PEILING Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder P. van den Berg
Reg.nr. Datum
: 4565490 : 28 januari 2013
TITEL Tijdelijk lidmaatschap van de Gebiedscoöperatie O-gen
PEILPUNTEN 1. Tijdelijke toetreding tot de gebiedscoöperatie O-gen voor de periode 2014 en 2015.
AANLEIDING Eind 2013 is gemeente Amersfoort uitgenodigd door het Projectbureau SVGV om lid te worden van de Gebiedscoöperatie O-gen (zie bijlage: uitnodigingsbrief dd. 7 november 2014). De gemeentewet schrijft voor dat het college eerst de raad peilt voor wensen en bedenkingen, alvorens een besluit te nemen over deelname aan een coöperatie (Art. 160, lid 2) Pas nadat deze peiling in uw raad is besproken, zullen wij een definitief besluit nemen over een tijdelijk lidmaatschap aan de gebiedscoöperatie O-gen.
TOELICHTING Gebiedscoöperatie O-gen De Gebiedscoöperatie O-gen is het initiatief van het Projectbureau SVGV (Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei). Deze organisatie zorgt al jaren voor de uitvoering van projecten in het landelijk gebied van de Gelderse Vallei, Eemland, Heuvelrug en Kromme Rijn. Het projectbureau is in 2002 opgericht in eerste instantie als uitvoeringsorganisatie voor de Reconstructiewet. Inmiddels is het werkpakket uitgebreid met gebiedsprogramma’s rond de Grebbelinie, Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, het (voorheen) Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland, Food Valley, en meer. Het model van een stichting (Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei) acht het bestuur echter op de lange termijn niet houdbaar. Budgetten van overheden staan onder druk en er is meer behoefte aan bijdragen van maatschappelijke partijen en bedrijven bij het realiseren van doelen. Daarom heeft het bestuur van de SVGV besloten de stichting om te vormen tot een coöperatie. Een gebiedscoöperatie is beter in staat om betrokkenheid van zowel publieke, als private leden te verwerven en om zakelijker te opereren bij de uitvoering van projecten in het landelijk gebied. Per 1 januari 2014 is de gebiedscoöperatie O-gen van start gegaan. De missie van de coöperatie is het bevorderen van de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, het Eemland, de Heuvelrug en de Kromme Rijnstreek. Bijgevoegd vindt u een kopie van de statuten, het strategisch plan en een adhesieverklaring van de Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug. Relatie met gemeente Amersfoort Gemeente Amersfoort had tot 31 december 2013 een structurele subsidierelatie met de SVGV, net als beide provincies en de andere gemeenten in het werkgebied van de stichting. Inlichtingen bij :
C. Rijsbosch, SOB/RO, (033) 469 44 28
Gemeente Amersfoort Peiling 4565490 pagina
2
In 2011 heeft uw raad in het kader van de bezuinigingsoperatie besloten de bijdrage aan de SVGV van € 15.000,- jaarlijks, stop te zetten per 1 januari 2014. Daarbij konden de jaren 2012 en 2013 mede benut worden door de stichting om de aan de subsidie gekoppelde verplichtingen af te bouwen. Ook andere overheden hebben afgelopen jaren aangegeven kritisch te staan ten opzichte van hun structurele bijdrage aan de stichting. Zoals gezegd zijn deze signalen mede aanleiding voor de stichting om over te gaan tot de vorming van een gebiedscoöperatie. Wij zijn positief over deze omvorming naar een gebiedscoöperatie en zijn in principe bereid dit proces te ondersteunen door middel van een tijdelijke deelname aan de coöperatie voor de periode 2014 en 2015. Twee overwegingen spelen daarbij voor ons een rol: - In de uitvoering van het programma Amersfoort Groene Stad – looptijd tot einde 2015 - werken wij samen met de SVGV/gebiedscoöperatie aan projecten in het landelijk gebied, met name Laakzone en Grebbelinie. - Daarnaast achten wij het van belang om in het kader van de regionale samenwerking het initiatief van de gebiedscoöperatie mede te ondersteunen in de opstartfase.
BEOOGD EFFECT Het waarborgen van de samenwerking met de SVGV/gebiedscoöperatie O-gen voor de looptijd van ons programma Amersfoort Groene Stad tot einde 2015. In het kader van de regionale samenwerking, bijdragen aan het opstarten van de Gebiedscoöperatie O-gen, zodat deze kan uitgroeien tot een flexibele uitvoeringsorganisatie in het landelijk gebied om ons heen, met een breed draagvlak van gebiedspartijen, ondernemers en maatschappelijke organisaties.
ARGUMENTEN 1.1. Binnen het programma Groene Stad werken wij met de SVGV samen aan diverse gebiedsprojecten. In het project Laakzone coördineert de SVGV de grondverwerving en de afstemming met de boeren en natuurorganisaties in het gebied. Voor de Grebbelinie heeft de SVGV de algehele programmasturing op de uitvoering, regionale afstemming en subsidiëring, van Rhenen tot aan Spakenburg. Ook initieert en begeleidt de SVGV de vereniging van recreatieondernemers langs de linie en de daaraan gekoppelde toeristisch-recreatieve promotie. Daarnaast is de SVGV in het voorheen Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland verantwoordelijk voor het overleg en afstemming tussen de gebiedspartijen en overheden over agrarische structuurversterking, natuurbehoud en landschapsontwikkeling, cultuurhistorie, recreatie en toerisme. Voor het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug begeleidt de SVGV de uitbreiding tot aan de A28 en de uitvoering van het gebiedsprogramma ter versterking van natuur, landschap en recreatie. De gebiedscoöperatie O-gen garandeert voortzetting van deze samenwerking.
NB. De SVGV/Gebiedscoöperatie is géén alternatief recreatieschap. De SVGV/Gebiedscoöperatie is namelijk geen beheerder van recreatieterreinen of anderszins. Het is ‘slechts’ een projectenbureau voor de uitvoering van tijdelijke acties in het buitengebied waarbij de meerwaarde ligt in het coördineren en verbinden van diverse partijen en belangen.
2.1 Binnen het bestuurlijk verband van Regio Amersfoort is steun voor de doorontwikkeling van de SVGV in de Gebiedscoöperatie O-gen. Binnen Regio Amersfoort is besproken dat de rol van SVGV als projectbureau in het landelijk gebied nuttig en wenselijk is. Tegelijkertijd is de mening dat de organisatie voor de toekomst minder afhankelijk dient te zijn van financiële ondersteuning van de lokale overheid, maar ook op zoek moet gaan naar andere manieren om
Gemeente Amersfoort Peiling 4565490 pagina
3
het werk voort te zetten en financiële middelen te verwerven. Kort gezegd: meer ondernemerschap en minder overheid. De omvorming naar een coöperatie biedt daarvoor een juridisch kader. Gebiedspartijen kunnen zich hierbij aansluiten en als lid direct invloed uitoefenen en betrokken zijn bij de projecten in het landelijk gebied. De organisatie heeft in zijn nieuwe hoedanigheid als coöperatie de tijd nodig om in zijn nieuwe rol te groeien, nieuwe leden te werven en betaalde diensten te ontwikkelen. Beide provincies en al veel van de betrokken gemeentes met wie de SVGV een structurele subsidierelatie had, hebben deze subsidierelatie omgezet in een lidmaatschap van de coöperatie. De coöperatie is een campagne gestart om ook andere gebiedspartijen en ondernemers te werven voor het lidmaatschap.
KANTTEKENINGEN 2.1. In 2011 heeft uw raad besloten de structurele subsidie aan de SVGV per 1 januari 2014 te beëindigen en de jaarlijkse bijdrage structureel te bezuinigen. De SVGV ontving tot en met 2013 jaarlijks ca. €15.000,- subsidie ter ondersteuning van de organisatie, de uitvoering van programma’s en het relatiebeheer in het gebied. De SVGV is in 2011 geïnformeerd over de stopzetting van de subsidie per 1 januari 2014 in het kader van de gemeentebrede bezuinigingen.
FINANCIËN Aan het lidmaatschap van de Gebiedscoöperatie O-gen is een jaarlijkse contributie verbonden. Wij hebben met de directie van de coöperatie afgesproken dat bij een eventueel lidmaatschap onze jaarlijkse contributie voor de periode 2014 en 2015 maximaal € 15.000,- per jaar zal bedragen. Deze bijdrage van in totaal € 30.000,- willen wij incidenteel ten laste brengen van het programma Groene Stad / de Reserve Groen. Binnen deze reserve hebben wij – naast de grote projecten - budget geraamd voor het incidenteel stimuleren en op gang helpen van particuliere initiatieven in het groen. Na 2015 is de reserve niet meer beschikbaar. Daarmee vervalt ook het lidmaatschap. Aan deelname aan de gebiedscoöperatie zijn geen risico’s verbonden: De Gebiedscoöperatie kent een UA vorm (Uitgesloten aansprakelijkheid), waardoor de gemeente uitgesloten is van financiële risico’s. Het lidmaatschap van de coöperatie kan jaarlijks worden opgezegd (opzegtermijn 9 maanden) Borging van de belangen van de gemeente gebeurt onder meer door de samenstelling van het bestuur (de Gebiedsraad) van de coöperatie. Daarin vertegenwoordigt 50% van de stemmen publieke en 50% van de stemmen private partijen.
DUURZAAMHEID De coöperatie zet de doelstelling van de SVGV voort, tot behoud en duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied waarbij agrarische functies, naast ecologische en landschappelijke waarden, en toeristisch recreatieve doelen, in goed onderling evenwicht en afstemming de ruimte krijgen.
VERVOLG Na deze peiling willen wij een definitief besluit nemen over eventuele deelname aan de gebiedscoöperatie O-gen.
Gemeente Amersfoort Peiling 4565490 pagina
4
BETROKKEN PARTIJEN Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
Bijlagen
- uitnodigingsbrief voor lidmaatschap - adhesie verklaring O-gen - strategisch plan gebiedscoöperatie Ogen - statuten gebiedscoöperatie O-gen
de burgemeester,
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen 30 september 2013
Colofon
Titel
: Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
Datum
: 30 september 2013
Omschrijving
: Dit plan beschrijft de opzet van de gebiedscoöperatie O-gen.
Bestuurlijke werkgroep
: Frederik van Beuningen, Melis van de Groep, Aart de Kruijf, Henk Veldhuizen, Jan Wolleswinkel (allen Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug)
Projectteam projectbureau
: Gerard van Santen, Brendan McCarthy, Susan Claessens
Foto omslag
: create.boomerang.nl, Kraanvogeltje
Inhoud 1
Wat is de Gebiedscoöperatie O-gen?
3
1.1
De missie: vitaliteit en kwaliteit landelijk gebied
3
1.2
Visie (2020): dé gebiedontwikkelende organisatie in de regio
4
1.3
Strategisch inhoudelijk kader
4
1.4
Startpositie
5
2
De gebiedscoöperatie als vorm
6
2.1
Wat is een coöperatie?
6
2.2
Organogram Gebiedscoöperatie O-gen
6
2.3
De gebiedscoöperatie O-gen als koepel
8
3
Gebiedscoöperatie O-gen: van, voor en door leden
9
3.1
Activiteiten van de Gebiedscoöperatie O-gen
9
3.2
Van, voor en door de leden
3.3
Lid worden en opzeggen
3.4
Leren van en in de gebiedscoöperatie
10
3.5
Gebiedscoöperatie gedachte doorvertaald in de huisstijl
10
4
Kosten en ledenvoordeel
11
4.1
Kosten lidmaatschap
11
4.2
Ledenvoordeel
11
4.3
Bijdragen aan activiteiten
11
9 10
Bijlagen: 1.
Ledengroepen
2.
Tarieven lidmaatschapskosten P-leden
Strategisch plan gebiedscoöperatie O-gen
1
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
2
1
Wat is de Gebiedscoöperatie O-gen?
