Brussel, 19 december 2006
De resultaten van een grootschalige enquête over de rookgewoonten in 2006. Drie vierde van de bevolking is voorstander van rookvrije restaurants. Het percentage rokers blijft stabiel in 2006: er worden minder sigaretten gerookt, maar roltabak wordt populairder. 1. Het percentage rokers van roltabak stijgt en het percentage rokers van sigaretten daalt in 2006. 2. Het percentage dagelijkse rokers blijft stabiel in 2006: 29%. 3. In vergelijking met 2003-2004 is het percentage zware rokers verminderd. In 20032004 bedroeg het percentage rokers dat 20 of meer sigaretten per dag rookte, 39% tegenover 29% in 2006. 4. Drie vierde van de bevolking is voorstander van rookvrije restaurants. 5. 56% van de rokers die wenst te stoppen met roken, gaat akkoord met rookvrije restaurants. 6. De steun voor het al ingevoerde rookverbod op de werkvloer is nog groter: 83% van de ondervraagden vindt het rookverbod op de werkplek gerechtvaardigd. 7. Zes op de tien ondervraagden is van oordeel dat er de voorbije vier jaar vooruitgang is geboekt in de campagnes tegen roken. 8. Op de vraag welke maatregelen het doeltreffendst zijn om het roken te ontmoedigen, antwoordt 19% het verkoopverbod van sigaretten aan jongeren onder de 16 jaar, 18% een jaarlijkse verhoging van 50 eurocent per pakje sigaretten, 14% het rookverbod op de werkplaats en andere publieke plaatsen, 12% regelmatige spots over roken op de televisie, 8% foto's op sigarettenverpakkingen en 6% het volledige verbod op tabaksreclame.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luk Joossens, Stichting tegen Kanker, tel.: 02/7433706, gsm: 0486 88 91 22. Stichting van openbaar nut - Fondation d'utilité publique - Gemeinnützige Stiftung
Leuvensesteenweg 479 chaussée de Louvain – Brussel 1030 Bruxelles – Tel.: +32 2 733 68 68 – Fax: + 32 2 734 92 50 http://www.kanker.be –
[email protected] – 0873.268.432 – http://www.cancer.be –
[email protected] – 000-0000089-89
Het percentage rokers blijft stabiel in 2006. Drie op tien rokers roken roltabak.
Op basis van een enquête bij 3 872 mensen ouder dan 15 jaar (afgenomen tussen 4 september en 16 oktober 2006 door Ipsos, in opdracht van de Stichting tegen Kanker en gefinancierd door de FOD Volksgezondheid) blijkt dat het percentage dagelijkse rokers in België 29% bedraagt. Het percentage dagelijkse rokers is de afgelopen vier jaar stabiel gebleven: 29% in 2002, 28% in 2003, 29% in 2005 en 2006.1
Tabel 1: het percentage dagelijkse rokers in België (15 jaar en ouder) jaartal
mannen
vrouwen
Totaal
2002
33%
25%
29%
2003
32%
22%
28%
2005
35%
24%
29%
2006
33%
25%
29%
Bron: OIVO (2002), VIG (2003), Stichting tegen Kanker (2005-2006)
Roltabak is duidelijk meer in trek. Het percentage rokers dat roltabak rookt, is gestegen van 27% in 2003-2004 naar 30% in 2006. Het percentage rokers dat gewone sigaretten rookt, is gedaald van 77% in 2003-2004 naar 65% in 2006. 65% van de rokers rookt nu gewone sigaretten, 30% roltabak en 6% sigaren, cigarillo's of pijp. Die tendens blijkt ook uit de verkoopcijfers. In de periode 2002-2006 is de verkoop van sigaretten gedaald van 14 314 miljoen in 2002 naar 13 320 miljoen sigaretten in 2006 (raming op basis van de eerste elf maanden). De verkoop van roltabak steeg van 8 417 ton in 2002 naar 9 278 ton in 2006 (raming op basis van de eerste elf maanden).
Tabel 2: Evolutie van de verkoop van de tabaksproducten in België (2002-2006) jaartal
Verkoop van sigaren
sigaretten
rol-, snuif- en
(miljoenen stuks)
( miljoenen stuks)
pruimtabak (ton)
2002
629
14 314
8 417
2003
528
14 287
8 327
2004
553
13 634
8 429
2005
542
13 385
8 198
2006*
548
13.320
9 278
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën (* De raming voor 2006 is gebaseerd op de eerste elf maanden van 2006.)
