Beperking van trilling en geluid in de voegbranche
2011 In opdracht van: Hoofdbedrijfschap Ambachten Postbus 895 2700 AW Zoetermeer Uitgevoerd door: Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein mr. R.G. Houbaer HBA-publicatiereeksnr.: 493 ISBN 978-09-5774-211-8
Trilling en geluid (beperking)
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Trillingen .................................................................................................................................................. 4 Trillingsbronnen ...................................................................................................................................... 4 Nadelige effecten .................................................................................................................................... 4 Kwetsbare groepen ................................................................................................................................. 4 Wettelijke regels ..................................................................................................................................... 5 Mogelijke oplossingen voor de werkgever ............................................................................................. 6 Oplossingen industrie .............................................................................................................................. 7 Hitachi ................................................................................................................................................. 7 Makita .................................................................................................................................................. 7 Metabo ................................................................................................................................................ 8 Normbladen ............................................................................................................................................ 8 In de praktijk ............................................................................................................................................ 9 Geluid: “Lawaai op de arbeidsplaats” ..................................................................................................... 9 Normen en regels ................................................................................................................................ 9 Arboconvenanten .............................................................................................................................. 10 Praktische invulling ............................................................................................................................ 10 Toezicht en voorlichting .................................................................................................................... 12 Verwijzingen ...................................................................................................................................... 12 Meer lezen / bronvermeldingen ........................................................................................................... 13
Pagina 2 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Inleiding De voeger heeft drie grote vijanden op zijn weg naar pensioen: stof, trilling en geluid. De Vereniging Nederlandse Voegbedrijven rekent het tot haar taak, vanuit haar rol als belangenbehartiger van de Nederlandse voegbedrijven, om haar leden hierover voor te lichten. Een van de mogelijkheden die hiervoor gebruikt wordt is via de aansluiting bij het HBA, door projecten in dit kader op te nemen in het HBA-programma. Het onderwerp stofbeperking is in voorgaande jaren door diverse acties vanuit de commissie voegbedrijf, de commissie die het jaarprogramma vaststelt, voldoende aan bod gekomen. Hierin is in nauw overleg met TNO en de industrie veel aandacht aan geschonken, is er een zogenaamde ‘risicomaat’ ontwikkeld, en zijn er momenteel op de markt tal van oplossingen beschikbaar die de stofoverlast kunnen beperken. Een prima resultaat. In 2011 wilde de commissie zich gaan bezighouden met de andere twee bedreigingen: trilling en geluid, en voor één van deze of beide onderwerpen eenzelfde traject ingaan. Hierbij zou na een eerste onderzoek enerzijds bekendheid worden gegeven aan de bestaande (vooral hele praktische) oplossingen, en anderzijds in overleg met de industrie aanvullende oplossingen ontwikkeld worden. Hiervoor zou contact worden gezocht met de industrie, die - zo was de gedachte - zelf ook al druk doende is om deze probleemgebieden aan te pakken. Het liep echter anders. Na een eerste onderzoek bleek namelijk het volgende. De reductie van stof is in technische zin ten opzichte van de reductie van trillingen en geluid volstrekt anders. Stof kan worden afgezogen, en dat kan buiten het apparaat gebeuren. Een derde partij - zoals bijvoorbeeld TNO - kan daar oplossingen voor bedenken. Trillingen en geluid worden echter veroorzaakt door met name processen die zich afspelen binnen het apparaat, en daar waar het apparaat in aanraking komt met het te bewerken materiaal, en daar kan uiteraard alleen de fabrikant aanpassingen aan doen. Fabrikanten van in Nederland veelgebruikte gereedschappen zijn over het algemeen Japans, Duits of Amerikaans. In gesprekken met de Nederlandse verkoopkantoren bleek dat aanpassingen vanuit Nederland (zo goed als) niet konden worden aangedragen. Dat is een intern proces van de producent, en waar de afzonderlijke landen niet of nauwelijks een rol in spelen. En dan geluid. Hinderlijk geluid wordt veroorzaakt door het bewerken van materiaal zelf, en is lastig te verminderen. Oordopjes en oorkappen bleken een dermate adequate bescherming, dat investeringen in de aanpassing van apparaten vergeleken hiermee onzinnig hoog zouden zijn. Dat is de reden dat in dit document wordt volstaan met de weergave van de problematiek, de door de producenten geïntroduceerde oplossingen, en verwijzingen naar overige informatie vanuit onder andere Arbouw. Niettemin ga ik ervan uit dat u hierin de nodige informatie vindt, die u kan helpen bij uw bedrijfsvoering. G. Takkenkamp / Voorzitter.
