-concept-
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal J. Ras
-conceptAanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal J. Ras
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal J. Ras SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek © SOB Research Heinenoord, februari 2008 ISBN/EAN: 978-90-5801-601-0 Projectnummer: 1428-0802
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Inhoud 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Planontwikkeling Opdrachtverlening Doel van het onderzoek Fasering Onderzoeksteam
3 3 3 4 5 5
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken Archiefonderzoek Archeologisch verwachtingsmodel Veldonderzoek Uitwerking en rapportage
7 7 7 7 8
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Resultaten archiefonderzoek Geologische gegevens Archeologische gegevens Historische gegevens Luchtfoto’s Archeologisch verwachtingsmodel
9 9 11 13 13 13
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Resultaten veldonderzoek Inleiding Booronderzoek IVO Geologische opbouw Archeologische indicatoren booronderzoek Toetsing archeologisch verwachtingsmodel
15 15 15 15 16 17
5.
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
19
Literatuur
21
Verklarende woordenlijst
23
Bijlage 1:
Administratieve gegevens
25
Bijlage 2:
Archeologische en geologische tijdschaal
27
Bijlage 3:
Overzicht Boorgegevens Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal
29
SOB Research: Gegevens
39
Bijlage 4:
2
1. Inleiding 1.1. Planontwikkeling Aanleiding voor het archeologisch onderzoek vormt de voorgenomen planontwikkeling ter plaatse van de Van Heemstraweg 42 te Beneden-Leeuwen (Gemeente West Maas en Waal). Hier zal bestaande bebouwing worden afgebroken, en vervangen door nieuwbouw. Hierbij zal de bodem worden geroerd tot een diepte van circa 1.5 meter beneden maaiveld. Als gevolg van de te voorziene bodemingrepen (graaf- en bouwwerkzaamheden) zullen mogelijk archeologisch relevante horizonten worden verstoord. Op basis van het vigerende Europese (Verdrag van Valletta), het landelijke (o.m. Wet Archeologische Monumentenzorg (WAMz 2007) en de KNA 3.1), het provinciale beleid en het gemeentelijke beleid zal daarom een verantwoorde inschatting en afweging moeten worden gemaakt van de in het geding zijnde archeologische belangen. Ten behoeve van deze planontwikkeling is in een eerder stadium door Becker & Van de Graaf een Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn delen van het plangebied niet onderzocht, omdat hier bestrating lag en bebouwing stond (C. Helmich & M. Janssen: Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal; Nijmegen, 2007). Deze delen dienden nu alsnog onderzocht te worden. De afbakening van het onderzoeksgebied is daarom niet gelijk aan de afbakening van het plangebied, zoals deze is aangegeven door de opdrachtgever, omdat het archeologisch onderzoek gericht is op het in kaart brengen van de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden binnen die delen van het plangebied die nog niet onderzocht waren (zie Afbeelding 2 en Afbeelding 3).
Afbeelding 1. Ligging van het onderzoeksgebied (rode stip) in Nederland.
1.2 Opdrachtverlening Omdat de met de realisatie van deze plannen gepaard gaande werkzaamheden zouden kunnen leiden tot een aantasting van mogelijk aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden en daarmee tot een aantasting van de landschapskwaliteit, als gevolg van de diverse graafwerkzaamheden, heeft J&J Adviseurs, namens KDO Druten, aan SOB Research verzocht om een plan van aanpak op te stellen voor een Aanvullend Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO) ten behoeve van de delen van het plangebied die nog niet door Becker & Van de Graaf waren onderzocht.
3
Op basis van het door SOB Research opgestelde plan van aanpak (Aanvraag “Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal”, d.d. 14 februari 2008) is door KDO Druten, aan SOB Research opdracht verleend om ten behoeve van het onderzoeksgebied een Aanvullend Archeologisch Bureauonderzoek en een IVO door middel van grondboringen uit te voeren.
Afbeelding 2. Ligging van het plangebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Het door Becker & Van de Graaf onderzochte deel van het plangebied is geel omkaderd. Het door SOB Research onderzochte deel van het plangebied is rood omkaderd. Schaal 1: 25.000.
1.3 Doel van het onderzoek De opgave voor het onderzoek door SOB Research was de archeologische en aardkundige waarden ter plaatse van het onderzoeksgebied te inventariseren en te documenteren. Het onderzoek was gericht op de volgende aandachtspunten: •
De geologie en landschapsgeschiedenis ter plaatse van het onderzoeksgebied, in relatie tot de bewoningsmogelijkheden in het verleden;
•
De aanwezigheid van archeologische waarden ter plaatse van het onderzoeksgebied: onderzoek naar bewoningssporen uit de prehistorie, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd;
•
De aard, omvang, (diepte)ligging en indien mogelijk de datering van eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen;
4
•
De mate waarin archeologische en cultuurhistorische waarden door de uit te voeren inrichtings- en bouwwerkzaamheden met aantasting worden bedreigd.
1.4 Fasering Na de opdrachtverlening is er een begin gemaakt met het onderzoek. Eerst is gewerkt aan de voorbereiding (het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel) en de planning van het onderzoek. Hierbij zijn diverse archieven geraadpleegd om al aanwezige archeologische, historische, geologische en luchtfoto-informatie zoveel mogelijk te kunnen benutten. Vervolgens is op 20 februari 2008 een archeologisch veldonderzoek uitgevoerd. Dit veldonderzoek bestond uit een verkennend booronderzoek. Tenslotte is, op basis van de verkregen gegevens, een overzicht samengesteld van de aangetroffen archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies, alsmede de op basis hiervan tot stand gekomen adviezen zijn uitgewerkt in het nu voorliggende eindrapport.
1.5 Onderzoeksteam Het onderzoeksteam van SOB Research bestond uit: J. Ras J. W. van Zessen
archiefonderzoek, rapportage coördinatie veldwerk, veldwerk, gegevensverwerking
5
Afbeelding 3. Ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Kadastrale Kaart. De positie van af te breken bebouwing is weergegeven (geel gemarkeerd). Het overige deel van het onderzoeksgebied bestond uit verharding (grijs gemarkeerd). Kaartschaal 1: 2500. © Topografische Dienst Kadaster, Emmen [2008].
