o pi n i e
De militair Charles (1890 – 1970)
Le train étant remis su De nog jeugdige luitenant De Gaulle.
in Ierland en Baden (Dld). De Gaulle sprak de Duitse taal. De Gaulle’s vader, docent aan een vrije school, was devoot en patriottisch. Ze hadden thuis een enorme bibliotheek, waarin Charles boeken van de schrijver Chateaubriand en spoedig daarna Peguy las. Vader De Gaulle weigerde zich te laten inpalmen door de autoriteiten toen in Frankrijk de Dreyfus affaire speelde 1). Henri de Gaulle speelde een grote rol in de opvoeding van zijn zoon. Hij vertrouwde zijn zoon toe aan de Jezuïten en Assumptionisten 2). Op zeventienjarige leeftijd volgt hij lessen in België op de vrije school, in tegenstelling tot een publieke school, van de Sacré Coeur d’Antoing van de Jezuïten van Onbevlekte Ontvangenis. De Gaulle voelde zich al op 14-jarige leeftijd tot het militaire beroep aangetrokken. Militair
Mr. H.H. Kruize
Honderdeenentwintig jaar geleden, op 22 november, aanschouwde de bekendste, beruchtste, meest verguisde en tevens meest gevierde Fransman aller tijden, Charles de Gaulle, het levenslicht. Hij werd geboren in het Noord-Franse Lille (Rijsel), gelegen in het departement du Nord (nr. 59). Charles was het derde kind uit een gezin van vijf kinderen. Zijn ouders, Henri de Gaulle en Jeanne de Gaulle-Vendroux, gaven hun kind bij de geboorte de namen Charles André Marie Joseph. Een compilatie en eerbetoon. Familie
Charles de Gaulle groeide op in een zeer traditioneel en behoudend gezin. Zijn ouders waren van vaderszijde afkomstig uit de kleine Normandische adel met een Bourgondische inslag en Parijzenaars gedurende meer dan een eeuw. De familie Vendroux van moederszijde, bestond uit tamelijk belangrijke industriëlen, die handelden in kant en tabak in het Noorden van Frankrijk. De ouders onderhielden nauwe banden met hun families
Na een voorbereidende scholing op het Stanislas College te Parijs werd hij in oktober op bijna achttien jarige leeftijd als 119e in de rangorde van toegelaten leerlingen ingeschreven als student op de militaire school SaintCyr 3). Hij verliet de opleiding in 1912 als dertiende geslaagde. Hij werd ingedeeld bij het 33e Regiment Infanterie van Arras 4), waarvan de vierendertig jaar oudere kolonel Philippe Pétain 5) commandant was. Pétain had het geloof in de maatschappij verloren, werd gezien als een losbol en hij compenseerde zijn teleurstelling en reputatie door zich te isoleren en een volstrekt onverschillige houding te tonen. Soms slaagde hij erin voor de officieren een potje te breken, speciaal voor hen die hij hoog inschatte. Pétain zegt in 1913 van De Gaulle: ‘Het is een officier met reële waarden, die goede hoop geven voor de toekomst. Zeer intelligent, houdt met passie van zijn beroep. Gedegen en waardig in zijn lofredes’. Maar tussen Pétain en De Gaulle zouden spoedig spanningen en tegenstellingen ontstaan. Eerste Wereldoorlog
Charles de Gaulle was luitenant als de Eerste
Carré 1 - 2012 pagina 8
008_CA01.indd 8
1/5/2012 8:06:04 AM
rles de Gaulle
emis sur les rails
(vrij vertaald : De trein staat weer op de rails)
Wereldoorlog op 2 augustus 1914 uitbreekt en Pétain naar het front vertrekt. Hij kwam al spoedig in aanraking met het oorlogsgeweld. Met zijn eenheid, het hoofd biedend aan vijandelijk vuur, raakte hij op 15 augustus 1914 gewond bij de Maas te Dinant (België). Op 10 augustus 1915 raakte hij opnieuw gewond tijdens de strijd te Mesnie-les-Hurlus, in de Champagnestreek. Hij werd compagniescommandant van het 33e RI en daarna adjudant van kolonel Pétain. Hij werd tijdelijk bevorderd tot rang van kapitein (februari 1916), in oktober dat jaar volgde zijn definitieve bevordering tot de rang van kapitein. In maart 1915 werd hij gedecoreerd met het Oorlogskruis. In