R12
Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel. 0527-680870 Fax. 0527-690609 www.foppenadvies.nl
[email protected]
- ruimtelijke onderbouwing Woning fam. Hensen, Meginhardweg 33 te Arnhem
opdrachtgever
:
Fam. Hensen
project
:
1287-1101-003B
auteur
:
Lydia Hakvoort
bijdrage
:
Willem Foppen
datum
:
11 oktober 2011
niets uit dit stuk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Foppen Advies, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd
Inhoudsopgave 1
INLEIDING................................................................................................................................... 3
2
MOTIVATIE PLAN..................................................................................................................... 4
3
WETTELIJKE EN BELEIDSMATIGE KADERS ................................................................... 5 3.1 3.2
4
MILIEUTOETS ............................................................................................................................ 8 4.1 4.2 4.3 4.4
5
GEVOLGEN MILIEU OP WONING .............................................................................................. 8 INVLOED STAL OP MILIEU ....................................................................................................... 9 MAATREGELEN FLORA EN FAUNA .......................................................................................... 9 LUCHTKWALITEIT .................................................................................................................. 9
LANDSCHAPPELIJKE INPASSING...................................................................................... 10 5.1 5.2
6
BESTEMMINGSPLAN “POLDER MEINERSWIJK” ....................................................................... 5 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT .................................................................. 7
ARCHITECTUUR.................................................................................................................... 10 GROEN ................................................................................................................................. 12
CONCLUSIE EN SAMENVATTING ...................................................................................... 13
Pagina 2 van 13
1
Inleiding
De familie Hensen is woonachtig aan de Meginhardweg 33 te Arnhem. Zij bezit een woning met een vijftal opstallen. De huidige woning en opstallen bevinden zich in dermate slechte staat, dat aan bouwfysische normen niet meer wordt voldaan. Door Korfker architecten is een nieuwe woning met kapschuur ontworpen die de bestaande bebouwing zal vervangen. De nieuwbouwplannen passen echter niet binnen de regels van het bestemmingsplan. Op 9 december 2009 is reeds een principebouwplan ingediend voor bovengenoemde ontwikkeling. De gemeente heeft daarop aangegeven dat twee mogelijkheden openstaan om het bouwplan te kunnen realiseren: 1. een verzoek indienen tot maken van postzegelplan; of 2. gebruik maken van de planologische afwijkingsmogelijkheden in de Wabo. Met de gemeente is afgesproken dat voor de laatste optie wordt gekozen. De aanvraag om omgevingsvergunning zal daarom voorzien moeten worden van een ruimtelijke onderbouwing. In dit rapport geven wij aan in hoeverre nieuwbouwplannen ruimtelijk verantwoord zijn. De onderdelen die beschreven zullen worden in deze onderbouwing zijn achtereenvolgens de motivatie van het plan, de wettelijke en beleidsmatige kaders, een milieutoets, de landschappelijke inpassing en het financiële plaatje.
Pagina 3 van 13
2
Motivatie plan
Op het perceel Meginhardweg 33 te Arnhem rust deels de bestemming ‘Wonen’ en deels de bestemming ‘Natuurgebied II met extensieve recreatie/Waterstaatsdoeleinden’. De bestaande woning en opstallen van de familie Hensen bevinden zich in een dermate vervallen staat dat aan bouwfysische normen niet meer wordt voldaan. De familie Hensen is daarom voornemens de huidige woning te vervangen voor een nieuwe woning en de vijf bestaande opstallen te vervangen voor één kapschuur en één stal. De kapschuur en stal zullen samen dezelfde oppervlakte hebben als de vijf bestaande opstallen. De nieuwe woning heeft een groter oppervlak dan de bestaande woning. Het gebruik van de woning en opstallen zal in de nieuwe situatie niet wijzigen. De familie Hensen houdt ongeveer 10 paarden in de huidige situatie en dit zal door de nieuwbouw niet veranderen. Hieronder volgen een aantal foto’s van de bestaande situatie. Op figuur 1 tot en met 4 ziet u de bestaande opstallen, waaronder de woning.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Pagina 4 van 13
3
Wettelijke en beleidsmatige kaders
Tussen de gemeente Arnhem en Korfker Architecten c.q. de familie Hensen heeft al meerdere correspondentie plaatsgevonden over het voorgenomen bouwplan. In haar brieven heeft de gemeente Arnhem reeds het volgende aangegeven: - Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan; - De woning overschrijdt het bouwvlak met de bestemming ‘Wonen’; - De kapschuur is gesitueerd in de bestemming ‘Natuurgebied II met extensieve recreatie / Waterstaatsdoeleinden. De kapschuur staat echter niet ten dienste van deze bestemming. In dit hoofdstuk vindt toetsing plaats aan de van toepassing zijnde regelgeving en zal de procedure worden besproken die gevolgd moeten worden als de gemeente wil meewerken aan het plan.
