!
OPLEIDINGSBEHOEFTE
! !
VAN DE NOORDELIJKE
!
OPENBARE BIBLIOTHEKEN DE MOGELIJKHEDEN VOOR IDM GRONINGEN ONDERZOEKS- en ADVIESRAPPORT
Auteur & studentnummer! School! ! ! ! ! ! ! ! Opleiding! ! !
: Tom Sebastiaan Roos, 286160 : Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Communicatie en Media : Informatiedienstverlening- en Management (IDM)
Datum & Plaats!!
: 12 januari 2010, Groningen
!
!
OPLEIDINGSBEHOEFTE
! !
VAN DE NOORDELIJKE
!
OPENBARE BIBLIOTHEKEN DE MOGELIJKHEDEN VOOR IDM GRONINGEN ONDERZOEKS- en ADVIESRAPPORT
Auteur! ! ! School! ! ! ! ! ! Opleiding! ! Opdrachtgever! ! Eerste begeleider!
: Tom Sebastiaan Roos : Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Communicatie en Media : Informatiedienstverlening- en Management (IDM) : Kees Westerkamp : Sjaak Schipper
Datum & Plaats!!
: 12 januari 2010, Groningen
Samenvatting Aanleiding Kees Westerkamp, docent Informatiedienstverlening en -management / Media & Informatiemanagement aan de Hanzehogeschool Groningen, realiseert zich de dynamiek van de openbare bibliotheek sector en krijgt diverse signalen dat er behoefte is aan kwalitatief (nieuw) personeel. Dat er in de adviesraad gesproken is over een mogelijke nieuwe opleiding en opleidingsvorm voor bibliotheekmedewerkers heeft de directe aanleiding gegeven om dit nader te laten onderzoeken.
Opdracht Het doel van de afstudeeropdracht is om de opdrachtgever te adviseren of IDM Groningen / Hanzehogeschool de mogelijkheden heeft om een opleidingsaanbod te verzorgen voor de openbare bibliotheekmedewerkers van de drie noordelijke provincies van Nederland.
De formele probleemstelling “Welk HBO-opleidingsaanbod zou IDM Groningen / Hanzehogeschool in potentie kunnen verzorgen voor de (nieuwe) medewerkers binnen de openbare bibliotheken, in de drie noordelijke provincies van Nederland.”
Verantwoording aanpak en werkwijze Vanuit mijn oriëntatie en deskresearch bleek dat de vraag naar een mogelijke HBO-opleidingsbehoefte niet direct beantwoord zou kunnen worden. Beleidsplannen vermelden wel tal van nieuwe uitdagingen waarvoor de bibliotheken worden gesteld, maar specificeren niet de benodigde competenties die het van hun bibliotheekmedewerkers zal gaan vergen. Het belangrijkste deelaspect van mijn onderzoek is dan ook de formulering van de benodigde competenties van de toekomstige bibliotheekmedewerker geworden. Met de afgeleide nieuwe beroepscompetenties is min of meer de theoretische opleidingsbehoefte geanalyseerd. Uiteindelijk heb ik met enkele interviews mijn theoretisch afgeleide competentieprofiel aan de praktijk getoetst, heb ik gesproken over de gewenste opleidingsvorm en of er op korte termijn behoefte is aan een dergelijk opleidingsaanbod.
Resultaten en conclusie De bibliotheek en haar boeken raken in rap tempo een deel van haar traditioneel verworven status kwijt. De bibliotheken hebben onder leiding van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) een visie ontwikkeld voor de toekomst van openbare bibliotheken. Deze plannen zijn voor een belangrijk deel ingegeven door veranderingen in de maatschappij en de digitalisering van informatie. De plannen van de openbare bibliotheken lijken aanzienlijke (bij)scholing te vragen van haar (toekomstige) medewerkers. Terwijl het door het innovatieve karakter ervan ook een attitude van een leven-lang-leren impliceert. De door mij afgeleide onderliggende competenties bleken dan ook fors en veelzijdig. Naast uiteenlopende vakinhoudelijke vaardigheden, wordt een brede kennis van ICTtoepassingen en bijzondere communicatievaardigheden nodig geacht. Maar daar blijft het niet bij. Er ontstaat behoefte aan innovatief, netwerkend ondernemerschap met de bijbehorende klantgerichtheid, marketing en relatiemanagement. Het vergt samenwerking op uiteenlopende niveauʼs, vaardigheden als (project)organisatie en een attitude als kritisch denker, inleving en zelfreflectie.
Op korte en middellange termijn is het binden van bestaande klanten en optimaliseren van de bestaande dienstverlening onontbeerlijk! Bibliotheken richten zich in eerste instantie dan ook op het optimaliseren van hun core-business door herpositionering van de bibliotheek als winkel, verbeteren van de klantgerichtheid en marktonderzoek naar klantgedrag en marktsegmentering. Tegelijkertijd wordt er nauwelijks geïnvesteerd in scholing van bibliotheekmedewerkers. Door een verschuiving in de financiering, de afnemende regiefunctie van de VOB en onzekerheden over klantenbinding en efficiencyvoordelen van verdere digitalisering trof ik een nogal afwachtende houding aan als het gaat om de investering in opleidingen binnen de bibliotheken. Er is een duidelijke latente opleidingsbehoefte, maar ik heb (nog) geen concrete opleidingsvraag in de markt (van de drie noordelijke provincies) kunnen blootleggen. Al met al heeft mijn onderzoek naar mijn mening wel een duidelijke indicatie opgeleverd met welke competenties een eventueel opleidingsaanbod in de toekomst rekening te houden heeft. Tevens lijkt het raadzaam om een eventuele (toekomstige of kleinschalige pilot) opleiding op te zetten langs de denklijn die VOB heeft uitgezet. Zij ambiëren een opleidingsaanbod met duidelijke kenmerken van ʻinformal learningʼ die nadrukkelijk is gekoppeld aan de (innovatieve) praktijk van het toekomstige werkveld.
Mijn aanbeveling in kort bestek 1. De opleiding IDM van de Hanzehogeschool doet er goed aan om te starten met een nieuwe opleiding voor de bibliothecaris van morgen. Vast staat dat “in de periode t/m 2015 ruim 20% van het zittende personeel stopt met werken – terwijl als we 2020 als ijkpunt nemen dit zelfs bijna 45% zal zijn.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) 2. Start met voltijdopleidingen voor jonge ondernemende talenten, om de bibliotheekbranche te voorzien van “vers bloed” om de beoogde moderniseringslag en innovaties te helpen realiseren. Er is niet zozeer behoefte aan bijscholing van bestaand personeel als wel aan goed opgeleide jonge bibliothecarissen. Zij brengen niet alleen hun noodzakelijke frisse kennis mee, spreken de taal van de “gemiste doelgroep” jongeren, maar zullen bovendien in zekere zin ook hun “oudere” collegaʼs op sleeptouw nemen. 3. Start in deze fase - van het beter vermarkten en digitaal toerusten van de huidige core-business een pilot-opleiding met een sterke focus op marketing, communicatie en projectmangement. Het ziet er naar uit dat pas in volgende fasen de nadruk gaat verschuiven naar interactie met de klant, breed toepassen van moderne media en de (regionale) regie over het ontsluiten van tal van (digitale) netwerken en informatiebronnen. Gezien het zich nog ontwikkelende karakter van de opleidingsbehoefte en vacaturevervulling lijkt de start met een kleinschalige pilot een logische eerste stap. 4. Zet de opleiding op in de vorm van een co-productie. De opleiding IDM van de Hanzehogeschool doet er volgens mij goed aan om te bezien of zij de bibliotheken niet kan binden met het aanbod van opleiding in de vorm van een co-productie. Een gezamenlijke opleiding die talentvolle ondernemende studenten weet te werven en op te leiden voor haar klanten. Terwijl de Hanzehogeschool de opleiding verzorgt, zorgt de bibliotheek voor een concreet (innovatief) project en begeleiding binnen de organisatie.
5. Ontwikkel de opleiding in nauwe samenwerking. Maak net als beoogd wordt in het toekomstige werkveld volop gebruik van lerende, elkaar verrijkende netwerken van informatie. Wellicht is het mogelijk om te verbinden met de opleiding van “het toekomstige kader” de “Library School”. Het samen delen en verrijken van kennis is een mooi ambitieus gedachtegoed, dat in de praktijk lang niet altijd even makkelijk tot stand komt. Maar als er een branche zou moeten zijn waar dit tot bloei zou moeten kunnen komen moet het toch wel de bibliotheekbranche zelf zijn, lijkt mij… 6. Sluit aan bij de door de VOB beoogde opleidingsvorm met zoveel mogelijk koppelingen met het paradigma “informal learning”. De deelnemer - die zijn project deelt met de eigen organisatie creëert zo een netwerk van betrokkenen binnen en buiten de eigen bibliotheekorganisatie, terwijl omgekeerd de innovaties branchebreed gedeeld en verrijkt worden. Naast het in de praktijk brengen van de beoogde attitude om kennis te delen, is het ook een uiterst praktische vorm om de nieuwe instroom de eerder genoemde voortrekkersrol te kunnen geven. 7. Werk gericht aan inleving en attitudevorming. Een voortrekkersrol mogen vervullen als “stagaire” en toekomstig medewerker stelt hoge eisen aan communicatie, houding en gedrag. Het lijkt dan ook goed deze deelaspecten van de opleiding gelijk bij aanvang onderdeel te maken van het leertraject.
Voorwoord Dit onderzoek heb ik verricht in het kader van mijn afstudeeropdracht, ter afronding van mijn vierjarige opleiding Informatiedienstverlening en -management aan de Hanzehogeschool te Groningen. Het betreft een onderzoek naar de HBO-opleidingsbehoefte van medewerkers van de openbare bibliotheken uit de drie noordelijke provincies. Allereerst wil ik de geïnterviewde experts uit het werkveld bedanken, te weten; Hans Beek (Beleef-Bibliotheek Smallingerland), Arend Middelveld en Tineke Werkman (Biblionet Groningen), Bert Fleer (Bibliotheekservice Friesland), Rommie Eisma (Blauwe Brug), Marijke Landman (OB Zwolle) en Edwin Mijnsbergen (OB Middelburg). Daarnaast wil ik docent en opdrachtgever Kees Westerkamp en eerste begeleider Sjaak Schipper bedanken voor hun kritische meekijkende blik en adviezen voor de uitvoering van mijn onderzoek. Al met al is de openbare bibliotheeksector een dynamische omgeving gebleken, waarin ik met plezier gewerkt heb aan mijn afstudeeropdracht. Ik hoop dat ik met mijn onderzoek een bescheiden bijdrage zal leveren aan het beoogde inzicht van de Hanzehogeschool opleiding IDM, op de mogelijke (HBO)scholingsbehoefte van de bibliotheekmedewerkers (van morgen).
Ik wens u veel leesplezier,
Tom Roos
Inhoudsopgave 1 Inleiding! 1.1 1.2 1.3 1.4 1.6 1.7
2
A a n l e i d i n g!...................................................................................................................................2 O p d r a c h t g e v e r!...........................................................................................................................2 O p d r a c h t!.....................................................................................................................................3 D e p r o b l e e m s t e l l i n g!.................................................................................................................3 Ve r a n t w o o r d i n g a a n p a k e n w e r k w i j z e!...............................................................................4 L e e s w i j z e r!...................................................................................................................................5
2 Openbare Bibliotheken in de drie noordelijke provincies!
6
2 . 1 B i b l i o t h e e k s e r v i c e F r y s l â n!....................................................................................................6 2 . 2 B i b l i o n e t G r o n i n g e n!.................................................................................................................6 2 . 3 B i b l i o n e t D r e n t h e!.....................................................................................................................6
3 Veranderende rol van de bibliotheek! 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
8
H i s t o r i s c h p e r s p e c t i e f o p e n b a r e b i b l i o t h e e k!...................................................................8 H u i d i g e c o n t e x t o p e n b a r e b i b l i o t h e k e n!.............................................................................8 N i e u w e u i t d a g i n g o p e n b a r e b i b l i o t h e k e n!..........................................................................9 B i b l i o t h e e k a l s i n n o v a t i e v e n e t w e r k o r g a n i s a t i e!...........................................................10 D r i e k e r n t a k e n b i b l i o t h e k e n!................................................................................................11 K o e s t e r d e c o r e b u s i n e s s!....................................................................................................13 To e k o m s t i g e b i b l i o t h e e k l e v e n d i g e o n t m o e t i n g s p l e k!..................................................13 D e b i b l i o t h e c a r i s v a n m o r g e n!............................................................................................14
4 Opleidingsaanbod!
16
4 . 1 A a n b i e d e r s i n d e n o o r d e l i j k e p r o v i n c i e s v a n N e d e r l a n d!...........................................16 4 . 2 A a n b i e d e r s , b u i t e n d e n o o r d e l i j k e p r o v i n c i e s , i n N e d e r l a n d!...................................16
5 VOB-visie vertaald naar competenties! 5.1 5.2 5.3 5.4
20
U i t d a g i n g e n b i b l i o t h e k e n e n m e d e w e r k e r s s a m e n g e v a t!...........................................20 U i t d a g i n g e n b i b l i o t h e e k m e d e w e r k e r s!..............................................................................21 N i e u w e c o m p e t e n t i e s b i b l i o t h e e k m e d e w e r k e r s!............................................................22 D e p o t e n t i ë l e H B O - o p l e i d i n g s b e h o e f t e v a n b i b l i o t h e e k m e d e w e r k e r s!..................23
6 VOB-visie in de beleidsplannen!
25
6 . 1 B e l e i d s p l a n O B Z w o l l e!.........................................................................................................25 6 . 2 B e l e i d s p l a n B i b l i o n e t G r o n i n g e n!.......................................................................................26 6 . 3 B e l e i d s p l a n B i b l i o t h e e k s e r v i c e F r y s l â n!..........................................................................26
7 (HBO-) Opleidingsbehoefte in de beleidsplannen! 7.1 7.2 7.3 7.4
28
Ve r w a c h t i n g S o c i a a l C u l t u r e e l P l a n b u r e a u!....................................................................28 Ve r w a c h t i n g Ve r e n i g i n g v a n O p e n b a r e B i b l i o t h e k e n!..................................................29 Ve r w a c h t i n g O B Z w o l l e!........................................................................................................30 Ve r w a c h t i n g e n b i n n e n d e n o o r d e l i j k e b i b l i o t h e k e n!.....................................................31
8 Resultaten van de interviews!
32
9 Conclusie & aanbevelingen!
33
9 . 1 C o n c l u s i e!..................................................................................................................................33 9 . 2 A a n b e v e l i n g e n!.........................................................................................................................36
Literatuurlijst! !
41
Bijlagen B I J LA G E B I J LA G E B I J LA G E B I J LA G E B I J LA G E
1 :! 2 :! 3 :! 4 :! 5 :!
Ve ra n tw o o rd i n g a fl ei di ng van ni euw e ui tdagi ngen ui t bel ei dsci taten Ve ra n tw o o rd i n g v e rtal i ng ui tdagi ngen naar ni euw e competenti es A l g e me n e H BO-c o m petenti es In te rv i e w v e rs l a g e n Ov e rz i c h t o p l e i d i n g en geri cht op de B i bl i otheekbranche
1 Inleiding In deze inleiding wordt ingegaan op de aanleiding, de opdrachtgever, de opdracht, de probleemstelling, verantwoording van mijn aanpak en werkwijze en tot slot de leeswijzer.
1.1 Aanleiding De aanleiding voor mijn onderzoek is terug te voeren op aanzienlijke veranderingen binnen de bibliotheekbranche. Kees Westerkamp, docent Informatiedienstverlening en -management / Media & Informatiemanagement aan de Hanzehogeschool Groningen, krijgt diverse signalen dat er behoefte is aan kwalitatief (nieuw) personeel in de bibliotheekbranche. Bert Fleer, voormalig directeur Bibliotheken Súd Fryslân, nu werkzaam bij Bibliotheekservice Fryslân en lid van de adviesraad IDM Groningen, erkent de opleidingsbehoefte in de OB sector. Hij heeft in de adviesraad aangegeven dat IDM Groningen mogelijk een rol kan vervullen als opleider door in te spelen op deze potentiële opleidingsbehoefte. Dat er in de adviesraad gesproken is over een mogelijke nieuwe opleiding en opleidingsvorm voor (toekomstige)bibliotheekmedewerkers heeft de directe aanleiding gegeven om dit nader te laten onderzoeken.
1.2 Opdrachtgever Kees Westerkamp is de opdrachtgever en tevens docent en coördinator (hoofdfase) van de opleiding IDM / Media & Informatiemanagement aan de Hanzehogeschool.
Hanzehogeschool De Hanzehogeschool heeft vestigingen in Groningen, Assen, Leeuwarden en Amsterdam en telt ruim 24.000 studenten en 2.600 personeelsleden. De Hanzehogeschool Groningen is de oudste multisectorale hogeschool van Nederland, in 2008 vierde zij haar 210-jarig bestaan. De hogeschool ontwikkelt zich met ruim 30 lectoraten tot een kennisinstelling voor toegepast onderzoek. Dit gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en non-profit instellingen. Het onderwijsaanbod van de Hanzehogeschool Groningen omvat 70 bacheloropleidingen, 4 programma's voor Associate degree en 13 masteropleidingen. De zeventig opleidingen zijn georganiseerd in negentien schools. Er zijn zowel Nederlands-, als Duits- en Engelstalige opleidingen. Jaarlijks maken zo'n 1.500 cursisten uit het bedrijfsleven gebruik van het contractonderwijs bij HanzeConnect, de zakelijke dienstverlener van de hogeschool. (Hanzehogeschool, 2009)
Instituut voor Communicatie & Media Onder dit instituut vallen de bachelor opleidingen Communicatie, Communicatiesystemen (Game Design & Development - Multimedia Design & Branding - Web & Mobile services), Informatiedienstverlening en -management (Media & Informatiemanagement) en International Communication. (Hanzehogeschool Groningen, 2009)
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
2 /42
Informatiedienstverlening en -management (Media & Informatiemanagement) Groningen De opleiding IDM / Media & Informatiemanagement, voormalig de BDA / BDI (opleidingen tot o.a. bibliothecaris/archivaris) opleiding, aan de Hanzehogeschool in Groningen is een voltijdopleiding van vier jaar en studenten mogen na voltooiing van de opleiding de titel Bachelor of Communication dragen. Tijdens de opleiding wordt een student opgeleid tot informatiespecialist. De IDM-er adviseert onder andere over de informatievoorziening en zoeksystemen voor een organisatie en zoekt, selecteert en verzamelt informatie op maat. De informatievoorziening staat centraal. Gezien onze huidige informatiemaatschappij is het werkveld voor de IDM-er zeer breed. Een afgestudeerde IDM-er kan ingezet worden bij; • Bibliotheken • Document mangement organisaties • Media- en internetorganisaties • Culturele en maatschappelijke instellingen • De overheid • Adviesbureauʼs (Hanzehogeschool Groningen, 2009)
1.3 Opdracht Het doel van de afstudeeropdracht is om de opdrachtgever te adviseren of IDM Groningen / Hanzehogeschool de mogelijkheden heeft om een opleidingsaanbod te verzorgen voor de openbare bibliotheekmedewerkers van de drie noordelijke provincies van Nederland. Aan mij de opdracht om een onderzoek- en adviesrapport te schrijven waarin duidelijk dient te zijn welke opleidingsbehoefte de medewerkers in openbare bibliotheken in de drie noordelijke provincies van Nederland hebben. Dit om de opdrachtgever te adviseren of het voor IDM Groningen / Hanzehogeschool haalbaar lijkt om een opleidingsaanbod te verzorgen voor de openbare bibliotheekmedewerkers.
1.4 De probleemstelling Voorafgaand aan de opdracht is de volgende probleemstelling geformuleerd: “Welk HBO-opleidingsaanbod zou IDM Groningen / Hanzehogeschool in potentie kunnen verzorgen voor de (nieuwe) medewerkers binnen de openbare bibliotheken, in de drie noordelijke provincies van Nederland.” Uit deze probleemstelling zijn de volgende onderzoeksvragen gerezen; 1. Wat zijn de belangrijkste diensten die openbare bibliotheken nu vervullen? 1. Wat vraagt deze huidige dienstverlening aan HBO-compententies van haar medewerkers? 2. Zijn de huidige medewerkers voldoende opgeleid voor hun taken? Zo nee, welke specifieke opleidingsbehoefte wordt er gevoeld? ! 2. Wat zijn de belangrijkste diensten die openbare bibliotheken in de nabije toekomst aan hun klanten willen gaan verlenen? 1. Wat vraagt deze toekomstige dienstverlening aan HBO-compententies van haar medewerkers? 2. Zijn de huidige HBO-medewerkers voldoende opgeleid voor hun toekomstige taken? Zo nee, welke specifieke opleidingsbehoefte wordt er gevraagd? 3. Zijn er nieuwe HBO-medewerkers te werven die daarvoor voldoende zijn opgeleid? Zo nee, welke specifieke opleidingsbehoefte wordt er gevraagd? Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
3 /42
3. Is er nu of binnen enkele jaren voldoende opleidingsbehoefte binnen de drie noordelijke openbare bibliotheken te onderkennen om een specifieke opleiding te ontwikkelen door IDM / Hanzehogeschool? 1. Welke specifieke HBO-compententies dient deze opleiding aan de medewerkers van de openbare bibliotheken te bieden? 2. Welke aanbieders zijn er in de huidige markt voor het gericht opleiden van bibliotheekmedewerkers, in de noordelijke provincies van Nederland? 3. Welke aanbieders zijn er in de huidige markt voor het gericht opleiden van bibliotheekmedewerkers, buiten de noordelijke provincies?
1.6 Verantwoording aanpak en werkwijze Mijn onderzoek naar de potentiële HBO-opleidingsbehoefte binnen de openbare bibliotheken van de drie noordelijke provincies kenmerkt zich door enig deskresearch en een aantal interviews in het werkveld. Bij mijn oriëntatie op de probleemstelling van mijn onderzoek, werd mij al snel duidelijk dat mijn vraag naar een mogelijke HBO-opleidingsbehoefte niet direct beantwoord zou kunnen worden. Uit enkele oriënterende gesprekken en deskresearch bleek dat er binnen de bibliotheekbranche inderdaad volop ontwikkelingen gaande zijn. Er bleken de nodige strategienotaʼs en beleidsplannen beschikbaar te zijn waarin de beoogde ontwikkelingen zijn vastgelegd. Veel minder heldere informatie bleek er te vinden over de specifieke opleidingsbehoefte die nodig zou zijn voor de (toekomstige) bibliotheekmedewerkers. Zo hier en daar trof ik wel globale indicaties aan dat deze veranderingen aanvullende kennis en vaardigheden zouden vragen van de bibliotheekmedewerkers, maar veel meer dan dat lijkt er tot op heden niet openbaar toegankelijk te zijn. Om tot een betere indicatie te komen zijn er verschillende interviews gehouden. Het belangrijkste deelaspect van mijn onderzoek is dan ook de formulering van de benodigde competenties van de toekomstige bibliotheekmedewerker geworden. Daarvoor heb ik gebruik gemaakt van enkele ambitieuze beleidsplannen van de VOB, die door haar leden zijn onderschreven. Uit die plannen heb ik allereerst de uitdagingen waarvoor de openbare bibliotheken zich gesteld zien geanalyseerd. Om vervolgens daaruit af te leiden welke competenties dat zal vergen van de bibliotheekmedewerkers van morgen. Met de afgeleide nieuwe beroepscompetenties is min of meer de theoretische c.q. de latente opleidingsbehoefte geanalyseerd. Vervolgens heb ik in de beleidsstukken van bibliotheken zelf gezocht of het door de VOB geschetste beleid en de onderliggende opleidingsbehoefte ook in die mate door hen wordt onderkend. Tenslotte gaat het er in het kader van dit onderzoek uiteindelijk om te bezien of er binnen de bibliotheekorganisaties uit de drie noordelijke provincies daadwerkelijk een HBOopleidingbehoefte ligt of ontstaat. De finale stap is gezet met de interviews, waarmee ik enerzijds mijn theoretisch afgeleide competentieprofiel aan de praktijk heb willen toetsen en anderzijds om vanuit de bibliotheek(organisatie) zelf te vernemen hoe er in de praktijk tegen de veronderstelde opleidingsbehoefte wordt aangekeken. Naast gesprekken met de noordelijke bibliotheekorganisaties, heb ik enkele gesprekken gevoerd met organisaties die betrokken zijn bij een pilotproject en met een dienstverlener die opleidingen en trainingen verzorgt voor de bibliotheekbranche.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
4 /42
De informatie van de gesprekken uit het werkveld heb ik tegen het licht gehouden van de uit de beleidsstukken afgeleide opleidingsbehoefte, waarmee ik mijn samenvatting en conclusie heb geschreven. Tot slot heb ik een persoonlijke aanbeveling toegevoegd.