1.1
De missie: vitaliteit en kwaliteit landelijk gebied
O-gen is de gebiedscoöperatie die staat voor de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijnstreek. De gebiedscoöperatie mobiliseert daartoe expertise in integrale gebiedsontwikkeling en stimuleert co-creatie tussen de leden. De gebiedscoöperatie realiseert haar doel op een ondernemende werkwijze, zowel voor de gebiedscoöperatie zelf als voor alle leden. We werken voor en met de leden: partijen in het landelijk gebied zoals overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren die willen samenwerken met andere partners aan gebiedsontwikkeling. De gebiedscoöperatie organiseert deze samenwerking en sluit daartoe overeenkomsten met haar leden. Activiteiten van de coöperatie ontstaan vanuit drie motieven: •
Samen: samenwerking en/of solidariteit in de regio is nodig
•
Goed: een kwalitatief hoogwaardig product is gewenst
•
Goedkoop: in het coöperatief verband ontstaan efficiencyvoordelen
De gebiedscoöperatie werkt vanuit de volgende uitgangspunten: •
Passie voor de regio: de regio is ons lief en we zetten ons in voor de versterking van onze regio. We willen het beste uit onze regio halen.
•
Van, voor en door de leden: de gebiedscoöperatie is een echte samenwerkingsvorm waarbij uitgangspunten zijn: solidariteit, wederkerigheid, co-creatie en ledenvoordeel. Activiteiten worden uitgevoerd met de leden die daar belang bij hebben.
•
Kennis delen en vasthouden: de gebiedscoöperatie wil de kennis die er is onder leden benutten en versterken. Leden helpen elkaar bij kennisvragen. Kennisinstellingen worden uitgenodigd lid te worden van de gebiedscoöperatie. Zoveel mogelijk activiteiten worden door de leden en de organisatie zelf uitgevoerd. Daarmee wordt de kennisontwikkeling geborgd binnen (de leden van) de gebiedscoöperatie.
•
Samen dragen en uitdragen: samen werken betekent samen activiteiten dragen en uitdragen. Hierbij hechten alle partijen belang aan eenduidigheid in communicatie en herkenbaarheid van afzender(s). De gebiedscoöperatie is - en draagt graag - de paraplu boven projecten; alle samenwerkende partners werken onder deze paraplu. De leden van de gebiedscoöperatie werken dit samen uit.
•
Integraal: we zijn ons voortdurend bewust van de verschillende belangen die in de
•
‘At cost’: voor de verdeling van de kosten en baten wordt het ‘at cost principe’
omgeving spelen. We bezien de projecten altijd in hun brede maatschappelijke context. gehanteerd. Het leidend beginsel is dat er gewerkt wordt vanuit het kostendekkingbeginsel (in tegenstelling tot marktconform) en dat het lid waarvoor de kosten worden gemaakt, ook de kosten draagt. Toekenning van aanspraken van de leden op een eventueel exploitatie- of liquidatieoverschot gebeurt op basis van het proportionaliteitsbeginsel: naar rato van de omvang van het door het individuele lid met de coöperatie onderhouden zakelijk verkeer. •
Ondernemend en resultaatgericht: de gebiedscoöperatie realiseert haar doelen door ondernemerschap en heeft een eigenstandige financiële positie. We denken en werken vanuit de uitvoering van activiteiten en projecten. Projecten moeten concrete resultaten opleveren.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
3
•
Trendsettend: binnen de context van de regio zijn wij trendsettend. We zijn alert op ontwikkelingen om ons heen. Dat betekent soms trendsettend op het schaalniveau van de regio, maar soms ook dat van Nederland of de EU.
•
1.2
Flexibel: O-gen is alert op ontwikkelingen en is in staat daarin mee te bewegen.
Visie (2020): dé gebiedontwikkelende organisatie in de regio
Het landelijk gebied van de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijn staat voortdurend voor nieuwe uitdagingen en knelpunten. Door teruglopende overheidsmiddelen is zelfredzaamheid in de regio geboden. De gebiedspartners - publieke partijen, maatschappelijke organisaties en ondernemers - willen samen werken aan deze uitdagingen in de coöperatie O-gen. Gebiedscoöperatie O-gen is dé gebiedsontwikkelende organisatie in de regio. O-gen is de onafhankelijke plaats van gebiedsontwikkeling en bundelt de kracht van alle gebiedspartijen in de regio. O-gen is ván het gebied en kent het klappen van de zweep. O-gen opereert als een trendsettende onderneming op het vlak van gebiedsontwikkeling, (mede) gebiedsbeheer en cocreatie. Om daar te komen werken we aan de volgende kernkwaliteiten: •
Verbinder tussen belangen: het is ons vak om te zoeken naar verbindingen tussen partijen en belangen en kansen te verzilveren.
•
Expert in integrale gebiedsontwikkeling: we beschikken over (toegang tot) state of the art
•
Ondernemend en professioneel: we werken zakelijk en afrekenbaar en zijn voortdurend
•
Resultaatgerichtheid voor leden en klanten: onze opdrachtgever mag van ons het beste
•
Dansen tussen de schalen: gebiedsgericht werken vereist van ons om op verschillende
kennis en vaardigheden m.b.t. integrale gebiedsontwikkeling. op zoek naar succesvolle oplossingen. product verwachten. Producten zijn altijd op maat. schaalniveaus te werken en tussen deze schaalniveaus te wisselen. Daarmee zijn wij in staat om belanghebbenden op hun manier aan te spreken, te committeren en te leveren.
1.3
Strategisch inhoudelijk kader
Gebiedscoöperatie O-gen komt voort uit een traditie van gebiedsgericht werken, waarbij de combinatie van strategische plannen met daadwerkelijke uitvoering een gouden combinatie is gebleken. Het strategisch inhoudelijk kader bouwt dan ook voort op bestaande kaders. Daarbij streeft de gebiedscoöperatie naar maatwerk en eigen identiteit binnen een veelzijdige regio van Gelderse Vallei, Utrechtse Heuvelrug, Kromme Rijnstreek en Eemland. Dat betekent dat ieder deelgebied zijn eigen kwaliteiten en kaders behoudt en versterkt. Als uitwerking van de centrale missie en visie omarmt de gebiedscoöperatie de volgende strategische kaders als basis voor het handelen van de coöperatie: •
De Kracht en Pracht van het Kromme Rijngebied
•
Beheer- en Inrichtingplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug 2003
•
Ontwikkel- en beheerplan uitbreiding Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug
•
Visie Heel de Heuvelrug
•
Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost (2005) en actualisatie (2011)
•
Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland Open en Vitaal
•
Gebiedsvisie Grebbelinie Boven Water
•
Strategische agenda Regio FoodValley (2011)
•
Akkoord van Utrecht (juni 2011)
•
Gebiedsprogramma Vallei en Heuvelrug 2012-2015
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
4
Dit is het huidige kader. We zien ook dat de wereld om ons heen continu verandert. Dat vraagt de komende jaren aanpassing van de (onderdelen) van deze kaders, die we aan de hand van de Adviesagenda van de Gebiedscommissies meenemen. De activiteiten die de leden willen ondernemen, passen binnen dit strategisch inhoudelijk kader en worden bij voldoende financiering uitgevoerd. Onderwerpen die buiten dit inhoudelijk kader vallen worden aan de leden voorgelegd, via de zogeheten Gebiedsraad.
1.4
Startpositie
Ontwikkelingen in het landelijk gebied vragen per definitie om een goed samenspel van verschillende partijen. Vooral in tijden van crisis waarin organisaties elkaar steeds meer nodig hebben, doelen van individuele organisaties aan elkaar moeten worden gekoppeld en geldstromen, ideeën en enthousiasme op een slimme wijze aan elkaar moeten worden gekoppeld om projecten uitgevoerd te krijgen. Dat is de reden om de gebiedscoöperatie op te richten. De gebiedscoöperatie bindt deze veelheid aan overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, burgers en bedrijven aan elkaar en zorgt ervoor dat zij efficiënt en effectief met elkaar aan de slag kunnen. De gebiedscoöperatie is continu scherp op het uitvoeren van activiteiten en projecten. Zij doet dat vanuit een lange traditie van samenwerken en uitvoeren, gericht op de ontwikkeling van een vitaal landelijk gebied. O-gen ontstaat vanuit het projectbureau Vallei en Heuvelrug, een fusieorganisatie tussen de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV), Programmabureau Heel de Heuvelrug en Streekhuis Kromme Rijn. De bestuurlijke gremia voor deze uitvoeringsorganisaties zijn anno 2013 de gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug en de gebiedscommissie Kromme Rijn. De Gebiedscoöperatie bouwt daarmee verder op een situatie waarin de uitvoeringsorganisatie naar grote tevredenheid bij haar partners in de regio (gemeenten, waterbeheerders, terreineigenaren, maatschappelijke organisaties, bedrijven, provincies) opereert. De Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug en de Gebiedscommissie Kromme Rijn zal onder de Gebiedscoöperatie O-gen voortbestaan als adviescommissies voor Gedeputeerde Staten van Utrecht (artikel 82 van de Provinciewet, gevraagd en ongevraagd). De gebiedscoöperatie zal een personele unie vormen met deze gebiedscommissie via de zogeheten Gebiedsraad (zie 2.2). Ook voor alle andere publieke en private organisaties die in de regio actief zijn kan de Gebiedsraad een adviserende functie hebben. Vanuit deze uitgangspositie is de opdrachtenportefeuille van de Gebiedscoöperatie O-gen bij de oprichting van de gebiedscoöperatie voor een belangrijk deel al gevuld. Vanuit het gebiedsprogramma 2012 – 2015 wordt gewerkt aan het versterken van de economische structuur van de regio - onder meer in de landbouw, het realiseren van natuur, recreatieve netwerken, het geleiden van gebiedsontwikkelingen, het beter bereikbaar en beleefbaar maken van de Grebbelinie, Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland en Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, het verbeteren van de leefbaarheid in het landelijk gebied, et cetera. Het gebiedsprogramma 2012 2015 bestaat momenteel uit opdrachten vanuit de provincie Utrecht en de Regio FoodValley en projecten voor en met diverse andere opdrachtgevers en -nemers. Hiermee is (in combinatie met binnenkomende lidmaatschapsgelden en projectsubsidies) de financiële startpositie van de gebiedscoöperatie naar verwachting gewaarborgd tot 2015.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
5
2
De gebiedscoöperatie als vorm
2.1
Wat is een coöperatie?
De coöperatie is een samenwerkingsvorm. Het is een onderneming met een achterban (leden). De coöperatie is een rechtspersoon, vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het is een not-for-profit organisatie, een onderneming waarin efficiency wordt nagestreefd. De organisatie streeft naar meerwaarde voor de leden. Een coöperatie brengt sociale verantwoordelijkheid en eigen belang bij elkaar. De coöperatie is van en voor haar leden. In principe zijn alle leden gelijk (one man – one voice), maar de mate van financiële betrokkenheid en wederkerigheid kan verschillen. De leden financieren de coöperatie, de leden zijn daarmee tevens aandeelhouders. De statuten kunnen echter ook bepalen dat de activiteiten van de coöperatie gericht mogen zijn op niet-leden. De leden zijn zelf de baas over de coöperatie. De ledenraad is dan ook het hoogste gezag binnen de coöperatie. Voor de vorm van de coöperatie is gekozen omdat deze het beste aansluit bij de organisatieontwikkeling die gewenst is: gericht op samenwerken, gericht op ondernemerschap, gericht op efficiency. De coöperatie heeft deze onderdelen vanuit zichzelf in zich. Dit maakt de coöperatievorm dermate geschikt, dat hij prevaleert boven andere rechtsvormen. Coöperaties oud en nieuw Geld is schaars, de vanzelfsprekendheid ontbreekt, het op eigen kracht doen lukt niet en de opgave staat (er is noodzaak om iets te doen). Deze omstandigheden waren vroeger de reden om voor boeren een coöperatie op te starten. De bekende voorbeelden hiervan zijn de Raffeisenbank (Rabobank) en de zuivelcoöperaties. Ook in deze tijd zijn coöperaties actueel: de druk om samen te werken neemt toe en de coöperatie geeft de mogelijkheid om de ontwikkelingen in eigen hand te houden. Op dit moment bestaan in Nederland ongeveer 5.000 coöperaties. Bekende voorbeelden zijn de Rabobank, Friesland Campina, Greenery, Coöp supermarkten, Bedrijfsverzorgingsdienst AB Oost, maar ook PGGM, zorgcoöperaties en energiecoöperaties. Tal van nieuwe coöperaties worden op dit moment weer opgericht, geld is immers schaars.
