DE JUDOCOACH IN TOPVORM coachen op de wedstrijddag PUPILLEN/MINIEMEN/-15
Deze cursus is een realisatie van een projectgroep bestaande uit: Raf Tits, Peter Mommerency, René Goos, Kim Ramon, Franky De Moor, Eric Veulemans, Jo De Geyter & de Pedagogische Commissie 2006
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
Auteurs Raf Tits: Inleiding, 1.1, 1.5 Peter Mommerency: 1.2, 1.3, 1.4 Kim Ramon: 1.2.3
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
1
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
INHOUDSTAFEL INLEIDING 1.1 Visie op de judowedstrijd, op de wedstrijdjudoka en op de judocoach 1.2 De ethiek van de coach 1.2.1 Filosofie van de coach 1.2.1.1 Hoofddoelen van de coach 1.2.1.2 De pedagogische taak van de coach 1.2.1.3 Filosofieën van de jeugdcoach 1.2.2 Stijlen van coachen 1.2.2.1 Verschillende leiderschapsstijlen 1.2.2.2 Evenwicht tussen de leiderschapsstijlen 1.2.3 De coach en de scheidsrechters 1.3 Taken van de coach op de wedstrijddag 1.3.1 Taken van de coach voor de wedstrijden 1.3.1.1 Administratie 1.3.1.2 Opwarming 1.3.1.3 Voeding en drank 1.3.1.4 Voeren van een eerste gesprek 1.3.2 Taken van de coach vlak voor de kamp 1.3.2.1 Oppeppen versus ontpeppen 1.3.2.2 Meegeven van een taak 1.3.3 Taken van de coach tijdens de kamp: geven van instructies 1.3.3.1 Inhoud van de instructies 1.3.3.2 Formuleren van de instructies 1.3.3.3 Houding van de coach 1.3.3.4 Timing van de instructies 1.3.4 Taken van de coach tussen de wedstrijden 1.3.4.1 De judoka laten recupereren 1.3.4.2 Het geven van feedback 1.3.5 Taken van de coach na de wedstrijden 1.3.5.1 Evaluatie van de judoka 1.3.5.2 Zelfevaluatie 1.4 Competenties van de jeugdcoach 1.4.1 Beïnvloedingsbekwaamheid 1.4.1.1 Technisch-tactische beïnvloedingsbekwaamheid 1.4.1.2 Mentale beïnvloedingsbekwaamheid 1.4.1.3 Sociale beïnvloedingsbekwaamheid 1.4.1.4 Reflectieve beïnvloedingsbekwaamheid 1.4.2 Empathie 1.4.3 Kennis van het wedstrijdreglement 1.4.4 Omgaan met ouders 1.4.4.1 Overgeëngageerde ouders 1.4.4.2 Ideale ouders 1.4.4.3 Onverschillige ouders 1.4.5 Communicatie 1.4.5.1 Communicatieproces 1.4.5.2 Communicatievaardigheden 1.5 Oefening: wat zou jij als coach doen wanneer…. AANVULLENDE LITERATUUR
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
2
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
INLEIDING Einde 2005 stelde het directiecomité van de VJF aan de Pedagogische Commissie de vraag om werk te maken van een coachkaart met een gedragscode voor coaches. Het directiecomité had de bedoeling om op die manier het begeleiden van de judoka’s tijdens de wedstrijddag naar een hoger niveau te tillen. Tegelijkertijd zou dit de toernooien vlotter en met minder conflicten laten verlopen. De pedagogische commissie meent dat een coachkaart met eventuele restricties enkel zinvol is wanneer aan de volgende voorwaarden voldaan is: de coach moet op de wedstrijddag een duidelijk omschreven plaats krijgen met rechten en plichten (in overleg met de Wedstrijd Organisatie Commissie), het belang van de personal coach bij de begeleiding van jonge topatleten moet erkend worden (in overleg met de Sportcommissie); de coach moet de kans krijgen om zich te scholen. Die scholing is niet te vinden in de oude opleidingen Initiator, Trainer-B en Trainer-A. Daarom ontwikkelde de Pedagogische Commissie deze cursus. ‘De judocoach in topvorm’ wordt aangeboden als losse module en wordt eveneens opgenomen in het curriculum van de hervormde trainersopleidingen. ‘De judocoach in topvorm’ biedt coaches een theoretische basis als achtergrond om hun werk als coach op de wedstrijddag beter te kunnen uitoefenen. Er is een wezenlijk verschil tussen het coachen van kinderen en van volwassenen. Kinderen moeten in alle omstandigheden pedagogisch benaderd worden; het coachen