-il[otariaat rur.
14
weken 40 en 41 2015
Jaargang
Versch¡jnt tweewekelijks, behalve ¡n iul¡ en aügustus Afgiftekantoor Brussel
X
P309710
inhoucl Schenkbelasting Verlaagde Vlaamse onroerende schenkingstarieven beogen dynamiek in de onroerende schenkingen op gang te brengen: zou dit lukken?
1
a
Verlaagde Vlaamse onroerende schen ki ngstarieven beogen dynamiek in de onroerende schenkingen op gang te brengen: zou d¡t lukken? GEEL Tiberghien Advocaten van 3 juli 2Ol5 zijn per l juli 2015 de nieuwe verlaagde
Murielle GIJBELS en Alain VAN Met het decreet
en vereen-
voudigde Vlaamse tarieven voor de schenking van onroerende goederen (andere dan bouwgronden onderworpen aan de verlaagde tarieven van art. 2.8.4.2.1 VCF) in werking getreden.r De Vlaamse regering beoogt met deze wijzigingen een "dynamiek in de onroerende schenkingen" op gang te brengen, dit in navolging van de grote stijging van het aantal geregistreerde roerende schenkingen sedert de invoering op l januari 2004 van de vlakke tarieven van3 7o en7 7o. Het Vlaamse Gewest biedt zijn inwoners2 voortaan de mogelijkheid om onroerende goederen te schenken "tegen een fiscaal gunstig, doch maatschappelijk verantwoord tarief zodat hij of zij op objectieve wijze een keuze kan maken tussen de verschillende instrumenten zodat- deze beter afgestemd worden op zijn of haar familiale situatie'"3 Volgens persberichtena mist de hervorming haar effect niet en werden in de vakantiemaand juli reeds 14 7o meer schenkingsakten van onroerende goederen verleden in vergelijking met de maand juni 2015. Hierbij dient uiteraard wel rekening gehouden te worden met het feit dat er voorheen - gelet op de hoge tarieven - bijna geen onroerende schenkingen plaatsvonden, zeker niet in zijlijn. In de komende maanden wordt volgens diezelfde persberichten nog een toename van het aantal onroerende schenkingsakten verwacht, waarmee dan de beoogde dynamiek inzake schenkingen van onroerende goederen inderdaad op gang lijkt te zijn gebracht.
Zoals Notaris Dirk MICHIELS het onlangs reeds benadrukte5, dient uiteraard eerst de familiale situatie en de specifieke wensen van de betrokkenen volledig in kaart
I 2
Decreer 3 juli 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015, BS l5 juli 2015. Hier begrepen als personen die op basis van de lokalisatiecriteria als fiscaal inwoner van het Vlaamse
Gewest kwalificeren.
3 MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 12, www.vlaamsparlement.be. u N. BOLLEN, "Lagere schenkbelasting vastgoed mist effect niet", www.tijd.be; N. BOLLEN, *14 meer schenkingen van onroerend goed dankzij lagere schenkbelasting", www.tijd.be. s Zie http: I I notarissen-msp.be/PDFS-20 I 5/ Y erlaging%o2} schenkbelastingTo 20op%20
H
fhíc íttrícnttlrê
l'nnrÌ íe lírrtnro¡l
fn Tìhprohían
1
7o2ïjttliVo2020
I
5.pdf
.
Vo
te worden gebracht alvorens ondoordacht tot een schenking een onroerend goed wordt overgegaan, in het bijzonder indien er slechts één onroerend goed tot het familievermogen behoort. Het fiscaal optimaliseren van een overdracht is vanzelfsprekend nuttig doch gemoedsrust en familievrede (niet alleen nu, maar ook na het overlijden van de schenkers) moeten steeds in de eerste plaats komen, hetgeen in de praktijk soms te vaak uit het oog wordt verloren.
l. Algemene tarieven vereenvoud¡gd en verlaagd Art. 2.8.4.'1.1., S 1,
tabellVCF
juli 2015 gelden in het Vlaamse Gewest voor de schenking van onroerende goederen in rechte lijn en tussen partnersr (echtgenoten, wettelijk samenwonenden en feitelijk samenwonenden die op dag van de schenking ten minste één jaar met de schenker samenwonen en met de schenker een gemeenschappelijke huishouding voeren) de volgende algemene tarieven (art.2.8.4.1.1, S 1, tabel I VCF): Sedert I
TABEL I verkrijging in rechte lijn en tussen partners gedeelte van de schenking
A Schijf in euro Vanaf tot en met
tarief, toepâssêlijk op het
totaalbedrag van de trelasting
oYereenstemmende gedeelte
in over de voorgaande gedeelten,
kolom A, in
150.000 250.000 450.000
0,01
150.000,0r 250.000.01 450.000,0 1
7o
in euro
J
4.500 13.500 49.500
9
l8 27
'Waar
voorheen dus negen progressieve tarieven van toepassing waren (gaande van 3 Vo tot 30 7o boven 500 000 EUR), is dat nu vereenvoudigd tot vier tarieven. De verruiming van de laagste tariefschijf van 3 7o tot (het gedeelte van) een schenking tot 150 000 EUR (voorheen 12 500 EUR), heeft voor veel belasringplichtigen wellicht de grootste impact, mede afhankelijk van de familiale situatie van de betrokkenen.
