- De strafrechtvraag bij jeugdigen (16 – 18 jaar), ethisch dilemma ? - De strafrechtvraag bij jongvolwassenen (18 – 23 jaar) vanuit het perspectief van stoornis en ontwikkeling Studiedag ASR 18 april 2014 workshop 1 ‘Stoornis, context en ontwikkeling, handvatten voor de doelgroep' Theo Driessen GZ-psycholoog KJ / NIP / NRGD
[email protected] Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie
De strafrechtvraag bij jeugdigen (16 – 18 jaar), ethisch dilemma tussen ontwikkelingsbelang, openbare orde en maatschappelijke veiligheid ?
9. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene die aanleiding geven het volwassenenstrafrecht toe te passen ? (alleen van toepassing als onderzochte ten tijde van het plegen van het feit tussen de 16 en 18 jaar oud was)
2
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
In het adolescentenstrafrecht blijft de mogelijkheid bestaan om 16 en 17 jarigen onder het volwassenenstrafrecht te veroordelen (Wetgever: als de ernst van het feit, de omstandigheden van het delict of de persoonlijkheid van de dader hierom vragen) :
- Wordt vooralsnog een keer of tien per jaar door de RM overwogen - Slechts een keer of vijf per jaar toegepast - Het Jeugdstrafrecht is in principe op deze groep van toepassing Wegens het geringe aantal zaken en het jeugdstrafrecht-principe heeft het NIFP* ten aanzien van deze doelgroep geen wegingsonderzoek gedaan.
* (Jong)Volwassen ? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht, Lieke Vogelvang en Maaike Kempes, Bureau Wetenschap & Opleidingen, NIFP 2014
3
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Echter……een door de PJ-rapporteur onvoldoende onderbouwd antwoord op de strafrechtvraag bij jeugdigen (16-18) kan er toe leiden dat het volwassenenstrafrecht wordt toegepast (impact!), zonder goede gedragsdeskundige afweging. Stelling: Strafrechtvraag adviezen bij jeugdigen verdienen net als bij jongvolwassenen een scherpe en zo volledig mogelijke onderbouwing.
4
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Strafrechtadvisering bij jeugdigen, handvatten voor de rapporteur, twee dimensies: 1. De toepassing van het volwassenenstrafrecht bij jeugdigen is in strijd is met de pedagogische opdracht van het Jeugdstrafrecht en het ontwikkelingsbelang van de jeugdige, zoals verwoord in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. (IVRK 1989, unaniem goedgekeurd door de Verenigde Naties; zie ook ‘Het belang van het kind in het Nederlandse recht’, Margrite Kalverboer & Elianne Zijlstra, 2006, uitg. SWP) De volgende kind rechten worden in een detentiesituatie voor volwassenen HvB / PI, bijv. niet of onvoldoende gewaarborgd: Het recht op….adequate verzorging, educatie, een veilige fysieke wijdere omgeving, affectief klimaat, een ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur, adequaat voorbeeld gedrag, interesse, sociaal netwerk, educatie, omgang met leeftijdsgenoten, ervaren van een toekomstperspectief.
5
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Hoe verhoudt de PJ-rapporteur zich in de strafrechtvraag advisering bij jeugdigen tot dimensie 2 ? 2. Bij ernstige delicten, gepleegd door jeugdigen ouder dan 16 jaar met een non-empathische, verharde en / of disproportioneel agressieve attitude, een antisociale ontwikkeling en een ontbrekende behandelmotivatie ligt toepassing van het meerderjarigenstrafrecht, ter handhaving van de openbare rechtsorde en de bescherming van de samenleving, meer voor de hand dan toepassing van het jeugdstrafrecht.
6
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Facilitering van de PJ-rapporteur bij de beantwoording van de strafrechtvraag bij jeugdigen 1. Weging van de ontwikkelingsdomeinen (cognitief, neuropsychologisch, sociaal-emotioneel, geweten ?, ego / autonomie) Zou de wegingslijst indicatiecriteria adolescentenstrafrecht (Vogelvang en Kempes) hier mogelijk bij kunnen ondersteunen ? Nadere oriëntering en onderzoek wenselijk ? 2. Vaststellen ernst delict, mate van verharding, antisociale ontwikkeling, behandelmotivatie 3. Afweging 1. en 2.
