Z.O.Z
‘Ze zeggen dat ik nooit meer goed lopen kan’
SAMEN ZORGEN SNEL OP DE BEEN BLOEMENRIJK
Samen
Onveranderd goed Veel verandert. Ontwikkelingen in de samenleving en de politiek vinden hun weerslag in wonen, zorg en welzijn. Op allerlei manieren. Wie heeft wat nodig? Wie betaalt wat? Wat is onmisbaar? En waar valt wat te halen? Wie beslist? Hoe wonen we nu en straks? Wie kan op wie rekenen? En op welk moment? Hoe gaan we met elkaar om? Waar geven we speciale aandacht aan? Zijn regels en protocollen heilig? Hoe geven we vorm aan de menselijke maat? Deze en tientallen andere vragen komen op onze cliënten, medewerkers en maatschappelijke partners af. Samen geven ze vorm aan de veranderingen. Want zorgen, leven en zo gelukkig mogelijk
Veel verandert. Maar de aandacht en betrokkenheid van onze medewerkers is onverminderd groot. Zij leggen de lat hoog. Daar ben ik blij mee. Ik ben ook blij met de waardering van kwaliteitsbewaker Prezo. Deze heeft tussentijds de thermometer in de SVRZ-locaties gestoken. De officiële ronde van nieuwe keurmerken is pas volgend jaar. Maar stiekem kunnen we de vlaggen al op de strijkplank leggen. Die gaan dan in top. Fijn voor SVRZ. Nog fijner voor onze cliënten. Gabrielle Davits bestuurder
Colofon Uitgave SVRZ Koudekerkseweg 143 4335 SM Middelburg T 088 887 1000 F 088 887 1099 E
[email protected]
zorgen
zijn, doe je samen. Dat merken we bij SVRZ, elke dag weer.
Concept en redactie: Het Kantoor Ontwerp: subsoda Fotografie: Chris Pennarts, Het Kantoor en Mieke Wijnen Druk: AltijdDrukWerk
2 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Maatje Inghels – De Koeijer ‘Ik ben in de zeventig, maar mijn lichaam is minstens twintig jaar ouder. Zonder intensieve hulp ben ik nergens. Dan was ik verloren.’ Zorgbehoeftig? Het is Maatje Inghels – De Koeijer niet aan te zien. Ze oogt stralend, een beetje als een deftige dame, op-en-top verzorgd. Altijd. Ze lacht veel en graag. Dan is een beetje volkse vrolijkheid te proeven. En ondertussen houdt ze de touwtjes van haar leven stevig in handen. Met hulp van SVRZ, dat wél. De touwtjes in handen Eigen regie, zo lang als het kan. Dat is een belangrijke leidraad in de zorg- en hulpverlening van SVRZ. Maatje Inghels ervaart het aan den lijve. Ze overlegt
met teamleider Wilma Scheele over de inzet van ZorgThuis. Wat, wanneer, hoe? Wat niet, omdat ze het niet nodig of zelfs vervelend vindt. Ze krijgt advies, maar hakt zelf de knopen door. Zo hoort het ook, vindt ze. Samenspraak als basis voor noodzakelijke zorg. Motto: samen zorgen Samen zorgen. De regering toetert het van de daken. Langer thuis wonen. Hulp dichtbij. Aangepaste huisvesting. Meer zelfredzaamheid. Familie en buren die permanent in de startblokken staan om zorgtaken te vervullen. Samen zorgen, dát is pas modern. Helemaal 2015! De regering benadrukt het keer op keer. De vele vriendelijk klinkende teksten kunnen maar
moeizaam verhullen dat het om bezuinigingen gaat. In juni stuurt de regering een lange brief aan de Tweede Kamer; 23 pagina’s lang. Daarin staat dat voor langer zelfstandig wonen een omslag in het denken en doen nodig is. Van burgers, gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders, zorgkantoren en ondernemers. Zelf zegt het Rijk de woningmarkt op orde te brengen, de regionale samenwerking te ondersteunen, de bewustwording te stimuleren en de ontwikkelingen goed in de gaten te houden. Koploper in kleinschaligheid SVRZ blijkt een vooruitziende blik te hebben. Ze is al jarenlang een koploper in kleinschalig wonen en onderhoudt goede
contacten met woningcorporaties en gemeenten. Het aan elkaar koppelen van wonen, zorg en welzijn is inmiddels een tweede natuur. Daardoor heeft SVRZ een onmisbare spilfunctie in woonzorgcomplexen en zorgservicezones. Aandacht voor welzijn is ingebakken in elk aanbod of dienst. Flinke klappen Voor Maatje Inghels is woonzorgcomplex De Welstede in Axel sinds vier jaar haar thuis. Vanuit Enschede is ze naar Zeeuws-Vlaanderen teruggekeerd om van de oude dag te genieten. Fijn wonen in een fijn huis in een fijne omgeving. Maar zeven jaar geleden gaat het mis. Een motorongeluk van een zoon: levensbedreigende coma. Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 3
‘Natuurlijk zit ik wel eens in zak en as. Maatje huilt, Maatje lacht – zo ben ik. Maar er is geen reden voor mensen om me zielig te vinden’
Twee maanden later krijgt ze zelf een hersenbloeding. Ze krabbelt op, maar voordat het zo ver is, maken twee hersenbloedingen een einde aan het leven van haar man. Die opeenstapeling van klappen, komt ze maar slecht te boven. Tia’s en kleine epileptische aanvallen wakkeren haar afhankelijkheid aan. Het geheugen begint er de brui aan te geven. Langzaam maar zeker. Toch mag het haar pret niet drukken. Niet zielig ‘Natuurlijk zit ik wel eens in zak en as. Maatje huilt, Maatje lacht – zo ben ik. Maar er is geen reden voor mensen om me zielig te vinden. En ik wil ook geen hulp die ik niet nodig heb, al denken mensen dat misschien. Wat 4 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
dat betreft, kun je beter met een gipsbeen vol handtekeningen rond sjokken… Dat ziet er tenminste echt hulpbehoevend uit.’ Reeks ziekten Ze wordt nooit meer de oude, al wil ze dat liever niet weten. Dan steekt ze de kop in het zand en gaat fluitend op pad. Of ze luistert naar de vogels die speciaal voor haar een lied zingen. Maar ondertussen heeft een leven vol ziektes en gebreken z’n sporen nagelaten. Op haar lichaam, in haar hersenen. Al vanaf haar jeugd heeft ze epileptische aanvallen, die haar soms weken van de wereld bliezen. Verder: operaties, twee hersenbloedingen, een reeks tia’s, aangetaste gewrichten. Eén arm weigert dikwijls dienst, één been kan ze niet optillen.
