TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR STICHTING L’ABRI - NEDERLAND jaargang 16 nr. 3 2012
‘Een roos is H20 met een luchtje.’ Dit is het meest bekende voorbeeld van ‘reductionisme’. Met dit moeilijke woord wordt een soort blik-verenging bedoeld waarmee we de wereld om ons heen waarnemen.We zien dan alleen maar één kant van de zaak en menen dat we daarmee het hele ding gezien hebben. In een bekend boek van A. van de Beukel geeft de auteur een ander voorbeeld dan de bekende roos. Hij heeft zelf als wetenschapper de vraag onderzocht, wat licht is. Zijn het deeltjes of is het een golf? Maar willen we weten wat licht eigenlijk is, zegt hij eerlijk, dan moeten we toch meer bij de dichters terecht
I I NN HH OO UU D D DE NIEUWE NATURALISME Henk Reitsema pagina 3
HET ZOMERPROGRAMMA pagina 6
GODSBEWIJS? Robb Ludwick pagina 10
Reductio ad absurdum zoals Ida Gerhard, die hij citeert in het gedichtje ‘Zondagmorgen’: Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.Wij eten ons vroege brood gedoopt in zon. Je hebt het witte kleed gespreid en grassen in een glas gezet. Dit is de dag waarop de arbeid rust. De handpalm is geopend naar het licht. (uit ‘De hovenier’ 1961) Intussen heeft een wetenschapper natuurlijk wel gelijk als hij zegt: toch bestaat datzelfde licht ook uit flitsende deeltjes waar je de snelheid van kan meten (wat overigens nog niet schijnt mee te vallen). Een reductionist zegt niet ‘ook’, maar ‘uiteindelijk niets anders.’ Daarmee zegt z/hij een halve waarheid en inderdaad: hier geldt nu echt dat een halve waarheid een hele leugen is en dat het een van liefste eigenschappen van de duivel is om met zulke halve waarheden aan te komen dragen. Nee, u heeft gelijk : bij een roos of bij licht is dat nog niet zo’n demonische zienswijze.
Hooguit bekrompen. Maar zodra zich dit verschijnsel gaat voordoen bij de hogere aspecten van het leven- of zelfs bij het allerhoogste, dan wordt het een blindheid die als een betovering over de realiteit gaat hangen en alles triviaal maakt. Het is ook heel moeilijk je eraan te onttrekken. Het is een culturele ziekte. Neem: uiteindelijk is liefde niets anders als een sexuele aantrekkingskracht tussen de geslachten en een zaak van hormonen. Of: de geschiedenis van de mensheid is niets anders dan ‘een rivier van de genen’, God niets dan de projectie van de diepste wensen van de mens. In de bijbel lezen we: ‘En ik zag de hemel geopend staan’ Zagen wij dat nu nog maar. Wij zien niets anders dan ‘oneindige ruimte’. Wij lijden allen als blinden onder een vervlakkend materialisme. In de ban van het reductionisme. Wij gaan er een zomer lang onze weekends en lezingen aan besteden. Dat onze ogen open mogen gaan. Ontwaak gij die slaapt! Reveil t.o. reductionisme! Wim Rietkerk
LIEVE VRIENDEN... Wat kan er veel gebeuren tijdens een termijn! Onze Koreaanse helpster, Eunmi merkte op dat zij dit keer bijna alle seizoen in één termijn had gezien; een lang na-ijlende herfst, een ’echte winter’ met sneeuw en schaatsen op de gracht, en vorige week een vroege ‘zomer’.Wij zijn zeer dankbaar voor haar hulp. Na een aantal termijnen als student en daarna als helpster, verspreid over de afgelopen tien jaren, zegt zij nu vaarwel omdat ze een eigen bedrijf in Korea begint. De wintertermijn heeft meestal de kleinste langetermijngroep van het jaar, en dit jaar was geen uitzondering. We hebben wel meer kortetermijn Nederlandse gasten gehad; en niet alleen in de weekends. Tijdens de themaweekenden zaten we vol. Het werkweekend was bijzonder. Eerder in het jaar hadden wij een vraag van een internationale studentengroep uit Utrecht ontvangen of ze bij ons een ‘retraite’ konden houden. Dat paste niet in onze programma, maar het werkweekend bleek precies te zijn wat zij wilden: iets inhoudelijks en veel tijd met elkaar. Het was ook een erg productief weekend voor ons erf! We hopen voort te kunnen bouwen op dit
CC OO LL OO FF OO NN LEV WORDT UITGEGEVEN DOOR STICHTING L’ABRI – NEDERLAND. IEDEREEN DIE HET WIL KRIJGT LEV 3X PER JAAR TOEGESTUURD. GIFTEN VOOR LEV ZIJN WELKOM. STORTING DAARVAN KAN OP HET ONDERSTAANDE GIRO– OF BANKNUMMER, o.v.v. LEV. L’ ABRI IS EEN CHRISTELIJK STUDIECENTRUM, WAAR WE EEN PLEK GEVEN AAN IEDEREEN DIE MET DE KERNVRAGEN VAN HET LEVEN BEZIG WIL ZIJN. L’ABRI – ECK EN WIEL HUIZE KORTENHOEVE BURG.VERBRUGHWEG 40 4024 HR ECK EN WIEL TELEFOON: 0344 – 691914 L’ABRI – UTRECHT KROMME NIEUWEGRACHT 90 3512 HM UTRECHT TELEFOON: 030 – 2316933 INTERNET: WWW.LABRI.NL E–MAIL:
[email protected] ING: 2069742 (L’ABRI TE UTRECHT) RABO: 34.11.03.586 (L’ABRI TE ECK EN WIEL) TECHNISCHE REALISATIE: Scholma B.V. te Bedum
contact. Velen van hen zouden nooit naar l’Abri kunnen komen als ze daarvoor een visum aan zouden vragen, maar nu waren ze al in Nederland voor studie. Wij hebben meubilair gekregen van iemand die haar ouderlijk huis ontruimde. Dit komt ons zeer gelegen voor het meubileren van de nieuwe kamers in de schuur. (Het werk daar gaat gestaag door.) Het vormde de
aanleiding om het keukenblok in het kantoor eruit te slopen. Dit heeft ons een meer efficiënt gebruik van de ruimte (en zelfs een opgeruimdere aanblik) opgeleverd. De strenge winter heeft het nut van de isolatie van het Kortenhoeve-pannendak vorig jaar bewezen. De gastenslaapkamers boven zijn nu veel warmer dan in het verleden. De winter heeft ook een installatiefout in het
MEER OVER L’ABRI L’Abri is het Franse woord voor ‘schuilplaats’. l’Abri is een plek waar mensen naar antwoorden kunnen zoeken op hun persoonlijke vragen over geloof en leven. Iedereen is welkom: zowel christenen als nietchristenen. Het Nederlandse werk begon in 1971. L’Abri zelf begon echter in 1955, toen Dr. Francis en Edith Schaeffer in het bergdorpje Huémoz (Zwitserland) hun huis openstelden voor een ieder die zocht naar eerlijke antwoorden op eerlijke vragen. L’Abri Eck en Wiel is qua opzet en karakter gelijk aan de l’Abri’s in de andere landen. Het is hier mogelijk om voor een weekend, week(en) of maand(en) te verblijven voor studie en gesprek. Ook zijn hier thema–weekenden. In Utrecht worden lezingen en filmavonden gehouden. Wim en Greta Rietkerk leiden het werk. In Eck en Wiel wonen Beryl Gibbins, Robb en Christa Ludwick, en Henk en Riana Reitsema. L’Abri biedt een vrije studievorm, waarin ieders eigen vragen centraal kunnen staan. Voor iedere gast wordt er onder leiding
verwarmingscircuit van de warmtekrachtcentrale van het kapelcomplex aan het licht gebracht dat afgelopen week is verholpen. Wij verwachten dat dit complex nu sneller (en beter) op temperatuur te krijgen is. Het experiment van filmavonden in Utrecht op vrijdag had een langzame aanloop, maar lijkt nu te zijn aangeslagen. Zoals u elders in dit blad kunt lezen, zijn er plannen voor nog meer veranderingen in het Utrechtse programma. Wim en Greta zijn aan het verhuizen van de benedenverdieping op de Kromme Nieuwegracht naar de eerste verdieping. Dit maakt ruimte voor Joop en Liselot van Velsen die op de benedenverdieping komen wonen als vrijwilliger kostersechtpaar en gastheer en vrouw voor de avonden. Ik eindig met het persoonlijke: dit was de termijn van de familiefeesten. Christa is 40 geworden en Greta 75. Wij mogen terugzien op een gezegende termijn waarin de Heer bezig was met ons persoonlijk en met de gasten, en door jullie heen voorzien heeft in wat wij materieel nodig hadden, zowel financieel als in natura. Vriendelijke groeten, Beryl Gibbins
van één van de medewerkers een studieprogramma samengesteld. In elk van de l’Abri’s zul je niet alleen mensen in de studiekamer vinden, maar ook in discussie rondom de open haard, schilderend, onkruid wiedend of bezig met de afwas. Iedereen studeert een halve dag en werkt een halve dag. Dit werken heeft o.a. een belangrijke sociale functie. De sfeer in l’Abri is persoonlijk en informeel. Het zijn vaak 20-ers en 30-ers die komen, maar mensen van alle leeftijden zijn welkom.Vaak zijn er mensen van verschillende nationaliteit en levensbeschouwelijke achtergronden. MEER INFORMATIE? Bel voor meer informatie of aanmelding naar Eck en Wiel (0344–691914). De Nederlandse adressen staan in het colofon. Voor meer informatie over l’Abri in het buitenland zie de internationale website: http://www.labri.org. Hun contactinformatie en de data van hun termijnen staan daar vermeld.
