Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
Uitgave 03/2013
Zuigerpompen volumehoeveelheid 15 cm3 - 30 cm3
II 2G IIB c T3 X
B_04119
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
OVER DEZE HANDLEIDING Voorwoord Waarschuwingen, aanwijzingen en symbolen in deze handleiding Talen Afkortingen in de tekst
5 5 5 6 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
GEBRUIK CONFORM DE VOORSCHRIFTEN Apparaattypes Soort toepassing Toepassing in omgevingen waar ontploffingsgevaar heerst Veiligheidstechnische parameters Verwerkbare werkmaterialen Redelijkerwijs te voorziene verkeerde toepassing Restrisico's
7 7 7 7 7 8 8 9
3 3.1 3.2
MARKERING Markering explosiebeveiliging Markering 'X'
10 10 10
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.3 4.3.1 4.3.2 5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Veiligheidsaanwijzingen voor de exploitant Elektrische productiemiddelen Gekwalificeerd personeel Veilige arbeidsomstandigheden Veiligheidsaanwijzingen voor het personeel Veilig omgaan met Wagner spuitapparaten Apparaat aarden Materiaalslangen Reiniging Omgaan met gevaarlijke vloeistoffen, lakken en verf Aanraken van hete oppervlakken Toepassing in omgevingen waar ontploffingsgevaar heerst Veiligheidsvoorschriften Gebruik zonder vloeistof BESCHRIJVING Toepassingsgebied Gebruik conform de voorschriften Verwerkbare werkmaterialen Omvang van de levering Gegevens Materialen van onderdelen die met verf in aanraking komen Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen FineFinish 40-15 Afmetingen en aansluitingen FineFinish 20-30 Vermogensdiagrammen Functie Pomp Drukregeleenheid Veiligheids- en motordrukontlastingsklep Terugloopklep
11 11 11 11 11 12 12 13 13 14 14 14 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 20 21 22 25 25 26 27 27
3
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3
MONTAGE EN INBEDRIJFSTELLING Transport Opslag Montage van de pomp Aarding Inbedrijfstelling Veiligheidsaanwijzingen Vullen met scheidingsmiddel Basisspoeling
28 28 28 29 30 32 32 34 35
7 7.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3
GEBRUIK Vullen met werkmateriaal Werkzaamheden Spuiten Druk aflaten/Werk onderbreken Buiten bedrijf stellen en reinigen Langdurige opslag
36 36 37 37 38 39 40
8
STORINGEN OPSPOREN EN VERHELPEN
41
9 9.1 9.2
ONDERHOUD Hogedrukslangen Buitenbedrijfstelling
42 43 43
10
TOEBEHOREN
44
11 11.1 11.2 11.2.1 11.2.2 11.3 11.3.1 11.4 11.4.1 11.4.2 11.5 11.6 11.7 11.8
RESERVEONDERDELEN Hoe worden reserveonderdelen besteld? Overzicht van de modules Modules FineFinish 40-15 Modules FineFinish 20-30 Luchtmotor Omschakelklep Materiaaltransportpompen Materiaaltransportpomp 15 Materiaaltransportpomp 30 Luchtregelaarset Luchtregelaarset voor AirCoat lucht Wagen 4" Wagen 4 wielen
47 47 48 48 49 50 53 54 54 56 58 59 60 61
12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7
3+2 JAAR GARANTIE PROFESSIONAL FINISHING Omvang van de garantie Garantieperiode en registratie Afwikkeling Uitsluiting van de garantie Aanvullende regelingen CE-verklaring van overeenstemming Verwijzingen naar Duitse regels en richtlijnen
62 62 62 62 63 63 65 65
4
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
1
OVER DEZE HANDLEIDING
1.1
VOORWOORD
De gebruiksaanwijzing bevat informatie over veilig gebruik, onderhoud, reiniging en instandhouding van het apparaat. De gebruiksaanwijzing is bestanddeel van het apparaat en moet beschikbaar zijn voor het bedienings- en onderhoudspersoneel. Het bedienings- en onderhoudspersoneel moet overeenkomstig de veiligheidsaanwijzingen worden geïnstrueerd. Het apparaat mag uitsluitend met inachtneming van deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt. Deze installatie kan gevaarlijk zijn, wanneer ze niet conform de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing wordt gebruikt.
1.2
WAARSCHUWINGEN, AANWIJZINGEN EN SYMBOLEN IN DEZE HANDLEIDING
Waarschuwingen in deze handleiding wijzen op bijzondere gevaren voor gebruiker en apparaat en vermelden de vereiste maatregelen om risico's te voorkomen. Waarschuwingen zijn er in de volgende niveaus: GEVAAR Gevaar – direct dreigend gevaar. Veronachtzaming leidt tot de dood of ernstig lichamelijk letsel.
Waarschuwing – mogelijk dreigend gevaar. Veronachtzaming kan leiden tot de dood of ernstig lichamelijk letsel.
Hier staat de aanwijzing die u waarschuwt voor gevaar! Hier staan de mogelijke gevolgen bij veronachtzaming van de waarschuwing. Het signaalwoord wijst u op het niveau van het gevaar. Hier staan de vereiste maatregelen om het gevaar en de gevolgen daarvan te voorkomen.
WAARSCHUWING Hier staat de aanwijzing die u waarschuwt voor gevaar! Hier staan de mogelijke gevolgen bij veronachtzaming van de waarschuwing. Het signaalwoord wijst u op het niveau van het gevaar. Hier staan de vereiste maatregelen om het gevaar en de gevolgen daarvan te voorkomen.
Voorzichtig – mogelijke gevaarlijke situatie. Veronachtzaming kan leiden tot licht lichamelijk letsel.
VOORZICHTIG Hier staat de aanwijzing die u waarschuwt voor gevaar! Hier staan de mogelijke gevolgen bij veronachtzaming van de waarschuwing. Het signaalwoord wijst u op het niveau van het gevaar. Hier staan de vereiste maatregelen om het gevaar en de gevolgen daarvan te voorkomen.
Let op – mogelijke gevaarlijke situatie. Veronachtzaming kan leiden tot materiële schade.
LET OP Hier staat de aanwijzing die u waarschuwt voor gevaar! Hier staan de mogelijke gevolgen bij veronachtzaming van de waarschuwing. Het signaalwoord wijst u op het niveau van het gevaar. Hier staan de vereiste maatregelen om het gevaar en de gevolgen daarvan te voorkomen.
Aanwijzing – geeft informatie over bijzonderheden en handelingen.
5
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
1.3
TALEN
De gebruiksaanwijzing is verkrijgbaar in de volgende talen: Taal Duits Frans Italiaans Portugees Deens
1.4
Bestelnr. 2310798 2310800 2310802 2310804 2310805
Taal Engels Spaans Nederlands Zweeds
Bestelnr. 2310799 2310803 2310801 2310806
AFKORTINGEN IN DE TEKST
Bestelnr. Nr.
Aantal stuks Positie Aanduiding in lijsten met reserveonderdelen Bestelnummer Nummer Dubbele slag roestvrij staal Twee componenten
6
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
2
GEBRUIK CONFORM DE VOORSCHRIFTEN
2.1
APPARAATTYPES
Pneumatische pomp en zijn Spraypack:
2.2
SOORT TOEPASSING
Het apparaat is geschikt voor het verwerken van vloeibare materialen zoals verf en lak, overeenkomstig de indeling in explosiegroep IIA of IIB.
2.3
TOEPASSING IN OMGEVINGEN WAAR ONTPLOFFINGSGEVAAR HEERST
De pneumatische pomp kan worden toegepast in omgevingen waar ontploffingsgevaar heerst (zone 1).
2.4
VEILIGHEIDSTECHNISCHE PARAMETERS
WAGNER wijst iedere aansprakelijkheid af voor schade die ontstaat door gebruik dat niet conform de voorschriften is. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het verwerken van door WAGNER aanbevolen materialen. Gebruik het apparaat uitsluitend in zijn geheel. Stel de veiligheidsvoorzieningen niet buiten werking. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en toebehoren van WAGNER. Het gebruik van de pneumatische pomp is uitsluitend toegestaan onder de volgende omstandigheden: Het bedieningspersoneel moet aan de hand van deze gebruiksaanwijzing worden opgeleid. De in deze gebruiksaanwijzing vermelde veiligheidsvoorschriften moeten worden nageleefd. De aanwijzingen voor gebruik, onderhoud en instandhouding in deze gebruiksaanwijzing moeten worden nageleefd. De in het land van de gebruiker gebruikelijke wettelijke bepalingen en ongevallenpreventievoorschriften moeten worden nageleefd.
7
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
2.5
VERWERKBARE WERKMATERIALEN Vloeibare materialen zoals verf en lak.
LET OP Abrasieve werkmaterialen en pigmenten! Verhoogde slijtage van de materiaalvoerende delen. Gebruik het voor de toepassing geschikte model (slagvolume/cyclus, materiaal, kleppen, enz.), zoals vermeld in paragraaf 5.3.2. Controleer of de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen compatibel zijn met de constructiematerialen van de pomp, zoals vermeld in paragraaf 5.3.1.
2.6
REDELIJKERWIJS TE VOORZIENE VERKEERDE TOEPASSING
Het is verboden om: niet-geaarde werkstukken te coaten eigenmachtige ombouwwerkzaamheden of wijzigingen aan de pneumatische pomp uit te voeren poedervormige of soortgelijke coatingmaterialen te verwerken gebrekkige componenten, reserveonderdelen en ander dan in hoofdstuk 10 van deze gebruiksaanwijzing beschreven toebehoren te gebruiken Onderstaande verkeerde toepassingen kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en/ of materiële schade: Gebruik van poeder als coatingmateriaal. Verkeerd ingestelde waarden voor het transport. Wagner pneumatische pompen zijn niet ontworpen voor het transporteren van levensmiddelen.