‘Maar het ergst vind ik, dat mijn geheugen me steeds vaker in de steek laat. Gebeurtenissen zijn zomaar ineens gevlogen. Soms weet ik niet meer wat ik wilde gaan doen. Oké, de pincode vergeet ik niet, maar vervolgens sta ik te schutteren, met m’n arm. Mijn vingers weigeren gewoon op de juiste cijfers te komen. Dan ben je even niet vrolijk.’ Op maat De invulling van het zorgpakket gebeurt in samenspraak. Hulp bij het douchen. Massages tegen de pijn in half haar lijf. Geregelde controles of het goed met haar gaat. Een handje helpen in het huishouden. Maar wassen doet ze zoveel mogelijk zelf. Eten koken ook. Tafeltjedekje houdt ze zolang mogelijk
buiten de deur. Want als ze geen puf heeft om in de pannen te roeren, kan ze terecht in het restaurant van Zorgcentrum De Vurssche. Geheugenproblemen Zeeland vergrijst. Net als heel Nederland. Naar verwachting woont in 2040 achter elke vijfde voordeur een 75-plusser. Echte senioren dus. De regering ziet een belangrijke taak weggelegd voor mantelzorgers. Buren, kinderen, maar vooral ook partners. Dementie en Parkinson zijn ziekten die dan voor extra belasting kunnen zorgen. Het geheugen faalt, de denkkracht neemt af, het karakter verandert. SVRZ speelt daar al een aantal jaren op in met ontmoetingscentra. Inmiddels zijn dat
er acht. Ziekenhuizen en geheugenpoli verwijzen patiënten en hun partners daar naar toe. Ze kunnen er terecht voor advies en ondersteuning. Voor ontspanning en ontmoeting. En voor verlichting van zorgtaken. Blij makend werk Anke Duysserinck is coördinator van ontmoetingscentrum De Piramide in Terneuzen. Ze heeft aan de wieg gestaan van de ontwikkeling. ‘Ik kan er een boek over schrijven. Over wat de cliënten en hun partners doormaken. Over wat we hier met z’n allen beleven. Over hoe blij makend dit werk is. En over hoe creatief we met z’n allen moeten zijn om oplossingen te verzinnen voor wensen en
problemen van de cliënten. Want om hen draait het.’ Vrijwilligers, het biljartcafé in de buurt, het mini-restaurantje voor mensen met een beperking, de gespecialiseerde fysiotherapeut; ze worden allemaal ingeschakeld. Het activeren van cliënten is een belangrijk doel. Hen voortdurend – maar niet dwingend – aanspreken op hun vermogens. Eerst erkenning Anke Duysserinck legt uit dat met het geheugen ook het vermogen achteruit gaat om te plannen en te organiseren. Dan blijft vanzelf de uitvoering achterwege. Actief zijn is een medicijn. Maar het begint met acceptatie. Aanvankelijk wuiven mensen de problemen weg: ach, het geheuZeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 5
‘Het is goed om dan te merken dat veel mensen in hetzelfde schuitje zitten. Uit hun verhalen kun je oppikken wat op jou van toepassing is’ Ton van Battum
Minie van Fraaijenhoven gen… ik heb er geen last van, het hoort bij ouder worden. Maar dan komt stapsgewijs de erkenning dat er meer aan de hand is. ‘Mantelzorgers raken overbelast. Vooral voor partners is het zwaar. Bij 80-plussers, maar al helemaal als het vijftigers of zestigers betreft. Ze zien hun man of vrouw veranderen, boos wegfietsen, zich onbegrepen voelen. Hij vraagt om herhaling na herhaling. Als je dan 24 uur bij elkaar op de lip zit, kan het wel eens te veel worden. Dan is het goed dat het ontmoetingscentrum er is. Om ermee te leren omgaan en om een paar dagen per week tijd voor jezelf te krijgen.’ Gezellig dingen doen Minie van Fraaijenhoven is 73. Ze geniet elke week opnieuw van 6 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
haar drie dagen in het ontmoetingscentrum. Het had maar een haartje gescheeld of ze was er niet meer geweest. Plotseling stekende hoofdpijn, afgevoerd met een helikopter, maanden in coma, weer leren praten, weer bewegen. Van alles kwijt uit haar hoofd. Gebeurtenissen, gezichten, namen, mensen. ‘Nu heb ik het naar mijn zin in het ontmoetingscentrum. Gezellig. Gezellig dingen doen. Dat ik even op mezelf ben, is ook fijn voor mijn man van 81. Kan hij zijn eigen dingen doen. En dan is hij elke keer weer blij als ik thuiskom.’ Minder denkkracht Ook Ton van Battum komt graag in het ontmoetingscentrum. Niet alleen op de afgesproken dagen,
maar ook tussendoor tijdens een wandeling door de stad of langs de dijk. Het is nog steeds moeilijk voor hem om te accepteren dat zijn geheugen en denkkracht achteruit gaan. Woorden vinden is soms een zoektocht, Ze liggen op de loer, maar willen niet over z’n lippen komen. Lastig, als je alles heel precies wilt vertellen. Ook de afhankelijkheid hindert hem. Van succesvolle zakenman en reislustige gepensioneerde naar iemand die familie, zorgverleners en hulpvaardige vrijwilligers nodig heeft. ‘De klap kwam hard aan. De dokter legde uit wat aan de hand was. Op een cursus konden mijn vrouw en ik daarna onze problemen op tafel leggen. Het is goed om dan te merken dat veel men-
