Z.O.Z
‘Leuk om al die bekende gezichten te zien’
FOCUS: HERINNERING WONDERLIJK LEVEN VREUGDE EN VERDRIET
De kracht
van herinnering
Een vat vol verhalen Verhalen horen bij het leven. Ze geven er kleur en gewicht aan. Maar al te vaak zijn ze bovendien een thermometer voor het gevoel van welzijn van de verteller. We proberen dan ook met z’n allen goed te zijn in luisteren. In het oppikken van signalen, van elke cliënt afzonderlijk. Van harte neemt SVRZ deel aan het project ‘Huis van Herinnering’. Samen met het Zeeuws Museum en onderwijsinstellingen stimuleren we cliënt-verhalen. Als levende geschiedschrijving. Als voorbeeld of waarschuwing voor toekomstige generaties. Als getuigenis van persoonlijke beleving. Bovendien levert het project onze cliënten en hun mantelzorgers plezierige momenten op. Voor, tijdens en na het
bezoek aan het Zeeuws Museum. Het laat nog eens zien wat we allang wisten. Als SVRZ zitten we op een rijke bron van inspiratie. Elk van onze meer dan 2000 cliënten heeft een verhaal. En allemaal zijn ze - op hun eigen manier - bijzonder. Levensverhalen en de bijbe horende herinneringen zijn zalf voor de ziel. Bovendien zijn ze voeding voor de verzorging. Immers: alleen door goed te weten met wie je van doen hebt, kun je goede en persoonlijke zorg leveren. Daarom geeft SVRZ steeds nadrukkelijker een plaats aan die verhalen. We zijn er met z’n allen ook oprecht benieuwd naar. Van hoog tot laag. Gabrielle Davits, directievoorzitter
Colofon Uitgave SVRZ Koudekerkseweg 143 4335 SM Middelburg T 088 887 1000 F 088 887 1099 E
[email protected]
Concept en redactie: Het Kantoor Ontwerp: subsoda Fotografie: Chris Pennarts, Hilko Visser en Mieke Wijnen Druk: AltijdDrukWerk
2 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
Gebeurtenissen, geuren, gebruiksvoorwerpen. Ze bevolken het geheugen. Een kralenketting van herinneringen. Ze maken de mens. Ze zijn op allerlei manieren waardevol. Bijvoorbeeld als inspiratie voor de zorg, als doorgeefluik van kennis, als bevestiger van eigenwaarde, als aanjager van communicatie, als bindmiddel in de samenleving. SVRZ kent en benut steeds beter de kracht van herinneringen. Persoonlijke levensverhalen krijgen een plaats bij het inrichten van de zorg. En samen met het Zeeuws Museum geeft SVRZ vorm aan het ‘Huis van Herinnering’, een bijzonder project.
‘Het draait om ontmoetingen en verhalen. Om kennismaken met een verborgen of bijna vergeten verleden. Om ouderen die al pratend de geschiedenis tot leven brengen, die aan museumstukken betekenis geven. Om jongeren die voor hen onbekende werelden binnenstappen. De wereld en de waarden van vroeger. De wereld van ouderen die zorg nodig hebben. De wereld van je verantwoordelijk voelen voor een ander. Het zijn de ontmoetingen die dit project extra glans geven. Ze voelen als een cadeautje.’ Museum directeur Marjan Ruiter is enthousiast. Ze vindt het ‘Huis van Herinnering’ een schot in de roos.
Doeltreffende aanpak Het Zeeuws Museum en SVRZ hebben elkaar gevonden. Samen zorgen ze dat jong en oud elkaar vinden. En allemaal hebben ze er baat bij. Het recept is even simpel als doeltreffend. Het Zeeuws Museum bezoekt een locatie van SVRZ. Een vertelmiddag waarbij allerlei museumstukken de revue passeren. Cliënten geven blijk van herkenning. Persoonlijke belevenissen borrelen op. oor wie dat wil, is een bezoek V aan het museum de volgende stap. Daar wacht een groep jongeren hen op. Ze hebben een mini-training achter de rug; over wat er in het museum te zien is en over
het omgaan met ouderen, rollators en rolstoelen. J ong en oud bekijken samen de collectie: de kleding, de schilderijen, de mutsen, de bloedkoralen, de gereedschappen. De verhalen komen los. Over en weer. Hoe was het vroeger, hoe is het nu, hoe gaat het verder? Wat deden ze, wat hebben ze beleefd, wat gaan ze doen? en aantal oudere bezoekers E krijgt later bezoek van museummedewerkers. Deze leggen de verhalen op beeld en band vast. Vergeten feiten, bijzondere belevenissen, inkleuring van wat al bekend was. Ze vormen een waardevolle aanvulling op wat het museum al weet en heeft. Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 3
Museumdirecteur Marjan Ruiter:
‘Verbindingen maken; met elkaar en met ons’
Educatief medewerker Marleen Rozenbrand:
‘Onze voelsprieten staan op scherp’ Positieve prikkels ‘Onze voelsprieten staan de hele tijd op scherp. Wie heeft een mooi of bijzonder verhaal? Komt er een ontbrekend puzzelstukje boven water? Wat verschaft een nieuw inzicht?’ Educatief medewerker Marleen Rozenbrand geeft dagelijks vorm aan het ‘Huis van Herinnering’. Het idee is geboren bij de Reinwardt Academie, een hogeschool op het gebied van cultureel erfgoed. Het Zeeuws Museum heeft het omarmd en SVRZ en onderwijsinstellingen erbij betrokken. ‘Het project is mooier en waardevoller geworden dan we d achten. Er is een echte samenwerking gegroeid. Belangen vloeien soepel samen. Wij 4 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
