BELGISCH MINIMUM INKOMEN NETWERK (BMIN)
« Geen nieuwe federale regering zonder het optrekken van uitkeringen en inkomens tot boven de armoedegrens! »
GEMEENSCHAPPELIJK MEMORANDUM
! OVERZICHT VAN DE AANBEVELINGEN VAN BMIN ! Alle uitkeringen en inkomens moeten opgetrokken worden tot boven de armoedegrens.
➡ ➡ Een versnelde inhaalbeweging en welvaartsvastheid van de uitkeringen zijn noodzakelijk om onze engagementen in het kader van Europa 2020 te realiseren
➡ De index zelf mag niet verder worden uitgehold. ➡ De armoedegrens dient jaarlijks geactualiseerd ➡ ➡ ➡ ➡ ➡ ➡ ➡ ➡ ➡ ➡
!!
te worden op basis van de verwachte evolutie van het BNP, van de daaruit verwachte evolutie van het mediaaninkomen én rekening houdend met de welvaartsvastheid. De adequaatheid van de armoedegrens dient getoetst te worden door middel van de budgetstandaard. Er moet een kader richtlijn rond Europese minimuminkomen komen. De volgende federale regering dient zich hiervoor actief in te zetten. De lonen moeten toereikend zijn. Er moet een Europese norm rond Europese minimumlonen komen. De volgende federale regering dient zich hiervoor actief in te zetten. De precarisering van jobs moet worden bestreden. De versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering moet worden herroepen. De beperking van (beroeps)inschakelingsuitkering in de tijd moet worden herroepen. Wij vragen dat in alle stelsels maximaal wordt ingezet op de automatische toekenning van rechten. Wij vragen dat de voorwaarden om toegang te krijgen (en te behouden) tot sociale zekerheid en sociale bijstand, én de huidige interpretatie en praktijk geëvalueerd worden met het oog op het tegengaan van onderbescherming. Er moet intensief samengewerkt worden tussen partners op het terrein opdat rechthebbenden maximaal al hun bestaande rechten uitputten.
Ondertekende partners van het Belgisch Minimum Inkomen Netwerk (BMIN) Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) | ACLVB-CGSLB | ACV-CSC | Brussels Platform Armoede (BPA) | Dynamo International | Forum Bruxellois de Lutte contre la Pauvreté (FBLP) | Netwerk tegen Armoede (NtA) | Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté (RWLP) | Marie-Thérèse Casman (socioloog Université de Liège) | Bérénice Storms (senior onderzoeker UA, onderzoeksleider Cebud)
! !
GEMEENSCHAPPELIJK MEMORANDUM BELGISCH MINIMUM INKOMEN NETWERK (BMIN)
!
Vertrekken vanuit de rijkdom en krachten van mensen ! De actoren werkzaam op het terrein stellen dagelijks vast dat mensen zelf hun leven in handen willen nemen en een beter leven willen uitbouwen. Als de samenleving daartoe de noodzakelijke voorwaarden schept, als men vertrekt vanuit vertrouwen in de kracht, verantwoordelijkheidsgevoel en mogelijkheden van mensen en indien men de nodige ondersteuning biedt, nemen mensen zelf het heft in handen. Wetenschappelijk onderzoek en buitenlandse experimenten bevestigen dit: geef mensen een inkomen waarmee ze “hun situatie kunnen stabiliseren, hun huishouden kunnen runnen”, waardoor ze niet meer dag in dag uit alle energie in overleven moeten stoppen, dan zetten mensen zelf stappen vooruit. Dan pas is het mogelijk om duurzaam uit armoede te ontsnappen.
!
Bovendien is een toereikend minimuminkomen een grondrecht. Een democratische rechtsstaat als de onze heeft de plicht om alles in zijn werk te stellen zodat dit recht effectief gerealiseerd zou worden.
!
BMIN pleit dan ook voor een copernicaanse wende in het denken rond sociale uitkeringen. Niet de vrees dat mensen in een “hangmat” zullen gaan liggen, niet het wantrouwen tegenover mogelijk misbruik, met een wildgroei aan drempels en voorwaarden die tot nieuwe uitsluiting leiden, maar het geloof in de kracht van mensen en het besef dat een toereikend inkomen een basisvoorwaarde is om uit armoede te kúnnen ontsnappen, moeten vooropstaan in de verdere uitbouw van onze sociale bescherming.