1.7 Leeswijzer Om een indruk te krijgen van de bibliotheken in de drie noordelijke provincies worden deze in hoofdstuk twee beschreven. In hoofdstuk drie wordt de veranderende rol van de bibliotheek van historisch perspectief tot en met de nieuwe uitdagingen in de toekomst nader beschreven, het opleidingsaanbod (direct of indirect) voor de bibliotheekbranche wordt in hoofdstuk vier behandeld, in hoofdstuk vijf worden de visie van de VOB vertaald naar competenties. In hoeverre de VOB-visie wordt teruggekoppeld in beleidsplannen van de OB Zwolle, Biblionet Groningen en Bibliotheekservice Fryslân wordt beschreven in hoofdstuk zes en in hoofdstuk zeven wordt er gekeken naar de opleidingsbehoefte binnen beleidsplannen van het Sociaal Cultureel Planbureau, de Vereniging van Openbare Bibliotheken, de Openbare Bibliotheek Zwolle en de noordelijke bibliotheken. De resultaten van de gehouden interviews zijn in hoofdstuk acht te lezen en tot slot wordt er in hoofdstuk negen een conclusie en aanbevelingen gedaan.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
5 /42
2 Openbare Bibliotheken in de drie noordelijke provincies In de drie noordelijke provincies zijn een drietal grote overkoepelende bibliotheekorganisaties actief die beleidsvoorbereidend zijn voor de openbare bibliotheken in de betreffende provincie. Daarnaast is er in Drachten een zogenaamde “Beleefbibliotheek” - de openbare bibliotheek Smallingerland - die autonoom werkt en haar eigen beleid voert. Onderstaand treft u een korte typering van de drie grote overkoepelende provinciale bibliotheekorganisaties aan.
2.1 Bibliotheekservice Fryslân Bibliotheekservice Fryslân is de serviceorganisatie van de Friese openbare bibliotheken. Zij vormt samen met de in totaal 52 bibliotheken en een aantal uitleenpunten het Fries Bibliotheken Netwerk. Zij ondersteunt de Friese bibliotheken op backoffice taken en innovatieve trajecten. Deze taken zijn ondergebracht in een facilitair bedrijf en een kenniscentrum. Efficiency, effectiviteit en voordelen behalen door bepaalde zaken centraal aan te pakken is het streven van de facilitaire tak van Bibliotheekservice Fryslân. Het facilitair bedrijf is dé partner van de bibliotheken van Fryslân als het gaat om backoffice taken als: ICT, financiën, personeel, organisatie en logistiek. Het kenniscentrum richt zich op relevante ontwikkelingen, ruikt nieuwe kansen en creëert uitdagende mogelijkheden. Zij is altijd op zoek naar verrassende en innovatieve projecten die de bibliotheken in hun doelstellingen kunnnen ondersteunen. (Bibliotheekservice Fryslân, 2009)
2.2 Biblionet Groningen Biblionet Groningen is de netwerkorganisatie van de openbare bibliotheken in de stad en provincie Groningen. Tot de organisatie behoren 65 openbare bibliotheken, vijf bibliobussen en een service- en kenniscentrum. Dit centrum ondersteunt de bibliotheken met diensten op het gebied van ICT en P&O, met de aankoop van media, financiële administratie, en educatieve ondersteuning. Men levert daarnaast diensten aan meer dan 400 instellingen in de stad en provincie Groningen, zoals scholen en zorgcentra. Biblionet Groningen bestaat sinds 2000, toen de Provinciale Bibliotheek Centrale Groningen (PBCG) en de Openbare Bibliotheek Groningen gefuseerd zijn. Bij de serviceorganisatie werken 80 medewerkers. In de bibliotheken zelf werken ruim 380 medewerkers en ongeveer 700 vrijwilligers. De bibliotheken behorende bij Biblionet zijn ondergebracht in acht clusters, met aan het hoofd van elk cluster een clustermanager. (Biblionet Groningen, 2007).
2.3 Biblionet Drenthe Biblionet Drenthe is de serviceorganisatie voor het Drents Netwerk Basisbibliotheken. Voor dit netwerk vervult Biblionet Drenthe de rol van kennis- en expertisecentrum, onder andere op het gebied van
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
6 /42
productontwikkeling en kwaliteitszorg. Zij biedt facilitaire ondersteuning en voert backoffice-diensten uit t.b.v. de Drentse basisbibliotheken en derden. Concreet levert Biblionet Drenthe diensten op het gebied van managementondersteuning, automatisering / ICT, financiën, administratief beheer, logistiek, marketing, onderzoek, personeel en organisatie, mediacollecties, leesbevordering, schoolbibliotheekwerk en informatieverkeer. Verder heeft Biblionet Drenthe het beheer over vijf bibliobussen. Waar mogelijk wordt samengewerkt met derden. Voor het personeel van de meeste bibliotheken in Drenthe is Biblionet Drenthe de centrale werkgever. Biblionet Drenthe is gevestigd in Assen, het aantal medewerkers – inclusief de medewerkers in de bibliotheken - bedraagt ongeveer 250, waarvan een groot deel als parttimer werkt. Daarnaast zijn er in de Drentse bibliotheken ongeveer 750 vrijwilligers werkzaam. (Werkenindebibliotheek.nl, 2009)
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
7 /42
3 Veranderende rol van de bibliotheek “De wereld verandert in rap tempo”. (Bibliotheek Zwolle, 2009) Zo ook de wijze waarop we ons in het huidige digitale tijdperk betekenisvolle informatie kunnen verwerven. Informatie vinden lijkt minder een probleem, maar nauwgezet de gewenste betekenisvolle informatie traceren lijkt veel lastiger te worden in dit digitale tijdperk. Het traditionele boek als drager van informatie krijgt een minder dominante plaats in het informatieproces. Informatie zoeken op internet is voor een groot publiek vanzelfsprekend geworden. De informatie zelf wordt daarbij allang niet meer louter aangeboden door experts, ook “(professionele) amateurs” publiceren volop nieuwe (multimedia)bronnen. De informatie is ook minder statisch dan een boek, het groeit en rijpt door onderlinge communicatie over en weer. Over de informatie wordt gecommuniceerd door zowel aanbieders en lezers als in een directe gedachtewisseling tussen internetgebruikers onderling. De bibliotheek en haar boeken raken op deze wijze een deel van haar traditioneel verworven status kwijt. Met het aanbod van een collectie boeken zal het haar primaire doelstelling “het bieden van toegang tot kennis en cultuur” niet langer meer kunnen waarmaken. In dit hoofdstuk zal ik een beeld schetsen van de veranderingen die zich in de bibliotheekbranche voordoen en voor welke uitdagingen de bibliotheken daarmee worden gesteld. Om uiteindelijk te eindigen bij de meest wezenlijke vraag van dit onderzoek, namelijk voor welke uitdagingen worden daarmee de bibliotheekmedewerkers zelf gesteld. Dit als samenvatting van het voorgaande en als kort opstapje naar het volgende hoofdstuk. In het navolgende hoofdstuk zal ik de beoogde uitdagingen zoals die zijn verwoord in de visie van de VOB heel concreet vertalen naar de competenties van bibliotheekmedewerkers nieuwe stijl.
3.1 Historisch perspectief openbare bibliotheek “De openbare bibliotheek is ontstaan in een tijd van schaarste, een tijd waarin (culturele) informatie was voorbehouden aan een klein deel van de samenleving. De bibliotheek verschafte toegang aan iedereen en zorgde ervoor dat ʻhet volkʼ ook kennis kon nemen van de rijkdom van het geschreven culturele erfgoed. De bibliotheek heeft altijd een duidelijke publieksfunctie gehad. De bibliotheek bood datgene aan wat in de lokale context gevraagd werd en als betekenisvol en geoorloofd beschouwd werd.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Kortom vanuit historisch perspectief leverde de openbare bibliotheek een keurig afgebakende dienst leverde aan “het volk”. De bibliotheek stelde met haar professionals boeken ter uitlening beschikbaar en beheerde ons “culturele erfgoed”. Het bood een nauwkeurig geselecteerde collectie boeken die binnen de geldende context als betekenisvol werd beschouwd. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007)
3.2 Huidige context openbare bibliotheken “In deze tijd is er juist sprake van een overvloed aan informatie in allerlei soorten en maten. Internet is een oneindige bron om informatie te zoeken en eigen keuzes te maken: welke (culturele) informatie wil ik consumeren? Op internet kunnen mensen met dezelfde interesses veel makkelijker contact leggen dan vroeger; over de hele wereld gaan ze banden met elkaar aan en wisselen ze kennis en informatie uit. Internet is ook een podium waarop iedereen de kans heeft zich te manifesteren: als schrijver, als Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
8 /42
deskundige, als historicus, als muzikant en als filmmaker. Nu zien we dat zelfs het bibliotheekwerk steeds meer een proces is dat gedistribueerd is in de samenleving. Iedere burger is niet alleen consument, maar kan in principe ook bibliothecaris zijn. Software, zoals Delicious Library of LibraryThing, ondersteunt dit. Met behulp van deze programmaʼs kunnen mensen hun eigen boeken, cdʼs en dvdʼs online catalogiseren. Zo wordt het openstellen en uitlenen van collecties een sociaal proces tussen mensen.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Als we de huidige context af zetten tegen het historisch perspectief dan valt direct op dat (ook) de openbare bibliotheek in een uiterst dynamische context terecht is gekomen. De stabiliteit die decennia lang heeft gegolden is simpelweg voorbij. De van oudsher bijna vanzelfsprekende rol van de expert en distributeur van betekenisvolle informatie neemt met rasse schreden af. De bibliotheek wordt onderdeel van een breed, dynamisch en veelzijdig proces van creatie en beheer van betekenisvolle informatie. Informatie die in grote diversiteit ontstaat, zich in een dynamisch proces tussen creatie en verspreiding razendsnel ontwikkelt en evolueert. De ongekende mogelijkheden van (eenvoudige) ICTtoepassingen en de laagdrempelige toegankelijke wereld van het World Wide Web spelen daarbij een dominante rol. Deze moderne voor (bijna) iedereen toegankelijke informatietechnologie maakt ook dat de informatiebehoefte steeds meer gedifferentieerd raakt. In de publicatie van het Sociaal Cultureel Planbureau “De openbare bibliotheek tien jaar van nu” typeert het SCP deze vergaande ontwikkeling als een van “Allocutie naar consultatie en conversatie”. (Sociaal Cultureel Planbureau, 2008) “Allocutie behelst het ʻomroepmodelʼ waarin content stroomt van een centrale instantie naar veel verspreide ontvangers, waarbij de centrale instantie thema, tijdstip en tempo van de informatieoverdracht bepaalt. Bij consultatie stroomt content ook van een centrale instantie naar gebruikers, maar zijn het de gebruikers die thema, tijdstip en tempo van de informatieoverdracht bepalen (websites bezoeken, content downloaden). Bij conversatie stroomt content tussen gebruikers onderling (netwerksites, peer-to-peer-uitwisseling van content, links delen). Wat tegenwoordig Web 2.0 heet, is een combinatie van consultatie en conversatie (bv. Wikipedia, Youtube, Flickr, LibraryThing).” (Sociaal Cultureel Planbureau, 2008) De traditionele rol van de bibliotheek sluit daar simpelweg niet op aan en verliest in sneltreinvaart haar van oorsprong zo dominante positie en toegevoegde waarde.
3.3 Nieuwe uitdaging openbare bibliotheken “Hoe meer informatie er is, hoe meer de waarde ervan devalueert. More is less. Hoe gemakkelijker het is om iets te krijgen, hoe minder belangwekkend het wordt om het te hebben. Voor bibliotheken ligt in deze schijnbare overvloed een uitdaging: hoe creëren wij uit deze overvloed nieuwe rijkdom: wat is waarachtig, wat is betekenisvolle informatie, wat is werkelijk bijzonder? Nu het produceren van informatie niet langer is voorbehouden aan uitgevers, kan de bibliotheek zich niet meer beperken tot het ter beschikking stellen van de eigen collectie. De collectie maakt deel uit van een netwerk van zich voortdurend vernieuwende collecties, die voor een deel geproduceerd worden door ʻprofessionele amateursʼ. Dat maakt het vraagstuk van de informatieovervloed nog navranter.” “De bibliotheek zal zich moeten ontwikkelen tot dé professionele organisatie die het bibliotheekwerk in de samenleving katalyseert, netwerken van mensen organiseert en bewustwordingsprocessen stimuleert. ICT biedt hiervoor een belangrijk instrumentarium.” (Bron: De bibliotheek anders bekeken 2, VOB juni 2007).
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
9 /42
Deze nieuwe uitdagingen in ogenschouw nemende staat de wereld van de openbare bibliotheken min of meer op zijn kop. Het vraagt aan de bibliotheken om een wezenlijk andere toegevoegde waarde te gaan bieden. De vergelijking met een “instituut” als Google lijkt daarbij niet eens zoʼn oneigenlijke bespiegeling. De nieuwe toegevoegde waarde van de openbare bibliotheken zal gevonden moeten worden in samenhang met de huidige dynamische wereld vol informatie-overvloed. Men stelt zich min of meer ten doel als openbare bibliotheek de spin in het (informatie)web te worden en vraagt zich af: “Kan de bibliotheek hèt hulpmiddel zijn om schatten naar boven te halen die betekenis toevoegen en werkelijk van waarde zijn?” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Het vraagt van de openbare bibliotheken de kern van haar eigen bestaansrecht uit te breiden met een netwerk van andere producenten van informatie en cultuur. Vanuit dit perspectief zal de bibliotheek: • “op zoek gaan naar die andere producenten; • hun activiteiten en kennis onderdeel laten uitmaken van de bibliotheek; • maar ook een stap verder gaan en faciliteiten bieden zodat mensen kunnen produceren; • en daarmee de ʻbibliothecarisʼ in het informele domein aan zich binden.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Waarmee de bibliotheek – vanuit een intensieve samenwerking met die anderen – de katalysator bij uitstek beoogd te worden van een veelzijdig netwerk van bibliotheekwerk. Kortom men vraagt zich af hoe er een nieuwe vorm voor de traditionele rol van de openbare bibliotheek kan worden gerealiseerd: “Hoe kunnen wij in deze tijd die autoriteit, die veilige bron van informatie en kennis zijn waar mensen zich graag aan verbinden? De autoriteit die mensen ondersteunt in hun reflectieproces, met inzet van deskundigen binnen en buiten de bibliotheek zelf.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007)
3.4 Bibliotheek als innovatieve netwerkorganisatie De hierboven geschetste visie op de toekomst van de openbare bibliotheken heeft een enorme impact op de organisatie en haar medewerkers. De beoogde ontwikkelingslijn van de openbare bibliotheken staat overigens niet op zichzelf. Min of meer vergelijkbare ontwikkelingen zien we ook terug in de maatschappij als geheel en in het bedrijfsleven in het bijzonder. Ook maatschappelijk zien we dat de klant steeds mondiger wordt, een stem krijgt in productontwikkeling en de producent zijn rol als expert die weet wat goed voor je is - inruilt voor het luisteren naar wat de klant zelf belangrijk vindt. Zo ontstaan er ook bij concrete productontwikkeling co-producties en nauwe samenwerkingsverbanden. Met name in de dienstverlening zien we uiterst flexibele netwerkorganisaties tot bloei komen. Volgens Anne-Marie Poorthuis in haar boek “De kracht van netwerkbenadering - Een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving” is de netwerkorganisatie “dè organisatievorm van de informatiesamenleving”.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
10 /42
Opvallend is dat de netwerkorganisatie bijna in een adem wordt genoemd met innovatief organiseren. Wat nogmaals onderstreept dat de beoogde visie van de openbare bibliotheken een passende is, maar ook een zeer ambitieuze strategie die veel van de organisatie en haar medewerkers zaI gaan vragen. Het maakt dat deze verandering niet als een eenmalige ombouwoperatie wordt gezien, maar als een vernieuwingsproces dat dient te resulteren in het “continue inspelen op maatschappelijke veranderingen” en het vraagt “om permanente innovatie”. (Vereniging van openbare bibliotheken, 2009) Er wordt verondersteld dat de toekomstige bibliotheken uiterst ondernemend en vernieuwend moeten blijven inspelen op kansen en bedreigingen die zich zullen voordoen. Het lijkt daarmee om excellent ondernemerschap te vragen. In het verlengde daarvan wordt in feite ook impliciet aangesloten bij het alom bekende begrip life-long-learning. De toekomstige bibliothecaris zal - om adequaat te kunnen blijven functioneren de zich razendsnel ontwikkelende kennismaatschappij - een actieve attitude van een leven-lang-leren absoluut nodig hebben. In het artikel van Richard Puyt, “Innovatief organiseren: de netwerk organisatie”, staan kort en bondig de hoofdkenmerken van een netwerkorganisatie opgesomd. Deze kenmerken vragen veel van de bibliotheekorganisatie. Maar een dergelijke organisatie vergt op haar beurt ook onderliggende kerncompetenties van bibliotheekmedewerkers zelf.
Hoofdkenmerken van een netwerkorganisatie: • herkenbare gemeenschappelijke externe identiteit; • niet-hiërarchische relatie tussen de netwerkpartners; • extern gerichte blik en ondernemerschap; • waardering van eigen initiatief en zelforganisatie; • open informatie-uitwisseling met behulp van ict; • tijdelijke en unieke samenwerkingsvormen; • combinatie van kerncompetenties en positionering in de markt. (Puyt, Richard, 2007)
3.5 Drie kerntaken bibliotheken In “De agenda voor de toekomst” wordt 'de nieuwsgierige Nederlander' als uitgangspunt genomen en worden de onderstaande drie kerndoelen geformuleerd: 1. Inspelen op veranderende behoeften: De uitdaging is om meer burgers met een passend en aantrekkelijk aanbod naar de fysieke en digitale bibliotheek te lokken en hen als klant te behouden met meer service en gemak. 2. Verbetering van aanbod en dienstverlening: Het verbeteren van de fysieke en digitale collecties van de openbare bibliotheken met een kwalitatief hoogstaande ontsluiting en beschikbaarstelling, zodat vraag en aanbod geoptimaliseerd kunnen worden. Lezen en leesplezier blijven daarbij de kern voor leesbevordering, bestrijding van laaggeletterdheid en spreiding van literaire cultuur. 3. Verbetering van infrastructuur en beschikbaarheid: Het verbeteren van de digitale infrastructuur heeft de prioriteit. De huidige gedecentraliseerde infrastructuur van openbare bibliotheken krijgt een verbeterprogramma met een centrale regie. De collectie, de digitale bibliotheek, mediawijsheid en activiteiten rondom lezen en leesbevordering zullen betrokken worden bij de afspraken die gemaakt worden over de digitale infrastructuur van het hele land. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2008) Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
11 /42
Om deze doelen te realiseren concentreren de bibliotheken zich vanuit de kerntaken lezen, leren en informeren op een viertal centrale thema's:
1. Digitale bibliotheek: De ambitie is om vanuit een gezamenlijke ICT-infrastructuur een gezamenlijke professionele Digitale Bibliotheek van en voor alle openbare bibliotheken te realiseren. Sleutelbegrippen zijn: interactie en personalisering voor verschillende doelgroepen en onderwijsniveaus. Thuisgebruik van ingekochte online bestanden heeft topprioriteit. 2. Collectie Nederland: de Collectie Nederland omvat bronnen van alle openbare bibliotheken, samenwerkingspartners én van gebruikers. Door provinciaal en landelijk afgestemd collectie- en bewaarbeleid, ontwikkeling van het etalageconcept en integratie van gespecialiseerde zwaartepuntcollecties hebben gebruikers ook de bijzondere, moeilijk verkrijgbare en reeds lang uitverkochte titels tot de beschikking. Aangevuld en verrijkt met de kennis van bibliothecarissen en lezers vormen ze The Long Tail. The Long Tail is een begrip dat wordt gebruikt om een groot aanbod te beschrijven dat slechts een klein publiek of een niche dient, maar gezamenlijk een groter marktpotentieel heeft dan de marktleider op zich. 3. Mediawijsheid: Om burgers beter toe te rusten voor de overvloed aan informatie, ontwikkelen bibliotheken leerprogramma's voor verschillende doelgroepen. Ook zullen bibliotheken als lokale steunpunten van het onlangs opgerichte Mediawijsheid Expertisecentrum optreden. Dit gebeurt in samenwerking met het onderwijs. Mediawijsheid staat voor ʻhet geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereldʼ 4. Lezen en leesbevordering: De bibliotheek als kenniscentrum van lezen en literatuur wordt verder doorontwikkeld. Speciale aandacht gaat uit naar laaggeletterden van alle leeftijden. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2008) Dat deze ambitieuze nieuwe denkbeelden niet louter geduldig op papier zijn gezet en straks zomaar ergens in een la zullen verdwijnen, mag blijken uit de onlangs (op 21 september jongstleden) gehouden presentatie van de projectgroep Bibliotheekinnovatie. Uit deze presentatie blijkt dat er op tal van deelterreinen al concrete ontwikkelstappen worden gezet. Ter illustratie volgen hieronder enkele aanbevelingen van uit het SCP-rapport waarop op dit moment door de projectgroep concrete actie wordt ondernomen;
Maak de collectie hybride • Zoekt samenwerking met DBNL, KB en NBD / Biblion voor leveren digitale content • Faciliteert Thuis gebruik pilot samen met stuurgroep VOB: Volkskrant thuis beschikbaar voor bibliotheekleden (01-11-2009 tot 01-03-2010)
Personaliseerde dienstverlening en doe hiertoe marktonderzoek • Ontwikkelen CRM-systeem op nationaal niveau in 2009 (ʻtoolʼ voor landelijk lenersbestand) • Kwalitatief onderzoek gebruikers uitgevoerd • Social recommender engine ontwikkelen
Diversifieer de toegang tot digitale content • Biedt specifieke bronnen voor specifieke doelgroepen • Bevordert koppeling tussen openbare bibliotheek en Koninklijke Bibliotheek • Bevordert de doorontwikkeling en/of aanpassing van digitale diensten
Maak keuzes in de gidsfunctie Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
12 /42
• Uitgangspunt ʻConnectie met de collectieʼ • Evaluatie G!ds (gereed oktober 2009) • Laten ontwikkelen etalageconcept (Projectgroep Bibliotheekinnovatie, 2009)
3.6 Koester de core business Na het lezen van bovenstaande verstrekkende ambitieuze en innovatie veranderplannen van de openbare bibliotheek zou je haast vergeten dat de bibliotheken hun core business niet zomaar mogen veronachtzamen. Zeker op de korte en middellange termijn is het binden van bestaande klanten en optimaliseren van de bestaande dienstverlening onontbeerlijk! Initiatieven zoals de “Ideale Bibliotheek” maken met relatief eenvoudige middelen de toegang tot de bibliotheek laagdrempeliger, de beleving meer een winkelbeleving en speelt met haar inrichting in op de behoefte van de klant. Ook al betreft het nog “gewoon” de uitlening van de eigen fysieke collectie. “Het publiek blijft wel langer binnen. Het is er altijd druk en er zijn in een maand tijd al meer dan 400 nieuwe leden ingeschreven. En de boeken vliegen de deur uit.” (Bron: http://www.debibliotheken.nl/content.jsp?objectid=24458) Zoals ook te lezen in de “handreikingen voor beleid” van de publicatie van het Sociaal Cultureel Planbureau “De openbare bibliotheek tien jaar van nu” (April 2008) dient de bibliotheek zich niet neer te leggen bij het dalende Bibliotheekgebruik. “Het Bibliotheekgebruik loopt sinds de jaren negentig terug in alle meetbare vormen: lidmaatschappen, bezoek, leners en uitgeleende boeken. Beschouw ontlezing en ontlening niet als onvermijdelijk en schrijf het boek niet af. Bibliotheken die met persoonsgerichte marketing werken of de openingstijden verruimen, zien dikwijls een groei in het gebruik, ook in het lenen van boeken. De meeste andere landen kampen niet met een dalend aantal uitleningen van boeken, en waar dat wel gebeurt, slaagt men erin de aantallen uitleningen van andere (audiovisuele) materialen te doen stijgen. Reden genoeg dus om te blijven geloven in de waarde van de fysieke collectie voor gebruikers.” De projectgroep Bibliotheekinnovatie beschouwt ontlezing dan ook zeker niet als onvermijdelijk, maar heeft de “beschikbaarheid en distributie van de fysieke collectie benoemd als kritieke succes factor.” Met de aantekening dat de bibliotheek er wel voor moet zorgen dat “mensen verwijzingen kunnen delen” en “Alle boeken van Remco Camperʼ, niet alleen in OBA, maar ook in Lettele leenbaar moeten zijn.” (Projectgroep Bibliotheekinnovatie, 2009)
3.7 Toekomstige bibliotheek levendige ontmoetingsplek Hoewel dit onderzoek zich richt op de gevolgen van het beleid op de competenties van (toekomstige) bibliotheekmedewerkers en de daarmee vorm te geven opleiding, lijkt het op zijn plaats om ook even kort bij de nieuwe fysieke context van de toekomstige bibliotheek stil te staan. Vanuit deze nieuwe visie evolueert namelijk niet alleen het inhoudelijke vakgebied van de bibliotheek, maar wordt ook een aanzienlijke metamorfose van de bibliotheek zelf verondersteld. Zoals bij bovenstaande inhoudelijke veranderingen volop aan samenwerking en co-creatie wordt gedacht, zien we dat de nieuwe bibliotheek zelf ook een minder zakelijke en geïsoleerde omgeving beoogd te worden. Om haar diensten te kunnen etaleren en gebruikers uit te dagen tot gebruik en co-creatie, zal de bibliotheek zo geïntegreerd dienen te raken met haar omgeving dat het (onderdeel van) een natuurlijke en levendige Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
13 /42
ontmoetingsplek wordt. Waarbij de bibliotheek een ontmoetingsruimte wordt die inspireert en comfortabel is. Een ruimte die je uitdaagt om iets nieuws te verkennen. Met faciliteiten die je zoektocht snel en effectief ondersteunen. En waar het goed vertoeven is; met een sfeer van kwaliteit, dienstbaarheid en waar je eenvoudigweg een goed kop koffie kunt drinken. Ook hierbij geldt dat de beoogde ontwikkelingen geen loze woorden zijn op papier. De openbare bibliotheek Zwolle is op 21 juli jongstleden als eerste pilot van de “Ideale Bibliotheek” officieel geopend. In het kader van mijn onderzoek heb ik hen ook bezocht.