Het nieuwe naturalisme Henk Reitsema De meest basale vorm van naturalisme is de opvatting dat ’natuur alles is’. Een van de problemen met zelfs deze meest basale vorm is dat dit uitgangspunt als in steen gegoten is. Naar de mate waarop het op de werkelijkheid toegepast wordt, wordt de term natuur niet zozeer opengerekt als wel dat de werkelijkheid gereduceerd wordt om in een vooropgestelde visie van wat natuur is te passen. Zoals Psalm 115:8 het zegt van afgoden:‘Zoals zij, zo worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt’” Dit wordt expliciet gezegd van mensen die de materiële dingen van de schepping verhoogd hebben tot het goddelijke.Wij worden zoals de dingen waarop wij vertrouwen. Het is duidelijk dat als we een beeld vormen van wat de gehele werkelijkheid is, we ook tot die werkelijkheid moeten gaan om oplossingen voor onze problemen te vinden – oftewel verlossing. De eerste ingrediënten van de werkelijkheid die onder druk komen te staan als we ons perspectief beperken tot alles wat natuurlijk is, zijn de zaken die zo een belangrijke rol spelen in ons persoon-zijn. Zaken zoals onze intenties, die zich heel moeilijk laten reduceren tot het materiële, vooral omdat wat ze tot focus hebben nog niet materieel aanwezig is. Omdat wij persoonlijke wezens zijn, kunnen wij verantwoordelijkheid dragen en toerekeningsvatbaar zijn. Als je je grip verliest op intentionaliteit als een substantief deel van de werkelijkheid, is het onvermijdelijke gevolg dat je jezelf meer gaat beleven als gedetermineerd door externe invloeden en minder als iemand die zelf bepaalt welke volgende stap er gezet wordt. Hoezeer men ook roept dat men individuele vrijheid en autonomie hoog in het vaandel heeft staan, als naturalisme in het mensbeeld overheerst levert dat het meest onvrije perspectief op ons zijn op. Naturalisme is dus niet alleen maar een theoretische of filosofische oefening, maar een perspectief op de werkelijkheid die ons mens-zijn beïnvloed en zo allerlei onverzoenbare spanningen oplevert in hoe
we het leven dat ons gegeven is beleven. Geschiedenis Hoewel naturalisme in de ene of andere vorm al heel lang de ronde doet, is er in de afgelopen twintig jaar een echte opleving gaande. Deze opleving wordt gevoed door de formulering van een verscheidenheid aan ongestuurde mechanismen waarvan gedacht wordt dat ze aan de natuur een zelforganiserend vermogen geven dat verder gaat dan de evolutionaire mechanismen van natuurlijke selectie en overleving van de sterkste. Deze mechanismen worden losjes geclusterd onder het begrip ’emergence’. Veel zaken in de werkelijkheid is men gaan duiden in termen van ‘emergente eigenschappen’, die dan een verklaring moeten bieden voor het
Looking Inward (David Ho, 2011)
ontstaan en functioneren van de meest complexe vormen van leven en intellect. De term ‘naturalisme’ wordt op een aantal vlakken meerduidig gebruikt. Het wordt niet alleen ingezet in de filosofie maar wordt ook gebruikt voor een persoon die bezig is met natuurgeschiedenis, de wetenschappelijke studie van de natuurlijke wereld in zijn algemeen (botanische zaken en zoölogie).Al deze pogingen om de werking van de natuur beter te begrijpen lijken mij op zich te respecteren activiteiten maar ze behoren niet tot de focus van dit artikel. 1. Filosofisch naturalisme is voor het eerst gesignaleerd bij de pre-socratische Griekse filosofen, zoals Thales. Hij was een van de eersten die verklaringen voor natuurlijke verschijnselen gaf zonder zich te beroepen op het bovennatuurlijke. Zijn aanpak
is echter veel minder scherp dan de latere standpunten die stelden dat bovennatuurlijke oorzaken niet bestonden. Ook de middeleeuwse denkers die men zou kunnen bestempelen als christelijke naturalisten, hielden de deur open voor het direct ingrijpen van God terwijl ze eerder op zoek gingen naar natuurlijke verklaringen dan zich te beroepen op wonderen. De traditie van het denken in termen van natuurwetten heeft haar oorsprong in deze scholastiek van de 12e eeuw en de vroege Renaissance. De animo voor de naturalistische studie van de natuur is gegroeid in de 16e en 17e eeuw, naarmate steeds meer christenen zich richtten op de uitdaging om de natuurwetten te ontdekken die God inzet om het universum te reguleren. Galileo Galilei (1564–1642) hield vol dat ‘de natuur nooit de wetten die haar opgelegd worden overtreedt’. Naturalisme in deze zin laat nog veel ruimte om de natuur te zien als een geschapen ordening waar God aanwezig is en zichtbaar wordt in de mate waarin Hij de wetten en constanten van zijn schepping overeind houdt. 2. Methodologisch naturalisme is een moderne term die slaat op de aanpak van deze vroege renaissancedenkers. Het beperkt de reikwijdte van de term tot hoe men in wetenschappelijke zin verklaringen moet zoeken, zonder verdere metafysische claims te maken. Het leidt echter in de praktijk heel vaak tot een anti-supernaturalistische houding die geen ruimte laat en ook geen gereedschap biedt om goddelijk ingrijpen te herkennen als het er is. In de afgelopen 300 jaar is zich een strenger anti-supernaturalistisch vooroordeel gaan manifesteren in het kamp van de naturalisten.Tijdens de verlichting werd er door een aantal filosofen, waaronder Francis Bacon en Voltaire, een pleidooi gedaan om op grond van filosofische argumenten geen ruimte meer te laten voor een beroep op het bovennatuurlijke als verklaringsmodel voor de natuurlijke orde. Dit was een project dat duidelijke ontologische ouvertures kende en geleid heeft tot wat we metafysisch naturalisme kunnen noemen. Het huidige gebruik van de term naturalisme wordt het meest gekleurd door de-
3
batten die in de eerste helft van de twintigste eeuw in Amerika gevoerd zijn, waarin ‘naturalisten’ als Dewey, Ernst Nagel en Sidney Hook maakten een keiharde metafysische claim. De natuur was de enige werkelijkheid:‘het bovennatuurlijke bestaat niet.’ Dit was een bewering waartegen Francis Schaeffer ageerde in zijn evaluatie van post-verlichtingswetenschap, vooral toen deze wetenschappelijke methode toegepast werd op de Bijbel. Fysicalisme Zo is het gekomen dat men de wetenschappelijke methode is gaan gebruiken om alle onderdelen van de werkelijkheid te onderzoeken, inclusief de geest, de intenties, het ik, en alle andere zaken die niet buiten het persoonlijke toegankelijk zijn. Dit eigentijdse gebruik van de term naturalisme heeft een sterke invloed gehad op de stromingen die nu materialisme en fysicalisme zijn gaan heten. Materialisme is de meest beperkende van de drie termen: het wordt simpelweg gebruikt om te stellen dat alles wat bestaat materieel is. Dit laat weinig ruimte voor het bestaan van de geest of andere soortgelijke immateriële zaken. Fysicalisme gaat ervan uit dat alle zaken van de werkelijkheid voortkomen uit het fysieke, met dien verstande dat het geestelijke misschien zo tot stand is gekomen. Hierin is het dus breder. Het maakt ook duidelijk dat zaken als elektromagnetisme en andere krachten die niet gemakkelijk gereduceerd worden tot materie, ook deel zijn van de werkelijkheid. Hoewel fysicalisme bedoeld is als een algemene claim over de aard van de werkelijkheid, worden verreweg de meeste discussies gevoerd in de literatuur van de ‘philosophy of mind’. De reden hiervoor is dat men in die thematiek de meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden vindt die zouden kunnen bewijzen dat het fysicalisme niet klopt. Fysicalisme in haar meest eenvoudige definitie betreft de overtuiging dat ieder fysisch gevolg een fysische oorzaak heeft. Hoewel dit in eerste instantie weinig ruimte lijkt te laten voor geestelijke oorzaken (of mentale), betekent dit niet dat alle fysicalisten het geestelijke verwerpen. Er is een verscheidenheid aan vormen van niet-reductief fysicalisme die een realistisch perspectief ten opzichte van zaken als mentale eigenschappen en zelfs
4
het geestelijke wil vasthouden. Dit sluit christelijke denkers in als Nancy Murphy1. Het probleem voor deze nietreductionistische fysicalisten is dat de eis voor ‘causal closure’ op het vlak van het fysieke, geen ruimte laat voor hogere oorzakelijkheid, of ‘top-down’-oorzaken. Dit heeft ertoe geleid dat er veel zeer complexe theorieën bedacht zijn om te beschrijven hoe het mentale voortgebracht is door het fysieke, en eraan verbonden blijft. Een van de meest invloedrijke pogingen in dit kader is de ‘supervenience-relatie’ die door Jaegwon Kim 2 beargumenteerd is. Supervenience fysicalisme maakt onderscheid tussen het ‘subvenient’ vlak (materie) en het ‘supervenient’ vlak (hogere complexiteit, mentale en zelfs geestelijke zaken). Het doel is om hierin ruimte te maken voor iets als de menselijke wil om als oorzaak te dienen zonder dat het gedetermineerd is.
De ontdekking van een wetmatigheid is geen bewijs van autonomie, maar roept de vraag op naar de bron van die wetmatigheid Dit project blijkt echter stuk te lopen op het probleem van een teveel aan oorzaken.Als ieder fysiek effect een fysieke oorzaak heeft dan is een hoger vlak van uitleg helemaal niet meer nodig. Het mentale en geestelijke blijken overbodig. Dit was dan ook een reden voor Jaegwon Kim om ‘spervenience’ fysicalisme uiteindelijk te verwerpen. Het effect in het bredere academische debat is dat men weer de vagere terminologie van de emergentie is gaan gebruiken als het gaat om het verklaren hoe mentale eigenschappen, intellect en het geestelijke tot stand komen. Emergence ‘Emergentie’ is tegenwoordig misschien wel een van de meest populaire termen in wetenschappelijke kringen. Het is opmerkelijk dat het zelfs populair is als typering voor sommige ontwikkelingen in de kerk. De term is voor het eerst gebruikt door George Lewis, een tijdgenoot van Darwin,
in zijn boek ‘Problems of Life and Mind’ (1875)3. Henri Bergson (Creative Evolution, 1907) en Conwy Lloyd Morgan (Emergent Evolution, 1921) gebruikte ook de term. Dit ‘emergentie’-denken is zich gaan kristalliseren in de jaren 20 van de vorige eeuw. C. D. Broad verdedigde een realistische epistemologie in The Mind and its Place in Nature (1925) 4 , waarin hij beargumenteerde dat emergent materialisme de meest waarschijnlijke oplossing was voor de ‘mind-body’-problematiek. Broads definitie van emergentie was de volgende:‘The characteristic behavior of complex wholes, could not, even in theory, be deduced from the most complete knowledge of the behavior of its components.’5 Emergentie-theorieën zijn typerend nietreductief in de zin dat ze realisme ten opzichte van de ‘mind’ vasthouden. Dat wil zeggen dat ons denken dingen veroorzaakt zonder gedetermineerd te zijn. De theorieën zijn echter wel fysicalistisch in de zin dat ze vasthouden aan de ‘causale geslotenheid’ van het fysische. Ze pogen de verschillen in gedrag van een entiteit volkomen te verklaren op basis van veranderingen in structuur. De vraag rijst echter of het concept van emergentie voldoende verklaring biedt voor deze zaken of dat het vooral een beschrijvende term is. Anderson (1972,)6 zegt het zo:, ‘At each level of complexity, entirely new properties appear. [And] at each stage, entirely new laws, concepts, and generalisations are necessary, requiring inspiration and creativity to just as great a degree as in the previous one. Psychology is not applied biology, nor is biology applied chemistry.’ Het emergentie-model leunt zwaar op het zelforganiserend vermogen van de materie en gaat uit van een soort faseverandering die optreedt op het juiste vlak van complexiteit. Hoewel men die faseverandering als een soort wetmatigheid wil postuleren, is het iets wat zo afhankelijk is van de context dat het geen voorspellend vermogen biedt7. Dit laatste is wat mij betreft een zwaktebod: het draagt geen voorspellend (en dus verklarend) vermogen in zich. Hoewel het concept van emergentie zich lijkt te beroepen op een soort magische kracht van de materie en dus niet enthousiast ontvangen werd in de eerste helft van de 20e eeuw, is het in de afgelopen 20 jaar een ware hype geworden. De recente ontwikkelingen in wetenschappelijk onder(vervolg op pagina 9)
Zomerprogramma Utrecht Films op vrijdag in mei. In de zomer houden we maar een kort programma in Utrecht. Dit keer: twee filmavonden op de Kromme Nieuwegracht met twee indrukwekkende films van Russische regisseur Andrei Zvyagintzev. De avonden beginnen om 19.30 met koffie, de discussie mag tot laat in de nacht gaan! Iedereen welkom.
11 mei
The Return (A. Zvyagintzev, 2003). Henk Reitsema
25 mei
The Banishment (A. Zvyagintzev, 2007). Robb Ludwick
Nieuw initiatief l’Abri Utrecht ! De volledige naam van het werk van l’Abri is: l’Abri Fellowship Nederland. In het kader van een gemeenschap ontmoeten wij mensen en zetten ons in om hen verder te helpen op hun levensweg. Wij hebben ontdekt dat dit tegemoetkomt aan een behoefte die in het kader van school, beroepsopleiding of universiteit niet wordt vervuld. De laatste jaren in Utrecht hebben we ons beperkt tot film- en lezingavonden. Om deze kant van ons werk meer van het ‘gemeenschappelijke’ mee te geven, willen we in het najaar beginnen met een ander soort aanpak: een aantal ‘pakketten’ van een simpele maaltijd + korte serie lezingen of films + gesprek + huiswerk. Deze pakketten zijn rond verschillende onderwerpen georganiseerd. Het is de bedoeling dat mensen zich opgeven voor zo’n pakket als geheel, zodat we als groep iets kunnen opbouwen. Daarom willen we nu al laten weten wat er in het najaar aangeboden wordt (het programma van verblijf- en themaweekenden in Eck en Wiel gaat gewoon door).
