Concept agenda 1.
Opening (19.30 uur tot 19.31 uur)
2.
Agenda d.d. 8 mei 2014 (vaststellen) (19.31 uur tot 19.32 uur)
3.
Ingekomen stukken (19.32 uur tot 19.35 uur)
4.
Informatie van het college in het kader van de algemene informatieplicht (19.35 uur tot 19.40 uur)
5.
Concept beknopt verslag van de vergadering van 3 april 2014 (vaststellen) (19.40 uur tot 19.45 uur)
6.
Afsprakenlijst (bespreken) (19.45 uur tot 19.50 uur)
7.
Rondvraag (19.50 uur tot 20.00 uur)
PROGRAMMA VEILIGHEID 8.
Regionale samenwerking NME (bespreken) (20.00 uur tot 20.20) Aan u wordt gevraag of u kunt instemmen met het voorgenomen besluit van het college om het convenant voor het bevorderen van regionale samenwerking op het gebied van Natuur- en Milieu-educatie (NME) te ondertekenen.
9.
Zienswijze raad met betrekking tot jaarstukken 2013, begrotingswijziging 2014 en programmabegroting 2015 ODR (om advies) (20.20 uur tot 20.40 uur)
10. Voortgangsrapportage project Zohra (bespreken) (20.40 uur tot 21.00 uur) Aan u wordt gevraagd om de eerste voortgangsrapportage project Zohra te bespreken. PROGRAMMA BURGERSERVICE 11. Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen (om advies) (21.00 uur tot 21.10 uur) PROGRAMMA BESTUREN VAN DE STAD 12. Voortgangsrapportage GSO IV 2012 en 2013 (om advies) (21.10 uur tot 21.30 uur) 13. Jaarstukken 2013 Regio Rivierenland (bespreken) (21.30 uur tot 21.50 uur) Aan u wordt gevraagd in te stemmen met de jaarstukken 2013 van de Regio Rivierenland en dat het terug te ontvangen bedrag voor Tiel van € 86.000,- wordt meegenomen in de 1e Voortgangsrapportage 2014. 14. Quick scan lokaal bestuur (bespreken) (21.50 uur tot 22.20 uur) Aan u wordt gevraagd de rapportage gemeente Tiel over het jaar 2013 in het kader van de quick scan lokaal bestuur (actieprogramma van VNG en BZK) te bespreken, waarbij met name de volgende aandachtspunten aan de orde komen: ¡ het formuleren van de rolopvatting van de gemeenteraad 2014-2018 ¡ het formuleren van de rolopvatting van het college 2014-2018 ten aanzien van het collegiaal besturen, de samenwerkingsrelatie met de organisatie en de raad ¡ het bestuurlijk ambtelijk samenspel en de wederzijdse verwachtingspatronen periodiek bespreken
¡ ¡ ¡ ¡
de politiek bestuurlijke sensiviteit van ambtenaren verder verbeteren controlemechanismen en hulpmiddelen voor integriteit ontwerpen de maatschappelijke oriëntatie van raad, college en organisatie vorm geven formuleren van een procesvoorstel voor de hele raadsperiode
OVERIG 15. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (22.20 uur tot 22.21 uur) 16. Sluiting openbare vergadering (22.21 uur) De voorzittter sluit de deuren. De commissie dient te beslissen of het agendapunt 17 in beslotenheid wordt behandeld. Als in beslotenheid wordt vergaderd, dient de commissie een besluit te nemen over het al dan niet opleggen van geheimhouding over de beraadslagingen. 17. Sterk bestuur in Gelderland (bespreken) (22.21 uur tot 22.40 uur) De fractievoorzitters (voorzover zij niet in een commissie zitten) worden uitgenodigd voor de behandeling van dit agendapunt. De enquête over dit onderwerp wordt u separaat met oplegging van geheimhouding per post toegestuurd. 18. Sluiting besloten vergadering (22.40 uur)
BEKNOPT VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR D.D. 8 mei 2014
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), de leden R. van Galen, T. Zuidema, J.J.J. Heijmans, A. Saddiki, E.S. Derksen, W.A.J. van Baal, S. de Boer, R.M.P.M. Daalderop, A. Haddouch, A.K. Roelofs, I. Joustra, M. Alişkan, W. van IJzendoorn-Visser, M.J. Groenesteijn, J.D. Stoeten-Flach, R.G. Corporaal, M.E.C. Rijckenberg, C.J. Kerkmeester Eveneens aanwezig: H. Beenakker, L. Verspuij, H. Driessen (portefeuillehouders), N. Peters – Sengers, H. Bergsma, C. van Doorn, N. Smits, E. van Keken, J. van Elst en I. Stel (ambtelijke adviseurs). 1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij wijst er op dat in het presidium is afgesproken dat tot aan het zomerreces per fractie drie commissieleden aan de tafel plaats kunnen nemen waarvan per onderwerp 1 lid het woord kan voeren.
2.
Agenda vaststellen De heer Van Galen heeft moeite met het beleggen van een besloten vergadering met deze summiere redengeving. Hij vraagt zich af hoe wordt omgegaan met de in beslotenheid gemaakte afweging die leidt tot het alsnog in het openbaar behandelen van het onderwerp. De griffier geeft aan dat gehandeld wordt binnen de thans geldende spelregels en dat de door de heer Van Galen geschetste alsdan situatie zich altijd kan voordoen. In beslotenheid kan de redengeving van beslotenheid verder worden toegelicht. De commissie stemt in met de voorliggende agenda m.d.v. dat gelet op de omvang van de agenda zal worden bezien in hoeverre de quick scan lokaal bestuur kan worden besproken.
3.
Ingekomen stukken Mevrouw Rijckenberg wijst n.a.v. stuk 03.4 er op dat de reactietermijn voor het college net voldoende is en verzoekt het college bij de terugkoppeling van de inbreng in te gaan op de te korte reactietermijnen. De heer Beenakker geeft aan begrip te hebben voor de opmerking en wijst op een breder vraagstuk waarop in de nota verbonden partijen (rekenkamerrapport) ingegaan zal worden. De bestuurlijke termijnkalender speelt een rol en de aard en het karakter van de gemeenschappelijke regeling zelf. Mevrouw De Boer en mevrouw Rijckenberg geven n.a.v. punt 03.3a aan dat de locatiekeuze Papesteeg, gelet op de ervaringen in het verleden, voor discussie vatbaar is en dat evaluatiemomenten voor de commissie ontbreken. Afgesproken wordt om een evaluatie te versnellen en de overlast en positieve effecten elders te monitoren. Onderwerp zal opnieuw geagendeerd worden in de commissievergadering van september/oktober.
4.
Actieve informatie van het college De heer Beenakker meldt dat de dalende lijn in het aantal woninginbraken zich voortzet. April dit jaar: 9. (in april vorig jaar: 38) De heer Verspuij meldt dat de Tweede Kamer een streep gehaald heeft door de plannen om het Bouw en Woningtoezicht in eerste instantie te dualiseren en uiteindelijk te privatiseren. Wel is het Ministerie nog aan het onderzoeken hoe dit toezicht verder is te "ontslakken".
1
De heer Verspuij meldt dat de aanleg van een moestuin door het Inloophuis voorspoedig verloopt, zodanig dat geen volledig beroep hoeft te worden gedaan op de beschikbare € 10.000,-. Ook meldt hij een initiatief vanuit de Hertogenwijk. De vervuiling van het betreffende terrein is echter zodanig dat hier uitsluitend met bakken kan worden gewerkt. Het project kan in 2 fasen worden geknipt. In de eerste fase zijn geen gemeentelijke middelen nodig. Afhankelijk van de uitkomst van een behoeftepeiling kan worden gestart met de 2e fase. Daarvoor is echter geld van de raad nodig. Desgevraagd bevestigt de wethouder dat het hier gaat om een oude vervuiling. 5.
Vaststellen verslag vergadering d.d. 3 april 2014 Het verslag wordt, met inachtneming van twee taalkundige wijzigingen, conform vastgesteld. [Spelregel is dat taalkundige en tekstuele wijzigingen voorafgaand aan de vergadering aan de commissiegriffier kunnen worden gemaild. Deze worden vervolgens verwerkt en hoeven geen deel uit te maken van de bespreking van het verslag in de vergadering].
6.
Afsprakenlijst van de commissie (versie 10-4-14) Afspraak 4 (Veilinghof) wordt van de lijst afgevoerd. Bij afspraak 3 wordt de heer Van Wijk vervangen door mevrouw Rijckenberg. Mevrouw Rijckenberg zal de commissiegriffier per mail informeren over wat de afspraak/vraag precies inhoudt. Dit is bij de huidige formulering onvoldoende duidelijk. De vraag inzake de benadering van verzekeraars bij de visie op de brandweerzorg wordt beantwoord in die zin dat op landelijk niveau met verzekeraars wordt gesproken en dat de aanpak van de brandweer een integrale is.
7.
Rondvraag De heer Roelofs vraagt of er een manier kan worden gevonden om de papierinzameling in de binnenstad door vrijwilligers te bevorderden. Tot 1 mei jl. gebeurde de inzameling door vrijwilligers onder verantwoordelijkheid van de firma Van Bruchem. Geantwoord wordt dat de centrummanager zich inmiddels bezig heeft gehouden met het vraagstuk en dat er een lijn wordt gelegd naar de AVRI. Het is de vraag of de inzameling door de AVRI wordt opgepakt. De suggestie van de inzet van vrijwilligers zal aan de AVRI worden doorgegeven.
8.
Regionale samenwerking NME De commissie stemt in met de gedachte van regionale samenwerking op dit punt. NME is in Tiel maar ook elders in de regio kwetsbaar. Samenwerking kan helpen om de NMEfunctie in de regio overeind te houden. Aangegeven wordt dat de prestatieafspraken met SDR in Tiel, die breder zijn dan alleen educatie basis-onderwijs en ook betrekking hebben op algemene voorlichting, gehandhaafd blijven en leidraad vormen voor regionale samenwerking. De burger kan met dit voorstel verwachten dat natuur en milieu educatie in de regio gegarandeerd blijft. Verder overleg in de regio wordt afgewacht. De uitkomsten worden gemeld aan de commissie. Conclusie: De commissie stemt in met de inhoud van de bespreeknotitie.
9.
Zienswijze raad m.b.t. jaar stukken ODR 2013 en programmabegroting 2015 (om advies) Enkele kanttekeningen inzake bedrijfsvoering in relatie tot maatwerk en inefficiency alsmede de professionaliteit van de toezichthouders worden gemaakt.
2
Mevrouw Joustra wijst er op dat de ODR net is gestart en dat niet alle toekomstige ontwikkelingen bekend zijn. Zij vraagt of het mogelijk is de WABO-taken die Tiel niet in de ODR heeft ondergebracht in 2015 alsnog daarin onder te brengen. De heer Van Galen sluit zich bij deze vraag aan en legt hierbij een relatie met het Bloesemakkoord. Van de zijde van het college wordt aangegeven dat het niet overdragen van de WABOtaken te maken had met de hoge achterblijvende overheadkosten voor Tiel. Een instapregeling waarbij de achterblijvende overheadkosten stapsgewijs in een paar jaar worden afgebouwd is er nu wel. Het is aan de raad om aan te geven of een overdracht van WABO-taken alsnog dient te worden onderzocht. Het college is het eens dat gestreefd moet worden naar uniformiteit in de uitvoering met zo min mogelijk uitzonderingsposities. Bij de start is aan de ODR een bezuinigingsdoelstelling opgelegd van 10% waarbij 5% ten goede komt aan de kwaliteit van de dienstverlening. Advies: De commissie adviseert de stukken regulier te agenderen in verband met nader fractieberaad over de vraag of het wenselijk is nader te onderzoeken of het onderbrengen van de WABO – taken bij de ODR tot de mogelijkheden behoort. 10.
Voortgangsrapportage project Zohra (bespreken) De heer Beenakker geeft aan dat de rapportage voor zich spreekt. De heer Akrouni is op zoek naar een andere locatie voor het restaurant annex leer/werk bedrijf en heeft daarvoor meerdere opties. Het belang van het project is breder dan alleen een restaurant. In de eerste termijn wordt van de zijde van de commissie het volgende ingebracht: de heer Van Baal constateert dat er voor 2015 nog geen dekking is gevonden. Hij vraagt zich af of het nog nodig is om op zoek te gaan naar een andere restaurantmogelijkheid of dat kan worden volstaan met de huidige opzet van leer/werk trajecten mevrouw Rijckenberg sluit zich hierbij aan. Is het verstandig om zo de nadruk te leggen op opleidings- en ervaringsplaatsen in de horeca. Zij vraagt ook aandacht voor privacy aspecten in de rapportages. de heer Daalderop is blij met het tot nu behaalde resultaat van het project. De fractie van de PvdB heeft wel zorg over de vraag het project heen gaat. Het rapport is daarin niet duidelijk. Het einddoel van alle betrokkenen is niet beschreven. B.v. wanneer is iemand geslaagd en kan worden losgelaten. Horeca is niet alleenzaligmakend als opleiding- en werkervaringplek. Er zijn ook andere mogelijkheden. Trainingskosten van ouderbegeleiding is naar beneden bijgesteld waarbij de vraag gesteld mag worden of de rol van ouders niet erg wordt onderschat. Het is niet alleen een Tiels probleem en verhaal. Zoek ook de samenwerking b.v. met Culemborg op. de heer Saddiki vindt het een helder rapport en is tevreden over de resultaten. Wat is momenteel de rol van de horeca-ondernemer in het project. Hoe staat het met de dekking in 2015 en 2016. Is het een optie om als raad meer middelen ter beschikking te stellen? De heer Roelofs pleit er voor om beter boven tafel te krijgen waarom horecaondernemers op het Koornbeursplein niet willen terwijl het gaat om een doelgroep die meer tijd en inzet nodig heeft voor een succesvolle integratie. Wellicht dat harder moet worden doorgepakt bij concrete locatie en niet al te snel meebewegen bij weerstand. mevrouw Stoeten is het eens met de redenering van het CDA en vraagt in dat licht of er nog een nieuw gesprek mogelijk is met de ondernemers op het Koornbeursplein. Bovendien pleit zij voor het fors inzetten op gezinnen. de heer Zuidema vraagt waar het eigenaarschap voor het project ligt. Is dat de gemeente, het veiligheidshuis of de ondernemer. Een vraag die in het verlengde ligt
3
is of een gemeentelijk project wordt bekostigd dan wel een restaurant gesubsidieerd. Zijn er nog meer dan deze 3 partners betrokken? Kunnen ondernemers op het Koornbeursplein zo maar beslissen of iets wel of niet kan? Wanneer is er sprake van een succesvol project. De heer Beenakker reageert, mede namens het college, als volgt: niet alle vragen zijn eenvoudig te beantwoorden omdat het om een innovatief project gaat waarbij je werkende weg tegen dingen aanloopt (ondernemersgeest). Wanneer is het project succesvol? Als 1 of 2 deelnemers uit de criminaliteit gehaald worden en zelf in hun inkomen voorzien worden de maatschappelijke kosten met € 35.000 teruggebracht. Op dit punt volgen interrupties dit is te vaag als stip aan de horizon versus zoek naar meer argumenten voor een blijvend succes met daaraan gekoppeld de inzet van middelen. Het stellen van hele concrete doelen is vaak moeilijk omdat het causale verband tussen inzet van middelen en het resultaat niet altijd aan te tonen is. Denk b.v. aan het maatschappelijk werk. Gepleit wordt voor een cliënt volgsysteem. t.a.v. het eigendom van het project wordt gewezen op de start door het veiligheidshuis in samenspraak met de politie.Het bedrijf van de heer Akrouni is naast zijn restaurantwerkzaamheden ook ingehuurd voor de empowermenttraining die plaatsvindt op basis van urenverantwoording met accountantscontrole. De gemeente is hiervoor de opdrachtgever. de andere betrokken partijen zijn het ROC en jobcoaching van het Beursplein. de vraag is gesteld of het restaurant echt nodig is of dat kan worden volstaan met werkplekken op meerdere plaatsen. De koppeling met een bestaand restaurant is gemaakt omdat de horeca veel kansen biedt en de begeleiding zo kan worden geconcentreerd op 1 punt waardoor de versnippering van de begeleiding wordt voorkomen (gildesysteem). de nimby-discussie is jammer maar wel een gegeven. Doordenderen heeft echter geen zin omdat er ook draagvlak vanuit de omgeving nodig is. de privacy is in de documenten voldoende gewaarborgd. Met de opmerking ten aanzien van samenwerking op zich helemaal mee eens als volgende stap. Op dit moment hebben we de handen vol aan de Tielse jongeren. De dekking voor 2015 en 2016 zijn onzekere factoren. Subsidiemogelijkheden worden onderzocht maar ook hier speelt het innovatieve karakter een rol waardoor het niet altijd duidelijk is onder welke subsidieregeling iets valt. Het is niet de bedoeling om extra middelen van de raad te vragen. De inzet van GSO-middelen wordt verder onderzocht. In tweede termijn wordt vanuit de commissie het volgende naar voren gebracht: het is de heer Zuidema nog niet geheel duidelijk waarom de gemeente hier financieel in gaat zitten en niet de diverse partners. mevrouw Rijckenberg toont zich gevoelig voor het argument om de begeleiding te centraliseren. Anderzijds werkt de training nu ook goed en kan financieel worden losgekoppeld van de restaurantactiviteiten. Stageplekken elders zijn immers ook mogelijk. de heer Daalderop meent dat de einddoelen niet goed zijn gesteld. Financieel lukt dat wel? Bij een innovatief project zou je meer een stap na stap aanpak mogen verwachten waarbij het meer is dan alleen restaurant Zohra. de heer Roelofs waarschuwt er voor om het project als een soort boekhouder te benaderen. Wellicht is te overwegen om een leer- werktraject in de directe omgeving van de gemeente zelf te creëren. mevrouw Joustra pleit er voor om het enthousiasme van het begin vast te houden. In tweede termijn reageert de heer Beenakker, mede namens het college, als volgt: t.a.v. de financiering en de bijdragen van partners verandert er niet veel t.o.v. de huidige situatie.
4
het gaat ook om het geven van vertrouwen dat het goed komt. het gaat uiteindelijk om individuele trajecten op individu – basis al of niet in de horeca of elders. een restaurant is een makkelijk vehicel voor de instroom. het loslaten van de naam Zohra, zijnde niet de vlag die de lading nog dekt, is te overwegen. het achterliggende doel is mensen met een verleden aan het werk te krijgen. Dat gaat makkelijker als werkervaring b.v. in de horeca kan worden aangetoond.
Conclusie: Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen acht de commissie de voortgangsrapportage in voldoende mate besproken. De commissie stemt in met het voorstel van de commissiegriffier om na de zomer een werkbezoek te brengen aan het veiligheidshuis. Op 19 juni a.s. staat een werkbezoek gepland aan het politiebureau. Voorgesteld wordt om voor beide bijeenkomsten ook de overige raadsleden uit te nodigen. Mevrouw Smits en de heer Van keken zullen de organisatie van beide bijeenkomsten voor hun rekening nemen. 11.
Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen (om advies) Vanuit de commissie wordt het volgende ingebracht. mevrouw Rijckenberg wijst op de noodzaak van het vaststellen van deze verordening omdat nu de grondslag voor gegevensverstrekking ontbreekt. de heer Van Galen vraagt zich af wat nu eigenlijk wordt voorgesteld. Hoe moet "een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente" worden uitgelegd en hoe komt degene waarover informatie wordt verstrekt op de hoogte van dit feit. Anders geformuleerd wordt op deze wijze de privacy van de inwoners voldoende gewaarborgd. mevrouw Derksen wijst op de noodzaak van de terugwerkende kracht van de verordening. De heer Groenesteijn vraagt of de commissie inzicht krijgt het overzicht van door het college aangewezen derden Van de zijde van het college wordt de volgende toelichting gegeven. de nieuwe wet heeft geen feitelijke veranderingen gebracht ten opzichte van de huidige werkwijze. Bij derden kan worden gedacht aan Justitie, Mozaïek en de schouwburg de privacy schrijft voor dat het college een lijst met derden (veelal maatschappelijke organisaties) opstelt en openbaar maakt. burgers kunnen ook navraag doen aan wie gegevens worden of zijn verstrekt. burgers hebben ook het recht om een beperking op de gegevensverstrekking aan te brengen. aan maatschappelijke organisaties die niet op de lijst voorkomen worden geen gegevens verstrekt dan wel dat hiervoor eerst toestemming van degene(n) waarover de informatie wordt gevraagd. Vanuit de commissie wordt in tweede termijn samenvattend naar voren gebracht dat voorafgaand aan vaststelling van de verordening het college aan de raad inzage geeft in de vast te stellen lijst van derden en de afweging van het gewichtig maatschappelijk belang dat het college daar heeft gemaakt dan wel nog zal maken. ook wordt aangedrongen op goede informatie aan de inwoners over hun rechten op dit punt. Deze informatie wordt toegezegd en wel zodanig tijdig dat raadsleden de informatie bij hun voorbereiding op de vergadering kunnen betrekken.
5
Advies: De commissie adviseert het onderwerp in afwachting van nadere informatie van het college over de lijst van aangewezen derden (gewichtig maatschappelijk belang) en de wijze van informeren van de inwoners over hun rechten, regulier te agenderen voor de vergadering van de raad. 12.
Raadsvoorstel voortgangsrapportage GSO IV 2012 en 2013 (om advies) Vanuit de commissie wordt in eerste termijn het volgende naar voren gebracht. mevrouw Stoeten geeft aan dat de gegeven informatie al bekend is bij de commissie en de raad. Zij plaatst vraagtekens bij de informatie over de nieuwe ontwikkelingsstrategie Santwijckse poort zoals opgenomen in de begeleidende brief. Volgens haar is dit punt nog niet besproken. de heer Zuidema vraagt of het uitgave ritme voldoende is om de provinciale gelden te behouden. Als voorbeeld geeft hij de vertraging bij de realisatie van wijkagenten. ook leest hij dat de rol van Dynamiek belangrijker wordt t.o.v. Mozaïek en vraagt of dit wordt veroorzaakt door het organisatievermogen van laatstgenoemde instelling. Voorts vraagt hij naar de toename van het aantal zonnepanelen in de gemeente en het realiteitsgehalte van het opnemen van de wielerbaan in de rapportage. de heer Van Baal wijst op de financiële gevolgen van de projecten voor de gemeente zelf. Hebben vertragingen in de realisatie van projecten hierop effect? de heer Roelofs geeft aan dat voor de realisatie van 80% van de projecten vertrouwen nodig is. mevrouw Rijckenberg pleit voor het opnemen van meer informatie over bepaalde projecten. Zo kan het moestuinproject Hertogenwijk minder statisch worden geformuleerd.. de heer Saddiki vraagt meer verduidelijking t.a.v. de ruil van het project veilingterrein voor Burensepoort. mevrouw Joustra geeft aan dat het vorstel voor haar betekent meer aandacht voor de financiën. Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd. het betreft een rapportage over de jaren 2012 en 2013. Ontwikkelingen of voortgang nadien is daarom niet in de rapportage opgenomen. Over de ruil van het project veilingterrein met de Burensepoort en over de ontwikkelstrategie Santwijckse poort komt binnenkort een notitie voor de commissie ruimte (met mede uitnodiging van bestuur). T.a.v. de Santwijckse poort speelt mee dat dit een project uit de goede tijd was. Ambtelijk is tussen provincie en gemeente overleg geweest waaruit de conclusie kan worden getrokken dat verstandig is de ontwikkelstrategie te herzien. het college heeft positieve verwachtingen bij het tijdig kunnen realiseren van de nog openstaande projecten. Zo zal de brede zorgschool in oktober a.s. worden opgeleverd. het uitstel van de veilige wijkteams heeft te maken met de landelijke reorganisatie van de politie. De plaatsing van (meer) wijkagenten is pas aan het einde van dit jaar voorzien. het aantal zonnepanelen van particulieren is gestegen tot 100. Verwezen wordt naar de rapportage over het klimaatbeleid. de Wielerbaan wordt opgenomen in de perspectievennota. Mocht dit project niet gerealiseerd kunnen worden, vervalt de co – financiering maar wordt geen financieel verlies geleden. Dynamiek en Mozaïek zijn twee verschillende organisaties. op basis van de rapportage kunnen daaraan geen conclusies worden verbonden. de systematiek van het GSO is zo dat er op voorhand geen garanties zijn dat geld wordt uitgegeven. Er wordt met projecten gestart en vervolgens wordt bezien of daarvoor geld nodig is en daarvoor beschikbaar komt.
6
Nog enkele verhelderende opmerkingen worden geplaatst waarna de commissie het advies formuleert. Advies: De commissie adviseert positief over het voorstel en geeft de raad in overweging het te agenderen als hamerstuk. 13.
Jaarstukken regio Rivierenland 2013 (bespreken) De accountantsverklaring voor de regionale stukken is ontvangen. Vanuit de commissie worden geen inhoudelijke reacties geplaatst. De jaarstukken worden voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Voor kennisgeving aangenomen.
14.
Quick scan lokaal bestuur Omwille van de tijd en na overleg met de burgemeester stelt de commissiegriffier voor om het stuk nu van de agenda af te voeren en na de zomer aan de hand van een meer uitgewerkt en gerichter voorstel opnieuw te agenderen. De commissie stemt hier mee in.
15.
Intergemeentelijke aangelegenheden Van de gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt.
16.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit de openbare vergadering. Hij verzoekt de aanwezigen op de publieke tribune de zaal te verlaten.
Tiel, 13 mei 2014 J.W. Westerholt commissiegriffier
7
CONCEPT BEKNOPT VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR D.D. 3 APRIL 2014
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), de leden T. Zuidema, M.P. le Blanc, L.H.K. Metiary-Volmer, J.J.J. Heijmans, E.S. Derksen, B. van Gurp, S. de Boer, G.G.G. Groen, Th.J.M. van Oostrom, A.K. Roelofs, I. Joustra, A. Alişkan, W. van IJzendoorn-Visser, M.J. van Groenesteijn, J.D. StoetenFlach, R.G. Corporaal, M.E.C. Rijckenberg, C.J. Kerkmeester en J.W. Westerholt (commissiegriffier) Eveneens aanwezig: de heren L. Verspuij en H. Beenakker (portefeuillehouders) en E. van Keken, ambtelijk adviseur 1.
Opening/mededelingen De voorzitter heet een ieder, in het bijzonder de nieuwe commissieleden van harte welkom. Er heeft zich als inspreker gemeld de heer Aad van Dijk van het inloophuis met als onderwerp moestuin naast begraafplaats aan de J.D. van Leeuwenstraat.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt vastgesteld met dien verstande dat de heer Van Dijk zal inspreken bij het begin van de rondvraag.
3.
Ingekomen stukken De heer Van Oostrom vindt de reactie op het voorstel voor naamsverandering van de AVRI op zich logisch maar vraagt zich af of bij de afweging ook is betrokken het idee om te gaan spreken van Algemene voorzieningen Rivierenland. Indien dit niet het geval is, zou dit alsnog kunnen worden ingebracht. Geantwoord wordt dat de redenering is dat AVRI steeds meer als eigennaam in gebruik is en dat men om die reden niet zit te wachten op een andere naam.
4.
Actieve informatie van het college De heer Beenakker meldt dat in juni een uitgebreidere analyse van de criminaliteitscijfers gereed is voor de commissie. Met de woninginbraken gaat het nog steeds de goede kant op. In 2013 was het aantal gedaald met 36%. In 2014 is dat tot nu 60%. Dit hangt mede samen met de integrale aanpak van de jongerenproblematiek. Ook wordt gewerkt aan de overlast van de hinderlijke jeugdgroep in het centrum. Morgen wordt een vaste camera geplaatst op de Groenmarkt. De mobiele camera is aanbesteed en wordt geleverd in week 20. Het wachten is nog op een officiële brief van het ministerie inzake een financiële bijdrage. De volgende vergadering zal meer inzicht worden verschaft over het project Zorah.
5.
Verslag vergadering d.d. 6 maart 2014 Aan punt 4 (actieve informatie van het college) wordt bij het één na laatste gedachtestreepje het woord "ook" toegevoegd zodat hier komt te staan: "….. dat het hier ook om een criminele groep…." Het verslag wordt voor het overige conform vastgesteld.
6.
Afsprakenlijst commissie De vraag van mevrouw Stoeten inzake het onderhoud aan de Hendrikus wordt overgebracht naar de afsprakenlijst van de commissie ruimte. Het pontje vaart heen en weer en dat houdt verband met mobiliteit. En dat onderwerp hoort tot het takenpakket van de commissie ruimte. De papierinzameling en het verlengde daarvan de inzameling van klein afval blijft als reminder staan op de afsprakenlijst. De eindevaluatie wordt afgewacht. Punt 4 inzake overlast bij Veilinghof is opgepakt door het veilige wijkteam. Hiermee is de vraag beantwoord en kan deze van de lijst worden afgevoerd.
1
7.
Rondvraag De heer Van Dijk heeft zijn bijdrage in de vorm van een informatienota op papier gezet en overhandigt de tekst nadat hij deze heeft uitgesproken. De tekst wordt aan dit verslag gehecht aan maakt daarvan onderdeel uit. Hij wijst bovendien op een alternatief en dat is de moestuin te beplanten met aardappelen en aardbeien en de oogst daarvan na een jaar te laten testen. Mevrouw Joustra vraagt of bekend is om welke vormen van vervuiling het gaat. Uit een rapport van zeven jaar geleden bleek dat het gaat om stoffen als lood en PAK. Alterra Wageningen heeft aangegeven dat één element twijfelachtig is, maar dat de andere vorm van vervuiling zodanig aanwezig is dat de vervuiling niet terecht komt in de groente die wordt gekweekt. De heer Van Oostrom leidt uit het betoog af dat het misschien wel meevalt waardoor de vraag aan de gemeente kan vervallen. Of heeft men toch wel extra grond nodig? Wellicht is het wijs om opnieuw met de GGD te overleggen mede in het licht van de visie van Alterra Wageningen. Is nagedacht hoe met nieuwe grond wordt omgegaan? Immers grond is altijd gebruikte grond. De heer Zuidema vraagt hoe sterk men gehecht is aan het perceel aan de J.D. van Leeuwenstraat en of het nu al mogelijk is om het onkruid te testen. De heer Van Dijk legt uit dat het perceel een geschenk is van het parochiebestuur. Er zijn al bomen geplant. Het fundament voor het tuinhuisje is gelegd en de kruidencirkel is ingericht. Desgevraagd geeft de wethouder aan dat de laatste informatie die van de gemeente afkomstig is: een moestuin kan zo niet. daarvoor zijn bakken en/of grondophoging voor nodig. Hieraan ligt een recent GGD – advies aan ten grondslag. Het woord is nu aan de politiek. De vorige raad heeft bij de begrotingsbehandeling een motie inzake stadstuinen aangenomen. Hij dankt het Inloophuis voor de bereidheid om mee te denken en het woord is nu aan de politiek om de uitvoering van de motie mogelijk te maken. Het college heeft de bereidheid om e.e.a. te financieren. Hij geeft aan dat op basis van een nieuw goed gesprek met het inloophuis het college bereid is om een voorstel aan de commissie voor te leggen. De heer Zuidema geeft aan behoefte te hebben aan wat meer cijfermateriaal. Mevrouw Rijckenberg wijst op een soortgelijke situatie in de Hertogenwijk. Deze vraag had zij willen stellen in de rondvraag. De heer Van Gurp oppert het onderwerp mee terug te nemen naar de fractie en de uitkomsten van de fractieberaden mede te delen aan de wethouder. Het college heeft de bevoegdheid om tot € 12.500 zelfstandig te besluiten tot het doen van uitgaven en deze te verantwoorden bij de voortgangsrapportage. Hij heeft begrepen dat het maximaal benodigde bedrag € 10.000 is en dat wellicht het inloophuis ook zelf nog voor financiering kan zorgdragen. De heer Zuidema pleit er voor om niet te makkelijk aan de vervuiling van de grond voorbij te gaan. Mevrouw Joustra wijst op mogelijke precedenten. De commissieleden afkomstig uit de fracties van GL, CU, D66, PvdB, ST en CDA geven het college mee om in samenspraak met het inloophuis tot een door het college te financieren oplossing te komen. De commissieleden afkomstig uit de fracties van Pro Tiel, PvdA en VVD zullen het onderwerp meenemen naar hun fractie en dinsdag a.s. de griffier de uitkomsten mededelen [Dit is gebeurd en het mailverkeer is aan dit verslag gehecht.]. Er zijn geen rondvragen.
2
8.
Inzameling kleine afvalstoffen Vanuit de commissie wordt het volgende naar voren gebracht. • de heer Roelofs geeft aan dat het onderwerp van belang is voor het verenigingsleven en daarmee de sociale samenhang in de samenleving. De inkomstenbron is daarvoor erg belangrijk. Het CDA steunt daarom de proef. Hij verwijst naar de brief van het college van 4 maart waarin het ongenoegen richting programmaraad wordt geuit. Hoe kan de werkwijze van deze raad voor een derde keer worden voorkomen zodat de commissie niet weer voor het blok wordt geplaatst. • Mevrouw Joustra zit met de zelfde vraag. Het college heeft in dit geval alert gereageerd en terechte kritiek geuit. Zij verwacht een uitgebreide evaluatie en niet alleen een verhaal van de AVRI. Zij vraagt in dit kader ook gegevens te verzamelen bij de verenigingen. • de heer Kerkmeester geeft aan dit een mooi project te vinden. Afval wordt gescheiden en het verenigingsleven wordt hierbij betrokken. Zij geven hier ook het belang van aan. • Mevrouw Metiary sluit zich bij de heer Kerkmeester en verwijst naar de gemeente Ede waar samengewerkt wordt tussen de kledingbank en de afvalverwijderaar aldaar. • de heer Zuidema geeft aan dat de verenigingen gebaat zijn bij continuïteit. Het zou mooi zijn als de inzameling van klein afval aan de huidige inzameling kan worden toegevoegd. • Mevrouw Stoeten stemt in met de bespreeknota. • Mevrouw De Boer sluit zich aan bij de andere sprekers. • De heer Van IJzendoorn geeft aan ook achter de nota te staan. Hij vraagt wat er gebeurt met de extra kosten. • De heer Van Gurp wijst op de kosten ad € 50.000 die glad weglopen tegen een bijdrage van "Recycle". Wat gebeurt er als deze bijdrage wegvalt. Hem zijn de kosten en baten van de verenigingen niet bekend. Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd. Het college was ongelukkig met de werkwijze van de programmaraad. Agenda's van gemeenten en de gemeenschappelijke regelingen blijken niet op elkaar aan te sluiten en een betere afstemming lijkt niet mogelijk. Op dit punt kan voor de toekomst geen zekerheid worden gegeven. Wellicht dat de veranderende organisatiestructuur van de regio Rivierenland hierbij kan helpen. Het college neemt het punt van de door de verenigingen aan te dragen gegevens mee. Dit geldt ook voor het punt van de kledingbank. De werkwijze waarbij de verenigingen het papier ophalen, kost de AVRI geld. Anderzijds genereren verenigingen zo zelf inkomsten. Als de proef slaagt en er wordt overgegaan op een groter gebied en meer soorten inzameling komt dit kostenplaatje anders te liggen. In tweede termijn worden nog de volgende opmerkingen gemaakt. • de heer Van Gurp pleit er voor om in de evaluatie de meerkosten van de AVRI te vergelijken met de meer – inkomsten van de verenigingen. Wellicht zijn we met elkaar geld aan het rondpompen. Wellicht is een ander systeem denkbaar met meer milieu – effecten. • de heer Corporaal pleit er voor om ook de minder - opbrengsten bij de verenigingen mee te wegen. • de heer Kerkmeester pleit er voor om naar alle effecten te kijken. • de heer Le Blanc geeft aan dat een kosten-baten analyse wenselijk is waarbij ook de werkgelegenheid voor laaggeschoolden wordt meegewogen. Conclusie: Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen stemt de commissie in met de inhoud van de bespreeknota.
3
9.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Van de gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt.
10.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit de vergadering.
Tiel, 10 april 2014 J.W. Westerholt commissiegriffier .
4
Afsprakenlijst van de commissie Bestuur
NR. Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
Planning
1.
Op afsprakenlijst geplaatst om voortgang discussie te kunnen volgen. Binnen een jaar na heden zal de huidige wijze van oud papierinzameling worden bezien. Hieraan wordt gekoppeld de vraag van mevrouw Stoeten inzake werkzaamheden AVRI m.b.t. kleine ergernissen.