3.8 De bibliothecaris van morgen “De huidige generatie bibliothecarissen is opgeleid in het uitoefenen van specifieke vaardigheden, zoals het opsporen, selecteren en ontsluiten van informatie, het verstrekken van inlichtingen en het geven van leesadviezen. De vraag naar deze werkzaamheden neemt af, naarmate machtige partijen als Google en Amazon steeds beter in staat zijn om informatie fijnmazig en in context te ontsluiten. Een nieuwe bibliothecaris is in wording. Een bibliothecaris die in de eerste plaats bijzonder goed thuis is in het gebruiken van deze nieuwe zoekmachines, maar die bovendien nieuwe verbanden kan leggen, die vragen stelt en durft te stellen over kwaliteit, die relaties aangaat met het publiek om naar nieuwe betekenis te zoeken, die aansluit bij een (actuele en/of aanwezige) behoefte.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) De huidige opleiding van bibliothecaris zal niet meer afdoende zijn. Deze is nogal eenzijdig en statisch geformuleerd en wordt vanuit de rol van expert benaderd. De moderne bibliothecaris zal zich niet langer kunnen beperken tot het ontsluiten van haar eigen collectie. Meer en meer zal de bibliothecaris zijn specifieke bijdrage leveren aan het ontsluiten van netwerken van (digitale) informatie. Niet langer vanuit de rol van expert, maar in nauwe samenhang met zowel aanbieders als vragers van specifieke informatie. De toegevoegde waarde ligt eerder in de interactie, de kritische vragen, het elkaar inspireren en zoeken naar de betekenis van bronnen en feiten. In deze rol wordt van hen gevraagd om de verbindende schakel tussen vraag en aanbod te vormen. “Bibliothecarissen creëren plaatsen waar mensen toegang hebben tot bestaande kennis en feiten. Maar, nog veel belangrijker, zij creëren omgevingen waar mensen worden gestimuleerd om vragen te stellen en om antwoorden ter discussie te stellen; plaatsen waar mensen worden uitgenodigd om naar alternatieven te zoeken en te begrijpen, naar antwoorden te zoeken die leiden tot nieuwe vragen en tot frisse ideeën. Wij hebben mensen en plaatsen nodig waar wij kunnen leren en die ons inspireren. Misschien wel de belangrijkste eigenschap van ʻde bibliothecaris anders bekekenʼ is dat hij of zij niet zelf ʻassembleertʼ, maar dat hij of zij ʻassemblagesʼ weet te organiseren.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Wat betekent dat nu concreet voor de bibliothecaris van morgen? Van de bibliothecaris van morgen wordt - naast de eerder omschreven gekantelde rol van expert naar verbinder van aanbieders & vragers - ook een rol toebedeeld in het in samenhang vormen van betekenisvolle informatie. Van hen wordt een positieve kritische houding verwacht, waarbij wordt aangestuurd op uiteenlopende vormen van samenwerking. Het ontlokken, initiëren en uitbouwen van netwerken en samenwerking met externe partijen. Partijen die door het met elkaar delen, verrijken en beschikbaar stellen van hun eigen informatie samen tot een verrijkte vorm van informatie komen die publiekelijk toegankelijk wordt. In
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
14 /42
deze laatste rol is de bibliothecaris van morgen de regisseur / organisator van het tot stand brengen en breed beschikbaar stellen van kwalitatief hoogwaardige informatie. Tot zover een beeld zoals dat met deskresearch is samengesteld. Een betoog dat ik heb willen opbouwen langs actuele bronnen, die bovendien een centrale beleidsstatus hebben.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
15 /42
4 Opleidingsaanbod Om inzicht te krijgen op de huidige aanbieders van opleidingen die zich richten (direct of indirect) op de bibliotheeksector zijn de aanbieders in kaart gebracht. Er is onderscheid gemaakt in de aanbieders in de noordelijke provincies en die daarbuiten, aangezien dit onderzoek zich specifiek richt op de opleidingsbehoefte in dit verzorgingsgebied.
4.1 Aanbieders in de noordelijke provincies van Nederland De opleidingen die aangeboden worden in de noordelijk provincies beperken zich tot de opleidingsinstanties ROC Friese Poort en de Hanzehogeschool Groningen. ROC Friese Poort (MBO) biedt een praktijkgerichte MBO-opleiding “Informatiedienstverlening” voltijd en deeltijd aan. De vierjarige voltijdopleiding genaamd “Medewerker informatiedienstverlening” richt zich specifiek op de bibliotheek. De studenten gaan twee dagen per week naar school en volgen 20 uur beroepspraktijkvorming. De tweejarige deeltijdopleiding is specifiek voor volwassen die werkzaam zijn in een bibliotheek. Volwassen die het informatievak in willen maar geen baan hebben in een bibliotheek, kunnen deelnemen aan de opleiding als zij een BPV-plek hebben van minimaal 16 uur per week. IDM Groningen (HBO) aan de Hanzehogeschool is de enige HBO-aanbieder in het noorden die een vierjarige opleiding biedt die enigszins een relatie heeft met de bibliotheeksector. Studenten worden niet specifiek opgeleid als toekomstige bibliothecaris, maar als informatiespecialist in het algemeen. Na het succesvol afronden van deze opleiding mag de student zich Bachelor of Communication noemen.
4.2 Aanbieders, buiten de noordelijke provincies, in Nederland De Library School (Masteropleiding?) is een opleidings- en leertraject op universitair niveau, waarin de maatschappelijke kernwaarden van de openbare bibliotheek weer worden gedoceerd. De studieduur is flexibel, bedraagt gemiddeld 1,5 tot 2 jaar en het streven is om een universitaire mastertitel te verbinden aan de Library School. De VOB heeft het onderwijsexpertisecentrum CELSTEC (Centre for Learning Sciences and Technologies) van de Open Universiteit Nederland als samenwerkingspartner. Op 7 september is de Library School van start gegaan. Een eerste lichting van twaalf studenten (tien vrouwen, twee mannen) zijn afkomstig uit bibliotheekinstellingen uit het hele land. Tot januari 2010 zal de groep als kwartiermaker gaan werken aan de definitieve opzet van de school IDM opleidingen (HBO) Er zijn naast IDM Groningen nog vier andere IDM opleidingen in Nederland. De opleiding IDM aan de Haagse Hogeschool duurt vier jaar en leidt op tot Bachelor of Information and Communication Technology. Studenten leren er ongestructureerde kennis en informatie door middel van ICT voor de gebruiker vindbaar te maken met systematische tags.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
16 /42
De IDM opleiding van Saxion in Deventer kent vier varianten. • een vierjarig Informatiedienstverlening en -Management opleiding waarbij de studenten worden opgeleid tot all round communicatiespecialist, Bachelor of Communication. De IDM opleiding is op de bibliotheek (2.0) afgestemd en door middel van de I-factor campagne is er specifiek gezocht naar nieuwe studenten voor de bibliotheken in Overijssel. Studenten krijgen een betaalde bijbaan aangeboden naast hun studie en krijgen twaalf studenten een baangarantie. • de studieroute Human Information Design & Strategy (HIDS), onderdeel van de vierjarige opleiding Informatiedienstverlening -en Management, Bachelor of Communication + certificaat waar de studieroute Human Information Design & Strategy apart op staat vermeld; • de tweejarige IDM Associate degree (Ad) opleiding*, Bachelor of Communication; • en de tweejarige Human Information Design & Strategy (Ad), diploma Ad* HIDS. De menswetenschappen staan centraal in het curriculum van IDM & HIDS van Saxion in Deventer. Er wordt ook aandacht besteed aan vernieuwing (innovatie) en creatieve vormgeving. Van de studenten wordt een ondernemende houding verwacht. *De tweejarige opleiding blijft deel uitmaken van het vierjarige programma, daardoor wordt er gegarandeerd dat de 'bachelorstatus' bereikt kan worden na het afronden van de 2-jarige opleiding (Associate Degree). De Media, Informatie en Communicatie (MIC) opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam (HVA) wordt voltijd en deeltijd aangeboden. Bij de vierjarige voltijd opleiding kiest de student aan het eind van de propedeuse voor één van de vijf afstudeerprofielen: • Redactie & Mediaproductie; • Informatie & Media; • Media, Marketing & Publishing; • Reclame, Marketing & Communicatie; • Nieuws & Media. De studie Informatie & Media (IM) kan ook in deeltijd gevolgd worden. Voor de start van deze opleiding vindt er een intakegesprek plaats waarbij er gekeken wordt naar de reeds verworven competenties en op welk niveau de ʻstudentʼ nu al binnen het vakgebied functioneert (werkervaring, diploma's, certificaten). Deze gegevens leiden tot een voorstel voor een individuele studieroute. SOD-Opleidingscentrum (HBO) De SOD is al 70 jaar actief in de wereld van informatie en archief. Vanaf 1976 organiseert de Stichting SOD (SOD-Opleidingen) opleidingen en cursussen op het gebied van de informatievoorziening. • SOD-I is een basisopleiding, op MBO 4 niveau, in het vakgebied van de informatievoorziening en leidt op tot de functie 'medewerker informatiedienstverlening / informatieverzorger'. De opleiding duurt 10 tot 12 maanden en is een praktijkgericht, werk / stage voor minimaal 20 uur per week. • De Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening (HMDI) opleiding leidt op tot manager of adviseur Informatiedienstverlening of een gelijkwaardige functie en duurt vier jaar. Een student dient werkzaam te zijn binnen het vakgebied van de informatiedienstverlening of te beschikken over een relevante stageplaats van minimaal twintig uur per week. Indien alle
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
17 /42
modules van de vier leerjaren met een voldoende zijn afgesloten ontvangt de student het HMDI HBO-bachelor getuigschrift. • De SOD-II Ad is een opleiding voor senior medewerkers binnen de informatiedienstverlening. De SOD-II Ad vormt de eerste twee studiejaren van de Bachelor HMDI-opleiding. Een voldoende resultaat van alle modules leidt na twee jaar tot een HBO Ad getuigschrift. • De SOD-II upgrade cursus is bedoeld voor SOD-II 'ers met een diploma behaald vanaf het jaar 2000 om de mogelijkheid te geven om in relatief korte tijd het HMDI diploma te behalen. Bij een voldoende afronding van de SOD-II upgrade cursus (ongeveer 10 maanden) ontvangt de student een certificaat dat recht geeft op toelating in het derde jaar van de HMDI. GO GO-opleidingen biedt opleidingen en cursussen bestemd voor leidinggevenden en medewerkers werkzaam in het brede veld van de informatiedienstverlening. De HBO-opleidingen die aangeboden worden gericht op informatiedienstverlening; • De informatiemanagement opleiding duurt tien maanden en leidt tot een HBO-diploma. • De informatiekunde opleiding duurt tien maanden en leidt tot een HBO-diploma. • De informatiespecialist opleiding duurt tien maanden met één dag les per week. De opleiding is gericht op afgestudeerden van WO en HBO die, hetzij direct na het afstuderen, hetzij vanuit een reeds langer vervulde functie in het beroepsveld, hun oorspronkelijke studie willen combineren met een beroepsopleiding op het terrein van de informatiedienstverlening. Het eindresultaat is een diploma. De part-time MBO-opleiding Medewerker Informatiedienstverlening Bibliotheken (MIB) leert studenten in 14 maanden hoe zij op de dagelijkse uitvoerende vaktechnische werkzaamheden in de eigen bibliotheek verricht, op MBO niveau. Het eindresultaat is een diploma. ROCʼs (MBO) Er zijn naast de ROC Fries Poort nog drie andere ROCʼs die zich specifiek richten op de beroepsrichting informatiedienstverlening. • ROC van Twente heeft een vier- (BOL) en twee-en-half (BBL) jarige opleiding “Medewerker Informatiedienstverlening”. Beide opleidingsvarianten zijn op MBO 4 niveau en na het succesvol afronden is een diploma het resultaat. • ROC Midden Brabant / Tilburg heeft een tweejarige BBL-opleiding “Medewerker Informatiedienstverlening” op MBO-niveau 4 waarbij het succesvol afronden resulteert in een diploma. • ROC Midden Nederland heeft een BBL-opleiding “Bibliotheek-medewerker” die één à twee jaar kan duren. Een diploma is het eindresultaat, MBO-niveau 4. Cursussen en Workshops Naast de bovengenoemde opleidingen zijn er ook instanties die cursussen verzorgen. Zo levert de Blauwe Brug in Overijssel maatwerk cursussen specifiek gericht op bibliotheekmedewerkers. Het niveau van de cursussen varieert van MBO tot HBO. De Bibliotheek academie verzorgd in samenwerking met de branche en aangesloten bibliotheken een aanbod aan opleidingen, cursussen en trainingen die speciaal gericht zijn op de bibliotheekbranche. De aangesloten ROCʼs bij deze academie zijn: ROC Friese Poort, ROC van Twente, ROC Midden
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
18 /42
Brabant / Tilburg en ROC Midden Nederland. GO-opleidingen biedt ook reeks aan cursussen op MBOen HBO-niveau die specifiek gericht zijn op de bibliotheeksector. Dit overzicht van beschikbare opleidingen en cursussen laat zien zijn dat er voornamelijk HBOopleidingen zijn die zich richten op de informatiedienstverlening en niet zozeer specifiek op de bibliotheekbranche. De IDM-opleiding van Saxion Deventer met hun I-factor campagne is de uitzondering.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
19 /42
5 VOB-visie vertaald naar competenties In het hoofdstuk drie heb ik getracht inzicht te verschaffen in de visie die er voor de bibliotheek van morgen is geformuleerd. Uit deskresearch blijkt dat de VOB daarin de afgelopen jaren nadrukkelijk haar voortrekkersrol heeft genomen. Het is geen behoudende visie, maar een ambitieuze. Om inzicht te verkrijgen in de potentiële opleidingsbehoefte van de bibliotheekmedewerker zal ik een vertaling maken van de uitdagingen waarvoor de bibliotheek en haar medewerkers gesteld worden, naar concrete beroepscompetenties. Om een goed overzicht te verkrijgen zal ik de genoemde uitdagingen nog even kort samenvatten. Vervolgens zal ik een overzicht presenteren van de naar mijn menig benodigde beroepscompetenties om deze nieuwe uitdagingen te kunnen waarmaken.
5.1 Uitdagingen bibliotheken en medewerkers samengevat Zoals in het voorgaande hoofdstuk is beschreven heeft de bibliotheekbranche zichzelf voor forse uitdagingen gesteld. Hieronder treft u nog even een korte samenvatting daarvan aan. Voor een meer gedetailleerd inzicht in de wijze waarop vanuit letterlijke citaten uit beleidsstukken tot de formulering van de beoogde uitdagingen is gekomen, verwijs ik naar bijlage 1.
Uitdagingen Bibliotheekbranche • • • • • • • • •
De bibliotheek als spin in het digitale informatieweb De bibliotheek als vertrouwde autoriteit voor een veilige bron van informatie Uitbreiding eigen collectie met netwerk van producenten van informatie De bibliotheek als innovatieve netwerkorganisatie De bibliotheek als excellente ondernemer The Long Tail Collectie Nederland realiseren Voor uiteenlopende doelgroepen leerprogrammaʼs Mediawijsheid ontwikkelen Voor laaggeletterden kenniscentrum voor leesbevordering doorontwikkelen Alle Innovatiedrang ten spijt… Koester de core-business!
Uitdagingen Bibliotheekmedewerkers • • • • • • • • • • • • • • • •
Oneindige hoeveelheid (betekenisvolle) informatie Pluriforme klantvragen en -behoeftes Veelvoud van technologische- en communicatiemogelijkheden Uiterst laagdrempelige productie en distributie van informatie Geen alleenrecht op bibliotheekwerk, maar interactie met de klant Grote verscheidenheid aan (multiculturele) visies en meningen Groot beroep op zelfreflectie (bij jongeren) Van allocutie naar consultatie en conversatie Veeleisende mondige klanten die op maat en als gelijke behandeld willen worden Een leven-lang-lerende bibliothecaris Een digitale bibliotheek met interactie en personalisering De toekomstige bibliotheek als levendige ontmoetingsplek De nieuwe bibliothecaris sluit aan bij de actuele informatiebehoeften Met goed gestelde vragen de complexiteit leren begrijpen De nieuwe bibliothecaris weet betekenisvolle combinaties te organiseren De nieuwe bibliothecaris helpt netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
20 /42
5.2 Uitdagingen bibliotheekmedewerkers Uit voorafgaande opsomming blijkt dat de bibliotheken en hun medewerkers voor stevige uitdagingen gesteld zullen gaan worden. Aangezien dit onderzoek zich richt op het duiden van de onderliggende opleidingsbehoefte van bibliotheekmedewerkers leek het me raadzaam een onderscheid te maken naar de uitdagingen voor; • de bibliotheekbranche als zijn geheel; • de (individuele) medewerkers van de bibliotheken. De uitdagingen waarvoor de bibliotheken en hun medewerkers komen te staan, bleken in werkelijkheid niet zo eenvoudig in te delen als het deed vermoeden. Veel aspecten die primair de bibliotheekbranche zullen raken, hebben in afgeleide vorm ook weer zijn weerslag op wat er van haar medewerkers gevraagd zal worden. Op zijn minst leveren de uitdagingen waarvoor de branche als geheel wordt gesteld, de directe context waarbinnen de medewerkers zullen werken. In sommige situaties ligt het onderscheid vrij scherp. Neem het feit dat de VOB centraal faciliteiten en voorwaarden schept waarmee de medewerkers hun vak kunnen uitoefenen. Denk daarbij aan gezamenlijke ICT-faciliteiten en applicaties, of de ontwikkeling van leerprogrammaʼs e.d. Maar in andere situaties ligt het onderscheid minder scherp. Neem bijvoorbeeld het realiseren van een innovatieve netwerkorganisatie en het excellent ondernemerschap. Twee zeer ambitieuze doelstellingen die in beginsel geïnitieerd, vorm en inhoud gegeven zullen worden vanuit de VOB. Met grote landelijke netwerkspelers als andere bibliotheekdiensten, overheden en uitgevers zal de VOB contracten sluiten en digitale netwerken met landelijke producenten van informatie beschikbaar stellen. Zij zijn verantwoordelijk voor een innovatieve visie en een uitdagend werkkader. Maar veel zal afhangen van de mate waarin de beoogde kanteling ook door de medewerkers zal worden gedragen. Tenslotte beoogt men een uitzonderlijk breed en pluriform netwerk van informatiebronnen en collecties te realiseren. Informatie die streekgebonden kan zijn of beschikbaar gemaakt of verrijkt wordt door de bibliothecaris zelf, co-producenten of zijn klanten. Een vergelijkbare afgeleide verantwoordelijkheid geldt bijvoorbeeld ook voor de bibliotheek als levendige ontmoetingsplaats. Het concept van de “ideale bibliotheek” mag dan centraal geïnitieerd zijn, de uitvoering ervan zal in de handen van de lokale bibliotheken worden gelegd. De bibliotheekmedewerkers zelf zullen de inrichting ervan telkens streeken of themagebonden aansprekend gaan creëren en etaleren. Kortom, uiteindelijk stellen de uitdagingen waarvoor de bibliotheken van morgen worden gesteld vaak in afgeleide vorm ook (nieuwe) eisen aan de bibliotheekmedewerkers zelf. Zoals in bijlage 2 gedetailleerd is terug te vinden, zijn voor de uitdagingen waarvoor de bibliotheken worden gesteld, afgeleide competenties geformuleerd voor de bibliotheekmedewerkers zelf. Deze competenties vormen samen de grondslag voor een opleiding voor de bibliothecaris van morgen. Met de vertaling van doelstellingen naar competenties ontstaat een eerste inzicht op de benodigde beroepscompetenties van de bibliothecaris van morgen. Het zijn vooral competenties die tot voor kort beduidend minder, nauwelijks of niet van bibliotheekmedewerkers werden gevraagd. Tenslotte nemen de doelstellingen afstand van het historische perspectief van de oude vertrouwde bibliotheek “die met haar professionals boeken ter uitlening beschikbaar stelde en ons “culturele erfgoed” beheerde. Deze opsomming van belangrijk geachte competenties vormt de basis van de latente opleidingsbehoefte van de bibliotheekmedewerkers. De benodigde competenties om bijvoorbeeld de beoogde ICT-
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
21 /42
faciliteiten, landelijke netwerken en leerprogrammaʼs mediawijsheid en leesbevordering voor laaggeletterden te ontwikkelen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Dergelijke taken worden centraal door de VOB verzorgd. De competenties die op medewerkerniveau hieromtrent wel nodig zijn, liggen meer op het terrein van gedegen kennis hebben van de geboden faciliteiten en moderne ictontwikkelingen. Wat wel overeind blijft is de zeer ambitieuze doelstelling om lokale en regionale netwerken van collecties, producenten en “professionele amateurs” van betekenisvolle informatie te vinden en te ontsluiten. Dit vraagt van de lokale bibliotheekmedewerkers een naar buiten gerichte blik en innovatief, netwerkend ondernemerschap.
5.3 Nieuwe competenties bibliotheekmedewerkers Nadat eerst uit de citaten de voorgenoemde uitdagingen zijn geformuleerd, treft u hieronder de uit de uitdagingen afgeleide competenties aan. Voor inzicht in de wijze waarop vanuit de uitdagingen de benodigde competenties voor bibliotheekmedewerkers zijn afgeleid, verwijs ik naar bijlage twee achterin dit rapport. Om een zo helder mogelijk inzicht te verschaffen zijn de afgeleide competenties hieronder vervolgens gerubriceerd weergegeven.