zijn de ontmoetingsplek die we graag willen zijn. En we verrijken onze collectie. De deelnemende scholen bieden hun leerlingen een bijzondere ervaring. Deze doen nieuwe kennis op, hun verantwoordelijkheidsgevoel wordt geprikkeld en ze kunnen eens snuffelen aan de ouderenzorg. En bij SVRZ hebben de cliënten niet alleen een aardige tijdsbesteding; ze ervaren dat hun verhalen ertoe doen. Ze raken positief geprikkeld.’ Opleven Welzijnscoördinator Anja van den Bergen van locaties Veere is blij met het project. Aan SVRZ-kant heeft zij de organisatie. ‘Onze cliënten vinden het
leuk. Deelnemers zoeken elkaar op. Ze stapelen de ene herinnering op de andere. Het gonst hier in huis. Ze leven op, hebben het gevoel weer wat meer in de maatschappij te staan. Dat ze met jongeren samen aan de slag waren, draagt daar natuurlijk aan bij. Je ziet zo’n jongen of meisje anders naar hen kijken. Soms hadden ze ook echt een klik. Alle jongeren kiezen in het museum een ansichtkaart en sturen die op naar de cliënt die ze onder hun hoede hadden. Nou, die kaart staat hier en daar op de kast te pronken.’ Kennis aanboren ‘Missie geslaagd. Dat gevoel had ik als ik jong en oud samen
bezig zag. En dat ze er in het zorgcentrum met elkaar over praten, is als de slagroom op de taart.’ Voor museum directeur Marjan Ruiter is het binnenhalen van publiek een normale opgave. Maar ze wil ook verbindingen maken, mensen met elkaar en met het museum. ‘Jongeren hebben onze speciale aandacht. Zij vormen het toekomstige publiek, maar ze zijn straks ook de hoeders van ons erfgoed. En de ouderen zijn als doelgroep interessant, omdat vooral 50-plussers de musea bevolken. In dit project benutten we bovendien de kennis die in die kale of grijze hoofden opgeslagen is. Op zaal hangt bijvoorbeeld een oud doek, Zicht op
Zoutelanden. En we hebben een schilderij van Charley Toorop met daarop een berenleider. In tien of twintig jaar zijn er geen mensen meer die dit echt hebben meegemaakt. Deze en andere kennis boren we dus bewust aan.’ Gesprekstof ‘Ook de dialoog is belangrijk’, benadrukt educatief medewerkster Marleen Rozenbrand. Over dat vroeger bijna niemand telefoon had en dat nu zelfs geen kind zonder mobieltje kan. In het museum hangen bijvoorbeeld ook een oude toga van een dominee en een uniform van een politieagent. Nou, vroeger keken ze heel anders
aan tegen die ambtsdragers dan tegenwoordig. Over status, rol en betekenis in verschillende tijden kun je het vervolgens hebben. Spannend hoor! En leerzaam.’ Stimulerend ‘Verhalen doen ertoe. Ze bezitten een enorme kracht.’ SVRZdirecteur Gabrielle Davits kan het niet genoeg benadrukken. ‘Verhalen houden levend en wekken tot leven. Onze cliënten zijn daardoor een bron van kennis en bezieling. Voor mensen die geïnteresseerd zijn in andere tijden. Maar ook voor onze medewerkers. Wie bij ons woont, zorg geniet of deelneemt aan activiteiten, heeft natuurlijk een naam. Dat is een Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 5
‘Het moet je persoonlijk raken’
Welzijnscoördinator Anja van den Bergen:
‘Heftige verhalen over armoe en oorlog’ woord, maar er gaat een heel leven achter schuil. En dat is een verhaal. We luisteren ernaar en geven het een plek in onze bejegening en zorg. Het verbindt, werkt soms helend, maakt zelfbewust, kan zin geven aan het leven of de afronding ervan.’ Soms heftig ‘Soms duiken heftige verhalen op. Dan beginnen mensen te vertellen over armoe of ziekte. Over ongelijkheid. Over schrijnende tegenstellingen. Of over de oorlog.’ Welzijnscoördinator Anja van den Bergen denkt aan een mevrouw die eerst niets wilde vertellen, maar stukje bij beetje komt het verhaal eruit. ‘Verschrikkelijk. Ze zaten in 6 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
de oorlog aan tafel. Pa ging de korstjes van het brood naar de kippen brengen. Een enorme knal. Een bom had Pa dodelijk getroffen. Later werd het dijkhuisje uitgerekend aan een Duitser verkocht. Daar had ze moeite mee. Nou, na zo’n verhaal heb je wel iets om bij stil te staan. Ik heb nog geregeld gepeild hoe ze zich voelde. Toch vinden mensen het soms fijn om iets van zich af te praten. Ze waarderen dat je er tijd voor maakt.’ Getroffen Terug naar het museum. Volgens directeur Marjan Ruiter is het geen tempel. En evenmin een verzamelplek van spullen. ‘Het gaat over mensen. Soms
kunnen we uit meerdere voorwerpen kiezen. Als we van iets weten waar het vandaan komt, wie het gebruikt heeft, wat ermee gedaan is, wat er goed of fout is gegaan, wat het voor iemand betekent, dan heeft dat onze voorkeur. Zelfs als het andere exemplaar mooier is. Een museum is vooral ook een plek om contact te maken. Ik vind dat er tussen en met mensen iets moet gebeuren. Als dat niet lukt, hebben we ons werk niet goed gedaan. Als iets je persoonlijk raakt in je hart, je buik, je diepere emotie - dan gebeurt er ook iets in je denken. Dan weet je na een maand of een jaar nog dat het bijzonder was. Vele verhalen zijn dat: bijzonder.’