7
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
De strafrechtvraag bij jeugdigen (16 – 18 jaar), ethisch dilemma ? Het NIFP stelt zich op het standpunt dat in principe het Jeugdstrafrecht op deze groep van toepassing is. Stelling: Er worden bij voorbaat voldoende (overigens nog nader te expliciteren) argumenten gezien om een jeugdige niet conform het volwassenenstrafrecht te veroordelen, zowel vanuit ontwikkelings-, pedagogisch-, maatschappelijk- als ethisch belang (internationaal recht). Discussie : Wie van de aanwezigen kan zich wel / niet met de stelling verenigen ? En op grond van welke argumenten ? 8
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
De strafrechtvraag bij jongvolwassenen (18 – 23 jaar) vanuit het perspectief van stoornis en ontwikkeling Vraag 1 van de vraagstelling Pro Justitia rapportage Is betrokkene lijdend aan een ziekelijke stoornis en / of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven ? heeft een hoge relevantie voor de jongvolwassenen strafrechtvraag 9 Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid en / of ontwikkeling van betrokkene die aanleiding geven het minderjarigenstrafrecht toe te passen ? (Geldt alleen indien betrokkene ten tijde van het plegen van het strafbare feit de leeftijd van 23 jaar nog niet had bereikt) Waarom ?
9
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Omdat…. - een gebrekkige ontwikkeling een lager niveau van functioneren met zich meebrengt en een ontwikkelingsleeftijd lager dan 18 jaar een rechtvaardiging voor toepassing van het minderjarigenstrafrecht kan vormen - Een stoornis komt altijd tot uiting in een vorm van gebrekkige ontwikkeling. (De kenmerken van) een stoornis beïnvloeden het ontwikkelingsniveau van functioneren op één of meerdere ontwikkelingsgebieden
10
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Het onderscheid tussen stoornis en ontwikkeling - Begrippen die zich moeilijk laten onderscheiden Bijv. gangbare terminologie tot nu toe: LVB, zwakbegaafdheid, zwakzinnigheid, cognitieve beperkingen, cognitieve ontwikkelingsachterstand; in DSM-5TM worden alle cognitieve beperkingen geclassificeerd als ‘intellectuele ontwikkelingsstoornis.’ Een ‘Severity index of impairment’ geeft daarbij aan in welke mate iemand in z’n cognitieve functioneren wordt beperkt.
- Zowel een stoornis als een gebrekkige ontwikkeling zijn mede te herleiden tot een neurobiologisch ‘substraat’ (hersenfuncties) - Een gebrekkige ontwikkeling verwijst vooral naar waarneembare kenmerken en uitingen van gedrag die deels als veranderbaar, deels als stabiel kunnen worden opgevat; -
11
Zo spreken we in dit verband van sociaal-emotionele beperkingen of sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand en niet van een emotionele stoornis;
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Implicaties van stoornissen gezien in ontwikkelingsperspectief - Omdat een stoornis altijd tot uiting komt in een vorm van objectiveerbare gebrekkige ontwikkeling, wordt het begrip ontwikkeling voor het antwoord op de strafrechtvraag operationeel bruikbaarder geacht dan het abstractere begrip stoornis - Een vertaalslag van (kenmerken van) een stoornis naar het niveau van functioneren (ontwikkelingsleeftijd) op de ontwikkelingstaken van de adolescentie ligt dan voor de hand - Een dergelijke vertaalslag kan voor elke stoornis gemaakt worden 12
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Ontwikkelingstaken adolescentie (12 – 18 jaar)* • • • • • • • • •
Positie ten opzichte van ouders Onderwijs en / of werk Vrije tijd Creëren en onderhouden van een eigen woonsituatie Autoriteit en instanties Gezondheid en uiterlijk Sociale contacten en vriendschappen Intimiteit en seksualiteit ‘Code-switching’ bij cultuurverschillen (additioneel)
* Slot en Spanjaard 1999 en De Wit et al. 1995
13
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Ontwikkelingsrichtlijn Jong-volwassenheid * Een leeftijdsadequaat ontwikkelde jong-volwassene tussen 18 en 23 jaar heeft de ontwikkelingstaken van de adolescentie grotendeels dan wel geheel voltooid:
Hij / zij beschikt over de mogelijkheden om voor zichzelf te zorgen, koopt zelfstandig kleren, kookt maaltijden, kan gedeeltelijk financieel voor zichzelf zorgen door bijv. een (bij)baan en in een aantal gevallen zullen zij het ouderlijk huis verlaten en een eigen woning betrekken;
De jongere heeft eigenheid / identiteit ontwikkeld, opvattingen gevormd, neemt zelfstandig beslissingen, acht belang aan de invulling van zijn toekomst en heeft zijn opleidingskeuze daarop afgestemd;
* ‘Het belang van het kind in het Nederlandse recht’, Margrite Kalverboer & Elianne Zijlstra, 2006
14
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
De relatie tussen de jongere en zijn ouders heeft een gelijkwaardiger karakter gekregen; De jongere is in staat om de stabiliteit in zijn levensomstandigheden te handhaven; Door toename in zelfstandigheid is de jongere in bedreigende situaties in staat om gevaar af te wenden; De jongere is in staat tot wederkerige, respectvolle vriendschappelijke en intieme relaties; De jongere beschikt over een gegroeid sociaal netwerk.
