zei Freddy na een poosje. „Renting, laat eens zien.... dat is " „Recht door tot den tweeden weg links, dan dezen volgen tot aan de kruising, en dan altijd maar rechtdoor, dan komt u er vanzelf. Het is een minuut of twintig...." „Twintig minuten?!" riep Freddy, ietwat verschrikt. „H'm. O ja, natuurlyk...." Freddy, die zich op dat oogenblik zijn anderen passagier herinnerde — die juist alle mogelijke moeite deed zijn das te strikken in een heen en weer zwaaiend miniatuur spiegeltje — wierp een snellen blik op het klokje van het dashbord. Het wees vyf minuten over drieën. „Twintig minuten, zei u? O, dat is niet ver...." Per slot van rekening, dacht hy, kon George het hem niet kwalijk nemen dat hij zyn kans waarnam om dit aardige meisje naar Renting te brengen. Als George een trein later ging, zou het ook nog zoo erg niet zyn.... Resoluut reed hy verder Op hetzelfde moment was George zijn das baas geworden en greep hij naar zijn vest. Het was precies tien minuten vóór half vier toen zij het dorpje Renting binnenreden, en in dien tyd was Freddy tot de ontdekking gekomen, dat het aardige meisje naast hem Willy Franklin heette, en dat het voor zyn gemoedsrust beslist noodzakelijk was dat hij de kennismaking met haar zou voortzetten. De vraag was alleen, hoé hij dit moest doen. „Wilt u alstublieft by die fontein daar stoppen?" vroeg Miss Franklin. „Ik kan dan gemakkelijk verder loopen." „Eh zeker...." zei Freddy. „Wat ik zeggen wilde...." „Ja?" . j „Eh.... het is mooi weer vandaag, vindt u niet?" hakkelde hy, voelend dat er voor dat soort dingen ervaring noodig was. „O ja, héél mooi weer," antwoordde Miss Franklin. „Ik dank u wel voor uw vriendelijkheid.... ik weet werkelyk niet, hoe laat ik hier anders geweest zou zyn." „Denkt u, dat het mogelijk is ik bedoel, dat wij elkaar eh " Willy wierp een blik op het blozende gezicht van den jongeman naast zich en een nauw merkbaar glimlachje speelde om haar mooi gevormde lippen. Geen meisje, dat er zóó aardig uitzag als zy, kon twintig jaar worden zonder bekend te raken met de symptomen, die Freddy zoo duidelijk toonde. En daar hij het blijkbaar verbazend moeilijk vond om haar een tweede ontmoeting voor te stellen, en omdat het een heel aardige jongeman was, besloot Willy hem een handje te helpen. „Hebt u er eenig idee van, hoe laat er van hier een bus naar Holway vertrekt?" vroeg zij onschuldig. Freddy deed zijn mond al open om te antwoorden, maar hy sloot hem weer zonder iets gezegd te hebben. Terwijl hij op de fontein afstuurde, zag hij een groen geschilderd bord, waarop te lezen stond: „De volgende bus naar Holway vertrekt om vier uur vijftien." Freddy maakte snel een rekensommetje en zette den auto zóó, dat het meisje het bord niet kon zien.
„Ja, er gaat er een om eens kyken om half vijf," zei hij toen in antwoord op haar vraag. „Half vyf. Hy vertrekt hier bij de fontein." „Weet u het zeker?" vroeg Willy. „Ik moet vanmiddag weer met den trein naar Londen, ziet u." „O, absoluut zeker," zei Freddy. „Nogmaals bedankt voor uw vriendelijkheid," zei het meisje. „Ik hoef nu nog maar een heel klein eindje te loopen. Dank u wel. Goedendag." „Goedendag," stamelde Freddy en nog niet geheel en al bekomen van de duizeligmakende uitwerking van den glimlach dien zy hem had geschonken, keek hij haar ranke figuurtje na tot het om den hoek van den weg Verdwenen was. III. George knoopte zorgvuldig zijn overjas dicht, opende het portier van den auto en stapte naar buiten in den zonneschijn. Toen zette hij een paar groote oogen op en keek verbouwereerd om zich heen. „Waar is het station?" hakkelde hij. Hij staarde nog eens verwilderd rond en keek toen' naar zyn vriend, die met een afwezigen blik achter het stuur zat. Hy gaf hem een por in zyn zij. „Hé," zei hy, „waar is het?" „Wat?" vroeg Freddy, min of meer tot de werkelijkheid terugkomend. „O, het station!" Freddy zette een gezicht alsof George hem nu pas voor den eersten keer over het station sprak. „We zyn een heel eind van het station." Georges mond viel open. „We zyn wat?" hijgde hy. „Wat bedoel je — een heel eind van het staton?" „Mijlen " zei Freddy. „Mylen ver zijn we van het station. We zijn ongeveer vijftien minuten van Holway." „Vijftien minuten!" George keek met glazige oogen op zyn horloge, dat vyf minuten vóór halfvier wees. „Lieve hemel.... dat is zeker een eind...." Toen begon hij iets te begrijpen. „Je.... je hebt me...." „Wat?" „Je hebt me niet naar Holway gebracht!!" „Neen...." „Idioot!" „Waarom?" „Gróóte dioot! Wat voor den duivel doen we hier in deze negory? Ik dacht dat je my naar het station in Holway zou brengen en...." „Luister nu eens, kerel," zei Freddy, die juist een beetje by begon te komen. „Luister nu eens...." „En hoe moet ik mijn trein van half vier nu halen?" huilde George bijna, wanhopig met zijn armen zwaaiend. „En hoe moet dat nu 'met de partij van Joan? Ezel! Ben je razend geworden?" „Luister nu eens, George! Wees nu niet zoo onredelijk! Heb je haar gezien?" „Haar gezien? Wiè voor den duivel bedoel je?" „Wel, dat meisje dat op het Marktplein stond en dat ik heb laten meerijden? Rerel, ik ben er van overtuigd, dat het een beschikking was, dat ik haar moest zien. Ze stond daar met een zwareri koffer te wachten op een taxi, die er natuurlijk niet was. En daarom bood ik haar aan, haar naar Renting te rijden." „O, zoo," zei George, „heb jy haar dat aangeboden?" JMatuurliJk! George, ouwe jongen, één blik op haar lieve gezichtje en ik wist dat zy het meisje was, waar ik myn heele leven op had gewacht." „En hoe moet het nu met Joan?" vroeg George met diep sarcasme. „En hoe staat het nu met je belofte, dat je my naar Holway zou brengen? Neem me niet kwalyk, dat ik je daaraan herinner, maar hoe staèt het daar nu mee?" „Om je de waarheid te zeggen, George," verklaarde Freddy eenvoudig, „in de opwinding van het oogenblik heb ik jou totaal vergoten." Bij deze woorden nam Georges toch
verhit gelaat een purperen kleur aan. Woorden ontbraken hem. „Als je haar had gezien, George " „Brrr!" „Er gaan nog meer treinen naar Holway, George! Er gaat er nog een om tien minuten over half vijf." „Idioot, dan kom ik te laat voor de party!" Freddy was op het punt te verklaren, dat Joans partij vergeleken met de gebeurtenissen van dien middag absoluut niets beteekende, toen een blik op het gezicht van zyn vriend hem daar van af deed zien. George klom op de voorste bank. „Laten we in ieder geval zoo gauw mogelijk terugkeeren naar Holway," zei hy somber, met nauwelijks ingehouden woede. „Eh.... laten we nog een oogenblik wachten," mompelde Freddy. „Waarom?" „We hebben hoopen tyd, om den trein van tien over half vyf te halen! Laten we het er eens van nemen; er is een aardig café'tje daar.... Laten we een partijtje biljarten of zooiets, om den tijd te verdrijven." „Den tijd te verdrijven?", herhaalde Gorge. „Zeg eens, wat voer je nog meer in je schild? Voor den dag er mee! Waarom wil je my niet direct naar Holway brengen?" „Om je de waarheid te vertellen," bekende Freddy, terwijl hij diep kleurde, „ik heb dat meisje zoo half en half beloofd haar ook weer met den auto naar Holway terug te brengen." „Zoo, heb je dat gedaan?" brieschte George. „Ralm, ouwe jongen " zei Freddy, wat achteruitwijkend. „Ralrn!" brulde George. „En myn trein dan? Dacht je soms, dat je mij hier in deze binnenlanden vast kon houden alleen omdat jij van den weg geraakt bent door een meisje, dat je nooit eerder in je leven hebt gezien? En bovendien — er gaat toch een bus hier vandaan om kwart over vier? Waarom kan zij daar niet mee gaan, zooals ieder ander?" „Ja, ik weet het van die bus. Ze vroeg me, hoe laat er een ging. Maar zie je, ik heb haar gezegd, dat. ..." „Ja, wat heb je haar gezegd?" siste George, het ergste vreezend. „Wel verdraaid, ik kon haar niet uit mijn leven laten verdwijnen zonder haar terug te hebben gezien! En daarom zei ik haar, dat de bus om tien voor half vijf ging „z00' dat ze hem zou missen.... begrijp je?" Aan de uitdrukking op Georges gezicht was het duidelijk, dat hij het begreep. En terwijl hy nog wanhopig naar woorden zocht om uiting aan zijn gevoelens te geven, sprong Freddy uit den auto en verdween ostentatief in het café'tje aan den overkant van den weg. „HEB IK JE DIEN EENEN JIU-JITSU-GREEP AL EENS LATEN ZIEN?"
