Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH ‘S-GRAVENHAGE
AFDELING
PLAATS
ONS KENMERK
Leusden
GB/15.008/svdb
E-MAIL
DATUM
UW KENMERK
[email protected]
10 februari 2015
BETREFT
Inzet gezamenlijke politiebonden nieuwe CAO Politie
Geachte heer Opstelten, De ACP, NPB, VMHP en ANPV hebben de afgelopen weken gesprekken gevoerd om te komen tot één gezamenlijk eisenpakket voor een nieuwe CAO Politie. Voor u ligt het resultaat van deze gesprekken, waarbij wij het volgende hebben overwogen: > Binnen de Nederlandse politie en de Politieacademie vindt op dit moment de grootste reorganisatie ooit van de Nederlandse overheid plaats. Deze reorganisatie, die moet leiden tot harmonisatie en uniformering van de voormalige korpsen en de Politieacademie, doet een extra beroep op de flexibiliteit, loyaliteit en vasthoudendheid van de medewerkers. > Demografische ontwikkelingen hebben het noodzakelijk gemaakt de AOW- en pensioengerechtigde leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Dit legt een extra beslag op de fysieke en mentale gesteldheid van de medewerkers, naast de zwaarte die het beroep op zich al met zich mee brengt. Om deze reden moeten medewerkers in staat worden gesteld hun werk op een gezonde en adequate wijze te blijven verrichten tot hun pensioengerechtigde leeftijd. > De druk op de operationele sterkte is de afgelopen jaren tot onverantwoorde hoogte gestegen, met als gevolg een onophoudelijke reeks overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Volgens de officiële cijfers is er sprake van overcapaciteit (uitgaande van het politiek gestelde maximum van 49.500 fte’s), maar in werkelijkheid werkt het personeel standaard ‘in het rood’. De oorzaken daarvan zijn niet alleen de extra taken en prioriteiten die de politiek jaarlijks aan de werklast van de politie toevoegt, maar ook een veel te hoog ziekteverzuim. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijke schijnsterkte doordat de inzetbaarheid van de politiestudenten tijdens hun stageperioden structureel te hoog wordt aangeslagen. Er moeten daarom, naast het sluiten van een rechtvaardige CAO, ook oplossingen komen die de druk op de operationele sterkte verminderen. > In de afgelopen jaren heeft de politiesector een voorbeeldrol genomen in het afspreken van de 0-lijn (packagedeal 2011), waardoor politiemedewerkers inmiddels 4 jaar op de 0-lijn zitten. > De politie moet ook in de toekomst een aantrekkelijke werkgever blijven om te kunnen voorzien in de groeiende behoefte aan jonge aanwas. > Nieuwe werkvormen gaan niet voorbij aan de politiesector en deze nieuwe werkwijzen zijn randvoorwaardelijk voor een goede en efficiënte taakuitvoering. Op basis van deze overwegingen zijn de gezamenlijke politiebonden gekomen tot het volgende eisenpakket.
Bij beantwoording ons kenmerk vermelden a.u.b.
DATUM
PAGINA
10 februari 2015
2/5
Inkomen 1. Salarisverhoging De politiebonden willen, uitgaande van een looptijd van 1 jaar, vanaf 1 januari 2015 voor alle medewerkers een structurele salarisverhoging van 3,3 procent met een minimumverhoging van € 100 bruto per maand. 2. Reorganisatietoeslag De overgang van regiopolitie naar nationale politie duurt onverwacht lang. Ook voor de personele reorganisatie bleek een veel langere aanloop nodig dan gepland. Het gevolg is dat de politiemedewerkers al jaren hun werk doen in een bijzonder onrustige organisatie, die tegelijkertijd ook in zekere zin ‘op slot’ zit en waarin loopbaanstappen moeilijk te maken zijn. Toch blijft iedereen zijn uiterste best doen om zoveel mogelijk politiewerk zo goed mogelijk gedaan te krijgen. De politiebonden vinden het hoog tijd dat de werkgever deze inzet en loyaliteit in turbulente tijden beloont met een financiële blijk van waardering. De politiebonden willen daarom voor alle medewerkers een eenmalige reorganisatietoelage. Het moet gaan om een substantieel bedrag, uit te betalen in juni 2015. 