16 Maartij
CINEMA & I M B /\ I ES rK
A"-*
Bpi^PPl
■'
-
03
,?■
BESCHADIGDE TEKST OF VERKEERD GEBONDEN D4«»G£D TEXT OR WRONG BINDING
FÏENTJE DE LA MAR ''' i.'J
L :si
^
-. imm -
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
■ *,
ȕi^-f ^m^
,, ■
4
f
namen,
-SS
mm Dit is geen gebiaad voor Thanksgiving Day, maar een requisiet voor de film „Swiss Jamily Robinson". De jongen, Terry Kilburn, is een van de vier kinderen Robinson en is op hun onbewoond eiland tegen een struisvogel aangeloopen, dien de productieleiders, Gene Towne en Graham Baker, den schipbreukelingen hebben verschaft om veeren van te plukken en reusachtige omelettes te kunnen bakken.
• < v
DIE IETS ZEGGEn BIJ DE niEUWE FILM VAN CAPRA
I
ƒ 1
1 C ^ "'
'
,-.
stempelt, evenmin als iedere meneer Smit met hamer en aambeeld om kan gaan. Toch hebben namen soms waarde. Zoodra meneer Hendriksen tegen lagen prijs een buitengewone kwaliteit worstjes aan de markt brengt, wordt zijn naam een soort garantiemerk. En om op het terrein van de film te blijven: zoo kent ook de filmwereld namen, die als garantiemerk fungeeren.
■
';. tn:;->-'vi;-:'^
Het groote publiek heeft zich aangewend te zeggen: „O, een film van Harry
Na zich eens uit de film teruggetrokken te hebben, omdat zij van meening was, dat zij als actrice nog heel wat moest leeren, keert de aanvallige Maria Shelton thans terug in de vrouwelijke hoofdrol van „Escape to paradise", een vroolijke avonturenfilm. Maria Shelton is, sinds zij zich twee jaar geleden aan de bestudeering van de tooneelspeelkunst gaf, overtuigd, dat zij nu gereed is te toonen, wat zij op de film kan. Zij heeft de reputatie een der mooiste vrouwen van de film te zijn. Bobby Breen en Kent Taylor vervullen de beide andere hoofdrollen in „Escape to paradise".
Thomas Mitchell Het is met namen iets eigenaardigs. Shakespeare heeft met zijn „What's in a name?" het menschdom in eeuwigen twijfel gebracht omtrent de waarde, die er eigenlijk aan een naam mag worden gehecht. Het is natuurlijk waar, dat het dragen van den naam Apollo 'n mensch nog niet automatisch tot een schoonheid
Frank Capra
Zus (of van Doortje Zoo)" en in deze opmerking ligt dan besloten: „Die zal wel goed zijn." Over de billijkheid van zoon opmerking kan getwist worden. En soms heeft het publiek ook wel tot zijn verbazing gemerkt, dat een ster met een heel beroemden naam wel eens in een bepaald zwakke film kan verschijnen. Het gaat nu eenmaal niet aan, een filmfabriek te vergelijken met een worstjesfabriek. Films maken is geen machine-werk, en een film-meesterwerk ontstaat pas als er een
4
De jongedame met de eigenaardige kenteekenen en haar primitieve uitrusting van hertsvel, is niemand anders dan de blonde filmfavoriete, Claire Trevor, heldin in de film „The first rebel",' Zij is met krijgskleuren beschilderd en tracht aldus vermomd John Wayne te vergezellen op een strafexpeditie, waarbij de kolonisten van Pennsylvania als Indianen zijn uitgedost. Hier ziet men Claire haar verzameling recensies inkijken tijdens een pauze tusschen de opnamen van de film.
bus Schilling neemt teeder afscheid van de dueht en een harer koninginnen, Betty Rowlaha» Orson Welles, in wiens tooneelstukken n radio-hoorspelen Schilling in de afgeloopen .ren optrad, zal hem als filmacteur lanceeren. Schilling, die vooral in Shakespeare-stukken groot succes oogstte, is namelijk door Welles geëngageerd voor een rol in de film „Heart Of darkness", die de beroemde jonge oprich. van het Mercury Theatre voor R.K.O. Radio Pictures zal produceeren.
Judy Starr, jeugdig zangeresje (rechts), brengt een bezoek aan Anita Louise en scriptgirl Adele in de opnamehal van de film „Reno", waarin Anita Louise en Gail Patrick de vrouwelijke hoofdrollen vervullen naast Richard Dijt.
Hier zijn de jeugdige hoofdrolspelers van ,Two thoroughbreds" (twee volbloeds), een drama van een jongen, die opkomt voor een ouderloos veulen. Jimmy Lydon en Joan Brodel vermaken zich in de pauze tusschen de opnamen van de film in de studio's, zonder paard.
Jean Arthur
G0
BESCHADIGDE TEKST OF VERKEERD GEBONDEN DAMAGED TEXT OR WRONG BINDING I
,. ;
-
1
James Stewart
I
goddelijke vonk overspringt tusschcn het aanwezige talent en de aangewende vlijt en toewijding. Natuurlijk kunnen namen dan in ieder geval van een zeker talent getuigen, maar om kort te gaan: sterrennamen, die het publiek de ooren doen opsteken, zijn er in vrij grooten getale. Regisseursnamen daarentegen, die het publiek iets zeggen, zijn vrij zeldzaam. Over de billijkheid zou weer te twisten vallen — er zijn van die eigenwijze lieden, die beweren, dat regisseurs veel belangrijker zijn dan de spelers. Maar slechts weinig regisseurs maken constant opzienbarende films. Het groepje der uitverkorenen, wier namen voor het publiek de waarde van een garantiemerk hebben gekregen, is bij gevolg bitter klein, en het is een heelc prestatie om zich tot dat groepje op te werken. Heel vroeger hadden slechts namen als Ernst Lubitsch, Cecil B. de
Guy Kibbee
A
L Li—...
Mille, Josef von Sternberg en enkele andere, voor het publiek een vertrouwden klank, maar in de laatste jaren hebben enkele bijzondere talenten het bestaan zich in snel tempo tot die kringen op te werken, en wij doelen hierbij wel in de eerste plaats op een figuur als Frank Capra. Voor ingewijden moge "het feit, dat Capra in Amerika van de Motion Picture Academy al drie keer den jaarlijkschen prijs heeft gekregen voor de beste regie en twee keer voor de beste film, al genoeg zeggen — de bioscoopbezoeker kent Frank Capra zuiver omdat hij nimmer heeft vergeten hoe Frank hem heeft doen genieten met „Het gebeurde op een avond " (It happened one night), „Verloren Paradijs" (Lost Horizon), „Oké, Mr. Deeds" (Mr. Deeds goes to town) en „Je kunt 't toch niet meenemen" (You can't take it with you). Capra heeft een bijzonder talent voor het boeiend vertellen van een geestig verhaal. En hij weet zijn scenario's te kiezen als geen ander. Onder veel vroolijkheid klinkt in al zijn films een diepere ondertoon van warme menschelijkheid. Ook zijn nieuwste werk: „Mr. Smith goes to Washington ", is weer gebouwd op een uitzonderlijk gegeven, dat komische situaties paart aan diep-ontroerende. Mr. Smith is een jongeman uit een provinciestad, die veel houdt van kinderen, planten en dieren — flink genoeg is om in zijn staat een groote jeugdbeweging in den geest der padvinderij te organiseeren — kinderlijk genoeg om een rotsvast vertrouwen te hebben in de rechtvaardigheid der landspolitiek. Deze jongeman wordt door bijzondere omstandigheden tot Kamerlid gebombardeerd, krijgt een paar hevige teleurstellingen te slikken, maar put tenslotte uit de liefde de kracht om een geweldigen veldslag te leveren tegen de corruptie. De film heeft in Amerika zeer veel opzien gebaard en is aanleiding geweest tot complete perspolemieken. Hij wekte een storm van protest op, maar werd van andere zijde uitbundig toegejuicht. Voornamelijk de stad Washington, waar de handeling zich grootendeels afspeelt, was diep geschokt. Washington is de stad, waar het Amerikaansche parlement en de verschillende regeeringsdiensten huizen, en hevig verontwaardigd was men daar,, omdat Capra's film den indruk zou wekken alsof senators corrupte lieden waren en alsof de belangen van het land geregeld verkocht werden in opdracht van invloedrijke magnaten. Elders in het land bleek men minder zwaar op de hand, en zag men het geval meer als een fantasie (overigens zoo opgezet, dat het gemakkelijk „waar gebeurd" had kunnen zijn), die bepaalde fouten in
het bestuurssysteem in het zonnetje zet — maar die vóór alles de onverwoestbaarheid en de innerlijke kracht der democratische beginselen aantoont, waardoor ten langen leste dé democratie en het recht zegevierend uit den strijd te voorschijn moeten treden. Dat is een heele mondvol, en velen die „Mr. Smith" zagen, hebben het zich waarschijnlijk pas achteraf gerealiseerd, dat deze groote gedachte schuilt achter het spannende avontuur, dat Capra ons in zijn meesleependen stijl vertelt., In de hoofdrollen zien wij James Stewart en Jean Arthur, het onvergetelijke duo uit „Je kunt 't toch niet meenemen", en verder werken mee: de gedistingeerde Claude Rains, beroemd om zijn kwaliteiten als „diseur"; de dikke Edward Arnold, die zooveel overeenkomst vertoont met een woedende stoomwals; de knappe Thomas Mitchell; de komische Guy Kibbee; en vele anderen. „Mr. Smith goes to Washington", een Columbiasuperproductie, brak weer vele records in Amerika, en zal ook in Nederland, waar hij wordt uitgebracht door Loet C. Barnstijn, op een goed onthaal kunnen rekenen. Want de practijk heeft uitgemaakt, dat Capra's stijl het Nederlandsche publiek ligt. En James Stewart heeft sinds „Je kunt 't toch niet meenemen" zich een bijzonder plaatsje in ons hart veroverd. En Jean Arthur met haar pikante stem bezit terecht een groote schare bewonderaars. En tenslotte heeft het gegeven iets zeer actueels, en vertolkt wat er in deze dagen leeft in het gemoed van den Nederlander. De film heeft voorts een bewonderenswaardigen climax. Hoe verder naar het eind hoe sterker hij wordt steeds weer komt de toeschouwer in den greep van het spannende gebeuren om tenslotte ademloos de ontknooping af te wachten. Dit is Frank Capra op zijn grootst! „Mr. Smith" is een film, waarnaar met meer dan gewone belangstelling mag worden uitgezien.
Claude Rains
^*i
Alan Hale, Eddie Albert en Leonid Kinskey.
Warner Bros-film — Regie: Ray Enright. De Vaudeville beleeft haar glorie-tijdperk en de Dolans, beroemde „tapdansers ', staan in hoog aanzien. Hun zoon, Phil Dolan Jr., treedt in hun nummer op en koestert een jeugdliefde voor Vera Barnova, een Russisch danseresje. Tien jaar verstrijken. De Dolans treden nog steeds in 0P hoewel hun /CJJ- a ' nummer reeds niet meer zoo in trek is. Junu (Eddie Albert) ontpopt zich als een groot componist. Hij maakt kennis m« Ivan Boutonoff (Leonid Kinskey), een werkloos Russisch componist. Ivari dringt er bij hem op aan zijn onvoltooide ballet „Het bloedbad in de boeven kroeg ' af te'maken. Als Junior op Ivan's hotelkamer piano speelt, komt Vera (Vera Zorina aangetrokken door de muziek, de kamer binnen. Junior is dolblij haar weer u zien. Zij is juist de inspiratie, die hij noodig heeft, en als de ochtend aanbreekt, is zjjn moderne ballet klaar. Ivan gaat met de muziek naar Sergei Alexandrovitch (Alan Hale), den grootsten ballet-impresario, en beweert, dat hij de muziek gecomponeerd heeft. Dank zij de fondsen, verstrekt door Peggy Porterfield (Gloria Dickson), nemen de repetities van een ballet „Prinses Zenobia", met Vera als ballerina, een aanvang. Op de gala-première staat de tooneelmeester, Reilly (Frank McHugh), stom verbaasd als hij ziet. dat Junior, die de plaats van een neger inneemt, alleen maar zijn gezicht en niet zijn geheele bovenlichaam, zwart gemaakt heeft. Het publiek loeit en Junior, verlegen als hij wordt, danst als een razende het tooneel rond. De critici bazelen over een nieuwe ballet-techniek. Peggy is in de wolken en dwingt Sergei „Het bloedbad •in de boevenkroeg" op dezelfde wijze voor het voetlicht te brengen. Vera komt er achter, dat de muziek, die gespeeld wordt, door Junior gecomponeerd is. Sergei komt het te weten en vraagt Junior te blijven. Tengevolge van een ongeluk kan de balletmeester, Morrisene niet optreden en Junior neemt zijn plaats in. Sergei, die dol op Vera is, wordt razend van jaloezie. ■Hij Iaat een paar Russen, met de opdracht Junior te vermoorden, in een loge plaats nemen. Ivan merkt de moordenaars op en telefoneert de politie. Reilly waarschuwt Junior voor het gevaar, waarin hij verkeert. Deze danst als een razende over het tooneel, beseffende, dat hij een schitterend doelwit voor de moordenaars oplevert, als hij met dansen ophoudt. Tenslotte worden de Russen gearresteerd en het ballet is ten einde. Het applaus is oorverdoovend en het publiek roept Junior keer op keer terug, totdat deze er genoeg van krijgt en zich haast Vera te kussen.
Vera Zorina.
George Balanchine en Vera Zorina.
4
-L*.
^
sfpsa
^^m
T
—
-pw
■
De frfm ,JBcfl rfcm WonA: wan vette", is de levensgeschiedenis van Alexandet Gtaham Bell en van zijn uitvinding det telefoon. Dit leven en in hei bijzondet deze episode was zóó tomantisch, boeiend en avontuutlyk, dat geen scenatioscheijvet er iets aan hoefde toe of af te doen en de film zich dus consciëntieus heeft kunnen houden aan de historische gegevens.
I
Reeds gedurende drie generaties zijn, van vader op zoon, de Graham Bells spraakieeraren geweest voor doove en doofstomme kinderen. Ook de jonge Alexander heeft dit beroep gekozen en het is begrijpelijk, dat hij zich dus volkomen op de hoogte heeft gesteld van de theorie der geluidsgolven; dat brengt zijn beroep mee. Wie het geluid bestudeert, komt tot verrassende ontdekkingen en zoo komt Alexander Graham Bell er toe, na te denken over verbeteringen aan de telegraaf. De vader van een zijner leerlingen, Mr. Sanders, moedigt hem daarin aan en de vader van een andere leerling, Mr. Gardiner Hubbard, wil ■.
Bitter is do nood, waarmee do Jonge uitvinder en zijn assistent te kampen hebben
spiegelen. Een meisje, dat hij zijn liefde wel móét bekennen, ook al is zij rijk en hij arm... De telefoon komt er! Een demonstratie voor een heele zaal slaagt voortreffelijk, maar — ofschoon men moet erkennen, dat Graham Bell het heeft klaargespeeld — men ziet er niets anders in dan aardig speelgoed, een technisch grapje, een nieuwtjezonder-meer. Alleen Mr. Sanders (en wellicht ook eenigszins Gardiner Hubbard) willen hem blijven steunen en het ideaal, een maatschappij tot exploitatie der Bell-Telephone op te richten, helpen verwezenlijken. En nóg een levenswensch wordt verwerkelijkt: Mabel en Alexander worden in den echt verbonden. Inmiddels blijkt de telefoon toch wel een practisch bruikbaar instrument te zijn. Maar het publiek wil er nog te weinig aan. Indien zij nu eens zouden kunnen demonstreeren voor Koningin Victoria van Engeland en deze vorstin óók een telefoon-installatie zou willen nemen, zou men al veel gewonnen hebben. In het begin heeft de koningin slechts weinig belangstelling voor de telefoon, doch men slaagt er in haar van het nut er van te overtuigen. Maar als Graham Bell in triomf naar Amerika terugkeert, verneemt hij, dat de Western Union zijn ideeën heeft gestolen. Loretta Toung en Don Ameche
/
',
Een Cosmopolltan-Film, uitgebracht door 20th Century-Fox. Regie: Irving Cummings. Alexander Graham Bell Don Ameche abel Hubbard Loretta Young GaNiner Hubbard Charles Cobum Mevrbsw Hubbard Spring Bylngton Gertrud^Hubbard Sally Blane Grace HubBaH Polly-Ann Young Berta HubbarïK.^.. Georgina Young WatsonX^ Henry Fonda Gene Lockhart . Bobs Watson . Russell Hicks Paul Stanton Western Uniorhsc Jonathan Hale
er ook wel geld in steken. En zoo kan Alexander Graham Bell werken aan de constructie der meervoudige telegraaf, die hem voor den geest zweeft. Middelerwijl zweeft hem nóg iets voor den geest: het liefelijke gelaat van Mabel Hubbard, het doove meisje, dat toch eigenlijk onbereikbaar ver van hem verwijderd is, want haar ouders zijn rijk en Alexander is zoo bitter arm! Maar zij moedigt hem aan, zij schraagt zijn zelfvertrouwen en als men jong is en een groot doel voor oogen heeft, is één woord van geloof al genoeg, om alles in vuur en vlam te zetten en met verbeten woede te streven naar het ideaal. Dus trotseert Alexander Graham Bell alle ontberingen, hij voelt de armoe bijna niet, hij werkt voort met die ongeloofelijke concentratie, die karakteristiek voor uitvinders is. Maar zijn assistent, Thomas Watson, heeft het zwaarder. Want de armoe deelt hij wèl, maar scheppend werk doet hij niet, voor hém is er slechts de ondergeschikte arbeid, zonder inspiratie. En tóch houden zij stand, moeizaam, afwisselend opgewekt en neerslachtig, het loopt hun mee en 't loopt hun tegen (maar meestentijds tégen) en^ Alexander komt tot de ^om, dat hij de meeprtïiudige raaf voorlooalqzal laten
rd, dat aanvankelijk zeer ongunstig t eindigt met zijn volkomen over10g verblijd wordt met de geboorte geluk volmaakt.
Het plechtige moment der eerste demonstratie
Het publiek slet het nut der telefoon nog niet in en amuseert zich et slechts mede
Don Ameche als Alexander Graham Bell
f
~fmm:
■r
^v 1
Pé
.;::.;
^
- ,f
Jmzz
' ^ , ' —«R« bï. ■/. -
^^Étfyé
N. ^ ^ ,
'^1^
■";
1
1^*»*^
DE HOOGE
D
"N
r T"
^-^,-v^ '.: -^■..;•;-
-
VAN • % -
•N*
■
■;
v-
c
wr
m .^^
Véél verwijten kan men richten tot de Hooge Heeren van Hollywood. Maar dat zij niet actief zouden zijn. . . , neen, dat kan men hun niet in de schoenen schuiven! Zij zijn de leiders van 's werelds grootste droomfabrieken. zij zijn handelaars in illusies, in heerlijke zelfbegoochelingen. Dames en heeren van lederen leeftijd (voor zooverre de keuring dat gedoogt) betalen hun penningske, om naar binnen te mogen, naar het duistere ingewand der bioscopen, om te mogen staren naar het witte doek, waarover de schaduwen flitsen. Die schaduwen vertellen van liefde en wraak, van misdaad en geld. van wanhoop en geluk. En ze draaien het zus en ze draaien het zóó, maar het tind van het lied is het geluk èn de liefde én
> -i
1
u
het geld, gedrieën rechts uit de flank, einde. Een forsche marsch, de ouvreuses openen allerlei deuren, het heldere daglicht der matinees dringt onbeschroomd naar binnen. ... de voorstelling is afgeloopen en de schoone droom gaat plaats maken voor de nuchtere werkelijkheid. Een angstig oogenblik . Sommigen zijn nog zóó ingesponnen door de verwikkelingen, die zoo bevredigend werden ontknoopt, dat zij den overgang naar het harde leven (meestal zónder happy ending) niet bespeuren. Anderen voelen onweerstaanbaar de neiging, om, met een ietwat katterig gevoel over zich, te beweren, dat het allemaal flauwe onzin is. Dat is het gevaarlijke moment en diarom kan het Happy Ending nooit happy genoeg zijn.