Over de schenking van een onroerend goed van 150 000 EUR door één schenker aan één begiftigde was bv. voor 1 juli 2015 nog l0 625 EUR aan schenkbelasring verschuldigd, terwijl dat sedert 1 juli 2015 beperkt is tot 4 500 EUR. Her toprarief van de onroerende schenktarieven is tevens met 3 Vo verlaagd, tot 27 7o, hetgeen overeenkomt met het toptarief in de erfbelasting in rechte lijn en tussen partners.
Art. 2.8.4.1.1 ., s 1,
tabell ¡ VCF
Voor schenkingen van onroerende goederen tussen alle andere personen gelden volgende tarieven (art. 2.8.4.1.1., g 1, tabel II VCF): TABEL II tarief tussen alle andere personen gedeelte van de schenking
A
Schijf in euro Vanaf tot en met 0,01
150.000,01 250.000.01 450.000,01
tarief, toepasselijk op het
totaalbedrag van de belasting
oYereenstemmende gedeelte
in over de voorgaande gedeelten,
150.000 250.000 450.000
kolom A, in
7o
in euro
l0 20 30 40
t5.000 3s.000 95.000
De Vlaamse Codex Fiscaliteit maakt dus komaf met het onderscheid aan tarieven "tussen broers en zusters" (van 20 7o tot 65 7o), "tussen ooms of tantes en neven en nichten" (van25 o/o tot1Û 7o) en "tussen alle andere personen" (van30 7o fot 8O Vo). Voortaan geldt voor alle personen die niet in aanmerking komen voor het tarief in rechte lijn en tussen partners, dezelfde tariefschijven gaande van IO Vo tot 40 7o, hetgeen een duidelijke vereenvoudiging inhoudt. De belastbare grondslagen waarop deze tarieven van toepassing zijn, zijn tevens gelijkgesteld met de grondslagen bij de tarieven in rechte lijn en tussen partners hetgeen beantwoordt aan het vooropgesteld doel van eenduidigheid en vereenvoudiging.
Verlaging tarieven
Voor wat de tarieven tussen andere personen betreft, zal voor schenkingen tot 150 000 EUR slechts een tarief van l0 Vo van toepassing zrjn, waar deze schenkin-
I
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
É
Gedefinieerd in art. t.1.0.0.2, lid 6, 4" VCF.
14
WEKEN 40 EN
thíc íttrìcntterp rnnr¡ í< lírpnrprt fn Tìharohípn
41
2015
WOLTERS KLUWER
gen voor 1 juli 2015 onderworpen waren aan progressieve tarieven tot 50 Vo (broers en zussen), tot 55 7o (ooms en tantes) en zelf tot 65 Vo (neven en nichten). Van een duidelijke verlaging gesproken. Ook het nieuwe toptarief van 40 Vo, van toepassing voor het gedeelte van de schenking dat 450 000 EUR overschrijdt, is nog beduidend lager in vergelijking met de toptarieven die voor I juli 2015 van toepassing waren en dat bovendien al op het gedeelte van de schenking boven 175 000 EUR (tot 65 Vo voor broers en zussen, tot 7O Vo voor ooms en tantes en tot 80 7o voor neven en nichten). Hiermee is het nieuwe toptarief in de schenkbelasting zelfs lager dan dat van in de erfbelasting dat met haar 65 Vo voor broers en zussen en tussen alle andere personen ook na de opname in de Vlaamse Codex Fiscaliteit ongewijzigd gebleven is.
Lokalisatiecriteria Financieringswet
Art. 2.8.3.0.4. VCF
Overeenkomst artikel 5, $ 2, 8" van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten is het lokalisatiecriterium inzake de schenkbelasting voor onroerende goederen, hetzii de plaats waar de schenker-rijksinwoner op het ogenblik van de schenking zijn fiscale woonplaats heeftr, hetzij de plaats waar het onroerend goed gelegen is indien de schenker een niet-rijksinwoner is. Indien de schenker een inwoner van het Vlaamse Gewest is, kunnen de algemene schenkingstarieven dus ook van toepassing zijn op onroerende goederen gelegen in het Waalse of Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook de situaties opgenomen in artikel 1.1.0.0.2., lid 10 VCF (o.m. schenkingen door een rijksinwoner-rechtspersoon) worden voor de schenkbelasting geacht in het Vlaamse Gewest gelokaliseerd te zijn.