2.2
Organogram Gebiedscoöperatie O-gen
Leden zijn zowel rechtspersonen als natuurlijke personen. Onderscheid wordt gemaakt tussen vier typen leden die elk hun eigen specifieke inbreng hebben: a)
Publiek kapitaal (P-leden): overheden en publieke rechtspersonen (provincies,
b)
Maatschappelijk kapitaal (M-leden): maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen
c)
Sociaal/economisch of gebiedskapitaal (G-leden): ondernemers, private grondeigenaren
d)
Financieel kapitaal (F-leden): rechtspersonen of natuurlijke personen die werken vanuit
gemeenten, waterschappen, samenwerkingsverbanden tussen overheden); die actief zijn met het landelijk gebied van het werkgebied van de gebiedscoöperatie; en burgers met betrokkenheid tot de doelen van de gebiedscoöperatie; de doelstelling om te beleggen, investeren of participeren in de vermogensvoorziening van ondernemingen en de doelstellingen van de gebiedscoöperatie ondersteunen. De P, M, en G-leden zijn vertegenwoordigd in de Raad van Beheer Gebiedsontwikkeling, de Gebiedsraad. De leden (indien nodig in de vorm van een algemene ledenvergadering) bepalen wie hen vertegenwoordigt in de Gebiedsraad. Deze stelt het inhoudelijk en financieel kader vast,
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
6
bewaakt de voortgang ervan en benoemt en ontslaat de bestuurder/directeur. De D-leden D hebben geen stem in de Gebiedsraad, hun inbreng wordt via het bestuur geregeld. Regelmatig wordt een Algemene Ledenvergadering georganiseerd georganiseerd, wanneer de statuten dit voorschrijven. Ook vergroot de algemene ledenvergadering de betrokkenheid bij de coöperatie coöperatie. De organisatie van de Gebiedscoöperatie is als volgt:
gen is een coöperatie UA. De leden zijn uitgesloten van aansprakelijkheid. De gebiedscoöperatie O-gen Eventuele tekorten van de gebiedscoöperatie gebiedscoöperatie kunnen niet ten laste van de leden komen. De gebiedscoöperatie coöperatie is een eigen rechtspersoon. Zij heeft een eigen aansprakelijkheid aansprakelijkheid en zal zorg moeten dragen voor een eigen weerstandsvermogen met voldoende omvang. De Gebiedsraad heeft een onafhankelijk voorzitter. Deze roept de leden van de Gebiedsraad bijeen en heeft ook direct toegang tot de directeur/bestuurder. De Gebiedsraad Gebiedsraad werkt met een aantal commissies. Dit is een aantal vaste commissies commissies, maar er kunnen ook ad-hoc hoc commissies worden ingesteld.. De benoeming van deze commissies gebeurt door de Gebiedsraad zelf. Deelnemers aan deze commissies kunnen leden van de Gebiedsraad zijn, leden van de gebiedscoöperatie coöperatie en waar nodig experts van buiten. De vaste commissies zijn: •
Remuneratiecommissie: uitkering van vergoedingen voor bewezen diensten, beloningsbeleid van de directie.
•
Financiële commissie: begrotingen, financiering, voorbereiden jaarrekeningen,, uitkering dividend.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen O
7
•
Commissie leden: het werven en selecteren van leden van de gebiedscoöperatie en het huishoudelijk reglement van de gebiedscoöperatie.
•
Gedisciplineerde toetsing door een ad hoc commissie (eens per vier jaar).
De samenstelling van de Gebiedsraad heeft een evenwicht tussen privaat en publiek. Deze uit zich in de vertegenwoordiging (leden van de Gebiedsraad) en de stemverhouding is 50% publiek (Pleden) en 50% privaat. De samenstelling van de Gebiedsraad is in aanzet gebaseerd op de samenstelling van de Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug. De vertegenwoordiging in de ledenraad vindt getrapt plaats. Bij de start van de coöperatie zijn de leden van de Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug de leden van de Gebiedsraad. Daarbij is ruimte voor nieuwe ledengroepen in de Gebiedsraad. De bestuurder - tevens directeur - is belast met het bestuur van de gebiedscoöperatie. De bestuurder geeft binnen de bevoegdheden die hij heeft vanuit de Gebiedsraad de strategische, tactische en operationele aansturing van de gebiedscoöperatie vorm. De uitvoering van de werkzaamheden van de gebiedscoöperatie gebeurt vanuit de uitvoeringsorganisatie. Hierin is de expertise rond gebiedsontwikkeling en leden gebundeld. Naast de ‘eigen medewerkers’ wordt Ggebiedscoöperatie of via overeenkomsten tussen gebiedscoöperatie en het betreffende lid. Met dit bestuursmodel is gekozen voor een modern, helder besturingsmodel. De kern is dat de Gebiedsraad (en daarmee de leden) direct toegang hebben tot de bestuurder/directeur. Daarmee wordt het risico op afname van de betrokkenheid en vervreemding voorkomen.
2.3
De gebiedscoöperatie O-gen als koepel
De gebiedscoöperatie O-gen is een koepel voor de verschillende deelgebieden en/of merken die onder de gebiedscoöperatie vallen. Het werkingsgebied is namelijk dermate groot dat ieder deelgebied binnen het grotere geheel zijn plek weet te vinden. Er zijn immers projecten die overkoepelend zijn, maar ook projecten die zo specifiek voor een deelregio zijn, dat ze niet voor andere deelgebieden kunnen gelden. We onderscheiden op voorhand de volgende deelgebieden: -
Gelderse Vallei
-
Utrechtse Heuvelrug/Nationaal Park
-
Kromme Rijn
-
Eemland
-
Grebbelinie
Daarbinnen zijn weer talloze deelregio’s te onderscheiden. Steeds afhankelijk van de doelstelling van een opgave wordt binnen de regio (of met dwarsverbanden daarbuiten) naar een geschikte aanpak gezocht (maatwerk). Ook in de communicatie is de eigenstandigheid van deze deelmerken opgenomen.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
8
3
Gebiedscoöperatie O-gen: van, voor en door leden
3.1
Activiteiten van de Gebiedscoöperatie O-gen
De activiteiten van O-gen zijn divers: •
Initiëren en inspireren door ontwikkelingen in de regio aan te zwengelen en door
mensen anders naar de omgeving te (laten) kijken en kansen te verzilveren. De inspirator en kennismakelaar. •
Verbinden tussen partijen en belangen, tussen kennishouders en –afnemers en
zodoende de potentie van de regio optimaal te benutten. Dit doen we onder meer door netwerken van partijen in de regio te bouwen, te organiseren en te voeden. •
Ontwikkelen projecten door met initiatiefnemers ideeën voor gebiedsontwikkeling verder
•
Communiceren over ontwikkelingen en vraagbaak (loket) voor ondernemers, burgers en
door te ontwikkelen van initiatief naar projectvoorstel en de financiering te organiseren leden. •
Uitvoeren op een voor alle partijen zo efficiënt mogelijke wijze. Dit steeds vanuit de
kaders van economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit (goede ruimtelijke inpassing, regelgeving, financiering). De gebiedscoöperatie voert de projecten samen met haar leden uit, soms als uitvoerende partij, maar zo mogelijk door één van de leden zelf. •
Adviseren vanuit onze ervaringen in de praktijk van de uitvoering aan beleidsmakers en
beslissers van rijk, provinciale en lokale overheden. Per project of activiteit wordt bekeken welke rol voor de gebiedscoöperatie als uitvoeringsorganisatie is weggelegd, steeds afhankelijk van de aard van de opdracht en de gevraagde expertise.
3.2
Van, voor en door de leden
De gebiedscoöperatie bouwt projecten of andere diensten en zorgt ervoor dat deze worden uitgevoerd. Het ondernemingsmodel daarbij bestaat er uit dat de gebiedscoöperatie deze activiteiten beter kan doen, tegen dezelfde of lagere kosten dan dat een individuele gebiedspartij dit zelf kan doen. Daarbij staan centraal: •
Wederkerigheid: de gebiedscoöperatie levert altijd een project of een activiteit terug
aan de gebiedspartijen (deelnemende leden) waardoor zij hun doelstelling kunnen realiseren. Door in de regel meerdere leden van de gebiedscoöperatie te betrekken wordt meer kennis en daadkracht ontsloten waardoor de kwaliteit verbetert en het effect op te bereiken doelstellingen wordt verhoogd. •
Kosten verlaging (lage transactiekosten): de gebiedscoöperatie organiseert de
wensen van de leden. De coöperatie is uit op sober beheer en het laag houden van de kosten. Door er zorg voor te dragen dat meerdere leden de kosten delen, gaan de kosten voor het individuele lid omlaag. Feitelijk is de gebiedscoöperatie 'de ultieme vorm van gebiedsontwikkeling'. In gebiedsontwikkeling gaat het om de gedachte dat een integrale oplossing nodig is om sectorale of individuele belangen te realiseren. Bij gebiedsontwikkeling draagt iedereen bij aan de doelen van een deelnemer naarmate het belang dat hij/zij heeft bij de betreffende ontwikkeling. Deze vorm van samenwerking waarin iedereen bijdraagt naar mate het belang wat er bij gebaat is, vormt de basis voor de gebiedscoöperatie. De leden vormen samen een organisatie. Daarin geven zij telkens op projectbasis deze samenwerking vorm en maken afspraken over de inbreng van de
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
9
afzonderlijke leden. De gebiedscoöperatie organiseert deze samenwerking op een optimale en efficiënte wijze en versterkt daarmee de daadkracht en zeggingskracht van de individuele leden.
3.3
Lid worden en opzeggen
In de statuten is vastgelegd hoe leden kunnen toetreden tot de gebiedscoöperatie O-gen, hoe wordt besloten over acceptatie van leden, de hoogte van het lidmaatschap en hoe om wordt gegaan met beëindiging van een lidmaatschap. De ledenregistratie wordt gevoerd door het bestuur van de gebiedscoöperatie.
3.4
Leren van en in de gebiedscoöperatie
De gebiedscoöperatie heeft onder andere als doel om gezamenlijk te leren. Dit doet de gebiedscoöperatie door leden zelf te laten leren in de uitvoering van projecten, kennis op te bouwen en kennis over te dragen aan de leden. Dit gebeurt aan de hand van kennisbijeenkomsten die mogelijk weer zullen leiden tot nieuwe projecten. Bovendien organiseert de gebiedscoöperatie het leren op de werkvloer door actief kennis uit te wisselen (zoals de huidige coördinatiegroep functiewijziging). Leden helpen elkaar bij specifieke kennisvragen. Van de gebiedscoöperatie mag ook worden verwacht dat zij zelf op de hoogte is van de state of the art kennis met betrekking tot de zaken waar zij zich op richt. Onder meer met het actief inzetten van de Kenniswerkplaats werken we continu aan het verbeteren van de dienstverlening en borgen we de inzet van deze up to date kennis.
3.5
Gebiedscoöperatie gedachte doorvertaald in de huisstijl
De naam voor de gebiedscoöperatie is: Gebiedscoöperatie O-gen. De nieuwe gebiedscoöperatie markeert een frisse start, een nieuw elan. Daarbij past een nieuwe naam, waarbij de randvoorwaarde was dat deze niet afhankelijk mocht zijn van een geografische begrenzing/gebiedsnaam. Na een groot aantal namen de revue te hebben laten passeren bleef de naam O-gen hangen. Door de korte naam (gemakkelijk te onthouden), gemakkelijk uit te spreken, maakt nieuwsgierig en heeft betekenis. De betekenis: O staat voor zuurstof, leven Gen staat voor zowel verleden (genetisch bepaald), als voor innovatief en technisch. Samen laat de combinatie O-gen zien dat de coöperatie gericht is op het gebied, en vooruitkijkt naar de toekomst van het gebied.