25-08-2011
Eind evavaluatie proef wordt afgewacht. Daarom blijft onderwerp op de afsprakenlijst staan
2.
Papierinzameling AVRI – vrijwilligersorganisaties
Periodiek overzicht actuele criminaliteitscijfers
30-01-2014 03-04-2014
24-01-2013
Wordt periodiek verstrekt .
3.
De heren Van Gurp en Van Wijk Toegezegd wordt dat voor dit onderwerp 30-01-2013 doen de suggestie om in de gegevens zullen worden aangeleverd commissie te bespreken de programma's op scholen die samenhangen met het thema veiligheid en de rol van het onderwijs op dit punt vragen raads- / commissieleden 4. De heer Gradisen vraagt aandacht De aandacht van het veilige wijkteam en de 06-03-2014 Antwoord gegeven e e politie zal worden gevraagd. tijdens voor bewoners 3 en 4 verdieping Veilinghof die (geluids)overlast commissievergadering ondervinden van jongeren op het d.d. 3-4-2014 parkeerterrein bij het station 5. De heer Gradisen vraagt of er contact Schriftelijk antwoord is toegezegd. is geweest met verzekeraars bij de visie op brandweerzorg en indien dit het geval is geweest, wat het resultaat hiervan was. NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over punt 4 dan wordt deze bij de volgende uitdraai van de lijst verwijderd.
Gemaakt op 10-04-14
Pagina 1 van 1
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheimhouding:
commissie bestuur College van B&W Regionale samenwerking NME Laurens Verspuij Nee
Vraag aan de commissie: 1. Kunt u instemmen met het voorgenomen besluit van het college om het convenant voor het bevorderen van regionale samenwerking op het gebied van Natuur- en Milieu-educatie (NME) te ondertekenen?
Context / achtergrondinformatie: Op 17 november 2010 heeft de gemeenteraad de nota Herijking Natuur en milieu educatie vastgesteld, waarmee de gemeente het belang van NME heeft onderschreven. Sinds september 2012 loopt het regionale project NME voor een duurzaam Rivierenland. Eén van de doelstellingen van dit project is het versterken van de positie van NME in Rivierenland door betere samenwerking. Er is hiervoor draagvlak gecreëerd bij de besturen van de vier nme-centra in het Rivierengebied en bij gemeenten. Om het vervolg een stimulans te geven, is aan gemeenten verzocht een convenant te ondertekenen (zie bijlage). Met het ondertekenen van het convenant geeft de gemeente aan dat ze regionale samenwerking op het gebied van NME wil, daar waar het regionale niveau het meest effectief is en ter ondersteuning van de lokale structuur. De gemeente heeft de uitvoering van NME bij Stichting Duurzaam Rivierenland gelegd. Deze stichting heeft zich uitgesproken vóór regionale samenwerking. De bedoeling is dat er vanuit het regionale project een voorstel komt hoe de regionale samenwerking vorm gaat krijgen. Zo lang er geen concreet voorstel ligt, is niet te beoordelen welke consequenties regionale samenwerking zal hebben. Het convenant is dan ook niet bedoeld als het aangaan van een verplichting, maar als het uitspreken van een intentie.
Bijlagen: Convenant Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Team Beleid N. Peters Sengers 637473
[email protected]
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
21 mei 2014 Wethouder L. Verspuij 1 (Veiligheid) zienswijze raad m.b.t. jaarstukken 2013, begrotingswijziging 2014 en programmabegroting 2015 Omgevingsdienst Rivierenland
Besluit om: 1. in te stemmen met de onderstaande ontwerpstukken van de Omgevingsdienst Rivierenland: a. de jaarstukken 2013 inclusief voorstel resultaatbestemming; b. de begrotingswijziging 2014; c. de programmabegroting 2015. 2. geen gebruik te maken van uw recht om een zienswijze op deze stukken bij het Dagelijks Bestuur Omgevingsdienst Rivierenland in te dienen. Inleiding Op 25 maart 2014 heeft uw gemeenteraad een verzoek van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland ontvangen om uw gevoelens kenbaar te maken over de ontwerpjaarstukken 2013 inclusief resultaatbestemming, de ontwerp-begrotingswijziging 2014 alsmede de ontwerp-programmabegroting 2015. Voor de inhoud van de genoemde stukken verwijzen wij kortheidshalve naar de bijlagen -1.- tot en met -4.-. Voorts is een beknopte toelichting op deze stukken als bijlage -5.- bijgevoegd. Gelet op de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling moet in plaats van "gevoelens" overigens het woord "zienswijzen" worden gelezen. De voorgelegde ontwerp-stukken geven uw gemeenteraad naar onze mening geen aanleiding om zienswijzen in te dienen; zij passen binnen de huidige Tielse begrotingskaders en eerder gemaakte afspraken. Beoogd effect Voldoen aan het gestelde in de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Rivierenland (artt. 29, 30 en 31) en aan een daaruit voortvloeiend verzoek van het Dagelijks Bestuur Omgevingsdienst Rivierenland. Argumenten Ad -1.a-: voorgesteld wordt om vanuit de resultaatbesteming een bedrag van € 25.256,- terug te storten. Dit is uiteraard een prettige consequentie. Ad -1.b-: de begroting 2014 moet o.a. worden aangepast als gevolg van overheveling van WABO-taken van provincie naar gemeenten en de toetreding van de gemeente Neerijnen. Voor 2014 wordt een bedrag van € 250.000 aan de gemeente Tiel overgemaakt als gevolg van het overhevelen van provinciale WABO-taken naar de gemeenten (basis: decembercirculaire 2013). Aangezien alle taken door de ODR worden uitgevoerd, worden deze bedragen 1:1 doorgezet naar de ODR. Per 1 maart 2014 neemt ook de gemeente Neerijnen wat betreft de WABO-taken deel aan de ODR. Ook dit heeft een begrotingswijziging tot gevolg. De overige aanleidingen zijn benoemd op pagina 4 van de korte toelichting (zie bijlage -5.-). Pagina 1 van 3
Ad -1.c-: de ontwerpbegroting 2015 geeft geen aanleiding te reageren en is volgens de huidige kaders en afspraken opgesteld. Ad -2-: een onafhankelijk accountant heeft de jaarstukken 2013 positief beoordeeld. Conclusie: "Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Omgevingsdienst Rivierenland een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit Begroting en Veantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Baker Tilly Berk N.V."
Ad -2.-: Op grond van bovenstaande argumenten is er geen aanleiding om de gemeenteraad voor te stellen om zienswijzen kenbaar te maken. Kanttekeningen Ad -2.b-: Er is een discrepantie tussen de reactietermijn die in de aanbiedingsbrief is vermeld en de Tielse besluitvormingscyclus. In de aanbiedingsbrief aan de gemeenteraad is verzocht om uiterlijk 16 mei 2014 een reactie te geven, terwijl het onderwerp op zijn vroegst op 21 mei in uw gemeenteraad kan worden behandeld. Volgens de directeur van de ODR is dit geen probleem mits er na behandeling in de vakcommissie geen "verrassingen" worden verwacht. Aanpak / uitvoering Na behandeling in uw gemeenteraad zullen wij het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland over uw eventuele zienswijzen informeren. Communicatie N.v.t. Financiën De gevolgen van de voorstellen passen binnen onze programmabegrotingen 2014 en 2015-2017. De teruggave 2013 van € 25.256 zal worden verwerkt in de 1e voortgangsrapportage 2014. Bijlage(n) 1. 2. 3. 4. 5.
verzoek DB ODR aan gemeenteraden; ontwerp-jaarstukken 2013 inclusief voorstel resultaatbestemming; ontwerp-wijziging programmabegroting 2014; ontwerp-programmabegroting 2015; korte toelichting op deze stukken.
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Pagina 2 van 3
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Team Stad H. Bergsma 0344-637243
[email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Rivierenland Besloten in de raadsvergadering van: 21 mei 2014
Besluit om: 1. in te stemmen met de onderstaande ontwerpstukken van de Omgevingsdienst Rivierenland: a. de jaarstukken 2013 inclusief voorstel resultaatbestemming; b. de begrotingswijziging 2014; c. de programmabegroting 2015. 2. geen gebruik te maken van het recht om een zienswijze op deze stukken bij het Dagelijks Bestuur Omgevingsdienst Rivierenland in te dienen.
de giffier,
Page 1 of 1
de voorzitter,
Jaarstukken 2013 Omgevingsdienst Rivierenland
Status Versie
: Ontwerp : DB 24 maart 2014 (vastgesteld)
Inhoudsopgave
Inhoud Besluitvorming jaarstukken 2013 ............................................................................................... 2 Inleiding Jaarstukken 2013 ........................................................................................................... 3 Jaarverslag ........................................................................................................................................... 5 Totaal overzicht.................................................................................................................................. 6 Jaarverslag ........................................................................................................................................... 7 Programma 1: Vergunningverlening .......................................................................................... 8 Programma 2: Toezicht en handhaving.................................................................................. 11 Programma 3: Specialisten en advies ..................................................................................... 14 Programma 4: Ketentoezicht Gelders stelsel ....................................................................... 17 Paragrafen .......................................................................................................................................... 19 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ............................................................................ 20 Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................... 22 Financiering ....................................................................................................................................... 23 Bedrijfsvoering ................................................................................................................................. 25 Jaarrekening ...................................................................................................................................... 29 Balans .................................................................................................................................................. 30 Toelichting balans per 31 december ........................................................................................ 31 Programmarekening ....................................................................................................................... 35 BIJLAGE ............................................................................................................................................... 38 Investeringsstaat ............................................................................................................................. 39 Overzicht kredieten ........................................................................................................................ 40 Project implementatie ODR ......................................................................................................... 41 Bijdrage deelnemers ...................................................................................................................... 42
1
Besluitvorming jaarstukken 2013
Procedure De jaarstukken kennen de volgende bestuurlijke procedure: Januari - maart 2014
Ambtelijke voorbereiding
20 maart 2014
Technische behandeling door hoofden financiën
24 maart 2014
Behandeling door het Dagelijks Bestuur
25 maart 2014
Mogelijkheid tot indienen van zienswijzen De deelnemers kunnen tot uiterlijk 16 mei 2014 schriftelijk een zienswijze indienen bij het Dagelijks Bestuur.
23 juni 2014
behandeling in het Algemeen Bestuur 23 juni 2014 beslist het algemeen bestuur over de jaarstukken. Daarbij worden de eventuele zienswijzen betrokken die door de deelnemers zijn ingediend.
23 juni 2014 Vaststelling jaarstukken 2013 door het Algemeen Bestuur Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur tot vaststelling van de jaarstukken 2013, BESLUIT: 1. De jaarstukken 2013 van de Omgevingsdienst Rivierenland conform voorliggend ontwerp vast te stellen; 2. Kennis te nemen van het in de jaarrekening opgenomen overzicht van het projectkrediet en in te stemmen met de daarbij gegeven toelichting; Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 23 juni 2014. De secretaris,
De voorzitter,
--------------------
-----------------
a
2
Inleiding Jaarstukken 2013 Inleiding Hierbij bieden we u de jaarstukken 2013 aan van de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). Dit is de eerste keer dat de jaarstukken zijn opgesteld voor de ODR. Op 1 april 2013 is de ODR als uitvoeringsorganisatie van start gegaan. Voor alle deelnemers en direct betrokkenen is dit een grote verandering geweest. De meeste deelnemers hebben er voor gekozen om alle WABO taken over te hevelen naar de ODR. Vier deelnemers hebben er voor gekozen om alleen de milieu taken uit te besteden aan de ODR. In het afgelopen jaar is er hard gewerkt om alle taken op te pakken en te gaan uitvoeren. Gelijktijdig is er gewerkt aan de ontwikkeling van de nieuwe organisatie en alles wat hiermee samenhangt. In het jaarverslag staat dat veel van de geformuleerde ambities zijn gerealiseerd. Wij zijn dan ook trots dat dit met elkaar is gerealiseerd. De komende jaren zullen we verder gaan bouwen en ontwikkelen aan de ODR. Bij de aanbieding van deze jaarrekening vindt u ook de controle verklaring van de accountant. De accountant heeft vastgesteld dat de rekening een getrouw beeld vertoond van de financiële stand van zaken van de ODR. Ook heeft de accountant geconstateerd dat alles rechtmatig is verlopen. De controle verklaring is als aparte bijlage toegevoegd. Financieel resultaat De jaarrekening laat een positief resultaat zien. Het voordelig saldo voor bestemming bedraagt € 867.886,--. Op basis van uw besluit van 18 december 2013 om het opleidingsbudget te reserveren, wordt het resultaat na bestemming € 739.320,--. In de programmarekening is een toelichting gegeven op het resultaat. Voor de inzet en teruggave van het resultaat na bestemming zal een apart voorstel aan u worden gedaan. Project begroting Voor het opstarten van de ODR is een eenmalige investering gedaan. Deze eenmalige investering wordt projectbegroting genoemd. In de bijlage is de stand van zaken gegeven over de projectbegroting. Een groot deel van de implementatie is uitgevoerd. Er resteert nog een bedrag van € 528.779,-- waarmee de laatste onderdelen van de eenmalige investeringen kunnen worden afgerond. Het is de bedoeling om eind 2014 de opstartfase definitief af te ronden. Leeswijzer De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag bevat de beleidsmatige toelichting op de zaken die de ODR in 2013 heeft uitgevoerd. De basis hiervoor is de begroting 2013. In het jaarverslag vindt u de programmaverantwoording en de paragrafen. In de jaarrekening vindt u de balans met de toelichting op de balans. Vervolgens komen de programmarekening en de toelichting op het resultaat aan bod. In de bijlage vindt u achtereenvolgens de Investering staat, het overzicht van kredieten, de voortgang van de projectbegroting en het overzicht van de bijdrage van de deelnemers. Volgens de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) volgt het jaarverslag de begroting. Dat betekent dat dit jaarverslag en de jaarrekening zijn gebaseerd op de begroting die anderhalf jaar geleden door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. Sinds die tijd is er veel 3
gebeurd. U bent daarover geïnformeerd in de bestuursrapportage 2013 en in de managementrapportages.
4
Jaarverslag De opzet van het jaarverslag Dit jaarverslag gaat in op de realisatie van de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 van de Omgevingsdienst Rivierenland. We rapporteren over de uitkomsten aan het einde van het jaar zoals we die hebben gerealiseerd per 31 december 2013 en lichten afwijkingen toe. Daarnaast geven we een actueel overzicht van de realisatie van de deelnemersbijdrage. In het jaarverslag hanteren we de programma-indeling van de begroting 2013. Betekenis en toepassing van de kleuren In dit jaarverslag wordt het stoplichtmodel gebruikt om de realisatie aan te geven. Per programmaonderdeel stellen we de volgende vragen ten aanzien van resultaat, tijd en middelen: Resultaat: Is het gelukt om de beleidsinhoudelijke afspraken te realiseren? Tijd: Is het gewenste (deel)resultaat gerealiseerd? Middelen: Zijn de toegekende middelen toereikend geweest? Resultaat en Tijd Bij Resultaat en Tijd is de betekenis van de antwoordkleuren als volgt: Ja, dit is gelukt
Dit is deels gelukt
Nee, dit is niet gelukt
Middelen Bij Middelen is de betekenis van de antwoordkleuren als volgt: Ja, de uitgaven zijn op of binnen het budget gebleven
n.v.t.
Nee, budget is overschreden
Het betreft hier het resultaat van het jaar 2013 per 31 december. Bij middelen werkt het totaliseren per programma anders dan bij resultaat en tijd. Als een programmaonderdeel rood scoort, hoeft het hele programma nog niet rood te scoren. De totaalscore van het programma is afhankelijk van de grootte van de afwijkingen per programmaonderdeel. Voorbeeld 1: Als twee programmaonderdelen oranje scoren op resultaat omdat deels het onderwerp is gerealiseerd, terwijl de andere onderdelen groen scoren, dan kan de totale uitkomst van het programma, ondanks de deels gerealiseerde onderdelen, groen scoren. Als het gewogen resultaat gelet op de realisatie overwegend positief. Voorbeeld 2: als er twee programmaonderdelen rood scoren met elk een overbesteding van € 30.000 en er één programmaonderdeel is met een onderbesteding van € 100.000, dan scoort het totale programmaonderdeel groen. Dit aangezien op het totaal van het programma een onderbesteding van € 40.000 gerealiseerd is.
5
Totaal overzicht
Prognose eind 2013 Resultaat
Tijd
Middelen
Gewijzigde risico’s
Programma 1: Vergunningverlening Programma 2: Toezicht en handhaving
-
Programma 3: Specialisten en advies
-
Programma 4: Ketentoezicht
-
Belangrijkste oorzaken van de afwijkingen Programma 1 – Vergunningverlening De afgelopen negen maanden zijn vooral gebruikt om de bestaande dienstverlening zoveel als mogelijk te continueren en te verbeteren. Een aantal procesverbeteringen is doorgevoerd, waarbij met name rekening is gehouden met het voldoen aan wettelijke termijnen binnen het proces van vergunningverlening bouw. Mede als gevolg hiervan zijn nagenoeg alle vergunningen binnen de wettelijke termijnen met de bestaande kwaliteit afgehandeld.
Meer info op het programma
Programma 2 – Toezicht en handhaving De uitvoering van de meeste taken is volgens planning verlopen. Medio 2013 is gestart met het opstellen van een verbeterplan om de kwaliteit van de uitvoering verder te verbeteren. In 2014 zullen we verdere afspraken maken omtrent het handhavings- en uitvoeringsprogramma.
Meer info op het programma
Programma 3 – Specialisten en advies In 2013 is door de medewerkers van het team Advies van de afdeling Specialisten en Advies gewerkt aan het ontwikkelen van zowel het adviesproces als het -product. De meeste adviezen worden conform afspraak verstrekt. Op administratief gebied is er enorm veel veranderd met de komst van de ODR. Van 11 administraties zijn we naar één nieuw zaakgericht administratief systeem toegegroeid. In de zomerperiode heeft dat veel tijd en energie gekost. De administratief medewerksters van het team Ondersteuning moesten zich de nieuwe werkwijzen eigen maken.
Meer info op het programma
Programma 4 – Ketentoezicht De projectaanpak is grotendeels gerealiseerd conform projectplannen. Het programmateam is eind 2013 volledig bemenst. Ondanks het later invullen van het projectteam heeft dit niet tot knelpunten geleid.
Meer info op het programma
6
Jaarverslag
7
Programma 1: Vergunningverlening
Vergunningverlening
Doel Vergunning aanvragen moeten binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en meldingen moeten beoordeeld worden op juistheid en volledigheid. Beide procedures moeten geïntegreerd worden behandeld in het kader van de WABO, waarbij aansluiting moet zijn met de loketten van gemeenten en provincie. Resultaat Alle vergunningen worden tijdig afgehandeld.
Totaal vergunningverlening Speerpunten Tijdige en geïntegreerde verlening van vergunningen binnen wettelijke termijn.
Tijd
Middelen
Vergunningen voldoen aan inhoudelijke kwaliteitseisen. Bestuurlijke sturing op strategie en afstemming op ruimtelijke mogelijkheden/ambities. Uitvoeren afspraken opdrachtgevers.
Toelichting: De afgelopen negen maanden zijn vooral gebruikt om de bestaande dienstverlening zoveel als mogelijk te continueren en te verbeteren. Een aantal procesverbeteringen is doorgevoerd, waarbij met name rekening is gehouden met het voldoen aan wettelijke termijnen binnen het proces van vergunningverlening Bouw. Mede als gevolg hiervan zijn nagenoeg alle vergunningen binnen de wettelijke termijnen met de bestaande kwaliteit afgehandeld. Inmiddels worden de werkprocessen conform de nieuwe manier van werken uitgevoerd. Met uitzondering van de medewerkers die front-officediensten uitvoeren voor de bevoegde gezagen, zijn alle medewerkers óf werkzaam op het kantoor van de ODR, óf thuis. Medio 2013 zijn we gestart met het ontwikkelen van een plan van aanpak om de kwaliteit van de uitvoering verder te gaan verbeteren. Het is de bedoeling begin 2014 de plannen te presenteren. Uiterlijk in 2015 willen we volledig voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. De ODR is verplicht om bij vergunningverlening bouwen bepaalde constructieberekeningen te laten toetsen. Binnen de ODR is geen eigen expertise aanwezig zodat gebruik wordt gemaakt van externe expertise. Deze externe expertise zal ook moeten voldoen aan de bovengenoemde landelijke kwaliteitseisen. Komend jaar onderzoekt de ODR hoe hier het beste kan worden aangesloten.
8
Het gedetailleerd in beeld te brengen van hoeveel tijd we gebruiken om aanvragen af te wikkelen behoeft nog ontwikkeling. Het is de bedoeling om het tijdschrijven de komende periode verder te gaan vormgeven. Kentallen Aantallen producten
Totaal
0 1 0 8 0 9
Extern
Ondersteuning
Milieu
Bouwen
Omschrijving Vooroverleg voeren 296 56 Melding behandelen 294 331 Vergunningaanvraag gefaseerd behandelen 0 0 Vergunningaanvraag regulier behandelen 678 26 Vergunningaanvraag uitgebreid behandelen 23 28 Totaal 1.291 441
0 352 0 626 0 0 0 712 1 52 1 1.742
Gewijzigde risico’s: Leges Beschikkingen worden door de ODR in en vanuit ons systeem (S4O) verwerkt in opdracht van en onder mandaat van de bevoegde gezagen. De ODR heeft geen taak en mandaat gekregen voor de heffing en inning van de leges. Daardoor is de werkwijze gekozen dat de ODR een brief stuurt aan de heffingsambtenaar van het bevoegd gezag met daarin het op te leggen bedrag aan leges en waaruit deze is opgebouwd. Het bevoegd gezag voert vervolgens de heffing en inning uit. De ODR wil graag zicht en grip hebben op haar eigen bedrijfsvoering. Omdat 2013 een overgangsjaar is, is het van belang inzicht te hebben in hoe het proces van vergunningverlening in relatie tot legesheffing door het bevoegde gezag loopt. Om zeker te stellen dat dit proces goed verloopt, heeft de ODR een legesonderzoek uitgevoerd, met als doel: -
administratie van de ODR op orde de accountant verstrekt voor zowel de bevoegde gezagen als de ODR een goedgekeurde accountantsverklaring
De resultaten van dit onderzoek laten zien dat zowel het proces intern bij de ODR alsmede de aansluiting bij de bevoegde gezagen adequaat is geborgd.
9
Financiën:
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijz. 2013
Rekening 2013
Verschil begroting na wijz; rekening
V/N
lasten
2.671.235
2.671.235
2.444.617
226.618
V
baten
-2.671.235
-2.671.235
-2.634.302
-36.933
N
0
0
-189.686
189.686
V
Resultaat
Toelichting op de afwijkingen: Een financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
10
Programma 2: Toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving
Doel De ODR zet zich ervoor in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat de kwaliteit van de leefomgeving (veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid) optimaal wordt bevorderd. Daartoe houdt de ODR geprogrammeerd toezicht en handhaaft de relevante wet- en regelgeving. Onder toezicht wordt verstaan het verzamelen van informatie over het feit of een activiteit is toegestaan en/of wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving (incl. voorschriften in vergunningen e.d.). Bij een overtreding wordt de sanctiestrategie gevolgd en waar nodig een sanctiemiddel toegepast. Heldere en waar mogelijk standaardprocedures en goede afstemming met handhavingspartners moeten onnodige administratieve lasten voorkomen. Resultaat Totaal Toezicht en handhaving Alle vergunningen Speerpunten worden tijdig Uitvoeren jaarprogramma afgehandeld. passend binnen de afspraken met de deelnemers.
Tijd
Middelen
Optimaal proces van toezicht. Verbeteren professionaliteit toezichthouders. Effectieve piketdienst. Optimale informatieuitwisseling met handhavingspartners.
Toelichting: Realisatie uitvoeringsprogramma’s Voor alle deelnemers is minimaal 80% van het afgesproken uitvoeringsprogramma gerealiseerd, waardoor de score groen is. De start van de ODR heeft invloed gehad op de productiviteit van de medewerkers, waardoor de tijd oranje scoort. Er is de nodige aandacht gegaan naar alle nieuwe ontwikkelingen, zoals het volledig digitaal en zaakgericht werken en de introductie van het zaaksysteem dat de ODR vanaf medio 2013 in gebruik heeft genomen. Optimaal proces van toezicht De taken toezicht en handhaving bouwen en milieu zijn van de verschillende deelnemers meestal gescheiden overgekomen. Integrale handhaving is daarmee een thema dat de 11
komende periode nog de nodige aandacht zal vragen. Ook thema’s als administratief toezicht, toezicht op afstand (bijv. door middel van luchtfoto’s of cyclorama’s) en digitale checklisten worden opgepakt. Verbeteren professionaliteit Medio 2013 is gestart met het opstellen van een verbeterplan om de kwaliteit van de uitvoering verder te verbeteren, zodat uiteindelijk (per 1 januari 2015) wordt voldaan aan de landelijke kwaliteitseisen. Dit krijgt in 2014 verder beslag. Het onderdeel staat op oranje omdat het resultaat nog niet is bereikt maar hiervoor is tijd tot 2015 en we zitten op schema met het proces. Effectieve piketdienst Vanaf 1 april is de piketdienst van de ODR operationeel. Daarmee wordt invulling gegeven aan de 24-uursbereikbaarheid die wordt nagestreefd. De piketdienst wordt gedraaid door zeven medewerkers, die bij toerbeurt een week dienst hebben. Optimale informatie-uitwisseling Informatie-uitwisseling tussen de Gelderse omgevingsdiensten is een thema dat binnen het Gelders Stelsel verder wordt uitgewerkt (loopt door in 2014; ICT-Ontwikkelvariant). Ook vindt overleg plaats met de VRGZ, BSR, Waterschap en andere ketenpartners over samenwerking en informatie-uitwisseling. Deze scoort oranje op het resultaat omdat het optimum nog niet is bereikt, maar we verwachten dat dit verder in 2014 zal worden behaald. Kentallen Aantallen producten Ondersteuning
2.220 177
2.032 346
0 0
32 1
312 21
81 7
0 2
0 0
2 0
395 30
1
1
0
0
0
2
0 0 2.731 2.467
0 2
1 34
Totaal
12
Extern
Milieu
Juridisch
Bouwen
Omschrijving Controle uitvoeren Klacht/Melding behandelen Handhavingsverzoek behandelen Handhavingsbesluit nemen Last onder dwangsom ten uitvoer leggen Bestuursdwang ten uitvoer leggen Totaal
105 4.389 3 527
0 1 110 5.344
Financiën:
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijz. 2013
Rekening 2013
Verschil begroting na wijz; rekening
V/N
lasten
2.671.235
2.671.235
2.391.352
279.883
V
baten
-2.671.235
-2.671.235
-2.631.416
-39.819
N
0
0
-240.065
240.065
V
Resultaat
Toelichting op de afwijkingen: Een financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
13
Programma 3: Specialisten en advies
Advisering Doel De ODR verstrekt adequaat en kwalitatief hoogstaand advies op het gebied van bodem, archeologie, geluid, monumenten, constructie en externe veiligheid etc. aan zowel de deelnemende gemeenten en de provincie als voor de eigen ODR-processen. De gemeenten en de provincie worden hiermee in staat gesteld om de leefomgeving duurzaam te ontwikkelen, inrichten en beheren. De ODR adviseert gemeenten, provincie op juridisch vlak en de juridisch specialisten verzorgen de uitvoering door de ODR van bezwaar- en beroepsprocedures. De ODR brengt ten slotte de administraties op orde om de informatie-uitwisseling goed te kunnen vormgeven. Ten slotte is het voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de processen door de Resultaat Tijd Middelen ODR voorwaardelijk dat administratieve ondersteuning, gegevensbeheer en functioneel Alle Totaal Advisering applicatiebeheer goed op orde is. vergunningen Speerpunten worden tijdig Verstrekken specialistische afgehandeld. adviezen aan interne en externe opdrachtgevers Verstrekken van juridische adviezen aan interne en externe opdrachtgevers Vertegenwoordigen van de ODR in bezwaar- en beroepsprocedures Administratief ondersteunen, beheren van gegevens en functioneel beheren van applicaties die bij de ODR in gebruik zijn.
Toelichting: In 2013 is door de medewerkers van het team Advies van de afdeling Specialisten en Advies gewerkt aan het ontwikkelen van zowel het adviesproces -als het product. Dit heeft ertoe geleid dat de aanvragen voor interne adviesproducten afgehandeld worden binnen het bedrijfsvoeringsysteem S4O. Externe aanvragen voor adviesproducten worden ingediend via een eenduidig formulier en vervolgens eveneens afgehandeld in S4O. Het heeft enige tijd gekost dat iedereen eraan gewend was dat er voortaan gewerkt wordt met een aanvraagformulier. Maar vanaf de zomerperiode is dat steeds beter gaan lopen en werkt bijna iedereen conform gemaakte werkafspraken. Bij het behandelen van de adviesaanvragen is de tijdige afhandeling geregeld onderwerp van gesprek geweest. Kort na ontvangst hebben medewerkers van team Advies doorgaans contact gehad met de aanvragers om de datum van de gewenste oplevering af te stemmen. In vrijwel alle gevallen konden wij binnen de gestelde termijnen ons advies opleveren. 14
Bij de uitvoering van de bodemtaken zien we op enkele terreinen achterstanden bij diverse deelnemers. Soms wordt dat veroorzaakt door een combinatie van een behoorlijke voorraad aan werk dat is meegekomen en beperkt ingebrachte capaciteit in relatie tot het werkaanbod. Ook speelt mee dat de ODR nog niet kan beschikken over een ingericht bodeminformatiesysteem (BIS). De bodemadviseurs werken derhalve voor een deel nog bij de deelnemers. In het najaar is gestart met het implementeren van het BIS van de ODR. De eerste stap die gezet is, is het opstellen van een invoerprotocol waarin is vastgelegd welke bodeminformatie in de toekomst wel en welke niet wordt vastgelegd in het BIS van de ODR Bij juridische advisering zijn de activiteiten volgens planning verlopen. Ingediende bezwaarprocedures, voorlopige voorzieningen, (hoger) beroepszaken en WOB verzoeken zijn door het team Juridische Zaken in behandeling genomen. Daarnaast zijn contacten gelegd met de secretarissen van de bezwaarschriftencommissies om werkprocessen te stroomlijnen. Dit is uitgewerkt in een voorstel aan het ambtelijk opdrachtgeversoverleg dat begin januari 2014 besproken kon worden. Op administratief gebied is er enorm veel veranderd met de komst van de ODR. Van 11 administraties zijn we naar één nieuw zaakgericht administratief systeem toegegroeid. In de zomerperiode heeft dat veel tijd en energie gekost. De administratief medewerksters van het team Ondersteuning moesten zich de nieuwe werkwijzen eigen maken. Op dit traject stond veel druk omdat het werk in die periode ‘gewoon’ doorging en er doorgaans op het nakomen van termijnen veel nadruk ligt. Daarnaast moest de werkvoorraad die alle medewerkers meenamen van de gemeenten en provincie naar de ODR door de administratief medewerkers in S4O gezet worden. Sinds de zomerperiode worden echter alle administratieve processen door het medewerksters van team beheerst en is er controle over het verwerken van de ingekomen post. De deelnemers hebben over het algemeen besloten om een groot deel van hun milieudossiers te digitaliseren en over te dragen aan de ODR. Overgedragen dossiers zijn inmiddels ingelezen in het systeem van de ODR danwel is er een procedure vastgesteld om ze in te lezen op het moment dat daar behoefte aan is. Door de medewerkers Applicatiebeheer van het team Ondersteuning is de implementatie en inrichting van S4O ter hand genomen. Naast het ondersteunen van gebruikers bestond dit voornamelijk uit het door ontwikkelen en verder inrichten van S4O. Op dit vlak zijn wij extern ondersteund door informatie specialisten. Deze ondersteuning is aan het eind van 2013 echter fors afgebouwd. Ten slotte is door applicatiebeheer in het najaar de bestuurs- en managementrapportage van de ODR ingericht. Met ingang van de derde kwartaalrapportage is de management informatie automatisch gegenereerd uit S4O. Aan het eind van 2013 is in samenspraak met het OGO een projectvoorstel gemaakt om de managementinformatie van de ODR door te ontwikkelen en te verbeteren.
15
Kentallen Aantallen producten
0 0 0 0 0 0 54 106 54 106
0 0 0 45 45
0
Totaal
0
Extern
0
Algemeen
0 6 0 0 0 82 0 0 0 22 0 0 68 53 142 469 72 164 142 469
0
Ondersteuni ng
0
Monumenten
0
Geluid
0 0 0 39 65
1
EV
4
Bodem
26
Archeologie
Juridisch
Milieu
Bouwen
Omschrijving Zienswijze behandelen Voorlopige voorziening behandelen Bezwaar behandelen Beroep behandelen Advies verstrekken Totaal
0
1
32
0 0 0 0 0 0 26 287 26 287
0 2 0 0 3
6 84 22 1.289 1.433
Financiën:
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijz. 2013
Rekening 2013
Verschil begroting na wijz; rekening
V/N
lasten
2.671.235
2.671.235
2.326.796
344.439
V
baten
-2.671.235
-2.671.235
-2.704.918
33.683
V
0
0
-378.122
378.122
V
Resultaat
Toelichting op de afwijkingen: Een financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
16
Programma 4: Ketentoezicht Gelders stelsel
Ketentoezicht-Gelders Stelsel Doel Met het Programma Ketentoezicht-Gelders Stelsel richt de ODR zich samen met de zes andere omgevingsdiensten in Gelderland op milieucriminaliteit en calculerend gedrag in de afvalstoffenketens. Het gaat daarbij om gedrag waarbij sprake is van (beoogd) geldelijk gewin en (een hoog risico op) grote milieuschade. Bij de ketenaanpak houden we rekening met het Gelders dreigingsbeeld en met de specifieke regionale situatie. Hierbij wordt nadrukkelijk en in een vroeg stadium – via het delen van informatie en het zoveel mogelijk gezamenlijk maken van risicoanalyses – de samenwerking gezocht met de zeven Gelderse omgevingsdiensten en met de externe handhavingspartners. De ODR is ook een actieve deelnemer in het Gelders Stelsel.
Totaal Ketentoezicht Speerpunten Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren
Resultaat Alle vergunningen worden tijdig afgehandeld.
Tijd
Middelen
Maken van risicoanalyses en het stellen van prioriteiten in de aanpak Gericht nader onderzoek kunnen doen (interventie) Kunnen optreden bij gegrond vermoeden
Resultaten 2013
1. Ketentoezicht is een nieuwe taak die vanaf 1 april wordt ingevuld. In 2013 is het programmateam opgebouwd en volledig ingevuld met de gewenste functies. De laatste vacature is per 1-11-2013 ingevuld. 2. In mei 2013 zijn de ketenprojecten asbest en co-vergisting gestart, in oktober het ketenproject autodemontage. 3. De samenwerking met het Portaal en de zeven omgevingsdiensten is georganiseerd cf. het Programma Ketentoezicht 2013. Er wordt met alle OD’s feitelijk samengewerkt in de informatiefase van de projecten en in een aantal gevallen in de interventiefase. 4. Er is een georganiseerde samenwerking met politie en Functioneel Parket, zowel op procesmatig niveau (prioritering, inzet) als op casusniveau (aanpak feitelijke actoren); 5. In het kader van een proeftuin is met de omgevingsdiensten van Overijssel samengewerkt bij de aanpak in de co-vergistingsketen; 17
6. Aantal risicoanalyses en interventies: bij autodemontage 1 ris icoanalyse, bij asbest 9 interventies met risicoanalyses en bij co-vergisting 3 risicoanalyses en 2 interventies. Ook zijn in 2013 de risico-actoren in de autodemontage per regio in beeld gebracht. 7. Tenslotte zijn een tactische risicoanalyse co-vergisting en een barrièremodel aanpak co-vergisting in concept gereed gekomen. Die worden in februari 2014 definitief gemaakt. De projectaanpak is hiermee grotendeels gerealiseerd conform de projectplannen. Als gevolg van het niet volledig in kunnen vullen van het programmateam is de totale projectplanning niet helemaal gerealiseerd. Het niet helemaal halen van de planning heeft vanwege de opstartfase niet geleid tot knelpunten. Financiën:
Rekening 2012
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijz. 2013
Rekening 2013
Verschil begroting na wijz; rekening
V/N
lasten
352.938
352.938
311.503
41.436
V
baten
-352.938
-352.938
-352.938
-1
N
0
0
-41.435
41.435
V
Resultaat
Toelichting op de afwijkingen: Een financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
18
Paragrafen In het BBV wordt een aantal verplichte paragrafen genoemd. Voor de Omgevingsdienst Rivierenland zijn niet alle paragrafen van toepassing. Met de toezichthouder is afgesproken dat de paragrafen worden benoemd en degenen die van toepassing zijn voor de Omgevingsdienst Rivierenland worden opgenomen en uitgewerkt. Paragraaf a. lokale heffingen; b. weerstandsvermogen en risicobeheersing; c. onderhoud kapitaalgoederen; d. financiering; e. bedrijfsvoering; f. verbonden partijen; g. grondbeleid.