Pagina 3 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Trillingen Tijdens werkzaamheden met gereedschappen - waar voegbedrijven nu eenmaal vaak mee werken - kunnen werknemers worden blootgesteld aan ongewenste mechanische trillingen, waaruit klachten kunnen voortkomen. Deze worden gerekend tot ernstige gezondheidsklachten met mogelijk onherstelbaar letsel tot gevolg bij te lange blootstelling. Ook leidt een hoge blootstelling tot gewrichtsklachten en kan het vervroegde slijtage van het pols-, elleboog- en schoudergewricht veroorzaken. Overigens hoeven de effecten van hand- armtrillingen niet altijd door trillende arbeidsmiddelen veroorzaakt te zijn. Ook andere oorzaken van genoemde klachten zijn denkbaar, zoals roken of suikerziekte, omdat dit een negatieve invloed heeft op de doorbloeding van kleine bloedvaten.
Trillingsbronnen Bronnen van trillingen zijn veelal apparaten die een bepaalde beweging maken, zoals slijptollen, zaagmachines, boormachines, hakhamers, breekhamers, kettingzagen etc.
Nadelige effecten De gezondheidsrisico’s zitten bij korte blootstelling in tijdelijke gevoelloosheid (doofheid of tinteling) van de vingers (witte vingers), terwijl langdurige blootstelling aan trillingen kan leiden tot chronische zenuw- en gewrichtsafwijkingen, zoals het handarmvibratiesyndroom. Soms leidt dit zelfs tot pijnscheuten als de vingers contact maken met koude oppervlakken. bij langer durende blootstelling in gewrichtsschade en het afsterven van vingertoppen. Bij korte en lange blootstelling kunnen al symptomen als een hogere hartslag, hogere bloeddruk, rug- en maagklachten optreden. De schadelijkheid van het ervaren van trillingen wordt nog negatief beïnvloed door een aantal factoren, zoals zwaar werk, koude, een slechte werkhouding en grote knijpkrachten. Indien een grote knijpkracht nodig is om gereedschap te bedienen, zal dit de trillingsoverbrenging op handen en armen vergroten.
Kwetsbare groepen Bijzondere categorieën werknemers in relatie tot trillingen en schokken kunnen zijn jongeren, personen met rugklachten en - hoewel er in onze branche niet veel werken in de uitvoering - vrouwen. Bij vrouwen is dan met name de periode van zwangerschap risicovoller. Voor jongeren geldt met name dat schade in de jeugd opgelopen een arbeidsleven lang gevolgen zal hebben. Schade valt voornamelijk te verwachten na hoge en lange blootstellingen. Tevens valt van jongeren te verwachten dat zij zichzelf gemakkelijk overschatten en hun grenzen nog niet (goed) kennen.
