www.azstlucas.be
> Rug- en nekrevalidatie Informatiebrochure ergonomie
>> Deze brochure geeft informatie over:
Deel 1: Wervelzuil en ergonomische basishoudingen 3 Inleiding 3
2
Rug- en nekrevalidatie
Deel 2: Ergonomische houdingen en bewegingen bij activiteiten van het dagelijkse leven
14
1. Anatomie van de wervelkolom
3
2. Behoud van de natuurlijke krommingen van de wervelkolom
1. Buigen, heffen/ optillen, dragen/ verplaatsen, neerzetten, laagwerk
14
4
2. Werken in stand
17
5 5 7 10
3. Zittend werken
19
4. Ergonomie in de auto
20
5. Activiteiten in lig
21
6. Ergonomisch sporten
22
7. Memo
23
3. Basishoudingen – Staan – Liggen – Zitten
Deel 1: Wervelzuil – Ergonomische basishoudingen 1. Anatomie van de wervelkolom
Inleiding
De dikke Van Dale leert ons dat ergonomie de studie is over de aanpassing van de werkomstandigheden aan de mens. Zowel machines als gereedschappen, taken en functies, als de directe werkomgeving zelf, moeten afgestemd worden op de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer. Ergonomie houdt zich dus bezig met de analyse van onze persoonlijke taken, zodat rugbelastende situaties kunnen herkend worden.
10.
}
Tijdens de workshop ergonomie leert u inzicht te verwerven in uw persoonlijke rugbelasting en rugbelastbaarheid. De ergotherapeuten die de workshop begeleiden helpen u om foute gewoonten om te buigen naar rugbeschermende handelingen.
3./4./5.
8.
4.
1.
3.
5. 9.
1.
1. wervellichaam 2. tussenwervelschijf of discus 3. doornvormig uitsteeksel 4. dwarsuitsteeksel 5. facetgewricht of tussenwervelgewrichtje 3.4.5. wervelboog 6. wervelraam 7. wervelkanaal 8. ruggenmerg 9. zenuwwortel 10. voorste overlangs ligament 11. achterste overlangs ligament
4. 5.
3.
7. 11.
3
Rug- en nekrevalidatie
2. Behoud van de natuurlijke krommingen van de wervelkolom De wervelkolom wordt zwaar belast, alleen al door het gewicht van het bovenlichaam. In zijn natuurlijke krommingen (lordose en kyfose) wordt de rug het minst belast, omdat de zwaartelijn van het lichaam dan van kruin tot stuit door de lendenwervelzuil loopt en het gewicht van het bovenlichaam gelijkmatig wordt verdeeld. Horizontale schoudertoppen en horizontale heupkammen zijn controlepunten hierbij. Lage positie van de kin bepaalt de positie van het hoofd en daarmee: de holle vorm van de nek. Correcte bekkenkanteling beschermt de holle lendenzone.
4
Rug- en nekrevalidatie
1. Cervicale lordose = holle halswervelzuil 2. Dorsale kyfose = bolle borstwervelzuil 3. Lumbale lordose = holle lendenwervelzuil 4. Kyfose van de bekkenkom = heiligbeen en stuitbeen in bolle stand
3. Basishoudingen
De basishoudingen zijn de startposities van waaruit men vertrekt bij het uitvoeren van activiteiten.
Advies Schoeisel: steungevend en lage hak
(man: 2 à 3 cm, vrouw 3 à 4 cm).
>> Staan
Zinvol gebruik van steunzolen.
De zwaartekracht valt als een verticale lijn door kruin, lendenzuil, stuit en steunvlak van de voeten.
Gelijke verdeling van het lichaamsgewicht
Voeten licht gespreid: 'kleinste afstand'.
➘
➘ ➘ ➘ ➘ ➘
over de beide onderste ledematen: horizontale heupkammen.
Ontspannen knieën. Bekkenkanteling: stuit laag. Schouders laag en naar achter gericht:
horizontale schoudertoppen.
Kin laag en in retractie
(dubbele kin).
Kruin boven stuit!