HEEL DE MENS In opleiding en werk ontplooit men meestal maar één kant van de persoonlijkheid. Daarbij vallen vaak heel belangrijke aspecten van ons mens-zijn weg. Wij hebben dan ook voor ons najaarsprogramma de titel gekozen: Heel de mens. Het gaat om de verhouding van psychologie en theologie in het geloof. Aan de orde komen dan vragen zoals:Wie ben ik? Wat is echt? Wat is groei? Hoe ga ik om met angst, schaamte, woede, schuld? Wanneer heb ik een zinvol, vervuld leven? Hoe geef ik dat vorm? Daar kan je niet uitkomen zonder je af te vragen wat je ten diepste gelooft. Dat gaan we aanpakken met de volgende pakketten: Lezingserie: Creativiteit, geweld, verlangen Een drieluik gegeven door Henk Reitsema. N.a.v. film fragmenten die de alombekende trits van schepping, zondeval en verlossing weerspiegelen, kijken we hoe deze themas ons dagelijks leven beïnvloeden. De avond begint met een simpele maaltijd en gaat verder met lezing en gesprek. Op 11, 18 en 25 september. Vier films over verlossing Filmserie onder leiding van Robb Ludwick: De betekenis van verlossing door vier films uit 2011. De data zijn bekend, de filmtitels worden in de volgende LEV bekendgemaakt.We volgen een thematische opbouw: 1) Wat is het probleem? (21 september),
2) Waarom een wet? (5 oktober), 3) Wat is vrijheid? (16 november), 4) Wat is herstel? (14 december). Geen minimum aantal deelnemers, geen kosten, geen maaltijd, wel koffie en een boeiend gesprek! PPG (Project Persoonlijkheidsgroei) Op zes avonden in oktober (2, 9, 16, 30) en november (6, 13), gegeven door Christa Ludwick en Wim Rietkerk. Ter voorbereiding zou je alvast kunnen lezen: ‘Ik wou dat ik kon geloven’ en ‘De kunst van het loslaten’ of ‘In dubio’ van Wim Rietkerk. Christa’s lezingen gaan over het leren omgaan met leugens en de vraag van zelfverloochening. Wim gaat verder met de inhoud van bovengenoemde boeken. Maximaal 25 deelnemers. Kosten: 25 euro. De ideale stad Op een zaterdag in november wijden we ons aan een gesprek rond de contouren van een ‘ideale stad’ en hoe we ons kunnen inzetten voor stad en samenleving. In twee lezingen zoeken we naar uitgangspunten, gebaseerd op de ervaring van Wim Rietkerk in de gemeenteraad – met een lichte lunch tussendoor en een afsluitende stadswandeling – om te zien of we in Utrecht enkele concrete toepassingen kunnen vinden. Minimaal 15 deelnemers. Kosten 10 euro. Zonde! Een verse blik op een oud onderwerp Driedelige serie gegeven op 20 november, 26 november en 4 december door Robb Ludwick: 1) Het probleem van ‘het probleem van het kwaad’: op welke basis noemen we iets verkeerd? 2) Geen ‘zonde’ zonder Schepping: de kern van zonde is relatief en relationeel. 3) Alive & kicking: zonde als de sleutel tot een concrete visie van herstel. Op elke avond eerst een simpele maaltijd dan koffie, lezing en gesprek. Geen minimum aantal deelnemers. Wel een beetje huiswerk. Kosten: 15 euro. Filmavonden Drie filmavonden volgens de bekende formule: koffie en film om 20.00 uur, discussie volgt. Begeleid door Henk Reitsema op 19 oktober, 2 november en 30 november. Locatie: Kromme Nieuwegracht 90. Het volledige programma zal met alle details in de volgende LEV verschijnen. Als u zich gelijk wil opgeven (of vragen heeft) mail of bel gerust:
[email protected], 0344-691814 of 030-2316933
Zomerprogramma Eck en Wiel HUIS L’ABRI STUDIEGEMEENSCHAP Open van 14 mei tot 17 juli Temidden van de Betuwse fruitbomen ligt Huize Kortenhoeve. Hier wonen Henk & Riana Reitsema, Robb & Christa Ludwick en Beryl Gibbins. Mensen kunnen hier voor kortere of langere tijd meedraaien in de studiegemeenschap. Bezinning, verdieping en gesprek vullen de dag, die uiteenvalt in een halve dag studie (gericht op je eigen vragen en interesses) en een halve dag werk in en rond het huis. Voor meer informatie kijk op pag. 2 naar ‘Meer over l’Abri’ of naar onze website, www.labri.nl. Je kunt natuurlijk ook bellen (0344 - 691914) of emailen:
[email protected].
18 – 20 mei Wat is rust? Het is een bekende puzzel: nooit zijn we als cultuur zo expliciet bezig geweest met het organiseren en maximaliseren van vrije tijd, maar nooit hebben we ons zo moe gevoeld. Waarom kunnen we niet tot rust komen? Wat staat ons in de weg? Reductionisme! Wat is dan de kern van ware rust? Wat heeft het geloof hiermee te maken? vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Wat is de kern van ware rust? Christa Ludwick 10.00 Is tijd een grondstof? Over de denkfouten achter onze onrust. Henk Reitsema 15.00 ‘When I relax I feel guilty...’ over de kunst van het loslaten. Wim Rietkerk 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Robb Ludwick
PROGRAMMA In het kader van reductionisme ... Het leven is rijk en ingewikkeld. Om het te begrijpen, te overleven en onze richting te bepalen, grijpen we soms naar een versimpelde visie van wat belangrijk is. Dat kan een lekker heldere lijn opleveren, maar tegen welke prijs? Het uitkiezen van één bepaald aspect van de zaak en dat tot ‘de sleutel’ te verklaren houdt een risico in. Verklaringen, antwoorden en oplossingen met zo’n benadering eisen uiteindelijk veel offers, en de mens als geheel krijgt niet meer de kans om tot zijn recht te komen. Is er een manier om de ingewikkelde rijkheid van het leven recht te doen, en er toch onze weg doorheen te vinden? Wie of wat kan de juiste gids zijn? Hoe herkennen we dat? In dit zomerseizoen gaan we dit onderwerp op verschillende gebieden bekijken met als doel: onze neiging tot reductionisme te leren identificeren en te vermijden!
1 – 3 juni Geloven zonder God Volgens het ‘Atheïsme 2.0’ van Alain de Botton is het niet alleen mogelijk, maar ook wijs om een a-gelovige religie te stichten. Volgens hem zijn de waarden van een religieus leven zonder geloof in God toch mooi toepasbaar: een interessante uitdaging. Wat zijn deze waardevolle aspecten van religie? Lukt het om religie en geloof zo te scheiden? Is dit niet ook een vorm van reductionisme? Hoe wil hij zo’n aanpak opbouwen? Interessant voor degenen die nog in de kerk zitten en soms ook het gevoel hebben dat ze maar ‘doen alsof’... vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Godsdienst is niets anders dan … Wim Rietkerk 11.00 Religie zonder geloof. Robb Ludwick 15.00 Geloof zonder religie. Robb Ludwick 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Henk Reitsema
15 – 17 juni Trouw(en): idealen en teleurstellingen Het huwelijk is niet voor iedereen. Toch is het niet alleen een belangrijk symbool in de Bijbel voor Gods relatie met de mens, maar ook een belangrijke realiteit in Gods bedoeling voor de menselijke gemeenschap op aarde. Wat zijn de valkuilen in het denken over het huwelijk? Wanneer verwachten we te veel – of reduceren we het tot een minimum? Dit weekend is niet alleen voor stellen bedoeld, maar voor iedereen met interesse! vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 ‘De liefde vergaat nooit’? De kern van 1 Korinthiers 13. Robb Ludwick 11.00 Verloren intimiteit. Hoe herstel je dat? Riana en Henk Reitsema 15.00 Dromen en teleurstellingen. Henk Reitsema 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Wim Rietkerk
ROUTE Per trein: - naar NS station Tiel. Vandaar bus 44 (http://www.92920v.nl). Vanaf de halte ‘Muziektent’ in Eck en Wiel is het 5 minuten lopen naar Huize Kortenhoeve. Loop de Burg. Verbrughweg af en dan met een bocht naar rechts deze weg blijven volgen richting Ingen. Net voorbij de dorpsgrens de oprijlaan in aan de rechterkant. Anders kan men van Tiel met de regio-taxi komen. U moet minstens 1 uur van tevoren reserveren: tel. 0900 0276. Kosten voor de regio-taxi zijn € 7,50.