i^' ^.^fy'''
daarom moeten alle zeilen' worden bijgezet en alle registers opengetrokken en alle snaren betokkeld ... de bioscoopganger moet terugverlangen naar die luisterrijke finale, hij moet weer en nogmaals naar zooiets verlangen, naar de beeldschoone diva en den eleganten jeune premier en het toevallige millioen en de liefde, de zoete zaligheid, die verder in nevelen wordt versluierd, maar die toch wel vól geluk zal zijn.... Wie dus smaalt op het Happy Ending, smaalt op de natuurlijke zelfverdediging van de film. Schaduwen moeten den strijd aanbinden tegen de vale werkelijkheid. . . . Maar die werkelijkheid moge dan al vaal zijn, zij bezit afmetingen, relief. Zij is rond en hoekig en tastbaar. En de film is vlak, schaduwspel op een spierwit doek.... En die werkelijkheid moge dan al vaal zijn, zij vertoont niettemin een reeks van kleuren. Terwijl de film zwart en grijs en wit is, licht grijs en donker grijs en helder wit, of vuilwit, altijd weer in hetzelfde gamma. Éénmaal was de film nog stom bovendien. De warmte van de menschelijke stem was haar ontzegd. En de Hooge Heeren van Hollywood wisten heel goed, dat dit een gebrek was. Zeker, de bevoegde kunsttheoretici zwoeren bij deze geluidloosheid. Zij hadden de stomme film lief, zooals de koningszoon in het sprookje de kleine zeemeermin liefhad, ofschoon zij niet kon spreken. Maar de Hooge Heeren voornoemd ■— ofschoon zij stellig véél respect hebben voor de bevoegde kunsttheoretici — zweren nóg heiliger bij de massa en zij wisten met zekerheid, dat de massa de film inniger zou liefkrijgen, als zij zou kunnen leeren spreken. En daarom spanden de ingenieurs zich tot het uiterste in en dachten en deden en drongen door tot de kern der moeilijkheden en zij verschaften de film een eigen tong, een eigen taal.... De Hooge Heeren van Hollywood waren voor het oogenblik tevreden. Zij weten maar al te goed, dat zij een soort van automatiek beheeren. Zij weten,_ dat er iets geestdoodends kan gelegen zijn in het werktuiglijke, waarmee films komen, zichzelf ontrollen en weer gaan. Een ketting zonder eind, van Vrijdagmiddag tot Donderdagavond, een eindeloos refrein, plus que ?a change, plus que ?a reste la même chose. En als dan zulk een geweldige uitbreiding der
i 1
film-mogelijkheden tot stand gekomen is, is er nieuw leven, zijn er nieuwe gezichtspunten, is alles verjongd en heeft de bioscoop weer nieuwe bekoring. Neen, gebrek aan activiteit kan men dezen Hollywoodschen Heeren niet ontzeggen! En wordt het nu niet recht begrijpelijk, dat zij er naar streven, de geurende film te veroveren, de plastische film, de tastbare film, de driedimensionale film, de zus-film en de zoo-film, opdat geen mensch zich ooit vervele en zich ontgoocheld voelen zal, als held en heldin elkaar voor 't laatste gezoend hebben en de (automatische) gordijnen rollend schuiven voor het (automatisch) nog nagalmende projectiedoek en de ouvreuses de deuren wijd openzetten voor U en uw sigarettenrook . . De vale film . . Neen, het is hooit zoo ver gekomen, dat iemand zóóiets durfde te zeggen, maar de Hooge Oomes voornoemd, pasten dan ook heilig op en zij lieten hun ingenieurs geen seconde tijd, maar joegen hen van probleem naar probleem, van moeilijkheid tot moeilijkheid, tot zij er echt moedeloos van werden. Immers: de kleurenfilm is reeds lang, al sedert vele, vele jaren uitgevonden. De fonkelende film, met rood en blauw en geel en goud en purper.... zij bestaat en . . . niemand vindt haar mooi. Zij bestaat, zooals gekleurde prentbriefkaarten bestaan, waarmee niemand in zijn schik is. Zij bestaat en de tooverformule; „Geheel in natuurlijke kleuren, volgens een geheim procédé" kennen we al haast even lang en even goed, als het „Hokus-pokus-pas!" der klassieke toovenaars. Op gezette tijden juicht men ons iets vóór en wij komen kijken naar de nieuwste vorderingen der techniek en dan is daar« weer zoo'n kleurenfilm en laat niets aan de verbeelding over. Dat klinkt een beetje troosteloos, een beetje schimpscheuterig, een beetje sarcastisch, als U wilt, maar de teleurstelling is al zoo dikwijls geweest en telkens komt men ons weer het blauw van den hemel beloven en het groen der bedauwde weiden en het rood van den avondhemel en het goud van het haar der blondste maagden. Is dat Schwindel? Ja. Maar met dat al en scherts ter zijde.... we kunnen toch maar wät goed merken, dat de
techniek voortschrijdt met reuzenschreden en dat alleen onze eigen verwendheid een beletsel is, om dat voor honderd procent te waardeeren. Want we mogen U even herinneren aan de teekenfilms, aan eersterangs prestaties van Walt Disney en dezulken, die een soort van kleurenfilm beheerschen, die ons herinnert aan de veelkleurige teederheid van Japansche houtsneden. En dat is heusch niet te verwonderen, want het is inderdaad een Japansch procédé. Helaas is dat procédé alleen maar bruikbaar voor teekenfilms. Maar voor de gewone films bestaat Technicolor en wordt ook ieder jaar beter. Bepaaldelijk in den allerlaatsten tijd heeft het groote vorderingen gemaakt en dat is maar goed ook, want de Hooge Heeren van Hollywood willen heelemaal overschakelen op de
gekleurde film. En de zwart-witte film gaat op de flesch en legt het loodje. Omdat de dagdroom met open oogen, omdat de illusie op het altijd-witte doek voortdurend nieuw voedsel hebben moet. Nu wil het ongeluk, dat we wèl al een heel stuk gevorderd zijn met dat kleursysteem, maar het probleem is nog altijd niet opgelost. Men werkt nog meV twee halve kleurschema's, in plaats van met één geheel. Het ééne kleurschema omvat rood en rose. Dat levert tal van groote moeilijkheden. Men moet • overschakelen van het eene schema op het andere en geen van beide bevredigt gansch en al. Soms gebeurt het, minuten achtereen, dat de te filmen werkelijkheid toevallig juist in een der twee kleurschema's past. Dan voelen wij ons aangenaam verrast en meenen het leven zélf te aanschouwen. Maar even later is het weer mis. dan rijden de ruiters in een bruin bosch, in plaats van in een groen. . en de rest navenant. Neen, we zijn er nog niet, maar we naderen eiken dag méér, we zijn onloochenbaar op den goeden weg, we staan voor de oplossing van het geheel! Als laatste schrede in deze richting, brengt 20th Century-Fox een filmwerk: „Drums along the Mohawk", waarvan de Nederlandsche titel op het moment, dat wij dit schrijven, nog niet vaststaat. Maar deze film wordt overtogen door een waas van poëzie. De toevoeging van de kleur beteekent hierbij een verrijking, zelfs al zou men haar hier en daar anders wenschen, moet men erkennen, dat zij het geheel verfraait, dat men werkelijk verder is gekomen. Ja, het is wel duidelijk, dat we de kleuren niet meer zullen kwijtraken. Dat er steeds meer en meer kleurenfilms zullen komen en dat de zwart-witte film ten doode is opgeschreven. Maar deze toevoeging is wederom een uitbreiding van het repertoire, wéér een geschenk van de Hooge Hollywoodsche Heeren aan den bioscoopbezoeker, opdat hij zich niet vervele en niet te zeer tegen het licht knippere, als eenmaal de film uit is en ze hem weer de straat opzetten Want het uiteindelijke doel is: het leven zélf net zoo mooi te krijgen, als de film eenmaal worden zal....
Scene's uit „Drums along the Mohawk"
■
IN EEN SMAL 5TRÄÄTJE
uit de studio's George Cukor engageerde voor de hoofdrollen In de film „Suian and God" Fredric March en Greer Garson.
Erich Eagel zal een film, getiteld „Rubens", in scène zetten. Deze film zal in het Duitsch, Vlaamsch en Fransch worden opgenomen,
Kaethe Gold en Ewald Baiser vervullen de hoofdrollen in de Bavaria-film „Soldaten-glück". Regisseur is Hans Schweikart. Het draaiboek wordt vervaardigd doo Ernst Hasselbach.
Brigitte Horaey, Willi Birgel en Ivan Petrovich spelen de belangrijkste rollen in „Feinde", een film, welke door Viktor Tourjanski in scène wordt gezet.
David Howard enceneert de film „Bullet Code". De medespelenden zijn George O'Brien, Virginia Vale, Robert Stanton, Harry Woods en Bob Burns. Doris Schoeder is de auteur van het draaiboek van deze film naar een oorspronkelijk verhaal van Bennett Cohen.
Engelands „Prime Minister", Neville Chamberlain, maakt zijn Hollywood-debuut — althans vocaal - in de film „Vigil in the night". Het scenario bevat een dramatische scène in een Londensch ziekenhuis tusschen Carole Lombard en Brian Aherne, welke door Chamberlain's radiorede omtrent zijn afkondiging van den staat van oorlog met Duitschland, onderbroken wordt. RKO was genoodzaakt een opname' uit Londen te laten komen, toen men ontdekt had, dat de Amerikaansche reproductie van de historische speech te veel fading bevatte om gebruikt te kunnen worden in een scène, die zich op de film slechts op een paar honderd meter afstand van Downing Street no. 10 afspeelt.
Johnny Sheffield, de zeventienjarige tooneel- en filmacteur, is geëngageerd voor de titelrol in de RKO Radio-film „Little Orvie", naar Booth Tarkington's boek, welke onder leiding van William Sistrom in productie is gegaan, met Ray McCarey als regisseur. Velen zullen Johnny kennen uit de film „Tarzan finds a son". Bovendien trad hij te Los Angeles op in het tooneelstuk „On borrowed time".
Buster Keaton, Jeanette MacDonald en Nelson Eddy spelen de hoofdrollen in „New Moon". Regisseur is W. S. Van Dyke.
Jane Bryan en Eddie Albert vertolken de hoofdrollen in „Stuff of heroes".
Vivienne Osbprne is geëngageerd voor een belangrijke rol In de film „Primrose Path", met Ginger Rogers vader, nadat Gregory La Cava, de productieleider-regisseur, twee weken lang verscheidene acteurs voor deze rol getest had. Mander, vooral bekend in Engelsche en Australische revue-kringen, noemt dit „de kans, waarop ik mijn leven lang gewacht heb." Het afgeloopen jaar was hij regisseur bij Gaumont in Australië. Hij trad onlangs op als Hendrik de Zesde in de film „The Tower of London". Behalve' acteur en regisseur is Mander ook schrijver. Hij publiceerde romans en verscheidene tooneelstukken.
et Residentie Tooneel heeft met deze ,, gecombineerde comedie" van Franz Molnar weer een bijzonder gelukkige keuze gedaan. De constructie van het stuk is zoodanig, dat twee, op zich zelf staande deelen, ,,De banketbakkersvrouw" en ,.Bruiloft" zinrijk door bovenstaanden verzameltitel aan elkaar verbonden worden. Beide stukken spelen zich af in typisch, burgerlijke families, welke in hetzelfde straatje wonen. Het eerste deel verplaatst ons in de nuchtere, alledaagsche sfeer van een banketbakkcrswinkel. Schijnbaar gaat het leven van den genoeglijken bakker (Adolph Engers) en zijn hard ploeterende vrouw (Coba Kelling) met hun drie kinderen zijn gewone routinegangetje. Toch blijkt ook hier de tragiek niet te ontbreken. Eiken morgen komt er een wat poëtische jonge man (Jacques de Haas) in den winkel. Vrouw Kiss begint te gelooven, dat hij van haar houdt en gaat die genegenheid beantwoorden. Alleen de gedachte aan hem maakt het haar mogelijk, het dagelijksche sleurleven vol te houden. Een dagvaarding roept vrouw Kiss op voor een bezoek aan het politie-bureau. Haar man gaat zelf en hoort, dat zijn vrouw als getuige is opgeroepen in zake een autobotsing. Zij had in een van de auto's gezeten, samen met den jongen man. Thuis echter had zij verteld, dat zij naar haar moeder zou gaan dien dag. Baas Kiss verwijt in een heftige uitbarsting zijn vrouw, dat de jonge man haar minnaar is en eischt, dat zij hem de deur wijst. Ten slotte vertelt baas Kiss zelf den jongen man waar het op staat. Alles blijkt echter op een misverstand te berusten; er bestaat totaal geen verhouding tusschen Louis Vadasz en vrouw Kiss. Vadasz komt eiken dag in den winkel, omdat hij zijn meisje naar kantoor brengt, vlakbij. Hij verzorgt zijn uiterlijk steeds meer, terwille van dit meisje, doch laat vrouw Kiss in den waan, dat het .voor haar is, omdat hij merkt, dat dit haar een steun is. Baas Kiss begrijpt nu alles en biedt zijn
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN ¥aarom verfilmt men tegenwoordig toch zooveel ware gebeurtenissen?" " ,.Dat komt, Pietersen, omdat, wanneer een filmscenario ontleend is aan het werkelijke leven, aan iets, dat, zooals men het noemt ,,echt gebeurd" is, het bijna altijd meer belangstelling van het publiek heeft, dan wanneer het is ontsproten aan het brein van een scenarioschrijver. De werkelijkheid is nu eenmaal de grootste romancière en het is alleen maar jammer, dat deze romancière zoo weinig rekening pleegt te houden met technische filmcischen, iets, dat een scenarioschrijver begrijpelijkerwijs wel pleegt te doen." ..Maar dan kan men de ..werkelijkheid" toch voor de film bewerken!" „Als men een film wijdt aan een ware gebeurtenis, moet men er bijna steeds iets toe en af doen, om te maken, dat men den aanvaardbaren en door het publiek verteerbaren filmvorm krijgt. Zooals je wel zult weten. Pietersen, noemt men dat ,,bewerken" en het is helaas vaak genoeg voorgekomen, dat er zoolang ,,bewerkt" werd, dat er van de werkelijkheid niets meer was overgebleven." „Inderdaad, ik herinner me de voortreffelijke film „Es war eine rauschende Ballnacht". Ik vond de film mooi, maar hel leven van Tschaikowsky gaf ze niet weer." „Je hebt gelijk. In andere, minder treurige gevallen was het dan toch altijd nog een kwestie van geven en nemen, een mengeling van „Wahrheit und Dichtung"." „Weet jij dan een film, die historisch wel juist is?"
■
Ä:X, .i
g -49GBHH wlbf]
''S1, ^kiS'IfPfralH
*^^%/j
Scène uit „In een smal straatje"
excuses aan. De atmosfeer is nu echter te zeer vertroebeld dan dat Vadasz nog langer kan komen. Voor vrouw Kiss is een illusie wreed verstoord. Het tweede stuk is van een veel kluchtiger toon. Twee vaders onderhandelen op den bruiloftsdag van hun kinderen over den bruidsschat. Eerst verkeert de vader van de bruid (Jacques de Haas) in „een gunstige strategische positie"; tenslotte de vader van den bruidegom (Adolphe Engers). Dezen belangenstrijd, onder het masker van zoetsappige vriendelijkheid, hekelt Molnar op zijn eigen scherpe, geestige wijze. Het eerste stuk is misschien wat te langzaam van spanning, het tweede deel wellicht een tikje te kluchtig; het geheel echter voldoet zeer. Het talrijke première-publiek toonde zich bijzonder dankbaar. In beide deelen excellecren vooral Adolphe Engers, Coba Kelling en Jacques de Haas, die in de zoo verschillende rollen van een groote veelzijdigheid blijk geven. Ook de bijrollen zijn goed bezet. Enny Meunier kreeg als enfant terrible in het tweede stuk een verdiend open doekje. De voortreffelijke regie is van Adolphe Engers, de zeer geslaagde decors werden naar aanwijzingen van Rie Cramer door Willem Deening uitgevoerd. K. S. L.
j*:
9*$r0*'
^
ü „Dan moet je de film „Een stem klonk van verre" eens gaan zien. De levensloop van Alexander Graham Bell, den uitvinder van de telefoon, was zóó boeiend en romantisch, dat geen scenario-schrijver iets pakkenders zou kunnen bedenken. Daarom heeft men zich bij het verfilmen van dit gegeven ook aan de waarheid kunnen houden!"
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vijfhonderd tachtig In welk land maakte Greta Garbo haar film debuut? Wij stellen een hoofdprijs van / 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 1 April (abonné's in overzeesche gewesten vóór 1 Mei) goede antwoorden zenden aan ons redactie-adres: Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: vraag 580.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd zes en zeventig Fahrenheit was de uitvinder van den kwikthermometer. De hoofdprijs kon ditmaal worden toegekend aan den heer M. Vriends te Zutphen, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan: mejuffrouw A. van Vucren te Harderwijk en aan de beeren T. Herfst v. Kolverschoten, J. J. van Berkum te Purmerend, A. Dijserinck te Zaandam, Th. Stevens, Veldpost.
■
...
:
:
,
,i
—
AUSTRALIË Een werelddeel voor 7 millioen blanken en 112 millioen schapen, die alles betalen, op den rand van het „gele
gevaar" gelegen. — Waar
Engeland een nieuw wereldrijk zou kunnen stichten!
Een kleine „wolkenkrabber" in het centrum van Melbourne. Het is niet uitsluitend een kantoorgebouw: op de bovenste etages treft men keurige, elegante woningen aan.
„Vreemd, maar Ik heb xoo'n idee, dat dit bruggetje „Mijn hond heeft een reuze-neus! Hij heelt mij eens gevonden toen ik vijftien kilometer op mijn fiets was weg-
veel
breeder was
toen
wij
er
dertig
jaar geleden over liepen."
gereden. Wat zeg je daarvan?" „Dat je eens een bad moest nemenl"
/£&'/ W^&i*
.
U- ,>. „Over een minuutje zijn wij beslist alleen, liefstel Dat is net het soort man om den heelen tijd in een restauratie-wagen te zitten."
r\
■
„Ik ben bang, dat de breteis, die je voor mij hebt gekocht, veel te klein zijn. Hevel"
.
'■
■
i
i
De zeven millioen blanken, die in Australië wonen en die voor bijna 95 procent van de Britsche eilanden stammen, hebben een geheel werelddeel van ongeveer acht millioen vierkante kilometer met alle rijkdommen, die het voortbrengt, tot hun beschikking. Wat dit beteekent, kan men eenigszins nagaan als men weet, dat alléén het voor den landbouw geschikte gedeelte reeds grooter is dan half Europa en dat dit door veel minder menschen wordt bewoond dan bij voorbeeld ons land! Bovendien vormen de 112 millioen schapen, die jaar in jaar uit op de Australische weiden met een minimum van persoonlijke zorgen en arbeid geboren worden en er vlot en gemakkelijk opgroeien, een geweldigen rijkdom, en ze zullen dit blijven doen, zoo lang de Australisch^ natuurwol zoo gezocht blijft als dit thans het geval is! Maar die schapen en die akkers beteekenen nog niet alles, ofschoon Australië alleen reeds van zijn schapen zou kunnen bestaan, want dit werelddeel brengt ook nog groote hoeveelheden landbouwproducten van allerlei aard voort, van melk- en zuivelproducten af tot wijn en vruchten toel Deze geweldige rijkdommen van Australië hebben reeds in de negentiende eeuw tot' heel andere Vervolg op pag. 70
„Zoudl u even een eindje opzij wilier, gaan, mijnheer? Ik zou graag dat gebergte willen fotografeerenl"
„Maar is het nou zooveel gekker dan wat jij op je hoofd hebt?"
„Mijnheer is op reis." „Voor zijh plezier?" „Nee, dat geloof ik niet. gegaan."
mevrouw
is
mee-
De wacht voor het gedenkteeken der gesneuvelden in den wereldoorlog, te Melbourne. Australië bezit 'n militieleger en de hulp, die het aan Engeland en zijn bondgenooten in den wereldoorlog bracht, was geheel vrijwillig, zooals dit ook thans in dezen oorlog het geval is, daar er slechts vrijwilligers voor den strijd over zee gebruikt mogen worden. De Australische Britten hebben hun moederland echter nog nooit in den steek gelaten. Tijdens den wereldoorlog had Australië slechts 4,9 millioen inwoners, maar toch mobiliseerde het 416.000 man, waarvan er 330.000 over zee gingen en aan alle fronten streden. Van alle aan den wereldoorlog deelnemende landen had Australië de grootste verliezen, namelijk 68 percent van de bij de ge vechtsacties ingezette troepen, daar de Australische regimenten zich steeds vrijwillig meldden voor alle bijzonder gevaarlijke acties.
wm\'' .
©hltlbsiïnife Het Hooge Gerechtshof van Bagdad.
t *
-
Al rolt het leven van den Oosterling over het algemeen nogal gemoedelijk voort — het gejaag en gejacht van ons Westerlingen kan hij nog steeds niet begrijpen, iets wat stellig voor hèm pleit — toch is het voor een deel opgebouwd uit dezelfde elementen als het onze. En dus. . . heeft hij ook wel eens een geschil met zijn buurman, met een vriend of een vreemde of zelfs met den staat, waarvan hij deel uitmaaktl Zoo'n geschil is in het leven van den Oosterling misschien nog belangrijker dan in het onze. Zijn licht ontvlambare geest wordt er vaardig door, zou men kunnen zeggen. Het is iets, waar hij dagen en dagen over praten kan, wat hem bezighoudt en opwindt, en er is rti/sschien niets ter wereld wat hij zoo graag doet als „een geschil uitvechten"I Dat komt waarschijnlijk, omdat hij altijd in hart en ziel overtuigd is gelijk te hebben — of het anders toch wel te kunnen krijgen! Daarom is hij niet gemakkelijk tot een vergelijk over te halen, maar „zoekt" hij zijn
Het „hoekje van den raad". Hier vertellen de menschen elkander hun „geval" en geven elkaar goeden raad. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat zijn alle plaatsen bezet.
Klagers en beklaagden hebben soms uren lang noodig om hun „zaak" uiteen te zetten. Er tusschendoor moet er dus wel Iets gegeten en gedronken worden. Dit kan men dan doen aan een der talrijke buffetten, waarvan men er hier een in beeld ziet gebracht.
E ■
Het Hooge Gerechtshof der Arabieren te Bagdad.
• De voor het Hooge Gerechtshof behandelde delicten zijn vaak ook dezelfde als bij ons... en daarom komen er ook veel verkeersongevallen voor de beeren rechters...
Een der vele „schrijvers", die hun cliënten snel in het bezit stellen van de noodige schriftelijke stukken. Deze hier heeft zijn bedrijf gemoderniseerd en bedient zich van een schrijfmachine.
Soms voelt de beklaagde er niets voor om voor zijn rechters te verschijnen, maar dan wordt hij meer of minder hardhandig, al naar het zoo uitkomt, naar binnen geduwd ...
- 4
Op de binnenplaats van het Gerechtshof zitten de graveurs. — Wanneer er een gewichtige overeenkomst voor het Gerechtshof onderteekend moet worden, vervaardigen zij binnen eenige minuten een passenden zegelring. Daar de meeste Arabieren niet schrijven kunnen, gebruikt men vaak zegels in plaats van handteekenlngen.
recht. En dus gaat hij naar den kadi, naar den rechter. . . Onze reizende correspondent heeft eens een dagje zoek gebracht in het Serail, het Hooge Gerechtshof van Bagdad, en er een aantal foto's gemaakt, die wij hier voor u reproduceeren. Dat het er wel iets anders toegaat als bij ons, ligt er dik bovenopl Men zou zeggen: gemoedelijker, gezelliger. En dat is misschien ook wel een van de redenen, dat men het er zoo druk heeftl
Nög een schrijver, maar dan nog een van den ouden stempel, die met de hand werkt. Dat hij het er minder druk om heeft, zou men echter niet kunnen zeggen, want de Arabier is in tijn hart conservatief en het is de vraag >f hij zulke moderne dingen al* schrijfmachines wel waardeert...
Een Arabisch advocaat (links) onderhoudt zich met zijn cliënt over diens proces. Hij draagt zijn toga en witte bef precies zooals zijn Europeesche collega's.
