Masters NLP 2003
3
ZINGEN IN DE TRILLING VAN MIJN NATUURSTEM
1 Te modelleren doelvermogen: Wat wil ik modelleren? Zingen in de trilling van mijn natuurstem. 1.1. Definitie van natuurstem: De natuurstem is de zangstem die het dichtst bij de spreekstem ligt. Bij de natuurstem valt op dat elk individu over een zeer specifieke klankkleur beschikt. De rijkdom ligt in de diversiteit van stemkleuren. Door het vrij laten resoneren van de klank, is de natuurstem rijk aan boventonen. 2 Ecologie: Impact van het doelvermogen op mij Indien ik zing in de trilling van mijn natuurstem, voel ik me één met mijn ‘zelf’. Ik geniet zowel van de externe als interne trilling van mijn stem, haar geleiding doorheen mijn hele lichaam. Bovendien ervaar ik daarbij een sterke aarding die gepaard gaat met een voor mij zg. ‘physiognomy of excellence’, nl. met beide benen stevig op grond (indien rechtstaand), een ontspannen lichaam met rechte rug en opgericht hoofd. Zingen in de trilling van mijn natuurstem werkt energetiserend op mij en bevordert verder ook mijn voeling met mijn onbewuste en bewuste, in sterke mate voorheen geïnitieerd door NLP. 3 Motivatie: Wat beweegt mij om het doelvermogen te modelleren? Sinds twee jaar boeit het zelf voortbrengen van klanken mij zeer sterk. In mijn vrije tijd bespeel ik met plezier exotische muziekinstrumenten zoals didgeridoo, drum, schelphoorn of “Shanka”, boventoonfluit... Ik werk hierbij ook met mijn eigen muziekinstrument, nl. mijn stem, om te genieten van, bijvoorbeeld, Tibetaanse boventonen, samenzang en ‘Indische raga’s’ (...Pa,Da,Ni,Sa, Re,Ga, Ma, Pa, Da, Ni Sa...) Ik ervaar eveneens dat ademhalen een grote rol speelt om me te ontspannen, te spreken en te zingen.Voor mij werken klanken/trillingen helend en bevrijdend op mijn geest en lichaam. Ik wil dit doelvermogen modelleren en ‘installeren’, omdat ik steeds meer in de trilling van mijn natuurstem wil zingen, wat me toelaat in dit huidig leven nog beter in de volle trilling van mijn wezen, binnen mijn model van de wereld, te staan. Het doelvermogen stelt me in staat me emotioneel nog meer open te stellen voor mezelf en de omgeving.
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
4
4 Toepassen van het doelvermogen: Wanneer weet ik dat ik zing in de trilling van mijn natuurstem? Ik beschik niet steeds over het doelvermogen. Het ‘recept’ of de ‘formule’ ontbreekt me immers om er steeds over te beschikken. Het lukt me soms wel om in de trilling van mijn natuurstem te zingen en ik weet dat, omdat ik dan mijn stem voel trillen doorheen mijn hals/keel, hart, borstkas, rug, romp naar mijn buik toe, in harmonie met mijn ademhaling. Het geeft mij een zeer aangenaam, warm gevoel, één van rust, aarding en contact met mezelf. Het vertaalt zich bovendien door een ontspannen lichaam, een opgericht hoofd en rechte houding, laaghangende schouders, ontspannen armen, het op- en neerbewegen van mijn middenrif voor een buikademhaling die regelmatig is en het zingen ondersteunt. Mijn benen staan licht gespreid op de grond (indien rechtstaand) en mijn ogen zijn gericht op de ruimte waarin ik me bevind en waarin ik de klanken van mijn natuurstem voortbreng. Ik ervaar een rust die mij ondersteunt, voel me zelfzeker en hoor me goed klinken. Ik vind het zingen plezierig en weet dat ik het aankan. Eens ik gezongen heb, welt een warmte in me op en heb ik vervolgens zin in meer. Het bloed tintelt in mijn gehele lichaam en mijn longen zijn klaar om opnieuw, gevuld met zuurstof, het ritme van de klanken/trillingen te volgen. Niemand kan me uit mijn lood slaan en ik ben me bewust van de trilling van mijn natuurstem, van haar effect ervan op mijn lichaam en geest: Ik voel me gelukkig, lach innerlijk en kijk liefdevol naar de mensen binnen de specifieke ruimte. Ik wil mijn stemtrilling/klank, mijn geluk en vreugde met hen delen. 5 Obstakels: Wat remt me om steeds over het doelvermogen te beschikken? Wat me tegenhoudt om steeds met de kracht van mijn natuurstem te zingen, zijn volgende elementen: 5.1 “Kan ik het wel aan”? Het gebeurt soms dat, zodra iemand me plots iets vraagt, of de zangleraar me aanduidt om te zingen, ik me onvoorbereid en onzeker voel. Innerlijk stel ik me dan de vraag of ik het gevraagde wel kan, of ik wel een kwaliteitsvolle stemklank kan produceren. Mijn hart klopt in mijn keel, jaagt zijn ritme op en daardoor heb ik moeite om mijn ademhaling rustig te houden. Mijn buikademhaling is niet meer in ritme met de klank die ik gevraagd word voort te brengen. Mijn buik geeft geen voldoende ondersteuning meer voor mijn stem en te snel wil ik een klank uit het niets produceren. Mijn schouders, hals en rug geraken gespannen en ik denk dat ik er niet veel van terecht ga brengen. Op zo’n moment besef ik dat ik niet in de trilling van mijn natuurstem zing. Ik richt namelijk mijn aandacht op de ‘slechte’ noten en voel me een ‘slechte’ leerling. Ik heb het warm en krijg klamme handen. Ik geraak nog meer gespannen, indien ik weer gevraagd word te zingen en voel me pas veiliger, wanneer ik vervolgens in groep kan zingen.
