Zondag 30 oktober 2011, Kogerkerk Zevende zondag van de herfst, kleur groen Spreuken 9 & Matteüs 25, 1 - 13
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Oost, west, thuis best. Als er 1 schaap over de dam is volgen er meer. Veel geblaat, weinig wol. De best stuurlui staan aan wal. Oude koeien uit de sloot halen. Eerlijk duurt het langst. Mijn naam is haas... Zo zou ik nog de rest van de ochtend door kunnen gaan. Spreekwoorden en gezegden genoeg. Ze verwoorden kort en bondig allerlei oude volkswijsheden. Een aantal van die wijsheden is op de bijbel gebaseerd: denk maar aan een spreekwoord als 'Als het kalf verdronken is, dempt men de put' of 'Parels voor de zwijnen gooien'. Het zijn teksten die je soms op tegeltjes aantreft, teksten die hele basale levenservaringen verwoorden. De wijsheid in het bijbelboek Spreuken is net zoiets als die spreekwoorden en gezegden: korte uitspraken die belangrijke levenservaring verwoorden. De wijsheid van spreekwoorden en gezegden en van het boek Spreuken vragen niet persé grote intelligentie. Er is geen hoog IQ nodig om ze te kunnen begrijpen, het is hele praktische wijsheid, wijsheid van en voor gewone mensen, voor het leven van alle dag. Wij zijn bij wijs nog wel eens geneigd aan slim, aan intelligent te denken, maar dat hoeft helemaal niet hetzelfde te zijn. Wijsheid begint niet met een hoge opleiding, met eindeloos veel studie, wijsheid is niet persé voor de slimste van de klas. Nee, wijsheid begint met ontzag voor de ENE, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.
Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 1 van 6
Of, zoals de Staten Vertaling het zegt: De vreze des Heren is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heilige is verstand. Dat is waar Spreuken 9 over gaat. Wat wijsheid is en wat wijsheid waard is. Spreuken is niet het enige boek in de bijbel dat het over wijsheid heeft. Deze uitspraak is zelfs met kleine varianten op meerdere plaatsen in de bijbel te vinden: In Psalm 111 zegt de dichter: Het begin van wijsheid is ontzag voor de ENE, wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. Het boek Job heeft deze uitspraak als kern: het middelste hoofdstuk gaat in zijn geheel over wijsheid en sluit af met de woorden: Ontzag voor de ENE, dat is wijsheid; het kwaad mijden, dat is inzicht. Wijsheid wordt steeds verbonden met inzicht. Bij wijsheid gaat het erom dat je ziet waar het op aan komt in het leven. En daar worden 3 dingen bij genoemd: respect voor God en kennis van wat heilig is, leven naar Gods wet en mijden van het kwade. Kennis van het heilige, Gods wet houden of kwaad mijden, niet hetzelfde, maar het heeft wel alles met elkaar te maken. Het zijn vrome woorden, heel wat mensen zijn er door geïnspireerd, misschien wel even zoveel anderen erdoor geïrriteerd. Wat betekenen deze woorden? De vreze des Heren, dat klinkt wat angstaanjagend. De Nieuwe Bijbelvertaling heeft het al iets vriendelijker gemaakt: ontzag voor God. Begint wijsheid met angst of met ontzag? Begint het niet met zien wat echt belangrijk is in het leven? God vrezen of ontzag hebben voor God, het zijn niet onze favoriete woorden. Wij hebben het liever over God liefhebben. God liefhebben, Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 2 van 6
dat is toch ook het grootste gebod in de bijbel. Wat moet het dan zijn? Ontzag of zelfs vrees of toch liefde, of misschien allebei? maar kan dat wel tegelijk: God liefhebben en vrees of ontzag voor God? In het hebreeuws staat hier 'jierat' en het makkelijkste was het geweest als dat woord meerdere betekenissen had gehad. Maar ik kon nergens een andere betekenis vinden dan dat lastige woord 'vrezen'. Als je ook ontzag of respect kon lezen, dan zou het veel makkelijker te combineren zijn met liefde: Het is zelfs maar de vraag of je iemand kunt liefhebben die je niet respecteert. Respect, dat is iemand serieus nemen, iemand op waarde schatten. Ontzag gaat al een stapje verder daar klinkt in door dat je tegen iemand op kijkt. Maar ook dat is te combineren met liefde: denk maar aan kleine kinderen die hoog tegen hun ouders op kunnen kijken want papa en mama zijn het sterkste en het knapste en het liefste van de hele wereld. Vrezen en liefhebben, dat wringt, daar zit spanning in. Kun je wel echt van iets of iemand houden als je vrees of angst hebt? Als het over mensen gaat, kan ik me er weinig bij voorstellen. Een combinatie van vrees en liefde hebben mensen misschien soms wel voor de natuur. We kunnen genieten van de natuur, ons verwonderen over de schoonheid ervan. We lijken het soms te vergeten, maar we kunnen zelfs niet zonder die natuur. Maar juist de echte liefhebber weet ook hoe je diezelfde natuur soms moet vrezen, hoe diezelfde schoonheid, die bijzondere wereld dodelijk voor mensen kan zijn. Een combinatie van vrees en liefde voor de natuur, dat is denkbaar. Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 3 van 6
Maar voor God? Misschien zit de vrees voor God wel in het feit dat wij God eigenlijk niet kunnen kennen. God gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Hoeveel de bijbel ons ook over God vertelt, helemaal weten we het niet, er blijven altijd vragen. Woorden, verhalen in de bijbel die schuren, die een ongemakkelijk gevoel geven, ze zijn er genoeg. Soms is het wel duidelijk dat het woorden en verhalen uit een andere tijd en cultuur zijn, die kun je vrij makkelijk negeren. Wat bij een spreuk als 'de vrees voor de ENE is het begin van wijsheid' kan helpen, is te bedenken dat in de bijbel minstens zo vaak wordt gezegd 'Vrees niet' 'Vrees niet, ik ben met u' belooft God al aan Abram. Wat ook kan helpen is dat we weten dat Gods liefde en trouw voorop staan. Maar we hebben het zoveel over Gods liefde, dat we misschien wel te weinig oog hebben voor die andere mogelijkheid: God die zo anders is dan alles en iedereen die wij kennen, God die ook wel iets ontzagwekkends in zich heeft, God die misschien wel niet alleen maar lief en leuk en aardig is. En daarom is het wijs om ontzag voor God te hebben. Vrees of ontzag voor God en toch niet of juist daarom niet in angst hoeven leven. Weten dat we ons bij God geborgen mogen weten, God die boven alles uit gaat, maar ook God die heel serieus genomen wil worden, die op de eerste plaats wil komen. Wijs is het als God de leidraad voor je leven is, je bron van inspiratie, je wegwijzer. Dat is de God van het verbond die een God van leven is en wil dat wij leven. Wijsheid is Gods goede weg ten leven. Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 4 van 6
Dat is waar Spreuken 9 vanuit gaat. Het is een hoofdstuk dat heel eenvoudig in 3 delen te verdelen is: Het 1e deel gaat over vrouwe wijsheid. Zij deelt met gulheid haar goede gaven uit: die leven geven, goed leven. Een huis, een maaltijd en een weg van inzicht die symbool staan voor alles wat we nodig hebben: lichamelijk en geestelijk, de wijsheid is een manier van leven. Het 2e deel is het centrum, de kern van de tekst: wat wijsheid is en dat de wijze nog wijzer kan worden omdat een wijs mens bereid is te luisteren als anderen hem de les lezen. Wijsheid wordt hier ook verbonden met rechtvaardigheid. De dwaze daartegenover denkt het zelf wel te weten en staat niet open voor kennis van anderen. Het 3e deel van het hoofdstuk vormt het contrast met het 1e deel Hier gaat het over vrouwe dwaasheid. Wat zij mensen voorspiegelt lijkt heel mooi, maar brengt alleen maar ellende, het is korte termijn denken en schone schijn. Wat zij biedt is een dodenmaal. Mensen die ten koste van anderen leven richten zichzelf en de aarde ten gronde. Jezus spreekt in zijn gelijkenis van een zelfde tegenstelling tussen wijs en dwaas Wijs zijn de maagden die extra olie mee hebben genomen en hun lampen de hele nacht brandend houden. Dwaas is het om te denken dat het vanzelf wel goed komt. In deze gelijkenis gaat het om een zelfde soort tegenstelling als in Spreuken. Niet de ene helft van de mensheid of van alle vrouwen komt bij God voor een gesloten deur te staan en de andere helft niet. Maar: ieder mens heeft 2 mogelijkheden, heeft keus uit 2: wijsheid of dwaasheid. Daarom is het onmogelijk in dit verhaal Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 5 van 6
om het licht van de lampen of de olie te delen. Dat zou in het echte leven best kunnen. Maar Jezus wil met dit verhaal iets anders duidelijk maken: Ieder mens moet haar eigen leven leven, ieder mens moet zelf kiezen, heeft een eigen verantwoordelijkheid die niemand van je over kan nemen. Dat het over lampen en olie gaat is niet omdat het toevallig wel mooi uitkwam en het zo'n leuk verhaaltje oplevert. Lampen en licht zijn in de bijbel bij uitstek de symbolen voor Gods geboden, zoals je bij het licht van een lamp ziet waar je heen gaat, zo wijzen Gods geboden ons de weg. Ook hier is de boodschap weer dat het wijs is om ten allen tijden God en de regels ten leven een plaats in je leven te geven, om je daardoor te laten leiden, om rechtvaardig te leven, op het licht gericht, ook als het wachten lang duurt, om te blijven geloven, te blijven bidden en wachten, te blijven vertrouwen op God die ons een vader en een moeder wil zijn, de hoop niet verliezen, leven in liefde. En dan belooft God ons een warm welkom in zijn huis. Dat zal een droom zijn, als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap Wij zullen zingen, lachen, gelukkig zijn. Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap, dat zal een droom zijn. Amen.
Margo Trapman – preek 30 oktober 2011 - pg 6 van 6