- 5
■™
■ ^^tv-^P.1^^^
CUPIPO M ctefAMEE OUKSL
I
Het heeft geen zin om de dingen op hun beloop te laten, John!" zei Daisy Wilders. „We zijn nu bijna 'n jaar verloofd, en vader denkt er nog niet aan, toestemming te geven, dat wij gaan trouwen. We hebben allebei gedacht, dat hij wel van gedachten zou veranderen als we hem den tijd lieten. . . maar daarin hebben wij ons vergist." Terwijl zij haar blanke kin in heur handen liet rusten en haar ellebogen op de lunchtafel steunden, keek zij uitdagend naar den aardigen jongeman tegenover zich. Ze was beslist heel aardig om te zien, met een massa blond haar, goudachtig glanzende oogen en twee roode, zéér wilskrachtige lipjes. Wat John Lanfers aangaat, deze was beslist overtuigd, dat zij het aardigste meisje van de heele wereld wasl Hij zuchtte. Alleen met Daisy voor den eersten keer sinds een hèèle week, lunchend in een rustig hoekje van een gezellig restaurant, terwijl de muziek liefelijke wijsjes speelde, voelde hij, dat het leven tè goed was om het te gaan bederven door het oprakelen van een zeer onaangenaam feit — het feit, dat Mr. Wilders onverbiddelijk was en weigerde zijn toestemming tot hun huwelijk te gevenl „Je luistert niet eens, John," zei Daisy verwijtend. „Ik zei, dat er iets gedaan moest worden." ,,Eh. .. juist," erkende John. „Dat ben ik met je eens. Ongelukkig genoeg was je vader, toen ik hem den laatsten keer aansprak, nog onhandelbaarder dan gewoonlijk." „Wat heeft hij gezegd?" „Ik ben bang, dat ik me dat niet allemaal meer kan herinneren. Het was zooveel. Maar hij slaagde er in mij over het algemeen zéér duidelijk te kennen te geven, dat zijn antwoord nog steeds ontkennend was. Misschien," zoo voegde hij er peinzend aan toe, „was hij toevallig niet in een al te beste stemming, maar gisterenmiddag trof ik hem alleen aan in de club en. .." „Gisterenmiddag!" Er was een klank van afschuw in de stem van Daisy Wilders. „O, John, je wilt toch niet zeggen, dat je het hem gisteren weer gevraagd hebt?" „Ja! Waarom niet? Wat was er gisteren dan?" „O, alles. . . Je zou met geen mogelijkheid een slechteren dag hebben kunnen kiezen om hem iets te vragen! Gisteren Is hij zijn camee kwijt geraakt, zijn laatste vondst — je weet wel, de Janucci. . . de een, die hij als het mooiste stuk van zijn heele collectie beschouwt. Je weet, hoe hij op zijn verzameling cameeën is gesteld! In geen jaren heb ik hem zóó woedend gezien." John slaakte een zucht. „Ik dacht wel, dat hij zich ergens niet prettig over voelde. . ." ^ „Niet prettig!" herhaalde Daisy smalend. „Je had hem vanmorgen eens moeten hopren, hoe hij te keer ging tegen Molly, toen zij de post binnenbracht. Ik krijg nóg een kleur als ik er aan denk. Hij was zoo verschrikkelijk op die camee gesteld." „Toch zie ik niet in," mompelde John, „wat ik er eigenlijk mee te maken heb, dat. . ." „O, Iedereen heeft er mee te maken, als vader zoo'n bui heeft. Het is dan bijna levensgevaarlijk om in zijn nabijheid te komen! Je moet echter weten, dat hij de camee niet op de gewone wijze is kwijtgeraakt — hij heeft ze bij voorbeeld niet ergens gelaten, waar hij ze niet meer weet te vinden. Je hebt mij wel eens gehoord over Sir William Burniston, een van vaders mede-directeuren, die naast ons woont in Ealing? Die verzamelt ook cameeën en ofschoon hij en vader overigens de beste vrienden zijn, zijn ze bittere rivalen zoo gauw het die dingen betreft! Welnu, gisterenmiddag is Sir William komen lunchen en daarna liet vader hem zijn cameeën zien. En nadat Sir William weg was, miste vader zijn Janucci! Hij is overtuigd, dat Sir William ze heeft gestolen!" „Gestolen! Maar dat is toch onzin, Daisy. Dat is toch niet aan te nemen. . ." „Ja, het klinkt eigentijk belachelijk, maar vader zegt, dat wanneer iemand zóó'n verzamel-maniak is geworden als Sir William, hij tot alles in staat i$. Hij zegt, dat Sir William dood-eerlijk is in zaken en zoo, maar dat hij in zijn verzamelwoede totaal geen scrupules kent. Hij gelooft dat toen hij Sir William even alleen in de kamer liet, omdat hij aan de telefoon geroepen werd, de camee te machtig voor hem Is geworden en dat hij ze
daarom heeft weggenomen - uit pure jaloezie!" „Maar Daisy. . . dat is toch eigenlijk absurd. Ik heb wel eens in de city gehoord, dat hij nogal verstrooid is.. ." „In sommige opzichten mag hij zoo verstrooid zijn als hij wil, maar vader zegt, dat hij op het gebied van cameeën zijn oogen wijd-open heeft! Je moet weten, dat iets dergelijks al eens eerder is gebeurd. Lord Parhawk miste eens een zeer waardevolle camee uit zijn collectie nadat Sir William bij hem op bezoek was geweest en later kwam hij tot de ontdekking, dat ze in Sir Williams collectie zat! En ik herinner mij, dat Sir William vierkant weigerde ze terug te geven, bewerend, dat Lord Parhawk ze hem zélf had gegeven. Ze hebben een verschrikkelijke ruzie gekregen en spreken na dien tijd niet meer tegen elkaar!" John lachte. „Nogal een amusant idee, niet... zoo'n achtenswaardig oud fossiel als Sir William, die rondgaat om cameeën te stelen ..." • „Je zou het heelemaal niet amusant vinden, als je den heelen dag met vader moest omgaan. En wat hem vooral zoo opwindt is, dat hij Sir William niet kan vragen de camee terug te geven, voordat hij zeker weet, dat hij ze heeft. Denk je eens in, hoe afschuwelijk het zou zijn als hij Sir William er van beschuldigde de camee te hebben gestolen, terwijl het allemaal een vergissing bleek. En ze spreken elkaar haast lederen dag, omdat ze om zoo te zeggen collega's zijn. . ." „De situatie bevat inderdaad alle elementen voor 'n hoogloopende ruzie," zei John grijnzend. Daisy zweeg even. Toen zei ze opeens: „Luister eens, John, ik zou graag willen dat je vader hierbij hielp. Ik heb er den heelen morgen over gedacht. Daarom heb ik je opgebeld en je gevraagd met mij te gaan lunchen. Ik zou graag willen, dat je uitvond of Sir William werkelijk die camee van vader heeft en als dit zoo blijkt te zijn, dan moet je probeeren of je haar niet terug kunt krijgen." „Ikl?" vroeg John, terwijl hij haar met groote oogen aanstaarde. „Maar hoe .. . lieveling ... ik bedoel ... ik ken Sir William niet eens." „Neen, John, begin ru niet met allerlei moeilijkheden te scheppen! Ik geloof dat het een schitterend idee is. Vader zou je zoo verschrikkelijk dankbaar zijn - zóó dankbaar, dat je alles van hem gedaan zoudt kunnen krijgen wat je vroeg. Je weet, wat hij altijd van je zegt, nietwaar?" „Dien me de heele dosis alsjeblieft niét tegelijk toe . . ." smeekte John. „Hij zegt, dat hij niets tegen je persoon heeft hij mag je inderdaad zelfs - maar dat je geen o-dernemingsgeest bezit. En ondernemingsgeest is iets wat hij het meest in een jongmensch bewondert." „Neen, maar, die is goed!" riep John. „Ik geen ondernemingsgeest! En ik . . ." „Ja, ik weet, dat je wél ondernemend bent maar vader ziet dit eenvoudig niet inl Begrijp je echter niet, wat een prachtige gelegenheid je nu hebt? Om de camee op tactvolle wijze terug te krijgen zonder Sir William te kwetsen of - te bc-leedigen zou heel wat ondernemingsgeest vermischen, nietwaar?" „Natuurlijk . . ." moest John erkennen, „en als ik er ook maar een klein kansje toe zag . . ." „Dank je wel, John!" Een klein handje gleed over de tafel en drukte de zijne. „Ik wist wel, dat je het zou doen. Ik heb steeds geweten, dat jij degeen zou zijn, die de camee terug zou weten te krijgen!" Ze zuchtte, trok haar handschoenen aan en stond op. „Het spijt me heel erg, John, maar nu moet ik weg. En jij moet nu ergens rustig gaan zitten om na te denken over alle ondernemende dingen, die je kunt doen. Ik weet zeker, dat je er heel wat zult kunnen bedenken. Denk er aan, John, dat ik absoluut op jou vertrouw om die camee voor vader terug te krijgen!" Nadat hij Daisy veilig in een taxi had geholpen, stond John diep in gedachten verzonken vóór den ingang van het restaurant, toen een onberispelijk gekleede jongeman van ongeveer zijn eigen leeftijd bijna tégen hem opliep bij het naar binnen gèan, „Hallo, Dick!" De jongeman draaide zich om. „Hallo, Johnl Heb je het weer net zoo druk als altijd?"
- 6 -
-
••Tf
/-
„Nou," zei John, „ik kan niet zeggen, dat jij er nu ook bepaald uitziet alsof je je overwerkt!" „Nu maak je een grove vergissing, mijn zoonl" antwoordde Dick ernstig. „Ik heb het juist verschrikkelijk druk! Als ik er niet was, zou „De Aster" morgen beslist failliet gaan! Mijn hoofdredacteur heeft mij opgedragen een interview te hebben met een oud fossiel ergens in Ealing, die cameeën verzamelt en daar mijn kennis van deze steenen gelijk is aan nihil, wil ik hier even gauw den inwendigen mensch wat versterken om dan een uurtje naar een bibliotheek te gaan om daar eenige encyclopaedies te raadplegen. Weet jij iets van cameeën?" „Heel . . . weinig! Tusschen twee haakjes: zei je, dat je naar Ealing moest?" „Ja. Naar een of anderen uitgedroogden idioot, die Sir William Burniston heet. Een vriend van den hoofdredacteur, denk ik. Een leuke middag ga ik tegemoet, niet? Maar ik moet nu verder, want . . ." „Eén oogenblikje." John had plotseling een idee gekregen. „Zeg, Dick, heb je toevallig een kaartje bij je?" Dick haalde zijn portefeuille uit zijn zak. „Alleen kaartjes met «nijn „functie" er op ... h'm .. . h'm . . . Waar heb je die voor noodig?" „Heb je mij niet beloofd, dat je mij zoudt introduceeren bij dien kleermaker van je, die nooit een rekening stuurt . . ." „Ik weet nergens van.. . En als hij een menschenkenner is, krijg iij al een rekening thuis vóórdat je je kostuum hebt! Maar stuur hem dit kaartje en hij zal bij het zien van mijn naam op handen en voeten naar je toe komen kruipen! Nou, tot ziens. Ik heb werkelijk geen tijd meer." Nauwelijks was Dick in het restaurant verdwenen, of John riep een taxi aan en gaf den chauffeur een adres in Ealing op. „Goedkoop, eigenlijk," mompelde hij in zichzelf, terwijl hij behaaglijk in de kussens achterover leunde, en een sigaret opstak, „en het heeft niet veel van ondernemingsgeest weg, maar het is in ieder geval een tamelijk goede imitatie! Ik heb den ouden Burniston nog nooit gezien en hij kent mij ook in geen velden of wegen. . ." Sir William was thuis en liet weten, dat hij Mr. Dick Dane van „De Aster" direct wilde ontvangen. John had absoluut geen gewetenswroeging gehad, toen hij Dicks kaartje had afgegeven, wel wetend, dat Dick, als hij op zijn beurt kwam, zeker tegen de situatie opgewassen zou zijn. Na eenige oogenblikken werd hij in een groot, laag vertrek gelaten en drukte de hand van een wat slordig gekleeden ouden heer met een rond, blozend gezicht. „Ah, Mr. Dann... Erg vriendelijk van u, om zoo direct te komen I Ik heb vanmorgen pas met uw hoofdredacteur, Mr. Murdoch, gesproken. Als oud vriend van mij, beloofde hij me, iemand te zullen sturen, die iets over mijn collectie cameeën zou schrijven. De kwestie is namelijk, dat ik overtuigd ben, dat het publiek nog veel ie weinig van deze kunstwerkjes, wat die cameeën toch eigenlijk zijn, afweet. . . Als u nu bij voorbeeld eens dit product van vroeg Italiaansche handwerkkunst neemt. . ." Toen Sir William eenmaal over zijn geliefkoosd onderwerp begonnen was, bleek er geen stoppen meer aan. Op de club was het noemen van het woord „camee" reeds voldoende om de rookltamer in een ommezien leeg te krijgen! Daar John natuurlijk wilde zorgen verdwenen te zijn vóórdat Dick ten tooneele verscheen, leek het hem alsof er nooit een einde aan de voordracht van Sir William zou komen, toen hij opeens de. . . Janucci ontdekte! De steen was nog niet ingelijst — blijkbaar omdat hij pas aan de collectie was toegevoegd — maar John herkende hem direct! Hij had er niet alleen een foto van gezien, maar bovendien had Daisy de camee zóó duidelijk aan hem beschreven, dat er van vergissen geen sprake kon zijn. Een oogenblik later 'gaf Sir William, toen deze even met zijn rug naar hem toestond, John gelegenheid. Zonder ook maar een oogenblik te aarzelen, nam hij de camee weg en stak ze heimelijk in den zak van zijn overjas. Toen hij er eindelijk, na verschillende vergeefsche pogingen, in slaagde afscheid te nemen, scheen Sir William hem slechts noode te zien gaan en hij maakte hem het compliment, dat hij nog nooit
met een jongmensch had gesproken, dat zóó'n belangstelling voor zijn collectie had getoond! Toen John het tuinhekje achter zich dichttrok, hield er juist een taxi stil, waaruit een onberispelijk gekleed jongmensch stapte. „Hoe... hoe kom jij hier?" vroeg deze verbaasd. „Dick," zei John ernstig, zijn vriend bij den arm nemend, „laat ik je één goeden raad mogen gevenl Probeer niét Sir William vanmiddag te Interviewen!" „Waarom niet?" wilde Dick weten. „Omdat hij het niet prettig zal vinden als je komt! De koelheid waarmee je zou worden ontvangen, zou mogelijk je optimisme voor dagen achtereen kunnen doen verkeeren in het zwartste pessimisme. En omdat ik dat niet graag op mijn geweten zou hebben, waarschuw ik je liever..." „Idioot!" zei Dick, uit den grond van zijn hart. „Wat bedoel je eigenlijk? En waarom heb jij den ouden heer een bezoek gebracht?" „Dat weiger ik te zeggen," antwoordde John. „Ik heb je alleen een goeden raad probeeren te geven. Als je dien in den wind wilt slaan, moet Je het zelf wet^n, maar maak er mij dan later geen verwijt van!" , „Dank jel Je moet eens naar den dokter gaan, kerell Het spijt me, dat ik niet langer tijd heb om naar je onzin te luisteren!" John glimlachte toen hij Dick nakeek. Het zou hem niet meevallen, zich met eenige gratie te redden uit de situatie waarin fiij over eenige oogenblikken reeds zou verkeerenl Sir William zou Kern natuurlijk voor een bedrieger houden ... Daisy's vader woonde nauwelijks een paar honderd meter verder weg. John vond Daisy alleen in den salon. „John!" riep zij uit, opspringend om hem te verwelkomen. „Hoe heerlijk, dat je er nu al weer bent. Maar had je wel moeten komen, lieveling? Vader kan ieder oogenblik hier zijn . . ." „Dat weet ik," zei John kalm, terwijl hij haar een kus gaf. „Ik wil hem juist graag spreken.
recht. Het meisje heeft ze een uurtje geleden zoowat onder eenige papieren op mijn bureau ontdekt. Ik vrees, dat je jezelf in een zéér onaangename situatie hebt gewerkt, jongeman . . ." Hij zweeg omdat de telefoon in de hal ging en haastte zich de kamer uit. Toen hij terugkeerde droeg zijn gezicht een sardonischen grijns. „Burniston belde mij op, om te vragen of ik ook een zekeren Lanfers kende, en waar die gevonden zou kunnen worden l Hij vertelde dat twee jongelui, die beiden beweerden Mr. Dane van „De Aster" te zijn, vanmiddag bij hem zijn geweest, en dat één van hen een camee heeft gestolen. Hij heeft den tweeden Mr. Dane opgesloten in zijn bibliotheek en weigert hem vrij te laten voordat de verdwijning van de camee voldoende is opgehelderd." „Hemel!" hijgde John ontdaan. „Ik veronderstel, dat je vriend Dane hem heeft gezegd, hier eens te informeerenl Hij heeft je naam bepaald genoemd, omdat hij in de veronderstelling was dat het de een of andere grap van je was te zijnen koste. Ik heb Burniston gezegd, dat hij hem wel gelooven kon, en dat jij hem de camee terug zou komen brengen! Je doet het beste om direct te gaan en je er zoo goed mogelijk uit te redden. Het zal misschien een goede les voor je zijn, om je ondernemingsgeest in het vervolg wat in te toomen, jongeman!" besloot hij tamelijk kwaadaardig. John nam de camee en droop af als een hond die een pak slaag heeft gekregen. „Het ziet er naar uit," mompelde hij, „alsof ik mij als een ezel heb gedragen ten overstaan van Daisy, haar vader en Dick ... En ik geloof, dat ik er léèlijk in zit." Hij was reeds bij de deur, toen Mr. Wilders hem terugriep. „Eén oogenblik. Mr. Lanfers." Hij sprak nu op een wat milder toon en de blik in zijn oogen was niet meer zóó onvriendelijk. „Ik wil niet, dat je denkt dat ik ondankbaar ben voor de moeite, die je je in ieder geval hebt gegeven om mijn camee
terug te krijgen. Je optreden spreekt ... eh . . . ten gunste van je! Ik ben bereid te erkennen, dat er voor hetgeen je hebt gedaan een zekere ondernemingsgeest noodig was, maar . , . een succes is het riet geworden. Begrijp je wat ik bedoel? Bewijs mij, dat je met je ondernemingsgeest ook iets bereiken kunt, en misschien dat ik dan mijn oordeel zal herzien in de kwestie waar wij het gisteren over hadden!" In de hal legde Daisy haar hoofdje op John's schouder en drukte zich innig tegen hem aan. „Het spijt me zoo, John," fluisterde ze. „Je hebt er zooveel moeite voor gedaan! Maar je hoorde wat vader heeft gezegd? Kun je nóg niet iets bedenken waar je ondernemingsgeest voor noodig hebt, maar dat wat veiliger is?" John glimlachte raadselachtig toen hij haar blonde haren streelde. „Ik geloof het wel, lieveling," zei hij zachtjes. „Ik heb nog een ander plan . . . waar ik je een paar weken geleden al over heb gesproken . . ." Hij bukt* en fluisterde haar iets in het oor. Den volgenden ochtend verliet Daisy vroeg het huis en keerde niet terug om te lunchen. Mr. Wilders vroeg zich nog steeds af, wat de reden van haar onverklaarde afwezigheid zou kunnen zijn, toen er een telegram voor hem gebracht werd. „Bij nadere beschouwing leek het meest ondernemende wat ik kon doen, uw dochter te trouwen! Onderneming tot succesvol resultaat geleid op burgerlijken stand van St. Pancras, vanmiddag om twaalf uur. Vindt u het goed? Groeten van Daisy. John." Mr. Wilders werd rood, vuurrood! Hij snakte naar adem. Toen begon hij plotseling te lachen. En er speelde nóg een glimlach om zijn lippen toen hij het antwoord neerschreef: „Gelukgewenscht met ondernemingsgeest en succes. Er is niets wat ik meer bewonder dan de combinatie van die beiden. Kom en ontvang mijn vaderlijken zegen. Vader!"
Daisy, ik héb 'm." Daisy slaakte een kreet van vreugde. „Toch niet de camee, Johnl" „Ja, de camee! De verdwenen camee!" Nauwelijks had John haar verslag gedaan der gebeurtenissen van dien middag, of haar vader trad binnen. Te zeggen dat hij blij was John te zien, zou overdreven zijn. Wanneer je in je salon een jongmensch aantreft, dat je een dag tevoren pas den toegang tot je huis hebt verboden, kan men kwalijk hartelijk zijn. Sir William keek John dan ook aan alsof hij een of ander gevaarlijk insect wasl „Ik dacht. Mr. Lanfers, dat ik u gisteren had gezegd, dat.. ." „Maar vader," viel Daisy hem in de rede, „John is gekomen om u iets te vertellen. U zegt altijd, dat hij geen ondernemingsgeest bezit, maar nu heeft hij het tegendeel bewezen . . ." „Ja, dat heb ik zéker," zei John, en hij deed zijn best er uit te zien als iemand, die van ondernemingsgeest geen raad weet. „Aangenaam hst te hoeren," zei Daisy's vader droog. „Maar zoo lang ik daar het bewijs niet van heb ..." „Ik zal u het bewijs geven!" zei John. „Ja," zei Daisy, hem met vuur in de rede vallend. „Zoodra ik hem vanmiddag had verteld, dat u uw Janutci-camee kwijt was, is hij vermomd als een journalist ... zei je niet, dat je je vermomd had, John?"
„Ja . . ." „Nou, u hóórt het vader! Toen is hij vermomd naar Sir William gegaan en heeft uw camee ontdekt in zijn collectie. En toen hij zijn kans schoon zag ...'heeft hij ze teruggenomen!" „Teruggenomen . . ." herhaalde Mr. Welders. „Ja, gesnaaid," zei John lachend. „Leer om leer, mijnheer!" En na het kostbare voorwerp uit zijn zak te hebben opgediept, liet hij het aan Daisy's vader zien. , Het viel hem wel eenigzins tegen, dat Mr. Welders niet direct in extase geraakte nu hij zijn kostbaren steen terug had. En hij schrok zelfs, toen Mr. Welders hem de camee hoofdschuddend teruggaf. „Het spijt me erg. Mr. Lanfers, maar het resultaat van uw ondernemingsgeest is een figsco. Dit is mijn camee niét." Het was John alsof hij een slag op zijn hoofd kreeg. „Neen?" hijgde hij ontdaan. „Neen," zei Mr. Welders, wat sarcastisch glimlachend. „Ze lijkt er wel iets op, maar zoo'n vod zou ik niet in mijn collectie willen hebben! Het is de goedkoopste imitatie, die je je kunt voorstellen. Mijn eigen camee i$ trouwens al te-
HET SPEL DER MANE-STRALEN.
r
Verliest haar dikte 20 pond... in 10 dagen.
Nieuwe, veilige vermageringskuur in vloeibaren vorm. Eet flink - Neemt toch snel of ! „Ik was zóó bang om teleurgesteld te worden, dat ik mijn flesch BonKora de eerste drie dagen niet durfde te gebruiken. Ik woog mij toen de eerste flesch leeg was en zag, dat ik wel 20 pond lichter was geworden. Van m op 157 pond in 10 dagen. Over de buste was ik, 10 cM smaller geworden en over de heupen 9 cM. Ik droeg 4 maten kleinere jayonnen. Mijn constipatie en indigestie verdwenen en mijn huid, die geel was, is lichter geworden. Ik gevoel mij best". D. HESS.
: '
IU«dl na enkele k.er.n g.bruik van OR Y groeien do wimpers en wenkbrauwen opvallend lang en dicht, zij krijgen een xijdeachtigen flant. Succes verxekerd. Vele dankbrieven. F I.SO p. Iletch. Uitsluitend geleverd door TRIX ALELABORATORIES Afd. I, Den Haag, Paul Cabriilttrast 99 - Pottglro 159*57
...ENDEEENEVROUW ZEGT HET TEGEN DE ANDERE: LEES IEDERE WEEK
ffcUK VROUW MET B IJ O U
10
PER NUMMER CTS
ADM. : NOORDEINDE 8, LEIDEN
„EUREKA'
II
HANDLEIDING VOOR DEN PUZZELAAR ■
Wenken en aanwijzingen ten gebruike bij het oplossen van alle soorten PUZZLES en raadsels. -— Prijs f 0.50, Zichtzendingen. Rembourszendingen. Postzegels zenden s.v.p.