5
Rug- en nekrevalidatie
Alternatieve staande houdingen 1. 'Barhouding' Één voet verhoogd plaatsen. Aandacht voor horizontale heupkammen.
2. Uitvalstand: voorwaartse uitstap + gewichtsverdeling (= gebogen knie boven voorste voet.).
Foutieve staande houdingen 3. Heupkammen en/ of schoudertoppen zijn niet horizontaal.
1.
2.
3.
6
Rug- en nekrevalidatie
➘
➘ ➘
➘ ➘
➘
➘ ➘
7
>> Liggen
➘ ➘ ➘ 7
Rug- en nekrevalidatie
➘ ➘
In / uit bed stappen via zit naar zijlig
➘ Houding in zijlig In zijlig toont de wervelzuil zich als een horizontale lijn van kruin tot stuit. Schoudertoppen en heupkammen blijven rechtlijnig tegenover elkaar.
1.
8
Rug- en nekrevalidatie
➘
Daartoe moet de onderlaag (matras + matrasdrager) verschillende drukzones of comfortzones hebben:
➘ 2.
Zacht ter hoogte van zware lichaamszones (bekken en schouders). Hard ter hoogte van lichte lichaamszones (hoofd, lenden, benen).
Kussens: 1.
Ter ondersteuning van de nekzone.
2 en 3. Ter ondersteuning van de bovenliggende knie en elleboog (sleepmate). Eventueel als ruggensteun.
Een correcte ruglig heeft als voordeel dat de druk in de tussenwervelschijven zeer klein is. Ondersteuning door een nekkussen en een kussen onder de knieën (4. psoashouding) verminderen de spanning in de lage rugspieren.
➘
Houding in ruglig
➘ 3.
➘ ➘ ➘
4.
1.
2.
Foutieve slaaphoudingen
7 7
1. In zijlig Liggen op een te harde of te zachte onderlaag.
Liggen zonder hoofdkussen/nekkussen.
Wringing ter hoogte van schoudergordel en/of lendenzone.
9
➘ ➘ ➘
Rug- en nekrevalidatie
2. In ruglig Geen ondersteuning ter hoogte van nek, lenden en knieën.
Hoofdkussen onder schouders.
3. In buiklig is te vermijden omwille van:
7
➘ ➘
3.
wringing ter hoogte van de nek en hoge rug.
sterke uitholling ter hoogte van de lage rug.
>> Zitten Van zit naar stand met steunende voet onder de zitting. Steunend op armleuning
Controle van de bovenromp in zithouding (tandrad)
Voeten steunen op onderlaag.
Knieën naast elkaar.
Schouders en kin laag.
Kruin hoog.
Holle lendenzone dankzij activiteit van de rompspieren of gebruik van een ruggensteun.
➘
➘
10
Rug- en nekrevalidatie
Steunend op dijen
S-vorm = OK
C-vorm is fout
Aanpassen van het zitmeubel (stoel, zetel, ...) aan de gebruiker
➘
➘
Controleren van de zithoogte:
- Knieën en heupen in een hoek van minstens 90°. - beide voeten lichtjes gespreid, steunend op de grond. - druk is voelbaar ter hoogte van bovenbeen (niet op stuit of in kniekuil). Controleren van de zitdiepte - vlakke zitting. - de vrije ruimte tussen de knieholte en de rand van de stoel is 6 cm. - gebruik de volledige zitting van de stoel. - gebruik een ruggensteun ter hoogte van de lage rug.
Controle van de rugleuning:
- hoogte van de lendensteun: tussen heupkam en onderste rib - steungevend tussen de schouderbladen Controle van de armsteunen: - Ellebogen: in een flexie van ongeveer 90°. - Breedte: aansluitend in de taille. - Lengte: armsteun steekt niet uit voorbij de buik.
Alternatieve zithoudingen 1. Actieve zit met actieve spierspanning in de lendenzone is uitsluitend toegelaten bij getrainde rugmusculatuur. 2 en 3. Actieve zit met brede hoek in het heupgewricht (open zithoek): heupgewricht hoger dan kniegewricht.
1.