ICT • effectief kunnen werken met het ICT instrumentarium dat wordt aangereikt • bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld • kunnen omgaan met een veelvoud van technologische- en communicatiemogelijkheden • kennis van en vaardigheden laagdrempelige productie en distributie van informatie • kennis van en vaardigheden met moderne internettoepassingen van consultatie en conversatie • bijzonder goed thuis zijn in het (geavanceerd) gebruiken van deze nieuwe zoekmachines
Inleving / respect • in staat zijn tot (zelf)reflectie op het hanteren van (ethische) normen en waarden • om kunnen gaan met een grote verscheidenheid aan (multiculturele) visies en meningen • zicht hebben op de moderne leefwereld en instaat zijn om zich in de leefwereld van jongeren te verplaatsen
Communicatie • kunnen omgaan met en inspelen op pluriforme klantvragen en -behoeftes • in staat zijn om ook veeleisende mondige klanten als gelijke te benaderen en mee te communiceren • bronnen op waarde weten te schatten en kunnen doorvragen naar de betekenis ervan
Ondernemerschap • vernieuwend en doortastend inspelen op lokale externe kansen en bedreigingen • een extern gerichte blik en netwerkend ondernemerschap • nieuwe netwerken van lokale producenten werven, faciliteren en aan zich binden
Relatiemanagement • op basis van gelijkwaardigheid relaties onderhouden met lokale netwerkpartners • het kunnen binden van bestaande klanten en het optimaliseren van de bestaande dienstverlening • de context kunnen creëren waar klanten (kritische) vragen stellen en antwoorden ter discussie te kunnen stellen Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
22 /42
Samenwerking • in staat zijn om in interactie met ʻprofessionele amateursʼ nieuw bibliotheekwerk te realiseren • in staat zijn om (in samenspraak met de klant) nieuwe verbanden te leggen en betekenis te zoeken • in staat zijn om al netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren
Klantbenadering • een goed gastheer en dienstverlener kunnen zijn, klantvriendelijk en dienstbaar
Organisatie • in staat tot zelforganisatie en creatie van uiteenlopende samenwerkingsvormen • in staat zijn betekenisvolle combinaties te kunnen organiseren in plaats van dit zelf samen te stellen
Vakinhoudelijk • • • •
in staat zijn om uit de overvloed van informatie daadwerkelijk betekenisvolle informatie te destilleren nieuwe collecties en lezersbeoordelingen werven, faciliteren en aan zich binden de vaardigheden bezitten om bij laaggeletterden van alle leeftijden het lezen te kunnen bevorderen een actieve bijdrage leveren aan de personalisering en interactie met doelgroepen en onderwijsniveaus • in staat zijn om in te spelen op en aan te sluiten bij een (actuele en/of aanwezige) informatiebehoefte
Attitude / Persoonlijkheid • de vaardigheden en actieve attitude bezitten om een leven-lang-leren vorm en inhoud te geven • een kritische denker zijn; die alternatieven ziet en die belang hecht aan verschillende invalshoeken • in staat zijn om te inspireren en als ʻdramaturgʼ van virtuele en fysieke collecties kunnen optreden
5.4 De potentiële HBO-opleidingsbehoefte van bibliotheekmedewerkers De hierboven gerubriceerde competenties - zoals die van bibliotheekmedewerkers zullen worden gevraagd – geven een duidelijke indicatie dat brede ICT-vaardigheden en een focus op de zich snel ontwikkelende digitale informatiewereld belangrijk moeten zijn. Als de bibliotheken hun ambitieuze doelstelling van vertrouwde autoriteit voor een veilige bron van informatie - met een ongekend breed (digitaal) netwerk van collecties – waar wil maken zullen de toekomstige bibliotheekmedewerkers over meer dan gemiddelde kennis en vaardigheden moeten beschikken met betrekking tot de zich snel ontwikkelende laagdrempelige ICT-toepassingen. Alleen dan zullen zij hun ambitie waar kunnen maken om tot op lokaal niveau, met lokale en regionale netwerken van collecties, producenten en “professionele amateurs” betekenisvolle informatie te werven en te ontsluiten. Hiermee komen we direct op de daarmee samenhangende zo mogelijk nog ambitieuzere doelstelling om deze netwerken te creëren, te beheren en de samenwerkingsrelaties te onderhouden. Dit innovatieve netwerkende ondernemerschap vergt de nodige communicatievaardigheden en relatiebeheer. Tot slot mag niet onvermeld blijven dat het werken op deze wijze in toenemende mate zal vragen om projectmanagement-vaardigheden en organisatietalent. De vraag die ik met dit onderzoek wil beantwoorden is echter niet of er een latente opleidingsbehoefte is, maar of er behoefte is aan een HBO-opleiding voor de bibliotheek van morgen. Met het voorgaande overzicht van competenties - die tot voor kort beduidend minder, nauwelijks of niet van bibliotheekmedewerkers werden gevraagd - lijkt er ondubbelzinnig behoefte te gaan ontstaan aan dergelijke nieuwe kennis en vaardigheden. Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
23 /42
De vraag die dan vervolgens beantwoord zal moeten worden is of de omschreven competenties, ook werkelijk competenties zijn op HBO-niveau. Om daar enig zicht op te krijgen heb ik de omschreven competenties vergeleken met de algemene HBO-competenties. Een vergelijking met de algemene HBO-competenties geeft een blik van herkenning (In bijlage drie zijn de algemene HBO-competenties te vinden). Het niveau van wat van de toekomstige bibliothecaris verondersteld gaat worden zal eerder de genoemde competenties overtreffen dan dat zij daarvoor onder zullen doen. Ten aanzien van de omschreven sociaalcommunicatieve competenties lijken deze nogal mager in relatie tot de beoogde competenties die van de toekomstige bibliotheekmedewerker zal worden verwacht. Zeker als in ogenschouw wordt genomen dat van hen een sterk ondernemende, netwerkende rol wordt toebedeeld en dat zij werken binnen het speelveld van uiteenlopende (multiculturele) visies en meningen.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
24 /42
6 VOB-visie in de beleidsplannen In voorgaande hoofdstukken heb ik getracht een inzicht te verschaffen in de visie die er door de VOB voor de bibliotheek van morgen is geformuleerd. Formeel hebben alle bibliotheken zich daaraan geconformeerd. In dit hoofdstuk zal ik verslag doen van de mate waarin ik deze centrale visie ook in de beleidsnotaʼs van de regionale bibliotheken zelf heb kunnen terugvinden. Hierbij heb ik niet alleen gekeken of deze zijn overgenomen in de beleidsnotaʼs, maar er bovenal op heb gelet of er ook een meer concrete uitwerking staat of dat er praktische voorbeelden vermeld worden.
6.1 Beleidsplan OB Zwolle “De ambities voor de periode 2009-2012 liegen er niet om, maar zijn bepaald niet uit de lucht gegrepen. De wereld verandert in een rap tempo, de bibliotheek kan niet achter blijven.” (Bibliotheek Zwolle, 2009) Opvallend - maar ook wel begrijpelijk - is dat nu eerst de nadruk wordt gelegd op “Integrale marketing”. Met andere woorden het verbeteren van de klantrelatie en in wezen dus de huidige core-business optimaliseren. Waarbij er hoog wordt ingezet om klantsegmenten en klantprofielen te gaan analyseren. Vanuit een beter inzicht in marktsegmenten wordt beoogd daar waar mogelijk een groter lezerspubliek aan zich te binden, terwijl er vanuit de klantprofielen gezocht zal worden naar een aansprekende positionering en assortimentskeuze. Nadrukkelijk wordt daarbij vermeld dat het niet louter om boeken, cdʼs en dvdʼs zal gaan, “maar ook programmaʼs bevat met lezingen, debatten, culturele en educatieve activiteiten en (digitale) informatiepakketten op maat.” Er wordt daarbij niet alleen gesproken over laagdrempelige en betrouwbare informatie, maar ook over “verleiding” en “veelzijdigheid”. In het beleidsstuk wordt ook gewag gemaakt van het bieden van een veel grotere collectie door koppeling van tal van landelijke en enkele lokale collecties. Collecties die de klant via de associatieve zoekmachine “Aquabrowser” kan ontsluiten en via het bestelsysteem “Zoek en Boek” kan laten leveren. Minder concreet wordt er geschreven over thuisgebruik van databanken en virtuele communityʼs, maar ze worden wel genoemd als belangrijke aandachtspunten. Voor deze laatste doelstelling zijn er overigens al wel fysieke “werkplaatsen” ingericht binnen het nieuwe concept. Ook met betrekking tot de gidsfunctie van de bibliotheek wordt naar samenwerking met derden verwezen. De bibliotheek is al netwerkend samenwerking aangegaan met andere informatieaanbieders uit de stad en regio. Ook is de bibliotheek nadrukkelijk banden aangegaan met het onderwijs en heeft daarmee ook de doelgroep van VO- en MBO-studenten een directe toegang tot de bibliotheek geboden. Met het nieuwe winkelconcept zijn net als eerder genoemde “werkplaatsen” ook voor de gidsfunctie van informatiegebieden als “historische informatie, gezondheidsinformatie, WMO, makkelijk lezen en vrijwilligerswerk” fysieke informatiepunten ingericht. Met betrekking tot informatie- en mediavaardigheden wordt er verwezen naar beschikbare cursussen en gesproken over de informatiemedewerker als “informatiebemiddelaars” en “mediacoaches”. Daarnaast wordt de bibliotheek ook gepositioneerd als spin in het web van tal van culturele activiteiten. Activiteiten die variëren van het leveren van een “digitale uitagenda”, “cultureel-educatieve programmeringen” tot de bibliotheek als “expositie” en “podiumruimte”. Tot slot wordt wederom door samenwerking met partners – dit keer op het gebied van het aangaan van het debat – getracht de bibliotheek effectiever in te zetten “als vrijplaats voor mening en debat”. Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
25 /42
Kortom, de bibliotheek Zwolle maakt ontegenzeggelijk werk van de visie van de VOB. Opmerkelijk is de sterk vergrote samenwerking en de meer ondernemersgerichte benadering van haar klanten door de inzet van marketing en haar winkelconcept. (Bibliotheek Zwolle, 2008)
6.2 Beleidsplan Biblionet Groningen “Om de slagvaardigheid en de aantrekkingskracht van de bibliotheek te versterken, moeten we meer delen: collecties delen binnen het netwerk, kennis delen met andere instellingen en ons enthousiasme delen met de klant.” (Biblionet Groningen, 2007) In haar beleidsnota maakt Biblionet kenbaar dat ze de nood tot verandering terdege onderkent en in de afgelopen jaren al actief is gestart met “bibliotheekvernieuwing” en meent zelfs landelijk gezien tot de voortrekkers te behoren. De nota moet dan ook in het licht gezien worden van een reeds ingezette verandering en blikt eerst even terug. Bij de aspecten die zij nog in 2009 gerealiseerd willen hebben, valt op dat ook Biblionet het accent vooralsnog heeft gelegd op het optimaliseren van de core business; “verbeterde concurrerende dienstverlening” en “meer greep op de (toekomstige) klant door gerichte marketing en communicatie”. Biblionet verwijst in haar nota letterlijk naar de missie zoals die door de VOB is geformuleerd en hanteert voor zichzelf een “logisch afgeleide“ daarvan, namelijk; “Biblionet Groningen is het netwerk van fysieke en virtuele bibliotheken in stad en provincie Groningen waar alle inwoners terecht kunnen voor lezen, luisteren en kijken, lenen, kennis en cultuur.” Vervolgens blijkt duidelijk dat ook Biblionet zijn rol als spil in het (lokale) netwerk serieus wil nemen. Maar uit de concrete omschrijving lijkt de focus vooralsnog toch nog wel sterk te liggen op netwerkende bibliotheken onderling. Als er dan uiteindelijk in de laatste paragraaf gesproken wordt over samenwerking tref ik weinig verrassende maar bovenal erg voor de handliggende uiterste formele samenwerkingsverbanden aan. De drijfveer lijkt daarbij eerder gelegen in efficiency, dan in het op lokaal gebied ontsluiten van bijzondere netwerken van informatie. Vervolgens blijkt dat Biblionet wel een bredere doelstelling beoogt, maar dat zij het beleid daartoe in de komende beleidsperiode nog concreet (verder) zal moeten ontwikkelen en implementeren. Als we de beleidsnota van Biblionet vergelijken met het beleidsstuk van de OB Zwolle is onderhavig stuk heel wat minder concreet en zijn zinsneden meer beleidsvoornemens en doelstellingen in een meer abstracte vorm. Met andere woorden in deze beleidsnota zijn concrete lijnen uit de VOB-visie herkenbaar, ook al lijken het op dit moment nog niet zozeer concrete uitwerkingen. (Biblionet Groningen, 2007)
6.3 Beleidsplan Bibliotheekservice Fryslân “Dit is het jaarwerkplan 2009 van Bibliotheekservice Fryslân. Het plan is ons inziens enerzijds ambitieus maar ook realistisch. Gezien alle ontwikkelingen die zich op dit moment in bibliotheekland voordoen, leggen wij nu niet een compleet ondernemingsplan Bibliotheekservice Fryslân 2009-2012 aan u voor. “Voor een beoordeling in welke mate Bibliotheekservice Fryslân in haar beleidsplannen de VOB-visie heeft ingevuld, zal ik me moeten baseren op het jaarrwerkplan. Dit werkdocument is meer een Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
26 /42
budgetteringdocument dan een beleidsplan, waardoor het niet eenvoudig is een goed beeld te vormen in welke mate de VOB-visie concreet wordt opgepakt. Het lijkt erop dat diverse aspecten wel in overweging zijn genomen, maar dat de invulling ervan zich voor een belangrijk deel nog in een pril stadium bevindt. Wel valt direct op dat ook hier nadrukkelijk aandacht is voor het beter vermarkten van de corebusiness. Zo worden er forse bedragen gereserveerd voor “klanttevredenheidsonderzoek, nietgebruikersonderzoek, klantsegmentatie en inventarisatie van retailmogelijkheden”. In het werkdocument is ook onderscheid gemaakt tussen plannen waaraan gewerkt zal gaan worden en anderen die nog niet in 2009 zullen worden opgepakt. De reden voor deze opdeling is terug te voeren op “de werklast en/of onvoldoende budget voor het inschakelen van externen”. Bij de buiten 2009 geplaatste projecten staan onder andere zaken genoemd als “netwerkbrede beleidsvisie op cultureel ondernemen, activiteiten met talige samenwerkingspartners, verbetering structuur voor kennisdelen en samenwerking met derden”. Deze deelaspecten zijn bovendien goeddeels geformuleerd in de trant van “voorbereiden van onderzoek naar”. Kortom met betrekking tot meer samenwerking, kennis delen en netwerkend (cultureel) ondernemen bevind zich Bibliotheekservice Fryslân nog in een oriënterende fase. Ook wat betreft een winkelconcept en retailmethodieken voor collectiepresentatie wordt gesproken over “inventarisatie van mogelijkheden”. Er wordt gewerkt aan een concept van een ʻop zich staandeʼ bibliotheek voor jongeren en wordt een beleidsplan opgesteld met betrekking tot het formuleren netwerkbrede beleidsvisie op mediawijsheid. Voor Bibliotheekservice Fryslân geldt nog nadrukkelijker dan al gold voor Biblionet Groningen, dat zij zich voor een belangrijk deel nog in een beleidsvoorbereidende ontwikkelingsfase bevinden met betrekking tot het nieuwe VOB-beleid. De ambitie wordt wel degelijk onderkend maar bij het ontbreken van aanvullende financiële middelen en mankracht blijkt de concrete uitwerking ervan nog niet breed opgepakt te worden. (Bibliotheekservice Fryslân, 2009)
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
27 /42
7 (HBO-) Opleidingsbehoefte in de beleidsplannen Terugblikkend op het voorgaande hoofdstuk kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de ambitieuze visie van de VOB in zekere mate bij alle in ogenschouw genomen bibliotheken zijn weerslag in het actuele beleid heeft gevonden. Zonder twijfel is de OB Zwolle het meest ondernemend te noemen. Het heeft een doordacht winkelconcept gerealiseerd, waarin haar collectie en verbrede dienstverlening stevig wordt geëtaleerd met “frontaal boeken showen”, “community werkplaatsen” en “fysieke gids-informatiepunten”. Daarnaast heeft het nieuwe netwerken en collecties aangeboord en zijn er strategische samenwerkingsverbanden gerealiseerd. En last but not least manifesteert zij zich tevens als spin in het web van culturele activiteiten en biedt het activiteiten en een podium “als vrijplaats voor mening en debat”. Biblionet Groningen en Bibliotheekservice Fryslân zijn duidelijk nog in een meer beleidsvoorbereidende fase ten aanzien van de ambitieuze visie van de VOB. Wel is duidelijk dat er over de volle breedte aandacht wordt besteed aan het beter positioneren en optimaliseren van de corebusiness, met meer oog voor marktsegmenten en klantprofielen. De vraag die ik nu zal proberen te beantwoorden is of er een (HBO-)opleidingsbehoefte wordt onderkend in beleidsstukken om de invulling van dit nieuwe beleid te kunnen waarmaken. En tevens zal ik nagaan of er uitspraken gedaan worden door het Sociaal Cultureel Planbureau, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en/of de openbare bibliotheken zelf over de behoefte aan nieuwe instroom van (hoger-opgeleid) personeel. Kortom, de vraag is; onderkent men de noodzaak tot (bij)scholing van bibliotheekmedewerkers nieuwe stijl en wordt daar ook hoge prioriteit aan gegeven.
7.1 Verwachting Sociaal Cultureel Planbureau Het Sociaal Cultureel Planbureau besteedt in haar publicatie “De bibliotheek 10 jaar van nu” - met een omvang van meer dan tweehonderd paginaʼs - slechts enkele alineaʼs aan de “bemensing“ van de bibliotheek van morgen. Enigszins verwonderlijk is dat wel in het licht van de zinsnede “Omdat het personeel de vernieuwing gestalte moet geven, schuilt hier in onze ogen het belangrijkste knelpunt om van ʻwaarschijnlijkʼ naar ʻwenselijkʼ te komen.” En hoewel er zicht is op “een nabije uitstroom van een groot deel van het personeel” zien de directeuren van de OBʼs het niet echt als een probleem, omdat het ook kansen biedt voor vernieuwing. Ondanks dat “De instroom van studenten is te laag om de geanticipeerde uitstroom op te vangen.” Inhoudelijk wordt er niet veel meer gezegd dan dat de directeuren van de OBʼs het nodig achten dat “de gewenste competenties veranderen en zich meer zullen richten op de ontwikkelingen in het digitale domein, maar ook op de uitstraling in de dienstverlening (klantgericht).” En dat zij gericht zullen moeten zoeken naar “Personeel met andere competenties (ʻondernemendʼ, ʻaansluitend bij de leefwereld van jongerenʼ). Men wil erudiet, deskundig personeel, dat hulpvaardigheid en passie uitstraalt, op de hoogte is van wat er leeft in de maatschappij, en meer verstand heeft van marketing en ICT.” (Sociaal Cultureel Planbureau, 2008)
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
28 /42
Kortom het SCP memoreert de nabije uitstroom van (oudere) medewerkers en de directeuren van de OBʼs zien daar eerder een kans dan een bedreiging in, ook al gaan we ook een tijd van schaarste op de arbeidsmarkt tegemoet. Het belang van passend personeel met de juiste attitude en competenties wordt omgekeerd wel als doorslaggevend beschouwd voor de beoogde brancheveranderingen. De nodig geachte competenties worden echter slechts in uiterst compacte bewoordingen geformuleerd. Naar mijn mening wordt in deze nota wel een benodigde competentieverandering gesignaleerd, maar het is zo oppervlakkig geformuleerd – en beschouwd als natuurlijke nieuwe instroom – dat er nauwelijks een (specifieke) opleidingsbehoefte uit af te leiden valt. Laat staan dat er uit af te leiden zou zijn dat het om een HBO-opleiding vraagt.
7.2 Verwachting Vereniging van Openbare Bibliotheken “Een aanzienlijk deel van de kloof tussen de bibliotheekmedewerkers van de toekomst en het merendeel van de zittende bibliotheekprofessionals zal door middel van scholing moeten worden gedicht. Maar ook nieuwkomers zullen een opleiding moeten volgen“ En... “Het ziet ernaar uit dat in de periode t/m 2015 ruim 20% van het zittende personeel stopt met werken – nemen we 2020 als ijkpunt zelfs bijna 45%.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Als je bovenstaande alineaʼs leest in de stukken van het VOB lijkt het overduidelijk, er is zowel inhoudelijk als in omvang op afzienbare termijn een forse (bij)scholingsbehoefte! In de lijn van de ambitieuze metamorfose die de openbare bibliotheken zich voorstelt, heeft de VOB ook een heldere, maar eveneens ambitieuze visie over de wijze waarop de huidige en nieuwe bibliotheekmedewerkers dienen te worden (bij)geschoold. De VOB geeft nadrukkelijk aan dat zij streeft naar een opleidingsvorm “met zoveel mogelijk koppelingen met het paradigma ʻinformal learningʼ.” Een vorm van leren dat nauw aansluit bij en/of is verbonden met het werken in de bibliotheek zelf. Waar in de discussienota “Leren schitteren” nog gedacht werd aan “De academie van anders kijken”, lijkt deze momenteel concreet vorm te krijgen in de “Library School” die met een eerste pilotgroep op 7 september jongstleden met 12 deelnemers van start is gegaan. De Library School “Professionaliseert innovatie en versterkt reflectie”. Met deze school wordt heel gericht toegewerkt naar nieuw leidinggevend kader dat de innovatie binnen de bibliotheken goed kan vormgeven en uitdragen. In de lijn van wat de VOB inhoudelijk met de rol van de openbare bibliotheken voorstaat, is dit leerconcept op nadrukkelijke wijze opgehangen aan innovatief netwerkend samenwerken. De deelnemers dienen zelf uit hun eigen bibliotheekorganisatie een concreet innovatief project in te brengen. Naast een algemeen opleidingsdeel zal er namelijk ingespeeld worden op de concrete innovatieve projecten die de deelnemers zelf inbrengen. “Dit biedt volop gelegenheid om het debat aan te gaan en kennis te delen en nieuwe inzichten te verwerven. Zo kunnen de kennis van studenten, docenten, specialisten én collegaʼs elkaar verrijken en de beoogde innovatieve projecten verbeteren.” De deelnemer - die zijn project deelt met de eigen organisatie creëert zo een netwerk van betrokkenen binnen en buiten de eigen bibliotheekorganisaties rondom zijn innovatie, terwijl omgekeerd de innovaties branchebreed gedeeld en verrijkt worden. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009)
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
29 /42
Met de naderende uitstroom van (oudere) medewerkers ontstaan volop kansen voor de bibliotheken om na te denken over de gewenste samenstelling van hun personeelsbestand. Het tot nu toe vrij homogene personeelsbestand heeft niet alleen een vrij vergelijkbare opleidingsachtergrond, maar lijkt ook “op het mentale, karakterologische niveau sprake van eenzijdigheid”. Voor bibliotheekmedewerkers met ambitie waren tot nu toe slechts mogelijkheden tot doorgroei naar “managementfuncties of een staffunctie op de gebieden van ICT, PR of marketing”. Het VOB acht het zowel voor de bibliotheek van morgen als uit oogpunt van werving en binding van talentvolle bibliotheekmedewerkers, essentieel dat er een “veel meer gedifferentieerd personeelsbestand” wordt opgebouwd. Om de hoge ambities waar te kunnen maken van de uitdagingen waarvoor de openbare bibliotheken gesteld worden, zijn “avontuurlijke en meer ondernemende medewerkers” nodig. Met andere woorden de bibliotheken hebben behoefte aan een nieuw opleidingsaanbod dat (jong) ondernemend talent weet te raken, met ruimte voor uiteenlopende differentiaties en bovenal met de attitude en (project)vaardigheden om innovatief netwerkend samen te werken. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007)
7.3 Verwachting OB Zwolle “Het werk van de bibliotheekmedewerker wordt in het nieuwe bibliotheekconcept diverser: soms is hij specialist met veel inhoudelijke kennis, dan weer is hij meer een verkenner die op een slimme manier zijn weg weet te vinden in het omvangrijke aanbod van informatie of een gids die mensen wijst op de vele mogelijkheden om aan informatie te komen. Soms produceert de bibliotheekmedewerker zelf informatie, dan weer is hij verkoper die op een professionele manier media weet te presenteren denkend vanuit klantsegmenten. Soms is hij acquisiteur, dan weer ontwikkelaar of netwerker.” (Bibliotheek Zwolle, 2008) De openbare bibliotheek Zwolle schetst met bovenstaand citaat uit haar beleidsplan de bibliotheekmedewerker als duizendpoot. Waar het VOB eerder lijkt te neigen naar afzonderlijke specialisaties, schept de OB Zwolle als een van de voorlopers bij de innovatie van openbare bibliotheken, de bibliotheekmedewerker als een met een wel heel veelzijdige functiebeschrijving. Waarschijnlijk ligt de praktijk er ergens tussenin. De kern is dat er wordt verondersteld dat een team bibliotheekmedewerkers in de nabije toekomst uiteindelijk wel dit brede spectrum van nieuwe taken uit zal voeren. Toch staat in de SWOT-analyse bij “zwakte” slechts dat het personeel nog een digitale inhaalslag moet maken. Over het nog ontbreken of onvoldoende in huis hebben van deze competenties wordt verder niets geschreven. Wel wordt kenbaar gemaakt dat de eerste slag met de bibliotheekmedewerkers is gemaakt, “door o.a. klantgerichter te gaan denken en handelen, digitaal vaardiger te worden, zich meer op processen dan op inhoud te richten etc.” Toch wordt er later geschreven over het vakmanschap dat een andere betekenis krijgt en de gevolgen die het zal hebben voor het zittende personeel. Van hen zal “het aanleren en ontwikkelen van nieuwe vaardigheden” gevraagd worden. Kortom ook de OB Zwolle onderkent wel degelijk een opleidingsbehoefte voor haar zittende bibliotheekmedewerkers. Terwijl zij ook gewag maakt van een grote uitstroom van medewerkers rond 2012. De OB Zwolle refereert ook aan de geringe instroom van goed opgeleide bibliotheekmedewerkers en verwijst daarbij naar een gezamenlijke zorg die in netwerkverband om oplossingen vraagt. Als bijvoorbeeld “het bieden van interessante stageplekken met het perspectief van een vaste baan.” De OB Zwolle heeft ondertussen ook een nieuw competentieprofiel voor de
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
30 /42
bibliotheekmedewerker opgesteld. De huidige werving en selectie is gericht op deze nieuwe competenties. In haar huidige vacature voor teamleider frontoffice wordt dan ook o.a. gevraagd om in kansen te denken, goed te kunnen organiseren en te netwerken. Om tot een verdiepend inzicht te komen van de beoogde (bij)scholingsbehoefte en om te bezien of mijn afgeleidde competenties aansluiten bij de ervaringen van deze vooruitstrevende bibliotheek, heb ik er een interviewgesprek gehouden. Een verslag ervan treft u aan in het volgende hoofdstuk.