6
2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 2.1 Archiefonderzoek In het kader van het bureauonderzoek zijn diverse archieven geraadpleegd. Dit onderzoek heeft tot doel gebruik te maken van de in deze archieven beschikbare of alsnog destilleerbare informatie over de landschaps- en bewoningsgeschiedenis van het gebied. Onder meer zijn daarbij de archieven van de Topografische Dienst en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM-ARCHIS2) geraadpleegd. Ook werd gebruik gemaakt van het rapport “Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Van Heemstraweg 42, Beneden Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal”(Helmich, C., en M. Janssen: 2007). Daarnaast werd er over het onderzoeksgebied en de directe omgeving nadere archeologische en historische informatie vergaard uit meerdere bronnen.
2.2 Archeologisch verwachtingsmodel Op basis van het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Hierbij gaat het vooral om een gespecificeerde verwachting ten aanzien van de mogelijk aanwezige archeologische vondstcomplexen (mogelijke aard, gaafheid en ouderdom) en de relatie (mogelijke diepteligging en context) met de geologische ondergrond. Op basis van het archeologisch verwachtingsmodel is het onderzoeksplan voor het veldonderzoek uitgewerkt.
2.3 Veldonderzoek 2.3.1 Booronderzoek Op basis van het onderzoeksplan is het booronderzoek op het terrein uitgevoerd. Ten einde het op basis van de informatie van het bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachtingsmodel te kunnen toetsen, is gekozen voor de uitvoering van een veldonderzoek door middel van grondboringen. Ten grondslag aan deze keuze ligt het gegeven dat relevante archeologische niveaus mogelijk door sediment zijn afgedekt, waardoor het opsporen van archeologische vindplaatsen exclusief door middel van een oppervlaktekartering niet mogelijk was. De uitvoering van grondboringen was daarom in dit geval de minst destructieve methode, waarmee met voldoende betrouwbaarheid de aan- of afwezigheid van archeologische waarden kon worden aangetoond. Door middel van boringen kunnen archeologische sporen worden getraceerd. Indicatoren voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen zijn onder meer de aanwezigheid van houtskool, verbrand bot, aardewerkfragmenten, potgruis, vuursteen, puin of verstoorde grondlagen. Vaak kan de stratigrafie, de aard, de dikte, de omvang en de ouderdom van de archeologisch interessante grondlagen aan de hand van de boringen globaal worden bepaald en verder in kaart worden gebracht. Bovendien kan door middel van grondboringen inzicht in de geologische opbouw van een gebied worden verkregen. Dit is vooral van belang omdat de bewoningsmogelijkheden in Nederland tot de Romeinse tijd volledig afhankelijk waren van de landschappelijke situatie. Ook voor wat betreft de Romeinse tijd en de Middeleeuwen is er, ondanks de toegenomen mogelijkheden om door middel van bedijking, afdamming of kanalisering het landschap vorm te geven, nog steeds sprake van een sterke relatie tussen het natuurlijke landschap en de mogelijkheden tot bewoning. Tevens kan bij een onderzoek door middel van grondboringen worden vastgesteld of de geologische opbouw nog intact aanwezig is en of er archeologische waarden in situ kunnen worden aangetroffen.
7
2.3.2 Oppervlaktekartering Bij een oppervlaktekartering wordt een terrein onderzocht op de aanwezigheid van archeologische vondsten aan het oppervlak. In gebieden waar archeologisch belangrijke lagen relatief dicht aan het oppervlak liggen (er is dan geen sprake van omvangrijke sedimentvorming op deze lagen) kan het uitvoeren van een oppervlaktekartering zinvol zijn. Vooral vers geploegde akkers lenen zich voor deze onderzoeksmethodiek. Binnen het onderzoeksgebied is geen oppervlaktekartering uitgevoerd, omdat het terrein bebouwd was en verhard. Hierdoor was de vondstzichtbaarheid minimaal.
2.4 Uitwerking en rapportage Na het veldonderzoek zijn de onderzoeksgegevens uitgewerkt en geanalyseerd. Hierbij is voortdurend sprake geweest van terugkoppeling naar de uitkomsten van het archiefonderzoek (toetsing archeologisch verwachtingsmodel). Ter afronding van het archeologisch onderzoek is het nu voorliggende eindrapport samengesteld.
8
3. Resultaten archiefonderzoek 3.1 Geologische gegevens Voor een analyse van de geologische opbouw van het onderzoeksgebied is vooral gebruik gemaakt van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Tiel Oost (39O), van de Bodemkaart van Nederland (Alterra) en van de Geomorfologische kaart van Nederland (Alterra). Een nadeel bij het gebruik is de relatieve grofschaligheid van deze kaarten; de informatie is niet bedoeld en ook niet bruikbaar voor een beoordeling op perceelniveau. Wel bieden de kaarten kaders voor een globale inschatting van de geologische en paleogeografische situatie. Het noordelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Geologische Kaart van Nederland, Blad 39 Oost Tiel, schaal 1: 50.000 (zie Afbeelding 4), wordt weergegeven met code O/K, verticaal blauw gestreept. Dit betekent dat zich hier oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei bevinden. Het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Geologische Kaart van Nederland, Blad 39 Oost Tiel, schaal 1: 50.000 (zie Afbeelding 4), wordt weergegeven met code O/Kv, verticaal blauw gestreept. Dit betekent dat zich hier oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei met inschakelingen van veen bevinden. De top van de zandige afzettingen van de Formatie van Kreftenheye kan, volgens de Bijkaart ‘Zanddiepte’ van de Geologische Kaart van Nederland, Blad 39 Oost Tiel, schaal 1: 100.000, tussen 4 en 5 meter beneden maaiveld worden verwacht. Voor wat betreft de door de Mulder et al (de Mulder et al, 2003) voorgestelde nieuwe lithostratigrafie dient het volgende opgemerkt te worden. SOB Research is van mening dat deze nieuwe lithostratigrafische terminologie in het geheel geen meerwaarde biedt voor wat betreft de koppeling tussen archeologie en geologie. Integendeel: met name in het Holocene gebied gaan hiermee mogelijkheden voor een dergelijke koppeling verloren. Daarnaast is er geen goede koppeling mogelijk tussen reeds decennia lang uitgevoerd archeologisch onderzoek en de nieuwe voorgestelde lithostratigrafische terminologie. Tevens ontbreken ook geologische kaarten, waarbij deze terminologie is gehanteerd, zodat een betrouwbare presentatie niet mogelijk is. Het is vanuit haar eigen kwaliteitsborging dat SOB Research, zeker voor wat betreft het Holocene deel van Nederland, de gangbare lithostratigrafie toepast en vooralsnog zal blijven toepassen.