19
Actie n.v.t. Opgenomen Opgenomen Opgenomen Opgenomen n.v.t. n.v.t.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing De paragraaf weerstandsvermogen bevat een duiding van het risicoprofiel, de risico's en het gewenste weerstandsvermogen. Dit is in overeenstemming met hetgeen voorgeschreven in de BBV. Risicoprofiel De hoogte van het weerstandsvermogen is gebaseerd op de relatie tussen de risico's waar geen specifieke maatregelen voor zijn getroffen enerzijds en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de dienst heeft om niet geraamde kosten op te vangen anderzijds (BBV art. 11). De Omgevingsdienst Rivierenland loopt risico's. Een deel van deze risico's wordt afgedekt door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van bestemmingsreserves en voorzieningen en het inrichten van de administratieve organisatie en interne controle. Afgelopen jaar is een start gemaakt met de implementatie van risicomanagement in de organisatie. Daarvoor is beleid opgesteld in de vorm van een nota reserves en voorziening, inkoopbeleid en een budgethoudersregeling, in 2014 zal meer beleid worden ontwikkeld. Op voorhand kan t.a.v. het beleid worden gesteld dat het weerstandsvermogen in ieder geval de komende 5 jaar wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de deelnemers. Niettemin kunnen er ook redenen ontstaan om binnen de Omgevingsdienst weerstandsvermogen op te bouwen. Op grond van wettelijke voorschriften kan de dienst verplicht worden voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico's, verplichtingen en verliezen. Daarnaast kan het wenselijk worden geacht door de deelnemers om voor bepaalde activiteiten een reserve te hebben om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote afwijkingen veroorzaken in de jaarlijkse geraamde gemeentelijke bijdragen. De risico's Bij de begroting zijn meerdere risico’s benoemd. De voornaamste waren/zijn:
Het ontbreken van uniformiteit in de uitvoering als gevolg van de wens naar teveel gemeentelijk maatwerk. Mocht dit risico zich voordoen, dan zal dit nadelig zijn voor de efficiency en kan dit leiden tot het niet halen van de efficiencytaakstelling. Dit risico heeft geen effect gehad op de bedrijfsvoering 2013, het risico blijft bestaan. Hogere kosten voor ICT dan waarin is voorzien. Dit risico heeft geen effect gehad op de bedrijfsvoering 2013. Het risico is voor 2014 niet meer als risico aanwezig nu de meest complexe ICT investeringen zijn gedaan. Hogere uitvoeringskosten vanwege toepassing van het vastgestelde sociaal plan. Dit risico heeft geen effect gehad op de bedrijfsvoering 2013. In de begroting is nog in een aantal gevallen uitgegaan van kengetallen. Werkelijke kosten kunnen deze kengetallen overschrijden. Met name de vergoeding voor de reiskosten, de dienstreizen en de verblijfskosten is een reëel risico. In de begroting is hiervoor in combinatie met de kosten voor abonnementen en verzekeringen 3% van de loonsom opgenomen. Dit risico heeft deels effect gehad op de bedrijfsvoering 2013. De dienstkilometers zijn beduidend hoger uitgekomen dan geraamd. In 2014 zullen we kijken hoe de dienstkilometers zich ontwikkelen en zo nodig u hierover tijdig informeren.
20
Het gewenste weerstandsvermogen Het gewenste weerstandsvermogen zal pas na vaststelling (op basis van een notitie) van het beleid en de inventarisatie van de risico's etc. bepaald kunnen worden. Er is gekozen voor een post onvoorzien in de begroting van 5%. Deze post is zo opgenomen omdat er een onzekerheid zit in de kosten van de exploitatie van de ICT systemen en omdat het goed is dat er enige ruimte beschikbaar is om niet voorziene risico’s op te vangen. De post onvoorzien is niet berekend over de personeelskosten (90% van de begroting), maar alleen op de overige kostenposten. Mocht er op enig moment, door onvoorziene omstandigheden, binnen de ODR sprake zijn van niet begrote tegenvallers, die niet vanuit hierboven genoemde posten kunnen worden gedekt, dan zullen de deelnemers hiervoor aansprakelijk zijn. Bekostiging van deze tegenvallers vindt plaats middels hetgeen besloten in artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling ODR.
21
Onderhoud kapitaalgoederen
De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een overzicht van de onderhoudskosten. Omdat er voor de ODR gekozen is voor de huur van het gebouw bij de Regio Rivierenland en de afname van diensten door de clusters heeft de ODR nauwelijks eigendommen. De ODR heeft dan ook nauwelijks onderhoudskosten (maar wel exploitatievergoedingen). Voor deze paragraaf kan dan ook worden volstaan met de volgende opmerkingen: In 2013 is de inventaris voor het gebouw aangeschaft. De inventaris wordt in 15 jaar afgeschreven. Met de afschrijving van het krediet zal worden begonnen in 2014 (t+1).Verder zijn er geen kredieten aanwezig.
22
Financiering Inleiding De financieringsparagraaf in de jaarstukken is, in samenhang met de financiële verordening, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd en geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, namelijk risicobeheer, financiën en kasbeheer. Ook zijn de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Het financieringsvraagstuk van de ODR is van een beperkte omvang. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de meeste bedrijfsvoeringsonderdelen worden afgenomen van de clusters van gemeenten en het grootste deel van de financiën bestaat uit personeelslasten of daaraan gerelateerde kosten. De financieringsrisico's zullen om die reden slechts zeer beperkt zijn. Algemene ontwikkelingen De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet Fido. Een belangrijk element daarbij is het meer zicht krijgen op de ontwikkeling van de financieringspositie, zowel op korte als lange termijn. Dit betreft dan met name het in beeld brengen van de behoefte aan financieringsmiddelen, gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van vrijvallende dan wel beschikbaar komende financieringsmiddelen. Risicobeheer Uit hoofde van de treasuryfunctie kunnen middelen worden uitgezet. Het Treasurystatuut is hierbij leidend. Het schatkistbankieren voor decentrale overheden is 10 december 2013 in de eerste kamer aangenomen. Uiterlijk 31 december moest dit zijn geeffectueerd. Dit is ook zo uitgevoerd en per ultimo 2013 stond er € 1.850.000 bij de centrale overheid. Renterisicobeheer Algemene uitgangspunten met betrekking tot het renterisicobeheer zijn:
Geen overschrijding van de renterisiconorm (20% begrotingstotaal) conform de Wet Fido; Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning; De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
Kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de wet Fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de organisatie haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,2% van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming, dus met uitzondering van de stortingen in de reserves. De liquide middelen betreffen rekening-courant tegoeden. Deposito’s komen voort uit de financiering van het lopende bedrijf en de bestemmingsreserves. De huidige financiële positie geeft geen aanleiding om op de korte termijn maatregelen voor te stellen.
23
Renterisiconorm Het renterisico op de lange financiering wordt wettelijk begrensd door de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de wet Fido aangemerkt: alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd groter dan één jaar. Het renterisico wordt gedefinieerd als het minimum van de netto nieuw aangetrokken schuld en de betaalde aflossingen, vermeerderd met het saldo van de contractuele renteherzieningen op de opgenomen en uitgezette geldleningen. Het renterisico op de lange termijn wordt beperkt tot de in wet genoemde 20% van de restant hoofdsom van de rentetypische langlopende leningen. Achterliggende reden voor het gebruik van de renterisiconorm is de spreiding van het renterisico over de jaren. Relatiebeheer Het betalingsverkeer is in hoofdzaak geconcentreerd bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. De cijfers De omgevingsdienst heeft geen leningen aangetrokken.
24
Bedrijfsvoering Bestuur Hoewel de ODR per 1 april feitelijk van start is gegaan, is de organisatie ODR al in 2012 formeel opgericht en is een bestuur aangetreden van alle in de ODR betrokken partners bestaande uit burgemeesters, wethouders en een gedeputeerde. Daaruit is een Dagelijks Bestuur van vier leden verkozen. De voorzitter is de heer Zondag (Wethouder Zaltbommel). De overige leden zijn de heren van Dijk (gedeputeerde bij de provincie Gelderland), van Meijgaarden (wethouder te Geldermalsen) en Veerhoek (burgemeester Neder Betuwe). Naast de leden van het Dagelijks bestuur bestaat het Algemeen bestuur in 2013 uit de volgende leden: de heren van Alfen (wethouder Buren), Stegeman (wethouder Culemborg), Bel (wethouder Lingewaal), Smits (wethouder Maasdriel), Kool (wethouder Neerijnen), Verspuij (wethouder Tiel) en van Gruijthuisen (wethouder West Maas en Waal). Vanaf 1 januari 2014 neemt de heer van Schelven (burgemeester Culemborg) de rol van dhr. Stegeman over. In verband met zijn tijdelijke afwezigheid is dhr. van Gruijthuizen waargenomen door dhr. Steenkamp (burgemeester West Maas en Waal). De eerste vergaderingen is veel tijd en zorg besteed aan de opbouw van de organisatie. De ODR is een nieuwe organisatie en daardoor moet veel worden geregeld. Het betreft de nodige regelingen, verordeningen, overeenkomsten en statuten op het vlak van financiën, personeel, dienstverlening, verzekering en wat dies meer zij. Deze vormen de formele basis voor het goed functioneren van de uitvoeringsdienst en geven de nieuwe organisatie structuur. Daarnaast is natuurlijk de inhoud, het primaire proces, voor een uitvoeringsdienst als de ODR van groot belang. De partners hebben allen taken overgedragen aan de ODR. Deze taken worden nu door de ODR namens de partners uitgevoerd. Deze overdracht is nieuw voor zowel de ODR als de partners. Om die reden hebben de eerste vergaderingen tevens in het teken gestaan van de communicatie naar de partners en de informatie uitwisseling. Last but not least: de financiën. Het Algemeen Bestuur heeft vóór de start op 1 april de begroting 2013 vastgesteld en in juni van dit jaar de begroting 2014. Hierin is verder geborduurd op het bedrijfsplan en de daarin neergelegde uitgangspunten. Daarin is onder meer de eerste jaarschijf (1%) van de efficiencytaakstelling (totaal 5%) ingevuld. In september is de bestuursrapportage besproken en vastgesteld. Dienstverleningsovereenkomsten De aan de ODR deelnemende partners zijn onze opdrachtgevers. In dienstverleningsovereenkomsten zijn de aard en omvang van de door opdrachtgevers aan de ODR over te dragen werkzaamheden vastgelegd. Tevens zijn in de dienstverleningsovereenkomst de randvoorwaarden opgenomen, waarbinnen wij deze werkzaamheden kunnen uitvoeren. In 2013 zijn met nagenoeg alle deelnemers deze dienstverleningsovereenkomsten gesloten. Werkprogramma’s Bij de meeste deelnemers zijn de werkprogramma’s afgerond. Het gaat dan over de te volgen werkwijzen en te hanteren procedures. De overleggen hebben wat meer tijd nodig gehad dan eerder gedacht. Dit heeft te maken met de wens om zoveel als mogelijk te harmoniseren. Op hoofdlijnen is dit aardig goed gelukt. 25
We denken dat dit mede heeft te maken met de steeds betere samenwerking met het opdrachtgeversoverleg (ambtelijk overleg waarin alle opdrachtgevers vertegenwoordigd zijn) waardoor de afspraken helderder worden en leiden tot meer eenduidigheid. Organisatie Met de start van de ODR is gekozen voor een compacte organisatiestructuur. Dit betekent dat er drie afdelingen zijn met leidinggevenden. Iedere afdeling bestaat uit 3-4 teams. De teams voor Vergunningverlening en Toezicht/Handhaving zijn geografisch georganiseerd. De teams onder Specialisten en Advies zijn ingedeeld op basis van specialisatie. Het stafbureau valt rechtstreeks onder de directeur en bestaat uit 4 adviseurs. Zij adviseren het MT en organiseren ook de regiefunctie voor de ondersteuning.
Directeur
Staf
Afdeling Vergunningverle ning
Afdeling Toezicht/Handh aving
Team 1
Team 1
Team 2
Team 2
Team 3
Afdeling Specialisten en advies
Team 1
Team 2
Team 3
Team 3
Team 4
Ondersteuning Samen met de diverse deelnemers wordt op een constructieve manier gewerkt aan de ondersteuning van de ODR.
Het cluster Zaltbommel/Maasdriel levert financiën en P&O. Het cluster Buren/Neder Betuwe, West Maas en Waal en Lingewaal levert ICT en communicatie. Het cluster Culemborg, Geldermalsen en Tiel levert de facilitaire dienst en de documentaire informatievoorziening. Regio Rivierenland levert de huisvesting als verhuurder.
Overgang personeel latende organisatie Met ingang van 1 april is al het personeel vanuit de 12 latende organisaties overgekomen naar de ODR. In totaal gaat het om zo’n 120 fte. Alle medewerkers waren op 1 april geplaatst in hun nieuwe functie. Het functieboek is een tijdelijk functieboek dat in afwachting is van één Gelders functieboek. Het is de bedoeling dat dit functieboek in 2014 gereed komt. Het tijdelijke functieboek is gebaseerd op HR21. Alle functies zijn generieke functies. De omzetting van specifieke functies per opdrachtgever naar generieke functies binnen de ODR is hiermee volledig afgerond. 26
N.a.v. de plaatsingen zijn 11 zienswijzen ontvangen. Op basis van de zienswijzen en het advies van de plaatsingsadviescommissie is een drietal plaatsingen herzien. Er zijn 4 bezwaren ingediend. Deze zijn op basis van het advies van de bezwarencommissie ongegrond verklaard. Het nieuwe werken Met ingang van 1 april is de ODR gestart met het nieuwe werken (HNW). In HNW wordt de medewerker, binnen bepaalde grenzen, de ruimte en de vrijheid gegeven te bepalen: hoe, waar, wanneer, waarmee en met wie hij of zij werkt. Deze manier van werken heeft daarmee effect op de huisvesting, ICT, dossiervorming, archivering, verantwoordelijkheid van de medewerker en de stijl van leidinggeven. Bij HNW is de werkplek flexibel. Naast werken op de locatie van de ODR zal de medewerker (afhankelijk van de functie) thuis werken en in de kantoren van de deelnemers. Hierdoor heeft het kantoor van de ODR minder werkplekken nodig en is het aantal benodigde m² per medewerker beperkter. Omdat de functie van het kantoor wijzigt van primaire werkplek naar de plek waar formeel en informeel afstemming met elkaar plaatsvindt, is ook de inrichting van het kantoor geschikt gemaakt voor HNW. Dit betekent geen lange gangen met kamers, maar flexwerkplekken en plekken waar formeel en informeel kan worden overlegd. Dossiers en de archieven binnen de ODR zijn uitsluitend digitaal. Omdat iedereen, inclusief de opdrachtgevers, de dossiers kunnen inzien, wordt er gewerkt met gestandaardiseerde dossiers en volgens vastgelegde procedures en processen. Een belangrijke en onmisbare schakel in HNW is ICT. De medewerker heeft de beschikking over de middelen die haar of hem in staat stellen onafhankelijk van de locatie en het tijdstip te werken. Bij HNW is de medewerker verantwoordelijk voor het realiseren van het afgesproken resultaat. Werkprocessen Om kwalitatief beter, sneller en goedkoper te werken zijn over de “breedte” van de uitvoering van de ODR taken inhoudelijke afspraken gemaakt. De wijze waarop deze taken worden uitgevoerd en de momenten van afstemming in het proces met de opdrachtgevers, is vastgelegd in werkprocessen. Er is hard gewerkt om de werkprocessen op orde te krijgen. In een afzonderlijk processenboek zijn alle werkprocessen beschreven. Enkele zaken vragen in 2014 nog specifieke aandacht:
Archivering Verwerking van de BAG en GBA gegevens Geautomatiseerde aansluiting leges
Informatievoorziening Het eerste jaar is gebruikt om te werken aan de invoering van ons nieuwe systeem. De zogenaamde suite for omgevingsdiensten (S4O). Met deze suite wordt het volledige werkproces ondersteund en in beeld gebracht. Alle werkprocessen zijn geüniformeerd, zaakgericht en gedigitaliseerd. De ODR is hiermee de eerste omgevingsdienst in Nederland die op deze manier te werk gaat. Inmiddels ontvangen we veel vragen van andere diensten over onze werkwijze. 27
De implementatie van S4O is behoorlijk intensief geweest en er zijn de nodige aanloopperikelen geweest. Inmiddels zijn we zover dat sprake is van een goede beheersbare situatie. De komende periode gaan we gebruiken om het systeem en de werkprocessen verder te optimaliseren. Zelfevaluatietool De kwaliteitscriteria 2.1 zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving te professionaliseren. Alle bevoegde gezagen worden geacht hieraan te voldoen per 1-1-2015. Door de ODR is in de zomerperiode een nulmeting gedaan conform de systematiek van de zelfevaluatietool. Hiermee wordt voor de opdrachtgevers van de ODR duidelijk voor welke van de 28 deskundigheidsgebieden de ODR voldoet aan de criteria voor proces, inhoud en kritieke massa. De gemeenten en provincie vullen een eigen zelfevaluatietool in (en verbeterplan) en kunnen hierbij mede verwijzen naar dat van de ODR. In februari 2014 wordt het verbeterplan besproken dat moet leiden tot de benodigde acties om te gaan voldoen aan de kwaliteitscriteria. Ketentoezicht Vanuit het stelsel heeft de ODR de taak gekregen om het ketentoezicht in Gelderland vorm te geven. Vanaf 1 april is hier aan gewerkt. Inmiddels is een volledig team operationeel en hebben de eerste interventies plaatsgevonden. Voor 2014 is een nieuw programma opgesteld. Het is de bedoeling het ketentoezicht nog verder uit te bouwen. Met de vormgeving van het ketentoezicht is er extra kwaliteit georganiseerd binnen het Gelderse stelsel op het werkterrein van de VTH taken. Stelsel De ODR werkt met ingang van 1 april samen met de andere zes omgevingsdiensten in Gelderland. Op een aantal terreinen wordt samengewerkt. Het betreft ketentoezicht, de bundeling van kennis en afstemming met derden, de BRZO vergunningverlening, handhaving, P&O en de afwikkeling van de bestuurlijke strafbeschikkingen. Door elkaar en voor elkaar worden deze taken opgepakt. Accountmanagement Samen met de opdrachtgevers is gewerkt aan de vormgeving van het accountmanagement. Het afgelopen jaar zijn er namens de ODR accountmanagers (coördinatoren) actief geweest die met de opdrachtgevers de afstemming hebben gezocht over alle VTH taken. Daarnaast zijn de MT-leden en de directeur actief geweest op dit onderdeel. Het is de bedoeling om in 2014 het huidige model te evalueren en waar dit nodig is – verbeteringen door te voeren. Planning en aansturing dienstverlening Eind 2013 is de ODR in samenwerking met de Antea groep (voorheen Oranjewoud) gestart met het systematisch in beeld brengen van alle reguliere werkzaamheden binnen de ODR. Het is de bedoeling om alle opdrachtgevers op deze manier de mogelijkheid te geven om te sturen op de dienstverlening van de ODR. Begin 2014 komen de resultaten beschikbaar. Opdrachtgevers zijn zo in staat zijn om keuzes te maken op basis van de beschikbare middelen.
28
Jaarrekening
29
Balans BALANS PER 31 DECEMBER 2013 Beginbalans Omgevingsdienst Rivierenland
Debet per 01-04-2013
Credit per 01-04-2013
Eindbalans Debet per 31-12-2013
Credit per 31-12-2013
ACTIVA Vaste Activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut
222.278 222.278
Vlottende Activa Uitzettingen Vorderingen op openbare lichamen Uitzettingen in ’s-Rijks schatkist Overige vorderingen
3.090.810 1.229.680 1.850.000 11.130
Liquide middelen Banksaldi Overlopende Activa Transitoria Overige overlopende activa
831.483 831.483
260.011 260.011
0
71 71
PASSIVA Vaste Passiva Eigen vermogen Algemene reserves Bestemming reserves Saldo van de rekening
867.886 128.566 739.320
Vaste schuld Banken
0 0
Vlottende Passiva Kasgeldleningen Overige schulden
2.113.925 0 2.113.925
Overlopende passiva Overlopende passiva Overige overlopende Passiva
831.483
591.359
831.483
591.359
Saldo Totaal
831.483
30
831.483
3.573.170
3.573.170
Toelichting balans per 31 december
Waarderingsgrondslagen Algemeen Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa en passiva in de balans gewaardeerd tegen de nominale waarde in Euro's. Materiële vaste activa Onder de materieel vaste activa vallen investeringen met economisch nut en investeringen maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut zijn verhandelbaar en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met economisch nut worden voor het bedrag van de investering geactiveerd, verminderd met eventuele bijdragen van derden die en een directe relatie staan met deinvestering. Investeringen met maatschappelijk nut zijn bij de Omgevingsdienst Rivierenland niet te verwachten. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde en hebben een rentetypische looptijd van korter dan één jaar. Liquide middelen Hier zijn de banksaldi opgenomen. Overlopende activa Hierin zijn opgenomen vooruitbetaalde bedragen voor nog te ontvangen goederen of diensten. Algemene reserve Dit zijn de vrij besteedbare middelen van de exploitatieresultaten tot en met het verslagjaar. Bestemmingsreserves Deze reserves betreffen de reeds bestemde gedeelten van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Vlottende schulden De netto vlottende schulden bestaan uit kasgeldleningen, banksaldi en overige schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. Overlopende passiva Onder de overlopende passiva worden verplichtingen opgenomen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen. Tot de overlopende passiva horen ook de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.
31
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa met een economisch nut
31-12-2013
1-4-2013
Overige materiële vaste activa Totaal
222.278 222.278
0 0
Verloopoverzicht materieel vaste activa met economisch nut Boekwaarde per 1 april 2013 Investering Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaardering wegens duurzame waardeverminderingen Boekwaarde 31-12-2013
0 222.278 0 0 0 0 222.278
In 2013 is er door het Algemeen Bestuur besloten tot het beschikbaar stellen van een krediet van € 295.000,-- voor inrichting van het ODR-gebouw. VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen Vorderingen op openbare lichamen Rekening-courant verhouding met het Rijk Overige vorderingen Totaal Liquide middelen BNG-rekening 28.51.57.841 BNG Schatkistbankieren 28.67.07.101 Rabo 3178.827.315 Totaal
31-12-2013
1-4-2013
1.229.680 1.850.000 11.130 3.090.810
0 0 0
31-12-2013
1-4-2013
260.011 0 0 260.011
831.483 0 0 831.483
In 2013 heeft de Omgevingsdienst een spaarrekening gehad, deze wordt niet meer gebruikt door de invoering van het schatkistbankieren. Overlopende activa
31-12-2013
1-4-2013
Diversen p.m.
71
0
Totaal
71
0
32
VASTE PASSIVA Eigen vermogen Overige bestemmingsreserves Totaal
31-12-2013
1-4-2013
128.566 128.566
0 0
Verloopoverzicht overige bestemmingsreserves Saldo per 1 april 2013 0 Toevoeging: reserve opleiding personeel 128.566 Onttrekking 0 Waardevermindering 0 Saldo 31-12-2013 128.566 In het AB van 18 december 2013 is besloten om de restant budgetten voor opleidingskosten personeel te reserveren. Saldo van de rekening Saldo 2013 Totaal
31-12-2013
1-4-2013
739.320 739.320
0 0
31-12-2013
1-4-2013
2.113.925 2.113.925
0 0
VLOTTENDE PASSIVA Vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar Crediteuren Totaal
In het bedrag crediteuren is opgenomen een schuld aan de belastingdienst van € 1.142.290,-. Dit betreft de btw over 2013. Overlopende passiva Vooruit ontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Nog te betalen kosten (systeemrekening)
31-12-2013
1-4-2013
528.779 59.825 2.755
831.483
Totaal 591.359 831.483 Het bedrag op vooruit ontvangen is het restant van het project implementatie. Dit project is nog niet afgerond. Hieronder is ook geboekt het restantbudget opleidingskosten van het project € 107.998,23. Het bedrag op nog te betalen betreft een vijftal facturen. MEERJARIGE VERPLICHTINGEN Er zijn geen meerjarige verplichtingen.
33
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN EN GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er is één leasecontract afgesloten. Het gaat om een leasebedrag van € 992,06 ex btw per maand.
34
Programmarekening
Nr:
Programma
Primitieve begroting 2013
Begroting na wijz. 2013
Rekening 2013
0
2.671.235 -2.671.235 0
2.444.617 -2.634.302 -189.686
226.618 -36.933 189.686
0
2.671.235 -2.671.235 0
2.391.352 -2.631.416 -240.065
279.883 -39.819 240.065
0
2.671.235 -2.671.235 0
2.326.796 -2.704.918 -378.122
344.439 33.683 378.122
0
352.938 -352.938 0
311.503 -352.937 -41.435
41.436 -1 41.435
0
0 0 0
344 -18.922 -18.579
-344 18.922 18.579
8.366.643 -8.366.643 0
0
8.366.643 -8.366.643 0
7.474.610 -8.342.496 -867.886
892.033 -24.147 867.886
0 0 0
0 0 0
0 0 0
128.566 0 128.566
-128.566 0 -128.566
8.366.643 -8.366.643 0
0 0 0
8.366.643 -8.366.643 0
7.603.176 -8.342.496 -739.320
763.467 -24.147 739.320
1 Vergunningverlening Lasten Baten Totaal
2.671.235 -2.671.235 0
2 Toezicht en handhaving Lasten Baten Totaal
2.671.235 -2.671.235 0
3 Advisering Lasten Baten Totaal
2.671.235 -2.671.235 0
4 Ketentoezicht Lasten Baten Totaal Algemene 9 dekkingsmiddelen Lasten Baten Totaal Totaal exploitatie Lasten Baten Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming Toevoeging Bijdrage Totaal Lasten Baten Resultaat na bestemming
352.938 -352.938 0
0 0 0
35
Wijziging 2013
Saldo tov begr
Analyse van het resultaat Overzicht opbouw resultaat V = voordelig, N = nadelig Begroting 2013 1 Loonsom a Vakantiegeld en eindejaarsuitkering b Inhuur en vacatureruimte 2 Overige lasten 3 Opleidingsbudget 4 Post onvoorzien 5 Rentevoordeel Resultaat voor bestemming 6 Opleidingsbudget conform besluitvorming Resultaat na Bestemming
Bedragen in € 0 263.048 267.094 131.972 128.566 58.398 18.922 867.886 128.566 739.320
V V V V V V V N V
1. Er is een voordeel gerealiseerd op de loonsom. Dit voordeel bestaat uit twee componenten. 1.a Vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Er was sprake van een meevaller bij de uitbetaling van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering. De meevaller wordt veroorzaakt vanwege de start per 1 april. Het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering, dat begroot was over de periode januari tot april valt vrij. Dit is een eenmalig voordeel. 1.b Inhuur en vacatureruimte Op de directe salarislasten is een voordeel van bijna € 200.000,-- gerealiseerd. Vanwege de vele onzekerheden die er bij de start van de ODR bestonden is er financieel voorzichtig geopereerd met betrekking tot de inzet van uren en aanwezige vacaturegelden. Deels zijn deze gelden in de loop van het jaar aangewend. Een ander deel is als voordeel opgenomen in de rekening. 2 Overige lasten Per saldo laten de materiele lasten en baten een voordeel zien. Dit komt omdat nog niet alle structurele lasten zijn ingevuld en er zijn “meevallers” bij de baten doordat we extra en/of specifieke taken (maatwerk) hebben kunnen uitvoeren die later aan de ODR zijn gevraagd om uit te voeren door individuele deelnemers. Het nadeel is te zien op het onderdeel dienstreizen, doordat de medewerkers even ver of verder van hun verzorgingsgebied af zitten worden er meer dienst kilometers gemaakt dan initieel is berekend. Dit is ook zo benoemd in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 3 Opleidingsbudget In het Algemeen Bestuur is in december aangegeven dat er een voordeel is op de opleidingskosten. In de startfase heeft vooral opleiding plaatsgevonden op het terrein van zaakgericht werken. Vanaf juni tot heden is gewerkt aan de totstandkoming van en besluitvorming van de noodzakelijke beleidsdocumenten rondom het thema opleiden. Dit betekent concreet dat nog geen start is gemaakt met de uitvoering van de centrale thema’s in het opleidingsplan 36
4 Post onvoorzien De post onvoorzien is niet aangesproken. Er waren geen calamiteiten (risico's) die de ODR daartoe aanleiding gaf. 5 Rentevoordeel Rente voordeel, doordat de ODR een voorschot heeft gekregen van de deelnemers om op te starten is er een beperkt rentevoordeel ontstaan. 6 Reservering opleidingsbudget In december is door het Algemeen Bestuur besloten om het resterende bedrag van het opleidingsbudget te reserveren.
Overzicht Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Hieronder conform art 4.1 lid1 WNT het overzicht voor de openbaarmaking:
Functie Leden Algemeen Bestuur Leden Dagelijks Bestuur
Bezoldiging € 0,-€ 0,--
a
Functie naam;
b c d e
Beloning; Sociale verzekeringspremies; Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen; Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn; Duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar.
f
Algemeen directeur
37
€ 63.484 € 5.307 €0 € 12.701 9 maanden, 36 uur
BIJLAGE
38
Investeringsstaat
Naam
Inrichting ODR Gebouw
Nummer
7206001
Afgegeven krediet
Boekwaarde 1/1/2013
295.000,00
0,00
39
Mutaties
222.277,54
Boek-waarde Restant 31/12/2013 krediet
222.277,54
72.722,46
Overzicht kredieten
Nummer
Naam investering
7206001 Inrichting ODR gebouw
Totaal
Aanschaf- Vermeerwaarde deringen 1/1/2013 0,00
222.277,54
0,00 222.277,54
Verminde- Aanschafringen waarde 31/12/2013 0,00
BoekAfschrij- Rente waarde vingen 1/1/2013
Boekwaarde 31/12/2013
Kapitaallasten 2013
222.277,54
0,00
0,00
0,00
222.277,54
0,00
0,00 222.277,54
0,00
0,00
0,00 222.277,54
0,00
40
Project implementatie ODR
Lasten/baten 2012
Begroot Personeel Overige kosten Onvoorzien Baten Saldo
Lasten/baten 2013
Restant
495.345 1.039.452 144.217 -1.679.014
159.335 86.227 0 -1.301.683
369.715 706.082 0 -548.456
-33.706 247.142 144.217 171.125
0
-1.056.120
527.342
528.779
Toelichting Inleiding Voor het opstarten van de ODR is een eenmalige investering door alle deelnemers gedaan. Deze eenmalige investering wordt de projectbegroting genoemd. In de projectbegroting is een aantal onderdelen opgenomen dat aandacht vraagt om te kunnen starten met de ODR. De projectbegroting is integraal opgenomen in het bedrijfsplan van de ODR zoals dat in 2012 is vastgesteld. Inmiddels is een groot deel van de implementatie uitgevoerd. Er resteert nog een bedrag van € 528.779,-- waarmee de laatste onderdelen van de eenmalige investeringen kunnen worden afgerond. Personeel In de afgelopen jaren zijn er een kwartiermaker, een projectleider en projectmedewerkers ingehuurd voor de opbouw en ontwikkeling van de organisatie. Ook zijn de salarissen betaald van de directeur en het management voordat de ODR is gestart per 1 april. Materieel De materiele kosten bestaan voornamelijk uit huisvestingskosten, huur van het meubilair voor de eerste periode, kosten voor plaatsing en medezeggenschap, recruitment van medewerkers, inrichting van werkprocessen en aanschaf en installatie van software. De post onvoorzien zal zoals het er nu naar uitziet niet worden aangesproken. Restant krediet Een deel van het restant budget heeft te maken met het opleidingsbudget. In de startfase heeft vooral opleiding plaatsgevonden op het terrein van zaakgericht werken. Er wordt nu een start gemaakt met het opleidingsplan 2013/14 zoals is aangegeven in het voorstel dat het Algemeen Bestuur van 18 december 2013 is behandeld. Daarnaast staan er nog enkele investeringen op het onderdeel ICT open. Het gaat dan om de volgende onderdelen: -
Aansluiting op het GBA Omzetting bodeminformatie Ontwikkeling sturingsinformatie Opleidingen vanuit het opleidingsplan
Het is de bedoeling om eind 2014 de opstartfase definitief af te ronden. 41
Bijdrage deelnemers
Deelnemer DVO bijdrage Gemeente Buren DVO bijdrage Gemeente Culemborg DVO bijdrage Gemeente Geldermalsen DVO bijdrage Gemeente Lingewaal DVO bijdrage Gemeente Maasdriel DVO bijdrage Gemeente Neder-Betuwe DVO bijdrage Gemeente Neerijnen DVO bijdrage Gemeente Tiel DVO bijdrage Gemeente West Maas en Waal DVO bijdrage Gemeente Zaltbommel DVO bijdrage Provincie Gelderland Overige bijdragen Bijdrage Gelderse omgevingsdiensten Gemeentelijke bijdrage archeologie en subsidie EV Totaal
42
Bijdrage Begroting
Bijdrage na berap
1.170.556 685.834 1.019.034 146.867 794.640 314.681 123.065 422.595 955.718 1.300.773 1.000.093 432.785 0 0 8.366.641
1.411.029 812.367 1.019.021 159.442 863.392 315.390 124.526 428.308 936.605 1.256.846 871.378 0 204.163 175.500 8.577.967
Werkelijk betaalde bijdrage 1.411.029 812.367 1.019.021 159.442 863.392 315.390 124.526 428.308 936.605 1.256.846 871.378 9.546 204.163 179.470 8.591.483
Voorstel Dagelijks Bestuur ODR resultaatbestemming jaarrekening 2013. Het Dagelijks Bestuur sprak in haar vergadering op 24 maart 2014 het voornemen uit het Algemeen Bestuur voor te stellen het positieve rekeningsaldo (na bestemming) van €739.320,- van de jaarrekening 2013 als volgt te bestemmen: 1. Het voordeling saldo van € 41.435,- op het programma Ketentoezicht te gebruiken voor de P&O-taken van het stelsel; 2. € 214.449,- toe te voegen aan de algemene reserve ter vorming van weerstandsvermogen voor de ODR. 3. Het restant rekeningresultaat van € 483.436,- uit te keren aan de deelnemers op basis van de werkelijke bijdrage 2013. (zie onderstaande tabel)
Deelnemer DVO bijdrage Gemeente Buren DVO bijdrage Gemeente Culemborg DVO bijdrage Gemeente Geldermalsen DVO bijdrage Gemeente Lingewaal DVO bijdrage Gemeente Maasdriel DVO bijdrage Gemeente Neder-Betuwe DVO bijdrage Gemeente Neerijnen DVO bijdrage Gemeente Tiel DVO bijdrage Gemeente West Maas en Waal DVO bijdrage Gemeente Zaltbommel DVO bijdrage Provincie Gelderland Overige bijdragen Bijdrage Gelderse omgevingsdiensten Gemeentelijke bijdrage archeologie en subsidie EV
Bijdrage 2013 1-april 31 december 1.411.029 812.367 1.019.021 159.442 863.392 315.390 124.526 428.308 936.605 1.256.846 871.378 0 0 0 8.198.304
Teruggave per deelnemer 83.205 47.904 60.089 9.402 50.912 18.598 7.343 25.256 55.229 74.113 51.383
483.436
Pagina 1 van 1
Begrotingswijziging 2014 Primitieve begroting 2014
Programma Vergunningverlening Toezicht/handhaving Advisering Ketentoezicht Totaal
Totale bedragen Lasten Baten 3.206.996 3.206.996 4.353.097 4.353.097 3.201.309 3.201.309 599.515 599.515 11.360.917 11.360.917
Status: Ontwerp Versie: DB 24 maart 2014 (vastgesteld)
Begroting 2014 obv Bestuursrapportage 2013 BW 1 Lasten Baten 405.245 405.245 -148.307 -148.307 -90.167 -90.167 24.191 24.191 190.962 190.962
Decentralisatie VHT BW 2 Lasten -5.304 22.406 -17.102 0 0
Baten -5.304 22.406 -17.102 0 0
Opleidingsbudget BW 3 Lasten 42.855 42.855 42.855 0 128.566
Baten 42.855 42.855 42.855 0 128.566
Neerijnen 2014 10 maanden BW 4 Lasten Baten 219.388 219.388 105.704 105.704 44.292 44.292 0 0 369.384 369.384
Gewijzigde begroting 2014 Totale bedragen Lasten Baten 3.869.179 3.869.179 4.375.756 4.375.756 3.181.188 3.181.188 623.706 623.706 12.049.829 12.049.829
Programmabegroting 2015 Omgevingsdienst Rivierenland
Status Versie
: Ontwerp : DB 24 maart 2014 (vastgesteld)
Inhoudsopgave
Inhoud Besluitvorming programmabegroting 2015 ............................................................................ 3 Inleiding programmabegroting 2015 ......................................................................................... 4 PROGRAMMABEGROTING ............................................................................................................... 5 Totaal overzicht.................................................................................................................................. 6 PROGRAMMA’S ................................................................................................................................... 7 Programma 1: Vergunningverlening .......................................................................................... 8 Programma 2: Toezicht en handhaving.................................................................................. 11 Programma 3: advisering............................................................................................................. 14 Programma 4: ketentoezicht ...................................................................................................... 17 Paragrafen .......................................................................................................................................... 20 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ............................................................................ 21 Onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................... 23 Financiering ....................................................................................................................................... 24 Bedrijfsvoering ................................................................................................................................. 26 Financiële begroting ....................................................................................................................... 31 BIJLAGE ............................................................................................................................................... 34 Opbouw uurtarief............................................................................................................................. 35 Overzicht: Bijdrage per deelnemer 2015 ............................................................................... 36
2
Besluitvorming programmabegroting 2015 Procedure De programmabegroting kent de volgende bestuurlijke procedure: Januari - maart 2014
Ambtelijke voorbereiding
20 maart 2014
Technische behandeling door hoofden financiën
24 maart 2014
Behandeling door het Dagelijks Bestuur
25 maart 2014
Mogelijkheid tot indienen van zienswijzen De deelnemers kunnen tot uiterlijk 16 mei 2014 schriftelijk een zienswijze indienen bij het Dagelijks Bestuur.