!
Een minimum aan politieke moed Het Rekenhof berekende in 2008 dat de verhoging van de uitkeringen en vervangingsinkomens tot de Europese armoederisicogrens 1,25 miljard euro per jaar zou kosten. Geïndexeerd met 20% zou dat vandaag naar schatting 1,5 miljard euro per jaar zijn. Een groot bedrag, dat zeker, maar als het de politiek werkelijk menens is met de armoedebestrijding - en daar willen we van uit gaan - niet onrealistisch. Ter vergelijking: de notionele interestaftrek kost de federale overheid jaarlijks 6 miljard euro.
!
Wanneer mensen uit armoede ontsnappen betekent dit eveneens een enorme besparing op allerlei sociale uitgaven in de zorg, hulpverlening, sociale zekerheid… Gezien lage inkomensgroepen in verhouding een veel groter deel van hun inkomen besteden aan consumptiegoederen dan beter begoede groepen, geeft het optrekken van de laagste uitkeringen ook meteen een belangrijke injectie in onze economie.
! Wij vragen een minimum aan politieke moed! ! ! Alle
!
uitkeringen
en
inkomens
moeten
opgetrokken
worden
tot
boven
de
armoedegrens.1
Meteen in het volgende federale regeerakkoord Omdat dit soort ingrijpende beslissingen er niet meer komt eens een regeerakkoord is gesloten en de krachtlijnen van de bijhorende meerjarenbegroting zijn vastgelegd, zeggen wij: betonneer dit in het nieuwe regeerakkoord!
! !
1 ! We hanteren hier bewust de term armoedegrens en niet armoederisicogrens. Enkel spreken over een ‘verhoogd risico’ verdoezelt
het feit dat zoveel mensen effectief gedwongen worden in armoede te overleven. BMIN
MEMORANDUM 2014
!2
! ! !
Versnelde inhaalbeweging & welvaartsvaste uitkeringen noodzakelijk Een versnelde inhaalbeweging en welvaartsvastheid van de uitkeringen zijn noodzakelijk
om
onze
engagementen
in
het
kader
van
Europa
2020
te
realiseren.
!
België heeft zich in 2010 geëngageerd om tegen 2020 380.000 mensen uit armoede te halen. Sedert het aangaan van dit engagement is de armoede echter nog gestegen (op basis van EU-SILC 2011) met ongeveer 75.000 personen. De data hinken steeds achterop op de realiteit.2 Indien uitkeringen enkel opgetrokken worden tot boven de armoedegrens & daarna indexering én 3 maal (2015-2016, 2017-2018, 2019-2020) 2% stijging in de komende 6 jaar uitgevoerd wordt, zal België haar doelstelling NIET behalen!
!
Om dit engagement te kunnen behalen is er dus een sterke inhaalbeweging noodzakelijk. Dus dient de komende federale regering de nodige aanpassingen door te voeren: onmiddellijke verhoging tot boven de armoedegrens (getoetst aan bedrag dat referentiebudgetten aangeven, en waar nodig aangepast aan dit bedrag), indexering én een stijging met méér dan 2 x 3 % voor 2018.
! !
De index zelf mag niet verder worden uitgehold.
Noch rechtstreeks, door bv. bepaalde prijzen van consumptiegoederen niet mee op te nemen in de berekening van de index, noch onrechtstreeks, door bv. op een niet duurzame manier in te grijpen op de prijs van bepaalde goederen. Indexsprongen zijn al helemáál uit den boze!
!
Reële armoederisicogrens Momenteel wordt gewerkt met de Europese armoederisicogrens, gelijk aan 60% van het mediaaninkomen in een lidstaat. Om die te berekenen, vertrekt men van de EU SILC-enquête, maar men gebruikt daarvoor noodgedwongen de beschikbare cijfers, welke meestal tot 2 jaar oud zijn (vandaag 2011).
!