r
Klaar wakke
'Nee, ik wil niet!' De toon is gezet, Mevrouw Groendijk heeft geen zin: het gezicht staat op onweer. in opstaan, ontbijt en gezelsc Al weken niet. Ze sputter t elke keer tegen, zit bozig in de huiska hap. mer, doet nergens aan mee. De spanning is voelba Heinkenszand. En slaat over op de ar in groepswoning de Koriander in andere bewoners met dementie. Persoonlijk begeleider Miranda Selim hoort het verhaal van haar collega's. Ze gaat op onderzoek uit. Een bezoekje aan mevrouw Groendijk, een gesprek met de familie. Dat werpt al snel licht op de zaak. De 80-jarige dame houdt van uitslapen. Lekker in bed soezen en om 'n uurtje of half elf uit de veren. Niks mis mee, vindt ze. Miranda Selim knikt begripvol. Daar moet toch een mouw aan te passen zijn. Per slot van rekening staat de cliënt centraal bij SVRZ. Vanaf nu krijgt mevrouw Groendijk ontbijt op bed. En begint uitgerust en monter aan de dag. De verandering levert ook blije gezichten op bij huisgenoten, verzorgenden en familie. Plus het bewijs: een goed begin is het halve werk. Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 7
1
Herinneringen zijn heilzaam 10X dr. Jojanneke Korte Herinneringen zijn gezond. Ze houden neerslachtigheid buiten de deur. Psycholoog Jojanneke Korte heeft dat onderzocht. Ze krijgt er anderhalf jaar geleden een doctorstitel voor. Ze is verbonden aan het Levensverhalenlab van Universiteit Twente en werkt in de ouderenpraktijk. Een nuttige kruisbestuiving. ‘Instellingen waar aandacht is voor levensverhalen, zijn goed bezig. Eigenlijk zou dat overal zo moeten zijn.’
Onderzoek. ‘Aandacht voor levensverhalen kan depressies voorkomen. Dat heeft mijn onderzoek aangetoond. Ouderen vervallen minder snel in somberte en lusteloosheid. Nu kijk ik vooral naar de positieve kant. Kunnen herinneringen mensen blijer maken? Levenslustiger. Beter in hun vel zittend? Ik denk van wel. De aanwijzingen zijn veelbelovend.’
2
Doeltreffend. ‘Als SVRZ het belang van levensverhalen uitstraalt, is dat zinvol. Het management is als eerste aan zet: ruimte scheppen, aandacht geven, hulp bieden. Vervolgens zullen medewerkers ervaren dat het leuk en interessant is. Maar nog belangrijker: dat het werkt, dat hun cliënten er beter van worden.’
3
Socialer. ‘Gebeurtenissen delen, vertellen over wat ze hebben meegemaakt – dat doen alle mensen. Ze vinden het ook prettig. Zich hier steeds bewust van zijn en het verweven met de dagelijkse gang van zaken, maakt de zorg socialer. Contact, ervan leren en zelfs vriendschappen kunnen het gevolg zijn.’
4
Dement. ‘Juist bij dementie is het levensverhaal onmisbaar. Oude herinneringen blijven het langst bewaard. Die aanboren, maakt hen bewust van wie ze zijn, van wat ze meedragen, van wat ze altijd vonden. Het geeft hen houvast, juist in een periode dat ze dat aan het verliezen zijn.’
5
Resultaat. ‘Je weet bijvoorbeeld dat iemand een uitgesproken boerderijmens is geweest. Dan kunnen geuren, foto’s, geluiden of woorden die daaraan doen denken hem of haar rustig maken. Of zelfs blij.’
6
Hoe? ‘Je wil mensen over hun leven of sleutelgebeurtenissen aan de praat krijgen. Verzorgenden weten soms niet hoe dat moet. Begrijpelijk, en daar is ook nog geen kant-enklaar recept voor. Graag zou ik onderzoeken welke hulpmiddelen het beste werken.’
7
Voorwerpen. ‘We weten dat voorwerpen en beelden het geheugen aan de gang zetten. Dan komt het vertellen vaak vanzelf. Alsof je steeds nieuwe laatjes in het hoofd opentrekt. Een oudere man met dementie
pakte eens een pijp en ging genoeglijk eraan lurken. Géén verhaal, wél duidelijk.’
8
Beleving. ‘Het begint met oprechte interesse. Te lang is de zorg gericht op toegewijd en nauwgezet verrichten van taken. Voeden, aankleden, naar bed brengen. Maar het leven bestaat uit meer dan dat... Onze belevenissen en hoe we die een plek geven, maakt ons tot wie we zijn. Mensen voelen of daar aandacht voor is.’
9
Medewerkers. ‘Deze moeten de ruimte krijgen. Maar vooral ook hun antennes richten. Misschien is het ook nodig om wat schroom terzijde te leggen. Je stapt iemands leven binnen, wat spannend is, maar dat is in hun belang.’
10
Belofte. ‘Cliënten die opgewekter en steviger in het leven staan, houden langer de regie. Ze zakken minder snel weg en zijn minder afhankelijk. Als het in het hoofd wat beter gaat, werkt dat door in het lijf. Zo kan aandacht voor levensverhalen mogelijk kosten en werkdruk besparen.’