7.4 Verwachtingen binnen de noordelijke bibliotheken In de beleidsnota van Biblionet “Kiezen en Delen, 2007-2009” staan enkele zinsneden die aangeven dat er behoefte is aan (bij)scholing van medewerkers. De nota is echter vrij beknopt. De geformuleerde zinsneden die de opleidingsbehoefte raken zijn dan ook niet veel meer dan enkele statements als: “Van onze medewerkers wordt veel gevraagd; daar moet een adequaat scholingsprogramma tegen over staan”. en “Om dit te bereiken gaan we op een aantal terreinen stevig aan de weg timmeren, zoals... scholing van medewerkers...” tot slot ”De komende jaren zal er nog wel veel aandacht nodig zijn voor het verder ontwikkelen van het team Product Markt Innovatie...” Binnen het hoofdstuk “medewerkers” wordt gesproken over de noodzaak om te blijven leren, dat ook in alle toekomstplannen een belangrijk item zal blijven. In de wijze waarop er over de medewerkers wordt gesproken klinkt enigszins door dat het niet vanzelfsprekend zal zijn voor iedere medewerker. Een zinsnede als: “Een voorwaarde voor het welslagen van de plannen is verder dat de medewerkers in beweging willen komen en in beweging blijven. Een open blik op de eigen mogelijkheden is ook noodzakelijk, plus de moed om te willen leren.” Spreekt wat dat betreft – tussen de regels door – boekdelen volgens mij. In de beleidsnota van Biblionet staan verder geen indicaties over uitstroom van (oude) medewerkers vermeld. (Biblionet Groningen, 2007) Om een beeld te krijgen van een mogelijke opleidingsbehoefte van Bibliotheekservice Fryslân zal ik me als eerder vermeld baseren op het jaarwerkplan. In het jaarwerkplan worden naast enkele interne ict-trainingen geen expliciete opleidingen benoemd. Onder het kopje HRM staat slechts “scholingsbehoefte onderzoeken ” en bij Afdeling Kenniscentrum staat “Organisatie scholingsbijeenkomsten Kennis(dag)delen” met als omschrijving “Presenteren van 8 actuele themaʼs voor professionalisering Fries Bibliotheken Netwerk”. Uit het jaarwerkplan valt dan ook weinig tot geen daadwerkelijke opleidingsbehoefte af te leiden. In het jaarwerkplan van Bibliotheekservice Fryslân staan verder geen indicaties over uitstroom van (oude) medewerkers vermeld. (Bibliotheekservice Fryslân, 2009) Terugblikkend blijkt er uit de beleidsstukken van bibliotheekorganisaties Biblionet en Bibbliotheekservice Fryslân dat er nauwelijks een opleidingsbehoefte af te leiden valt. Geen van beide rept in haar nota over een noodzaak tot (bij)scholing of het vinden van goed opgeleid personeel voor de volgens het SCP en de VOB gesignaleerde forse uitstroom tussen 2012-2015. Voor een indicatie over een mogelijke latente (bij)scholingsbehoefte en welke (HBO-)competenties die dan zouden betreffen, heb ik interviews gehouden bij verschillende bibliotheekorganisaties.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
31 /42
8 Resultaten van de interviews Zoals eerder geschetst is er in de drie noordelijke provincies een drietal grote overkoepelende bibliotheek(service)organisaties actief die services verlenen en beleidsbepalend zijn voor de openbare bibliotheken. Daarnaast is er in Drachten een zogenaamde “Beleefbibliotheek” - de openbare bibliotheek Smallingerland - die autonoom werkt en haar eigen beleid voert. Voor de provincie Groningen is Biblionet Groningen de serviceorganisatie. Voor de provincie Drenthe is Biblionet Drenthe een vergelijkbare serviceorganisatie. Biblionet Drenthe en Groningen werken op verschillende gebieden samen, waaronder het HRM-beleid. Vandaar dat ik bij mijn interviews slechts gesproken heb met beleidsmedewerkers van Biblionet Groningen en niet met iemand uit de serviceorganisatie Biblionet Drenthe. Zie voor het gespreksverslag bijlage 4.1. Voor de provincie Friesland is “Bibliotheekservice Fryslân” de serviceorganisatie. Bij Bibliotheekservice Fryslân werkt de mede-initiator van mijn onderzoek - Bert Fleer in de rol van programmamanager zodat ik daar geen apart interview gehouden heb. Tussentijds is er wel contact geweest om de ontwikkelingen wat betreft mijn onderzoeksresultaten te bespreken en toetsen bij Bibliotheekservice Frysân. Gezien de vooruitstrevende visie van de Beleefbibliotheek heb ik - ondanks hun geringe omvang - een interview gehouden. Zie voor het gespreksverslag bijlage 4.2. De openbare bibliotheek Zwolle is een pilot-organisatie van het winkelconcept van de toekomstige bibliotheken, daarom heb ik daar een interview gehouden. Zie voor het gespreksverslag bijlage 4.3. Tevens heb ik een interview gehad bij “Blauwe Brug”. Een organisatie die heeft bijgedragen aan de opzet van de “I-factor” opleiding van Saxion en welke facilitaire en consultancydiensten levert aan verschillende Overijsselse en Gelderse bibliotheken. Zie voor het gespreksverslag bijlage 4.4. Tot slot heb ik een interview via Skype gehouden met Edwin Mijnsbergen van de openbare bibliotheek Middelburg, aangezien hij als IDM-er zeer actief is met nieuwe innovaties binnen de biblotheek. Edwin Mijnsbergen is de man achter van Bibliotheek 2.0 en de eerste winnaar van de BibliotheekInitiatiefPrijs 2009. Zie voor het gespreksverslag bijlage 4.5.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
32 /42
9 Conclusie & aanbevelingen 9.1 Conclusie Dat we in een turbulent snel veranderend tijdperk leven, waarin ICT-toepassingen een dominante rol spelen staat wel vast. Dat in het huidige digitale tijdperk het vinden van informatie minder een probleem lijkt dan de gewenste betekenisvolle informatie boven water te krijgen, ervaart een doelgericht zoekende gebruiker op internet meestal direct. De informatie zelf wordt ook allang niet meer louter aangeboden door experts, ook “(professionele) amateurs” publiceren volop nieuwe (multimedia)bronnen. De informatie is ook minder statisch dan een boek, het groeit en rijpt door onderlinge communicatie over en weer. Over de informatie wordt gecommuniceerd door zowel aanbieders en lezers als in een directe gedachtewisseling tussen internetgebruikers onderling. De bibliotheek en haar boeken raken op deze wijze in rap tempo een deel van haar traditioneel verworven status kwijt. Met het aanbod van een collectie boeken zal het haar primaire doelstelling “het bieden van toegang tot kennis en cultuur” niet langer meer kunnen waarmaken. De bibliotheken hebben onder leiding van de VOB een uiterst ambitieuze visie ontwikkeld voor de toekomst van openbare bibliotheken. Deze plannen zijn voor een belangrijk deel ingegeven door bovenstaande veranderingen in de maatschappij. Maar laten ook haarscherp zien dat de bibliotheek niet echt ondernemend en marktgericht is geweest. Zo heeft het nauwelijks leden in een belangrijke doelgroep als “VO-studenten” en heeft het een nogal stoffig imago gekregen. Dit wordt wellicht versterkt door het feit dat er maar bijzonder weinig jonge bibliotheekmedewerkers instromen. De huidige leeftijdopbouw is zelfs zo dat er tussen 2012 en 2015 een forse uitstroom zal zijn van (oude) medewerkers, waarvoor zo het zich nu laat aanzien geen goed opgeleide instroom beschikbaar zal zijn. De ambitieuze plannen van de openbare bibliotheken lijken daarentegen aanzienlijke (bij)scholing te vragen van haar (toekomstige) medewerkers. Terwijl het door het innovatieve karakter ervan ook een attitude van een leven-lang-leren impliceert. De door mij uit de beleidsstukken afgeleide onderliggende competenties bleken dan ook fors en veelzijdig. Naast uiteenlopende vakinhoudelijke vaardigheden, wordt een brede kennis van ICT-toepassingen en bijzondere communicatievaardigheden nodig geacht. Maar daar blijft het niet bij. Er ontstaat behoefte aan innovatief, netwerkend ondernemerschap met de bijbehorende klantgerichtheid, marketing, relatiemanagement. Het vergt samenwerking op uiteenlopende niveauʼs, vaardigheden als (project)organisatie en een attitude als kritisch denker, inleving en zelfreflectie. Kortom welhaast de bibliotheekmedewerker als duizendpoot. Meer realistisch lijkt het dan ook dat er een grotere verscheidenheid van bibliotheekmedewerkers zal gaan ontstaan. Wat op zichzelf het werven en binden van het noodzakelijke jonge talent zal verbeteren. Dit doordat het meer dynamiek zal opleveren en er meer doorgroeimogelijkheden mee zullen ontstaan. Als je de verstrekkende ambitieuze en innovatie veranderplannen van de openbare bibliotheken leest, zou je haast vergeten dat de bibliotheken hun core business niet zomaar mogen veronachtzamen. Zeker op de korte en middellange termijn is het binden van bestaande klanten en optimaliseren van de bestaande dienstverlening onontbeerlijk! Initiatieven zoals de “Ideale Bibliotheek” maken met relatief eenvoudige middelen de toegang tot de bibliotheek laagdrempeliger, de beleving meer een winkelbeleving en speelt met haar inrichting in op de behoefte van de klant. In die lijn is ook zichtbaar dat de bibliotheken hun energie vooralsnog vooral steken in het gezamenlijk collecties ontsluiten, het aanhalen van relaties met BAO- en VO-scholen, het toewerken naar gebruiksprofielen en hanteren Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
33 /42
van marktsegmentering. Daarnaast liggen de huidige aandachtspunten vooral op ICT-gerelateerde aspecten als; de digitale bibliotheek, een associatieve browser, digitale zoek & boek, cashless library en dergelijke. Ook wordt gezocht naar een meer levendige ontmoetingsplek, verbinding met een culturele agenda en het bieden van ruimte voor debat. Kortom de Bibliotheek als organisatie komt als eerste in beweging in een poging haar imago en core-business te verbeteren. Tegelijkertijd wordt er nauwelijks geïnvesteerd in scholing van bibliotheekmedewerkers. Het lijkt er op dat er niet veel meer dan hier en daar zijn wat trainingen worden verzorgd op het digitale vlak. Trainingen die niet veel meer bieden dan de huidige generatie bibliotheekmedewerkers aansluiting te geven op de digitale realiteit van vandaag. Daarnaast zijn er enkele trainingen die medewerkers tot meer markt- en klantgericht handelen moeten bewegen. Het achterblijven van passende (bij)scholing van (nieuwe) medewerkers staat in schril contrast met wat er in de beleidstukken wordt gesuggereerd. In deze stukken zijn nadrukkelijk de ambitieuze beleidsplannen van de VOB terug te vinden. Waarbij net als de SCP en de VOB ook de OBorganisaties zelf benadrukken dat de rol van haar medewerkers als doorslaggevend wordt beschouwd. In die lijn wordt ook de noodzaak tot aanvullende opleiding wel onderkend. Opvallend genoeg wordt daarbij ook vaak direct verwezen naar de komende grote uitstroom van (oude) medewerkers. Een ontwikkeling die overigens als een oprechte kans wordt gezien… Dit zelfde beeld wordt bevestigd door de interviewgesprekken die ik heb gevoerd. Men kan zich goed vinden in de ambitieuze competenties die ik uit de VOB-visie heb afgeleid. Zij het dat zij nadrukkelijker ook marketingcompetenties aan bod zouden willen brengen. Deze behoefte wordt sterk gevoed doordat in deze fase van ontwikkeling van de openbare bibliotheken de eerste nadruk ligt op het beter positioneren van de eigen core-business en zij momenteel concreet investeren in een integrale marketingstrategie. Hoewel de rol van medewerkers wel degelijk als doorslaggevend wordt beschouwd, wordt in de gesprekken bevestigd dat de focus niet ligt op het (bij)scholen van (nieuw) personeel. Als onderliggende redenen wordt gewezen op het ontbreken of onzekerheid van financiële middelen en onduidelijkheid over de organisatorische consequenties. Zo helder als de nogal ambitieuze VOB-visie lijkt te worden overgenomen door de verschillende OBorganisaties, zo ongewis lijken diezelfde OB-organisaties te zijn over hoe zij die beoogde doelstellingen zouden kunnen vertalen in organisatorische concepten. De huidige bibliotheekmedewerkers hebben redelijk uniforme functieprofielen, de vraag is of een dergelijk concept in de toekomst wel haalbaar of zelfs wenselijk zal blijven. De uitdagingen waarvoor de bibliotheken staan, vergen in de nabije toekomst zoʼn breed palet van competenties, dat men zich hardop afvraagt of het wel redelijk is dat van een enkele bibliotheekmedewerker te vragen. Daar komt nog bij dat het voor het aantrekken van nieuw personeel een grotere diversiteit wenselijk wordt geacht. Kortom uit de gevoerde gesprekken blijkt dat er is een zekere helderheid is over wat men als ambitie wil nastreven, maar de vertaling ervan naar organisatorische concepten en met welke functieverdeling lijkt met meer onzekerheden omgeven. Ook wordt in de gesprekken met het werkveld genoemd dat de VOB tot voor kort een zeer duidelijke regiefunctie had. De financiering van de openbare bibliotheken verschuift echter voor een belangrijk deel van de centrale overheid naar de provincies. Waarmee de rol van de VOB beperkt zal worden. Tevens lijkt ook de bemensing van de bibliotheek zelf in zekere zin een onzekere factor te zijn. De
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
34 /42
vraag is namelijk in welke mate met de digitalisering van de collectie, het online boeken, met “cashless library” en dergelijke digitalisering, de efficiency zal leiden tot een kleiner personeelsbestand. Bovengenoemde zaken worden aangereikt als de onderliggende oorzaak dat er - ten opzichte van de noodzakelijke geachte (bij)scholing van (nieuwe) medewerkers - een nogal afwachtende houding wordt aangetroffen binnen de bibliotheken. De VOB heeft echter wel een duidelijke indicatie afgegeven waaraan een toekomstig opleidingstraject in haar visie zou moeten voldoen. In de lijn van de ambitieuze metamorfose die de openbare bibliotheken zich voorstelt, heeft de VOB ook een heldere, maar eveneens ambitieuze visie over de wijze waarop de huidige en nieuwe bibliotheekmedewerkers dienen te worden (bij)geschoold. De VOB geeft nadrukkelijk aan dat zij streeft naar een opleidingsvorm “met zoveel mogelijk koppelingen met het paradigma ʻinformal learningʼ.” Een vorm van leren dat nauw aansluit bij en/of is verbonden met het werken in de bibliotheek zelf. Een opleidingsvorm die momenteel concreet vorm krijgt in de “Library School” die met een eerste pilotgroep op 7 september jongstleden met 12 deelnemers van start is gegaan. Dit leerconcept is op nadrukkelijke wijze opgehangen aan innovatief netwerkend samenwerken. Naast een algemeen opleidingsdeel zal er namelijk ingespeeld worden op de concrete innovatieve projecten die de deelnemers zelf inbrengen. “Dit biedt volop gelegenheid om het debat aan te gaan en kennis te delen en nieuwe inzichten te verwerven. Zo kunnen de kennis van studenten, docenten, specialisten én collegaʼs elkaar verrijken en de beoogde innovatieve projecten verbeteren.” De deelnemer - die zijn project deelt met de eigen organisatie - creëert zo een netwerk van betrokkenen binnen en buiten de eigen bibliotheekorganisaties rondom zijn innovatie, terwijl omgekeerd de innovaties branchebreed gedeeld en verrijkt worden. Ook de Saxion hogeschool in Zwolle start met een nieuw opleidingsconcept “I-factor”. Een opleiding waarbij van meet af aan sterk verbonden is met het toekomstige werkveld zelf. Deze concrete initiatieven beperken zich dus vooralsnog tot vrij kleinschalige experimenten. Samenvattend kan worden vastgesteld de door VOB voorgelegde ambitieuze visie door de OBorganisaties zijn overgenomen. Dat daarbij in de beleidsstukken de rol van de medewerkers als doorslaggevend wordt beschouwd. Dat iedereen er van doordrongen is er een forse uitstroom van (oude) medewerkers voor de deur ligt. Maar dat dat niet wegneemt dat de openbare bibliotheken een nogal afwachtende houding aan neemt wat betreft het (bij)scholen van (nieuwe) medewerkers. Zo is er wel degelijk een duidelijke latente opleidingsbehoefte, maar ik heb (nog) geen concrete opleidingsvraag in de markt (van de drie noordelijke provincies) kunnen blootleggen. Al met al heeft mijn onderzoek naar mijn mening wel een duidelijke indicatie opgeleverd met welke competenties een eventueel opleidingsaanbod in de toekomst rekening te houden heeft. Tevens lijkt het raadzaam om een eventuele (toekomstige of kleinschalige pilot)opleiding op te zetten langs de denklijn die VOB heeft uitgezet. Zij ambiëren een opleidingsaanbod met duidelijke kenmerken van ʻinformal learningʼ die nadrukkelijk is gekoppeld aan de (innovatieve) praktijk het toekomstige werkveld.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
35 /42
9.2 Aanbevelingen Vanzelfsprekend wil ik met mijn aanbevelingen allereerst nauwgezet aansluiten op de binnen mijn onderzoek getraceerde hoofdlijnen van beleid zoals die uit diverse formele publicaties van het VOB zijn afgeleid. De belangrijkste hoofdlijnen die het kader scheppen voor mijn aanbevelingen zijn: 1. de drie kerntaken van de bibliotheken: • inspelen op veranderende behoeft; aantrekkelijk (digitaal) aanbod, service en gemak • aanbod afstemmen op klantbehoefte: relatiemanagement, marktsegmentatie, interactie • verbeteren digitale infrastructuur: centrale digitale ontsluiting (netwerk)collectie(s) 2. de typering van de bibliothecaris van de toekomst: • betekenisvolle informatie creëren; bijzondere vaardig in samen met haar klanten (digitaal) ontsluiten, nieuwe verbanden leggen en betekenissen zoeken van informatie • de verbindende schakel vormen tussen vraag en aanbod: het in samenwerking met aanbieders en vragers ontsluiten van netwerken van (digitale) informatie (ipv expert-rol) • de bibliothecaris “assembleert” niet zelf, maar weet “assemblages” te organiseren.” 3. de visie van het VOB op de gewenste opleidingsvorm: • informal learning; leren gekoppeld aan de eigen beroepspraktijk, werken met echte (innovatieve) praktijkvraagstukken Daarnaast baseer ik me vanzelfsprekend op de met mijn onderzoek afgeleide nieuwe beroepscompetenties, die kort samengevat neerkomen op: 1. ICT-vaardigheden • Bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en gemedialiseerde wereld vol technologische- en communicatiemogelijkheden. 2. Inleving / respect • In staat zijn tot (zelf)reflectie, om kunnen gaan met verscheidenheid (multiculturele) meningen, zicht en inlevingsvermogen op de moderne leefwereld van jongeren. 3. Communicatie: • Kunnen omgaan met en inspelen op pluriforme klantvragen en –behoeftes, veeleisende mondige klanten als gelijke kunnen benaderen en mee te communiceren. 4. Ondernemerschap • Vernieuwend en doortastend inspelen op lokale externe kansen en bedreigingen, een extern gerichte blik en netwerkend ondernemerschap. 5. Relatiemanagement • Het kunnen binden van (potentiële) klanten, inspelen op klantbehoeften en op basis van gelijkwaardigheid relaties onderhouden met lokale netwerkpartners. 6. Samenwerking • In staat zijn om in interactie met “professionele amateurs” nieuw bibliotheekwerk te realiseren en al netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren. 7. Klantbenadering • Een goed gastheer en dienstverlener kunnen zijn, klantvriendelijk en dienstbaar.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
36 /42
8. Organisatie • Zelforganisatie en creatie van uiteenlopende samenwerkingsvormen, betekenisvolle combinaties kunnen organiseren in plaats van dit zelf samen te stellen. 9. Vakinhoudelijk • Nieuwe collecties en lezersbeoordelingen werven, faciliteren en aan zich binden, actieve bijdrage leveren aan de interactie met doelgroepen en onderwijsniveaus. 10. Attitude / Persoonlijkheid • Vaardigheden en actieve attitude bezitten om een leven-lang-leren inhoud te geven, kritische denker zijn; die alternatieven ziet en hecht aan verschillende invalshoeken. Verder is met name uit mijn interviews gebleken dat de bibliotheken zich in de huidige praktijk vooralsnog voornamelijk richten op het verbeteren van hun huidige core-business. Vanuit deze actuele invalshoek wordt er momenteel dan ook extra aandacht gevraagd voor het vergroten van kennis en kunde op het gebied van marketing. Tot slot heb ik me laten inspireren door de wijze waarop de eerste pilots voor nieuwe bibliotheekopleidingen zijn gestart; “Library School” en “I-factor” De rode draad die door bovengenoemde uitgangspunten loopt is toch wel het beter inspelen op de vraag en behoefte van de (potentiële) klant, op nieuwe innovatieve ICT-toepassingen en verdere digitalisering van de dienstverlening. De toekomstige bibliothecaris wordt meer en meer de ondernemende, netwerkende, verbindende schakel in plaats van de vakinhoudelijk expert. Zoʼn verbindende netwerkende schakelfunctie stelt hoge eisen aan communicatie op basis van gelijkwaardigheid en brede interesse. Tot slot vraagt het om bijzonder organisatietalent rondom zowel inhoudelijke als ICT-gerelateerde projecten en veelzijdige innovatieve ontwikkelingen. Kortom, zoals eerder genoemd wordt de bibliothecaris van een toekomst een echte duizendpoot, of zoals eerder betoogd zal de functie in de praktijk zich differentiëren naar verschillende specialisaties.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
37 /42
Mijn aanbevelingen 1. Start met een nieuwe opleiding voor de bibliothecaris van morgen In mijn optiek doet de opleiding IDM van de Hanzehogeschool er goed aan om wel degelijk te starten met een nieuwe opleiding voor de bibliothecaris van morgen. Eigenlijk is iedereen het er wel over eens dat de bibliotheek simpelweg “nieuw bloed” nodig heeft om de uitdagingen waarvoor zij wordt gesteld aan te kunnen gaan. Iedereen onderkent de forse uitstroom van (oudere) medewerkers in de periode 2012-2015. Ook al is er wat betreft de daadwerkelijke benodigde bemensing nog enige onduidelijkheid gezien mogelijk te behalen efficiencyvoordelen door digitalisering van de collectie, het online boeken, met “cashless library” en dergelijke digitalisering. Maar vast staat dat “in de periode t/m 2015 ruim 20% van het zittende personeel stopt met werken, terwijl als we 2020 als ijkpunt nemen dat zelfs bijna 45% zal zijn” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007). 2. Zorg voor de opleiding van nieuwe instroom van bibliothecarissen De bibliotheekbranche heeft niet zozeer behoefte aan bijscholing van bestaand personeel als wel aan goed opgeleide jonge bibliothecarissen. Om los te kunnen komen van het stoffige imago van de bibliothekenbranche zijn de bibliotheken gestart met het beter vermarkten van hun diensten. Het restylen van de bibliotheek vanuit een aansprekend winkelconcept, het scheppen van een levendige ontmoetingsplek, het verhogen van de sfeer en het gemak, digitalisering van reservering, uitlening en betaling zijn daarbij de meest in het oog springende stappen. Het actief diensten aanbieden aan “de gemiste doelgroep” jongeren, het inspelen op klantbehoeften en het onderscheiden van verschillende marktsegmenten is wellicht iets minder opvallend, maar absoluut noodzakelijk om haar klanten te winnen en te binden. Dergelijke marketingstrategieën zijn uiterst nuttige middelen om de huidige corebusiness te professionaliseren. Maar voor de innovatieve stappen die nodig zijn om de bibliotheek van morgen gestalte te kunnen geven is meer nodig. Om dergelijke projecten te kunnen realiseren is een enorme drive nodig van ambitieuze talenten. Instroom van “vers bloed” die niet teveel gemangeld is in de huidige cultuur, maar die nog onbevangen voorvechters kunnen zijn voor de bibliotheek van de toekomst. De bibliotheekbranche is vooral gebaat bij jonge instroom. Nieuwe medewerkers die enerzijds de taal spreken van haar tot nu toe “gemiste doelgroep” jongeren. En anderzijds opgegroeid is met het huidige turbulente digitale tijdperk en daarmee welhaast blindelings overweg kan. Zij brengen niet alleen hun noodzakelijke frisse kennis mee, maar zullen in zekere zin ook hun “oudere” collegaʼs op sleeptouw moeten nemen. 3. Start een pilot met een sterke focus op marketing, communicatie en projectmangement Momenteel wordt de eerste logische stap naar de bibliotheek van de toekomst – het beter vermarkten en digitaal toerusten van de huidige core-business – nog slechts met een enkele pilot opgepakt. Mijn inschatting is dat uiteindelijk de specifieke opleidingsbehoefte nogal divers zal zijn en zich met de verdere modernisering van de bibliotheekbranche stap voor stap zal ontwikkelen. De eerste tijd zal zoals in de interviews aangegeven - de focus vooral op marketing, communicatie en projectmanagement liggen. En zal gebruik gemaakt gaan worden van de onder centrale regie van de VOB te ontwikkelen digitalisering van de uitlening en collectie. Het ziet er naar uit dat pas in volgende fasen de nadruk gaat verschuiven naar interactie met de klant, breed toepassen van moderne media en de (regionale) regie over het ontsluiten van tal van (digitale) netwerken en informatiebronnen. Naar mijn inschatting zal in deze latere fase de nadruk van de opleidingsbehoefte meer en meer komen te liggen op het innovatief, netwerkende ondernemerschap. Juist dan zal er groeiende behoefte ontstaan om verder te gaan dan alleen de core-business te digitaliseren. Met tal van moderne media zal dan meer en meer de interactie met netwerken en (potentiële) klanten worden gezocht. Gezien het zich Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
38 /42