3. Carrièremogelijkheden en financieel doorgroeiperspectief voor Ondersteuning Binnen politie Nederland zijn er veel functies die geen carrièreperspectief bieden. Dit komt met name binnen de ondersteuning veel voor. Goed functionerende collega’s die het maximum van hun functieschaal bereiken zitten daar vaak erg lang. Hun (financieel) doorgroeiperspectief is laag en overgang naar andere werkterreinen behoort vaak niet tot de mogelijkheden. Dat komt de motivatie vaak niet ten goede. Voor deze medewerkers in de ondersteuning willen de politiebonden uitloopperiodieken in het leven roepen die worden toegekend nadat gedurende een langere periode het maximum van hun functieschaal is bereikt. De toekenningsvoorwaarden zijn daarbij gelijk aan die van de reguliere periodieken. Daarnaast willen de bonden afspraken maken over begeleiding en opleiding van mensen die op het maximum zitten van hun functieschaal en die een switch willen maken naar een andere functie in het domein Ondersteuning of het domein Uitvoering. 4. Onregelmatigheidstoeslag (OT) De politiebonden willen dat met ingang van 1 januari 2015 de OT-bedragen worden verhoogd met € 1 per uur en daarna jaarlijks aangepast worden aan de inflatie. Daarnaast moet de OT op doordeweekse dagen over een ruimer tijdvak toegekend worden. Net als in alle andere 24/7sectoren moeten ook de uren tussen 18.00 en 21.00 uur voortaan worden erkend als ‘avonduren’ en dus een OT-aanspraak opleveren. Tenslotte moeten ook de uren van 7.00 tot 9.00 na een reguliere nachtdienst in aanmerking gebracht worden voor de OT. 5. Piketvergoeding De Politiebonden willen dat de piketvergoeding met ingang van 1 januari 2015 verhoogd wordt tot € 4 per uur. Gezien de forse belasting die een piketdienst met zich mee kan brengen, stellen de politiebonden als voorwaarde dat er tegelijk harde afspraken gemaakt worden over vermindering van het aantal piketdiensten. Met verhoging van de piketvergoeding hopen de politiebonden, naast een reëlere vergoeding voor de collega’s, te bereiken dat de werkgever het aantal piketdiensten (en hun grote impact op het privéleven van politiemensen) zo beperkt mogelijk houdt. Omdat er met name bij grootschalige inzet vaak onduidelijkheid is over 'plaatsgebonden piket', willen de politiebonden daar duidelijke afspraken over maken. 6. Vergoeding overuren Als een medewerker overuren maakt, levert dit extra flexibiliteit op voor de politieorganisatie. De politiebonden vragen de werkgever in ruil daarvoor om zich flexibel te tonen in de wijze waarop overuren vergoed worden. De keuze van de medewerker om overuren inclusief de overwerktoeslag in tijd of geld vergoed te krijgen, moet daarom leidend worden. Om dit mogelijk te maken dient artikel 27 van het Besluit Bezoldiging Politie aangepast te worden.
DATUM
PAGINA
10 februari 2015
3/5
7. Reiskostenvergoedingen De huidige kilometervergoeding binnen de sector politie voor woon-werkverkeer is allesbehalve kostendekkend voor een gemiddelde autobezitter. Volgens het Nibud (berekeningen over 2014) is de gemiddelde kilometerprijs van een kleine middenklasse-auto €0,43 per kilometer. De politiebonden willen daarom de kilometervergoeding woon-werk verhogen naar de wettelijk vastgestelde belastingvrije vergoeding van €0,19 per kilometer. Daar bovenop moet er een passende compensatie komen voor het door de werkgever eenzijdig geïntroduceerde declareren op dagbasis. De besparing op reiskostenvergoedingen die de werkgever door deze maatregel realiseert, kan hiervoor ingezet worden. Voor dienstreizen willen de politiebonden het uitgangspunt afspreken dat de werkgever dienstvervoer ter beschikking stelt. De medewerker mag er zelf voor kiezen of hij daarvan gebruik maakt of niet. Maakt hij voor een dienstreis gebruik van eigen vervoer, dan geldt de gebruikelijke vergoeding van €0,28 per kilometer. Is er onverhoopt geen dienstvervoer beschikbaar waardoor de medewerker gedwongen wordt om met eigen vervoer te reizen, dan moet een vergoeding voor de gemaakte onkosten gaan gelden van €0,43 per kilometer. Duurzame loopbaan 1. (Vroeg)pensioen Omdat het politievak een hoogrisicoberoep is moet het ook in de toekomst voor politiemedewerkers mogelijk blijven om geheel of gedeeltelijk eerder te stoppen met werken. Door een reeks politieke besluiten (verhoging AOW/pensioenleeftijd, afschaffing levensloopregeling) is de vroegpensioenregeling binnen de politiesector (de VPL-regeling) de laatste jaren in toenemende mate onder druk komen te staan. Het is dus nodig hierover nieuwe afspraken te maken, waarbij de politiebonden als uitgangspunt nemen dat het aantal jaren dat eerder gestopt kan worden met werken en de mate van