van volwassenen is in de eerste plaats resultaatgericht. Om recht te doen aan dit onderscheid bestaat de cursus uit twee delen. Dit deel handelt over coachen bij pupillen, miniemen en -15-jarigen. Een eventueel volgend deel zal het coachen in de oudere leeftijdscategorieën bespreken. De scheidingslijn wordt verantwoord in de wetenschappelijke literatuur. Op 14/15-jarige leeftijd zouden jonge sporters de overstap maken van de initiatiefase (kennismaking) naar de ontwikkelingsfase. Deze cursus zal uiteraard niet alle vragen over coachen op de wedstrijddag beantwoorden. Daarom zal de Pedagogische Commissie in de toekomst aandacht besteden aan bijscholingen over coachitems. ‘De judocoach in topvorm’ is een realisatie van een projectgroep bestaande uit: Raf Tits (projectleider, Pedagogische Commissie), Jo De Geyter (Pedagogische Commissie), René Goos (Sportcommissie), Franky De Moor (scheidsrechter), Eric Veulemans (Technisch directeur), Kim Ramon (Sporttechnisch coördinator), Peter Mommerency.
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
3
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
1.1 Visie op de judowedstrijd, op de wedstrijdjudoka en op de judocoach Coachen betekent begeleiden van mensen, in sport van atleten, in judo van judoka’s. Hoe een coach zal coachen, zal begeleiden op de wedstrijddag is niet waardevrij, maar zal afhangen van zijn visie, zijn kijk op de mens, op een atleet en op sport. Is sport oorlog of is sport een spel waarin ieder het beste geeft van zichzelf? Is een sporter een pion op het schaakbord van de coach of is een atleet een zelfstandig mens die eigen keuzes kan maken en eigen beslissingen zal nemen. Deze cursus is duidelijk gebaseerd op de beide laatste uitgangspunten en gaat dus uit van een geëmancipeerde visie op atleten. In jeugdjudo zou de relatie tussen coach en judoka in de eerste plaats bepaald moeten worden door de pedagogische verantwoordelijkheid van de coach (d.w.z. het belang van het kind voor alles). In volwassen judo wordt de relatie tussen de coach en de atleet mee bepaald door de aard van judo als individuele sport. In een zuiver individuele sport moet er – in tegenstelling tot bij een echte ploegsport – geen ploegstrategie bepaald worden. De coach heeft dus zelf geen spelfunctie en is enkel ondersteunend. Een coach heeft in judo daarom steeds een dienende taak tegenover de atleet. Twintig jaar geleden erkende de internationale judofederatie de belangrijke rol van een coach door hem een officiële plaats te geven aan de rand van de wedstrijdmat. De erkenning is echter zeer halfslachtig omdat de coach geen enkel officieel moment krijgt van overleg met zijn judoka. Wel speelt een judocoach vaak de hoofdrol in een potsierlijke vertoning waarin hij zich schor schreeuwt om doorheen het gejoel van de menigte zijn judoka te bereiken. Die judoka verstaat dan vaak nog niet wat er geroepen wordt. Vergelijk het met een rust in voetbal waarbij de spelers op zes meter van de coach moeten blijven en deze mag dan zijn bevindingen roepen. In alle andere sporten waar de coach een officiële plaats krijgt langs de kant van het wedstrijdoppervlak zijn er geïnstitutionaliseerde momenten van of middelen voor overleg. De rust in voetbal, de time out en de rust in basketbal, de minuutjes tussen de verschillende rondes in boksen, het oortje in wielrennen… Internationaal – en ook reeds op onze nationale kampioenschappen – worden de communicatiemogelijkheden van de coach verder beknot. Men plaatst de coaches achter een soort bureautje. De judoka ziet enkel het hoofd en de schouders van de coach. Dit maakt zelfs non verbale communicatie (vaak nodig in een zaal met veel lawaai) quasi onmogelijk. Deze negatieve evolutie is op dit moment echter een realiteit waarmee je als coach