februari 1916 vertrekt zijn compagnie naar Verdun. Door de artillerie van de Duitsers en in man tegen man gevechten werd zijn compagnie verpletterd. De Gaulle zelf raakte tijdens deze gevechten bij het Fort van Douaumont op 2 maart 1916 bewusteloos door een slag met een bajonet en als hij ontwaakt is hij krijgsgevangene. Hij werd overgebracht naar het hospitaal van Mainz en onderging daar een 34 maanden durende, verschrikkelijke gevangenschap. Hij probeerde vijfmaal te ontsnappen maar hij werd steeds weer opnieuw gevangen genomen. Hij belandde in eenzame opsluiting in het eerste Duitse Oflag in een cel zonder licht. Beurtelings werd hij naar de vergeldingskampen in Osnabrück, Szuchzyn, Ingolstadt, Rosenberg, Passau, Würzburg en Magdeburg gestuurd. De Gaulle wijdde zich tijdens zijn maandenlange gevangenschap aan een studie en talrijke keren sprak hij zijn kameraden moed in. Tussen januari en mei 1919 volgde hij net als de andere oud-gevangenen een verplichte cursus. Hij werd vrijwillig instructeur. Gekrenkt door de lange periode van inactiviteit en ongeduldig om zich te herpakken, wijdde hij zich opnieuw aan de oorlog. Hij vond genoegdoening in Polen dat werd bedreigd door het Rode Leger. De nieuwe Franse republiek deed een beroep op Franse instructeurs en een kleine twintig maanden later verliet De Gaulle de militaire school te Rambertow 6). Bij het hoofdkwartier te Warschau ontmoette hij Yvonne Vendroux, waarmee hij op 7 april 1921 trouwde.
Hij was daarna van februari 1921 tot mei 1922 docent militaire geschiedenis op de militaire school te SaintCyr en manifesteerde daar zijn grote gaven als pedagoog. Tegelijkertijd wijdde hij zich in hier aan de voorbereiding op de Hogere Krijgsschool. Hij startte op 2 mei de cursussen aan deze school, waar hij twee jaar verblijft. Hij volgde stages te Parijs, Satory, Le Bourget (luchtmacht) en Trier. Maar De Gaulle voelde zich niet thuis op deze ‘krijgsschool’, waar de ideeën die hij verkondigt door een vastgeroest corps van docenten als middelmatig en hoogmoedig werden gezien. Door zijn ongedisciplineerde geest en onbeschaamde humor is hij een officier die zich niet aan de geldende normen hield (un officier ‘hors norme’). Hij werd dan ook niet toegelaten tot de eerste van drie groepen van kandidaten die aangenomen werden als toekomstig docent van de school. Verbannen naar het Franse hoofdkwartier te Mainz in 1924, wordt hij door zijn voormalige kolonel Pétain, die inmiddels tot maarschalk is bevorderd, in zijn kabinet opgenomen. Hij moest weinig inspirerende
De beschuldigingen van Emile Zola in L’Aurore.
Carré 1 - 2012 pagina 9
008_CA01.indd 9
1/5/2012 8:06:17 AM
Charles de Gaulle en Yvonne Vendroux.
diensten verrichten bij de staf. Pétain benoemde hem in 1925 tot zijn ‘officier rédacteur’ en hij belastte hem met het schrijven van de geschiedenis van de Franse soldaat. De toekomst van kapitein De Gaulle scheen plotseling verzekerd te zijn. Maarschalk Pétain beschermde hem en beval de commandant van de krijgsschool in 1927 drie conferenties voor Charles de Gaulle over de ‘Filosofie van de Oorlog’ te beleggen. Maar er ontstond onenigheid tussen Pétain en De Gaulle over het eigendom van zijn teksten. Pétain stelde dat De Gaulle opdracht had ze te schrijven, waardoor de teksten niet meer zijn intellectueel eigendom waren. De Gaulle was het hier niet mee eens en maarschalk Pétain gaat op zoek naar een nieuwe functie voor De Gaulle en vond voor hem opnieuw een mooie functie’ bij het 19e Bataljon der Jagers te Trier 7). Maar De Gaulle had er weinig animo voor en had niet meer de inspiratie zoals hij die op de krijgsschool had. Hij ging naar het hoofdkwartier van het Rijnleger, krijgt daarna van oktober 1927 tot oktober 1929 het commando over het 