IV. Door het venster van het biljartzaaltje sloeg Freddy het vertrek gade van de bus van kwart over vieren en toen die goed en wel uit het gezicht verdwenen was, achtte hij het tijd om weer in het publiek te verschijnen. Hy waarschuwde daarom George, die nog allesbehalve in een goed humeur was, en samen begaven zij zich naar buiten. George sprak geen woord terwijl zij bij de fontein stonden te wachten, maar terwijl de minuten verstreken zonder dat het meisje waar zyn vriend op wachtte verscheen, werd hy van .puur leedvermaak wat spraakzamer. „En," bromde hy, toen het dashbordklokje tien minuten vóór half vyf wees, „waar blijft dat lieve meisje nou?" „O, we hebben nog allen tyd," zei Freddy, dapper zijn angst verbergend dat zy niet verschijnen zou. „Het is nog geen half vijf." „Wat!" viel George uit. „Je zei toch, dat ze om tien minuten voor half vijf zou komen." „O ja, heb ik dat gezegd? Hé, dan heb ik me vergist. Ik dacht werkelijk, dat ik half vijf had gezegd." George balde zijn groote handen tot vuisten.
„Driedubbele idioot," viel hü uit. „Waarom heb je dat in 's hemelsnaam niet eerder gezegd? Dan was ik met de bus gegaan! Hoe lang denk je wel, dat ik van plan ben om te wachten op een meisje dat ik nog nooit van mijn leven heb gezien'? Je weet niet eens of ze wel komen zal." „Ze moét wel komen," zei Freddy. „Ze moet den trein van tien minuten over half vijf naar Londen hebben." George keek zyn vriend medelijdend aan. „Eend, heb je er nu niet eens aan gedacht, dat wanneer je hier om half vyf vandaan gaat, je dan nooit op tijd in Holway bent om den trein van tien over half vyf naar Londen te halen?" Freddy's mond viel open. . „Lieve help! Daar heb ik inderdaad geen oogenblik aangedacht!" riep hy ontdaan uit. „Dat is jammer — verschrikkelijk jammer. Nu zal ze haar trein missen." „Ja, en ik?" stamelde George. „Myn trein? Mis ik hem dan ook niet, ezelsveulen? Heb je daar soms ook heelemaal niet aan gedacht door de opwinding van vanmiddag" „Wind je nu niet zoo op, kerel," smeekte Freddy byna. „We zullen zoo hard moeten rijden als we kunnen, dat is alles. Ik kan dat meisje haar trein niet laten missen. Ik had er eerder aan moeten denken, voordat ik haar dat sprookje van de bus vertelde...." Georges gezicht vertrok zich krampachtig; het leek wel alsof hij moeite had iets weg te slikken. „Als dat meisje wérkelijk komt," dreigde hij, „dan zal ik haar eens zeggen wat jij voor een vriend bent!" „Luister nu eens...." „Bijaa half vijf," brulde George verontwaardigd, „en er is nog geen spoor van haar te bekennen! Ik geloof niet, dat zij komt... Ze heeft je voor den gek gehouden, eendvogel." „O neen — daar is ze al," juichte Freddy opeens, toen er een slank figuurtje in de verte zichtbaar werd. „Daar.... kijk dan eens kerel! Is ze niet geweldig? Kijk eens, ' hoe ze haar hoofd houdt...." George snoof verachtelijk, kwam wat onzeker van zijn plaats ten einde het zoo hooggeprezen meisje te kunnen zien. Terwijl hy dit deed, kwam er een eigenaardige uitdrukking op zyn gezicht. Hy schrok geweldig. „Lieve hemel," hijgde hij ontdaan. „Is het is het dat meisje in het bruin?" „Natuurlijk," zei Freddy. „Kyk eens wat een haar Hoe het onder haar hoedje vandaan krult...." Als bij tooverslag was George tot leven gewekt. Met één ruk was hy van de plaats naast het stuur af en'stond naast den auto. „Als dat meisje me ziet, ben ik er bij, Freddy! Om 's hemelswil, laat haar niet merken, dat ik hier ben! En wat je ook doet, laat haar niet in den auto kijken! Als zij het doet, is alles voor me verloren. Spreek met haar over wat je wilt, maar spreek geen woord over mij." En nadat hy het portier had opengerukt aan den kant van den auto, waar Miss Franklin, die steeds naderkwam, hem niet kon zien, verdween hy in de duisternis van den wagen, waarvan de gordijntjes nog steeds gezakt waren. Voordat Freddy tyd had gevonden zich over dit zonderlinge gedrag te verbazen, was Miss Franklin aan de halte van de bus ge-
VERWACHT: METRO-GOLDWYN-MAYERs
DRIE KAMERADEN MET ROBERT TAYLOR, MARGARET SULLAVAR: ROBERT YOUNG EN FRANCHOT TONE NAAR DEN GEL!'1 ERICH MARIA Rk:
N ROMAN VAN f-1
komen en keek naar het bord, waarop nu te lezen stond: „De eerstvolgende bus naar Holway vertrekt om vijf uur vijftien." De beteekenis van deze teleurstellende informatie was blijkbaar nog steeds niet goed tot haar doorgedrongen, toen Freddy naast haar kwam staan. „Neem me niet kwalijk. Miss Franklin," zei hij, „maar ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik me vergist heb. De bus ging niet om half vijf, doch om kwart over vieren." „Ja, dat merk ik ook," mompelde Willy „Dat is erg jammer." Freddy kuchte. „Ik hoop, dat u er niet door in moeilijkheden zult komen," zei hy. „Toen ik myn vergissing bemerkte, besloot ik te wachten tot u terugkwam ten einde u met den auto naar Holway te kunnen brengen." Miss Franklin bloosde alleraardigst. „Dat is erg vriendelijk van u," mompelde ze. „Maar ik ben bang, dat ik nu niet meer op tijd kom voor den trein naar Londen." „Dat weet ik. George zei.... eh.... daar dacht ik pas later aan ik bedoel, misschien halen we het nog wel, als we wat doorrijden. De auto moet worden nagekeken en zoo, maar hy loopt toch nog tamelijk goed. Ik zal het in ieder geval probeeren." „Het lykt me het eenige wat er op zit," erkende het meisje wat timide. Freddy bracht haar naar den wachtenden auto. „Zal ik maar binnenin gaan zitten?" vroeg ze, met haar hand reeds op den kruk van het portier. Freddy was met één sprong naast haar. „Eh.... neen.... neen, dat zou ik niet doen als ik u was." Het meisje scheen echter vastbesloten achterin te gaan zitten. „De auto is erg stoffig, weet u. En de kussens zijn kapot en zoo.... daarom zyn de gordijntjes ook neergelaten," verklaarde Freddy nogal handig voor iemand, die niet gewend is om uitvluchten te verzinnen. „O natuurlijk " zei het meisje. „En als ik naast u kom zitten, kunnen we nog wat samen praten ook, nietwaar?" voegde zij er aan toe, alsof dit idee zoo pas bij haar opgekomen was. En ze nam naast Freddy plaats. Uit den auto kwam een sissend geluid, alsof er een fietsband leeg liep. Het was George, die op die manier lucht gaf aan zyn. overkropt gemoed.
Maar zooals de fortuin het beschikte kreeg Freddy dien middag geen kans om records te breken gedurende den rit'naar Holway. Twee keer werd hij namelijk onderweg aangehouden door een agent van de motorpolitie, die zyn rijbewijs en andere papieren wilde inzien. Zoo kwam het, dat het reeds bijna kwart voor vijven was, toen zy Holway bereikten. En desondanks bad Freddy toch nog geen kans gezien — of geen moed gehad, hetgeen juister is uitgedrukt — om op wat vertrouwelijker voet te raken met Miss Franklin. „Ik denk, dat de trein al wel weg zal zyn," merkte zy wat spijtig op, toen zy het station naderden. „Ik ben er ook bang voor. Het is myn domme schuld dat u hem gemist heeft, en
u zult nu veel te laat in Londen komen. Het spijt me verschrikkelijk," mompelde Freddy. „Ik hoop, dat u niet boos op me is." „Wel, natuurlijk nietj u kon het niet helpen," zei Willy onschuldig. Freddy kreeg een kleur, en op dat oogenblik hield hy stil voor het station. Willy haastte zich uit den auto en verdween in de hall, gevolgd door Freddy, die tot zyn leedwezen moest vaststellen, dat het uur van afscheid-nemen nu inderdaad gekomen was zonder dat hy nog een afspraak met het meisje had kunnen maken. De stationsklok wees vier uur vijftig, en het perron was leeg „Te laat," zuchtte Willy met een zucht. „Ja," zuchtte Freddy met haar mee. „Maar het geeft niet, Mr. Allen," zei Willy. „Ik ben u toch erg dankbaar, omdat u zich zooveel moeite voor me hebt gegeven. Ik zou in ieder geval veel later in Renting zijn gekomen als u er niet geweest was, dus het maakt niet veel uit. Ik zal een tijdschrift koopen en dan kom ik den tyd dien ik op den trein moet wachten best door." „Een oogenblik," zei Freddy en naar een stationsbeambte gaand, begon hy een ernstig gesprek met den man. Eenige seconden later was hy terug, en zijn gezicht straalde. „Wist hy, hoe Iaat de volgende trein gaat?" vroeg Willy. „Ja, om tien minuten voor achten," zei Freddy. „Maar wat ik zeggen wil, de trein van tien minuten over half vyf is nog niet vertrokken. Hij is te laat." Miss Franklin sprong op en liet haar handschoen vallen. „Wat wat zei u?" vroeg zy. „De trein van tien over half vyf is te laat, en u kunt hem nog halen," zei Freddy. „Hy kan ieder oogenblik binnenkomen. Gelukkig .. nu kunt u nog op tyd in Londen zyn. — Wat wat is er?" „N-niets," stamelde Willy, op wie deze mededeeling een heel zonderlinge uitwerking scheen te hebben. „Ik eh de kwestie is...." Ze keek Freddy wanhopig aan, alsof ze niet wist wat ze beginnen moest. „Ik ik heb mijn koffer vergeten!" stamelde ze toen. „Wat?" „Ja, ik heb myn koffer vergeten! U weet wel, die zware koffer. Ik heb hem in Renting laten staan." Freddy staarde haar aan. Hoewel hy de laatste wilde zyn om critiek uit te oefenen op zóó'n aardig meisje, begreep hy toch, dat het wel wat laat op den dag was om zich zooiets dergelijks te herinneren. Bovendien had die koffer hem zwaar genoeg geleken om hem niet zoo gauw te kunnen vergeten. Het was geen kleinigheid om niét aan te denken. Hy staarde haar wat wazig aan. „Ik.... kan zonder koffer werkelijk niet vertrekken," stamelde Willy, zyn blik ontwijkend. „Hoe.... verschrikkelijk dom van me." „Maar de trein kan ieder oogenblik binnenkomen," zei Freddy. „Maar myn koffer...." Freddy streek perplex langs zijn voorhoofd. „Ja, dan kunnen we beter maar weer direct naar Renting teruggaan," zei hij, „om uw koffer te halen. Zoover is het ten slotte niet, en ik zal u dan met den auto naar Londen brengen."