9
Afbeelding 4. Ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geologische Kaart van Nederland, Blad 39O Tiel Oost. Schaal 1: 25.000.
10
Afbeelding 5. Ligging van het onderzoeksgebied (blauw gemarkeerd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geological-Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta (Berendsen en Stouthamer, 2001).
Het onderzoeksgebied ligt, op basis van de Geological-Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta (Berendsen en Stouthamer, 2001) ter plaatse van de Leeuwen-stroomgordel. Dit is een relict van een geul die volgens Berendsen en Stouthamer actief was tussen 3000 BP en 2000 BP (Berendsen en Stouthamer, 2001: 213) (zie Afbeelding 5). Deze stroomgordel wordt niet aangeduid op de Geologische Kaart (zie Afbeelding 4). Opmerkelijk is ook dat op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN, www.ahn.nl) geen enkele aanwijzing zichtbaar is voor de aanwezigheid van deze stroomrug. Het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Bodemkaart van Alterra (ARCHIS2, niet in dit rapport afgebeeld) wordt weergegeven als zijnde ‘bebouwing’. De omgeving van het onderzoeksgebied ligt binnen een zone met ‘rivierkleigronden’. Het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Geomorfologische Kaart van Alterra (ARCHIS2, niet in dit rapport afgebeeld) wordt weergegeven als zijnde ‘bebouwing’. De omgeving van het onderzoeksgebied ligt binnen een zone die wordt aangeduid als ‘lage heuvels en ruggen’ of ‘vlakten’.
3.2 Archeologische gegevens Voor een overzicht van reeds bestaande kennis ten aanzien van archeologische vindplaatsen binnen en in de directe omgeving van het onderzoeksgebied werden de archieven van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM-ARCHIS2) geraadpleegd.
11
Het grootste deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden in Nederland (IKAW, 2e generatie; ROB, Amersfoort: 2000) wordt weergegeven met een hoge trefkans op de aanwezigheid van archeologische waarden (zie Afbeelding 6, donker oranje zone). Het oostelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone die op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden in Nederland (IKAW, 2e generatie; ROB, Amersfoort: 2000) wordt weergegeven met een middelhoge trefkans op de aanwezigheid van archeologische waarden (zie Afbeelding 6, licht oranje zone). Deze waarderingen zijn gebaseerd op de veronderstelde ligging van een stroomrug (zie ook Afbeelding 5). In ARCHIS2 (het centrale archief voor de bekende archeologische vindplaatsen in Nederland) staan geen gegevens vermeld van archeologische vindplaatsen die zich binnen het onderzoeksgebied bevinden. Het onderzoeksgebied maakt geen deel uit van een terrein dat op de Archeologische Monumentenkaart van de Provincie Gelderland wordt weergegeven met een archeologische waarde. In de omgeving van het onderzoeksgebied zijn wel archeologische vondsten bekend (zie Afbeelding 6). Ten oosten van het onderzoeksgebied werden in de jaren veertig van de vorige eeuw ‘oude woongronden‘ aangetroffen (Archis-waarnemingsnummers 25515/25516) Er werd geen dateerbaar materiaal aangetroffen. Ook ten oosten van het onderzoeksgebied liggen twee terreinen die op de Monumentenkaart van de Provincie Gelderland staan weergegeven met een archeologische status. Dit betreffen Monumentnummer 12231/CMA-nummer 39G-A35 (Terrein van Archeologische Betekenis, oude woongrond uit de IJzertijd – Romeinse Tijd) en Monumentnummer 3618/CMA-nummer 39G008 (Terrein van Hoge Archeologische Waarde, oude woongrond uit de Late Middeleeuwen).
Afbeelding 6. De ligging van in ARCHIS2 geregistreerde waarnemingen (geel gemarkeerd, genummerd) en terreinen die op de Archeologische Monumentenkaart van de Provincie Gelderland zijn weergegeven (rood gemarkeerd, genummerd), ten opzichte van het onderzoeksgebied (rood omkaderd) (Bron: ARCHIS2). Als onderliggende kaartlaag is de IKAW gebruikt.
12
Door Becker & Van de Graaf is in 2007 ter plaatse van de onbebouwde en onverharde delen van het plangebied (zie Afbeelding 2) een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen uitgevoerd. Hierbij werden 20 boringen uitgevoerd, tot een diepte van 2.00 meter beneden maaiveld. Eén boring werd verdiept tot een diepte van 5.00 meter beneden maaiveld. Tijdens dit onderzoek werden tot een diepte van 2 meter beneden maaiveld voornamelijk klei-afzettingen aangetroffen. In de diep doorgezette boring werd vanaf 3.00 meter beneden maaiveld matig grof tot zeer grof zand aangetroffen. Geconstateerd werd dat de bodem tot een diepte tussen 0.20 en 1.00 meter beneden maaiveld verstoord was. In één boring, in het noordwestelijke deel van het plangebied, werd op een diepte van 0,80 meter beneden maaiveld een fragment aardewerk uit de Romeinse Tijd aangetroffen (Becker & Van de Graaf, 2007).