8
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
2.7
RESTRISICO'S
Restrisico's zijn risico's die ook bij gebruik conform de voorschriften niet kunnen worden uitgesloten. Eventueel maken waarschuwings- en verbodsborden op plaatsen waar risico's bestaan, attent op bestaande restrisico's. Restrisico Huidcontact met lakken en reinigingsmiddelen
Bron Gevolgen Omgang met Huidirritaties, lakken en allergieën reinigingsmiddelen
Specifieke maatregelen Levensfase Veiligheidskleding dragen Gebruik, veiligheidsinformatiebladen onderhoud, in acht nemen demontage Inademen van Werkinstructies en Gebruik, stoffen die gebruiksaanwijzingen in gevaarlijk zijn voor acht nemen onderhoud de gezondheid
Lak in de lucht buiten de gedefinieerde werkzone
Lakken buiten de gedefinieerde werkzone
9
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
3
MARKERING
3.1
MARKERING EXPLOSIEBEVEILIGING
Het apparaat is conform richtlijn 94/9/EG (ATEX 95) geschikt voor toepassing in omgevingen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Europese Gemeenschappen Symbool voor explosiebeveiliging Apparaatgroep II Categorie 2 (zone 1) Explosieve atmosfeer gas Explosiegroep Constructieve veiligheid Temperatuurklasse: maximale oppervlaktetemperatuur < 200 °C; 392 °F. Bijzondere aanwijzingen (zie hoofdstuk 3.2)
3.2
MARKERING 'X'
Maximale oppervlaktetemperatuur Wanneer de zuigerpomp droogloopt kan de maximale oppervlaktetemperatuur van de zuigerpomp worden bereikt. Zorg ervoor dat de zuigerpomp met voldoende werkmateriaal of spoelmiddel is gevuld. Zorg ervoor dat het scheidingsmiddelreservoir met voldoende scheidingsmiddel is gevuld. Ontstekingstemperatuur van het coatingmateriaal Zorg ervoor dat de ontstekingstemperatuur van het coatingmateriaal boven de maximale oppervlaktetemperatuur ligt. Omgevingstemperatuur De toegestane omgevingstemperatuur bedraagt +5 °C tot +60 °C; +41 °F tot 140 °F. Verstuivingsondersteunend medium Gebruik uitsluitend zwak oxiderende gassen om materiaal te verstuiven, bijv. lucht.
10
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
4
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
4.1
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR DE EXPLOITANT
Houd deze handleiding altijd ter beschikking op de plek waar het apparaat wordt gebruikt. Plaatselijke richtlijnen met betrekking tot arbeidsveiligheid en ongevallenpreventievoorschriften moeten te allen tijde worden nageleefd.
4.1.1
ELEKTRISCHE PRODUCTIEMIDDELEN
Elektrische apparaten en productiemiddelen Plan deze in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidseisen met het oog op gebruikswijze en omgevingsinvloeden. Laat deze uitsluitend door een erkend elektricien of onder diens toezicht onderhouden. Bedien deze in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften en elektrotechnische voorschriften. Laat deze bij gebreken onmiddellijk repareren. Stel deze buiten werking, zodra verder gebruik gevaar oplevert. Schakel deze spanningsloos, voordat met werkzaamheden aan actieve delen wordt begonnen. Informeer het personeel over geplande werkzaamheden. Neem goed nota van de voorschriften voor elektrische veiligheid.
4.1.2
GEKWALIFICEERD PERSONEEL
Zorg ervoor dat het apparaat uitsluitend door voldoende opgeleid personeel wordt gebruikt, onderhouden en gerepareerd.
4.1.3
VEILIGE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Zorg ervoor dat de vloer van de werkplek antistatisch is conform EN 61340-4-1 (weerstandswaarde mag niet hoger zijn dan 100 MOhm). Zorg ervoor dat alle personen op de werkplek antistatische schoenen dragen. Het schoeisel moet voldoen aan EN 20344. De gemeten isolatieweerstand mag niet hoger zijn dan 100 MOhm. Zorg ervoor dat personen tijdens spuitwerkzaamheden antistatische handschoenen dragen. De aarding vindt plaats via de handgreep van het spuitpistool. Als veiligheidskleding, inclusief handschoenen, wordt gedragen, moet deze voldoen aan EN 1149-5. De gemeten isolatieweerstand mag niet hoger zijn dan 100 MOhm. Spuitnevel-afzuiginstallaties moeten conform de plaatselijke voorschriften op locatie worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de volgende bestanddelen voor veilige arbeidsomstandigheden beschikbaar zijn: – aan de werkdruk aangepaste materiaalslangen/luchtslangen – persoonlijke beschermingsmiddelen (adem- en huidbescherming) Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen zoals open vuur, vonken, gloeidraden of hete oppervlakken in de omgeving aanwezig zijn. Niet roken.
11
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR HET PERSONEEL
Neem de informatie in deze handleiding altijd in acht, met name de algemene veiligheidsaanwijzingen en de waarschuwingen. Plaatselijke richtlijnen met betrekking tot arbeidsveiligheid en ongevallenpreventievoorschriften moeten te allen tijde worden nageleefd.
4.2.1
VEILIG OMGAAN MET WAGNER SPUITAPPARATEN
De spuitstraal staat onder druk en kan gevaarlijk letsel veroorzaken. Injectie van verf of reinigingsmiddel voorkomen: Richt het spuitpistool nooit op personen. Grijp nooit met de handen in de spuitstraal. Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat, bij werkonderbrekingen en bij storingen in de werking: – Koppel de energie- en persluchttoevoer los. – Maak het spuitpistool en apparaat drukloos. – Beveilig het spuitpistool tegen ongewenste bediening. – Verhelp bij storingen in de werking de fout conform het hoofdstuk "Storingen opsporen". De vloeistofspuitapparatuur moet indien nodig, echter minimaal om de 12 maanden, door een deskundige (bijvoorbeeld Wagner servicemonteur) worden gecontroleerd op een veilige staat, conform de richtlijn voor vloeistofspuitapparatuur (in Duitsland ZH 1/406 en BGR 500 deel 2 hoofdstuk 2.36). – Bij stilgelegde apparaten kan de keuring worden uitgesteld tot de eerstvolgende inbedrijfstelling. Voer de werkstappen conform het hoofdstuk "Druk aflaten/Werk onderbreken" uit: – wanneer het aflaten van druk wordt vereist. – wanneer de spuitwerkzaamheden worden onderbroken of beëindigd. – voordat het apparaat aan de buitenkant wordt gereinigd, gecontroleerd of onderhouden. – voordat de spuitkop wordt geïnstalleerd of gereinigd. Bij huidletsels door verf of reinigingsmiddelen: Noteer welke verf of welk reinigingsmiddel u hebt gebruikt. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Letsel door terugstootkrachten voorkomen: Zorg er bij bediening van het spuitpistool voor dat u stabiel staat. Houd het spuitpistool niet te lang in dezelfde houding vast.
12
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2.2
APPARAAT AARDEN
Om een elektrostatische oplading van het apparaat te verhinderen, moet dit worden geaard. Wrijving, stromende vloeistoffen en lucht of elektrostatische coatingprocessen veroorzaken opladingen. Bij een ontlading kunnen vonken of vlammen worden gevormd. Zorg ervoor dat het apparaat tijdens alle spuitwerkzaamheden geaard is. Aard de werkstukken die moeten worden gecoat. Zorg ervoor dat alle personen op de werkplek zijn geaard, bijv. door het dragen van antistatische schoenen. Draag tijdens spuitwerkzaamheden antistatische handschoenen. De aarding vindt plaats via de handgreep van het spuitpistool.
4.2.3
MATERIAALSLANGEN
Zorg ervoor dat het slangmateriaal chemisch bestand is tegen de materialen waarmee wordt gespoten. Zorg ervoor dat de materiaalslang geschikt is voor de door het apparaat opgewekte druk. Zorg ervoor dat op de gebruikte hogedrukslang de volgende informatie staat: – fabrikant – toegestane bedrijfsoverdruk – fabricagedatum Zorg ervoor dat slangen uitsluitend op geschikte plekken worden gelegd. Leg in geen geval slangen: – in drukbezochte zones – langs scherpe randen – op bewegende delen – op hete oppervlakken Zorg ervoor dat de slangen nooit worden gebruikt om het apparaat te trekken of te verschuiven. De elektrische weerstand van de complete hogedrukslang moet kleiner zijn dan 1 MOhm. Enkele vloeistoffen hebben een hoge uitzettingscoëfficiënt. In sommige gevallen kan het volume stijgen, met daaruit resulterende beschadigingen aan buizen, schroefverbindingen enz. en uitstromende vloeistof. Wanneer de pomp vloeistof uit een gesloten reservoir zuigt, moet u ervoor zorgen dat er lucht of een geschikt gas in het reservoir kan komen. Zo wordt een onderdruk vermeden. De onderdruk zou ervoor kunnen zorgen dat het reservoir implodeert (geplet wordt) en breekt. Het reservoir zou kunnen gaan lekken en de vloeistof kan uitstromen. De druk die door de pomp wordt opgewekt, is een veelvoud van de ingangsluchtdruk.
13
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2.4
REINIGING
Schakel het apparaat elektrisch spanningsloos. Koppel de pneumatische toevoerleiding los. Maak het apparaat drukloos. Zorg ervoor dat het vlampunt van de reinigingsmiddelen minimaal 5 K hoger is dan de omgevingstemperatuur. Gebruik voor het reinigen uitsluitend met oplosmiddel bevochtigde doeken en kwasten. Gebruik in geen geval harde voorwerpen of spuit reinigingsmiddelen niet met een pistool op. De voorkeur wordt gegeven aan niet-brandbare reinigingsmiddelen. In gesloten reservoirs vormt zich een explosief gas-luchtmengsel. Spuit bij het reinigen van het apparaat met oplosmiddelen nooit in een gesloten reservoir. Voor reinigingsvloeistoffen mogen uitsluitend elektrisch geleidende reservoirs worden gebruikt. De reservoirs moeten geaard zijn.