23 juni 2014
behandeling in het Algemeen Bestuur 23 juni 2014 beslist het algemeen bestuur over de programmabegroting. Daarbij worden de eventuele zienswijzen betrokken die door de deelnemers zijn ingediend.
23 juni 2014 Vaststelling begroting 2015 door het Algemeen Bestuur Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur tot vaststelling van de programmabegroting 2015, BESLUIT: 1. De begroting van lasten en baten op de programma’s voor het jaar 2015 vast te stellen; 2. De meerjarenbegroting 2016-2018 voor kennisgeving aan te nemen; 3. De bevoorschotting conform bijlage 1 vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 23 juni 2014. De secretaris,
De voorzitter,
--------------------
-----------------
23 juni 2014
Inzending vastgestelde begroting naar Ministerie BZK
3
Inleiding programmabegroting 2015 Inleiding Hierbij bieden we u de ontwerp programmabegroting 2015 aan van de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). Op grond van artikel 29 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland dient voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarvoor zij dient een ontwerpbegroting te worden toegezonden aan provinciale staten en gemeenteraden. In de vergadering van het algemeen bestuur van 23 juni 2014 worden tegelijkertijd de jaarstukken 2013, de begrotingswijziging 2014 en de programmabegroting 2015 behandeld. Dit geeft een totaal beeld van de ontwikkelingen die de ODR door maakt. In deze begroting zijn de voorstellen die bij de jaarstukken en begrotingswijziging 2014 worden gedaan doorgevoerd. Uitgangspunten De begroting 2015 heeft als vertrekpunt het bestaande structurele beleid 2014. Beleidswijzigingen die consequenties hebben voor de begroting 2014 (en volgende jaren), zijn in de begroting 2015 verwerkt. In de financiële begroting zijn de uitgangspunten volledig opgenomen. De meerjarenraming is op basis van constante prijzen geraamd. De programmabegroting laat een resultaat zien van € 412.633. Het resultaat is toegelicht in de financiële begroting. Leeswijzer De programmabegroting bestaat uit de begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018, de paragrafen, de financiële begroting en de bijlagen. In de programmabegroting vindt u de programmavoornemens in de uitgewerkt in de vorm van de drie W-vragen, Wat willen we bereiken, Wat gaan we daarvoor doen en Wat mag het kosten. De voortgang over deze onderwerpen zullen we presenteren in de bestuursrapportage 2015. In de financiële begroting vindt u de toelichting op het resultaat het overzicht van eenmalige lasten en baten In de bijlage vindt u achtereenvolgens de opbouw van het uurtarief en het overzicht van de bijdrage van de deelnemers.
4
PROGRAMMABEGROTING
5
Totaal overzicht 1. Vergunningverlening
2. Toezicht en handhaving
Te bereiken effect De ODR stelt zich tot doel dat vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en dat meldingen beoordeeld worden op juistheid en volledigheid.
Te bereiken effect De ODR zet zich ervoor in om te komen tot een zodanige naleving van de wettelijke voorschriften dat gezondheid, veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid optimaal worden bevorderd.
Belangrijkste aandachtspunten 1. Tijdige en geïntegreerde vergunningen 2. Voldoen aan inhoudelijke kwaliteit 3. Bestuurlijke sturing op strategie en afstemming op ruimtelijke mogelijkheden/ambities 4. Uitvoeren afspraken opdrachtgevers
Belangrijkste aandachtspunten 1. Uitvoeren jaarprogramma’s deelnemers en projecten ketentoezicht 2. Efficiënt proces van toezicht en handhaving 3. Verbeteren professionaliteit toezichthouders 4. Effectieve piketdienst 5. Goede samenwerking en informatieuitwisseling met de handhavingspartners en bevoegde gezagen.
3. Advisering
4. Ketentoezicht
Te bereiken effect De ODR stelt zich tot doel om adequaat advies te verstrekken op het gebied van bijvoorbeeld geluid, bodem, lucht, monumenten, archeologie en externe veiligheid aan de gemeenten en de provincie omtrent het ontwikkelen, inrichten en beheren van een duurzame leefomgeving.
Te bereiken effect Vanuit het Rijk worden – via de landelijke checklist - forse (inrichtings)eisen gesteld aan de Omgevingsdiensten wat betreft de aanpak van milieucriminaliteit (samenwerking met OM) en ketentoezicht. De noodzaak van een betere aanpak van deze twee (samenhangende) taakvelden wordt in Gelderland onderschreven. De partners in Gelderland hebben de ambitie uitgesproken om ketentoezicht in Gelderland zodanig vorm te geven dat wordt voldaan aan de KPMGkwaliteitscriteria.
Belangrijkste aandachtspunten 1. Verstrekken integrale adviezen aan opdrachtgevers 2. Kennisopbouw en behoud kennis 3. Klantgerichtheid
Belangrijkste aandachtspunten 1. Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren 2. Maken van risicoanalyses en het stellen van prioriteiten in de aanpak 3. Gericht nader onderzoek doen 4. Kunnen optreden bij gegrond vermoeden. 5. Door handhaving malafide ketenactoren aanpakken.
6
PROGRAMMA’S
7
Programma 1: Vergunningverlening
Wat willen we bereiken?
Doel Vergunningaanvragen moeten binnen de wettelijke termijnen worden afgehandeld en meldingen moeten worden beoordeeld op juistheid en volledigheid. Beide procedures moeten geïntegreerd worden behandeld in het kader van de WABO, waarbij aansluiting moet zijn met de gemeentelijke loketten. Wettelijk Kader
WABO Bouwbesluit 2012 Woningwet Activiteitenbesluit Rechtstreeks werkende gemeentelijke en provinciale verordeningen Alle overige wet- en regelgeving zoals opgenomen in het mandaatregister van de ODR Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) Basis Registratie Personen (BGR) Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB)
Wat gaan we er voor doen?
Inhoud van het programma De afdeling Vergunningverlening van de ODR handelt uit naam van de deelnemers aanvragen om omgevingsvergunningen af. Dit doen we op een juiste, tijdige en kwalitatief goede manier. Periodiek wordt op onderstaande speerpunten gemeten wat de stand van zaken is ten aanzien van product en dienstverlening. Speerpunten Tijdige en geïntegreerde verlening van vergunningen binnen wettelijke termijn. Vergunningen voldoen aan inhoudelijke kwaliteitseisen. Bestuurlijke sturing op strategie en afstemming op ruimtelijke mogelijkheden/ambities. Uitvoeren afspraken opdrachtgevers.
Prestatie indicator Alle vergunningen worden tijdig afgehandeld. Bij 95% van alle vergunningen zijn er geen inhoudelijke gebreken aan beschikkingen bij bezwaaren beroepsprocedures. Frequent driehoeksoverleg bestuur/beleid/uitvoering. Opdrachtgevers zijn tevreden over de dienstverlening
Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp Vergunningenbestand op orde brengen
Essentie ervan In het huidige politiek/bestuurlijke en mediaklimaat wordt het bevoegde gezag zwaarder dan voorheen afgerekend op haar verantwoordelijkheid. Om 8
incidenten te voorkomen moet - naast de toezicht en handhaving - het vergunningenbestand op orde zijn. Met de inbreng van 11 verschillende deelnemers vraagt dit om een zorgvuldige en gecontroleerde aanpak. In 2015 is het vergunningenbestand op orde gebracht. (Europese) regelgeving en regionaal beleid
Europese en Nederlandse regelgeving moet ruimte blijven bieden aan de noodzakelijke maatwerkafwegingen bij vergunningverlening, waarbij een integrale afweging en de lokale omgevingskwaliteit belangrijke criteria zijn. Het Rijk reguleert steeds meer activiteiten in algemene regels. De resterende vergunningsplichtige activiteiten zijn complex. Provinciale en regionale beleidskaders zijn noodzakelijk om de regionale maatwerkdoelen te bereiken.
Kwaliteit
Om goede en adequate uitvoering te kunnen geven aan vergunningverlening is de deskundigheid van de vergunningverleners essentieel. Per 2015 heeft de ODR invulling gegeven aan de wettelijke kwaliteitscriteria. Hiermee is geborgd dat de ODR zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende kennis, kunde en geschoold personeel in huis heeft c.q. krijgt om goede vergunningen te verlenen.
Privatisering Bouwtoezicht
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een nieuw stelsel voor het bouwtoezicht. De belangrijkste verandering is dat opdrachtgevers in de toekomst ook zelf hun kwaliteitsborging kunnen regelen. Dan hoeft bijvoorbeeld het bouwplan niet door een gemeenteambtenaar te worden gecontroleerd, maar mag dat ook bij een privaat persoon, bijvoorbeeld iemand van het betrokken ingenieursbureau. Hiermee samenhangend is de discussie over de financiering van het bouwvergunningstelsel, ofwel de leges voor bouwkosten. De ODR gaat in overleg met de Vereniging Bouw- en Woning Toezicht kijken hoe deze wijziging kan worden ingevoerd, zodat de ODR deelnemers hierover kan adviseren.
Risico’s De ontwikkelingen rondom de privatisering Bouwtoezicht kunnen er op termijn toe leiden dat een deel van de bouwplantoetsing buiten het publieke domein wordt verricht. De verschuiving hiervan naar de private markt kan voor de ODR betekenen dat het huidige werkaanbod deels verplaatst wordt naar buiten de ODR. Het is belangrijk dat de ODR deze ontwikkelingen op de voet volgt, aangezien deze effect kunnen hebben op de verhouding formatie-werkaanbod.
9
Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp rek. 2013 9 mnd
Primitieve begroting 2014
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
2.444.617
3.609.088
3.782.209
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten
86.970 2.444.617
3.609.088
3.869.179
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
2.634.302
3.609.088
3.782.209
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
Baten Structureel Incidenteel
86.970
Totale baten
2.634.302
3.609.088
3.869.179
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
Saldo
-189.685
0
0
0
0
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen
42.855
Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop.
10
Programma 2: Toezicht en handhaving
Wat willen we bereiken?
Doel De ODR werkt aan een veilig, leefbaar en duurzaam Rivierenland. Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven de regels naleven die zijn gesteld om dat doel te helpen bereiken. De ODR houdt geprogrammeerd toezicht en handhaaft waar nodig de relevante wet- en regelgeving. Onder toezicht wordt verstaan het verzamelen van informatie over het feit of een activiteit is toegestaan en/of wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving (incl. voorschriften in vergunningen e.d.). Bij handhaving wordt de sanctiestrategie gevolgd en waar nodig wordt een sanctiemiddel (last onder dwangsom of bestuursdwang) toegepast om naleving te bewerkstelligen. Uniforme werkprocessen, risicogestuurd toezicht en een goede afstemming en informatie-uitwisseling met de handhavingspartners en bevoegde gezagen dragen bij aan een efficiënte uitvoering en het voorkomen van onnodige administratieve lasten aan de zijde van burgers en bedrijven. Wettelijk Kader
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); Wet milieubeheer (Wm) en andere in art. 5.1 Wabo genoemde wetten; Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit); Woningwet; Bouwbesluit 2012; Rechtstreeks werkende gemeentelijke en provinciale verordeningen; Alle overige wet- en regelgeving zoals opgenomen in het mandaatregister van de ODR.
Wat gaan we er voor doen?
Inhoud van het programma Het efficiënt en effectief organiseren en uitvoeren van de toezicht- en handhavingstaak, zoals die in opdracht van de bevoegde gezagen door de ODR wordt verricht.
Speerpunten
Prestatie indicator
Uitvoeren jaarprogramma Mate waarin het afgesproken jaarprogramma is passend binnen de afspraken met gerealiseerd (binnen een bandbreedte van 90-110%). de deelnemers. Optimaal proces van toezicht en % besteding productieve uren aan controles in het veld handhaving. en handhavingstrajecten.
11
Verbeteren professionaliteit toezichthouders.
Mate waarin wordt voldaan aan de landelijke kwaliteitseisen die vanaf 1 januari 2015 gelden voor toezicht en handhaving.
Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp
Essentie ervan
Werkprogramma's 2015
2014 was het eerste jaar waarin is geprogrammeerd met behulp van de risicomodule. Bij het opstellen van het werkprogramma 2015 wordt rekening gehouden met de opgedane ervaringen. Het totale werkprogramma voor de ODR bestaat uit de optelsom van de deelprogramma’s die voor de deelnemers worden uitgevoerd. De ODR maakt voor alle deelnemers een voorstel voor een uitvoeringsprogramma 2015. Dit voorstel wordt besproken met de deelnemers en waar nodig wordt lokaal maatwerk toegepast.
Risicogestuurd toezicht
In 2014 is een begin gemaakt met risico- en informatiegestuurd toezicht op basis van de uitkomsten van de risicomodule. Dit wordt in 2015 voortgezet. Activiteiten in een hogere risicocategorie worden intensiever gecontroleerd dan activiteiten in een lagere risicocategorie.
Kwaliteit
Om goed en adequaat uitvoering te kunnen geven aan de toezicht- en handhavingstaak zijn deskundige medewerkers nodig. Er wordt d.m.v. opleiding en scholing voor gezorgd dat de medewerkers van de afdeling Toezicht & Handhaving (gaan) voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen die vanaf 1 januari 2015 gelden.
Effectieve piketdienst.
Snelle follow-up van prioritaire meldingen en incidenten, ook buiten de reguliere kantoortijden.
Uitvoering projecten ketentoezicht
De ODR voert binnen het Gelderse stelsel de stelseltaak programmering ketentoezicht uit, maar levert – net als de andere diensten in Gelderland - ook een bijdrage aan de uitvoering van het programma. De afdeling Toezicht en Handhaving reserveert jaarlijks 1,2 fte formatieruimte voor de uitvoering van de Gelderse ketenprojecten.
Bestuurlijke strafbeschikking
De ODR heeft in 2014 voor het eerst gebruik gemaakt van de Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu (BSBm). In 2015 wordt dit voortgezet, waarbij rekening wordt gehouden met de opgedane ervaringen. De directeur is aangewezen als strafrechtelijk orgaan en is bevoegd deze door BOA’s op te laten leggen. Om deze taak zo efficiënt mogelijk uit te voeren, wordt binnen het Gelderse stelsel samengewerkt. Opleiding en bijscholing vinden gemeenschappelijk plaats. Ook wordt 12
gebruik gemaakt van één registratiesysteem.
Risico’s Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp rek. 2013 9 mnd
Primitieve begroting 2014
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
2.391.352
4.208.880
4.332.900
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten
42.855 2.391.352
4.208.880
4.375.756
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
2.631.416
4.208.880
4.332.900
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
Baten Structureel Incidenteel
42.855
Totale baten
2.631.416
4.208.880
4.375.756
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
Saldo
-240.064
0
0
0
0
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen
42.855
Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop.
13
Programma 3: advisering
Wat willen we bereiken?
Doel De ODR verstrekt adequaat en kwalitatief hoogstaand advies op onder andere het gebied van bodem, lucht, archeologie, geluid, monumenten, flora en fauna en externe veiligheid aan zowel de deelnemende gemeenten en de provincie als voor de eigen ODRprocessen. De gemeenten en de provincie worden hiermee in staat gesteld om de leefomgeving duurzaam te ontwikkelen, inrichten en beheren. De ODR adviseert gemeenten, provincie op juridisch vlak en de juridisch specialisten verzorgen de uitvoering door de ODR van bezwaar- en beroepsprocedures maar ook van de afhandeling van WOB-verzoeken. De ODR brengt ten slotte de administraties op orde om de informatie-uitwisseling goed te kunnen vormgeven en beheert en ontwikkelt de applicaties waarmee dat gebeurt. Wettelijk Kader Het wettelijk kader voor het verzorgen van deze taken ligt in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en het omgevingsrecht. In algemene zin moet daarbij gedacht worden aan de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO), de Wet milieubeheer, en de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Specifiek is onder andere wet –en regelgeving zoals het Besluit bodembeheer, Besluit luchtkwaliteit, de Wet geluidshinder en de Flora en Fauna wet.
Wat gaan we er voor doen?
Inhoud van het programma Het programma houdt in dat: specialistische adviezen worden verstrekt ten behoeve van vergunning en handhavingsprocedures die door de ODR worden uitgevoerd; specialistische adviezen worden verstrekt aan gemeenten, provincie en eventueel overige partijen zoals het Waterschap en de Veiligheidsregio voor onder andere vraagstukken op het gebied van de ruimtelijke ordening; het in opdracht faciliteren van beleidsontwikkelingen en het monitoren van de uitvoering van het verbeterplan van de kwaliteitscriteria 2.1; zaken op het gebied van voorlopige voorzieningen, bezwaar, beroep, hoger beroep en WOB verzoeken worden behandeld; de administratief en ondersteunende werkzaamheden binnen de ODR worden uitgevoerd, en; de applicaties en informatievoorziening die de ODR gebruikt, worden beheerd en doorontwikkeld.
14
Speerpunten
Prestatie indicator
Verstrekken integrale adviezen aan opdrachtgevers
Binnen afgesproken termijnen leveren van advies dat voldoet aan de kwaliteitscriteria.
Behandeling bezwaar en beroep
Ondersteuning
Informatievoorziening
Bezwaar- en beroepszaken worden adequaat en binnen gestelde termijnen afgehandeld. Leerervaringen uit bezwaar- en beroepsprocedures moet leiden tot verbetering van de juridische kwaliteit van primaire besluiten. Administratieve processen worden uitgevoerd conform de kwaliteit en servicetermijnen die zijn vastgelegd. De ODR als organisatie en haar medewerkers zijn bereikbaar en reageren binnen de servicetermijnen die zijn vastgelegd.
De applicaties die de ODR gebruikt, zijn ingericht volgens de Use Cases en de Gelderse zaaktypecatalogus. Medewerkers kunnen –binnen de wettelijke kadersgebruik maken van actuele gegevensbronnen zoals het adressenbestand van de BAG, persoonsgegevens uit de GBA, perceelsgegevens van het Kadaster en bedrijfsgegevens van de Kamer van Koophandel. Periodiek worden managementrapportages opgeleverd. Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp
Essentie ervan
Integrale benadering
Rivierenland is een mooie en goede leefomgeving. De uitdaging is om wonen, werken en recreëren op een verantwoorde manier mogelijk te maken. Dit vraagt een aanpak waarin niet alleen gekeken wordt naar de afzonderlijke maar ook naar de verbanden tussen deze thema's en naar de relatie tot andere beleidsterreinen zoals gezondheid, economie en ruimtelijke ordening.
Goede en betrouwbare basisinformatie
Absolute randvoorwaarde bij de bedrijfsvoering is de beschikbaarheid van betrouwbare en actuele gegevens en het vermogen om deze gegevens in te zetten in alle fases van de beleidscyclus. Van beleidsvoorbereiding en verkenning tot en met monitoring en evaluatie. In afstemming met de organisatie van de deelnemers is dit in 2013 van groot belang.
Externe veiligheid
De ODR voert voor de gemeenten in Rivierenland het uitvoeringsprogramma externe veiligheid uit en ontvangt daarvoor een provinciale subsidie.
Archeologie
De ODR voert voor 4 gemeenten in Rivierenland archeologische werkzaamheden die door deze gemeenten aanvullend worden gefinancierd.
15
Risico’s
Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp rek. 2013 9 mnd
Primitieve begroting 2014
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
2.326.796
3.123.206
3.138.332
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
Lasten Structureel Incidenteel Totale lasten
42.855 2.326.796
3.123.206
3.181.188
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
2.704.918
3.123.206
3.138.332
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
Baten Structureel Incidenteel
42.855
Totale baten
2.704.918
3.123.206
3.181.188
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
Saldo
-378.122
0
0
0
0
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen
42.855
Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop. De subsidie Externe Veiligheid is voor de jaren 2015 tot en met 2018 doorgeraamd. De voortuitzichten zijn dat de subsidie zal blijven bestaan, de omvang van de subsidie is op het moment van opstellen van de begroting nog niet bekend. De subsidie is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
16
Programma 4: ketentoezicht
Wat willen we bereiken?
Doel Met het Programma Ketentoezicht in Gelderland richt de ODR zich samen met de zes andere omgevingsdiensten op milieucriminaliteit en calculerend gedrag in de afvalstoffenketens. Het gaat daarbij om gedrag waarbij sprake is van (beoogd) geldelijk gewin en (een hoog risico op) grote milieuschade. Bij de ketenaanpak houden we rekening met het Gelders dreigingsbeeld en met de specifieke regionale situatie. Hierbij wordt nadrukkelijk en in een vroeg stadium – via het delen van informatie en het zoveel mogelijk gezamenlijk maken van risicoanalyses – de samenwerking gezocht met de zeven Gelderse omgevingsdiensten en met de externe handhavingspartners. Wettelijk Kader
Wet Milieubeheer WABO Wet Algemene Bestuursrecht
Wat gaan we er voor doen?
Inhoud van het programma Er is een jaarprogramma Ketentoezicht 2014 vastgesteld. Voor de aanpak van de ketenprojecten zijn of worden afzonderlijk projectplannen gemaakt, In het programma wordt ingezet op toezicht en handhaving in de volgende ketens: - Co-vergisting, o.b.v. van de Top X lijst in de tactische risicoanalyse voor Gelderland; - Asbest, o.b.v. landelijke afspraken; - Autodemontage, o.b.v. afspraken me Gelderse partners n.a.v. Gelders dreigingsbeeld; - Verontreinigde grond, o.b.v. afspraken me Gelderse partners n.a.v. Gelders dreigingsbeeld. Speerpunten
Prestatie indicator
Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren
Doorgaan en waar mogelijk afronden van de ketenprojecten co-vergisting en autodemontage. Doorgaan met ketenproject asbest. Starten met ketenproject verontreinigde grond
Maken van risicoanalyses en het stellen van prioriteiten in de aanpak
Er worden tactische risico analyses gemaakt voor Gelderland m.b.t. de ketens verontreinigde grond en autodemontage.
Gericht nader onderzoek kunnen doen (interventie)
Op basis van de risico analyses kan gefundeerd gekozen worden voor controles en interventies. Naar verwachting worden (vooral) door de Gelderse omgevingsdiensten ca. 180 reguliere controles in deze 17
Kunnen optreden bij gegrond vermoeden
ketens uitgevoerd. Er worden ca. 40 interventies (uitgebreide of diepgaande controles) verwacht De resultaten uit de interventie zijn zodanig dat gemotiveerde conclusies kunnen worden getrokken en handhavend kan worden opgetreden.
Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten Onderwerp
Essentie ervan
Ontwikkeling programma
Voor 2014 is een Jaarprogramma Ketentoezicht vastgesteld. Voor de inhoud wordt verwezen naar het programma ketentoezicht 2014 Gelderse Omgevingsdiensten.
Afstemming Gelders Stelsel
Het programma ketentoezicht richt zich op de inhoudelijke uitvoering en samenwerking op het niveau van de probleemketens en -actoren. Het programma is opgemaakt in samenwerking met de zeven omgevingsdiensten. Programmering met externe partners vindt plaats door en in samenwerking met Het Portaal van de OVIJ. Zij organiseren de input voor de jaarprogramma’s vanuit de externe partners en zijn verantwoordelijk voor het maken van de strategische afspraken.
Opdrachtgevers
Opdrachtgevers van het programma zijn de zeven directeuren van omgevingsdiensten in Gelderland. Gemandateerd opdrachtgever is de directeur van de ODR.
Samenhang met andere programma’s
Het programma en de jaarprogramma’s vormen mede input voor de zeven regionale handhavingsprogramma's. Daarnaast wordt dit programma en de jaarprogramma’s beïnvloed door en beïnvloeden ze de programma’s van de twee regionale milieuteams van de politie. En tenslotte is er de samenhang met het programma van het Portaal OVIJ (zie eerder). Consequentie is dat wederzijds rekening moet worden gehouden met de belangen en prioriteiten in alle betrokken programma’s. De programmamanager is verantwoordelijke voor de afstemming met die partijen, bewaakt de samenhang tussen zijn/haar programma en de andere en stuurt erop dat het programma ketentoezicht voldoende geborgd wordt in de andere eerder genoemde programma’s.
Risico’s
18
Wat mag het kosten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Ontwerp rek. 2013 9 mnd
Primitieve begroting 2014
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Lasten Structureel
311.503
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
311.503
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
352.938
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
Totale baten
352.938
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
Saldo
-41.435
0
0
0
0
0
0
Incidenteel Totale lasten Baten Structureel Incidenteel
Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen
Toelichting op de financiën De financiële verschillenanalyse vindt u bij het onderdeel de financiële begroting en toelichting daarop.
19
Paragrafen In het BBV wordt een aantal verplichte paragrafen genoemd. Voor de Omgevingsdienst Rivierenland zijn niet alle paragrafen van toepassing. Met de toezichthouder is afgesproken dat de paragrafen worden benoemd en degenen die van toepassing zijn voor de Omgevingsdienst Rivierenland worden opgenomen en uitgewerkt. Paragraaf a. lokale heffingen; b. weerstandsvermogen en risicobeheersing; c. onderhoud kapitaalgoederen; d. financiering; e. bedrijfsvoering; f. verbonden partijen; g. grondbeleid.
Actie n.v.t. Opgenomen Opgenomen Opgenomen Opgenomen n.v.t. n.v.t.
20
Weerstandsvermogen en risicobeheersing De paragraaf weerstandsvermogen bevat een duiding van het risicoprofiel, de risico's en het gewenste weerstandsvermogen. Dit is overeenkomstig hetgeen voorgeschreven in de BBV. Risicoprofiel De hoogte van het weerstandsvermogen is gebaseerd op de relatie tussen de risico's waar geen specifieke maatregelen voor zijn getroffen enerzijds en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de dienst heeft om niet geraamde kosten op te vangen anderzijds (BBV art. 11). De Omgevingsdienst Rivierenland loopt risico's. Een deel van deze risico's wordt afgedekt door het treffen van maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van bestemmingsreserves en voorzieningen en het inrichten van de administratieve organisatie en interne controle. Op voorhand kan t.a.v. het beleid worden gesteld dat het weerstandsvermogen in ieder geval tot en met 2017 wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de deelnemers. Niettemin kunnen er ook redenen ontstaan om binnen de Omgevingsdienst weerstandsvermogen op te bouwen. Op grond van wettelijke voorschriften kan de omgevingsdienst verplicht worden voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico's, verplichtingen en verliezen. Daarnaast kan het wenselijk worden geacht door de deelnemers om voor bepaalde activiteiten een reserve te hebben om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote afwijkingen veroorzaken in de jaarlijkse geraamde gemeentelijke bijdragen. 2.2. De risico's Bij deze begroting bestaan meerdere risico’s. De voornaamste zijn:
Ontbreken van uniformiteit in de uitvoering als gevolg van de wens naar teveel gemeentelijk maatwerk. Mocht dit risico zich voordoen, dan zal dit nadelig zijn voor de efficiency en kan dit leiden tot het niet halen van de efficiencytaakstelling. Hogere kosten voor ICT dan waarin nu voorzien is. Hogere uitvoeringskosten vanwege toepassing van het vastgestelde sociaal plan. In de begroting is nog in een aantal gevallen uitgegaan van kengetallen. Werkelijke kosten kunnen deze kengetallen overschrijden. Met name de vergoeding voor de reiskosten, de dienstreizen en de verblijfskosten blijft een reëel risico. In de begroting is hiervoor in combinatie met de kosten voor abonnementen en verzekeringen 3% van de loonsom opgenomen. Stoppen of de herverdeling van de subsidie Externe Veiligheid door het Rijk. Niet tijdig kunnen realiseren van de taakstelling op de primaire formatie 2015, 2016 en 2017. Niet tijdig (kunnen) afwikkelen van WOB-verzoeken en vergunningaanvragen
Omschrijving Gemeentelijke maatwerk Hogere kosten ICT Sociaal plan Dienstreizen, verblijfkosten Wegvallen subsidie Realiseren taakstelling Afwikkeling verzoeken en aanvragen Benodigd weerstandsvermogen
Bedrag 200.000 300.000 200.000 200.000 180.000 387.000 100.000
Kans 15% 10% 15% 40% 50% 20% 5%
Risico 30.000 30.000 30.000 80.000 90.000 77.400 5.000 342.400
21
2.3. Het gewenste weerstandsvermogen Het gewenste weerstandsvermogen zal pas na vaststelling (op basis van een notitie) van het beleid en een organisatie brede inventarisatie van de risico's etc. definitief kunnen worden bepaald. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit zijn de middelen die de omgevingsdienst heeft om de risico’s die zich voordoen op te vangen. De (incidentele) weerstandscapaciteit is het bedrag dat de Omgevingsdienst eenmalig beschikbaar heeft om te gebruiken voor het opvangen van risico’s, zonder dat hiervoor beleid hoeft te worden gewijzigd. Er is gekozen voor een post onvoorzien in de begroting. Deze post is zo opgenomen omdat er een onzekerheid zit in de kosten van de exploitatie van de ICT systemen en omdat het goed is dat er enige ruimte beschikbaar is om niet voorziene risico’s op te vangen. Mocht er op enig moment, door onvoorziene omstandigheden, binnen de ODR sprake zijn van niet begrote tegenvallers, die niet vanuit hierboven genoemde posten kunnen worden gedekt, dan zullen de deelnemers hiervoor aansprakelijk zijn. Bekostiging van deze tegenvallers vindt plaats middels hetgeen besloten in artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling ODR. Omschrijving Reserves Onvoorzien Totaal weerstandscapaciteit
Bedrag PM 75.000 75.000 + PM
In de bovenstaande tabel zijn de bedragen weergegeven per primitieve begroting 2014. Bij reserves staat een PM post, in de jaarrekening 2013 wordt een voorgedaan om een algemene reserve te vormen. De besluitvorming hierover vindt plaats in dezelfde vergadering van het Algemeen bestuur als wanneer de begroting 2015 wordt behandeld.
22
Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een overzicht van de onderhoudskosten. Omdat er voor de ODR gekozen is voor de huur van het gebouw bij de Regio en de afname van diensten door de clusters heeft de ODR niet of nauwelijks eigenkommen. De ODR heeft dan ook nauwelijks onderhoudskosten (maar wel exploitatievergoedingen). Voor deze paragraaf kan dan ook worden volstaan met de volgende opmerkingen: In 2013 is de inventaris voor het gebouw aangeschaft. De inventaris wordt in 15 jaar afgeschreven. Met de afschrijving van het krediet zal worden begonnen in 2014 (t+1).Verder zijn er geen kredieten aanwezig. In 2014 wordt onderzocht of het gewenst is om over te gaan tot de aanschaf van één of enkele bedrijfsauto's.
23
Financiering Inleiding De financieringsparagraaf in de begroting is, in samenhang met de financiële verordening, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd en geconcretiseerd naar de verschillende deelgebieden van treasury, namelijk risicobeheer, financiën en kasbeheer. Ook zijn de organisatorische randvoorwaarden weergegeven. Het financieringsvraagstuk van de ODR is van een beperkte omvang. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de meeste bedrijfsvoeringsonderdelen worden afgenomen van de clusters van gemeenten en het grootste deel van de begroting bestaat uit personeelslasten of daaraan gerelateerde kosten. De financieringsrisico's zullen om die reden slechts beperkt zijn. Algemene ontwikkelingen De treasuryfunctie is gebaseerd op de Wet Fido. Een belangrijk element daarbij is het meer zicht krijgen op de ontwikkeling van de financieringspositie, zowel op korte als lange termijn. Dit betreft dan met name het in beeld brengen van de behoefte aan financieringsmiddelen, gerelateerd aan de investeringsplanning en de inzet van vrijvallende dan wel beschikbaar komende financieringsmiddelen. Risicobeheer Uit hoofde van de treasuryfunctie kunnen middelen worden uitgezet. Het Treasurystatuut is hierbij leidend. Het schatkistbankieren voor decentrale overheden is 10 december 2013 in de eerste kamer aangenomen. Uiterlijk 31 december moest dit zijn geeffectueerd. Dit is ook zo uitgevoerd. Renterisicobeheer Algemene uitgangspunten met betrekking tot het renterisicobeheer zijn:
Geen overschrijding van de renterisiconorm (20% begrotingstotaal) conform de Wet Fido; nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning; de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
Kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de wet Fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de organisatie haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,2% van het begrotingstotaal aan lasten voor bestemming, dus met uitzondering van de stortingen in de reserves. De liquide middelen betreffen rekening-courant tegoeden. Deposito’s komen voort uit de financiering van het lopende bedrijf en de bestemmingsreserves. De huidige financiële positie geeft geen aanleiding om op de korte termijn maatregelen voor te stellen. Renterisiconorm Het renterisico op de lange financiering wordt wettelijk begrensd door de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de wet Fido aangemerkt: alle financieringsvormen met 24
een rentetypische looptijd groter dan één jaar. Het renterisico wordt gedefinieerd als het minimum van de netto nieuw aangetrokken schuld en de betaalde aflossingen, vermeerderd met het saldo van de contractuele renteherzieningen op de opgenomen en uitgezette geldleningen. Het renterisico op de lange termijn wordt beperkt tot de in wet genoemde 20% van de restant hoofdsom van de rentetypische langlopende leningen. Achterliggende reden voor het gebruik van de renterisiconorm is de spreiding van het renterisico over de jaren. Relatiebeheer Het betalingsverkeer is in hoofdzaak geconcentreerd bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten. De cijfers De omgevingsdienst verwacht niet dat er leningen dienen te worden aangetrokken.
