Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn(02)-bw 08-10-14 12:04 Pagina 267
moest worden gezet, betaalde hij zijn zetters al dubbel stukloon omdat ze alleen al vanwege de lastige klinkertekens twee keer zoveel tijd nodig hadden om een zetvorm te prepareren. Het zetten van het uitermate gecompliceerde tekstbeeld in deel zes van de Polyglot leverde de verantwoordelijke zetter een bijna verdrievoudigd inkomen op.
Studie en beschaving Plantijns Polyglotbijbel was bedoeld als antwoord op de religieuze polarisering in Antwerpen, in de Nederlanden, in zijn Franse vaderland. De oudst bewaarde brief over zijn plannen voor een meertalenbijbel, geschreven op 26 februari 1565, schreef hij in een precaire tijd. In de Nederlanden hadden calvinisten in de daaraan voorafgaande jaren steeds zelfverzekerder de publieke arena opgezocht, om door de overheden hard te worden vervolgd. Er waren niet alleen boeken verbrand – Plantijns boeken bijvoorbeeld, in november 1564 – maar ook mensen. In oktober 1564 was op de Grote Markt in Antwerpen een calvinistische predikant op de brandstapel gebracht, waarna de schout en zijn dienders door de toegestroomde Antwerpenaren met straatstenen waren bekogeld. Plantijn was ervan overtuigd dat deze tijd van verharding vroeg om een intellectuele herbezinning op de bijbel. Als ondernemer had hij niets op met radicalisering, noch van calvinistische, noch van katholieke zijde. Als uitgever en koopman in boeken wist deze culturele ondernemer zijn zorgen omtrent het geweld in zijn samenleving uitstekend te contextualiseren en articuleren. De steeds brutalere aanspraken van protestanten op het recht om buiten de katholieke kerk openlijk hun geloof te belijden en de aanhoudende repressieve reactie van kerk en overheden zorgden in zijn ogen voor economische en maatschappelijke ontwrichting. Burgers onttrokken zich aan de katholieke samenleving. Overheden gebruikten mentaal en fysiek geweld tegen burgers. Een binnenlandse oorlog dreigde uit te breken, met moord en doodslag en vernielingen van kerken en kloosters – in zijn vaderland Frankrijk, in de burg van Saint-Juste bij Lyon waar hij in 267
Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn(02)-bw 08-10-14 12:04 Pagina 268
zijn jeugd enkele gelukkige jaren had beleefd, was dat allemaal al gebeurd. Plantijn hoopte dat er een einde aan de religieuze verdeeldheid en de geweldsdreiging zou komen wanneer de mensen zouden teruggaan naar de religieuze bron, om elkaar te kunnen vinden in een geïnformeerde lezing van Gods woord. Dat na te streven was wat Plantijn betreft een individuele verantwoordelijkheid van gelovigen. Vroomheid was alleen waardevol en werkelijk verzoenend wanneer zij niet was opgelegd, maar verinnerlijkt, vond Plantijn. Scholing en studie konden Gods woord maken tot het cement van een samenleving, in plaats van de splijtzwam waarvoor velen de bijbel namen. Katholieken legitimeerden hun geweld tegen andersdenkenden door valselijk te verwijzen naar Gods woord. Protestanten misbruikten het woord van God, in hun hagenpreken, in hun provocerende hoorspelen van publiek psalmgezang, in hun politieke eisen. Zij waren misleid en misleidden op hun beurt anderen. Maar de grote woordenaar Plantijn vertrouwde op het bindend vermogen van het woord, van taal, in communicatie gebaseerd op kennis in plaats van op onbegrip of misleiding. Ook uit zijn woordenboeken spreekt een dergelijk vertrouwen; daar ging het om het bindend vermogen van de volkstaal. De ongeletterde praktijk van een in dialecten versnipperde volkstaal werkte gewestelijk particularisme in de hand. Een in woordenboeken verzamelde en tot geschoold schrift verheven eenheidstaal kon remedie bieden. Zo’n eenheidstaal zou volgens Plantijn een vreedzaam en pijnloos instrument zijn in de unificatiepolitiek van de door velen als vreemd en vijandig ervaren landsheerlijke overheid. Op het gebied van de