VOCA 2
Zoals Christoffel onderw Over grote mensen van vroeger worden sterke verhalen verteld. Geen wonder dat over de grootste mens ter wereld volgend verhaal de ronde doet. Want groot was hij, Christoffel, een echte reus, wel tweeënhalve meter hoog. En zijn uitzicht was angstaanjagend. Eigenlijk droeg Christoffel in het begin van zijn leven die mooie naam nog niet. Hij werd Reprobus genoemd. Reprobus betekent: de vervloekte, de uitgestotene. Hoe hij aan zijn nieuwe naam ‘Christoffel’ kwam en wat die naam betekende, hoor je in het verhaal dat al eeuwenlang wordt doorverteld.
Reprobus wordt Christoffel De ijzersterke reus Christoffel wou alleen maar in dienst treden van de machtigste koning van zijn tijd. Waar kon hij die vinden? Overal deed hij navraag. De mensen verwezen hem naar de koning van de Kananeeërs. Die was zeer blij dat een dergelijke reus in zijn dienst kwam. Op zekere dag kwam een speelman in het paleis aan. Hij wilde de koning en zijn hofhouding vermaken met allerlei mooie liederen en rare en wondere goocheltoeren. Op een bepaald moment zong hij een lied waarin meerdere malen de naam van de duivel vernoemd werd. Maar wat zag Christoffel nu? Telkens als de naam van de duivel weerklonk, maakte de koning, die een christen was, een kruisteken. Christoffel die in het begin van zijn leven nog een heiden en niet gedoopt was, vroeg de koning verbaasd en nieuwsgierig: – Waarom doet u dat, koning? De koning wilde eerst geen antwoord geven. Hij was bang zo’n flinke dienaar te verliezen. – Als u me dat teken niet wilt verklaren, verlaat ik het paleis en blijf ik hier niet langer. De koning antwoordde: – Telkens als ik de naam van de duivel hoor vernoemen, ben ik bang. Dan maak ik een kruisteken opdat hij mij geen kwaad zou kunnen doen.
12
De Christoffelweg
Christoffel was door dit antwoord zeer teleurgesteld. – Als u bang bent voor de duivel, bekent u dat hij machtiger is dan u. Dan heb ik mij vergist. Want ik wil me alleen in dienst van de machtigste heerser van de wereld stellen. Vaarwel, ik ga de duivel zoeken en hij zal mijn meester worden. Christoffel trok op zoek naar de duivel. Onderweg ontmoette hij een ridder met een woest uitzicht. Hij sprak hem aan: – Ik ben op zoek naar de duivel. Ik wil in zijn dienst treden. Waar kan ik hem vinden? – Ik ben de man die je zoekt! Christoffel beloofde de duivel te dienen. Onderweg kwamen ze voorbij een groot kruisbeeld. Ineens bemerkte Christoffel dat de duivel heel bang en bleek werd. De duivel zei: – Kom, we gaan een andere kant op, langs daar komen we er ook wel. – Waarom toch? Wat scheelt er? De duivel aarzelde ... en wilde geen antwoord geven. – Als u geen antwoord geeft, blijf ik geen ogenblik langer bij u. Na enige aarzeling sprak de duivel: – Aan dat kruis hangt Jezus Christus. Bij het zien van een kruisbeeld sla ik op de vlucht.
eg Christoffel antwoordde: – Die Jezus Christus is dus machtiger dan u. Ik stond dus niet in dienst van de grootste koning. Vaarwel. Ik zoek verder, ik wil die Jezus vinden.
– – – –
En Christoffel zette zijn zoektocht voort. Hij kwam na een lange tocht aan de hut van een kluizenaar. Die man ontving Christoffel gastvrij. En de kluizenaar vertelde hem dagenlang over Jezus Christus. En Christoffel luisterde geboeid. – Als je in de dienst van Christus wilt treden, moet je van tijd tot tijd vasten. Christoffel keek naar zijn struis lichaam. Vasten? Dat zal ik moeilijk kunnen opbrengen ... Ik ben niet zoals u. Goed. Je kunt niet vasten. Dan moet je maar veel tijd besteden aan het gebed. Bidden, wat is dat eigenlijk? Hoe doet u dat? Ook dat gaat niet? Maar je bent reuzegroot en beresterk ... Ken je de rivier ginds waar het gevaarlijk is om over te steken? Er zijn daar al vele reizigers in het water omgekomen ... Als je nu eens in de nabijheid van de rivier ging wonen? Dan kun je de mensen die de rivier willen oversteken een rugje toesteken. Op die manier kun je Jezus Christus dienen en zul je beter ontdekken wie Hij is. Hij zal het je wel openbaren.