19e Bataljon der Jagers te Trier, werd van 1929 tot 1932 chef van het Bureau Inlichtingen en Operaties van de Franse troepen in de Levant in Beiroet. In 1927 werd De Gaulle bevorderd tot de rang van commandant (een rang tussen kapitein en majoor), in 1933 werd hij luitenant-kolonel en in 1937 volgde zijn bevordering tot de rang van kolonel. De Gaulle wilde niet langer tot de kring rond maarschalk Pétain behoren. Hij ging naar Libanon en deed ervaring op bij het bureau inlichtingen en operaties van het Hoofdkwartier, een observatie- en opleidingspost in het Midden Oosten. Dit kwam hem later nog van pas. Tussen november 1932 en september 1939 werd hij in Parijs toegevoegd aan het ‘Secrétariat Général’ van de nationale defensie, Hij zou daar ruim zes jaar deelnemen aan alle debatten over de omvorming van het Franse leger en was werkzaam naast de hoogste leiders en politiek verantwoordelijken. Deze ervaring zou hem later zeer van pas komen in de politiek strategische rol die hij moest vervullen vanaf 1940. Hij vond de inspiratie om zijn twee belangrijkste werken te publiceren, nieuwe versies van zijn conferenties in 1927: ‘Le fil d’épée’ (het
scherp van de snede), een portret van de chef en ‘Vers l’armée de métier’ (Naar een beroepsleger), waarin hij pleitte voor de totale omvorming van de Franse strategie 8) en de oprichting van gemechaniseerde en gepantserde eenheden die geschikt moesten zijn voor verrassing en doorbraak. De door hem geleide campagnes die in de pers en het parlement, met steun van rechtse en linkse politici als Paul Reynaud (rechts) en Philippe Serre (links), bleven niet zonder resultaat en droegen bij aan de vooruitgang die in 1933 en 1939 werd behaald in de uitrusting van het gemechaniseerde en gepantserde Franse leger. Hierdoor echter nam het wantrouwen dat binnen het Franse militaire milieu ten aanzien van hem heerste toe en hierdoor werd hij een schietschijf als men wijst op zijn campagnes tegen de drie meest vooraanstaande militairen: Pétain, Weygand 9) en Gamelin 10). In 1937 gaf men hem als advocaat van het ‘Papieren Leger’ de mogelijkheid zich aan te sluiten bij een grote eenheid van het ‘IJzeren Leger’, het 507e Regiment te Metz, waar hij de bijnaam kreeg van ‘Kolonel Motor’. Hij slaagde er wederom in belangrijke leidinggevenden tegen zich in het harnas te jagen: generaal Giraud 11), militaire gouverneur van de stad, is een vastbesloten tegenstander van de ‘Legers’ zoals die door De Gaulle werden gesymboliseerd. In zijn boek ‘La France et son armée’ (Frankrijk en zijn leger) nam De Gaulle vele uittreksels op van de ‘Geschiedenis van de Franse Soldaat’ die hij van 1925 – 1927 schreef onder toezicht van maarschalk Pétain, De publicatie van het werk bevestigde zijn reputatie als schrijver, maar verdiepte en vergrootte zijn geschil met Pétain. In één van zijn boeken wees hij subtiel op de verminderde geestesvermogens van Pétain. Op 3 september 1939 was hij commandant van de eenheden van het Vijfde Leger in de Elzas. Daar richtte hij zich in januari 1940 tot 80 personen, burger en militair, met een memorandum, getiteld ‘L’Avènement de la Force Méchanique’ (De opkomst van de gemechaniseerde strijdmacht). Dit memorandum, dat tijdens de oorlog werd uitgegeven, bevat een vurig pleidooi van de eenvoudige kolonel De Gaulle tegen de strategie zoals die was gedefinieerd door de Generale Staf. De Duitse doorbraak in Sedan op 10 mei 1940, zorgde ervoor dat De Gaulle aan de Generale Staf werd toegevoegd. Maar hij was nog steeds ‘slechts’ kolonel van de 4e Gepantserde Divisie in opleiding. Op de 17e mei besloot hij met de onder zijn bevel staande eenheden de flanken aan te vallen van de gepantserde Duitse troepen die de Franse defensie in de Ardennen en de Maas hadden