25
Bedrijfsvoering Organisatie De organisatie van de ODR is vormgegeven op basis van een compacte organisatiestructuur. Dit betekent dat er drie afdelingen zijn met leidinggevenden. Iedere afdeling bestaat uit 3-4 teams. De teams voor Vergunningverlening en Toezicht/Handhaving zijn geografisch georganiseerd. De teams onder Specialisten en Advies zijn ingedeeld op basis van specialisatie. Het stafbureau valt rechtstreeks onder de directeur en bestaat uit 4 adviseurs. Zij adviseren het MT en organiseren ook de regiefunctie voor de ondersteuning. Directeur
Staf
Afdeling Vergunningverle ning
Afdeling
Afdeling
Toezicht/Handh aving
Specialisten en advies
Team 1
Team 1
Team 2
Team 2
Team 3
Team 3
Team 1
Team 2
Team 3
Team 4
Eind 2014 begin 2015 wordt geëvalueerd of de geografische indeling nog steeds de meest gewenste is. Mogelijk leidt dit tot andere teamindelingen. Kennis en vaardigheden Bij de ODR is de medewerker regisseur van zijn eigen loopbaan. Inzetbaar zijn en blijven is primair een verantwoordelijkheid van de medewerker zelf; de medewerker is daarop aanspreekbaar. Medewerkers stellen zich actief op als het gaat om het blijven voldoen aan de gestelde functie- en kwaliteitseisen. Daarvoor maken zij actief gebruik van (opleidings-) faciliteiten; door de werkgever aangereikt of op eigen initiatief aangedragen c.q. georganiseerd. Daarbij is sprake van “halen en brengen”. Medewerkers leveren zelf ook een bijdrage door opgedane kennis te delen met collega’s. De ODR kan zich alleen blijvend profileren als professionele organisatie als dit onderwerp goed is geborgd. Jaarlijks wordt een opleidingsplan vastgesteld conform het vastgestelde opleidingsbeleid. De realisatie van het opleidingsplan wordt periodiek besproken binnen het MT. Onderdeel van het opleidingsplan is het actueel houden van de kennis en vaardigheden op het gebied van wet en regelgeving. De komende jaren zullen we hieraan de nodige energie en middelen besteden. Uitsluitend met actuele kennis is het mogelijk om de taakstelling waar de ODR voor geplaatst staat op een goede manier in te vullen.
26
Klanttevredenheid We leveren onze diensten aan burgers en bedrijven in Rivierenland. Het is gewenst dat wij dit op een goede manier doen. De enige manier om dit vast te stellen is om dit ook periodiek te meten. Ook is het gewenst om te bezien op welke manier nieuwe middelen ingezet kunnen worden in de bedrijfsvoering van de ODR. We denken dan vooral aan de inzet van pre-mediation. Er worden door de ODR mediationvaardigheden ingezet om op een informele manier op zoek te gaan naar de oplossing. Een aantal acties willen we in 2015 oppakken:
Ontwikkeling verbetercyclus: o Ontwikkeling klanttevredenheidsformulier met medewerkers o Continue meting aan de hand van dit formulier o Ontwikkeling enkele indicatoren o Bijstelling werkprocessen en procedures o Borging Onderzoek naar de mogelijke inzet van pre-mediation Verbetering doorlooptijden
Planning & control cyclus op orde Voor een continu proces van verbetering van de organisatie en het beheer van alle middelen is het nodig om de planning en control cyclus op orde te houden. Op hoofdlijnen moeten de volgende elementen in de cyclus terug komen: In 2015 zullen we verdere aandacht geven aan de ontwikkeling van begroting en jaarrekening.
Netwerkontwikkeling De ODR is als een samenwerkingsverband van verschillende gemeenten en de provincie Gelderland tot stand gekomen. Het is gewenst om elkaar goed te kunnen vinden en elkaar waar we kunnen te versterken. De visie en missie van de ODR zijn uitgangspunt. Netwerkontwikkeling zal daarbij steeds kritisch op de merites beoordeeld worden. Binnen het
27
stelsel van de Gelderse Omgevingsdienst wordt de netwerkontwikkeling ondersteund door het Portaal. In het netwerk hebben we met meerdere partners te maken. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan:
Waterschap Ministerie Veiligheidsregio (Brandweer, Politie, GHOR) Openbaar Ministerie Overige OD’s in Nederland Rechtbanken Adviesbureaus (bv constructeurs, Tauw, DLV)
Binnen deze netwerken willen we onze kennis en kunde samen met de deelnemers en de andere omgevingsdiensten borgen en bundelen. Hiervoor zullen we een actieve bijdrage leveren aan netwerkoverleggen, stelsel werkgroepen, adviseurs overleggen en andere vormen van afstemming binnen de regio, de provincie en op landelijk niveau. Bovendien willen we met het programma ketentoezicht ook gericht extra inzet plegen op de netwerkontwikkeling. Het is immers van groot belang dat we de inzet hiervoor op een goede manier afstemmen met het Stelsel, het OM en de politie. Ten slotte zullen we in 2015 onderzoeken op welke wijze we met aannemers, architecten en andere belanghebbenden structurele afstemming kunnen zoeken, waardoor de wederzijdse afstemming nog beter kan verlopen. Uniformering beleid en oppakken nieuwe beleidsontwikkelingen In het bedrijfsplan van de ODR is opgenomen om na de start meer toe te gaan werken naar een mogelijke uniformering van beleid door de deelnemers. Bovendien worden de deelnemers en de ODR geconfronteerd met nieuw beleid en nieuwe wetgeving. Beide ontwikkelingen vragen om afstemming en advisering. Hoe gaan we hier bv. als organisatie mee om en wat betekent dit voor de deelnemers? Waaraan geven we prioriteit en wat doen we met onderwerpen die we minder belangrijk vinden? Het is de bedoeling om de komende jaren een aantal thema’s op te pakken:
Implementatie van nieuwe wet- en regelgeving en beleidsontwikkelingen Handhavingsprogramma en -verslaglegging Milieu-jaarprogramma en -verslaglegging Activiteitenbesluit Overige taken in het kader van de “Big 8”.
Informatievoorziening Vanaf de start van de ODR is er veel geïnvesteerd in de verbetering van de informatievoorziening. De eerste periode heeft de aandacht vooral gelegen op de volgende onderdelen:
Primaire processen: werkstroombesturing en digitale archivering Overhead: financiële administratie, salarisadministratie Infrastructuur: werkplekken, netwerk en servers.
Onderstaand overzicht geeft een goed beeld van het totale ICT landschap 28
Het is de bedoeling om de komende periode de aandacht te verleggen naar diverse andere onderdelen. Tranche 2 Suite 4 omgevingsdiensten op basis van het Plan van Eisen. Op basis van de behoefte binnen de organisatie en de roadmap van centric (implementatie meegeleverde componenten en koppelingen) wordt er een selectie gemaakt van eisen en wensen waar we in 2015 mee aan de slag gaan. We zullen daarbij ook kijken naar de bestaande werkprocessen. Gegevensbeheer Gegevens uit de basisregistraties moeten regelmatig worden ingelezen. Nadat nieuwe gegevens zijn ingelezen worden mutaties automatisch doorgevoerd in de registratie en dit proces moet worden gecontroleerd. Op termijn zal het gegevensbeheer ook verantwoordelijk worden voor consistentiecontroles en het verbeteren van de volledigheid, betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens. Het is gewenst dit verder uit te bouwen en te verbeteren. Verdere implementatie van de basisregistraties.
De basisregistraties zijn voor de ODR van essentieel belang. We willen in 2014 en 2015 verder werken aan de koppeling en integratie met de ODR. Gedacht wordt aan de volgende onderdelen:
Koppeling kadaster (Percelen) De BAG panden kaart Het geautomatiseerd verwerken van GBA en BAG mutaties. Koppeling stelselinformatievoorziening
Geo portaal De ODR beschikt nog niet over één GEO portaal. Het is de bedoeling om in 2014 het GEO portaal gereed te maken voor gebruik en er een beperkte gegevens set in te lezen. In 2015 wordt aanvullende GEO informatie toegevoegd.
29
Inventarisatie informatiebehoefte aansturing primaire proces Om te voorkomen dat er voor elke behoefte een aparte voorziening wordt getroffen, wordt de informatiebehoefte geïnventariseerd zodat er een integraal plan van aanpak kan worden geschreven voor de levering van deze informatie. Denk hierbij onder andere aan wensen naar aanleiding van de verander agenda en de zelfevaluatie. Vierjaarlijks wordt het informatieplan ontwikkeld en vervolgens jaarlijks bijgesteld en geëvalueerd.
30
Financiële begroting Uitgangspunten begroting 2015 en meerjarenraming 2016 - 2018: 1. Er is gewerkt aan het verder ontwikkelen van de programmateksten. De drie W-vragen, Wat willen We bereiken, Wat gaan we ervoor doen en Wat mag het kosten, zijn expliciet opgenomen. 2. De programma’s zijn herverdeeld op basis van de formatieve inbreng en de daarbij behorende bijdrage, zoals deze bij de begrotingswijziging 2014 is gepresenteerd. 3. De raming van het percentage voor de lonen en prijzen voor het jaar 2015 worden gebaseerd op de percentages van het CPB genoemd in de septembercirculaire van het jaar 2013, de laatste jaarschijf in de tabel. Voor de prijzen wordt het percentage voor de netto materiële overheidsconsumptie gehanteerd, voor de lonen de loonvoet voor de sector overheid. 4. Voor de prijzen wordt het percentage voor de netto materiële overheidsconsumptie gehanteerd, 2%. 5. Voor de lonen wordt het percentage “lonen en salarissen” van 1% gehanteerd. 6. De meerjarenbegroting is tegen constante prijzen opgesteld. 7. Er is een budget begroot van 3% van de loonsom voor reiskosten, abonnementen en verzekeringen. 8. Voor de overhead taken wordt uitgegaan van een minimaal benodigde overhead waarmee de organisatie op een kwalitatief goede manier wordt ondersteund. 9. De begroting 2015 wordt opgesteld, rekening houdend met de efficiencytaakstelling. In 5 jaar tijd loopt deze met 1% per jaar op naar 5%. Voor 2015 is 3% ingevuld. Voor de jaren 2016 en 2017 is de taakstelling in de meerjaren cijfers eveneens verwerkt. 10. De kosten van het Gelders stelsel zijn bruto in de begroting verwerkt. 11. De korting op de overhead die voortkomt uit de toetreding van de gemeente Neerijnen voor het bouw-deel is (meerjarig) doorgevoerd in de bijdrage van de deelnemers. 12. De ODR houdt rekening met een andere systematiek van het ramen van de loonsom om aan te sluiten bij de ramingssystematiek zoals deze is voorgesteld vanuit het stelsel. Hierdoor zal de vergelijkbaarheid tussen de omgevingsdiensten kunnen toenemen. 13. Onvoorzien is geraamd op 75.000,-14. Per 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht geworden, als gevolg waarvan de bevoegdheid voor een deel van het provinciale bedrijvenbestand Wabo over gaat naar de gemeenten. De begrotingswijziging is structureel budgettair neutraal opgesteld vanaf 2014. De omgevingsdienst heeft in de begroting een aantal PM posten opgenomen voor de bijdrage van de Provincie. Deze posten moeten nog in nader overleg met de provincie worden ingevuld. De provincie geeft aan dat het bekend is dat de budgetten niet geheel aansluiten met de taken/uren tussen gemeenten en provincie. Daar zal de provincie zeker nog over in contact zijn met de omgevingsdiensten.
31
Ontwerp rek. 2013 9 mnd
Primitieve begroting 2014
Begroting na wijz. 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Lasten Vergunning verlening Toezicht en handhaving Advisering Ketentoezicht Totale lasten
2.444.617
3.609.088
3.869.179
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
2.391.352
4.208.880
4.375.756
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
2.326.796
3.123.206
3.181.188
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
311.503
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
7.474.268 11.564.880 12.049.829 12.373.735 12.309.235 12.244.735 12.244.735
Baten Vergunning verlening
2.634.302
3.609.088
3.869.179
3.971.528
3.963.397
3.942.781
3.942.781
Toezicht en handhaving
2.631.416
4.208.880
4.375.756
4.387.551
4.282.003
4.257.541
4.257.541
Advisering
2.704.918
3.123.206
3.181.188
3.410.328
3.459.507
3.440.085
3.440.085
352.938
623.706
623.706
604.328
604.328
604.328
604.328
Ketentoezicht Totale baten Saldo
8.323.574 11.564.880 12.049.829 12.373.735 12.309.235 12.244.735 12.244.735 849.306
0
0
0
0
0
0
Mutaties reserves: Toevoegingen Onttrekkingen
128.566
Financieel resultaat Wijzigingen ten opzichte van de begroting 2014 na wijziging.
A B C D E F G H
Omschrijving Begrotingstotaal 2014 na wijziging Incidentele budgetten Neerijnen vol jaar Begrotingstotaal 2014 structureel Taakstelling 2015 Materiele index Personele index Periodieken Gratificaties (Car/Uwo) Herberekening vakantiegeld Begrotingstotaal 2015
Bedrag 12.049.829 -172.681 83.954 11.961.102 -64.500 52.357 86.569 60.000 30.000 248.207 12.373.735
Vanuit het begrotingstotaal na wijziging 2014 worden een aantal posten verwerkt om tot het structurele begrotingstotaal 2014 te komen voor de analyse tussen de begroting 2014 en 2015. A: In de begroting 2014 zit een aantal incidentele middelen, opleiding en de eenmalige lasten voor de inbreng van de bouw en overige Wabo-taken door de gemeente Neerijnen hiervoor wordt het begrotingstotaal gecorrigeerd.
32
B: De gemeente Neerijnen heeft per 1 maart 2014 de bouw en overige Wabo-taken overgebracht naar de ODR. Om te komen tot een vol jaar van de inbreng is deze post opgenomen. C: Bij het starten van de ODR is besloten om de ODR een efficiencytaakstelling mee te geven. In 5 jaar tijd loopt deze met 1% per jaar op naar 5%. D: De materiele lasten, zoals de DVO-bijdrage en ict-kosten zijn geïndexeerd. E,F,G: De personele begroting is geïndexeerd en er zijn periodieken en jubilea geraamd. H: Vanuit de primitieve begroting 2013 is er een aantal zaken verder ingevuld en begroot. De primitieve begroting is gebaseerd op de werkelijke ingebrachte loonkosten per 2013. Bij de opstart is rekening gehouden met het werkelijke vakantiegeld voor de maanden januari tot en met mei. De eerste drie maanden zijn incidenteel vrijgevallen in de jaarrekening 2013 omdat de ODR per 1 april 2013 is gestart. In de bestuursrapportage is een doorrekening gemaakt voor de loonsom 2014, op basis van de loonsom 2013 met een index en correctie voor de periodieken. Daarbij is destijds geen rekening gehouden met het deels geraamde vakantiegeld. Deze worden hier bijgeraamd. Incidentele baten en lasten Het geraamde begrotingssaldo kan mede worden bepaald door de raming van een aantal incidentele baten en lasten. Om een goed perspectief te hebben op basis waarvan gefundeerde besluitvorming kan plaatsvinden is het zeker aan te bevelen dit begrote perspectief te ontdoen van deze invloeden en zodoende inzichtelijk te hebben hoe groot het werkelijke structurele saldo bedraagt. Onderstaand treft u hiervan een berekening aan. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Geraamde incidentele baten en lasten die worden gecompenseerd door beschikkingen over dan wel toevoegingen aan reserves en hebben per saldo geen invloed op het structureel meerjarig perspectief Voor de begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2016 – 2018 zijn geen incidentele bedragen begroot.
33
BIJLAGE
Opbouw uurtarief
Overhead Personeel Overhead Personeelskosten
1.011.584
Opleidingskosten
20.232
Algemene personeelskosten
54.828
Materieel Overhead DVO's
1.648.639
ICT en overige kosten
476.027
Afschrijvingslasten
31.975
Onvoorzien
75.000
Toerekening ketentoezicht Totaal overhead
-122.624 3.195.659
Personeel Primair proces Fte
114,52
Personeelskosten
7.724.727
Opleidingskosten
154.495
Algemene personeelskosten
240.331
Totaal primair proces
8.119.552
Uurtarief Overhead uurtarief
20,67
Productief uurtarief Totaal uurtarief
52,52 73,19
Voor de doorberekening naar externe heeft de ODR een gedifferentieerd uurtarief op basis van een schaalindeling. Deze tarieven worden gebruikt naar externe die extra diensten van de ODR afnemen. Uurtarief
tot en met schaal 7
Schaal 8 - 9
Schaal 10 en hoger
Overhead uurtarief
20,67
20,67
20,67
Productief uurtarief
37,20
49,12
59,98
Totaal uurtarief
57,87
69,79
80,65
35
Overzicht: Bijdrage per deelnemer 2015
Bijdrage
2015
2016
2017
2018
Gemeente Buren
2.069.915
2.054.058
2.040.472
2.040.472
Gemeente Culemborg
1.199.464
1.190.226
1.182.329
1.182.329
Gemeente Geldermalsen
1.487.617
1.476.122
1.466.309
1.466.309
Gemeente Lingewaal
252.905
250.964
249.302
249.302
Gemeente Maasdriel
1.265.677
1.255.909
1.247.566
1.247.566
Gemeente Neder-Betuwe
549.972
545.922
542.393
542.393
Gemeente Neerijnen
658.573
682.427
692.395
692.395
Gemeente Tiel
858.728
852.614
847.207
847.207
Gemeente West Maas en Waal
1.438.312
1.427.357
1.417.948
1.417.948
Gemeente Zaltbommel
1.959.421
1.944.558
1.931.771
1.931.771
Provincie Gelderland
132.665
129.823
128.402
128.402
Bijdrage Omgevingsdiensten
267.716
267.716
267.716
267.716
43.848
42.618
42.003
42.003
Archeologie Externe Veiligheid Totaal
188.922 188.922 188.922 188.922 12.373.735 12.309.235 12.244.735 12.244.735
Korte toelichting op:
- Ontwerp Jaarstukken 2013 - Voorstel DB resultaatbestemming Jaarrekening 2013 - Ontwerp Begrotingswijziging 2014 - Ontwerp Programmabegroting 2015
Jaarstukken 2013 Algemeen Met de vastgestelde begroting 2013 verleende het Algemeen Bestuur (AB) mandaat aan de ODR voor het besteden van de in de begroting voorgestelde budgetten. Met voorliggende ontwerp jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over de beleidsrealisatie en het behaalde financiële resultaat over 2013. Resultaat Het jaar 2013 sluit voor de ODR in financiële zin met een positief rekeningsaldo van € 739.320,-. Het AB is bevoegd te besluiten over de bestemming van dit saldo. Stand van zaken projectkrediet In de bijlage van de jaarstukken 2013 is de voortgang opgenomen van het project implementatie ODR. De implementatie-fase is grotendeels afgerond op enkele onderdelen na. De intentie is om het projectkrediet eind 2014 af te sluiten. Accountantsverklaring Het Algemeen Bestuur is opdrachtgever van de accountant. In het rapport van bevindingen brengt de accountant verslag uit van de bevindingen en de uitkomsten van de controle van de jaarrekening. De accountant heeft geen specifieke aandachtspunten in het rapport opgenomen die om extra (bestuurlijke) aandacht vragen. De accountant geeft een goedkeurende controleverklaring bij de getrouwheid én de rechtmatigheid. Financiën Per programma is in het jaarverslag aangegeven of en in welke mate de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 zijn gerealiseerd. De toelichting op de financiële afwijkingen is gegeven in de jaarrekening. De belangrijkste oorzaken van het positieve resultaat over 2013 zijn: Voordeel inhuur en vacature ruimte Voordeel vakantiegeld en eindejaarsuitkering januari tot en met maart Vrijval post onvoorzien
Pagina 2 van 7
Resultaatbestemming Vorming weerstandsvermogen Het DB stelt voor om een bedrag van € 214.449,- toe te voegen aan de algemene reserve ter vorming van weerstandsvermogen voor de ODR. De mogelijkheid om een weerstandsvermogen op te bouwen is gegeven in artikel 31 gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland. Daarin wordt aangegeven dat een batig saldo van de jaarrekening door het algemeen bestuur kan worden toegevoegd aan de reserves tot een maximum van 2.5% van de jaarlijkse exploitatielasten of €500.000 en wel de laagste van deze twee. P&O-taken stelsel Verder wordt voorgesteld het voordeling saldo van € 41.435,- op het programma Ketentoezicht voor de P&O-taken van het stelsel te bestemmen. In de vergadering van het AB op 18 december 2013 is de vraag vanuit het stelsel aan de orde geweest om het saldo van de stelseltaak ketentoezicht te reserveren voor de komende P&O-taken die het stelsel in 2014 verder wil gaan uitvoeren om te komen tot een meer uniform personeelsbeleid voor de Gelderse Omgevingsdiensten. Zoals op 18 december aangegeven is ingeval er geld overblijft op een stelseltaak in principe het AB bevoegd hier een bestemming voor te kiezen. Het voorzittersoverleg van de Gelderse Omgevingsdiensten acht dit onwenselijk want het is in principe geen “eigen geld” . Afgesproken is daarom hiervoor een voorziening in te stellen en daarmee dit geld voor stelseltaken te reserveren. Restant resultaat Tot slot stelt het DB voor het restant rekeningresultaat van € 483.436,- uit te keren aan de deelnemers. Het saldo van de jaarrekening 2013 is ontstaan op basis van de inbreng van de deelnemers. Het is dan ook niet meer dan logisch dat het saldo wordt teruggestort aan de deelnemers. Voorgesteld wordt om het restantbedrag van € 483.436,- van het rekeningresultaat aan de deelnemers terug te storten op basis van de werkelijke bijdrage.
Pagina 3 van 7
Begrotingswijziging 2014 Algemeen De begroting 2014 is in maart 2013 vastgesteld op basis van de begroting 2013. Na de vaststelling van de begroting 2013 en 2014 is de inbreng van de deelnemers nog gewijzigd. Ook heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die leidt tot het aanpassen van de begroting 2014. Ontwerp begrotingswijziging 1, betreft definitieve inbreng van de deelnemers.. Begrotingswijziging 1 is de wijziging waarbij de definitieve inbreng van de deelnemers is vastgesteld. De wijziging is een vertaling van de eerder uitgebrachte bestuursrapportage 2013. In de rapportage is een aantal wijzigingen opgenomen die nu worden verwerkt in de aangepaste begroting. Enkele belangrijke wijzigingen zijn: De programmatotalen zijn herverdeeld op basis van de formatieve indeling uit de laatste versie van het Organisatie- en formatieplan (O&F-plan) van de ODR. Er is sprake van een efficiencytaakstelling. In 5 jaar tijd loopt deze met 1% per jaar op naar totaal 5%. Voor 2014 bedraagt de taakstelling cumulatief 2%. Ontwerp begrotingswijziging 2, betreft gewijzigde bekostiging van de Wabo-taken. Per 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht geworden, als gevolg waarvan de bevoegdheid voor een deel van het provinciale bedrijvenbestand Wabo over gaat naar de gemeenten. Eén van de consequenties van de decentralisatie is, dat er een financiële vereffening is doorgevoerd van zowel het provinciefonds als het gemeentefonds. In de gemeentecirculaire gemeentefonds van december 2013 zijn gemeenten geïnformeerd over deze vereffening. Ook zijn gemeenten hierover in een afzonderlijke brief van de ODR geïnformeerd. Doordat de begrotingswijziging budgettair neutraal is opgesteld heeft de omgevingsdienst in de begroting een aantal PM posten opgenomen voor de bijdrage van de Provincie. Deze posten moeten nog in nader overleg met de provincie worden ingevuld. Ontwerp begrotingswijziging 3, betreft eenmalig vaststellen opleidingsbudget. In het AB van 18-december 2013 is besloten om de opleidingsgelden vanuit 2013 te reserveren voor het jaar 2014. Om deze gelden te kunnen besteden is het noodzakelijk dat ze beschikbaar komen in de begroting 2014. (Technische) begrotingswijziging 4, Betreft de inbreng van extra taken door Neerijnen. Op 18 december 2013 is door het Algemeen Bestuur besloten tot de inbreng van de bouw en overige Wabo-taken door de gemeente Neerijnen per 1 maart 2014. Deze begrotingswijziging geeft de financiële uitvoering daarvan aan op de programma’s. Met de begrotingswijzigingen wordt een geactualiseerd beeld gegeven van de begroting 2014. Op de volgende onderdelen zijn aanpassingen gedaan: Inbreng formatie (op basis van de bestuursrapportage 2013) Inbreng budgetten inhuur en regio (op basis van de bestuursrapportage 2013) Stelseltaken zijn bruto opgenomen Wabo-taken zijn budgettair neutraal verwerkt Inbreng extra taken Neerijnen zijn verwerkt
Pagina 4 van 7
De aanpassingen leiden tot een nieuwe berekening van de deelnemersbijdragen. Zie onderstaande tabel:
Deelnemer DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente Geldermalsen DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente Betuwe DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente DVO bijdrage Gemeente en Waal DVO bijdrage Gemeente
Buren Culemborg
Lingewaal Maasdriel NederNeerijnen Tiel West Maas Zaltbommel
DVO bijdrage Provincie Gelderland Reserve Opleidingsbudget Bijdrage Gelderse omgevingsdiensten Gemeentelijke bijdrage archeologie en subsidie EV
Wijziging 2014 obv Neerijnen BestuursVTH 10 mnd en rapportage wijziging eenmalig 1.860.784 138.399 1.098.664 59.860 1.378.292 215.822 1.167.732
58.586 28.444 54.765
426.585 168.428 579.309
104.436 30.567 249.627
1.266.837 1.700.007 1.179.118 0
122.266 192.315 1.039.265 0
276.300
0
234.000 11.551.880
0 0
Opleiding s-budget eenmalig
Nieuw bedrag 2014 1.999.183 1.158.524 1.436.878 244.266 1.222.497 531.021 568.379 828.936
369.384
1.389.103 1.892.322
128.566
139.853 128.566 276.300
369.384
128.566
234.000 12.049.829
Pagina 5 van 7
Begroting 2015 – 2018 Algemeen Door het vaststellen van de begroting verleent het algemeen bestuur een mandaat aan de ODR voor het besteden van de in de begroting voorgestelde budgetten. Binnen de afspraken stelt deze begroting doelen voor de ODR met daarbij een scherp oog voor de (verwachte) ontwikkelingen omtrent dienstverlening, de fase waarin de ODR zich bevind en de belangen van de deelnemers. Voor 2015 richten deze doelen zich erop om de ODR verder te laten groeien als professionele organisatie en te groeien als partner ten aanzien van alle betrokken deelnemers. Voor ieder programma zijn in de begroting de belangrijkste doelen benoemd, de speerpunten van het beleid samen met indicatoren en de belangrijkste aandachtspunten. Ten opzichte van de primitieve begroting 2014 is de begroting 2015 op een aantal onderdelen aangepast. Enkele belangrijke wijzigingen zijn: De programmatotalen zijn herverdeeld op basis van de formatieve inbreng zoals verwoord in de bestuursrapportage 2013. De inhuur budgetten zijn niet meer apart zichtbaar op de programma’s. De kosten van de bijdrage aan het stelsel waren in de begroting 2013 meegenomen in de overhead. Nu is dit toegevoegd als last op het programma Ketentoezicht. Er is sprake van een efficiencytaakstelling. In 5 jaar tijd loopt deze met 1% per jaar op naar 5%. Voor 2015 is 3% van de taakstelling ingevuld conform het bedrijfsplan. Omvang subsidie externe veiligheid nog niet bekend De subsidie externe veiligheid is meerjarig opgenomen in de begroting. De omvang van de subsidie is op het moment van opstellen van de begroting nog niet bekend. Het ministerie van I en M zal waarschijnlijk pas in juni duidelijkheid geven over de subsidie die beschikbaar komt voor de uitvoering van EV-taken binnen Gelderland en wat de speerpunten zijn. De subsidie is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Bekostiging taken provincie deels PM Per 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht geworden, als gevolg waarvan de bevoegdheid voor een deel van het provinciale bedrijvenbestand Wabo over gaat naar de gemeenten. De begrotingswijziging is structureel budgettair neutraal opgesteld vanaf 2014. De omgevingsdienst heeft in de begroting een aantal PM posten opgenomen voor de bijdrage van de Provincie. Deze posten moeten nog in nader overleg met de provincie worden ingevuld. Financiën Per programma is in de begroting aangegeven wat we willen bereiken en wat we daar voor gaan doen. De toelichting op het financiële resultaat is opgenomen in de financiële begroting. De belangrijkste onderdelen van de begrotingsontwikkelingen zijn:
A B E D E F G H
Omschrijving Begrotingstotaal 2014 na wijziging Incidentele budgetten Neerijnen vol jaar Begrotingstotaal 2014 structureel Taakstelling 2015 Materiele index Personele index Periodieken Gratificaties (Car/Uwo) Herberekening vakantiegeld Begrotingstotaal 2015
Bedrag 12.049.829 -172.681 83.954 11.961.102 -64.500 52.357 86.569 60.000 30.000 248.207 12.373.735
Pagina 6 van 7
Vanuit de primitieve begroting 2013 is er een aantal zaken verder ingevuld en begroot. De primitieve begroting is gebaseerd op de werkelijke ingebrachte loonkosten per 2013. Bij de opstart is rekening gehouden met het werkelijke vakantiegeld voor de maanden januari tot en met mei. De eerste drie maanden zijn incidenteel vrijgevallen in de jaarrekening 2013 omdat de ODR per 1 april 2013 is gestart. In de bestuursrapportage is een doorrekening gemaakt voor de loonsom 2014, op basis van de loonsom 2013 met een index en correctie voor de periodieken. De berekening is gebaseerd op enkele maanden ervaring met de uitbetaling. Inmiddels bestaat er een volledig beeld van de loonkosten. In verband hiermee is er een correctie gemaakt op de berekening van het vakantiegeld. De ODR houdt verder rekening met een andere systematiek van het ramen van de loonsom om aan te sluiten bij de ramingssystematiek zoals deze is voorgesteld vanuit het stelsel. Hierdoor zal de vergelijkbaarheid tussen de omgevingsdiensten kunnen toenemen.
Pagina 7 van 7
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheimhouding:
Commissie Bestuur College van B&W voortgangsrapportage project Zohra Burgemeester Beenakker 8 april 2014 Nee
Vraag aan de commissie: 1. Bespreken van de eerste voortgangsrapportage project Zohra.
Context / achtergrondinformatie: Eind 2013 is het project Zohra van start gegaan. Het projectplan is in zowel college als Raad geaccordeerd en de Raad heeft een startbedrag van € 50.000 ter beschikking gesteld. Met deze voortgangsrapportage wordt invulling gegeven aan het in het projectplan genoemde evaluatiemoment. Uit deze eerste evaluatie blijkt: 1. Dat in totaal 11 personen in traject zijn gegaan (één groep van 5 jongeren en één groep van 6). Deze hebben inmiddels de empowermentraining afgerond en zijn grotendeels doorgestroomd naar andere vervolg trajecten. 2. 6 personen zijn geplaatst in leerwerkbedrijven (Horeca). 1 persoon zit in detentie, 1 persoon is met een ander opleidingstraject begonnen en 1 persoon volgt eerst een traject via verslavingszorg. Voor 2 personen wordt nog een vervolgtraject opgezet 3. Binnenkort start een nieuwe groep (minimaal 5 en maximaal 10 personen) 4. Na overleg met de ondernemers van het Korenbeursplein bleek dat er geen draagvlak was voor vestiging van het restaurant Zohra (als leerwerk plek voor deze doelgroep). Op dit moment wordt een andere locatie gezocht. 5. Financiële dekking voor 2014 (totaal 20 personen) is gevonden. Deze dekking komt uit de beschikbaar gestelde eenmalige bijdrage van de Raad (€ 50.000). Daarnaast is een bijdrage van het ministerie van V&J beschikbaar (€ 15.000 vanuit de toegezegde bijdrage m.b.t. de aanpak van woninginbraken) en worden GSO gelden (€ 50.000 2e tranche) hiervoor aangewend. 6. Voor het vervolg dient nog financiële dekking gevonden te worden. Op dit moment is een subsidieaanvraag gedaan bij Rijk en Provincie en wordt een beroep gedaan op diverse andere fondsen (o.a. burger weeshuis). Daarnaast worden (beperkt) participatiegelden ingezet. 7. N.a.v. de eerste ervaringen is de oorspronkelijke projectbegroting bijgesteld (over de projectperiode van 3 jaar met ruim € 50.000 verlaagd) Kanttekeningen 1. Het project Zohra kost geld maar levert ook veel op. Het aantal misdrijven is op een aantal onderdelen fors gezakt. Een voorbeeld hiervan zijn het aantal woninginbraken. Een causaal verband met het project Zohra is niet aantoonbaar maar de indruk bestaat dat dit wel degelijk hierop invloed heeft. Daarnaast blijkt uit onderzoek van het wetenschappelijk en documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van V&J (voorheen Justitie) dat de maatschappelijke schade per veelpleger per jaar circa € 35.000 bedraagt. 2. Een aantal aanpassingen aan het project wordt nog onderzocht (b.v. stichtingsvorm) 3. Indien geen nieuwe financiële fondsen beschikbaar komen zal het project eind 2014
moeten stoppen na de derde groep (in totaal hebben dan 20 personen de empowermenttraining en een vervolgtraject doorlopen,)
Bijlagen: 1. Voortgangsrapportage
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Programmabureau veiligheid Erik van Keken en Noor Smits 0344637362 / 0344637281
[email protected],
[email protected]
Voortgangsrapportage Project Zohra
Datum: april 2014
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
1. Inleiding
4
2. Achtergrond van het project Zohra
5
3. Afgelopen periode m.b.t. empowermenttraining de Bron
6
4. Afgelopen periode m.b.t. het restaurant en leerwerkproject Zohra
11
5. Afgelopen periode m.b.t. beeldvorming
12
6. Afgelopen periode m.b.t. samenwerking
13
7. Financiële verantwoording
14
8. Aankomende periode
15
Bijlage 1: Empowermenttraining de Bron
2
Voorwoord
Voor u ligt het voortgangsrapport waarin beschreven wordt hoe de eerste projectperiode, van november 2013 tot en met april 2014, van het project Zohra is verlopen. Bij de start van het project in november 2013 is door de gemeenteraad (commissie bestuur en samenleving d.d. 28 november 2013) van Tiel, ingestemd met het Zohra project, met de looptijd van 3 jaar. Conform het projectplan ligt hier nu het eerste tussentijdse voortgangsrapportage. De ontwikkelingen, aanpassingen, de concrete feiten en in welke mate de doelen zijn behaald kunt u lezen in dit verslag.