29 juni - 1 juli De kunst van het leven Het leven is een dynamische wandeling waarin we leren omgaan met verwachtingen, teleurstellingen, idealen en de realiteit. Het is een kunst. Ook daarom helpt echte kunst ons vaak in het verwerken, het ontdekken en het toepassen van allerlei aspecten van de waarheid. Hoe kunnen we kunst een plaats geven in onze levenskunst? Hoe kan het helpen om reductionisme te bestrijden? Gastspreker op dit weekend is oprichter van ArtWay (www.artway.eu) en voormalig l’Abri-medewerker Marleen Hengelaar-Rookmaaker. vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Kunst om de mens, of de mens om kunst? Over inspiratie. Robb Ludwick 11.00 Kunst als bron van leven. Marleen Hengelaar-Rookmaaker 15.00 Authenticiteit en kunst.Wim Rietkerk 20.00 filmdiscussie 10.30 dienst olv Henk Reitsema
13 – 15 juli Filmweekend: het hongeren naar gerechtigheid Gerechtigheid: haalbare kaart? Een verlangen om dingen recht te zetten is een van de diepste verlangens die we kennen – maar ook een van de meest gefrustreerde. Heeft het zin om te vechten? Wat hopen we te bereiken? Leven is meer dan eten en drinken en vrolijk zijn. Wanneer weten we dat het de moeite waard is geweest? In dit weekend bespreken we zulke vragen naar aanleiding van drie films met deze thematiek. vrijdag: zaterdag:
zondag:
20.00 Honger naar gerechtigheid en het gebruik van geweld. Henk Reitsema 10.00 Unforgiven (C. Eastwood, 1992) 15.00 The Dark Knight (C. Nolan, 2008) 20.00 Africa is a Country (G. Clooney, 2012) Kony 2012 (J. Russell, 2012) 10.30 dienst olv Robb Ludwick
Per auto: - vanaf de A12: afslag Maarsbergen, richting Leersum. De veerpont bij Amerongen nemen richting Tiel (zie verder kaartje). - of vanaf de A 15: afslag Tiel, richting Maurik/ Amerongen. Bij de derde rotonde (vlak voor Eck en Wiel) rechtsaf (zie kaart).
NAJAAR 2012 We zullen in het najaar open zijn van 17 september tot 17 december, met een break van 19-25 oktober. Je kunt dan weer voor kortere of langere tijd bij ons in Eck en Wiel terecht. In de volgende LEV, die in april zal verschijnen, vind je meer informatie over het programma.
INFO De kosten van de themaweekenden zijn: €50 (voor studenten en uitkeringsgerechtigden: €40). Door de week zijn de kosten per dag €20 bij een verblijf van 4 dagen of minder en €15 per dag bij een langer verblijf. Dit sluit logies, ontbijt, lunch en avondeten in. De kosten moeten echter geen belemmering vormen om te komen.Voor opgave: bel 0344-691914. Neem een slaapzak of lakens en een handdoek mee.
ADRES Huize Kortenhoeve Burg. Verbrughweg 40 4024 HR Eck en Wiel Telefoon: 0344-691914 E-mail:
[email protected]
7
In de peiling ... ADAM EN EVA Een van de frustrerende kanten van het hele schepping en evolutie debat van de afgelopen jaren is, dat degenen die kiezen voor een theïstische evolutie, meestal vooral wetenschappelijke redenen citeren en weinig zeggen over hoe ze dat plaatsen in een interpretatie van Genesis. Ze stellen hooguit dat ze dat wel proberen te doen. C. John Collins biedt met zijn boek, een serieuze analyse van wat mogelijk is en vooral wat er te verliezen valt, als men de historische Adam en Eva loslaat. Hij steekt van wal met een open houding, die bereid is om revisie aan te brengen in wat hij de historische consensus van gelovige Joden en Christenen uit het verleden noemt. Zelfs als dat drastische revisies betreffen. Hij voegt er echter aan toe, dat de meest effectieve revisies in zijn optiek die zijn, die geboren zijn uit het nog nauwkeuriger lezen van de Bijbel zelf. Het is deze prachtige combinatie, die zijn boek zo leuk maakt. Zonder om de hete hangijzers te vermijden gaat Collins het thema te lijf met een vakkundige insteek en een goede grip op zowel de tekstkritiek als het huidige wetenschappelijke debat. Hij vindt: ruimte voor dood in het dierenrijk lang voordat de mens op het toneel verschijnt, ruimte voor veel tijd tussen de genealogieën, maar uiteindelijk geen ruimte om af te wijken van een echte historische Adam en Eva. Zoals hij in zijn conclusie aanstipt, ‘als wij niet kunnen aandringen op een gemeenschappelijke oorsprong voor heel de mensheid, dan zijn wij de grond kwijtgeraakt (zowel bijbels als t.a.v. ons gezond verstand) voor de stelling, dat alle mensen gelijkwaardig zijn.’ Collins geeft ons een waarschuwing mee om niet al te zeer concordantie of harmonisatie af te dwingen tussen de bijbelsche en het wetenschappelijke verhaal. Als we
dat doen, doen we geen recht aan de verschillende doelen die ieder van deze naratieven voor ogen heeft. Dit is vooral waar gezien hoezeer het wetenschappelijke verhaal in beweging is. We doen er beter aan om nauwkeurige wetenschap en voorzichtig bijbellezen tegelijk vast te houden. Als wij ontkennen dat alle mensen een gemeenschappelijke oorsprong hebben die oorspronkelijk goed was maar waardoor zonde de wereld binnengebroken is, dan wordt het bestaan van de zonde de schuld van God. Of het wordt zelfs iets dat God niet kon vermijden. In alle gevallen, laat het ons weinig reden om de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan. Henk Reitsema Did Adam and Eve really exist? (Crossway, 2011) C. John Collins ISBN – 10:1-4335-2425-2
HOOP EN ILLUSIE ‘Is Woody Allen een nieuwe fase ingegaan met zijn laatste film Midnight in Paris?’ werd mij recentelijk gevraagd. Een begrijpelijke vraag. Deze iconische regisseur staat bekend om zijn ‘cynisme met een glimlach’ wat de liefde betreft, en op het eerste gezicht lijkt hij ons nu inderdaad ineens een hoopvolle romantische komedie aan te bieden. De film is waarlijk een plezier. In het komische element is Woody Allen hier op zijn best, Parijs straalt van schoonheid, en studenten van kunst en literatuur zullen smullen van de dialogen. Maar er is meer aan de hand. Romanschrijver Gil heeft min of meer zijn ziel aan Hollywood verkocht als scenarioschrijver van flauwe films. Daardoor is hij ook in een ongelukkige relatie terechtgekomen met Inez, een vrouw die meer interesse in zijn roem en geld heeft dan in Gil zelf. Met de nostalgische gevoelens van zijn oude droom om als kunstenaar in Parijs te leven, wil Gil daar naartoe als laatste reis voordat ze in Los Angeles trouwen. En daar… op het magische tijdstip van middernacht, wordt Gil uitgenodigd om terug in de tijd te stappen en het oude Parijs van zijn idolen mee te maken. Hij