Er is een nieuw logo ontwikkeld, met goede mogelijkheden voor duo branding (gebruik van twee logo’s). Soms staat het logo van de gebiedscoöperatie voorop, soms dat van de terreineigenaar of een ander merk (bijvoorbeeld Grebbelinie, Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland of regio Foodvalley). Het gebruik van de naam en huisstijl van de gebiedscoöperatie gebeurt op basis van afspraken vastgelegd in huisstijlhandboek. Basis van alle afspraken is dat de gebiedscoöperatie O-gen de paraplu is boven projecten, waarbinnen met één of meerdere partijen samengewerkt wordt. Wanneer het logo van de gebiedscoöperatie O-gen leidend is en wanneer het logo van één van de partners of andere merken wordt in het handboek huisstijl uitgewerkt en met de samenwerkende organisatie vastgelegd.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
10
4
Kosten en ledenvoordeel
4.1
Kosten lidmaatschap
Een gebiedscoöperatie bestaat uit actieve leden. Alle huidige partners worden uitgenodigd om lid te worden van de Gebiedscoöperatie O-gen. Leden betalen een vaste jaarlijkse bijdrage. Onderscheid wordt gemaakt tussen vaste lidmaatschapskosten en incidentele kosten voor activiteiten. Het zwaartepunt van de kosten ligt op de incidentele kosten: leden betalen voor zaken waar zij direct belang bij hebben. Voor de vaste lidmaatschapskosten wordt onderscheid gemaakt tussen de diverse ledengroepen. Voor 2014 gelden de volgende tarieven: •
P-leden: variërend tussen € 5.000 en € 20.000,- afhankelijk van de omvang (zie bijlage 2)
•
M-leden: € 500,-
•
G-leden: € 50,-
•
F-leden: nog nader te bepalen.
Daarnaast laten we de mogelijkheid open voor andersoortige partnerschappen. Leden betalen zelf de vergaderkosten.
4.2
Ledenvoordeel
Uit de vaste lidmaatschapskosten wordt een aantal zaken gefinancierd: •
Vergaderkosten van de Gebiedsraad en ledengroepen
•
Website
•
Twee maal per jaar nieuwskrant van gebiedscoöperatie O-gen waarin ruimte is voor projecten van de leden (en wellicht op termijn advertenties van leden)
•
Iedere maand een digitale nieuwsbrief met aandacht voor gezamenlijke projecten
•
Bijwonen van netwerkbijeenkomsten, georganiseerd door de gebiedscoöperatie
•
Algemene Ledenvergadering
•
Deel van de vaste bureaukosten
Daarnaast geeft het lidmaatschap recht op het gebruik maken van diensten van de gebiedscoöperatie tegen ledentarieven. Dit wordt nader uitgewerkt in ledenpakketten. Hierin kunnen ook (vaste) diensten worden opgenomen.
4.3
Bijdragen aan activiteiten
Leden van de coöperatie zijn betrokken bij de uitvoering van activiteiten van de coöperatie. Dit kan op verschillende manieren. Per project wordt bekeken wie op welke wijze betrokken kan worden in de vorm van bijvoorbeeld uitvoering van een project door een lid (inbreng van menskracht), deelname in begeleidingsgroepen, deelnemer in een project, inbreng van grond, inbreng van kennis, inbreng van financieel kapitaal et cetera. Vanuit de inbreng van deze publiek, maatschappelijk, sociaaleconomisch en financieel kapitaal door de deelnemers kunnen de projecten worden gefinancierd. Deze ‘incidentele’, projectgebonden, bijdragen vormen het grootste deel van de bekostiging van (de uitvoeringsorganisatie van) de Gebiedscoöperatie. Daarmee ontstaat ook een eerlijk systeem van financiering: leden betalen voor die activiteiten waar zij direct of indirect een belang bij hebben.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
11
Bijlage 1: Ledengroepen Leden
Wie (voorbeelden; partijen worden vanaf juli 2013 benaderd om lid te worden)
P-leden
• 23 gemeenten • 2 waterbeheerders • 2 provincies
M-leden
• Boerenorganisaties zoals LTO, NVV, NAJK, NMV • Terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Utrechts Landschap, Gelders Landschap en Geldersche Kastelen • Particuliere grondeigenaren (UPG, GPG) • Erfgoed- en landschapsinstellingen: Landschap Erfgoed Utrecht, Stichting Landschapsbeheer Gelderland, Gelders Genootschap • Ondernemersplatforms, zoals het platform ondernemers recreatie Heuvelrug, Grebbelinieplatform • Kennisinstellingen zoals WUR, CHF, VHL, Aeres, Groenhorst college, STOAS, CAH Dronten • Agrarische Natuurverenigingen • Milieufederaties Utrecht en Gelderland • Vereniging Kleine Kernen • Natuur- en milieueducatie: Veldwerk Nederland, IVN
G-leden
• Ondernemersverenigingen en netwerken zoals Rotary, Lions, Kiwanis, Zakelijk Heuvelrug, Ondernemersvereniging Grebbelinie • Lokale afdelingen LTO • Lokale natuurorganisaties • Lokale organisaties en Stichtingen (dorpen, buurtschappen, wijken, etc.) • Individuele ondernemers • Lokale banken • Burgers
F-leden
• Kapitaalleden; nader te bepalen
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
12
Bijlage 2: Tarieven lidmaatschapskosten P-leden
Het lidmaatschap van de overheden wordt berekend volgens de volgende systematiek. Oppervlakte \ Inwoners 2 0-20 km 2 20-50 km meer dan 50 km2
0-15000 5.000 5.000 10.000
15000-35000 5.000 10.000 15.000
35000 + 5.000 10.000 20.000
Gemeenten
Inwoners
Oppervlak (km2)
Lidmaatschap (€)
Amersfoort
148.250
63
20.000
Baarn
24.352
33
10.000
Barneveld
53.521
176
20.000
Bunnik
14.574
38
5.000
Bunschoten
20.200
30
10.000
De Bilt
42.079
66
20.000
Ede
108.763
318
20.000
Eemnes
8.824
31
5.000
Ermelo*
26.127
86
5.000
Houten
47.000
59
20.000
Leusden
28.905
59
15.000
Nijkerk
40.126
69
20.000
Putten*
23.860
85
10.000
4.822
18
5.000
19.064
42
10.000
9.354
14
5.000
45.612
46
10.000
Utrechtse Heuvelrug
48.267
132
20.000
Veenendaal
62.870
20
5.000
Wageningen*
37.049
32
5.000
Wijk bij Duurstede
24.000
50
10.000
Woudenberg
12.034
37
5.000
Zeist
61.233
49
10.000
Renswoude Rhenen Scherpenzeel Soest
Andere overheden Provincie Utrecht
20.000
Provincie Gelderland
20.000
Waterschap Vallei en Veluwe
20.000
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
20.000
*Voor een aantal gemeenten geldt dat hun grondgebied buiten het werkingsgebied van de coöperatie ligt. Deze gemeenten komen daardoor in een lagere categorie terecht.
Strategisch plan Gebiedscoöperatie O-gen
13
1
Statuten GEBIEDSCOÖPERATIE O-gen U.A. 22 juli 2013
Heden, verscheen voor mij, Mr Arnoud Bethe, notaris met plaats van vestiging Buren, kantoorhoudende te Eck en Wiel: de heer Jan Teunis Wolleswinkel, wonende te 3927 CB Renswoude, Barneveldsestraat 39, geboren te Renswoude op zeventien augustus negentienhonderd zevenenveertig, gehuwd, legitimatie: paspoort, met kenmerk: NYK441JK7, afgegeven te Renswoude op zevenentwintig oktober tweeduizend tien; De comparant heeft het volgende verklaard: Het bestuur van Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei, SVGV, een stichting naar Nederlands recht, gevestigd te Barneveld, kantoorhoudende te Huize Scherpenzeel, Burg. Royaardslaan 1, 3925 ZJ Scherpenzeel, ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder nummer 41052243, heeft, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:18 van het Burgerlijk Wetboek en na voorafgaande besluitvorming door het Bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 14:2 en artikel 15 van de statuten van SVGV, besloten SVGV om te zetten in een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid, de statuten van SVGV dienovereenkomstig te wijzigen en geheel opnieuw vast te stellen, alsmede om de comparant te machtigen deze akte te doen passeren. Van deze besluitvorming blijkt uit een bestuursbesluit van SVGV, welke in kopie aan deze akte zal worden gehecht. (bijlage 1) De statuten van SVGV zijn voor het laatst gewijzigd bij akte op vierentwintig september tweeduizend en drie verleden voor mr. Eduardus Antonius Paulus Boerkamp, notaris te Ede. Ter uitvoering van voormeld besluit tot omzetting van statuten wijziging wordt SVGV omgezet in een coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid en worden de statuten van SVGVO hierbij gewijzigd en geheel opnieuw vastgesteld als volgt. Preambule De bij deze akte op te richten rechtspersoon "Coöperatie O-gen U.A.", in deze preambule ook aangeduid als "Gebiedscoöperatie O-gen", heeft als doel de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijnstreek te bevorderen. Dat doel realiseert zij door middel van gebiedsontwikkeling en (mede) gebiedsbeheer. De coöperatie mobiliseert daartoe expertise in integrale gebiedsontwikkeling, stimuleert co-creatie tussen partners, het (doen) ontwikkelen, verspreiden, bewaren en toegankelijk maken van kennis . De coöperatie draagt bij aan vernieuwing middels een
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
2
ondernemende werkwijze van haarzelf en alle partners. De coöperatie wil haar doelstellingen realiseren door het sluiten van overeenkomsten met haar leden. Deze leden komen voort uit partijen in het landelijk gebied, zoals overheden, maatschappelijke organisaties, ondernemers en particulieren die willen samenwerken met andere partners aan gebiedsontwikkeling. De coöperatie hanteert de coöperatieve uitgangspunten waaronder wederkerigheid en cocreatie tussen de coöperatie en haar leden; dat de coöperatie slechts die activiteiten onderneemt die in het belang zijn van leden; het ‘van, voor en door’ – principe; toepassing van het ‘at cost principe’, terwijl de ‘kostenmaker-kostendrager’ verdeling als leidend beginsel geldt. Voor financiering van de coöperatie wordt zoveel mogelijk het proportionaliteitsbeginsel gehanteerd. De taken van Gebiedscoöperatie O-gen zijn gericht op : Initiëren en inspireren: door ontwikkelingen in de regio aan te zwengelen en door mensen anders naar de omgeving te (laten) kijken en kansen te verzilveren. De inspirator en kennismakelaar. Verbinden tussen partijen en belangen, tussen kennishouders en –afnemers en zodoende de potentie van de regio optimaal te benutten. Dit doet de Gebiedscoöperatie onder meer door netwerken van partijen in de regio te bouwen, te organiseren en te voeden. Ontwikkelen projecten door met initiatiefnemers ideeën voor gebiedsontwikkeling verder door te ontwikkelen van initiatief naar projectvoorstel en de financiering te organiseren Communiceren over ontwikkelingen en vraagbaak zijn (loket) voor ondernemers, burgers en leden Uitvoeren op een voor alle partijen zo efficiënt mogelijke wijze. Dit steeds vanuit kaders van economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit (goede ruimtelijke inpassing, regelgeving, financiering). De Gebiedscoöperatie voert de projecten samen met haar leden uit, soms als uitvoerende partij, maar zo mogelijk met inschakeling van leden zelf. Adviseren vanuit de ervaringen in de praktijk van de uitvoering aan beleidsmakers en beslissers van rijk, provinciale en lokale overheden”
STATUTEN Artikel 1 – Naam en zetel 1. De coöperatie draagt de naam: Gebiedscoöperatie O-gen U.A. 2. De Gebiedscoöperatie is gevestigd te Scherpenzeel.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
3
Artikel 2 – Begripsomschrijving In deze statuten worden verstaan onder: coöperatie : Gebiedscoöperatie O-gen U.A.; bestuur : het door de leden van de Gebiedsraad gekozen bestuur als beschreven in artikel 18; algemene (leden)vergadering : het orgaan dat gevormd wordt door de leden, alsmede de bijeenkomst van de leden; leden : rechtspersonen en natuurlijke personen die lid zijn van de coöperatie; I-leden: : rechtspersonen als bedoeld in artikel 5 van de statuten; P-/M-/G -lid/leden : het lid/de leden van de coöperatie, waaronder worden verstaan leden in de onderscheiden categorieën Publiek (P-leden), Maatschappelijk (M-leden) en Sociaaleconomisch aan het gebied gebonden leden (G-leden)(zie artikel 5) I Gebiedsraad : formeel: ‘Raad van Beheer Gebiedsontwikkeling’, het orgaan van de leden en gevormd door leden, alsmede de bijeenkomst van leden; boekjaar : het boekjaar als omschreven in artikel 31 van de statuten van de coöperatie; jaarrekening : de balans, winst- en verliesrekening en de toelichting daarop; reglement(en) : een reglement zoals omschreven in artikel 33 van de statuten van de coöperatie. Artikel 3 – Doel 1. Het doel van de coöperatie is de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijnstreek te bevorderen. 2. De coöperatie bereikt haar doel door a. het sluiten van overeenkomsten met haar leden. b. het ontwikkelen en beheren van expertise ter zake van integrale gebiedsontwikkeling. c. co-creatie tot stand te brengen met leden. 3. De coöperatie kan ook andere maatschappelijke en ideële belangen van leden behartigen. 4. De coöperatie adviseert over beleid van rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden. Zij kan hiertoe personele unies vormen met wettelijk ingestelde adviescommissies. 5. De coöperatie verricht geen werkzaamheden van of voor haar leden, welke
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
4
6.