nog ontwikkelende karakter van de opleidingsbehoefte en vacaturevervulling lijkt de start met een kleinschalige pilot een logische eerste stap. 4. Zet de opleiding op in de vorm van een co-productie Zoals de bibliotheken beter moeten leren in te spelen op de behoefte van haar klanten en coproducties dienen aan te gaan met “(professionele) amateurs”, doet de opleiding IDM van de Hanzehogeschool er volgens mij goed aan om te bezien of zij de bibliotheken niet kan binden met het aanbod van opleiding in de vorm van een co-productie. Een gezamenlijke opleiding die talentvolle ondernemende studenten weet te werven en op te leiden voor haar klanten. Een opleiding waarbij de bibliotheken en de opleiding vooraf nieuwe talentvolle en ondernemende talenten selecteert. Aan wie een uitdagende opleiding wordt geboden, nauw verbonden met de beoogde innovatieve ontwikkelingen in het werkveld en met uitzicht op een uitdagende baan. In het verlengde van het voorgaande mag duidelijk zijn dat er wel volop beweging zal gaan ontstaan binnen de bibliothekenbranche, maar dat de kans groot is dat het een proces van groei en rijping zal zijn. Waardoor de specifieke opleidingsbehoefte vooralsnog nogal latent en onzeker is. Zeker in deze fase lijkt het me dan ook niet verstandig om als opleider de inhoud van de opleiding als expert te dicteren, maar juist de bibliotheken zelf medeverantwoordelijk te maken voor het specifieke opleidingsaanbod. Terwijl de Hanzehogeschool de opleiding verzorgt, zorgt de bibliotheek voor een concreet (innovatief) project en begeleiding binnen de organisatie. 5. Ontwikkel de opleiding in nauwe samenwerking Wellicht kunnen er gezien het brede palet van competenties wel dwarsverbanden gelegd worden met andere gespecialiseerde opleidingen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan opleidingen binnen Marketing & Management, Communicatie & Media of Informatie & Communicatietechnologie. Wellicht is het ook mogelijk om juist te verbinden met de opleiding van “het toekomstige kader” de “Library School”. Kortom, maak net als beoogd wordt in het toekomstige werkveld, volop gebruik van lerende, elkaar verrijkende netwerken van informatie. Zo wordt het beoogde gedachtegoed van meet af aan in de praktijk toegepast en wordt het geen theorie maar dagelijkse bibliotheekpraktijk. Tenslotte is juist binnen een branche als die van de bibliotheken, het delen van kennis een kernactiviteit. Het samen delen en verrijken van kennis is een mooi ambitieus gedachtegoed, dat in de praktijk lang niet altijd even makkelijk tot stand komt. Maar als er een branche zou moeten zijn waar dit tot bloei zou moeten kunnen komen moet het toch wel de bibliotheekbranche zelf zijn, lijkt mij…
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
39 /42
Benut de kracht van “informal learning” Sluit aan bij de door de VOB beoogde opleidingsvorm “met zoveel mogelijk koppelingen met het paradigma “informal learning”. Een vorm van leren dat nauw aansluit bij en/of is verbonden met het werken in de bibliotheek zelf. Een opleidingsvorm die momenteel concreet vorm krijgt in de “Library School”. Naast een algemeen opleidingsdeel wordt er ingespeeld op de concrete innovatieve projecten die de deelnemers zelf inbrengen. “Dit biedt volop gelegenheid om het debat aan te gaan en kennis te delen en nieuwe inzichten te verwerven. Zo kunnen de kennis van studenten, docenten, specialisten én collegaʼs elkaar verrijken en de beoogde innovatieve projecten verbeteren.” De deelnemer - die zijn project deelt met de eigen organisatie - creëert zo een netwerk van betrokkenen binnen en buiten de eigen bibliotheekorganisaties rondom zijn innovatie, terwijl omgekeerd de innovaties branchebreed gedeeld en verrijkt worden. Naast het in de praktijk brengen van de beoogde attitude om kennis te delen, is het ook een uiterst praktische vorm om de nieuwe instroom de eerder genoemde voortrekkersrol te kunnen geven. 6. Werk gericht aan inleving en attitudevorming Een voortrekkersrol mogen vervullen als “stagaire” en toekomstig medewerker stelt hoge eisen aan communicatie, houding en gedrag. Het stelt eisen aan (zelf)reflectie, om kunnen gaan met een grote verscheidenheid aan meningen, de attitude om van elkaar te leren en als kritisch denker ook alternatieven te zien en belang te hechten aan verschillende invalshoeken. Deze grondhouding wordt verwacht van de bibliothecaris van de toekomst, maar komt zeker bij “vers bloed”met een voortrekkersrol goed van pas! Het lijkt dan ook goed deze deelaspecten van de opleiding gelijk bij aanvang onderdeel te maken van het leertraject.
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
40 /42
Literatuurlijst Biblionet Groningen (2007) Kiezen en Delen. Nota Strategie en Beleid Biblionet Groningen 2007-2009. Groningen: Biblionet Groningen. Bibliotheek Zwolle (2008) Bibliotheek Zwolle, centrum van de stad [electronische versie] http:// www.bibliotheekzwolle.nl/images1/upload/708/Download_708.pdf Bibliotheek Zwolle (2009) Wat wij willen, datum van raadplegen 22 augustus 2009. URL http:// zuid.bibliotheekzwolle.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=63&Itemid=66 Bibliotheekservice Fryslân (2009) Jaarwerkplan, versie 20 februari 2009. [electronische versie] http:// www.bibliotheekservice-fryslan.nl/documents/file/BSF_documenten/Jaarwerkplan%202009/ JAARWERKPLAN%202009.doc Bibliotheekservice Fryslân (2009) Welkom bij Bibliotheekservice Fryslân, geraadpleegd op 9 mei 2009 van URL http://www.bibliotheekservice-fryslan.nl Blauwe Brug (2009). Over Blauwe Brug, geraadpleegd op 17 oktober 2009 van URL http:// www.blauwebrug.nl/blauwe-brug/over-blauwe-brug/over-blauwe-brug.html Hanzehogeschool Groningen (2009) Instituut voor Communicatie & Media, geraadpleegd op 9 mei 2009 van URL http://www.hanze.nl/home/Schools/Instituut+voor+Communicatie+Media/Instituut+voor +Communicatie+en+Media.htm Hanzehogeschool (2009) Informatie dienstverlening en -management (Media & Informatiemanagement), geraadpleegd op 9 mei 2009 van URL http://www.hanze.nl/home/Schools/Instituut+voor+Communicatie+Media/Opleidingen/Bachelor/ Informatiedienstverlening+en+Management/ Hanzehogeschool (2009) Over de Hanzehogeschool Groningen, geraadpleegd op 9 mei 2009 van URL http://www.hanze.nl/home/Over+de+Hanzehogeschool/Organisatie+en+Bestuur/ Overijssele Bibliotheek Dienst (2009). Jaarverslag 2008 [electronische versie] http://www.biblioplaza.nl/ prod/intranet/webgen.nsf/pages/_80814870B8720CE1C12575E4002768A2/$file/ Jaarverslag_OBD_2008.pdf Poorthuis, Anne-Marie. (2006) De kracht van netwerkbenadering. Assen: Van Gorcum Projectgroep Bibliotheekinnovatie (2009) Presentatie Bibliotheek.nl, 21 september, URL http:// www.projectgroepbibliotheekinnovatie.nl/wp-content/uploads/2009/09/presentatie-21-9-versie-DEF.pdf Puyt, Richard (2007) Innovatief organiseren: de netwerk organisatie, 10 oktober, URL http:// www.innovatieforganiseren.nl/innovatie-en-bedrijven/innovatief-organiseren-de-netwerk-organisatie/ Sociaal Cultureel Planbureau(SCP) (2008) De openbare bibliotheek tien jaar van nu [electronische versie] http://www.scp.nl/dsresource?objectid=19779&type=org Stalpers, Cedric (2005) Een analyse over de pmc-marktonderzoeken van Bureau Leemans geraadpleegd op 9 september 2009 van http://74.125.77.132/search? q=cache:SsY9lT9Fgd4J:www.bibliotheekonderzoek.nl/data/downloads/download.php%3Ffile %3Dsegmentatie_vcob_november2005.ppt+Een+analyse+over+de+pmc-marktonderzoeken+van +Bureau+Leemans&cd=1&hl=nl&ct=clnk&client=safari Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2008) Agenda voor de Toekomst - oktober 2008 [electronische versie] http://www.debibliotheken.nl/dsc?c=getobject&s=obj&! Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
41 /42
sessionid=1BDU@p5K78Ld!zmM!2Az1FIsdrhoUlCp3Q4aGxJl@OuKEX@hW9pz8XH1! b8xG1ji&objectid=20563&!dsname=VobExtern Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2007) De Bibliotheek Anders Bekeken versie 2 [electronische versie] http://www.debibliotheken.nl/dsc?c=getobject&s=obj&! sessionid=1BDU@p5K78Ld!zmM!2Az1FIsdrhoUlCp3Q4aGxJl@OuKEX@hW9pz8XH1! b8xG1ji&objectid=12674&!dsname=VobExtern Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2007) Leren Schitteren, Lijnen naar een nieuw HRMbeleid voor bibliotheken, december 2007. URL http://debibliotheken.nl/dsc?c=getobject&s=obj&! sessionid=1V1zyOvsfxauyo3h50uVxzY@p1K38LdWzmQW2wD5FEodvhsUlyp3M0aGBFhXOqKE&ob jectid=15199&!dsname=VobExtern Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2008) De strategie van de Vereniging van Openbare Bibliotheken voor de jaren 2009 - 2012 [electronische versie] http://www.debibliotheken.nl/dsc? c=getobject&s=obj&!sessionid=1BDU@p5K78Ld!zmM! 2Az1FIsdrhoUlCp3Q4aGxJl@OuKEX@hW9pz8XH1!b8xG1ji&objectid=20563&!dsname=VobExtern Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2009) de Library School, Professionaliseert innovatie en versterkt reflectie. [electronische versie] http://www.debibliotheken.nl/dsc?c=getobject&s=obj&! sessionid=15!f8xG1jif5WxRDe8Ga59bs5Wz8Z!no7t! 8nhbdoWMdxXGwuyBPegM35UuUCWRV&objectid=23594&!dsname=VobExtern Vereniging van Openbare Bibliotheken(VOB) (2009) Eerste bibliotheek in de nieuwe huisstijl, 30 september, URL http://www.debibliotheken.nl/content.jsp?objectid=24458 Werkenindebibliotheek.nl (2009). Biblionet Drenthe, geraadpleegd op 6 juni 2009 van URL http:// www.werkenindebibliotheek.nl/artikel.php?id=159 Werkenindebibliotheek.nl (2009). Overijsselse Bibliotheek Dienst, geraadpleegd op 17 oktober 2009 van URL http://www.werkenindebibliotheek.nl/artikel.php?id=150
Opleidingsbehoefte -van de noordelijke- Openbare Bibliotheken
42 /42
Bijlagen
BIJLAGE 1: Verantwoording afleiding van nieuwe uitdagingen uit beleidscitaten Uitdagingen Bibliotheekbranche De bibliotheek als spin in het digitale informatieweb De bibliotheek zal zich moeten ontwikkelen tot de professionele organisatie die het bibliotheekwerk in de samenleving katalyseert, netwerken van mensen organiseert en bewustwordingsprocessen stimuleert. ICT biedt hiervoor een belangrijk instrumentarium. Het vraagt aan de bibliotheken om een wezenlijk andere toegevoegde waarde te gaan bieden. De ambitie is om vanuit een gezamenlijke ICTinfrastructuur een professionele Digitale Bibliotheek van en voor alle openbare bibliotheken te realiseren. Thuisgebruik van ingekochte online bestanden heeft daarbij topprioriteit. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) De biblitoheek als vertrouwde autoriteit voor een veilige bron van informatie Men stelt zich niet alleen ten doel om als openbare bibliotheek de spin in het (informatie)web te worden, maar vraagt zich ook af; Kan de bibliotheek hèt hulpmiddel zijn om schatten naar boven te halen die betekenis toevoegen en werkelijk van waarde zijn? En hoe kunnen wij in deze tijd die autoriteit, die veilige bron van informatie en kennis zijn waar mensen zich graag aan verbinden? De autoriteit die mensen ondersteunt in hun reflectieproces, met inzet van deskundigen binnen en buiten de bibliotheek zelf. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Uitbreiding eigen collectie met netwerk van producenten van informatie De bibliotheek zal op zoek moeten gaan naar die andere producenten; • hun activiteiten en kennis onderdeel laten uitmaken van de bibliotheek; • maar ook een stap verder gaan en faciliteiten bieden zodat mensen kunnen produceren; • en daarmee de ʻbibliothecarisʼ in het informele domein aan zich binden.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) De bibliotheek als innovatieve netwerkorganisatie Volgens Anne-Marie Poorthuis in haar boek “De kracht van netwerkbenadering - Een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving” is de netwerkorganisatie “dè organisatievorm van de informatie-samenleving”. Opvallend is dat de netwerkorganisatie bijna in een adem wordt genoemd met innovatief organiseren. Wat nogmaals onderstreept dat de beoogde visie van de openbare bibliotheken een passende is, maar ook een zeer ambitieuze strategie die veel van de organisatie en haar medewerkers zaI gaan vragen. “Hoofdkenmerken van een netwerkorganisatie: • herkenbare gemeenschappelijke externe identiteit; • niet-hiërarchische relatie tussen de netwerkpartners; • extern gerichte blik en ondernemerschap; • waardering van eigen initiatief en zelforganisatie; • open informatie-uitwisseling met behulp van ict; • tijdelijke en unieke samenwerkingsvormen; • combinatie van kerncompetenties en positionering in de markt.” (Poorthuis, 2006)
B I J L A G E 1#
1 /5
De bibliotheek als excellente ondernemer De beoogde verandering kan niet gezien worden als een eenmalige oMBOuwoperatie, maar als een vernieuwingsproces dat dient te resulteren in het “continue inspelen op maatschappelijke veranderingen” en het vraagt “om permanente innovatie”. Dit betekent concreet dat verondersteld wordt dat de toekomstige bibliotheken uiterst ondernemend en vernieuwend blijven inspelen op kansen en bedreigingen die zich zullen voordoen. Het vraagt daarmee simpelweg om excellent ondernemerschap. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) The Long Tail Collectie Nederland realiseren De Collectie Nederland omvat bronnen van alle openbare bibliotheken, samenwerkingspartners én van gebruikers. Door provinciaal en landelijk afgestemd collectie- en bewaarbeleid, ontwikkeling van het etalageconcept en integratie van gespecialiseerde zwaartepuntcollecties hebben gebruikers ook de bijzondere, moeilijk verkrijgbare en reeds lang uitverkochte titels tot de beschikking. Aangevuld en verrijkt met de kennis van bibliothecarissen en lezers vormen ze The Long Tail. The Long Tail is een begrip dat wordt gebruikt om een groot aanbod te beschrijven dat slechts een klein publiek of een niche dient, maar gezamenlijk een groter marktpotentieel heeft dan de marktleider op zich. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) Voor uiteenlopende doelgroepen leerprogrammaʼs Mediawijsheid ontwikkelen Om burgers beter toe te rusten voor de overvloed aan informatie, ontwikkelen bibliotheken leerprogramma's voor verschillende doelgroepen. Ook zullen bibliotheken als lokale steunpunten van het onlangs opgerichte Mediawijsheid Expertisecentrum optreden. Dit gebeurt in samenwerking met het onderwijs. Mediawijsheid staat voor ʻhet geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereldʼ (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) Voor laaggeletterden kenniscentrum voor leesbevordering doorontwikkelen De bibliotheek als kenniscentrum van lezen en literatuur wordt verder doorontwikkeld. Speciale aandacht gaat uit naar laaggeletterden van alle leeftijden. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) Alle Innovatiedrang ten spijt… Koester de core-business! Na het lezen van bovenstaande verstrekkende ambitieuze en innovatie veranderplannen van de openbare bibliotheek zou je haast vergeten dat de bibliotheken hun core-business niet zomaar mogen veronachtzamen. Zeker op de korte en middellange termijn is het binden van bestaande klanten en optimaliseren van de bestaande dienstverlening onontbeerlijk! Initiatieven zoals de “Ideale Bibliotheek” maken met relatief eenvoudige middelen de toegang tot de bibliotheek laagdrempeliger, de beleving meer een winkelbeleving en speelt met haar inrichting in op de behoefte van de klant. Ook al betreft het nog “gewoon” de uitlening van de eigen fysieke collectie. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009)
B I J L A G E 1#
2 /5
Uitdagingen Bibliotheekmedewerkers Oneindige hoeveelheid (betekenisvolle) informatie Internet is een oneindige bron om informatie te zoeken en eigen keuzes te maken. Voor bibliotheken ligt in deze schijnbare overvloed een uitdaging: hoe creëren wij uit deze overvloed nieuwe rijkdom: wat is waarachtig, wat is betekenisvolle informatie, wat is werkelijk bijzonder?” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Pluriforme klantvragen en -behoeftes Consumenten zijn in deze situatie van overvloed grillige gebruikers; sommigen hebben specifieke belangstelling, samenhangend met (culturele) achtergrond, leeftijd, opleiding en leefomstandigheden. Anderen vertonen zappend gedrag en wisselen voortdurend van voorkeuren. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Veelvoud van technologische- en communicatiemogelijkheden De alom aanwezige informatietechnologie heeft niet alleen tot een overvloed aan informatie geleid, maar biedt mensen ook vrijwel onbeperkte mogelijkheden tot communicatie. Op internet kunnen mensen met dezelfde interesses veel makkelijker contact leggen dan vroeger; over de hele wereld gaan ze banden met elkaar aan en wisselen ze kennis en informatie uit. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Uiterst laagdrempelige productie en distributie van informatie Internet is ook een podium waarop iedereen de kans heeft zich te manifesteren: als schrijver, als deskundige, als historicus, als muzikant en als filmmaker. Het zijn vervolgens de gebruikers die uitmaken wie succesvol wordt. ”Nu het produceren van informatie niet langer is voorbehouden aan uitgevers, kan de bibliotheek zich niet meer beperken tot het ter beschikking stellen van de eigen collectie. De collectie maakt deel uit van een netwerk van zich voortdurend vernieuwende collecties, die voor een deel geproduceerd worden door ʻprofessionele amateursʼ. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Geen alleenrecht op bibliotheekwerk, maar interactie met de klant Nu zien we dat bibliotheekwerk steeds meer een proces is dat gedistribueerd is in de samenleving. Iedere burger is niet alleen consument, maar kan in principe ook bibliothecaris zijn. Met behulp van eenvoudige programmaʼs kunnen mensen hun eigen boeken, cdʼs en dvdʼs online catalogiseren. Door hun privé-bibliotheken vervolgens open te stellen voor anderen, tonen mensen wie ze zijn. Een proces waarin ʻcultureel creatieveʼ mensen betekenis met elkaar delen en elkaar stimuleren om kennis te nemen van andere boeken en films. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Grote verscheidenheid aan (multiculturele) visies en meningen De scheidslijnen zijn diffuus geworden, de verschillen tussen opvattingen meer divers, de gemeenschappen waar mensen deel vanuit maken zijn talrijk. De oude verzuiling is op de achtergrond geraakt. Bovendien zijn er veel meer religies, waardoor de ordening van de samenleving niet meer helder is. De samenleving is multicultureel. Er zijn veel meer waarheden. Waar iemand toe behoort en bij welke groepering hij of zij zich thuis voelt, is minder door afkomst bepaald en meer en meer het resultaat van een individueel proces. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) B I J L A G E 1#
3 /5
Groot beroep op zelfreflectie (bij jongeren) De wereld ligt open en internet biedt toegang tot een enorme variëteit aan opvattingen. Jongeren van nu maken in de eerste 20 jaar van hun leven een zoektocht door, waarbij een groot beroep wordt gedaan op hun vermogen tot zelfreflectie: wat vind ik? Bij wie voel ik me thuis? Met wie vorm ik een gemeenschap? Welke keuzes maak ik? Hoe richt ik mijn leven in?. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Van allocutie naar consultatie en conversatie Allocutie behelst het ʻomroepmodelʼ waarin content stroomt van een centrale instantie naar veel verspreide ontvangers, waarbij de centrale instantie thema, tijdstip en tempo van de informatieoverdracht bepaalt. Bij consultatie stroomt content ook van een centrale instantie naar gebruikers, maar zijn het de gebruikers die thema, tijdstip en tempo van de informatieoverdracht bepalen (websites bezoeken, content downloaden). Bij conversatie stroomt content tussen gebruikers onderling (netwerksites, peer-to-peer-uitwisseling van content, links delen). Wat tegenwoordig Web 2.0 heet, is een combinatie van consultatie en conversatie (bv. Wikipedia, Youtube, Flickr, LibraryThing). (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) Veeleisende mondige klanten die op maat en als gelijke behandeld willen worden Maatschappelijk zien we dat de klant steeds mondiger wordt, een stem krijgt in productontwikkeling en de producent zijn rol als expert - die weet wat goed voor je is - inruilt voor het luisteren naar wat de klant zelf belangrijk vind. Sleutelbegrippen uit de doelstellingen van de openbare bibliotheken zelf zijn: interactie en personalisering voor verschillende doelgroepen en onderwijsniveaus. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) Een leven-lang-lerende bibliothecaris In het verlengde van het beoogde excellente ondernemerschap wordt er impliciet aangesloten bij het alom bekende begrip life-long-learning. De toekomstige bibliothecaris zal - om adequaat te kunnen blijven functioneren de zich razendsnel ontwikkelende kennismaatschappij - een actieve attitude van een leven-lang-leren absoluut nodig hebben. Een digitale bibliotheek met interactie en personalisering De ambitie is om vanuit een gezamenlijke ICT-infrastructuur een gezamenlijke professionele Digitale Bibliotheek van en voor alle openbare bibliotheken te realiseren. Sleutelbegrippen zijn: interactie en personalisering voor verschillende doelgroepen en onderwijsniveaus. Thuisgebruik van ingekochte online bestanden heeft topprioriteit. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) De toekomstige bibliotheek als levendige ontmoetingsplek Om haar diensten te kunnen etaleren en gebruikers uit te dagen tot gebruik en co-creatie, zal de bibliotheek zo geïntegreerd dienen te raken met haar omgeving dat het (onderdeel van) een natuurlijke en levendige ontmoetingsplek wordt. Waarbij de bibliotheek een ontmoetingsruimte wordt die inspireert en comfortabel is. Een ruimte die je uitdaagt om te iets nieuws te verkennen. Met faciliteiten die je zoektocht snel en effectief ondersteunen. En waar het goed vertoeven is; met een sfeer van kwaliteit, dienstbaarheid en waar je eenvoudigweg een goed kop koffie kunt drinken. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) B I J L A G E 1#
4 /5
De nieuwe bibliothecaris sluit aan bij de actuele informatiebehoeften Een nieuwe bibliothecaris is in wording. Een bibliothecaris die in de eerste plaats bijzonder goed thuis is in het gebruiken van deze nieuwe zoekmachines, maar die bovendien nieuwe verbanden kan leggen, die vragen stelt en durft te stellen over kwaliteit, die relaties aangaat met het publiek om naar nieuwe betekenis te zoeken, die aansluit bij een (actuele en/of aanwezige) behoefte. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) Met goed gestelde vragen de complexiteit leren begrijpen “Vandaag hebben wij mensen nodig die ons kunnen helpen om complexiteit te begrijpen. Wij hebben kritische denkers nodig; mensen die alternatieven zien en die belang hechten aan verschillende invalshoeken. Wij hebben mensen nodig die hun bronnen op waarde weten te schatten en vragen naar de betekenis ervan. Bibliothecarissen creëren omgevingen waar mensen worden gestimuleerd om vragen te stellen en om antwoorden ter discussie te stellen. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009) De nieuwe bibliothecaris weet betekenisvolle combinaties te organiseren Wij hebben mensen en plaatsen nodig waar wij kunnen leren en die ons inspireren. De bibliothecaris wordt daarmee een ʻdramaturgʼ van virtuele en fysieke collecties, die er voor zorgt dat er verhalen verteld worden die voor mensen betekenisvol zijn. Verhalen, die mensen aan het denken zetten en die andere contexten aan de orde stellen. Juist in een situatie van overvloed kunnen zo nieuwe, verrassende en betekenisvolle combinaties ontstaan. Misschien wel de belangrijkste eigenschap van is dat hij/zij niet zelf ʻassembleertʼ, maar dat hij/zij ʻassemblagesʼ weet te organiseren.” (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2007) De nieuwe bibliothecaris helpt netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren Van de bibliothecaris van morgen wordt het ontlokken, initiëren en uitbouwen van netwerken en samenwerking met externe partijen verwacht. Partijen die door het met elkaar delen, verrijken en beschikbaar stellen van hun eigen informatie samen tot een rijke vorm van betekenisvolle informatie komen die publiekelijk toegankelijk wordt. In deze laatste rol is de bibliothecaris van morgen de regisseur / organisator van het tot stand brengen en breed beschikbaar stellen van kwalitatief hoogwaardige betekenisvolle informatie. (Vereniging van Openbare Bibliotheken, 2009)
B I J L A G E 1#
5 /5
BIJLAGE 2: Verantwoording vertaling uitdagingen naar nieuwe competenties De bibliotheek als spin in het digitale informatieweb • Effectief kunnen werken met het ICT instrumentarium dat wordt aangereikt. De biblitoheek als vertrouwde autoriteit voor een veilige bron van informatie • In staat zijn tot (zelf)reflectie op het hanteren van (ethische) normen en waarden. Uitbreiding eigen collectie met netwerk van producenten van informatie • Nieuwe lokale netwerken van producenten werven, faciliteren en aan zich binden. De bibliotheek als innovatieve netwerkorganisatie • Op basis van gelijkwaardigheid relaties onderhouden met lokale netwerkpartners. • Een extern gerichte blik en netwerkend ondernemerschap. • In staat tot zelforganisatie en creatie van uiteenlopende samenwerkingsvormen. De bibliotheek als excellente ondernemer • Vernieuwend en doortastend inspelen op lokale externe kansen en bedreigingen. The Long Tail Collectie Nederland realiseren • Nieuwe collecties en lezersbeoordelingen werven, faciliteren en aan zich binden. Voor uiteenlopende doelgroepen leerprogrammaʼs Mediawijsheid ontwikkelen • Bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Voor laaggeletterden kenniscentrum voor leesbevordering doorontwikkelen • De vaardigheden bezitten om bij laaggeletterden van alle leeftijden het lezen te kunnen bevorderen. Alle Innovatiedrang ten spijt… Koester de core-business! • Het kunnen binden van bestaande klanten en het optimaliseren van de bestaande dienstverlening. Oneindige hoeveelheid (betekenisvolle) informatie • In staat zijn om uit de overvloed van informatie daadwerkelijk betekenisvolle informatie te destilleren. Pluriforme klantvragen en -behoeftes • Kunnen omgaan met en inspelen op pluriforme klantvragen en -behoeftes. Veelvoud van technologische- en communicatiemogelijkheden • Kunnen omgaan met een veelvoud van technologische- en communicatiemogelijkheden. Uiterst laagdrempelige productie en distributie van informatie • Kennis van en vaardigheden laagdrempelige productie en distributie van informatie.