Noor Smits
1. Inleiding 3
Deze voortgangsrapportage bevat de resultaten van de evaluatie van de eerste vijf maanden van het ‘project Zohra‘. Met behulp van deze voortgangsrapportage kan vastgesteld worden welke (deel) doelstellingen van het project zijn gerealiseerd, welke knelpunten zich in de praktijk hebben voorgedaan en op welke wijze het project het beste gecontinueerd kan worden. Bij de uitvoering van het project zijn de volgende partijen betrokken: Projectteam Politie Tiel Reclassering Humanitas Ottho Gerhard Heldring ROC Rivor Leerplicht RMC CWI Jongerenloket Innovium Bureau jeugdzorg (Patch) Jongerenwerk (Mozaïek) Deelnemers (jongeren zelf) Dit samenwerkingsberband heeft bijdragen geleverd aan het verkrijgen van inzicht in het effect van het project, het functioneren van het project en de voor en nadelen van de huidige opzet van het project, dat heeft geleid tot onderhavige evaluatie. Hiernaast is het advies en de op- en aanmerkingen van de commissie bestuur en samenleving d.d. 28 november 2013 ook meegenomen in de uitwerking en evaluatie van het project. Zoals het verbreden van de samenwerking met andere ondernemers, verbreden van de doelgroep waarvoor het project is bestemd, de doorgeleiding naar andere beroepssectoren dan de horeca en het onderzoek naar de rechtsvorm van het leerwerkbedrijf (stichting). De indeling van de voorgangrapportage is als volg: achtergrond van het project Zohra afgelopen periode aankomende periode financiële verantwoording
2. Achtergrond van het project Zohra 4
Vanuit het veiligheidshuis rivierenland en overige risicojongeren- en verplegers overleggen zijn er ongeveer 50 jongeren, tussen de 15 en 23 jaar, in beeld die niet beschikken over een startkwalificatie, een strafblad hebben (een deel) en moeilijk bemiddelbaar zijn met alle gevolgen voor de persoonlijke situatie, maar ook voor de openbare orde en veiligheid. Sommige van deze jongeren maken onderdeel uit van de criminele jeugdgroep en zijn vermoedelijk verantwoordelijk voor een groot deel van de woninginbraken in de gemeente Tiel. Het criminaliteitspatroon van deze groep wordt gekenmerkt door lichte en zware vermogensdelicten. Naast woninginbraken, wordt deze groep ook in verband gebracht met andere delicten zoals drugscriminaliteit, overlast in het centrum, vernieling, openlijke geweldpleging en mishandeling. Kenmerkend aan deze groep jongeren is dat zij criminaliteit plegen voor financieel gewin, in plaats van de kick of de status. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. Daarnaast zijn er enkele jongeren van Nederlandse, Somalische, Molukse en Turkse etnische achtergrond. Het gaat om jongeren die in principe over de capaciteiten beschikken om hun schoolloopbaan met minimaal een startkwalificatie af te sluiten, maar die door een opeenstapeling van problemen (gedragsproblemen, instabiele thuissituatie, schulden, criminaliteit etc.) een groot risico lopen op school- en maatschappelijke uitval. Deze jongeren hebben een gecombineerd aanbod nodig waarbij intensieve begeleiding, zorg- en hulpverlening nauw verbonden is met het onderwijs- en werkaanbod, in een op het individu afgestemd traject. Als oplossingen voor dit probleem is het idee ontstaan om, in samenwerking met de ondernemer van het Noord Afrikaanse en Midden Oosten restaurant Zohra, het project Zohra te creëren. Het project bestaat uit twee onderdelen, namelijk 1. Empowermenttraining; 2. Leerwerkproject in het restaurant Zohra De empowermenttraining is een verregaande, intensieve, krachtige en effectieve training in persoonlijke groei. De training creëert en stimuleert bewustwording, inzichten, zelfvertrouwen, geloof in eigen kracht en successen. Verder draagt de training bij aan sociale activering. Deelnemers krijgen tijdens de training vaardigheden aangeleerd, waarmee zij zich beter kunnen profileren en een grotere kans maken om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Voor uitgebreide informatie over de empowermenttraining wordt verwezen naar de bijlagen. Na de empowermenttraining kunnen jongeren doorstromen naar het leerwerkproject in het restaurant Zohra en naar andere bedrijven. Hier worden deze jongeren opgevangen en kunnen een vak leren. Naast beroeps-, werknemers- en sociale vaardigheden, wordt binnen en buiten het leerwerkbedrijf ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. De jongeren die niet naar de horeca doorstromen, stromen door naar andere trajecten die beter geschikt- of noodzakelijk zijn. Het concept projectplan (leerwerkbedrijf restaurant Zohra) is op 28 november 2013 door de commissie bestuur en samenleving behandeld. De commissie heeft het concept projectplan met inachtneming van de gemaakte opmerkingen goed gekeurd. De Raad heeft een financiële bijdrage van € 50.000 toegekend. Hierna is het project voortvarend gestart. 3. Afgelopen periode m.b.t. empowermenttraining de Bron 5
3.1 Empowermenttraining de Bron en feitelijke gegevens Zoals eerder is aangeven bestaat het project Zohra uit twee onderdelen. Alle jongeren die aangemeld worden bij het projectteam, worden eerst door de politie gescreend. Reden hiervan is om te voorkomen dat jongeren aangemeld worden die nog actief in het criminele circuit zitten. Na een akkoord van de politie vindt er een intakegesprek plaats met de potentiele deelnemer. Het intakegesprek kan worden getypeerd als een eerste contact met de deelnemer. Op basis van het intake gesprek worden de deelnemers, groep(en) geselecteerd. Na het intake gesprek vindt er een casusoverleg plaats met de deelnemer en alle betrokken hulpverleners, ouders etc. om de start op elkaar af te stemmen. Hierna start de groepstraining waarin de deelnemers met groepsgenoten zichzelf en hun toekomstperspectief gaan ontdekken. In de periode tussen november 2013 en 1 april 2014 hebben 11 jongeren deelgenomen aan de empowermenttrainingen (1 groep van 5 en 1 groep van 6). Voor het trainingsprogramma wordt verwezen naar de bijlagen. In dit hoofdstuk worden de feitelijke gegevens m.b.t culturele achtergrond, geslacht, aanmelders, Politie en justitie contacten, inkomstenbron etc. weergegeven. Culturele achtergrond en geslacht: 5 Marokkaans jongens 3 Nederlandse jongens 1 Nederlandse vrouw 2 Molukse jongens Aanmelders: De politie heeft 6 jongens aangemeld Het ROC heeft 2 jongens aangemeld Leerplicht heeft 1 jongen aangemeld BJZ- Patch heeft 1 jongen aangemeld ZorgPlus B.V. heeft 1 vrouw aangemeld Politie en justitie contacten: 4 Marokkaanse jongens zijn in het verleden met politie en justitie in aanraking geweest 1 Nederlandse jongen is in het verleden met politie en justitie in aanraking geweest 1 Nederlandse vrouw is in het verleden met politie en justitie in aanraking geweest 1 Molukse jongen is in verleden met politie en justitie in aanraking geweest Startkwalificatie 5 Marokkaanse jongens hebben nog geen startkwalificatie 3 Nederlandse jongens hebben nog geen startkwalificatie 1 Nederlandse vrouw heeft wel een startkwalificatie 2 Molukse jongens hebben nog geen startkwalificatie
Inkomstenbron/soort uitkering: 2 Marokkaanse jongens hebben een Wajong uitkering 6
1 Molukse jongen heeft een Wajong uitkering 1 Nederlandse vrouw heeft een WWB uitkering 1 Nederlandse jongen heeft een WWB uitkering 1 Molukse jongen heeft i.v.m. zijn leeftijd geen uitkering/inkomen. 1 Marokkaanse jongen heeft i.v.m. zijn leeftijd geen uitkering/inkomen. 1 Nederlandse jongen heeft i.v.m. zijn leeftijd geen uitkering/inkomen. 1 Marokkaanse jongen heeft nog geen uitkering/inkomen. 1 Nederlandse jongen heeft een inkomen via werk 1 Marokkaanse jongen zit in detentie 3.2. Resultaten van de empowermenttraining de Bron De meeste jongeren hebben zich, tijdens de empowermenttraining, goed ontwikkeld, meer zelfkennis gekregen, de persoonlijkheid sterk ontwikkeld, en hun eigenkracht en zelfredzaamheid hervonden. Ze hebben een toekomstperspectief gecreëerd. Daarnaast is door de empowermenttraining zicht gekregen op de problematieken waarmee de jongeren te maken hebben en is er inzicht ontstaan in de diepere, achterliggende oorzaken. Tijdens de empowermenttraining wordt snel ingeschat of hulpverlening gewenst is en of er snel actie ondernomen moet worden. Daarnaast worden de jongeren tijdens de training gemotiveerd voor de hulpverlening. Tijdens de empowerment training is gebleken dat zes jongeren over horeca competenties beschikken. Tevens hebben deze jongeren de wens geuit een horeca carrière te willen opbouwen. Het gaat hierbij om: 1 Marokkaanse jongen 2 Nederlandse jongens 1 Nederlandse vrouw 2 Molukse jongens De overige vijf deelnemers volgen een ander traject omdat die beter geschikt- of noodzakelijk is. In de onderstaande toelichting wordt in grote lijnen de problematieken en trajecten van deze jongeren beschreven. Het gaat hierbij om: 4 Marokkaanse jongens 1 Nederlandse jongen Toelichting Marokkaanse jongen Tijdens de empowermenttraining is men bij een Marokkaanse jongen er achter gekomen dat zijn competenties op het gebied van welzijnswerkberoepssector ligt. Omdat de stap naar welzijnswerk beroepssector momenteel te hoog lijkt te zijn is besloten om deze jongen snel aan een baan te helpen in de transportsector. Reden van dit besluit heeft te maken met dat een koeriersbaan altijd al een wens baan is geweest voor deze jongen. Hiernaast lijkt het erop dat een dergelijke baan sneller te vinden is. Een dergelijke baan sluit tevens ook aan op de competenties en persoonlijke eigenschappen van deze jongen. De job coach van Innovium is i.s.m. het CWI momenteel op zoek naar een geschikte baan, als koerier. Hiernaast gaat deze jongen via het ROC een BBL opleiding volgen (logistiek medewerker). Tevens is er in relatie met de welzijnscompetenties van deze jongeren aansluiting gezocht bij het jongerenwerk (Mozaïek). Deze jongen maakt nu onderdeel uit van een participatie jongerenteam dat samen met de gemeente Tiel meepraat en meedenkt over de problematiek en oplossingen van de 7
jongeren die in het centrum rondhangen en overlast veroorzaken voor de ondernemers en bezoekers van het centrum. Toelichting Marokkaanse jongen Bij een andere Marokkaanse jongen is tijdens de empowermenttraining geconstateerd dat er sprake is van een verslavingsproblematiek (softdrugs en harddrugs). Verder staat deze jongen bekend om zijn agressieve houding. I.v.m. een dreigement naar een school docente is deze jongen van het ROC verwijderd. Hierna is er geen school gevonden die hem accepteerde. Tijdens de empowermenttraining is ontdekt dat deze jongen zelf, in het verleden, te maken heeft gehad met mishandeling. De softdrugs gebruikt deze jongen om zijn agressie te onderdrukken. Samen met zijn reclasseringswerker en Ottho Gerhard Heldring wordt getracht om de jongen aan te melden bij een verslavingsinstelling. Het volgen van een opleiding en of werk is gezien de verslavingsproblematiek momenteel een lastig traject. Desondanks staat deze jongere wel ingeschreven op het ROC Rivor en de Ottho Gerhard Heldring biedt vanuit het project Zohra, momenteel ondersteuning op overige leefgebieden. Toelichting Marokkaanse jongen Tijdens de empowermenttraining is geconstateerd dat een andere Marokkaanse jongen te maken heeft met een zwakke persoonlijkheid en gebrek aan zelfkennis. Hij bezit geen zelfsturende vermogen. Hij is niet instaat om de eigen verantwoordelijkheid te nemen voor de persoonlijke ontplooiing en toekomstperspectief. Bij hem ontbreekt het aan motivatie, ambitie en doorzettingsvermogen om bepaalde resultaten te bereiken. Daarnaast heeft hij vaak hoog gegrepen doelen die niet realistisch zijn. Daarnaast is bij hem ook gebrek aan concentratie vermogen. De negatieve beeldvorming over Marokkaanse jongeren creëert bij hem het gevoel niet geaccepteerd te worden door de samenleving. Hierdoor is hij zich meer gaan identificeren met de Marokkaanse etnische groep en straatcultuur. Door de zwakke persoonlijkheid in combinatie met een negatief zelfbeeld heeft hij aangeleerd om een masker te dragen van o.a. ‘stoerheid’. Het masker heeft hij nodig om zijn zwakte en onzekerheid te verbergen. Dit allemaal heeft als gevolg dat hij het gevoel krijgt geen grip meer te hebben op zijn leefomstandigheden. Waardoor nieuwe problemen ontstaan op verschillende leefgebieden, die voor innerlijke onrust/stress en depressie zorgen. Tevens bestaat ook de mogelijkheid dat hij dakloos wordt als de problemen zich blijven opstapelen. En omdat de nood om aan geld te komen aan de orde is blijft hij het risico lopen terug te vallen in de criminaliteit. Het overschrijden van de regels in het verleden is voortgekomen uit gebrek aan de juiste opvoedingscompetenties van de opvoeders en aan de juiste begeleiding tijdens de puberperiode. En gezinsarmoede. 1. Deze jongeman heeft baat bij intensieve begeleiding naar zelfstandigheid. De begeleiding zou zich moeten richten op alle leefgebieden (persoonlijkheid, persoonlijke verzorging, wonen, werken, school, sociale contacten, vrijetijd en financiën). 2. Deze jongeman heeft een coach nodig die hem intensief individueel begeleiding biedt, voor ongeveer 10 uur in de week. Voor een duur van ongeveer 2,5 à 3 maanden. Hierna heeft hij begeleiding/nazorg nodig voor ongeveer 2 à 4 uur in de week, om o.a. terugval te voorkomen. 3. De focus in de begeleiding moet gericht zijn op sociaal maatschappelijk redzaamheid. Verder moet de begeleiding activerend, praktisch, toekomstgericht zijn en aansluiten op de sterke kanten van deze jongeman. 8
4. Ook moet in de begeleiding het accent komen te liggen op het ontdekken van het eigen ik, zichzelf. En in het ontdekken en vergroten van vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen en leven. 5. Ondersteuning bij leren lezen, schrijven en Nederlands communiceren, kan deze jongeman meer zelfvertrouwen geven. 6. Om deze jongeman in beweging te krijgen om de eigen verantwoordelijkheid te nemen voor de persoonlijke ontplooiing en toekomstperspectief is een gezaghebbende persoon of instelling noodzakelijk. Momenteel wordt deze jongen begeleidt/ondersteund door een trajectbegeleider van Humanitas DMH
Toelichting Marokkaanse jongen Bij een ander Marokkaanse jongen is besloten om afscheid van hem te nemen omdat hij niet gemotiveerd was voor de empowermenttraining. En omdat hij een negatieve invloed had op de rest van de jongeren. Hiernaast had hij zijn taakstraf niet goed afgerond met als gevolg dat hij opgeroepen zou worden voor een gevangenisstraf. Vanuit de gevangenis wordt momenteel contact met hem onderhouden. En zodra hij weer vrij komt wordt opnieuw contact met hem gezocht. Afhankelijk van zijn motivatie en het aanvaarden van hulp kan hij weer opgevangen worden binnen het project. Indien dat niet het geval is heeft de reclasseringswerker volledig de taak om deze jongen tijdens de ondertoezichtstelling het gedrag te beïnvloeden, gemaakte afspraken te controleren, verblijfplaatsen te traceren en zo nodig het Openbaar Ministerie of de politie te waarschuwen. Toelichting Nederlandse jongen Bij een Nederlandse jongen is tijdens de empowermenttraining geconstateerd dat er sprake is van een verslavingsproblematiek (softdrugs). In overleg met de jongere zelf, zijn vader, Politie, het RMC, BJZ – Patch en het Zohra project is besloten om de jongen aan te melden bij Iris zorg voor de verslavingsproblematiek. Het RMC gaat met de jongen aan de slag om nog beter inzicht te krijgen in de competenties en beroepssector. Daarnaast krijgt hij een coach van het RMC (van het project Coach en Jij). BJZ – Patch zal de jongen verder begeleiden bij de overige praktische zaken.
3.3. Ouders In sommige gevallen zijn de ouders of verzorgers, omdat het noodzakelijk was, betrokken in het hulpverleningstraject. Sommige ouders hebben een lichte vorm van opvoedingsondersteuning gehad (advies). In andere gevallen zijn de ouders of verzorgers in kennis gesteld van de ontwikkelingen en plan van aanpak. 3.4. Problematiek van de jongeren Tijdens de empowerment training De Bron zijn o.a. de volgende problemen geconstateerd bij de jongeren: - Identiteitsprobleem - Geen zelfkennis/zelfinzicht - Geen zelfwaarde - Negatief zelfbeeld - Geen basisvertrouwen in zichzelf, in relaties en toekomst 9
-
Geen toekomst perspectief Gebrek aan zelfsturend vermogen, motivatie, ambitie en doorzettingsvermogen Financiële problemen (schulden) Drugsverslavingsproblematiek Psychiatrische problematiek Depressies Emotionele problematiek Scheidingen Familiedrama’s Verstoorde relatie met ouders Communicatie problematiek Ongezond leefstijl Geen school Geen startkwalificatie Geen werk Geen inkomen Nood om aan geld te komen Criminaliteit achtergrond Politie en justitie contacten
Het zijn allemaal jongeren die om welke reden dan ook niet instaat zijn zich te verweren tegen de eisen die de samenleving aan ze stelt. Ze worden al dan niet door eigen toedoen uitgesloten van maatschappelijke voorzieningen. En krijgen bij de reguliere hulpverlening ook vaak de stempel ‘niet te helpen’ of – erger nog – afgeschreven. Alle elf jongeren zitten in principe nog steeds in het project. Ook de Marokkaanse jongen die in de gevangenis zit i.v.m. het niet op de juiste wijze van de voltooiing van de taakstraf. De overige tien jongeren volgen momenteel een horecaopleiding op het ROC Rivor. Zes jongeren zijn doorgestroomd naar de horecasector. De overige vier jongeren zitten een hulpverlening of een ander soortig traject 4. Afgelopen periode m.b.t. het restaurant en leerwerkproject Zohra Het restaurant Zohra zou zich gaan vestigen op het Korenbeursplein. In december 2012 is het eerste contact geweest tussen de ondernemer en Bibitor (eigenaar van het Korenbeursplein – verhuurder). Naar aanleiding van het aangename gesprek is besloten verder met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheid om het restaurant Zohra op het Korenbeursplein te vestigen. Op basis van het ondernemingsplan is in maart 2013 een mondelinge overeenstemming bereikt tussen de ondernemer en Bibitor. Hierna is de ondernemer gestart om de verhuizing van het restaurant van het Plein naar het korenbeursplein te realiseren. Op 1 mei 2013 is contact geweest tussen de gemeente Tiel en de ondernemer over de mogelijkheid om naast het restaurant ook een leerwerkproject te realiseren voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In juni is tussen de gemeente Tiel en de ondernemer een mondelinge samenwerkingsovereenkomst bereikt in het kader van het leerwerkproject. Vanaf juni 2013 is gestart met het schrijven van het projectplan. Bibitor is mondeling en via de mail op de hoogte gebracht van het samenwerkingsverband met de gemeente Tiel en over het leerwerkproject Zohra. Bibitor reageerde positief over het samenwerkingsverband met de gemeente Tiel en over het leerwerkproject Zohra Voordat het restaurant Zohra en Bibitor met elkaar in contact zijn gekomen, heeft er in 2012 een gesprek plaats gevonden tussen de gemeente Tiel en Bibitor over een op te zetten 10
Marokkaans restaurant voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het initiatief van de gemeente Tiel om het “ eerste Marokkaanse restaurant” op het Korenbeursplein te realiseren is uiteindelijk niet door gegaan. Omdat de twee betrokken ondernemers (twee broers) gezien de economische situatie het niet aandurfden om een restaurant te openen. Hierna is het Marokkaanse restaurant in combinatie met het leerwerkelement op een laag pitje terecht gekomen. Tot aan het moment dat de gemeente Tiel en de ondernemer van het restaurant Zohra op 1 mei 2013 met elkaar in contact zijn gekomen. De ondernemer van het Restaurant Zohra heeft zijn collega’s op het Korenbeursplein vanaf het eerste contact met de gemeente Tiel een aantal keren geïnformeerd over het leerwerkproject Zohra. Naast de mondelinge informatie hebben de ondernemers ook via de media vernomen dat er naast het restaurant Zohra ook een leerwerkproject zou komen voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Begin januari van dit jaar is via een artikel, 8 januari jl., in de Gelderlander geconstateerd dat de ondernemers op het Korenbeursplein toch weerstand, moeite hadden met het project Zohra op het Korenbeursplein. Naar aanleiding van het artikel heeft er een gesprek op dinsdag 14 januari 2014 plaats gevonden met alle betrokken partijen, op Bibitor na. Bibitor kon helaas niet aanwezig zijn. In dit gesprek zijn de verwachtingen en beelden over het leerwerkproject Zohra met elkaar gedeeld. De ondernemers hebben aangegeven op de hoogte te zijn van de komst van Zohra naar het Korenbeursplein incl. het leerwerkproject. Volgens hen is in die contacten echter onvoldoende duidelijk geworden dat een deel van de doelgroep jongeren betreft die in het verleden in aanraking zijn geweest met justitie. Op dat deel van het project hebben de ondernemers hun zorgen en vragen met de ondernemer en de gemeente gedeeld. Naar aanleiding van het eerste gesprek is er driemaal getracht een vervolgafspraak te maken, om opnieuw bij elkaar te komen om te bespreken of en zo ja onder welke eventuele voorwaarden het leerwerkproject op het Korenbeursplein gerealiseerd kan worden. Een vervolggesprek heeft niet plaats kunnen vinden, om een aantal bij ondernemers moverende redenen. Pas in week 12 jl. hebben de ondernemers van het Korenbeursplein kenbaar gemaakt dat zij het Korenbeursplein niet geschikt vinden als locatie voor het project Zohra.
5. Afgelopen periode m.b.t. beeldvorming Beeldvorming Aanvankelijk was er eerst een positieve beeldvorming over dit project. Door een aantal oorzaken is er een negatieve beeldvorming ontstaan. De negatieve beeldvorming is vooral ontstaan doordat een deel van de doelgroep jongeren betreft die in aanraking zijn geweest met justitie. Daarnaast heeft men het beeld dat het vooral gaat om criminele Marokkaanse jongeren. Uit het voorgaande blijkt dat dat niet het geval is.
11
6. Afgelopen periode m.b.t. samenwerking 6.1. Samenwerking De empowermenttraining, een onderdeel van het project Zohra, heeft in de afgelopen maanden ervoor gezocht dat er nieuwe inzichten zijn ontstaan op welke wijze de jongeren in samenwerking met de ketenpartijen het beste ondersteund, geholpen en of aangepakt kunnen worden. De ketenpartijen zijn instaat elkaar beter te vinden en de werkzaamheden steeds meer op elkaar af te stemmen en te verbinden. Hiernaast ontplooien zich steeds meer nieuwe samenwerking initiatieven. 6.2. ROC Rivor In kader van het project Zohra is een bijzonder samenwerkingsverband aangegaan met ROC Rivor. Het samenwerkingsverband heeft ertoe geleid dat alle jongeren die aan het project Zohra deelnemen als groep een horecaopleiding kunnen volgen op ROC Rivor. Op dit moment staan tien jongeren ingeschreven en volgen de horecaopleiding. Alle jongeren worden eerst getoetst op hun niveau waarna zij een opleiding kunnen volgen dat aansluit bij het niveau en interesse in een bepaalde beroepssector. Deze groep is in februari jl. gestart. De volgende groep start in april 2014. Het ROC heeft een team samengesteld dat in samenwerking met het project Zohra de leerlingen op school begeleiden. 6.3. Samenwerking met een horecabedrijf De onvoorziene en onverwachte weerstand van de ondernemers op het Korenbeursplein heeft de tijdige opening van het restaurant en het leerwerkproject Zohra vertraagd. Om stagnatie van het project te voorkomen is er een tijdelijk samenwerkingsverband gevonden met een horecaondernemer die de jongeren, die doorstromen naar de horeca, heeft opgevangen. Deze jongeren kunnen bij dit bedrijf stage lopen. Het gaat om een horecabedrijf dat aan alle eisen van een leerwerkbedrijf voldoet. I.v.m. met huidige negatieve beeldvorming over het project Zohra is met het horecabedrijf afgesproken de naam nog niet bekend te maken. 6.4. SWI, het jongerenloket en het bedrijfsleven Het SWI, het jongerenloket, het bedrijfsleven en het project Zohra zijn met elkaar in gesprek over een nauw samenwerkingsverband in het kader van de empowermenttraining De Bron voor alle jongeren die tussen wal en schip dreigen te vallen. Het samenwerkingsverband heeft als doel om deze jongeren middels de empowermenttraining gemotiveerd te krijgen en inzicht te krijgen in hun competenties. Waarna deze jongeren door een coach, ondersteund worden bij de praktische uitvoering van het individuele stappenplan. Doel van het samenwerkingsverband is om de jongeren klaar te stomen en toe te leiden naar werk, scholing of een combinatie ervan. 6.5. Participatie jongerenteam Een deel van de jongeren die deel hebben genomen aan de empowermenttraining vormen een Participatie jongerenteam dat nu met de gemeente meepraat en meedenkt over de problematiek van de hangjongeren in het centrum van Tiel. Bij dit initiatief is de gemeente Tiel (team leefbaarheid wijken en dorpen), het jongerenwerk van Mozaïek, de jongeren zelf en het project Zohra betrokken.
12
7. Financiële verantwoording In december 2013 is door de gemeenteraad van Tiel, ingestemd met het projectplan Leerwerkbedrijf /restaurant Zohra” en met de onderstaande investeringsbegroting. Investeringsbegroting Opvang en begeleiding intern (1,5 FT) De opvang en begeleiding van de jongeren te vertalen naar een salaris gedurende eerste drie jaar. Hierbij gaat het om 1,5 begeleiders met een brutosalaris van € 2.626 (40 uur per week) Empowerment- c.q. motivatietraining 50 jongeren volgen de Empowerment- c.q. motivatietraining in vijf groepen. Elk groep bestaat uit minimaal 8 en maximaal 10 deelnemers. De training bestaat uit 5 hoofdstukken verdeeld over 10 bijeenkomsten. Elke bijeenkomst bestaat uit twee dagdelen, waarin persoonlijke groei centraal staat. De training wordt door twee trainers verzorgd. Opvoedingstraining aan ouders Er zullen 50 opvoedingstraining bijeenkomstenplaats vinden. 25 voor de moeders en 25 voor de vaders. Verder is er bewust gekozen voor kleinere groepen, zodat elk individu voldoende aandacht kan krijgen. En zoals eerder is het een geven dat kleine groepen het leerresultaat en veiligheid verhogen Gastdocenten voor specifieke thema’s/onderdelen. Naast de praktische begeleiding in het leerwerkbedrijf wordt ook een beroep gedaan op gastdocenten die vanuit hun expertise specifieke thema’s behandelen. Bijdrage verbouwing keuken* Zoals eerder is aangeven is het noodzakelijk om de keuken zodanig te verbreden en aan te passen zodat de jongeren en de vrouwen van het wereldproject opgevangen en begeleid kunnen worden. Bijdrage inrichting keuken en werkmateriaal* Om de jongeren en de vrouwen van het wereldproject op te kunnen vangen en te begeleiden dient de keuken zodanig ingericht te worden dat men elkaar niet voor de voeten loopt en dat het commerciële gedeelte niet vastloopt. Verder is bij de inrichting van de keuken belangrijk om rekening te houden met de volgende aspecten: • De juiste apparatuur. Met de juiste apparatuur wordt veel kostbare tijd bespaard, waardoor de efficiency wordt verhoogd. • Routing en capaciteit. De routing moet afgestemd worden op de capaciteit. Dit houdt o.a. in dat iedereen aan een tafel gelijktijdig het juiste gerecht krijgt. • Spoelkeuken. De spoelkeuken mag niet te dicht bij het restaurant gelokaliseerd worden in verband met het lawaai van de vaatwasser en het afruimen van het servies. • Ergonomie. De keuken wordt zodanig ingericht dat het voor de keuken medewerkers een prettige werkomgeving wordt. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de lichamelijke belasting die het werken in de keuken met zich meebrengt.
13
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
€ 53.000,00
€ 53.000,00
€ 53.000,00
€ 25.000,00
€ 25.000,00
€ 25.000,00
€ 15.000,00
€ 15.000,00
€ 15.000,00
€ 12.000,00
€ 12.000,00
€ 12.000,00
€ 20.000,00
€ 20.000,00
• •
Veiligheid. Het vermijden van gevaarlijke situaties behoort ook bij het inrichten van de keuken. Naast het juiste en veilige apparatuur moeten o.a. de looppaden afgestemd worden.
Onvoorzien
€ 5.000,00
Kosten per jaar
€ 150.000,00
Totale kosten leerwerkproject
€ 360.000,00
€ 105.000,00
€ 105.000,00
Financiële dekking. 1. Door gemeenteraad Tiel is € 50.000 ter beschikking gesteld 2. Inzet participatiegelden (3.000 per persoon). Verwachting 2014 is twee personen 3. Bijdrage Ministerie V&J : € 15.000. Dit bedrag wordt vrijgespeeld vanuit een toegezegde bijdrage vanuit het ministerie m.b.t. de aanpak van woninginbraken. 4. Bijdrage GSO (2e tranche GSO IV): € 50.000 Totaal: € 121.000 Wat is tot nu toe(maart 2014) uitgegeven? In totaal is een bedrag van € 25.700 uitgegeven t.b.v. beschreven werkzaamheden voor de empowermenttraining, begeleiding en nazorg (betreft 5 personen). Bijstellen begroting: N.a.v. de ontwikkelingen en ervaring tot nu toe is de verwachting dat de volgende financiën benodigd zijn: 2014 2015 2016 totaal (20 jongeren) (20 jongeren) (10 jongeren) Opvang en 50.000 50.000 25.000 125.000 begeleiding Empowermentraining 35.700 30.000 15.000 80.700 Opvoedingstraining 5.000 15.000 7.500 27.500 ouders Gastdocenten 5.000 5.000 3.000 13.000 Bijdrage verbouwing 20.000* 0 0 20.000 keuken Bijdrage inrichting 20.000* 0 0 20.000 Onvoorzien 5.000 5.000 5.000 15.000 Totaal excl. restaurant 100.700 105.000 55.500 261.200 Totaal incl. restaurant 140.700 301.200 *afhankelijk locatie realisatie restaurant Zohra. Is op dit moment nog niet bekend of dit bedrag nodig is. Conclusie: Financiële dekking voor 2014 is gerealiseerd Financiële dekking 2015 en 2016 Momenteel wordt nog gezocht naar andere financiers voor het project. Aanvragen zijn ingediend bij het ministerie veiligheid en Justitie en er zal een aanvraag volgen naar de provincie in de nieuwe tranche sociaal profiel. Voorts zullen ook fondsen worden aangesproken zoals het oranje fonds, het Burger Weeshuis en zal er een beroep worden gedaan op de gemeentelijke participatiegelden. Deze laatste gelden komen echter alleen vrij voor diegene die een WWB uitkering ontvangen, terwijl de doelgroep veelal bestaat uit 14
personen met een licht verstandelijke beperking die een uitkering ontvangen vanuit de Wajong. Een aanvraag bij de startfoundation is afgewezen. 8.Aankomende periode 8.1. Nieuwe groep jongeren Tussen april en juli 2014 a.s. starten twee nieuwe groepen jongeren (2 groepen van 5) die de empowermentrating de Bron gaat volgen. Afhankelijk van de aanmelding zal het dus gaan om maximaal 10 jongeren. 8.2. SWI, het jongerenloket en het bedrijfsleven Met het SWI, het jongerenloket en het bedrijfsleven wordt getracht om tot een nauw samenwerkingsverband te komen voor jongeren die niet aanmerking komen voor de horecaberoepssector. Doel van het samenwerkingsverband is om de jongeren, via de empowermenttraining, klaar te stomen en toe te leiden naar werk, scholing of een combinatie ervan. 8.3. Samenwerking met andere ketenpartijen Het samenwerkingsverband met andere (nieuwe) ketenpartijen wordt in de aankomende periode verder uitgebreid. 8.4. Beeldvorming Aankomende periode gaat er gewerkt worden aan een positieve beeldvorming over het project Zohra. In de beeldvorming zal benadrukt worden dat het niet alleen om jongeren gaat die een criminele achtergrond hebben. En dat het niet alleen om Marokkaanse jongeren gaat. 8.5. Nieuwe locatie voor het leerwerkproject Zohra Omdat de ondernemers van het Korenbeursplein van mening zijn dat het Korenbeursplein niet geschikt is als locatie voor het project Zohra zal er gezocht worden naar een andere locatie. 8.6. Stichtingsvorm Naast de zoektocht naar een andere locatie zal tevens onderzocht worden of het niet beter is om het leerwerkbedrijf in een stichtingsvorm te gieten (naar het voorbeeld van het restaurant BuitenSporig en fifteen). 8.7. Samenwerking met andere horeca- en overige bedrijven Aankomende periode zal verder onderzocht worden welke plaatsing- en samenwerkingsmogelijkheden te vinden zijn bij andere horeca- en overige bedrijven (overige beroepssectoren). 8.8 Periode 2015-2016. In 2015 en 2016 is het de bedoeling om nog 30 jongeren in traject te nemen. Hiervoor is nog geen financiële dekking gevonden. Afhankelijk van het verkrijgen van financiële fondsen zal besloten worden of het project doorgang kan vinden of zal moeten stoppen.
15
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
21 mei 2014 J. Beenakker 2 Dienstverlening Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014
Besluit om: 1. de 'Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014' vast te stellen, voor het verstrekken van persoonsgegevens uit de basisregistratie personen (BRP) aan organen van de eigen gemeente en aan bepaalde categorieën van derden.
Inleiding Op 6 januari 2014 is de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wgba) vervangen door de Wet basisregistratie personen (Wbrp). De Wbrp vormt het wettelijke kader voor de nieuwe basisregistratie personen en de juridische vertaling van nieuwe ontwikkelingen die zich op het terrein van de Nederlandse bevolkingsadministratie voordoen. De belangrijkste daarvan zijn: de technische modernisering, de uitbreiding met opname van gegevens over nietingezetenen, de verbetering van de kwaliteit, de verbetering van de dienstverlening en de vermindering van de administratieve lasten. Als gevolg van de invoering van de nieuwe wet is de huidige 'Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2008' van rechtswege vervallen. Een nieuwe verordening is noodzakelijk om rechtmatig persoonsgegevens te kunnen verstrekken aan organen van de gemeente zelf en aan bepaalde categorieën van derden. Deze verordening biedt een 'raamwerk'. Het vaststellen van nadere regels voor de gegevensverstrekking wordt overgelaten aan het college van burgemeester en wethouders (hierna college). Beoogd effect Het bieden van een wettelijke grondslag voor verstrekking van gegevens uit de BRP, zodat deze rechtmatig kan plaatsvinden. Argumenten 1.1 Deze verordening is nodig voor een rechtmatige verstrekking van persoonsgegevens. De Wbrp geeft gemeenten de mogelijkheid om regels te stellen voor de verstrekking van gegevens over inwoners van de eigen gemeente. De verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van deze wet. Hierin is bepaald dat bij verordening regels kunnen worden gesteld voor de verstrekking van persoonsgegevens uit de basisregistratie aan organen van de eigen gemeente en aan bepaalde categorieën van derden. Zonder grondslag in een verordening is deze gegevensverstrekking onrechtmatig. Er zijn overigens ten opzichte van de Wgba geen wezenlijke wijzigingen in de mogelijkheden tot gegevensverstrekking. De taken die gemeenten uitvoeren veranderen namelijk niet met het vervangen van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) door de BRP. Datzelfde geldt voor de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van die taken. Gemeenten kunnen dus in beginsel op dezelfde wijze gegevens blijven verstrekken. Kanttekeningen 1.1 Zolang de verordening niet is vastgesteld, is gegevensverstrekking uit de basisregistratie niet toegestaan. Door het vervallen van de 'Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2008' per 6 januari 2014 is er momenteel geen wettelijke basis voor het verstrekken van Pagina 1 van 2
persoonsgegevens uit de basisregistratie. In de praktijk gebeurt het echter wel. Om te voorkomen dat dit tot problemen leidt, wordt voorgesteld om de nieuwe verordening terugwerkende kracht te verlenen tot 6 januari 2014. Daarmee worden verstrekkingen die in de tussenliggende periode zijn gedaan (achteraf) gelegaliseerd. Aanpak / uitvoering Op grond van de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wbrp is het mogelijk om het vaststellen van nadere regels voor de gegevensverstrekking over te laten aan het college. Denk aan de aanwijzing van taken waarvoor binnen de gemeente gegevens kunnen worden verstrekt en aan de aanwijzing van categorieën van derden die voor gegevensverstrekking in aanmerking komen. Het is praktisch en flexibel om hiervoor nadere regels te laten opstellen door het college. In de verordening wordt het aan het college overgelaten om een nadere regeling vast te stellen ter uitvoering van de verordening. Na vaststelling van de verordening wordt door het college een nadere regeling opgesteld. Communicatie De verordening wordt bekend gemaakt door middel van opname in het electronische gemeenteblad. Hierover worden ook berichten geplaatst in Tiel Actueel en op www.tiel.nl. Financiën Deze verordening heeft geen financiële gevolgen. Bijlage(n) - Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014, inclusief toelichting.
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Beslissing raad d.d.: 21 mei 2014 de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Publiekszaken J.A. van Elst 637222
[email protected]
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: artikel 3.8, eerste lid en 3.9, eerste en tweede lid, van de Wet basisregistratie personen (Wbrp) Besloten in de raadsvergadering van: 21 mei 2014
De raad van de gemeente Tiel; Besluit vast te stellen de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014: Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente 1. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan een overheidsorgaan dat een orgaan van de gemeente is gegevens uit de basisregistratie, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college. Artikel 2. Verstrekkingen aan derden 1. Het college van burgemeester en wethouders kan overeenkomstig artikel 3.9 van de Wet basisregistratie personen, op verzoek van een derde aan hem gegevens verstrekken uit de basisregistratie personen als: a. de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, of b. de verstrekking in overeenstemming is met het bepaalde krachtens het derde lid. 2. Verstrekking overeenkomstig het eerste lid, aanhef en onder b, vindt enkel plaats voor zover deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan. 3. Het college van burgemeester en wethouders wijst aan: a. de werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt; en b. de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie. Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot en met 6 januari 2014. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014. Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 mei 2014. De griffier,
De voorzitter,
J.W. Westerholt
ir. J. Beenakker
Toelichting bij Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Tiel 2014
Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (hierna: Wbrp). Met de invoering van die wet is de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Wgba) ingetrokken. Hierdoor is de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2008 vervallen. De mogelijkheid die de Wgba kende om regels te stellen over de verstrekking van gegevens over ingezetenen van de eigen gemeente is in de Wbrp echter overgenomen. Deze verordening geeft daar invulling aan. Het gaat in deze verordening om verstrekking door het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) van gegevens uit de basisregistratie, over inwoners van de eigen gemeente aan: organen van de eigen gemeente (op grond van artikel 3.8 van de Wbrp, zie artikel 1 van deze verordening); en derden (op grond van artikel 3.9 van de Wbrp, zie artikel 2 van deze verordening).