7.
nadrukkelijk behoren tot de publiekrechtelijke taken en bevoegdheden van deze leden, tenzij nadrukkelijk overeengekomen. De coöperatie kan de overeenkomsten die zij met haar leden sluit ook met derden aangaan, mits niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden van ondergeschikte betekenis zijn. Tot het doel behoort het verder: a. Het oprichten van, het deelnemen in, of het samenwerken met ondernemingen met een soortgelijk doel of met een doel dat bevorderlijk kan zijn aan dat van de coöperatie; b. Het samenwerken met, besturen van en het adviseren en verlenen van andere diensten aan coöperaties, vennootschappen en andere ondernemingen; c. Het aangaan en verstrekken van leningen bij/aan haar leden overeenkomstig artikel 4 lid 4 van de statuten; d. Het verrichten of doen verrichten van onderzoek en ontwikkeling; e. Het verspreiden of doen verspreiden van kennis; f. Het bevorderen van onderzoek, opleiding, training en voorlichting.
Artikel 4 – Contributies, leningen en certificaten 1. De financiële middelen die nodig zijn voor het realiseren van de doelen van de Gebiedscoöperatie worden gevormd door: a. contributie van de leden; b. erfstellingen, legaten en schenkingen; c. subsidies en bijdragen; d. revenuen van het vermogen; e. het aangaan van leningen; f. de uitgifte van certificaten; g. eventuele andere baten. 2. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. 3. De leden betalen een jaarlijkse contributie. De hoogte van de contributie wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur. 4. Leden kunnen na aanvang van het lidmaatschap een lening verstrekken aan de Gebiedscoöperatie telkens wanneer het bestuur kenbaar maakt aan haar leden dat zij geld wil aantrekken van de leden ter financiering van projecten, die in overeenstemming zijn met het in artikel 3 omschreven doel van de Gebiedscoöperatie. Het bestuur geeft aan in welke periode gelden worden aangenomen en tot welk maximum elk lid kan deelnemen. 5. Leden kunnen certificaten in het eigen vermogen van de Gebiedscoöperatie nemen, zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 15. 6. Over de uitstaande saldi van de leningen wordt, mits het resultaat over dat jaar het
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
5
7.
toelaat, jaarlijks rente vergoed. De hoogte van de rente en de overige bepalingen ten aanzien van de lening geldende voorwaarden worden vastgesteld door het bestuur. Over de certificaten wordt, mits het resultaat over dat jaar het toelaat, jaarlijks dividend vergoed. De hoogte van de dividenduitkeringen en de overige ten aanzien van de certificaten geldende voorwaarden worden vastgesteld door het bestuur. Bij beëindiging van het lidmaatschap heeft het betreffende lid, dan wel zijn of haar rechtverkrijgenden, recht op terugbetaling van de lening en de daarop verschuldigde rente overeenkomstig de voor de lening geldende voorwaarden.
Artikel 5 – Leden 1.
2.
Leden zijn (private en publieke) rechtspersonen of natuurlijke personen die betrokken zijn bij de doelen van de Gebiedscoöperatie. Leden worden onderscheiden in drie categorieën. I. P- leden: overheden en rechtspersonen met publiekrechtelijke positie : gemeenten, gemeentelijke samenwerkingsverbanden, waterschappen en provincies; II. M-leden: rechtspersonen met maatschappelijke vertegenwoordiging, o.a. belangenorganisaties, kennisinstellingen, instellingen met maatschappelijk doelen gelieerd aan de doelen van de gebiedscoöperatie; III. G-leden: natuurlijke personen respectievelijk ondernemers en burgers met sociaal-economische betrokkenheid bij de doelen van de Gebiedscoöperatie. De Gebiedscoöperatie kent naast de genoemde categorieën leden tevens I-leden die alleen social venture investeringen doen met het doel aldus bij te dragen aan realisering van de impact door de gebiedscoöperatie. Deze I-leden zijn rechtspersonen, die statutair als doelstelling hebben het beleggen, investeren of participeren in de vermogensvoorziening van ondernemingen die werkzaam zijn op het gebied van de doelstellingen van Gebiedscoöperatie O-gen U.A. of natuurlijke personen die op de genoemde wijze aan de doelstellingen van de gebiedscoöperatie wensen bij te dragen;
Artikel 6 – Lidmaatschap 1. De aanvraag om als lid te worden toegelaten moet worden gericht aan het bestuur en wordt gedaan op een door het bestuur beschikbaar te stellen formulier, onder vermelding van alle door het bestuur nodig geoordeelde gegevens, alsmede van het eventueel aantal certificaten dat wordt gewenst. 2. Toelating als lid geschiedt door het bestuur op voordracht van de Gebiedsraad.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
6
3. 4. 5.
6.
Het bestuur beslist binnen één maand na ontvangst van het verzoek over de toelating en deelt de beslissing of de aanvrager als lid is toegelaten of geweigerd aan de aanvrager schriftelijk mee. Aan de eis van schriftelijkheid van de mededeling wordt voldaan indien de mededeling elektronisch is verzonden. Bij toelating wordt hij ingeschreven in het register, bedoeld in lid 4 van dit artikel. Bij de toelating als lid wordt tevens in de beslissing de categorie waarin het lid is toegelaten en de mate van financiële betrokkenheid vermeld, alsmede de datum waarop het lidmaatschap aanvangt. Het lidmaatschap neemt een aanvang op een door het bestuur te bepalen datum. Leden rechtspersonen delen het bestuur mede welke (natuurlijke) personen alsmede hun contactadres(sen)het betreffende lidrechtspersoon zal vertegenwoordigen. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van de leden zijn vermeld. Het register ligt voor de leden ter inzage. Wanneer het lid is toegelaten wordt hem tevens meegedeeld onder welk nummer hij als lid in het ledenregister is ingeschreven. Niettemin behoeft ten bewijze van de verkrijging van het lidmaatschap van de in dit artikel vermelde geschriften niet te blijken. De geschriften waarbij het lidmaatschap wordt aangevraagd, worden gedurende ten minste zeven jaren door het bestuur bewaard. Deze geschriften behoeven niet te worden bewaard voor zover het betreft diegenen van wie het lidmaatschap kan blijken uit een door hen ondertekende, gedagtekende verklaring in de administratie van de Gebiedscoöperatie. Alle kennisgevingen aan en oproepen voor leden worden gedaan aan de adressen welke deze leden schriftelijk aan het bestuur hebben opgegeven. Indien tevens een elektronisch adres bekend wordt gemaakt met als doel opneming in het ledenregister, houdt deze bekendmaking tevens de instemming in om alle kennisgevingen en mededelingen alsmede oproepen voor een vergadering langs elektronische weg te krijgen toegezonden. Indien een lid in gebreke blijft zijn adres op te geven of indien, in geval van adreswijziging, het nieuwe adres niet is opgegeven, is de Gebiedscoöperatie onherroepelijk gemachtigd namens dat lid kennisgevingen en oproepen in ontvangst te nemen.
Artikel 7 Indien een lid ophoudt te voldoen aan de voor zijn lidmaatschap in artikel 5 gestelde vereisten, of ingeval zich wijzigingen voordoen is dat betreffende lid verplicht daarvan onverwijld kennis te geven aan het bestuur. Het bestuur beoordeelt of het betrokken lid nog voldoet aan de vereisten gesteld in artikel 5 en geeft van deze beslissing schriftelijk kennis aan dat lid.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
7
Artikel 8 – Einde lidmaatschap 1. Het lidmaatschap eindigt (door): a. overlijden van leden-natuurlijke personen; b. wanneer de rechtspersoon ophoudt te bestaan; c. opzegging namens de Gebiedscoöperatie overeenkomstig het bepaalde in artikel 9; d. opzegging door het lid overeenkomstig het bepaalde in artikel 10; e. ontzetting overeenkomstig het bepaalde in artikel 12. 2. Door beëindiging van het lidmaatschap, op welke wijze dan ook, verliest het lid alle rechten aan het lidmaatschap verbonden. 3. In het geval als bedoeld onder b van lid 1 van dit artikel eindigt het lidmaatschap op de dag waarop de rechtspersoon ophoudt te bestaan. 4. Zodra zulks aan het bestuur bekend is geschiedt daarvan aantekening in het ledenregister onder vermelding van de datum waarop het lid heeft opgehouden te bestaan. Artikel 9 – Opzegging namens de Gebiedscoöperatie 1. De opzegging als bedoeld onder c van lid 1 van artikel 8 geschiedt door het bestuur, krachtens besluit van de Gebiedsraad indien: a. een lid één of meer vereisten aan het lidmaatschap gesteld heeft verloren; b. een lid zijn verplichtingen tegenover de Gebiedscoöperatie niet nakomt; c. een lid de belangen van de Gebiedscoöperatie schaadt; d. redelijkerwijs van de Gebiedscoöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 2. De opzegging als bedoeld onder c van lid 1 van artikel 8 kan door het bestuur worden gedaan indien het faillissement van een lid onherroepelijk wordt of indien aan het lid surseance van betaling is verleend. 3. a. In de gevallen als bedoeld sub a, b en c in het eerste lid van dit artikel geschiedt de opzegging tegen het einde van het boekjaar met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken. b. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, sub d en in het tweede lid van dit artikel kan de opzegging met onmiddellijke ingang geschieden. c. De opzegging namens de Gebiedscoöperatie geschiedt rechtstreeks aan het betreffende lid per aangetekend schrijven onder vermelding van de redenen. 4. Ten aanzien van de opzegging en haar gevolgen zijn artikel 11 en 14 van toepassing. Artikel 10 - Opzegging door het lid 1. De opzegging als bedoeld onder d van lid 1 van artikel 8 kan slechts geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste negen maanden. 2. Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging mogelijk:
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
8
a.
3.
4.
5.
indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; b. binnen een maand nadat een besluit waarbij anders dan geldelijk de rechten van de leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan een lid bekend is geworden of medegedeeld; c. binnen een maand nadat een lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de Gebiedscoöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie, dan wel splitsing. Een lid is niet bevoegd door opzegging van het lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, de toepasselijkheid van dat besluit te zijnen opzichte uit te sluiten. De opzegging van het lidmaatschap door een lid geschiedt schriftelijk. Het lid, dat de opzegging doet, ontvangt daarvan in beginsel per omgaande maar uiterlijk binnen één (1) week een schriftelijke bevestiging van het bestuur. Ten aanzien van de opzegging en haar gevolgen zijn artikel 11 en 14 van toepassing.
Artikel 11 1. Het bestuur houdt een lijst bij, waarop de opzeggingen worden ingeschreven. Het bestuur beslist twee weken voor het einde van het boekjaar aan welke opzeggingen onmiddellijk gevolg zal worden gegeven. De opzeggingen, welke geen gevolg kunnen hebben, worden geacht tegen het einde van het volgend boekjaar te zijn geschied. 2. Opzegging van het lidmaatschap door een I-lid kan slechts geschieden onder de voorwaarde dat het betreffende I-lid alle bij dit lid geplaatste certificaten overdraagt aan één of meer andere I-leden, danwel de Gebiedscoöperatie zich bereid verklaart de geplaatste certificaten onder door haar te stellen voorwaarden in te kopen. 3. Een lid kan te allen tijde zijn/haar lidmaatschap opzeggen. 4. Het lidmaatschap van een lid eindigt bij opzegging slechts aan het einde van het boekjaar, en wel aan het einde van het lopende boekjaar, wanneer de opzegging ten minste drie maanden daarvoor heeft plaatsgevonden, en aan het einde van het volgende boekjaar, wanneer die termijn niet in acht is genomen. Artikel 12 - Ontzetting 1. Ontzetting van een lid uit zijn lidmaatschap kan geschieden door het bestuur, indien het lid: a. handelt in strijd met de statuten of met enig reglement of met een besluit van de Gebiedscoöperatie; b. de Gebiedscoöperatie op onredelijke wijze benadeelt. 2. Het bestuur geeft van zijn besluit tot ontzetting bij aangetekend schrijven, vermeldende de redenen, welke tot de ontzetting hebben geleid, rechtstreeks kennis
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
9
3.