In 2006 bedroeg het percentage dagelijkse rokers 29%, het percentage occasionele rokers 4%, het percentage ex-rokers 22% en het percentage van mensen die nooit gerookt hebben, 45%. Ons land telt ongeveer 2 900 000 rokers, 1 900 000 ex-rokers en 5 500 000 mensen die nooit gerookt hebben. Het percentage dagelijks rokers bedraagt 25% in Vlaanderen, 32% in Brussel en 36% in Wallonië. De verwachting was dat het percentage rokers in 2006 lichtjes zou dalen, ondermeer ten gevolge van het rookverbod op de werkplek en in andere publieke plaatsen sinds 1 januari 2006. Ten aanzien van 2003-2004 is het aantal sigaretten per roker verminderd. In 2003-2004 bedroeg het percentage rokers dat 20 of meer sigaretten per dag rookte 39%, tegenover 29% in 2006. Het rookverbod heeft weinig invloed uitgeoefend op het percentage rokers. Slechts één percent van de ex-rokers ten gevolge van het rookverbod gestopt is met roken. 20% van de ex-rokers is de afgelopen drie jaar gestopt met roken en 54% van de ex-rokers meer dan tien jaar geleden. De voornaamste reden om te stoppen blijft de nadelige invloed op de gezondheid (46%), gevolgd door de prijs van de sigaretten (11%), het advies van de dokter om te stoppen (10%), de wens om niet verslaafd te zijn (7%) en de vraag van vrienden of familieleden (6%). Het percentage rokers is 1
Vier enquêtes door Ipsos op basis van dezelfde methodologie, bij 2 000 personen in 2002, 2003 en 2005, en bij
3 872 personen in 2006, in opdracht van het OIVO (2002), VIG (2003) en de Stichting tegen Kanker (2005 en 2006).
wellicht niet gedaald in 2006, omdat de prijs van de sigaretten in 2006 voor het eerst in tien jaar niet gestegen is. Rokers zijn wel prijsgevoelig, maar stoppen niet met roken, maar schakelen over naar roltabak en goedkopere merken. Volgens de Wereldbank zijn prijsverhogingen het meest doeltreffend om het verbruik te doen dalen. In januari 2007 wordt de prijs van een pakje sigaretten wel verhoogd met 53 cent.
Tabel 3. Prijs (in euro) van een pakje sigaretten van twintig stuks (Marlboro) in de periode 1995-2006 01-01-2002 3,20 01-01-2003 3,50 01-01-2004 3,85 01-07-2005 4,00 01-01-2006 4,00 01-01-2007 4,53* * €4,30 voor een pakje van 19 sigaretten De mening van de bevolking over de maatregelen tegen het roken
Op basis van een bevraging bij duizend mensen in september 2006, uitgevoerd door Ipsos in opdracht van de Stichting tegen Kanker en gefinancierd door de FOD Volksgezondheid, blijkt dat: •
73% van de ondervraagden het rookverbod in restaurants gerechtvaardigd vindt. Bij exrokers bedraagt de steun 74% en bij niet-rokers 88%. Een op de twee rokers (49%) gaat akkoord met de maatregel. Bij de rokers die wensen te stoppen met roken, gaat 56% zelfs akkoord met de maatregel. (40% bij wie niet wenst te stoppen met roken.)
•
De steun voor het al ingevoerde rookverbod op de werkvloer is nog groter: 83% van de ondervraagden is van oordeel dat het rookverbod op de werkplek gerechtvaardigd is. Bij exrokers bedraagt de steun 86% en bij niet-rokers 94%. Twee derde van de rokers (67%) gaat akkoord met de maatregel. Bij de rokers die wensen te stoppen met roken, gaat 80% zelfs akkoord met de maatregel. (54% bij wie niet wenst te stoppen met roken.)
•
Zes op de tien ondervraagden (59%) zijn van oordeel dat de afgelopen vier jaar vooruitgang is geboekt in de campagnes tegen roken (50% van de rokers, 61% van de ex-rokers en 64% van de niet-rokers). Een op de drie (33%) is de tegenovergestelde mening toegedaan, terwijl
8% geen mening heeft over de stelling. Bij de rokers die wensen te stoppen met roken, gaat 55% zelfs akkoord met de stelling. (46% bij wie niet wenst te stoppen met roken.) •
Op de vraag welke maatregelen het meest doeltreffend zijn om het roken te ontraden, antwoordt 19% het verkoopverbod van sigaretten aan jongeren onder de zestien, 18% een jaarlijkse verhoging van 50 eurocent per pakje sigaretten, 14% het rookverbod op de werkplaats en andere publieke plaatsen, 12% regelmatige spots over roken op de televisie, 8% foto's op sigarettenverpakkingen en 6% het volledige verbod op tabaksreclame.