4.2.5
OMGAAN MET GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN, LAKKEN EN VERF
Neem bij het voorbereiden en verwerken van lakken en bij het reinigen van het apparaat goed nota van de verwerkingsvoorschriften van de fabrikanten van de gebruikte lakken, oplosmiddelen en reinigingsmiddelen. Tref de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen, draag met name een veiligheidsbril, veiligheidskleding en werkhandschoenen en gebruik eventueel een huidbeschermende crème. Gebruik een ademhalingsmasker of een ademhalingstoestel. Voor voldoende bescherming van gezondheid en milieu: gebruik het apparaat in een spuitcabine of bij een spuitwand met ingeschakelde ventilatie (afzuiging). Draag tijdens het verwerken van hete materialen geschikte veiligheidskleding.
4.2.6
AANRAKEN VAN HETE OPPERVLAKKEN
Raak hete oppervlakken uitsluitend met veiligheidshandschoenen aan. Bij gebruik van het apparaat met een coatingmateriaal met een temperatuur > 43 °C; 109 °F: - Breng op het apparaat een waarschuwingssticker "Waarschuwing – heet oppervlak" aan. Bestelnr. 9998910 Waarschuwingssticker 9998911 Veiligheidssticker Aanwijzing: Bestel de beide stickers samen.
14
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
4.3
TOEPASSING IN OMGEVINGEN WAAR ONTPLOFFINGSGEVAAR HEERST
De pneumatische pomp mag worden toegepast in omgevingen waar ontploffingsgevaar heerst. De volgende veiligheidsvoorschriften moeten in acht genomen en nageleefd worden.
4.3.1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veilig omgaan met WAGNER spuitapparaten Bij contact van het apparaat met metaal kunnen mechanische vonken ontstaan. In explosieve atmosfeer: Sla of stoot het apparaat niet tegen staal of roestig ijzer. Laat het apparaat niet vallen. Gebruik uitsluitend gereedschap dat uit betrouwbaar materiaal bestaat. Ontstekingstemperatuur van het transportmateriaal Controleer of de ontstekingstemperatuur van het transportmateriaal boven de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur ligt. Verstuivingsondersteunend medium Gebruik uitsluitend zwak oxiderende gassen om materiaal te verstuiven, bijv. lucht. Elektrostatisch spuiten van oppervlak Bestraal delen van het apparaat niet elektrostatisch.
Reiniging Bij afzettingen op het oppervlak kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden elektrostatisch worden opgeladen. Bij ontlading kunnen vlammen en vonken ontstaan. Verwijder afzettingen op de oppervlakken, om de geleidbaarheid in stand te houden. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
4.3.2
GEBRUIK ZONDER VLOEISTOF
Voorkom dat de lopende pomp (zonder vloeistof binnenin) lucht aanzuigt. De lucht, gecombineerd met damp van een brandbare vloeistof, kan ervoor zorgen dat er binnenin bereiken ontstaan waar ontploffingsgevaar heerst. Controleer periodiek of de pomp regelmatig werkt. Let er hierbij vooral op of lucht in de transportvloeistof aanwezig is, wat door beschadigde afdichtingen kan worden veroorzaakt. Voorkom gebruik van de pomp met beschadigde afdichtingen. Zorg ervoor dat het scheidingsmiddelreservoir met voldoende scheidingsmiddel is gevuld.
15
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5
BESCHRIJVING
5.1
TOEPASSINGSGEBIED
5.1.1
GEBRUIK CONFORM DE VOORSCHRIFTEN
De pneumatische zuigerpomp is geschikt voor het transporteren en verwerken (AirCoat-methode) van vloeibare materialen conform paragraaf 5.1.2.
5.1.2
VERWERKBARE WERKMATERIALEN
Applicatie Materiaal op waterbasis Materiaal op oplosmiddelbasis Laagviskeus (<40 sec. DIN Nr. 4) Middelviskeus (40 tot 60 sec. DIN nr. 4) Hoogviskeus (>60 sec. DIN Nr. 4) UV-gevoelig materiaal Afschuivingsgevoelig materiaal Vochtgevoelig materiaal Legenda aanbevolen
beperkt aanbevolen
minder geschikt
LET OP Abrasieve werkmaterialen en pigmenten! Verhoogde slijtage van de materiaalvoerende delen. Gebruik geschikte apparaatcombinaties (afdichtingen, kleppen enz.).
16
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.2
OMVANG VAN DE LEVERING
Pneumatische zuigerpomp bestaande uit: - Materiaaltransportpomp - Luchtmotor - verbindingselementen Scheidingsmiddel 250 ml verklaring van overeenstemming gebruiksaanwijzing Duits gebruiksaanwijzing in de taal van het desbetreffende land
Bestelnr.: 9992504 zie hoofdstuk 12 Bestelnr.: 2310798 zie hoofdstuk 1
De exacte omvang van de levering staat op de afleverbon. Toebehoren: zie hoofdstuk 10.
5.3
GEGEVENS
5.3.1
MATERIALEN VAN ONDERDELEN DIE MET VERF IN AANRAKING KOMEN
Pompbehuizing Zuiger Klepkogels Klepzittingen Statische afdichtingen Afdichtingen =
roestvrij staal roestvrij staal roestvrij staal roestvrij staal
polyethyleen UHMW PTFE
17
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.3.2
TECHNISCHE GEGEVENS
Beschrijving
Eenheden
Overbrengingsverhouding Volumestroom per dubbele slag Maximale bedrijfsoverdruk
20:1
15 25,0 250 3626 60
30 16,0 160 2320 60
Geluidsdrukniveau bij maximaal toegestane luchtdruk*
cm3; cc MPa bar psi /min MPa bar psi mm inch mm inch nl scf mm inch mm inch dB(A)
Geluidsdrukniveau bij 0,6 MPa; 6 bar; 87 psi luchtdruk*
dB(A)
69
Geluidsdrukniveau bij 0,4 MPa; 4 bar; 58 psi luchtdruk*
dB(A)
65
Materiaalingang (buitenschroefdraad)
mm
M36x2
Materiaaluitgang (buitenschroefdraad) Gewicht
inch kg lb pH MPa bar psi
NPS 1/4"
Maximaal mogelijk aantal slagen tijdens werking Minimale/maximale luchtingangsdruk
Ø luchtingang (binnenschroefdraad) Minimale diameter persluchttoevoerleiding Luchtverbruik bij 0,6 MPa; 6 bar; 87 psi per dubbele slag Diameter luchtmotorzuiger Slag luchtmotorzuiger
Materiaal pH-waarde Maximale materiaaldruk pompingang
Materiaaltemperatuur Omgevingstemperatuur Toegestane hellingshoek voor werking *
40:1
0,2-0,8 2-8 28-116 8,0 0,31 9,0 0,35 3,9 0,14 80 3,15 60 2,4 72
9 19,8
11 24,7
3,5 ÷ 9 2 20 90 +5 ÷ +80 +41 ÷ +176 +5 ÷ +60 +41 ÷ +140 ± 10
Gemeten A-gewogen emissie-geluidsdrukniveau op 1 m afstand, LpA1m volgens DIN EN 14462: 2005.
18
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING Oliehoudende afvoerlucht! Vergiftigingsgevaar door inademing. Omschakelproblemen van de luchtmotor. Perslucht olie- en watervrij ter beschikking stellen (kwaliteitsstandaard 5.5.4 volgens ISO 8573.1) 5.5.4 = 40 μm / +7 / 5 mg/m³.
19
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.3.3
AFMETINGEN EN AANSLUITINGEN FINEFINISH 40-15
A
H1
B L
H2
K
inch 4,09 4,27 24,45 10,89 5,28
G 1/4" NPS 1/4" M36x2 G 1/4" 8 210 207 86 7 182 80 106 96,5 ø9 ø7 149 ø 25
0,31 8,27 8,15 3,39 0,28 7,17 3,15 4,17 3,8 ø 0,35 ø 0,28 5,87 ø1
I
E
J
mm 104 108,5 621 276,5 134
A B C D E F1 F2 G H1 H2 I J K L M N O P Q R S T
F1 F2
Wandhouder
S
T
C
N
Q
O
D
R
G
M
M/
2 P
B_04120
20
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.3.4
AFMETINGEN EN AANSLUITINGEN FINEFINISH 20-30
A
H1
B L
H2
J
inch 4,09 4,27 25,3 7,91 5,3
G 3/8" NPS 1/4" M36x2 G 1/4" 8 210 207 80 7 182 80 106 96,5 ø9 ø7 149 ø 25
0,31 8,27 8,15 3,15 0,28 7,17 3,15 4,17 3,8 ø 0,35 ø 0,28 5,87 ø 0,98
I
E
K
mm 104 108,5 643 201 134,5
A B C D E F1 F2 G H1 H2 I J K L M N O P Q R S T
F1 F2
S
Wandhouder
R
Q
B_04100
M
M/
2
P
G
O
D
C
T
N
21
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
VERMOGENSDIAGRAMMEN
Voorbeeld
Slagfrequentie
/min
B
AR
BAR
Materiaaldruk bar (MPa) psi
AR
BAR
B
AR
BAR
B
Luchtverbruik nl/min <scfm>
5.3.5
"?