Begripsbepalingen De begripsbepalingen uit de Wbrp werken door in deze verordening. Daarmee wordt in deze verordening verstaan onder: Basisregistratie De basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wbrp. Derde Elke natuurlijke persoon niet zijnde een overheidsorgaan of een ingeschrevene en elke rechtspersoon die niet krachtens publiekrecht is ingesteld, noch met enig openbaar gezag is bekleed. Ingeschrevene Degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen. Overheidsorgaan 1. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld; 2. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Persoonslijst Het geheel van gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, en 2.69, eerste lid, van de Wbrp over één persoon in de basisregistratie.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Verstrekkingen aan organen van de gemeente Met dit artikel wordt het college de bevoegdheid gegeven om gegevens uit de basisregistratie te verstrekken aan gemeentelijke organen. Het wordt aan het college overgelaten om te bepalen welke gegevens uit de basisregistratie, over welke personen en voor welke taken, de verschillende gemeentelijke organen verstrekt krijgen. Het college verstrekt de gegevens vervolgens zelf, al dan niet systematisch, met dien verstande dat slechts gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8, tweede lid, van de Wbrp). Artikel 2. Verstrekkingen aan derden Dit artikel maakt het mogelijk dat op verzoek van een derde aan hem door het college gegevens worden verstrekt over inwoners van de gemeente. De verstrekking kan echter uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen, namelijk: • als de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wbrp); of • ten behoeve van door een derde verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid van de Wbrp). Er worden echter geen gegevens verstrekt als op de persoonslijst een aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden is vermeld, als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid. Bovendien vindt verstrekking alleen plaats voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene niet aan de verstrekking in de weg staan (zie het tweede lid). De werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt, en de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie, worden door het college aangewezen (zie het derde lid). Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel Aan de verordening wordt terugwerkende kracht toegekend tot en met 6 januari 2014, te weten de datum waarop de Wbrp in werking trad en de Wgba en de Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens 2008 vervielen. Hiermee wordt aan de verstrekkingen gedaan in de periode tussen 6 januari 2014 en de inwerkingtreding van deze verordening alsnog een adequate grondslag geboden. Terugwerkende kracht ligt hier voor de hand, omdat enkel daarmee de voortdurende goede uitvoering van bepaalde gemeentelijke taken gewaarborgd is. Bovendien gaat het om een korte periode en zijn de verstrekkingen een voortzetting van de bestaande praktijk (zoals deze voorheen onder de Wgba plaatsvond).
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
21 mei 2014 Henk Driessen paragraaf H voortgangsrapportage GSO IV 2012 en 2013
Besluit om: In te stemmen met de tweejaarlijkse voortgangsrapportage GSO IV over 2012 en 2013. .
Inleiding In 2012 heeft de Gemeente Tiel voor de vierde maal een stadscontract met de provincie Gelderland afgesloten voor de jaren 2012-2015 in het kader van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid. In 2013 is dit contract aangevuld met de zogenaamde 2e tranche middelen. Voorwaarde bij het contract is dat de Gemeente Tiel elk jaar voor 1 juni een voortgangsrapportage indient bij de provincie en dat die halverwege de periode is voorzien van een accountantsverklaring over de voorgaande twee jaar. Beoogd effect Bestuurders bij provincie zijn op de hoogte van de voortgang van het GSO-programma in Tiel. Argumenten 1.1 De voortgang van de diverse projecten is bevredigend De projecten in de drie GSO-programma's ('Leefbaarheid, economie en veiligheid', 'Structuurversterking incl. centrumvoorzieningen' en 'Binnenstedelijke ontwikkeling incl. Sleutelprojecten') zijn in de eerste helft van de contractperiode stevig op de rails gezet. Dit geldt niet voor de versterking van de woon-zorg-service structuur. Dit project wordt uitgevoerd in 2014 en 2015, omdat er voor is gekozen het synchroon te laten lopen met de transities en transformatie in het sociaal domein. Ook de projecten die in 2013 in de 2e tranche zijn toegevoegd, worden in 2014 en 2015 uitgevoerd. Alleen het project 'Voorbereiding ontwikkeling Veilingterrein' is in de afgelopen twee jaar niet van start kunnen gaan en het is duidelijk dat dit in de resterende contractperiode ook niet gaat gebeuren. Daarom is hiervoor een alternatief aangedragen in het herijkingsvoorstel. Kanttekeningen 1.1 Het uitgaveritme van de provinciale bijdrage is laag In de eerste twee jaar van de contractperiode is nog geen 20% van de provinciale middelen besteed. Dit is niet hoog, en ook de provincie ziet liever een hoger percentage. De afgelopen drie GSO-periodes laten echter zien dat juist in de laatste jaren van een stadscontract de grote uitgaven plaatsvinden. Het lopende jaar 2014 zal met de oplevering van de Brede Zorgschool en de verbouwing van de Agnietenhof het uitgaveritme in de gewenste richting verhogen. Aanpak / uitvoering Over de voortgang is zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg geweest met de provincie. De rapportage wordt met bijgaande begeleidende brief vóór 1 juni aangeboden aan de provincie. Communicatie Het is de ervaring dat de pers naar aanleiding van de collegebehandeling actief nadere informatie vraagt. De rapportage komt op internet. Pagina 1 van 2
Financiën n.v.t.
Bijlage(n) 1. Voortgangsrapportage GSO IV 2012/2013
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
team beleid Ineke Stel 0344 637 197
[email protected]
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Besloten in de raadsvergadering van:
21 mei 2014
Besluit om: in te stemmen met de tweejaarlijkse voortgangsrapportage GSO IV over 2012 en 2013.
de giffier,
de voorzitter,
Page 1 of 1
Zaaknummer GSO IV: datum beschikking:
2011-019047 / 2011-019063 4 mei 2012
Tiel Programma: Economie, leefbaarheid en veiligheid Doel(en) Zorgen voor een vitale stad met veiliger en leefbare wijken, waar ook de minder zelfredzame inwoners, meer mogelijkheden hebben én benutten om deel te nemen aan de maatschappij. Afmaken van de wijkstructuur door verbreding over de hele stad. Verminderen kwetsbaarheid op de arbeidsmarkt en vergroten van de (arbeids)participatie
rapportage over 2012 /2013
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
WWZ • De wonen-welzijn-zorgstructuur is in heel Tiel (vijf wwz-gebieden) behalve voor ouderen ook dienstbaar aan andere mensen met een beperking (fysiek, verstandelijk, psychiatrisch, sociaal of anderszins), • De stedelijke wwz-regiegroep is daartoe uitgebreid met de daarvoor relevante partners (MEE, GGZ, RIBW, Eerstelijns Gezondheidscentrum). • In alle wwz-gebieden is het signaleringsinstrument voor sociaal-economische gezondheidsverschillen (dat in de vorige periode is ontwikkeld samen met Geldermalsen) toegepast. • In alle wwz-gebieden is op basis daarvan met alle wijkpartners (inclusief bewoners) een plan van aanpak opgesteld, waarbij het Eerstelijns Gezondheidscentrum is aangesloten.
2012/2013 Besloten is het project rond de WWZ-structuur te koppelen aan de decentralisaties en de noodzakelijke transformatie die plaats moet vinden in de samenleving en waarbij de maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de WWZ-structuur belangrijke partners zijn. Die koppeling is voorbereid en wordt uitgevoerd in 2014 en 2015. VWT • In Tiel functioneren vijf Veiliger Wijkteams (VWT), die buurtbemiddeling inzetten en huisbezoeken afleggen. • Er zijn geen overlastgevende jeugdgroepen in Tiel en minimaal stabilisatie van het aantal hinderlijke jeugdgroepen (drie). • Burgers nemen zelf verantwoordelijkheid voor veiligheid en leefbaarheid in de wijk, door invoeren van buurtpreventie, meer meldingen bij Bel&Herstellijn en politie, deelname aan Burgernet (voorheen SMS-alert) en vrijwilligerswerk in bv. buurtbemiddeling.
2012/2013 De VWT's functioneren in heel Tiel, helaas is de komst van extra wijkagenten vertraagd tot 2014. De VWT's hebben ook effect op de hinderlijke jeugdgroepen, op dit moment kent Tiel één criminele groep (was een hinderlijke groep ) en nog maar één hinderlijke groep. Bij de hinderlijke groep worden huisbezoeken afgelegd. Het project Sociaal-maatschappelijke ondersteuning voor complexe doelgroepen e m.b.v. leer-werktrajecten uit de 2 tranche wordt ook ingezet voor de criminele groep. Buurtpreventie is ingevoerd, evenals buurtbemiddeling m.b.v. vrijwilligers en Burgernet . Dynamiek Tiel Oost • Per jaar worden minimaal 40 deelnemers/vrijwilligers aangemeld bij Dynamiek vanuit Werk, Inkomen
1
In 2015 is Tiel: een leefbare stad waar alle inwoners kansen krijgen en benutten om deel te nemen aan de maatschappij. Met dit programma wil Tiel: • een stevige sociaaleconomische structuur in de stad creëren, zodat Tiel in staat is de gevolgen van economische recessie en krimpende bevolking het hoofd te bieden. • inwoners toerusten om via werk (betaald of vrijwillig) en (mantel)zorg voor elkaar, zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun aandeel in de samenleving in het algemeen en een gezonde leefomgeving en leefstijl in het bijzonder • zorgen dat ouderen en mensen met een beperking langer zelfstandig kunnen blijven wonen. • zorgen dat bedrijven overstappen op duurzame energie.
• •
en Zorg om door te stromen naar een opleiding of betaald werk. Minimaal 45 mensen vanuit Tiel Oost zijn (langer dan zes maanden) actief geworden bij Dynamiek als deelnemer/vrijwilliger. Dynamiek inventariseert aan welke diensten Tiel Oost behoefte heeft en biedt na vier jaar met behulp van deelnemers/vrijwilligers minimaal 80% daarvan.
2012/2013 Dynamiek verbindt vraag vanuit de buurt aan activiteit van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om op die manier participatie in de wijken te stimuleren. Dynamiek is gestart in Tiel West en breidt zich in deze periode uit naar Tiel Oost. De inventarisatie daar in inmiddels afgerond en ook in Tiel Oost zijn activiteiten gestart, zoals Nederlandse les, computerles, formulierenbrigade, fiets- en verkeerslessen, wandel- en fietsactiviteit en werelds koken. In Tiel Oost werkt Dynamiek nauw samen met de Brede School. Vanuit Dynamiek is er ook een scootmobielpool opgezet, die voor de hele stad werkt.
Wijkontwikkeling Tiel West In Tiel West zijn ruim 60 portiekflats aangepast aan huidige woonwensen zodat ze tot minimaal 2025 'mee' kunnen en is gestart met de verbetering van de 60 galerijflats
2012/2013 • • • •
De buitenkant van de portiekflats zijn aangepast en aanpassing van de binnenkant vindt in 2014 plaats. De voorbereiding galerijflats is eveneens gestart en de uitvoering start medio 2014. De woningcorporatie heeft een voorkeursscenario opgesteld op basis van geïnventariseerde voorkeuren van bewoners. Medio 2013 zijn de bewoners unaniem akkoord gegaan met een mix van renovatie en sloop/nieuwbouw. Een werkgroep van o.m. bewoners buigt zich over het aanpassen en opknappen van het Molukse wijkgebouw.\
Bewoners nemen verantwoordelijkheid voor en hebben aandeel in de wijkontwikkeling door (als vrijwilligers) actief bij te dragen aan leefbaarheid van de openbare ruimte en woonomgeving.
2012/2013 • •
• • •
Winkeliers rond het Hertogenplein werken samen en hebben gezamenlijk hun fysieke uitstraling verbeterd (gevelplan) In juni 2013 organiseren zij een mediterrane markt. Het bestuur van de VVE, dat in voorgaande jaren ondersteund is bij het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan en het op orde brengen van de financiering daarvan, is in 2012 op volle sterkte. en het dak en de balkons en de entrees incl. de intercoms van die particuliere flats zijn gerenoveerd. In 2014 gaat een pilot van start om de eigen verantwoordelijk en zelfwerkzaamheid van wijkbewoners voor het wonen en de woonomgeving te stimuleren m.b.v. een revolving fonds. Geput wordt uit ervaringen met de Tielse Methode en de Tiel Oost Methode. Er wordt gezocht naar een locatie voor een buurtmoestuin, helaas zijn veel plekken in de buurt die daarvoor in aanmerking komen vervuild. Het project 'Werelds Koken' (waarin vrouwen van verschillende culturen, die in een isolement zaten
2
en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben hun eigen vaardigheden vergroten en de sociale verbinding in de wijk leggen door te koken en catering te verzorgen) is ondergebracht bij Dynamiek.
Duurzame energie • Bedrijven en organisaties hebben inzicht op maat in mogelijkheden en kosten van het overstappen op duurzame energie. • Een campagne om bedrijven en organisaties te stimuleren over te stappen op duurzame energie.
2012/2013 Er zijn de afgelopen twee jaar diverse activiteiten ontplooid om het opwekken van zonne-energie in Tiel te bevorderen. • De zonatlas Tiel wordt bij herhaling onder de aandacht gebracht. In 2013 heeft de site circa 2200 unieke bezoekers gehad. • De haalbaarheid van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen is onderzocht. Het stadhuis is een pand dat èn zeker 25 jaar in gemeentelijk bezit blijft èn waarbij de aanleg van (extra) zonnepanelen uit kan. De gemeenteraad heeft een krediet verleend voor de aanschaf van circa 100 panelen. • In samenwerking met LTO is aan agrariërs een advies op maat aangeboden over de haalbaarheid van zonnepanelen, zodat agrariërs konden besluiten of het voor hen aantrekkelijk is om in te haken op de regeling "Asbest eraf, zonnepanelen erop". Bij slechts twee van de zes deelnemende agrariërs bleek de terugverdientijd onder de 10 jaar te zitten. • Aan diverse scholen is inzicht gegeven in de haalbaarheid van zonne-energie, oftewel via een leaseconstructie oftewel met eigen investering. Dit heeft (nog) niet tot concrete besluiten geleid. • Tien van de achttien sportverenigingen met een eigen accommodatie hebben gebruik gemaakt van het aanbod voor een gratis energiescan. Hierin is ook aandacht besteed aan het onderwerp zonneenergie
E
E
2 TRANCHE Vergroten van participatie van mensen met een complexe problematiek.
2 TRANCHE • Er is één Tielse aanpak van de doelgroep met complexe problematiek, waaraan gemeente en betrokken instanties zich committeren. • Er zijn nieuwe leer-werktrajecten ontwikkeld, specifiek gericht op de moeilijkste doelgroep • Jaarlijks wordt de WRAP-around methode toegepast bij 30 personen met een complexe problematiek, m.b.v. hun eigen netwerken en eigen kracht en m.b.v. bestaande en nieuw ontwikkelde leerwerktrajecten.
Voorkomen van (meer) maatschappelijke schade door een toenemende en complexere 'onderklasse'.
2013
E
Onder de noemer Sociaal-maatschappelijke Ondersteuning (SMO) wordt in nauwe relatie met de transities en transformatie in het sociaal domein een aanpak ontwikkeld. Daarin zijn drie deel-doelgroepen onderscheiden: • een criminele jeugdgroep (zie ook VWT) • de woonwagenbewoners, met als aangrijpingspunt de woonwagenvrouwen • overige multiproblem huishoudens
3
2 TRANCHE In 2015 is Tiel: een leefbare stad waar alle inwoners kansen krijgen en benutten om deel te nemen aan de maatschappij. Met deze aanvulling op het programma Économie, leefbaarheid en veiligheid' wil Tiel: • een stevige sociaaleconomische structuur in de stad creëren, zodat Tiel in staat is de gevolgen van economische recessie en krimpende bevolking het hoofd te bieden.
• Completeren van de gehele woonladder Grijze stroom vervangen door groene stroom
.
In samenspraak met de woonwagenvrouwen en zorginstellingen wordt de problematiek en de behoeften e geïnventariseerd en een gezamenlijke aanpak ontwikkeld. Vanaf de 2 helt van 2014 wordt deze geïmplementeerd. Parallel daaraan wordt gekeken wat er aanvullend nodig is voor de andere multiproblem huishoudens in Tiel en wordt de aanpak, in samenhang met de andere ontwikkelingen in het sociaal domein uitgebouwd tot een Tielse aanpak. •
Er zijn vijf à zes woonunits gerealiseerd voor mensen die uit de aard van hun problematiek maatwerk oplossingen in woonvoorzieningen nodig hebben. 2012/2013 De woonunits moeten in een prikkelarme omgeving staan. dat betekent dat er niet vijf op één locatie bij elkaar kunnen komen, maar dat meerdere locaties nodig zijn. De woningcorporatie heeft enkele locaties aangedragen, die getoetst zijn. Onderzocht wordt nu welke procedures nog doorlopen moeten worden om te kunnen starten met de realisatie. • Het dak van de Brede Zorgschool is voorzien van 250 zonnepanelen. 2012/2013 • Bij de bouw van de school is rekening gehouden met de installatie van zonnepanelen. De woningcorporatie heeft, gestimuleerd door de gemeente, ook besloten zonnepanelen aan te schaffen voor haar deel van het dak. Op dit moment wordt doorgerekend hoeveel panelen nodig zijn voor het verwachte stroomgebruik. • Er is een lespakket aangeboden specifiek voor de leerlingen van de Brede Zorgschool.
4
•
ook de in meerdere opzichten meest kwetsbare inwoners via leren en werk (betaald of vrijwillig) meer zelfstandig maken en laten deel nemen aan de samenleving zorgen dat bedrijven overstappen op duurzame energie
Tiel Programma: Structuurversterking in Rivierenland, inclusief centrumvoorzieningen rapportage over 2012/2013 Doel(en) Een goede stedelijke infrastructuur, inclusief centrumvoorzieningen, zodat zowel Tielenaren als alle inwoners van Rivierenland, als ook nieuwe inwoners kunnen beschikken over een ruim aanbod aan (stedelijke) voorzieningen, ook bij een verminderd niveau in kleinere kernen. Een groter oplossend vermogen van organisaties als het gaat om multiproblemsituaties.
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten) Verbouwing schouwburg •
Beoogde maatschappelijke effecten
Een verbouwde schouwburg, met aantrekkelijke en beter toegankelijke publieksruimten.
2012/2013 De onderhandse aanbesteding voor de verbouwing is afgerond. De schouwburg heeft via een lening van Gemeente Tiel, terug te betalen middels een jaarlijkse korting op de gemeentelijke bijdrage aan de Agnietenhof en sponsor- en fondsenwerving met actieve betrokkenheid van het bedrijfsleven uit Tiel, maar ook uit de regio de begroting sluitend gekregen. De verbouwing start in de zomer van 2014. Brede Zorgschool • Een duurzaam gebouw voor een Brede zorgschool, voor ca 600 leerlingen, met een passende buitenruimte.
2012/2013 In mei 2012 is het voorlopig ontwerp vastgesteld voor de Brede Zorgschool, in augustus-september 2012 hebben de partijen de overeenkomsten getekend en in november 2012 is het definitief ontwerp vastgesteld. In september 2013 is de bouw gestart. Oktober 2014 wordt het gebouw en de buitenruimte opgeleverd en op 1 januari 2015 in gebruik genomen. Retailpark Latenstein • Realisatie retailpark op Latenstein, waarbij KWO is toegepast in combinatie met grondwatersanering en met een nieuwe ontsluitingsweg, incl. fiets- en voetpaden door de Bulkweg te verleggen.
2012/2013 Vanwege de economische recessie durfde de ontwikkelaar de realisatie van een retailpark zoals beoogd (ten noorden én ten zuiden van de ontsluitingsweg) niet aan. Er is veel overleg gevoerd over mogelijke varianten. Uiteindelijk blijkt slechts het zuidelijk deel van het beoogde retailpark realistisch te zijn. Voor deze geringere omvang is het toepassen van KWO in combinatie met grondwatersanering niet rendabel. Bij de herijking 2014 doet Tiel een voorstel voor aangepaste resultaatsafspraken. Regionaal voorzieningenplan sport en • Een regionaal voorzieningenplan sport en cultuur voor breder en toegankelijk aanbod, met scenario’s voor kostenefficiënter beheer en exploitatie, tot stand gekomen samen met Culemborg en Zaltbommel (en Geldermalsen). • Een procesontwerp voor bestuurlijk keuzeproces op regionaal niveau.
2012/2013
5
In 2015 is Tiel: een attractieve centrumstad de economische motor voor de regio een leefbare stad waar alle inwoners kansen krijgen en benutten om deel te nemen aan de maatschappij. Een stedelijk voorzieningenniveau dat aantrekkelijk is voor inwoners uit Tiel en de regio en dat inwoners met hogere inkomens en opleiding aantrekt, zodat er meer draagkracht is om het niveau te handhaven. De tweejaarlijkse Stadsfoto van Atlas van Gemeenten laat zien dat het voorzieningenniveau in Tiel iets beneden gemiddeld is, m.u.v. het culturele aanbod, dat iets boven gemiddeld is. Diezelfde monitor geeft aan dat het winkelaanbod de laatste jaren gestegen is. Met dit programma wil Tiel • op alle fronten een voorzieningenniveau bieden dat boven het gemiddelde van de benchmark ligt. • de stijging in het winkelaanbod vasthouden om daarmee een impuls te geven aan de economie en werkgelegenheid.
Bestuurders hebben in 2012 gezamenlijk opdracht gegeven om voor sportvoorzieningen een inventarisatie te maken en een advies op te stellen. Dit is in 2013 uitgevoerd onder projectleiderschap van gemeente Culemborg.
In 2013 stimuleerde de provincie de ontwikkeling van een regionaal programma cultuur- en erfgoedpact. In de zoektocht naar financiële middelen voor dit programma is ambtelijk en bestuurlijk, regionaal en provinciaal overeenstemming bereikt om de middelen voor het onderdeel 'cultuurvoorzieningenplan' van de stadscontracten in te zetten voor een nieuw cultuur- en erfgoedpact. Bij de herijking 2014 doet Tiel een voorstel voor aangepaste resultaatsafspraken. Wielerbaan • Nieuw concentratiegebied voor sportvoorzieningen w.o. wielersport.
2012/2013 Met de provincie vindt overleg plaats over de condities waaronder een bijdrage vanuit het programma Sport kan worden gegeven. In Tiel worden de mogelijkheden onderzocht met diverse partijen om aanleg en exploitatie rendabel te realiseren. NB. De omschrijving in het stadscontract is te ruim. Bij de herijking 2014 doet Tiel een voorstel voor de volgende aangepaste tekst: Nieuw concentratiegebied voor diverse wielersporten, w.o. BMX, veldrijden en rijden op de weg.
Aanpak multiprobleemsituaties • Een nieuwe, ontschotte, samenwerkingsstructuur van organisaties om multiproblemsituaties effectief aan te pakken en te voorkomen. • Snelle en gecoördineerde aanpak van multprobleemsituaties Er is een eenduidige structuur van afstemming tussen zorg, welzijn, werk&inkomen, wonen en justitie. Er is in alle bekende gevallen van multiproblem-situaties sprake van één integraal plan.
2012/2013 Deze opdracht is onderdeel van de transities in het sociaal domein en wordt in samenwerking met de tien gemeenten uit Rivierenland opgepakt. Ook wordt een relatie gelegd met de Tielse aanpak van e complexe doelgroepen, zoals omschreven in de het 2 tranche deel het programma Leefbaarheid, Economie en Veiligheid..
e
2 TRANCHE
6
e
2 TRANCHE Inrichten van een volwaardig Technasium incl. een 'natlab. Leerlingen van havo en vwo en bovenbouw primair onderwijs in contact brengen met de praktijk techniek.
• Een tweede verdieping op één van de bestaande gebouwen van het RSG Lingecollege van ca 550 m2 waarin een volwaardig Technasium kan worden ondergebracht
2013
e
De realisatie van het Technasium vindt plaats in de kelder van het RSG omdat een 2 verdieping te duur zou worden. De aanbesteding en gunning is afgrond en de bouw start in de meivakantie
2014 (28 april). De oplevering vindt plaats op vrijdag 18 juli 2014 Ondertussen zijn de Technasiumleerlingen klas 3 bezig een met een ontwerp/onderzoek uitkomst voor de verwijzing naar het Technasium op het dak/gevel.
Leerlingen in contact brengen met technische bedrijven
7
e
2 TRANCHE Met deze aanvulling op het programma 'Structuurversterking en (centrum)voorzieningen' wil Tiel • een adequaat niveau van cultuurvoorzieningen waarborgen voor Tiel én de regio • de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt versterken • een voldoende potentieel aan hoog gekwalificeerd technisch personeel in de regio waarborgen • de bereikbaarheid van Tiel vanuit de regio voor fietsers en voetgangers op peil houden
Tiel Programma: Binnenstedelijke ontwikkeling
rapportage over 2012/2013
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Een bloeiende binnenstad met meer ruimtelijke kwaliteit, een gevarieerder aanbod aan winkels, horeca en cultuurevenementen en voldoende parkeergelegenheid.
Veilingterrein - herijking van stedenbouwkundige visie voor het Veilingterrein - uitvoeren van bodemonderzoek en opstellen van een saneringsplan - onderzoek naar gebiedsspecifieke zaken, zoals flora en fauna, kabels en leidingen etc. - inzicht in eigendomsposities - financieel inzicht in kosten/opbrengsten aanwezige posities - inventarisatie van alternatieven voor de huidige functies - 'branden' van de locatie in samenwerking met studenten uit Tiel en de regio, vooruitlopend op Leerstad Tiel.
In 2015 is Tiel: een attractieve centrumstad een leefbare stad waar alle inwoners kansen krijgen en benutten om deel te nemen aan de maatschappij.
De Tielse binnenstad is aantrekkelijker en beter toegankelijk. Meer werkgelegenheid voor en grotere participatie van jongeren in Tiel én de regio.
Parallel aan de voorbereiding van de gebiedsontwikkeling wordt (mogelijk m.b.v een Europese bijdrage) het Concept Leerstad Tiel nader uitgewerkt. In relatie tot de gebiedsontwikkeling betekent dat: - inventarisatie van participanten Leerstad Tiel en partijen die bereid zijn te investeren en in welke mate - inzicht in haalbaarheid, - inzicht in mogelijk ruimtebeslag door uitwerking concept.
2012/2013 Eind 2012 werd duidelijk dat River Academy (voorheen Leerstad Tiel) geen Europese subsidie kreeg. Ook Waterschap Rivierenland toonde belangstelling voor het concept, maar in de loop van 2013 werd duidelijk dat Leerstad Tiel niet verder kwam dan de ideefase. Het bestuur van Tiel heeft daarom eind 2013 besloten de gereserveerde middelen voor de voorbereiding van de ontwikkeling van het Veilingterrein elders in te zetten. Daarom doet Tiel bij de herijking 2014 het verzoek de financiële middelen die hiervoor waren bestemd, in te mogen zetten voor de voorbereiding van de Burense Poort, die in de preambule van het stadscontract is genoemd.
8
Volgens de gegevens van de tweejaarlijkse Stadsfoto van Atlas van Gemeenten is sinds 2005 een stijgende lijn in het imago van Tiel als aantrekkelijke woon- en werkstad ingezet. Met dit programma wil Tiel • de stijgende lijn in het imago van Tiel als aantrekkelijke woon- en werkstad handhaven • werkgelegenheid en (arbeids)participatie van jongeren bieden.
Zaaknummer GSO IV: datum beschikking:
2011-019047 / 2011-019063 4 mei 2012
TIEL SLEUTELPROJECT: WAALFRONT, SANTWIJCKSE POORT
rapportage over 2012/2013
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten 2015 - 2017)
Beoogde maatschappelijke effecten
Grotere ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad.
Aan het eind van het project is er:
In 2015 is Tiel: een attractieve centrumstad de economische motor een leefbare stad.
Sterkere winkelfunctie. Grotere attractiviteit van Tiel als centrumstad.
Een leefbaar, kwalitatief en op de omgeving aansluitend woon-winkelgebied waar voldoende parkeerruimte aanwezig is en waar gezorgd is voor een juiste verkeersafwikkeling.
De tweejaarlijkse Stadsfoto van Atlas van Gemeenten liet in 2010 zien dat Tiel de aantrekkingskracht van Tiel (voor kansrijke doelgroepen) sinds 2005 flink is toegenomen. Tiel wil die stijgende lijn voortzetten.
Deelresultaten initiatieffase - ambitiedocument - stedenbouwkundige visie - haalbaarheidsstudie - projectvoorstel. De periode 2011-2015 is voornamelijk gericht op de planvorming en voorbereiding. In deze periode wordt een begin gemaakt met de feitelijke realisatie. Deelgebieden binnen de Santwijckse Poort zijn gerealiseerd. In de periode 2015-2017 krijgt totale realisatie verder gestalte. 2012 2013 2014 2015 2016 2016
Realisatie 170 (tijdelijke) parkeerplaatsen Start realisatie locatie Van Dijkhuizen. Sloop tankstation en opstallen Start bouw 30 woningen op locatie aan Haven (1,5 jaar) Start realisatie infrastructuur (gefaseerde uitvoering over 3 jaar) Start realisatie gebouwde parkeervoorziening 700 parkeerplaatsen (1,5 jr) Start bouw winkelvoorziening (2 jaar).
2012/2013 Santwijckse Poort (SWP) is een complexe gebiedsontwikkeling, m.n. door de vele eigenaren binnen het gebied. De economische recessie en de terughoudendheid van ontwikkelaars hebben grote impact gehad op SWP. In 2012 heeft de gemeente het voortouw genomen met visievorming en eerste doorrekeningen, steeds in afstemming met de
9
De laatste Detailhandelsnota van Tiel (2011) geeft aan dat winkelend publiek (uit Tiel en van daarbuiten) het winkelaanbod en de attractiviteit van de binnenstad waardeert met een 6,5. Tiel wil daar een 7+ van maken.
grondeigenaren. Opzet was het stimuleren van de grondeigenaren om actief te worden in SWP, voorkomen van versnippering en zicht houden op een integraal programma voor SWP. De bijeenkomsten met de partijen voor deze verkenning hebben weliswaar bijgedragen aan vertrouwen tussen grondeigenaren onderling, richting de gemeente en in het plan, maar hebben uiteindelijk niet geleid tot daadwerkelijke participatie. Ook de gemeente maakte in december 2012 een pas op de plaats naar aanleiding van de globale doorrekening van varianten, die alle ambities en kaders behelsden.
In het voorjaar van 2013 heeft een raadswerkgroep zich gebogen over prioriteitsstelling binnen de 'grote projecten' in Tiel en zomer 2013 heeft de raad besloten prioriteit te willen geven aan o.m. SWP. In diezelfde periode heeft de provincie Gelderland AT Osborne gevraagd een onderzoek uit te voeren naar (de voortgang van) alle Gelderse Sleutelprojecten. In vervolg op de uitspraak van de gemeenteraad en de uitkomsten van het provinciale onderzoek is in oktober 2013 een gezamenlijke bijeenkomst belegd met gemeente Tiel en de provincie om met elkaar een nieuwe ontwikkelstrategie te verkennen. Deze strategie heeft als uitgangspunt kwaliteit toevoegen aan de openbare ruimte (groen) en voorzien in parkeerbehoefte op basis van herijkte parkeervisie om daarmee de markt te faciliteren c.q. verleiden. Tegelijkertijd een marktverkenning c.q. –consultatie organiseren met beoogde winkelketens. Deze beoogde nieuwe ontwikkelstrategie impliceert andere resultaten op andere momenten dan in 2011 was voorzien. De nieuwe beoogde resultaten worden ingebracht in het herijkingsvoorstel 2014.
TIEL SLEUTELPROJECT: WAALFRONT, HAVEN KANAAL ZONE
rapportage over 2012/2013
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten 2012 - 2017)
Beoogde maatschappelijke effecten
Toevoegen van ruimtelijke kwaliteit en versterken van
Aan het eind van het project is er: een waterkerend landschap aangelegd dat kwel remt voor
In 2015 is Tiel: een attractieve centrumstad
10
de ligging aan de Waal. Toevoegen van nieuwe woonmilieus. Toepassen in de praktijk van het nieuwe dijk-denken (multi-functioneel gebruik van de dijk). Oplossen van de waterproblematiek voor het oostelijk deel van Tiel op.
-
achterliggende wijk en voldoende veilig is voor toekomstige waterstanden (klimaatdijk). In totaal wordt 6% kwel geremd via deze maatregel. een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu dat gebruik maakt van natuurlijke ligging op de dijk, in totaal 450 woningen. een stadspark in de uiterwaarden met hoge natuurlijk waarde doelstellingen rivierverruiming ingevuld.
Deelresultaten masterplan (2011) intentieovereenkomst met publieke en private partijen (2012) start realisatie ontwikkeling deelgebied Haven (2013) realisatie van eerste 40 drijvende woningen in Haven (2015) start gefaseerde realisatie stadspark in uiterwaarde (2013). In 2015 is 50% van het park gerealiseerd, in 2017 is gehele park gerealiseerd - realisatie van klimaatdijk/dijkversterking (500.000m3 grond). In 2015 is 30% van de dijk/waterkerend landschap gerealiseerd en is 2% van de beoogde kwelremming gerealiseerd. In 2017 is 60% van totale dijk gerealiseerd - bedrijfsverplaatsing - afronding sanering Vijverberg (2011) - gefaseerde ontwikkeling woningbouw (afhankelijk van marktvraag) in periode 2014-2017: ongeveer 200 woningen.
2012/2013 In maart 2012 s voor de gebiedsontwikkeling Haven-kanaalzone een Masterplan vastgesteld. Hierbij is de naam FluviaTiel geïntroduceerd. Als gevolg van voortschrijdend inzicht en veranderde marktomstandigheden in de bouw wordt de gebiedsontwikkeling in verschillende fases gerealiseerd. De eerste fase van FluviaTiel omvat het aanbrengen van het waterkerend landschap en het realiseren van een stadspark / natuurontwikkeling in de uiterwaard. Hiervoor is een Voorlopig Ontwerp gemaakt. Deze eerste fase wordt versneld opgepakt. Op 15 mei 2013 heeft de Raad ingestemd met het Voorlopig Ontwerp. Er vinden diverse onderzoeken plaats om de risico's van het VO te beperken. Bedoeling is om eind 2014 de werkzaamheden op de markt te zetten. De overige fases van de gebiedsontwikkeling (dempen van een deel van de haven en stedelijke ontwikkeling binnendijks) worden verder
11
-
een leefbare stad.
De tweejaarlijkse Stadsfoto van Atlas van Gemeenten liet in 2010 zien dat Tiel de aantrekkingskracht van Tiel (voor kansrijke doelgroepen) sinds 2005 flink is toegenomen. Ook geeft de Stadsfoto aan dat Tiel naar verhouding veel sociale huurwoningen heeft en dat dit niet bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de stad. Met dit programma wil Tiel: − Tiel wil de stijgende lijn in attractiviteit van Tiel voortzetten. − de verhouding in woonmilieus evenwichtiger maken − de sinds 2008 stijgende lijn in tevredenheid van bewoners over de woonomgeving doorzetten. Het oplossen van de waterproblematiek is geborgd in het gebiedscontract Tiel Oost dat met het waterschap Rivierenland is afgesloten. Vanuit dit contract wordt de voortgang gemonitord en bijgestuurd.
uitgewerkt in het oorspronkelijke tempo. In 2013 is de reservering tot 2015 van € 2,5 mln omgezet in een beschikking en is een extra bijdrage vanuit het programma Waalweelde ter beschikking gesteld.