ALLEEN verkrijgbaar bij de Firma MQOYMAN & ZOON. Curafaostr. 11 5, AMSTERDAM
over de toekomst met een polis bij de
•:~ -■m
de Egyptische koningin, stond bekend om haar schoonheid en gratie. Hoe bekoorlijk zij van nature ook geweest mag zijn, een zorgvuldige' schoonheidsverzorging zal haar charme niet weinig verhoogd hebben. Reeds in de oudheid paste de elegante vrouw vele cosmetische middelen toe, om zo lang mogelijk jeugdig en aantrekkelijk te blijven. On^e tijd heeft met de geheimzinnige cosmetische middelen uit de oudheid algedaan. De moderne vrouw gebruikt voor haar dagelijkse toiletverzorging Vinolia Vanishing Cream, die de huid zacht en blank maakt en door haar fijne emulgering een uitstekende onderlaag vormt voor poeder. Vinolia Cold Cream, de ideale naeht-cream, voedt en verjongt Uw huid gedurende de nacht.
van Londen . .. Intusschen: Lambs eerste poging tot ontvluchten mislukte en terwijl hij in de gevangenis-ziekenzaal lag te ijlen, verried hij zijn geheim. Twee andere gevangenen kwamen er van op de hoogte: Clench en Wringel. Clench leerde het niet zóó nauwkeurig kennen als Wringel, hetgeen verklaart waarom hij achter in den tuin van Crombies huisje naar de schatten ging graven,
Verdwijnt in 3 Minuten
G E E N
w*
gepresenteerd, zette hij de „ontknooping" uiteen. „We weten nu," zoo begon hij, „dat Lamb zijn buit niet heeft verkocht, zooals hij oorspronkelijk voor de rechtbank had verklaard. Integendeel verborg hij hem op wat hij een volmaakt veilige plaats dacht te zijn. te Abershaw Corner. Indien Sir George Fairwood niet juist op die plek eenige huisjes had laten zetten, zou zijn buit er inderdaad ook veilig zijn geweest, maar nu heeft hij er veel moeite door gehad om zijn kostbaarheden op te graven. Misschien echter zou alles hem nog wel zijn meegeloopen, als zijn eerste poging tot ontvluchten geslaagd was; dan zouden wij zelfs waarschijnlijk nooit een „geheim van den koffer" hebben gehad en zoij het jaren hebben kunnen duren eer ik of u" — hij richtte zich nu tot inspecteur Harker — „met dien zoogenaamden Kratzen in aanraking was gekomen. — Tusschen twee haakjes: die Kratzen heette heelemaal geen Kratzen, doch Mullion, en als hij zich niet met zijn misdadigers-practijken bezighield, dan leidde hij het leven van een kwasi-eerlijk burger ergens in een buitenwijk
VERSCHENEN:
'
GEEN GEPIEKER
Ze waren nu de woning van Blake genaderd en deze verzocht Tremlett eveneens mee naar binnen te gaan. Even later arriveerde ook inspecteur Harker en nadat Blake een flesch wijn had opengetrokken en sigaren had
OVERTOLLIG
GRATIS : Door een speciale overeenkomst kan elke lezeres van dit blad een speciaal plkket NIEUWE VIETO ABSOLUUT KOSTELOOS bekomen. Zendt 10 cent in postzegels ter dekking van porto, verpakking en andere kosten. Adres : B. Meindersma (Atd. M.32 I. Den Haag.
KOFFER
als onmiddellijk intrad . . ."
Drievoudige werking, drievoudige snelheid. Neem lederen dag een weinig BonKora om vetaanzettingen en vocht uit Uw weefsels te verdrijven. Eet smake'ij'.t zooals ook in do brochure bü e ke flesch Bon Kora wordt aangeraden. Wanneer U Uw normale, gezonde gewicht terug hebt, neem dan niet verder af en (behcud Uw nieuwe s'anke figuur. Geen gevaarlijke bestanddee'en in BonKora. BonKora bouwt gezondheid, terwijl het overtollig vet verwijdert. Begin direct met BonKora, de nieuwe, snelle en prettige vermageringskuur In v.'oelbaren vorm. — Let op de verbazingwekkende resultaten. Verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten k f. 2.15 per flacon.
Het scheermes snijdt het haar af aan de huidoppervlakte — grove ontsierende stoppels, die sneller dan ooit aangroeien, blijven achter. Thans kan het haar door een verbazingwekkende vinding worden opgelost onder de huidoppervlakte. Geen stoppels; geen grove wederaangroei. Beproef deze prettige welriekende crème, overal i verkrijgbaar onder het handelsmerk Nieuwe 'Vielo'.,Spreid het eenvoudig uit op de te ontharen plek — wasch af — en het haar is weg. De huid blijft zacht en fluweelachtig glad. Maak voor altijd een eind aan het onaangename overtollige haar met Nieuwe 'Vieto'. In tuben van 85 cent, en ƒ1.50 bij drogisten, kappers en parfumeriezaken.
HEI GEHEIM
voerden, zoodat de dood bij een electrocutie hunner slachtoffers zoo goed
Neemt af door de ,.3 graden" kuur
Zonder Sdwermeucn Electritche Naalden of onwelriekende Ontharingimiddelen
-^sm
TOaiSEERDE VEBTAUNO
En heeft Mr. Rockefelt dan nooit iets gemerkt?" wilde Tinker weten „Neen. En dat is begrijpelijk! De eenige sporen, die zij nalieten, waren een paar kleine gaatjes in den vloer en het plafond, waardoor de draden naar den electrischen stoel liepen, en die heeft hij natuurlijk nooit opgemerkt. O ja, .en dan moet ik je nog zeggen, dat zij door een eenvoudigen transformator de spanning van den electrischen stroom op-
Er Is geen excuus vtor cvenollige dikte. Vo"c menschen bepreefden andere midde'en zonder één pond af te nemen. Toen z J BoaKora - de nieuwe, prettige vermagerinirskuur in vloeibaren vorm - gebruikten namen zij snol in gewicht af. Een dame verloor 37 pond in 6 weken.
HAAR
W
k-NkJki
VAM SIII Xe, < Il F AM I*
in plaats van in de keuken. Wij weien nu de ware toedracht van Clench' dood, doch dat is eigenlijk een op zichzelf staande zaak. Hickley doodde Clench, en Hickley slaagde er nooit in precies te weten te komen wäär zich de buit van Lamb bevond.' „Wij zijn Wringels doen en (aten tamelijk nauwkeurig te weten gekomen," viel Harker hem in de rede. „We hebben den man ontdekt van wien hij den koffer heeft gekocht dien hij met zich meegenomen had om er, zooals u reeds veronderstelde, het cement in te bergen dat hij wilde gebruiken. De koffer zelf moest natuurlijk dienen om er den buit in mee te nemen!" „Juist... en die arme Goaden heeft hem verrast, terwijl hij met zijn opgravingswerk bezig wasl" zei Blake. „Wringel is nu dood, en we zullen nooit precies weten wat er in het huisje van Crombie is gebeurd, maar Wringel doodde Goaden. Daar kan geen twijfel aan bestaan. Hij had tijd genoeg, daar het huisje dat week-einde leeg stond. Toen hij de kostbaarheden, die Lamb had verborgen, had ontdekt, heeft hij ze meegenomen, Goaden in den koffer gestopt, ei deze begraven op de plaats der kostbaarheden. Hij herstelde den vloer met het meegebrachte cement en liet alles
IN TUBEN VANAF 35 C T.
Vinolia EN IN LUXE
C: O I. I> C K E A M
BANK SCHIEDAM LEVENSVERZEKERING-LIJFRENTE
AVIM
tt.^
sJjiiiuuton tam moó sjttllaqqoH^ngtaw qo •nizab IginiDi ,bi9i9d nëilo erbinsHfao isbnor. lidsg tsd txjiloq ne tiast}») n99g ji^ loob .naqjit* at \o luuïolp taH toved nstsabbnoiisd abioH to aqiarbe allo ni Ignhb miuH^i tsH orbe 9b tboob ns 29jt99lq2 .näiistsod 9>ljil9b AVIM nadiuidag naiabniX nab 9g9wnov 901009 >loo Inumigqsq n9mon9gnoD jid 1 ood 9|i 1 di »V .Joorru ni nsleigoib na ^^9>l9Htoqo 2tn»3 Ód na AC o n9dut
POTTEN VANAF 45 CT.
VC 97-OK1
Onopgeloste zeep
mmm LAAT W
vernielt fijne weefsel^ Lux houdt de kleuren fris en. helder en maakt Uw goed weer als nieuw, want
NIBT
GOUDEN GLANS
zooals hij het gevonden hadl Wederom: het zou jaren hebben kunnen duren eer dit was ontdekt, maar Lamb slaagde er andermaal in, uit de gevangenis te ontvluchten en begon direct met de uitvoering van zijn plannen om zijn buit in bezit te krijgen. Ik ben overtuigd, dat hij een geweldigen schok kreeg, toen hij ontdekte dat er op de bewuste plaats een paar huisjes stonden. Zoodra hij echter wist, dat de kostbaarheden nog in den grond moesten zitten — althans dächt, dat dit zoo was - verzekerde hij zich van de hulp van Ferrand en Wrexham. Dat is natuurlijk maar een veronderstelling mijnerzijds. . ." Hij keek naar „Mr. Johnson", die kalm een sigaar zat te rooken. „Naar wat ik' van de zaak weet, Mr. Blake," zei deze, „kan ik u zeggen, dat uw theorie.volmaakt juist isl Lamb schrok zéker, toen hij ontdekte dat er op de bewuste plek gebouwd was, maar hij schrok nog mèèr, toen hij hoorde dat Clench was gedood. Door hetgeen wij van Lamb weten, kunnen wij overtuigd zijn, dat hij moreel geen veertien karaats is, maar een moor-
Lux lost 5 maal zo vlug op als gewone zeeppoeders en zeepvlokken. Ze is zelfs oplosbaar in koud water! Met Lux hoeft U niet bang te zijn. dat er schadelijke, onopgeloste zeepdeeltjes in het goed achterblijven, die het weefsel aantasten en vernielen of de stof doen krimpen. Wat heeft U b.v. aan een jumper met frisse kleuren en een aardig model, als ze niet mooi blijft in de was? Was daarom al Uw fijn goed in Lux: dan kan U er zeker van zijn. dat het weer als nieuw wordt. Lux is uiterst zuinig! Het gewone pak kost slechts 12/• et. en U kan crfl^fcffiB/iidcn kousen mee wassen, terwijl het reuzenpak 25 et. kost. Bedenk, dat het in deze tijd van het grootste belang is, dat Uw fijne goed zo veilig mogelijk wordt gewassen.
denaar is hij in ieder geval niét. . ." Inspecteur Harker keek hem even onderzoekend aan. „Maar hij groef den koffer op met het lijk van Goaden er in . . ." zei hij toen. „Dat weten we," viel Blake hem in de rede. „Ik zag, dat hij den koffer uit het gat in den grond haalde, maar ik geloof dat hij den grootsten schok van zijn heele bewogen leven kreeg, toen hij merkte wat er in zat! Hij en zijn vrienden wilden zich zoo gauw mogelijk van de lugubere vondst ontdoen en daarom brachten zij den koffer naar de bagage-afdeeling van het Victoria-Station, in de hoop zelf zoo gauw mogelijk het land te kunnen verlaten!" „Het lijkt wel, of zij daar ook in geslaagd zijn," merkte Harker op, „want we hebben ze tot dusver nog niet te pakken kunnen krijgen!" „Neen," zei Blake, alsof dit hem slechts matig interesseerde, „maar om verder te gaan: Wringel, die zich van den buit meester had kunnen maken, is er niet ver mee weggekomenl We zullen misschien van Mullion alias
WanTieer Uw van nature „blond" haar donker wordt, verdwijnt meteen het aantrekkelijke van Uw persoonlijkheid. U behoort dan tot „de groote massa", die niet opvalt en waar niemand ooit naar omkijkt. Nu-Blond voorkomt niet alleen het donker worden, maar hergeeft aan bruin- of muiskleurig geworden blond haar zijn oorspronkelijken g-oudglans. Nu-Blond's ViteF voedt de haarwortels en verwijdert roos. Het bevat g-een verfstoffen of schadelijke bleekmiddelen. Bovendien bijzonder zuinig, één pakje bevat voldoende voor 2 shampoos. Blijf „blond" door „NU-BLOND", koop nog heden een pakje. Engelsch Fabrikaat.
NÜ'BIONV fW ^
T_
Lux wordt nooit los verkocht >. Losse zeepvlokken zijn geen Lux j/
Telefoon 85974 - Posigiio 230660. - Gem. giro M 3088 (Vervolg op pmg. 34)
8 -
- 9 -
1.
fe.
„.„„ uinHVim
.E ■
,
men schat dat deze nog een bestaansmogelijkheid aan ongeveer honderdvijftig millioen menschen zouden kunnen opleveren — onontgonnen I Door zijn geringe bevolking verkeert Australië in aardrijkskundig-politiek opzicht echter in een critieke situatie. Het ligt namelijk op den rand van het ,,gele gevaar". Voor J^pan zou het uit e militair oogpunt bijna onbeschermde gebied van het uitgestrekte tropische Noord-Australië een gunstiger terrein voor het overschot van zijn bevolking beteekenen dan Mandsjoekwo. Noord-Australië heeh slechts 6000 inwoners op meer dan een halve millioen vierkante kilometer land, hoewel dit voor driekwart deel uit onontgonnen gebied bestaat. Maar in ieder geval heeft de stoot van Japan naar China Australië wakker gemaakt en het bedacht doen zijn op de gevaren, die het later zouden kunnen bedreigen. De Britsche wereldmacht beschermt Australië echter. Zoo goed ais Australië vocht en vechten zal voor Engeland, zoo zal ook Engeland vechten voor Australië. Bovendien hebben de meeste Australiërs de overtuiging, dat zij een bijzondere zending te vervullen hebben voor Engeland, namelijk om, wanneer de tijd daartoe gekomen is, hun land open te stellen voor Britsche immigranten. De geschiedenis van het Britsche Imperium heeft zich altijd met plotselinge en onverwachte wendingen voltrokken, en het zou niet onmogelijk kunnen zijn, dat het moederland door een of andere omstandigheid eens niet meer voldoende ruimte bood voor zijn eigen bevolking. In dii geval zou Australië zijn poorten openen om Engeland gelegenheid te bieden op dit enorme eiland met zijn talrijke hulpbronnen de kern te stichten van een nieuw wereldrijk!
Van de opbrengst der 112 millioen schapen, die er ieder jaar in Australië geboren worden, zou het gansche werelddeel gemakkelijk kunnen bestaan. Geen wonder, dat deze veestapel dan ook in hooge eere wordt gehouden en man alles doet, om hem zoo volmaakt mogelijk te doen zijn. A» Hiernaast een ram die bij een verkooping 47.000 franken opbracht.
;:
AUSTRALIË
Stadsgezicht te Melbourne — Alle AuatralUche steden zijn zeer ruim aangelegd, met breede straten en fraaie parken Australië is het land van de auto's Van iedere twee families bezit er één een auto, al is deze dan ook vaak niet van het nieuwste model!
Een werelddeel voor 7 millioen blanken en 11 2 millioen schapen, die alles betalen, op den rand van het „gele gevaar" gelegen. — Waar Engeland een nieuw wereldrijk zou kunnen stichten!
Op de wolbenrs te Melbourne. Bijna dertig percent van de hoeveelheid wol, die de wereld per jaar gebruikt, wordt door Australië geleverd.Thans heeft Engeland met Australië een overeenkomst gesloten, waarbij 't de gansche opbrengst aan wol koopt tot een half jaar na den oorlogl
Vervolg v*n pag. 3
resultaten geleid dan bij voorbeeld In de Vereenigde Staten het val was. Het tempo van de U.S.A. wilde steeds „onbegrensde gelijkheden": millioenen- en milliarden-vermogens in handen slechts enkele menschen, die „succes" hadden, en een steeds nemende bevolking. In Australië stuurde men bij de ontsluiting
gemovan toevan
■
Stroomlijnlocomotief voor het verkeer door de tropische onontgonnen gebieden tusschen Sidney en Melbourne. Omdat men onderweg geen water kan bijvullen, heeft de tender zeer groote watertanks, dia echter schuilgaan onder de .stroomlijn-bekleeding.
Kostbare vracht! — Voorbij is de tijd, toen hobbelende wagens, met twintig tot dertig ossen bespannen, de balen wol van de farms naar de ver afgelegen steden moesten vervoeren. Moderne vrachtwagens leggen thans in eenige dagen een afstand af, waarvoor men vroeger weken noodig had.
f ■
Aan den ingang der haven van Sidney. — De Australische kust is arm aan natuurlijke havens. Op één plaats bevindt zich echter een zeer gunstig gelegen natuurlijke haven. Ze is echter geheel door rotsen omgeven, zoodat ontdekkingsreizigers haar moeilijk konden vinden, hoewel de ingang zeer breed is. Déér ontstond Sidney, de grootste stad van Australië met ruim twee en een half millioen inwoners.
—n—
-10* v -^
-'
Naar Londen... drie en twintig duizend kilometer 1 Vliegtuigen overbruggen den afstand van Australië naar Europa in zeven tot acht dagen, terwijl men er per schip zes tot acht weken over doet. — Een machine op 't vliegveld van Brisbane.
dit continent juist bewust op „begrensde mogelijkheden" aan: op een zoo billijk mogelijke verdeeling van de aanwezige rijkdommen onder ellen, bij een zoo gering mogelijk gehouden bevolking. Om dit laatste te bereiken, heeft men allerlei maatregelen genomen .ten einde de verdere kolonisatie te bemoeilijken, ja bijna onmogelijk te maken. Onder anderen deed men dit door den arbeiders minimum loonen te garandeeren, die zóó hoog waren, dat ze, althans in den eersten tijd, als pioniers zeker niet méér konden verdienenl Hierdoor zijn er uitgestrekte gebieden —
:
V, .„#^^ia>^fi^
■ '-■-—;*-
:
-'
■•■-'■-'^
^
J
f B. K. U. te D. - Dank U voor Uw briefje! tic had van het door U opgegeven middel nooit gehoord. Als het eens mocht voorkomen, zal ik er gaarne gebruik van maken.
T T anmorgen was mevrouw De * \/ Bruyn bij mijn vrouw. * Ik heb ze maar alleen gelaten. Want als mevrouw De Bruyn aan het praten slaat (mevrouw De Bruyn en praten is synoniem) en mijn vrouw aan het antwoorden, dan is er zoó'n volume gepraat, dat de heele kamer er vol van is. zoodat er voor mij geen ruimte meer overblijft. Wat toch een beetje ergerlijk is. In je eigen huis. In'dat artikeltje wordt gelamenteerd Dies ben ik in het kabinetje gaat zitover het feit, dat die arme menschen, ten. Met m'n krantje. die in Lampong hun tuintjes gebruiHoeveel keer door de kier van de ken om peper te laten groeien, voor deur de mededeeling: „Alles wordt pehun product zoo weinig krijgen, dat d'r perduur" tot mij doorgedrongen is, zal voor al hun moeite maar een haberdeik maar niet vertellen. kras overblijft. Omdat de vrachten zoo Z>V wordt van regeeringswege, tepeperduur zijn en de ropy van Britsch recht, aangedrongen op voorzichtigIndië ruzie heeft met den dollar van heid in je uitlatingen. En je weet nooit Singapore, die op zijn beurt het niet wat het voor gevolgen kan hebben voor vinden kan met het Engelsche pond. mijn crediet, als daar straks te verBegrijpen jullie het? wachten zou zijn (op zichzelf, helaas, Ik niet. En ik schaam me er niks niks bijzonders), dat m'n vrouw weer voor. ging beweren, dat ze met d'r huishoud Die peper geschiedenis heeft me aan geld niet rond komen kan. het peinzen gebracht. Met als gevolg Peper-duur... enkele persoonlijke en andere, algemeen Valt daar m'n oog op een stukje in menschelijke, conclusies. m'n krant (het is een oude, welke Persoonlijk: om een paar gerepareerde schoenen van mij zat), waarboven met een vet lettertje 1°. Ik ben blij, dat we op een bovenstaat afgedrukt: Pepersituatie minder huis wonen en dus geen tuin hebben, gunstig. waar m'n vrouw peper in zou kunnen gaan planten. Door het verkeerd begrip geleid, dat d'r iets aan te verdienen is, omdat ze gelooft, dat peper zoo duur is. 2°. Ik zal er me niet langer tegen verzetten, dat m'n vrouw vetplantjes vertroetelt, daar ik me er over erger, dat die dingen geen nut hebben. Peper is ook niets meer waard 3°. Ik zal d'r niet toe overgaan om m'n honorarium in ropies van BritschIndië, dollars van Singapore, of ponden van Engeland om te zetten. (Dit laatste zou toch niet gaan, omdat gezegd honorarium over een heele maand nog geen pond weegt.) Algemeen menschelijk: P. We leven in een ergerlijken tijd. 2°. Alles wordt peperduur en de peper wordt al maar minder waard. 2°. D'r is geen verband meer tusschen duur en peper. En toch gelooven m'n vrouw en d'r vriendin,'dat dit verband nog bestaat. Doe je als hoofd (in naam) van het (eene) gezin Zooals water de zuurstof bevat waardoor de visch d'r verstandig aan om dat de vrouwen in leven blijft, zoo kan die zuurstof ook Uw huid duidelijk te maken? gezond en „levend" houden.
Ook Vw huu moet aaeinen..»
Alléén, de zuurstof voor Uw huid moet daartoe worden vrijgemaakt en in de poriën van de huid gedreven . . . Dit nu is de tweeledige werking van Radox. Als de zuurstof in Uw waschwater met wat Radox is levend gemaakt, dringt deze in ontelbare bellen Uw poriën binnen. Deze worden intens gereinigd en openen zich weer De huid herademt en leeft weer op. Dat voelt ge, maar méér nog zult ge het zien, want dat kwijnende waas verdwijnt en ook van onaangenaamheden als puistjes en vetwormpjes zult ge geen last meer hebben.
Nadat ik dit alles had overpeinsd, ben ik met een ander stukje van m'n krant begonnen: de familie-berichten. Daaruit leerde ik „uit verschillende dagbladen" (wat een service!) dat er op één dag vier menschen verloofd waren, vier getrouwd, terwijl er 10 nieuwe menschen-kinderen geboren werden. De wereld draait dus verder. Ondanks de peper-duurte en de peper-goedkoopte. Dus: Mensch, erger je niet. 't Geeft toch niks. PETRUS PRUTTELAAR.
Bij apothekers en drogisten è 40 et. p. pak . 1 S et. p. klein pakje ; óók In handig» en voordeelig« itrooibunen A 90 ct.
Mej. G. B. te D. - Tot mijn spijt kan ik U niet aan een dergelijk adres helpen. Een ander maal hoop ik U beter van dienst te kunnen zijn. Mevr. P. te Z. — Vermoedelijk wordt het bedoelde euvel veroorzaakt, doordat U te vroeg water bij het vleesch of het vet doet. Het kan ook zijn, dat U het vleesch, voordat het vet goed warm is, in de pan doet. Pas wanneer al het schuim van het vet verdwenen is, zal het goed warm zijnl J. IJ. te R - Uit Uw brief begrijp ik, dat het hier gaat om een flanellen mantel. Probeert U het euvel te verhelpen door hem te zwavelen. Als dit niet lukt, doet U verstandig bij een goede stoomerij ie vragen of men er nog iets aan kan doen. Zoo niet, dan kunt U den mantel altijd laten verven in een mooie lichte tint. Ik hoop, dat U succes zult hebben.