Abattement voor gehandicapte personen of kinderen Tevens wordt met het decreet van 3 juli 2015 in artikel 2.8.3.0.4. VCF ook
een
abattement ingevoerd voor de schenking aan een gehandicapt persoon2 of een gehandicapt kind.3 Een dergelijk abattement bestond reeds in de erfbelasting.a Het bedrag van het abattement hangt af van twee criteria: de verwantschapsband tussen schenker en begiftigde en de leeftijd van de begiftigde: . brj een schenking in rechte lijn of tussen partners is het abattement gelijk aan een bedrag van 3 000 EUR, vermenigvuldigd met een cijfer gaande van 2 tot 18 afhankelijk van de leeftijd van de begiftigde; . brj een schenking tussen andere personen bedraagt het abattement I 000 EUR, eveneens vermenigvuldigd met een cijfer gaande van 2 tor 18 afhankelijk van de leeftijd van de begiftigde (art. 2.8.3.0.4., lid I VCF). Het abattement kan slechts eenmaal tussen dezelfde schenker en dezelfde begiftigde genoten worden (art.2.8.3.0.4.,Lid2 VCF). Partijen dienen in de akte of het geschrift of onderaan op de akte of op het geschrift te vermelden dat de voorwaarden voor de verkrijging van het abattement vervuld zijn (art. 3.12.3.0.1. VCF). De memorie van toelichting vermeldt dat dit nieuwe abattement enkel wordt toegekend in geval van onroerende schenkingen:. "gelet op de løgere en vlakke tarieven die nu gelden voor de schenkingen van roerende goederen en voor schenkingen in het voordeel van onder meer private stichtingen (die vaak worden opgericht om in het levensonderhoud van gehandicapte kinderen te voorfien), wordt het voordeel van dit nieuwe abattement enkel toegekend in geval onroerende schenkingen".
Ar1.2.8.4.2.3. VCF
Schenking van bouwgronden Sedert I januari 2013 gelden voor de schenkingen van bouwgronden
bijzondere, lagere tarieven indien de begiftigden (of één van hen) zich er o.m. toe verbinden om binnen vijfjaar vanafde datum van de akte hun hoofdverblijfplaats te vestigen op het adres van het gekregen goed (art. 2.8.4.2.3. VCF). Voor de schenking van een bouwgrond van 150 000 EUR in rechte lijn en tussen partners zijn vijf - verlaagde - progressieve tarieven van toepassing gaande van I 7o tot 8 Vo, hetgeen impliceert dat de totale verschuldigde schenkbelasting over deze bouwgrond 7
t Of het gewest
waar hij zijn fiscale woonplaats het langst gehad heeft, indien hij in de periode van in meer dan één gewest zijn fiscale woonplaats had. 2 Gedefinieerd in art. 1.1.0.0.2., lid 6, 3' VCF. 3 Gedefinieerd in art. L1.0.0,2,, lid 6, 2' VCF. 4 Arr.2.1 .3.2.12. VCF.
vijfjaar voor
de schenking
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT
RS KLUWER
d/oLrE
thí< íttrí
îr1t1ÍÌ íe lìrpnrp¡l
fn Tíhç'rohíen
NR.14 WEKEN 40 EN
41 2015
3
625 EUR bedraagt. Indien de begiftigde bv. zijn hoofdverblijfplaats nier op deze bouwgrond wenst te vestigen of zich hiertoe niet binnen de gestelde periode van vijfjaar wenst te verbinden, kan diezelfde bouwgrond sedert I juli 2015 geschonken worden tegen de algemene, verlaagde tarieven. Met toepassing van deze algemene, verlaagde tarieven zal de verschuldigde schenkbelasting in rechte lijn slechts 4 500 EUR bedragen, en dit zonder dat hieraan enige voorwaarden gekoppeld zijn. De memorie van toelichting vermeldt uitdrukkelijk dat de schenker en de begiftigden vrij mogen kiezen voor welk regime van belastingheffing zij opteren: "Het bijzonder verlaagd tarief voor schenkíngen van bouwgronden (artikel 2.5.4.2.1), bhjft ongewijzigd bestaan tot de voorziene einddatum. Het staat de schenker en de begiftigde vrij te opteren hetzij voor het bijzonder verlaagd tarief voor schenkingen van bouwgronden met de daaraan verbonden voorwaarden, hetzij voor deze nieuwe taríeven die gelden voor schenkingen van onroerende goederen in het algemeen, zonder specifieke bijkomende verplichtingen. "
