zolang niet alles is verteld
1
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 1
08-07-13 18:02
2
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 2
08-07-13 18:02
Marre van Dantzig
Zolang niet alles is verteld een kleine kroniek van mijn vader
UITGEVERIJ DE BROUWERIJ
2013 uitgeverij de brouwerij maassluis
3
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 3
08-07-13 18:02
Tweede druk © 2013 Marre van Dantzig www.marrevandantzig.nl Foto omslag: Marre van Dantzig Omslagontwerp: Linda Hirzmann | www.bravebox.nl
brainbooks www.uitgeverijdebrouwerij.nl isbn: 978 90 78905 62 2 nur: 320
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door printouts, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 4
08-07-13 18:02
ik groet u, zachte herinnering in de weerspiegeling van een wandeling Daddy, 18 juni 1972
5
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 5
08-07-13 18:02
Voor mijn moeder
6
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 6
08-07-13 18:02
Toonladders Zijn vingers kunnen de viool niet meer hanteren, de auto moet hij laten staan, ’s nachts zoekt hij naar de kamer die hij net verlaten heeft. Zijn dagen zijn gevuld met hindernissen, hij krimpt en kromt almaar. Ineens besef ik dat ik snel moet zijn als ik zijn leven, zijn verhalen wil bewaren. We zitten samen aan de keukentafel. Een blocnote tussen ons in. Zijn zinnen meanderen alle kanten uit. Ik probeer hem bij de les te houden: ‘Hebben ze een brief achtergelaten?’ ‘Nee, ik geloof het niet...’ Vaag, al zijn antwoorden zijn vaag. Mijn moeder trekt zich terug. Haar ijzersterke geheugen maakt hem razend alsof ze met hem concurreert en alles beter weet. Mijn vader zoekt naar woorden en spant zich in om een beeld van zijn grootouders op te roepen: ‘Twee schatten, die een en al warmte uitstraalden... Ze waren dol op elkaar. Ik logeerde er vaak... Ruik nog die geur van Turkse sigaretten in opa’s vest...’ In zijn kinderjaren betekenden ze meer voor hem dan zijn eigen ouders. Verontwaardigd zegt hij: ‘Vader had een hekel aan mijn krullen, ik moest ze gladstrijken,’ en op diezelfde toon, ‘ze stuurden me twee zomers naar een kostschool in Sankt Moritz. Mevrouw Ballegooien was verrast... ik kreeg een negen.’
7
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 7
08-07-13 18:02
De naam van zijn Franse lerares welt zonder haperen in hem op. Na dit uitstapje keert hij terug naar zijn grootouders en grinnikt onverwacht: ‘Dat gerommel met die kist... Ik stikte bijna van de lach.’ ‘Hoe oud was je toen?’ We rekenen uit dat mijn vader zeventien was toen zijn grootouders samen uit het leven stapten. In mei 1940. Hij herinnert zich de tocht van Rotterdam naar Den Haag met de auto, hoe verlangend hij was om zijn grootouders te zien, om ze deelgenoot te maken van de angstige uren die ze hadden doorgemaakt. Om ze te vertellen over de ingestorte huizen aan de overkant van de Heemraadssingel. Hoe ze met zijn allen in de statige huiskamer hadden gezeten. Zijn ouders, zijn zus en hij, met pannen op hun hoofd tegen rondvliegende granaatscherven. ‘De telefoon werkte niet meer, we konden opa en oma niet bereiken.’ Mijn vader slurpt van zijn thee en tuurt daarna langdurig in het kopje. Ik dring aan: ‘En toen?’ Onderweg passeerden ze tanks en legertrucks met jonge Duitse knullen erop, gezond en bruin, hij weet het nog precies. Zijn vader vloekte. De auto stopte voor het huis van zijn grootouders. Het adres staat in zijn geheugen gegrift: Waterstraat 12. De gordijnen waren dicht, op klaarlichte dag. Het gezicht van mijn vader betrekt. De beelden van de begrafenis wellen in hem op. Hij ziet weer voor zich hoe zijn grootouders samen naar hun laatste rustplaats zijn gebracht. Een van de dragers struikelde. De kist kon nog maar net opgevangen worden. De treurenden hielden hun adem in. Mijn vader
8
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 8
08-07-13 18:02
stikte bijna in een onderdrukte lach. Zijn zus, Sara, reageerde verstoord: ‘Toe nou, stil.’ Hij durfde niet meer omhoog te kijken uit angst een glimp op te vangen van de wiebelende kist. Hij durfde ook niet meer opzij te kijken naar zijn zusje; haar vermaningen werkten nog heftiger op zijn lachspieren. ‘Ik kreeg de slappe lach op hun begrafenis...’ Mijn vader huilt. Gingen ze ervan uit dat hun kinderen en kleinkinderen waren omgekomen bij het bombardement op Rotterdam? Hebben ze de verschrikkingen van de oorlog niet willen afwachten? Mijn moeder kijkt om de hoek van de keukendeur. Ze hoort mijn vragen. ‘Opa Kaya had Joodse vluchtelingen onder zijn klanten. Zij wisten heel goed wat hen als Joden te wachten stond,’ zegt ze zacht. Mijn vader zwijgt even na de interruptie van mijn moeder. Aarzelend, zoekend komt hij weer op gang en vertelt hoe zijn grootvader verstrikt raakte in de aandelenhandel en schulden maakte, grote schulden. Hij zou bankroet zijn gegaan als zijn schoonzoon hem niet geholpen had. ‘Die vernedering,’ zegt mijn vader, ‘daar zijn ze nooit meer overheen gekomen.’ En prompt erachteraan: ‘Zij namen me mee naar concerten in het Kurhaus. Door hén ben ik viool gaan spelen. Zij luisterden naar mijn eerste oefeningen alsof ik een sonate van Mozart speelde.’ Zijn stem klinkt warm en zijn woorden doen me denken aan het vertrouwde geluid van toonladders waarop ik als kind in slaap werd gesust.
9
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 9
08-07-13 18:02
Bas Bij mijn vader is vorige week de ziekte van Parkinson geconstateerd. Het vonnis kwam niet uit de lucht vallen; de neuroloog bevestigde de diagnose van de huisarts en zette elf kenmerken op een rijtje, die precies bleken te kloppen. Mijn vader hallucineert bovendien. Hij ziet vreemde vogels die in geen velden of wegen te bekennen zijn. De specialist zegt dat dat een bijwerking van zijn medicijnen is. Mijn ouders wonen aan de rand van het bos op de enige berg die Midden-Nederland rijk is. Al meer dan vijftien jaar wandelt mijn vader door het bos met Bas, zijn rafelige hond. Ze maken steeds hetzelfde rondje. Bas verdwijnt af en toe, hij luistert helemaal niet. ‘Bas waar ben je, Bas kom.’ De flinterdunne stem van mijn vader probeert tevergeefs boven het ruisen van de bomen uit te komen. De oude hond rent voor hem uit, zijn staart als een vlag in de wind. Eenmaal per week krijgt Bas een borstelbeurt en knipt mijn vader de klitten uit zijn vacht. Gedwee ondergaat hij de zorg van zijn baas. Zondag belde mijn moeder in alle staten om te zeggen dat mijn vader een stukje uit het oor van Bas had geknipt. De wond bloedde verschrikkelijk. De dierenarts vond Bas te oud om te verdoven. Het oor kon niet gehecht worden.
10
Binnenwerk-ZNAIV-03-05-2013.indd 10
08-07-13 18:02