Wie van onze speurders kan ons zeggen, wat het hier gereproduceerde gedeelte van een foto voorstelt? Wij gelooven niet, dat het erg gemakkelijk zal zijn, maar misschien vergissen wij ons . . . Wij zullen weer een prijs van f2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. — U gelieve Uw antwoord in te zenden vóór
••r^-;/
'
AÉÊ
fl^^H
Mevr. B. te A. - Ik zou U sterk afraden het kleed op te spannen met punaises. Veel beter zijn spelden. Het is niet bepaald noodig het kleed nat te maken. U kunt het gerust droog opspannen. — Wat Uw andere vraag aangaat, het is nu eenmaal onze vaste gewoonte om als troostprijzen voor de „Zoek en vind"-puzzles boeken te geven, terwijl degenen, die de filmsterpuzzles oplossen, een film-foto ontvangen. Dat hangt samen met den aard der rubriek. U begrijpt, dat wij daarin moeilijk verandering kunnen brengen. Ik vermoed, dat er in Uw geval een vergissing is gemaakt. J. v. d. H. te H. — Het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal moet uiterlijk 1 April zijn gestort. — Uw manier van oplossen is juist. M. H. te A. — Tot mijn spijt moet ik U meedeelen, dat Uw eerste brief mij in het geheel niet heeft bereikt. Ik haast mij daarom U te antwoorden op Uw vraag. Helaas echter kan ook ik geen opheldering brengen in deze kwestie, aangezien het mij niet bekend is, waar vandaan het bedoelde gebruik stamt. Waarschijnlijk is hieraan geen bijzondere beteekenis verbonden. Mej. J. K. te VI. - Het is niet noodig, dat U alle puzzles oplost. Wanneer U er één goed hebt, dingt U mee naar den hoofdprijs en de troostprijzen, die daarvoor beschikbaar zijn gesteld. Mej. B. A. te VI. - U doet het beste Uw satijnen blouses te wasschen in een koud sopje (desnoods lauw, maar koud is beter) van een der vele fijne waschmiddelen, die tegenwoordig in den handel zijn. Denkt U er om, de stof vooral niet te wringen of te schuren tusschen de handen; alleen stevig knijpen en drukken. Uitspoelen in schoon lauw of koud water, daarna in een badhanddoek rollen en eenigen tijd laten liggen. Als het satijn nog half vochtig is, aan den verkeerden kant opstrijken met een niet- te warm ijzer. Speciaal voor wit satijn kan ik U ook nog de volgende behandeling aanbevelen: De blouse in koude, niet te vette karnemelk dompelen; vooral goed uitspoelen en daarna drogen tusschen doeken, die men zachtjes knijpt en drukt; met een niet te heet ijzer opstrijken vóór de zijde droog is.
Ä/V '
£^S^f^-l^ J a-i.
s5
lH II.
OPLOSSING VAN HET VOORLAATSTE FOTO-PROBLEEM.
Op deze foto ziet u het gedeelte aangegeven, dat wij als opgave hebben geplaatst. Had u gevonden, wat het voorstelde? De hoofdprijs van f 2.50 kon deze week worden toegekend aan den heer D. v. d. Velde, Veldpost. De troostprijzen vielen ten deel aan den heer B. Engelenberg, Haarlem, en den heer J. v. Hees, 's-Gravenhage.
ÏWII VAN EEN 51UMD BEN COMPLEET VERHAAL Toen de trein weg-pufte uit het groote station, zette de jonge man met de scherpe gelaatstrekken zich gemakkelijk in zijn hoekje van den coupé en vouwde een courant open. Behalve hij, zaten er nog twee personen in de afdeeling. Een oude vrouw, bijna recht tegenover hem, en een aardig jong meisje in den versten hoek. De oude vrouw hield zich onledig met allerlei pakjes uit een groote boodschappentasch op te diepen en op haar schoot uit te stallen, terwijl het aardige meisje peinzend door het raampje naar buiten staarde. Bij de eerste stopplaats stopte de oude vrouw al haar boodschappen haastig weer in haar tasch en stapte, geholpen door het aardige meisje, uit. De trein bleef slechts één minuut op dit stationnetje staan, en pufte toen weer verder, om niet eeder dan over een kwartier opnieuw te stoppen. De stilte in den coupé werd nu echter plotseling verbroken. „Ik vraag vijftig pond, of zooveel van dit bedrag als u bij elkaar kunt brengen!" Het was de stem van het aardige jonge meisje — scherp, staccato. Ze was opgestaan en hield de noodrem vast. De man keek op van zijn courant en deed uiterst verbaasd. „Pardon.. ." stamelde hij. „Zei u iets?" Het aardige meisje knikte en glimlachte cynisch. „Misschien bent u doof, en daarom zal ik het herhalen I U moet mij vijftig pond geven, of zooveel geld als u bij elkaar kunt brengen — óf ik zal den trein laten stoppen en u doen arresteeren I Dat zou u niet prettig vinden, is het wel? Daarom: betaal en vermijd een schandaal," Haar slanke vingers speelden dreigend met de noodrem. De man was verward, verontwaardigd en protesteerde heftig. „Dat is absurdl Den trein laten stoppen en mij doen arresteeren I Wat wilt u eigenlijk van me?" „Precies wat ik zeil U probeerde mij te kussen en..." „Onzinl" viel de man verveeld uit. „U weet heel goed, dat ik niets van dien aard heb willen doen."
„Misschien weet ik «Jat, maar ik voorzie nu eenmaal op een eigenaardige manier in mijn levensonderhoud. En om daartoe de noodige gelden bijeen te brengen, zal ik den hoofdconducteur vertellen, dat u het wèl hebt willen doen en dat hij niets anders kan doen dan u op mijn aanklacht arresteeren. Indien u geen schandaal wilt en geen ruchtbaarheid, zoudt u er verstandig aan doen, mij het geld zonder verder uitstel te geven. Vijftig pond, of ik trek aan de noodrem. . . De verbazing van den man had nu plaats gemaakt voor een woedend besef van het geraffineerde plan. „Chantage, hè?" viel hij uit. „Een oud spelletje! Maar als ik nu eens riskeerde, dat u den trein liet stoppen en ik eens niét tegen de ruchtbaarheid of het schandaal opzag? Hoe zoudt u dat vinden?" Het meisje lachte laatdunkend. „Niets dan bluf," zei ze. „Ik weet veel te goed, dat u (lat risico niet durft loopen. En probeer alsjeblieft niet om tijd te winnenl Ik ben wanhopig, en geef u slechts één halve minuut om mij het geld te overhandigen. De man haalde de schouders op. Hij wilde vóór alles een schandaal vermijden — móést het wel vermijden. „Ik bewonder werkelijk uw verwenschten durf, maar ik kan het idee niet verdragen, dat ik eenvoudig van mijn geld beroofd word — en daarom zal ik u een edelmoedig aanbod doen, mijn charmante misdadigster! De broche, die u daar op hebt, is misschien een kostbare diamant en misschien glas, maar ik wil het riskeeren en bied u aan er al het geld voor te geven dat ik bij mij heb — hetgeen toevallig bijna vijftig pond in biljetten is en nog wat zilvergeld. Ik zal het zilvergeld houden, als u het goedvindt. Gaat u hiermee accoord of laat u liever den trein stoppen?" Als eenig antwoord rukte het meisje de broche van haar blouse. „En nu het geld — gauw wat!" Met een zucht haalde de man een portefeuille uit zijn binnenzak en gooide Het geld, een bundeltje bankbiljetten, op de bank tegenover zich. - 13 -
v| van
j|
27 Maart aan Mr. Detective, Noordeinde 8, Leiden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden: Amateur-detective 27 Maart.
Mej. A. C. H. R. te D. - De filmacteur Rudolf Forster filmt op het oogenblik niet, doch speelt tooneel; daar hij momenteel een tournee door Amerika maakt, heeft hij geen vast adres, zoodat ik U dit niet kan mededeelen. Hij is geboren den 30en October te Gröbming (Stiermarken) en van geboorte dus Oostenrijker. F. v. d. L. te D. H. — U moogt de oplossingen inzenden zooals U voorstelt; liefst echter op aparte velletjes en natuurlijk binnen den vastgestelden tijd. Ook de wekelijksche prijsvraag mag hierbij worden ingesloten, mits op een apart velletje geschreven. Vermeldt U echter wel buiten op de enveloppe, wat zij bevat! Uw manier van oplossen is goed. — Wat den prijs van het door U genoemde boek betreft, ik raad U aan, hiernaar te vragen bij Uw boekhandelaar.
ïf^Jr
riJjiL■«,_'
DE
Pas op voor
■
_—■■»■'■■"-:
" ■ '
Mej. C. B. te A. - Uw brief heb ik persoonlijk beantwoord; mijn schrijven zult U inmiddels dus wel hebben ontvangen.
De Secretaresse der,, Voor U-Club",Noordeincle 8,Leiden
-12-
ETECTIVE
DE \MAJE
MlEK
Maart en zijn buien zijn de grootste vijanden van lijders aan Rheumatische pijnen. Kou en vocht, afgewisseld door een verleidelijken dag van zoel, zacht weer, spelen U parten en ge krijgt, met het voorjaar voor de deur, de ellende van ondraaglijke pijnen, lijden en ongemak als het ware thuisgebracht. Laat dat ditmaal anders zijn: neem Kruschen Salts. Dat spoort Uw ingewanden aan tot de krachtiger werking, die noodig is om weer zuiver bloed in de aderen te krijgen. De wintermaanden, -waarin ge minder lichaamsbeweging neemt, maken ook die organen traag en zoodoende Uw lichaam bevattelijk voor de verschijnselen van Rheumatiek, die in onzuiver bloed hun oorzaak vinden. De heer T. R. schrijft: „Ongeveer 25 jaar geleden kreeg ik een lichten aanval van rheumatische pijnen in mijn arm en schouder .... En dat werd erger en erger .... ik kon geen stoel meer verzetten .... totdat ik — nu ongeveer een jaar geleden — een flesch Kruschen Salts kocht. Toen ze leeg was, mocht ik mij verheugen in een lichte verbetering ! .... en ik ging er mee door .... de pijn is verdwenen .... en ik heb er nooit meer last van " Dit is een van de vele gevallen, die U zeker iets zeggen. Neem toch ook Kruschen Salts — doe óók een bloedzuiverende kuur I Ge zult weer opleven en U een ander mensch voelen — weer tot alles in staat.
KRUSCHEN SALTS is verkrijgbaar bij apothekers en drogisten ä /0.40, /0.75 en / 1.60 (extra groot pak). Fabr. : E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Engeland). Opgericht 1756. „Geel het in mijn hand," beval het meisje. „Ik zal de noodrem vasthouden tot ik het geld in mijn hand heb!" Met een geforceerd glimlachje stopte de man de biljetten in haar vrije hand, keek hoe zij ze tusschen haar blouse stopte en ving toen behendig de broche terwijl zij deze naar hem toewierp. „Eerlijk is eerlijk!" zei ze grimmig. Toen viel er weer een stilte in den coupé en even later begon de trein langzamer te rijden voor de eerstvolgende stopplaats. ... Den volgenden dag werd er een aardig jong meisje, dat geen onbekende voor de politie was, gearresteerd terwijl zij valsche bankbiljetten uitgaf, en bijna op hetzelfde oogenblik werd er een jongeman, met wien de politie graag eens van aangezicht tot aangezicht wilde staan, aangehouden bij een opkooper omdat hij probeerde daar een kostbare diamanten broche te beleenen, die met nóg eenige andere sieraden was gestolen uit de villa van Lady X, toen zij eenige dagen afwezig was . . .
VERWACHT- vi.r flroo». Norma
Jean
SHEARER
CRAWFORD
Rosalind ,
Paulalle
RUSSELL
GODDARD IN
VROUWEN Vrouwen
.». dei hart
— maar In
da man I
^'■■Tij*«»*-1'-^ -
■
—
marm!
^^^^^^mm—m^m \
m
blek VANTs^l
PHODE5IA' Op een keer ontdekte Aspinall, dat de leeuw een ezel had gedood en half opgegeten. Daar het de gewoonte van roofdieren Is, om na eenlgen tijd weer naar hun „kill" terug te keeren, ten einde de rest er van te verslinden, beval Aspinall zijn boys om bij de plaats waar hei half verscheurde karkas lag, en op een plek waar de leeuw zéker zou moeten passeeren, een val neer te zetten. Zoo'n leeuwen-val is eigenlijk een groote ijzeren klem, die ongeveer tachtig pond weegt, en die door een sterke ijzeren ketting aan een paal ol boompje wordt vastgemaakt. Beide zijn vooraf gedeeltelijk doormidden gekapt, zoodat de leeuw in het geheel geen moeite heeft om ze met zich mee te sleepen. Een leeuw, die In een klem terecht is gekomen, gedraagt zich zeer rustig. Hij sleept klem, ketting en paal met zich mee en legt zich ergens op een meter of veertig, vijftig afstand in een boschje neer, om daar na te gaan hoe hij zich van de lastige voorwerpen, die achter hem aanslierten, bevrijden kan. Wanneer nu de jager den volgenden ochtend bij den „kill" gaai kijken, kan hij gemakkelijk den weg volgen, dien de leeuw heeft gevolgd, want door hei paaltje of boompje is hei struikgewas over den geheelen afstand op verschillende plaatsen afgekraakt. Bovendien verraadt hei dier zijn aanwezigheid spoedig, doordat het hevig begint te brullen zoodra hei 'n mensch of diens honden ruikt. De jager dieni dan echter geer oogenblik ie aarzelen en bovendien moei hij over een vaste hand beschikken, want de teeuw zal onmiddellijk, wanneer hij zijn tegenstander in de gaten krijgt, op hem toespringen. Ondar ks zijn klem, zijn ketting en paal zal hij als een tornado op hem afkomen. Het is dan ook om deze reden, dat sommige jagers wel eens aan den ketting een ijzeren haak bevestigen, in de hoop, dat deze in het struikgewas of in den grond zal blijven vastzitten, waardoor de sprong van den leeuw za! worden geremd. Dien avond, nadat de val was gesteld, zat Aspinall voor zijn tent een pijp te rooken, zich afvragend of de bruut werkelijk in de val zou loopen. Plotseling hoorde hij op korten afstand een vervaarlijk gebrul. Telkens en telkens herhaalde hei zich, terwijl het als een luide donder over de velden scheen te rollen, en zooals Aspi-
nall tot zijn tevredenheid kon vaststellen, bewoog het zich in de richting van de val. Plotseling was alles stil. . . Aspinall knikte glimlachend. „Ziezoo, ouwe heer, nu je opeens zoo stil bent geworden, durf ik wel tien tegen één wedden, dat je in de klem terecht bent gekomen. Morgenochtend hoop ik je te pakken te krijgen. . ." Hij ging zijn tent binnen, rolde zich in zijn dekens en sliep weldra in met het ' vooruitzicht de bevolking, waaronder hij verscheidene vrienden was gaan tellen, van haar verschrikkelijke plaag te kunnen verlossen. Den volgenden ochtend was hij al voor hei krieken van den dag op en na haastig een kop koffie gedronken te hebben, nam hij zijn geweer en vergezeld van twee inheemschen, die zich met hun groote, breed-bladige assegaaien hadden gewapend, begaf hij zith op weg om de verblijfplaats van den leeuw te zoeken. Na eenigen tijd kwamen zij bij een ondiep, smal ravijn, waar de val opgesteld had gestaan. Aspinall had zijn herd ihuisgelaten, daar het dier een doorn in zijn poot had en dus diende hij op zijn oogen tp vertrouwen om den leeuw op te sporon. Dil was des te moeilijker, omdat hei struikgewas erg dicht was, en hei gras bijna tot manshoogte reikte. De resten van den ezel lagen op een zandpad, omringd door gras. De klem bleek verdwener, maar behalve hei feit, dat het spoor van den paal door het hooge gras leidde, kon hij niets omtrent de verblijfplaats van den le.euw ontdekken. Een der boys beweerde echter, dat hij aan het spoor, dat de klem had nagelaten, kon uitmaken, dat de leeuw er mei zijn rechierachter poot in geraakt moest zijn. Er zat niets anders op dan het ravijn over te steken en ir een boom aan den anderen kant te klimmen, ten einde te zien of de leeu
. '
,
,.j. in Vf. Mi.,,
Een wandelingetje over het terrein van den ranch.
«k.
.J
■ ■
^1-
(Fofo's M.G.M.)
"J
' •u. |.J .'..'U"
.
—.- "SV". '
■
.V'' - .
'
'
'—•
ook „Tuffy", bulldog, wordt niet vergeten. Of hij de koude douche erg mangenaam vindt?
»
De troetelkinderen zijn een paar jonge Perzische katten.
- 15
,-^'^^ I^'I ii.i. .1 ,III..|: i
|
Ergens in den warmen zonneschijn van de San Fernando Valley, bij Encino, ligt een groote ranch, waar een gelukkig echtpaar woont. Het zijn Carole Lombard en Clark Gable, die den tijd, welken zij niet in de studio's doorbrengen, besteden aan een rustig, landelijk leven op hun bezitting. Dat het hun uitstekend bevalt, ziet U wel aan hun gezichten op de foto's, die wij op deze pagina afbeelden.
Samen de kippen voeren.
14 -
■
EEN HOME IN HOLLYWOOD
Deeds drie jaar lang maakte een groote, oude leeuw een uJtge#^ breid gebied op de grens van Rhodesia onveilig. Verscheidene ■*menschen waren al door hem gedood, en de bruut oefende dan ook een ware terreur uit onder de schuw en angstig geworden bevolking, die na het vallen van den avond haar hutten bijna niet meer durfde verlaten. Verschillende keeren had Clive Aspinall, een bekend jager op groot wild, jacht op den leeuw gemaakt, maar telkens had het ondier kans gezien te ontkomen. Tot Aspinall hem eindelijk, door puur toeval, e pakken kreeg. Maar eer hij den leeuw onschadelijk kon maken |öu hij toch nog eenige benauwde oogenblikken moeten beleven... vijn. Met een prachtigen boog kwam hij aan den overkant In het hooge gras terecht. Op hetzelfde moment schoot er een groote, gelige gedaante vlak bij zijn voeten omhoog, an staarde Aspinall recht in de als vuur schitterende oogen van den leeuw, die zijn muil wijd opensperde en vervaarlijk brulde. Aspinall hield zijn armen nog in de lucht, precies zooals hij had gedaan bij het springen, en terwijl hij zijn geweer boven zijn hoofd hield, staarde hij onbeweeglijk naar den leeuw en ... de leeuw naar hem! Beiden waren blijkbaar als versteend van schrik en verbazing. Aspinall rook den scherpen, heeten adem van het dier; hij zag zijn opgetrokken bovenlip, die de groote, gele tanden vrijliet; zijn kleinen witten baard, maar vooral de groene, woeste oogen, die hem vol haat aanstaarden . . . Aspinall was de eerste, die zich herstelde en zonder om ie keeren sprong hij achteruit... Hij kwam echter te vallen en doordat zijn hoofd mei. een hevigen slag tegen een der groote steenen kwam, die er in het ravijn lagen, was hij een oogenblik bijna als verdoofd. Op hetzelfde moment sprong de leeuw hem na, een diep, grommend geluid uitstootend, maar door een gelukkig toeval sloeg de haak, die aan het eind van hei paaltje bevestigd was, in een boom, waardoor de vaart van het dier werd gestuit en hei half over den rand van het ravijn bleef hangen. H?t geweer vloog Aspinall uit de hand en viel zoowat ruim een meter bij hem vandaan op den grond, maar toen hij probeerde het te grijpen, kwam hij tot de ontstellende ontdekking, dat zijn linkerbeen vastgeklemd zat tusschen twee groote steener, zoodat er geen verwikken of verwegen aan was! Daar lag hij nu, een gevangene op den bodem van het ravijn, terwijl de leeuw, die als razend t" keer ging, half over den rand hing en met zijn beide voorpooten naar hem klauwde, waarbij zijn nagels tot op ongeveer dertig centimeter afstand van Aspinalls gezicht kwamenl Wanneer de bruut zijn pogirgen om bij hem te komen zou staken, zou de haak waarschijnlijk zijn houvast aan den boom verliezen, en zou de leeuw bovenop Aspinall vallen . . . De beide inheemschen kwamen op het geschreeuw van Aspinall toerennen en wierpen hun a;segaaien naar den leeuw. Ernstig gewond door een der speren, en minder ernstig getroffen docir de andere, schoof de leeuw achteruit en verdween toen opeens zoo snel hij kon in het kreupelhout. Met behulp der beide inheemschen slaagde Aspinall er in zijn been los te maken en na zijn geweer te hebben opgeraapt, zette hij de achtervolging van den leeuw in. Na een vijftig meter zoowai te hebben geloopen, vond hij de kiem, die aan een boom was blijven haken en van den pooi van den leeuw was losgerukt. Drie groote nagels en wat haar zaten nog tusschen de beide ijzeren beugels. Het had nu geen zin meer om hei gewonde dier nog verder te achtervolgen, en dus keerde Aspinall terug naar zijn tent — dankbaar voor zijn bijna wonderbaarlijke redding, maar met het lang niet prettige gevoel, dat de oude roover hem wèèr ontsnapt was. . . . . . Eenige maanden later liep hij met een van zijn boys langs een riviertje. Plotseling voelde hij een licht tikje op zijn arm. . . „Baas. . . Kijk. . . Een leeuw!" Aspinall volgde de richting van den zwarten wijsvinger en daar, aan deh overkant van het stroompje, stond een groote leeuw strak naar hem te kijken. Het was een lang schot, maar Aspinall zonk op zijn knie, legde zorgvuldig aan en vuurde. Het enorme dier schoot omhoog de lucht in, kwam mei een plof op den oever neer en bleef roerloos liggen. . . Toen Aspinall naar den overkant was gewaad en zijn buit van dichtbij bekeek, ontdekte hij... dat hei de oude menscheneter was! Bijna een jaar had hij jacht op het dier gemaakt zonder het te pakken te kunnen krijgen; nu had hij het door een toeval neergelegd.
V
!
'--
^■■v',*wsi!m
GULLIVERS REIZEN Onzen lezers zal hei succes van de schuierende kleuren-ieekenfilm „Sneeuwwiije" nog wel versch in hei geheugen liggen. Thans heefi Max Fleischer een grooie ieekenfilm in kleuren gemaaki, waarvan een niei minder grooi succes verwachi mag worden. Gullivers reizen zijn dii keer hei onderwerp en wij achten hei een voorrechi er reeds ihans onzen lezers een aanial inieressanie beelden van ie kunnen voorleggen.
Regie: Dave Fleischer.
Paramount-film. Hoofdfiguren:
Lemuel Gulliver Koning Little Koning Bombo Prinses Glory Prins David Gabby Sneak, Snoop en Snitch Twinkletoes
een schipbreukeling koning van Lilliput koning van Blefuscu dochter van Little zoon van Bombo nachtwaker van Lilliput spionnen van Bombo postduif van Bombo
^^m^w^r^i,
i^^
In het jaar 1699 lijdt Lemuel Gulliver, een Engelsch avonturier, in een hevigen storm schipbreuk, en als eenige overlevende komt hij op een tot dusver onbekend eiland terecht, waar hij uitgeput neervalt en In een diepen slaap geraakt. Dit eiland is een heel bijzonder eiland, namelijk het rijk der Lilliputters. Er woont een miniatuur-volkje, dwergjes van hoogstens 15 cm, in miniatuur-huisjes, in miniatuur-straatjes. Gulliver is voor hen een formidabele reus, en als zij hem ontdekken, haasten zij zich het gevaarlijke wezen met een net van draden te knevelen. Vervolgens wordt de nog steeds slapende Gulliver met behulp van tallooze lilliput-hijschwerktulgen op een honderdwieligen wagen geheschen en, getrokken door tientallen paarden, rijdt 't voertuig met den reus het dorp in.