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 9
Jessica van Dierendonck (39 jaar) • docente Beeldende Vorming • geeft zeventien jaar les • beeldend kunstenaar • organisatie cultuurprojecten • altijd bezig met mens en emotie
Verbinding tussen jong en oud
De ontmoeting was meteen raak
Ontroerend, grappig, verrassend. Die woorden komen bij Jessica Dierendock bovendrijven. De kunstenaar en docente kijkt terug op een ontmoeting van jong en oud. In het Zeeuws Museum begeleiden haar leerlingen cliënten van SVRZ. Dat levert een golf van verhalen en emoties op. Het Huis van Herinnering werkt. ‘Ik ben apentrots op ze. De jongeren zitten op het VMBO, niet de hoogste trap in het voortgezet onderwijs. Maar ze blijken veel meer in hun mars te hebben dan velen denken. Het was ontroerend om te zien hoe serieus ze hun taak namen. Hoe zorgzaam ze met de ouderen omgingen. En hoe gezellig iedereen het vond. Ze voelden de verantwoordelijkheid en maakten die waar. Ze doken voor tweehonderd procent in hun rol.’ ‘Eerst hadden ze wel de bibbers. Wat konden ze verwachten? Zouden ze niet met de mond vol tanden staan? Wat als zo’n oudje raar deed? Maar het liep op rolletjes. Met z’n tweetjes kozen de jongeren iemand uit die ze wilden begeleiden. Ze hielpen hen uit de jas, v roegen of ze het koud hadden, duwden de rolstoelen alsof ze nooit
10 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
anders gedaan hadden. Schattig. Alle spanning was v erdampt.’ ‘De verhalen maakten indruk. De ouderen vonden het leuk dat ze zo’n belangstellend gehoor hadden. En de jongeren toonden verbazing, begrip of bewondering. Als groepjes elkaar tegenkwamen ontstonden spontaan nieuwe gesprekken. Na afloop van de tocht door het museum gingen de jongeren niet snel de stad op stelten zetten. Ze bleven hangen en dronken wat met de oudjes. Dat zegt genoeg.’ ‘Er is volop nagepraat. Dat levert veel positieve energie op. Ze hadden het over de bloedkoralen die meekwamen van verre tochten. En over de vrouwen die meer kralen aan hun halsketting kregen als ze rijker werden. Maar ook over hoe leuk oude mensen kunnen zijn. Over hoe
ze zelf met hun grootouders omgaan. En of ouderenzorg een vak is waarin ze verder willen. Of juist helemaal niet. Voor de meesten zijn de ogen een stukje verder opgegaan.’ ‘Het smaakt naar meer. De kennismaking is goed bevallen. Jeugdigen snuffelen op deze manier aan een wereld die ze niet kennen. En ze kregen meteen verantwoordelijkheid, waarschijnlijk meer dan in de eerste week van een stage. Dat vonden ze geweldig. Voor mijn lessen heeft dat stiekem ook gevolgen. De band met de groep is anders. Je hebt samen iets beleefd. Ze lijken ineens volwassener. Je durft hen meer toe te vertrouwen. Dat raakt me. Ik ben nu eenmaal zo’n emotiemiep. Geen tranen in de ogen, maar wel een brok in de keel.’ Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 11
Monument
vol herinneringen Blijvende herinnering Der Boede groeit uit tot de grootste verpleeginstelling in Nederland. Op 1 april 2014 doet SVRZ het landhuis van de hand. Omdat grootschaligheid niet meer binnen haar visie past. Het boek ‘Die? ..... die is naar Der Boede toe!’ van Johan Geerse vormt een blijvende herinnering.
‘De dokter stond als een god boven alles en iedereen. Zijn woord was wet. Voor verzorgenden en cliënten. Veel is veranderd. De medewerker van nu is beter opgeleid, denkt mee, werkt zelfstandig. Maar inzet en passie zijn gebleven.’
SVRZ-staffunctionaris Johan Geerse kan het weten. Hij schreef een boek over Der Boede. Een halve eeuw ouderenzorg in Zeeland. Aan het woord komen knoestige tuinmannen, verpleegsters en ‘de meisjes’. Zo heten verzorgenden in die tijd. Ze delen allemaal een verleden in het eerste verpleeghuis van Stichting Rusthuizen Walcheren. De voorloper van SVRZ. Luisterend oor De meisjes zijn inmiddels tachtig jaar en ouder. Hun verhalen gaan terug naar de jaren vijftig, de start van de zorginstelling. Over het harde werken,
12 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
vieze luiers, pionieren, altijd op zoek naar verbeteringen, standsverschillen en kritiek. En dat alles is van alle tijden. De auteur weet het zeker. ‘Vijftig jaar geleden hadden cliënten ook wensen. Alleen kunnen medewerkers daar nu veel beter op inspelen. Ze hebben betere hulpmiddelen, zoals tilliften. En meer kennis. Bovendien zit luisteren naar cliënten inmiddels in de genen van de organisatie gebakken. Van hoog tot laag.’ Zweedse aanpak Bij de uitgave zit een dvd. Met een filmpje over de bustocht in 1957 naar Scandinavië. Door directie
en bestuur van SVRZ. Om de kunst af te kijken in het hoge noorden. Vier jaar daarvoor opent koningin Juliana Der Boede. Een tweede verpleeghuis volgt: Ter Poorte. Bij de opening in 1960 zegt de directeur: ‘We doen niet onder voor Zweden.’ Volgens Johan Geerse is de zoektocht naar vooruitgang van alle tijden binnen SVRZ. ‘Hij rept over lieflijke kleine huisjes voor onze ouderen. Daarna blijft het jaren stil. Niemand gaat met het idee aan de haal. Totdat SVRZ het wél in de praktijk brengt. Met kleinschalige groepswoningen. Als eerste in Nederland.’ Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 13
Het leven is een
wonder ‘Echt donkere wolken kent m’n leven niet. Ook niet bij het ongeluk. Natuurlijk ben ik geschrokken. Ik kon niks bewegen, niet praten, kreeg geen adem. Maar donkere wolken...nee.’ ‘Marlies Michiels neemt de dingen zoals ze komen. Nu zit ze in een rolstoel, vanaf haar nek verlamd. Haar leven bestuurt ze met een zachte, hoge stem: verzoeken aan wie haar wil helpen. Voor alles is ze op anderen aangewezen. Alleen voor denken heeft ze niemand nodig – zo meldt ze glimlachend. Sinds een tijdje lukt het ook om in haar eentje de rolstoel de goede kant op te dirigeren. Door te blazen in een soort rietje en het hoofd te draaien. Ze is tevreden. Bij SVRZ in woon-zorgcomplex Máxima heeft ze haar thuis gevonden.