Pagina 4 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Wettelijke regels Het bekend worden van de effecten van hand-armtrillingen op de gezondheid heeft geleid tot normering, betere meetmethoden en het zoeken naar technische oplossingen. Door het hanteren van andere werkmethoden en het gebruik van machines met antivibratiehandgrepen kan schade aan de gezondheid worden verminderd of zelfs voorkomen. Ook het gebruik van speciale handschoenen (hoewel beperkt) en taakroulatie kunnen bijdragen aan een vermindering van de risico’s. Daarnaast is het belangrijk dat de gezondheid van de werknemers bewaakt wordt. Hierbij kan de arbodienst werkgevers, leidinggevenden en werkvoorbereiders adviseren. Vanuit de Europese Unie worden grenzen gesteld voor de blootstelling aan deze trillingen. Sinds 2005 is een Europese richtlijn in het Nederlandse Arbobesluit ingevoerd, waarin ondermeer bepalingen zijn opgenomen voor het meten en beoordelen van trillingen. Dit zijn de geldende blootstellingsrichtlijnen. Ook wordt hierin bepaald welke voorlichting en instructie naar medewerkers moet worden gegeven. Er zijn twee Europese richtlijnen voor trillingen van kracht: de Machinerichtlijn en het Arbobesluit fysische agentia. De Europese Machinerichtlijn verplicht producenten van handgereedschap om trillingen tot een bepaald niveau terug te brengen. Een trillingsniveau in m/s² moet zijn aangegeven in de handleiding van het apparaat. Twee waardes Er wordt gewerkt met twee verschillende waardes voor hand- armtrillingen, enerzijds de actiewaarde, anderzijds de grenswaarde. Bij het overschrijden van de actiewaarde is doorwerken nog wel toegestaan, maar is de werkgever verplicht maatregelen te treffen. De grenswaarde mag niet overschreden worden, er moet dan worden gezocht naar alternatieven. Of moet worden getracht bij de bron de trillingen uit te sluiten. De waarden worden uitgedrukt in een versnelling (m/s2) en zijn gebaseerd op een achturige werkdag. De actiewaarde bedraagt 2,5 m/s² De grenswaarde is 5 m/s², Komt het trillingsniveau boven de actiewaarde, dan moet een bouwbedrijf een plan van aanpak maken waarin maatregelen zijn vermeld zodat men onder de actiewaarde blijft. De realiteit is dat overschrijdingen van beide waardes in de bouw veel voorkomen. RI&E Het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie is voor ieder bedrijf met één of meer werknemers, ongeacht de branche waartoe het behoort, verplicht. Specifieke risico’s in de bouw die in de RI&E aandacht behoren te krijgen zijn ‘schadelijk geluid’, ‘trillingen’, ‘fysieke belasting’ en ‘gevaarlijke stoffen’.
Pagina 5 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Bij een beoordeling van de RI&E tijdens een inspectie (veelal nadat er een werkplekovertreding is geconstateerd) gaat het om de volgende aspecten: • Beschikt de werkgever over een door een deskundige of gecertificeerde arbodienst getoetste RI&E? • Dit is verplicht bij 26 of meer werknemers. Bij minder dan 26 werknemers is een lichtere toets mogelijk als gebruik wordt gemaakt van de branche RI&E. • Is de RI&E voldoende actueel? • Is de RI&E voldoende specifiek? Zijn de geconstateerde overtredingen in de RI&E opgenomen als risico? In de Arbowet zijn verplichtingen opgenomen om blootstelling aan trillingen zoveel mogelijk te voorkomen, en de negatieve effecten op de gezondheid als gevolg hiervan te beperken. Uit de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie en het bijbehorende plan van aanpak moet blijken welke risico’s er spelen bij het werk op het gebied van trillingen, en welke maatregelen daartegen genomen worden. De in het plan van aanpak opgenomen te nemen maatregelen worden beoordeeld per functie en per activiteit. Bij twijfel moeten eventueel trillingsmetingen worden uitgevoerd. Bij het nemen van maatregelen moet ook hier uiteraard de arbeidshygiënische strategie gevolgd orden. Het terugdringen van trillingen bij de bron heeft hierbij voorrang boven het gebruik van PBM’s. Stappen Ook de Arbowet volgt het bovenstaande gezegde en noemt de werkwijze die gevolgd moet worden bij het voorkomen, elimineren of reduceren van risico s de arbeidshygiënische strategie. Deze kent de volgende stappen: • Risico’s bij de bron bestrijden • Organisatorische maatregelen treffen • Technische maatregelen treffen • Persoonlijke beschermingsmiddelen toepassen. Deze aanpak geldt voor zowel gezondheidsrisico s als veiligheidsrisico s. Het doel van de strategie is het voorkomen van gezondheidsschade door het beheersen van de problematiek.