uitgeput, en die nu doorstootten naar Laon. Op de as van de Montcornet en op de bruggen van de Serre, tartte De Gaulle het 19e Gepantserde Korps van generaal Guderian 12). Franse historici zeggen dat ‘hij deze voor zich doet buigen’, al is dit mijns inziens meer chauvinisme dan realiteit, want veel heeft het niet mogen baten. Maar De Gaulle had wel op overtuigende wijze bewezen dat zijn ‘legers van papier en ijzer’ uit 1934 van waarde zijn en daarmee heeft de theoreticus ook zijn geschiktheid voor de praktijk bewezen. Bij Abbeville, tien dagen later, herhaalde hij dit staaltje van militair vernuft. De 5 juni werd Charles de Gaulle, vier dagen na zijn tijdelijke bevorderding tot generaal, door Paul Reynaud
Carré 1 - 2012 pagina 10
008_CA01.indd 10
1/5/2012 8:06:32 AM
13), die sedert 23 maart president van de toenmalige Franse Raad was, naar Parijs geroepen. Reynaud bood hem de functie aan van ‘Sous secrétaire à la Defense’, ofwel onderminister van Defensie. Frankrijk heeft dan een regering met twaalf ministers. De Gaulle was tot de conclusie gekomen dat de oorlog al verloren was en hij wendde zich tot generaal Weygand, de nieuwe bevelhebber. Maar hij besefte ook dat de wereldoorlog nog maar pas begonnen was. De 5e juni, datum van zijn intrede in de politiek, betekent een beslissing voor hem. Na Reynaud en Mandel is hij de enige man van de Seine naar de Loire en tot aan de Gironde die nog opstaat en de lijdensweg van de macht ondergaat. Hij moest twee reizen naar Londen ondernemen om de Engelsen te bewegen meer hulp te geven. Jean Monnet en Robert Vansittart pleitten voor de verrassende samenvoeging van de twee landen. Deze samenvoeging was goedgekeurd door zowel Churchill als Reynaud en De Gaulle was pleitbezorger van dit idee. Op 16 juni maakt het kabinet Reynaud in Bordeaux plaats voor de regering Pétain-Laval. Die maakt er geen geheim van zo snel mogelijk een wapenstilstand te willen sluiten, er van uitgaande dat hiermee door de Engelse regering en de geallieerden zou worden ingestemd. Maar die veronderstelling was onjuist. Op de 17e juni, in de namiddag, vloog De Gaulle met instemming van Reynaud en Mandel samen met sir Edward Spears, de persoonlijke afgezant van Churchill bij premier Weygand, naar Londen. Hoewel de Fransen dit later als een vlucht zouden beschouwen, besefte De Gaulle dat de alliantie met Engeland nu officieel is verbroken en dat hij een rebellie zal moeten ontketenen voor het behoud van een vrij Frankrijk. Op 18 juni 1940, om 20.00 uur, proclameert De Gaulle voor de BBC-microfoon dat ‘de vlam van de weerstand niet mag doven en niet zal doven’ (‘La flamme de la résistance Française ne doit pas s’éteindre et ne s’éteindra pas’). Hiermee maakt De Gaulle in Frankrijk geschiedenis, immers, hij steekt al diegenen die hem hebben verguisd en verafschuwd de loef af. De daaropvolgende maanden is hij ‘Charles de Eerste’ in Londen. De vernietiging van de Franse vloot vindt plaats op 3 juli in Mers-el-Kébir. De Gaulle weet gedistingeerd de pijn en de woede van de Fransen te vertolken. Hij wil een vrij Frankrijk opnieuw opbouwen met onbekende kapiteins en avontuurlijke journalisten. Aldus geschiedt. Op 28 juni en later op 7 augustus erkende Churchill De Gaulle als leider van de vrije Fransen. Maar hij wil Franse bodem onder zijn voeten voelen en hij besluit Dakar, hoofdstad van Afrique Occidental Française (AOF) te herenigen. Churchill leende zich voor deze onderneming en gaf hem een klein eskader tot zijn beschikking. Inmiddels had het garnizoen van Dakar zich echter aan het gezag van de Brits-Franse vloot onttrokken. Dit verslechterde de relaties tussen De Gaulle en zijn gastheren niet, maar het bracht wel schade toe aan het weinige krediet dat de De Gaulle van Washington kreeg.