•
Voor jongeren (15-24 jaar) zijn de doeltreffendste maatregelen: prijsverhogingen (23%), tvspots (22%), rookverbod op de werkplek (12%), verkoopverbod aan jongeren (12%), foto's op de verpakking (10%) en het reclameverbod (7%).
•
Volgens rokers zijn de doeltreffendste maatregelen: verkoopverbod aan jongeren (21%), tvspots (13%), rookverbod op de werkplek (11%), prijsverhogingen (9%), foto's op de verpakking (9%) en het reclameverbod (6%). Tussen de rokers die wensen te stoppen met roken, en degenen die niet wensen te stoppen, zijn er enkele opmerkelijke verschillen. 12% van de rokers die wensen te stoppen met roken, denkt dat een prijsverhoging een doeltreffende maatregel is, tegenover 6% van de rokers die niet wensen te stoppen. 14% van de rokers die wensen te stoppen met roken, denkt dat een rookverbod op de werkplek een doeltreffende maatregel is, tegenover 8% van de rokers die niet wensen te stoppen.
Het profiel van de roker, ex-roker en niet-roker in 2006 De steekproef van de enquête over de rookgewoontes, uitgevoerd door Ipsos in opdracht van de Stichting tegen Kanker, bedraagt 3 872 personen. Dat is omvangrijk en laat toe een profiel van de roker, de ex-roker en de niet-roker in 2006 te bepalen volgens geslacht, leeftijd, sociale klasse, beroep en gewest. De bepaling van de sociale groepen gebeurt op basis van een ratio, berekend op het beroep van de hoofdverantwoordelijke voor het gezinsinkomen en zijn opleidingsniveau. De bevolking is gerangschikt in functie van de waarde die de combinatie van die twee variabelen oplevert, om vervolgens opgedeeld te worden in acht ongeveer gelijke groepen. De groep die overeenstemt met het gebied van de hoogste waarden (en bijgevolg het hoogste professionele en/of opleidingsniveau), wordt groep 1 genoemd, terwijl groep 8 de groep is die overeenstemt met de laagste waarden
Tabel 4: rookgewoonten bij mannen volgens leeftijd, sociale klasse, beroep en gewest 15-24 25-44 45-64 65+ Totaal Man N=283 N=679 N=567 N=348 N=1877 rookt dagelijks 35% 35% 41% 17% 33% occasioneel 4% 6% 2% 3% 4% niet meer 6% 19% 33% 49% 27% nooit 56% 40% 25% 31% 36%
Man rookt dagelijks occasioneel niet meer nooit
Sociale Sociale Sociale Sociale Totaal klasse 1-2 klasse 3-4 klasse 5-6 klasse 7-8 N=1877 N=459 N=438 N=524 N=456 30% 35% 31% 37% 33% 5% 4% 4% 1% 4% 23% 24% 26% 34% 27% 41% 37% 38% 27% 36%
Man rookt dagelijks occasioneel niet meer nooit
arbeider N=378
Man rookt dagelijks occasioneel niet meer nooit
Vlaanderen Brussel Wallonië N=1121 N=177 N=579 28% 40% 42% 3% 12% 3% 32% 15% 21% 38% 33% 33%
44% 4% 21% 32%
bediende zelfstandige kader N=422 N=193 N=50 29% 36% 5% 6% 24% 15% 42% 43%
21% 2% 33% 44%
werkloos N=133 62% 5% 13% 20%
Totaal N=1877 33% 4% 27% 36%
Tabel 5: rookgewoonten bij vrouwen volgens leeftijd, sociale klasse, beroep en gewest 15-24 25-44 45-64 65+ Totaal Vrouw N=289 N=683 N=580 N=443 N=1995 rookt dagelijks 23% 34% 26% 11% 25% occasioneel 6% 5% 3% 2% 4% niet meer 9% 16% 25% 18% 18% nooit 62% 45% 46% 69% 53%
Vrouw rookt dagelijks occasioneel niet meer nooit
Sociale Sociale Sociale Sociale Totaal klasse 1-2 klasse 3-4 klasse 5-6 klasse 7-8 N=1995 N=488 N=478 N=518 N=511 20% 26% 26% 27% 25% 5% 3% 4% 3% 4% 19% 21% 18% 15% 18% 56% 50% 52% 54% 53%
Vrouw rookt dagelijks occasioneel niet meer Nooit roker
arbeider N=378
Vrouw rookt dagelijks occasioneel niet meer nooit
Vlaanderen Brussel Wallonië N=1156 N=192 N=647 22% 25% 31% 2% 10% 5% 19% 17% 17% 57% 49% 47%