De CHARME van Uw OOGOPSLAG.... .... dat is de helft van de vrouwelijke schoonheid. Waarom zoudt U riskeeren belachelijk te zijn door het gebruiken van een cosmetisch product, dat bij de minste vochtigheid uitloopt en verkleurt ? Bent U zeker van het middel, dat U toepast ? Is het bestand tegen tranen ? Probeert eens de nieuwe> waterdichte ARCANCIL en U zult deze voor altijd adopteeren. Het succes is zeker, want in tegenstelling met alle cosmetische producten, bereid volgens de oude formule, is ARCANCIL geen zeep. U zult zonder bevreesd te Zijn ARCANCIL in aanraking met Uw oogen kunnen brengen. U zult niet het minste brandcrige gevoel bespeuren. U vindt overal ARCANCIL in 9 nieuwe tinten en in een speciale kwaliteit ARCANCIL-SANCOLOR voor vrouwen, die alleen de natuurlijke kromming van haar oogharen willen verhoogen en deze willen versterken zonder ze te maquilleeren. Vraagt aan Uw leverancier de reclame-doos ä ƒ0.65. Groot model/1.90. Aparte vulling ƒ 1-30 en onthoudt vooral deze nieuwe schoonheidsformule : „VOOR UW WIMPERS ARCANCIL." Imp. J. Schenker, 91, van Eeghenstraat (Afd. K. 9) Amsterdam. Succes gegarandeerd.
Miss Franklin liet haar handschoen andermaal vallen. „Maar maar Mr. Allen " begon ze. „O, het beteekent werkelijk niets," haastte Freddy zich, haar gerust te stellen. „Ik moet tóch naar Londen met den auto, zoodat het heusch niets uitmaakt. Ik zal echter wat benzine moeten bijvullen, en als u dus even in de wachtkamer wilt gaan tot ik naar de garage ben gereden, dan kom ik u zoo meteen weer halen...." „Maar het is werkelijk niet noodig dat u zich al die moeite geeft," zei Willy. „Ik..." Maar Freddy was al verdwenen. VI. Terwijl hij uit de hall naar buiten kwam, liep Freddy tegen een zekeren George Garden op. Hij wreef zijn oogen uit en keek alsof hy hem voor den eersten keer in zijn leven zag. Toen George in Renting uit den auto gekomen was, had hij er in zyn avondcostuum onder zyn overjas onberispelijk uitgezien. En nu, nauwelijks twintig minuten later, was hy weer veranderd in een jongeman in een grys pak, waarin hij op weg was geweest een villa te bezoeken, waar een centrale verwarming moest worden aangelegd. „Is zy weg?" vroeg George aan zijn verbaasden vriend. „Den hemel zij dank," vervolgde hy, zonder op antwoord te wachten. „Indien zy my in mijn smoking had gezien, zou haar papa my op straat hebben gesmeten. Natuurlijk," vervolgde hij, zijn woede nauwelijks beheerschend, „van alle meisjes in Renting moest jy natuurlijk juist Miss Franklin uitkiezen." „Wat beteekent al die onzin?" vroeg Freddy verbaasd. „Waarom verdween je als een haas in den auto, toen je haar zag! En waarom heb je je onderweg weer verkleed??" „Weet je dan niet wie het is?" vroeg George opgewonden. „Het is de dochter van Mr. Franklin, myn baas! Ik vertelde je toch, dat hij me juist onderhanden had genomen omdat ik zooveel vrij vroeg — daarom wilde ik vanmiddag stilletjes vrij nemen zonder het hem te vragen. Daarom heb ik me ook in den auto verkleed! En als zyn dochter me had gezien, dan zou er natuurlijk wat voor me opzitten! Den hemel zij dank, dat ze weg is." „O, juist," zei Freddy, begrijpend. „Het werd tijd ook, dat ze verdween," zei George kwaad. „Het is natuurlijk net iets voor my, pechvogel die ik ben, om haar tegen te komen. Maar wat ik intusschen niet begrijpen kan, is waarom ze tegen jou beweerde dat ze niet wist hoe laat er een bus uit Renting vertrok!" „Wat bedoel je?" „Wel, ze heeft byna haar hcele leven in Renting gewoond. Ik durf er ik weet niet wat om te verwedden, dat ze precies weet hoe laat de bussen vertrekken. — Wat is er? Wat kijk je opeens vreemd?" „Oho! Aha!" mompelde Freddy. De opzienbarende onthulling van George, gecombineerd met het feit dat Miss Franklin niet met den trein mee wilde, dien zij eersl zoo beslist had moeten halen, begon een bepaald licht te werpen op een probleem, dat Freddy eerst niet begrepen had. „Ze woont in Renting, zei je?" vroeg hij zijn vriend. „Ja, natuurlijk! Minstens al een jaar of tien. — Maar heb je haar op den trein van tien over half vijf gezet? — Enfin, dat kan me ook eigenlijk niet schelen. Wat mij interesseert is, hoe laat de volgende trein gaat?" „Eh.... ze is nog niet vertrokken," zei Freddy, als uit een droom ontwakend. „W-a-t?" „Ze zit in de wachtkamer." En alsof ze zyn woorden bevestigen wilde, trad Miss Franklin op dat oogenblik naar buiten en keek schuldbewust om zich heen. Ze schrok heel duidelijk toen ze George zag. „Eh hoe maakt u het, Miss Franklin?" stamelde deze, den hemel dankend, dat hij zijn oude gryze pak weer aan had. „Ik.... ik moest hier zijn voor de zaak, en wilde
juist naar Londen terugkeeren. Weet u soms hoe laat de eerstvolgende trein gaat?" „O, die staat juist voor," zei Willy. „Als u hard loopt, kunt u hem nog halen." „Verdraaid!" hygde George. Zonder meer een woord rende hij het station binnen, terwijl Freddy hem glimlachend nastaarde. Het was juist tot dezen doorgedrongen, dat hy in hetgeen George hem had verteld, een prachtig aanknoopingspunt had om nader met Willy kennis te maken. „Hoe opmerkelijk, Miss Franklin," begon hij, dat u reeds zoo lang in Renting woont en nóg niet weet, hoe laat de bussen ver trekken." „Wel.... ik.... ik.... En hoe opmerkelijk, dat u op het bord gekeken hebt en u tóch vergistte in den tyd, toen u me vertelde hoe laat er een bus ging," weerde Willy den aanval af. „En hoe vreemd," vervolgde Freddy, in het geheel niet uit het veld geslagen, „dat u zooiets als dien grooten koffer vergeten kon!" „Eh.... ik ben zoo juist tot de conclusie gekomen, dat het eigenlijk niet noodig is, dat ik vanavond nog naar Londen ga," zei Willy, probeerend niet te lachen. „Ik geloof niet, dat u ooit van plan bent geweest naar Londen te gaan!" „Mr. Allen!" Óp dit oogenblik werden zij gestoord door de weder-verschyning van George, die ziedde van verontwaardiging. „Weg," hijgde hy. „Waarom heb je me niet gezegd dat de trein op het punt van vertrekken was, idioot!" Freddy gaf geen antwoord. Hij nam Willy by den arm en leidde haar naar den wachtenden auto, terwijl hij haar voorin naast zich deed plaatsnemen. Den woedenden George beduidde hy met zijn hoofd, dat hij achterin moest gaan zitten. „Het is jouw schuld," bromde deze onfortuinlijke jongeman, „het is jouw schuld, dat ik nu hier zit, en je zult me in ieder geval naar Bayway moeten brengen, terwijl je naar Londen gaat. De kust is nu veilig — het is nä kantoortijd en ik kan nu naar Joans party gaan zonder dat iemand er iets van kan zeggen! Ik zal echter nu geen kans meer hebben om haar te vragen.... ik ben veel te laat.... uren te laat. Brrr!" „Stap in," zei Freddy. VII. „En Willy," zei Freddy, tien minuten later terwijl zij langs den weg voortsnelden, „waarom heb je my gevraagd hoe laat er een bus ging, terwijl je het zélf wel wist?" Willy bloosde. „Domme jongen," zei ze toen, „je wilde me zoo graag nog eens terugzien, en je wist niet hoe je dat aan moest leggen, daarom wilde ik je wat helpen. — En waarom," vervolgde zij toen, „wilde je een meisje dat je totaal vreemd was, bedriegen door haar te vertellen dat de bus later ging dan er op het bord stond? Waarom wilde je, dat ik de bus en myn trein zou missen?" „Ik.... ik wilde niet dat je den trein zou missen. Ik dacht er pas aan toen George het zei.... eh.... toen je weg was. Maar je scheen het niet erg te vinden, is het wel? Ik geloof zelfs niet," vervolgde hij overtuigd, „dat je aanvankelijk terug wilde komen, is het wel? Je kwam alleen maar terug, omdat je me niet teleur wilde stellen, is het niet zoo?" „Wel, het zou niet aardig van me geweest zijn," mompelde Willy, „als ik niet gekomen was na alles wat je voor me had gedaan." „Willy.... lieveling...." „O, Freddy, pas toch op," zei Willy. „We reden bijna tegen die hop. ann..." VIII. Eenigen tijd later had George zich verkleed — voor den derden.keer dien middag — en keek hy onderzoekend door het even opgetrokken gordijntje vóór zich. Toen verbrak hij de stilte die er op de voorste bank
Op 83-jarigen leeftijd vrij van rheumatische pijn Na jaren vreeselijke pijnen te hebben
geledeA Deze oude dame kreeg in 1931 rheumatiok en langzamerhand breidde dit zich over haar wheele lichaam uit. Toen begon zy Rru'icn Salts te nemen en nu zendt zy ons ■n eigenhandig geschreven brief: „Sinds ' ; lijd ik aan rheumatische pynen. Eerst im het in mijn beide armen en het werd .xds erger, tot het in de toppen van mijn vingers gekomen was. Toen kwam het in mijn enkels en knieën en dat maakte my langen tyd hulpeloos. Een vriendin raadde my aan Rruschen te gaan gebruiken en ik vind dat het my meer goed doet dan eenig ander middel. Ik schrijf dit zelf, hoewel ik bijna 84 jaar ben." Mevr. H. De pijnen en stijfheid door rheumatiek worden byna altijd veroorzaakt door een overmaat van urinezuur in het lichaam. Rruschen Salts spoort Uw organen aan tot regelmatige, krachtige, werking en helpt ze, het urinezuur en andere schadelijke afvalstoffen volkomen te verwijderen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten. heerschte door een luid getoeter in de spreekbuis. „Zeg eens," viel hij uit, „weet je wel zeker, dat dit de weg naar Londen is?" „Wat bedoel je?" vroeg Freddy. „Weet je soms niet, waar we zijn?" brieschte George. „Eh.... neen.... Ik heb er geen flauw vermoeden van...." antwoordde Freddy gelukkig.... \
DE CHARME UWER HANDEiS
\ crlioof; de cliarme Uwer luiiulcn door /orjivuldifr frcmanicuimic nujjels. Ken reji'd malice imjjclbcliiindeliiij; met Cnlcx 2x per weck freeft vorhlulTciiil »ocde resulfuten. ZOIJ: er dus voor de iicnoodi^dc ('utex-preparaten hij de hand te hehhen. Oily Polish Renuiser. ()il> Cuticle Remover, Nieuwe, dikvlocibare. laiijrer houdende Nagellak in de iiiodcrnc nieuwe timen.