Christoffel bouwde aan de oever van de rivier een hutje. Hij trok een boompje uit dat hij gebruikte als een stok. Daarop kon hij in het water steunen als hij de mensen op zijn schouder naar de overkant droeg. Hij werd een echte veerman. Onophoudelijk droeg hij mensen over de snelstromende rivier naar de veilige overkant. ’s Nachts hield de kluizenaar soms een lamp in de hoogte; dan kon de veerman zich makkelijk oriënteren. Op een nacht lag Christoffel in zijn hut te slapen. Plotseling hoorde hij een kinderstem:
– Christoffel, wil je mij over de rivier dragen? Christoffel kwam naar buiten maar zag niemand. Hij ging terug rusten. Opnieuw hoorde hij een kind roepen. Hij ging weer naar buiten maar vond niemand. Een derde keer weerklonk een kinderstem in de nacht. En ja, nu zag hij een kind bij de oever. – Christoffel, kun je me overzetten? Christoffel dacht: – Dat is hier een werkje van niemendal. De reuzegrote man nam het kleine kind op zijn schouders, nam zijn stok en trok door het water. Maar zie, in het midden van de rivier steeg het water alsmaar hoger en begon het kind zo zwaar als lood te wegen. Christoffel, de reus, werd verschrikkelijk bang. Zou hij de overkant wel halen? Hij besefte ineens dat hij de sterkste niet was ... Met de grootste moeite en met een zucht van verlichting bereikte hij de andere oever. Hij zei tot het kind: – Het was precies of ik de hele wereld op mijn schouders moest dragen. Het kind antwoordde: – Christoffel, je hebt niet alleen de hele wereld op je schouders gedragen, maar ook Hem die de hele wereld geschapen heeft. Ik ben Christus, de koning die je door je liefdevolle arbeid dient. Het is waar wat Ik zeg. Ik zal je een teken geven. Steek je stok naast je hut in de grond. Morgen zal je dorre stok bloeien en vruchten dragen.
Pieter Paul Rubens, De heilige Christoffel.
Daarop verdween het kind. Christoffel plantte zijn stok in de grond en de volgende morgen was zijn stok veranderd in een palmboom, bedekt met bladeren en beladen met dadels. Nu wist Christoffel dat hij zijn doel had bereikt: hij stond in dienst van de grootste koning van de wereld. Hij was een nieuwe mens geworden. Vol moed en vertrouwen trok hij naar andere streken waar de christenen het moeilijk hadden en hij stond hen bij.
2 Zoals Christoffel onderweg Mensen van de Weg
13
‘De strijd tegen
Paul Klee.
Pieter Paul Rubens.
Stel dat een volk op een pas
Kies vijf namen uit de
ontdekte bewoonbare planeet een samenleving wil opbouwen. Hoe gaat een koning te werk die wil heersen en voor wie de anderen onderdanen zijn? Wat vindt hij belangrijk? Hoe pakt een koning het aan die wil dienen en de anderen als medemensen beschouwt? Waaraan herken je een koning-heerser en een koningdienaar in de groep?
lijst van namen van God. Bedenk nog andere namen voor God. Heb je al mensen ontmoet die je verteld hebben over diepe levenswaarden, over God, Jezus Christus?
Spreek op verschillende manie-
ren de naam uit van iemand in de groep. Hoe reageert de aangesprokene telkens? Heb je al vermoed of ervaren dat God je aanspreekt? Jezus zegt: ‘Alles wat je voor een van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.’ (Matteüs 25,40) Wie bedoelt Jezus zoal volgens jullie?
Als vormeling wil ik een echte ‘Christoffel’ worden. Ik wil op mijn weg Jezus dragen in mijn hart, op mijn schouder en met mijn mond.
Pieter Paul Rubens. Foto: Leo Meuris.
14
De Christoffelweg
het zwart’ – Verwerk de zwarte vlek in een groepstekening. Als iemand de groep vaak tegenwerkt als een ridder met een duivelshart, wat kun je daaraan dan doen?
Kleef hier foto’s van mensen en dieren die je op een of andere manier gedragen hebben; die jij op een of andere manier gedragen hebt.
Geen grote moeite voor zo’n sterk paard!
Bij mij ben je veilig ...
Mag ik even bij je uithuilen?
Afspraken voor volgende voca Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hij is niet zwaar; hij is mijn broer.