3.3 Historische gegevens In het kader van de analyse van historisch kaartmateriaal werden het Kadastrale Minuutplan uit 1821 (bron: www.watwaswaar.nl) en de Topografische Kaart uit het begin van de 20ste eeuw (bron: http://geodata.prv.gelderland.nl) geraadpleegd. Op geen van de geraadpleegde historische kaarten wordt in het onderzoeksgebied bebouwing of infrastructuur weergegeven. In de twintigste eeuw raakte het onderzoeksgebied bebouwd met bedrijfsgebouwen (zie Afbeelding 3). Het is deze nieuwbouw die in het kader van de planuitvoering zal worden afgebroken.
3.4 Luchtfoto’s In het kader van het onderzoek werden, vanwege de aanwezigheid van bebouwing en verharding, geen luchtfoto’s geraadpleegd.
3.5 Archeologisch verwachtingsmodel Op basis van geologische archiefgegevens bevinden zich ter plaatse van het noordelijke deel van het onderzoeksgebied oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei. Ter plaatse van het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied zijn oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei met inschakelingen van veen aanwezig. Het onderzoeksgebied ligt, op basis van de Geological-Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta (Berendsen en Stouthamer, 2001) ter plaatse van de Leeuwen-stroomgordel. Dit is een relict van een geul die volgens Berendsen en Stouthamer actief was tussen 3000 BP en 2000 BP (Berendsen en Stouthamer, 2001: 213). Deze stroomgordel wordt echter niet aangeduid op de Geologische Kaart, en is ook niet zichtbaar op het Actueel Hoogtebestand Nederland. Archeologische sporen uit de Prehistorie, Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd kunnen worden aangetroffen in de oever- en komafzettingen die gelegen zijn op de Formatie van Kreftenheye. Dat betekent dat zich tot op een diepte van circa 5 meter beneden maaiveld archeologische sporen kunnen bevinden. Ter plaatse van het noordwestelijke deel van het plangebied werd tijdens een booronderzoek op een diepte van 0.8 meter beneden maaiveld een fragment aardewerk uit de Romeinse Tijd aangetroffen (Becker & Van de Graaf, 2007). Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw.
13
Voor wat betreft mogelijk overig aanwezige archeologische resten kan worden gesteld dat het kan gaan om nederzettingsterreinen, activiteitenzones, grafvelden, maar ook om een akkerlaag. De omvang van de mogelijk aan te treffen archeologische sporen is op dit moment nog niet bekend. Archeologische vindplaatsen kunnen herkend worden aan de hand van de aanwezigheid van een bewoningsniveau of een akkerlaag, door middel van fragmenten aardewerk, houtskool of bijvoorbeeld botmateriaal. In hoeverre het bodemprofiel (en daarmee mogelijk archeologische resten) nog intact aanwezig zal zijn is niet bekend. Dit geldt ook voor de invloed van post-depositionele processen op het aanwezige bodemarchief.
14
4. Resultaten veldonderzoek 4.1 Inleiding Het onderzoeksgebied ligt in het oostelijke deel van de bebouwde kom van Beneden-Leeuwen, ten noorden van de Van Heemstraweg. Het onderzoeksgebied was ten tijde van het veldonderzoek deels bebouwd, deels braakliggend vanwege afgebroken bebouwing en deels verhard (zie Afbeelding 3). Het maaiveld lag op een hoogte tussen 5.5 en 6.0 meter +NAP (bron: www.ahn.nl). Deze waarden zijn in overeenstemming met de omgeving van het onderzoeksgebied, zodat mag worden aangenomen dat ter plaatse van het onderzoeksgebied nauwelijks ophoging heeft plaatsgevonden.
4.2 Booronderzoek IVO Binnen het onderzoeksgebied zijn de boringen uitgevoerd in een grid waarbij de maximale afstand tussen de boringen 40 meter bedroeg. In het westelijke deel van het onderzoeksgebied kon alleen maar met een tussenliggende afstand van 75 meter worden geboord, vanwege de aanwezigheid van bebouwing. In totaal werden tijdens het IVO 10 boringen uitgevoerd tot een diepte van minimaal 2.00 meter en maximaal 4.00 meter beneden maaiveld. Alle boringen zijn machinaal uitgevoerd met een ramguts met een diameter van 10 centimeter. Vervolgens zijn de boringen verdiept met een Edelmanboor met een diameter van 10 centimeter. Eén boring werd verdiept tot een diepte van 4.00 meter beneden maaiveld met een gutsboor met een diameter van 3 centimeter. Bij iedere afzonderlijke boring werden de in de boring te onderscheiden geologische afzettingen en archeologische sporen ten opzichte van het maaiveld ingemeten. De bijbehorende hoogteliggingen van het maaiveld werden ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP) bepaald met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) (zie Bijlage 3: Overzicht Boorgegevens Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal).
4.3 Geologische opbouw Op basis van de gegevens van het door SOB Research uitgevoerde booronderzoek kan worden gesteld dat zich ter plaatse van het onderzoeksgebied oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van klei met soms inschakelingen van veen bevinden. De top van de Formatie van Kreftenheye werd niet aangeboord, en ligt dus dieper dan de maximale boordiepte van 4.00 meter beneden maaiveld. Geconstateerd werd dat het profiel verstoord was tot op een diepte tussen 0.30 en 1.30 meter beneden maaiveld. Deze verstoringen kunnen worden toegeschreven aan bouw- en inrichtingswerkzaamheden in het recente verleden. Er werden geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een stroomrug, ontstaan omstreeks 2000 B.P. (zie 3.1 Geologische gegevens).
15
Afbeelding 7. De positie van de boorpunten van het IVO (in blauw), geprojecteerd op een uitsnede van de Kadastrale kaart van het onderzoeksgebied. Het onderzoeksgebied is rood omkaderd. Schaal 1: 2500. ©Topografische Dienst Kadaster, Emmen [2008].
4.4 Archeologische indicatoren booronderzoek Tijdens de uitvoering van het IVO werden in één boring mogelijk archeologische indicatoren aangetroffen. In Boring nr.: 4 werden op een diepte tussen 1.70 en 1.80 meter beneden maaiveld, in een klei-afzetting, groene vlekken, witte brokjes en grind aangetroffen. De aard van deze indicatoren is onduidelijk en niet eenduidig toe schrijven aan menselijke activiteit in het verleden. Toch kan een antropogene oorsprong niet worden uitgesloten, zeker niet gelet op de vondst door Becker & Van de Graaf van een fragment Romeins aardewerk ten noorden van deze boring.