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
5
5.2 “Ik ben niet goed genoeg” Het gebeurt ook wel eens, wanneer ik tijdelijk toch in de trilling van mijn natuurstem zing, dat een reactie van de omgeving zoals lachen, gemompel, het optrekken van wenkbrauwen, een onverwachte beweging met handen, een ‘berispend’ oogcontact van de leraar me uit mijn aarding brengen. De trilling van mijn natuurstem vermindert daarop, ik ondersteun ze immers minder met mijn ademhaling en val stil. Tijdelijk is het geloof in mijn natuurstem zoek. Als gevolg hou ik mijn stem binnensmonds, rem de resonantie en ondersteuning van mijn stem af waardoor ik bij het zingen mijn klanken eerder opzuig dan ze naar buiten volop te ontplooien. Mijn betrokkenheid met het zingen valt weg, ik bouw een muur op voor de omgeving die door beoordeling deze muur doet vergroten, ik focus op mijn ‘slechte noot’, houd me in en beleef geen plezier. Ik heb geen contact meer met de ruimte waarin ik me bevind. Ik ben me ervan bewust dat innerlijke twijfel en extern gedrag van de omgeving, een mogelijke beoordeling, een remmend effect op mij hebben en me kunnen verhinderen in de trilling van mijn natuurstem te zingen. Op zo’n moment herstel ik het doelvermogen moeilijk omdat ik innerlijk binnen de emotie van de ‘berisping’ blijf hangen en aan het denken ga waarom het mij niet lukt, waarom ‘anderen’ mijn zang niet goed vinden, waarom ik het de vorige keer toch goed deed... 6 Keuze van ‘expert’ met te modelleren doelvermogen: Waarom Bo Spaenc? Ik heb beslist mijn ‘natuurstem’ zangleraar Bo Spaenc te modelleren wat het doelvermogen betreft. Ik volg sinds twee jaar de zangworkshop “natuurstem” bij hem. 6.1 Voeling en competentie Hij heeft me meer voeling met mezelf en mijn buik/aarding bijgebracht op het gebied van stemklanken/trillingen en samenzang, voor mij een persoonlijke verrijking op spiritueel en fysisch vlak. Ik beschouw hem als zeer competent. Door het doelvermogen van hem te modelleren en vervolgens te integreren in mezelf, wil ik de hogervermelde “obstakels” opheffen of milderen. 6.2 Naar buiten brengen Tijdens één van de natuurstem(zang)sessies maakte hij me erop attent dat ik niet in de trilling van mijn natuurstem zong, omdat ik mijn stemklanken meer opzoog dan ze naar buitenbracht. Zeer leerrijk voor mij was bovendien zijn observatie, dat zelfs wanneer ik erin slaag in de trilling van mijn natuurstem te zingen, mijn lichaam zich enigszins nog van mijn stemklank terugtrekt (achterwaartse beweging). Dit laatste heeft me vooral gemotiveerd te kiezen voor het hogervermeld doelvermogen om
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
6
dankzij het modelleren van Bo dieper in te gaan op het proces van het zingen in de trilling van de natuurstem. 6.3 NLP waarden: respect voor eigenheid en verscheidenheid Ik kies eveneens voor Bo omdat hij de trilling/klanken van de natuurstem van elk individu als een uniek muziekinstrument beschouwt. Hij respecteert de authenticiteit en verscheidenheid van elke stemklank. Hij streeft naar het behoud en de ontplooiing van het natuurlijke karakter van elke stem en wil de ‘leerling’ bewust maken van zijn eigen rijkdom en kracht. 6.4 Ongeremd zingen Bij elke samenkomst tovert Bo ongeremd en met vol vermogen klanken van zijn natuurstem tevoorschijn. Ik bewonder hem wanneer hij zingt, wanneer hij de raga’s in al hun kleuren tot uiting brengt en mij de gelegenheid geeft hun energie te voelen door zelf te zingen en in eigen stembron te putten. 6.5 Wie is Bo Spaenc? Bo Spaenc is vanuit zijn zangervaring, opgedaan bij diverse zangmastercursussen en de eigen muziekbeleving als muzikant/componist/dirigent voor mij de aangewezen persoon bij wie ik het doelvermogen kan modelleren. Bo heeft natuurstem-onderricht gegeven aan het Hoger Instituut voor Dramatische Kunst (Studio H. Teirlinck), waar hij reeds vijf maal een mandaat vervulde. Hij geeft ook zang-natuurstem workshops aan het Conservatorium Antwerpen en in vormingscentra als “Carte Blanche” en “Kong”. Bo gaat uit van het Indische Ragasysteem met als doel zowel fysisch als emotioneel een eigen klankkleur uit te diepen. Op mijn vraag of ik hem mocht interviewen/observeren om het doelvermogen te modelleren, reageerde Bo onmiddellijk positief. Hij was zeer geïnteresseerd en NLP was hem niet onbekend, zei hij. Hij heeft ooit een reeks NLP ‘practioner’ workshops gevolgd, maar vond dat er uiteindelijk te veel accent gelegd werd op “werken met het hoofd”.
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
7
7 Interview en observatie van expert met doelvermogen Ik ben afgesproken bij Bo thuis, op 20 januari 2003. Enerzijds, wil ik hem bij deze gelegenheid vragen enkele keren te “zingen in de trilling van zijn natuurstem” om hem hierbij aandachtig te observeren. Ik leg dit eveneens vast op video, om naderhand extra na te gaan hoe Bo het doelvermogen doet. Anderzijds, wil ik hem interviewen over het doelvermogen, hoe hij daarbij denkt, voelt, wat hij waarneemt... Het interview registreer ik via een voicerecorder. Ik wil vanuit een zg. “niet weet toestand” zowel de observatie als het interview uitvoeren, om zoveel mogelijk te weten te komen over hoe hij het doelvermogen bereikt. De video-opname helpt me te letten op de wijze waarop Bo zijn lichaam gebruikt, op wat zintuiglijk waarneembaar is zoals oogbewegingen, ademhaling, toon van stem... Het interview kan me meer informatie verschaffen over overtuigingen, submodaliteiten, criteria..., elementen die niet zintuiglijk observeerbaar zijn. Ik kan Bo misschien helpen om hem bewuster te maken van de processen van het doelvermogen. 