Progressievoorbehoud 4rt.2.8.3.0.3. VCF
Hebben de verlaagde (algemene of bijzondere, voor energiebesparende werken en verhuur) onroerende schenkingstarieven ook een invloed op de toepassing van het progressievoorbehoud opgenomen in artikel 2.8.3.0.3. VCF? Neen. Artikel 2.8.3.0.3. VCF is niet gewijzigd en blijft dus onveranderd van toepassing. Indien er eerdere schenkingen van onroerende goederen hebben plaatsgevonden die dateren van minder dan drie jaar vóór de nieuwe schenking, dient bijgevolg - om de toepasselijke schenkbelasting op de nieuwe schenking te bepalen - de belastbare grondslag van de "oude" schenkingen te worden toegevoegd bij de belastbare grondslag van de "nieuwe" schenking. Het zogenaamde "opduweffect" blijft dus ongewijzigd van toepassing. Aangezien voor de heffing van de schenkbelasting de fiscale woonplaats van de schenker bepalend is (zie hoger), is het niet van belang in welk gewest het eerder geschonken onroerend goed gelegen is. Ook indien een inwoner van het Vlaamse Gewest twee jaar geleden een onroerend goed gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geschonken heeft en nu een onroerend goed in het Vlaamse Gewest wenst te schenken (al dan niet met toepassing van de bijzondere verlaagde tarieven) dient rekening gehouden te worden met het opduweffect van artikel 2.8.3.0.3. VCF.
ll. Energiebesparende werken en verhuur leiden tot verlaagde tarieven voor schenkingen van onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest
Naast de hogervermelde algemene tarieven, heeft de Vlaamse regering eveneens verlaagde tarieven ingevoerd voor schenkingen van onroerend goed waaraan door de begiftigde energiebesparende werken worden uitgevoerd of dat na datum van de schenking voor een periode van minimum negen jaar verhuurd wordt. Gelet op de voorwaarden die voldaan dienen te zijn om in aanmerking te komen voor deze verlaagde tarieven (conformiteitsattest, uitvoering werken opgenomen in het Vlaamse Energiebesluit (Energiedecreet)) zljn deze enkel van toepassing op schenkingen van onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest, in tegenstelling tot de algemene tarieven die toepassing vinden op grond van de algemene lokalisatiecriteria.r De vraag kan gesteld worden of dit in lijn is met het Europese recht.2 Met deze bijkomende maatregel beoogt de Vlaamse regering enerzijds een bijkomende stimulans aan te bieden om te komen tot een energievriendelijke renovatie van het woningenbestand in Vlaanderen aangezien met het verschil in verschuldigde rechten een deel van de verschuldigde renovatiekost kan worden gerecupereerd en anderzijds om de private huurmarkt te versterken met kwaliteitsvolle woningen.3 Overeenkomstig artikel 2.8.4.3.L., $
Art.2.8.4.3.1., S VCF
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
fhíc íttrícnttAt-F rnr1l/ i< líranrpi
VCF, gelden volgende verlaagde tarieven:
TABEI, I verkrijging in rechte lijn en tussen pârtners
' ' r
É
I
Adv.RvS 17 april 2015, stuk 333 (2014-15), 75, www.vlaamsparlemenr.be. Zie o.m. HvJ 25 oktober 2007, Geurts-Vogten, nr. 464/05. De analyse hiervan valt buiten het bestek van dit artikel. MvT, stuk 333 (2014-15), I
14
WEKEN 40 EN
frt Tíhpr"rthían
41
l,
www.vlaamsparlemenr.be.