CIJTC\ X A U K L L A K
Jê-ï
LIEZELOTJE
J_J JCVmj kJP kj JLJJL %
"■" »~, t~jr wl T* ei m_iju JtJ JU iVk3
zoo neer als op de teekening hierby is aangegeven. Als je telt langs de stippellijnen, zul je zien, dat er tien rijen zyn van ieder drie knoopen.
GOOCHELKUNSTJES Al zyn jullie nog niet groot, toch kun je daarom wel een paar kunstjes vertoonen, waarmee je zelfs bij groote menschen succes zult hebben. In de eerste plaats de truc met de knoopen. Je neemt negen knoopen of andere voorwerpjes en vraagt aan iemand uit het gezelschap, of hy ze in tien rijen van ieder drie knoopjes neer wil leggen. Na eenigen lijd vergeefs geprobeerd te hebben, zal hij het wel opgeven.
%:-
.^
.....ß
^-^^"X ^:::
^
::%
Dan moet jij hem eens laten zien, hoe hi] het dan doen moet. Je legt de knoopen dan
Niet door het wassen bederft Uw wollen goed,maar door
JLiezelotje, aardig dotje. Waarom is ons meisje moe? Ga je gapen, moet je slapen? Vallen haast je oogjes toe? Op je kussen, wel te rusten! L6g ik dan je hoofdje neer. Slaap maar Lotje, aardig dotje, Niemand stoort mijn kindje meer) Slaap maar rustig, droom maar lustig Van je hondje en je poes. Word Je wakker, kleine rakker. Kom je gauw weer bij je moes. Ga je spelen, niet vervelen In je box of in het zand, 'k Zet dan Lotje, aardig dotje. Poesje bij je in zijn mandl
EEN AARDIG SPELLETJE Wie is de ezel? De spelers worden in een kring gezet. Men vertelt hun, dat zij allemaal den naam van een dier zullen krijgen en dat wanneer de leider van het spel een zakdoek laat vallen, ze allen het geluid moeten voortbrengen van het dier, dat zij voorstellen. De leider gaat dan het gezelschap rond en fluistert lederen speler, behalve één, in het oor: „Niets zeggen...." Tegen een der spelers zegt hy echter: „De ezel".
,„HEISOPVAHZ«PPOE0t.S tH GlWONt ntPVLOKKt" 1 1 0H 0S,mH un««' o-'- "' - , 1, OPGUOSU /(iPOtums IU S«
Wanneer hij nu den zakdoek laat vallen. zal niemand iets zeggen, zoodat de stilte slechts verbroken zal worden door een luid „ia-ia" van den „ezel"....
WK IHTUS&OlEH
1^ UK.
IM WET ၯM servctB. VAH BEH VRESMD -rootsce.
Om uw rheumatiek-pijnen te verdrijven is er niets beters dan dit middeltje, dat u zelf klaar kunt maken. Het is een beproefd receptje. Koopt 85 gram terpentijn en 15 gram geconcentreerde Rheumagic-olie (elke apotheker of drogist kan u beide leveren). Een 15 grams-fleschje Rheumagic-olie (geconcentreerd) kost maar 65 cent, dus met de terpentijn bent u voor ongeveer drie kwartjes klaar. Vermengt deze twee bestanddeelen thuis in een schoone flesch door goed te schudden. Uw eigen rheumatiekmiddeltje is dan gereed. Het brengt onmiddellijk verlichting, omdat de Rheumagic-olie een combinatie is van 5 krachtige pijndoodende bestanddeelen. Daarom moogt u de Rheumagicolie niet zuiver gebruiken. Ze moet vermengd worden met de terpentijn, anders is ze te sterk. Dit middeltje is wel een proef waard, als u al lang aan rheumatiek lijdt. Haalt vandaag nog 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd) in huis. Bewaart dit recept.
tfana**^ -^Ué^UiM HET
IS EEN
ZONDERLINGE WERELD
EEN VASTE SLAPER. - William Hurwitr, een Engelschman, reed met zijn auto naar huis. Onderweg botste hij tegen een hek op, raakte daarna twee cementen paaltjes, die op eenigen afstand stonden, en kwam uiteindelijk tegen een telegraalpaal terecht. Hurwitz sliep door dit alles heen. Een voorbijkomende automobilist moest hem wakker maken. PAS OP DE KATTEN. - Alle katten in Staveley. Alberta (Canada), moeten belletjes dragen „ten einde den vogels een kans te geven . . ." De vogels nemen thans in deze stad zoo in aantal toe, dat andere plaatsen in Alberta overwegen een dergelijke verordening in 't leven te roepen. EEN LILLIPUT. - Engelands kleinste pony is maar even zestig centimeter groot, slechts een paar centimeter grooter dan toen hij zes jaar geleden werd geboren. Hij trekt geen wagentje, maar wordt er in gereden ... I WREED BIJGELOOF Voor de rechtbank te Pretoria werd onlangs een Kaffer wegens kindermoord tot vijftien jaar dwangarbeid veroordeeld. Eigenlijk had hij, aldus de rechter, den doodstraf verdiend, maar als verzachtende omstandigheid kon gelden, dat zijn daad het gevolg
i* \.
i
In een paar minuten zelf gemaakt
Voor een ander kunstje heb je slechts drie knoopen noodig. Je legt ze op een rijtje en vraagt een der aanwezigen de middelste knoop van stand te doen veranderen zonder hem aan te raken. Je moet dit doen door een der buitenste knoopen naar. den anderen kant te brengen, waardoor de middelste knoop de buitenste is geworden, zonder dat je hem hebt aangeraakt. Voor het volgende kunstje heb je slechts een glas water en een servetje of iets dergelijks noodig. Je bedekt het glas met het servetje en zegt dan, dat je het glas leeg zult drinken zonder dat je het servetje wegneemt of zelfs maar aanraakt. Als allen je ongeloovig aankijken, kruip je onder de tafel, maakt daar een geluid alsof je drinkt en komt dan weer te voorschyn terwyl je tegen iemand zegt: „Zoo, neem nu het servetje maar eens weg!" Zoodra hy dit gedaan heeft, zeg je: „Dank je wel" en drinkt het glas leeg. Het servetje heb je niét aangeraakt!
Een dief heeft kans gezien om er met een flinken buit vandoor te gaan. Maar de eigenaar heeft den diefstal ontdekt en zet den dief nu op de fiets achterna. Helpen jullie hem eens om den dief zoo gauw mogelijk te pakken te krijgen.
EEN GOED HUISMIDDELTJE TEGEN RHEUMATIEK
M«iH
Hl. H*«D w wu« tNOOlNDlUlUKVlKBUKlN
**Wi Alléén Lux is het veilige wasmiddel voor fijn goed, want LUX LOST S MAIL /.() VLUG OP AIS ZEEH'OF.ÜLRS LS GIWOSE ZEEFVLOKKEN
v
Il kunt de beste zeeppoeders en gewone zeepvlokken gebruiken. ^ U kunt alle «oorschriften voor hel wassen van wollen goed opvolgen, toch zullen Uw jumpers en babykleertjes hard en stug worden, doordat de zeep niet geheel is opgelost, als U begint te wassen. In negen van de tien gevallen drijven er kleine, onopgeloste zeepdeeltjes in het sop Ze zijn zo klein, dat U ze niet voelt, maar ze bederven Uw goed totaal Ze hechten zich aan de wol en worden, met het spoelen met verwijderd.