8 Contrastanalyse van Bo en mij 8.1 “Het onderbewuste registreert alles” Wat Paul Liekens ooit tijdens één van de NLP-vormingsdagen had verteld over het onderbewuste, nl. dat het alles in en buiten een persoon registreert op VAKOG gebied en dat door ieder zijn filters naar voor komt wat nuttig is, heb ik stapsgewijs en wonderlijk genoeg ervaren. Na Bo’s zingen en interview, na het uitschrijven van het interview en het bestuderen van de video-opname merkte ik dat ik steeds frekwenter in staat was in de trilling van mijn natuurstem te zingen. De volgende woensdagavond, wanneer ik met meerdere zanggenoten samenkom om tijdens de vaste cursusavond de natuurstem te ontplooien, bevestigt Bo mij verrassend genoeg dat ik een aanzienlijke vordering geboekt heb, een wezenlijk verschil met de woensdagavond van vóór de afspraak met Bo Spaenc. Ik vind dit laatste wonderlijk en een bewijs dat ik als mens dankzij de liefdevolle inschatting van de communicatie tussen mijn bewuste en onderbewuste nog beter over mijn huidige en nieuwe vermogens kan beschikken. De contrastanalyse tussen Bo en mij heb ik voornamelijk toegespitst op het gebied van het te modelleren doelvermogen, waarbij ik gegevens van de observatie van zijn zingen en van het interview samen heb verwerkt. Zo heb ik aan de waargenomen fysiologie informatie toegevoegd, die ik slechts te weten kon komen door tijdens het interview meerdere vragen daarover te stellen. De op het interview volgende cursusavonden hebben mij eveneens geholpen extra informatie te vergaren door Bo
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
8
extra te observeren en aandachtig te luisteren naar wat hij doorgaans zei en uitlegde in het kader van het zingen in de trilling van de natuurstem:
8.2 Bo Spaenc
Karel Vandersloten
I COGNITIEVE FILTERS I.1. Fysiologie Beide benen zijn licht gespreid (indien rechtstaand), zowel vóór als tijdens het zingen; zijn lichaam is ontspannen, vooral gekenmerkt door laaghangende schouders; zowel vóór als tijdens het zingen sluit Bo de ogen; hij beweegt de handen en beklemtoont daarbij met behulp van de vingers de plaatsen, de niveaus’ van klanken;
Karel heeft een a-specifieke houding; zijn lichaam is gespannen, vooral in hals en borstkas; Zowel vóór als tijdens het zingen sluit Karel zijn ogen niet; zijn handen bewegen niet bij het zingen en zijn eerder functieloos wat het doelvermogen betreft; Soms beweegt Karel zijn romp achterwaarts bij het uiten van klanken;
Vóór hij begint te zingen, uit hij even een klank en legt zijn hand op zijn buik; hij creëert een klankruimte of kamertje waarin hij de resonantie van zijn stem kan visualiseren, door de klanken een plaats en/of een kleur te geven, door ze auditief in het innerlijke oor op te vangen;
Er is geen voorbereiding als dusdanig te noteren voor het zingen met de natuurstem; Karel geeft de klank geen kleur en ziet geen kleuren, noch visualiseert of vangt hij de klanken in een ‘geluidskamertje’ op;
Tijdens het zingen beweegt hij zijn hoofd regelmatig en buigt hij licht voorover; Bo’s middenrif beweegt op en neer voor zijn buikademhaling; hij last regelmatig adempauzes in, te horen aan het geluid van het krachtige inademen; hij last de ademhalingspauzes regelmatig in om de trilling van de natuurstem te ondersteunen, te “pacen”
Tijdens het zingen beweegt hij zijn hoofd niet en blijft voor zich uitkijken; bij het uiten van de natuurstemklank wordt er een neiging tot achterwaartse beweging vastgesteld; Karel gebruikt zijn buikademhaling eveneens (dankzij yoga en didgeridoo spelen); hij last echter onregelmatig pauzes in waarbij de trilling van zijn natuurstem niet steeds voldoende ondersteund of ‘gepaced’ wordt.
I.2. Perceptie Karel is sorting by other vóór en tijdens Kort vóór en vervolgens tijdens het het zingen; hij is vatbaar voor mogelijke zingen is Bo ‘sorting by self’; hij laat reacties in zijn omgeving; hij zingt en zich, bijvoorbeeld, door mijn richt zich op de reactie van de omgeving.
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
9
aanwezigheid noch door de videocamera afleiden. Bo zingt in eerste instantie voor zichzelf.
IP – IS – EG – IP – IS – EG, afwisselend * Index computation: IS – EG – IS – EG, afwisselend Bo’s interne staat vormt de basis van zijn natuurstemzang: hij zoekt een connectie met zichzelf en zijn stem; hij komt daartoe door naar zijn stem te luisteren, ze te horen klinken, terug naar hem te doen circuleren; één goede toon vormt een referentie om een staat van vertrouwen op te bouwen; hij voelt samen met zijn lichaam de trilling aan, beweegt zijn handen, plaatst de klankafstanden, ondersteunt zijn stem met de ademhaling naar de goede toon toe, registreert weer een referentie binnen zijn resonantiekamertje, versterkt verder zijn staat van vertrouwen, ...; hij denkt niet na over hoe hij zingt in de trilling van zijn natuurstem; Zijn vertrouwenstate bestaat niet uit gedachten maar uit een stroom van klanken; Bo zingt zichzelf in zijn klankkamertje waar geen twijfels zijn en geloof in zichzelf; het sluiten van zijn ogen vergemakkelijkt het creëren van het resonantiekamertje, het behouden van de trilling II COGNITIEVE PROCESSEN Bo is een matcher, hij hoort wat hij heeft, hij hecht belang in eerste instantie aan de goeie toon die hij hoort; Hij vergelijkt niet met een ideale Bo, hij is zijn eigen standaard; Hij is towards wat het doelvermogen betreft, hij zingt vanuit een evolutief bewegen naar de goeie toon/klank toe; de resonantie van zijn klanken vormt zijn geluidskamertje; door de klanktrilling te voelen, te horen en bij te sturen kan hij vanop minstens één goed geplaatste toon
Karel bouwt eerder op interne processen, in detail beschreven op pagina’s 4 en 5, alvorens zijn natuurstem te uiten: kan hij het wel aan?, doet hij het goed genoeg? Hij voelt zich daardoor onzeker wat de kwaliteit van zijn stemtrilling betreft; zonder naar een referentie van een goeie noot toe te groeien; hij wil onmiddellijk perfect klinken; hij plaatst, noch visualiseert tonen en maakt geen gebruik van resonantiekamertje; zijn trillen en goeie noten zullen afhangen van de reactie van de omgeving; negatieve reacties zullen zijn onzekerheid versterken en hij zal gemakkelijk blijven stilstaan bij de vraag hoe kan ik het beter, of waarom ging het niet goed? Karel is bezig met vragen, wat zijn interne staat van vertrouwen niet bevordert, integendeel, hoe meer vragen hoe labieler de staat van vertrouwen; klankkamertje van resonantie, plaatsen van de basistrilling...? Hij wil zingen en goed bevonden worden...