Mogelijke oplossingen voor de werkgever Werkmethode oplossingen Hierbij valt te denken aan het zo kort mogelijk met trillend gereedschap werken, bijvoorbeeld door taakroulatie tussen personen, of het afwisselen van werkzaamheden per persoon, en het nemen van regelmatige pauzes. Mechanische oplossingen Daarnaast zijn er mechanische oplossingen denkbaar. Bijna iedere fabrikant van apparatuur heeft er inmiddels een oplossing voor ontwikkeld. Deze oplossingen zijn vaak te vinden in de modernere gereedschappen. Vervangen van oude gereedschappen kan dus ook helpen bij het verminderen van de trillingsbelasting. Checkt u hiervoor de manuals van de diverse beschikbare apparaten.
Pagina 6 van 13
Trilling en geluid (beperking)
PBM’s Tenslotte is het mogelijk om gebruik te maken van bepaalde trillingdempende PBM’s, zoals trillingdempende handschoenen of trillingdempende handvatten aan de machines. Trillingsdempende handschoenen hebben overigens nauwelijks of geen effect bij frequenties lager dan 150 Hz en hebben alleen enige invloed bij de overdrachtsverhouding midden en hogere frequenties. De norm omschrijft alleen de testmethode van uit laboratorium omstandigheden de trillingsoverdracht van uit de palm van de hand en niet de trillingsoverdracht op de vingers. Onderzoek heeft aangetoond dat trillingen zijn geconcentreerd in de palm van de hand bij frequenties van meer dan 300 Hz en sterk toenemen in de vingerzone bij hogere frequenties. Trillingsdempende handschoenen geven slechts in beperkte maten bescherming tegen hand- armtrillingen, maar geven wel een betere grip en geven tevens bescherming tegen mechanische risico’s en koude omstandigheden.
Oplossingen industrie Voor de producenten van de gereedschappen geldt de verplichting dat al bij het ontwerp ervan maatregelen moeten zijn getroffen om de door de machine veroorzaakte trillingen zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast zijn producenten verplicht om in de bijgeleverde gebruikershandleiding te vermelden hoe sterk de op het lichaam overgebrachte trillingen zijn. Veel producenten vermelden daarbij tevens (indicatief) wat de maximale blootstellingsduur voor de handarmtrillingen is. De drie producenten die bereid waren met ons een gesprek aan te gaan over het onderwerp hebben allemaal het nodige aan trillingsbeperkingen gedaan. Hieronder volgt een korte opsomming.
Hitachi Hitachi heeft haar gereedschap met trillingsbeperking het kenmerk UVP (User Vibration Protection) meegegeven. Een systeem dat de vibratie bij hameren en boren reduceert. Dit is gebaseerd op twee technieken: een actief contragewicht in de machine en een actieve vibratie-absorptie tijdens het werken. Tenslotte is naast het bestaande Hitachi anti-vibratiesysteem een extra systeem ontwikkeld, dat werkt op basis van een Neidhardt demper. In het handvat is een actieve dempunit verwerkt, de schacht in die unit draait met de bewegingen van de handgreep mee, vier kunststof dempers vervormen permanent en zorgen daardoor dat het contact met de schacht optimaal blijft. Hierdoor worden hinderlijke vibraties uit de schacht als het ware opgezogen in de vier, zwevend gemonteerde, dempers, en verdwijnen door het hoge absorptievermogen van het gebruikte kunststof. Zie voor meer informatie www.hitachi-powertools.nl