14 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 15
In één klap 11 oktober 2009. Een dag als alle andere. Operatieverpleegkundige Marlies Michiels is er even op uit. Een ritje op haar paard in de naburige manege voelt als een bekroning. Een rustige ruin, met Arabisch bloed en een Poolse naam. Grubas; lief, aanhankelijk, geen steigeraar. Ze aait hem liefdevol over z’n nek. En dan ineens is er een verpleegster die vraagt wat er gebeurd is. Ze weet het niet. Die dag niet, nog steeds niet. De manegehoudster kan of wil niet vertellen wat er gebeurd is. Maar in één klap is het leven van Marlies Michiels veranderd, haar wereld terug gebracht tot de draaicirkel en de actieradius van haar rolstoel. Maar zover is het die 11e oktober nog niet.
Een gevecht Aan het ziekenhuis in Zwolle denkt Marlies Michiels terug als aan een slechte film. Een breuk bij haar tweede en derde nekwervel. Niet te opereren. Gevangene van haar eigen lichaam. In leven gehouden via een gaatje dat de artsen in haar hals maken; voor voeding, voor zuurstof. En ook dat draait aanvankelijk nog uit op een bloedbad. Drie maanden ligt ze op de intensive en medium care. Thuis in Dronten is er ook een probleem, want man Marcel lijdt al een tijdje aan dementie. Uit Zeeuws-Vlaanderen komen er hulptroepen: broer, zussen, soms vader. Geen dag is ze alleen, geen nacht. Ze wijken niet van haar bed. De familie voert ook het gevecht voor een goede revalidatie. Op een compleet verlamde patiënt zitten weinigen te wachten.
‘Ik heb de dood ervaren. Ik heb het witte licht gezien. Maar ze wilden me daarboven nog niet. Ze hebben me teruggestuurd. En dat was goed...’
‘Ik kon niks. Zelfs ademhalen moest ik weer leren. Spreken, slikken, zitten, het was allemaal nieuw. Ik gaf mijn hand het commando om een blaadje op te pakken en er gebeurde niks. Ook nu nog niet, terwijl ik nog steeds soepele, zachte handen heb. Niks verkramping.’
16 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
Veel aandacht Van Zwolle verhuist Marlies Michiels naar een revalidatiecentrum in Rotterdam. Uiteindelijk wil ze naar Zeeuw-Vlaanderen, voor haar een logische keuze. Daar woont de familie. Daar is ze haar hele leven elke paar weken naartoe gereisd om de banden levend te houden. Daar heeft ze elke Kerst doorgebracht. En daar staat haar oude vader haar met een bloemetje op te wachten als ze in SVRZ-locatie Ter Schorre aankomt. Ze leert er omgaan met haar beperkingen. Eerst geduwd in een rolstoel. Later heeft ze genoeg adem om via een blaaspijpje commando’s aan een elektrisch exemplaar te geven. Ze verbaast iedereen, inclusief zichzelf, hoe rap ze de besturing onder de knie heeft.
Zelfstandige vrouw Sinds begin februari 2014 woont Marlies Michiels in woon-zorgcomplex Máxima in Terneuzen. Ze heeft er haar eigen appartement, met steeds meer eigen meubeltjes. Af en toe gaat de deur stevig dicht. Dan wil ze privacy, geen storende geluiden, een miniwereldje voor zichzelf. Dat past bij het verhaal van haar leven. Een verhaal over een zelfstandige vrouw. Stoer soms. Een vrouw die haar mannetje stond in de hectiek van een operatiekamer. Maar ook in die van haar huwelijk; met een man die veel op pad is voor zo’n werk, die bozig omgaat met de eerste tekenen van dementie en uiteindelijk in 2012 overlijdt. Een vrouw die nu voor hulp op anderen aangewezen is.
‘Het ergste van zo’n dwarslaesie is misschien nog wel dat je niet zomaar even weg kunt. Vroeger ging ik gerust en makkelijk even de hort op. Ook nu nog wil er elke dag wel even tussenuit. Dat kan alleen als het weer meezit en het niet regent. Gelukkig heb ik veel aanloop. Van familie. Maar zelfs vriendinnetjes van de lagere school komen sinds ze weten wat me gebeurd is. Prachtig toch?’
‘Ik weet hoe zwaar het soms voor een verzorgende kan zijn. Als verpleegkundige heb ik allerlei situaties meegemaakt. Soms kan ik nu een verzorgende vanuit die ervaring een tip geven. Verder kan ik heel goed aangeven wat ik wel en niet wil. De meeste mensen vinden die duidelijkheid wel prettig.’