Karel is wat het te bereiken doelvermogen betreft een mismatcher, hij focust eerder op wat hij mist, nl. hij hoort geen goeie toon van zichzelf; hij vergelijkt zich met een ideale ik van voorheen of een ideale ander van nu; hij is away from, weg van de slechte toon en wil slechte klanken vermijden, zonder evolutief oogpunt; hij zoekt niet onmiddellijk de referentie van een klanktrilling op, waarop hij kan verder bouwen aan het vertrouwen in zijn trilling; zich centeren of een platform vastleggen vindt hij niet zo belangrijk; hij
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
een center, een platform vastleggen om de kracht van de natuurstemzang te bevorderen; belangrijk hierbij is te zingen naar de goeie trilling toe, als referentie om verder te gaan (gewoon rechtdoor zingen zonder referentie is zeer moeilijk omdat uit het niets je eigenheid zoek is);
10 wil uit het niets optimaal rechtdoor kunnen zingen; hij luistert niet naar de trilling van zijn stem waardoor geen referentie kan geplaatst worden; “kunnen luisteren naar je stem, is geloven in je stem”, geldt niet voor hem
III COGNITIEVE QUALIFYER III.1. Time * Karel is op het moment van het zingen * Bo is in time bij het zingen, nl. het hier kort in time, want hij denkt toch ook al en nu, een platform van waaruit thru time thru time of zijn stem wel goed genoeg een mogelijke evolutie van de klank klinkt gezien wordt * time frame is heden met ook aandacht * time frame is heden met aandacht voor voor betere verledens evolutie * tempo bij het zingen is gemiddeld als * tempo bij zingen is low; een low tempo soms niet snel, daar Karel uit het niets bevordert de staat van innerlijk klanken wil voortbrengen, zonder te vertrouwen; Bo neemt de tijd om te luisteren naar de klanken, zonder te ademen, te zingen en te luisteren naar de ademhaling en basistrilling SA ‘centeren’: hij wil snel presteren, goede klanken van de stem (in zijn geluidskamertje), te ademen, te zingen ...; klanken kunnen voortbrengen en niet veel geen rushing proces , benadrukt Bo, de tijd besteden aan “visualiseren”, plaatsen tijd nemen om te ‘centeren’ en klank te van klanken, het laten resoneren van in een cirkel, het voelen, te horen, te visualiseren; hij trillingen preciseert liever een half uur langer te geluidskamertje waar de eigenheid van de nemen om zijn stem te laten roderen, zijn stem opgezocht wordt. adem goed te zetten en de klank van zijn natuurstemzang op te bouwen; niet zomaar uit het niets opbouwen, zonder basis. III.2. Modal Operator: Bo spreekt over kunnen, willen en bekwaam zijn wat het doelvermogen betreft; hij is towards gericht en proactief door zijn aandacht voor de evolutie van de klank van de natuurstem; hij is pro-actief betrokken bij het toepassen van het doelvermogen
Karel spreekt over zouden willen en kunnen, soms niet goed genoeg kunnen; hij is away from gericht en re-actief om slechte klanken te vermijden; hij is niet evolutief gericht wat het doelvermogen betreft; toch blijft het zingen met de natuurstem hem boeien en houdt hij vol
IV REFERENTIEKADER * Extern: de beoordeling en evaluatie op
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
11
* Intern: hij is zijn eigen jury en beschouwt zichzelf als maatstaf; in eerste instantie luisteren naar je eigen “vibes” (goed genoeg je eigen klank kunnen horen) en onmiddellijk bijsturen, voortdoen om in de trilling te blijven is voor Bo een intern standaardbeginsel; je interne referentie is je klankkamertje, je gebied waar je je vrijelijk kan bewegen in je eigenheid zonder in nabootsing te vervallen;
extern gebied wegen vaak door voor Karel bij het doen van het doelvermogen; zo snel mogelijk goede resultaten boeken en dat bevestigd zien door de omgeving; het laatste is zijn beginsel waardoor zijn interne staat gemakkelijk beïnvloedbaar is; Karel streeft eveneens eigenheid na, maar dan op het vlak snel goed genoeg te kunnen zingen in de trilling van zijn natuurstem en dat aan de omgeving te tonen; prestatiegericht beginsel
* criteria: belangrijk voor Bo zijn eigenheid, ‘fun’, improvisatie; respect; vooral geen nabootsen van een ander en vooral je eigen karakter van je natuurstem respecteren; jezelf goed kunnen horen is in je stem en jezelf geloven; achter elke klank ligt een eigen verhaal
* belangrijk voor Karel zijn studie, perfectionisme, prestatie en respect; ‘fun’ vindt hij belangrijk maar kan wat onderdrukt worden door de vraag of hij wel goed genoeg is; beter of zo goed doen als een ander binnen de kortste tijd; respect voor de eigenheid van natuurstem, de diversiteit en rijkdom ervan staan hem eveneens zeer aan;
* overtuigingen: je eigenheid nastreven is jezelf respecteren; je eigen jury zijn is een solide interne standaard; zingen is een stukje van jezelf brengen; door middel van klanken maak je jezelf, je eigenheid transparant; oog voor evolutie hebben is een standaard om verder uit te bouwen; je lichaam is een muziekinstrument; zingen met de natuurstem is zowel een activiteit als een verrijking op menselijk gebied, een wisselwerking tussen klank en mens
* Ik ben niet goed genoeg/ ik doe de dingen/alles niet goed genoeg; Ik hang af van het oordeel van anderen om mijn eigenwaarde te kennen: Ik waardeer mezelf niet voor wat ik doe en wie ik ben; De beste zijn is alleen goed genoeg. Karel heeft zeker oog voor de eigenheid en diversiteit en beschouwt het zingen als een verrijking op zowel geestelijk als fysisch vlak
V ORGANISATIE * Bo is upchunk-gericht, ziet het beeld van de evolutie naar de betere klanken; ziet de fun van het zingen; zelfs vanuit een minder goede toon is een evolutie mogelijk naar de betere toon; dit laatste vormt voor hem in elk geval geen obstakel als dusdanig; bovendien is zijn upchunk-gerichtheid, eveneens vervat in de ‘towards’ beweging, uiteindelijk gefocust op het globale proces van
* Karel is down-chunk gericht door aandacht te hechten aan de slechte klanken, wat fun kan ondermijnen; hij wil zo snel mogelijk een goede noot voortbrengen waardoor niet veel ruimte overblijft voor een evolutieve beweging; Karel is te veel op één noot gericht en mist het globale proces van toonopbouw
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
12
toonopbouw * Sequentie: afgewisseld IS-EG-IS-EG
* afgewisseld IP – IS – EG – IP – IS – EG
* afgewisseld en gecombineerd tijdens * Sequentie-strategie: afgewisseld en het verloop van het zingen, Ke-Ae-Vegecombineerd tijdens het verloop van het Ki-Ke-Ae-Ve zingen, Ki-Ai-Vi-Ae-Ke-Vi Kinesthetisch en auditief extern door uit Kinesthetisch en auditief intern door zich het niets (geen interne referentie) te vanuit een gevoel van vertrouwen te willen zingen; Ve door bij het zingen acht draaien in de trilling van zijn klank in te nemen van de omgeving, ogen open te zijn resonantiekamertje, zich in zijn vibes houden; Ki door onder invloed van de te wentelen en daar de kleuren van zijn omgeving gespannen te voelen en klank te visualiseren (Vi); Ae door te klamme handen te hebben; Ke weerom luisteren naar de klank die terugkomt, door te re-ageren op ‘bewegingen’ binnen ernaar te bewegen en ze intern te diezelfde omgeving en re-actief anders te visualiseren; (Ki) Bo voelt zich voldaan, zingen, stemtrilling in te houden, romp alert, energiek, zijn bloed tintelt; de terug te trekken; Ae door te luisteren naar voldoening situeert zich in zijn buik, een de slechte toon en daarop Ve de warmte, meer dan in de borstkas; er komt omgeving weer te observeren geen hoofd aan te pas VI PROCEDURE Bo volgt een identieke procedure om het doelvermogen te bereiken, maar beschikt over opties, over andere mogelijkheden om naar de goeie klank van de natuurstem toe te evolueren, door raga’s in andere volgordes te zingen, door op verschillende klankhoogtes de raga’s te uiten...