sen in hetzelfde schuitje zitten. Uit hun verhalen kun je oppikken wat op jou van toepassing is. Je bent minder eenzaam.’ Helpen herinneren Het boekje ‘Help me even herinneren’ is voor hem een schot in de roos. Het geeft troost en verklaringen. Het helpt hem en zijn vrouw om problemen het hoofd te bieden. Zijn vrouw reageert meestal nuchter. Ze kan alles goed verwoorden, ook tegenover de kinderen. Knap vindt hij dat. Zeker, als ze door een herseninfarct zelf het nodige voor de kiezen krijgt. ‘In die tijd ben ik prima opgevangen door de mensen van het ontmoetingscentrum. Ik kreeg niet alleen steun, maar ze zorgden ook
dat ik naar haar in het ziekenhuis kon gaan. Mijn vrouw heeft zich er intussen bovenop geknokt. Ik ben best trots op haar. Samen pakken we de handschoen op om de gevolgen van mijn geheugenverlies in te dammen.’ Volhouden Een tijd terug verandert hun grote huis van een lust in een last. Ze gaan in een appartement aan de Schelde wonen. Met ZorgThuis. In het weekeinde komen de kinderen een handje helpen. Opruimen. Op stap gaan. Koken. Zorgen dat voor een paar dagen eten klaar is. Op deze manier hopen ze het zo lang mogelijk vol te houden. En in het ontmoetingscentrum kan hij een bakje koffie drinken, raad vragen, begeleid fitnessen,
de krant doornemen, ervaringen delen. En natuurlijk samen het geheugen oefenen. Want in z’n eentje gaat hij niet met de braintrainer aan de slag. Bovendien valt er dan niets te lachen over de antwoorden die soms uit de groep naar boven piepen. ‘Mijn ziekte is een inbreuk op mijn hele functioneren. Sociale contacten verwateren. Ook ben ik een paar keer omgevallen. Het was raadzaam om de auto aan de kant te zetten. De fiets ook. Het woordenboek in mijn hoofd is weg of in de war. Ongeduld en frustratie geven soms spanningen. Dat leidt wel eens tot uitbranders. Maar door onze ziektes zijn mijn vrouw en ik dichter tot elkaar gekomen. Zo heeft die medaille toch ook een mooie kant.’ Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 7
10X
Bras a l e g An
n u e t S h c a o en c
1
Mijn rol. ‘Ik ben niet de opvolger van directeur Rien Heijboer. Ik ben stafdirecteur Zorg en Welzijn. Geen bestuurder. In de kern ben ik een ondersteuner. Ik bepaal niet. Ik kijk en luister, hoor wat de locaties en medewerkers graag willen, bedenk of dat nodig en verstandig is en ga het vervolgens proberen te regelen.’
2
Houding. ‘Ik leun niet achterover. Graag daag ik onze mensen uit om met hun vragen en verlangens te komen. Als ze raad willen, krijgen ze die. Ik kom op allerlei plekken en volg ontwikkelingen in samenleving, zorg en welzijn op de voet. Daardoor kan ik ook helpen met ongevraagde adviezen.’
3 Ze is de nieuwe stafdirecteur Zorg en Welzijn. Angela Bras komt van CZ Zorgkantoren. Daar deed ze zaken met SVRZ. Bekend terrein dus. Eerder stond ze al in deze rubriek. De kop: reisleider. Gids in een veranderend zorglandschap. Nieuwe mogelijkheden verkennend. Dat doet ze nog steeds. En ze voelt zich thuis: ze krijgt de ruimte. 8 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Duidelijk. ‘De verantwoordelijkheid voor zorg en dienstverlening ligt bij locatiemanagers en medewerkers. Ik ben niet van plan hun taken en problemen op mijn schouders te nemen. Helpen? Graag! Overnemen? Zeker niet!’
4
Helpen. ‘Mensen moeten zelf hun oplossingen zoeken en vinden. Dat geeft blijvend
effect. Als het misgaat, kom je natuurlijk in actie. Even helpen met zandzakken sjouwen. Maar de dijkversterking, daar zijn ze zelf verantwoordelijk voor.’
5
Inzet. ‘Deze baan doe je niet met twee vingers in de neus. Het kost tijd, denkkracht, flexibiliteit en creativiteit. Dat is prima. Want voor die investering krijg je veel terug. Ik word warm van goede resultaten voor cliënten en collega’s. Van de effecten in hun leefwereld.’
6
Aanpak. ‘Ik zie een bijna coachende aanpak voor me. We hebben op het Servicecentrum en bij de stafafdelingen de wijsheid niet in pacht. Als ze bij een locatie een goed wiel hebben uitgevonden, wil ik anderen wel tippen, maar ze moeten daar vooral zelf gaan kijken. Rechtstreeks.’
7
Bewegingsvrijheid. ‘We moeten met z’n allen een balans vinden tussen de manier waarop we zaken regelen en de leefwereld van onze cliënten. Soms wil je protocollen, procedures en afspraken gewoon afschaffen. Maar vaak heb je ze
wel nodig om goede zorg voor de cliënten mogelijk te maken.’
8
Doelgericht. ‘Ik ben een wegwijzer. Ik kan aangeven hoe medewerkers obstakels kunnen omzeilen of opruimen. Welke route ze het best kunnen volgen. Bijvoorbeeld zaken op de locatie oplossen, of juist met meerdere locaties de handen ineenslaan.’
9
Belangrijk. ‘Ik kan hard en zakelijk zijn. Stevig onderhandelen ook. Dat heb ik bij CZ Zorgkantoren wel geleerd. Ook vind ik het geen probleem op de rem te trappen als iemand verkeerde stappen zet of afspraken niet nakomt. Toch ben ik niet geïnteresseerd in de papieren werkelijkheid. Het gaat om mensen en gevoel.’