16
4.5 Toetsing archeologisch verwachtingsmodel Op basis van het in Hoofdstuk 3 opgestelde archeologische verwachtingsmodel kon worden ingeschat dat binnen het noordelijke deel van het onderzoeksgebied oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei aanwezig zouden zijn. Ter plaatse van het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied zouden oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei met inschakelingen van veen aanwezig zijn. Dit beeld kon tijdens het veldonderzoek op hoofdlijnen worden bevestigd. Er werd niet diep genoeg geboord om inzicht in de aanwezigheid van de Formatie van Kreftenheije te verkrijgen. Het onderzoeksgebied zou, op basis van de Geological-Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta (Berendsen en Stouthamer, 2001) ter plaatse van de Leeuwen-stroomgordel liggen. Dit is een relict van een geul die volgens Berendsen en Stouthamer actief was tussen 3000 BP en 2000 BP (Berendsen en Stouthamer, 2001: 213). Deze stroomgordel wordt echter niet aangeduid op de Geologische Kaart, en is ook niet zichtbaar op het Actueel Hoogtebestand Nederland. Op basis van de boorgegevens kon de aanwezigheid van deze stroomgordel ook niet worden bevestigd. Archeologische sporen uit de Prehistorie, Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd konden, zo werd aangenomen, worden aangetroffen in de oever- en komafzettingen die gelegen zijn op de Formatie van Kreftenheye. Dat betekent dat zich tot op een diepte van circa 5 meter beneden maaiveld archeologische sporen kunnen bevinden. Ter plaatse van het noordwestelijke deel van het plangebied werd tijdens een booronderzoek op een diepte van 0.8 meter beneden maaiveld een fragment aardewerk uit de Romeinse Tijd aangetroffen (Becker & Van de Graaf, 2007). Tijdens het door SOB Research uitgevoerde booronderzoek werden in één boring mogelijk archeologische indicatoren aangetroffen. In Boring nr.: 4 werden op een diepte tussen 1.70 en 1.80 meter beneden maaiveld, in een klei-afzetting, groene vlekken, witte brokjes en grind aangetroffen. De aard van deze indicatoren is onduidelijk en niet eenduidig toe schrijven aan menselijke activiteit in het verleden. Toch kan een antropogene oorsprong niet worden uitgesloten, zeker niet gelet op de vondst door Becker & Van de Graaf van een fragment Romeins aardewerk ten noorden van deze boring.
17
18
5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In opdracht van KDO Druten, is door SOB Research ten behoeve van de voorgenomen planontwikkeling ter plaatse van de Van Heemstraweg 42 te Beneden-Leeuwen (Gemeente West Maas en Waal) een Aanvullend Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO) uitgevoerd, met het doel de geologische opbouw, de aardkundige waarden en de archeologische en cultuurhistorische waarden ter plaatse van het onderzoeksgebied vast te stellen. Ter plaatse van het plangebied zal bestaande bebouwing worden afgebroken, en vervangen door nieuwbouw. Hierbij zal de bodem worden geroerd tot een diepte van circa 1.5 meter beneden maaiveld. Als gevolg van de te voorziene bodemingrepen (graaf- en bouwwerkzaamheden) zullen mogelijk archeologisch relevante horizonten worden verstoord. Op basis van het vigerende Europese (Verdrag van Valletta), het landelijke (o.m. Wet Archeologische Monumentenzorg (WAMz 2007) en de KNA 3.1), het provinciale beleid en het gemeentelijke beleid moest daarom een verantwoorde inschatting en afweging worden gemaakt van de in het geding zijnde archeologische belangen. Ten behoeve van deze planontwikkeling is in een eerder stadium door Becker & Van de Graaf een Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn delen van het plangebied niet onderzocht, omdat hier bestrating lag en bebouwing stond (C. Helmich & M. Janssen: Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal; Nijmegen, 2007). Deze delen dienden nu alsnog onderzocht te worden. De afbakening van het onderzoeksgebied is daarom niet gelijk aan de afbakening van het plangebied, zoals deze is aangegeven door de opdrachtgever, omdat het archeologisch onderzoek gericht is op het in kaart brengen van de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden binnen die delen van het plangebied die nog niet onderzocht waren. Op basis van het opgestelde archeologische verwachtingsmodel kon worden ingeschat dat binnen het noordelijke deel van het onderzoeksgebied oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei aanwezig zouden zijn. Ter plaatse van het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied zouden oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei met inschakelingen van veen aanwezig zijn. Dit beeld kon tijdens het veldonderzoek op hoofdlijnen worden bevestigd. Er werd niet diep genoeg geboord om inzicht in de aanwezigheid van de Formatie van Kreftenheije te verkrijgen. Het onderzoeksgebied zou, op basis van de Geological-Geomorphological map of the Rhine-Meuse delta (Berendsen en Stouthamer, 2001) ter plaatse van de Leeuwen-stroomgordel liggen. Dit is een relict van een geul die volgens Berendsen en Stouthamer actief was tussen 3000 BP en 2000 BP (Berendsen en Stouthamer, 2001: 213). Deze stroomgordel wordt echter niet aangeduid op de Geologische Kaart, en is ook niet zichtbaar op het Actueel Hoogtebestand Nederland. Op basis van de boorgegevens kon de aanwezigheid van deze stroomgordel ook niet worden bevestigd. Archeologische sporen uit de Prehistorie, Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd konden, zo werd aangenomen, worden aangetroffen in de oever- en komafzettingen die gelegen zijn op de Formatie van Kreftenheye. Dat betekent dat zich tot op een diepte van circa 5 meter beneden maaiveld archeologische sporen kunnen bevinden. Ter plaatse van het noordwestelijke deel van het plangebied werd tijdens een booronderzoek op een diepte van 0.8 meter beneden maaiveld een fragment aardewerk uit de Romeinse Tijd aangetroffen (Becker & Van de Graaf, 2007). Tijdens het door SOB Research uitgevoerde booronderzoek werden in één boring mogelijk archeologische indicatoren aangetroffen. In Boring nr.: 4 werden op een diepte tussen 1.70 en 1.80 meter beneden maaiveld, in een klei-afzetting, groene vlekken, witte brokjes en grind aangetroffen. De aard van deze indicatoren is onduidelijk en niet eenduidig toe schrijven aan menselijke activiteit in het verleden. Toch kan een antropogene oorsprong niet worden uitgesloten, zeker niet gelet op de vondst door Becker & Van de Graaf van een fragment Romeins aardewerk ten noorden van deze boring.