religie was Plantijn heel uitgesproken gekant tegen het idee dat christelijke eenheid desnoods door kerk en staat moest worden afgedwongen, en al helemaal tegen het gebruik van agressie en geweld. ‘Ik ben altijd van mening geweest dat mensen die dwalen op vrijwel geen andere manier naar de ware en katholieke religie zijn terug te leiden dan door studie, beschaving, en vriendelijke bejegening; zo laten zelfs dieren zich temmen’, schreef Plantijn in 1574, twee jaar na het voltooien van zijn Polyglotbijbel – en twee jaar na het losbarsten van de langverwachte oorlog in de Nederlanden.26 268
Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn(02)-bw 08-10-14 12:04 Pagina 269
De tussen 1568 en 1572 gedrukte Polyglotbijbel was bedoeld als intellectueel gereedschap voor die studie en beschaving van dolende christenen. Ook dwingende katholieken en katholieke twijfelaars konden bij de Polyglot te rade gaan. In deze meertalenbijbel konden alle gelovigen opzoeken hoe het woord van God zélf had geluid. Ze konden er ook uit leren dat het in feite heel moeilijk was, zo niet onmogelijk, om daar uitsluitsel over te geven, want de Polyglot liet zien dat de heilige schrift begrepen moest worden als een historisch gegroeid tekstcorpus. Laag na laag werd de bijbeltekst in de Polyglot afgegraven, laag na laag ook zo goed mogelijk gedateerd en historisch geduid aan de hand van allerlei oudheidkundige achtergrondinformatie. Woord voor woord werden alle tekstlagen voorzien van een zo letterlijk mogelijke vertaling, los van de symbolische, zinnebeeldige, allegorische, profetische vertalingen en interpretaties die al decennialang voor leerstellige struikelblokken zorgden. ‘Ik ben zo ontzettend gesteld op de vrede en de christelijke eendracht dat er niets is wat ik meer haat dan hoge geestelijken, die het goede voorbeeld zouden moeten geven, onderling te zien twisten en bekvechten’, schreef Plantijn in 1575 stekelig aan Wilhelmus Lindanus.27 De felle bisschop zeurde hem nog steeds aan het hoofd met een lastercampagne in kerkelijke kringen over de inhoud van de Polyglot, waarin hij allerlei van de vulgaat afwijkende Hebreeuwse passages had aangewezen als joodse bijbelvervalsingen. Lindanus was een goede klant van De Gulden Passer en wilde graag gehoord worden door de grote bijbelwetenschappers. Plantijn nam in zijn beleefde maar duidelijke brief de moeite om een paar gewraakte bijbelpassages te verdedigen en de bisschop subtiel te wijzen op diens ontoereikende kennis van het Hebreeuws. Maar hij schreef Lindanus ook dat zijn gebakkelei ketters alleen maar nog meer van de kerk en de geestelijkheid zou vervreemden. Plantijn was een gelovig man. Hij was niet uit op een ontheiliging van de bijbel, maar hij ergerde zich aan de theologische scherpslijperijen van katholieke prelaten en protestantse prekers – dat waren wat hem betreft menselijke machtsspelletjes ten koste van de christelijke naastenliefde. Zijn Polyglot moest laten zien hoe ongerijmd het was dat vertegenwoordigers van verschillende religieuze gemeenschappen diame269
Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn(02)-bw 08-10-14 12:04 Pagina 270
traal tegengestelde interpretaties van bijbelpassages als onfeilbare waarheden verkondigden. De Polyglot verlangde van de bijbellezende gelovige een nederiger houding ten aanzien van Gods woord. Toen het laatste deel van de Polyglotbijbel van de persen rolde verkeerden de lage landen inmiddels een dikke maand in staat van opstand en oorlog tegen hun landsheer Filips ii. Op 1 april 1572 was Den Briel ingenomen door de watergeuzen, waarna tal van steden in Zeeland, Holland en Gelre om gingen, vaak nadat een kleine calvinistische minderheid ter plaatse het zittende stadbestuur had afgezet. Bij Den Briel pakten de watergeuzen negentien priesters en monniken uit Gorkum op. Ze werden gemarteld en opgehangen. In mei veroverde het leger van Willem