De armoedegrens dient jaarlijks geactualiseerd te worden op basis van de verwachte evolutie van het BNP, van de daaruit verwachte evolutie van het mediaaninkomen én rekening houdend met de welvaartsvastheid.
!
De adequaatheid van de armoedegrens dient getoetst te worden door middel
!
van de budgetstandaard. Er
moet
een
kader
richtlijn
rond
Europese
minimuminkomen
komen. De
volgende federale regering dient zich hiervoor actief in te zetten.
Minimuminkomen en werk De lonen moeten toereikend zijn.
Het interprofessioneel minimumloon moet worden opgetrokken.
!
Er moet een Europese norm rond Europese minimumlonen komen. De volgende federale regering dient zich hiervoor actief in te zetten.
2 ! Er is nog onzekerheid omtrent de data van EU Silc 2012, dus nu hinken de data zelfs nog een jaar extra achterop. Het Nationaal
Sociaal Rapport van 2014 verwijst naar data die gebaseerd zijn op realiteit van 2010. BMIN
MEMORANDUM 2014
!3
! !
De precarisering van jobs moet worden bestreden.
Een verhoogde sociale bijdrage voor tijdelijke contracten, volgens het principe ”de vervuiler betaalt” (de vervuiling in casu is hier creatie van werkloosheidsuitgaven voor de overheid) is een piste die minstens moet worden onderzocht.
!
De
!
versterkte
degressiviteit
van
de
werkloosheidsuitkering
moet
worden
herroepen.
De versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering druist niet enkel in tegen het recht op een menswaardig inkomen (langdurig werklozen vallen terug op een uitkering onder de armoedegrens), ze verengt tevens het probleem van de werkloosheid tot de individuele verantwoordelijkheid van de werkzoekende terwijl aangepaste en waardige jobs niet voor handen zijn. De druk op de werkzoekende om in te stappen in precaire jobs is onverantwoord en creëert nieuwe werkende armen.
!
De
!
beperking
van
(beroeps)inschakelingsuitkering
in
de
tijd
moet
worden
herroepen
Tienduizenden werkzoekenden, waaronder vele jongeren en alleenstaande ouders, zullen op 1 januari 2015 zo hun uitkering verliezen. Een deel van de getroffenen zal kunnen aankloppen bij het OCMW maar een groot deel zal (nog meer) in de armoede verzeilen. Het schorsen van deze jongeren en andere werkzoekenden doet niks aan o.a. de hoge (jeugd)werkloosheid, en schuift het probleem enkel door naar de OCMW’s.
!
Maatwerk niet vergeten De uitkeringen optrekken tot de armoederisicogrens op zich is onvoldoende. Voor bepaalde specifieke noden en rechten is verder maatwerk onontbeerlijk.
!
Voor gezinnen met kinderen dient blijvend bijgepast te worden via zowel de fiscaliteit als de kinderbijslag. Wij vragen ook een hervorming waarbij, naast een universeel bedrag voor elk kind, een uitgebreidere sociale toeslag wordt gegeven aan alle kinderen in een kwetsbare sociaaleconomische situatie.
!
Het huidige statuut van samenwonende, waardoor uitkeringen worden “afgeroomd”, zorgt al jaren voor problemen. De volgende regering dient minstens te bekijken of in bepaalde woonsituaties individuen die onder hetzelfde dak wonen niet systematisch als alleenstaand kunnen worden behandeld. Meer algemeen dient men te evalueren of bepaalde uitkeringen niet steeds individueel dienen uitgekeerd te worden. Wij waarschuwen echter voor simplismen: daar waar afgeleide rechten bepaalde groepen net beschermen voor armoede, dienen zij behouden te worden!
!
Gezien de ontoereikende uitkeringen vandaag blijft de aanvullende financiële steun die de OCMW’s grotendeels op eigen kosten - bieden, levensnoodzakelijk. Maar zelfs wanneer morgen de uitkeringen uit sociale zekerheid en bijstand boven de armoederisicogrens zouden stijgen, moet dit een belangrijk instrument blijven. Onvoorziene tegenslagen of eenmalige kosten, onvolkomenheden in de andere stelsels van de sociale bescherming die maken dat bepaalde kosten niet worden ondervangen, moeten kunnen worden opgevangen. Daarbij is maatwerk bijzonder belangrijk, tegelijk is het belangrijk dat vertrokken wordt vanuit een rechtenbenadering en er een zekere voorspelbaarheid van de hulp is. De wetenschappelijke budgetstandaard is daartoe hét hulpmiddel.