19
Men is voornemens ter plaatse van het onderzoeksgebied de bodem tot maximaal 1.5 meter beneden maaiveld te verstoren. Tijdens het door SOB Research uitgevoerde onderzoek werden in geen van de boringen archeologische indicatoren aangetroffen op een diepte minder dan 1.50 meter beneden maaiveld. Op basis van de onderzoeksgegevens wordt aanvullend archeologisch onderzoek binnen het door SOB Research onderzochte onderzoeksgebied niet noodzakelijk geacht, mits daadwerkelijk niet dieper dan 1.50 meter beneden maaiveld wordt verstoord. Milieusaneringen die dieper dan deze diepte reiken, dienen door middel van een Archeologische Begeleiding te worden uitgevoerd. Voorafgaand aan een Archeologische Begeleiding moet een Programma van Eisen worden opgesteld, dat wordt geautoriseerd door het Bevoegd Gezag.
20
Literatuur -
Berendsen, H. J. A., en E. Stouthamer: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands; Assen: 2001
-
Helmich, C., en M. Janssen: Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Van Heemstraweg 42, Beneden Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal; Nijmegen: 2007
-
Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhof en T.E. Wong: De ondergrond van Nederland; Groningen: 2003
-
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM): Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS II); Amersfoort, 2008
-
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB): De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, Tweede generatie; Amersfoort: 2000
-
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)/Provincie Gelderland: Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland; Amersfoort/Den Haag: 1994
-
Rijks Geologische Dienst: De Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Tiel (39); Haarlem: 1982
-
Robas producties/Topografische Dienst: Foto-atlas Gelderland; Den Ilp: 1989
-
Topografische Dienst: Grote Provincie Atlas 1 : 25.000 Gelderland; Groningen/Emmen: 1990
-
SOB Research: Aanvraag “Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal”; Heinenoord: 2008
-
Verbraeck, A.: Toelichtingen bij de geologische Kaart van Nederland 1 : 50.000 Blad Tiel West (39W) en Blad Tiel Oost (39O); Haarlem: 1984
21
22
Verklarende woordenlijst antropogeen
door menselijk handelen
C14 datering
bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D.
differentiële klink
verschijnsel waarbij relatief hoog of laag liggende gebieden door geologische of fysische processen laag of hoog (andersom) komen te liggen. Ook wel omgekeerde klink of reliëfinversie genoemd
dy
organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken
erosie
verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door wind, ijs en stromend water
estuarium
een min of meer trechtervormige monding van een rivier die binnen het bereik van getijdestromingen ligt
eutroof veen
veen dat in een voedselrijk milieu ontstaan is
fluviatiel
onder invloed van een rivier
geul
rivier- of kreekbedding
gorzenlandschap
gebied dat boven gemiddeld hoogwater ligt en pas bij de hoogste vloeden onderloopt
gyttja
organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken
Hollandveen
alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering van het basisveen. De definitie van ‘Hollandveen’ betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8000 jaar zijn ontstaan
Holoceen
jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: circa 9000 jaar voor Chr. tot heden)
in situ
bewaard gebleven op de oorspronkelijke plaats. Dit met name met betrekking tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten
klink
maaivelddaling van veen- en kleigronden door ontwatering, oxidatie van organisch materiaal en krimp
lagunair, lagune
ondiepe baai, beschermd tegen open zee door een strandwal of haf
marien
het milieu waar sedimentatie plaatsvindt die direct wordt beïnvloed door de zee
23
meanderen
zich bochtig door het landschap slingeren (van waterlopen)
mesotroof veen
veen, dat in matig voedselrijk milieu is ontstaan
modderklei
afzettingen in het perimariene gebied, bestaande uit kleiige venen en venige kleien
moernering
veenafgraving, hoofdzakelijk ten behoeve van zoutwinning en de winning van brandstof (turf)
oligotroof veen
veen, dat in voedselarm milieu is ontstaan
oxidatie
(traag) verbrandingsproces van organisch materiaal in reactie met zuurstof
perimarien
het milieu, waarin de sedimentatie wordt beïnvloed door de zee (via het rivieren kreekstelsel), maar waar mariene afzettingen van betekenis ontbreken
Pleistoceen
geologisch tijdperk dat ongeveer 2 miljoen jaar geleden begon. De tijd van de IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigt met het begin van het Holoceen
pollenanalyse
statistische studie van stuifmeelkorrels en sporen, die in sedimenten gevonden worden. Doel is onder meer milieureconstructie
regressiefase
periode waarin de zee-invloed afneemt (als gevolg van een daling van de zeespiegel of als gevolg van sluiting van strandwallencomplex) na een transgressiefase
sediment
afzetting gevormd door bezinksel of neerslag
sondeerijzer
lange, dunne metalen 'prikstok', die onder meer wordt gebruikt om antropogene sporen te op te sporen
stroomrug
restant van een door zand- en klei-afzettingen verlande, oude stroomgeul. Door differentiële klink meestal hoger gelegen dan de omgeving
transgressiefase
fase waarin de invloed van de zee zich in het binnenland uitbreidt (als gevolg van stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het strandwallencomplex)
verlandingsklei
klei die aan het einde van een transgressiefase wordt afgezet
24
Bijlage 1 Administratieve gegevens Projectnaam:
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Opdrachtgever: KDO Druten Hooistraat 32 6651 AD Druten Tel: 0487 588 588 Fax: 0487 588 520 Uitvoerder: SOB Research Hofweg 13, Heinenoord Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: 0186 604432 Fax: 0575 476139 E-mail:
[email protected] Datum opdracht: 14 februari 2008 Datum conceptrapport: 27 februari 2008 Datum definitief rapport: @@@ Plaats: Beneden-Leeuwen Gemeente: West Maas en Waal Provincie: Gelderland Toponiem: Van Heemstraweg 42 en 44 Huidig grondgebruik: bebouwing, bestrating, braakliggend Toekomstige situatie: bebouwing Oppervlakte plangebied : 2.3 hectare Oppervlakte onderzoeksgebied: 1.5 hectare NAP maaiveld: tussen ca 5,5 en 6.0 meter +NAP Kaartblad: 39G Geologie: Het noordelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone met oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei. Het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een zone met oeverafzettingen van zandige klei tot kleiig fijn zand en zand op komafzettingen van zware klei met inschakelingen van veen bevinden. Geomorfologie: bebouwing Bodemtype: bebouwing Grondwatertrap: bebouwing, oppervlaktewater Kadastrale gegevens: Gemeente Wamel, Sectie G, Nummers 1044, 1387, 1444, 1589, 1720 Coördinaten: NW: 164.378 – 432.430 / ZW: 164.428 – 432.305/ ZO: 164.577 – 432.340 / NO: 164.520 – 432.487 Kaart plangebied: zie Afbeelding 2 en 3 ARCHIS Waarneming nr.: n.v.t. CIS-code: 27007 Bevoegd gezag: Gemeente West Maas en Waal Postbus 1 6658 ZG Beneden-Leeuwen Tel: 0487-599 500 Contactpersoon: dhr. M. Bootsma E-mail:
[email protected]
25
Beheer documentatie
Documentalist: Beheer en plaats van digitale documentatie:
Provinciaal Depot Gelderland Museum Kamstraat 45 6522 GB Nijmegen Tel: 024- 322 06 19 Fax: 024- 360 47 99 de heer L. Swinkels e-depot (www.edna.nl)
26
Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal
Op het hierbij geboden overzicht worden de geologische en archeologische hoofdperioden weergegeven. De dateringen in de linkerkolom (voor en na Chr.) zijn gekalibreerd en geven de betrouwbaarste dateringen. Bron: ROB, 1988.
27
28
Bijlage 3 Overzicht boorgegevens Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 1
Coördinaten:
X: 164428, Y: 432327,
NAP: 5,65 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
20-02-2008
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,10 niet benoemd
Kleur
Lithologie: Opmerking: Boortype
Interpretatie: Bestrating
Consistentie:
Organische inhoud: inhoud:
asfalt
Diepte: Grondsoort: 0,10 - 0,60 uiterst grof zand, matig grindig
Kleur geel
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie: Opmerking: Boortype
Horizont:
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,60 - 1,15 klei, matig zandig
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
mogelijke kalkspikkel Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,15 - 2,00 klei, zwak zandig
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Matig gerijpt
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
29
Organische inhoud:
dy
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 2
Coördinaten:
X: 164409, Y: 432368,
NAP: 5,67 Oxi/red: 0
donker
Kleur grijs
Beschrijver: JZ Boorder JZ
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 1,30 klei, sterk zandig
Horizont:
Interpretatie: Vergraven
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen met kleibrokken met zandlaagjes Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,30 - 1,70 klei, zwak zandig
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Guts 3
Diepte: Grondsoort: 1,70 - 2,00 klei
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Guts 3
30
20-02-2008
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 3
Coördinaten:
X: 164498, Y: 432330,
NAP: 5,77 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
20-02-2008
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,08 stenen
Kleur
Horizont:
Interpretatie: Bestrating
Lithologie:
Consistentie:
Opmerking: Boortype
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,08 - 0,40 uiterst grof zand, matig grindig
Kleur geel
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie:
Consistentie:
Opmerking: Boortype
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,40 - 0,65 klei, sterk zandig
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Vergraven
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen met kleibrokken met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,65 - 1,45 matig fijn zand, uiterst kleiïg
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Opmerking: Boortype
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,45 - 2,00 klei
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Guts 3
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 4
Coördinaten:
X: 164487, Y: 432377,
NAP: 5,65 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder JZ
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,05 niet benoemd
Kleur
Horizont:
Interpretatie: Bestrating
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
asfalt Ramguts 10
31
20-02-2008
Diepte: Grondsoort: 0,05 - 0,10 stenen
Kleur
Horizont:
Interpretatie: Bestrating
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,10 - 0,40 zeer grof zand
Kleur geel
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen Opmerking: Boortype
met beton Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,40 - 1,30 matig grof zand, uiterst kleiïg
bruin
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Vergraven
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen met kleibrokken Opmerking: Boortype
met puin Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,30 - 1,45 klei
donker groen
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,45 - 1,65 klei
licht
bruin
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,65 - 1,90 klei
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
op 1,70 tot 1,80 groene vlekken, witte brokjes en grind Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,90 - 2,00 matig fijn zand, sterk
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
32
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 5
Coördinaten:
X: 164485, Y: 432422,
NAP: 6,06 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder JZ
Datum:
20-02-2008
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,30 zeer grof zand
geel
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 0,30 - 0,55 klei, matig zandig
Kleur grijs
donker
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 0,55 - 1,60 klei, matig zandig, matig lemig
Kleur grijs
donker
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 1,60 - 2,00 klei, zwak zandig
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 2,00 - 3,10 klei
donker blauw
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Afz. van Tiel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
vanaf 2,60 zwak zandig Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 3,10 - 3,20 veen, matig zandig
donker
Kleur bruin
Horizont:
Interpretatie: Hollandveen
Lithologie:
Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Guts 3
33
Riet (-wortels)
Diepte: Grondsoort: 3,20 - 3,30 klei
bruin
Lithologie:
Kleur grijs
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
matig venig Opmerking: Boortype
Guts 3
Diepte: Grondsoort: 3,30 - 3,60 klei
donker
Lithologie:
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Opmerking: Boortype