2.
Relax-houding/ kantelfunctie:
- Bij het kantelen van zitting en rugleuning wordt de zithoek van 90° behouden. - Ondersteuning van S-vorm van de rug en licht gebogen knieën.
➘
➘ 11
Rug- en nekrevalidatie
➘
↕
➘
➘
➘
3.
Passief zitten (met externe steun) Om een “ronde rug” te vermijden zijn extra steunpunten nood zakelijk bv, ruggensteun, armsteun, gesteunde onderbenen, ...
Relaxhouding: - bij het kantelen van zitting en rugleuning blijft de zithoek van 90° behouden. - ondersteuning van de S-vorm van de volledige rug. - licht gebogen kniëen en gesteunde voeten.
➘ ➘
➘ ➘ 12
Rug- en nekrevalidatie
➘
➘
➘
Foutieve zithoudingen
4.
7 7 7 ➘ ➘
➘
➘
2.
➘
1.
Foutief actief zitten: 1. met bolle rug 2. op een te lage zitting - heupgewricht zit lager dan kniegewricht 3. door torsie in de lage rug Foutief passief zitten 4, 5 en 6 met bolle rug of torsie
13
Rug- en nekrevalidatie
3.
5.
6.
➘
➘
7
7
Deel 2: Ergonomische houdingen en bewegingen bij activiteiten van het dagelijkse leven 1. Buigen, heffen/optillen, dragen/verplaatsen, neerzetten, laag werk >> Buigen door heupen en knieën: Houdingscontrole in stand.
Omkader het voorwerp.
Bekken laag en naar achter houden, geeft tegengewicht voor de extra belasting (= gewicht van het voorwerp).
Beweeg in knieën en heupen tegelijkertijd.
Steun met voorarmen tegen de binnenkant van dijen of knieën.
➘
➘ ➘ ➘
➘
14
Rug- en nekrevalidatie
>> Foutief buigen:
7
➘ ➘
➘
>> Golferbeweging
➘ >> Knievaltechniek
15
➘
➘
Rug- en nekrevalidatie
➘
➘
>> Buigen door beide knieën + steunende hand:
>> Dragen en verplaatsen van voorwerpen:
16
Rug- en nekrevalidatie
➘
➘
➘
Houd de last zo dicht mogelijk tegen je lichaam. Hoe kleiner de lastarm, hoe minder kracht er nodig is om een voorwerp te verplaatsen.
Vermijd torsies in de rug.
Verplaats steeds de voeten in de richting van het werkveld.
>> Alternatief: gebruik van rugzak en/ of heupdraagtas Hoeveel mag ik heffen en dragen ? maximum gewicht van de rugzak: bij volwassenen 25% van het lichaamsgewicht, bij kinderen 10% van het lichaamsgewicht. gewicht over de twee schouders verdelen gewicht dicht tegen de rug aantrekken met korte schouderriemen en eventueel heupriem
2. Werken in stand
>> Wat is werkhoogte? De ideale werkhoogte is aangepast aan de lichaamslengte van
de taakuitvoerder en aan het soort werk . Materiaal wordt gemanipuleerd op ellebooghoogte. De werkhoogte= de hoogte van het werkveld/ werktafel
(vb. strijktafel) + de hoogte van het werkstuk/materiaal (vb. strijkijzer).
>> Welke taakeisen beïnvloeden de werkhoogte? Precisiewerk Nood aan meer visuele controle. Verhoogd werkveld = ellebooghoogte + 10 cm
17
Rug- en nekrevalidatie
Precisiewerk
Licht werk
Zwaar werk
Man
100-110 cm (of meer)
90-95 cm
75-90 cm
Vrouw
95-105 cm
85-90 cm
70-85 cm
Item
Ter hoogte van de elleboog (of hoger)
Tussen heup en elleboog
Heuphoogte
2.
1.
3.
➘
➘
Lichte handenarbeid: 1. Werkveld = ellebooghoogte- 5 à 10 cm
➘
Zware handenarbeid: 2. Met meer kracht vanuit schouder en elleboog
➘
Verlaagd werkveld = ellebooghoogte - 20 à 40 cm
>> Aanpassingen bij ongeschikte hoogte van het werkveld:
4.