Makita Makita gebruikt de term AVT voor het aangeven dat het gaat om machines die zijn uitgerust met trillingsbeperkende maatregelen. De gekozen oplossingen zijn bijvoorbeeld dat gebruik wordt gemaakt van een contragewicht. Dat contragewicht wordt door over- en onderdruk in de machine actief aangestuurd. Bij enkele apparaten wordt het contragewicht aangedreven door een aandrijfas. Daarnaast wordt bij diverse gereedschappen gebruik gemaakt van anti-vibratie achterhandgrepen. Pagina 7 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Ook zijn er apparaten die zijn uitgerust met het zogenaamde ‘soft no-load-systeem’. Daardoor wordt het stationaire toerental automatisch omlaag gebracht. Het lagere toerental zorgt voor nog minder trillingen. Om trillingen te reduceren, moet bekend zijn waardoor die worden veroorzaakt. In boor- combi- of breekhamers worden de trillingen veroorzaakt door de hamer. Deze wordt in beweging gebracht door een zuiger, die een lineaire beweging maakt. Die zuiger bepaalt de snelheid van de hamer; de kracht van de hamer wordt bepaald door de snelheid en de massa van de hamer. Als er nu een contragewicht in de machine wordt aangebracht, dat gelijk is aan het gewicht van de hamer en met dezelfde snelheid in de tegengestelde richting beweegt, is er een dynamische reductie van de trilling tot stand gebracht. Daarnaast wordt geïnnoveerd op het gebied van verbruiksartikelen, zoals betonboren die minder vibraties veroorzaken, of slijpschijven met nieuwe technologie die niet alleen minder trillingen veroorzaakt, maar ook minder geluid produceren. Zie voor meer informatie www.makita.nl/AVT
Metabo Metabo hanteert het innovatieve Metabo VibraTech-Systeem (MVT), dat trillingen in de gereedschappen vermindert. Veergelagerde contra-gewichten en de anti-trillingsfunctie in de hoofd- en extra handgreep zorgen ervoor dat de trillingen met meer dan 30% verlaagd worden, terwijl het vermogen van de machines hierdoor niet wordt verminderd. Een ander systeem dat Metabo gebruikt is het autobalancertechnologie, ter bescherming van de gezondheid van de mensen die ermee werken. Deze Metabo-autobalancer op de aandrijfas van de haakse slijper vervangt daar de steunflens. In het binnenwerk van de autobalancer bevinden zich vrij beweegbare metalen kogels in een oliebad. Zij zorgen in elke werksituatie voor de juiste tegenkracht ten opzichten van de onbalans van de doorslijp- of afbraamschijf en garanderen daarmee de best mogelijke bescherming. Zie voor meer informatie www.metabo.com
Normbladen A-blad voegen (jan-2000) Het A-blad voegen stamt uit het jaar 2000, en dat is met betrekking tot het onderwerp trillingen te merken. In het A-blad zijn nog de inmiddels verouderde normen opgenomen. Zo wordt bijvoorbeeld gesproken over het gebruik maken van hakhamers met een trillingsbelasting van kleiner dan 6 m/s2, en wordt gesteld dat bij het gebruik van hakhamers met een trillingsbelasting van meer dan 6m/s2 per persoon maximaal 2 uur per dag uitgehakt mag worden. Daarnaast is de afspraak opgenomen dat binnen 5 jaar alle hakhamers vervangen dienen te zijn door hamers met een grenswaarde voor de trillingsbelasting van maximaal 5 m/s2, de huidige waarde.
Pagina 8 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Dat wil zeggen dat vandaag de dag, ook volgens het A-blad voegen, alle gereedschappen dienen te voldoen aan de actuele waarden.
In de praktijk Als het uitgangspunt is om trillingen zoveel mogelijk te voorkomen, en weg te houden bij de werknemers, kan nog aan het volgende gedacht worden. Het is van belang om gereedschappen regelmatig te onderhouden. Het tijdig vervangen of bijvoorbeeld uitbalanceren van onderdelen dringt de trillingsbelasting terug. Ook kan, bij de wat slechtere weersomstandigheden, beschermende kleding tegen vocht en koude goede diensten bewijzen. Bij het werken met hinderlijke trillingen en geluid moet altijd worden gezorgd voor voldoende herstelperiodes. Het is belangrijk dat trillend en stotend werk wordt afgewisseld met trillingsvrije intervallen. Las hiervoor voldoende pauzes (in verwarmde locaties) in en laat het werk waarbij de werknemer wordt blootgesteld aan trillingen afwisselen met trillingsvrije werkzaamheden. Daarnaast kan altijd een beroep worden gedaan op gezondheidskundige begeleiding om de genomen maatregelen te laten toetsen, en om eventueel nieuwe maatregelen af te stemmen.