mag te gast zijn bij Ernest Hemingway, Cole Porter, F. Scott en Zelda Fitzgerald, Gertrude Stein, Picasso en nog vele anderen. Overkomt dit hem echt? Ze helpen hem met zijn roman, en intussen ontdekt hij wat hij wil: niet met Inez verdergaan, maar zijn oude droom. De ‘happy ending’ – compleet met een nieuwe beeldschone Parisienne – bevestigt deze keus als inderdaad de beste. Maar wat geeft Allen ons hiermee? In de woorden van een pretentieuze vriend van Inez: ‘Nostalgie is de ontkenning van het pijnlijke heden.’ Het is met andere woorden een poging om aan de werkelijkheid te ontsnappen door onverantwoordelijke en faalangstige dromers. Maar het is een onsympathieke kerel die dit zegt. Een andere mening horen wij in een uitspraak van Gertrude Stein op een van Gils magische nachten: ‘De taak van de kunstenaar is om niet te gaan wanhopen, maar een antwoord te vinden op de leegte van ons bestaan’ – zelfs als het een illusie is. Als het maar hoop geeft om verder te gaan. De duidelijke nostalgie waarvoor Gil kiest, is aan de ene kant heel mooi. Hij lijkt inderdaad meer tot zijn recht te kunnen komen op zijn nieuwe pad. Maar op de achtergrond van de ‘happy ending’ horen we de klok middernacht slaan. Is het een illusie? Te mooi om waar te zijn? Als het maar hoop geeft, en een goed gevoel… Al lijkt Woody Allen ons dus hoop te gunnen, volgens mij doet hij dat nog steeds in lijn met zijn bekende romantische cynisme: de nuttige illusie van de kunstenaar. Maar wie weet, misschien komt hij toch dichter bij het geloof in ware liefde. We kijken uit naar zijn volgende film: To Rome with Love, deze zomer in de bioscoop! Robb Ludwick Midnight in Paris (Woody Allen, 2011)
(vervolg van pagina 4) zoek van zwermdynamica, complexiteitstheorie en zelfreplicatiestudies, hebben een rijk aanbod van tot de verbeelding sprekende analogieën opgeleverd voor hoe complexe structuren tot stand zouden kunnen komen. Ook deze voorbeelden berusten echter zelf op analoge vocabulaires. Zo is het woordje ‘zelf’ dat de autonomie van een proces moet aangeven, ontleend aan het rijk van persoon-zijn waar een besef van zelf dingen initiëren en reguleren geboren is. Hoezeer emergentie ook vooral beschrijft in plaats van verklaart, het wordt toch aangegrepen als breekijzer voor het uiteindelijk grip krijgen op al die zaken die tot nog toe binnen een naturalistisch raamwerk weerbarstig bleven. Het gevolg is een toenemend optimisme over alle niet-intentionele en ongerichte processen in de natuur. De huidige liefde bij voorbeeld voor netwerkprocessen komt juist omdat er geen bewuste leider is. Dit optimisme slaat ook over op de nietintentionele processen die binnen in ons functioneren. Dit kan misschien het beste gevangen worden in het woord ‘intuïtie’. De filosofie van de emergentie is dus allang niet meer alleen een studeerkamergebeuren; haar tentakels hebben al veel invloed op hoe wij de wereld en onszelf daarbinnen zijn gaan zien. Antireductionisme Als je zegt dat alles wat beschreven kan worden, verklaard kan worden door het wetenschappelijk onderzoek van materiele oorzaken en gevolgen, dan sluit je de deur voor bewustwording van een niet-materiële of bovennatuurlijke oorzaak.Wij kunnen in principe nooit stellen dat een gebeuren naturalistische uitleg uitsluit. Spinoza concludeerde dat al ten opzichte van het vaststellen van wonderen. Bagger8 zegt het zo: ‘A perfectly substantiated, anomalous event, rather than providing evidence for the supernatural, merely calls into question our understanding of particular natural laws.’ In plaats van ons te beroepen op het bovennatuurlijke kunnen we altijd onze visie op wat natuurlijk is aanpassen om de nieuwe informatie te omspannen. Zelfs methodologisch naturalisme (de meest zwakke vorm) is kwetsbaar in dit opzicht. Men zou alle oorzaken op hun uitkomsten moeten evalueren en niet op hun materiële oorsprong moeten vastpinnen. Zo een uitkomst gerichte aanpak zou men
methodologische neutralisme kunnen noemen. De ontdekking van een wetmatigheid is dan niet een bewijs van autonomie, maar roept de vraag op naar de bron van die wetmatigheid. Herman Dooyeweerd heeft in de jaren 30 en 40 een filosofische aanpak geformuleerd die zich juist inzette om de wetmatigheden in alle lagen van de werkelijkheid een plek te geven zonder dat deze gereduceerd hoefden te worden tot de eigenschappen van de kleinste deeltjes. Alleen al de constatering dat die zogenaamde kleinste deeltjes zelf in rook lijken
Der Mensch als Industriepalast (Georg Helbig, 1919)
op te gaan als je gedetailleerd genoeg kijkt is een reden om het traditionele atomaire reductiemodel kritisch te bejegenen. Dooyeweerd heeft zijn aanpak de wijsbegeerte der wetsidee genoemd; hierin is getracht een soort encyclopedie9 te formuleren van alle aspecten10 van de werkelijkheid waarin niet-reduceerbare wetmatigheden terug te vinden zijn. Terwijl Dooyeweerd binnen deze aspecten van de werkelijkheid niet-reduceerbare wetten bespeurde, zag hij wel een interafhankelijkheid en een soort hiërarchische structuur voor deze lagen van de werkelijkheid. Elke hogere laag van structuur/ wetmatigheid is onderhavig aan de wetten van de lagerliggende aspecten, maar voegt nieuwe grenzen toe, zonder dat deze bepaald worden door die lagere aspecten. Zo wordt de muzikaliteit van een stuk bepaald door uit alle mogelijke klanken en toonverhoudingen een specifieke set te
kiezen. Dit gebeurt zonder de gewone wetten voor geluid, lucht en gehoor te overtreden maar voegt wel een nieuwe laag wetmatigheid toe. Dit is een perspectief op de werkelijkheid dat niet vast komt te zitten in een eenduidige visie op causaliteit en dus niet verstrengeld raakt in het naturalistische dilemma van de ‘causal overdetermination’ waar er geen plaats meer is voor oorzakelijkheid op het hogere vlak. De grootste moeite voor fysicalisten om de stap in de richting van Dooyeweerds aanpak te zetten, is de immateriële aard van wetten en relaties. Dit is een van de ultieme paradoxen voor een wetenschappelijke gemeenschap die zich zo onophoudelijk bezighoudt met wetmatigheden, maar uiteindelijk de ontologische verankering mist om die wetmatigheden een volwaardige plaats te geven in hun visie op de werkelijkheid. Het lijkt mij de achilleshiel van iedere naturalistische poging om de werkelijkheid te vatten. Naturalisme dat zo dominant is geworden in de wetenschappelijke kringen van vandaag, is zo verbeten anti-bovennatuurlijk dat het het niet aandurft om de vraag naar de oorsprong van de wetten en constanten die het ontdekt open te laten. Het gevolg is dat het vastzit aan het reductionisme en zodoende ruimte mist voor een robuuste rol voor onze meest bijzondere kanten: wil, verantwoordelijkheid, intentionaliteit, creativiteit en geestelijkheid. Zo blijft men over met of een plat, oninteressant en deterministisch plaatje dat de wetenschap zelf ondergraaft (wetenschappers zijn gedetermineerd om te doen wat ze doen) of men stelt zijn hoop op een soort magisch element in het emergentiedenken en neemt genoegen met begrijpen zonder begrip. Als we onze ogen openen voor de constellatie van wetmatigheden die het universum reguleren, dan blijkt de Schepper veel aanweziger te zijn dan we vaak denken. 1
Murphy, N. 2010 “Nonreductive Physicalism,” in A. Runehov, ed., Encyclopedia of Sciences and Religions, Springer (forthcoming). 2 Supervenience and Mind, (1993) Cambridge University Press 3 p. 412 4 Broad, C.D. (1925), The mind and its place in nature. London: Routledge and Paul Kegan. 5 Broad, C.D. (1999), ‘Mechanism and Emergentism’, in: Jaegwon Kim and Ernest Sosa (ed.) Metaphysics and anthology, pp.487-498. p.493. 6 Anderson, (1972) p. 395. 7 Mason, (2000) p. 1-2. 8 Bagger 1999, “Religious experience, Justification and History” p. 13. 9 Dooyeweerd , H. (2002) [1967], Encyclopedia of the Science of Law, Tr. Robert N. Knudsen. Edwin Mellen Press, New York, p. 11. 10 Dooyeweerd, (2002) p.94.