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 17
‘Ik geniet nog volop van mijn ZeeuwsVlaanderen’
Uitdaging Soms draait Marlies Michiels in haar hoofd de film van de eerste periode na het ongeluk nog wel eens af. De professor aan haar ziekbed is duidelijk: ‘U kon maar beter dood zijn.’ Haar antwoord is even duidelijk: ‘Daar hebt u niks mee te maken. Het is mijn keuze.’ Ze neemt de arts die opmerking niet kwalijk. Het is een manier om zaken bespreekbaar te maken, ook eventueel uitstappen. Maar ze staat nog steeds achter haar keuze. Het leven is een wonder dat je niet zomaar weg mag poetsen. Dat ze nog leeft is ook een wonder. Ze is niet bang voor Gods toorn; daar heeft ze al die tijd nooit een moment bij stilgestaan. Ze doet het voor zichzelf. Ze is blij met het bijna dagelijkse bezoek van zus Emmy, met de warmte van de andere familieleden, met de vakantie via het Rode Kruis. Huilen heeft ze niet veel gedaan. Niet omdat ze een binnenvetter is, maar omdat ze het leven neemt zoals het komt. ‘Natuurlijk is het allemaal wat kleiner geworden. Miniatuurpleziertjes zou je kunnen zeggen. Ik kan naar buiten, van mijn geliefde Zeeuws-Vlaanderen genieten. En zonder mijn handicap had ik mijn schilderhobby waarschijnlijk nooit weer opgepakt. Ik vind het prachtig om te doen. En dat het met de mond moet, is een extra uitdaging.’ 18 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
ensen van m W ensen
Droomhuis voor ouderen. Van alle gemakken voorzien. Met technische snufjes op het gebied van zorg, energiebeheer en veiligheid. En met de juiste indeling, omvang en faciliteiten. Zo’n huis kan bijdragen aan lang zelfstandig wonen. Het is inmiddels in de maak. In Terneuzen verrijst dit jaar het eerste proefexemplaar. SVRZ bouwt mee aan dit huis van de toekomst.
De Zeeuwse Huiskamer. Zo heet het project. In een soort test-lab gaan verschillende senioren wonen. Proefdraaien, reageren op nieuwig heden en wensen kenbaar maken. Zo leveren zij belangrijke bouwstenen voor het definitieve ontwerp. Ook op het gebied van wonen wil Zeeland voorop lopen.
Zeeuwse Huiskamer • telt straks vijf proefwoningen • is van RWS, Delta, Impuls Zeeland, IZ-Zeeland en SVRZ • verbindt bedrijfsleven, zorginstellingen, overheid en burgers • zet in op efficiënter en goedkopere zorg
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 19
Mensen hebben meningen. Soms verschillende, vaak dezelfde. SVRZ peilt graag wat er leeft.
GERRIT JANSEN
VROEGER was alles BETER
‘Te midden van de ellende het hoofd boven water houden. Families met vijftien kinderen in piepkleine huisjes, sommigen geen draad aan de kont. Maar een dag per jaar duwen ze het grauwe bestaan opzij. Tijdens het buurtfeest. Hapje, drankje, dansje en op de foto. In geleende kleding van de fotograaf. Bloedserieus kijken ze in de lens. Geen enkele lach op de lippen. Dit is hun moment. Eind jaren zestig schilder ik dit historische buurtje in mijn boek “De straat, een portret”. Gelukkig is veel ten goede gekeerd. Echte armoede vind je alleen nog aan de rand van de samenleving. Zorgen, ook over zorg, blijven.’ Gerrit Jansen, emeritus-hoogleraar Sociologie
JANKE KUIKEN - DE GROOT ‘Elke periode kent voor en tegenspoed. Natuurlijk mis ik mijn overleden man. Klaas was geweldig. We hebben de halve wereld gezien. Voor zijn werk. Tot en met Indonesië. Daar zijn onze zonen geboren. Een mooie tijd. Maar ook nu mag ik van geluk spreken. Ik woon zelfstandig, rij auto, zie de kinderen vaak en speel elke maandag orgel in ‘t Gasthuis. Voor het bewonerskoor. Op mijn leeftijd leid ik nog steeds een rijk leven.’ Janke Kuiken - de Groot (90), oudste vrijwilliger van ‘t Gasthuis
DAAN QUAKERNAAT ‘Vroeger ging je dood als je ziek was. Dat hebben we nu beter onder de knie. Alleen zijn we rijk geworden en dat heeft een keerzijde. We kunnen het betalen om niet de beste oplossingen te kiezen. Teveel regelmeesters in de zorg, te weinig doorpakken en onvoldoende leren van je fouten. Mensen gaan veiligheid zoeken, afschuiven, vinkjes zetten, te aardig zijn voor elkaar, de makkelijke weg. Kijk uit, dat je niet automatisch duur of lui wordt. En bedenk: vroeger dwong de ellende je tot oplossingen en creativiteit.’ Daan Quakernaat, spreker, kathedralenbouwer
20 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 21
Kiezen is belangrijk ‘Dat je kunt kiezen, dat jezelf de baas bent van je leven - dat is écht belangrijk.’ Het lijkt een simpele vaststelling. Toch komt die pas al pratend boven drijven. De 91-jarige vrouw vertelt over haar leven, de dood, de Walcherse dracht, de kinderen. Ze noemen haar Pie, of liefkozend Pietje; mevrouw Pieternella Jacoba Geertse. Zelf heeft ze niet bijzonder veel gekozen. Zo voelt ze dat tenminste. Het leven komt zoals het komt. Als peuter wordt ze in traditionele kleding gestoken. En die draagt ze nog steeds. Als puber – dat woord kennen ze dan nog niet – besluiten de ouders en de schoolmeester dat ze naar de huishoudschool mag. Als vrouw van een kleine boer doet ze de dingen die van haar verwacht worden. En dat ze nu in zorgcentrum Simnia in Domburg woont, komt enkel door een haperend lichaam. Maar haar vier dochters hebben zelf kunnen kiezen, voor opleiding, beroep en partner. En daar is ze best trots op.
een schooljuf ontslagen als ze ging trouwen. In haar tijd gelukkig niet meer. Nu kan niemand zich dat nog voorstellen.’