kolonel. De daaropvolgende dag werd hij veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en hij kreeg een boete van 100 Franc wegens het opruien van militairen en ongehoorzaamheid, een militair delict. Ook wordt hem de Franse nationaliteit ontnomen. Op 2 augustus 1940 valt het ultieme vonnis. Het permanente militaire tribunaal van de 13e regio, zetelend te Clermont Ferrand, veroordeelt De Gaulle met een meerderheid van vijf stemmen bij verstek ter dood 14), het ontneemt hem zijn militaire status en verklaart zijn roerende en onroerende bezittingen. Charles de Gaulle reageerde hierop vanuit Londen met een verpletterend commentaar 15). Voortgaande strijd
De geringe omvang van zijn troepen was er tot de Slag van Bir-Hakeim in 1942 de oorzaak van dat hij de vijand maar kleine speldenprikken kon toebrengen. De meest zichtbare verrichtingen tijdens deze oorlog vonden plaats in de lente van 1941 te Saint-Pierreet-de-Miquelon. Admiraal François Darlan, het hoofd van de Vichy-regering, stelde na overleg met Hitler de vliegvelden in Syrië ter beschikking van de Luftwaffe. Op 10 mei 1941 besloot generaal Georges Catroux, vertegenwoordiger van de vrije Fransen in de Levant, zich te verzetten tegen samenwerking met de Britten. De strijdkrachten werden verslagen en Churchill liet getergd weten dat ‘Engeland niet was verslagen in Syrië om door gaullisten te Vichy te worden vervangen’. General Spears, die De Gaulle mee naar Londen had laten vliegen in zijn vliegtuig, smeedde een politiek Syrisch-Libanees complot tegen het vrije Frankrijk. In deze guerrilla tactiek zag de Gaulle de hand van Londen om Frankrijk uit het nabije Oosten te wippen. Dit duurde het gehele jaar 1942 en werd opnieuw ter hand genomen in juli 1945 na de overwinning op Duitsland. De leider van het vrije Frankrijk werd steeds ongeduldiger en wilde een collectieve Franse klap uitdelen in de strijd aan de zijde van de overwinnaars. Hij probeerde de geallieerden over te halen tot een invasie in Frankrijk. Maar de Amerikanen verkozen in twee fasen te opereren, het eerst vanuit Noord-Afrika.
Ter dood veroordeeld
Na 22 juni 1940 was Charles De Gaulle geen generaal meer. De regering in Vichy had hem gedegradeerd tot
Kop uit de Paris Soir van 3 augustus 1940.
Carré 1 - 2012 pagina 11
008_CA01.indd 11
1/5/2012 8:06:41 AM
Frankrijk en op 20 januari 1946 kondigt de Gaulle aan zich terug te trekken met de woorden: “Le train est remis sur les rails”! Conclusies
Intocht in Parijs op 26 augustus 1944.
Op 8 november 1942 zetten zij voet te Casablanca in Marokko, zonder De Gaulle hiervan vooraf op de hoogte te stellen. Zij stuitten op weinig weerstand en admiraal Darlan gaf zich gedesillusioneerd over. Zes weken later, toen de geallieerden zich hadden geïnstalleerd in Noord-Afrika, werd deze vazal van Pétain vermoord. Tussen de vrije Fransen ontspon zich toen een strijd om de macht met hulp van de geallieerden. De partizanen van generaal Giraud werden gegrepen en Giraud werd krijgsgevangene. Roosevelt maakte gebruik van deze zwakke generaal, maar Churchill speelde De Gaulle meer in de kaart. De laatste zou moeten accepteren om in mei 1943, op uitnodiging van de overwinnende partijen te Casablanca, de hand te schudden van generaal Giraud om samen met hem een comité van vrije nationale Fransen te vormen. Charles de Gaulle werd de eerste president van het Comité Français Libre National (CFLN), Giraud werd subiet teruggestuurd. In mei 1943 werd De Gaulle benoemd tot voorzitter van het ‘Conseil National de Résistance’ (het nationale verzetscomité), voorgezeten door de grote verzetsstrijder Jean Moulin 16). Hiermee werd De Gaulle erkend als bevrijder van het toekomstige Frankrijk. Roosevelt ontving De Gaulle in die kwaliteit in juli 1943. Hij was zeer geïrriteerd vanwege de argwanende onverzoenlijkheid die De Gaulle ten toon spreidde. Maar toen 6 juni 