10
Ambitie. ‘Verbindingen leggen, zie ik als een belangrijke opgave. Maar ook mijn kracht. Tussen processen, mensen en ideeën. Ik ben echt onder de indruk van wat SVRZ doet en bereikt. Maar het zijn nog vaak losse pareltjes. Ik wil graag helpen daar een mooie halsketting van te maken.’ Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 9
Ouderenmishandeling
Weinig zichtbaar door: drempelvrees, afhankelijkheid, onbekendheid, schaamte
We mogen onze ogen er niet
Ze kijkt uit naar haar komst. De jonge vrouw voelt als een dochter. Ze zet thee, luistert, moppert mee op de verzorging, leest voor uit de krant en stuurt gezellige kaartjes met de feestdagen. Maar toch… Kan ze er wel mee doorgaan? Mag ze blij zijn met haar komst? Want eerst was ze wat geld kwijt uit haar beurs. Toen vroeg de bijnadochter of ze wat kon lenen. Lenen werd eisen. Niet toegeven betekent dat ze niet meer komt. Wat dan? Ze gaat nog liever dood dan eenzaam zijn. De eigen dochter woont in Nieuw-Zeeland, druk met haar eigen leven. En de zoon in Nieuw-Vennep zit dichterbij, maar toch verderaf. Ze kijkt vertwijfeld naar buiten. Het voelt uitzichtloos…
VOOR SLUITEN 10 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Zo kan oudermishandeling eruitzien. Inpakgedrag, gevolgd door emotionele chantage. Maar ook regelrechte diefstal, botte bedreiging, tranen trekkend treiteren, stevig schelden, slaan en seksueel misbruik komen voor. Ouderenmishandeling kent vele gezichten. En bijna altijd gaat het gepaard met verborgen leed: wreedheid woont onder de oppervlakte. De overheid wil dit probleem aanpakken. En ook SVRZ wil het in de kijker spelen. Je mag er de ogen niet voor sluiten. Niet voor mishandeling door partners, kinderen, huisgenoten, vrienden, buren, zaakwaarnemers of verzorgenden. SVRZ wil graag dat medewerkers en managers de ogen openhouden. Dat ze voelsprieten ontwikkelen voor alles wat op dit terrein fout kan
gaan. Dat ze de regels, oplossingen, de wegen en mogelijke oplossingen kennen. Voor als relaties van ouderen in de fout gaan. Maar eveneens – en ook daar mag je de ogen niet voor sluiten – als hulp- of zorgverleners over grenzen heengaan. SVRZ probeert dit te voorkomen en wijst de weg. Met een toegankelijke notitie: wie, wat, waar, wanneer, waardoor, waarheen, enzovoorts… Verder zijn er een training via e-learning, ver trouwenspersonen, werkoverleggen en het www.landelijkmeldpuntzorg.nl
Ouderenmishandeling •m ogelijke vormen: uitschelden, chanteren, pesten, beledigen, isoleren, slaan, hard beetpakken, diefstal, geknoei met testamenten, verwaar lozing, voedselweigering, enzovoorts… • mogelijkse signalen: zichtbaar letsel, schrikreacties, verwarde verklaringen, onverklaarbare angsten, teruggetrokken gedrag, enzovoorts… • schatting slachtoffers: 200.000 per jaar. • meldingen: 2010: 855 | 2012: 1027 | 2013: 1703 • zelf iets melden:
[email protected]
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 11
SPORTIEVE SENIOREN BLIJVEN LANGER ZELFSTANDIG
Beweging
in de buurt Een beweegtuin. Dat klinkt eigentijds. Dat ís eigentijds. SVRZ steunt het initiatief om er in Heinkenszand een neer te laten zetten. Om ouderen op een aardige manier in beweging te krijgen. Want wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het goed is. Voor lichaam en geest. Sportieve senioren blijven ook langer zelfstandig. Door soepele spieren en een betere coördinatie. Sporten is gezond. Of je nu twaalf bent. Of tachtig. Want ook ouderen kunnen in topvorm blijven. Het WK Atlethiek voor senioren illustreert dat, al jaren. Zo raffelt in 2005 de 92-jarige Japanner Kozo Harakuchi de honderd meter sprint in 18,04 seconde af. Terwijl de Amsterdamse Rietje Dijkman op haar 65-ste de tachtig meter horden wint in 14,84 seconden. Iedereen is welkom. Jong en oud, met of zonder beperking. Om in de beweegtuin te trainen én voor de gezelligheid. Want ook dat hoort erbij. Bij de officiële start op 13 september krijgt oud-atlete Olga Commandeur er meteen het nodige enthousiasme in. Ouderen in beweging krijgen en houden is haar nieuwe doel. • • • • •
speciale buitentoestellen voor ouderen voor iedereen toegankelijk vrije inloop, sportlessen, thema-activiteiten naast Grand Café de Fonteyne mede-initiatief: Yalp sporttoestellen
12 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
De Molenhof betreedt het pad van de kunsten. De SVRZ-locatie in Zaamslag start een speciaal project. Senioren kunnen zich artistiek uitleven. In poëzie, schilderen, fotografie, textielbewerking, keramiek of andere kunstvormen. Het project staat ook open voor buurtbewoners en kinderen van basisschool De Torenberg. De Molenhof doet mee aan de landelijke actie ‘Lang leve kunst’. Het ministerie van VWS en een aantal cultuurfondsen zorgen voor ondersteuning en financiering. Zij vinden het belangrijk dat de drie miljoen 65-plussers in Nederland zich actief met kunst bezighouden. Interactie tussen jong en oud is ook een doel. De opzet van De Molenhof past prima in dit plaatje.