Over de dochters: ‘Ze zaten geen van allen aan huis gekluisterd. Twee dochters werden coupeuse, eentje verpleegkundige en eentje heeft veertig jaar voor de klas gestaan. Mensen vragen nog wel eens aan me of ik de moeder van juffrouw Jannie ben. Vroeger werd
Over de dracht: ‘Ik ben niet anders gewend en ik heb niet anders. Je kunt gerust de klerenkast omkeren... Het is een aflopende zaak. We horen bij het antiek. Maar ik heb me er altijd goed in gevoeld. Nog nooit ben ik ergens geweigerd door de dracht
22 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
Over haar school: ‘Voor mij werd gewoon gekozen: de huishoudschool. Dat was al heel wat. Twee, drie meiden uit de klas mochten daar in Middelburg naartoe. Dat levert toch een ruimere kijk op. Als je alsmaar op het dorp zit, kom je niet verder. Tegenwoordig hebben ze op school spreekbeurten. Wij niet, maar we leerden toch ons woordje te doen. Daar heb ik veel aan gehad, in het verenigingsleven en zo.’
ook niet over de grens. Mijn kinderen hebben ze nooit gedragen, mijn kleindochter één dag voor een feest op school. De dracht is soms lastig. Ook voor de zustertjes hier. Ze moeten me ermee helpen. Maar het hoort bij mij en ze hebben daar respect voor.’ Over het zorgcentrum: ‘Ik heb m’n hele leven zelfstandig gewoond. Eerst op de boerderij met m’n gezin. Hard werken? Och, je doet het met plezier als het je genoeg oplevert. Het heeft bij mij nooit als ploeteren gevoeld. Later heb ik op mezelf gewoond. Totdat ik ineens niet meer voor mezelf kon zorgen. Natuurlijk kun je het eerst proberen te redden met mantelzorg. Maar het gaat om hele dagen. De kinderen hebben een eigen leven, een gezin, werk. Daar hebben we toch voor geijverd? Dat mag je toch niet zomaar ongedaan maken? Ik ben blij met de zorg die ik hier krijg.’
Over het leven: ‘Ik had nooit gedacht zo oud te worden. Bij de eeuwwisseling zou van alles mis kunnen gaan. Ik haalde mijn schouders op: in 2000 dan zou ik er toch niet meer zijn. Er is weinig misgegaan en ik leef nog. Mijn recept daarvoor? Doorademen en blijven eten. En verder kom je elke dag een dag dichter bij het einde. Dat is al zo van kindsbeen af, al sta je daar dan nooit bij stil.’ Over de dood: ‘Ik ben niet bang om dood te gaan. Ze hebben wel eens gevraagd of ik gereanimeerd wilde worden. Ik vond dat niet nodig. Met allemaal slangetjes en machines aan je, dat is toch geen leven?! De zuster meldde dat ze dus niks hoefde doen als ik die avond doodging. Ik schrok me een hoedje. Natuurlijk moest ze dan wat doen...! Het ligt er dus aan hoe je je voelt en wat je nog kunt.’
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 23
Ik voel me
begrepen
Ontmoetings plek bevordert herstel TROTS VAN TERNEUZEN Een grote, groene binnen-oase. De trots van Máxima: het nieuwe woon-zorgcomplex, waarbij SVRZ volop is betrokken. Een opvallend beeld aan de boulevard, in het hart van de samenleving. Sinds enkele weken in gebruik. Tot tevredenheid van de bewoners. Ook bezoekers, mensen uit de buurt, kinderen en vrijwilligers raken steeds meer vertrouwd met alle mogelijkheden. Variërend van prikpoli, zitdansen, schilderen en de kookclub tot muzikale intermezzo’s. Om mee te doen, contact te leggen of zorg te delen. Of gewoon te genieten. Van mensen én omgeving. Máxima is daarmee de trots van heel Terneuzen.
Máxima biedt • groepswoningen: cliënten met dementie of lichamelijke beperking • zestig koop- en huurappartementen • ZorgThuis, 24 uur per dag • activiteiten voor bewoners en buurt • feestelijke opening in het verschiet
24 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
De lijdensweg zit vol voetangels. Met horkerige artsen, verkeerde diagnoses, pijnlijke ingrepen en ‘n treuzelende gemeente. Dan strompelt Coby Broëlman Ten Anker binnen. Daar ontmoet ze de juiste hulp en begrip: ‘De politiek mag zoiets nooit weg bezuinigen.’
Coby Broëlman maakt een harde val met de fiets. Naar de dokter: een verbandje, klaar. Ze is niet zo’n dokter-loper, dus sukkelt ze voort. Totdat de pijn niet te harden is. Naar het ziekenhuis: ze blijkt tien maanden met een gebroken enkel rondgesjouwd te hebben. Een operatie. Broddelwerk, zo blijkt later. Vervolgens een tussenstop bij een neuroloog die niets doet, omdat ze - zoals hij zegt - nog niet door haar hoeven stort. Uiteindelijk naar een andere orthopeed, een ander ziekenhuis.