4.
aan het betreffende lid. Het lid heeft, gedurende een maand na ontvangst van die kennisgeving, recht van beroep bij de Gebiedsraad. Indien bij ontzetting niet tijdig beroep is ingesteld, eindigt het lidmaatschap op de dag, waarop de beroepstermijn is verstreken en in andere gevallen op de dag, waarop het ingestelde beroep ongegrond is verklaard. Een ontzet lid is als zodanig geschorst vanaf de dag van ontvangst van het besluit van het bestuur tot ontzetting. Gedurende de beroepstermijn en hangende dit beroep is het lid in de uitoefening van zijn lidmaatschapsrechten geschorst, ook ten aanzien van eventuele functies, welke het in de Gebiedscoöperatie bekleedt.
Artikel 13 - Boete Het bestuur is bevoegd – naast de in de statuten of in enig reglement speciaal genoemde gevallen – aan een lid dat in strijd handelt met de statuten of de reglementen, met de belangen van de Gebiedscoöperatie of met besluiten, genomen door een orgaan van de Gebiedscoöperatie, een boete op te leggen waarvan het maximum bij huishoudelijk reglement wordt vastgesteld. Artikel 14 – Overdracht en vervallen van certificaten 1. Indien het lidmaatschap van een I-lid eindigt, en de certificaten van dat lid niet kunnen worden overgedragen aan een of meer andere I-leden vervallen de certificaten van het gewezen I-lid aan de Gebiedscoöperatie, zulks met in achtneming van het hierna in artikel 16 lid 2 bepaalde. 2. Indien het lidmaatschap van een lid, dat tevens certificaten houdt eindigt, en de certificaten niet kunnen worden overgedragen aan andere leden, is een lid bevoegd de certificaten aan te bieden aan een of meer I-leden. Indien de certificaten noch aan een lid, noch aan een of meer I-leden kunnen worden overgedragen, vervallen de certificaten van een lid aan de Gebiedscoöperatie, zulks met inachtneming van het hierna in artikel 16 lid 2 bepaalde. Artikel 15 – Certificaten 1. Ieder I-lid is bij toetreding gehouden minimaal één (1) certificaat en bevoegd maximaal twintig (20) certificaten A, nominaal groot vijftigduizend euro (€ 50.000,00), in het kapitaal van de Gebiedscoöperatie te nemen. 2. Ieder lid is bevoegd één of meer certificaten B, nominaal groot tienduizend euro (€ 10.000,00), in het kapitaal van de Gebiedscoöperatie te nemen. 3. De voorwaarden waaronder en het aantal certificaten, hierna ook te noemen: 'de certificaten', die kunnen worden genomen, worden door het bestuur bij huishoudelijk reglement vastgesteld. 4. Het bestuur is bevoegd om bij toetreding een hoger minimum aantal dan het hiervoor in lid 1 bepaalde te nemen aantal certificaten A vast te stellen.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
10
5.
6.
7. 8.
Certificaten A zijn overdraagbaar aan andere I-leden. Certificaten B zijn onverminderd het bepaalde in artikel 14 niet overdraagbaar noch verhandelbaar en kunnen evenmin worden bezwaard met zekerheidsrechten of genotsrechten noch voorwerp zijn van overgang onder algemene titel. Indien een lid een aandeel vervreemdt of bezwaart of de certificaten door overgang onder algemene titel in het vermogen van een derde vallen, zal de verkrijger of de rechthebbende of degene die het zekerheidsrecht of het genotsrecht wenst uit te oefenen, geen aanspraken jegens de Gebiedscoöperatie te gelde kunnen maken, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 2. De certificaten luiden op naam. Het bestuur houdt het in artikel 6 lid 4 bedoelde register. Daarin worden ingeschreven de namen en adressen van de leden van de Gebiedscoöperatie die in verband met dat lidmaatschap certificaten houden, alsmede het aantal certificaten van een lid en de periode gedurende welke een lid een certificaat in zijn bezit heeft gehad. Van het aantal certificaten en de periode gedurende welk een lid een certificaat in zijn bezit heeft gehad, kan uitsluitend blijken uit het register als bedoeld in dit artikel. Er worden geen certificaatbewijzen uitgegeven. In het in het vorige lid gemelde register worden de eerste stortingen en eventuele terugbetalingen aangetekend. Indien een lid in gebreke blijft de stortingen of de boeten, die hij verbeurd heeft, te voldoen binnen veertien dagen na ontvangst van een bij aangetekend schrijven door of namens het bestuur gedane aanmaning, handelt hij in strijd met deze statuten en kan hij derhalve uit zijn lidmaatschap worden ontzet.
Artikel 16 1. Indien een lid zijn aantal certificaten wenst uit te breiden dan wel gedeeltelijk te verminderen, richt hij een daartoe strekkend verzoek tot het bestuur op een daartoe door het bestuur beschikbaar te stellen formulier, met vermelding van het aantal certificaten dat verkregen wenst te worden respectievelijk aan de Gebiedscoöperatie te doen vervallen en alle andere door het bestuur wenselijk geoordeelde gegevens. Het bestuur beslist over de aanvraag, die kan worden geweigerd indien de toewijzing respectievelijk het vervallen van de certificaten naar het oordeel van het bestuur niet geacht kan worden te zijn in het belang van de Gebiedscoöperatie. Tegen deze beslissing staat geen beroep open. 2. Behoudens indien het lidmaatschap van de Gebiedscoöperatie eindigt door opzegging overeenkomstig het bepaalde onder b en c van artikel 9, lid 1, of door ontzetting overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, betaalt de Gebiedscoöperatie aan het lid, wiens certificaten aan de Gebiedscoöperatie vervallen, het nominale bedrag dat door het lid ten tijde van de verkrijging van het aandeel in de kas van de Gebiedscoöperatie is gestort.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
11
Artikel 17 - Aansprakelijkheid Indien bij gerechtelijke of buitengerechtelijke vereffening van de boedel van de Gebiedscoöperatie blijkt, dat haar activa ontoereikend zijn om aan haar verbintenissen te voldoen, zijn noch zij die bij haar ontbinding leden waren noch zij wier lidmaatschap voordien is beëindigd tegenover de vereffenaars aansprakelijk voor het tekort. Artikel 18 - Bestuur 1. Het bestuur bestaat bij aanvang uit één bestuurder die tevens de directie van bureau van de Gebiedscoöperatie vormt. Het bestuur bestaat uit ten hoogste drie leden. 2. De voorzitter van het bestuur wordt door de Gebiedsraad uit een door het bestuur in overleg met de benoemingsadviescommissie op te stellen voordracht telkenmale voor een periode van vijf jaren in functie gekozen. 3. De leden van het bestuur worden door de Gebiedsraad benoemd op voordracht van de benoemingsadviescommissie. 4. Een lid van het bestuur kan te allen tijde door de Gebiedsraad worden ontslagen of geschorst. Een besluit daartoe kan de Gebiedsraad slechts nemen met een meerderheid van tenminste twee/derden van drie/vierden van alle stemmen. Voormelde breuk wordt indien nodig op het dichtstbijzijnde gehele getal afgerond volgens de rekenkundige methode. 5. Een bestuurder kan niet tevens lid zijn van de Gebiedsraad. 6. De benoemingsadviescommissie bestaat uit een door Gebiedsraad vast te stellen aantal natuurlijke personen. 7. Bij het benoemingsreglement worden nadere regels gesteld omtrent de samenstelling, de benoeming van commissieleden, de werkwijze en besluitvorming van de benoemingsadviescommissie. 8. Indien het bestuur uit meer dan een persoon bestaat benoemt de Gebiedsraad de voorzitter volgens een nader te bepalen reglement 9. De honorering en de verdere vergoedingen van (de leden van) het bestuur worden door de Gebiedsraad volgens een nader te bepalen remuneratie reglement vastgesteld. Artikel 19 1. Het bestuur is belast met het bestuur van de Gebiedscoöperatie. 2. Aan het bestuur komen alle bevoegdheden toe, die niet bij deze statuten aan de leden(raad) zijn voorbehouden, zulks met in achtneming van het hierna onder 3 en 4 bepaalde. 3. Goedkeuring van de Gebiedsraad dient te worden verkregen voor besluiten van het bestuur omtrent: a. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de Gebiedscoöperatie of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
12
dan wel als volledig aansprakelijke vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de Gebiedscoöperatie; b. het nemen van een deelneming ter waarde van tenminste een/derde van het bedrag van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans met toelichting van de Gebiedscoöperatie, door deze of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulks een deelneming; c. investeringen welke een bedrag vereisen, van ten minste een/derde van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans met toelichting van de Gebiedscoöperatie; d. het aangaan of verhogen van leningen en kredieten, alsmede het vestigen van hypotheken, voor zover daarmee een bedrag gemoeid is van ten minste een/derde van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans met toelichting van de Gebiedscoöperatie; e. het verkopen, het vervreemden, verhuren of bezwaren van registergoederen ter waarde van ten minste een/derde van het bedrag van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans met toelichting van de Gebiedscoöperatie; f. een voorstel tot wijziging van de statuten; g. een voorstel tot ontbinding van de Gebiedscoöperatie; h. wanneer de kwaliteitseisen voor leden worden gewijzigd. i. het huren van grond, van gebouwen en van uitrusting, voorzover met de jaarlijks te betalen huursom een bij huishoudelijk reglement vast te stellen bedrag gemoeid is en de duur van de huurovereenkomst een periode van tien (10) jaar overschrijdt; j. het uitoefenen van stemrecht op certificaten in het kapitaal van afhankelijke maatschappijen bij voorstellen omtrent: 1. goedkeuring van de jaarrekening; 2. benoeming van de accountant (van de coöperatie), alsmede intrekking van de hem gegeven opdracht; 3. statutenwijziging; 4. benoeming van leden van de raad van commissarissen van een afhankelijke maatschappij; 5. een meerjarenplan; k. het nemen van een besluit dat een ingrijpende wijziging in het beleid, de organisatie en/of de financiering van de coöperatie tot gevolg zal hebben. Het ontbreken van goedkeuring als hiervoor bedoeld kan noch door, noch aan de coöperatie worden tegengeworpen. Artikel 20 - Vertegenwoordiging
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
13
1. 2. 3.
Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie. De bevoegdheid van het bestuur tot vertegenwoordiging van de coöperatie bestaat ook als tussen de coöperatie en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer leden van de Gebiedsraad, alsook aan derden, al dan niet in dienst van de coöperatie, om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 21 - Directie bedrijven/projecten 1. Het bestuur kan besluiten dat de leiding van dagelijkse zaken en van bedrijven casu quo van projecten van de coöperatie, onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur, wordt opgedragen aan (een) bedrijfs- of projectdirectie(s), die uit één of meer personen bestaat en die tegenover het bestuur verantwoordelijk is (zijn). 2. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat (een lid van) de bedrijfs- of projectdirectie en stelt zijn bevoegdheden vast, alles met inachtneming van het hierna in dit artikel bepaalde. 3. De bevoegdheden en verplichtingen van directies kunnen nader worden geregeld in een door het bestuur op te stellen instructie. Deze instructie regelt, indien er meer dan een directeur is, tevens hun onderlinge verdeling van de werkzaamheden. Het bestuur kan aan de directie te allen tijde opdrachten verstrekken en kan de in dit lid genoemde instructie te allen tijde wijzigen. 4. De bezoldiging en andere arbeidsvoorwaarden van de directie worden vastgesteld door het bestuur. Artikel 22 – Algemene ledenvergadering 1. Een vergadering van de leden wordt gehouden steeds wanneer bij of krachtens de wet of deze statuten een besluit van de gezamenlijke leden nodig is. 2. De vergadering van leden wordt bijgewoond door de leden van de Gebiedsraad, de voorzitter van de Gebiedsraad en het bestuur. De vergadering van leden wordt voorgezeten door de voorzitter van de Gebiedsraad of door een door het bestuur aan te wijzen lid van de Gebiedsraad bij afwezigheid van de voorzitter van de Gebiedsraad respectievelijk indien het bestuur geen van de leden van de Gebiedsraad als zodanig heeft aangewezen of bij afwezigheid van het aangewezen lid van de Gebiedsraad, treedt de voorzitter van het bestuur als voorzitter van de vergadering op. Is de voorzitter van het bestuur evenmin aanwezig, dan voorzien de overige aanwezige leden in de leiding van de vergadering. 3. De voorzitter van de Gebiedsraad, in afstemming met het bestuur, roept de vergaderingen van de leden bijeen. Het bepaalde in artikel 26 lid 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing op de vergadering van leden.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
14
4. 5.