1944, de landing in Normandië plaats vond, werd De Gaulle wel vroegtijdig geïnformeerd over de Anglo-Amerikaanse projecten voor het vestigen van een geallieerde regering in het bevrijde Frankrijk. Vijf dagen later zette De Gaulle in Courseulles voet op Franse bodem en de ontvangst die hem ten deel viel was oorverdovend. De grote partners discussieerden niet langer over zijn legitimiteit. De Gaulle bleef invloed uitoefenen op de voortgang van de operaties richting Parijs en Straatsburg en zo gaf hij de 2e Pantserdivisie van Generaal Leclerc opdracht om als eerste Parijs te bevrijden. Op 26 augustus 1944 is Charles de Gaulle aanwezig op de Champs d’Elysées, toegejuicht door miljoenen feestende Parijzenaars. Maar het land zou pas in februari 1945 in zijn geheel bevrijd worden. Op 3 september 1944 installeert hij een tijdelijke regering, die hij al in Algiers had gevormd, in Parijs. Op 8 mei 1945 capituleerden de Duitsers in
De invloed die Charles de Gaulle heeft nagelaten op de historie van zijn tijd is soms tragisch en soms beslissend geweest voor het bestaan van het land. Getekend door de wollige overvloed van zijn originele persoonlijkheid, de breedvoerigheid van zijn spraak en visie, zijn talenten als artiest en schrijver, maakten dat de Gaulle zonder twijfel Frankrijk als hoofdstad van de twintigste eeuw op de kaart zette. Maar ondanks zijn vele talenten werd Charles de Gaulle vaak verguisd als men sprak over zijn militaire daden. De loopbaan van De Gaulle als militair is dan ook niet bijster indrukwekkend, al proberen de Fransen steeds het tegendeel aan te tonen. Maar toch was zijn carrière zodanig dat hij, als de meeste generaals van zijn generatie, bepalend is geweest voor de Franse militaire geschiedenis. Mede door zijn doordrammen ontstonden gemechaniseerde en gepantserde eenheden en veranderde het vastgeroeste tactische concept van de Franse landstrijdkrachten. Als politicus, artiest en schrijver, is hij voor de Franse historie mijns inziens zeer bepalend geweest. Immers, voor de Franse bevolking was het alleen De Gaulle die Frankrijk bevrijd heeft, net zoals voor de Britse bevolking Churchill dat alleen deed, terwijl de Amerikanen het leeuwendeel voor hun rekening namen. Door zijn soms arrogante houding en optreden, zijn onvoorwaardelijk geloof in het grootse Frankrijk is tussen De Gaulle en de Anglo-Amerikaanse regeringsleiders zeer veel animositeit ontstaan, ook al omdat hij vond dat de Britse regering teveel onder invloed van de Amerikanen stond. Dit culmineerde in zeer veel onvrede en irritatie, want De Gaulle liet zich door de Amerikanen niet de wet voorschrijven. Hij zag Frankrijk als een groot en machtig Europees land en door deze opstelling heeft hij steeds zijn reputatie op het spel gezet. Hij verbood Engeland en Amerika en de geallieerden het vrije Frankrijk te behandelen als een legioen vreemdelingen en de zwakheid van het land te gebruiken. De Gaulle wenste niet dat zij inbreuk maakten op de interesses en posities van Frankrijk in de wereld. In 1966 onttrok hij de Franse strijdkrachten aan de militaire bevelsstructuur van de Noord-Atlantische verdragsorganisatie (NAVO), met de opmerking ‘Les Américains dehors!’ (de Amerikanen eruit!) maar bleef daarvan wel politiek lid van de NAVO. Het Supreme Headquarters Allied Powers Europe (SHAPE) werd opgedragen Fontainebleau te verlaten. Het hoofdkwartier verhuisde naar de Franstalige Borinage in Masnuy- St.- Jean, gelegen nabij Mons in België, waar een kleine Franse militaire vertegenwoordiging werd geplaatst. Om de positie van Frankrijk kracht bij te zetten ontwikkelde het land zijn eigen kernwapen (‘Force de Frappe’), want De Gaulle wilde dat het grote Frankrijk voor zijn veiligheid nimmer meer afhankelijk zou zijn van vreemde mogendheden. Hij sprak: ‘Ik meen op de kaart te hebben gezien dat Amerika niet in Europa ligt’.