Resultaten: expositie De Molenhof Begeleiding: Anja van Dorsselaer, kunstenares en kunsthistorica Donatie: Fonds Sluyterman van Loo en Stichting RCOAK
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 13
Snel weer op de
been Ze heeft zin in het leven. De rolstoel is verleden tijd. Voorgoed, hoopt ze. Een paar maanden geleden hing er nog een donkere sluier over haar bestaan. Die heeft ze weggelachen en weggewerkt. Weg geknokt! ‘Bij de pakken neerzitten is niks voor mij. Dat hadden ze bij SVRZ goed in de gaten. Ze hebben me snel weer opgelapt.’ Frida de Graeve en haar man Hilaire zijn net verhuisd. Naar een appartement met zorg in Terneuzen. Hun huis in Philippine werd te bewerkelijk. Hilaire heeft al langer problemen met bewegen en uithoudingsvermogen. Frida barst nog van de energie, maar een hand en een been sputteren nog wat tegen. Dus tijd voor een nieuwe woning, een nieuwe start. Kalmpjes aan – zo hebben ze zich voorgenomen. Op haar billen Maandag 12 mei 2014. Een dag als alle andere. Hillaire scharrelt in het huis rond. Frida loopt kwiek de trap op. Halverwege lijkt de batterij Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 15
leeg. Terug naar beneden durft ze niet, naar boven kan ze niet. Met het laatste restje pure wilskracht sleept ze zich toch naar de badkamer. Letterlijk. Ze realiseert zich dat ze op haar billen zit, maar is niet gevallen. Gekropen blijkbaar. Ze wil op bed liggen, uitrusten, energie opdoen. Daar vindt haar man haar. Ze geeft geen sjoege, ook niet na bezorgde tikjes op haar wang. 112 bellen dus. ‘De ambulancebroeders waren er snel. De brancard kon de trap niet op en af. Dus hingen ze me tussen hen in en hielpen me naar beneden. Doodeng! Van de scan en het ziekenhuis herinner ik me weinig. Alleen dat ik ’s nachts soms stikte van de dorst en dat dan niemand kwam.’ Benauwde gedachten Na een week ziekenhuis gaat ze voor revalidatie naar zorgcentrum Ter Schorre. Pas dan dringt tot haar door dat ze een hersenbloeding heeft gehad. En wat die met haar doet. Een arm valt krachteloos naar beneden. Een mondhoek trekt. Slikken gaat slecht. Lopen lukt niet. Maar haar levenslust
is niet geblust. Ze laat zich niet kisten. Niet figuurlijk en al helemaal niet letterlijk. Al heeft ze het wel even benauwd als ze aan Ter Schorre denkt. ‘Jakkes, nu ben ik aan de beurt. Ik mag daar doodgaan. Maar ze kunnen er echt wel wat anders dan mensen netjes naar hun einde begeleiden. Ze geven je een nieuwe kans. Bij mijn familie was dat anders. Mijn moeder leed aan dementie. Acht jaar lang. Gelukkig een leuke vorm, want we hebben wat afgelachen. Mijn vader was op z’n oude dag zelfs een beetje jaloers op haar vriendschap met andere mannen. Zelf kwam hij in Ter Schorre na een beenamputatie. Voordat het tweede been eraf moest, heeft de dood hem ingehaald. En mijn broer van tachtig had een onbehandelbare hersentumor. Allemaal zaken, waar geen kruid tegen gewassen was. Bij mij lag dat anders…’ Levensverhalen In Ter Schorre wacht Frida de Graeve een heel programma boordevol fysio, logopedie en ergotherapie. Verder draagt ze haar steentje bij in de
ontbijtgroep, helpt andere bewoners bij allerlei klussen en wil ook best zelf geholpen worden. Weinig vrijetijd en veel vooruitgang. En tussendoor komen de levensverhalen los, vol vreugde en verdriet. Ze vertelt over haar man met wie ze vijftig jaar getrouwd is. En die nu alleen thuiszit en best wat hulp kan gebruiken. ‘Hilaire werkte in de metaalconstructie en offshore. Olieplatformen maken. Ik zag hem en zijn collega’s vaak bij de brug staan als ik naar mijn werk ging. Ze floten. Ze vonden mij wel een kittig meisje, geloof ik. Met carnaval ging hij als zee rover en heeft hij me buit gemaakt. Niet meteen. Want toen hij om een zoen vroeg, zei ik dat hij tot volgende week moest wachten.’ Hart en kanker Het leven kabbelt voort. Ze krijgen twee zonen. En als hij 45 is, beginnen de problemen bij Hilaire. Eerst het hart, later kanker. Dotteren, bypasses, een hartoperatie, vocht achter de longen, chemo, kapotte aderen, het gaat maar door. En zijn condi-
tie sukkelt achteruit. Trappenlopen voelt als bergbeklimmen. Voor biljarten heeft hij nog energie. Maar een biertje is er allang niet meer bij. Het huishouden en de tuin komen noodgedwongen op Frida’s schouders neer. Die vindt het geen probleem, want ze was altijd al de sterkere. Schilderen, behangen, timmeren, varkens slachten – ze heeft het allemaal gedaan. Thuis, bij vrienden en bij familie. En dan velt de hersenbloeding haar. Rolstoelenwerk, misschien wel de rest van haar leven… ‘Niks daarvan! Ze hebben me in Ter Schorre op de been gekregen. Het was hard werken. De eerste dag leerden ze me hoe ik me aan moest kleden en verzorgen. Dat kon ik al…dacht ik. Maar niet met één arm. En niet met een been dat onder je wegklapt. Probeer dat maar eens! De BH met één hand goed krijgen, zorgen dat bij het t-shirt het labeltje niet van voren komt te zitten...helse klussen. Ik had twee helpers. We hebben tijden voor de spiegel gestaan: proberen, proberen, proberen én lachen. Het waren twee giechelmeiden, maar
‘Jakkes, nu ben ik aan de beurt. Ik mag daar doodgaan’ 16 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 17
‘Zo’n hersenbloeding is niet niks. Maar ik ben er sterker door geworden’
wel hartstikke deskundig. En eentje was ook nog streng! Die avond lag ik op apegapen. De tweede dag was ook bijzonder. Een knappe, donkere man met van dat rastahaar kwam me helpen. Hij bracht me naar de eetzaal, schoof mijn stoel aan. Trots keek ik om me heen. Ik voelde me net een koningin. Echt waar!’ Rondjes draaien Ze gaat fanatiek trainen. Slechts drie maanden duurt de revalidatie in Ter Schorre. Begin juli mag ze naar huis. Naar Philippine. Naar het huis met de tuin vol bloemen. Ze kan er deze zomer nog van genieten. Tussen fysiotherapie en zwemmen door. Nog steeds gaat ze elke week met een therapiegroepje naar het zwembad. De eerste keer blijkt dat een bijzonder avontuur. Door de zwakke linkerarm draait ze korte rondjes, recht naar de bodem toe. Begeleiders moeten haar naar boven halen. Proestend van het lachen ligt ze in het water. Inmiddels gaat het beter en worden de rondjes steeds ruimer – zo verzekert ze. ‘Zo’n hersenbloeding is niet niks. Maar ik ben er sterker door geworden. Sterker dan ik dacht. En weer een levenservaring rijker. We wonen nu prima in een zorgappartement in Terneuzen. Mijn man dacht dat ik nooit afstand wilde doen van ons huis met tuin. Maar het is nodig. Voor hem, en ook wel voor mij. Na veertig jaar hebben we ons huis opgeruimd en in de verkoop gezet. O jee, nu ik eraan denk, ik vrees dat onze liefdesbrieven nog op zolder liggen. Die hebben we er niet vanaf gehaald.’ 18 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Blij met de bloemen