Karel verliest de procedure uit het oog; uit het niets met zijn natuurstem zingen kan volgens hem ook improviseren zijn; hij weet evenwel hoe de procedure loopt; Is bereid om te leren hoe beter met de trilling van de natuurstem om te gaan; staat open voor leerproces...
Even aanstippen dat Bo de ‘fun’, die hij ervaart bij zijn zingen met natuurstem, het best vergelijkt met het meebeleven, zien meemaken van een doel bij een voetbalmatch op tv; het hele proces en toegroeien naar dat doel....Een explosie van fun. 9 Welke eigenschappen wil ik overnemen van mijn model en welke NLP technieken aanwenden om mijn doelvermogen te bewerkstelligen? 9.1 Over te nemen eigenschappen van Bo: Innerlijke rust, ontspanning van het lichaam, vertrouwen/zelfzekerheid, zin voor improvisatie, gevoel voor klankresonantie, creëren van een geluidskamer, plaatsen van de klanken, fun met zingen, ondersteunende buikademhaling, luisteren naar je stem, towards zingen naar evolutie goeie klank, upchunk in voortbrengen van natuurstem, overtuiging eigen jury en uniek te zijn wat mijn natuurstem betreft,
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
13
nadruk op kinesthetische voorbereiding, uitvoering, beleving en verwerking van natuurstem, zijn strategie en computation index sequentie. Wat het laatste betreft, is mij sterk opgevallen dat ik eerst extern ben gericht en vooral bezig ben met het hoofd (interne processen) terwijl Bo intern gericht is en vanuit een kinesthetisch platform, interne staat van fun, het luisteren naar resonantie, het bewegen van het lichaam, plaatsen en voelen van de natuurstem helemaal niet met het hoofd bezig is. Ik heb bij het opsommen eveneens vastgesteld dat ik over alle vermelde eigenschappen/hulpbronnen beschik, alleen heb ik ze totnogtoe niet in de juiste combinatie samen aangewend om mijn doelvermogen te bereiken. Verder noteerde ik eveneens dat ik intussen, na verloop van het interview, het verder observeren van Bo tijdens de zangsessies, het bijwonen van de vorige NLP-werkdagen in SintKruiswinkel, bepaalde eigenschappen zowel bewust als onbewust reeds geïntegreerd heb. Te merken aan mijn effectief en frequent, vlot toepassen van het doelvermogen en de positieve, bevestigende feedback van Bo Spaenc tijdens de zangsessies die ik bij hem elke woensdagavond volg. Wanneer ik zing in de trilling van mijn natuurstem wil ik zowel mijn ogen kunnen sluiten als openhouden, zonder daarbij de trillingkwaliteit effectief te impacteren. Voor mij is het natuurstemzingen een platform voor verdere exploratie van de klankwereld. Sinds ik dankzij NLP verlost ben van astma, voel ik me nog sterker aangetrokken tot klanken maken waarbij ik me kan uitleven met ademhaling/long/blaasvermogen (stem, muziekinstrumenten). 9.2 Mogelijk toe te passen NLP-technieken: 9.2.1 Transferring resource * ankeren van eigenschappen, ook doormiddel van chaining proces: van ‘zelfzekerheid’ uit andere ervaringen, bvb. opvoeren van het zangnummer “Ghostdance” van Melanie Smith van zin voor ‘improvisatie’ uit mijn beoefening van boventonen en samenzang van het kinesthetisch accent van fun (Ki-IS), gevoel (Ki) en oor (Ai) voor klank en beweging (Ki-EG) (zie ook geluidskamer, sluiten van de ogen om de beleving van klanken te bevorderen) uit mijn danservaringen met Afrikaanse en Braziliaanse, Cubaanse “rum bacardi” muziek, een osmose van fun, luisteren naar de klank, het opnemen van de klank in het lichaam en erop geleiden in het dansen, bewegen van hand om ritme te plaatsen; in time zijn met het moment hier en nu; van belang voor de benodigde computation index (.........) en strategie (......) van de ondersteunende buikademhaling uit mijn ervaring met het bespelen van de didgeridoo om met circulaire ademhaling de klank te ‘pacen’ ontspannen lichaam, rust physiognomy of excellence 9.2.2 Changing personal history * integreren van hogervermelde eigenschappen op situaties waar ik niet voldoende in de trilling van mijn natuurstem zong 9.2.3 Time line
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
14
* creëren van tijdstippen in het verleden waar ik het zingen in de trilling van de natuurstem en de daarvoor benodigde vermogens beheer * extra profileren van beleefde tijdstippen waarbij mijn zingen met de kracht van de natuurstem vlot verliep; benadrukken van de toegepaste vermogens * in time zijn * thru time zijn wat het groeien naar een natuurstem met kracht betreft * low tempo: vanuit een laag tempo om een goede klankreferentie te centeren 9.2.4 Upchunk * veranderen van submodaliteiten om upchunk gericht te zijn wanneer ik in de trilling van mijn natuurstem wil zingen, d.w.z, fun en minstens één enkele goeie noot doen primeren op de downchunk van het uitsluitend produceren van goeie noten 9.2.5 Towards * towards bewegen naar de evolutie naar de goeie klank toe, naar de stem met de natuurkracht i.p.v. mijn perfectionistisch gestuurde “away from”, vermijden van slechte klanken en onmiddellijk zonder basis, zonder center tot de ‘goeie’ noot te willen komen 9.2.6 Matchen * luisteren, oor hebben voor de goeie tonen die ik heb, al is het maar één, i.p.v. alle goeie tonen te missen 9.2.7 Pro-actief * pro-actief zingen i.p.v. re-actief, d.w.z., indien je luistert naar je stem en je resonantie dankzij je ‘geluidskamertje’ en de trillingen, en je hoort een ‘slechte noot’ of visualiseert een verkeerde plaats voor je noot, bereid zijn onmiddellijk bij te sturen en niet mezelf te isoleren, te stoppen met zingen met de kracht van mijn natuurstem omdat er een zg. slechte toon geweest is. Er is geen competitie om perfectionisme. 9.2.8 Overtuigingen * installeren van:
ik ben mijn eigen jury ik waardeer me voor wie ik ben en wat ik doe ik doe alles goed genoeg, naar mijn best vermogen van het moment zelf ik ben uniek ik heb een stem met een eigen natuur
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
15
ik ben vrij om te doen wat ik wil fun maakt prestatie en competitie overbodig ik zing vlot in de trilling van mijn natuurstem 9.2.9 Six Steps Reframe * Beperkende vermogens – die verbonden zijn met oude overtuigingen - herkaderen via een six step reframe en omzetten tot verruimende vermogens die het doelvermogen bevorderen.