6.
Alle leden hebben toegang tot de vergadering van leden en zijn bevoegd daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het bestuur kan bepalen dat bij de verkiezing van de leden van de Gebiedsraad, de leden het stemrecht kunnen uitoefenen door middel van en elektronisch communicatiemiddel. Stemmen die door de leden worden uitgebracht vóór de door het bestuur opgeroepen vergadering, doch niet eerder dan op de zevende dag voor die vergadering, worden gelijk gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Het bestuur kan bij of krachtens het Verkiezingsreglement voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Die voorwaarden worden steeds bij de oproep van de vergadering vermeld. De bijeenroeping van de vergadering van leden kan geschieden door middel van een daartoe strekkende mededeling op de website van de coöperatie of via een ander algemeen communicatiemiddel van de coöperatie.
Artikel 23 - Gebiedsraad 1. De Gebiedsraad bestaat uit minimaal zes (6) natuurlijke personen en maximaal zesentwintig (26) natuurlijke personen. 2. Per lidrechtspersoon zijn maximaal twee natuurlijke personen in de Gebiedsraad benoembaar. 3. In beginsel zijn (vertegenwoordigers van) alle leden van de coöperatie benoembaar. De leden van de Gebiedsraad worden benoemd door en uit de leden in de vergadering van leden, met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in een door het bestuur op te stellen verkiezingsreglement. Onverminderd het in lid 3 van dit artikel bepaalde, worden bij het verkiezingsreglement nadere regels gesteld omtrent de samenstelling, het profiel en de benoeming van leden van de Gebiedsraad. 4. Het bestuur organiseert de verkiezingen van de Gebiedsraadsleden. Steeds wanneer volgens rooster of tussentijds in een vacature in de Gebiedsraad dient te worden voorzien, informeert het bestuur alle leden daaromtrent. 5. Het lidmaatschap van de Gebiedsraad is onverenigbaar met dat van het bestuur. 6. a. Het bepaalde in artikel 17, lid 1, 2, 4 en 5 is overeenkomstig van toepassing voor de zittingsduur, de leeftijdsgrens en bloed- en aanverwantschap. b. Voor wat betreft de zittingsduur kan een Gebiedsraadslid maximaal tweemaal aaneensluitend worden herbenoemd en maximaal twaalf jaar zitting hebben Artikel 24 – Onafhankelijk voorzitter Gebiedsraad 1. De Gebiedsraad benoemt een onafhankelijke voorzitter, welke zelf geen deel uitmaakt van de Gebiedsraad. Slechts een natuurlijk persoon kan voorzitter van de Gebiedsraad zijn. De Gebiedsraad neemt bij de benoeming van de voorzitter van de Gebiedsraad de in de bij het door het bestuur op te stellen verkiezingsreglement (het “Verkiezingsreglement”) behorende profielschets vermelde criteria in acht.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
15
2. 3.
4.
De voorzitter wordt benoemd voor een periode van 4 jaar. De voorzitter van de Gebiedsraad heeft geen stemrecht. De voorzitter van de Gebiedsraad heeft de bevoegdheden welke hem bij of krachtens deze statuten zijn toegekend. De voorzitter van de Gebiedsraad heeft toegang tot de vergaderingen van het bestuur en heeft het recht daar het woord te voeren.
Artikel 25 – Bevoegdheden van de Gebiedsraad 1. Aan de Gebiedsraad komen de bevoegdheden toe die bij wet, deze statuten of bij het door het bestuur vast te stellen Reglement Gebiedsraad aan hem zijn toegekend. 2. De Gebiedsraad is in het bijzonder bevoegd te besluiten tot: a. Benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders, met inachtneming van artikel 18; b. Het vaststellen van de jaarrekening, met inachtneming van artikel 29 en 30. c. Bespreking en advisering met betrekking tot het jaarplan en de begroting; d. Het benoemen van de registeraccountant; e. Het verlenen van goedkeuring voor besluiten van het bestuur, zoals bedoeld in artikel 19 lid 3; Artikel 26 - Vergadering van de Gebiedsraad 1. De vergadering van de Gebiedsraad wordt bijgewoond door de leden van de Gebiedsraad, de voorzitter van de Gebiedsraad en het bestuur. De vergadering van de Gebiedsraad wordt voorgezeten door de voorzitter van de Gebiedsraad of door een door het bestuur aan te wijzen lid van de Gebiedsraad; bij afwezigheid van de voorzitter van de Gebiedsraad respectievelijk indien het bestuur geen van de leden van de Gebiedsraad als zodanig heeft aangewezen of bij afwezigheid van het aangewezen lid van de Gebiedsraad, treedt de voorzitter van het bestuur als voorzitter van de vergadering op. Is de voorzitter van het bestuur evenmin aanwezig, dan voorzien de overige aanwezige leden van de Gebiedsraad in de leiding van de vergadering. 2. In elk boekjaar wordt uiterlijk in de zesde maand na het einde van een boekjaar – behoudens verlenging van deze termijn door de Gebiedsraad – tenminste één vergadering gehouden. In deze vergadering word(t)(en): a. door het bestuur rekening en verantwoording afgelegd als bedoeld in artikel 29; b. door de externe registeraccountant verslag uitgebracht van zijn bevindingen bij het onderzoek van de jaarrekening; c. in de vacatures in het bestuur voorzien; d. verdere agendapunten behandeld. 3. De voorzitter van de Gebiedsraad, in afstemming met het bestuur, roept de vergaderingen van de Gebiedsraad bijeen. 4. Alle Gebiedsraadsleden hebben toegang tot de vergadering van de Gebiedsraad en zijn
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
16
5.
6. 7.
8.
bevoegd daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal Gebiedsraadsleden als bevoegd is tot het uitbrengen van tenminste een/tiende gedeelte van de stemmen in de vergaderingen van de Gebiedsraad, welk verzoek de te behandelen onderwerpen moet vermelden, is de voorzitter van de Gebiedsraad, in afstemming met het bestuur, verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering van de Gebiedsraad op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien binnen veertien dagen geen bijeenroeping is geschied tegen een tijdstip gelegen binnen voormelde termijn van vier weken, kan namens de leden, die de vergadering hebben aangevraagd, iedere verzoeker tot bijeenroeping overgaan met inachtneming van het ter zake van het oproepen van vergaderingen van de Gebiedsraad bepaalde. In het geval, in de laatste zin van het vorige lid bedoeld, wijst de vergadering van de Gebiedsraad haar eigen voorzitter aan. De oproep tot een vergadering van de Gebiedsraad geschiedt door middel van een oproep aan elk Gebiedsraadslid afzonderlijk gericht. De termijn van oproeping bedraagt tenminste zeven dagen, de dag van de oproep en die van de vergadering niet meegerekend. De oproep houdt in de plaats waar en het tijdstip waarop de vergadering wordt gehouden, zomede de punten van behandeling, alles onverminderd het bepaalde in artikel 34. Over onderwerpen, welke niet onder de punten van behandeling zijn opgenomen, kan in een vergadering van de Gebiedsraad, tenzij alle Gebiedsraadsleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn geen besluit worden genomen.
Artikel 27 Toegang en vergaderrechten Alle leden van de Gebiedsraad hebben toegang tot de vergaderingen van de Gebiedsraad en zijn bevoegd daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. De voorzitter van de Gebiedsraad heeft toegang tot de vergaderingen van de Gebiedsraad en is bevoegd daarin het woord te voeren. Alle bestuurders die niet geschorst zijn, hebben toegang tot de vergaderingen van de Gebiedsraad en hebben als zodanig in de Gebiedsraad een raadgevende stem. Een geschorste bestuurder heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren. De voorzitter van de Gebiedsraad beslist omtrent de toelating van andere personen tot de vergaderingen van de Gebiedsraad. Artikel 28 Stemrecht en besluitvorming in de Gebiedsraad 1. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Staken de stemmen, dan is het voorstel verworpen. 2. Een lid van de Gebiedsraad kan aan een ander lid van de Gebiedsraad, maar niet aan de voorzitter van de Gebiedsraad, schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een lid van de Gebiedsraad kan slechts één stem bij volmacht uitbrengen.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
17
3.
Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. In de Gebiedscoöperatie vertegenwoordigen publieke rechtspersonen de helft van de stemmen.
Artikel 29 - Jaarverslag, Rekening en Verantwoording 1. In de in artikel 26 bedoelde vergadering van de Gebiedsraad: a. doet het bestuur onder overlegging van de jaarrekening en een jaarverslag, rekening en verantwoording over het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur; b. brengt de externe registeraccountant verslag uit van zijn bevindingen bij het onderzoek van de jaarrekening. Na verloop van de in artikel 26 lid 2 bedoelde termijn kan ieder lid de rekening en verantwoording van het bestuur in rechte vorderen. 2. Het bestuur is verplicht de jaarrekening, alvorens deze ter vaststelling aan de vergadering van de Gebiedsraad over te leggen, te doen onderzoeken door een registeraccountant en binnen een maand na de goedkeuring van de jaarrekening een afschrift van de jaarrekening en van de verklaring van de hiervoor genoemde registeraccountant neder te leggen ten kantore van het handelsregister, waar de coöperatie is ingeschreven. In de in artikel 26 lid 2 bedoelde vergadering besluit de Gebiedsraad over de vaststelling van de jaarrekening. 3. Na vaststelling van de jaarrekening als bedoeld in lid 2 van dit artikel besluit de Gebiedsraad over het verlenen van décharge aan het bestuur voor het in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur. Artikel 30 Resultaat 1. Van de winst van de coöperatie zal een door het bestuur te bepalen gedeelte worden gereserveerd. Het bestuur is bevoegd op nader te bepalen certificaten een bijzondere uitkering toe te kennen overeenkomstig het bepaalde in het Reglement uitkering op certificaten en winstuitkering. 2. Na toepassing van het hiervoor in lid 1 bepaalde, besluit de Gebiedsraad omtrent bestemming van een eventueel positief resultaat op voorstel van het bestuur. Indien de Gebiedsraad tot uitkering van een deel van of het gehele positieve resultaat besluit, wordt het aldus vastgestelde bedrag aan de certificaathouders overeenkomstig het Reglement uitkering op certificaten en winstuitkering uitgekeerd. Artikel 31 - Boekjaar Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 32 - Besluitvorming
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
18
1. 2.
3.
4.
Tenzij deze statuten anders bepalen, worden besluiten genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd met gesloten ongetekende briefjes. Stemming op andere wijze is toegestaan, indien geen van de aanwezigen zich daartegen verzet. Evenwel is stemming bij acclamatie over personen verboden. Indien bij stemming over personen bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, wordt een nieuwe vrije stemming gehouden. Indien ook dan geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, zal een stemming plaatshebben tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich verenigden. Komen door gelijkheid van het aantal verworven stemmen meer dan twee personen voor de herstemming in aanmerking, dan wordt bij een tussenstemming beslist welke twee personen in de herstemming zullen komen, respectievelijk wie met de persoon, op wie het hoogste aantal stemmen is uitgebracht, in de herstemming zal worden genomen. Indien bij een tussenstemming, als in de vorige zin bedoeld, of bij een eindstemming de stemmen staken, beslist het lot. Bij staking van stemmen over andere onderwerpen dan de benoeming van personen, is het voorstel verworpen.
Artikel 33 –Reglementen 1.
2.