van Oranjes broer de zuidelijke steden Valencijn en Bergen. Dat maakte dat Alva zijn troepen vooralsnog niet op volle kracht naar het noorden kon sturen. Het leger van de landvoogd – inmiddels 65.000 man sterk – omsingelde de door Oranjes broer ingenomen steden in het zuiden. Nadat Oranje zelf vanuit Duits gebied was binnengevallen, maar er niet in slaagde zijn belegerde broer te hulp te schieten, trok hij verder naar Holland ‘om daar zijn graf te vinden’, zoals hij zelf moedeloos opmerkte. Valencijn en Bergen vielen in september in handen van het leger van Alva en zijn zoon. Die kreeg de opdracht zich te bewijzen als een kind van zijn vader. De volgende maand vond in Mechelen, dat eerder dat jaar de stadspoorten had geopend voor Oranjes geuzenleger en calvinisten godsdienstvrijheid had gegeven, bij wijze van represaille een Spaanse furie plaats: georganiseerde plundering, verkrachting en moord door de al tijden soldij ontberende soldaten van de zoon van Alva. De dag erop ontving Plantijn om negen uur ’s ochtends een verklaring vanwege de landvoogd dat het om een te rechtvaardigen vergelding ging, met de opdracht de tekst te drukken in het Frans en Nederlands. Diezelfde dag kwam het drukwerk gereed: 250 stuks ‘à een kwart stuiver per stuk’. Plantijn moest het pakket opsturen naar het Spaanse legerkamp, Alva’s soldaten zouden de pamfletten verspreiden.28 De strafexpeditie ging voort in het noorden, waar Zutphen en Naarden eveneens werden geplunderd en uitgemoord, Haarlem een halfjaar lang werd uitgehongerd, 270
Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn(02)-bw 08-10-14 12:04 Pagina 271
maar Alkmaar werd opgegeven, op 8 oktober 1573: de opstandelingen hadden de sluizen geopend en het land onder water gezet. Toen werd Alva door Filips teruggeroepen. Dat jaar drukte Plantijn de gedachte dat dwalende gelovigen door studie en beschaving tot de ene kerk konden worden teruggebracht een stuk minder subtiel uit. ‘Ketters beginnen beslist weldra te luisteren, wanneer ze zien dat hun waanbeelden, klatergoud en ijdele praatjes, die berusten op valse lezingen van de oude talen, en waarmee ze de misleide mensen plegen te imponeren, door mijn Koningsbijbel worden ontmaskerd en duidelijk worden weerlegd.’29 Deze woorden zijn door Plantijn op papier gezet in een verdedigende brief aan een hoveling van de paus in Rome, waar nog altijd werd gediscussieerd over de goed katholieke intentie van de Polyglot. Daarom conformeerde Plantijn zich ten overstaan van deze correspondent aan het verharde discours van de contra-reformatie. Weer een jaar later meende Plantijn zelfs rechtstreeks aan de paus een sussende brief te moeten schrijven. Hij stuurde de brave vulgaatbijbel mee als cadeautje voor Gregorius xiii. Maar of Plantijn het nu subtiel of hardvochtig stelde, uit de voor de hoveling bestemde brief blijkt dat hij er nog steeds van overtuigd was dat dwalenden niet door dwang en geweld, maar door te leren zien in de kerk konden worden teruggeleid. Plantijns Polyglotbijbel appelleerde aan het intellect en had een irenisch motief. Het in 1569 ontworpen hoopvolle titelblad van het eerste deel van de Polyglot toont een kopergravure met de oªciële boektitel Biblia sacra als het opschrift van een tempeltimpaan: de bijbel is de kerk, de kerk is de bijbel. In die tempel is het door Jesaja aangekondigde vredesrijk afgebeeld. Een os, een leeuw, een wolf en een lam, die zich gebroederlijk te goed doen aan dezelfde voedertrog, onder verwijzing naar Jesaja 2: alle volkeren zullen naar het huis van God stromen om daar van hem te leren over zijn wegen, waarna zij hun zwaarden tot ploegscharen zullen omsmeden en de oorlog vergeten.
271
Sandra Langereis-De woordenaar Plantijn-fotokat2(01) 18-04-14 10:46 Pagina 1
Titelpagina van de Polyglot i in het handingekleurde exemplaar van de bisschop van Bamberg, in de Bibliotheca Philosophica Hermetica te Amsterdam.