2015
WOLTERS KLUWER
sedeelte van de schenkins A Schiif in euro
Vanaf 0,01
150.000,01 250.000.01 450.000,01
tot en met l
s0.000
250.000
450,000
totâalbedrâg van de belasting târief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in over de voorgaande gedeelten, in euro kolom A, in 7o 3
6 (alsemeen ¡arief 9
4.500
Vo\
12 (alsemeen tarief l8 7o) 18 (algemeen tarief 27 7o)
10.500
34.500
TABEL II verkrijging tussen âlle personen sedeelte van de schenking
A Schijf in euro Vanaf tot en met 0,01 150.000.0r 250.000,01 450.000,01
Teruggave
Adm. standpunt 19 ¡un¡ 2015
thíc íttrícntr2ra
lnnv
9 (algemeen tarief l0 7o) 17 (algemeen tarief 2O Vo) 24 (alsemeen tarief 30 7o) 31 (algemeen tarief 40Vo)
Aan wie wordt de te veel geheven belasting teruggeven? Logischerwijze gebeurt deze teruggave aan de belastingplichtige, zijnde voor de schenkbelasting de begiftigde (art. 2.8.2.0.1., eerste zin VCF). Wat indien de schenkbelasting ten laste wordt genomen door de schenker? In het administratieve standpunt van 19 juni 2015 heeft de Vlaamse Belastingdienst geoordeeld dat de tenlasteneming door de schenker van de erfbelasting geen bijkomende schenking uitmaakt; "Voor de schenkbelasting is de verkrijger van de schenking, de begiftigde, de belastingplichtige en het aanslagbiljet wordt dan ook op zijn noam opgemaakt. Dit wil niet zeggen dat er niet kan worden overeengekomen dat de schenkbelasting en de andere kosten van deze schenking worden gedragen door de schenker. Indien de schenker deze kosten ten laste neeftit, zal dit niet worden beschouwd als een bijkomende schenking." Aangezien t.a.v. de Vlaamse Belastingdienst, ook in geval van tenlasteneming van de schenkbelasting door de schenker, de begiftigde de belastingplichtige blijft, komt het ons voor da¡ de te veel geheven schenkbelasting aan de begiftigde zal worden terugbetaald. Het is immers in principe, al staat dat evenmin letterlijk in de tekst van het decreet, ook de belastingplichtige die de bewijzen moet bijbrengen dat de voorwaarden voor de teruggave voldaan zijn (zie verder). In het algemene artikel 3.6.0.0.1. VCF inzake de ambtshalve ontheffing wordt wel verwezen naar "verantwoording door de belastingschuldige", zijnde iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon in wiens hoofde een belasting wordt geheven (art. L1.0.0.2., lid 1, 4' VCF). De begiftigde verkrijgt dus van de Vlaamse Belastingdienst mogelijks een bedrag dat hij zelf niet betaald heeft. Gelet op het hogervermelde standpunt ingenomen door de Vlaamse Belastingdienst, kan deze terugbetaling aan de begiftigde o.i. evenmin een schenking betreffen van de schenker. De eventuele terugbetaling aan de schenker dient dan tussen de begiftigde en de schenker onderling afgestemd te worden. Het komt ons evenwel voor dat, indien de schenkbelasting ten laste is genomen door de schenker, burgerrechtelijk ook de terugbetaalde belasting zou moeten toekomen aan de schenker, tenzij anders werd overeengekomen. Teneinde iedere discussie te vermijden, verdient het dus aanbeveling een en ander duidelijk vast te leggen in de schenkingsakte. Indien de schenking plaatsvindt onder een opschortende voorwaarde, wordt de datum van de vervulling van de voorwaarde in de plaats gesteld van de datum van de akte (art.2.8.4.3.1., $ 5 VCF). Indien in eenzelfde akte of in een andere akte van dezelfde datum meerdere onroerende goederen worden geschonken en er slechts voor één onroerend goed teruggave wordt gevraagd omwille van de aan dat onroerend goed uitgevoerde renovatiewerken of omwille van verhuring, is het voor de berekening van de schenkbelasting
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
ic liranroìl
13.500
30.500 78.500
Hoe werkt een en ander? Bij de registratie van de notariële schenkingsakte zullen de gewone algemene tarieven van schenkbelasting worden geheven (zie hoger). Indien aan de gestelde voorwaarden voldaan wordt (zie hierna), wordt het verschil teruggegeven tussen de geheven schenkbelasting (op basis van de algemene tarieven) en de schenkbelasting verschuldigd rekening houdend met de verlaagde tarieven. Deze teruggave zal geschieden middels de procedure van de ambtshalve ontheffing (art. 3.6.0.0.6. VCF).
KLUWER
d/oLrERS
150.000 250.000 450.000
totaalbedrag van de belasting tarief, toepasselijk op het overeenstemmende gedeelte in over de voorgaande gedeelten, in euro kolom A, in 7o
fn Tíharohían
14
WEKEN 40 EN
41 2015
5
van belang om te weten welke schenking eerst wordt geacht gedaan te zijn.rParagraaf 4 van artikel 2.8.4.3.1. VCF bepaalt voor die situaties dat de schenking van het goed waarop de teruggave betrekking heeft, geacht wordt vóór de schenking van de andere goederen geregistreerd te zljn of verplicht registreerbaar fe zijn geworden (art.2.8.4.3.1., $ 4 VCF).