Carré 1 - 2012 pagina 12
008_CA01.indd 12
1/5/2012 8:06:50 AM
Noten: 1) Deze affaire handelt over de onjuiste veroordeling van de joods-Franse officier Alfred Dreyfus (1859 – 1935), die ervan werd beschuldigd een spion te zijn voor Duitsland. Emile Zola, een bekende Franse volksschrijver, maakte het schandaal openbaar in de krant ‘L’Aurore’. Hij schreef:‘J’accuse’, ik beschuldig, brief aan de president van de republiek. De veroordeling bleek gebaseerd te zijn op valse verklaringen. Dreyfus kreeg levenslang en werd uit zijn rang gezet. Op 19 september 1899 kreeg Dreyfus amnestie en in 1906 werd hij helemaal vrijgesproken en in de rang van majoor in het leger hersteld. 2) De Assumptionisten behoorden tot de congregatie van de O.L. Vrouw Assumptie. Op 15 augustus is Maria ten hemel opgenomen, het is in Frankrijk nog steeds een ‘jour ferrier’ (nationale feestdag). 3) Op 28 januari 1802 richtte de eerste Consul Bonaparte de Ecole Militaire op en in 1803 zetelde de school te Fontainebleau, samen met het keizerlijke Hof. De school leidde op tot officier van de infanterie en de cavalerie, waar rekruten van 16 – 18 jarige leeftijd begonnen, na eerst een twee jaar durende opleiding met een examen te hebben afgerond. De totaal 500 toegelaten leerlingen werden gegroepeerd in 5, later 9 compagnieën, die samen één bataljon vormden. In 1808 verhuist de school naar Saint Cyr. De school bestaat nog steeds. 4) Het 33e regiment infanterie is een eenheid van het Franse leger (landmacht), onderscheiden met het Oorlogskruis met Twee Palmen (1914 – 1918). Het regiment nam deel aan Austerlitz (1805), Wagram (1809), Moskou (1912), Solferino (1859), Verdun (1916), Vlaanderen (1917) en L’Aisne (1918). Kolonel Pétain was daarvan van 1911 – 1912 korpschef. 5) Henri Philippe Benomi Omer Joseph (Philippe) Pétain (1856 – 1951) was een Franse militair die in de Eerste en Tweede Wereldoorlog een prominente rol heeft gespeeld. Hij nam dienst in het Franse leger in 1876 en bezocht de militaire school te Saint Cyr. Pétain was van mening dat defensieve tactieken de voorkeur genoten, maar het Franse leger nam hem die mening niet in dank af. Hier heerste de opvatting dat de aanval tot het uiterste moest worden uitgevoerd. Door de bevoorrading van het front te reorganiseren wist Pétain de Duitse aanval bij Verdun te keren. Hij werd de ‘overwinnaar van Verdun’. Na muiterij in het leger, artillerievuur werd op de muiters gericht, moest generaal Nivelle worden ontslagen, Pétain nam zijn plaats in. Ook daar wist hij het tij te keren, waarbij hij o.a. het Franse optreden beperkte tot defensieve operaties. Op 84 jarige leeftijd werd hij in 1940 benoemd tot staatshoofd van het Vichy-bewind, dat collaboreerde met nazi Duitsland. Pétain bleek antisemiet te zijn en onder zijn bewind begon de Jodenvervolging. In april 1945 kwam hij, na daartoe door de Duitse bezetters gedwongen te zijn, naar Sigmaringen (Dld), waar hij aftrad als staatshoofd. In Frankrijk werd hij gearresteerd en schuldig bevonden aan hoogverraad. Hij werd ter dood veroordeeld, maar het vonnis werd vanwege zijn hoge leeftijd en zijn verdiensten tijdens de Eerste Wereldoorlog door De Gaulle omgezet in levenslange gevangenisstraf. Sedert 1940 gingen de geestelijke vermogens van Pétain achteruit. Op 95 jarige leeftijd overleed hij in demente toestand in de gevangenis op het Île de Yeu.
6) Op de militaire school te Rambertow leerden Franse militairen de toepassing van de infanterie in het gevecht. 7) Het 19e bataljon der jagers te Trier is een eenheid van lichte infanterie, gecreëerd in 1853. Het bataljon neemt deel aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog en maakt deel uit van de latere Franse bezettingsmacht in Duitsland. 8) Uit de literatuur: Het Franse leger kende drie strategieën: een defensieve strategie, een defensieve strategie met een zeer sterke infrastructuur (bijvoorbeeld de Maginot linie) en de strategie om tot het uiterste door te vechten. De Franse militair had voorkeur voor de defensieve strategie. Ook Pétain was daarvan voorstander. De generaals meenden tot de laatste man te moeten strijden. Ook nu mengt de Franse regering zich liever niet in kwesties waar Frans bloed kan vloeien (Golfoorlog, Afghanistan). Gekozen wordt voor de politieke luwte. 9) Generaal Maxime Weygand (1867 – 1965) werd in België geboren en was een van de leidinggevende generaals tijdens de Slag om Frankrijk 1940. Weygand volgde einde mei 1940 de opperbevelhebber Maurice Gamelin op. Hij behoorde tot het Vichy-regiem als minister van Defensie. Tegenstanders van het Vichy-regiem sloot hij op en hij paste de racistische wetten tegen de Joden toe. Hij werd door de Duitsers gevangen gezet in 1942 na de operatie Toorts. Tot mei 1945, toen hij samen met generaal Gamelin door de Amerikanen werd bevrijd. Hij werd in 1948 gerehabiliteerd. 10) Generaal Maurice Gamelin (1872 – 1958) diende met veel bravoure onder generaal Joseph Joffre, die een groot voorstander was van defensieve opstellingen en offensieve strategieën vermeed. Hij was de opperbevelhebber van de Franse strijdkrachten toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Gamelin werd door het Vichy-regiem veroordeeld en gedeporteerd naar het concentratiekamp Buchenwald, waar hij in mei 1945 door Amerikaanse troepen werd bevrijd. 11) Generaal Henri Honoré Giraud (1879 – 1949) was een Franse general, die vocht in de Eerste en Tweede Wereldoorlog en werd in beide oorlogen krijgsgevangen gemaakt. Hij ontsnapte elke keer. Na zijn tweede ontsnapping koos hij de zijde van de Vrije Franse Strijdkrachten. 12) Generaal Heinz Guderian (1888 – 1954) was een WestPruisische tankgeneraal van de 2e Pantserdivisie uit de Tweede Wereldoorlog. Hij was de vader van de Blitzkrieg. In 1937 verscheen zijn boek ‘Achtung, Panzer’ tijdens de operatie Fall Gelb. Na een conflict met Hitler over de Oostfrontsituatie werd hij in maart 1945 ontslagen. Hij was adviseur bij het opzetten van de huidige Bundeswehr.