15
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Enkele specifieke stoornissen en de uitvoering van ontwikkelingstaken
• Hechtingsstoornis • Autisme spectrum stoornis • Gedragsstoornis
16
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Hechtingsstoornis Kenmerken* • Ambivalente en instabiele objectrelaties • Oppervlakkige hechtingen • Attitude : Angstig, geremd, wantrouwend, vijandig, afwijzend, distantieloos • Affectief : aantrekken en afstoten • Instabiel zelfgevoel en zelfbeeld Gevolgen voor de ontwikkeling Stagnatie van cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling : • Gebrek aan cognitieve flexibiliteit, gebrekkig vermogen tot mentaliseren / het ontbreken van een ‘ theory of mind’
* DSM-IV-TR ** ‘Stoornis en Delict’ , Handboek psychiatrische en psychologische rapportage in strafzaken, hfdst 13, A.Pen, A. de Groot, W.F. van Kordelaar (uitg: de Tijdstroom)
17
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Hechtingsstoornis
Met name relevant voor de forensische diagnostiek** : • Gebrekkige beheersing van de eigen wensen / gerichtheid op directe behoeftebevrediging • gebrekkige beheersing van de eigen emoties (gebrekkige emotieregulatie- en agressieve impulscontrole) • Beperkt empathisch vermogen
18
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Implicaties hechtingsstoornis met name voor de volgende ontwikkelingstaken:
• Positie ten opzichte van de ouders : Ten gevolge van de onbevredigde affectieve en pedagogische kinderlijke afhankelijkheidsbehoeftes blijft de adolescent verstrikt in de ambivalente relatie met zijn ouders. Dientengevolge blijft hij (negatief) van hen afhankelijk en stagneren zijn sociaalemotionele, zijn ego- en zijn autonomie ontwikkeling.
19
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
• Autoriteit en instanties: Op grond van de stagnatie van cognitieve en emotionele competenties komt de gewetensontwikkeling onvoldoende op gang. Dit leidt tot problemen met het accepteren van gezag en van geldende regels en gedragscodes. • Sociale contacten, vriendschappen, intimiteit en seksualiteit: Hebben ten gevolge van de sociaal-emotionele instabiliteit, met name de emotieregulatie- en agressieve impulscontrole problematiek een grillig en onvoorspelbaar verloop. Hierdoor bestaat een verhoogde kans op sociaal-maatschappelijk risicovol gedrag.
20
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Autisme Spectrum Stoornis Kenmerken* • Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie • Kwalitatieve beperkingen in de communicatie (verbaal en nonverbaal) • Beperkende, zich herhalende, stereotype patronen van belangstelling, gedrag of activiteiten Gevolgen voor de ontwikkeling Beperkingen in cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling : • Gebrek aan cognitieve flexibiliteit, gebrekkig vermogen tot mentaliseren / het ontbreken van een ‘theory of mind’; * ‘Stoornis en Delict’ , Handboek psychiatrische en psychologische rapportage in strafzaken, hfdst 6, A. Bartels (uitg: de Tijdstroom Utrecht)
21
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Met name relevant voor de forensische diagnostiek** • gebrek aan of ontbreken van invoelend vermogen in anderen en wederkerigheid in contacten en relaties • gebrek aan inschatten van sociale signalen • Rigiditeit / onvermogen tot verandering • Heftige emotionele uitingen (woede, agressie) bij plotselinge veranderingen (emotieregulatie-problematiek)* • Pre-occupaties / obsessiviteit type delict* • De kernsymptomen van ASS zijn niet te behandelen* *
‘Stoornis en Delict’ , Handboek psychiatrische en psychologische rapportage in strafzaken, hfdst 6, A. Bartels (uitg: de Tijdstroom Utrecht)
** ‘Een vreemde wereld, Martine F. Delfos, uitg. SWP
22
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Implicaties ASS met name voor de volgende ontwikkelingstaken Wegens de (het gehele functioneren doordringende) aard van de stoornis heeft deze verregaande implicaties voor alle ontwikkelingstaken, met name : • Op grond van de stoornis gerelateerde sociaal-emotionele en cognitieve beperkingen van de jongere wordt de relatie met zijn / haar ouders niet minder afhankelijk en niet gelijkwaardiger; • Op grond van het gebrek aan cognitieve flexibiliteit, in combinatie met eventuele stereotype patronen van belangstelling, gedrag of activiteiten, is het lastig voor de jongere om zijn / haar onderwijsactiviteiten en /of werk, woonsituatie met huisgenoten, vrije tijd en omgang met autoriteit en instanties passend c.q. sociaal-maatschappelijk adequaat vorm te geven en te organiseren;
23
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
• Het passend vormgeven van sociale contacten en vriendschappen,intimiteit en seksualiteit heeft met name te lijden onder het met de stoornis gegeven gebrek aan empathie, - wederkerigheid, - inlevingsvermogen en - ‘theory of mind’; • De mogelijkheid tot ‘cultural code switching’ ten slotte wordt eveneens beperkt door het gebrek aan inlevingsvermogen, ‘theory of mind’ en gebrek aan cognitieve flexibiliteit c.q. rigiditeit en starheid.