Materiaalhoeveelheid water l/min
22
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Diagram FineFinish 40-15 Slagfrequentie
bar (MPa)
/min
nl/min
<scfm>
300 (30)
0
10
<4350>
20
30
40
50
60 A
240 (24)
240 <8>
<3480>
B
B
<6>
<2610>
C
C
120 (12)
120 <4>
<1740>
60 (6)
60
<870>
<2>
0 0 C_00054
0.15
0.30
0.45
0.60
<0.04>
<0.08>
<0.12>
<0.16>
Luchtverbruik
180
180 (18)
Materiaaldruk
300 <11>
A
0 0.90 l/min
0.75
<0.20> <0.24>
Materiaaldoorstroomhoeveelheid - water A = 8 bar; 0,8 MPa; 116 psi luchtdruk B = 6 bar; 0,6 MPa; 87 psi luchtdruk C = 4 bar; 0,4 MPa; 58 psi luchtdruk
Diagram FineFinish 20-30 Slagfrequentie
bar (MPa)
/min
nl/min
<scfm>
0
10
20
30
40
50
60
150 (15)
350 A
<2176>
<12.5>
A
120 (12)
280
<1740>
<10>
B
B
90 (9)
Materiaaldruk
C
C
60 (6)
140
<870>
<5>
30 (3)
70
<435>
<2.5>
0 0 C_00142
<7.5>
0.30
0.60
0.90
1.20
<0.08>
<0.16>
<0.23>
<0.31>
1.50
Luchtverbruik
210
<1305>
0 1.80 l/min
<0.39> <0.47>
Materiaaldoorstroomhoeveelheid - water A = 8 bar; 0,8 MPa; 116 psi luchtdruk B = 6 bar; 0,6 MPa; 87 psi luchtdruk C = 4 bar; 0,4 MPa; 58 psi luchtdruk
23
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
24
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.4
FUNCTIE
5.4.1
POMP
11
1
2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Luchtmotor Luchtingang 8 Houderflens Scheidingsmiddelreservoir Materiaaluitgang 4 Materiaaltransportpomp Materiaalingang Aardingsaansluiting 6 Omschakelklep Veiligheidsklep (ontluchting luchtmotor) Luchtdrukregelaar Kogelkraan B_04121 Luchtuitgang naar omschakelklep Luchtingang in omschakelklep
3 9 10 13
8
12
5 14
7
7
Werking De zuigerpomp wordt aangedreven met perslucht (11). De perslucht beweegt de luchtzuiger in de luchtmotor (1) en zodoende ook de pompzuiger in de materiaaltransportpomp (6) op en neer. Aan het einde van elke slag wordt de perslucht door een omschakelklep (9) omgeleid. Het werkmateriaal wordt bij de opwaartse slag aangezogen en continu in beide slagrichtingen naar de materiaaluitgang (5) getransporteerd. Luchtmotor Voor de luchtmotor (1) met zijn pneumatische omschakeling (9) is geen pneumatische olie nodig. De perslucht wordt via een luchtdrukregelaar (11) en de kogelkraan (12) naar de motor getransporteerd. De luchtmotor moet worden voorzien van een veiligheidsklep (10) conform paragraaf 5.4.3. De veiligheidsklep (10) is in de fabriek ingesteld en verzegeld. Bij druk die de toegestane bedrijfsdruk overschrijdt, gaat automatisch de door een veer belaste klep open en laat de overdruk af.
WAARSCHUWING Overdruk! Gevaar voor letsel door openscheurende apparaatdelen. Wijzig nooit de instelling van de veiligheidsklep. Materiaaltransportpomp (6) De materiaaltransportpomp is als zuigerpomp met verwisselbare kogelkleppen uitgevoerd. De pompzuiger loopt in twee vaststaande afdichtingen die automatisch door een drukveer worden bijgesteld, zodat een lange levensduur wordt bereikt. Tussen luchtmotor en materiaaltransportpomp bevindt zich de scheidingsmiddelbeker (4) waarin het scheidingsmiddel is ondergebracht.
25
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.4.2 1 2 3 4 5 6 7
DRUKREGELEENHEID
Drukregelaar Kogelkraan Manometer (luchtingangsdruk) Manometer voor AirCoat lucht (optie) Persluchtingang Drukregelaar AirCoat (optie) Veiligheids- en motordrukontlastingsklep
2
3
1
4
2
6
7
3 1
5
7 5
B_04122
Standen kogelkraan: 1 2
Open: werkstand Gesloten: de luchtmotor kan nog onder druk staan.
open 1
2 gesloten
B_04123
26
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
5.4.3
VEILIGHEIDS- EN MOTORDRUKONTLASTINGSKLEP
Veiligheidsklep De veiligheidsklep (10) is in de fabriek zodanig ingesteld dat bij druk die de toegestane bedrijfsdruk overschrijdt de door een veer belaste klep automatisch opengaat en de overdruk aflaat. Naast de drukbegrenzing dient de klep ook als drukontlastingsklep voor de luchtmotor.
10
Drukontlasting van de luchtmotor: 1 2
10
Sluit de kogelkraan (2). Trek de ring op de veiligheidsklep (10) naar achteren en houd deze vast tot de drukverschillen in de luchtmotor zijn opgeheven.
2
B_04124
WAARSCHUWING Overdruk! Gevaar voor letsel door openscheurende apparaatdelen. Wijzig nooit de instelling van de veiligheidsklep.
5.4.4
TERUGLOOPKLEP
Om ervoor te zorgen dat een volledige drukontlasting van de pomp kan worden uitgevoerd (zie paragraaf 7.2.2), is de inbouw van een terugloopklep absoluut noodzakelijk. Bij het apparaat passende terugloopkleppen (kogelkranen), terugloopbuizen en -slangen vindt u in de lijst met toebehoren.
2 1 2 3
Materiaaluitgang Terugloopklep Materiaalterugloop
1 B_04075
3
27
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6
MONTAGE EN INBEDRIJFSTELLING
6.1
TRANSPORT
De pomp kan op een wagen of handmatig zonder heftoestel worden bewogen.
6.2
OPSLAG
Sla de pomp in een afgesloten en droge omgeving op. Reinig de pomp grondig, wanneer een langdurige buitenbedrijfstelling wordt gepland. Ga bij hervatting van het werk met de pomp volgens de volgende paragrafen te werk.
WAARSCHUWING Ontlading van elektrostatisch opgeladen onderdelen in oplosmiddelhoudende atmosfeer! Explosiegevaar door elektrostatische vonken. Reinig de pomp uitsluitend met een vochtige doek.
28
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6.3
MONTAGE VAN DE POMP Voorbeeld: Airless-systeem
Let op Deze pomp kan tot een spuitsysteem voor Airless- of AirCoat-applicaties worden gecompleteerd. Afzonderlijke aanvullende componenten voor deze pomp zijn in de Wagner onderdelencatalogus te vinden, of kunnen ook met een Spraypack-configurator worden samengesteld. In de gebruiksaanwijzing van het spuitpistool leest u welke spuitkop u moet kiezen. Bij Spraypack-bestellingen is de pomp (1) in de fabriek reeds voorgemonteerd op de wagen (6) of op een staander.
3 6 1
2
8
4
Handelwijze: 5 1 2
3 4 5 6
Monteer de pomp (1) op een staander, wagen (6) of wandhouder. Monteer bij een AirCoat-systeem de drukregelaar (7) en borg de schroefdraad bij de luchtingang naar de pomp (1) met Loctite 270. Monteer het aanzuigsysteem (5). Monteer de terugloopklep (8) voor de drukontlasting of de materiaalcirculatie. Monteer de terugloopbuis (4) of de terugloopslang. Sluit de hogedrukslang (2) en het spuitpistool (3) volgens de desbetreffende gebruiksaanwijzing bij het spuitpistool aan.
B_04076
Voorbeeld: AirCoat-systeem 7
3 1
6
2 8
4
5 B_04077
WAARSCHUWING Schuine ondergrond! Gevaar voor ongevallen bij wegrollen/omvallen van het apparaat.
29
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6.4
AARDING
WAARSCHUWING Ontlading van elektrostatisch opgeladen onderdelen in oplosmiddelhoudende atmosfeer! Explosiegevaar door elektrostatische vonken. Reinig de zuigerpomp uitsluitend met een vochtige doek.
WAARSCHUWING Sterke verfnevel bij slechte aarding! Gevaar voor vergiftiging. Slechte kwaliteit van de opgebrachte verflaag. Aard alle componenten van het apparaat. Aard de werkstukken die moeten worden gecoat.
Aardingsschema (voorbeeld) Transporteur
Aanwijzing voor de spuiter De werkschoenen en indien gebruikt de handschoenen moeten antistatisch zijn.
Werkstuk
Spuitframe
R max < 1 MΩ
Verfreservoir B_00304
Vloer antistatisch
30
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Kabeldoorsneden Pomp Verfreservoir Transporteur Spuitcabine Spuitframe
4 mm2; 6 mm2; 16 mm2; 16 mm2; 16 mm2;
Handelwijze: 1 2 3 4
Schroef de aardingskabel met oog vast. Bevestig de clip van de aardingskabel aan de aardingsaansluiting in de fabriek. Sluit het materiaalreservoir aan op een aardingsaansluiting in de fabriek. Sluit de overige componenten van het systeem aan op een aardingsaansluiting in de fabriek.
Aardingskabel
B_04127
31
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6.5
INBEDRIJFSTELLING
6.5.1
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Vóór alle werkzaamheden moeten de volgende punten conform de gebruiksaanwijzing in acht worden genomen: - Leef de veiligheidsvoorschriften conform hoofdstuk 4 na. - Voer de inbedrijfstelling deskundig uit.
WAARSCHUWING Hogedruk-spuitstraal! Levensgevaar door injectie van verf of oplosmiddel. Grijp nooit met de handen in de spuitstraal. Richt het spuitpistool nooit op personen. Raadpleeg bij huidletsel door verf of oplosmiddel direct een arts. Informeer de arts over de gebruikte verf of het oplosmiddel. Dicht defecte hogedrukdelen nooit af, maar maak deze direct drukloos en vervang ze.
WAARSCHUWING Giftige en/of ontvlambare dampmengsels! Gevaar voor vergiftiging en verbranding. Gebruik het apparaat in een spuitcabine die voor de gebruikte stoffen is goedgekeurd. –of– Gebruik het apparaat bij een geschikte spuitwand met ingeschakelde ventilatie (afzuiging). Neem goed nota van de nationale en plaatselijke voorschriften met betrekking tot de luchtafvoersnelheid.
WAARSCHUWING Exploderende gasmengsels bij onvolledig gevulde pomp! Levensgevaar door rondvliegende delen. Zorg ervoor dat pomp en aanzuigsysteem altijd volledig zijn gevuld met spoelmiddel of werkmateriaal. Spuit het apparaat na reiniging niet leeg.