Geluid: “Lawaai op de arbeidsplaats” Over lawaai op de arbeidsplaats heeft Aboma een stuk opgenomen in haar Abomafoon, daterend uit Februari 2009. Wij mochten dat hier gebruiken. Voor meer informatie: www.aboma.nl Lawaai beïnvloedt de mens fysiek, psychisch en sociaal. Het kan leiden tot onherstelbare gehoorbeschadiging die toeneemt naarmate het geluidsniveau hoger is en men langer in een lawaaiige omgeving verblijft. Andere effecten van lawaai zijn concentratieverstoring en vermoeidheid, communicatieverstoring en stress.
Normen en regels Vanaf 15 februari 2006 is de Europese Richtlijn 2003/10/EG geïmplementeerd in het Arbobesluit. Deze richtlijn introduceert één nieuwe grenswaarde, namelijk de blootstellingswaarde. Bij deze waarde wordt het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen meegerekend. De overige regels blijven onveranderd. De volgende regels zijn aldus van kracht: De maximale blootstellingswaarde is vastgesteld op 87 dB(A) per dag van 8 uur of meer dan 200 Pa piekdruk. Komt het aantal decibellen boven deze waarden, dan moet de werkgever direct maatregelen nemen om de blootstelling te reduceren. Bij deze waarde van 87 dB(A) wordt rekening gehouden met de demping van eventueel gedragen gehoorbescherming. De bovenste actiewaarde is vastgesteld op 85 dB(A) of piekdruk van 140 Pa. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het effect van gehoorbeschermers. Als het niveau hierboven komt, dan moet de werkgever technisch-organisatorische maatregelen nemen om dit beneden deze grens terug te brengen.
Pagina 9 van 13
Trilling en geluid (beperking)
De onderste actiewaarde is vastgesteld op 80 dB(A) of piekdruk van 112 Pa. Ook hierbij wordt geen rekening gehouden met het effect van gehoorbeschermers. De wetenschappelijke norm voor schadelijk geluid ligt op een geluidsniveau van 80 dB(A). Als wettelijke norm wordt 85 dB(A) aangehouden. Bij geluidsniveaus van 80 dB(A) of hoger moeten de blootgestelde werknemers worden voorgelicht over de gevaren hiervan, over de risicobeperkende maatregelen die in het bedrijf zijn genomen en over de regels die ze zelf moeten naleven. Arbeidsplaatsen waar het geluidsniveau hoger is dan 85 dB(A) moeten zijn afgebakend en gemarkeerd; bij stationaire situaties bijvoorbeeld door middel van lijnen op de vloer en waarschuwingsborden. De werkgever dient gehoorbeschermingsmiddelen te verstrekken vanaf een niveau van 80 dB(A). Het dragen hiervan is verplicht vanaf 85 dB(A). Indien men onder deze laatste waarde blijft, maar toch wordt blootgesteld aan piekniveaus van 200 Pa of meer, dan moeten de middelen eveneens worden gebruikt. Vanaf een dagdosis van 80 dB(A) moeten werknemers in de gelegenheid worden gesteld tenminste eens per 4 jaar audiometrisch onderzoek te ondergaan. De genoemde grenswaarden hebben betrekking op het zogenaamde equivalente (gemiddelde) geluidsniveau op de arbeidsplaats of tijdens bepaalde werkzaamheden. De enige uitzondering hierop is de grenswaarde die geldt voor het recht van werknemers op periodieke controle van hun gehoor. Deze is gebaseerd op de dagdosis.