inkomensbehoud gelijkwaardig zijn aan de afspraken uit 2005. Nieuwe wetgeving heeft er ook voor gezorgd dat medewerkers met een salaris boven €100.000 geen belastingvrij pensioen meer kunnen opbouwen boven dit bedrag. Deze medewerkers moeten de mogelijkheid krijgen om bij het ABP netto pensioen op te bouwen. Politiemedewerkers blijken, mede doordat de veranderingen op pensioengebied elkaar snel opvolgen, grote behoefte te hebben aan goede voorlichting over hun (vroeg)pensioenmogelijkheden. De politiebonden willen daarom dat de werkgever aan medewerkers van 55 en ouder adviesgesprekken gaat aanbieden over hun (vroeg)pensioenmogelijkheden. 2. Duurzame inzetbaarheid Het kabinetsbesluit om de AOW-leeftijd geleidelijk te verhogen naar 67 jaar en daarna aan te passen aan de gemiddelde levensverwachting, maakt dat politiemensen ook langer zullen moeten doorwerken. De politiebonden vinden dat daarom dringend geïnvesteerd moet worden in de duurzame inzetbaarheid van politiemedewerkers. Zowel werkgever als vakbonden hebben de visie en bouwstenen uit het rapport 'Een leven lang werken' van de werkgroep Inzetbaarheid onderschreven. In de vorige CAO is afgesproken dat met de verbetervoorstellen uit dit rapport aan de slag wordt gegaan. Echter, tot op de dag van vandaag is met veel van deze voorstellen zoals uitbreiding van het aantal IBT-uren en meer aandacht voor fysieke en mentale gezondheid nog weinig tot niets gedaan. De politiebonden willen daarom vóór 1 juni 2015 definitieve afspraken maken over de manier waarop de voorstellen uit het rapport worden uitgevoerd. In het kader van duurzame inzetbaarheid willen de bonden daarnaast afspraken maken over o.a. sporten en trainen in teamverband, een vrijwillige preventieve medische checkup, het door de werkgever aanbieden van een minder belastende functie aan medewerkers die jarenlang in de frontlinie gewerkt hebben en gedegen voorlichting over nachtarbeid en gezonde voeding. Ten slotte willen de politiebonden in de rechtspositie regelen dat politiemedewerkers aanspraak krijgen op volledige vergoeding van door de dienst geleden schade.
DATUM
PAGINA
10 februari 2015
4/5
3. Rust in roosters De druk op de beschikbare personeelscapaciteit om roosters gevuld te krijgen blijft onverminderd groot. De politiebonden willen daarom afspraken maken die leiden tot meer rust in de roosters: • Het dagrooster wordt voortaan zeven dagen in plaats van vier dagen van tevoren vastgesteld. • Er is inmiddels in enkele teams ervaring opgedaan met ‘zelfroosteren’. Hiermee kunnen medewerkers in teamverband actief bijdragen aan een voor hen passend rooster. Omdat de ervaringen hiermee positief blijken te zijn, dringen de politiebonden aan op een proefproject met zelfroosteren. Indien dit leidt tot een positieve evaluatie kan dit omgezet worden in landelijk beleid. • Geplande vrije dagen worden niet meer zonder toestemming van de medewerker verplaatst nadat het 26-weeks rooster is vastgesteld. • Om verlofstuwmeren te voorkomen, worden meeruren voortaan per kwartaal herberekend (en uitbetaald bij meer dan 9 meeruren) in plaats van per jaar. • De verschuivingsvergoeding heeft helaas niet gezorgd voor meer rust in roosters. Om het aantal verschoven diensten terug te dringen zal deze vergoeding daarom fors verhoogd moeten worden. Ook wanneer er minder dan 8 uren verschoven zijn moet de verschuivingsvergoeding gaan gelden. 4. 45-jarig ambtsjubileum Door de verhoging van de AOW-leeftijd en het verlagen van de pensioenopbouw zullen veel politiemedewerkers langer blijven doorwerken. Nu heeft iemand aanspraak op een gratificatie bij een ambtsjubileum van 12,5, 25, 40 of 50 jaar. De politiebonden stellen voor aan deze regeling een extra blijk van waardering toe te voegen voor trouwe dienst. Dit in de vorm van een 45-jarig ambtsjubileum met bijbehorende gratificatie van 100% van het salaris. Daarbij moet een korte onderbreking van het werken bij de politie niet afgestraft worden: eerdere dienstjaren moeten gewoon meetellen voor het totaal. Gevolgen personele reorganisatie 1. Reistijden Door de vorming van de Nationale Politie zullen voor grote groepen medewerkers (met name in de ondersteuning en opsporing) de reistijden voor woon-werkverkeer flink toenemen. Dit kan een behoorlijke impact hebben op de