B I J L A G E 2!
1 /2
Geen alleenrecht op bibliotheekwerk, maar interactie met de klant • In staat zijn om in interactie met ʻprofessionele amateursʼ nieuw bibliotheekwerk te realiseren. Grote verscheidenheid aan (multiculturele) visies en meningen • Om kunnen gaan met een grote verscheidenheid aan (multiculturele) visies en meningen. Groot beroep op zelfreflectie (bij jongeren) • Zicht hebben op de moderne leefwereld van en staat zijn om zich in de leefwereld van jongeren te verplaatsen. Van allocutie naar consultatie en conversatie • Kennis van en vaardigheden met moderne internettoepassingen van consultatie en conversatie. Veeleisende mondige klanten die op maat en als gelijke behandeld willen worden • Instaat zijn om ook veeleisende mondige klanten als gelijke te benaderen en mee te communiceren. Een leven-lang-lerende bibliothecaris • De vaardigheden en actieve attitude bezitten om een leven-lang-leren vorm en inhoud te geven. Een digitale bibliotheek met interactie en personalisering • Een actieve bijdrage leveren aan de personalisering en interactie met doelgroepen en onderwijsniveaus. De toekomstige bibliotheek als levendige ontmoetingsplek • Een goedgastheer en dienstverlener kunnen zijn, klantvriendelijk en dienstbaar. De nieuwe bibliothecaris sluit aan bij de actuele informatiebehoeften • Bijzonder goed thuis zijn in het (geavanceerd) gebruiken van deze nieuwe zoekmachines. • In staat zijn om (in samenspraak met de klant) nieuwe verbanden te leggen en betekenis te zoeken. • In staat zijn om in te spelen op en aan te sluiten bij een (actuele en/of aanwezige) informatiebehoefte. Met goed gestelde vragen de complexiteit leren begrijpen • Een kritische denker zijn; die alternatieven ziet en die belang hecht aan verschillende invalshoeken. • Bronnen op waarde weten te schatten en kunnen doorvragen naar de betekenis ervan. • De context kunnen creëren waar klanten (kritische) vragen stellen en antwoorden ter discussie te kunnen stellen. De nieuwe bibliothecaris weet betekenisvolle combinaties te organiseren • In staat zijn om te inspireren en als ʻdramaturgʼ van virtuele en fysieke collecties kunnen optreden. • In staat zijn betekenisvolle combinaties te kunnen organiseren in plaats van dit zelf samen te stellen. De nieuwe bibliothecaris helpt netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren • In staat zijn om al netwerkend en samenwerkend betekenisvolle informatie te creëren.
B I J L A G E 2!
2 /2
BIJLAGE 3: Algemene HBO-competenties Brede professionalisering • Werkt zelfstandig en resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving, Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van feedback en reflectie. • Kan (recent wetenschappelijke) kennis en inzichten toepassen in verschillende beroepssituaties. • Is ondernemend, toont initiatief en durft risico te nemen. • Is toegerust met actuele kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. • Is resultaatgericht en stressbestendig bij kritische beroepssituaties. Multidisciplinaire integratie • Is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillenden disciplines van het beroepenveld. • Kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. (Wetenschappelijke) toepassing • Kan (recent wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. • Kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen. Transfer en brede inzetbaarheid • Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. • Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan professionals binnen de organisaties. Creativiteit en complexiteit van handelen • Kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, analyseren. • Komt met ideeën voor oplossingen. • Is creatief, heeft zicht op (on-)mogelijkheden. Probleemgericht werken • Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een complexe praktijksituatie. • Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. • Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante theoretische kennis en inzichten. • Ontwikkelt en past zinvolle oplossingsstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. Methodisch en reflectief denken en handelen • Kan in een multidisciplinaire omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en implementatietraject inrichten en een geschikte methoden kiezen en toepassen. • Stelt realistische doelen. • Stelt projectplannen op. • Kan een projectplan beoordelen op inhoudelijke, financiële en organisatorische gronden. B I J L A G E 3!
1 /2
• Voert werkzaamheden van het project uit volgens de geselecteerde methoden en technieken. • Reflecteert op het beroepsmatig handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevant informatie. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid • Communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. • Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. • Kan luisteren naar de inbreng van een ander. • Heeft een eigen inbreng. • Reflecteert op eigen gedrag. • Kan conflicten hanteren. • Kan vakliteratuur in de Nederlandse en de Engelse taal lezen. • Kan een verslag of rapport opstellen conform de richtlijnen. Basiskwalificering voor managementfuncties • Kan leidinggevende en managementtaken uitvoeren. • Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. • Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden • Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. • Kan werk verdelen en delegeren binnen een project Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid • Heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. • Is betrokken bij haar of zijn taakstelling. • Is kwaliteitsgericht. • Is prestatiegericht. • Is gericht op dienstverlening.
B I J L A G E 3!
2 /2
BIJLAGE 4: Gespreksverslagen interviews 4.1 Gespreksverslag Biblionet Groningen Interview: 31 augustus 2009, met Arend Middelveld - lid Raad van Bestuur Biblionet Biblionet Groningen Biblionet Groningen is de netwerkorganisatie van alle bibliotheken in stad en provincie Groningen. De organisatie bestaat uit 65 openbare bibliotheken, 163 bibliobushaltes en een service- en kenniscentrum. De bibliotheken hebben samen 180.000 leners, dat is bijna 31% van alle inwoners van de provincie. Externe dienstverlening Biblionet Groningen levert diensten aan meer dan 400 instellingen in stad en provincie Groningen waaronder scholen, ziekenhuizen, zorgcentra en gevangenissen. Service- en kenniscentrum Het service- en kenniscentrum in de stad Groningen ondersteunt de Groningse bibliotheken met tal van diensten, uiteenlopend van personeelsbeleid tot educatieve ondersteuning, van aankoop van media tot financiële administratie. Op basis van in- en externe ontwikkelingen ontwikkelt Biblionet Groningen nieuwe producten, diensten en concepten. Uitstroom / doorstroom medewerkers Tussen 2012 en 2018 is er een natuurlijk verloop van 50% van het personeel. Dit houdt in dat er in totaal zo'n tweehonderd medewerkers vertrekken en dat zijn gemiddeld dertig medewerkers per jaar. Het personeel blijft vaak zitten waar het zit, er is sprake van weinig doorstroom. Nieuwe functies Het verloop raakt alle lagen van de organisatie. Hierdoor zal er een grote verscheidenheid aan nieuwe functies ontstaan. Biblionet ziet op dit moment weinig mogelijkheden om studenten / stagiaires die actief zijn (geweest) binnen Biblionet een vast baan aan te bieden. Op dit moment zijn er geen fulltime-functies beschikbaar, ondanks dat deze in de nabije toekomst wel beschikbaar komen. Opleidingsbehoefte huidige personeel Het personeel wat op MBO(+)-niveau geschoold is heeft weinig ambitie om een HBO-opleiding te volgen. Eenmaal een plek verworven in de organisatie zijn deze medewerkers vaak tevreden met de positie die zij hebben ingenomen. De voornemen is om minimaal twee medewerkers per jaar te sturen naar de “Library School”, startend vanaf dit jaar. Samengevat Tijdens dit gesprek is duidelijk naar voren gekomen dat er een grote behoefte gaat ontstaat naar nieuw personeel. Dit geldt voor Biblionet als de gehele (Nederlandse) bibliotheekbranche. Het is echter nog onduidelijk waar het personeel vandaan moet komen en welke (specifieke) functie-eisen er gesteld gaan worden. B I J L A G E 4!
1 /7
Op dit moment zijn er weinig tot geen vacatures bij Biblionet, maar dit zal naar verwachting drastisch veranderen. Er zijn op dit moment tevens weinig tot geen financiële middelen beschikbaar om nieuw personeel in dienst te nemen of personeel vroegtijdig te vervangen. Wellicht is er behoefte aan scholingstrajecten maar er is zeker behoefte aan instroom!
4.2 Gespreksverslag Beleefbibliotheek Smallingerland Interview: 5 augustus 2009, met Hans Beek – Directeur OB Smallingerland Hans Beek in het kort Directeur van de openbare bibliotheek in Smallingerland. Manager geweest bij Bibliotheek Veendam en Groninger Archieven. Kernpunten interview • Bij de Beleefbibliotheek Smallingerland zijn vijfenveertig medewerkers werkzaam. • Het aantal fte ligt op ongeveer dertig. • ROC Friese Poort heeft in het verleden module onderwijs aangeboden, waarbij de onderwerpen collectiebeheer, public relations en inlichtingen zijn behandeld. • Er zijn tien medewerkers die actief projecten uitvoeren en ondersteunen. Deze backoffice medewerkers zijn minimaal geschoold op HBO-niveau. • Frontoffice medewerkers zijn voornamelijk op MBO-niveau geschoold. • Er is behoefte om de backoffice medewerkers projectmanagement vaardigheden bij te leren. Dit om de medewerkers beter in staat te stellen om projecten zelfstandiger te managen. • Er wordt geen dringende noodzaak voorzien om de frontoffice medewerkers op HBO-niveau op te leiden. De huidige competenties en vaardigheden zijn voldoende voor het verlenen van de beoogde dienstverlening.
4.3 Gespreksverslag OB Zwolle Interview: 9 oktober 2009, met Marijke Landman - Manager publieksdiensten Vestigingen Bibliotheek Zwolle Het aantal vestigingen van Bibliotheek Zwolle is teruggebracht van zes naar vier. De kleinere vestigingen zijn gesloten. De collectie van de gesloten vestigingen was minimaal en de vestigingen bedienden een relatief kleine populatie klanten. Door het terugbrengen van het aantal vestigingen is Bibliotheek Zwolle beter in staat om een kwaliteitsimpuls te geven aan producten- en het dienstenaanbod. Leeftijd De gemiddelde leeftijd van medewerkers ligt op ongeveer 45 jaar. Er zijn ook jongere medewerkers actief. Dit zijn medewerkers binnen team educatie die deels nog op projectbasis bij ons werken, studenten die een afstudeeropdracht uitvoeren binnen de bibliotheek of afgestudeerd zijn en parttime werken. Zo ondersteunt een afgestudeerde op dit moment de PR / Marketing afdeling.
B I J L A G E 4!
2 /7
Focus De focus van de Bibliotheek Zwolle ligt voor een groot deel op marketing en pr. Het marketingprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: opbouw van een marketinginformatiesysteem, dat erop gericht is om individuele klantkennis als basis te gebruiken voor het “voortdurend aanpassen van het aanbod aan de wensen van de klant”. Ontwikkeling van een marketingprogramma naar klantsegmenten met winkelformules Functioneringsgesprekken Er worden op dit moment geen functioneringsgesprekken gevoerd. Er worden wel ontwikkelgesprekken gehouden waarbij er gekeken wordt waarin de medewerker nu staat en waar mogelijkheden zijn om te groeien / te verbeteren. Medewerkers worden niet direct beoordeelt op hun functioneren, maar vooral ondersteunt tijdens de vertaalslag van de traditionele naar de moderne bibliotheek. Er wordt gebruik gemaakt van OBIP+, een hulpmiddel voor werkgevers in de bibliotheekbranche om functionerings- en beoordelingsgesprekken beter zelf te kunnen voorbereiden, te voeren en vast te leggen. Voorbereidingen op de toekomst Medewerkers worden geleidelijk voorbereid op de nieuwe ontwikkelingen. Zo wordt er op dit moment aandacht besteed aan “mediawijsheid”, “winkeldisplays” en “klant aan het woord”. Tevens wordt er aandacht besteed aan kennisdeling door middel van wikiʼs. Het leren van elkaar heeft hiermee een centrale plek gekregen. In de praktijk schiet het actief gebruiken van de wikiʼs er wel eens bij in. De oorzaak is voor een deel te wijten aan de continue informatiestroom aan nieuwe mogelijkheden, ervaringen en ontwikkelingen die zich afspelen in de bibliotheeksector als in de vestiging zelf. I-Factor Bibliotheek Zwolle biedt studenten van Saxion (I-factor) een stage / werkplek. Er is veel marketingaandacht geweest voor deze IDM opleiding die zich sterk richt op de OB-sector. De samenwerking c.q. afstemming tussen Saxion en Bibliotheek Zwolle is enigszins tegengevallen. Tijdens de eerste “sollicitaties” van studenten bij Bibliotheek Zwolle waren de studenten zeer matig op de hoogte van de ontwikkelingen in de bibliotheeksector. Ondanks deze eerste ervaring heeft Bibliotheek Zwolle een student aangenomen om tijdens de IDM-opleiding praktijkervaring op te doen in het werkveld. Feedback compententielijst De afgeleide competenties worden grotendeels erkend als de competenties waaraan de bibliotheek in zijn algemeenheid dient te werken. De competenties die ontbreken betreffen marketing gerelateerde competenties. Marketing is een speerpunt van Bibliotheek Zwolle. Uit-(Door-, en In)stroom medewerkers De komende jaren heeft Bibliotheek Zwolle te maken met een grote uitstroom van het zittende personeel. Het zwaartepunt daarvan zal liggen in 2012.
B I J L A G E 4!
3 /7
Samengevat De openbare bibliotheek Zwolle is met het nieuwe winkelconcept nadrukkelijk gestart om haar business beter in de markt te positioneren. Ondersteund door een CRM-pakket zal door analyse van het klantgedrag beter op de behoefte van haar klanten kunnen worden ingespeeld. Zo werken zij met de inzet van gerichte marketingstrategieën voornamelijk toe naar het verbeteren van de core-business. Met de inzet van een I-factor stagair wordt op kleine schaal en min of meer als experiment ingespeeld op de te verwachten uitstroom van (oude) medewerkers in de nabije toekomst. De marketingcompetenties zoals ik die heb voorgelegd missen inderdaad een aparte rubriek in mijn opsomming. Deels zijn er wel wat marketingaspecten verscholen aanwezig bij de rubrieken communicatie, relatiemanagement en klantbenadering, maar een aparte meer specifieke rubriek met enkele “verkoopbevorderende” competenties zou niet misstaan. Te denken valt aan competenties als; klantgegevens kunnen analyseren, gerichte marketingacties bedenken, de bibliotheek en zijn diensten kunnen promoten, een (persoonlijke) klantrelatie kunnen op- en uitbouwen, een bestaande klant kunnen interesseren voor het brede productassortiment (die de klant wellicht nog niet kent of nog geen gebruik van maakt) en er voor zorgen dat een klant altijd met een positief gevoel de bibliotheek verlaat.
4.4 Gespreksverslag Blauwe Brug Interview: 14 oktober 2009, met Rommie Eisma - Directeur OB Raalte (Aangevuld met informatie met betrekking tot de besproken onderwerpen.) Rommie Eisma in het kort: Directeur / Interim Manager Openbare Bibliotheek Raalte, 1999-2007 Consultant Blauwe Brug, 2007-heden gespecialiseerd in ʻde bibliotheek als winkelʼ organisatie advies en interim management Blauwe Brug Blauwe Brug is 1 januari 2009 officieel van start gegaan. Blauwe Brug levert branchespecifieke facilitaire en consultancydiensten in deelgebieden Personeel & Organisatie, Financiën en IT, niet alleen aan bibliotheken maar ook aan andere not-for-profit-organisaties. Als onderdeel van de Rijnbrink Groep wordt de expertise van Blauwe Brug gebundeld met die van de professionals van de Overijsselse Bibliotheek Dienst, Biblioservice Gelderland en Variya. (Blauwe Brug, 2009) Relatie OBD De Overijsselse Bibliotheek Dienst vormt samen met een groot aantal bibliotheken in Overijssel en Gelderland een samenwerkingsverband. Hierin staat het bevorderen van informatievoorziening centraal. De bibliotheken en de OBD geven gezamenlijk vorm aan het werkgeverschap en het HRMbeleid. P&O-dienstverlening De dienstverlening en de toekomstige detachering van medewerkers van OBD, Biblioservice Gelderland (BSG) en Variya zijn bij Blauwe Brug ondergebracht. Per 1 januari 2009 zijn derhalve vier Gelderse Bibliotheken (Lingerwaard, Scherpenzeel, Montferland en Achterhoekse Poort) en BSG klant
B I J L A G E 4!
4 /7
van Blauwe Brug voor de personeels- en salarisadministratie. De sector P&O is in zijn geheel overgegaan naar Blauwe Brug. (Overijssele Bibliotheek Dienst, 2009) Cursusaanbod Blauwe Brug biedt van MBO tot HBO+ verschillende cursussen en opleidingen aan. Er wordt op dit gebied maatwerk geleverd. Een groot aantal van de trainingen kan ook in-company worden verzorgd. De cursussen en trainingen worden zowel door eigen als externe consultants gefaciliteerd. Mediawijsheid en het winkelconcept met display en verkooptrainingen zijn op dit moment actuele onderwerpen. Er is sprake van een hechte samenwerking met partners om het cursusaanbod zo compleet en up-to-date mogelijk te houden. (Blauwe brug, 2009) Winkelconcept De Bibliotheek als winkel betekent een nieuwe manier van werken en dienstverlening. Doordat dit concept nog in volle ontwikkeling is zijn de toekomstige functies en bijhorende competenties nog niet volledig in beeld gebracht. De focus ligt nu op uitwerken van het winkelconcept en pas daarna zal er meer helderheid verschaft kunnen worden over de toekomstige functies. Mobiliteit medewerkers In Overijssel is sprake van Werkgeverschap in Netwerkverband (WINO). Binnen dit netwerkverband, waar 17 bibliotheekstichtingen aan deelnemen, wordt ondermeer mobiliteit van medewerkers gestimuleerd en ondersteund door het mobiliteitscentrum en het loopbaanadviescentrum. (Werkenindebibliotheek.nl, 2009) Door de doorstroom van medewerkers kunnen de meeste vacatures intern opgevangen worden. De overige vacatures worden vervolgens ook extern aangeboden via de website “werkenindebibliotheek.nl”. Er is op sprake van een lage instroom want er ligt geen nadruk op het werven van nieuw personeel. Er zijn veel parttime medewerkers actief en er zullen naar verwachting veel parttimers uitstromen. Deze banen zullen zoveel mogelijk omgezet worden naar volwaardige banen. Deze toekomstige functieomschrijvingen dienen nog vormgegeven te worden. Samenwerking onderwijs De samenwerking tussen het onderwijs is belangrijk om de studenten (wellicht toekomstige medewerkers) nader kennis te laten maken met de mogelijkheden van de bibliotheek. Een goed voorbeeld hiervan is het “Biebsearch” project. Hiermee wordt de doelgroep ʻjongerenʼ direct bereikt door de bibliotheek. Marketing competenties Er is behoefte aan medewerkers die gegevens kunnen analyseren voor marketing doeleinden. Er wordt veel aandacht besteed aan de marketing mogelijkheden voor de bibliotheken. Dit zijn ook competenties die op dit moment gevraagd worden. Mogelijkheden IDM-er Voor IDMʼers lijken er mogelijkheden te zijn als manager op de midoffice. Dit om front- en backoffice met elkaar te verbinden. Zo zou een IDM-er bijvoorbeeld de producten en diensten, die ontwikkeld B I J L A G E 4!