Geldende regels
Geluidsniveau
Verstrekken van gehoorbeschermers
Vanaf 80 dB(A)
Verplicht dragen van gehoorbescherming
Vanaf 85 dB(A)
Voorlichting en onderricht
Vanaf 85 dB(A)
Programma van maatregelen
Vanaf 85 dB(A)
Blootstellingswaarde
Maximaal 87 dB(A)
Signalering en afbakening werkplek
Vanaf 85 dB(A)
Recht op audiometrisch onderzoek
Vanaf 80 dB(A)
Tabel 1 Samenvatting regels lawaai op de werkplek
Arboconvenanten Terugdringen van schadelijk geluid is een element binnen de convenanten van de funderingsbranche, de timmerindustrie en de metaalnijverheid. Een en ander gaat gepaard met veel voorlichting, die gericht is op bewustwording bij de werkgevers en werknemers van de risico´s van schadelijk geluid.
Praktische invulling Risico-inventarisatie en -evaluatie Om blootstelling aan schadelijk geluid te kunnen beoordelen moet de werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie laten uitvoeren. De te nemen maatregelen worden vervolgens in een plan van aanpak vastgelegd, met aanduiding van de termijn waarop ze worden uitgevoerd. Genoemde risico-inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak hebben instemming van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging nodig.
Pagina 10 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Bij de uitvoering van de risico-inventarisatie wordt gewerkt vanuit de arbeidshygiënische strategie. Dit is een schematische opzet van de lawaai-aanpak, van hoge naar lage prioriteit: - elimineren, bijvoorbeeld door ander ontwerp of proces; - reduceren, bijvoorbeeld door preventief onderhoud; - isolatie, bijvoorbeeld door omkasting of scheidingswanden; - vermijden van overdracht, bijvoorbeeld door verend opstellen van machines; - vermijden van de blootstelling, bijvoorbeeld door kortere blootstellingsduur en minder blootgestelde mensen; - persoonlijke bescherming met individuele gehoorbescherming. Van deze volgorde mag pas worden afgeweken als dit redelijkerwijs niet mogelijk is. Er kan dan een beroep worden gedaan op de redelijkerwijsclausule uit de wet. Het moet dan gaan om zwaarwegende belangen. Of een beroep op de redelijkerwijsclausule wordt gehonoreerd zal afhangen van de technische, operationele en economische haalbaarheid van genoemde maatregelen, met inachtname van de ernst van de situatie. Om schadelijke blootstelling te bepalen kan tabel 2 als handvat worden gebruikt. Bij verdubbeling van het geluid is de maximale blootstellingsduur gehalveerd. Metingen zijn niet nodig als de meetgegevens van de betreffende activiteiten/machines in voldoende mate beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via een branche-organisatie. In de praktijk is er vaak sprake van meer dan één geluidsbron. Om het totale effect hiervan voor een werknemer te bepalen, kunnen de verschillende geluidsniveaus worden opgeteld. Omdat de decibel een logaritmische eenheid is, moet dit logaritmisch gebeuren. Blootstelling aan 2 x 80 dB(A) bijvoorbeeld betekent opgeteld 83 dB(A). Individuele gehoorbeschermingsmiddelen De door de werkgever te verstrekken individuele gehoorbeschermingsmiddelen dienen: voldoende demping te geven (zie tabellen 3 en 4); voldoende draagcomfort te bezitten; communicatie niet onmogelijk te maken.