Gabby krijgt een hevigen schrik.
Als Koning Little zijn mannen beveelt de zakken van den gevangene leeg te halen, en diens pistool daarbij per ongeluk afgaat, ontwaakt Gulliver en ziet met verbazing in welk een vreemde omgeving hij is verzeild geraakt. Voor men echter over en weer goed heeft kennis gemaakt, wordt er alarm geslagen en alle Lilliputters snellen naar de kust. De oorlogsvloot van het naburige Blefuscu valt namelijk onder bevel van Koning Bombo het vreedzame Lilliput aan en Koning Little verzamelt zijn legertje om den inval te voorkomen. Gulliver, onbewaakt achtergelaten, weet zijn banden te verbreken en staat op. Als de matrozen van Koning Bombo dezen vervaarlijken reus boven de huizen zien oprijzen, slaat de schrik hun om het hart en de vloot gaat op de vlucht. De Lilliputters zijn buitengewoon blij met dezen afloop en Gulliver wordt thans geëerd als een welkome gast en een gewaardeerd bondgenoot. Hij loopt dan verder vrij rond in het Lilliput-rijk en maakt zich bemind door het opknappen van allerlei werkjes, die voor de Lilliputters geweldig zwaar zijn, maar voor hem een peuleschil. Op een avond ontwaakt Gulliver door rumoer in den paleistuin en ziet hij wachters achter een in een mantel gehulde figuur aanhollen. Het is een kleinigheid voor hem om den vluchteling in veiligheid te brengen; het blijkt Prins David, de zoon van Koning Bombo, te zijn, die in het geheim een bezoek bracht aan zijn geliefde, Prinses Glory, de dochter van Koning Little. Gulliver verneemt van den Prins, dat de oorlog tusschen Lilliput en Blefuscu is ontbrand, omdat de twee koningen het niet eens konden worden over het lied, dat bij de bruiloft der koningskinderen zou moeten worden gespeeld, leder stond op
>^-
■,-
■•
-
!.■•
Op zoek naar den reus.
De Lilliputters binden Gulliver in zijn slaap.
Als Gulliver ontwaakt.
De spionnen van Bombo probeeren Gullivers pistool af te schieten.
I
Prinses Glory en Prins David.
- 16 —
'■(
Hl I 'il litt« »ÏpffPfltf 1'l"'
. .».-i^n.-£..■■.wwwi>n)ir>«iwttl
,
.^..
.
.
de bres voor zijn eigen volkslied, en het eindigde met ruzie. Gulliver krijgt nu het denkbeeld om de twee liederen te combineeren en zoo beide partijen tevreden te stellen. Koning Bombo zit intusschen niet stil en stuurt drie spionnen naar Lilliput om den gevaarlijken reus, die zijn vloot op de vlucht joeg, onschadelijk te maken. De spionnen stelen daartoe Gullivers pistool, dat als een bezienswaardigheid op het marktplein staat opgesteld, en melden Bombo, dat zij gereed zijn. Bombo's vloot nadert daarop weer het Lilliputters-eiland, en als Gulliver door de zee waadt om de scheepjes tegen te houden, richten de spionnen op het eiland het pistool op zijn onbeschermden rug. Prins David echter ziet van uit zijn schuilplaats het gevaar, dat Gulliver bedreigt — hij springt te paard, stormt naar het strand en komt nog net op tijd om de richting van het schot te veranderen door zich met zijn volle gewicht tegen het vuurwapen te werpen. Gulliver is gered, maar Prins David verliest bij de ontploffing het bewustzijn. Snikkend knielt Prinses Glory bij haar geliefde neer, en terneergeslagen zien de legers van Lilliput en Blefuscu toe. Gulliver verwijt de twee koningen, dat zij al dit verdriet veroorzaakt hebben door een kinderachtigheidI Als Prins David bijkomt, laat Gulliver de twee koningskinderen het nieuwe gecombineerde lied zingen en verzoend stemmen de twee koninklijke vaders toe in een spoedige bruiloft. De Lilliputters verrichten vervolgens voor hun grooten vriend Gulliver den titanenarbeid van het bouwen van een boot, groot genoeg om Gulliver over zee te voeren, en op een avond vaart Gulliver heen, terwijl de tonen van het nieuwe volkslied hem van het strand naklinken. ..
Een kijkje uit den toren van het paleis.
Gulliver, de schipbreukeling.
'
De vijandin vallen Lilliput aan.
-,,.
.
w*^
«■'
■■
: ;
■:
i-:'
1
■
t
DE RUSSISCHE MASSA-AANVAL op de MANNERHEIM-LINIE 18 F«
■»Ml WM.IWI iniwg«"!*-
Door deze teekening krijgt men een levendigen indruk van de wijze, waarop de Russen de beroemde Mannerheim-linie, de sterkste verdedigingslijn van Finland, hebben aancjevallen. De afbeelding geeft het gedeelte van de Mannerheim-linie op de Karelische Landengte in de omgeving van het Ladoga-meer, waar de Russische aanvallen, zooals men weet, het hevigst zijn geweest. Hier hebben zij hun gansche overmacht aan menschen en materiaal tegen de Finsche linies geworpen, zoodat zij er als een onophoudelijke stroom tegenaan beukten, den Finnen geen oogenblik rust gunnend. De Mannerheimlinie bood echter sterken weerstand en de eene aanval na den anderen werd afgeslagen, terwijl Finsche zoogenaamde zelfmoord-patrouilles op ski's den Russen grooten afbreuk deden. Om dezen patrouilles te beletten hun linies binnen te komen, hebben de Russen zelfs prikkeldraad van boom tot boom gespannen, in de hoop, dat de' Finnen zich er in verwarren zouden.
Op den voorgrond van de teekening kan men de spoorlijn zien, die van Leningrad via Terijoki naar Viipuri (of Viborg, links) in Finland loopt. Een spoorbrug is door de Finnen opgeblazen, om den Russen de concentratie van hun troepen moeilijker te maken. Men #weet, dat de Finnen hun versterkingen hebben aangelegd in een deel van hun land, dat zich door de natuurlijke gesteldheid uitstekend leende om verdedigd te worden. Meren, rivieren, moerassen en wouden maken een inval tot een zeer moeilijke taak. Rechts op de teekening ziet men een Russische tank, die in een met ijs bedekte rivier terechtgekomen is en zich als in een tankval heeft vastgewerkt. Het eigenlijke onderwerp .van de teekening is een Russische aanval op een verdedigingslinie met behulp van tanks en vliegtuigen. De Finsche betonnen forten of bunkers zijn in actie tegen den hevigen druk. De Mannerheim-linie is ongeveer veertig kilometer diep en bevindt zich tusschen de Finsche Golf en het Ladoga-meer. Zij telt verscheidene verdedigingslinies.
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 6 MAART
KRUISWOORDRAADSEL plaats voedsel gebruiken kantoorbediende meisjesnaam het uitgelezen gedeelte in het vervolg mijnheer (Engelsch) afgebeten stuk rood (wapenk.) oudste (afkorting) windstreek (afk.) inham maat meisjesnaam kuip, waarin men zich baadt voegwoord bijwoord persoonlijk voornaamwoord
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL
Verticaal:
«. OPLOSSING KAMRAADSEL
1 c ;
H
E N T
0 N 6 E
C
R
R A
E P T
L
0 N
L
/k
G E
A N B
P
E
E
0
1 N 0 1 6 E N
E
A S T
t D
OPLOSSING VAK-LOGOGRYPHE Marken wagenmaker meerderen hondensnoet pakken laden
MEN MOET GEEN SLAPENDE HONDEN WAKKER MAKEN
M
M
W KERM OPLOSSING HONINGRAATRAADSEL
A
K
AKEN OPLOSSING VERBORGEN SPREEKWOORD
ie man d k lei n k rij «ren IEMAND KLEIN KRIJGEN OPLOSSING FILMSTERPUZZLEVERGELIJKINGSRAADSEL
Ginnegappen ne jrappen Seregeld e geld Roeiriem ei riem gcntenat te nat GINGER ROGERS
i
2. 4. 5. 6. 8. 12. 14. 15. 16. 19. 20. 21. 23.
Horizont««!: schaap vlag afkorting op recepten voorzetsel boord van een rivier bij wijze (afkorting) verzoek bolgewas even zwaar verdikking van de opperhuid visch iets aanvatten afkorting van een lengtemaat
24. wapen 25. boom 28. tabel waarop de namen der familieleden staan geschreven
voorzetsel groente meisjesnaam onbepaald telwoord vlug inheemsch roofdier langs de huizen verkoopen glazen plaat zwelling spie lichaamsdeel achterbout van een varken mak Nederl. Spoorwegen (afkorting) zuil (in de Egyptische Oudheid) scheut liefde eener moeder langzaam vooruitgaan den akker ploegen bezittelijk voornaamwoord (afk.) plek lidwoord (Fransch) muzieknoot gedeelte der aarde snavel vervoermiddel meisjesnaam
CIRKELRAADSEL
^_
E R 1. op niet bepaald aangewezen plaats 2. eischfen 3. wenden 4. schade 5. kikvorsch
I^Y
LJ £■■■• r*^
NIEUWE
i
..v-JT- • ■•■Mpg* r^^^W 5 4
Verticaal: 1. 2. 3. 4. 5.
ten einde wegen waren koopen in iels leggen niet verder gaan alles wat tot de uitrusting van een schip behoort
,
CREATIES
I
WOORDKETTING
FILMSTERPUZZLE KRUISWOORDRAADSEL HorizoDtaali 1, perspectief-schildering — 8, voegwoord — 9. wezen —, 10. lichaamsdeel — 12. voorzetsel — 13. kachelzwart _ 15 gebogen — 17, windstreek (afkorting) — 18. gedicht — 19. voorzetsel — 21, vice versa (afkorting) — 23, aanloop — ?5. vogel — 27, spoedig — 28. mangaan (afkorting) 29, en 37. naam van de afgebeelde filmster — 34. deel van een ontkenning (Fransch) 35. ijzerhoudende grond — 36. deel van den dag — 41. bijwoord van ontkenning — 42. vermoeden
Er moeten 8 drielettergrepige woorden van de volgende beteekenis gevormd worden. 1. 2. 3. 4. 5.
die niets om handen heeft ziekte der nieren voldaan dennenappel bontwerk
6. voertuig 7. gemeente in NoordBrabant 8. als 1
De laatste lettergreep van het eerste woord zal tevens de eerste lettergreep van het tweede woord zijn enz. De laatste lettergreep van het laatste woord is gelijk aan de eerste lettergreep van het eerste woord.
Verticaal) 1. op de sport betrekking hebbende — 2. achten — 3. den naam niet te noemen (Latijnsche afkorting) — 4. Chineesch vaartuig 5, stookplaats — 6. afkorting van een titel — 7. gemeente in Noord-Holland — 11. onderofficier (afkorting) — 14. bijwoord — 16. de zoom van het land langs water — 20. namelijk (afkorting) — 22. verzoeken — 24. meisjesnaam — 26. meisjesnaam — 28. plaata op Sumatra — 30. vrucht — 31. telwoord — 32. voertuig — 33. eind — 34. gemeente in Gelderland — 38. afkorting van een titel — 39. lidwoord — 40. lidwoord (Fransch).
Poeder, doos . , . 0.60 Creme, tuben 0.50 en 0.90 Creme, potten . . .1.25
ONZE PRIJZEN.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
gongensnaam afkomst gebogen traag voedsel deel van een schip
7. jongensnaam 8. het binnenste van iets 9. klier 10, insect 11, aardworm
12. 13. 14. 15. 16.
nauwe opening tuingereedsebap jongensnaam vuurtoren slap, zonder veerkracht
De hoofdprijzen werden deze week verworven door de dames: Wed. T. Rlnck-Meijer, R'dam; H. Bezoet de Ble, 's-Gravenhage; de beeren: A. Boer, Veldpost; A. KraamwinM, A'dam; A, B, Koutstaal, R'dam, De troostprijzen konden worden toegekend aan de dames: Smorenbürg, Utrecht; A. Witteveen, Leeuwarden; J. Keijzer, Vlaardingen; T. Peters, Wilp a/d Dijk; Geers, Breda; M. Möring, A'dam; de heeren P. H. Fritz, A'dam; G. Wang, A'dam; P. v. Bergeijk, Eindhoven; V. Bazen, R'dam; J. T. Dingelstadt, Maastricht; J. Nugteren, R'dam; Weber, Schiedam; M. C. Kerkhof, Schiedam; F. P, v. d. Let, 's-Gravenhage; G. v. d. Linden, Utrecht; N, C. Claessens, Maastricht; J. Kuiper, Scheveningen; A. Schetwald, Castricum; H. D. Willebrand, Amstelveen. Den hoofdprijs van de filmpuzzle verwierf de heer J. W. Merkens, Utrecht, De troostprijzen vielen ten deel aan de heeren: A. Zonneveld, Schiedam; M. Stolk, Zwijndrecht; P, Loeve, Veldpost; G J, Hoorn, Leiden; A, Deugd, Alkmaar; J. C. Schenk, Veldpost; Ch. L. Smeehuijzen, R'dam; F. v, d. Klugt, Rijswijk; R. v, d, Voordt, Overschie; A. J, Proper, R'dam.
Voor goede oplossingen van iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ2,50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 27 Maart in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden, Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk:
J
Oplossingen Zoek en Vind 27 Maart
- 21 — 20-
TOSCÄ<
Te gebruiken letters: a, d, e, e, e, e, e, e, e, e, g, g, g, g, g, i, i, i, i, i. i, i, k, k, 1, 1, I, n, n, n, n, n, n, n, n, n, o, p, t, t, t, t, u, w.
DE PRIJSWINNAARS
J^R ;
1
■
Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
|
E|R|
1
.,'^A.:.
Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 27 Maart aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden; Filmpozzlc 27 Maart,
INVULRAADSEL 1
ammm _
BriIlantine,fleschO,75,1.10 Brillantine. tuben. . 0,50
,-
^"^"
DE OPIUM ;
m HET VER&E OOJTEH HET VIERDE WAPEN -
Als een afschrikwekkend voorbeeld worden opium-schuivers in het nog niet door Japan bezette gedeelte van China door de straten gevoerd. Ze zijn met touwen aan elkaar gebonden en worden streng door militairen bewaakt, ten einde ontsnapping te voorkomen.
-
De groote, bloedige worsteling tusschen China en Japan duurt nog steeds onverminderd voort. Wel is waar hoopen de moeilijkheden zich aan Japanschen kant steeds meer op en schijnt ook de oorlogsmoeheid aan beide zijden toe te nemen, doch de tijd om vredesonderhandelingen te kunnen inzetten schijnt nog steeds niet gekomen. Naast den oorlog met de wapens, wordt er tusschen China en Japan ook een opium-oorlog gevoerd. Het is een zeer merkwaardige situatie, die eigenlijk alleen goed begrepen kan worden door hen, die het Aziatische Oosten kennen. Zooals men weet, is opium een bedwelmingsmiddel, dat de gezondheid en den weerstand van een volk op verschrikkelijke wijze ondermijnt. Daarom gebruiken de Japanners het opium, om den tegenstand van China zooveel mogelijk te breken. In het niet-bezette deel van het land wordt het binnengesmokkeld, en in het bezette deel geelt men den Chineezen zooveel opium als zij maar hebben willen, omdat opium-schuivers, zoo lang zij in hun roes verkeeren, rustige menschen zijn, waarvan men geen last heeft, en omdat zij, wanneer ze er eenmaal aan verslaafd zijn geraakt, zijn gedegenereerd tot wezens, die den naam mensch bijna niet meer verdienen, en die dan ook aan geen verzet of weerstand meer kunnen denken.
IHiNEESCH-JAPANSCHEN KRIJG De Chineesche regeering heeft het gevaar van dit vierde wapen, zooals zij het heeft gedoopt, tijdig beseft. Want naast de vloot, het leger en de bommenwerpers is opium waarschijnlijk wel de afschuwelijkste vijand van het Chineesche volk, vooral nu, tijdens zijn worsteling tegen Japan. Daarom heeft de regeering in hei gebied, waar zij nog steeds de macht uitoefent, hei opiumschuiven ten strengste verboden en de meest drastische maatregelen genomen om het kwaad uit te roeien. Onze foto's geven een indruk van den strijd, dien de Chineesche regeering tegen het opium voert. De opium-smokkelaars worden onverbiddelijk ter dood gebracht, nadat ze eerst als afschrikwekkend voorbeeld in het openbaar tentoongesteld zijn en men het op hen gevonden opium, eveneens in het openbaar, heeft verbrand. Het zijn inderdaad uiterst scherpe maatregelen, maar de regeering staat op het standpunt, dat zij die wel treffen moét, wil zij de bevolking tegen de ruineuze gevolgen van het opiumgebruik beschermen. Want hoe en wanneer de strijd in China ook eindigen moge, het blijft een feit, dat het vierde wapen, waarmede hij wordt gevoerd: het opium, met zijn afschuwelijke uitwerking, wellicht meer verwoest dan alle door de moderne techniek zoo bruut en wreed geworden wapens ...
Indien iemand voor den eersten keer wordt betrapt, dat hij opium schuift, brandt men hem een kruis op zijn arm. Wordt hij voor een tweede maal betrapt, dan volgt onherroepelijk het doodvonnis.
;
!
-
:
In beslag genomen opium wordt in het openbaar verbrand, opdat het geen onheil meer kan stichten in den strijd tegen Japan.
Deze man is een opium-smokkelaar en zal worden terechtgesteld. Hij wordt naar een „startlijn" gebracht, waar men hem loslaat. Terwijl hij hard wegrent, in de hoop zijn leven te kunnen redden, wordt hij echter van achteren neergeschoten.
^
- 22 —
■
■
•..
,.':'■■
'■
iäfcS-W*«^
*,éaS«%*i^W-'^»<w^|^***&**>'**!~'
Deze man werd als opium-smokkelaar gearresteerd.Twee uur later was hij ter dood veroordeeld en werd zijn vonnis reeds voltrokken. Op het laatste moment ontdekte hij, dat zijn terechtstelling zou worden gefotografeerd, waartegen hij protest aanteekende — te laat echter voor den officier, om nog tusschenbeide te kunnen komen. De opname was reeds gemaakt 1
Öpiunrwtmokkelaars worden naar de plaat» van huil tomcbtttalling gebracht. Op een bord, dat zij op den rug dragen, staat hun misdrijf varmaM.
— 23
... '
Receptettlfoelc|e
DE RAMP VAN DE O 11 »-8 :
HET GEHEIM VAN DEN KOFFER
Hoe zelf een kwart liter uitstekende hoestsiroop te moken
Vervolg van pag. 8
/ Kratzen wel te weten komen, waaróm hij deze en zijn bende heeft verraden - dat hij dit gedaan heeft, vertelde Mullion al toen hij dacht dat ik in zijn electrischen stoel zatl - maar er Is geen twijfel aan, of hij wilde den heelen buit voor zich alleen behoudenl Ongelukkig voor hem, werd hij door handlangers van Mullion ontdekt en overal gevolgd, tot hij na eenigen tijd met zijn buit en al in hun handen viel. Voor zijn verraad heeft Mullion hem gestraft met den dood op den electrischen stoel - precies zooals hij ook mij had willen doodenl Het toont echter duidelijk wat voor soort man die Mullion is, als men nagaat dat hij heel veel moeite heeft gedaan om in het bezit te komen van een koffer, die precies leek op dien een, die op het Victoria Station werd gevonden. Dien koffer stuurde hij aan mij, als een blijk van de verachting die hij voor mij koesterde, en tevens om mij er van terug te houden, mij verder met het geval te bemoeien. Zooals de zaak nu staat, geloof ik echter niet, dat het moeilijk zal zijn te bewijzen, dat Mullion de moordenaar is van Wringel. Hij heeft aan mij - of althans aan Ansie ook bekend, dat hij in het bezit is van den buit van Lamb. Hij heeft deze van Wringel afgenomen en naar zijn huis laten brengen waar hij nu, zooals
Een goede en ook voordeelige manier om van Uw verkoudheid en hoest af te komen is dit eenvoudige middeltje, dat U zeil kunt klaarmaken. Haal bij Uw apotheker of drogist een 30gramsfleschje dubbel geconcentreerde Vervus (vastgestelde prijs 75 cent). Vermeng het thuis met een kwart liter heet water en een eetlepel suiker. Het resultaat is een flinke flesch heerlijk smakende hoestsiroop. Dosis: volwassenen I eetlepel, kinderen van 8 tot 12 laar een dessertlepel en kinderen van 3 tot 8 jaär een theelepel na eiken maaltijd en voor het naar bed gaan. Deze Vervus-slroop doet onmidd llijk de hinderlijke verkoudheid ophouden. De verstopte neus wordt gereinigd, de ademhaling vergemakkelijkt en het hoesten houdt op. Zelfs de kinderen, die lastig Innemen, lusten het graag. Maak het vandaag nog klaar.
hij beweerde, veilig en wel was opgeborgen ..." „Maar. . ." begon Harker, doch Blake viel hem in de rede. „Ik weet, wat u zeggen wilt, inspecteur, doch daar is al voor gezorgdl Zoodra Mullion deze „bekentenis" deed, heb ik een mannetje naar Scotland Yard gestuurd met de opdracht, Mullions huis te doorzoeken. Ik verwacht
Bij het verlaten van de haven van Den Helder Is de onderzeeboot O 11 door een sleepboot geramd. De onderzeeër werd zoo ongelukkig getroHen, dat hij direct zonk. Helaas heelt deze ramp het leven aan drie opvarenden gekost. De voorbeeldige zelfbeheersching van officieren en manschappen, die bewondering afdwingt, voorkwam dat er nog meer menschenlevens verloren gingen. - De O 11 wordt gelicht. Op den achtergrond de Sumatra.
ieder oogenblik . . ." Hij werd in de rede gevallen door de telefoon. „Eén oogenblikje . . ." zei hij, en toen hij weer terugkwam, lachte hij vergenoegd. „De heele buit is reeds gevonden. Mr. Harker," zei hij. „Een koffer vol sieraden! Ik heb gezegd, dat ze hem maar even hier moeten brengen, dan kunnen we de kostbaarheden, waar zooveel om te doen is geweest, eens met zijn allen bekijken . . ." Een kwartier later zoowat maakte Blake den koffer open, die door de politie bij hem was gebracht. Alle vier de mannen staarden als gefascineerd naar de juweelen en edelsteennen, die een waar vermogen vertegenwoor-
I
digden. Blake vischte er een prachtig halssnoer uit op .. . Het schiHerde met duizenden kleuren in het lamplicht. „Mr. Johnson" verbrak de stilte. „Het is van Lady Ferringdale,' zei hij. „Ze droeg het ongeveer vier jaar geleden, toen ze een bal gaf omdat haar oudste zoon meerderjarig was geworden. Een prachtstuk, niet? En de moeite waard, vindt u niet. Mr. Blake . ..?" Hij lachte op zijn oude, charmante manier terwijl hij naar den detective keek, maar het was Harker, die het eerst iets zei. „Hij had een goeden smaak, die Lambl" zei hij, terwijl hij zijn blikken onafgebroken op ,,Mr. Johnson" gevestigd hield. „En het is een handige kerel ookl Hij is ons nog steeds weten te ontkomen, maar ik veronderstel toch, dat wij hem vroeg of laat wel te pakken zullen krijgen! En dan zou hij ons nog nuttige diensten kunnen bewijzen, al was het maar om een paar dingen
Het voorschip van de O 11 komt boven water.