3.1
Bestemmingsplan “Polder Meinerswijk”
De woning aan de Meginhardweg 33 te Arnhem bevindt zich in het natuurgebied Meinerswijk. Het bestemmingsplan dat op dit gebied van toepassing is, is het bestemmingsplan “Polder Meinerswijk”. De bouwaanvraag voor de woning met kapschuur, aan de Meginhardweg 33 te Arnhem, van de familie Hensen is in strijd met het geldende bestemmingsplan. De woning overschrijdt namelijk het bouwvlak met de bestemming ‘Wonen’. De bestaande stallen liggen in de bestemming ‘Natuurgebied II met extensieve recreatie/Waterstaatsdoeleinden’. Binnen deze bestemming mogen enkel gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming ‘Waterstaatsdoeleinden’ worden gebouwd. De nieuwe stallen zijn gesitueerd in deze bestemming. De huidige situatie verschilt echter niet van de nieuwe situatie, op de overschrijding van het bouwvlak ‘Wonen’ na. Artikel 32 van het bestemmingsplan kent voor deze situatie een overgangsbepaling, deze is als volgt: 1. Bouwwerken, die hetzij reeds bestonden voor de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, hetzij worden of mogen worden gebouwd krachtens een voor dit tijdstip aangevraagde bouwvergunning en die afwijken, dan wel afweken van de in dit plan en/of bijbehorende voorschriften gegeven bestemmingen en/of maten, mogen, gedeeltelijk of uitsluitend na teniet gaan door een calamiteit, geheel worden vernieuwd, veranderd of herbouwd, mits: a. de aard van het bouwwerk in overeenstemming met het plan wordt gebracht, dan wel blijft binnen de categorie waartoe het behoort of behoorde; (…) b. de laatstelijk bestaande afwijkingen gerekend naar vloeroppervlak, bouwhoogte en bebouwd oppervlak worden niet vergroot; 2. Voor de gehele vernieuwing, verandering of herbouw van de in het eerste lid van dit artikel omschreven bouwwerken, die anders dan ten gevolge van een calamiteit teniet zijn gegaan, kunnen B&W vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, mits het in dat lid onder a en b in acht wordt genomen en de bebouwingsgrens niet wordt overschreden. Voorgaande artikel betekent dat voor de kapschuur en stal op grond van artikel 32 lid 2 sub 1a en b van het bestemmingsplan, vrijstelling kan worden verleend door burgemeester en wethouders. Ook de woning zou onder dit artikel kunnen passen, ware het niet dat bij de woning de bebouwingsgrens wordt overschreden. Voor de woning is het daarom noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van de planologische afwijkingen onder de Wabo (zie paragraaf 3.2 en 3.3).
Pagina 5 van 13
3.1.1
Flora- en faunawet
De Fora- en faunawet geeft in artikel 3 en 4 aan dat bij algemene maatregel van bestuur beschermde inheemse planten- en diersoorten kunnen worden aangewezen die: a. in hun voortbestaan worden bedreigd, of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd; b. niet noodzakelijk in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting; c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten. Nu met betrekking tot het perceel Meginhardweg 33 te Arnhem sprake is van vervangende nieuwbouw kan hoogstwaarschijnlijk met een quickscan worden volstaan om vast te stellen dat de nieuwbouw geen gevolgen heeft voor beschermde planten- of diersoorten, dan wel dat die gevolgen tijdens de bouw in voldoende mate kunnen worden ondervangen. 3.1.2
Natuurbeschermingswet
Op grond van de Natuurbeschermingswet kan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie natuurmonumenten aanwijzen als beschermde natuurmonumenten, Natura 2000-gebieden genoemd. Bij Arnhem zijn de gebieden ‘Uiterwaarden Neder-Rijn’ en ‘Gelderse Poort’ aangewezen als Natura 2000-gebied. Het perceel Meginhardweg 33 te Arnhem valt ruim buiten deze Natura 2000-gebieden. 3.1.3
Archeologische waarden
Het perceel Meginhardweg 33 te Arnhem is volgens het bestemmingsplan ‘Polder Meinerswijk’ niet aangewezen als archeologisch waardevol of als een beschermd archeologisch monument. Daarnaast heeft de gemeente Arnhem een beleidsadvieskaart laten opstellen, welke door de gemeenteraad is goedgekeurd en dus als gemeentelijk beleid geldig is. Op deze beleidskaart (een onderdeel van de beleidskaart is te zien in figuur 5) is te zien dat het plangebied in een zone is gesitueerd waarvoor een lage verwachting van archeologische waarden geldt. Omdat het plangebied in een zone met lage archeologische 2 verwachtingen ligt en de oppervlakte minder dan 2000m bedraagt, is een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk (zie figuur 6).