Geluidsniveau in dB(A)
Maximale blootstellingsduur
80
8 uur
83
4 uur
86
2 uur
89
1 uur
92
½ uur
95
¼ uur
Tabel 2 Maximale blootstellingsduur bij verschillende geluidsniveaus
Gehoorbeschermingsmiddel
Demping (indien goed passend)
Oorproppen
10-15 dB(A)
Otoplastieken (individueel aangemeten oordoppen)
15-25 dB(A)
Oorkappen (oorschelpen aan hoofdbeugel)
15-30 dB(A)
Tabel 3 Effectieve demping van gehoorbeschermingsmiddelen in de werksituatie
Pagina 11 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Gehoorbeschermingsmiddel
80-90
90-95
95-100
100-110
Oorproppen
++
+
-
-
Otoplastieken
++
++
++
+
Oorkappen
++
++
++
++
++ + -
Lawaaiexpositieniveau in dB(A)
Kan zeker worden gedragen Kan eventueel worden gedragen Kan niet worden gedragen
Tabel 4 Te gebruiken gehoorbeschermingsmiddelen De keuze van individuele gehoorbeschermingsmiddelen wordt mede beïnvloed door klimaat en stof in de werkomgeving. In een warme omgeving zijn oorkappen minder geschikt en bij vuil werk leveren inwendig gedragen oorbeschermers grote kans op oorontstekingen.
Toezicht en voorlichting Lawaai wordt op de werkplek gauw gezien als een “normaal” fenomeen. Daarom is het van belang dat er regelmatig toezicht wordt gehouden op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Tevens dient schadelijk geluid regelmatig onderwerp te zijn van voorlichting en instructie. Belangrijke onderdelen van de voorlichting zijn: - de mogelijke gevaren voor het gehoor als gevolg van geluidsblootstelling; - de regelgeving en de te nemen maatregelen; - wijze van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen; - inhoud en betekenis van een periodiek audiometrisch onderzoek.
Verwijzingen Richtlijn 2003/10/EG, Europees Parlement. Arbowet art. 5 en 11. Arbobesluit art. 6.6 t/m 6.11. Arboregeling hfdst. 8. Arbo-informatieblad 4 Lawaai op de arbeidsplaats. Praktijkgids Persoonlijke Beschermingsmiddelen, NEN Delft. Abomafoons: 1.28 Omgevingslawaai door bouwmachines. 1.29 EG-richtlijn geluidsemissie door materieel voor gebruik buitenshuis. Ook in de folder van de Arbeidsinspectie ‘Arbeidsrisico’s op bouwplaatsen’ is verder te lezen bij welk geluidsniveau welke maatregelen nodig zijn.
Pagina 12 van 13
Trilling en geluid (beperking)
Meer lezen / bronvermeldingen Meer over het beperken van hinderlijke trillingen en geluid kan in de volgende uitgaven en websites. •
A-blad Voegen, 2000, Stichting Arbouw (www.arbouw.nl)
•
Abomafoon, 1.22, Aboma+Keboma, www.aboma.nl
•
Arbeidsrisico’s op bouwplaatsen, 2008, Arbeidsinspectie (http://www.arbeidsinspectie.nl/Images/Bouwplaatsen_tcm290-261001.pdf)
•
Hand-armtrillingen, informatie voor werknemers, Arbouw (http://www.arbouw.nl/pdf/arbouw-adviezen/werknemersfolder-hand-armtr.pdf)
•
Hand-armtrillingen, Arbouw (http://www.arbouw.nl/pdf/risicos/arbodienstverlener/hand-armtrillingen.pdf & http://www.arbouw.nl/pdf/arbouw-adviezen/advies-hand-armtrillingen.pdf)
•
Toolboxboek Voegen, 2005, SCM Diensten Roermond (www.scm-adviesgroep.nl)
•
Trillingen, 2008, Mariunus, Doornbusch, e.a. (www.arboportaal.nl/types/brochure/dossier-trillingen.html)
•
Veilig en gezond werken op de bouwplaats, 2008, Arbeidsinspectie, (www.arbeidsinspectie.nl >klik op publicaties >vul titel in >klik op ‘toon’)
•
De folder van Arbouw met gouden tips “Bouwlawaai; Oorverdovend” http://www.arbouw.nl/pdf/specials/special-12-tips-tegen-lawaai.pdf
•
www.arbeidsinspectie.nl
•
www.arbouw.nl
•
www.hitachi-powertools.nl
•
www.makita.nl/AVT
•
www.metabo.com
Pagina 13 van 13