Organische inhoud:
Guts 3
Diepte: Grondsoort: 3,60 - 3,85 veen, zwak kleiïg
donker
Kleur bruin
Horizont:
Interpretatie: Hollandveen
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
Opmerking: Boortype Diepte: Grondsoort: 3,85 - 4,00 klei, matig zandig
Kleur grijs
Lithologie:
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Ongerijpt
Organische inhoud:
Opmerking: Boortype Guts 3 Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 6
Coördinaten:
X: 164472, Y: 432451,
NAP: 5,68 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder JZ
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,30 zeer grof zand
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 0,30 - 0,70 klei, sterk zandig
donker
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Vergraven
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen Opmerking: Boortype
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 0,70 - 1,10 klei
donker
Lithologie:
Kleur grijs Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Edelman 10
Diepte: Grondsoort: 1,10 - 2,00 klei, zwak zandig Lithologie:
Kleur grijs Consistentie:
Horizont:
Matig gerijpt
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Interpretatie:
Edelman 10
34
Organische inhoud:
20-02-2008
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 7
Coördinaten:
X: 164531, Y: 432345,
NAP: 5,77 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
20-02-2008
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,08 stenen
Kleur
Horizont:
Interpretatie: Bestrating
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,08 - 0,35 uiterst grof zand, matig grindig
Kleur geel
Lithologie: Opmerking: Boortype
Organische inhoud:
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,35 - 1,45 klei, zwak grindig
bruin
Lithologie:
Kleur grijs
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,45 - 2,00 klei, matig zandig Lithologie:
Opmerking: Boortype
donker
Kleur grijs
Horizont:
Consistentie:
Interpretatie:
Organische inhoud:
Guts 3
35
plantenresten
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 8
Coördinaten:
X: 164503, Y: 432390,
NAP: 5,65 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,03 niet benoemd
Kleur
Horizont:
Interpretatie: Bestrating
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
beton Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,03 - 0,15 matig grof zand
donker
Kleur bruin
Horizont:
Interpretatie: Vergraven
Lithologie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,15 - 0,30 zeer grof zand
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
met kiezels Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,30 - 0,60 matig grof zand, uiterst kleiïg
donker
Lithologie:
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,60 - 0,90 uiterst grof zand, zwak kleiïg
donker
Lithologie:
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
Opmerking: Boortype Diepte: Grondsoort: 0,90 - 1,60 klei, zwak zandig, zwak lemig Lithologie:
Kleur bruin
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
Opmerking: Boortype Diepte: Grondsoort: 1,60 - 2,00 klei Lithologie: Opmerking: Boortype
Kleur grijs Lithologie: met roestvlekken
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Matig gerijpt
Ramguts 10
36
Organische inhoud:
20-02-2008
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 9
Coördinaten:
X: 164528, Y: 432446,
NAP: 5,69 Oxi/red: 0
donker
Kleur grijs
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,15 klei, matig zandig Lithologie: Opmerking: Boortype
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
met puinbrokjes Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,15 - 0,35 matig grof zand
donker
Lithologie: Opmerking: Boortype
Horizont:
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
met puin, mortel Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,35 - 0,60 matig fijn zand, sterk
donker
Lithologie:
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
heterogeen Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,60 - 1,00 klei, zwak zandig
donker
Lithologie: Opmerking: Boortype
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie:
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,00 - 1,60 klei, zwak zandig
donker
Lithologie:
Kleur grijs Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Matig gerijpt
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,60 - 2,00 klei, zwak zandig Lithologie:
Kleur grijs Consistentie:
Horizont:
Matig gerijpt
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Interpretatie:
Ramguts 10
37
Organische inhoud:
20-02-2008
Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal Methode hoogtebepaling: omgeving; precisie hoogte: 5 cm; doel boring: archeologie - verkenning; vondstzichtbaarheid: geen Opdrachtgever: KDO Druten; Uitvoerder: SOB Research; eigendom boorgegevens: SOB Research Projectnummer: 1428-0802; CIS-code: 27007; Kaartblad: 39G
Boring: 10
Coördinaten:
X: 164512, Y: 432471,
NAP: 5,62 Oxi/red: 0
Beschrijver: JZ Boorder EX
Datum:
Opmerking Diepte: Grondsoort: 0,00 - 0,15 matig grof zand
Kleur grijs
Horizont:
Interpretatie: Bouwzand
Lithologie: Opmerking: Boortype
Consistentie:
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,15 - 0,30 klei, zwak zandig
bruin
Lithologie:
Kleur grijs
Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
heterogeen met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,30 - 0,80 klei
donker
Lithologie: Opmerking: Boortype
Kleur grijs Consistentie:
Horizont:
Interpretatie:
Sterk gerijpt
Organische inhoud:
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 0,80 - 1,45 klei
Kleur grijs
Lithologie:
Horizont:
Consistentie:
Interpretatie:
Organische inhoud:
met roestvlekken Opmerking: Boortype
Ramguts 10
Diepte: Grondsoort: 1,45 - 2,00 klei, sterk zandig
donker
Lithologie: Opmerking: Boortype
Kleur grijs
Horizont:
Consistentie:
Interpretatie:
Organische inhoud:
met zwarte vlekjes Ramguts 10
38
20-02-2008
Bijlage 4 SOB Research: Gegevens
Naam: Bezoekadres:
SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek B.V. Hofweg 13, Heinenoord
Postadres:
Postbus 5060 3274 ZK Heinenoord
Telefoon: Fax: E-Mail:
0186 604432 0575 476139
[email protected]
Directeur: Raad van Advies:
jhr. J. E. van den Bosch J. van de Erve (Voorzitter) Prof. dr. ir. J. T. Fokkema (Vice-Voorzitter) J. van Kerchove (Secretaris)
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam Inschrijvingsnummer Register: 24346983 BTW nummer: NL 8118.55.600.B.01 Bankrelatie: Rekeningcourant:
Rabobank Berkel-IJssel Nr.: 3543.43.181
39