14) Van nul en generlei waarde (Nul et non avenue) was de veroordeling bij verstek van De Gaulle op 2 augustus 1940. De leider van de Vrije Fransen had volgens het tribunaal verraad gepleegd door zich te verzekeren van de bescherming van een vreemde mogendheid, alsmede desertie naar het buitenland in tijd van oorlog gepleegd. 15) De Gaulle’s reactie:‘De grijsaards, die zichzelf goed te Vichy verzorgen, besteden hun tijd en hun passie aan het veroordelen van hen die schuldig zijn aan het doorvechten voor Frankrijk. Er bestaat geen Frankrijk zonder het zwaard ter hand te nemen. Ik ben een Franse soldaat, op wie momenteel de grote plicht rust als enige namens Frankrijk te spreken’. Op dezelfde 2e augustus 1940 worden nieuwe beperkingen bekend voor de burgers in Frankrijk: Het Franse leven begon steeds meer te verslechteren. Fransen kregen rantsoenbonnen verstrekt. N°. 2 gaf de Fransen recht op 500 gram suiker, behalve voor kinderen beneden de drie jaar, n° 4 250 gram voedingsdeeg, n° 5 100 gram rijst, n° 6 125 gram zeep (Savon de Marseille), n° 7 200 gram margarine van talgprodukten en plantaardige vetten. De verkoop van verse kaas en room was verboden. De restaurants mochten vlees op het menu zetten, maar daarbij mocht vis, noch kaas worden geserveerd. Als vlees op het menu stond, mocht binnen vijftien uur geen worstsoorten, pens (‘tripes’), gevogelte, konijn of wild worden geserveerd. 16) Jean Moulin (1899 – 1943) was een belangrijk persoon in het Franse verzet.Vanwege zijn grote moed, staat hij vandaag de dag in Frankrijk bekend als een symbool van de verzetsbeweging. In 1939 werd Moulin prefect van het département Eure-et-Loir. De Duitsers arresteerden hem in juni 1940 omdat hij weigerde een Duits document te ondertekenen. Dit document legde de schuld van het Senegalese bloedbad onjuist bij het Franse leger. In november 1940 beval het Vichy-regiem alle prefecten om alle linkse burgemeesters te ontslaan.Toen Moulin dit weigerde werd hij zelf uit zijn ambt gezet. Hij vertrok toen naar Saint-Andiol in Bouches-du-Rhône en voegde zich bij het Franse verzet. Moulin kwam in september 1941 in Londen aan en gebruikte het pseudoniem Joseph Jean Mercier. Hij ontmoette De Gaulle, die hem vroeg om de verscheidene verzetsgroepen samen te brengen. Op 1 januari 1942 werd hij gedropt als parachutist in het Franse Alpilles. Onder zijn codenamen Rex and Max legde hij contact met leiders van verzetsgroepen. Jean Moulin.
13) Paul Reynaud (1878 – 1966) was een Franse politicus en hij was een prominent advocaat in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Hij stond bekend wegens zijn opstelling over het economisch liberalisme en zijn militant verzet tegen Duitsland. Hij was de Minister President van de Derde Republiek en vice-president van de Democratische Republikeinse alliantie (centrum rechtse partij).
Carré 1 - 2012 pagina 13
008_CA01.indd 13
1/5/2012 8:07:22 AM