Met LUX yeen omiföelosle zeep! Vermijd het gevaar van onopgeloste zeep! Elk van de gekrulde Lux ruitjes is binnen één of twee seconden opgelost, waardoor U nooit onopgeloste zeep in Uw wollen goed krijgt. LUK is zo goedkoopIHeHIjnke standaardpak kost slechts 12' i et en loch kunt U er b « ^JB fflf "I^en kousen mee wassen. Het reuzenpak, met meer dan de dubbele inhoud, kost slechts 25 cl. Bovendien bevat het standaardpak Lux nog een breipatroon en het reuzenpak 2 breipalronen. En . . . op elk pak een waardevolle bon voor geschenken)
•"i:
^O'
■■„:., ;
was geweest van een barbaarsch, afschuwelijk bijgeloof — een oud gebruik, dat helaas niet uit te roeien was. De geboorte van een tweeling beteekent voor de inheemschen van Transvaal namelijk een groot onheil, dat alleen door den dood van den eerstgeborene kan worden afgewend. Daarom had de Kaffer, toen zijn vrouw een tweeling ter wereld had gebracht, direct den oudste er van gedood. Het is niet voor den eersten keer, dat de rechtbanken in Zuidafrika over een dergelijke misdaad vonnis moeten vellen. EEN KIND DOOPT EEN PLANEET Toen de planeet Pluto in 1930 werd ontdekt, was het een Engelsch meisje van elf jaar, Venetia Burney uit Oxford, die voorstelde het nieuwe hemellichaam den naam Pluto te geven. Dat haar voorstel werd aangenomen, zal niet zoo'n verbazing wekken als men weet, dat zij een nichtje was van Mr. H. G. Maden, hoogleeraar te Oxford, die eenige jaren daarvóór de beide manen van Mars gedoopt had als Phobos en Delmos. Pluto is de uiterste planeet van ons zonnestelsel. EEN
EIGENAARDIGE VLIEGPROEF UIT HET JAAR 1777
In een Engelsch tijdschrift van September 1777 komt een bericht voor over een interessante „vliegproef", die onzen lezers zeker zal intecesseeren. Het luidt: „Men zegt, dat er in Parijs een proef is genomen om het gewicht te weten te komen van de lucht, die boven op vallende voorwerpen drukt. Men heeft een veroordeelde van de ga-
leien gehaald en deze van het hoofd tot de voeten in veeren gepakt. Aldus uitgerust werd hij ten aanschouwe van duizenden toeschouwers neergelaten van een hoogte van zeventig Parijsche voeten. Hij viel langzaam neer en kwam op zijn beenen terecht. Ondervraagd zei hij, dat het net was geweest alsof hij zeeziek was, maar dat hij absoluut geen pijn had gehad." DE KONING VAN ELBA f" r zullen slechts weinig lezers zijn die ' weten, dat men dezen titel gegeven heeft aan Napoleon na zijn val, toen hij verbannen werd naar het eiland Elba, in de Middellandsche Zee. Men gaf hem het souvereine recht over dit eiland, en een inkomen van tweehonderdveertigduizend pond per jaar. Het was natuurlijk wel wat naïef om te veronderstellen, dat een man als Napoleon zich met een miniatuur koninkrijkje tevreden zou stellen. Hij had er slechts twaalfduizend onderdanen en... Frankrijk was zoo dichtbij! Napoleon ging op tien Mei 1814 naar Elba, en op zesentwintig Februari 1815 landde hij weer in Frankrijk, marcheerde naar Parijs en regeerde daarna weer honderd dagen als Keizer van Frankrijk. Toen werd hij andermaal verslagen, en naar St. Helena verbannen, waar hij overleed. *
DWAZE VROUWEN Een negerin, die vleeschkleurige kousen draagt. Een meisje, dat op een boot vraagt of zij de Hut van Oom Tom eens mag zien.
25-
■^■IH
HET HULDIGINGSFEEST IN HET STADION
•) _3_ fct besluit van de feestweek had er Zaterdagmiddag in het Stadion een grootsch, voor H.M. de Koningin opgevoerd feest plaats, waarvan de hoogtepunten gevormd werden door een fraaien historischen optocht en een schitterend ballet. —1. Een der praalwagens, de Oostindische Compagnie voorstellend, uit den optocht. 2. Een scène uit het ballet, dat onder leiding van Yvonne Georgi werd opgevoerd. 3. Yvonne Georgi, gekroond met haar balletkroon, in de Koninklijke loge, waar zij door H.M. de Koningin werd gecomplimenteerd.
(—3. De tewaterlating door H.M. de Koningin van de „Oranje", het grootste en snelste motorpassagiersschip in de vaart
Ongeveer twee honderd vijftig leden van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers brachten een bezoek aan de Sunlight-fabrieken te Vlaardingen. Eenige leden in gesprek met den directeur, den heer
E. K. Fabian.
op Indië. 1 . Het prachtige schip heeft de helling verlaten. 2. De aankomst van de Koningssloep aan de werf der Nederlandsche Scheepsbouw Mij. 3. H.M., de Koningin verricht den stapelloop. 4. De aanbieding van het doctoraat honoris causa in de Economische Wetenschappen aan H.M. de Koningin in de aula der Gemeentelijke universiteit te Amsterdam. — H.M. ,jpre«>kt haar-dankrede uit. 5—6. H.K.H. Prinses Juliana op bezoek bij de Joodsche Invalide. — 5. Een der verpleegden biedl de Prinses bloemen aan. 6. In de synagoge, waar ean speciale dienst voor H.K.H, werd opgedragen
f Met overlijden van Rotterdams burgemeester, Mr. P. Droogleever ■ . „ . ■. ,■ oiiOij LU nvc Fortuyn. - Het stoffelijk overschot van den burgemeester werd De [male van de wedstrijden om den zilveren. Bal te Rotterdam, tusschen Herme D.V.S. na een plechtige herdenking in het stadhuis te Rotterdam, en A.D.O. - Hierboven: Eert moment voor het doel var Hermes; een voetballer op naar 's-Gravenhage overgebracht waar het ter aarde werd vier beenen maakt het den Hermes-keeper lastig, besteld. - Bij het vertrek van den Coolslngel.
— 27 -
FOLKLORE
r
.
.AU
m den üelderschen nchrerhoe weer worden opg-evoerd. Hierbij g-aat het heel vroolijk en ongedwongen toe en de vele vreemdelingen genieten er niet het minst van. De „jong-kerels" dragen allen klompen en een hoogen zije, de „vrouw-luu" en de „deerentjes" zijn in zwarte jakken, kanten mutsen en boezelaars gestoken. Ze zetten zich allemaal op de „Karre" en zoo trekken ze naar de markt, waar men een houten vloer heeft gebouwd, die als podium dienst doet. D« leider blaast op een fluitje, de muzikanten komen in actie en dan gaat het spul beginnen. Klots-klots gaat het op den houten vloer, terwijl fedelaars en harmonica-spelers onvermoeid de liedjes uit de oude doos ten gehoore brengen. Het bekende refrein van alle liedjes werkt zoo opwekkend, dat iedereen in de stemming' komt en zóó wel mee zou willen doen. De „Driekus-man" bij voorbeeld, waarvan wij den tekst hier laten volgen, is reeds wijd en zijd bekend.
Jongens'
Meisjes:
Meisjes:
Vader, moeder, wil mi'i sloan, 'k Mag niet meer met Driekus goan, Driekusman, Driekusman, Drèj ow is um en kiek mien es aon! —
Samen:
Met de handjes klap, klap, klap. Met de vuutjes trap, trap, trap, Driekusman, Driekusman, Drèj ow is um en kiek mien es aon! —
Jongens „Driekus-man, Drieknc-man . . En, dét geet naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerretje ... Dat geet naar Den Bosch toe, zoete lieve meid!..." Dit liedje is de inzet van het geregeld terugkeerende volksfeest in den Gelderschen Achterhoek, dat iedere minnaar van folklore zoo graag eens meemaakt. De boeren uit den Achterhoek bezitten na-
meliik een schat aan oude voorvaderlijke gebruiken, waarvan het voornaamste wel is het uitvoeren van allerlei volksdansen bij verschillende gelegenheden, zooals daar zijn de Meimarkt en de bruiloft, dè twee evenementen in het leven der boeren van vroeger. In den modernen tijd echter zijn deze oude zeden langzamerhand steeds meer op den achtergrond geraakt, zoodat ze zelfs geheel dreigden
„En dat geet naar Den Bosch toe . . ."
Mit elkaor
Meisjes: te verdwijnen. Toen is er een groepje menschen opgestaan, die al dit schoone oude nifet maar ^oo zonder meer wilden missen,. en die besloten de oude boerendansen weer in eere herstellen, leder jaar gedurende de zomermaanden richten zij nu op de Markt van verschillende plaatsen in den Achterhoek een boerenbruiloft in, waarbij alle oude volksdansen zooals de klompendans en de „Driekus-man'
DRIEKUSMAN Now wol ik wel es wetten wat Hendrieksken zeg, Hendrieksken zeg, Hendrieksken zeg. Now wol ik wel es wetten wat Hendrieksken zeg, Hendrieksken zee: bó jao! —
Now wol ik wel es wetten wat Hendrieksken zeg, Hendrieksken zeg, Hendrieksken zeg. Now wol ik wel es wetten wat Hendrieksken zeg, Hendrieksken zee: bó jaol —
Meisjes:
Vader, moeder, bromt niet meer, Driekusman, o, kom moar weer, O, mien lieve Driekusman, Drèj ow is urn en kiek mien es aon!
Samen:
Met de handjes klap, klap, klap. Met de vuutjes trap, trap, trap, Driekusman, Driekusman, Drèj ow is urn en kiek mien es aon!
Klots-klots gaat het oplDa vrouw-hm. den honten vloer..