NATUURLIJK VOELT ZU, DAT ZE NIET GELIEFD IS. Niemand kqkt naar haar om. ZIJ wordt gamadan, i«H« deer haar baste vrlandln. Ali
Wanneer U last heeft van rheumatlek of spierolinen moet U dit eenvoudige, zelfgemaakte middeltje om de pijn te verdrijven eens probeeren. U heeft hiervoor noodig 85 gram terpentijn of. Indien niet verkrijgbaar, 85 gram brandspiritus en een 15gramsfleschje Rheumagic-olie (geconcentreerd), die (7belde bij Uw apotheker of drofist kunt krijgen. 15 gr. theumaglc-olle kost 65 cent, dus met de terpentijn of brandspirltus bent U voor ongeveer 3 kwartjes klaar. Vermeng deze twee bestanddeelen thuis In een schoone flesch goed door eikaar. Ais resultaat heeft U een flinke flesch uitstekende rheumatiek-elle. Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede zonder te wrijven of te masseeren. Het dringt snel in de huid door en verdrijft de pijn. Het is werkelijk een goed middeltje. Haal vandaag nog de 85 gram terpentijn of brandspirltus en de 15 gram Rheumagic-olie in huls.
ar dagen voorbijgaan, zender dat hieraan Iets verandert, kan zQ zich maar niet lesmaken van deze gedachte: „Zou het B.O. kunnen z(|n7"
mo U VOOR B.0J
Transpireren is iets heel natuurlijks: we doen het allemaal — volgens de doktoren scheidt onze huid 1 liter vocht per dag af. Maar. . . verwaarloosde transpiratie verstopt de poriën en veroorzaakt B.O. Alleen met Rexona is U veilig. Het antiseptische schuim met de bijzondere bestanddelen voor de gezondheid dringt diep in de poriën van de huid en bevrijdt ze van alle onzuiverheden en v;rwaarloosde transpiratie. Was Ü dagelijks met Rexona. Het zal U heerlijk verfrissen en beschermen tegen B.O
BESCHERMT U TEGEN BODY ODOUR (B.O.)
Knip deze twee recepten uit, bewaar ze goed, ze komen U te pas OUDE TANDEN WORDEN ^
L_ een
methode
gouden
NIEUW.
f" en tandarts in Michigan, V. St.,
heeft
bedacht om slechte tan-
spalkje,
den en kiezen te behandelen, waardoor er mo-
die koffer-geschiedenis," zei Blake nadenkend. „Neen . . . maar hij moet nog steeds zijn straf uitzitten voor- zijn diefstallen," zei Harker langzaam. „Mèèr hebben wij niet van hem te „vorderen"!
gelijk een geheele ommekeer tot stand zal komen
plaatst" zijn.
in de tandheelkunde.
Toch zou ik wel graag de hand op hem willen leggen . . ."
tanden en kiezen getrokken, maar deze niet weg-
nog
gegooid, doch hen weer in de kaak geplaatst nadat hij ze volgens de door hem gevonden schoongemaakt,
en
het
wel
tien
jaar
mee
tegenstander komen te staan.
nadat ze
„her-
van den voet van zijn tegenstander en duwt zoo hard hij kan. Degeen, die valt, is buiten gevecht gesteld,
en
de
me-
aangestoken
ke
eenige plaats ter wereld, waar men
voetbal
ernstige wijze,
is
speelt de
Zuidzee-eilanden. Er
zonder bal en dit op
Carolina-groep zijn
elf
man
van
aan
de
lederen
en
ofschoon
men
dergelijke wedstrijden
nuten
VOETBAL ZONDER BAL.
D'
Dan plaatst iedere
speler de zool van zijn vrijen voet tegen de zool
dat
Bedoelde tandarts heeft bij zijn patiënten slechte
had
het tandvleesch
Op deze wijze gerepareerde tanden en kiezen kunhen
thode
zoodat
weefsel er weer omheen kunnen groeien.
op te helderen." „Ik geloof niet, dat hem iets ten laste gelegd kan worden in verband met
„Er is toch geen belooning uitgeloofd voor inlichtingen, die tot zijn arres;ie zouden kunnen leiden, is het wel, inspecteur?" vroeg ,,Mr. Johnson", tali. terwijl hij bijna jongensachtig lachte. „In orde. Mr. Harkerl Ik zal kalm met u meegaan! Geen trucs, en geen pogingen meer om te ontvluchten! Ik heb het spelletje nu ook van den anderen kant gezien en ik blijf voortaan maar liever fatsoenlijk. „Bliksem Lamb" is tot uw beschikking, inspecteur! Ik ga
i'<^h,.irti'' - jaÄBrl
En nu een goed middel tegen rbeumatiefe-pijnen
zouden
uren,
want
de
zijn
zou
geëindigd,
spelers
veronderstellen,
binnen
bezitten
een
paar
duren
zij
een
mivaak
proote
be-
hendigheid om hun evenwicht te bewaren. Wanneer alle spelers van zijn
gesteld,
wordt de
één
zijde
andere
buiten partij
gevecht
als
over-
gedeelten verwijderd had. De tand of kies wordt
kant en dezen stellen zich volgens de gebruike-
winnaar beschouwd! Er wordt niet getosst en er
weer
lijke wijze op.
is
zij
in
op
het oorspronkelijke
hun
plaats gehouden
gat
geplaatst,
worden
waar
door een
Daar er geen
bal
is,
hinken de
spelers slechts op één been tot zij tegenover hun
ook
geen
scheidsrechter,
maar wel
zijn
steeds talrijke toeschouwersl
met u mee als u dat wilt.. .' Harker deed alsof hij zeer verbaasd was, maar Blake zei: „Het is in orde, inspecteurl" En hij stak Lamb zijn hand toe. „Het is het beste wat je doen kunt!" zei hij. „Onderga je straf en leid voortaan een eerlijk leven. Wij zullen er voor zorgen, dat je aandeel in, het onthullen van het koffer-geheim op de juiste plaats bekend wordt en . . . wel, dat zal je zeker niet tot nadeel strekken!" „Dank u wel, mr. Blake,"
zei
Bliksem
Lamb,
en
hij
glimlachte.
Toen
wendde hij zich tot Tinker. „Adieu, Tinker! Mijn laatste knock-partijtje met jou samen in die kamer, toen we dachten dat je chef in den electrischen stoel zat, zal ik niet gauw vergeten! Als je me weer eens noodig hebt als ik uit de gevangenis ben,, kun je op mij rekenen . . ." „Wie weet, wat er nog gebeurt," zei Blake lachend. „Misschien word je nog wel eens mijn tweede assistent..." En toen verdween Bliksem Lamb samen met Harker terwijl Blake en Tinker in gedachten staan bleven voor den koffer met kostbaarheden, die de aan-
De stoffelijke resten van twee der drie slachtoffers van de O 11 zijn te Den Helder op plechtige wijze uitgeleide gedaan tot aan de grens der gemeente, vanwaar zij naar hun woonplaatsen werden overgebracht.
leiding tot al hun avonturen waren geweest. „Laat de mannen maar weer binnen, om den koffer naar Scotland Yard te brengen, Tinker," zei Blake na een oogenblikje* „Ik ben moe ... ik ga slapen .. ."
- 24 -
.ftJÜMi,'!1.
Jü hebt een leelyk hoestje! Neem je er niets tegen f
Jawel, maar 't helpt niet veel. Daar nou, deksel los en de heele boel los in m'n zak ...
Smakelijk! Hier, neem een paar Wybert-tabletten, die helpen je absoluut en .... — 25 -
alle Wybert-doozen bevatten een practisch en hygiënisch strooideksel. Wybert is alleen verkrijgbaar in de blauwe doozen ó 1.25, 60, 35 en 25 et.
er
DEGI
... ANDKKMAAl. KRKl'XENl) RICHTTE Hf.) ZICH WAT OP EN KEEK ALS VEHDWAASl) OM ZICH HEEN...
SLflflT T HOOFDSTUK I. De Gier.
;
nacht was donker. Een felle, kille regen viel in stroomen
leer. De golven van het meer, dat door een hevigen storm Dc™werd gegeeseld, sloegen woedend tegen de rotsachtige oevers. Een der golven, hooger dan de andere, wierp de bloedende, havelooze gedaante van een man op den. oever. Een oogenblik bleef hij daar liggen, moeilijk en zwaar ademhalend, en verzamelend wat er van zijn krachten was overgebleven. Het was een groote man, betrekkelijk tenger, maar toch krachtig gebouwd — een man even over den middelbaren leeftijd, zyn ravenzwart haar iets vergrysd by de slapen. Hij opende zijn zwarte, doordringende oogen toen er een tweede golf over hem heen sloeg, en hem bijna terugtrok in den witten, schuimenden maalstroom, waaruit by tevoorschyn was gekomen. Kreunend schoof hy zyn pijnlijk lichaam buiten het bereik der golven. Toen verliet het bewustzyn hem. Langer dan een uur lag hy daar in een grooten plas water, terwyl de regen in zyn naar boven gekeerd gezicht sloeg; op zyn voorhoofd had een kogel een purperen rand nagelaten. Eindelijk kwam hij weer by kennis en andermaal kreunend, richtte hy zich op zyn elleboog wat op en keek als verdwaasd om zich heen. Op geruimen afstand bevond zich een groot gebouw, waarvan de donkere massa vaag door de boomen zichtbaar was. Op de eerste verdieping brandde licht; af en toe bewoog zich een gedaante achter de verlichte vensters. Zyn tanden klapperden als castagnetten terwijl hij zyn pijnlijke lichaam een paar meter "over den grond sleepte naar een paar struiken, die aan den rand van het bosch stonden. Het geluid van voetstappen in den doorweekten bodem en het gefluister van stemmen deed hem plotseling onbeweeglijk blyven liggen. Hy kromp letterlyk ineen achter een struik, iedere zenuw gespannen, door geen enkele beweging zyn schuilplaats Verradend, toen er een groepje mannen de plek passeerde waar hy lag. „....dood," zei een van hen. „De Gier", moge de duivel zyn ziel hebben, zal ons geen last meer veroorzaken...." „Je vergeet," antwoordde een ander, „dat Havik door hetzelfde riool is gegaan en óók nog leeft. ..." Hun stemmen stierven weg in de duisternis en den regen. Hij kwam overeind en leunde tegen een boompje om steun te zoeken. Hy ademde diep als gevolg van zyn inspanningen. Toch droeg zyn gezicht een uitdrukking van kwaadaardige woestheid, terwyl hy zijn vuist schudde naar de mannen, die zoojuist voorby waren gegaan. „Zoo, zal „De Gier" jullie geen last meer veroorzaken? Denken jullie dat?" grauwde hy. „Dat blyft nog te bezien, myn waarde vrienden van de politie! Eén jaar.... twee jaar.... in Europa.... De Zuidzee.... Wat op verhaal komen Rust Myn wonden laten genezen.... En dan...." Hy likte aan zyn bloedende lippen by de gedachte aan de wraak, die hy dèn zou nemen. „Dan zal „De Gier" andermaal slaan...." Zich omkeerend, verdween hy in de duisternis.
I
I
•i
if
j:
Middernacht. Een donkere kamer. Een dozijn gemaskerde gedaanten, gekleed in zwarte kleeren die op pyen leken, zaten om een lange tafel. Ergens in een andere kamer klonken twaalf slagen. Toen de laatste zilveren klank door het huis was weggestorven, begon er een groen licht, dat in de hooge zoldering was aangebracht, te branden, een griezeligen gloed door het interieur verspreidend; het diende alleen om de duisternis buiten den lichtkring des te intenser te maken. Uit het donker maakte zich een in een pij gekleede gedaante los. Op den linkerkant van zyn borst bevond zich de afbeelding van den kop van een gier, in goud. Hij nam zyn plaats aan het hoofd van de tafel in, terwyl zyn wreede oogen onheilspellend gloeiden door de spleetjes van zyn masker. De anderen bewogen zich nerveus op hun stoel heen en weer, terwyl zy wachtten tot hij zou gaan spreken. Een heele minuut stond hy daar, terwyl zyn blikken van den een naar den ander gingen. „Ik ben „De Gier"!" zei hy trotsch. Weer bewogen de mannen rond de tafel zich nerveus. Hy wachtte alsof hy veronderstelde, dat een der aanwezigen wel protest tegen zyn bewering zou aanteekenen. „Twee jaar geleden is „De Gier" verdwenen uit de verblijfplaatsen der mensenen," vervolgde hij. „Op dat oogenblik deed hy de
w
usiesBjSmßSS^^SSw
A
-' .>iii.;^,.,..i*Äiai
**JL-
plechtige gelofte, dat hy zou terugkomen en dat hy zyn werk zou opvatten waar hy het had neergelegd. „De Gier" houdt altyd zyn woord." Zyn toon veranderde; terwyl hij er eerst een pochende klank in was geweest, deed hy nu denken aan een diep uit de keel komend gegrom. „Eén van jullie is aan myn bevel ongehoorzaam geweest. Hoe ik dat weet? Ik, „De Gier", weet alles! Myn voelarmen strekken zich tot ieder punt in het heelal uit. De man, dien ik bedoel, heeft de politie op de hoogte gebracht. Ze probeerden h^ra te volgen — om dé verblijfplaats van „De Gier" te weteqi te'^omen. Zooals gewoonlijk hadden zy de zaak verprutst. Daniën Gilligan, verrader, sta op!" ^ 'ß Gedurende één seconde misschien viel er geen enkele beweging waar te nemen, behalve dat de gemaskerde mannen elkaar aankeken. Toch was de spanningg^root! Men hoorde de aanwezigen ademhalen. Plotseling spronj^een hunner, een vloek uitend, overeind. Hij trok het masker van zijn gezicht, en de pij van zyn lichaam rukkend, wierp hy deze op den grond en spuwde er op. „Naar de hel met jou!" viel hy woedend uit, terwyl zyn oogen vuur schenen te schieten. „Je kunt me niet bang maken met je verwenschte maskerade!" Het was een jonge man, misschien even twintig jaar, met een scherp gesneden, zelfbewust gezicht. Zyn gestalte was breed en gespierd. Gedurende de fractie van een seconde stond hy daar, zyn handen tot vuisten gebald, zyn borst zwaar op en neer gaand van emotie. Hy scheen op het punt zich over de tafel heen op den man te werpen, die onbeweeglijk vóór hem stond, het gouden insigne op zyn borst. De anderen bewogen zich besluiteloos heen en weer op hun stoelen, alsof zij niet wisten wat zy moesten doen. „De Gier" hief zyn hand op. Er sprongen wel een honderd lichten aan. ledere hoek van het groote vertrek was opeens helder verlicht. Waar er tot voor kort schaduw en duisternis was geweest, ontdekte men nu een aantal mannen, gereed om in actie te komen. Ieder van hen hield een wapen in de hand. „Je revolver is uit je zak gehaald terwyl je hierheen kwam, kolonel Gilligan," zei „De Gier" met een stem, die deed denken aan het spinnen van een poes. Weer stak hy zyn hand op. „Tambo!" riep hy. Een forsche gedaante stapte naar voren — een reus van een kerel met spleetjesoogen, sluik zwart haar en een geel-bruin gezicht. Hy was geheel naakt, behalve een chawat van gestreept linnen om zyn lendenen, een aantal zijden ringen om zyn enkels en een armband van schelpen om zyn polsen. Zyn gele lichaam was getatoueerd; op zyn breede borst was een witte doodskop aangebracht. Hy gleed naar voren, zyn bovenlichaam iets naar voren overhellend, zyn neusgaten breed geopend, zyn lippen weggetrokken van de tanden, die spitse punten als naalden hadden. Zyn vingers bewogen zich krampachtig heen en weer, terwyl er zonderlinge geluiden uit zyn mond kwamen. Gedurende een oogenblik stond hij daar en keek hy „De Gier" aan, alsof hy op diens bevelen wachtte. „De Gier" wees naar den man, die hem verraden had. Onmiddellijk trad de gele man naar voren, zijn armen uitgestrekt als een worstelaar. Gilligan week een stap achteruit, ontdaan door de verschijning, die op hem toetrad. Toen schoot zyn vuist in een vlaag van woede uit en trof den ander vierkant tegen de kaak. De gele man deed geen enkele poging om zich te verweren. In plaats daarvan schoten zyn grijpende vingers naar voren en vatte hy zijn tegenstander bij den arm. Een onverwachtsche draai. Een scherp gekraak van beenderen. Gilligan slaakte een kreet terwyl zyn onbruikbaar geworden arm slap langs hem neerviel. Hy zwaaide met zyn anderen arm. De slag ging zonder te raken over den schouder van Tambo heen, toen deze dichter op Gilligan toetrad. Zyn lange, gespierde armen sloten zich om Gilligans schouder. Een ruk — een duw. Als een blok zakte deze op den grond, terwyl zyn oogen in doodsangst door zyn hoofd rolden. „De Gier" lachte. „Prachtig, Tambo," zei hy. „Neem hem maar mee, en doe met hem wat je wilt. Leer hem hoe nutteloos het is om ongehoorzaam te zyn als „De Gier" beveelt!" De woesteling nam zyn last op van den grond en verdween er mee door de deur, terwyl zyn zwarte oogen voldaan schitterden. De mannen rond de tafel bleven bewegingloos zitten.
drijven — zullen dan binnen vier en twintig uur in handen van de politie zyn! Ik zal dit doen, omdat ik graag wil, dat jullie zich bij mijn organisatie aansluiten. „De Gier" is geen harde, ruwe meester. Het eenige wat hij verlangt, is gehoorzaamheid, blinde gehoorzaamheid, en trouw — al beteekent dit diefstal, roof of zelfs moord. De keuze is aan jullie. Wenscht iemand van jullie weg te gaan?" Hij wachtte, maar niemand bewoog zich. „Het is goed," zei hy lachend. „Ik ben „De Gier"!"
Weer hief „De Gier" zyn hand op. De lichten gingen uit en alleen de groene lamp boven de tafel bleef branden. „Ieder van jullie heeft een uitnoodiging gekregen om hier vanavond aanwezig te zyn," zei „De Gier". „Myn brief was woordelijk hetzelfde aan ieder van jullie! Ik versprak my echter, toen ik zei, dat jullie een uitnoodiging hadden gekregen. „De Gier" verzoekt nooit; hü beveelt. Ook de brief, dien jullie hebben ontvangen, was een bevel. By myn bevel aan jullie had ik de afschriften gesloten van bepaalde documenten — voor ieder natuurlijk verschillend — die het bewys leverden, dat jullie in verband staan met misdaden, waarvan je geloofde, dat de wereld onkundig was. De origineelen van deze bewyzen zyn opgeborgen in een safe. Indien ik ze niet vóór een bepaalden datum kom terughalen, zal de man aan wiens hoede ik ze heb toevertrouwd, ze aan de politie ter hand stellen. Ik deel u dit mede, beeren, voor het geval, dat u hetgeen u zooeven hebt meegemaakt, mocht vergeten en zou willen probeeren my te dooden. Niet, dat ik bang ben! Het feit, dat ik by niemand van jullie, behalve hy kolonel Gilligan, een onderzoek heb doen instellen of je gewapend was, bewyst dit. Bovendien vertrouw ik er op, dat myn bewakers, die zich in de duisternis vlak achter jullie bevinden, jullie gemakkelijk zullen kunnen overmeesteren als er een gevecht ontstond. Maar ik wensch jullie aan te toonen hoe waardevol myn leven voor jullie is, opdat je in de toekomst alles in het werk zult stellen om mij te beschermen. Ik vertrouw, dat ik my duidelijk genoeg heb uitgedrukt." Hy aarzelde even, alsof hy een antwoord verwachtte. Daar er niemand iets zei, vervolgde hij: „Myn brief beval jullie op een bepaalde plaats aanwezig te zyn, waar een gesloten auto op jullie zou wachten. In dezen auto zat een van myn mannen, gemaskerd en in een donker kleed als een doodswade, die jullie dezelfde uitrusting overhandigde en beval die aan te trekken. Dit was noodzakelijk, zoowel om jullie zélf als om my te beschermen! Niemand van jullie kent de identiteit der anderen. Wat dit betreft, zou de man die naast jullie aan tafel zit, wel je buurman, je compagnon, je broer of zelfs je vader kunnen zyn. Jullie zijn ieder afzonderlijk hier gebracht, en ieder langs een anderen weg. Onmiddellijk nadat jullie hier waren aangekomen, werd het uiterlijk der auto's veranderd, zoodat jullie ze niet meer terug zouden kennen. Al de chauffeurs waren vermomd. Ieder van jullie is een vooraanstaande persoonlijkheid op zyn gebied. „De Gier" kan altyd wel aan krachtmenschen komen, maar menschen met hersens zyn moeilijker te vinden. Twee van jullie hebben valschheid in geschrifte gepleegd. Een van jullie heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering. Een van jullie heeft een goeden vriend vermoord en het doen voorkomen alsof hy zelfmoord had gepleegd. Een ander vergiftigde zyn vrouw. Zoo zou ik kunnen doorgaan — maar waarom zal ik jullie lastig vallen met bijzonderheden? Alleen „De Gier" weet deze feiten en alleen „De Gier" kan jullie beschermen. „De Gier" noodigt jullie uit lid van zyn organisatie te worden — de grootste organisatie op het gebied der misdaad die de wereld ooit heeft gekend. Ik zei, dat „De Gier" jullie uitnoodigde — hy beveelt het u natuurlijk." Weer wachtte hy even, als om de uitwerking van zyn woorden na te gaan. „Jullie hebben gezien, hoe „De Gier" verraders straft," vervolgde hy. „Indien jullie je by my aansluiten, zal ik jullie meer rykdom en meer macht verschaffen dan ooit iemand van jullie heeft kunnen droomen. Weiger — er zal geen enkele poging worden ondernomen om te beletten, dat jullie terugkeeren naar de plaats vanwaar jullie gekomen zyt. Een auto zal voor ieder van jullie ter beschikking zyn. Maar de bewyzen, waarvan ik zoo juist sprak — de bewyzen, dat jullie schuldig zijt aan verschillende mis-
HOOFDSTUK II. De eerste slag. De „eerbare" William Jason, algemeen bekend als Billy Jason, burgemeester der hoofdstad in functie en voorgesteld lid van den Senaat der Vereenigde Staten, zat in de huiskamer van zyn bescheiden, kleine woning. Op zijn knie zat zyn dochtertje. Een roodwangig jongetje hing aan den arm van zyn stoel. Aan den anderen kant der tafel zat Mrs. Jason, een lieve, moederlijke vrouw, te handwerken. Ze keek naar de electrische klok boven den schoorsteenmantel. „Bedtyd, kinderen," zei ze glimlachend. Het kleine meisje begon te pruilen. „Ik ben bang in het donker!" zei ze. Billy Jason tilde haar op tot boven zyn hoofd. Toen zette hij haar weer neer en kuste haar plagend. „Bang poesje!" zei hy. „Er is niets om bang van te zijn, kindertjes! De slechte man doet zulken zoeten kindertjes als jullie nooit kwaad." „Ik ben niet bang," zei het jongetje, terwyl hy moedig naar de deur slapte. „Geef vader eerst een kusje," riep Mrs. Jason hem na. De beide kinderen klommen weer op hun vaders schoot, hem met kussen overdekkend. Eindelijk maakte hy zich los van hun onstuimige liefkoozingen en gaf hen lachend aan hun moeder over. „Goedennacht, paps!" riepen zij tegelijk. „Dag kinderen r' riep hy terug. „Slaap lekker en laat de slechte muggen jullie niet steken!" Mrs. Jason bracht hen lachend en stoeiend de kamer uit. Achterover leunend in zyn stoel, slak Billy Jason een sigaar op en sloot nadenkend zyn oogen. De tuindeur achter hem ging langzaam open. Er trad een gemaskerde gedaante binnen — een gedaante, die van hel hoofd tot de voeten in een zwart kleed als een pij gehuld was. Op zyn borst bevond zich in goud de kop van een gier. Langzaam sloop de gemaskerde figuur naar den man, die daar zat, onbewust van het gevaar dat hem bedreigde. Er gleed een glimlach over het gezicht van Billy Jason terwyl hy de rook-kringen van zyn sigaar nakeek. De sinistere gedaante bleef vlak achter hem staan en haalde een mes onder zyn kleed vandaan. Het wapen werd opgeheven. Toen werd het in de borst van den weerloozen man gestoken. Billy Jason slaakte een kreet. De sigaar viel uit zyn hand. Hij probeerde op te staan, zich te verdedigen, maar hij gleed uit zyn stoel en viel op den grond. „De Gier" boog zich over hem heen. „Er zyn bepaalde schulden, die alleen maar strikt persoonlijk voldaan kunnen worden," grauwde hy. „Ofschoon je er haast geweest bent, William Jason, herken je me toch. Eens was ik je vriend. Nu ben ik „De Gier", gehaat en achtervolgd door alle menschen. Je hielp by myn ondergang, toen je bevel gaf de politie op myn spoor te zetten. Wat ik zeg, doè ik. Ik heb gezegd, dat myn vijanden één voor één zouden sterven. „De Gier" liegt nooit. Morgen zal de wereld andermaal over my spreken — de wereld, die ik weldra zal beheerschen. Ik " Hij zweeg plotseling en draaide zich om. Er kwam een andere gedaante door de tuindeur naar binnen sluipen. Het was de Maleier Tambo. In zyn rechterhand hield hy een blaasroer — een wapen, waarmede hy van een afstand iemand met feillooze zekerheid wist te dooden. In zyn linkerhand had hy een kris. Hij bleef in de deuropening staan, zyn lenig lichaam iets naar voren gebogen, zyn oogen onheilspellend schitterend. „De Gier" beduidde hem weg te gaan. Hy scheen op het punt zich te verwijderen, toen hy het lichaam van Mr. Jason op den grond ontdekte. Hij zette groote oogen op en er kwam een eigenaardige, byna blqeddorstige uitdrukking in. Hy aarzelde, als een hond, die slechts met moeite het wild aan zyn meester kan overlaten. (Wordt vervolgd)
■»-I"
^1
W^i ,f€\iß
DE AVONTURiN VAN CHARLIE 0'HAN )
■
™ DE WAGEN STAAT IN SAN^^H 1HH rLK FRANCISCO KLAAR ALS WEJi Fm Ife'Sw^^u-—^"^1 ZOO, DAT IS GEREGELD!