Figuur 5 Verwachtingszones
Pagina 6 van 13
Figuur 6 Tabel vrijstellingen
3.2
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Op grond van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) wordt een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk dat in strijd is met het bestemmingsplan, aangemerkt als een aanvraag voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. Deze omgevingsvergunning voor strijdig gebruik van gronden of bouwwerken kan slecht worden verleend met toepassing van artikel 2.12 Wabo. Dit artikel houdt in dat de activiteit niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing dient te bevatten. Op grond van artikel 3.10 Wabo moet bij een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, en waarbij slechts vergunning verleend kan worden met toepassing van artikel 2.12 Wabo, de uitgebreide voorbereidingsprocedure gevolgd worden. De procedure voor het wijzigen van het bestemmingsplan duurt minimaal 26 weken. Hieronder volgt de procedure voor het wijzigen van het bestemmingsplan in stappen: 1. Inspraak: Tijdens de voorbereiding van het wijzigen van het bestemmingsplan kan de gemeente overleg voeren met buurtbewoners en ondernemers. Dit is de gemeente echter niet verplicht. Voor ondernemers is het wel van belang dat zij de gemeente informeren over hun toekomstplannen, zodat deze eventueel ingepast kunnen worden in het bestemmingsplan. 2. Vervolgens wordt het ontwerpbestemmingsplan 6 weken ter inzage gelegd. Het bestemmingsplan ligt ter inzage op het gemeentehuis, inclusief bestemmingsplankaart, voorschriften en toelichting. De terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan wordt gepubliceerd in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag- of nieuwsbladen. 3. Tijdens de termijn dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage ligt kunnen belanghebbenden zienswijzen indienen bij de gemeenteraad met betrekking tot het bestemmingsplan. 4. Vervolgens wordt het bestemmingsplan definitief vastgesteld door de gemeenteraad. Dit kan met of zonder wijzigingen zijn. 5. Na vaststelling wordt het bestemmingsplan wederom gepubliceerd de Staatscourant en in één of meer dag- of nieuwsbladen en ter inzage gelegd op het gemeentehuis. 6. Belanghebbenden die zienswijzen hebben ingediend kunnen beroep indienen tegen het bestemmingsplan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Pagina 7 van 13
4
Milieutoets
Hieronder volgt een luchtfoto van Googlemaps (figuur 7), welke een beeld schetst van de omgeving.
Figuur 7 Luchtfoto
4.1
Gevolgen milieu op woning
Binnen een straal van 300 meter van het perceel Meginhardweg 33 bevinden zich geen agrarische of industriële bedrijven. De bedrijfsvoering van nabijgelegen bedrijven zal voor wat betreft de aspecten geluid- en geurhinder niet in het geding komen. De vervanging van de huidige bebouwing door nieuwbouw zal niet van invloed zijn op flora en fauna. Door Vos Ecologisch Onderzoek is een ecologische quickscan uitgevoerd. In dit onderzoek is aangegeven dat enkel de vleermuizen, de huismus en de rugstreeppad effecten kunnen ondervinden van de nieuwbouw. In het rapport worden echter al mitigerende maatregelen voorgesteld, welke een overtreding van de Flora- en faunawet zullen voorkomen. In paragraaf 4.3 wordt hier dieper op ingegaan. In de wijde omgeving rond Meginhardweg 33 te Arnhem bevinden zich geen veehouderijen. In het kader van de Wet geurhinder en veehouderij worden daarom geen problemen verwacht.