32
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Vóór elke inbedrijfstelling moeten, overeenkomstig de gebruiksaanwijzing, de volgende punten in acht worden genomen: - Controleer de toegestane drukken. - Controleer alle verbindingsdelen op lekkage. - Controleer slangen op beschadiging. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden verricht, moeten de volgende handelingen worden verricht: - Onderbreek de luchttoevoer (2). - Maak de luchtmotor drukloos (aan de ring op de veiligheidsklep (10) trekken). - Maak de materiaaltransportpomp drukloos.
10 gesloten
10
2
open C_00157
B_04124
NOODSTOP Sluit bij onvoorziene omstandigheden onmiddellijk de kogelkraan (2), open de veiligheidsklep (10) en maak de materiaalvoerende delen via de terugloopklep (3) drukloos.
2
3
B_04078
33
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6.5.2
VULLEN MET SCHEIDINGSMIDDEL
LET OP Drooglopen van de zuigerpomp! Hoge slijtage/beschadiging van de afdichtingen. Bij droge afdichtingen kan er verf of oplosmiddel vrijkomen. Zorg ervoor dat het scheidingsmiddelreservoir met voldoende scheidingsmiddel is gevuld. Vulhoogte 2 cm; 0.8 inch onder de rand van de beker.
Giet het met de uitrusting meegeleverde scheidingsmiddel in de daarvoor bestemde opening. Vulhoogte: 2 cm; 0,8 inch onder de rand van de beker Scheidingsmiddel: zie toebehoren Let op Maximaal toegestane schuine stand van de pomp voor het verschuiven, transporteren enz., nadat deze met scheidingsmiddel is gevuld, bedraagt ± 30°. Tijdens werking moet de pomp verticaal staan.
B_04130
34
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
6.5.3
BASISSPOELING
De spuitkop moet voor elke basisspoeling uit het spuitpistool worden verwijderd. Daarbij moeten de gegevens in de gebruiksaanwijzing van het spuitpistool in acht worden genomen. Voer bij AirCoat-systemen de basisspoeling van het systeem uit zonder verstuivingslucht (8). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Plaats een leeg reservoir (5) onder de terugloopbuis (4). Plaats de aanzuigslang (7) in een reservoir met spoelmiddel (6). Open de terugloopklep (3). Open de kogelkraan (2) langzaam. Stel de luchtdruk op de drukregelaar (1) zodanig bij, dat de pomp regelmatig loopt. Spoel zolang tot schoon spoelmiddel in het reservoir (5) stroomt. Sluit de kogelkraan (2). Sluit de terugloopklep (3). Richt het spuitpistool (9) zonder spuitkop in het reservoir (5) en haal de trekker over. Open de kogelkraan (2) langzaam. Spoel zolang tot schoon spoelmiddel uit het spuitpistool stroomt. Sluit de kogelkraan (2). Maak het systeem drukloos, ofwel door de terugloopklep (3) te openen of via de handbeugel op het spuitpistool (9). 14 Sluit het spuitpistool (9) of de terugloopklep (3), wanneer het systeem drukloos is. 15 Borg het spuitpistool. 16 Voer de inhoud van het reservoir (5) volgens de plaatselijke voorschriften af.
gesloten
1
8
2
open
7
3 4
6
9 5 B_04079
35
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
7 7.1
GEBRUIK VULLEN MET WERKMATERIAAL
Aanwijzing: Telkens vóór het vullen moet de spuitkop uit het spuitpistool worden verwijderd. Daarbij moeten de gegevens in de gebruiksaanwijzing van het spuitpistool in acht worden genomen. Voer bij AirCoat-systemen het vullen van het systeem uit zonder verstuivingslucht (8). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Plaats een leeg reservoir (5) onder de terugloopbuis (4). Plaats de aanzuigslang (7) in een reservoir met werkmateriaal (6). Open de terugloopklep (3). Open de kogelkraan (2) langzaam. Stel de luchtdruk op de drukregelaar (1) zodanig bij, dat de pomp regelmatig loopt. Spuit zolang tot schoon werkmateriaal in het reservoir (5) stroomt. Sluit de kogelkraan (2). Sluit de terugloopklep (3). Richt het spuitpistool (9) zonder spuitkop in het reservoir (5) en haal de trekker over. Open de kogelkraan (2) langzaam. Spuit zolang tot schoon werkmateriaal uit het spuitpistool (9) stroomt. Sluit de kogelkraan (2). Maak het systeem drukloos, ofwel door de terugloopklep (3) te openen of via de handbeugel op het spuitpistool (9). 14 Sluit het spuitpistool (9) of de terugloopklep (3), wanneer het systeem drukloos is. 15 Borg het spuitpistool. 16 Voer de inhoud van het reservoir (5) volgens de plaatselijke voorschriften af.
36
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
7.2
WERKZAAMHEDEN
7.2.1
SPUITEN
Systeem-voorbeeld voor AirCoat-methode gesloten
8
1 2
open
9
7
3 4
6 5 B_04080
1 2 3 4 5 6
Borg het spuitpistool en plaats de spuitkop in het spuitpistool. Sluit de terugloopklep (3). Open de kogelkraan (2) langzaam. Stel op de drukregelaar (1) de gewenste werkdruk in. Optimaliseer het spuitbeeld overeenkomstig de gegevens in de gebruiksaanwijzing van het spuitpistool. Start de werkzaamheden.
37
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
7.2.2
DRUK AFLATEN/WERK ONDERBREKEN
Drukontlasting materiaal 1 Sluit het spuitpistool. 2 Sluit de kogelkraan (2). 3 Maak het systeem drukloos door de trekker van het spuitpistool over te halen of door de terugloopklep (3) te openen. 4 Sluit het spuitpistool en borg het. 5 Open en sluit de terugloopklep (3) weer voor een volledige drukontlasting. Drukontlasting lucht (bij langere werkonderbreking) 1 Voer een drukontlasting materiaal uit (zoals boven). 2 Zorg ervoor dat de kogelkraan (2) is gesloten. 3 Trek de ring op de veiligheidsklep (10) naar achteren en houd deze vast tot de drukverschillen in de luchtmotor zijn opgeheven.
10
10
2
B_04124
Indien met het systeem 2K-materialen worden verwerkt:
LET OP Uitgehard werkmateriaal in het spuitsysteem bij verwerking van 2K-materiaal! Vernietiging van pomp en spuitsysteem. Neem goed nota van de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant, met name de verwerkingstijd. Voer vóór het verstrijken van de verwerkingstijd een basisspoeling uit. De verwerkingstijd wordt door warmte verkort.
38
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
7.2.3
BUITEN BEDRIJF STELLEN EN REINIGEN
Let op Het apparaat moet voor onderhoud worden gereinigd. Let erop dat geen materiaalresten opdrogen en vast gaan koeken. Handelwijze: 1 Voer een drukontlasting materiaal en lucht uit -> paragraaf 7.2.2. 2 Voer een basisspoeling uit -> paragraaf 6.5.3. 3 Onderhoud het spuitpistool volgens de gebruiksaanwijzing. 4 Reinig en controleer het aanzuigsysteem en het aanzuigfilter. 5 Reinig het systeem aan de buitenkant.
WAARSCHUWING Bros geworden filterdrukregelaar! Reservoir op de filterdrukregelaar wordt bros bij contact met oplosmiddelen en kan scheuren. Gevaar voor letsel door rondvliegende delen. Reinig het reservoir op de filterdrukregelaar niet met oplosmiddel. 6 Maak het hele systeem weer compleet. 7 Controleer het peil van het scheidingsmiddel -> paragraaf 6.5.2. 8 Vul het systeem met spoelmiddel volgens hoofdstuk 7.1 "Vullen met werkmateriaal".
WAARSCHUWING Exploderende gasmengsels bij onvolledig gevulde pomp! Levensgevaar door rondvliegende delen. Zorg ervoor dat pomp en aanzuigsysteem altijd volledig zijn gevuld met spoelmiddel of werkmateriaal. Spuit het apparaat na reiniging niet leeg.
39
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
7.3
LANGDURIGE OPSLAG
Bij een langdurige opslag van het apparaat zijn een grondige reiniging en een bescherming tegen corrosie noodzakelijk. Vervang bij de laatste spoelgang het water of oplosmiddel in de materiaaltransportpomp door een geschikt conserveringsmiddel. Vul de scheidingsmiddelbeker met scheidingsmiddel. Sla de pomp verticaal op. Handelwijze: 1 Voer punt 1 tot 7 in hoofdstuk 7.2.3 "Buiten bedrijf stellen en reinigen" uit. 2 Spoelen met conserveringsmiddel conform hoofdstuk 6.5.3 en gegevens van de fabrikant van de lak. 3 Sluit de materiaaluitgang af met een stop, als de uitlaatleiding wordt verwijderd. 4 Sluit de materiaalingang af met een stop, als het aanzuigsysteem wordt verwijderd.
40
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
8
STORINGEN OPSPOREN EN VERHELPEN
Probleem Pomp werkt niet.
Oorzaak Luchtmotor start niet, blijft stilstaan.