privé-sfeer. Er blijft immers minder tijd over voor gezin, zorgtaken en vrije tijd. De politiebonden vinden dat de huidige norm van 1,5 uur enkele reis een te hoge belasting met zich meebrengt voor medewerkers. Lange reisafstanden moeten daarom zoveel mogelijk voorkomen en afgebouwd worden. Concreet stellen de politiebonden voor om in 'fase 2' van de reorganisatie - waarin de feitelijke bezetting in overeenstemming moet worden gebracht met de formatie - een voorrangspositie te creëren voor medewerkers met een reistijd langer dan 1 uur enkele reis. Deze medewerkers moeten na preferente- en herplaatsingskandidaten als eerste voor een passende functie in aanmerking komen als daarmee hun reistijd wordt verkort. Voor toekomstige reorganisaties moet een maximale reistijd gaan gelden voor woon-werkverkeer van 1 uur enkele reis. 2. Het Nieuwe Werken In de vorige CAO is afgesproken dat ‘Het Nieuwe Werken’ geleidelijk zou worden ingevoerd binnen de politie. Tot nu toe is dit echter onvoldoende van de grond gekomen, terwijl de reisafstanden voor veel politiecollega’s sterk zullen toenemen als gevolg van de personele reorganisatie. De politiebonden willen daarom dat breed gebruik gemaakt gaat worden van 'het nieuwe werken' daar waar het werk dit toelaat. Hierbij kan gedacht worden aan thuiswerken, maar ook aan het werken vanuit een flexibele werkplek dichtbij het woonadres van de medewerker. Dat kan een politiekantoor of andere plek zijn. Door slim gebruik te maken van technische mogelijkheden als videoconferencing is het ook op afstand goed mogelijk om in teamverband te werken. Dit vereist wel een cultuuromslag en een investering in de benodigde techniek. Deze investering wordt echter in veelvoud terugverdiend doordat fors bespaard kan worden op reiskosten.
DATUM
PAGINA
10 februari 2015
5/5
Overig 1. Opleiding en scholing Ook wat betreft opleiding en scholing willen de politiebonden dat uitvoering wordt gegeven aan de afspraken uit het rapport ‘Een leven lang werken: Het realiseren van Duurzame Inzetbaarheid in de sector Politie’. Dat betekent onder andere: training on the job, duidelijke EVC-trajecten, ruime mogelijkheden voor stage en detacheringen, een persoonlijk ontwikkelbudget, uitvoering geven aan de opleidingsprofielen (bij de LFNP-functies), aanpassingen in (de opzet van) het politieonderwijs en ontwikkelen van een ‘open universiteitsmodel’. Maar ook (veel) meer trainen en minder toetsen. 2. Loopbaanpaden Vóór 1 januari 2017 moeten er loopbaan(ontwikkelings)paden zijn ontwikkeld die medewerkers in staat stellen om door te groeien zowel binnen als tussen de verschillende LFNP-domeinen. 3. Sociaal verlof In het kader van de participatiemaatschappij komt er steeds meer druk op ondersteuning van hulp-behoevenden in de omgeving van politiemensen. De politiebonden willen daarom het bestaande zorg– en calamiteitenverlof uitbreiden met een zogenaamd sociaal verlof. Voorstel is 12 dagen op jaarbasis. Ook wordt voorgesteld om de huidige beperking ten aanzien van het calamiteitenverlof te verruimen. Ten slotte stellen de politiebonden voor om ook bij overlijden binnen de familie, anders dan de eerste of tweede graad, verlof op te nemen in de bestaande regeling. 4. Rechtspositie politievrijwilligers Het Besluit rechtspositie vrijwillige politie is niet volledig; er ontbreken o.a. voorzieningen bij een dienstongeval of beroepsziekte. De politiebonden willen politievrijwilligers daarom laten vallen onder de algemene rechtspositie voor politieambtenaren en slechts nog waar nodig uitzonderingen afspreken. Hiermee wordt de rechtspositie van vrijwilligers beter gewaarborgd en bovendien maakt het de regelgeving eenvoudiger doordat geen sprake meer hoeft te zijn van een aparte regeling. Tot slot Wij gaan graag in op uw uitnodiging om op 12 februari te starten met de gesprekken over een nieuwe CAO. Wij gaan ervan uit dat u ons voor die dag – of uiterlijk op 12 februari zelf – een aanzienlijk concreter werkgeversaanbod zult presenteren dan uw inzetbrief van 7 december. Beide partijen hebben dan duidelijke aanknopingspunten voor onderhandelingen aangeboden. Dat is wat ons betreft een cruciale voorwaarde voor open en reëel overleg. Hoogachtend, De Politievakbonden,
ACP G. van de Kamp
NPB H. Busker
VMHP S. Eichhorn
ANPV G. Priem