10 Hoe kan ik het doelvermogen, nl. zingen in de trilling van de natuurstem, aan anderen bijbrengen? Vanuit de contrastanalyse, de vastgelegde eigenschappen, eigen inzicht en ervaring g stel ik volgende, mogelijke procedure voor: 10.1 Meditatie (eigen toevoeging) Een vorm van meditatie inbouwen door onder (eigen) begeleiding tot een innerlijke staat van rust te komen waarbij dan in samenwerking met het onderbewuste een staat van ontspanning, fun, vertrouwen, gevoel en oor voor trilling bevorderd wordt door een anker (duim/wijsvinger), vergelijkbaar met deze door Paul Liekens toegepast. Hierbij kan het platform van vertrouwen, het door Bo genoemde ‘centeren’ bevorderd worden. 10.2 Fysionomie (eigen toevoeging) Ontspannen (de aard van oefening kan zelf ingevuld worden) van zowel aangezichtsspieren en spieren, organen betrokken bij het voortbrengen van de trilling van de natuurstem, zoals: wangen lippen tong kaken hoofd hals schouders rug bekken armen en benen longen buikademhaling stem door chakra klanken 10.3. Cognitieve processen
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
16
Intro over belang van towards, pro-actief groeien naar trilling en klank van de natuurstem in time en thru time: lucht uitblazen en inademen om longen te vullen, alvorens te beginnen Creëren van het ‘center’, Ragaklank ‘SA’ luisteren naar en voelen van de kracht van deze basistrilling van eigen natuurstem voelen van klank door hand op borstbeen te leggen luisteren naar klank door van hand een oorschelp te maken Creëren van ‘geluidskamertje’ en/of resonantiecirkel door visualiseren van klank of toekennen van kleuren aan klank Hand/vingermatig “towards” plaatsen van de ‘SA’ met bijhorende beweging (kinesthetisch/auditief anker) Voorzingen van overige raga’s met herhaling van bovenvermelde punten 10.4 Zingen in de trilling van de natuurstem (evolutiestaat)
Zingen van lineaire combinaties van raga’s Samen en individueel zingen van deze combinaties Tijdens het zingen nadruk leggen op plaatsen met hand, visualiseren ... Nadruk op bijsturen, towards Verder, a-lineaire combinaties van raga’s Luisteren naar de klankwervelingen van samenzang tussen individuele natuurstemmen, mogelijke boventonen...
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
17
Bijlage 1: Observatie van Bo Spaenc’s fysionomie bij het doen van het doelvermogen Observaties zijn gebaseerd op videoopnamen van Bo, de expert van het doelvermogen in actie. Soms verwijs ik hier naar punten uit het interview die in de fysionomie van ‘Bo in actie’ tot uiting komen. •
Hij blaast uit vóór te beginnen met zingen
•
Bo opent zijn mond om te zingen, om de klanken van zijn natuurstem te uiten...
•
Er is geen oogcontact, of zeer zelden zodra hij zingt en zijn natuurstem uit...
•
Vóór hij begint uit hij enkele doelklanken, noten om zich erin te zingen, een soort opwarming (interpretatie, in het interview had hij het over zijn kotteke, zijn kamertje creëren om de resonantie van zijn natuurstem te horen, om ernaar te luisteren...zijn cirkeltje...)
•
Zijn schouders hangen laag, ontspannen en zijn romp is licht voorover gebogen
•
Tijdens het doelvermogen is zijn romp licht voorover gebogen; hij wiegt regelmatig met hoofd en romp
•
Sluit ogen zodra hij zingt (concentratie, om meer focus te bekomen)..
•
Expert brengt duim en wijs- of middenvinger vaak bij elkaar terwijl zijn onderarm met hand beweegt, om toon aan te geven, (of platform te duiden, te benadrukken)
•
Vingers van handen kunnen bij dergelijke beweging, benadrukking van tonen, noten ook gespreid zijn
•
Bo’s buik, middenrif of centrum (zoals in interview genoemd) beweegt op en neer, teken van een buk ademhaling vanuit middenrif
•
Bo varieert de intensiteit van de klanken naargelang van de nadruk met de vingers en de beweging van de romp
•
Bo’s ademhaling is te zien aan de hand van het bewegen van zijn middenrif en te horen aan de hand van elke inademing om notenreeks te ondersteunen of om laatste ondersteuning van noot aan te geven; je hoort zijn ademhaling tussen de notenreeksen in, de laatste ademstoot
•
Zijn tempo is low, hij neemt tijd om zijn klanken te plaatsen, aangegeven of versterkt door handen; pauzes tussen toonreeksen worden genomen
•
Zijn gezichtsspieren werken ook mee bij het zingen, de wenkbrauwen die aan de binnenkant optrekken naar boven
•
Vóór hij zingt , uit hij enkele klanken, (als test van zijn eigen resonantiekamer)
•
Zijn rechterhand raakt vaak tijdens het zingen zijn buik aan, zijn centrum (zie interview) van waaruit hij een platform heeft om andere noten te zingen met natuurstem
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
18
•
Zijn voeten trappen, bewegen en geven ritme aan van geuite reeks van klanken > harmonie
•
het is niet alleen zijn duim en middenvinger die hij samenbrengt, ook zijn wijsvinger
•
zowel rechter- als linker hand kunnen toon aangeven, of pacen, het sturen van de stem, de intensiteit van de stem hoofd beweegt eveneens voor pace, beweegt binnen de resonantiekamer (zie interview) hoge toonschaal – hoge handenpositie met vingers (alleen onderarm beweegt, geen open gespreide houding) lage toonschaal, lage onderarm-handbeweging visueel extern, geen oogcontact , geen contact Sa is platform om vanuit te vertrekken bij het situeren van zijn klank bij hoge toonschalen beweegt hoofd eerder achterover bij lage toonschaal eerder voorover ogen blijven gesloten... lichaam beweegt mee, pauzes zowel ingelast in uiten van klank als beweging benen zijn licht gespreid, voeten op de grond; één voet trappelt (ritme) (interview: Bo leeft in time, in het hier en nu, geen gedachten wat gaat komen later...wel evolutie naar goede klank, thru time, steeds nieuwe kamer, geen vergelijkingen) Bo houdt bij het zingen zijn toon aan door een blijvende ademondersteuning; klank blijft zelfde niveau houden Vóór Bo begint, bevinden zijn twee handen zich op zijn buik, zijn centrum, blik eventjes naar beneden gericht en een korte stemstoot, ademstoot gaat eveneens vooraf aan de stemuiting Eventjes, zodra hij begint laat hij één hand nog rusten op zijn centrum, (contact met jezelf); vervolgens hangt dezelfde arm los naast zijn romp; andere hand/onderarm beweegt om te pacen; geen volledige arm Op het einde klapt Bo wel eens in de hand Bij elke klank is de ademondersteuning te horen