24
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Gedragsstoornis De Gedragsstoornis verwijst naar kenmerken van gedrag die als manifestaties van een gebrekkige ontwikkeling kunnen worden opgevat, als gevolg van affectief-pedagogische tekorten en / of in relatie tot een (andere) stoornis (co-morbiditeit). Een repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen, of belangrijke bij de leeftijd passende maatschappelijke normen of regels worden geschonden, zoals blijkt uit de aanwezigheid van minstens drie van vijftien criteria uit één van de onderstaande categorieën, in het afgelopen jaar, met minstens één criterium ook in de afgelopen zes maanden*.
25
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Kenmerken* • Agressie jegens mensen en dieren • Vernieling van eigendommen • Bedrog of diefstal • Ernstige overtredingen van regels
* DSM-5 TM : Normoverschrijdend-gedragsstoornis (Conduct disorder) classificatiecriteria
26
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Met name relevant voor de forensische diagnostiek*
• Gedragsstoornis is de meest gestelde diagnose bij forensische populaties (delinquentie); • Gedragsstoornis is een classificatie gebaseerd op objectiveerbaar gedrag, passend bij de uitgangspunten van de DSM; • Het betreft een oppervlakkige stoornis classificatie; • De criteria zijn vrij ruim.
* ‘Stoornis en Delict’ , Handboek psychiatrische en psychologische rapportage in strafzaken, hfdst 7, T. Bakkum (uitg: de Tijdstroom Utrecht)
27
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Implicaties Gedragsstoornis met name voor de volgende ontwikkelingstaken • Autoriteit en instanties • Positie ten opzichte van ouders • Onderwijs en/of werk • Vrije tijd / sociale contacten
28
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
Stoornis en strafrechtvraag relevantie bij jong-volwassenen Vanuit het stoornis-denken mede bepalend voor het advies jeugd- of volwassenstrafrecht zijn de volgende factoren : - De ernst van de stoornis (kan worden vastgesteld met behulp van de DSM-5TM ‘severity index of impairment’ (maat voor de ernst van de beperkingen in functioneren)
- Noodzakelijke tijdsduur van de behandeling - Beschikbaarheid van (erkende) gedrags- en behandelingsinterventies - De vertaalslag van stoornis-kenmerken en daarmee samenhangend (dis)functioneren op ontwikkelingstaken naar de onderbouwing van het antwoord op de strafrechtvraag; in combinatie met de resultaten van de wegingslijst ASR NIFP (Vogelvang en Kempes)
29
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014
N=1 9. Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid en / of ontwikkeling van betrokkene die aanleiding geven het minderjarigenstrafrecht toe te passen ? (Geldt alleen indien betrokkene ten tijde van het plegen van het strafbare feit de leeftijd van 23 jaar nog niet had bereikt) Er zijn geen argumenten gelegen in de persoonlijkheids- ontwikkeling van betrokkene die aanleiding geven het minderjarigenstrafrecht toe te passen. Betrokkene beschikt weliswaar over onrijpe emotionele en sociale vaardigheden, er is echter geen sprake van een substantiële ontwikkelings-achterstand. Betrokkene beschikt over gemiddelde cognitieve vaardigheden. Het volwassenenstrafrecht sluit beter aan bij de actuele ontwikkelingsopdracht van betrokkene om meer verantwoordelijkheid voor haar gedrag te leren nemen en daarnaast wordt haar probleembesef hierdoor vergroot.
30
Workshop 1 Studiedag Adolescentenstrafrecht NIFP 18 april 2014