Lieve Lieven Hij doet z’n best om ze buiten de deur te houden. Toch verschijnen voorzichtig tranen in z’n ogen. Lieven Grootjans denkt aan zijn vrouw. Aan de 65 jaar dat hij met haar getrouwd was. Aan haar laatste dagen, standvastig en stoer. En ineens was ze weg. Een half jaartje geleden nu. De 93-jarige bewoner van zorgcentrum Ter Valcke denkt aan het diepe dal waar hij doorheen gegaan is. En aan de manier waarop z’n omgeving hem op de been heeft proberen te houden. Met succes. Hij geniet van de
grote tuintafel met potplantjes die ze voor hem georganiseerd hebben. Genieten, elke dag weer. Ook is hij druk met het kweken van groenten en fruit. De medebewoners genieten mee. Zij delen in de blij
makende bloemen en gezonde groenten. Landarbeider Hij weet het nog heel precies. Het is een zaterdagochtend, 1 juni 1935, zes uur. Zes uur
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 19
‘Ik zakte in de put. Diep. Altijd waren we samen geweest’
Nederlandse tijd, want zo noemen ze dat in die dagen. Als veertienjarig broekje begint hij te werken als landarbeider. En akkerbouwer zal hij blijven. Uien, bieten, aardappelen, alles wat de Zeeuwse klei maar geven wil. Nooit heeft hij geklaagd, nooit wat gevraagd. ‘Ze zien me werken. Als ze me nodig hebben, weten ze me wel te vinden’, zo is zijn rotsvaste overtuiging. En inderdaad: hij krijgt het aanbod om voorman te worden. Wonen op een eigen boerderij. Tien kippen mag hij er houden. En in de grote schuur knutselt hij later een eerste caravan in elkaar. Het zullen er tien worden: tien appeltjes voor de dorst. Want als het pensioen daar is, zorgen 20 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
de huuropbrengsten op de nabijgelegen camping voor reisgeld. De wereld rond ‘Toen de kinderen van school waren, heeft mijn vrouw de vierjarige mulo gedaan. In drie jaar! Ze was leergierig en slim. En allebei wilden we de halve wereld wel zien. Dat hebben we gedaan. Kerken, musea, tuinen, landschappen. Jammer dat het geheugen het laat afweten. Nu ben ik soms een naam van een land, stad of dorp kwijt. Ik mis de woorden, maar de beelden heb ik nog goed voor ogen!’ Toch dreunt Lieven Grootjans moeiteloos een hele reeks namen op. Kriskras gaat hij over
de aardbol. Rusland, hun eerste grote tocht. Canada, Egypte, Noord-Amerika, Denemarken, Zweden, Hongarije, Spanje, Noorwegen, Polen… En – niet te vergeten – de Dordogne, waar hij de weg beter zegt te kennen dan in Goes. Daar woont hij nu, in Ter Valcke. Daar is zijn vrouw ook overleden. Niet huilen Vorig jaar krijgt ze te horen dat ze kanker heeft. Onomkeerbaar. Gelovig als ze is, aanvaardt ze dat lot zonder morren. Ze komt thuis en zegt tegen haar man: ‘Ga jij maar eens zitten.’ En dan: ‘Ik heb niet lang meer te leven. Maar we gaan niet zitten huilen. En we doen als vanouds
wit en rood. Ik een glaasje wit, jij een glaasje rood.’ Wat later, op een nacht als het ineens slecht met haar gaat, komt de dokter en zegt dat ze naar Ter Valcke moet. Zo snel mogelijk. En Lieven ook. Thuisblijven is voor hem geen optie. Op een avond in Ter Valcke vraagt ze aan Lieven of hij afscheid komt nemen. Hij schudt het hoofd: nog niet. Zacht geeft hij haar een kus en gaat naar zijn kamer. De volgende ochtend hoort hij van zijn dochter dat het een afscheidskus was. Erg ziek ‘Ik zakte in de put. Diep! Altijd waren we samen geweest… Het
verlies doet rare dingen met je. Ik kreeg drie grote maagbloedingen, terwijl ik nooit wat gemankeerd had. En ineens was ik een aantal weken erg ziek. In de tussentijd hebben ze voor mij die prachtige kweektafel geregeld. Zo’n acht weken na het overlijden van mijn vrouw kon ik daar aan de slag met violen, roosjes, lupine, aardbeien, tomaatjes, noem maar op.’ Op de tafel in woning 4.09 staan steevast bloemen en planten. De maaltijden krijgen een scheutje gezondheid met eigen gekweekte groenten. Cok en Piet Germing besluiten er een ingezonden stuk over te schrijven in de locatienieuws-
brief. Vol lof: dat is pas voor elkaar zorgen. Hun moeder, respectievelijk schoonmoeder, profiteert van de inzet en geestdrift van Lieven Grootjans. Deze boert ondertussen onverstoorbaar verder. Misschien nog jaren. Hij komt uit een sterk geslacht. Alle zeven broers en zussen, de meesten in de tachtig en negentig, leven nog. ‘Ik lees elke dag de krant nog, van begin tot eind. Elke zondag ga ik naar de kerk. Toen ik steeds dover werd, wilde ik niet meer gaan. Maar dat mocht niet van mijn vrouw. Ze zei: ook al versta je niks, dan heb je toch nog de zegen?! En gelijk had ze.’ Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 21
EEN DAG om
nooit te VERGETEN
Een leven vol drank maakt van hun geheugen een gatenkaas. Ze blinken uit in vergeten. Maar over het sporttoernooi praten ze nog elke dag. Bovendien presteert het Korsakov-team van Ter Poorteweg veel beter dan gedacht. Op en rond het sportveld. De begeleiders zijn verbaasd over de verborgen krachten. ‘Twee uur in de bus naar de landelijke Korsakovsportdag in Den Haag. Ver weg van de veilige haven. Maar uit geen enkele mond klinkt een onvertogen woord. En tijdens de wedstrijdjes hebben ze de grootste lol.’ SVRZ-teamleider Corrie van Ee is verrast. Korsakov-cliënten gedijen het beste in een vaste structuur en veilige omgeving. Maar de veertien bewoners van Ter Poorteweg laten zich in die vreemde stad van hun beste zijde zien. Ze genieten volop, doen overal aan mee, blijven in het zicht en slepen ook nog enkele trofeeën in de wacht. ‘Knotshockey, rolstoelvolleybal en kegelen. Ik had geen flauw idee, dat ze dit allemaal konden. Terug in Zeeland is het hele stel even van slag. Maar nu halen zij vooral leuke herinneringen op. En wij spelen met nieuwe activiteiten in op de onverwachte prestaties van onze cliënten.’ Oefening baart kunst Zo’n tweehonderd patiënten uit heel Nederland komen naar de spelen. Georganiseerd door Domus Nostra. Fysiotherapeute Loes van der Zwaan van dit Haagse Korsakov wooncentrum legt uit waarom sporten zo goed is. ‘Langdurig alcoholmisbruik tast niet alleen het geheugen flink aan. Maar ook het zenuwstelsel. Bewegen gaat dan steeds lastiger. Die schade kun je verlichten door regelmatig te sporten.