• • • • • • • • • • • • • • • •
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
19
Bijlage 2: Interview van Bo Spaenc K(arel): Ik heb dus een deel van de demonstraties gefilmd B(o): (praat sterk binnensmonds in tegenstelling tot zingen met natuurstem) Geen demonstratie, hé... K: Euh, improvisatie? B: Jawel, eerder improviseren en een stukje gewoon zingen. K: Welke stemming roep je op voor je d’r aan begint, voor je tot het zingen overgaat? B: Ja, ...contact met mezelf, dicht bij mezelf staan ... K: Welke emotie komt er bij kijken? B: Niet echt als dusdanig, het tot mezelf komen is daar...Ik kan het moeilijk zeggen. Ik ben het nogal gewoon van op te treden; dat is een soort steekproef...Het is alllemaal zeer natuurlijk voor mij K: De stemming, de state die je oproept is tot jezelf komen...? B: Ja, tot mezelf komen, een connectie met een korreltje, een connectie met mijn stem.... K: En hoe kom je tot de connectie met je stem? B: Oh, je stem horen , en terug horen, het is een cirkeltje. K: Horen met je oren, of ook de trilling van je stem voelen? B: Ja, stem samen met het lichaam. Het gaat eigenlijk heel vlug omdat ik het gewoon ben. Het is geen vreemde handeling voor mij ...Ik ga zingen ...Ik ga klaarziten voor iets dat ik ken, kan... K: Je lichaam, in hoeverre speelt het ook een rol, wanneer je je klaarmaakt voor je stem? B: Ja, op één of andere manier...ciculeren van de klanken, (cirkel), goed zitten, staan om te circuleren... K: Waar let je nog op voor je begint te zingen? Contact met jezelf, goed zitten, staan, bewegen, je stem horen door je klank te uiten of ...uit je die in je oor? B: Neen, het is eerder eventjes voelen, horen hoe dat de stem zit en dan corrigeren, laten corrigeren en dan zit de stem goed. Dan zijn we vertrokken...Het is te vergelijken met een tennisser, eventjes op de bal kloppen....Omdat het profs zijn, duurt dat maar een paar minuutjes; het gaat snel omdat die gewoon zijn hun systeem klaar te zetten, hun concentratie klaar te zetten, het is niet zozeer een gevoel oproepen; het is een platform maken om te beginnen... K: Gaat het gaat over een platform, een basis maken van waaruit je kan starten...? B: Ja, een basis van waaruit je kan starten.... K: En wanneer weet jij dat je met die basis, dat platform klaar bent?
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
20
B: Het hangt ervan af, liever een half uurtje tijd nemen om mijn stem te laten roderen, om mijn adem goed te zetten, om de adem goed te spacen tussen de notenreeksen..., de stem laten vallen, vermijden om verkeerd te ademen, op verkeerde plaatsen uit te ademen... B: Als je daar op voorhand op let, je hoort je stem, je kent dat lied, dan komt er een soort vertrouwensstate waarin je kan beginnen, waarbij je kan zingen... K: Een vertrouwensstate creëren om daarna verder te kunnen zingen ...? B: Ja, dat als beginpunt... K: Ik heb tijdens het filmen van je zingen gezien dat je ook veel met je handen werkt... B: Ja, dat is inherent aan het zingen, aan het plaatsen van de afstanden...(Bo zingt even)...in Gent zijn we er sterk mee bezig...het plaatsen van de afstanden ... K: Kan ik zeggen, alsof je vanop een trap zo beweegt naar verschillende klanken toe...? B: Dit is essentieel maar ik beweeg mijn handen onbewust... K: Beweeg je op de trillingen? B: Neen...neen K: Je lichaam beweegt wel mee met de zang... B: Ik voel de trillingen ook wel, als je ze goed pakt, voel ik ze ook wel, als je de zang goed pakt, krijg je een feed-back, dan krijg je ze ook terug...wel iets van het belangrijkste, de evolutie... B: Belangrijk is dat je zingt naar de trilling toe en dat als referentie pakt om verder te gaan...Gewoon rechtdoor zingen zonder referentie gaat heel moeilijk zijn...om je eigenheid te voelen.. B: De resonantie gebruik je eigenlijk als een soort eigen kamertje...Dat is het eigenlijk, speciaal... K: En als je dan volop aan het zingen bent, hoe weet je dat je dan nog in de trilling van je stem zingt? Wat zijn voor jou de elementen die erop wijzen dat je nog steeds in de trilling van je stem zingt? B: Het is moeilijk om daarop te antwoorden. Ik denk er niet echt over na. Indien alles goed zit, goed draait en ik in een constante trilling zit, blijf ik daar inzitten.... K: De trilling, de klank, wat voor een referentie is dat dan voor jou? Een innerlijke of een uiterlijke referentie? B: Een innerlijke.... K: Wat vorm je daar eventueel bij, een kleur, of een beeld, of een plaats? B: Het zijn geen kleuren, hoewel dat dat wel zou kunnen...het is voor mij niet dat dat een soort referentie is...het is eerder de trilling, onbewust niet gemakkelijk om uit te leggen.... K: Kun je zeggen dat je naar de trillingen, de klank toereikt? Als je een klank begint te maken met je natuurstem, stel dat je die klank wilt uitbouwen, is het dan iets waar je naar toe evolueert? Of is het iets waarvan je op voorhand weet, het gaat zo zijn? B: Neen, neen er is geen constante referentie van zo moet dat klinken. het is een gebied waar je moet feitelijk en vrijlijk kunnen bewegen. Dat is eigenlijk het belangrijkste. Dat je binnen voor jezelf een frame maakt, interpreteert en niet in nabootsing vervalt... K: Dat binnen de klankzelf...? B: Ja, binnen de klank van het liedje, dat je de improvisatie van de trilling uitbreidt, doorzindert en daartussen, tussen de klanken ontvouwt... K: In welke mate ben je met je hoofd bezig? B: Niet...