Hersteloperaties In het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal kijken ze tijdens het eerste onderzoek zorgelijk: ‘Oh wat erg. Wie heeft dit gedaan? Die plaat moet uit uw been, want die zit veel te strak.’ In juli 2013 gebeurt dat. Negen weken later staat de volgende ingreep gepland: haar enkel met twee schroeven op zijn plaats zetten en houden. ‘Maar ik ga eerst op vakantie,’ roept de arts. ‘Doet u dat maar dokter,’ reageert de geboren Amsterdamse: ‘Want ik wil wel dat u fris en fruitig aan die klus begint.’ Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 25
Tijdens de dagbehandeling en de ergo-uurtjes heeft man Joop een moment voor zichzelf. Vreugde en verdriet Na de tweede operatie begint de weg naar herstel. Coby Broëlman kiest voor Ten Anker van SVRZ om te revalideren. Dicht in de buurt van woonplaats Oud-Vossemeer. Ze vindt de therapeuten kundig. Ze pakken haar flink aan. Op de loopband, de hometrainer en de massagetafel. Na elke sessie is ze doodop. Maar het verblijf doet haar goed, vindt ze. Omdat Ten Anker naast behandelcentrum ook ontmoetingsplek is. Voor c liënten die in hetzelfde schuitje zitten. Bijvoorbeeld na een knieof heupoperatie. In de eetzaal komen de verhalen los, vertelt Coby Broëlman. ‘We praten elkaar moed in, peppen elkaar op, delen vreugde en verdriet. Een mevrouw die van een herseninfarct herstelt, zegt tegen haar man: Gooi mij maar in de kliko. Je hebt niks meer aan me. Nee, verzekert hij: ik ben blij dat ik jou nog heb. Dat is beter dan een foto en een brandend kaarsje op de schouw. Kijk, daar worden we heel emotioneel van. Dan huilen we allemaal een beetje en troosten we elkaar.’ Van zand naar strand Coby Broëlman ziet ook de andere kant van de zorginstelling. Medewerkers luisteren naar je verhaal, nemen tijd voor je. Maar ondertussen moeten ze op hun tenen lopen om het allemaal voor elkaar te krijgen. Mensen naar bed brengen, op toilet zetten, verzorgen, verschonen. ‘Ik geef het 26 - Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014
je te doen. Gelukkig telt SVRZ daarnaast heel wat vrijwilligers. Ook mijn dochter draait een dag per week mee in Ten Anker: Koffie schenken, een praatje maken met bewoners.’ Ooit heeft dochterlief haar ouders, toen al pensionado’s, overgehaald om in de buurt te komen wonen. Ze verkopen hun houten chalet, midden in de bossen van de Veluwe. En verhuizen naar Oud-Vossemeer. Eerder hadden ze Amsterdam al verlaten voor een carrière van man Joop in Alphen aan de Rijn. Vervuiling ligt op de loer Na vier maanden Ten Anker mag Coby Broëlman naar huis. Wel moet ze drie keer per week terug voor dagbehandeling. Graag. En op donderdag komt de SVRZ-ergotherapeut langs in Oud-Vossemeer. Met tips om in de eigen omgeving uit de voeten te kunnen. Nou ja voeten, een voet en een stijve voet, lacht ze. ‘Al loop ik weer als een kieviet hoor.’ Tijdens de dagbehandeling en de ergo-uurtjes heeft man Joop een moment voor zichzelf. Voor een rondje op de fiets met zijn maten. Een biljartje leggen in het dorpshuis. De rest van de tijd zorgt hij voor zijn vrouw. Met pijn en moeite. Want op zijn 78-ste kampt hij met de naweeën van een zware rugoperatie. ‘We krijgen drie uur per week huishoudelijke hulp. Sinds vijftien maanden. Zo lang lig ik al in de lappenmand. Alleen is de gemeente van plan te
beknibbelen op die paar uurtjes. Joop moet maar bijspringen. Terwijl hij me al verzorgt, naar de dokter brengt, de douche en wc poetst, boodschappen doet. ‘s Nachts lig ik te piekeren: Hoe moet dat straks? We vervuilen nog! Bovendien houdt de gemeente ons aan het lijntje. Ze schuift de beslissing steeds vooruit. Dat knaagt verschrikkelijk aan mijn gezondheid. Tot pijn in mijn rug en een slijmbeursontsteking aan toe.’ Weekje naar de Veluwe De maatschappelijk werkster van Ten Anker schiet te hulp. Probeert voor de Broëlmans het licht op groen te zetten bij de gemeente. Tot die tijd moeten ze in onzekerheid leven. ‘Misschien lig ik onderop de stapel, omdat ik geen Thoolse ben. Maar ik blijf mijn best doen. Ik wil zo snel mogelijk weer op eigen benen staan. En de boel op orde brengen. Zo ben ik dat gewend. Maar toch: een week op vakantie naar de Veluwe, effe weg in eigen land. Daar verlang ik echt naar. Nu maar hopen dat dat erin zit.’
Ten Anker revalidatie, valpreventie, verstandig bewegen dagbehandeling en intern mogelijk een verwijzing is niet nodig, een telefoontje volstaat
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 - 27
Zeeland Onze Zorg nr. 18 - april 2014 een uitgave van SVRZ
‘Ik krijg alle aandacht die nodig is. Mooi toch...?’ Cor Scherpenisse-Stols. 86 jaar Uit Sint-Annaland. Dagbehandeling bij Ten Anker in Tholen
‘Ha Cor, riepen de zusters. Ik voelde me meteen weer welkom. Leuk om al die bekende gezichten te zien. Ben voor de tweede keer in Ten Anker. Op advies van de dokter. Ik leer er lopen met mijn kunstknie. Stapje voor stapje. Met een beetje geluk kan ik over een poosje weer het dorp in. Met of zonder loopwagentje.’ ‘Het leven laat zijn sporen na. Galsteen operatie. Rechternier eruit. Navelbreuk. Zeven operaties in totaal. Maar vooral het
verlies van man en dochter is zwaar. Gelukkig verzacht de aandacht van mijn vier zonen de pijn. En morgen krijg ik bezoek van mijn zus van 83.’ ‘Pa zat in de vis. Ging met de handkar langs de deuren. Verkocht scholletjes en ander zeebanket. Hij was ook wethouder. Maakte zich sterk voor de arbeiders. Dat leverde hem de erepenning van Tholen op. Omgehangen door de burgemeester. We glommen van trots.’
‘De goeie ouwe tijd. Je had niks, maar was wel tevreden. Nu zijn mensen ontevreden, terwijl ze alles hebben. Behalve tijd. Tijd om een praatje te maken bijvoorbeeld. In Ten Anker is dat anders. Daar ken je elkaar. De therapeut, de verzorging, cliënten. En er is aandacht voor de ander. Hier kan ik mijn verhaal kwijt.’