Oplossing Sluit/open kogelkraan op de drukregelaareenheid of onderbreek de persluchttoevoer kortstondig. Geen aanduiding van luchtdruk op Onderbreek persluchtaanvoer kortstondig manometer (luchtdrukregelaar werkt of repareer resp. vervang de regelaar. niet). Verstopping van de spuitkop. Reinig de spuitkop volgens de instructies. Gebrekkige persluchtvoorziening. Controleer de persluchtvoorziening. Verstopping van het insteekfilter in Reiniging van de delen en gebruik van het spuitpistool. correct werkmateriaal. Verstopping in de Demonteer en reinig de materiaaltransportpomp of in de materiaaltransportpomp, vervang de hogedrukslang (bijv. 2K-materiaal hogedrukslang. uitgehard). Af en toe stopt de pomp op een Druk de starter van de omschakelklep in en schakelpunt. start de pomp opnieuw. Reinig de schuif van de omschakelklep zorgvuldig en smeer deze evt. met een licht olielaagje. Slecht spuitbeeld. Zie gebruiksaanwijzing van spuitpistool. Viscositeit te hoog. Verdun het werkmateriaal. Onregelmatig werken van de pomp; Te geringe spuitdruk. Verhoog de luchtingangsdruk. spuitstraal zakt ineen Gebruik een kleinere spuitkop. (pulsatie). Vastplakkende kleppen. Reinig de pomp, laat deze eventueel een tijdje in reinigingsmiddel staan. Vreemd voorwerp in aanzuigklep. Demonteer, reinig het aanzuigklephuis en controleer de klepzitting. Diameter van de Plan een grotere toevoerleiding persluchttoevoerleiding te klein. -> Technische gegevens, hoofdstuk 5.3.2. Versleten kleppen, afdichtingen of Vervang onderdelen. zuigers. Filter van drukregelaar verstopt. Controleren en indien nodig reinigen. Pomp loopt De wartelmoer van het aanzuigsysteem Draai de wartelmoer vast. gelijkmatig, maar zuigt zit los; pomp zuigt lucht. geen werkmateriaal Aanzuigfilter vuil. Reinig het filter. aan. Kogel plakt vast in de aanzuigklep of Reinig de kogels en klepzittingen. de zuigerklep. Pomp werkt bij Afdichtingen, kleppen, zuigers versleten. Vervang onderdelen. gesloten spuitpistool. Luchtmotor vol ijs. Veel condenswater in aangevoerde lucht. Monteer een waterafscheider. Als er van geen van de genoemde storingsoorzaken sprake is, kan het defect bij een klantenservicedienst van WAGNER worden verholpen.
41
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
9
ONDERHOUD
WAARSCHUWING Ondeskundig(e) onderhoud/reparatie! Levensgevaar en schade aan het apparaat. Reparaties en vervanging van onderdelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een servicecentrum van WAGNER of door eigen voldoende opgeleid personeel. Repareer en vervang uitsluitend onderdelen die in het hoofdstuk "Reserveonderdelen" worden vermeld en zijn bedoeld voor het apparaat. Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat en bij werkonderbrekingen: - Koppel het besturingsapparaat los van het elektriciteitsnet. - Maak het spuitpistool en het apparaat drukloos. - Borg het spuitpistool tegen ongewenste bediening. Neem bij alle werkzaamheden goed nota van de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding.
1 2 3 4
Controleer dagelijks scheidingsmiddel in de scheidingsmiddelbeker en vul dit indien nodig bij. Dagelijks of naar behoefte moet het hogedrukfilter worden gecontroleerd en gereinigd (indien aanwezig). Telkens als het systeem buiten werking wordt gesteld, moet volgens paragraaf 7.2.3 worden gehandeld! Controleer dagelijks slangen, buizen en koppelingen en vervang deze eventueel. Conform de richtlijn voor vloeistofspuitapparatuur (in Duitsland ZH 1/406 en BGR 500 deel 2 hoofdstuk 2.36): - Vloeistofspuitapparatuur moet indien nodig, echter minimaal elke 12 maanden, door een deskundige (bijv. een servicemonteur van Wagner) worden gecontroleerd op een veilige staat. - Bij stilgelegde apparaten kan de keuring worden uitgesteld tot de eerstvolgende inbedrijfstelling.
42
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
9.1
HOGEDRUKSLANGEN
De gebruiksduur van de slangleidingen wordt ook bij zorgvuldige behandeling beperkt door omgevingsinvloeden. Controleer dagelijks slangen, buizen en koppelingen en vervang deze eventueel. Als voorzorgsmaatregel moeten slangleidingen na een door de gebruiker bepaalde periode door nieuwe worden vervangen.
GEVAAR Openscheurende slang, barstende schroefverbindingen! Levensgevaar door injectie van materiaal. Zorg ervoor dat het slangmateriaal chemisch bestand is tegen de materialen waarmee wordt gespoten. Zorg ervoor dat spuitpistool, schroefverbindingen en materiaalslang tussen apparaat en spuitpistool geschikt zijn voor de door het apparaat opgewekte druk. Zorg ervoor dat op de hogedrukslang de volgende informatie staat: - fabrikant - toegestane werkdruk - fabricagedatum
9.2
BUITENBEDRIJFSTELLING
Bij ontmanteling van de apparatuur is het aan te raden de materialen gescheiden af te voeren. De volgende materialen zijn gebruikt: staal aluminium elastomeren kunststoffen hardmetaal Verbruiksmaterialen (lak, lijm, verzegelingsmiddel, oplosmiddel) moeten volgens de geldende specifieke normen worden afgevoerd.
43
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
10 TOEBEHOREN Toebehoren 1 2 3 4 5
Omschrijving Pomp PE/T Set AirCoat-regelaar Aardingskabel compleet 3 m; 9,8 ft Scheidingsmiddel 250 ml Scheidingsmiddel 500 ml
Bestelnr. Bestelnr. 2329450 2329452 T6145.00A 236219 9992504 9992505
Toebehoren materiaaluitgang 11 12 13 14
Omschrijving Kogelkraan-R1/4"-G1/4"-PN350-SSt Kogelkraan-R1/4"-G1/4"-PN350-CS Terugloopbuis DN6-G1/4"-100mm-PA Terugloopslang DN6-PN310-G1/4"-PA
Bestelnr. 2334488 2334472 2331752 2329046
Toebehoren materiaalingang Omschrijving 15 Aanzuigbuis DN 16-SSt compleet 16 Aanzuigslang DN 16-SSt compleet 17 Aanzuigbocht voor bovenreservoir SSt 18 Bovenreservoirset 5 l voor zuigerpomp Aanzuigfilter DN16-18mesh-SSt 19 Slijtdeel
Bestelnr. 2324158 2324110 2323225 2332169 2323396
44
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
3
x
2 x
1
11
4/5
12
13
14
18
15
16 17 19
B_04081
45
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Toebehoren wagen, onderstel en wandhouder 21 22 23 24
Omschrijving Wandhouder 4" compleet Vierpoot Wagen 4 wielen Wagen 4" compleet
Bestelnr. 2332143 2332374 T6196.00 2325901
21
22 23
24
B_04113
46
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11 RESERVEONDERDELEN 11.1
HOE WORDEN RESERVEONDERDELEN BESTELD?
Om een correcte levering van reserveonderdelen te kunnen garanderen, dienen de volgende gegevens te worden verstrekt: bestelnummer, omschrijving en aantal stuks Het aantal stuks hoeft niet identiek te zijn aan de nummers in de kolommen " " in de lijsten. Het aantal geeft alleen informatie over hoe vaak het onderdeel in de module gebruikt is. Verder zijn voor een vlekkeloos verloop de volgende gegevens noodzakelijk: - factuuradres - leveringsadres - naam van de contactpersoon bij vragen - wijze van levering (gewone post, spoedzending, luchtpost, koerier, enz.) Aanduiding in de lijst met reserveonderdelen. Toelichting bij de kolom " " (referentie) in de onderstaande lijsten met reserveonderdelen: Slijtdelen Aanwijzing: Deze delen vallen niet onder de garantiebepalingen. Behoort niet tot de basisuitrusting, is echter verkrijgbaar als speciaal toebehoren.
WAARSCHUWING Ondeskundig(e) onderhoud/reparatie! Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. Laat reparaties en vervanging van onderdelen uitsluitend uitvoeren door speciaal opgeleid personeel of door een servicecentrum van WAGNER. Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat en bij werkonderbrekingen: - Schakel de energie-/persluchttoevoer uit. - Maak het spuitpistool en het apparaat drukloos. - Borg het spuitpistool tegen ongewenste bediening. Neem bij alle werkzaamheden goed nota van de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding.
47
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.2 11.2.1
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
OVERZICHT VAN DE MODULES MODULES FINEFINISH 40-15
Omschrijving FineFinish 40-15 PE/T Materiaaltransportpomp 15 PE/T EM Luchtmotor M80 EM Afstandsstuk Afstandsstuk veiligheidsvoorziening Cilinderkopschroef met binnenzeskant Opnameplaat Onderlegring Cilinderkopschroef met binnenzeskant Zeskantmoer met klemstuk Trekstang Set luchtregelaar pomp Inschroefaansluiting haaks 8-1/4
1 1 1 1 1 2 1 4 4 3 3 1 1
Bestelnr. 2329450 2329635 U3B08018060 A359.71A E516.71A 9900353 2332394 9920106 9900330 3055157 H115.62 T6140.00A 9998253
13 3
12
7
20 Nm; 14.7 lbft
8 9 4
1
6 5 11
2 10 30 Nm; 22.1 lbft
B_04135
48
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.2.2
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
MODULES FINEFINISH 20-30
Omschrijving FineFinish 20-30 PE/T Materiaaltransportpomp 30 PE/T EM Luchtmotor M80 EM Afstandsstuk Afstandsstuk veiligheidsvoorziening Cilinderkopschroef met binnenzeskant Opnameplaat Draadbout Onderlegring 6-kant verlengmoer Cilinderkopschroef met binnenzeskant Set luchtregelaar pomp Inschroefaansluiting haaks 8-1/4 Loctite 222 50ml; 50cc
1 1 1 1 1 2 1 4 4 4 4 1 1 1
Bestelnr. 2329452 2329639 U3B08018060 A359.71A E516.71A 9900353 2332394 9901115 9920106 2332990 9906024 T6140.00 9998253 9992590
13 3 12 7
8 9 1
10
30 Nm; 22.1 lbft
14
4
6 5 7
2
B_04115
11 30 Nm; 22.1 lbft
49
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.3
LUCHTMOTOR
WAARSCHUWING Ondeskundig(e) onderhoud/reparatie! Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. Laat reparaties en vervanging van onderdelen uitsluitend uitvoeren door speciaal opgeleid personeel of door een servicecentrum van WAGNER. Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat en bij werkonderbrekingen: - Schakel de energie-/persluchttoevoer uit. - Maak het spuitpistool en het apparaat drukloos. - Borg het spuitpistool tegen ongewenste bediening. Neem bij alle werkzaamheden goed nota van de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding. Lijst met reserveonderdelen voor luchtmotor EM M80 Omschrijving Bestelnr. 1 Luchtmotor EM M80 1 U3B08018060 2 Motorflens boven M50 EM 1 F132.91C 3 O-ring 2 L108.06 4 Cilinder motor 1 D608.81 5 Zeskantmoer met klemstuk 1 3055157 6 Onderlegring 1 9920106 Demper 2 G903.06 7 8 Afdichting DE 80 1 L413.06 9 Motorzuiger 1 A164.01 10 Glijring 1 L802.08 O-ring 1 L110.06 11 12 Zuigerstang M80 EM 1 D404.12 O-ring 2 L109.06 13 14 Luchtbuis M80 EM 1 A408.12 15 Motorflens onder compleet M80 EM 1 T616.00C 16 Typeplaatje 1 -17 Aarding compleet 1 367258 18 Stangafdichting 1 L403.06 19 Sensor onder M80 1 T703.00 20 Borgplaatje voor as 2 K606.02 21 Onderlegring 1 A160.01A Pilot-klep 1 369290 22 23 Haakse inschroefkoppeling 1 9992757 24 Geluiddemper 2 H505.07 25 Verloopnippel 1 M432.00 = slijtdeel = bijgevoegd in serviceset = Behoort niet tot de basisuitrusting, is echter verkrijgbaar als toebehoren.