Meebrengen:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 Zoals Christoffel onderweg Mensen van de Weg
15
Waar komt dat rusteloze zoeken vandaan? CHRISTENEN MOGEN NIET BIJ DE PAKKEN BLIJVEN ZITTEN …
‘Zoveel verhalen in de Bijbel en ook daarbuiten weten het en vertellen ervan: de mens is wezenlijk een zwerver, een reiziger, een ontheemde. Altijd weer is hij onderweg, rusteloos op zoek naar onbekende verten. De drang naar het onbekende, de hang naar avontuur houdt hem op de been. En dat verlangen en die hunkering zijn oneindig, ze houden nooit op. Maar wat is het toch dat de mens telkens weer zo ‘trekt’? Marcel Weemaes schrijft daarover het volgende:
‘Het mooiste en het warmste huis – de moederschoot – daaruit zijn we allen verdreven, en we zoeken ons ziek om een onderdak te vinden dat een heel klein beetje op een moederschoot gelijkt ... Maandbrief van de gezinsgroepen
wist je ●
●
Hoe worden de
volgelingen van Jezus genoemd?
De aanhangers van de Weg De joden noemden de eerste volgelingen van Jezus Christus ‘de aanhangers van de Weg’ (Handelingen 9,2). Zij bedoelden degenen die ‘de Weg van Jezus’ wilden volgen. Zei Jezus niet: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Johannes 14,6)? Jezus is voor wie in zijn spoor treedt de weg naar een zinvol en waarachtig leven. Heiligen Paulus noemde de christenen in zijn brieven soms heiligen. We mogen dat lezen als een uitnodiging om – in
16
De Christoffelweg
de kracht van het doopsel – Gods heil (verlossing) zichtbaar te maken onder de mensen. Ferme jongeren Je kind bereidt zich voor op een leven als ‘gevormde’ in de volgende fase van zijn leven. Het wil een ‘ferme’ jongen of een ‘ferm’ meisje worden. In het woord ‘ferm’ herken je het Latijnse woord ‘firmus’ dat stevig en sterk betekent. Je vindt het ook terug in het Latijnse woord ‘confirmatio’; dat vormsel betekent. Het vormsel is de ‘bevestiging en versteviging’ van het doopsel.
●
●
●
●
dat de naam die iemand ontvangt bij zijn geboorte en doop dikwijls verwijst naar een heilige onder wiens bescherming een christen staat? Hij wordt de beschermheilige of patroonheilige genoemd. dat ook kerkgebouwen en christelijke instituten en verenigingen een patroonheilige hebben? dat Christofoor, in de volksmond Christoffel, vanaf de 5e eeuw een zeer geliefde heilige was? dat zijn verering sterk verspreid raakte onder pelgrims, reizigers, zeevaarders, vrachtvoerders, automobilisten, kortom alle mensen onderweg? dat we op Allerheiligen alle christenen herdenken in wie het heil (de verlossing) van God op een bijzondere wijze zichtbaar werd? dat die heiligen nu over de dood heen leven in gemeenschap met God en in verbondenheid met ons?
Het kan best gezellig zijn om de familiefoto’s en
-filmpjes te bekijken. Die terugblik op de beslissende stappen van de gezinsleden en je vormeling biedt veel stof tot gesprek over de momenten dat jullie elkaar in het gezin dragen, verdragen en verder dragen. Laat je vormeling vertellen wat het betekent dat Christoffel Jezus droeg op zijn schouder, in zijn hart en met zijn mond. Plaats de wandelstok die je vormeling gekregen heeft in het vormselhoekje. Hij verwijst naar de stok van Christoffel die vruchten droeg, nadat Christoffel Christus gedragen had. Op het aangehechte groene blaadje heeft je vormeling geschreven hoe hij/zij een Christusdrager kan worden. Misschien kan het gezin afspreken hoe iedereen daartoe kan bijdragen. Moedig je vormeling aan om van zijn wandelstok een pelgrimsstaf te maken volgens de richtlijnen op het kopieerblad dat hij meegekregen heeft. Stel aan je vormeling voor om een gekleurde tekening van Christoffel te overhandigen aan de vormselmeter of -peter. Het schilderij De vijfde scheppingsdag stelt beschermengelen voor die de aardbol vasthouden met het symbool voor telkens een scheppingsdag. Op de voorgrond draagt een engel de aardbol met een zwerm vogels die de vijfde scheppingsdag oproepen. Als we elkaar thuis, in de buurt, in de samenleving dragen op momenten van geluk, verlangen, vertwijfeling en gebrokenheid, mogen we terecht engelen van mensen genoemd worden.
Edward Burne-Jones, De vijfde scheppingsdag.
Leid mij, vriendelijk Licht, door het duister om me heen, wijs mij de weg. De nacht is donker, mijn thuis zo ver, wijs Jij de weg. Belicht Jij de plaats waar ik mijn voeten zet. Nee, ik vraag Je niet de horizon te mogen zien. Eén stap is al genoeg! John Henry Newman
Yoki.
2 Z Zoals l Ch Christoff i t ffell onderweg d Communicatie in het gezin
17