Energiebesparende werken Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de verlaagde tarieven op grond van energiebesparende maatregelenz, dient, zoals voormeld, het betrokken onroerend goed vooreerst in het Vlaamse Gewest gelegen fe zijn. Ten tweede dienen de begiftigden (of één van hen) binnen de vijfjaar na de datum van de akte renovatiewerken te laten uitvoeren voor een totaalbedrag van minstens l0 000 EUR (exclusief btw), zoals blijkt uit facturen uitgereikt door aannemers van werken (art.2.8.4.3.1., $ l, 1'VCF). Ten derde dient de aannemer te attesteren dat de facturen voor de renovatiewerken betrekking hebben op volgende energiebesparende werken3 opgenomen in het Energiebesluit van 19 november 2010 (art. 2.8.4.3.1., g l, 2' VCF): r nieuw geplaatste dak of zoldervloerisolatie; r nieuw geplaatste spouwmuurisolatie in een buitenmuur; I nieuw geplaatste isolatie aan de buitenzijde van een buitenmuur; ¡ nieuw geplaatste glasoppervlakte ter vervanging van enkele of dubbele beglazing: r nieuw geplaatste vloerisolatie op volle grond of nieuw geplaatste isolatie op het plafond van de kelder of verluchte ruimte onder een verwarmde ruimte; I nieuw geplaatste thermische zonnecollectoren die voor de productie van sanitair warm water worden gebruikt; I de plaatsing van een nieuwe warmtepomp; r gelijktijdig uitgevoerde investeringen in muurisolatie van bestaande buitenmuren en de vervanging van bestaande beglazing inclusief raamwerk in de betreffende woningen, wooneenheden of woongebouwen; I de energiezuinige aanpassing van verlichting. Aangaande deze werken verduidelijkt de decreetgever nog dat"de verwijzing naar het Energiebesluit enkel en alleen de omschrijving van de werken betreft, en bijgevolg losstaat van de andere in het Energiebesluit beschreven voorwaarden tot het bekomen van een premie. De datum van aansluiting van het gebouw of de woning aøn het elektriciteitsdistributienet is bv. niet relevant voor het bekomen van de teruggave van de schenkbelasting op basis van de uitgevoerde werken".a
De beoogde werken dienen binnen een periode van vijfjaar na de datum van de schenkingsakte effectief uitgevoerd te zijn, althans zo laat de memorie van toelichting uitschijnen aangezien teruggave wordt voorzien "van het verschil tussen de schenkbelasting geheven overeenkomstig het gewone tarief en de schenkbelasting die verschuldigd is nadat gebleken is dat de vereiste energiegerichte werken werden uitgevoerd"s. Om teruggave te krijgen, dienen de vereiste facturen te worden ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het vijfde jaar na de datum van de akte van schenking (art. 3.6.0.0.6.,ç l/2 VCF). Het abattement (art.2.8.4.3.1 . $ I, lid 2, laatste zin VCF) indien het een schenking aan een gehandicapte persoon of een gehandicapt kind betreft (zie hoger) en de belastingvermindering indien de begiftigde minstens drie kinderen van minder dan 2l jaar heeft op het moment dat de sChenkbelasting opeisbaar werd (art.2.8.5.0. 1.
VCF), blijven behouden. De notaris dient de belastingplichtigen dus te informeren dat - indien zij de vereiste energiebesparende werken zouden laten uitvoeren - zij binnen de gestelde termijn teruggave van de te veel geheven schenkbelasting dienen te vragen.
t MvT, stuk 333 (2014-15), nr. I, 14, www.vlaamsparlement.be. 2 Art. 2.8.4.3.1., I VCF. $ 3 In de zin van art. 6.4. 1/1, 6.4.Ll1ll,6.4.Ill/2 of 6.4.115, g I van het Energiebesluit van 19 november 2010.
a MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 13, www.vlaamsparlement.be. s MvT, stuk 333 (2014-15), nr. 1, 14, www.vlaamsparlement.be.