5 /7
worden op de backoffice, kunnen implementeren binnen de plaatselijke bibliotheken. Ook het zorgdragen voor een optimale afstemming en beheersing van de nieuwe producten en diensten door de bibliotheekmedewerkers kan hierin een rol vertegenwoordigen. Voor een dergelijke midoffice functie is HBO het vereiste niveau. Op de backoffice zullen naar verwachting voornamelijk HBO+ medewerkers actief zijn.
4.5 Gespreksverslag OB Middelburg Skype-Interview: 21 oktober 2009, met Edwin Mijnsbergen - Informatiespecialist OB Middelburg IDM De kijk op IDM is anders geworden. Het geluid is dat studenten die IDM doen, niet in de bibliotheek zouden willen werken. Er zijn wel studenten uit Den Haag die het beroepenveld komen bekijken in de Bibliotheek. Personeel Er zijn relatief weinig jonge medewerkers werkzaam. Stagiaires die er lopen uit zijn voornamelijk IT-ers. Wat meespeelt bij het geringe aantal stagiaires is het huidige personeel dat veelal met vaste formaties werkt. Daarnaast zijn projecten langdurig, dus langer dan een stageperiode. Er zijn veel parttimers actief bij de Zeeuws bibliotheek. Er worden ook bijna geen volwaardige banen gecreëerd / beschikbaar gesteld. De vraag naar MBOʼers is voornamelijk voor de frontoffice. Er zijn veelal vrouwelijke frontofficemedewerkers actief. De HBOʼers en woʼers zitten voornamelijk op de backoffice en beantwoorden klantvragen in de tweede lijn. De indruk is dat de hoeveelheid vragen aan de balie- / frontofficemedewerkers steeds minder wordt. De bezoekers zijn zelfstandiger geworden en gaan zelf opzoek naar informatie. Bovendien betreffen de vragen steeds meer huishoudelijke en wegwijsvragen, in plaats van inhoudelijke. De urgentie om nieuw personeel aan te nemen wordt nog niet door iedereen erkend. Het is wel duidelijk dat het een probleem is / gaat worden. De hoop dat een overkoepelende organisatie, zoals bijvoorbeeld het VOB, dit landelijk aanstuurt en aanpakt is aanwezig. Het krijgt echter nog niet de prioriteit die het verdient. Ontwikkelingen Het ministerie van OCW heeft bij monde van Minister Plasterk aangegeven dat HRM geen speerpunt is voor de komende jaren. De digitale bibliotheek wel, maar niet het personeel. Mede door deze ontwikkelingen leeft het blijkbaar niet echt om nieuwe medewerkers te vragen. Er komen mondjesmaat nieuwe “jonge” medewerkers bij en deze komen op verschillende plekken in de Zeeuwse bibliotheek terecht, waarbij veel verschillende kwaliteiten benut worden. Er wordt niet meteen ingezet op bijvoorbeeld digitale vernieuwing, of op aandachtsgebieden omschreven zoals in het beleid. Het vernieuwen van personeel lijkt toch uiteindelijk uit lokale initiatieven te worden gerealiseerd. gerealiseerd. Mochten initiatieven zoals bijvoorbeeld de “I-factor” succesvol zijn, dan zou dit wellicht landelijk overgenomen kunnen worden.
B I J L A G E 4!
6 /7
Library School De oorspronkelijke bedoeling van het VOB-opleidingsinstituut was om verschillende kennis en leercentra in het land te realiseren, waarbij jong en oud van elkaar zouden leren. De huidige medewerkers die de werkzaamheden van verleden en heden kunnen overbrengen en de nieuwe “jonge” medewerkers die trends en ontwikkelingen samen zouden kunnen ontwikkelen. Er zou ruimte zijn om te kunnen innoveren en om concrete projecten op te zetten. Het VOB zet met de “Library School” op een vrij hoog niveau in, waardoor dit “oorspronkelijke” idee minder aan bod komt. Het VOB zal zich waarschijnlijk van veel projecten aftrekken, gezien de ontvlechting van het VOB. Een aantal grote projecten zullen zij waarschijnlijk nog wel aansturen. Het plan is om producten / diensten op provinciaal en lokaal niveau te ontwikkelen, die vervolgens schaalbaar zijn om op landelijk niveau in te zetten. Digitale diensten Het succesvol gebruik van nieuwe web 2.0 / ICT tools valt of staat met het draagvlak vanuit het management. Het integreren van deze nieuwe vaardigheden in de werkzaamheden en het geloof in de nieuwe tools door het management is een voorwaarde te zijn om hier mee verder te gaan. Het werken aan een weblog bijvoorbeeld is vaak vrijblijvend. Hierdoor is de interactie niet optimaal en verwatert het gebruik en onderhoud van een blog. Het inzetten op het web 2.0 het werkelijk bewegen op het web is een kans voor de bibliotheek. De bibliotheek is onvoldoende digitaal aanwezig waar de massa zich bevindt en informatie zoekt. Wikipedia is hier een voorbeeld van. De bibliotheek wil hier eigenlijk niets van weten en laat het volledig links liggen. Terwijl het een mooie ingang zou kunnen zijn om vanaf wikiʼs de informatie toe te voegen met de kennis en (digitale) collectie die aanwezig is bij bibliotheken. Tevens biedt het een ingang om door te verwijzen naar de bibliotheek voor meer informatie. Er is bovendien een duidelijke sfeer om de eigen collectie “eigen” te houden en niet “uit handen te geven”. Digitale aanwezigheid Daarnaast is er sprake van anonimiteit van de bibliotheek op het web. De menselijke factor is niet voldoende aanwezig, want zo worden er bijvoorbeeld gebruikersnamen verzonnen door bibliotheekmedewerkers. Er wordt dus niet eerlijk gepresenteerd wie er online actief is. Er liggen kansen als er meer ingezet wordt op web 2.0 en digitale dienstverlening, maar dan zal ingezet moeten worden op het lef om digitaal aanwezig te (durven) zijn. Tijdens de opleidingen wordt, bij studenten, blijkbaar weinig aandacht besteed aan de vaardigheden om jezelf digitaal te vertegenwoordigen.
B I J L A G E 4!
7 /7
BIJLAGE 5: Overzicht opleidingen gericht op de Bibliotheekbranche WO OPLEIDINGEN 1] Opleiding: Universiteit van Amsterdam (UvA) Bachelor Culturele informatiewetenschap Locatie: Amsterdam Soort opleiding: Vol- en deeltijd - Dagonderwijs Duur: 3-4,5 jaar Doorstromen: Na het afronden van de bachelor Culturele Informatiewetenschap, kun je direct doorstromen naar de master Culturele Informatiewetenschap, de duale master Archiefwetenschap of de onderzoeksmaster Media Studies. De master Culturele Informatiewetenschap biedt verdieping op het gehele vakgebied. De duale master Archiefwetenschap geldt als basis voor het wettelijk erkende diploma Archivistiek A; zie de paragraaf ʻMinor en keuzevakkenʼ voor de aanvullende voorwaarden voor dit diploma. Specifiek voor studenten die zich verder willen ontwikkelen in wetenschappelijk onderzoek is de onderzoeksmaster Media Studies. Maar een afgestudeerde bachelorstudent Culturele Informatiewetenschap kan ook direct aan de slag als informatieprofessional.
2] Opleiding: Universiteit van Amsterdam (UvA) Master Culturele informatiewetenschap Locatie: Amsterdam Soort opleiding: Vol- en deeltijd - Dagonderwijs Duur: 1 jaar Toelatingseisen: De master Culturele informatiewetenschap is zonder meer toegankelijk voor studenten met een bachelordiploma Culturele- of Documentaire informatiewetenschap. Ook studenten met een ander bachelordiploma in de geesteswetenschappen hebben toegang tot de master, mits zij tijdens hun bachelor een aanzienlijke hoeveelheid - ten minste 60 EC informatie-vakken, ter beoordeling van de examencommissie, hebben gevolgd. Wie over een ander bachelordiploma dan de hierboven genoemde, een ander doctoraal examen of een HBO-BDI examen beschikt, kan na het volgen van een schakelprogramma of aansluitprogramma toegang krijgen tot de master Culturele informatiewetenschap. Doorstromen: Na afronding van de master kun je aan de slag als all-round informatieprofessional.
B I J L A G E 5$
1 /13
3] Opleiding: Universiteit van Amsterdam (UvA) Schakelprogramma Culturele informatiewetenschap Locatie: Amsterdam Soort opleiding: Vol- en deeltijd - Dagonderwijs Duur: 1 jaar Toelatingeisen: • een gecertificeerde kopie van het HBO-diploma IDM resp. doctoraal examen en/of • een gecertificeerde kopie cijferlijst van tot dan toe behaalde vakken en een opsomming van vakken die nog afgerond moeten worden. Studenten met een ander HBO-diploma dan IDM die het schakelprogramma willen volgen, moeten tevens een kernachtige beschrijving bijvoegen van de inhoud van de vakken die relevant zijn voor toelating tot het schakeljaar (dwz duidelijk herkenbaar behorend tot het terrein van de Culturele informatiewetenschap). Doorstromen: Dit is een programma voor toelating tot de aansluitmaster Culturele informatiewetenschap voor studenten die in het bezit zijn van een HBO-bachelor IDM. 4] Opleiding: Erasmus Academie Rotterdam Informatie- en documentmanagement Locatie: Rotterdam Soort opleiding: Post-academische opleiding, mits het volgen van alledrie de IDM leergangen Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, complex Woudestein Duur: 1 jaar Titel/Diploma/Certificaat: Certificaat. Deelnemers die de leergang met goed gevolg afronden, ontvangen een certificaat van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deelnemers die de gehele IDM leergang en het eindreferaat met succes afronden, ontvangen een getuigschrift van de Erasmus Universiteit. Toelatingseisen: Om de opleiding Informatie- en documentmanagement te kunnen volgen, heeft u tenminste een HBO- of universitaire opleiding in een voor de leergang relevant vakgebied met succes afgerond.
B I J L A G E 5$
2 /13
5] Opleiding: GO-Opleidingen Informatiekunde Locatie: Voorburg Soort opleiding: Duaal Duur: 10 maanden Titel/Diploma/Certificaat: Diploma Toelatingseisen: Baan in de informatiedienstverlening
HBO OPLEIDINGEN 1] Opleiding: IDM Groningen Informatiedienstverlening en -management (IDM) / Media en Informatiemanagement (MIM) Locatie: Groningen Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd Duur: 4 jaar Specialisatie: Business information Information Services (Engelstalig) Titel/Diploma/Certificaat: Bachelor of Communication
2] Opleiding: IDM Den Haag Informatiedienstverlening en -management (IDM) Locatie: Den Haag Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd
B I J L A G E 5$
3 /13
Duur: De opleiding IDM duurt in principe vier jaar. Verkorte routes voor MBOʼers of vwoʼers kent de opleiding niet, maar als je eerder verworven competenties kunt aantonen, kun je de studieduur wel verkorten. Meer informatie daarover vind je op de pagina verkort traject. Minor(en): Ethische en juridische aspecten van ICT-gebruik Werken 2.0 Doorstromen: Het diploma IDM geeft je toegang tot vervolgopleidingen. De Haagse Hogeschool biedt zelf interessante masteropleidingen, op aangrenzende of andere vakgebieden, bijvoorbeeld management. Je kunt ook instroomprogrammaʼs volgen voor een universitaire opleiding. Voorbeelden van vervolgstudies zijn: • de Master Culturele Informatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam • de Master Archiefwetenschap van de Archiefschool in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam • de Master Content and Knowledge Engineering aan de Universiteit Utrecht • de Master Human Aspects of Information Technology, Universiteit van Tilburg • de Master Bedrijfscommunicatie en Digitale Media, een specialisatie van de opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg • de Master Book and Digital Media Studies aan de Universiteit Leiden Titel/Diploma/Certificaat: Bachelor of Information and Communication Technology 3] Opleiding: IDM Deventer (I-Factor) Informatiedienstverlening en -management (IDM) Locatie: Deventer Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd Duur: 4 jaar Studieroute: Human Information Design & Strategy (HIDS), onderdeel van de opleiding Informatiedienstverlening -en Management (IDM). Titel/Diploma/Certificaat: Bachelor of Communication, en een certificaat waar de studieroute Human Information Design & Strategy apart op staat vermeld.
4] Opleiding: IDM Deventer Human Information Design & Strategy (Ad) / Officiële naam: Informatiedienstverlening en management (Ad) Locatie: Deventer B I J L A G E 5$
4 /13
Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd. Associate degree. Duur: 2 jaar. De tweejarige opleiding blijft deel uitmaken van het vierjarige programma. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de 'bachelor-status' na het afronden van deze tweejarige opleiding (Associate Degree*) wordt bereikt. De opleiding is in het leven geroepen om de kloof tussen MBO- en HBO-opleidingen te verkleinen en om internationaal beter aan te sluiten bij de buitenlandse opleidingen en de banenmarkt. Titel/Diploma/Certificaat: Diploma Ad* HIDS * Associate degree (Ad): Het Ad-programma is een tamelijk nieuw, tweejarig onderwijsprogramma dat leidt tot een nieuwe wettelijke graad: de Associate degree. Het diploma ligt tussen het niveau van MBO en HBO en is heel geschikt voor ambitieuze MBO-ers die wel verder willen studeren, maar vier jaar net iets te lang vinden. Ad-programma's maken deel uit van een HBO-bacheloropleiding en zijn praktisch van aard en opzet.
5] Opleiding: IDM Amsterdam Media, Informatie en Communicatie (MIC) Locatie: Amsterdam Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd Duur: 4 jaar Afstudeerprofiel(en): Redactie & Mediaproductie; Informatie & Media; Media, Marketing & Publishing; Reclame, Marketing & Communicatie; Nieuws & Media Titel/Diploma/Certificaat: Bachelor of Media, Information en Communication
6] Opleiding: IDM Amsterdam Media, Informatie en Communicatie (MIC) (DT) Locatie: Amsterdam Soort opleiding: Dagopleiding, deeltijd. Eén dag per week college. Duur: 1 jaar
B I J L A G E 5$
5 /13
Titel/Diploma/Certificaat: Bachelor of Media, Information en Communication Toelatingseisen: Een diploma havo, vwo, MBO-4 of een vergelijkbaar buitenlands diploma. Voor HAVO en VWO gelden er enkele aanvullende eisen. Een diploma HAVO / VWO oude stijl geeft rechtstreeks toegang tot de opleiding.
7] Opleiding: SOD-Opleidingscentrum Hogeschool Management Documentaire Informatievoorziening (HMDI) Locatie: Woerden? Soort opleiding: Dagopleiding? Middagopleiding? Avondopleiding?, deeltijd. Duur: 4 jaar Titel/Diploma/Certificaat: HMDI HBO-bachelor getuigschrift Toelatingseisen: Minimaal een Havo- of erkend MBO-niveau 4 diploma en werkzaam binnen het vakgebied van de informatiedienstverlening of te beschikken over een relevante stageplaats van minimaal twintig uur per week.
8] Opleiding: SOD-Opleidingscentrum SOD II Ad Locatie: Woerden Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd. Associate degree Duur: 2 jaar Titel/Diploma/Certificaat: De SOD-II is NVAO geaccrediteerde beroepsopleiding die opleidt tot HBO Associate Degree. Na succesvolle afronding van het eerste jaar van de HMDI ontvangt de student een HBO-propedeuse. Toelatingseisen: Minimaal over een Havo- of erkend MBO niveau 4 diploma. Een student dient werkzaam te zijn binnen het vakgebied van de informatiedienstverlening of te beschikken over een relevante stageplaats van minimaal twintig uur per week. Indien een student niet beschikt over bovenstaande vooropleidingseisen en ouder is dan 21 jaar kan hij deelnemen aan een toelatingsonderzoek (de 21+ toets). B I J L A G E 5$
6 /13
9] Opleiding: SOD-Opleidingscentrum SOD II Upgrade Soort opleiding: Dagopleiding, Voltijd. Associate degree. Locatie: Woerden? Duur: 10 maanden Titel/Diploma/Certificaat: Bij een voldoende afronding van de SOD-II upgrade cursus ontvangt u een certificaat dat recht geeft op toelating in het derde jaar van de HMDI. Daarnaast ontvangt u een Ad getuigschrift
10] Opleiding: GO-Opleidingen Informatiemanagement Locatie: Voorburg Soort opleiding: Duaal Duur: 10 maanden Titel/Diploma/Certificaat: Diploma Toelatingseisen: • Op HBO-niveau minimaal 20 uur per week in de informatiedienstverlening • Belast met de zorg voor het gehele informatieproces van bron tot eindproduct • Diploma op minimaal Havo-niveau
11] Opleiding: GO-Opleidingen Informatiekunde Locatie: Voorburg Opleidingsniveau: PHBO, WO Soort opleiding: Duaal
B I J L A G E 5$
7 /13
Duur: 10 maanden Titel/Diploma/Certificaat: Diploma Toelatingseisen: • Diploma van een HBO-opleiding of universitaire instelling • Brede ervaring dan wel uitgebreide praktijkkennis informatiedienstverlening • Baan in de informatiedienstverlening Opmerking: Het programma van deze opleiding komt gedeeltelijk overeen met dat van de Opleidingen IDV2.
MBO OPLEIDINGEN 1] Opleiding: Bibliotheek academie In nauwe samenwerking met de branche en aangesloten bibliotheken verzorgen verschillende ROCʼs (Regionale OpleidingsCentra) een breed aanbod aan opleidingen, cursussen en trainingen die speciaal gericht zijn op de bibliotheekbranche. Aangesloten ROCʼs: ROC Friese Poort, ROC van Twente, ROC Midden Brabant/Tilburg en ROC Midden Nederland Aangeboden maatwerkcursussen: Coachend Leidinggeven Actief voorlichten in de bibliotheek Digitaal Inlichtingenwerk Etaleren in de bibliotheek Informatiebemiddeling Jeugdbibliotheek Highlights/lowlights Klantgerichtheid Kunst, Literatuur en Wetenschap Managementvaardigheden voor teamleiders Ouderen, laaggeletterden en leesgehandicapten Ontvangen van groepen Time management Zoeken op het internet Presentatie en promotie Presenteren
2] Opleiding: ROC Friese Poort Medewerker Informatiedienstverlening Locatie: Leeuwarden Soort opleiding: BOL. Dagopleiding, Voltijd. Twee dagen per week naar school en 20 uur beroepspraktijkvorming.
B I J L A G E 5$
8 /13
Duur: 3 tot 4 jaar Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Doorstromen: HBO-opleiding Informatiedienstverlening- en management (IDM)
3] Opleiding: ROC Friese Poort Informatiedienstverlening, deeltijd voor volwassenen Locatie: Leeuwarden Soort opleiding: Deeltijdopleiding, minimaal 16 uur per week. Duur: 2 jaar Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Doorstromen: HBO-opleiding Informatiedienstverlening- en management (IDM) Toelatingseisen: • Voor mensen die al werken in de bibliotheekbranche (minimaal zestien uur per week) • Volwassenen die het informatievak in willen maar geen baan hebben in een bibliotheek, kunnen deelnemen aan de opleiding als zij een BPV-plek hebben van minimaal 16 uur per week.
4] Opleiding: ROC van Twente Medewerker Informatiedienstverlening Locatie: Hengelo Soort opleiding: BOL. Dagopleiding, Voltijd. Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Duur: 4 jaar Uitstroomrichtingen: • Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum (90521) • Bibliotheekmedewerker (90522) • Informatieverzorger (90523) B I J L A G E 5$
9 /13
Toelatingseisen: • Diploma VMBO: kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg, sector economie of met één van de verplichte sectorvakken (wiskunde, economie of een tweede moderne vreemde taal)
5] Opleiding: ROC van Twente Medewerker Informatiedienstverlening Locatie: Hengelo Soort opleiding: BBL. Dagopleiding, Deeltijd. Vier dagen per week werken en één lesdag per week. Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Duur: 2,5 jaar Uitstroomrichtingen: • Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum (90521) • Bibliotheekmedewerker (90522) • Informatieverzorger (90523) Toelatingseisen: • Diploma VMBO: kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg, sector economie of met één van de verplichte sectorvakken (wiskunde, economie of een tweede moderne vreemde taal) • BBL: Hiervoor moet je een baan (betaald of onbetaald) hebben. Je moet je 4 dagen per week werken of stage lopen. Het is mogelijk om hier in overleg met de opleidingscoördinator van af te wijken.
6] Opleiding: ROC Midden Brabant/Tilburg Medewerker Informatiedienstverlening Locatie: Tilburg Soort opleiding: BBL. Dagopleiding, Deeltijd. 1 dag per week naar school. Daarnaast minimaal 16 uur per week een stage- of arbeidsovereenkomst met een bibliotheek of archief. Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Duur: 2 jaar
B I J L A G E 5$
10 /13
Toelatingseisen: • Diploma havo, MBO niveau 3 of gelijkwaardig • Een dienstverband of stageovereenkomst met een bibliotheek voor minimaal 16 uur per week • Affiniteit met het bibliotheekwerk en met informatietechnologie (ICT) en heb je culturele en maatschappelijke belangstelling.
7] Opleiding: ROC Midden Nederland Bibliotheek-medewerker DT/BBL Locatie: Utrecht Soort opleiding: BBL. Dagopleiding, Deeltijd. Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Duur: 1-2 jaar Toelatingseisen: • Havo-diploma of diploma MBO niveau 3 of vergelijkbare vooropleiding; in geval van relevante werkervaring kan hiervan worden afgeweken, te bepalen tijdens een intakegesprek • Een relevante werksituatie of stageplaats in de bibliotheek • In het bezit van een havo- of vwo-diploma of een diploma MBO niveau 4 EN beschikt u over werkervaring in een Openbare Bibliotheek?: dan kunnen de 4 kerntaken afgerond worden in 1 jaar.
8] Opleiding: SOD-Opleidingscentrum SOD I Locatie: Woerden Soort opleiding: Module onderwijs Opleidingsniveau: MBO-niveau 4 Duur: 10 - 12 maanden Titel/Diploma/Certificaat: De officiële titel van het SOD-I-diploma is: medewerker informatiedienstverlening (crebo 90520, BBL) met uitstroomdifferentiatie informatieverzorger (crebo 90523, BBL). Toelatingseisen: Minimaal Lbo-C, MAVO-D of VMBO theoretische leerweg als vooropleiding en een ECABO goedgekeurde BPV-plaats. B I J L A G E 5$
11 /13
9] Opleiding: GO-Opleidingen Medewerker Informatiedienstverlening Bibliotheken Locatie: Voorburg Soort opleiding: Duaal Duur: minimaal 14 maanden Titel/Diploma/Certificaat: Certificaat of Diploma indien: • Alle examens met voldoende resultaat zijn afgelegd • Heeft voldaan aan de beroepspraktijkvorming • Actief heeft deelgenomen aan de modulen en aan een verdieping Toelatingseisen: • verricht op MBO-niveau minimaal 20 uur per week werkzaamheden in de informatiedienstverlening • beschikt nog niet over een relevante beroepsopleiding • een diploma mavo/VMBO (TL) of daaraan gelijkwaardig* • de Nederlandse en Engelse taal voldoende machtig • “computervaardig” (tekstverwerking, e-mail en internet) • toegang tot internet en e-mail Opmerking: Deze opleiding maakt deel uit van het opleidingencluster Informatiedienstverlening 1(IDV1).
Overige Opleidingen LIBRARY SCHOOL Locatie: Er is nog geen vaste locatie. Soort opleiding: Masteropleiding, Duaal (opleiding in wording.) Duur: 1,5 a 2 jaar Toelatingseisen: De School richt zich op medewerkers die – al dan niet sinds kort – een kaderfunctie vervullen in een openbare bibliotheek of een instelling voor openbaar bibliotheekwerk. Deze medewerkers hebben een opleiding aan hogeschool of universiteit afgerond en willen zich ontwikkelen tot innovator in de branche. Opmerking: De bedoeling is dat de ʻeindversieʼ van de LibrarySchool een universitaire master zal zijn.
B I J L A G E 5$
12 /13
In september 2009 is de eerste pilotgroep, tien vrouwen en twee mannen afkomstig uit bibliotheekinstellingen uit het hele land, van start gegaan .Het plan is om jaarlijks ca. 15 studenten op te leiden. Tot januari 2010 zal de groep als kwartiermaker gaan werken aan de definitieve opzet van de school, een samenwerkingsverband tussen de VOB en CELSTEC, het onderwijsinnovatiecentrum van de Open Universiteit.
Blauwe Brug Cursusaanbod Locatie: Provincie Overijssel Soort opleiding: cursussen en workshops Opleidingsniveau: MBO, HBO Duur: Afhankelijk van gekozen cursus of workshop. Toelatingseisen: Specifiek gericht op bibliotheekmedewerkers.
B I J L A G E 5$
13 /13