Pagina 8 van 13
4.2
Invloed stal op milieu
Binnen een straal van 50 meter van het perceel Meginhardweg 33 bevinden zich geen woningen. De woning en opstallen van de familie Hensen kunnen daarom geen negatieve invloed uitoefenen op omliggende woningen voor wat betreft de aspecten geluid- en geurhinder. In de nieuw te bouwen stal van de familie Hensen zullen hobbymatig 10 paarden worden gehouden en veulens worden gefokt. Tevens wordt op freelance basis af en toe paardrijles gegeven. De inrichting valt daarmee onder het Besluit Landbouw milieubeheer. Nu zich binnen een straal van 50 meter geen woningen bevinden voldoet de inrichting aan de minimale afstanden die het Besluit Landbouw milieubeheer voorschrijft. 4.3
Maatregelen flora en fauna
In de ‘Ecologische Quickscan Meinerswijk’ (Vos Ecologisch Onderzoek, maart 2011) zijn de volgende maatregelen bepaald die moeten voorkomen dat door planrealisatie ontoelaatbare gevolgen voor flora en fauna ontstaan: Rugstreeppadden: - In de voortplantingsperiode (mei-juli) zijn de volwassen dieren naar de voorplantingswateren. Er worden dan amfibikerende schermen geplaatst om het terrein waar gewerkt wordt. Zo wordt voorkomen dat rugstreeppadden op de bouwplaats verongelukken. In de omgeving is voldoende leefgebied zodat het afgeschermde terrein geen grote inbreuk maakt op het habitat. - Jonge padden worden binnen het werkgebied weggevangen door op strategische plaatsen emmers in te graven. Deze worden na een nacht gecontroleerd en geleegd buiten het afgeschermde gebied. - Er moet een ecologisch werkprotocol op locatie aanwezig zijn die bekend is bij de mensen die er werken. - Er dient een ecoloog bij betrokken te zijn om ervoor zorg te dragen dat de maatregelen ten aanzien van de rugstreeppad zorgvuldig worden uitgevoerd. Huismus: - In het dak van de nieuwe woning wordt nestgelegenheid aangebracht voor de huismus door de toepassing van vogelvides onderaan de dakranden. - Ter overbrugging van de sloop en nieuwbouw worden minimaal 15 mussenpotten in de directe omgeving opgehangen, zodat tijdelijk vervangende broedplaatsen aanwezig zijn. Deze potten worden minimaal een half jaar voor aanvang sloopwerkzaamheden opgehangen. Vleermuizen: - Om de kans op aanwezigheid van vleermuizen uit te sluiten wordt een aanvullend onderzoek uitgevoerd door een ter zake deskundige conform het vleermuizenprotocol 2011 Bovengenoemde maatregelen zullen worden getroffen teneinde te voldoen aan de Flora- en Faunawet. 4.4
Luchtkwaliteit
Het herbouwen van een woning aan Meginhardweg 33 te Arnhem is een project waarvan, op grond van artikel 4 van het Besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), kan worden gesteld dat zij niet in betekende mate invloed heeft op de luchtkwaliteit in de omgeving. Verder gebeurt het houden van paarden zodanig kleinschalig en zijn gevoelige objecten op zodanige afstand van de inrichting verwijderd, dat ter plaatse van gevoelige objecten in de omgeving de normen voor de luchtkwaliteit niet zullen worden overschreden.
Pagina 9 van 13
5 5.1
Landschappelijke inpassing Architectuur
Door Korfker Architecten is een ontwerp gemaakt om de huidige woning en vijftal opstallen te vervangen voor een nieuwe woning met kapschuur en stal. De kapschuur en stal hebben in 2 totaal dezelfde oppervlakte als de huidige vijf opstallen, namelijk 217m . De nieuwe woning heeft een iets groter oppervlak dan de bestaande woning en valt daarmee buiten het bouwblok. Voor het ontwerp van de woning, kapschuur en stal is gekozen voor een landelijke uitstraling, welke goed past bij de omgeving waar de omgeving zich bevindt. De woning bevindt zich in het natuurgebied Meinerswijk en De Praets, de landelijke bouwstijl past hier goed bij. Op 300 meter van de woning bevindt zich een oude steenfabriek, welke dezelfde uitstraling heeft als de nieuw te bouwen woning. De huidige woning en opstallen bevinden zich in een dermate vervallen staat die de uitstraling van de omgeving niet ten goede komt, tevens hebben de huidige woning en opstallen geen enkele architectonische of cultuurhistorische waarde. De nieuwe woning met kapschuur en stal past qua uitstraling veel beter in de omgeving. Het bouwplan is reeds voorgelegd aan de gemeente. De commissie voor Welstand en Monumenten heeft het bouwplan in haar vergadering van 8 februari 2010 reeds behandeld. De commissie heeft aangegeven zich op hoofdlijnen te kunnen vinden in de uitgangspunten van het plan en heeft voor de verdere uitwerking nog de volgende suggesties gedaan: - De onderlinge afstand van de ramen op de begane grond gelijk houden aan de luikbreedte; - De luiken bij de bovenramen weglaten; - De zijwangen van de dakkapellen strakker maken; - Een oranje, keramische dakpan toepassen. Dit komt veel voor in de omgeving en past beter bij de karakteristiek van het landelijke ontwerp; - De gevelsteen aanpassen aan de oranje dakpan, bijvoorbeeld een donkere genuanceerde steen. Door de commissie is reeds aangegeven dat het bouwplan past binnen de redelijke eisen van welstand. De figuren hieronder geven een impressie van het voorgenomen bouwplan.