22 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
restaties verbeteren: fysiek, maar ook mentaal. P Zelfs het geheugen heeft er baat bij. De doorbloeding van de hersenen is namelijk beter. Wel moet je risico’s uitbannen. Iemand met Korsakov verliest snel het overzicht. Een zachte boarding rond het speelveld biedt soelaas.’ Spannende speech ‘Het was leuk, gezellig en uitdagend. Net als mijn speech tijdens de prijsuitreiking. Namens alle deelnemers heb ik de leiding bedankt. Best eng voor tweehonderd man. Eigenlijk nog spannender dan het sporten zelf.’ Ria de Ruiter (65), deelnemer Goed gegaan ‘Stik gezellig, ondanks de drukte. Achteraf doet alles het nog. Ik kan gewoon appels plukken bij de boer. En samen met de andere bewoners eten koken en de tafel dekken. Japie, mijn parkiet, verzorg ik helemaal zelf.’ Walter Segers (60), deelnemer Ter Poorteweg specialistische woonvoorziening Korsakov samenleven, samen actief zijn, samen werken
maximaal zeven personen per groep dagbesteding binnen en buiten de woning uitgebreid activiteitencentrum
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 23
Blijven bouwen aan betere zorg Bijzonder bezoek. Maar ook weer heel toepasselijk. Premier Rutte viert de Dag van de Bouw bij SVRZ. Dat is alweer een paar maanden geleden, maar ondertussen timmert SVRZ onverminderd aan de weg met veel en vernieuwend bouwen. Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland haalt de premier in mei naar de bouwplaats van ‘t Gasthuis in Middelburg. Het gezelschap krijgt de bouwpraktijk van SVRZ voorgeschoteld. Passende zorg, altijd in de buurt. Het mensen mogelijk maken om langer thuis te blijven wonen. Als dat niet mogelijk is, kiest SVRZ voor kleine eenheden; zorg als thuis. Steeds een combinatie van wonen, zorg en welzijn. En volop verbindingen met de omgeving. Goed samenspel met woningcorporaties en gemeenten ligt aan de basis. Ter illustratie: een overzicht van bouw- en verbeterplannen, waarin SVRZ participeert. Ze zijn net gerealiseerd of in uitvoering.
Woonzorgcentra
Groepswoningen
Centrale voorzieningen
Midden in de samenleving
Midden in stad en dorp
Midden in de zorg
Woonzorgcentra hebben de toekomst. Huur- en koopappartementen met zorg op maat. Maar ook groepswoningen voor cliënten met lichamelijke of geestelijke beperkingen. En een ontmoetingsplek voor bewoners en buurt. Ruimten voor allerlei activiteiten, die welzijn en welbevinden bevorderen. Ook is er plek voor voorzieningen op het gebied van gezondheid en verzorging
Van verzorgingshuis naar kleinschalige groepswoningen. Voor cliënten met geestelijke of lichamelijke beperkingen. Altijd in de oude, vertrouwde omgeving. Een eigen kamer voor iedereen. Koken in eigen huis. En centrale ontmoetingsplekken, de huiskamers. Plus 24 uur per dag SVRZmedewerkers in huis voor de nodige begeleiding en zorg.
SVRZ heeft acht grotere locaties, verspreid over Zeeland. Voor onderzoek, verpleegzorg en revalidatie. Kenniscentra bovendien. Ze herbergen bovendien vaak groepswoningen voor cliënten met beperkingen. En zelfstandige appartementen voor mensen met lichte zorg. De vernieuwingen in de zorg vragen om aanpassingen van de grote centra.
Nieuwbouw Máxima, Terneuzen Centrale binnenplaats met groen en terrassen Commerciële ruimtes Ontspanningsactiviteiten, ook voor de buurt
Verbouwing De Molenhof, Zaamslag Groepswoningen voor cliënten met dementie Woongroepen cliënten met lichamelijke beperking
Renovatie & nieuwbouw ‘t Gasthuis, Middelburg Watermistinstallatie tegen brand, als een van de eerste verpleeghuizen in Nederland Tweede hoofdingang vergroot bereikbaarheid
Nieuwbouw Scherpenisse, Tholen Dorpshuis, huurappartementen Winkel en paramedische voorzieningen ZorgThuis en welzijnsactiviteiten SVRZ
Verbouwing Simnia, Domburg Twee groepswoningen voor cliënten met dementie, vier voor lichamelijke klachten
Renovatie Ten Anker, Tholen Zonneboilers zorgen voor groene energie Nieuwe woningen Eigen tuin woongroepen
In uitvoering: De Rietzanger, Heinkenszand Compagnieplein, Middelburg
24 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
Verbouwing: Logeerhuis, Goes De Kraayert, Borsele
Renovatie De Vurssche, Axel 7 kleinschalige groepswoningen: dementie 53 zorgappartementen voor mensen met lichamelijke klachten Entree & restaurant in modern jasje Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 25
‘Ik heb met Rien een tijd gehad, die ik niet zou willen missen. Door zijn humor, zijn kennis, zijn hartelijkheid.’