CORRESPONDENTIE ACHTEEDEua'SII
G. d. H. te A. - Neen, dit is geen reden waarom het huurcontract verbroken zou worden. Dit contract blijft bestaan. Het eenige wat u kunt doen is, eens met den eigenaar van de woning gaan praten en hem het geval uiteen te zetten. Het zou natuurlijk het beste zijn wanneer u iemand kon vinden, die de huur over kan nemen. Kunt u dat niet tegelijkertijd pro-
B'JicEoiaH I lllRflPMA««.
W. v. d. V. te A. - Dit moet u niet bevreemden; het is een kwestie van geluk! Ik vind trouwens, dat Vrouwe Fortuna u niet zoo erg slecht heeft behandeld, daar u al eens tot de gelukkigen heeft behoord. Houdt u maar moed, dan zal het nog wel eens gebeuren! - Uw oplossingen zijn op de juiste wijze ingezonden.
fcBPVtftTC.
j v. te A - U kunt het geld wel aan de vrouw van uw zwager geven, doch dan moet u een door haar man onderteekende kwitantie verlangen.
SALON
TBftPHflH*
Qwq-SC
BIBLIOTHEEK
IS
H. A, W. te A. - Ja, de puzzles mogen niet als drukwerk worden verzonden. U moet ze dus in gesloten enveloppe met vijf cent postzegels er op verzenden, of-indien u ze niet allemaal oplost op een briefkaart, welke
VOORDEUR SC
vier cent kost. N. H. te H. - Wanneer een der beide echtgenooten komt te overlijden, wordt, wanneer ge niet op huwelijksche voorwaarden zijt getrouwd, de boedel gedeeld. De helft komt dan aan den langstlevenden echtgenoot, terwijl de andere helft voor de familie van den vooroverledene is. Uw laatste vraag begrijp ik niet goed. Wilt u misschien nog eens duidelijker omschrijven wat u bedoelt? H. v. d. L. te L. - Natuurlijk moogt u meteen met de raadsels meedoen. U behoeft ze niet allema/il op te lossen wanneer u geen zin hebt. De manier van oplossen is uitstekend. - We hopen een trouwen puzzelaar aan u gekregen te hebben Mej. J. v. d M l, D H - Het adres van Deanna Durbin is; Universal Studio's, Universal City Californië. Hoe oud ze is, mag ik u niet verraden. Zij heet wérkelijk Deanna Durbin. Bedoelde foto is niet van haar, doch van een collegaatje, dat een beetje - op deze foto zelfs heel sterk - op haar lijkt, namelijk van Helen Parrish. Het deed mij en allen die aan ons blad werken veel genoegen te hooren, dat de kleurendrukken zoo naar uw zin _ Wanneer Deanna weer eens op den voorgrond treedt, wordt er zijn. misschien wel weer een afbeelding van haar geplaatst. P v d H te U. - Ja, het verdient wel aanbeveling, dat u de puzzles en de amateur-detective op verschillende velletjes schrijft en buiten op de enveloppe vermeldt wat ze bevat. Mevr F K te A - U kunt het tentzeil wasschen. Het is na deze behandeling echter niet meer waterdicht, U moet het dan gedurende achtenveertig uur in een verzadigde aluinoplossing laten staan. Wanneer u het hier uithaalt moogt u het volstrekt niet uitwringen, doch moet u het zonder meer kletsnat (e drogen hangen. Is het eenmaal droog, dan is het ook weer waterdicht. - Wanneer het zeil er echter niet al te erg uitziet, zou ik het voorloopig liever maar zoo laten. Uw regenmantel kunt u wellicht schoon krijgen met wat terpentijn. Let u er op, dat de terpentijn zelf ook schoon is.
Woog 194 pond Thans slechts 127. Nam in 14 weken 67 pond af.
Ni»uw», veilig«, pratlig« varmagaring»kuur in vle«lbar*n vorm Veilig «n gezond Mevr. G. M. schröft, dat zü niet alleen blij Is van 67 pond overtollige dikte verlost te zijn. maar dat zü ook verheugd is zich zoo goed te voelen. Zij Bchrtjtt: ..Met BonKora nam Ik in 14 weken 67 pond af. n.l. van 194 tot 127 pond. Mijn buste-omvang werd 22 cm. minder, terwijl Ik mü veel beter voel". Mevr.G-M. BonKora. de veilige, prettige vermageringskuur neemt af volgens de nieuwe ,.3-graden"-methode. Drievoudige werking, drievoudige snelheid. Neem dagelijks een ■weinig BonKora. EET FLINK van alle spijzen, die U smaken, vermeld op de BonKora-verpakking. Geen schadelijke bestanddeelen. Deze kuur bouwt gezondheid, terwijl Uw dikte op de snelste manier verdwijnt. Velen verklaren, dat zij nu jonger lijken Koop vandaag nog een fleach BonKora ä f. 2.2S. alom verkrUgbaar bij apothekers en erkende drogisten, of inlichtingen bJJ het BonKora-Depot, Singel 115. A'dam-C-
Mevr. B. J. d. B.-v. d. H. te 's-G. - U kunt uw ruiten nog wel schoon krijgen en zelfs heel gemakkelijk. Namelijk met slaolie, ü moet de ruiten inwrijven met een schoon lapje met slaolie, het een uurtje laten zitten en de ramen vervolgens met lauw water afwasschen. Dan zult u eens zien of de vlekken niet weg zijn! H. D. G. te D. H. - Het doet mij genoegen, dat ik u van dienst kan zijn: het ministerie van Algemeene Zaken is gevestigd op den Kneuterdijk te 's-Gravenhage, in het oude paleis van H.K.H. Prinses Juliana.
DOT Vervoig.^rr? C
■snt
s
beeren?
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER E N
EETKftMEfi
kBJ<EW
),l.4-i8-IS"-i1-io-5l-iZ-6i il-ii-iS-foff-iJ "TC- M9 ~V~ tó-lï-èo-S-O-ff-^g-^-HH-Hi-Mb-S-I -Jt-U. 7*^ -anr
-jf-èg
<jj.->b-Hb
75.19-H-«"
1. De kleine Dot kromp in elkaar van schrik, toen ze een schaduw zag op het slaapkamerraam van 't kasteel, waar ze den nacht zou doororengen. Maar het volgend oogenblik verhelderde haar gezichtje, want ze herkende plotseling haar broertje. Ze wilde wat zeggen, maar hij beduidde haar stil te zijn.
2. Toen vertelde Peter haar, dat hij yeloofde. dat de eigenaar van het kasteel in verbinding stond met mijnheer Grimes. f,Hü is vast van plan je hier te houden tot hy mijnheer Grimes gesproken heeft," zei Peter ernstig. Dot voelde zich niet erg op haar gemak. Dat had ze heelemaal niet verwacht.
3. Ze waren juist nog samen aan het overleggen wat ze het beste konden doen, toen Peter eensklaps naar de deur sloop en zijn oor er tegen legde. Dot keek hem verbaasd aan, zich afvragend wat er aan de hand zou zijn. Dan draaide de kleine piloot zich om en fluisterde: „Stil, daar komt iemand, geloof ikl"
4. Vlug duwde de jongen zijn zusje nu in de richting van het bed, zei haar er in te gaan liggen en net te doen of ze sliep. Daarna kroop hij zelf onder het ledikant, goed verborgen door de dekens, die naar beneden hingen. Heel zachtjes werd de deur nu geopend, de oude man kwam naar binnen en tuurde rond.
5. „Ik dacht toch stellig hier stemmen te hooren," mompelde hij. Hij liep naar het raam, deed de luiken dicht en draaide het slot om. Peter had haast een gil gegeven van schrik, maar hij beheerschte zich nog juist bijtijds. Ze konden nu met geen mogelijkheid meer door het venster ontsnappen.
6. Nauwelijks was de man weggegaan, of Peter kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn en keek zijn zusje aan. „We zijn opgesloten I" zei hij rustig. Dot knikte, terwijl ze probeerde een manier te bedenken om te ontsnappen. Maar al heel gauw moest ze het opgeven, er wilde haar niets te binnen schieten.
7. Peter begon door het vertrek heen en weer te loopen om beter te kunnen denken. Opeens bleef hij voor den schoorsteen slaan. Het was een flinke, groote ouderwetsche schoorsteen en Peter dacht, dat het makkelijk genoeg moest wezen om er door te klauteren naar het dak en zoo te vluchten.
8. Dot vond het denkbeeld even prachtig als haar broertje en even later stond ze al te kijken hoe hij in den schouw verdween. Ze hoopte maar, dat hij niet al te vol met roet zou komen te zitten en dat hij gauw boven zou zijn. Intusschen klauterde Peter dapper verder en bereikte ten slotte den top.
9. Hij trok zich op, klom op het dak en keek eens rond. Plotseling kromp hij een beetje in elkaar. Hij hoorde het geronk van een vliegmachine. En wat was dat? Dat vliegtuig was warempel „De Zilveren Ster",
Wie van onze speurders ziel kans, het hierboven afgebeelde geheimschrift, gecombineerd met den plattegrond, te ontcijferen? Het zal niet meevallen, maar we weten, dat onze amateur-detectives den moed niet gauw opgeven! Wij zullen weer een prijs van f2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kartsen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve uw antwoord in te zenden vóór 28 September aan Mr. Detective, Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: AmateurDetective 28 September.
DE OPLOSSING VAN HET PROBLEEM: „WAT DOET ZIJ?" De hierbij gereproduceerde foto geeft zelf het antwoord. De hoofdprijs van f 2.50 werd deze week gewonnen door mejuffrouw T. Sauvangsjo, Rotterdam. De troostprijzen V
ÄlernHdejel Bundels te Breda en den heer E. S. Beltler te Amersfoort,
Wordt vervuiud.
Patiënt: „Nu dokter, u heeft uw belofte gehouden, dat u zoudt maken, dat ik binnen een maand weer kon loopen." Dokter: „Dat is prachtig!" Patiënt: „Ja, ik heb mijn auto moeten verkoopen, toen ik
uw rekening
Mej. E. L. te G. Zeker, leden van het Koninklijk Huis worden reeds op hun achttiende jaar meerderjarig, terwijl dit bij andere menschen eerst bij het bereiken van den éénentwintigjarigen leeftijd plaats vindt.
kreeg."