Figuur 8 Voorgevel woning
Pagina 10 van 13
Figuur 9 Rechterzijgevel woning
Figuur 10 Noordgevel stal
Figuur 11 Voorgevel kapschuur
Pagina 11 van 13
5.2
Groen
Het erf wordt ingericht als terrein (verharding) en als tuin. In fig. 12 is aangegeven hoe de groenvoorziening in de tuin op hoofdlijnen wordt ingevuld. Het is niet de bedoeling om dit nu al op vergaand detailniveau te doen, omdat daarmee in de latere fase door de bewoners geen eigen invulling aan de tuin zou kunnen worden gegeven. In de hoofdstructuur is rekening gehouden met het landschap dat enerzijds open is, maar ook allerlei kleinere en vaak lage bossages omvat. Tevens is de architectuur van het plan niet zodanig dat het gewenst of nodig is om de gebouwen volledig in te pakken in groen. Het onder architectuur vormgegeven plan komt het beste tot zijn recht dat het goed zichtbaar is en slechts vanuit bepaalde invalshoeken gedeeltelijk achter het groen schuil gaat. Dit laatste brengt een zekere spanning met zich mee en zal de kwaliteit van het geheel ten goede komen. Gekozen is om de westelijke zijde aan de achterkant te omzomen met bosplantsoen dat bestaat uit inheemse soorten. Hierdoor wordt, mede door de gebouwen, het terrein voor een belangrijk deel aan het oog onttrokken. Schuin achter de woning zouden twee hoogstamfruitbomen kunnen worden geplant die kunnen uitgroeien toe karakteristiek beeldbepalende elementen. Aan de voorzijde en deels aan de zijkanten is gekozen voor een haag van meidoorn. De in figuur 12 aangegeven hagen moet worden gezien als een minimale invulling, maar die toch robuust genoeg is om als hoofdbeplanting te zien. Voor het overige kan door de familie de tuin op eigen wijze worden ingevuld zonder dat dit storend is naar de natuurlijke omgeving.
3 1 = meidoornhaag 2 = hoogstamfruit
2
1
3 = bosplantsoen met bijv.:
1
1
Fig 12: Groenstructuur
Pagina 12 van 13
1
-
Gelderse Roos
-
Vuilboom
-
Meidoorn
-
Sleedoorn
-
Rode Kornoelje
-
Gele Kornoelje
6
Conclusie en samenvatting
De familie Hensen heeft op haar perceel Meginhardweg 33 te Arnhem een woning met een vijftal opstallen. Deze woning en opstallen bevinden zich in een vervallen staat die niet meer aan bouwfysische normen voldoet. De familie Hensen is voornemens de huidige woning en opstallen te vervangen door een nieuwe woning, een kapschuur en een stal. De woning valt echter buiten het bouwblok, waardoor het plan niet past binnen de regels van het geldende bestemmingsplan. De gemeente Arnhem is bereid om gebruik te maken van de planologische afwijkingsmogelijkheden in de Wabo, zodat de familie Hensen haar nieuwbouwplannen kan realiseren. In dit rapport is aangegeven welke procedure gevolgd dient te worden om de nieuwbouwplannen van de familie Hensen mogelijk te maken. Verder is onderbouwd dat de nieuwbouwplannen geen negatieve gevolgen zullen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit. De nieuw te bouwen, kapschuur en stal hebben een landelijke uitstraling, welke goed past binnen de omgeving.
Pagina 13 van 13