9
Godsbewijs? Robb Ludwick In de brief aan de Hebreeën lezen we dat Jezus alle mogelijke verzoekingen heeft doorstaan. Hij heeft dus de verleiding geproefd om niet in Gods liefde en trouw te geloven. We zien hoe hij hierop reageert in de woestijn. Het is een belangrijke scène. In zijn overwinning verdient hij niet alleen ons vertrouwen als een sterke redder die ons als geen ander kan helpen, maar hij verdient hiermee ook ons vertrouwen als iemand die persoonlijk weet hoe verleidelijk – begrijpelijk zelfs – het kan zijn je van God af te keren. Hij heeft het aan den lijve ondervonden. En in zijn voorbeeld vinden we ook iets van hoe wij hiermee mogen leren omgaan Meeleven In een oude preek over de verleiding van Jezus in de woestijn, vertelt Francis Schaeffer hoe opmerkelijk het is dat Jezus, direct na zijn doop door Johannes – de eerste openbare bevestiging van zijn missie door God zelf – de woestijn in moet. Waarom? Daar zou hij op alle punten beproefd zijn die tot zonde zouden kunnen leiden.Wat is zonde dan? Zonde betekent: het missen van het doel, het zich afwenden van de enige juiste bron van het leven die we kunnen kennen – onze Schepper. Dat heeft schadelijke gevolgen – tot de dood aan toe. Om deze vloek ooit te kunnen overwinnen, en om van ons ooit te kunnen vragen om hiertegen te vechten, moest Jezus eerst de zonde zelf rechtstreeks in de ogen kijken. Het is een bewijs, in feite, dat hij inderdaad de enige is die ons kan helpen in het gevecht tegen dat wat ons – en onze naaste als onszelf – dood maakt. Het is niet ‘natuurlijk’ in de zin van gemakkelijk of automatisch dat de mens God als liefdevolle Schepper erkent en op die basis van liefde een zegen voor zowel zijn naaste als voor zichzelf wordt. Zelfs als we het
10
willen, komt zo’n vruchtbaar geloof niet vanzelf. Daarom was Jezus’ eerste stap als onze Messias zo belangrijk. Hoe dan ook, wat er ook gebeurt in de strijd die we nu meemaken om een zegen voor elkaar te zijn – we mogen zonder schaamte of angst of schroom naar Jezus toekomen om genade en kracht te vinden, wanneer we dat ook nodig hebben. Om vergeving te vragen wanneer wij de wet van liefde overtreden, om herstel te krijgen in onze relatie met God, en om verder te groeien. Verzoeking In de woestijn wordt Jezus drie keer aangevallen door de vijand – niet alleen de vijand van God maar ook die van ons. Die
spreekt hij de waarheid tegen deze verzoekingen in, en wat kunnen wij daarvan leren? We concentreren ons in dit artikel op de tweede verzoeking. Bij de eerste gaat het over de verleiding om alleen van brood te leven of van de gaven die we van God ontvangen, zonder God daarin te erkennen of Hem daarbij te betrekken. Bij de derde gaat het erom de vervulling van Gods beloftes te willen krijgen zonder zijn weg te willen volgen, voornamelijk als het lijden een rol speelt. Bij de tweede verzoeking gaat het over een bijzondere eis aan God om Zichzelf te bewijzen: God moet op mijn voorwaarden mij hier en nu laten zien, voor het eerst of opnieuw, dat Hij trouw en be-
Verzoeking van Christus (Peter Paul Rubens, 1620)
vijand weet dat een keuze tegen God een vernieling van onszelf betekent (Spreuken 8:35-6), en omdat hij God en zijn schepping haat is dat ook zijn doel. Hoe valt hij Jezus dus aan? Met leugens. Verleidelijke leugens die tot een reactie van wantrouwen tegenover God zouden kunnen leiden. En daarom is het interessant om te zien hoe Jezus erop reageert. Hoe
trouwbaar is voordat ik zeg dat wij een relatie kunnen hebben. Het wordt verkondigd dat Hij mij lief heeft, dat Hij trouw is en dat Hij nooit los laat wat Zijn hand begint, maar soms voelt het niet zo en soms lijkt het niet zo, vanuit mijn perspectief. In de tweede verzoeking word ik verleid om te concluderen: God is mij een Godsbewijs schuldig.
Leugen Hoe is dat aan Jezus gepresenteerd? Kijk eens naar de inleidende woorden van de verzoeker:‘Als u de zoon van God bent…’ Hier horen we de kern van de verleiding al. Heeft u nou echt een relatie met God? Bent u, Jezus van Nazaret, inderdaad Gods bijzondere kind, gekozen en geroepen om deze wereld te redden? Je hoort het zaad van twijfel erin, alsof hij echt zegt: ‘Dat lijkt mij sterk, Jezus. En als het wel zo is, zou u dat nu zeker kunnen bewijzen.’ Deze aanpak is tweeledig. Eerst komt de vermomde leugen: eigenlijk heb je geen reden om te geloven in zo’n relatie met God. Dan volgt de verzoeking tot een bepaalde houding en een bepaald gedrag: om uzelf daarvan toch te kunnen overtuigen, moet je iets gaan eisen. En wat mag dat dan wel zijn? ‘Als u inderdaad de zoon van God bent’, gaat de verzoeker verder, ‘spring dan maar van deze toren, want er is geschreven dat al Zijn engelen u zullen komen beschermen.’ Met andere woorden: laat God u en mij nu maar laten zien dat Hij trouw is aan u en aan Zijn woord.Want misschien klopt het niet. Misschien geeft God niet echt. Maar als u hier en nu een bijzonder bewijs van Hem krijgt, dan heeft u een reden om in Hem te geloven. En wat zegt Jezus hierop? ‘Zo moeten we God niet op de proef stellen.’ Wat betekent dit? Dat we alleen maar blind moeten geloven? Dat we – vooral als het leven moeilijk wordt – gewoon door moeten gaan met vertrouwen? Dat onze klachten en twijfels eigenlijk maar zelfzucht zijn en ongehoorzaamheid, en dat ze daarom geen antwoord verdienen? Gelukkig is het niet zo simpel. Jezus refereert aan een verhaal van het Oude Testament. Hij citeert een stuk uit Exodus 17, waar de Israëlieten ook in de woestijn zijn en geen water hebben. In plaats van terug te kijken naar alles wat God voor hen gedaan heeft en op basis daarvan hun nood voor God neer te leggen, komen ze anders naar God toe. Ze eisen: water! Hier en nu! En in vers 7 wordt ons verteld dat ze erbij hebben gezegd: ‘Is God nou met ons of niet?’ Met andere woorden: Gods trouw stond op het spel. God moest weer bewijzen dat Hij ‘met hen’ was, door op dat moment aan hun eis te voldoen. Wantrouw Zo mogen wij God niet op de proef stellen, zegt Jezus. Waarom niet? Het probleem is niet dat ze water willen. Ze zijn in de woestijn en ze hebben dorst.