45% 3% 18% 34%
bediende zelfstandige kader N=422 N=193 N=50 25% 22% 5% 3% 17% 21% 53% 53%
17% 18% 65%
werkloos N=133 44% 6% 13% 37%
Totaal N=1995 25% 4% 18% 53%
Het percentage rokers van roltabak stijgt en het percentage rokers van sigaretten daalt Roltabak is duidelijk meer in trek. Het percentage rokers dat roltabak rookt, is gestegen van 27% in 2003-2004 naar 30% 2006. Het percentage rokers dat gewone sigaretten rookt, is gedaald van 77% in 2003-2004 naar 65% in 2006. 65% van de rokers rookt nu gewone sigaretten, 30%
roltabak en 6% sigaren, cigarillo's of pijp. Volgens geslacht, leeftijd en sociale klasse zijn er belangrijke verschillen in wat gerookt wordt. •
59% van de mannen rookt gewone sigaretten (74% van de vrouwen). 34% van de mannen rookt roltabak (22% van de vrouwen). 8% van de mannen rookt pijp, sigaren of cigarillo's (2% van de vrouwen).
•
77% van de jongeren (15-24 jaar) en 58% bij de 65-plussers rookt gewone sigaretten.
•
21% van de jongeren (15-24 jaar) en 32% in de andere leeftijdscategorieën rookt roltabak.
•
44% van de werklozen en slechts 2% van de kaderleden rookt handgerolde sigaretten.
•
10% van de 65-plussers rookt sigaren, cigarillo's of pijp.
•
in de hoogste sociale klasse (opgesteld op basis van beroep en gevolgd onderwijs) rookt 21% roltabak, in de laagste klasse 43%.
Tabel 6: percentage rokers per type tabaksproduct volgens sociale klasse (n=1268) Gewone sigaretten
roltabak
Pijp, sigaren of cigarillo's
Klasse 1-2
70%
21%
8%
Klasse 3-4
73%
23%
5%
Klasse 5-6
68%
31%
2%
Klasse 7-8
53%
43%
4%
Tabel 7: percentage rokers per type tabaksproduct volgens gewest (n=1268) Gewone sigaretten
roltabak
Pijp, sigaren of cigarillo's
Vlaanderen
71%
25%
4%
Brussel
56%
39%
7%
Wallonië
62%
34%
5%
België
65%
30%
6%
Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per dag? Aan wie roltabak of gewone sigaretten rookt, is gevraagd om hoeveel sigaretten het gemiddeld per dag gaat: –10 sigaretten: 33%; 10-19 sigaretten: 38%; +20 sigaretten: 29%. Ten aanzien van 2003-2004 is het aantal sigaretten per roker verminderd. In 2003-2004 bedroeg het percentage rokers dat 20 of meer sigaretten per dag rookte 39%, tegenover 29% in 2006. In 2003-2004 bedroeg het percentage rokers dat minder dan 10 sigaretten per dag rookte 24%, tegenover 33% in 2006. 21% van de hogere sociale klasse rookt meer dan 20 sigaretten per dag, tegenover 36% van de lagere sociale klasse.
Tabel 8: het aantal gerookte sigaretten per dag volgens sociale klasse (n=1268) aantal sigaretten per dag
<10
10-19
20+
Klasse 1-2 (n=255)
50%
29%
21%
Klasse 3-4 (n=271)
22%
49%
29%
Klasse 5-6 (n=308)
35%
36%
29%
Klasse 7-8 (n=287)
29%
36%
36%
Bijlage 1: Methodologie van de enquête, uitgevoerd door IPSOS • •
• •
3 872 personen zijn tussen 4 september en 16 oktober 2006 'face to face' geïnterviewd in hun woning. De steekproef is gestratificeerd volgens de provincies en volgens het urbanisatietype. De kruising van die twee variabelen levert 37 cellen op. In elk van de cellen is lukraak een vertrekpunt geselecteerd, waaraan een aantal interviews is toegewezen in verhouding tot de populatie van de cel. Het aantal vertrekpunten wordt geschat op honderd. Er zijn quota toegepast inzake geslacht, leeftijd, beroep (actief/niet-actief) en studieniveau van de respondent. De totale populatie betrof 8 601 000 mensen van vijftien en ouder, die in België wonen.