H
{
Hier ziet U vijf geheel verschillende japonnetjes, bedoeld voor het komende voorjaar, die alle te. vervaardigen zijn met behulp van één en hetzelfde patroon. Met een weinig handigheid en geduld zult U er zeker in slagen, U van dat ééne patroon vijfvoudig nut te verschaffen!
DAAR KOMT CHAR LIE. WAT IS HIJ LAATI
1. Een frisch model van bedrukte zijden crêpe met een guirlande van bloemen om den hals. De ceintuur bestaat uit twee gekleurde reepen van effen zijde, die aan elkaar worden gezet. Benoodigd: M. 3 van M. 0.90 breedte.
m
w^J L^tf
■
i
*£■■•■•<
vS^J;
^i i^^^^^M
iT "
v/'y^^l 9/&»^^l
3»
^^ lH
CHARLIE, KIRK EN GINA BLIJVEN ZOO LANG MOGELIJK STAAN. INTUSSCHEN GAAN DE ANDERE PASSAGIERS AAN BOORD.
ALS DE BEL EEN KEER LUIDT, GAAT DE BEMANNING AAN BOORD OM TE ZIEN OF ALLES IN ORDE IS. BIJ TWEE MAAL BELLEN MOGEN DE PASSAIERSINSTAPPE
gr
w
K
<
DR.
ZAL IK U HELPEN. DR. CROFT?
■
GINA, CHARLIE EN KIRK STAPPEN OOK IN HET WATERVLIEGTUIG. DE MOTOREN DRAAIEN. ZE KUNNItL ELK OOGENBLIK VERTREKT
I
Wordt vervolgd
ABONNE'S OP DIT BLAD,
I
T
welke in onze registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f 2000.— bij levenslange invaliditeit; f600.-- bij overlijden; f400.— bij verlies van een hand, voet of oog; f75.— bij verlies van duim of wijsvinger; f30.— bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval.
Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus, enz., overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f3000.— en de uitkeering bij overlijden op f 1000. —. De uitkeering der bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam.
Eveneens zijn onder de verzekering begrepen ongevallen tijdens militairen dienst in het Nederlandsche leger, uitgezonderd ongevallen, voorkomende tijdens burgerlijke onlusten of tijdens deelneming aan een oorlog (hieronder begrepen het geval, dat vijandelijkheden in feite een aanvang hebben genomen zonder oorlogsverklaring).
Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan hei kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
2. Een geheel strak en eenvoudig japonnetje, dat gedacht i$ van donkere wollen crêpe met lichte veterversiering, die door nestelgaten is gestoken. Benoodigd: M. 2.25 van M. 1.30 breedte. 3. Een vroolijk geruite, Schotsche wollen stof is gekozen voor dit model, waarvan de halsuitsnijding wordt algewerkt met revers van wit piqué en een strik van helder gekleurd gelakt satijn, passend bij de ceintuur, die opzij met veters wordt dichtgeregen. Benoodigd: M. 2.10 van M. 1.30 breedte. 1. Een simpel japonnetje van effen wollen jersey met een rond kraagje van wit piqué en zakjes op het lijfje. De plooien worden halverwege vastgestikt en afgewerkt met geborduurde zwaluwstaartjes. Benoodigd: M. 2.25 van M. 1.30 breedte.
Anders vervalt het recht op uitbetaling.
5. Een combinatie van geruite en effen stof is dit model, dat van voren een lange knoopenpatte vertoont, en waarvan de halsopening is ingevuld met een kleurig sjaaltje. GEWONE ADVERTENTIES: KOLOMHOOGTE 120 REGELS - KOLOMBREEDTE 5 cM. TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE
120 REGELS - KOLOMBREEDTE 6.7
Benoodigd: M. 2.25 van M. 1.30 breedte.
- REGELPRIJS 25 ct.. BRUTO
cM. - REGELPRIJS
50 et».
BRUTO V»n deze modellen zijn bij da •
KORTINGEN
TARIEF
V O L C E N S
— QQ —
»Wi»!1 i"-"IP.^»"».»gi»
■ s*.
•mAmimu
JMLJL-
k
-
W*
'
!
De censuur behoort wellicht tot de minst bekende wapens, welke in een modernen oorlog worden gebruikt. Waarschijnlijk komt dit wel, omdat zij zooveel mogelijk in 't geheim en in stilte werkt. De censuur heeft een dubbele taak: de eerste is te voorkomen, dat inlichtingen, die belangrijk voor den vijand kunnen zijn, hem bereiken; de tweede is alle inlichtingen en gegevens te verzamelen, die van belang kunnen zijn voor het eigen land of de bondgenooten. In Engeland heeft men twee organisaties van censuur, die volkomen onafhankelijk van elkander werken. De eerste heet „Bureau van de censuur en de pers". Haar taak is de couranten en tijdschriften te controleeren, opdat deze niets publiceeren wat schadelijk voor de belangen van het land zou kunnen zijn. De tweede organisatie is, in tegenstelling met de eerste, die eigenlijk zuiver een burger-instelling is, geheel op militaire leest geschoeid. Deze is ook verreweg het belangrijkste. De talrijke personen, die er aan verbonden .zijn, vormen tezamen het net, waarin spionnen worden gevangen, dat voorkomt, dat er belangrijke militaire mededeelingen naar buiten uitlekken, dat den geheelen handel met het buitenland controleert en alles onderzoekt wat er naar het buitenland verzondeo wordt. Voordat de oorlog uitbrak, werkten er slechts een viertal officieren op dit bureau; hoeveel er thans zijn, kan men gemakkelijk afleiden uit de foto's, die wij op deze pagina's reproduceerenl
Experts op het gebied van den handel onderzoeken de post, die de Engelsche firma's naar het buitenland verzenden. Haast voor iederen tak van handel en industrie is er een speciale afdeeling. Deze foto geeft wel een indruk van het enorme aantal menschen, die aan de censuur verbonden zijn.
Het zoeken naar geheime mededeelingen op en in brieven is de belangrijkste taak van de censuur. De foto geeft het geval weer van een in potlood geschreven bericht onder den postzegel.
Op het laboratorium beschikt men over allerlei middelen om te kunnen lezen wat er in letterlijken zin tusschen de regels van een op het oog zeer onschuldigen brief wordt verteld.
Alle afdeelingen bezitten een scheikundig laboratorium, waar alle brieven en zendingen, die op een of andere wijze verdacht lijken, onderzocht worden en men bijvoorbeeld iedere soort „geheime inkt" zichtbaar kan maken. Bovendien kan men er ook het allerdunste papier nog in twee „helften" splitsen, om te zien of er niet iets tusschen is geschreven. Het spreekt vanzelf, dat er ook specialisten zijn op het gebied van geheimschrift en dat men er over alle bekende „sleutels" er van beschikt. En van geheimschrift, waarvan geen sleutels bestaan, moet men probeeren die te vinden, hetgeen dikwijls heel wat hoofdbrekens kost — omdat talrijke geheimschriften volstrekt niet als zoodanig aandoen, maar zeer onschuldige correspondentie lijken — doch vaak ook met belangrijke resultaten wordt beloond. Het spreekt vanzelf, dat men in alle oorlogvoerende landen over dergelijke censuur-instellingen beschikt, en dat zij ook daar op volle kracht werkzaam zijn.
i
Zelfs het vergrootglas wordt te hulp geroepen ten einde te kunnen nagaan of de letters van een brief geen bepaalde teeken tjes vertoonen, waaruit de ontvanger een en ander zou kunnen opmaken. __^
•» <«s
fu
•5
:i
■- ^m
Zelfs oude couranten, die als pakpapier worden gebruikt, kunnen belangrijke mededeelingen bevatten en daarom worden ze stuk voor stuk met de grootste nauwkeurigheid onder-
<—,J zocht. - 30
flff'Üff^t^ tiÉi ■ -r
éÊLJL^
m
*
In tijd van oorlog kan alles „gevaarlijk" zijn, zelfs een tennisracket of een stel vitragegordijnen. Wat zou men er immers al niet ongemerkt op kunnen schrijven of in kunnen weven.,7 Daarom worden zij dan ook grondig onderzocht.
— 31
;r
-^•trgmjfe; ^^sJaaqwaifcRfc-^jïipftïsE,
Taalboeken, woordenboeken, boeken met sleutels over geheimschrift in zoowat alle talen der wereld, vormen een uitgebreide bibliotheek, die voortdurend geraadpleegd wordt.
begeeft zich op een rivierbiot naar Angkor Wat, haar geboorteplaats, om er te trouwen met een rijken inboorling, zooals haar moeder dat graag wil.
;
Robert Taylor en Hedy Lamarr
TI?oPWNA(HT W ^fllCoN RECUE: JACK CONWAY. Rolverdeeling: Bill Carey Robert Taylor Manon de Vargiies Hedy Lamarr Pierre Delaroch Joseph Schildkraut Nina Gloria Franklin Broeder Antoine Ernest Cossart Dolly Harrison Mary Taylor Alfred Z. Harrison . Charles Trowbridge Kolonel Demassey — Frederic Worlock Lamartine Paul Porcasi Madame Kya Margaret Padula Miss Jones Grace Hayle Miss Warren Elise Cavanna Gravin Bexichi Cecil Cunningham Mrs. Hazlitt Natalie Moorhead
Begeleid door Harrisons ouden vriend, broeder Antoine, bezoekt het troepje een beroemde nachtgelegenheid, het Café Continentale, waar men kennis maakt met Monsieur Delaroch, den rijksten man van Saigon, die in gezelschap is van de mooie Manon de Vargnes. Het is broeder Antoine en niet Monsieur Delaroch, die Manon aan de Amerikanen voorstelt. Aan het eind van den avond is Bill in hevige mate geïnteresseerd in het mooie meisje met haar rustige manieren; hij heeft den indruk, dat zij niet gelukkig is.
Het is Manons hartewensch om naar Europa te gaan, naar de familie van haar vader, en geheel een Fransche vrouw te worden. Zij hoopt een paspoort te kunnen krijgen door Delaroch, die zeer veel invloed heeft en die verliefd op haar is. Zij houdt hem echter op een afstand tot het oogenblik, waarop hij haar het paspoort zal overhandigen." Na haar ontmoeting met Bill is alles echter veranderd. Manon wil niet meer terug naar Delaroch en
In de haven van Saigon, in Fransch IndoChina, loopt een prachtig jacht binnen, dat eigendom is van den Amcrikaanschen millionnair Alfred Harrison. Behalve millionnair is Harrison ook nog een enthousiast sportsman. Onder degenen, die zich aan boord bevinden, is ook de jonge Bill Carey, die verloofd is met Dolly, Harrisons dochter. Joseph Schildkraut, Hedy Lamarr en Robert Taylor.
:■';
C. HUISMAN — DOOI
L__'
Als het Amerikaansche jacht Saigon verlaat, is Bill niet aan boord. Hij is Manon achterna gereisd #n heeft haar gevonden op de rivierboot. Hij gaat met haar terug naar Saigon, waar broeder Antoine hun huwelijk inzegent. Begrijpelijkerwijze is Delaroch woedend, omdat Manon hem heeft geweigerd. Daar de gouverneur van Saigon afwezig is wegens vacantie, kan Bill geen verlof krijgen om zijn vrouw mee te nemen naar Amerika. Herhaalde dringende telegrammen naar invloedrijke vrienden in de nieuwe wereld hebben geen resultaat. Bill heeft tevoren immers al zoo vaak noodseinen uitgezonden! Men gelooft geen oogenblik, dat het ditmaal ernst is. En toch is dit het geval. Bill, voor wien het leven tot dusver niet anders dan een spelletje is geweest, is totaal veranderd door zijn liefde voor Manon. Nu hij in Saigon moet blijven en een vrouw te onderhouden heeft, is hij spoedig door zijn geld heen en probeert dus een betrekking te vinden. Daarin slaagt hij echter niet en hij wordt zoo mismoedig, dat hij gaat drinken. De toestand van het jonge paar wordt steeds hopeloozer. Daar zij voelt. dat zij Bills leven in de war heeft gestuurd, gaat Manon naar Delaroch. Zij stemt er in toe zijn attenties te aanvaarden, als Delaroch haar man wil helpen. Bill krijgt een baantje op een rubberplantage en wordt voor een maand naar de binnenlanden gestuurd, naar het heet, om de noodige vakkennis op te doen. Als hij terugkeert, is ook de gouverneur terug, maar Delaroch zorgt er wel voor. dat Bill over Manon hoort praten, alsof zij hem openlijk ontrouw is geweest. Voordat rij in de gelegenheid is Bill t.e vertellen, dat zij de paspoorten in haar bezit heeft, keert Bill zich van haar af. zwerend, dat hij Delaroch zal dooden. Om te voorkomen, dat Bill een moord begaaf, waardoor hij zijn geheele leven zal verwoesten, doodt Manon Delaroch, om daarna zichzelf dood te schieten. Bill vindt haar en vergeeft haar.... doch het is reeds te laat. Terwijl zij het kostbare paspoort in de handen klemt, sterft Manon, gelukkig in de overtuiging, dat Bill haar heeft vergeven en dat zijn liefde voor haar is gebleven. En Bill gaat alleen terug naar Amerika.
w^.
^
V ter ilcl v York. Ginger lege1 zich «' ?p zingen, dansen t toon' rop gingen maande iitfen wet 2 aar een engagemen Het was ten sk Paul Ash — die haar eens in een hoofdrol had laten optreden in een van zijn tooneelvoorstellingcn te Chicago — die de ambitieuze Ginger engageerde voor zijn vast gezelschap in het Brooklyn Paramount Theatre. Het optreden bij dat gezelschap bood haar nieuwe perspectieven. De beeren Bolton, Kalmar en Ruby zagen haar spelen en engageerden Ginger voor hun operette „Top Speed". Daarna accepteerde zij een aanbieding van een filmmaatschappij in
/
v.::
*\m tó
Ginger op twintigjarigen leeftijd, met haar moeder.
Ginger op zeven tien Jarigen leef U|d.
GINGER ROGERS HEET EIGENLIJK
VIRtiniA KATHERIfIE HfflATH
l f,
mr Ginger klaar voor de echtendrit.
:
»■ i
Gelukkig voor het bioscooppubliek was Ginger Rogers bij het begin van de Charleston-rage zoo vlug ter been, dat de jeugdige, amper vijftien jaar oude filmster in spe een geduchte mededingster was op alle binnen haar bereik vallende danstournooien. Toen de staat Texas een Charleston-wedstrijd uitschreef met als eersten prijs een variété-tournée van vier weken, legde Ginger met het grootste gemak beslag op dit engagement. En zoo ving het meisje met de opvallende goudblonde haren haar carrière aan, om als een vuurpijl omhoog te schieten en zich opeens met sterren omringd te zien in de zoo onbereikbaar schijnende ruimte van het filmrijk. / Zonder Charleston zou Ginger Rogers Virginia Katherine McMath gebleven en wellicht onderwijzeres in haar Fort Worth, Texas, geworden zijn. Zij had altijd een zeker verlangen gehad om eens actrice te worden, maar nooit gedacht, dat zij hiertoe ooit een kans zou krijgen. Zij vond in de paedagogie een roeping, waaraan zij, ook daar die binnen haar bereik viel, gevolg zou kunnen geven. Maar haar voeten wilden anders dan haar hart en Ginger nam het definitieve besluit actrice te worden na beëindiging van de variété-tournée. Gesteund door haar moeder, Lela Rogers, die altijd haar beste vriendin en raadsvrouw is geweest, hield Ginger vast aan het denkbeeld, dat de weg naar Hollywood en een filmcarrière via het De. eerste folo van tooneel liep. Ginger, te Hollywood genomen. Dientengevolge begaven moeder en doch-
New York en volbracht met succes tezelfder tijd twee dingen: verscheen 's avonds voor het voetlicht en overdag voor de camera. Nadat zij vijf en veertig weken achtereen haar nieuwe rol in „Girl Crazy" gespeeld had, kreeg zij op Broadway haar eerste belangrijke filmaanbieding, een rol in „Young man of Manhattan", een Hollywoodproductie. Het gevolg was, dat Ginger bij de film bleef. In 1933 werd Ginger voor haar volharding en hard werken beloond. Zij kreeg een voorproefje van wat succes bij de film beteekent door haar optreden in. „Gold Diggers of 1933" en „42nd Street". Daarna speelde zij in „Flying down to Rio", haar eerste film met Fred Astaire en haar eerste engagement bij RKO Radio, met welke maatschappij zij een contract op langen termijn heeft. Tot de talrijke films, waarin zij voor deze maatschappij optrad, behooren „Roberta", „Star of midnight", „Top Hat", „In Person", „The gay divorce", „Romance in Manhattan", „Finishing School", „Follow the Fleet". „Swing Time", „Shall we dance?" „Stage door", „Having wonderful time", „Vivacious lady" en „Carefree". „The story of Vernon and Irene Castle" en „Bachelor Mother" zijn twee van haar meer recente films. Ginger Rogers werd op 16 Juli te Independence, Missouri, geboren als dochter van John en Lela McMath, maar bracht het grootste gedeelte van haar jeugd in Fort Worth, Texas. door.
Sindsdien heeft haar moeden zich geheel met haar opvoeding belast tó|.^\h daarvoor \ de grootste opofferingen g@JOSt! Dat haar ■^ dochter dit heeft weten te lüardeeren, blijkt ^Jit het feit, dat Mrs. Rogers en Ginger nog steeds samen wonen in het prachtige buiten, d^ Ginger van haar met filmen verdiende gela heeft laten bouwen. In dit huis bevindt zich alles, wat een mensch aan comfort en luxe maar kan verlangen: een tennisbaan, een zwembad, een gymnastiekzaal, een atelier — Ginger teekent, schildert en boetseert in haar vrijen tijd — garages, luxueuse woonvertrekken met kamers, waar tafeltennis en biljart gespeeld kunnen worden, een soda-fountain, een prachtige tuin en terrassen. Ginger Rogers is een „crack" in vele sporten; onlangs won zij in een te Hollywood gehouden tennistournooi den tweeden prijs in de finale van het gemengde dubbelspel. Zij is een van de best betaalde Amerikaansche filmsterren. Haar grootste liefhebberij is het bijhouden van haar archief met filrafans, die zij in een vernuftig kiasseersysteem heeft ondergebracht. lederen ochtend, voor zij naar de studio gaat, wijdt zij een uur aan het behandelen van haar „fan"post.
■ü
':^
.„-ü^V'-i
Anna K'
tam en Emlyn Williams.
Warner Bros-film met Emlyn Wilh'ams en Anna Konstam in de hoofdrollen. De geschiedenis begint ais. Shorty Matthews (Etalyn Williams) uit de gev^ggenis ontslagen wordt eft een vroegere kennis, Alice Carson. opzoekt. Bij zijn komst op haar kamer blijkt zij vermoord te zijn en uit angst, dat men hem van ;dien moord beschuldigen zal, vlucht hij. Tijdens zijn vlucht maakt hij kennis met Wally (Allan Jeaves), een vrachtauto-chauffeur, die hem in zijn vrachtwagen laat meerijden. Onderweg komt Shorty een kennisje van vroeger, Molly (Anna Konstam), te hulp als zij door een chauffeur lastig gevallen wordt. Gedurende den rit komen Molly en Wally te weten, dat Shorty verdacht wordt van moord op Alice Carson en dringt Molly er bij Shorty op aan zich bij de politie aan te melden en de zaak precies uit te leggen. Shorty weigert dit pertinent; daar hij er zeker van is, dat, wanneer hij zich bij de politie meldt, deze zich verder geen moeite zal geven den waren moordenaar te vinden. Molly is intusschen naar Londen teruggekeerd en als zij op een avond van haar werk in het Palais de Danse naar huis wil gaan, wordt zij door Shorty, die op haar heeft staan wachten, aangesproken. Hij vertelt haar, dat hij in het geheim naar Londen is teruggekomen, daar de
DOHKER LOHDEIi
i
\\
Anna Konstam •■'«^
!l:
Molly wordt door een chauffeur lastig gevallen
y
..
; ., . ,:
'■'■■
i:ri
*.ybU