! ! ! !
BMIN
MEMORANDUM 2014
!4
Onderbescherming tegengaan. Nog teveel mensen in armoede of met een armoederisico putten hun rechten niet uit. De redenen hiervoor zijn legio. Het niet uitputten van rechten komt in zowat alle takken van de sociale zekerheid en sociale bijstand voor en is een zéér ernstig probleem. De KUL (Schokkaert en Bouckaert 2011) schat het aantal rechthebbenden op leefloon dat dit recht niet opneemt op 57% tot 76%. Een belangrijk wapen tegen onderbescherming is de automatische toekenning van rechten.
!
Wij vragen dat
in alle stelsels maximaal wordt ingezet op de automatische
toekenning van rechten.
Meer en meer mensen in armoede signaleren vandaag dat hun sociale rechten uitgehold worden door (een te ruime of verkeerde interpretatie van) de toelatingsvoorwaarden tot de diverse stelsels. Het is niet ondenkbaar dat een (te) strikte interpretatie gehanteerd wordt vanuit budgettaire overwegingen. Het gevaar bestaat dat hierbij sociale rechten geschonden worden. Bij deze automatische toekenning moet erop toegezien worden dat aanvullend maatwerk -waar nodig- mogelijk blijft, zodat een recht maximaal gerespecteerd wordt en mensen niet door de mazen van het net vallen.
! !
Wij vragen dat de voorwaarden om toegang te krijgen (en te behouden) tot sociale zekerheid en sociale bijstand, én de huidige interpretatie en praktijk geëvalueerd worden met het oog op het tegengaan van onderbescherming.
! Daarnaast dient bij dienst- en hulpverleners maximaal te worden ingezet op proactief handelen. !
Er moet intensief samengewerkt worden tussen partners op het terrein opdat
!
rechthebbenden maximaal al hun bestaande rechten uitputten.
Voor wat betreft de OCMW’s vragen wij een doorlichting van de noden op het terrein op het vlak van maatschappelijke dienstverlening en een evaluatie van de nood aan meer middelen daarvoor. De nieuwe federale en deelstaatregeringen dienen daarover sluitende afspraken te maken en er dienen ook oplossingen te komen voor de financieringsproblemen van sommige OCMW’s als gevolg van de financiële crisis. Specifiek voor de daklozen (een groep die wij, rekening houdend met de ETHOS-typologie, op enkele tienduizenden mensen schatten; naast straatslapers en mensen die in instellingen verblijven, gaat het ook over mensen in precaire woonvormen, mensen die tijdelijk inwonen bij kennissen…) vragen wij dat de volgende regering eindelijk de wetgeving op het referentieadres evalueert. Het referentieadres is een instrument dat toelaat dat het recht op meerdere sociale uitkeringen wordt geopend. Wij stellen op het terrein een zéér gebrekkige toekenning van het referentieadres bij de OCMW’s vast. Dit is deels te wijten aan de gebrekkige, soms tegenstrijdige en moeilijk afdwingbare regelgeving. Het recht op een adres dient gevrijwaard voor iedereen. Voor daklozen betekent het vaak dé ontbrekende schakel aan het begin van een lange weg terug naar een leven in waardigheid. Het is tijd voor een nieuw en meer sluitend wetgevend initiatief.
! !! !!
Ondertekende partners van het Belgisch Minimum Inkomen Netwerk (BMIN) Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) | ACLVB-CGSLB | ACV-CSC | Brussels Platform Armoede (BPA) | Dynamo International | Forum Bruxellois de Lutte contre la Pauvreté (FBLP) | Netwerk tegen Armoede (NtA) | Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté (RWLP) | Marie-Thérèse Casman (socioloog Université de Liège) | Bérénice Storms (senior onderzoeker UA, onderzoeksleider Cebud)
BMIN
MEMORANDUM 2014
!5