rekening moet houden. Het coachen op de wedstrijddag gebeurt in interactie met de andere actoren van de judowedstrijd: de judoka, de scheidsrechters, het publiek. De vier actoren zorgen voor 12 relaties die spelen bij een judowedstrijd (zie figuur 1). In deze cursus komen enkel de relaties aan bod tussen coach en judoka en tussen coach en scheidsrechter en tussen coach en een deel van het publiek (de ouders). Ook andere relaties kunnen het wedstrijdverloop - dus ook het resultaat – in min of meerdere mate beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de invloed op de scheidsrechters van een joelend Frans publiek tijdens het Toernooi van Parijs en op de prestaties van de Franse judoka’s (het ‘thuisvoordeel’). De judoka is uiteraard de hoofdpersoon van het gebeuren. Tussen coach en judoka is er communicatie in twee richtingen. Een judoka kan bijvoorbeeld naar de coach kijken in de hoop van hem raad te ontvangen over de judosituatie. De coach roept aanwijzingen naar de judoka. Deze cursus wil bekijken hoe een coach zich moet gedragen om de interactie met de judoka op de wedstrijddag zo veel mogelijk te laten renderen.
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
4
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
Fig. 1 De actoren van een judowedstrijd en hun interacties
Foto 1 De actoren van een judowedstrijd
Foto 2 Ook het publiek speelt mee
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
5
De judocoach in topvorm : coachen op de wedstrijddag
1.5 Oefening: wat zou jij als coach doen wanneer…. De onderstaande situaties zijn ter overweging. De ‘oplossingen’ zullen samenhangen met je visie op judo, met je gehanteerde leiderschapsstijlen, met je communicatievaardigheden en moeten resulteren in acties. Vraag je steeds af wat je bij elk probleem zou denken, zeggen en doen, op het moment zelf en eventueel op de langere termijn. Wat zou jij als coach doen wanneer: Je judoka -15 jaar op de weging nog 500 gr. boven zijn wedstrijdgewicht zit? Je team bestaat uit meerdere judoka’s die hoogstwaarschijnlijk tegelijkertijd op verschillende matten zullen vechten? Je judoka miniem tijdens elke kamp wel eens weent? Je judoka -15 jaar 68 kg. (zwaarste gewichtsklasse) weegt en hij in de poule tegen een buitenlandse jongen van 107 kg. moet aantreden? Je judoka -15 jaar zijn kamp verliest: hij groet maar half, geeft zijn partner geen hand en gooit bij het verlaten van de mat zijn judovest met veel show op de grond? Je judoka -15 jaar elke kamp seoi nage uitvoert op de knieën, maar de beweging is niet af: hij trekt de partner wel naar de mat, maar kan hem niet draaien; de partners kwetsen zich telkens aan nek of schouders? Je een pupil voor het eerst aan een wedstrijd laat deelnemen? De ouders van je pupil hem luidop toeroepen: ‘pak hem’, ‘knijp hem plat’? Twee van je judoka’s het tegen elkaar moeten opnemen? De vader van je miniem van op de tribune het coachen van je overneemt door heel luid instructies te roepen naar zijn dochter? De scheidsrechter bij de pupillen een punt toekent aan de tegenstander na het gebruik van een tani otoshi? Je je judoka -15 jaar laat deelnemen aan een wedstrijd in Nederland waarbij klemmen en wurgingen – in tegenstelling tot in België – wel zijn toegelaten? Je pupil op de mat moet tegen een partner waartegen hij reeds vijf maal verloor en waarvan hij nog nooit won? De coach van de partner tijdens de kamp tegen jou begint te schelden? Je judoka een duidelijke wazari scoort, maar het punt wordt aan de wedstrijdtafel langs de kant van de tegenstander gemarkeerd en de scheidsrechter heeft het niet opgemerkt? Je judoka -15 jaar zich aan de pols kwetst – een breuk lijkt waarschijnlijk – maar zij weigert de mat te verlaten? ………………………………………………………………
Vlaamse Judofederatie v.z.w. 2006
6