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
21
K: Hoe kan je dat omschrijven, als je met klanken bezigt bent, dat je niet met je hoofd bezig bent? B: God, dat gaat zo, automatisch....dat is een stroom van klanken... K: Je ogen zijn gesloten hierbij? B: Ja dat kan ook. Het sluiten van de ogen hoort erbij om de kamer te maken, je eigen kamer voor resonantie, de feed-back...dat cirkeltje te maken...de ruimte voor de resonantie....Elke keer als je begint te zingen, komt dat dan naar boven ...Het is beter om je te concentreren door je ogen te sluiten. Het sluiten van de ogen draagt bij tot het in de trilling van je stem zingen, tot het behoud van de trilling... B: Het hangt ervan af voor wie dat je zingt, voor welk doel... K: Voor wie of wat zing je in eerste instantie? B: Voor mezelf. K: Voor jezelf... K: In hoeverre ben je betrokken met de omgeving als je voor jezelf zingt? B: Ja, in die mate dat je bewust bent dat mensen je horen (als er zijn). Toch is het in de eerste plaats voor mezelf. K: Voor jezelf... K: Hoe belangrijk vind je het dat de mensen naar jou luisteren? In welke mate speelt hun mening een rol? B: Ja, hoewel ik speel toch mijn eigen jury altijd. Als ze dingen zeggen, dan weet ik het meestal, dat daar wat minder vrijheid zat... K: Waar hecht je belang aan? Aan de dingen die minder goed zijn of aan de dingen die goed zaten? B: Eerder de dingen niet goed zaten...maar toch apprecieer ik het andere deel dat goed zat heel wat....Waw de rest kan ik heel goed...! Eigenlijk, de ademhaling zit daarvoor tussen....Als je het (fout en goed) opneemt in je kamer kan je je eigen jury zijn, daarom dat ik nogal mezelf beroep op mijn eigen jury.... K: Kan ik stellen dat het een globaal proces is van goede en slechte tonen, en dat de slechte tonen jou helpen om het nog beter te doen worden, door opnieuw te herbeginnen (cirkeltje)..? B: Ja vooral in het begin.. K: Een “slechte klank”, in hoeverre houd het je tegen om verder door te groeien naar een goeie klank? B: Helemaal niet. Neen, zolang je de tekst, de kleuren herkent...Daar is het om te doen....Het is een wandelinkje doen... K: Wat vind je belangrijk aan in de trilling van je natuurstem zingen? B: Een stukje stemming van jezelf brengen...je krachten...jezelf transparant maken in de klanken, je eigenheid naar voor brengen...door het medium van iets anders, klank, lied je eigen zijn benadrukken.... K: Hoe omschrijf je dat in één woord? Je eigen zijn, een stuk van jezelf kunnen tonen? B: Een goeie interpretant, een interpretatie is een eigenheid toevoegen aan iets dat er al is...een stuk eigenheid K: Een stuk eigenheid...Vind je dat belangrijk? B: Ja, indien niet het geval, is het eigenlijk nazingen, nadoen. Het is voor mij belangrijk omdat het je eigen kleur van je stem geven is. Naäpen wil ik absoluut niet. Dat is een leidraad in mijn leven, mijn eigenheid respekteren en uitbouwen.... K: Je kiest voor eigenheid in de plaats van naäpen. Dat is duidelijk. Zou er en omstandigheid zijn waar je toch voor naäpen zou kiezen? B:Ja, als het over nazingen gaat voor de fun. In de kleuren van iemand kruipen, in de interpretatie van iemand anders, dat is absoluut okay. Dat zou kunnen...Ik kan me wel inbeelden dat het me een voldoening geeft, bvb., een
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
22
Lou Reed sonorisch benaderen, maar dan hoor ik toch mezelf zingen, dan wel met een Lou Reed gevoel of zo. Het is dan wel lekker om in de vibes van hem rond te wentelen, met je stem rondrijden, draaien... K: In de trilling van je stem zingen... Hoe beschouw je dat? Als een activiteit? Of als een verrijking van menselijke aard naar jou toe?
B: Van allebei....bij het lesgeven is het ook het menselijke omdat iedereen zo wat zichzelf bloot moet geven...je zit in groep en dat is dan zo een proceske...De één is wat verder dan de ander...De wisselwerking tussen klanken en de mens. K: Zijn de mensen belangrijk of eerder het voortbrengen van de klanken? B: Zowel de mens als de klank van zijn instrument, zijn stem. Je ziet hem spelen... K: In hoeverre visualiseer je, wanneer je je stem uitbrengt? B: Neen, niet echt. K: Wat zegt jou dat je in de trilling van je stem gezongen hebt? Zodra je gedaan hebt met zingen? B: Ja, de vertelling rond de klank is rond, het lied is rond en afgepunt, dat het gewoon goed zit. Als er een onvoldaanheid is geweest, dan is het teken dat er niet voldoende uit de stem gehaald is geweest, geen voldoende vrijheid is geweest om die stem te laten werken. Mijn lichaam voelt voldaan, doorgezinderd, voldaan en alert... K: Waar situeert zich die voldaanheid en alertheid in je lichaam? B: Niet in mijn hoofd, in het centrum (wijst naar borstkas en buik, vooral buik), voldaan, warmte, tinteling, bloeddoorstroomd, energiek.... K: In welke mate is de wisselwerking tussen lichaam, geest en emotie belangrijk voor jou om in de volle kracht van je stem te kunnen staan? B: Ik zing mij er eigenlijk in. Ik heb geen twijfels of ik kan of niet...Ik zing mij in de klank...Ik zing mij in feedback...Ik geloof in mij, in mijn stem. Dat maakt dat het losloopt, het geeft een positieve feed-back. Sommigen geloven niet in hun stem omdat ze zichzelf niet kunnen horen, omdat ze niet genoeg kunnen horen. K: Wat doen ze niet, indien ze niet genoeg kunnen horen? B: Luisteren, luisteren naar hunzelf, corrigerend luisteren naar hunzelf.... K: Hoe luister je naar jezelf? B: Luisteren is het basisbeginsel van muzikant, componist, dirigent, luisteren met je eigen oren naar jezelf, naar de klanken, horen hoe het gebeurt en er heel vlug op kunnen inspelen..corrigerend; luisteren naar jezelf en onmiddellijk corrigeren wanneer je bezig bent met naar jezelf te luisteren. Niet ophouden en herbeginnen...in de trilling blijven.. niet focussen alleen op de slechte noot...voortdoen...Correctioneel en weten waar je bodemgrens ligt. K: Wil je er nog iets aan toevoegen? B: Ik vind dit interview boeiend omdat je bij mijn competentie, onbewuste competentie stil staat, wat ik niet echt meer doe. Ja, iets toevoegen... in de zomer op vakantie ...zat ik in een stukje vallei die de klank teruggaf...Je kon zo 100 meter ver zingen en je kreeg dat terug in de open natuur. Dat was heel plezant. En dan kon je nog beter in jezelf bouwen, grote visuele vrijheid, de klank die naar beneden gaat en dan terug komt... Het spreken is niet zozeer mijn medium...Ik kan me wel inbeelden als je goed kunt spreken dat ook een aangename feed-back krijgt...van de trilling in de buik enz. K: Wat brengt dezelfde voldoening als in trilling van je stem zingen? B: Een goal waar je met spanning op staat te wachten bij het volgen van een wedstrijd. Eén uitbundige krachtontlading, mee beleven van het maken van dat doel en zien gebeuren...!
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
Masters NLP 2003
Modelling van het doelvermogen “Zingen in de trilling van mijn natuurstem” door Karel Vandersloten
23