De Secretaresse van de Voor UC/ub, Galgewater 22, Leiden.
"Heïnieuwe dienstmeisje: „O, daar hoeft u bij mij niet bang voor te zijn, mevrouw. Ik kan ze niet luchten of zien! - Mijn vader is inbreker.
Onder vriendinnen. -
Lily kwam Emmy tegen.
-
„Ik ben juist naar den
schoonheidssalon geweest," zei ze. ,,En waren ze gesloten?" vroeg Emmy.
GEWONE ADVERTENTIES: TEKSTADVERTENTIES:
Mevrouw: „Het laatste
meisje, dat ik heb gehad,
was
dol
op
KOLOMHOOGTE
KOLOMHOOGTE
120
120
REGELS
REGELS
-
-
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
6.7
cM.
politie-
KORTINGEN
VOLGENS
31 -
TARIEF
-
REGELPRIJS 25 ets. BRUTO REGELPRIJS
50
et».
BRUTO
Son]« Henle. d. bekende ichaatienrlJdHer-lllmiler. maakt than* een vaeantle-rel* door Europa. - In October zal *l) weer naar Hollywood terugkeeren. — Onxe fotograaf maakte in een hotel een hulselllke opname van dit beroemde meisje
DE GEVAARLIJKE E F TIJD Regie: Arthur Lubin.
Warner Bros-film ■■
'Roberta
Bonita Granvill.
Oc
familie
Morgan
vertrekt
naar
Monolulu.
echter een zieke zuster moet gaan verplegen,
Helen Cosgrove
Dolores Costclln
Mr. Morgan
Donald Crisp
Williams
Donald
Mrs. Morgan
Brigg'
Natalie Moorhca.i
Williams
gaat
met
hei mei-ie. en het kind wordt thuis gelaten met de gouvernante, die roodat ze niet op haar
pupil kan letten. Het gevolg is, dat Roberta niet
naar school gaat,
doch naar haar trouwe negervriendjes. Als Jenkins dat ontdekt, neemt hij haar met geweld mee in den wagen om haar naar huis te brengen. Terwijl zij tracht te ontsnappen, grijpt ze het stuur en overrijdt door haar onkunde en onvoorzichtigheid een voorbijganger.
Miss Brewster
Lucille Gleason
oberta Morgan is ecn lastig wcientje, dat haat moeder «»■
heel
wat
hoofdbreken
kost.
Indien
oioeder echter wat meer tijd :ou besteden aati
haar kleine meisje en
rich minder :ou bemoeien we-
haar
taak
maatschappelijke
..misdeelde"
kinderen
ti
helpen, zou haar eigen dochtertje wellicht gelukkiger zijn geweest! En vader Morgan heeft het veel te druk met geld verdienen
voor
zijn
gezin,
om
zich
om
het
klein*
meisje te bekommeren. Alle zorgen voor Roberta zijn dan ook opgedragen aan haar gouvernante Anna, aan Jenkins den butler, en aan Mrs. Jenkins, dien» vrouw Dit drietal
is ten eenenmalc niet in staat,
om haar
ook maar eenige leiding te geven. Roberta's
vriend,
die
haar
is
Williams
Doch ook hij is niet in staat om verandering in den toestand
te
brengen.
Zelfs
haar
verjaardag
word'
door beide ouders vergeten. Na enkele ondeugende streken ontmoet Roberta twee negerkinderen, die haar mee uit visschen nemen. Hemeisje
valt
in
het
water en
de
meisje
verklaart
dan
voor
de
rechtbank,
veroorzaakt.
Maar Roberta
dat
daardoor
krijgt berouw
van
voor
het
eerst
hoe
goedhartige neger
een
werkelijke
moede
met haar kinderen omgaat! Ze neemt Pinky, een van het tweetal, mee naar huiom haar verjaardagstaart met het peuzelen.
Moeder en
weet niet beter
te
vader
doen
négerjochie op tr
zijn afwezig
dan
het
arme
en
Jenkins
kereltje he'
huis uit te jagen. Roberta is woedend en wordt door Jenkins
in
haar
kamer opgesloten.
Het hevig over
prikkelde meisje steekt haar kleeren in brand, zoodade brandweer in
allerijl moet aanrukken.
Langs
dr
brandladder ontvlucht ze nu het huis. om zich naar Pinky's huis te begeven. Jenkins weet haar evenwe'
Roberta probeert In de keuken eenige ervaring op te doen
Roberta en haar negervriendjeP
te achterhalen.
onder
haar
verklaringen
en
Jenkins wordt vrijgelaten. Intusschen is de rechter met het meisje nog lang met klaar. Een tuchtschool li|kt in dit geval met de juiste straf, daarom
wordt
zt- naar een
strenge
kostschool
gezonden,
waar miss
Cosgrove, de strenge, doch hefdevolie, leiding heeft. In den aanvang is Roberta's
invloed
op
haar medeleerlingen
allertreurigst;
men
wil
haar zelfs van de school verwijderen. Miss Cosgrove tracht dan het kind
eenige
verantwoordelijkheid
te
geven
voor
haar
leerlingen. Door deze poging, die in dit geval de
kleine
mede-
juiste bleek, ver-
werft Roberta zich de liefde van leerlingen en onderwijzeressen. Nu is Roberta eindelijk gelukkig. met meer terug moeder
gaat
naar haar ouders,
zij,
op
verzoek
van
Hier is haar thuis. Ze wil zelfs Pas tijdens een haar
vader,
ziekte
naar
de
van haar ouderlijke
Het meisje komt thuis, geheel veranderd — haar geest is gezuiverd, haar
karakter
standvastig.
Maar ook de ouders
zijn
veranderd.
Zij
hebben leeren inzien, dat de taak, een menschenkind tusschen veertien en zeventien op te voeden, den ganschen mens^h cischt . . . Dat
vriend
iet- olie
miss
Williams Cosgrove,
intusschen is
een
zijn
hart
aangename
heeft
verloren
alleszins
' i'uistigheidl
moeder. Mrs. White, droogt haar kleeren. Hier zieRoberta
}enkins
het ongeluk heeft
woning.
begrijpt,
ecn jong advocaat, die bij haar vader op kantoor is
Roberta en haar moeder
Het
invloed van sterken drank verkeerde en
Bonita Granville en Dolores Costello
aan
de
begrijpelijke
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN ,,Je hebt me toch eens verteld, dat de kinderen die in Amerikaansche films optreden, toch, tusschen de opnamen door, een school moeten bezoeken." „Juist, Pietersen. Daarvoor heeft men op de studio-terreinen speciale scholen gebouwd." ,.Dat weet ik. Maar wat ik je nu vragen wilde, als die kinderen nu buiten-opname hebben, ver van den studio verwijderd? Dan komt er natuurlijk van het schoolgaan niets." ,,Dat dacht je maar, waarde vriend! Je kent Freddie Bartholomew en Mickey Rooney?" ,,En tf. Welke filmliefhebber kent deze talentvolle kinderen niet!" ,,Nu beide jongens speelden indertijd een belangrijke rol in de film ,,Stormduivels". De buiten-opnamen voor deze rolprent vonden op zee plaats. De Metro-Goldwyn-Mayer zond toen de onderwijzeres Miss Murphy met de beide knapen mee en lederen dag kregen ze in den tijd dat ze niet filmden les aan boord van de visschersboot. Miss MacDonald was in de school op het studio-terrein achtergebleven om Jean Brodel en Judy Garland les te geven. Je ziet het schoolondcrricht van de filmkinderen wordt niet verwaarloosd." ,,Dat is maar goed ook. Nu wou ik je wat heel anders vragen. Worden er in ons land nu meer films voor boven de achttien jaar of voor alle leeftijden goedgekeurd?" „Nu Pietersen, dat kan ik je precies zeggen. In 1937 "werden er 174 films goedgekeurd voor lederen leeftijd, 146 voor boven de veertien jaar en 183 voor boven de achttien jaar. Nu weet je het precies."
FILM-ENTHOUSIASTEN S. K. N. te Harlingen. Carl Brisson is de zoon van Carl Pederscn en Kirsten Madstattcr. Hij was oorspronkelijk bokser. Ralph Reader is niet getrouwd. Angela Sallöker woont Lassenstrasse 30, Berlijn. U moet haar in het Duitsch schrijven en voor foto drie antwoordcoupons insluiten. H. L. te Rotterdam. Hierbij de gevraagde adressen. Phyllb Brooks, 14,01 Western Avenue, Los Angeles. Paul Sutton, 1438 Gower Street, Hollywood, Califomië. Marjorie Lord, 780 Gower Street, Hollywood, Californië. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten. W, T. J. te Gouda. Adolf Wohlbrueck noem', zich thans Anton Waibrook. Hij is niet getrouwd. Spencer Tracy kunt u schrijven p.a. Metro-Goldwyn-Mayer Studio's, Culvcr-City, Californië. N. W. K. D. te Amsterdam. Wij kunnen hier werkelijk niet alle sterren opsommen, die bij de Metro-Goldwyn-Mayer geëngageerd zijn. Hier volgen enkele bekenden: Greta Garbo. Eleanor Powell, Luise Rainer, Clark Gable, Wallace Beery, Helen Hayes, Norma Shearer, Spencer Tracy, Jeanette MacDonald. A. v. d. S. te Hilversum. U kunt Lilian Harvey in hct Duitsch of Engelsch schrijven. Haar adres is Ahornallee 16, Berlijn. Zij is thans weer bij de Ufa werkzaam. W. M. te Breda. Ruby Keeler is met den filmacteur Al Jolson getrouwd. Zij werd den 2 5sten Augustus in HaUfax geboren. Zij is bij Warner Bros geëngageerd. J. L. te Groningen. James Dunn filmt nog. Hij is aan geen enkele maatschappij vast verbonden. De gevraagde foto's hebben wij u gezonden.