d
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
fhíc íttrí
14
WEKEN 40 EN
tn Tìhprohían
41
2015
WOLÏERS KLUWER
Verhuur van minimaal negen jaar Niet enkel energiebesparende werken, maar ook de verhuur van een in het Vlaamse Gewest gelegen onroerend goed voor minimaal negen jaar (art.2.8.4.3.1 ., $ 2 VCF), kan leiden tot een vermindering van de verschuldigde schenkbelasting. De begiftigden (of één van hen) dienen hiertoe binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum van de schenkingsakte een conformiteitsattestl en een geregistreerde huurovereenkomst voor het geschonken goed met een minimumduur van negen jaar, beiden daterend van na de datum van de akte van de schenking, voor te leggen. De huurovereenkomst dient niet noodzakelijk door de begiftigde(n) zelf te zijn afgesloten. Indien bv. de schenker zich het vruchtgebruik over het onroerend goed voorbehoudt, voldoet een huurovereenkomst afgesloten door de schenker.2
Teruggave
Ook in dit geval moet het verschil tussen de schenkbelasting die geheven werd bij het verlijden van de schenkingsakte en de schenkbelasting te worden teruggegeven (zie hoger, met behoud van het verleende abattement en de vermindering), op voorwaarde dat het conformiteitsattest en de geregistreerde huurovereenkomst uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het derde jaar na de datum van de schenkingsakte worden ingediend bij de Vlaamse Belastingdienst (art. 2.8.4.3.1., $ 2, lid 2 en arr. 3.6.0.0.6., $ l/2 VCF). Aandachtspunt hierbij is dat het teruggegeven bedrag wordt teruggevorderd als de begiftigden geen effectieve verhuring van negen jaar kunnen aantonen en dat tevens een belastingverhoging yan 20 7o verschuldigd is door elk van de begiftigden die de opgelegde verplichtingen niet nakomt (art.2.8.4.3.1., $ 2, lid 3 VCF art.3.18.0.0.11. VCF). De memorie van toelichting verduidelijkt hierbij dat de voorwaarde van verhuring voor een periode van negen jaar dus geen louter formele verplichting is, doch dat een effectieve verhuring van het betrokken onroerend goed voor minimaal negen jaar is vereist om het voordeel van de teruggave te behouden. Gelet op de formulering van de tekst van het decreet ("wordt teruggevorderd") moet de terugvordering gebeuren indien niet meer aan de voorwaarden voldaan is en kan deze terugvordering dus niet overgelaten worden aan de beoordeling van de uitvoerende macht.3 Overeenkomstig de tekst van het decreet, dienen de begiftigden de voortüdige beëindiging van een geregistreerde huurovereenkomst te melden bij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie. Om de terugvordering te vermijden, moeten de begiftigden binnen een termijn van zes maanden na deze beëindiging een nieuw geregistreerde huurovereenkomst voorleggen, waardoor - luidens de memorie van toelichting - "de vereiste periode van negen jaar kan worden behaald".a Tevens dient ook een conformiteitsattest - een nieuw of het oude indien de geldigheidsduur daarvan nog niet vervallen is5 - te worden voorgelegd. Indien de begiftigden niet aan deze voorwaarden voldoen, zijn zij - behoudens overmacht - elk gehouden tot betaling van de teruggegeven schenkbelasting over hun eigen aandeel in de schenking (art.2.8.4.3.1., $ 2, lid 3 VCF). Bovendien zijnzij, zoals vermeld, een belastingverhoging van20 7o verschuldigd (art. 3.18.0.0.11. VCF). De notaris dient de begiftigden bijgevolg zeker te informeren over de mogelijke verschuldigdheid van een belastingverhoging van2O 7o. Aangezien de begiftigden op het ogenblik dat zij de teruggave van de te veel betaalde schenkbelasting vragen (uiterlijk zes maanden na het verstrijken van het derde jaar na de datum van de schenkingsakte), geen zekerheid hebben dat het onroerend goed ook effectief voor een periode van 9 jaar verhuurd zal zljn, komt het ons voor dat deze belastingverhoging voor veel belastingplichtigen een afschrikeffect zal hebben. Bij de terugvordering van de schenkbelasting zelf is een uitzondering voor overmacht voorzien die, naar wij aannemen, eveneens zal gelden voor de belastingverhoging. Hiervoor kan tevens steun gevonden worden in het d.d. ll augustus 2015 gepubliceerde administratieve standpunt van de Vlaamse Belastingdienst aangaande de abattementen in het verkooprechtó dat sfelt: "Hoevvel overmacht niet uitdrukkelijk is voorzien in de regelgeving wordt dit aanzien als een algemeen rechtsbeginsel dat altiid kan worden ingeroepen." De praktijk zal evenwel dienen uit te wijzen hoe ruim het begrip "overmacht" in de context van verhuur van een geschonken onroerend goed door de Vlaamse Belastingdienst, en eventueel later door de rechtspraak, zal worden ingevuld. Naar onze
I Vermeld in titel III, hoofdstuk II, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. 2 MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 13, www.vlaamsparlement.be. r MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 13, www.vlaamsparlement.be. a MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 13, www.vlaamsparlement.be. s MvT, stuk 333 (2014-15), nr. l, 13, www.vlaamsparlement.be. 6
do'
Art.2.9.3.O.2. en 2.9.3.0.3. VCF.
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
TERS KLUWER
fhíc íttrìcnttAra
rnrltl
í< líranrpd
fn Tihprohíon
14
WEKEN 40 EN
41 2015
7
mening dient de tevergeefse tehuurstelling van het onroerend goed tegen een normale, marktconforme prijs, desgevallend met een prijsverlaging na een zekere periode, als overmacht te worden beschouwd.