Werkveld is te laag 4. Verlengde steelwerktuigen: lengte van de steel = minimaal op schouderhoogte van de persoon.
➘
Werkveld is te hoog Maak gebruik van een stevig opstapje of een ladder zodat: 5. De blikrichting op gelijke hoogte van de taakuitvoering wordt gebracht.
➘
6. Ellebooghoogte niet hoger dan schouderhoogte.
>> Aanpassen van houding en beweging van de uitvoerder:
7.
8.
9.
7. Voorzie in extra steunpunten.
8. Uitvalstand 9. Zijwaartse spreidstand en gewichtsverdeling over de beide voeten
➘
➘
Verander regelmatig van houding door gebruik van:
➘
18
Rug- en nekrevalidatie
➘ ➘
➘
3. Werkveld verhogen: vb. afwasbekken op aanrecht, emmer op verhoog plaatsen, blokken onder tafelpoten, …
5.
➘
➘
➘ 3. Zittend werken / Bureelwerk
➘ ➘
6.
➘
➘
7
Zit- en werkbladhoogte zijn afhankelijk van de individuele
lichaamsmaten van de gebruiker. – Zithoogte: zie basishouding ‘zitten’. – Werkbladhoogte = ellebooghoogte. Het toetsenbord
– Het klavier staat vlak. – Neutrale stand van de polsen. – Ondersteuning van voorarm op armsteunen van kantoorstoel. Het beeldscherm
– Hoogte van het scherm: onder horizontale blikrichting – Afstand tussen ogen en beeldscherm = 50 à 70 cm. – Beeldscherm loodrecht op de kijkrichting (= hoek van 15 à 30 °). Aandacht voor de belichting van het werkvlak
– Spiegelingen op het beeldscherm vermijden. – Lampen kunnen afgeschermd worden. – Buitenlicht kan vermeden worden door het beeldscherm haaks op het raam te zetten.
➘ ↕
Gebruik van documentenhouder om torsie van nekzone te vermijden:
– Ideale hoek voor leeswerk = 45 à 65 ° – Ideale hoek voor schrijfwerk = 15 à 30°
19
Rug- en nekrevalidatie
4. Ergonomie in de auto
➘
➘
➘
>> Een goede zithouding in de auto goede zithouding:
– gesteunde lendenzone en schouderbladen. – kin laag.
➘
Controlepunt voor
➘
Heupen, knieën en ellebogen in 90° à 100°.
Afstand tussen zetel en dashbord:
horizontaal gestrekte arm + met pols op de bovenrand van het stuur.
20
Zijwaarts: door de knieën buigen tot het bekken de zitting raakt
Rug- en nekrevalidatie
➘
En bloc: rugwaarts
➘
>> In en uit de auto stappen
>> Lasten in en uit de auto halen Voorwerp zo dicht mogelijk tegen het lichaam dragen. Zet lichte voorwerpen met de golferbeweging in de koffer.
zware voorwerpen: buig door de knieën en steun tegen de bumper.
Bij
Laad zware voorwerpen vooraan, lichtere achteraan in de koffer.
koffer met een vlakke, effen laadbodem is de beste keuze (hulpmiddel: zeil op kofferbodem)
Een
➘ ➘ ➘
5. Activiteiten in lig
>> Slapen : zie lighouding
>> Activiteiten in halflig of relax-houding: Bijvoorbeeld lezen, tv-kijken, laptopbediening, ...
>> Vrijen : Buiging
in heupen en knieën bewaren.
Geen torsie (buiging + draaien) in lendenzone en nek. Bij ruglig:
Aandacht voor: van volledige rugzijde, ter hoogte van lenden, middenrug, nek en hoofd.
Ondersteuning
Geplooide en ondersteunde knieën.
gesteunde lendenzuil en nek.
21
Rug- en nekrevalidatie
6. Ergonomisch sporten
>> Vier belangrijke pijlers:
Door regelmatige sportbeoefening blijft de opgebouwde conditie bewaard.