‘We spreken dezelfde taal, delen dezelfde doelen. Altijd begint het met de best mogelijke zorg voor de cliënt.’
Gabrielle Davits, bestuurder SVRZ
Ineke Dekker, Raad van Bestuur zorgorganisatie Allévo
‘Rien kent geen problemen. Hij denkt in oplossingen. Lukt iets niet, dan schuift hij net zolang tot het toch gerealiseerd is.’ Maarten Sas, directeur corporatie RWS in Goes
‘Wat je ziet, is wat je krijgt. Rien kent geen geheime agenda’s, dubbele bodems of rookgordijnen. En vooral geen blabla.’ Rosita de Bruijn, secretaresse Rien
‘Ik vond hem meteen een stuk. Stoer ook, met die lange haren.’ Edith Heijboer, vrouw van Rien
Afscheid
oer Rien Heijb 3 juli 2014 is voor Rien Heijboer onvergetelijk geworden. Hij neemt die dag afscheid van SVRZ. En van de talrijke contacten die hij van daaruit heeft opgebouwd. Zestien jaar lang. Doei, doei, doei. Iedereen die Rien Heijboer heeft meegemaakt, weet dat hij zo elk telefoongesprek beëindigt. In de uitingen rond het afscheidsgebeuren komt dat doei steeds terug. Dag Rien. Als directeur is hij steeds bezig geweest met het inkleuren van de droom van zijn organisatie: kleinschaligheid, altijd in de buurt, regie bij de cliënt, zorg op maat. Bij het afscheid is er warmte en waardering. En een afscheidsmagazine, een zogeheten glossy: De Rien. Met daarin weer warmte en waardering. En soms een vriendelijk-kritische kanttekening. SVRZ-bestuurder Gabrielle Davits opent de rij met
26 - Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014
de verzekering dat bij het vertrek van de zanger, het lied voort klinkt. Alle bijdragen samen, schilderen een beeld van een betrokken bestuurder, die de handen zelf uit de mouwen wist te steken.
‘Ik heb doodsangsten uitgestaan. Hij gebruikte zijn auto als kantoor. Ook tijdens het rijden. Man, houd in vredesnaam dat stuur toch vast.’ Peet Kruidenier, locatiemanager SVRZ
‘Een grotere dwingeland ken ik niet. Ik zeg het lachend en met warmte.’ Joost Zielstra, directeur woon- en zorginstelling Capelle aan den IJssel
‘Ik vind het fijn dat opa gaat stoppen met werken. Want dan ik meer met hem gaan doen.’ Luc Bakker, kleinkind
‘Hij is op een knappe manier een Pietje Precies. Sikkeneurig als iets mis loopt, maar die ergernis is hij ook meteen weer kwijt.’ Majoor Daan van Vuuren, Leger des Heils Goes
‘Hij helpt me. Met de computer als ik het slecht kan lezen. Of met het halen van mijn nieuwe tv. Jasses, wat een groot apparaat had hij uitgekozen!’ Mevrouw Dootjes, bewoonster Ter Valcke
‘Rien is een verbinder. In hart en nieren. Hij weet wat goed is voor de zorg van ouderen.’ Marieke van Werkhoven. directeur Ketenzorg Midden en Noord Zeeland
‘Rien houdt van opschieten en doorpakken. Hij brengt dat vaak met humor, nooit kwetsend.’ Mark Felius, locatiemanager SVRZ
‘Je kunt zakelijk een verschil van mening hebben, maar dan blijft hij je als persoon waarderen.’ Jacqueline van den Hil, locatiemanager SVRZ
‘Zelfs de meest saaie dossiers las hij goed door. Dan gaf hij commentaar tot op kommaniveau.’ Jan de Graaf, directeur VWO Zorg
‘Handig? Hahaha... Het enige dat hij ooit geknutseld heeft, is een slaapkamerkastje. Het viel al snel uit elkaar.’ Marianne Kluifhout, dochter Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 - 27
Zeeland Onze Zorg nr. 19 - November 2014 een uitgave van SVRZ
‘We zorgen goed voor elkaar. Toch wil ik wel naar huis…’ Amrita Sukhraj, 53 jaar. Getrouwd, drie kinderen. Verblijft na een herseninfarct in Ter Valcke te Goes
‘Ik kan weer stapjes zetten. Met een stok, een rek of een rollator. Korte stukjes. Lezen kan ik slecht. Mijn stem is nog zwak en hees. Ze zeggen dat ik nooit meer goed kan lopen. En dan zeg ik, dat zij dat niet bepalen. Zij zijn geen Goden.‘ ‘Vaak is er verdriet. Maar dan geeft Shiva, mijn schepper en oppergod, me kracht. Het verdriet vertrekt. Ik had nooit gedacht hier zo te zitten. Niet meer werken. Niet meer druk
zijn in huis. Gelukkig komen de kinderen bijna elke dag. En iedereen hier is lief en behulpzaam.’ ‘Ik hou van vrolijkheid. Zonder lach ben ik niets. Soms begin ik zomaar te praten en grappen te maken om de mensen hier aan het lachen te maken. Ik heb ook een taak: het schoonmaken van de tafel. We hebben het fijn samen. Ik heb al een fles wijn en een armbandje cadeau gekregen van medebewoners.’
‘Alles komt goed. Ik word weer de oude, ook al denken ze van niet. Na de revalidatie ben ik nu negen maanden in deze groepswoning. Maar ik wil weer naar huis. Bij mijn kinderen zijn, waar ik zo trots op ben. Op eigen benen staan. Alles schoonmaken in huis. Werken misschien…’