Verkrijgingen tegen 3 "/o van een in het Vlaamse Gewest gelegen onroerend goed aan o.m. een private stichting Art.2.8.4.1.1., S 3 VCF en art. 2.8.4.3.1., S 3 VCF
Overeenkomstig artikel 2.8.4.I.1., g 3 bedraagt het tarief van de schenkbelasting voor verkrijgingen door o.m. de gewesten en de gemeenschappen, aan private stichtingen en aan stichtingen van openbaar nut 5,5 Vo. Het decreet van 15 juli 2015 voert voor deze instellingen in artikel 2.8.4.3.1., $ 3 VCF nog een bijkomende verlaging in tot een vlak schenkingstarief van 3 7o voor schenkingen van onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest, indien de begiftigde instelling voldoet aan hogervermelde voorwaarden van energiebesparende werken of verhuur van minimaal negen jaar. Ook hier dient teruggave gevraagd te worden van de te veel betaalde schenkbelasting (zie hoger). Indien bv. een in het Vlaamse Gewest gelegen onroerend goed van 500 000 EUR aan een private stichting wordt geschonken, is hierover 27 500 EUR aan schenkbelasting verschuldigd. Indien de private stichting kwalificerende energiebesparende maatregelen voor een bedrag van l0 000 EUR (excl. btw) laat uitvoeren aan het onroerende goed dat haar geschonken is, bedraagt de verschuldigde schenkbelasting l5 000 EUR. Hierbij dient wel nog de totale kostprijs van de renovatiewerken te worden toegevoegd, doch - zoals de Vlaamse regering beoogt - kan deze kost worden gedragen door de verminderde schenkbelasting.r Het voordeel van dit bijzonder verlaagd tarief van 3 7o zal, indien het bedrag van l0 000 EUR (excl. btw) voor energiebesparende werken onveranderd blijft, toenemen naarmate de waarde van het geschonken onroerend goed stijgt.
lll. Beoordeling Na een eerste analyse van de tekst van het decreet, blijkt dat de algemene verlaagde tarieven reeds een behoorlijke vermindering van de verschuldigde schenkbelasting met zich kunnen meebrengen, dit niet enkel voor onroerende goederen met een beperkte(re) waarde, doch ook voor onroerende goederen met een grote(re) waarde afhankelijk van de familiale situatie van de betrokkenen. Indien twee ouders samen een onroerend goed met een waarde van 900 000 EUR bezitten en zij drie kinderen hebben, kunnen zij - indien zij dit onroerend goed reeds tijdens hun leven aan een volgende generatie willen overdragen - voormeld onroerend goed immers tegen het 3 7o tarief aan hun kinderen schenken. Afhankelijk van de familiale situatie en de wensen van de betrokkenen kunnen aan deze schenkingen bepaalde modaliteiten en lasten (zoals o.m. een voorbehoud van vruchtgebruik of zelfs een aankoopoptie en voorkooprecht) gekoppeld worden. De bijzondere verlaagde tarieven voor energiebesparende werken en verhuur kunnen tot teruggave van de te veel geheven schenkbelasting leiden, mits vervulling en naleving van bepaalde voorwaarden. Dat er voorwaarden gesteld worden om teruggave te verkrijgen is logisch, doch heeft naar onze mening mogelijks een afschrikkend effect, zeker voor de teruggave op grond van verhuur waar tevens in een belastingverhoging van 20 Vo wordt voorzien indien niet aan de voorwaarden voldaan wordt. Mede in dat verband is het belangrijk te weten wat als overmacht in de zinvan artikel 2.8.4.3.1., $ 2, lid 3 VCF beschouwd wordt. Enige concrete verduidelijking zou welkom zijn.
I
De (mogelijke) verhoging van het kadastraal inkomen van het geschonken onroerend goed en de aan-
gifteplicht hieromtrent, wordt in deze bijdrage buiten beschouwing gelaten.
colofon Redactie: W. Neven, advocaat Lydian Lawyers, S. Podevyn, notaris te Merchtem, B. Van der Heyde, nofarieel jurist, A. Van Geel, advocaat Tiberghien, V. Vroninks, geassocieerd notaris te Elsene, V. Weyts, notarieel jurist. De Nieuwsbrief Notariaat is een uitgave van Wolters Kluwer www.wolterskluwer.be. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno Business Park, Motstraat 30, 8-2800 Mechelen. Wolters Kluwer klantenservice: tel. 0800 14 500 (gratis oproep) +32 15 78 76 00 (vanuit het buitenland), fax 0800 17 529, e-mail:
[email protected]. ISSN 13774387. @ 2015 Wolters Kluwer Belgium NV. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke rvijze ook, zonder de uitdrukkelüke voorafgaande en schriftelijkc toestemming van de uitgever.
d
NIEUWSBRIEF NOTARIAAT NR.
fhí< it trí
14
WEKEN 40 EN
fn Tíhprohía¡t
41
2015
WOLTERS KLUWER