E. d. G. te Groningen. Annahella is den 14den Juli jarig. In het Fransch of Engelsch schrijven. Paul Otto woont Bundesratufer 7, 'Berlijn. Niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. J. IJ. te Rotterdam. Wij hebben u een foto van Brigitte Horney gezonden. Deze filmster woont Mittelbusch 2, Berlijn. Zarah Leander is getrouwd. Het kan circa zes maanden duren, voordat u antwoord ontvangt. R. v. d. M. te 's-Gravenhagc. Luis Trenker is getrouwd. Dcanna Durhin werd den 4den December te Winnipeg geboren. Betty Furness is met Johnny Green gehuwd. M. d. R. te 's-Gravenhage. Benny Beker kunt u schrijven 5451 Marathon Street, Hollywood. Irving Bacon werd den 6den September te St. Joseph geboren. G. T. S. te Amsterdam. Deanna Durhin werd den 4den December te Winnipeg, Canada, geboren. Zij heeft blauwe oogen en bruin haar. Irene von Meyendorff werd te Reval geboren. Haar vader was een Russische officier. Irene verhuisde in 1918 naar Berlijn en studeerde eerst rechten. In Bremen werd zij echter fotografe, daarna kwam zij bij de Ufa. Ze is niet getrouwd. F. H. L. te Rotterdam. Warner Baxter is gehuwd met Winifred Bryson. Merle Oberon is niet getrouwd. R. J. v. d. B. te Amsterdam. Deanna Durhin kunt u schrijven p.a. UniversalStudio's, Universal-City, Californië. Niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. J. L. te Zwolle. Het adres van Shirley Temple is 1401 Western Avenue, Lo« Angeles, Californië. E. S. te Rotterdam. Deanna Durhin beantwoordt haar brieven zelf. Het kan ongeveer zes maanden duren voordat u antwoord ontvangt. Niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. De gevraagde foto's zullen al wel in uw bezit zijn. A. G. te Wassenaar. MelvVn Douglas is getrouwd. Hij is thans bij de MetroGoldwyn-Mayer werkzaam. C. v. O. te Bussum. Rolverdeeling vermelden wij in deze rubriek niet. Wendt u tot de directie van ,,Concordia" te Bussum. R. H. L. S. te Utrecht. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Rolf Wanka 14 Februari. Leo Slezak 18 Augustus. Walter Janssen 7 Februari. W. G. v. G. te Haarlem. Dinah Grace, de cchtgenoote van Willy Fritsch, filmt thans ook. Zij hebben een kind. Lilian Harvey is heusch niet verloofd. S. L. N. te Eindhoven. Letii Riefenstahl is niet getrouwd. Zij woont Heydenstrasse 30, Berlijn. Zij is den 2 2sten Augustus jarig.
Joan Fontaine dicteert haar secretaresse een briefje voer een film-enthousiast
BOOSWICHT OF HELD? CESAR ROMERO
E
en held mag heusch wel, iets diabolisch over zich hebben. Zoon heel klein trekje onbetrouwbaarheid maakt hem juist pikantj
geeft hem dat geheimzinnige, waardoor de heldin des te eerder haar hartje aan hem verliest. En de
riep zijn buurman. „Zei je niet," vroc« hij, „dat het blaffen van je hond erger was dan het bijten?" ! „Ja," antwoordde de buurman. „Laat hem dan in vredesnaam niet blaf fen. Hij heeft me net gebeten."
schurk mag best iets heldhaftigs.over zich hebben. Een laffe schurk is immers je ware niet! Neen, een booswicht moet tevens een kerel zijn Ergo is het uiterlijk van Cesar Romero precies
Jantje had de aardigheid om met alles wat hij in handen kon krijgen goocheltocren uit te halen. Op een goeden dag haalde hij uit de provisiekast van zijn moeder een ei te voorschijn, stopte het in zijn mouw en zei: „Nu moet u goed kijken. Dit ei is een idee van mij en .. ." Op dat oogenblik viel er iets met een plof op den grond. „Och nee, ik heb het idee laten schieten," zei Jantje.
zooals het moet zijn: heldhaftig genoeg voor held, sarcastisch genoeg voor schurk, zooals de vrouwen het graag zien: op en top een man om verliefd op te worden
een talent, waar Hollywood zeer veel prijs op stelt, willen we thans iets vertellen. „Depressie" is voor den Amerikaan alweer een
Twee jonge meisjes hadden het over de eigenschappen en verdiensten van een lid der andere sexe. „Hoe vind je zijn conversatie ?" vroeg de eene jongedame. „Als de golven van de zee," was het antwoord. „O, je bedoelt: zoo machtig, zoo mecsleepend, zoo onweerstaanbaar . .," „Neen, ik word er ziek van." „Als ik naar jou kijk, moet ik altijd aan Greta Garbo denken, Jaantje." „Meen je dat heusch. Klaas?" „Nou, en óf! Maar ja, wat geeft het.' Een mensch moet nou eenmaal tevrcde 1 zijn met wat hij heeft 1"
Van dezen Cesar Romero,
historisch begrip, zooals anno 1924 de inflatie voor de Duitschers was. De Amerikaansche depressie dateert uit de jaren 1929—1931 en trok een dikke, zwarte streep door de rekening van ontelbare jonge menschen, wier carrière plotseling totaal in de war werd gestuurd door de zich zoo snel wijzigende omstandigheden.
Zoo is het ook Cesar
Romero vergaan. Hij had het tóch al niet heel gemakkelijk,
straat woonde, waar velen er op uit waren een ander het leven
omdat hij zich in een milieu bevond, dat hem voortdurend meen-
te vergallen. Zijn vader was een importeur in suiker, wiens
,Je was toch ook gisteravond op dat danspartijtje, hè? Heb je gehoord, w; t Heleen van je heeft gezegd?" „Eh ... nee. Want ik stond bij dat ardere groepje, waar ze het over haar hac • den!"
de te moeten plagen met zijn afstamming. Zijn ouders waren
zaken in welvaart toenamen en die geen ander plan had, dan
namelijk Cubanen en ofschoon daartegen — noch tegen die
zijn zoon later voor dezen handel op te leiden. Aanvankelijk
ouders — in het minst iets in te brengen was, leefde Cesar
zou Cesar in het bankbedrijf gaan, om daar een overzicht te krij-
Romero in een omgeving, die het noodig oordeelde, hem die
gen van de structuur van den handel. Maar de depressie haalde
Fritsje was ondeugend geweest en bc vendien brutaal tegen zijn kinderjuf f rouv. „Akelige jongen!" riep zij uit. „Den< er aan: Je gaat direct naar bed zond* r boterhammen!" „Ha-hal" lachte Fritsje. „Niks hoo 1 Ik moet drie maal op een dag mijn drank e innemen, na de maaltijden!"
tfkomst op grievende wijze te moeten verwijten. Waarom?
een streep door deze rekening; zij bracht de zaken van Cesars
Nérgens om! Uit kwelzucht, bekrompenheid, domme vijand-
vader groote schade toe en stelde den jongen voor de nood-
schap. De jongen, die dit nog niet kon beoordeelen, leed er
zakelijkheid terstond flink mee te verdienen. Inmiddels had
ender en ging meenen, dat het werkelijk iets minderwaardigs
Cesar zich verloofd met een meisje, Elisabeth Higgins, dat hem
vas, Cubaan te zijn. Zijn voornaam „Cesar" was al evenzeer
voorstelde samen een dansnummcr te vormen. De jongeman liet
De jongeman, die in een, queue stoi d om plaatsen te koopen voor een belangrijken voetbalwedstrijd, voelde plotselii J5 een tikje op zijn schouder en keek on Toen hij zich omdraaide, zag hij een jong > dame, die op het punt stond, de queue te verlaten. ,,lk ga even naar den overkant om wit toffees te koopen," deelde zij hem me'• „Wat kan mij dat schelen," vond ^ man. „Niets. Maar ik heb een krijtstreepi' op uw rug gezet, zoodat ik, mijn plaats weer kan terugvinden straks."
eeuwigdurend mikpunt van goedkoope en smakelooze grappen,
zich overhalen, oefende ijverig en het energieke tweetal wist te
, Julius Caesar" was de steeds weer herhaalde variant en men
slagen. Hun optreden werd een groot New Yorksch succes en
roemde hem een tweeden Valentino, die stellig bij tooneel of
van dear was de weg naar Hollywood gauw gevonden!
Mm lauweren zou oogsten. Dit alles werd zóó hatelijk en ironisch
Cesar Romero heeft nu een contract bij de 20th Century-Fox,
teweerd, dat het mikpunt dezer geestigheden zwoer: „Nooit aan
waarvoor hij tal van rollen speelt. Zijn laatste is die in „De
het tooneel!"
strijd om den Omar-diamant" („Dangerously yours"), waarin
Men mag gerust zeggen, dat Cesar Romero's jeugd vergiftigd V'erd, alleen doordat de jongen op een school was en in een
hij weer dat dualistische van schurk of held vertoont, dat hem beroemd heeft gemaakt.
■■■
I 18 d• Jaargang No. 37-24 Sept. 1938
HET WEEKBLAD INEMAs.
if.. ■■ ■
^>
o
HEATE 5»
U
■^
Jv
^
ik
\ >
1 ■=1 S— ^
11
4
1
\
■X
* .
"^''■■'''^w
-L
^n^B
n
"■^Év
'3 1 ^^
I
HQT WEEKBLAD CIMEMAü THEATER
VMSCHUKT V«MUj'M * MIJ* ftt ltW*«T*At f. I.« - »H». >*] MM. OALOBWATM n. LB««*. TBt. 7»«. TOmiKÉNINO 41*'l
-«u
•
ILILV BOUWMEESTER] IIN DE NEERLANDIA-I FILM „VADERTJE LANGBÊEN"
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE