Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum
67
november 2008
Themanummer over neurologie
Tien jaar onderzoek naar MS Zit verslaving in de hersenen? Parkinson-gen ontdekt in Turkse gemeenschap
Neuro-oncologie, een dubbel specialisme
Zoektocht naar ziek hersenweefsel
02
inhoud
Synaps 67, november 2008, veertiende jaargang 04 Ziek hersenweefsel opsporen Een nieuwe techniek, waarbij diepte-elektroden in de hersenen worden gebracht, kan de bron van epilepsie traceren. Maar er komt heel wat bij kijken, voordat zo’n operatie mogelijk is.
09 MS centrum Amsterdam jubileert Tien jaar onderzoek naar MS heeft veel opgeleverd, vooral op het gebied van diagnosestelling.
10 Portret Prof. dr. Martin Taphoorn, over het dubbele van de 04
neuro-oncologie: ‘Als neuroloog wil je het brein beschermen, als oncoloog moet je soms een agressieve aanpak hanteren.’
14 Parkinson-gen getraceerd Genetisch onderzoek in een gesloten Turkse gemeenschap heeft een stukje DNA en een compleet gen opgeleverd die verband houden met het ontstaan van de ziekte van Parkinson.
18 Fel licht geeft rust Blootstelling aan extra helder licht helpt dementie patiënten met een verstoord slaappatroon.
19 Z ijn verslaafden ziek? Drie reacties in Uitgelicht. 10 03 Eureka!
Promovenda Alida Gouw bekijkt schade aan de kleine hersenvaten 08 Kort en column 13 Samenwerking
Test biomarkers getest
16 Kort en agenda
Hersenen meten
Opmerkelijk Kinderen met extreem overgewicht hebben afwijkende patronen van hersenactiviteit. De communicatie tussen de verschillende hersengebieden is anders bij dikke dan bij slanke kinderen, bleek uit VUmc-onderzoek.
20 Synaps
Nummer 67
Adviescommissie Harry Fransen, Sietske Grol, Erna Alberts, Gerrit Veen Tekst Rob Buiter, Marten Dooper, Monique Koudijs, Wilma Mik, Mirjam Schöttelndreier, Petra ter Veer Beeld Mark van den Brink, Annette van der Goes, Aad Goudappel, Maartje Kunen, Harry Meijer, Ivar Pel, ShutterStock, Universiteitsmuseum Utrecht Coverfoto: Harry Meijer Verder werkten mee Peter Cohen, Minne Langendijk, Marieke Visser, Taco de Vries Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam
Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 Fax (020) 444 3450 E-mail:
[email protected]
Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps
18
Lees meer op pagina
Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Mariet Bolluijt, Edith Krab, Marcel Licher, Jan Spee, Petra ter Veer
Adreswijzigingen
[email protected]
20 Toen & Nu
Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt 5 keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren.
Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht
EN VERDER:
Colofon
16
VU medisch centrum en Stichting Buitenamstel Geestgronden werken officieel samen. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl © VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
03
EUREKA!
Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers aan VUmc. Wie zijn deze mensen en wat doen ze? Bij het Alzheimercentrum VUmc onderzoekt Alida Gouw de oorzaken en de gevolgen van schade aan de kleine hersenvaten bij ouderen.
< tekst Rob Buiter foto Ivar Pel>
‘Schade aan de kleine hersenvaten kan veel oorzaken hebben’
J
Je onderzoekt ‘schade aan de kleine
vinden tussen de kenmerken van het MRI-
hersenvaten’?
beeld en klinische symptomen. In een ver-
Er bestaan verschillende vormen. Zo kunnen
volgonderzoek heb ik hersenen van over
we op MRI-scans van de hersenen zogenoem-
ledenen bekeken. Ook daar hebben we
de wittestofafwijkingen herkennen.
geprobeerd een relatie te leggen tussen
Verschillende onderzoekers hebben in het
het MRI-beeld en bijvoorbeeld de ziekte
verleden al gesuggereerd dat die afwijkingen
van Alzheimer.
een voorspelling zouden kunnen zijn van geheugenproblemen, depressie en uiteindelijk
Hoe ontstaat schade aan de kleine hersen-
dementie. Er bestaan ook ‘lacunes’. Dat zijn
vaten?
kleine infarcten, dieper in de hersenen, in het
Dat vroeg ik mij aan het begin van mijn pro-
stroomgebied van de kleine hersenvaten.
motieonderzoek ook af. Helaas weten we dat
Meestal worden deze kwalen samen ‘small
nog steeds niet precies. Het kan veel verschil-
vessel disease’, SVD, genoemd.
lende oorzaken hebben. In mijn onderzoek Naam
Wat heb jij precies onderzocht?
factoren voor hart- en vaatziekten ook een
Alida Gouw
Een belangrijk onderdeel was het onderzoek
risico vormen voor het ontwikkelen van SVD.
naar het functioneren van ouderen met witte-
Dan heb je het over bijvoorbeeld hypertensie
stofafwijkingen. In elf centra in Europa, waar-
en diabetes. Verder weten we nu ook dat ont-
onder Amsterdam, zijn in totaal 639 mensen
stekingsprocessen een rol spelen bij het ont-
drie jaar lang gevolgd. Aan het begin en aan
staan van wittestofafwijkingen van demente
het einde van die drie jaar hebben zij een
ouderen.
Cerebral small vessel disease on MRI: clinical impact and underlying pathology
small vessel diseases bekeken en vergeleken
Dus geen ‘Eureka!’ kunnen roepen?
PROMOTOR
met eventuele klinische symptomen, zoals
Echte doorbraken hebben we nog niet
vergeetachtigheid. Uit dat onderzoek bleek
bereikt. Maar we hebben wel ontdekt dat je
dat de problematiek behoorlijk divers is. Er
met de nieuwste MRI-technieken een verschil
was niet makkelijk een één op één relatie te
kunt zien tussen de wittestofafwijkingen van
MRI-scan ondergaan. Ik heb op die scans de
Alzheimerpatiënten en niet-demente oude-
‘Ik heb MRI-scans
ren. En we weten nu dat je met de beste
vergeleken met
herkennen of de weefselveranderingen licht
symptomen als
delijk een aanzet kan zijn om te voorspellen
vergeetachtigheid’
MRI-technieken bij levende mensen kunt of juist ernstig zijn. Misschien dat dit uiteinwelke patiënten risico lopen om ook echt symptomen te krijgen van SVD.
Geboren
02-07-1978
Paspoort
heb ik wel laten zien dat de bekende risico
Opleiding
Geneeskunde, Universiteit Utrecht PROMOTIEONDERZOEK
De hoogleraren Philip Scheltens en Frederik Barkhof co-promotor
Dr Wiesje van der Flier promotiedatum
Voorjaar 2009 AMBITIE
‘Als we door vervolgonderzoek schade aan de kleine hersenvaten zouden kunnen voorkómen of genezen, dan zouden we misschien ook iets kunnen doen aan de – nu nog ongrijpbare – ziekte van Alzheimer’
november 2008
Synaps
epilepsie-diagnostiek
04
Synaps
‘Het is niet uitgesloten dat epilepsie-diagnostiek in de toekomst helemaal niet-invasief zal kunnen verlopen’
Nummer 67
05 van diepte-elektroden in de hersenen kon worden vastgesteld waar de bron van haar epilepsieaanvallen zat. ‘Met deze nieuwe techniek kunnen we een tot nu toe onbehandelbaar deel van de patiënten wellicht wél helpen’, aldus klinisch neurofysioloog Hanneke Ronner en neurochirurg Hans Baayen.
Nieuwe techniek met diepte-elektroden
Ziek weefsel vinden tussen gezond hersenweefsel
A
Als een epilepsiepatiënt niet reageert op medicijnen, is het soms mogelijk om een deel van de hersenen chirurgisch te verwijderen, waardoor de epileptische aanvallen stoppen. ‘Je moet dat stukje hersenweefsel ook echt leren zien als ‘ziek-makend’, al zie je dat niet aan de buitenkant’, vertelt Hanneke Ronner. Ronner is klinisch neurofysioloog en met neurochrirurg Baayen betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe vorm van epilepsiechirurgie. ‘Het is weefsel waar iemand alleen maar hinder van ondervindt. Maar de grote vraag is steeds: hoe vind je dat zieke weefsel tussen al het gezonde hersenweefsel?’ Vaak kan dat door een aantal onderzoeken te combineren. Op video-opnames van een epileptische aanval kun je aan de verschijnselen die de patiënt vertoont – bijvoorbeeld verkramping van een hand of taalstoornissen – afleiden welke hersengebieden betrokken zijn. Komt die informatie overeen met de elektrische informatie uit een EEG en eventuele afwijkingen die je op een MRI kunt zien, dan hebben neuroloog en neuro-
epilepsie-diagnostiek
Een vrouw van 36 jaar had de primeur: zij was de eerste in Nederland bij wie met behulp
chirurg vaak al voldoende informatie om te weten uit welke plek in het brein het probleem komt. Als dat zogenoemde ‘focus’ niet in een cruciaal deel van het brein ligt, kan het mogelijk chirurgisch worden verwijderd. Maar niet bij alle patiënten wijzen deze onderzoeken naar één bron. Dan is aanvullende diagnostiek nodig. ‘Eén van de mogelijkheden is een zogenoemde gridregistratie’, vertelt Ronner. ‘Je legt dan een aantal matjes met elektroden direct op het brein, onder de schedel op de plek waarvan je denkt dat de epilepsie vandaan komt. Maar ook daarmee kun je niet alle plekken in kaart brengen; al was het maar omdat je niet overal op het brein zo’n matje kunt leggen.’
Geen alternatief Epilepsiechirurgie is vrij zeldzaam. In ons land worden maar 85 mensen per jaar behandeld. De indicatie wordt centraal, in een landelijke werkgroep, besproken. Ronner: ‘Op een gegeven moment stonden er negen mensen op de wachtlijst voor chirurgie, bij wie het
noch via de gewone diagnostiek, noch via een grid-registratie mogelijk was om exact de bij een aanval betrokken gebieden in kaart te brengen. Toen hebben de landelijke werkgroep en VUmc besloten tot diagnose met behulp van diepte-elektroden.’ Er bestond geen echt alternatief, niet in Nederland en niet in het buitenland, vertelt neurochirurg Baayen. ‘Er wordt in Frankrijk wel geopereerd met een soort ring rond de schedel, waarlangs elektroden enigszins blind naar binnen worden geschoven. Maar die ingreep heeft wat betreft gewenste plaatsing zo zijn beperkingen en er is een risico op complicaties van maar liefst 5%. Het gaat dan vooral om kleine bloedinkjes en mogelijk ook infecties in en om de hersenen.’ De vrouw die afgelopen zomer de primeur beleefde, had epileptische aanvallen met op de MRI een afwijking in de slaapkwab. Maar het EEG, en ook de fysieke verschijnselen die ze vertoonde tijdens de aanvallen, wezen naar de iets hoger gelegen voorkwab. Om te ontdekken waar het probleem écht zat, werden november 2008
Synaps
epilepsie-diagnostiek
06 Epilepsiechirurgie Epilepsiechirurgie gebeurt in Nederland al sinds de jaren zeventig. Bij 10 tot 15% van de epilepsiepatiënten die niet reageren op de gangbare medicijnen, kan een ‘elektrische stoorzender in hun hersenen’ soms chirurgisch worden verwijderd. ‘Het klinkt heel simpel en het kan ook al vele jaren; in ons ziekenhuis sinds 2000. Maar nog steeds vind ik het een indrukwekkende ingreep’, zegt neurochirurg Hans Baayen. ‘Je snijdt per slot van rekening in een op het oog integer brein! Ik moet co-assistenten ook wel eens een beetje wakker schudden, figuurlijk gesproken. “Wat vind je hier nou van?” vraag ik ze wel eens, als ik net een flink stuk hersenweefsel uit iemands brein heb gehaald. “Wel cool” zei er laatst een. Als ik na een operatie op een scan kijk, en ik zie een gat waar eerst hersenweefsel zat, dan ben ik nog steeds ronduit gefascineerd.’
Voordat de diepte-elektroden bij de patiënt worden ingebracht, bepalen de artsen de gewenste posities van de elektroden met behulp van MRI-scans. Daarna vindt een fantoomstudie plaats, waarin wordt gekeken naar de technische haalbaarheid van de geplande trajecten van de elektroden.
tien flexibele elektroden, met tien contactpunten per stuk, tot enkele centimeters diep in haar brein geprikt. Na twee dagen observatie op de medium care ging zij, met de tien elektroden nog steeds in haar schedel, naar het epilepsiecentrum Meer en Bosch in Heem stede. Met vermindering van haar antiepileptica moest zij daar een aanval afwachten, die ook kwam. Het begin van de aanval werd keurig geregistreerd door enkele van de elektroden die continu aan een EEG-apparaat waren aangesloten. De bron van de epilepsie was nu bekend. Tien dagen na het inbrengen van de elektroden ging zij opnieuw onder het mes, nu om dat deel van de hersenen te verwijderen. Sinds die dag heeft de vrouw geen aanvallen meer gehad!
Veilige kant Een dergelijke operatie wordt pas uitgevoerd als de klinisch neurofysiologen zeker weten dat het focus van de epilepsie niet in een essentieel gebied van het Synaps
Nummer 67
‘Als een patiënt plotseling aanvalsvrij is, verandert zijn hele leven’ brein zit. Je hebt er natuurlijk niets aan als je na een operatie naast de epilepsie ook je spraak kwijt bent. ‘We blijven dan ook aan de veilige kant’, zegt Ronner. ‘Dat blijkt uit de vele testen die we voor en na de operatie doen. Motoriek, geheugen, spraak, alles wordt uitgebreid gemeten. De marginale achteruitgang van bijvoorbeeld taalgeheugen, die je heel soms in een testsituatie meet, blijkt in het dagelijks leven meestal geen relevante betekenis te hebben.’ In het algemeen heeft epilepsiechirurgie een succespercentage van ongeveer 70%. Dat percentage zal niet noodzakelijk omhoog gaan door deze ingreep. ‘Het belangrijkste is dat we mensen waarbij we de epilepsiehaard niet konden vinden, misschien toch chirurgisch
kunnen behandelen’, zegt Ronner. ‘Al is succes nog steeds niet verzekerd, door de nauwkeurige manier van lokaliseren van het epileptisch focus denk ik dat we een goed slagingspercentage zullen hebben.’ Het blijft echter een zeldzame ingreep. Baayen: ‘Eind september hebben we de tweede patiënt behandeld. Uiteindelijk hopen we zo’n vijf patiënten per jaar te helpen.’
Mentaliteitskwestie Het is vooral de voortgang in de beeldvormende techniek die deze nieuwe vorm van diagnostiek mogelijk heeft gemaakt. ‘Zonder voldoende resolutie op onze MRI-scans zou je nooit op een veilige manier tien elektroden in iemands brein kunnen steken. Dat kan
07
epilepsie-diagnostiek
nu wel’, zegt Baayen. ‘Tegelijk was het ook een mentaliteitskwestie. “In het brein prikken voor diagnostiek” was lange tijd taboe, ook gezien het relatief hoge complicatierisico van het Franse systeem. Maar na verloop van tijd zullen de collega’s er hopelijk aan gewend raken dat we niet alleen elektroden op het brein kunnen leggen maar – mits op een zorgvuldige manier – ook erin.’ Het is zeker niet uitgesloten dat epilepsie-diagnostiek in de toekomst helemaal niet-invasief zal kunnen verlopen. De magneto-encephalograaf (MEG) is daarvoor een mogelijke kandidaat. Dit apparaat meet de magnetische activiteit van de hersenen en dus ook de veranderde activiteit die aanwezig is bij patiënten met epilepsie. Ronner: ‘We hebben bij deze vrouw vóór de ingreep ook een MEGregistratie gedaan en de magnetische activiteit bleek erg goed overeen te komen met het uiteindelijk gevonden epileptisch focus.’
High tech Het effect van een succesvolle operatie is ingrijpend voor de patiënt. Ronner: ‘Het hele leven van deze mensen staat in het teken van regelmatige epileptische aanvallen. Ze kunnen meestal niet veilig zwemmen, niet aan het verkeer deelnemen, het is echt een invaliderende ziekte. Veel patiënten weten niet beter dan dat ze een paar keer per week overvallen worden door een epileptisch insult. Als een patiënt plotseling aanvalsvrij is, verandert zijn hele leven. Je kunt allerlei dingen gaan doen die je voorheen niet mocht. En soms blijft ook de onzekerheid of en wanneer de aanvallen terugkeren.’ Baayen wil benadrukken dat het niet per se de high tech van de diepte-elektroden is waar hij enthousiast van wordt. ‘Het gaat er vooral om dat meer mensen in aanmerking komen voor deze zinvolle ingreep. Er zijn helaas mensen die al vijftien jaar aanvallen hebben en niet goed op medicatie reageren, die hele goede epilepsiechirurgiekandidaten blijken te zijn. Blijkbaar denken hun behandelend artsen niet snel aan de mogelijkheid van epilepsiechirurgie.’ En dat, terwijl de effectiviteit en veiligheid aantoonbaar groter kan zijn dan die van anti-epileptica.
Om te ontdekken waar de bron van de epilepsieaanvallen precies zat, werden bij deze patiënt tien flexibele elektroden tot enkele centimeters diep in haar brein gebracht.
De ingreep Om diepte-elektroden in te brengen in de hersenschors wordt een epilepsiepatiënt onder narcose gebracht. Via kleine gaatjes door de huid en door de schedel wordt een flexibele elektrode van enkele millimeters dik, via een schacht tot enkele centimeters diep, in de hersenschors gebracht. De veilige locatie en ook de ‘route’ die de elektrode mag volgen, is vooraf vastgelegd. Zo zijn de posities van alle bloedvaten nauwkeurig in kaart gebracht met hulp van een MRI-scan. Zodra alle posities bekend zijn, worden de vaten en andere te vermijden gebieden in een zogenoemde neuronavigator ingevoerd, de ‘routeplanner’ voor de neurochirurg. Baayen: ‘De eerste operatie doen we “droog”, om te kijken of we de elektroden op zijn minst theoretisch in het gewenste gebied kunnen krijgen zonder bloedvaten te raken. Als dat mogelijk blijkt gaan we echt aan de slag.’ Bij het plaatsen wordt gebruik gemaakt van een soort statief, tot op tienden van graden nauwkeurig in positie. ‘Je kunt die elektrode natuurlijk niet uit de losse pols plaatsen’, zegt Baayen. ‘Het is zelfs zo dat als de richting van mijn statief niet overeenkomt met de veilige hoek die ik vooraf in de computer heb vastgelegd, het systeem de plaatsing van de elektrode blokkeert.’
november 2008
Synaps
08
colUmN
HoU Je HerSenS! vroeger had je goede hersens als je goed
lekker feesten en drinken, pubers hebben
kon leren. Deed je iets doms, dan gebruikte
het door de eeuwen gedaan. De laatste tijd
je je hersens niet. Dat was het zo’n beetje.
waarschijnlijk nog wat meer. Jammer, want
nu staan hersenen elke dag op het infor-
hersenonderzoek leert dat je van alcohol in
matiemenu. Sla een krant open, zet de tv
de groei een stuk dommer wordt. Komt net
aan, of er is iets met hersenen.
niet goed uit, qua verhoopte kenniseco-
vroeger at je bijvoorbeeld nog gewoon met
nomie.
je mond, tegenwoordig doen je hersenen
er zit geen wil in je hersenen. Die bestaat
dat voor je. echte dikmakers, die hersenen.
niet. eng hoor, onze hersenen doen maar
Had je ooit een norse chef, nu is hij licht-
wat, gaan hun eigen gang. en of je vroeg
autistisch. Kannie niks aan doen, dat hij
dement wordt of op je 115de nog helder
geen oog heeft voor zijn medewerkers:
denkt, zoals die mevrouw van Andel uit het
studeerde wijsgerig-historische pedagogiek en is
er is iets mis in zijn hersenen. Hij is wel
noorden van het land, ook dat weet je niet.
redacteur van de volkskrant. In Synaps bekijkt en
heel punctueel in budgetbeheer. Dat kun je
Dat maken je hersenen zelf wel uit.
becommentarieert zij de zorg vanuit het oogpunt
weer niet zeggen van die chef hiernaast: ze
Kan geen sudoku tegenop.
van een consument.
heeft altijd een bloemetje voor een nood-
Soms denk ik: hou toch eens je hersens!
ruftige werknemer, maar door die almaar
maar waar die uitdrukking vandaan komt,
communicerende hersenhelften is ze met
weet ik niet. Wel opvallend dat vroeger je
alles druk behalve met het budget.
mond dus toch ook al in je hoofd zat.
mirjam Schöttelndreier
er is nog veel hersenonderzoek nodig.
< foto Ivar Pel>
Jubileum VUmc mS Centrum Amsterdam
op woensdag
op 21 november 2008 vindt een groot sympo-
19 november
sium plaats ter gelegenheid van tien jaar mS
2008 ontvangt
Centrum Amsterdam. Sprekers zijn onder
marjo van der
andere Alexander rinnooy Kan en Job Cohen.
Knaap, hoogle-
Het symposium biedt een overzicht van de
raar kinder-
resultaten die tien jaar mS Centrum
neurologie aan
Amsterdam hebben gebracht en geeft een
Ieder vak heeft zijn eigen jargon. Zo ook de geneeskunde. Dan zijn er ook nog eens verschillen tussen ziekenhuizen onderling en tussen de verschillende afdelingen per ziekenhuis. Dat is voor leken en nieuwkomers vaak om gek van te worden! De neurochirurgie vormt hierop geen uitzondering. Hans Cohen heeft de in de dagelijkse praktijk meest gebruikte termen verzameld en in begrijpelijke taal uitgelegd. Dit handzame boekje is daarom van grote waarde voor zowel beginnende als ervaren neuroverpleegkundigen en zal ongetwijfeld zijn plaats weten te veroveren. Prof. dr. W. P. Vandertop Hoofd Neurochirurgisch Centrum Amsterdam
Zakwoordenboek neurochirurgie Tijdens zijn werk als Zakwoordenboek neurochirurgie
Hans Cohen * Zakwoordenboek neurochirurgie
NieUwS
Spinozapremie voor VUmchoogleraar
kort
voor verpleegkundigen Hans Cohen
neurochirurgisch ver verpleegkundige bij vUmc Umc miste Hans Cohen een handig naslagwerkje om even na te kunnen kijken
isbn 978 90 86 59097 1
vooruitblik op de komende tien jaar. een spe-
van minister Plasterk van oCW in de nieuwe
ciaal jubileumboek met foto’s van
Kerk in Den Haag. De premie is de grootste
mS-onderzoek en onderzoekers zal die dag
nederlandse onderscheiding in de weten-
worden gepresenteerd. Deelname is gratis.
was. Toen bleek dat iets dergelijks eenvou eenvou-
schap. elk jaar krijgen vier onderzoekers
Kijk op www.mscentrumamsterdam.nl
digweg niet bestond, besloot hij het zelf te
anderhalf miljoen euro, te besteden aan ontvangen de prestigieuze prijs voor hun voortreffelijk, baanbrekend en inspirerend onderzoek. Prof. dr. van der Knaap ontvangt de nWo-Spinozapremie 2008 voor haar
( 0 0 / $ ) ' ' / (00/$)''/DJ$fe[\iqf\b`e9\\c[
onderzoek naar keuze. De wetenschappers
DJ$fe[\iqf\b`e9\\c[ DJi\j\XiZ_`e@dX^\j
ticeerde verschillende nieuwe ziektebeelden
tomie of de proef van romberg omberg ook alweer
maken. Zijn jarenlange ervaring in het vakgebied en een subsidie van vUmc fonds resulteerden in een handzaam boekje met chirurgische praktijk, van aangezichtspijn tot zijventrikel. Zakwoordenboek neurochirurgie
voor verpleegkundigen, vU Uitgeverij. ISbn 978 90 86590 971, 110 blz., € 19,50
– wittestofziekten – bij kinderen. Zij diagnosLKc[Z_iY^Y[djhkc"FeijXki-&+-"'&&-C87cij[hZWc$ J0&(***/&..;0Xkh[WkciY[djhkc6lkcY$dbM0mmm$ciY[djhkcWcij[hZWc$db
VU University Press www.vu-uitgeverij.nl
meer dan duizend termen uit de neuro-
onderzoek naar ernstige hersenafwijkingen
SyNapS
wat een microdisec-
vUmc, de nWo-Spinozapremie uit handen
('aXXiDJ:\ekild8djk\i[Xd
met mrI en ontrafelde deze ziekten tot aan de verantwoordelijke genen. meer informatie op
té kort door de bocht voor u?
www.nwo.nl/spinozawinnaars
meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
NUmmer 67
Tien jaar VUmc MS Centrum Amsterdam
Continu onderzoek naar een moeilijk te doorgronden ziekte
MS-onderzoek
09
Sinds 1998 heeft Amsterdam haar eigen multidisciplinaire MS Centrum. Dit richt zich op vroege opsporing van de ziekte en behandeling op maat. Multiple Sclerose laat zich niet gemakkelijk doorgronden. Maar voor MS-patiënten is elke stap, hoe klein ook, er één. Resultaat van 10 jaar MS-onderzoek aan VUmc MS Centrum Amsterdam
T
Tien jaar geleden gold MS nog als ‘onbehandelbaar’. Langzaam aan worden nu de sluiers rondom deze ziekte opgeheven. Het MS Centrum, een samenwerkingsverband tussen verschillende afdelingen van VUmc, heeft vooral veel vooruitgang geboekt op het gebied van diagnosestelling. De grootste doorbraak hierin is het gebruik van MRI-scans van hersenen en ruggenmerg. In 1998 was dit nog een noviteit. Nu is het een erkend hulpmiddel om een betrouwbare diagnose – en daarmee de start van een remmende behandeling – te versnellen. De hier ontwikkelde Barkhof-criteria worden wereldwijd gebruikt om scans te beoordelen.
‘Lopend onderzoek roept steeds weer nieuwe vragen op’ Ook over het ontstaan van de ziekte is het laatste decennium meer bekend geworden. Zo is uit onderzoek gebleken dat een nieuwe laesie begint met een beschadigde wand tussen het bloed in de bloedvaten en het zenuwweefsel, de bloed-hersenbarrière. Hierdoor vindt
< t e k s t P e t r a t e r Ve e r f o t o A n n e t t e v a n d e r G o e s >
een invasie plaats van ontstekings cellen, vanuit het bloed naar het zenuwweefsel. Momenteel wordt onderzocht hoe dit proces is tegen te gaan. Erg belangrijk voor patiënten is het feit dat er meer aandacht is gekomen voor de omgang met MS, zoals professionele begeleiding door een MS-verpleeg kundige. Ook zijn er therapieën op de markt gekomen die het ziekteverloop gunstig beïnvloeden.
Genoeg plannen Het MS Centrum Amsterdam staat internationaal gezien op de kaart. Die positie vereist wel dat er continu kennis gegenereerd wordt door onderzoek en dat deze kennis wordt gedeeld met patiënten en behandelaars. ‘Lopend onderzoek roept steeds weer nieuwe vragen op’, aldus algemeen directeur en hoogleraar neurologie prof. dr. Chris Polman. ‘Welke biologische processen zijn bij MS verstoord? Hoe houd je de
invasie van ontstekingscellen of de afbraak van de myelineschede tegen? Ook zoeken we nog naarstig naar de biomarkers die verschillende typen MS onderscheiden. Kennen we die markers, dan begrijpen we het ziekteproces per individuele patiënt beter en kunnen we de behandeling daarop afstemmen. Plannen hebben we genoeg. Maar voor het realiseren van onze ambities hebben we geld nodig. Vandaar de oprichting van de Stichting Steun VUmc MS Centrum Amsterdam.’ Er is al een effectief middel op de markt, Natalizumab, dat voorkomt dat geactiveerde T-cellen ontstekingen veroorzaken. Helaas heeft het in zeldzame gevallen een ernstige bijwerking. Polman: ‘Patiënten worden daarop goed gescreend. Maar we blijven streven naar de ontwikkeling van een makkelijk toe te dienen oraal medicijn, zonder bijwerkingen, dat zenuwschade voorkomt of herstelt.’
Meest geciteerd Weekblad Medisch Contact publiceerde afgelopen mei een overzicht van de meest geciteerde klinisch-wetenschappelijke studies in 2006. Het artikel ‘Natalizumab bij multiple sclerose NEJM; 354; 899-910’, met Chris Polman als eerste auteur, stond op nummer één.
november 2008
Synaps
10
neuro-oncologie
Neuro-oncoloog Martin Taphoorn:
‘ Mensen met een hersentumor verdienen al onze aandacht’ ‘ We kunnen een hersentumor niet genezen, maar wel proberen om de gezonde hersenen zo goed mogelijk intact te laten. Zodat de patiënten tijdens en na de behandeling een zo goed mogelijk leven kunnen leiden. Voor deze kleine en daardoor vrijwel vergeten groep wil ik me inzetten.’ Martin Taphoorn is sinds een jaar bijzonder hoogleraar neuro-oncologie aan VUmc.
E
< t e k s t Wilma Mik f o t o's Harr y Meijer>
Een neuro-oncoloog verbindt twee specialismen die qua opvatting en aanpak uit ander hout zijn gesneden. Is het de taak van de neuroloog om voorzichtig en behoudend om te gaan met het kwetsbare zenuwstelsel, de oncoloog hanteert een agressieve aanpak van een agressieve ziekte. Taphoorn: ‘Aan de ene kant wil je het brein beschermen, want als je ingrijpt in de hersenen kan dat funeste gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Maar als je de tumor onvoldoende behandelt, krijg je hem niet weg met alle gevolgen van dien. Dat is het dubbele en het onmogelijke in mijn vak.’ Er zijn heel veel behandelaren bij een patiënt met een hersentumor betrokken: de neurochi-
Synaps
Nummer 67
rurg, de radiotherapeut, de oncoloog, de neuropsycholoog, de neuropatholoog, de neuroradioloog en de nurse practitioner. ´De neuro-oncoloog is degene die zo’n multidisciplinair team coördineert en aanstuurt en de patiënt adviseert. Daar ligt onze kracht.’
Verbintenis Taphoorn raakte tijdens zijn opleiding tot neuroloog aan VUmc al geboeid door de neurolo-oncologie. Ook in zijn werk in het UMC Utrecht en later het Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag kwam hij vaak in aanraking met de behandeling van hersentumorpatiënten. In VUmc is neuro-oncologie een speerpunt en Haaglanden maakt zich al
jaren sterk voor dit specialisme. En zo ontstond het idee van een verbintenis tussen VUmc en Haaglanden, die in persoon gestalte kreeg met Taphoorn. Hij werkt een dag in de week aan klinisch onderzoek in VUmc, de overige vier dagen in Den Haag. ‘Een mooie combinatie van werken in de kliniek, opleiden van arts-assistenten en het doen van klinisch onderzoek.’
Somber imago Neuro-oncologie is geen specialisme waar zich drommen artsen voor aandienen. Op zich zit neurologie al opgescheept met een somber imago: nare ziektes als MS, ALS, Alzheimer, waar je weinig tegen kunt uitrichten. Koppel
neuro-oncologie
11
‘ De leeftijd van veel hersentumorpatiënten ligt onder de vijftig jaar’
november 2008
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Behandeling RT (radiotherapie)/ PCV chemotherapie RT (radiotherapie)
100 misselijkheid/braken-score
Behandeling RT (radiotherapie)/ PCV chemotherapie RT (radiotherapie)
100 vermoeidheid-score
neuro-oncologie
12 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1
meetmomenten
2
3
4
5
6
7
8
meetmomenten
Weergave van de kwaliteit van leven score (op de items ‘vermoeidheid’
(‘niet moe’, ‘heel erg moe’, etc). De blauwe lijn geeft de experimentele
en ‘misselijkheid/braken’ van glioompatiënten tijdens en na behande-
behandeling aan, de rode de standaardbehandeling.
ling. De helft van de patiënten kreeg de standaardbehandeling (alleen
In de grafiek is te zien dat patiënten tijdens en kort na de intensieve/expe-
bestraling), terwijl de andere helft de experimentele behandeling kreeg
rimentele behandeling tijdelijk meer last hadden van vermoeidheid en
(bestraling gevolgd door PCV chemotherapie).
misselijkheid/braken in vergelijking met patiënten die de standaardbehan-
De patiënten gaven op 8 meetmomenten, met een interval variërend
deling ondergingen. Tijdelijk, want na een aantal meetmomenten buigen de
van 6 weken tot 3 maanden, op een vragenlijst aan hoe zij zich voelden
blauwe en rode lijn weer naar elkaar toe.
daar ook nog eens kanker aan en je kunt geheel gedeprimeerd raken. Daar heeft Taphoorn geen last van. Integendeel. Voor hem is het juist een stimulans. ‘Er moet toch iemand zijn die zich over die patiënten ontfermt?’ Je moet er wel tegen kunnen, beaamt hij. ‘We kunnen niet genezen, maar ik wil me inzetten om de gezonde hersenen zo goed mogelijk intact te laten. Zodat de patiënten tijdens en na de behandeling nog een zo goed mogelijk leven kunnen leiden. De leeftijd van veel hersentumorpatiënten ligt onder de vijftig jaar. Dat zijn mensen die middenin het leven staan, een gezin hebben, een carrière. Die willen niet opgeven en daar moet je ook volledig voor gaan.’ Er hebben zich de afgelopen decennia interessante ontwikkelingen voorgedaan op zijn vakgebied. Uiteraard de stormachtige ontwikkeling van de beeldvormende technieken. Maar naast operatie en bestraling laat ook de toepassing van chemotherapie goede resultaten zien, iets wat twintig jaar geleden nog voor onmogelijk werd gehouden. Het zou de tumor niet bereiken en te schadelijk zijn voor mensen met hersentumoren. Ook radiotherapie blijkt veel minder schade aan te richten in het gezonde brein dan altijd werd gedacht.
Verplichting De neuro-oncologie-groep in VUmc concentreert zich ondermeer op cognitie en kwaliteit van leven van hersentumorpatiënten. De groep behoort tot de belangrijkste in de wereld. Taphoorn: ‘Als mensen langer leven door een behandeling is dat op zich positief. De grote vraag is alleen: hoe ziet dat leven er uit? Als er van de persoon niet veel meer over is, wat heb je dan gewonnen? We willen daarvoor graag een meetinstrument ontwikkelen. ‘(zie kader). Een studie die al loopt, zoekt naar revalidatiemethoden om cognitieve achteruitgang aan te pakken. Een ander onderzoek brengt de laatste levensfase in
kaart. De patiënten zijn uitbehandeld en worden terug verwezen naar de huisarts. Hoe gaat het in die laatste fase met hen? Krijgen ze veel hoofdpijn, epileptische aanvallen, zijn ze verward, depressief of angstig? Hoe redt de partner het? Kan de huisarts het aan? ‘Ik vind dat wij de verplichting hebben de patiënten, hun omgeving en de hulpverleners zo goed mogelijk te informeren en ze op een goede en eerlijke wijze voor te bereiden op wat hen te wachten staat.’ Waar we kunnen, willen we ondersteuning bieden. Niet met de illusie dat ze daardoor langer leven, maar hopelijk wel met een betere kwaliteit van leven.
Meten hoe het met de patiënt gaat Een onderzoek dat op stapel staat, is het ontwikkelen van een meetinstrument dat achterhaalt hoe de patiënt met een hersentumor functioneert tijdens behandeling en daarna. De behandeling is aangeslagen, de tumor is kleiner geworden of zelfs verdwenen, maar hoe gaat het nu werkelijk met die patiënt? De hersenscans laten mooie resultaten zien, de patiënt leeft nog een aantal jaren, maar soms heeft hij er geen weet meer van wie hij is, de cognitieve functies zijn ernstig aangetast. De meet resultaten van een specifieke functieschaal voor hersentumorpatiënten moeten inzicht geven in de effecten van behandeling. Aan de hand daarvan kunnen behandelingen worden aangepast of zelfs niet meer worden toegepast. Het belang voor de patiënt is groot en dit zal ook belangstelling wekken bij de overheid, zorgverzekeraars en patiëntenverenigingen.
Synaps
Nummer 67
13
samenwerking
VUmc streeft naar een nauwe samenwerking met andere organisaties op zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal niveau. Sinds 2000 werkt het NUBIN (NeuroUnit Biomarkers for Inflammation and Neurodegeneration) van VUmc samen met het Institute of Neurology in Londen in haar onderzoek naar biomarkers die schade aan zenuwvezels aantonen.
tests testen
Charlotte Teunissen,
Axel Petzold,
senior onderzoeker moleculaire celbiologie en
Consultant Neurologist, Institute of Neurology,
immunologie VUmc, coördinator NUBIN en
University College London
stichter/coördinator van BioMS-eu
‘In 2000 ontwikkelde ik een test voor het herken-
‘Het doel van het NUBIN is de krachten te
nen van biomarkers van neurodegeneratie. Omdat
bundelen om betere biomarkers vast te stellen
het een van de eerste beschikbare tests was,
van ziektes als bijvoorbeeld Alzheimer of
wilde het NUBIN graag samenwerken. In 2001
Multiple Sclerose (MS). Bij beide neurodegene-
presenteerden wij gezamenlijk de resultaten van
ratieve ziekten zijn de neuronen aangetast,
een eerste studie bij MS-patiënten op het World
waardoor er een eiwit – de biomarker – vrij-
Congress Neurology in London. De test bleek
komt in de hersenvloeistof en bij ernstige aan-
snel, nauwkeurig en heel gevoelig bij het meten
doeningen ook in het bloed. Het is belangrijk
van neurofilamenten, zeer kleine eiwitten die de
om deze eiwitten vroegtijdig te kunnen her-
mate van schade aan axonen, de zenuwuitlopers
kennen. Om dat doel te bereiken wisselen we
van zenuwcellen, weerspiegelt. Je kunt hem
met alle labs van ons Europese BioMS-netwerk
bovendien zowel op het bloed als op de hersen-
ideeën uit en verzamelen we gezamenlijk vol-
vloeistof uitvoeren. Momenteel testen we de
doende patiëntenmonsters: hersenvloeistof is
betrouwbaarheid van de test op grote schaal.
heel erg schaars en één lab kan nooit alleen
NUBIN is een belangrijk initiatief voor biomarker-
een goede studie doen.
onderzoek. De coördinatie van dit project voeren
Axel Petzold, werkzaam bij het Institute of
wij uit met het NUBIN. Bovendien werk ik samen
Neurology in Londen, heeft een test ontwik-
met het NUBIN als extern expert, voor advies en
keld om biomarkers te herkennen. Deze test
overleg bij problemen. We schrijven, samen met
hebben wij gezamenlijk bij 35 internationale –
anderen uit het BioMS-netwerk, richtlijnen voor
voornamelijk Europese – universitaire labora-
gebruik van specifieke biomarkers – zoals neuro-
toria uitgezet, inclusief een tweede test van
filamenten – in de praktijk, die wereldwijd gepu-
een wetenschapper uit Zweden en een aantal
bliceerd worden.’
patiëntenmonsters. De beide tests worden her en der wel gebruikt, maar niemand heeft ooit gekeken hoe betrouwbaar ze zijn of ze op
Voor meer informatie over het NUBIN, kijk op
grote schaal getest. Het wachten is nu op de
www.vumc.nl/afdelingen/NUBIN/
resultaten.’
Meer over het Europese netwerk van MS-biomarker onderzoek, is te vinden op www.bioms.eu
november 2008
Synaps
14
klinische genetica
Genetisch onderzoek in Turkije, Colombia en Nederland heeft een stukje DNA en een compleet gen opgeleverd die verband houden met het ontstaan van de ziekte van Parkinson. ‘Niet alleen kan deze nieuwe kennis de weg openen naar nieuwe ideeën over het ontstaan van de ziekte van Parkinson, ook leert het ons hoe ingenieus het menselijk genoom gebruikt maakt van de informatie die het bevat’, stelt onderzoeks leider prof. dr. Peter Heutink, verbonden aan de afdeling klinische genetica van VUmc.
Vondst ‘Parkinson-gen’ door slimme aanpak
E
Een geneticus die op zoek is naar een gen dat verband houdt met een bepaalde ziekte heeft wel wat weg van een ouderwetse bioloog, vindt Heutink. ‘Je verzamelt met je vlindernetje voortdurend mooie populaties waarin je de kenmerken vergelijkt van mensen met en mensen zonder de ziekte.’ Dat vergelijken van kenmerken betekent in het tijdperk van de moleculaire biologie het uitvoeren van een zogeheten genoomwijde associatiestudie (zie kader). Omdat het DNA van de bevolking allerlei kleine verschillen bevat, vergt dergelijk onderzoek normaal gesproken duizenden gezonde mensen en duizenden mensen met de ziekte en honderdduizenden verschillende DNA-markers om met enige zekerheid te kunnen zeggen dat een marker verband houdt met de betreffende ziekte. Wat deze studies kostbaar en tijdrovend maakt.
wenlang amper mensen van buitenaf bijkomen en waar de ziekte van Parkinson in verhoogde mate voorkomt. Genetisch gezien zit er in zo’n gesloten gemeenschap veel minder variatie dan normaal. Verschillen in het DNA tussen gezonde personen en mensen met een bepaalde ziekte zullen daardoor eerder verband houden met de betreffende ziekte.’ Het onderzoek leverde inderdaad een DNA-marker op die in het betreffende dorp overerft met de ziekte van Parkinson. Heutink: ‘Toen we vervolgens het DNA rondom die marker verder onder de loep namen, werden we verrast. Aan beide kanten van de marker
kwam, op moleculaire schaal, in de verste verte geen enkel gen voor! Anderzijds bleek de marker wel te zitten in een stuk DNA dat evolutionair geconserveerd is. Een aanwijzing dat het betreffende stuk DNA een onmisbare functie heeft.’ Verder onderzoek in enkele andere populaties bood uitkomst. ‘Om toeval uit te sluiten, hebben we de aanwezigheid van de marker ook onderzocht in het DNA van enkele andere ‘Parkinsonpopulaties’. De marker bleek ook in deze populaties over te erven met de ziekte. Maar in enkele populaties vonden we een tweede marker die overerft met de ziekte. Deze marker bevindt zich wel in een gen, zij het een heel stuk verderop.
Associatiestudie Het zoeken naar een gen dat verband houdt met een ziekte start doorgaans met het uitvoeren van een zogeheten genoomwijde
Synaps
‘Parkinson-populaties’
associatiestudie. Hiervoor wordt het DNA van gezonde mensen
Door gebruik te maken van geïsoleerde bevolkingsgroepen, hadden Heutink en zijn collega’s echter genoeg aan amper 100 personen en zo’n 10.000 markers om een ‘Parkinson-gen’ te vinden. ‘Via contacten met Turkse collega’s kwamen we terecht in het dorpje Kizilcaboluk, een gesloten gemeenschap waar al eeu-
en mensen met de betreffende ziekte onderzocht op de aanwe-
Nummer 67
zigheid van zogeheten DNA-markers. Dit zijn bekende, kleine var ia nten in het DNA, zogeheten SNP’s. Loopt de overerving van een bepaalde marker in de onderzochte bevolking parallel aan de overerving van de ziekte, dan is dit een aanwijzing dat in de buurt van die marker een gen ligt dat betrokken is bij het ontstaan van de ziekte. Verder onderzoek kan zich dan richten op de genen die voorkomen op dit deel van het DNA.
klinische genetica
15
En wat nog mooier is, het lijkt er op dat de activiteit van dat gen, Grin3a geheten, onder controle staat van het DNAfragment dat we met onze oorspronkelijke marker hebben gevonden. Variatie in dat stuk DNA blijkt van invloed op de activiteit van Grin3a, een gen dat de aanmaak verzorgt van een zogeheten glutamaatreceptor. Glutamaat speelt een belangrijke rol bij de normale functie van de basale ganglia, de hersencellen
‘DNA-onderzoek kan een totaal nieuwe kijk geven op het ontstaan van een ziekte’
Schematische weergave van DNA-markers bij Parkinsonpatiënten In het hier beschreven onderzoek is een sterke associatie gevonden tussen veranderingen in DNA, DNA-markers, en het ontstaan van de ziekte van Parkinson. De illustratie zoomt in op het DNA van een zenuwcel van een Parkinsonpatiënt. In één groep van patiënten gaat het om een mutatie die ver buiten een gen ligt, maar toch invloed lijkt te hebben op de functie van het GRIN3a-gen en/of het PPP3R2-gen (paarse DNA-marker). Een tweede verandering, gevonden in een
die bij de ziekte van Parkinson aangetast raken. Hoe dit precies in zijn werk gaat, weten we nog niet. Mogelijk is dit stuk DNA een bindingsplaats voor transcriptiefactoren of beïnvloedt het de methylering van naburige genen. Ook is nog niet bekend hoe variaties in de activiteit van Grin3a dan het risico verhogen op het ontstaan van de ziekte van Parkinson.’
Junk-DNA Voor de Parkinsonpatiënt van vandaag de dag is het nut van deze resultaten, inmiddels aangeboden aan het vakblad American Journal of Human Genetics, vooralsnog beperkt, stelt Heutink. ‘Je kunt eventueel aan de hand van dit gen nagaan wie een verhoogde kans heeft op de ziekte. Maar Parkinson is een ziekte die in de meeste gevallen maar voor een klein deel berust op DNA-varianten.’ Wel kunnen de resultaten van dit onderzoek mogelijk de weg wijzen naar nieu-
andere groep patiënten, ligt op een stukje van het gen dat alleen in het mRNA van deze genen voorkomt, en niet codeert voor eiwit maar wat waarschijnlijk betrokken is bij de stabiliteit van het mRNA en op deze wijze ook de functie van het gen beïnvloedt (fuchsia DNA-marker).
we ideeën over het ontstaan van de ziekte van Parkinson en indirect de weg naar nieuwe therapieën, legt Heutink uit. ‘Via DNA-onderzoek kom je terecht bij stukken DNA, al of niet onderdeel van een gen, die je vanuit de ziekteverschijnselen misschien helemaal nooit in verband zou hebben gebracht met de betreffende ziekte. Zo kun je een totaal nieuwe kijk krijgen op het ontstaan van een ziekte, wat vervolgens kan leiden tot nieuwe therapieën. Daarnaast laten deze resultaten ons zien hoe ingenieus het menselijk genoom werkt. DNA dat niet
codeert voor een gen, in het verleden wel ‘junk-DNA’ genoemd, kan blijkbaar invloed uitoefenen op de activiteit van een gen dat een heel stuk verderop in het DNA ligt. Toen uit het Human Genome Project bleek dat de mens waarschijnlijk ‘maar’ 25.000 genen heeft, evenveel als een nietig plantje als de zandraket, waren velen verbaasd. Hoe kan zo’n ingewikkeld organisme als een mens toe met zo weinig genen? We beginnen langzaam te begrijpen hoe het overige DNA hierbij een rol speelt.’
november 2008
Synaps
nieuws
16
Kort
Een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied
Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
Nieuw Neuroscience Campus Amsterdam
Robot kweekt cellen
Voormalig onderzoeksinstituut ICEN, Institute
aangeschaft met financiële hulp van NWO.
for Clinical and Experimental Neurosciences,
Wetenschappers van de afdeling klinische geneti-
is afgelopen zomer overgegaan in een nieuw
ca van VUmc hebben deze robot, die vooral
interfacultair onderzoeksinstituut neuro
gebruikt zal worden voor neurogenetisch onder-
wetenschappen: Neuroscience Campus
zoek, speciaal laten bouwen in Zwitserland. De
Amsterdam.
robot is in staat om automatisch, accuraat en op
Onlangs heeft VUmc een unieke celkweek-robot
Vier faculteiten zijn bij het nieuwe onderzoek-
grote schaal diverse typen cellen te kweken zoals
instituut betrokken: Geneeskunde van VU
Obesitas en het puberbrein
neuronale cellen en embryonale stamcellen. De
medisch centrum en verder Aard- en Levens
Kinderen met zeer ernstig overgewicht heb-
robot wordt gecombineerd met een microscoop
wetenschappen, Psychologie en Pedagogiek
ben afwijkende patronen van hersenactiviteit.
die heel nauwkeurig cellen kan analyseren in
en Exacte Wetenschappen van de Vrije
De communicatie tussen de verschillende her-
platen met 96 samples tegelijkertijd. Bij Parkinson-
Universiteit. De nieuwe onderzoeksorganisa-
sengebieden is bij deze kinderen anders dan
en Alzheimerpatiënten sterven bepaalde hersen-
tie brengt meer dan 400 neurowetenschap-
bij hun slanke leeftijdsgenoten. Dit blijkt uit
cellen af. Met behulp van genetisch onderzoek zijn
pers op de campus bij elkaar. Penvoerder is
onderzoek naar de effecten van obesitas op
een aantal genen geïdentificeerd waarin mutaties
VUmc. Directeur prof.dr. Arjan Brussaard: ‘Wat
het brein van de afdelingen kinderendocrino-
een rol spelen bij het ontstaan van deze ziekten.
ons interesseert is het basale verband tussen
logie en klinische neurofysiologie van VUmc.
Door neuronale cellen een vergelijkbare mutatie
genen en de manifestatie van gedrag, met
De onderzoekers vergeleken de hersenactivi-
te geven en te markeren met een fluorescerende
oog voor alle tussenliggende niveaus. In feite
teit van een groep van elf zeer zware meisjes
stof, kunnen de onderzoekers precies de effecten
een soort systeembiologische benadering van
met een controlegroep bestaande uit meisjes
van mutaties bestuderen. Dan verandert de stof
het menselijk brein.’
met een normaal gewicht. Fors overgewicht
namelijk van kleur. Duurt dit proces van handmati-
houdt op latere leeftijd verband met verande-
ge celkweek nu 3 á 4 weken, de robot kan heel
ringen in de hersenen en achteruitgang van de
nauwkeurig en in korte tijd een complete genoom-
hersenfunctie. Het onderzoek toont aan dat
wijde (23.000 maal) analyse doen. Deze faciliteit
veranderingen in hersenactiviteit al op jonge
is de eerste in Nederland die op deze schaal cel-
leeftijd aanwezig zijn, ver vóór de latere ach-
kweek-experimenten kan verrichten.
teruitgang. Hieruit blijkt het belang om al op jonge leeftijd te beginnen met de aanpak van dit gezondheidsprobleem. De precieze oorzaken van de veranderingen in hersenactiviteit en de onomkeerbaarheid ervan, moeten verder worden onderzocht.
Synaps
Binnen het onderzoekinstituut worden exper-
Zuurstof onderzocht
klinische genetica zal de de Curaçaose onder-
tises uitgewisseld, gemeenschappelijke facili-
Voormalig research assistent Monique Corbin
zoeker in opleiding een vergelijking op genetisch
teiten toegankelijk gemaakt en de nieuwste
heeft een Mozaïekbeurs – ter bevordering van
niveau maken tussen cellen die resistent zijn
onderzoekstechnieken gebruikt. Zo zullen
de doorstroom van talentvolle promovendi uit
tegen een hoge zuurstofspanning en ‘normale’
onderzoekers van het VUmc Alzheimer cen-
minderheidsgroepen – ontvangen voor haar
cellen, die dat niet zijn. Daarna zal zij verder
trum kennis gaan uitwisselen met biologisch-
onderzoek naar vrije zuurstofradicalen. Het
onderzoek doen naar de mechanismen
laboratoriumonderzoekers. Onderzoek met
vermoeden bestaat dat vrije zuurstofradicalen
die een rol spelen bij de
transgene dieren kan bijvoorbeeld heel veel
en de schade die zij toebrengen aan menselij-
bescherming van
belangrijke informatie opleveren voor
ke cellen, kunnen leiden tot ziektes als
cellen tegen vrije
Alzheimeronderzoek.
Parkinson, Alzheimer en kanker. Bij de afdeling
zuurstofradicalen.
Nummer 67
Het vermoeden bestaat dat medicijnresistentie bij neurologiepatiënten veroorzaakt wordt door de werking van de bloedhersenbarrière. Lichaamsvreemde stoffen (dus ook medicij-
Een selectie uit cursussen, symposia,
nen) worden in dat geval door transportei
17
nieuws
agenda
Medicijnresistentie bij neurologiepatiënten
congressen, promoties en oraties.
witten uit de hersenen geweerd. Om dit verder te onderzoeken, is onlangs een omvangrijk Eureopees wetenschappelijk onderzoek gestart, Euripides. De afdeling nucleaire
Cursussen/symposia
Promoties en oraties VUmc
geneeskunde en PET-research van VUmc
7 november 2008
7 november 2008
kreeg 1,4 van de in totaal 7 miljoen euro van
Symposium Center for Medical Systems
Promotie: H.C.A. Graat
de Europese Commissie voor de ontwikkeling
Biology (CMSB)
Titel: ‘Experimental treatment modalities for
van PET-tracers. Deze kortlevende radio
Improving diagnosis, treatment and pre-
osteosarcoma. Preclinical studies on viro-
actieve stoffen kunnen transporteiwitten
vention of common diseases.
therapy, chemotherapy and small molecule
herkennen en zo het mechanisme van de
Locatie: Amstelzaal, VUmc
therapy’
bloedhersenbarrière in kaart brengen. Het
Aanmelden: www.cmsb.nl
Aanvang 13.45 uur, Auditorium Vrije Universiteit
uiteindelijke resultaat van dit onderzoek – waar 14 Europese instituten bij betrokken
13 november 2008
zijn – is meer inzicht in de oorzaak van medi-
Marktwerking in de zorg
12 november 2008
cijnresistentie. Dat kan ook van belang zijn
Informatieverstrekking over de belang-
Oratie: prof.dr. W.F. Lems
voor andere patiënten, zoals kankerpatiënten
rijkste aspecten van marktwerking in de
Titel: ‘Op weg naar een sterker bot’
en mensen met depressies.
zorg voor universitaire medische centra.
Aanvang 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
Locatie: De Veranda, Amsterdam Info en aanmelden:
18 november 2008
[email protected]
Promotie: C.J.A. Hogewoning Titel: ‘HPV studies in sexual couples: preva-
19 november 2008
lence, pathology and intervention’
Joint Vascular Medicine Symposium LVM
Aanvang 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
and ICaR-VU. Locatie: Corpus, Oegstgeest
21 november 2008
Info: [email protected]
Promotie: P.W.B. Nanayakkara Titel: ‘Pathogenesis and prevention of car-
Benoeming versterkt Alzheimeronderzoek
4 december 2008
diovascular disease in patients with chronic
VUmc huisartsendag: twee handen op
kidney disease’
één buik
Aanvang 10.45 uur, Aula Vrije Universiteit
Prof.dr. Philip Scheltens is per 1 oktober jl.
Interactieve nascholingsdag in het teken
benoemd tot eredoctor aan het University
van buikklachten.
27 november 2008
College London (UCL). Scheltens is hoogleraar
Locatie: Amstelzaal, VU medisch
Promotie: K. Sijstermans
neurologie aan VU medisch centrum en hoofd
centrum
Titel: ‘Different aspects of undescended testis’
van het Alzheimercentrum VUmc. Deze benoe-
7 t/m 10 januari 2009
universiteiten van Europa past in de verster-
Symposium van de European Society for
king van de strategische alliantie tussen beide
Clinical Virology
28 november 2008
organisaties op het gebied van Alzheimer
Met een focus op virusinfecties zoals
Promotie: N.G.M. Wiemer
HIV en hepatitus B en C.
Titel: ‘The influence of diabetis mellitus on
Locatie: Auditorium, Vrije Universiteit
the refractive properties of the human eye’
Meer informatie: www.escv2009.nl
Aanvang 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
onderzoek. Naast uitbreiding van het onderzoek is ook het geven van onderwijs en het begeleiden van de opleiding een essentieel onderdeel van de benoeming van Scheltens.
ming aan een van de meest vooraanstaande
16 januari 2009 Symposium ‘Facing a new era of cervical cancer prevention’ Laatste ontwikkelingen rond preventie van baarmoederhalskanker, gepresenteerd door (inter)nationale experts. Locatie: Auditorium, Vrije Universiteit Meer informatie: [email protected]
Aanvang 10.45 uur, Aula Vrije Universiteit
Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo november 2008
Synaps
18
slaaponderzoek
Fel licht laat patiënten beter slapen
Verlichting bij dementie Mensen met dementie hebben vaak een verstoord slaappatroon, zijn onrustig en lijden aan depressies. Blootstelling aan extra helder licht kan de klachten verminderen, toonde dr. Eus van Someren, onderzoeker bij het Alzheimercentrum VUmc en het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen, aan.
D
Synaps
De kiem voor dit onderzoek werd al ruim
Wondermiddel
inzicht te krijgen en verder wetenschappe-
twintig jaar geleden gelegd toen prof. Dick
Met name de extra verlichting had effect. ‘De
lijk onderzoek te kunnen doen naar slaap en
Swaab van het Nederlands Instituut voor
mensen sliepen beter, overdag waren zij min-
verschillende slaapstoornissen. We hebben
Hersenonderzoek aantoonde dat bij mensen
der onrustig, de depressiviteit nam af en de
nu aangetoond dat het loont om eerst naar
met dementie de biologische klok meer en
geestelijke achteruitgang verliep langzamer
specifieke oorzaken van slaapproblemen te
meer beschadigd raakt. ‘De biologische klok
dan bij de groep die niet aan het felle licht
zoeken, zoals de klok bij dementie, en pas
is een groepje cellen in de hersenen dat aller-
werd blootgesteld. Melatonine kan dit effect
daarna en op grond daarvan een rationele
lei ritmes in het lichaam, zoals het slaap-
nog wat versterken’, vat Van Someren het
behandeling te toetsen. Zo moeten we vol-
waak ritme, regelt’, legt Van Someren uit.
resultaat samen. ‘Dat wil niet zeggen dat we
gens mij ook andere vormen van slecht sla-
‘Onderzoek bij proefdieren wees uit dat
nu een wondermiddel tegen dementie heb-
pen aanpakken.’ Geïnteresseerden kunnen
blootstelling aan extra helder licht de biologi-
ben, maar de gezamenlijke effecten van deze
zich alvast per e-mail aanmelden:
sche klok weer een beetje herstelt. Dit was
behandeling lijken voor deze categorie patiën-
[email protected].
voor van Someren aanleiding uit te zoeken of
ten in ieder geval sterker dan die van een
extra licht het verstoorde slaappatroon bij
enkel medicijn.’ Het team van Van Someren
mensen met dementie kan verbeteren.
zoekt momenteel uit of de extra verlichting
Dat is inderdaad het geval, toonde hij na ruim
ook effect heeft op vroege vormen van
tien jaar noeste arbeid aan, samen met zijn
dementie, bij mensen die nog thuis wonen.
collega Rixt Riemersma. Het effect van extra
Daarnaast zet hij de huidige bevindingen om
licht werd onderzocht bij 189 bewoners met
in een handleiding voor verzorgingstehuizen.
gevorderde dementie in 12 verzorgingshuizen
‘We informeren hen daarin over de achter-
Meer informatie over lichttherapie bij dementie is te lezen in het artikel:
in Nederland. ‘In de helft van de verzorgings-
grond van de lichttherapie en hoe die gereali-
R. Riemersma-van der Lek e.a. Effect
huizen monteerden we lampen met een
seerd kan worden in het verzorgingshuis.’
of bright light and melatonin on cog-
intensiteit van 1000 lux, bij de rest lampen
Tenslotte werkt Van Someren met een zojuist
nitive function in eldely residents of
met een intensiteit van 300 lux. Ook kreeg de
verkregen VICI-subsidie aan het opzetten van
group care facilioties: a randomized
helft van de mensen ’s avonds extra melato-
het Nationaal Slaap Register, een website om
controlled trial. JAMA 2008, 299 (22):
nine toegediend. Dit is een hormoon dat de
gegevens te verzamelen van tien- tot twintig-
2642-55.
biologische klok op gang houdt.’
duizend goede en slechte slapers. ‘Om meer
Nummer 67
19 rond de 34.000. Ongeveer 85% van de Nederlanders van 16 jaar en ouder drinkt regelmatig alcohol. En er zijn 650.000 chronische gebruikers van slaap- en kalmeringsmiddelen. Drie reacties op de stelling:
‘Verslaving is een ziekte’
Prof.dr. Taco de Vries Hoogleraar Behavioral Neurosciences VUmc
uitgelicht
Volgens het Trimbos Instituut ligt het aantal probleemgebruikers van harddrugs in Nederland
‘Nu we in de hersenen van verslaafden kunnen kijken, weten we dat verslaving geen gebrek aan wilskracht is. Het is niet alleen zo dat er aanzienlijke veranderingen optreden in het brein van een verslaafde, maar
Reageren? Mail naar [email protected]
ook dat de aanleg voor verslaving al in de hersenen lijkt te zijn voorgebakken. Drugs activeren de beloningscircuits in onze hersenen en doen dat vele malen sterker dan alledaagse beloningen als eten en seks. Deze ervaringen met drugs worden als het ware in ons geheugen gebeiteld en veranderen permanent de communicatie tussen zenuwcellen. Een van de hersengebieden die wordt aangetast is de prefrontale cortex, betrokken bij besluitvorming en planning van ons gedrag. Aantasting van dit gebied zorgt voor een permanent verlies van controle over het gedrag. In dit opzicht vertoont verslaving veel parallellen met andere psychiatrische stoornissen waarbij prefrontale dysfunctie een rol speelt, zoals depressie en schizofrenie.’
Dr. Peter Cohen Voormalig directeur van het Centrum voor Drugsonderzoek (CEDRO) aan de Universiteit van Amsterdam ‘In onze cultuur is binding aan vaderland, partner of roeping vanzelfsprekend, maar binding aan een stof een zwaar vergrijp tegen onze ideeën over ‘autonomie’. Deze contradictie is een filosofisch mirakel! Wij onderhouden een kaste van sjamanen die sommige bindingen tot ‘verslavingsziekte’ bombarderen, maar andere niet. Deze sjamanen zijn neurowetenschapper, dan verslavingsprofessor, dan weer psychiater, maar allen priesters in een wrede Inquisitie. Vele ‘verslaafden’ voelen zich prima in of dankzij hun binding aan middelen. Zij volgen een levenswijze die minder voorkomt dan homoseksualiteit, maar desalniettemin even menselijk en legitiem. Homoseksualiteit als manier van binden was lang een ziekte, ‘verslaving’ is het nog steeds. Deze ‘zieken’ worden maatschappelijk melaats gemaakt; alleen een cultuurverandering kan dat beëindigen, en de sjamanen met hun flauwekul naar huis sturen.’
Minne Langedijk Commissie Openbare Informatie AA Nederland ‘Anonieme Alcoholisten (AA) gaat er vanuit dat alcoholisme een ziekte is, een progressieve ziekte, die nooit kan genezen, maar die – net zoals sommige andere ziekten – wel gestabiliseerd kan worden. Vele AA’ers menen dat deze ziekte een combinatie vormt van een fysieke overgevoeligheid voor alcohol plus een geestelijke obsessie voor drank, die ongeacht de gevolgen ervan, niet door wilskracht alleen doorbroken kan worden. Belangrijkste punt is echter dat men inziet dat men ziek‡is en alleen kan herstellen door te stoppen met drinken, en de stof alcohol niet tot zich te nemen. Het AA-programma is succesvol voor iedere alcoholist die eerlijk is in zijn verlangen om de drank op te geven; het is niet effectief voor hen die niet absoluut willen stoppen met drinken.’
november 2008
Synaps
Hoofdbrekens
Een porseleinen frenologisch model uit begin negentiende eeuw (ca. 1820 – 1850), afkomstig uit Engeland (GB). Collectie Universiteitsmuseum Utrecht.
toen & nu
20
Het begrip ‘talenknobbel’ is afkomstig uit de frenologie, de leer die zegt dat de groei van bepaalde hersendelen talenten en karaktereigenschappen bepaalt. Zo zou het hersendeel – en ook de schedel – waar taal gelokaliseerd zit, groter zijn bij iemand die goed is in taal. Volgens de grondlegger van de frenologie, arts en hersenonderzoeker Franz Joseph Gall (1758 1828), lag de talenknobbel ergens bij één van de ogen. Gall onderscheidde 27 verschillende hersendelen met elk een eigen functie. Onder die functies bevonden zich bijvoorbeeld ‘het vermogen om vooruit te denken’ en ‘de neiging om te moorden’. Aan de vorm van de schedel zou je dus een potentiële moordenaar kunnen herkennen. De denkbeelden van Gall stuitten op weerstand in Europese wetenschappelijke kringen en bij de katholieke kerk, maar kenden ook aanhangers. Pas in de periode tussen 1820 en 1830, toen er meer hersenonderzoek gedaan werd, werd echt bewezen dat de hersenfuncties globaler verdeeld waren dan Gall beweerde.
Dr. Marieke Visser, neuroloog, verbonden aan Alzheimercentrum VUmc ‘Bestuderen van de relatie tussen vorm en functie is heel belangrijk in de ontwikkeling van de geneeskunde. Met moderne beeldvormende technieken zoals MRI en met de huidige mogelijkheden om digitale informatie te verwerken, kunnen we het volume van specifieke hersengebieden meten en vergelijken bij patiënten en gezonde proefpersonen en de verandering in de tijd volgen. Bij de ziekte van Alzheimer is er bijvoorbeeld verlies van hersenweefsel. Dit verlies is het meest uitgesproken in de hippocampus, een hersengebied dat essentieel is voor de geheugenfuncties. De hoop is dat met de huidige technieken vroegtijdig het effect van medicatie is aan te tonen juist in de meest aangedane gebieden. We zijn dus voorlopig niet uitgemeten in de hersenen!’ Kijk ook op www.alzheimercentrum.nl
Synaps
Nummer 67