50
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
30 Nm; 22 lbft
28 2 3
29 4
16 5
35 Nm; 25.8 lbft
6
30
7 29 8
29
9 13 30
4.5 Nm; 3.3 lbft
7
14
29
11
1 10
29 13
3
36
29
35
17 32 33
15
27
31
34
24 19
22
20 Nm; 14.7 lbft
27
29
25 18
23
12
Montageaanwijzing: Monteer de zuigerstang (12) altijd van onder naar boven door de aangebrachte stangafdichting (18).
20 B_04347
21 20
51
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Lijst met reserveonderdelen voor luchtmotor EM M80
27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Omschrijving Loctite 542 Cilinderkopschroef met binnenzeskant Vet Mobilux EP 2 Loctite 480 Omschakelklep ISO N/1 (bestaande uit pos 32 tot 36) Omschakelklep (reserveonderdelen zie paragraaf 11.3.1) Klepplaat Klepafdichting Onderlegring, A4,3 Cilinderkopschroef met binnenzeskant
1 4 1 1 1
Bestelnr. 9992831 9907241 9998808 9998157 P498.00KNE
1
P498.00
1 1 4 4
A818.71B G735.06AB 9920104 9900386
Serviceset EM luchtmotor M80 1 T910.00 = slijtdeel = bijgevoegd in serviceset = Behoort niet tot de basisuitrusting, is echter verkrijgbaar als toebehoren.
WAARSCHUWING Ondeskundig(e) onderhoud/reparatie! Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. Laat reparaties en vervanging van onderdelen uitsluitend uitvoeren door speciaal opgeleid personeel of door een servicecentrum van WAGNER. Vóór alle werkzaamheden aan het apparaat en bij werkonderbrekingen: - Schakel de energie-/persluchttoevoer uit. - Maak het spuitpistool en het apparaat drukloos. - Borg het spuitpistool tegen ongewenste bediening. Neem bij alle werkzaamheden goed nota van de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding.
52
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.3.1
OMSCHAKELKLEP
4
1 2
3 B_03139
Lijst met reserveonderdelen voor omschakelklep Omschrijving 1 Omschakelklep 2 O-ring Afdichting omschakelklep 3 Demper 4 = slijtdeel
1 6 1 2
Bestelnr. P498.00 9971123 P521.00 P520.00
53
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.4 MATERIAALTRANSPORTPOMPEN 11.4.1 MATERIAALTRANSPORTPOMP 15 30 Nm; 22.1 lbft 24 29
8
36
22
2.5 Nm; 1.84 lbft 2
25
30
26
30
3
9
25 26
4
23 20
30
10
27 28
31
27
11
28
30
27 28
5
27
1
28 27 28 27
21
12
6
35 33 13
7
14 19 15 30
10 17
34 35
16 31
B_03445
18
32
54
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Lijst met reserveonderdelen voor materiaaltransportpomp 15 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Omschrijving Materiaaltransportpomp 15 SS PE/T EM Verbindingsflens 15 Snapring Snapringflens 15 Afdichting PE/T 13/25 Veer boven Buis 15 Veer Afdichting PE/T 18/29 O-ring Cilinder 15 Zuiger 15 SS Opsluitveer Kogel Klepschroef 15 Kogel Borgring Inlaathuis 15 Loctite 542 Steunring buiten Steunring binnen Steunring binnen Steunring buiten Connector Manchet T 18/29 Manchet PE 18/29 Manchet T 13/25 Manchet PE 13/25 Zeskantschroef zonder schacht Vet Mobilux EP 2 Anti-vastbrandpasta Afdichthuls Fitting-DF-MM-R1/4"-1/4"NPS-PN350 Zeskantstop Loctite 270 Loctite 222
1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 6 5 1 1 1 1 1 1 1 1
Bestelnr. 2329635 A661.12 K617.03 A662.12 T9037.00E H204.03 A658.03 H203.03 T9038.00E L107.06 B534.03 T6157.00I A170.03 K801.03 A169.03 K803.03 K601.03 2323838 9992831 A171.03 A172.03 A411.03 A410.03 T6158.00 G101.05 G101.08E G104.05 G104.08E 9900136 9998808 9992609 2329898 B0461.03A 2323718 9992528 9992590
Serviceset EM 15 PE/T 1 T9039.00E = slijtdeel = Bijgevoegd in serviceset. = Behoort niet tot de basisuitrusting, is echter verkrijgbaar als toebehoren.
55
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.4.2
MATERIAALTRANSPORTPOMP 30 30 Nm; 22.1 lbft 41
2
21
3
4 22
42 5 6 7 8 7
42
8 7
23 10
24
8
25 7
8 9
26
42
27
11 27
12
45
1
29 26
14
28
42
30 15 42 16
31
13 45
44 32 33 17
34 35
18 19 43
36
20 37
B_04116
56
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
Lijst met reserveonderdelen voor materiaaltransportpomp 30
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 41 42 43 44 45
Omschrijving Materiaaltransportpomp 30 PE/T compleet Connector Zeskantschroef zonder schacht Verbindingsflens 30 O-ring Steunring buiten Manchet PE 18/29 Manchet T 18/29 Steunring binnen Afdichting PE/T compleet 18/29 Steunringplaat Veer O-ring Buis 30 Fitting-DF-MM-R3/8"-1/4"NPS-PN350 Zeskantstop Zuiger 30 Opsluitveer Kogel Klepschroef 30 Pompflens onder Cilinderkopschroef met binnenzeskant Drukveer Ring Steunring binnen Manchet T 25/36 Manchet PE 25/36 Steunring buiten Afdichting PE/T compleet 25/36 Ronddraad-snapring voor assen Cilinder 30 Kogel stopper Kogel O-ring Inlaat fitting Afdichthuls Klepschroef 30 Loctite 222 Vet Mobilux EP 1 Loctite 542 Anti-vastbrandpasta Loctite 270
1 1 1 1 1 1 4 4 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1
Bestelnr. 2329639 T6158.00 9900136 B0388.62 L112.06 G119.08 G101.08E G101.05 G120.08 T920.00D A114.03 H203.03 L170.06 B0391.03 B0461.03 2323718 T6181.00 A156.03 K802.03 A155.03 B0387.62 9907087 H222.03 B0099.03 G185.05 G152.05 G152.08E G184.05 T941.00G K640.02 B0392.03 A961.03B K803.03 L170.06 2323833 2329898 B0389.03 9992590 9998008 9992831 9992609 9992528
Serviceset EM 20 PE/T 1 T940.00G = slijtdeel = Bijgevoegd in serviceset. = Behoort niet tot de basisuitrusting, is echter verkrijgbaar als toebehoren.