De Gebiedsraad kan op voorstel van het bestuur bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen een huishoudelijk reglement, een verkiezingsreglement, een benoemingsreglement, een reglement met betrekking tot uitkering op certificaten en winstuitkering, een reglement inzake de toegang tot data, reglementen met betrekking tot de wijze waarop eigendomsrechten worden beheerd, stemverhoudingen terzake van bijzondere eigendomsrechten in beheer door de coöperatie, een reglement auditcommissie, een reglement remuneratiecommissie, een reglement commissie ‘toetreding nieuwe leden’ alsmede andere reglementen vaststellen, aanvullen of herzien, tenzij bij deze statuten een en ander aan het bestuur is opgedragen. De reglementen zullen geen bepalingen mogen bevatten, welke in strijd zijn met deze statuten.
Artikel 34 - Statutenwijziging 1. Tot wijziging van de statuten kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, lid 3, sub f op voorstel van het bestuur worden besloten, indien: a. gedurende een periode van tenminste vijf dagen vóór de vergadering van de Gebiedsraad tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden,
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
19
2.
een afschrift van het voorstel tot wijziging van de statuten – in welk afschrift de voorgedragen wijziging woordelijk moet zijn opgenomen – ten kantore van de coöperatie ter inzage is gelegd; b. tenminste veertien dagen vóór de vergadering van de Gebiedsraad het voorstel tot wijziging van de statuten ter kennis is gebracht van de Gebiedsraadsleden; c. het besluit tot statutenwijziging wordt genomen met een meerderheid van tenminste twee/derden van de uitgebrachte stemmen. Ieder lid van het bestuur is bevoegd de voor de wijziging van de statuten vereiste notariële akte te verlijden.
Artikel 35 – Beklemd vermogen 1. Het vermogen van Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei, SVGV, in de coöperatie, alsmede de vruchten daarvan (het beklemd vermogen) wordt door de coöperatie toegevoegd aan in haar boeken aan te houden omzettingsreserve. Het beklemd vermogen mag op grond van het bepaalde in artikel 2:18 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek slechts met toestemming van de rechter anders worden besteed dan voor de omzetting de dato DD was voorgeschreven. Het beklemd vermogen kan derhalve zonder deze rechterlijke toestemminguitsluitend worden besteed conform de statutaire doelomschrijving van Stichting SVGV voorafgaand aan voornoemde omzetting. Deze doelomschrijving luidde als volgt: “Artikel 2 – Doel 1. De stichting heeft ten doel het bevorderen van de kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei Utrecht Oost, het bevorderen van de leefbaarheid van het betrokken platteland, dit door het initiëren, opsporen en programmeren van plattelandsvernieuwende projecten en het faciliteren van projectinitiatiefnemers in de regio. Daar waar gewenst het tot uitvoering brengen van het Plan van Aanpak Gelderse Vallei, dit alles in de ruimste zin des woords. 2. De stichting tracht haar doel ondermeer te verwezenlijken door: a. Het gebied actief te stimuleren tot projecten. b. Innovatie te stimuleren. c. Knelpunten in de realisering van projecten en beleid te signaleren en daar waar mogelijk bij te dragen aan oplossingen. d. De opstelling te bevorderen van een samenhangende gebiedsprogramma en de uitvoering ervan te bewaken. e. Het draagvlak voor de activiteiten van de stichting zo veel mogelijk te behouden casu quo nog verder te versterken. f. Al het geen verder tot het doel van de stichting bevorderlijk kan zijn. 2. De stichting beoogt niet het maken van winst.” 2.
Indien het beklemd vermogen als gevolg van een fusie of splitsing overgaat naar een andere rechtspersoon, dient uit de statuten van de verkrijgende rechtspersoon te blijken dat het beklemd vermogen slechts met toestemming van de rechter als bedoeld in artikel 2:18 lid 6 van het Burgerlijk wetboek anders mag worden besteed dan voor
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
20
de in lid 1 van dit artikel bedoelde omzetting was voorgeschreven. Artikel 36 - Ontbinding 1. Het besluit tot ontbinding wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, lid 3, sub g, op voorstel van het bestuur genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering van de Gebiedsraad waarin tenminste twee/derden van de Gebiedsraadsleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zijn in een vergadering, waarin het voorstel tot ontbinding aan de orde is gesteld, niet tenminste twee/derden van de Gebiedsraadsleden aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal een tweede vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan tien dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste, die alsdan, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde Gebiedsraadsleden, mits met een meerderheid van tenminste drie/vierden van de uitgebrachte stemmen, een geldig zodanig besluit kan nemen. 2. Het in artikel 34, lid 1, sub a en b bepaalde, is op een voorstel tot ontbinding van overeenkomstige toepassing. Artikel 37 1. De coöperatie wordt ontbonden: a. door een daartoe strekkend besluit van de Gebiedsraad met inachtneming van artikel 36; b. door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; c. door de rechter in de gevallen in de wet bepaald; d. door het geheel ontbreken van leden. In het sub a bedoelde geval is het bestuur met de vereffening van de boedel van de coöperatie belast; de Gebiedsraad is evenwel bevoegd om de vereffening op te dragen aan een daarvoor speciaal aan te wijzen commissie. 2. Uit hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de coöperatie is overgebleven, wordt allereerst terugbetaald het op de certificaten gestorte bedrag. Het dan resterende bedrag krijgt een bestemming die in overeenstemming is met de doelstellingen van de coöperatie te bepalen door de Gebiedsraad op voorstel van het bestuur. Uitkering van het liquidatiesaldo kan ook op andere wijze dan in contanten plaatsvinden. 3. Gedurende zeven jaren nadat de coöperatie heeft opgehouden te bestaan blijven de boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de coöperatie rusten onder degene, die daartoe door de Gebiedsraad is aangewezen.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
21
SLOTVERKLARINGEN De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde ten slotte: Bestuur Het eerste bestuur bestaat uit een (1) lid. In afwijking van de in de statuten voorgeschreven procedure wordt voor de eerste maal tot bestuur van de coöperatie benoemd: de heer Ingenieur. Gerard van Santen wonende te 3904 NH Veenendaal, Het Spaarne 32; geboren op 20 augustus negentienhonderd vijfenzestig te ’s Gravendeel; gehuwd, legitimatie: rijbewijs nummer 4665614602. Onafhankelijk voorzitter van de Gebiedsraad Als eerste onafhankelijk voorzitter van de Gebiedsraad wordt benoemd de heer Jan Teunis Wolleswinkel, als voormeld. De comparant, de heer Wolleswinkel, verklaarde zijn benoeming tot voorzitter van de gebiedsraad te aanvaarden, terwijl van de aanvaarding van de benoemingen door de heer Van Santen blijkt uit de desbetreffende volmachtverlening. Samenstelling Gebiedsraad bij oprichting van de Gebiedscoöperatie Bij oprichting van de Gebiedscoöperatie zal de Gebiedsraad bestaan uit de volgende personen: 1. Mw. A.J.M. van Beek, wethouder Leusden namens de gemeenten BunschotenSpakenburg, Amersfoort, Baarn, Eemnes, Soest, Leusden en Woudenberg (Regio Amersfoort) 2. Dhr. A. de Kruijf, wethouder Barneveld, namens de gemeenten Barneveld, Nijkerk, Ede, Wageningen, Scherpenzeel, Renswoude, Veenendaal en Rhenen (Regio Food Valley) 3. Dhr. Th.E.M. Wijte, voorzitter Nationaal Park namens de deelnemers aan het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug 4. Dhr. A.J. Ditewig, wethouder De Bilt namens de gemeenten De Bilt, Zeist en Utrechtse Heuvelrug 5. Dhr. D.J. Veldhuizen, heemraad Vallei en Eem, namens het waterschap Vallei en Eem, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 6. Dhr. H. Veldhuizen,voorzitter LTO Noord Utrecht, namens LTO Noord en de G-leden uit de sector landbouw 7. Dhr. J. Overeem, bestuurslid LTO Noord Gelderland, namens LTO Noord en de Gleden uit de sector landbouw 8. Dhr. W.G. van de Fliert, lid NVV de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en de G-leden uit de sector
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
22
landbouw 9. Dhr. J. A.C. Hogenboom, directeur NMU, namens Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) en de Gelderse Natuur en Milieufederatie 10. Dhr. P.A. van den Tweel, directeur Geldersch Landschap en Geldersche Kastelen, namens de terreinbeherende organisaties Het Utrechts Landschap, Geldersch Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer 11. Dhr. M. van de Groep, burgemeester, namens de M-leden en G-leden uit de sector cultuurhistorie 12. Dhr. G. Boon directie voorzitter Rabobank Woudenberg-Lunteren namens de Mleden en G-leden uit de sectoren recreatie en economie 13. Dhr. F.H.W. van Beuningen, lid UPG, Utrechts Particulier Grondbezit (UPG) en het Gelders Particulier Grondbezit en de G-leden particuliere landgoedeigenaren De bovengenoemde leden van de Gebiedsraad erkennen dat de bestaande contracten en afspraken door SVGV, onder andere met betrekking tot de uitvoering van Agenda Vitaal Platteland Utrecht en uitvoering van Regiocontract van Regio Food-Valley onverkort door de Gebiedscoöperatie worden overgenomen. WOONPLAATSKEUZE Tot alle gevolgen dezer akte verklaarde de comparant woonplaats te kiezen ten kantore van de bewaarder van deze akte. SLOT De comparant is mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte betrokken comparant is door mij, notaris, vastgesteld, voorzover deze niet eerder door mij, notaris, is vastgesteld, aan de hand van het daartoe bestemde en als zodanig in deze akte vermelde document. Deze akte is verleden te Eck en Wiel, gemeente Buren, op de datum die in het hoofd van deze akte staat vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en toelichting daarop, heeft de comparant verklaard van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en met gedeeltelijke voorlezing in te stemmen. Onmiddellijk na gedeeltelijke voorlezing van deze akte, is deze eerst door de comparant en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.
Gebiedscoöperatie O-gen u.a.
ADHESIE VERKLARING OPRICHTING GEBIEDSCOÖPERATIE O-GEN Hierbij geven wij, leden van de Gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug, aan positief te staan tegenover en ingestemd te hebben met de oprichting van Gebiedscoöperatie O-gen. Wij scharen ons achter de missie en visie van de Gebiedscoöperatie O-gen. Dit geeft goed weer hoe wij de samenwerking binnen de Gebiedscoöperatie vorm willen geven en welke ambities we hierbij hebben. Door deze coöperatievorm zorgen we voor continuïteit in de uitvoering. Het doorontwikkelen van Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV) in Gebiedscoöperatie O-gen zet immers een langjarige samenwerking in de regio voort die zich op diverse fronten heeft bewezen in de Gelderse Vallei, Utrechtse Heuvelrug, Kromme Rijnstreek en Arkemheen-Eemland. Wij zijn er van overtuigd dat deze manier van samenwerken past binnen onze huidige samenwerking en dat de toekomstige opgaven in de regio zo efficiënt en krachtig kunnen worden uitgevoerd. In de vergadering van 12 juli jl. zijn wij allen akkoord gegaan met de voorgenomen oprichting en op 20 september hebben wij de statuten vastgesteld. Wij hebben de intentie om op 1 januari 2014 de Gebiedscoöperatie O-gen op te starten met zoveel mogelijk leden. Wij rekenen er op dat uw organisatie positief is over de op te richten Gebiedscoöperatie en gaat deelnemen. Scherpenzeel, 1 oktober 2013 A.J.M. van Beek Wethouder Gemeente Leusden
J.A.C. Hogenboom Directeur NMU
F.W.H. van Beuningen Particulier Landgoedeigenaar
A. de Kruijf Wethouder Gemeente Barneveld
G. Boon Directievoorzitter Rabobank Woudenberg-Lunteren
J. Overeem Agrarisch ondernemer
A.J. Ditewig Wethouder gemeente De Bilt
P.A. van den Tweel Directeur Stichting Het Gelders Landschap
W.G. van de Fliert Agrarisch ondernemer
D.J. Veldhuizen Heemraad Waterschap Vallei en Veluwe
M. van de Groep Burgemeester Gemeente Bunschoten-Spakenburg
H. Veldhuizen Voorzitter LTO Utrecht
J.T. Wolleswinkel Voorzitter Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei
Th.E.M. Wijte Voorzitter deelgebiedscommissie Heel de Heuvelrug