Juiste sporttechniek = rugveilig!
Warming up en cooling down is steeds spier- en gewrichtsvriendelijk.
Pijn = alarmfunctie.
>> Welke sporten worden er aanbevolen: Zwemmen
Zorg voor een correcte zwemstijl. – Schoolslag: vermijd lenden-uitholling en overstrekking van de nek. Hou hoofd en kin laag!
22
Rug- en nekrevalidatie
– Rugslag, borstcrawl of vlinderslag: afhankelijk van de individuele problematiek.
Afwisseling in borstlig en ruglig!
Duiken is af te raden.
Vermijd koude, want dit verhoogt de spierspanning.
Fietsen
Juiste afstand tussen stuur en zitting.
Goede zadelhoogte.
Houdingscontrole.
Wandelen
Stevige schoenen/veerkrachtige schoenzolen.
Gebruik van wandelstokken.
Aandacht voor torsies, veroorzaakt door eventuele draagtas. Voorkeur voor rugzak of heuptas.
>> Volgende sporten moeten geleidelijk worden opgebouwd: Tennis
Aandacht voor juiste techniek: kniegewrichten dienen de rug te ontlasten!
Ontwikkel sterke buik- en rugspieren.
Doe opwarmingsoefeningen vooraf.
Vermijd te harde ondergrond (gras of gemalen beton).
Stop als u pijn voelt.
Vermijd torsies.
Lopen
Bouw de trainingen goed op en besteed meer aandacht aan tijd dan aan afstand (niet langer dan 20, 30 minuten) bv. Start-to-run programma.
Neem voldoende rust bij eventuele overbelasting.
Loop op een zachte, maar stabiele ondergrond (bv. bosgrond of Finse piste met boomschors).
Aandacht voor rugvriendelijk loopschoeisel: licht, goed verlucht, met gel- of luchtveringen.
Controleer houding en loopstijl.
>> Welke sporten worden het best vermeden: Sporten die belangrijke compressiekrachten of herhaalde schokken op de wervelkolom teweeg brengen, zoals gemotoriseerde sporten (motorcross), gewichtheffen, bodybuilding, valschermspringen, paardrijden, gevechtssporten, balsporten, competitiesporten, skieën, roeien, …
7. Memo
Hef en til
Zittend werk
Vermijd torsie (draaien + buigen)
Zitcomfort: zie basishouding ‘zitten’
Omkader
Hoogte van tafel /werkblad
Heup- en kniebeweging gelijktijdig
Inclinatie van leeswerk (60°) en/of schrijfwerk (30°)
Extra gewicht dichtbij de romp (zwaartelijn)
Dynamische zit Rugveilig van zit naar stand
Buigen Knievaltechniek
Auto
Golferbeweging
Rugveilig
Door beide knieën + heupen buigen
Volledige ruggensteun
in en uit auto
Zithouding = armen en benen 90-110°
Staand werk
Afstand tussen zitting en stuur
Controlepunten bij basishouding ‘staan’
Koffer in- en uitladen= golfersbeweging
Bar- houding = één voet hoger plaatsen Voorwaartse uitstapbeweging (cf. boottrekker) + gewichtsverdeling
Sport
Spreidstand
Schokvrij
Aanpassing van werkhoogte
Opbouwend trainingsschema
Extra steunpunten voorzien
Juiste techniek Warming up en cooling down
Lighouding
Pijn = alarmfunctie
Horizontale wervelzuil in zijlig Hoofdkussen Sleepmate Vermijd buiklig Halflig of relaxhouding Rugveilig in en uit bed
Voor verdere inlichtingen of individueel advies kan u steeds terecht bij de rugschool. tel. 09-224 58 33 (ergotherapie) tel. 09-224 58 13 (kinesitherapie)
23
Rug- en nekrevalidatie
2012/14.071
www.azstlucas.be
vzw AZ Sint-Lucas & Volkskliniek campus Sint-Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent tel. 09-224 61 11,
[email protected] campus Volkskliniek, Tichelrei 1, 9000 Gent