57
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.5
LUCHTREGELAARSET
14
14
9
14
5
14
4
8
1
13
2
14
10
3
11 12 B_04117
Lijst met reserveonderdelen voor luchtregelaarset
1 2 3 4 5 8 9 10 11 12 13 14 = slijtdeel
Omschrijving Bestelnr. Bestelnr. Set luchtregelaar pomp 1 T6140.00A T6140.00 Cilinderkopschroef met binnenzeskant 2 9906026 Manometer 0-1 MPa; 0-10 bar; 1 9998677 0-145 psi (d40) Verloopstuk 1 9985682 Schroefverbinding haaks 1 9998039 Kogelkraan FM 1 M101.00 Veiligheidsklep 1/4" 1 P484.00C1 P484.00C0 T-aansluiting 1 M297.00 Schroefwartel recht 1 9992743 Slang zwart AD8 x 1,25 (0,32 m; 1,05 ft lang) 0,32 m 9982078 Filter regelaar CZ 1/4 1 P124.00M Loctite 542 1 9992831
58
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.6
LUCHTREGELAARSET VOOR AIRCOAT LUCHT
7 6
4
7 5
1 3
7
B_03436
2
Lijst met reserveonderdelen voor luchtregelaarset voor AirCoat lucht Omschrijving 1 Set AirCoat-regelaar 2 Manometer 0-1 MPa; 0-10 bar; 0-145 psi (d40) 3 Bocht met conus 4 Dubbele nippel scheidbaar 5 T-stuk Luchtdrukregelaar 1/4" 6 7 Loctite 270 = slijtdeel
1 1 1 1 1 1 1
Bestelnr. T6145.00A 9998677 9992129 9998719 9985694 P123.00 9992528
59
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.7
WAGEN 4"
15 5
17 10
2
13 14
4
9 5
16 6 3
1
7 8
A
Afstand 11
12
B_04074
Lijst met reserveonderdelen voor wagen 4" Omschrijving 1 Wagen compleet 2 Staander links 4" (gelast) 3 Staander rechts 4" (gelast) 4 Zeskantschroef DIN931 M6x75 5 Zeskantmoer zelfborgend M6 6 Wiel D250 7 Onderlegring 8 Borgclip 9 Wielas 4" 10 Verbindingsdeel 4" 11 Buisvoet met lamellen 12 Klemringglijder 13 Stop 14 Zeskantschroef 15 Wandhouder 16 Zeskantschroef zonder schacht M6x55 17 Handgreep = slijtdelen
1 1 1 4 6 2 4 4 1 2 2 2 2 4 1 2 2
Bestelnr. 2325901 --9907140 9910204 2304440 340372 9995302 -367943 ---9900218 2332143 3061695 9998747
60
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
11.8
WAGEN 4 WIELEN
4 12
3 2
8 13 5
1
6
10 9 11 7 B_03439
Omschrijving 1 Wagen 4 wielen 2 Zeskantmoer met klemstuk 3 Staander rechts 4 Staander links 5 Spuitpistoolhak 6 Staanderstift 7 Stop 8 Contactschijf M08 9 Onderlegring Wiel 10 11 Cilinderkopschroef met binnenzeskant 12 Cilinderkopschroef met binnenzeskant 13 Cilinderkopschroef met binnenzeskant 14 Zeskantmoer met klemstuk = slijtdeel
14
1 5 1 1 1 1 4 4 4 4 4 4 2 4
Bestelnr. T6196.00 9910204 E3107.92B E3107.92C H009.62 H1156.62 R204.07 3155404 9920106 R120.00F 9900311 9900389 9900309 3055157
61
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
12 3+2 JAAR GARANTIE PROFESSIONAL FINISHING 12.1
OMVANG VAN DE GARANTIE
Alle professionele Wagner verfapplicatie-apparaten (hierna producten genoemd) worden zorgvuldig gecontroleerd, getest en onderworpen aan de strenge controles van de Wagner kwaliteitsborging. Wagner verleent daarom uitsluitend aan de industriële of beroepsmatige gebruiker die het product bij de erkende dealer heeft gekocht (hierna "klant" genoemd), een verlengde garantie op de op internet ( ) genoemde producten. De garantieclaims van de koper uit de koopovereenkomst met de verkoper evenals wettelijke rechten worden door deze garantie niet beperkt. De garantie die wij verlenen, bestaat uit het naar ons inzicht vervangen of repareren van het product of losse onderdelen hiervan of het terugnemen van het apparaat tegen terugbetaling van het aankoopbedrag. De kosten voor materiaal en arbeidstijd komen voor onze rekening. Vervangen producten of onderdelen worden ons eigendom.
12.2
GARANTIEPERIODE EN REGISTRATIE
De garantieperiode bedraagt 36 maanden, bij industrieel gebruik of hiermee gelijk te stellen belasting zoals met name gebruik in ploegendienst of bij verhuur 12 maanden. Voor aandrijvingen die werken op benzine en lucht, verlenen wij eveneens een garantie van 12 maanden. De garantieperiode begint op de dag van levering door de erkende dealer. Beslissend is de datum op het originele aankoopbewijs. Voor alle vanaf 1 februari 2009 bij de erkende dealer gekochte producten wordt de garantieperiode met 24 maanden verlengd, wanneer de koper deze apparaten binnen 4 weken na de dag van levering door de erkende dealer overeenkomstig de onderstaande bepalingen registreert. Registratie geschiedt via internet: Als bevestiging geldt het garantiecertificaat evenals het originele aankoopbewijs waaruit de datum van aankoop blijkt. Een registratie is alleen mogelijk, wanneer de koper akkoord gaat met het opslaan van de gegevens die daar door hem moeten worden ingevoerd. Door garantieprestaties wordt de garantieperiode voor het product noch verlengd noch vernieuwd. Na afloop van de desbetreffende garantieperiode kunnen claims tegen en uit de garantie niet meer worden ingediend.
12.3
AFWIKKELING
Als zich binnen de garantieperiode fouten in materiaal, verwerking of prestatie van het apparaat vertonen, dan dienen garantieclaims onmiddellijk, echter uiterlijk binnen een termijn van 2 weken, te worden ingediend. De erkende dealer die het apparaat heeft geleverd, is degene bij wie u de garantieclaims kunt indienen. De garantieclaims kunnen echter ook bij onze in de gebruiksaanwijzing genoemde servicecentra worden ingediend. Het product moet samen met het originele aankoopbewijs, waarop de datum van aankoop en de productomschrijving moeten zijn vermeld, gefrankeerd opgestuurd of voorgelegd worden. Voor gebruikmaking van de verlengde garantie moet bovendien het garantiecertificaat worden bijgevoegd. De kosten evenals het risico van verlies of beschadiging van het product op weg naar of van de plaats waar de garantieclaims worden ingediend of waar het gerepareerde product weer wordt geleverd, zijn voor rekening van de klant.
62
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
12.4
UITSLUITING VAN DE GARANTIE
Er kunnen geen garantieclaims in aanmerking worden genomen - voor onderdelen die aan een door het gebruik veroorzaakte of overige, natuurlijke slijtage onderhevig zijn, evenals gebreken aan het product die aan een door het gebruik veroorzaakte of overige, natuurlijke slijtage te wijten zijn. Hiertoe behoren met name kabels, kleppen, afdichtingen, spuitkoppen, cilinders, zuigers, mediumvoerende huisonderdelen, filters, slangen, afdichtingen, rotors, stators, enz.. Schade door slijtage wordt met name veroorzaakt door schurende coatingmaterialen zoals bijvoorbeeld dispersies, pleisters, plamuren, lijm, glazuren, kwartsgrond. - bij fouten aan apparaten die te wijten zijn aan veronachtzaming van de bedieningsinstructies, ongeschikt of verkeerd gebruik, verkeerde montage of inbedrijfstelling door de koper of door derden, oneigenlijk gebruik, abnormale omgevingsomstandigheden, ongeschikte coatingmaterialen, chemische, elektrochemische of elektrische invloeden, buiten de zaak staande gebruiksomstandigheden, gebruik met verkeerde netspanning/-frequentie, overbelasting of gebrekkig onderhoud of service resp. reiniging. - bij fouten aan het apparaat die werden veroorzaakt door gebruik van toebehoren, uitbreidings- of reserveonderdelen die geen originele onderdelen van Wagner zijn. - bij producten waaraan veranderingen of uitbreidingen werden uitgevoerd. - bij producten met een verwijderd of onleesbaar gemaakt serienummer. - bij producten waaraan door niet-geautoriseerde personen reparatiepogingen werden uitgevoerd. - bij producten met geringe afwijkingen van de gewenste hoedanigheid die voor waarde en geschiktheid voor gebruik van het apparaat onbelangrijk zijn. - bij producten die gedeeltelijk of compleet zijn gedemonteerd.
12.5
AANVULLENDE REGELINGEN
Bovenstaande garanties gelden uitsluitend voor producten die in de EU, GOS, Australië bij de erkende dealer gekocht en binnen het land van aankoop gebruikt worden. Indien bij controle blijkt dat de reparatie niet onder de garantievoorwaarden valt, komen de reparatiekosten voor rekening van de koper. De voorstaande bepalingen regelen de rechtsverhouding naar ons toe als afgerond geheel. Verdergaande claims, met name voor schade en verliezen van om het even welke aard, die door het product of het gebruik ervan ontstaan, zijn behalve in het toepassingsgebied van de wet op de productaansprakelijkheid uitgesloten. Garantieclaims tegenover de dealer blijven onverminderd van kracht. Voor deze garantie geldt Duits recht. De Duitse bewoording van de overeenkomst geldt. Voor het geval dat de betekenis van de Duitse en een buitenlandse vertaling van deze garantie van elkaar afwijken, heeft de betekenis van de Duitse tekst voorrang.
Bondsrepubliek Duitsland Wagner Profi-garantie (Stand 1-2-2009)
63
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
64
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
12.6
CE-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Hierbij verklaren wij dat de constructie van pneumatische pompen en hun Spraypacks FineFinish
overeenstemt met de volgende richtlijnen: 2006/42/EG 94/9/EG
Toegepaste normen, met name:
Toegepaste nationale technische specificaties, in het bijzonder: deel 2 hoofdstuk 2.29 en hoofdstuk 2.36
Markering: II 2G IIB c T3 X
CE-verklaring van overeenstemming De CE-verklaring van overeenstemming wordt met het product meegeleverd. De verklaring kan indien gewenst onder vermelding van het product en het serienummer worden nabesteld bij uw WAGNER-vertegenwoordiging. Bestelnummer: 2312813
12.7
VERWIJZINGEN NAAR DUITSE REGELS EN RICHTLIJNEN Deel 2, hoofdstuk 2.36 Werken met vloeistofspuitapparatuur Deel 2, hoofdstuk 2.29 Verwerken van coatingmaterialen Regels voor explosiebeveiliging Voorkomen van ontstekingsgevaren Installaties voor het reinigen van werkstukken met oplosmiddelen Richtlijnen voor vloeistofspuitapparatuur Spuitcabines en -installaties Bedrijfsveiligheidsverordening
Aanwijzing: Alle titels kunnen worden verkregen bij Heymanns-Verlag, Keulen, of zijn te vinden op internet.
65
UITGAVE 03/2013
BESTELNUMMER DOC 2310801
GEBRUIKSAANWIJZING
66
D EER
IC GECERT
A
IF
DK
Tel. Telefax
B
GB
Tel. Telefax
E
Tel. Telefax
CH
I
Tel. Telefax
F
Tel. Telefax
D
Tel. Telefax
NL
Tel. Telefax
Tel. Telefax
CZ
S
Tel. Telefax Tel. +49 / 75 44 / 505 -1664 Telefax
Telefax
Tel. Telefax
Vergissingen en wijzigingen voorbehouden.