God geeft het ook. Net zoals bij de eerste verzoeking, is het probleem niet dat we iets van God willen of nodig hebben: er wordt ons voorgehouden om voor ons dagelijks brood te bidden. En dat we dit ook met zuchten, klagen, vragen en het uiten van onze angsten mogen doen, als we David in de Psalmen als voorbeeld nemen. Maar hier is blijkbaar iets anders aan de
Het verlangen op zich naar Gods hand in zulke situaties is niet het probleem. Het probleem is mijn houding hand.Wat misschien als angst begint, wordt verhard tot een houding van wantrouwen. Een zorg dat ik iets van God nodig heb wordt een eis: God is niet ‘met mij’ tenzij ik dit hier en nu van Hem krijg. Net zoals de Israëlieten, kunnen wij om ons heen kijken en zien wat er mis is. Misschien gaat het niet goed met mij persoonlijk, met mijn gezin, met mijn werk. Misschien gaat het niet goed met mijn gemeenschap. En in ieder geval gaat het niet goed op andere plekken in de wereld. Dat bezorgt me de angst dat God misschien niet zo betrokken is als ik zou willen geloven. Als ik de angst laat groeien – als ik een leugen binnenlaat, van: ‘God geeft niet’ of sterker nog: ‘God is er niet’ – dan ontiwkkelt zich mijn angst in een eis. Verzeker mij nu, God, door wat mis is in mij, in mijn gezin, in mijn werk, in mijn gemeenschap, in de wereld, dat u God bent. Anders verdient u mijn trouw en geloof niet. Het is weer belangrijk om te merken dat het verlangen op zich naar Gods hand in zulke situaties niet het probleem is. Het probleem is mijn houding: dat als God niet hier en nu doet wat ik denk nodig te hebben, Hij niet betrouwbaar, niet liefdevol, niet betrokken, niet bekwaam, en misschien zelfs niet echt zou zijn. Trouw Het gevaar hiervan is ook niet alleen dat het God boos maakt. Het gevaar is dat wij op basis van deze houding onszelf kunnen
beschadigen (Spreuken 8:35-6).Als we zijn beelddragers zijn, gemaakt om door een relatie met Hem in andere relaties te kunnen groeien, dan zal het ons afkeren van God onze andere relaties verpesten. Ik zal mijn angstige eis nu richten op alle andere relaties in mijn leven: ik moet nu mijn zekerheid vinden in het oplossen van de problemen van de wereld, van mijn gemeenschap, van mijn werk en mijn gezin, van mijn innerlijke staat. En zoals we weten is er geen aardse zaak die zo’n hoog doel van verlossing aan mij kan bieden. Ik zal deze relaties eerder overvragen en kapot maken dan dat ik mijn zekerheid erin zou vinden. Maar kunnen we dan wel iets van God vragen? Jezus zegt in antwoord op deze verzoeking dat we God niet op de proef mogen stellen met wantrouwen zoals de Israëlieten in Exodus 17. Door te beginnen met het idee dat God schuldig is en dan te eisen dat Hij zichzelf bewijst. Ergens anders in de Bijbel horen we dat er een ándere manier is om God op de proef te stellen – en van deze manier mogen we, zelfs bij herhaling, gebruikmaken. ‘Stel mij maar eens op de proef,’ zegt God in Maleachi 3:10 tegen de Israëlieten, ‘breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen.’ Wat betekent dit? De tiende is hier niet alleen een offer aan God maar een manier om voedsel te geven aan de priesters en ook om wat over te laten als voorraad, voor geval van nood. Je zou het ook als metafoor kunnen lezen: gehoorzaam zijn aan God omdat Hij niet voor niets bepaalde dingen van ons vraagt. Het gaat niet alleen om zijn glorie, ten koste van ons. Ons leven en ons welzijn is Zijn doel, want Hij houdt van zijn schepping. Als we beginnen met het idee dat God bestaat, dat Hij trouw is, en dat Hij ons hoort, en als wij luisteren naar wat Hij heeft gezegd over wie we zijn en hoe we met en voor elkaar het best kunnen leven, dan mogen we komen met onze vragen. Water! Help! Ik heb dit nodig en ik voel niet dat u bij mij bent! Ik wil uw hand in mijn leven en de wereld zien! God heeft gezegd dat Hij hier en nu aan het werk is, en we mogen vragen om dat beter te kunnen zien. Niet vanuit achterdocht, maar gewoon vanuit een eerlijk verlangen naar Zijn heling en rechtvaardigheid en zegen. In trouw mogen we Hem wel op de proef stellen.
Godsbewijs En dan? Als we in wantrouwen en achterdocht begonnen zijn zullen onze eigen voorwaarden een grote rol spelen. Wij weten precies wat we willen krijgen voordat God ons geloof verdient. Maar als we in trouw beginnen, merken we dat onze voorwaarden soms verblindend kunnen werken. Als ik zo gefocust ben op wat ik nu denk nodig te hebben, misschien mis ik dan wat God eigenlijk aan het doen is. Juist daardoor zou ik tot de verkeerde conclusie kunnen komen dat God niet actief is of zelfs niet bestaat. Daarom zegt God: kom dichtbij en luister, blijf Mijn woorden en Mijn vaderschap vasthouden, en je zult de zegen vinden.Als regen op de droge aarde. God weet wat we nodig hebben om te geloven. Wij zijn nooit gevraagd om blind op Hem te gaan vertouwen. Hij belooft dat als Hij een goed werk in ons begonnen is, Hij dat zal voltooien (Filippenzen 1:6). Hij belooft dat niets sterker is dan Zijn liefde voor ons door Zijn zoon (Ro-
we ons vertrouwen op God nog uit, zelfs met diepe zuchten of aarzeling. Dan kijken we rond met open ogen en harten naar hoe Hij iets gaat doen – en misschien al doet – al is het helemaal anders dan wat we verwachten. Er is niks mis met uitgesproken verlangens om nog een toepassing van Gods beloftes te zien om voor ons te zorgen, om van zich te laten horen, om leiding te
Corn Chowder
In trouw mogen we God wel op de proef stellen geven, om moed te schenken. Maar we moeten tegelijk bidden om hulp in het open en flexibel zijn, om te zien waar het dan wel gebeurt. Bij het moment van zijn doop hoorde Jezus God het hardop zeggen: U bent mijn geliefde zoon. Hij zou op basis daarvan soms een beroep op God doen om daar
Dit is een soep die we vaak hier voor de lunch maken en die iedereen altijd heerlijk smaakt! 1 1/2 cups aardappels in stukjes 2 1/2 cups water 1/2 cup wortel, halve schijfjes 1/4 cup ui, in blokjes 1/2 cup selderij, in stukjes 1/4 theelepel peper Laat dit allemaal 10 minuten zacht koken in een pan.
Landscape with the Temptation of Christ (Augustin Hirschvogel, 1545)
meinen 8:39). En Hij zegt dat we gemaakt zijn om Hem te zoeken en Hem al tastend te vinden als we eerlijk en luisterend naar Zijn schepping kijken (Handelingen 17:27). Bewijs hiervan en hiervoor mogen we absoluut vragen, vooral als we het niet zien. Maar laten we God met trouw op de proef stellen, niet met wantrouwen. Het is een subtiel maar belangrijk verschil. Bij het één eisen we opnieuw bewijs van God dat hij onze plannen volgt. Bij het ander, zoals we vaak in de Psalmen terugvinden, spreken
12
nog iets van te laten zien (Johannes 11:42), maar niet op de manier waarop de verzoeker in de woestijn dat wilde. Hij begint niet met de angst dat God ons niet liefheeft, dat Hij ons alleen wil onderdrukken, dat Hij afwezig of langzaam is, dat Hij alleen maar troostend en nooit corrigerend is, dat Hij voorspelbaar moet zijn en nooit verrassend. Hij begint met het idee dat God de waarheid vertelt en Zijn beloftes vervult. Hij was bereid om zijn eigen voorwaarden aan de kant te zetten als God ergens anders bezig is (Lucas 22:42), en dan te kijken waar de zegen toch zou komen (Lucas. 22:43).
Terwijl dat kookt, maak je een witte kaassaus. 60 g margarine 1/4 cup bloem 2 cups melk Smelt de margarine (niet bruin laten worden), voeg bloem toe, roeren het door. Voeg melk toe, terwijl je blijft roeren, totdat het dikker wordt. Voeg dan toe: 2 theelepel zout 2 1/2 cup geraspte kaas Voeg nu: 1 blik maïs aan de groenten toe. Roer dan het sausje er doorheen. Dit recept is voor ruim 6 personen. Het is lekker als je de maïs vooraf met een blender een beetje pureert, maar dit is niet nodig. Geniet! Christa Ludwick