12
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111
Gedeputeerde Staten Provincie Gelderland Programma Stad en Regio Postbus 9090 6811 CE Arnhem
Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
[email protected]
Internet: www.tiel.nl
Doorkiesnummer: (0344) 637197
Tiel : Kenmerk : Onderwerp :
26 mei 2014 CS / IS voortgang over 2012 en 2013 van GSO IV + sleutelprojecten
Geacht college van Gedeputeerde Staten, Op 25 april 2012 hebben wij in het kader van uw programma Stad en Regio een Stadscontract met u getekend. Met genoegen bieden wij u de tweejaarlijkse rapportage aan over 2012 en 2013 aan inzake de voortgang van de programma's en projecten waarover wij met u in dat contract afspraken hebben gemaakt. Bijgevoegd is tevens de gevraagde accountantsverklaring. Wij zijn verheugd u te kunnen melden dat in de eerste helft van de contractperiode het merendeel van de projecten in uitvoering is. afwijkingen Een uitzondering is de doorontwikkeling van de wonen-welzijn-zorgstructuur in Tiel. Deze start in 2014, na vaststelling van het Tielse Wmo-beleidskader en wordt uitgevoerd in samenhang met de transities en transformatie in het sociaal domein. Gesprekken over het Retailpark op Latenstein hebben er toe geleid dat, ondanks de economische recessie er een retailpark van geringere omvang dan aanvankelijk beoogd, wordt gerealiseerd. Voor het Sleutelproject Santwijckse Poort is samen met provinciale collega's een nieuwe ontwikkelstrategie geformuleerd, die beter aansluit bij de huidige economische situatie en de daarmee samenhangende terughoudendheid van ontwikkelende partijen. financieel Het uitgavenritme van de financiële middelen is over deze eerste twee jaren nog steeds laag. Met het realiseren van de Brede Zorgschool en de verbouwing van de Agnietenhof zal dit in het derde jaar (2014) verbeteren. Gezien onze ervaringen met voorgaande stadscontracten hebben wij er alle vertrouwen in dat de Gemeente Tiel over de gehele contractperiode ook op dit terrein aan de afspraken zal voldoen.
Voor eventuele vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met onze programmamanager GSO, mevrouw I. Stel, telefoonnummer 0344-637197.
Met vriendelijke groet,
Henk Driessen portefeuillehouder GSO
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel
Oplegnotitie voor de commissies
Telefoon: (0344) 637 111 Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
[email protected]
Internet: www.tiel.nl
Algemeen Commissie: Onderwerp: Geheimhouding: ja / nee
Bestuur Jaarstukken 2013 Regio Rivierenland Nee
College Portefeuillehouder Datum collegebesluit Collegebesluit:
Inhoudelijke toelichting:
L. Verspuij 1. In te stemmen met de jaarstukken 2013 van de Regio Rivierenland; 2. Het te terug te ontvangen bedrag voor Tiel van € 86.000 meenemen bij de 1e voortgangsrapportage 2014. De regeling Regio Rivierenland kent voor wat betreft de jaarstukken formeel geen mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen door de gemeenteraden. Gelet op de huidige bestuursstructuur, waarin raadsleden geen zitting meer hebben, wil het DB de raden toch in de gelegenheid stellen om op de stukken te reageren. De taakuitvoering van de regio heeft in 2013 heeft uiteindelijk geresulteerd in een positief financieel resultaat van € 491.000 in de jaarrekening 2013. Het DB stelt aan het AB voor resultaat uit te keren aan de deelnemende gemeenten. Bij de behandeling en vaststelling van de jaarrekening 2013 neemt het AB een definitief besluit omtrent de resultaatbestemming. Met de hoofden financiën van de regio heeft een voorbespreking plaatsgevonden. Daarbij is door de regio een presentatie verstrekt t.a.v. de resultaten per programma. Deze presentatie is als bijlage toegevoegd. Belangrijkste gebeurtenissen in 2013 waren de fusie van de GGD Rivierenland met de GGD Nijmegen en het beëindigen van de milieu- en logopedische taken. Naast deze grote veranderingen vond er een discussie met de gemeenten plaats over de intergemeentelijke samenwerking in Rivierenland.
Vraag aan commissie: Ter kennisname Bespreken
Ter bespreking Kunt u instemmen met de jaarstukken van de Regio Rivierenland en het voorstel om het resultaat uit te keren aan de gemeenten? N.B.: Het verzoek is om een eventuele reactie uiterlijk 24 april 2013 schriftelijk in te dienen. Deze reactietermijn is inmiddels verstreken. Het AB wil de jaarstukken 2013 op 14 mei 2013
definitief vaststellen. Binnen het vergaderschema van de gemeente Tiel is het niet mogelijk gebleken om dit voorstel tijdig, d.w.z. vóór het verstrijken van de reactietermijn in commissie en raad te brengen. De eerstvolgende mogelijkheid is de raadsvergadering van 21 mei. Op het moment van die raadsvergadering heeft het AB al een besluit genomen. Het college stelt daarom voor om de stukken alleen te behandelen in de commissie Bestuur. Ons standpunt t.a.v. de jaarrekening hebben wij schriftelijk kenbaar gemaakt aan de regio. Zie bijlage 2.
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Financiën, personeel en juridische zaken C. van Doorn 0344-637163
[email protected]
Bijlagen: 1. Collegebesluit en jaarstukken 2013 Regio Rivierenland 2. Brief met reactie college aan regio.
Concernondersteuning
Aan: - het College van Burgemeester en Wethouders van de lidgemeenten van Regio Rivierenland t.a.v. de s e c r e t a r i s - de raden van de lidgemeenten van Regio Rivierenland t.a.v. de griffier
Uw kenmerk Ons kenmerk Datum
14.0000619 6 maart 2014
Inlichtingen Doorkiesnr. Emailadres Bereikbaar
RJ.H. Janssen 0344-638548
[email protected] ma t / m do en vrijdagochtend
Onderwerp
Zienswijzen jaarstukken 2013 van Regio Rivierenland
Geachte heer, mevrouw, Hierbij ontvangt u de concept jaarstukken 2013 van Regio Rivierenland ten behoeve van de bespreking in uw college en raad. U krijgt de stukken toegestuurd op grond van artikel 29 lid 2 van de Regeling Regio Rivierenland waarin is bepaald, dat de jaarrekening vóór 1 mei van het jaar dat volgt op het dienstjaar aan het Algemeen Bestuur en de raden van de (deelnemende) gemeenten toegezonden wordt. In de Regeling Regio Rivierenland is alleen ten aanzien van de begroting een procedure opgenomen voor het indienen van zienswijzen door de raden van de deelnemende gemeenten. In artikel 26 lid 2 van de Regeling Regio Rivierenland is daarvoor een termijn opgenomen van zes weken. Voor de jaarrekening is, overeenkomstig de wettelijke regels voor Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr), geen procedure voor het indienen van zienswijzen in de regeling opgenomen. In het kader van de gewenste vergroting van de betrokkenheid van de gemeenteraden bij Regio Rivierenland sturen wij u toch graag de concept jaarstukken 2013 van Regio Rivierenland toe, waarbij u de gelegenheid wordt geboden uw zienswijzen kenbaar te maken. Omdat een aantal gemeenten heeft aangegeven, dat een termijn van 6 weken voor het indienen van de zienswijzen als (te) kort wordt ervaren, is de termijn met één week opgerekt en geldt als einddatum voor het indienen van de zienswijzen 24 april 2014. Het verslag van de accountant met daarin opgenomen de uitkomsten van de controle van de jaarrekening 2013 van Regio Rivierenland is nog niet beschikbaar, omdat de accountantscontrole nog niet volledig is afgerond. Het verslag van de accountant wordt zo snel mogelijk nagestuurd. De concept jaarstukken 2013 zijn behandeld in het Dagelijks Bestuur van 5 maart 2014. De voorbespreking met de hoofden financiën van de deelnemende gemeenten heeft op 27 februari 2014 plaatsgevonden. De portefeuillehouders Financiën van de lidgemeenten zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst bij Regio Rivierenland op donderdag 3 april 2014. Tijdens deze bijeenkomst zal een toelichting worden gegeven bij de jaarrekening 2013 en de programmabegroting 2015 van Regio Rivierenland.
1
Na ontvangst van de reacties van de lidgemeenten zal het Dagelijks Bestuur de jaarstukken 2013, onder bijvoeging van alle gemeentelijke reacties en het commentaar daarop, aanbieden aan het Algemeen Bestuur. Definitieve vaststelling van de jaarstukken 2013 door het Algemeen Bestuur vindt plaats op 14 mei 2014.
Resultaten jaarrekening 2013 Terugkijkend naar 2013 kan worden geconcludeerd, dat Regio Rivierenland de door de gemeenten opgedragen taken volledig en adequaat heeft uitgevoerd. Alleen ten aanzien van de actualisatie van regelingen is een bewuste keuze gemaakt om deze activiteit later uit te voeren. In de beleidsverantwoording bij programma 1 is toegelicht dat de actualisatie van regelingen wordt opgepakt nadat bestuurlijke besluitvorming over de nieuwe werkwijze in de regionale samenwerking heeft plaatsgevonden. De taakuitvoering in 2013 heeft uiteindelijk geresulteerd in een positief financieel resultaat van C 491.000 in de jaarrekening 2013. Dit resultaat is beschikbaar voor uitkering aan de deelnemende gemeenten. Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland stelt voor het resultaat van C 491.000 volledig aan de deelnemende gemeenten uit te keren. Bij de behandeling en vaststelling van de jaarrekening 2013 op 14 mei 2014 neemt het Algemeen Bestuur een definitief besluit omtrent de resultaatbestemming.
Reservepositie In de balans is een saldo van de algemene reserve opgenomen op 3 1 december 2013 van C 2.508.000. Dit saldo bestaat uit een 3-tal bedrijfsreserves, te weten: Algemene reserve Regiokantoor 474.000 Algemene bedrijfsreserve Avri 1.415.000 Bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening 619.000 Totaal saldo algemene reserve
2.508.000
De algemene reserve Regiokantoor is bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2012 gevormd, mede naar aanleiding van de uitkomsten van de in 2013 uitgevoerde risicoinventarisatie. Het saldo van de algemene reserve Regiokantoor wordt voldoende geacht in relatie tot de omvang van de financiële risico's. Het saldo van de algemene bedrijfsreserve Avri wordt in de komende jaren afgebouwd tot het bestuurlijk vastgestelde optimum van C 700.000. In de meerjarenbegroting van Avri is voorzien in afbouw van de reserve. De bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening is gevormd conform besluitvorming door het Algemeen Bestuur in april 2011. De bedrijfsreserve is bedoeld om risico's in de bedrijfsvoering op te vangen die kunnen ontstaan als gevolg van het leveren van maatwerk in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten. De bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening zal de komende jaren worden ingezet om de frictiekosten te dekken die het gevolg zijn van de afbouw van contractactiviteiten. Per 1 april 2013 zijn de taken op het gebied van milieu en archeologie overgedragen aan Omgevingsdienst Rivierenland en de frictiekosten moeten door Regio Rivierenland binnen de eigen begroting en opgebouwde reserves opgevangen worden. Het saldo van de bestemmingsreserves is ten opzichte van 2012 gedaald met C 367.000. Deze daling heeft te maken met de inzet van de bestemmingsreserves voor dekking van de bestedingen waarvoor de reserves in het verleden zijn ingesteld. In de komende jaren wordt een verdere daling van het saldo van de bestemmingsreserves verwacht.
2
Ontvlechting GGD Rivierenland en fusie met GGD Regio Niimeqen Op 1 juli j l . zijn GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen samen verder gegaan in de nieuwe organisatie GGD Gelderland-Zuid. In het kader van de ontvlechting per 1 juli 2013 is een inbrengbalans opgesteld, met daarin opgenomen de balansposten en de daaraan gekoppelde inbrengwaarden van de bezittingen, vermogenscomponenten en schulden die overgegaan zijn naar GGD Gelderland-Zuid. Inmiddels heeft de accountant (Deloitte) een goedkeurende controleverklaring bij de inbrengbalans afgegeven. Toch is de fusie tussen GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen in financiële zin nog niet volledig afgerond. Bij een aantal onderwerpen (waaronder frictiekosten) bestaat verschil van inzicht en vindt op bestuurlijk niveau nog overleg plaats over de verdeling van de baten en de lasten. Het gevolg is, dat op dit moment het financiële resultaat bij programma 4 GGD in de jaarrekening 2013 niet definitief is. Met de kennis en beschikbare informatie van nu verwachten we wel dat een batig saldo resteert, dat voor uitkering beschikbaar is aan de gemeenten die hebben geparticipeerd in programma 4 GGD van Regio Rivierenland.
Slotopmerkingen Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland heeft in 2013 besloten, dat voordelen in de huisvestingskosten als gevolg van de nieuwe huisvestingssituatie worden uitgekeerd aan de gemeenten, met als verdeelsleutel voor de uitbetaling de gemeentelijke inbreng in de Omgevingsdienst Rivierenland. Omdat op dit moment het huurcontract met GGD GelderlandZuid nog niet getekend is en er daardoor nog geen definitieve huurprijs vastgesteld is, kan het huisvestingskostenvoordeel nog niet definitief worden bepaald. Op het moment, dat de huurprijs die GGD Gelderland-Zuid aan Regio Rivierenland betaalt is vastgesteld, krijgt iedere gemeente bericht van het bedrag van de uitbetaling.
Wij nemen aan u met dit schrijven voldoende te hebben geïnformeerd.
De reactie van uw gemeente zien wij met belangstelling uiterlijk 24 april 2014 tegemoet.
Hoogachtend Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland, de secretaris, t.
1
de
7
SS
Roland van Schelven
Een afschrift van deze brief zenden wij ook naar uw gemeentelijk vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland.
Bijlage(n): »
Concept van de jaarstukken 2013 van Regio Rivierenland
3
JAARSTUKKEN 2013
Jaarverslag en jaarrekening van Regio Rivierenland over 2013 Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband (gemeenschappelijke regeling) van 10 gemeenten, te weten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel.
Versie d.d. 6 maart 2014 voor verzending naar Gemeenten ten behoeve van zienswijze.
2 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Wat vindt u in de jaarstukken 2013: Leeswijzer en toelichting op de programma-indeling
4
De jaarstukken 2013 samengevat
6
Een overzicht van de relevante aspecten in de jaarrekening worden hier toegelicht.
Besluitvorming over de jaarstukken 2013
9
Het besluitvormingsproces omtrent deze jaarstukken in beeld.
Jaarverslag: de programmaverantwoording
Programma Programma Programma Programma Programma
1 2 3 4 5
-
Regionale samenwerking Programma's & Strategie Avri GGD Contractgestuurde dienstverlening
Programma’s
Per programma brengen we in beeld wat we bereikt hebben en welke kosten dit met zich meebracht.
11 14 17 20 23
Jaarverslag: de paragrafen
Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf Paragraaf
1 2 3 4 5 6
-
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Bedrijfsvoering Financiering Verbonden partijen
Paragrafen
In de paragrafen maken we een dwarsdoorsnede van de jaarstukken over de thema’s die voor onze regio relevant zijn.
26 27 30 31 32 34
Jaarrekening
1. De programmarekening en de toelichting daarop 2. De balans per 31 december 2013 en de toelichting daarop 3. Stand van zaken investeringskredieten
Bijlagen
1. 2. 3. 4. 5.
Overzicht van de gemeentelijke bijdrage 2013 Afrekening programma 3 Avri SISA verantwoording over specifieke uitkeringen Provinciale Subsidiebijlage 2012 GUEV 2011 - 2014 Controleverklaring
Financiën
De jaarrekening geeft een totaaloverzicht van de gerealiseerde baten en lasten. Daarnaast brengen we onze financiële positie in beeld.
36 47 62 64 65 66 68 69
Meer informatie kunt u vinden op onze website:
3 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Leeswijzer en toelichting op programma-indeling Opzet van de jaarstukken Deze jaarstukken gaan in op de realisatie van de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 van Regio Rivierenland. Tevens geven we een financiële verantwoording. Op 9 oktober 2013 is de Bestuursrapportage 2013 door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Daarin hebben we de op peildatum 1 juli 2013 verwachte uitkomsten aan het einde van het jaar gerapporteerd en afwijkingen toegelicht. Per programmaonderdeel zijn daarin de volgende vragen ten aanzien van resultaat, tijd en middelen gesteld: 1) Resultaat: Lukt het om de beleidsinhoudelijke afspraken te realiseren? 2) Tijd: Is het gewenste (deel)resultaat eind 2013 gerealiseerd? 3) Middelen: Zijn de toegekende middelen toereikend? Door middel van kleuren hebben we de antwoorden op die vragen aangegeven en vervolgens toegelicht. In de programmaverantwoording van het jaarverslag staan we stil bij de situatie per 31 december 2013. Per programma geven we met behulp van een matrix zoals hieronder weergegeven de eindbalans van de gerealiseerde doelstellingen aan.
afwijking ß begroot saldo à
voordelig
0
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Het bolletje geeft de eindbalans van het desbetreffende programma aan. Des te verder het bolletje naar rechts staat (op de horizontale as), des te hoger is de mate van doelrealisatie (de mate waarin de beleidsinhoudelijke afspraken gerealiseerd zijn). Hoe verder het bolletje in de matrix (op de verticale as) van de 0-lijn afstaat, hoe groter de financiële afwijking ten opzichte van het begrote saldo voor bestemming. Per programma geven we een beknopte toelichting op de gepresenteerde eindbalans. Met betrekking tot de middelen presenteren we in een tabel de afwijkingen van het totale programma ten opzichte van de begroting na wijziging. Vervolgens geven we een overzicht van het neergezette inhoudelijk resultaat per programmaonderdeel. Daarbij maken we een vergelijking met onze prognose bij de bestuursrapportage 2013. De betekenis van de kleuren bij die prognose was: Inhoudelijk resultaat berap: Lukt het om de beleidsinhoudelijke afspraken te realiseren? Ja, dit gaat zeker lukken
Niet zeker of dit gaat lukken
Nee, dit gaat niet lukken
Per programmaonderdeel geven we nu aan of het per 31 december 2013 geheel (groen), grotendeels wel (geel) of grotendeels niet (rood) gelukt is om de in de programmabegroting 2013 opgenomen doelstellingen te realiseren. Principieel gezien betekent ‘grotendeels gehaald’ een rode score. Aangezien dit geen recht doet aan de bereikte resultaten is door middel van de kleur geel een nuancering aangebracht. De afwijking op tijd komt niet meer terug, aangezien het er om gaat of we de doelstellingen in 2013 hebben gehaald. Vertraging betekent niet gehaald. De inhoudelijke en financiële afwijkingen worden bij ieder programma afzonderlijk toegelicht samen met wijzigingen in de risico's. Een samenvatting van de belangrijkste beleidsinhoudelijke en financiële onderwerpen, met een beknopte toelichtingpagina’s met meer informatie is het startpunt van deze vernieuwde jaarstukken.
4 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Schematisch overzicht programma-indeling Programmabegroting 2013 Programma 1: Regionale samenwerking Programma 2: Programma's & Strategie Programma 3: Avri Programma 4: GGD Programma 5: Contractgestuurde dienstverlening
Toelichting programma-indeling In de programma’s wordt een onderscheid gemaakt tussen de bestuurlijke ondersteuning van de Regio (Programma 1. Regionale samenwerking en Programma 2. Programma & Strategie) en de uitvoerende (dienst)onderdelen van de Regio (Programma 3. Avri, Programma 4. GGD en Programma 5. Contractgestuurde dienstverlening). In de programma’s 1 en 2 worden de kosten van de regionale samenwerking verwoord en is het opdrachtgeverschap belegd. In de programma’s 3, 4 en 5 zijn de kosten van de uitvoeringsorganisaties in beeld gebracht en is het opdrachtnemerschap belegd. In Programma 1 zijn ook de algemene dekkingsmiddelen en het budget voor onvoorzien opgenomen.
5 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
De jaarstukken 2013 samengevat Terugblik op 2013 - inhoudelijk 2013 werd gedomineerd door de werkzaamheden rondom de fusie van de GGD en het beëindigen van de milieu- en logopedische taken. Activiteiten met een grote impact op de bedrijfsvoering en de organisatie van Regio Rivierenland die ingrijpend zullen doorwerken in het komende jaar. Tegelijkertijd ontwikkelde Avri nieuwe activiteiten en werd de buitendienst van de gemeente Buren succesvol overgenomen. Ook ontwikkelde Contractgestuurde dienstverlening zich voorspoedig en is er een mooi positief resultaat gerealiseerd. De organisatie toonde grote veerkracht om met de ontwikkelingen om te gaan en hierop te anticiperen. Daarnaast is met het oprichten van de Omgevingsdienst Rivierenland een verhuisbeweging in gang gezet die veel gevraagd heeft van de flexibiliteit van de medewerkers om gedurende de periode van een klein jaar in niet ideale omstandigheden het werk te verrichten . Naast al deze grote veranderingen voerde het bestuur ook de discussie met de gemeenten over de intergemeentelijke samenwerking in Rivierenland. Prominent was de vraag aan de orde hoe de ervaren knelpunten in de bestuursstructuur kunnen worden verbeterd. In 2014 gaan we met de gemeenteraden in gesprek over een aantal quick wins die doorgevoerd zouden kunnen worden en over de richting waarin de bestuurlijke samenwerking zich kan ontwikkelen. De verbetering van de communicatie is daarbij een belangrijk punt. Geconcludeerd kan worden dat binnen alle diensten en op alle werkterreinen veel veranderingen gaande zijn en zich nog zullen aandienen. Desondanks hebben we de going concerntaken en onze opdrachten met een prachtig resultaat uitgevoerd, zoals blijkt uit de financiële en organisatorische terugblik.
2. Programma's & Strategie
Hiernaast en hieronder presenteren we per programma de eindbalans over 2013.
voordelig
voordelig
In de leeswijzer is de opzet ervan toegelicht. In de programmaverantwoording geven we een nadere toelichting op de prestaties die we in 2013 hebben neergezet. Onder elke eindbalans vindt u een paginaverwijzing.
afwijking ß begroot saldo à
1. Regionale samenwerking
afwijking ß begroot saldo à
Eindbalans per programma
0
nadelig
0
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
hoog laag ß mate van doelrealisatie à
4. GGD
5. Contractgestuurde dienstverlening
voordelig
voordelig
voordelig
0
nadelig
afwijking ß begroot saldo à
3. Avri
afwijking ß begroot saldo à
Meer informatie vanaf pagina 14
afwijking ß begroot saldo à
Meer informatie vanaf pagina 11
0
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Meer informatie vanaf pagina 17
0
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Meer informatie vanaf pagina 20
6 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Meer informatie vanaf pagina 23
Terugblik op 2013 – financieel en organisatorisch
Resultaten en ontwikkeling gemeentelijke bijdrage · We zijn zeer tevreden met de financiële uitkomsten van het begrotingsjaar 2013. In de door het Algemeen Bestuur vastgestelde programmabegroting 2013 werd nog uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage van in totaal € 7.310.000. In dit bedrag van de gemeentelijke bijdrage waren de kosten van de GGD en het milieu uitvoeringsprogramma nog voor een heel jaar meegenomen. In de bestuursrapportage 2013 zijn de effecten van de ontvlechting van de GGD en de transitie van de milieu-activiteiten verwerkt, waardoor de gemeentelijke bijdrage daalde met een bedrag van € 2.877.000. Hiervan had € 2.728.000 betrekking op de ombouw van de begroting van de GGD-activiteiten naar een halfjaarbegroting. De gemeentelijke bijdrage is daarnaast nog met € 149.000 verlaagd als gevolg van de overdracht van de milieu-activiteiten naar Omgevingsdienst Rivierenland op 1 april 2013. · Naast de effecten van de ombouw van de begroting 2013 als gevolg van het vertrek van bedrijfsonderdelen zijn in de bestuursrapportage 2013 financiële voordelen verwerkt voor in totaal € 293.000. Deze voordelen hebben te maken met een gerealiseerd overschot bij de afwikkeling het van Digitaal Dossier JGZ (voorheen Elektronisch Kinddossier Rivierenland) en de (structurele) voordelen in de begroting door de afbouw van 3 plusproducten logopedie. De in de begroting 2013 opgenomen gemeentelijke bijdrage komt daarmee uit op een bedrag van € 4.140.000. Dit bedrag hebben wij aan de gemeenten gefactureerd. · Het rekeningresultaat in 2013 komt uit op een positief saldo van € 491.000. Dit is het saldo van de resultaten bij de programma's 1 Regionale samenwerking en 2 Programma's & Strategie. Het behaalde resultaat is mede het gevolg van kostenbesparingen als gevolg van de aandacht voor kostenbeheer. Overige ontwikkelingen met financiële gevolgen · Avri heeft in 2013 de voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd voor de invoering op 1 januari 2014 van het nieuwe afvalbeleid: Goed Scheiden Loont. Dit nieuwe afvalbeleid moet er toe leiden dat de beleidsdoelstellingen ten aanzien van afvalhergebruik gerealiseerd worden en dat de kosten van de afvalinzameling en afvalverwerking voor de inwoners dalen. · De ontvlechting van GGD Rivierenland en de fusie met GGD Regio Nijmegen per 1 juli 2013 is gerealiseerd. In financiële zin is het fusieproces nog niet afgerond, omdat op bestuurlijk niveau verschillen van inzicht bestaan over de financiële afwikkeling van een aantal zaken. De vermogensinbreng is bepaald op een bedrag van € 2,50 per inwoner, in totaal een bedrag van € 545.683. Rekening houdend met het aan GGD Gelderland-Zuid te betalen bedrag van de vermogensinbreng resteert bij programma 4 GGD een batig saldo. Pas als alle financiële zaken met betrekking tot de fusie op bestuurlijk niveau definitief geregeld zijn, kan het exacte bedrag van het batig saldo worden vastgesteld. · Als gevolg van de ontvlechting van GGD Rivierenland heeft Regio Rivierenland te maken met frictiekosten (ongedekte overheadkosten). De frictiekosten in het 2e halfjaar van 2013 waren veel lager dan begroot, omdat GGD Gelderland-Zuid tot eind november 2013 gebruik heeft gemaakt van de ICT-dienstverlening door Regio Rivierenland en hiervoor een vergoeding heeft betaald. De resterende frictiekosten konden worden gedekt door de te ontvangen frictiekostenvergoeding van GGD Gelderland-Zuid. · De overdracht van de activiteiten op het gebied van milieu en archeologie aan Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) en de daarmee samenhangende verhuizing op 1 april 2013 zijn goed verlopen. Alleen de subsidie Externe Veiligheid loopt nog tot eind 2014 door via Regio Rivierenland, omdat de provincie tussentijds geen wijziging wil in de contractpartijen van de subsidieregeling. We hebben met de ODR goede afspraken gemaakt over de subsidieverantwoording. De frictiekosten (= ongedekte overhead) als gevolg van de overdracht van activiteiten naar de ODR konden in 2013 opgevangen worden door de gerealiseerde resultaten binnen programma 5 Contractgestuurde dienstverlening. Het resultaat van Contractgestuurde dienstverlening is hierdoor wel gedaald met € 165.000 ten opzichte van 2012. Dit nadeel is in lijn met het bedrag dat in de begroting 2013 is geraamd voor de frictiekosten.
7 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Financiële kerncijfers 2013
Resultaat jaarrekening 2013 Bedragen x € 1.000
Resultaat voor bestemming Begroot t/m AB dec
1. Regionale samenwerking 2. Programma's & Strategie 3. Avri 4. GGD 5. Contractgestuurde dienstverlening Totaal
180582560208531-
Rekening 2013
Resultaat na bestemming Rekening 2013
469 4 68348 21732
453 38 0 0 0 491
Relatieve afwijking jaarrekening ten opzichte van begroting t/m AB december Lastenen aandachtspunten Baten Gem. bijdrage De belangrijkste financiële ontwikkelingen 1. Regionale samenwerking 2. Programma's & Strategie 3. Avri 4. GGD 5. Contractgestuurde dienstverlening Totaal
-41,5% -9,4% 2,8% 15,2% 4,3% 1,5%
6,5% -11,4% 2,6% 86,5% 13,0% 5,3%
ja ja nee/dvo ja/dvo ja/dvo 0,1%
Het relatief grote afwijkingspercentage bij de lasten van programma 1 Regionale samenwerking is ondermeer het gevolg van lagere frictiekosten in verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland en een lage inzet van de budgetten voor onvoorziene uitgaven en CAO-conforme loonontwikkelingen. De grote positieve afwijking bij de baten van programma 4 GGD heeft te maken met de eenmalige BTW-restitie over de jaren 2007 tot en met 2012. Een uitgebreide toelichting van deze afwijkingen is opgenomen bij de verschillenanalyse die achterin deze jaarrekening is opgenomen.
De jaarrekening op pagina 36 en verder biedt uitgebreide financiële informatie en toelichtingen.
8 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Besluitvorming over de Jaarstukken 2013
Januari 2014
Ambtelijke voorbereiding
27 februari 2014 Datum
Bespreken jaarstukken met hoofden Financiën gemeenten Vaststelling concept jaarrekening door het Dagelijks Bestuur
5 maart 2014
Vaststelling jaarrekening Dagelijks Bestuur
24 april 2014
Einddatum voor het indienen van zienswijzen
14 mei 2014
Vaststelling jaarstukken door het Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur tot vaststelling van de jaarstukken 2013, BESLUIT: 1. De programmarekening 2013 vast te stellen conform voorliggend ontwerp. 2. In te stemmen met de begrotingsoverschrijdingen van de lasten bij programma 3 Avri, programma 4 GGD en programma 5 Contractgestuurde dienstverlening, omdat deze overschrijdingen zijn gedekt door rechtstreeks met de lasten samenhangende extra (subsidie)inkomsten. 3. Kennis te nemen van het in de jaarrekening opgenomen overzicht van de investeringskredieten en in te stemmen met de in het kredietoverzicht opgenomen investeringsprojecten met kredietoverschrijdingen en de daarbij gegeven toelichtingen. Het resultaat vóór resultaatbestemming bedraagt € 732.000 voordelig. Het bedrag van de stortingen en onttrekkingen van de reserves komt uit op een storting van per saldo € 241.000. Het resultaat na resultaatbestemming bedraagt daardoor € 491.000 voordelig. Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland is bevoegd te beschikken over het saldo van de jaarrekening 2013 van € 491.000 en een besluit te nemen over het bedrag van de terugbetaling aan de deelnemende gemeenten. Het overschot is in de balans opgenomen onder het eigen vermogen als ‘Nog te bestemmen resultaat’. Ten aanzien van de reserves in de jaarrekening 2013 van Regio Rivierenland is op de volgende pagina een samenvattende toelichting opgenomen. Met het vaststellen van de jaarrekening 2013 worden de mutaties van de reserves geformaliseerd. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 14 mei 2014.
De secretaris,
De voorzitter,
I.P.C. van Wamel-Geene
R. van Schelven
9 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
In onderstaand samenvattend overzicht zijn de bedragen opgenomen, die in de jaarrekening 2013 zijn ingezet vanuit reserves en de bedragen die naar reserves zijn afgestort. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de balansposten bij het onderdeel vaste passiva. Toevoegingen aan reserves: Bedrijfsreserve Avri (resultaat pluspakket + bespaarde rente programma 3) Bedrijfsreserve GGD (resultaat programma 4) Bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening (resultaat programma 5) Reserve frictiekosten ontvlechting GGD Inzet van reserves in de jaarrekening 2013: Inzet reserves programma 1 Regionale samenwerking Inzet reserves programma 2 Programma's & Strategie Inzet reserves programma 3 Avri Inzet reserves programma 4 GGD Inzet reserves programma 5 Contractgestuurde dienstverlening Mutaties reserves, per saldo een storting van
10 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
163.000 576.000 80.000 128.000 -
112.000 34.000 231.000 228.000 101.000 241.000
Programma 1 – Regionale samenwerking Totaaloverzicht resultaten 2013 Eindbalans gerealiseerde doelstellingen 2013 Beknopte toelichting De prestatieafspraken, zoals opgenomen in de begroting 2013 zijn gehaald. voorafwijking ß begroot saldo à
delig
De bestuurlijke heroriëntatie op de samenwerking in Rivierenland en op de structuur van de organisatie van Regio Rivierenland hebben er toe geleid dat de actualisatie van enkele financiële, organisatorische en personele verordeningen is aangehouden. Als de raden besloten hebben (medio 2014) over de nieuwe werkwijze in de regionale samenwerking wordt de actualisatie opgepakt.
0
Programma’s
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Uitgebreide toelichting op successen en afwijkingen vindt u op de komende pagina’s.
Programma 1 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2013 Rekening Afwijking 2013 primitief t/m AB dec 1.066 1.469 859 610366 601 640 39 700868219649 700 688 688 0 0 180469 649 0 180 112 680 0 128 128 0 0 453 453
V V V V N N V
V=voordelig; N= nadelig
Een financiële verschillenanalyse per programma, inclusief de impact van de afwijkingen op de gemeentelijke bijdrage, vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
Realisatie per programmaonderdeel
1. Integrale strategische belangenbehartiging, positionering en profilering
Inhoudelijk resultaat Prognose
Realisatie
Berap
2013
Middelen x € 1.000
Lasten
Baten
Gewijzigde risico’s
Ja
2. Besluitvormingsprocessen
-
3. Bestuursvergaderingen
-
4. Concerncontrol
-
5. Organisatie- en risicomanagement
-
11 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat Prognose
Realisatie
Berap
2013
Middelen x € 1.000
Lasten
Baten
Gewijzigde risico’s
6. Werkgeverschap
859
1.328
De genoemde beleidsonderdelen binnen het programma 1 worden in de financiële administratie niet uitgesplitst. Daarom is een totaal bedrag vermeld. Ook zitten in dit programma posten (o.a. loonontwikkeling, onvoorzien, kapitaallasten) die niet onder de genoemde beleidsonderdelen vallen.
Succes in beeld Toekomst regionale samenwerking krijgt vorm Na twee regionale raadsconferenties, voorafgegaan door een collegeconferentie met een tussentijdse ronde langs alle raden afzonderlijk, tekent zich de gewenste wijze van regionale samenwerking af en de betrokkenheid van de raden daarbij. Een voorstel voor verbetering van de samenwerking is op 19 december 2013 via de colleges naar de raden gestuurd. Besluitvorming in eerste termijn wordt voor de verkiezingen van maart 2014 voorzien. Leegstand voorkomen door verhuur van regionale panden De dalende bezetting in twee regionale panden door het vertrek van de Dienst GGD en het team Milieu heeft niet geleid tot leegstand van (delen van) de gebouwen in eigendom van alle gemeenten. Met de nieuwe Omgevingsdienst Rivierenland is voor de komende vijf jaar een huurcontract afgesloten voor gebruik van één pand. Met GGD Gelderland-Zuid zijn afrondende besprekingen gaande voor de verhuur voor een zelfde periode voor het onbezette deel van het andere pand.
Openbaarheid en toegankelijkheid Regio Rivierenland neemt toe Met het openbaar worden van de vergaderingen van de vijf programmaraden zijn alle vergaderstukken, met uitzondering van die van het Dagelijks Bestuur, voor een ieder in te zien op de website. Alle besluiten (ook van het DB) zijn beschikbaar. De site is hiervoor beter toegankelijk gemaakt. Ook kan via Twitter, Facebook of LinkedIn het regionale nieuws makkelijker worden gevolgd. Het infobulletin voor raadsleden heeft een facelift ondergaan en is gekoppeld aan de website voor meer details.
Toelichting op afwijkingen per programmaonderdeel Per programmaonderdeel waarin sprake is van een inhoudelijke of financiële afwijking of van gewijzigde risico’s volgt hieronder een toelichting. Op alle andere onderdelen hebben we de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 gerealiseerd. Ad 1. Integrale strategische belangenbehartiging, positionering en profilering. 1. Risico: frictiekosten. De wettelijk voorgeschreven territoriale congruentie GGD Tiel – GGD Nijmegen heeft er voor gezorgd dat het dienstonderdeel GGD in 2013 is uitgetreden uit de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland. Dat geldt ook voor de teams Milieu en Geluid en de medewerkers
12 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Externe Veiligheid en Archeologie die naar de Omgevingsdienst Rivierenland zijn overgegaan. De Regio-organisatie is hierdoor circa 90 FTE kwijtgeraakt. De achterblijvende taken moeten daardoor over minder kostenplaatsen worden verdeeld. Hierdoor ontstaan frictiekosten die niet geheel kunnen worden opgelost. Deze kosten komen in de loop van 2014 in beeld. 2. Risico: kleinere organisatie De discussie over een nieuwe koers van intergemeentelijke samenwerking vertaalt zich ook in een gewenste nieuwe dienstverlening vanuit Regio Rivierenland, die zich vooral moet richten op beleidstaken. Dit betekent dat (grote) uitvoeringstaken op een andere manier georganiseerd gaan worden, buiten Regio Rivierenland. Deze verandering zal ook personele consequenties hebben en de organisatie van Regio Rivierenland verder verkleinen. Daarmee neemt de kwetsbaarheid toe en zal ook gekeken moeten worden of de huidige interne ondersteuning (financiën, P&O, I&A, archief, JZ) nog levensvatbaar is.
Programma’s
Ad 5. Organisatie- en risicomanagement en ad 6. Werkgeverschap. 1. Resultaat: regelingen zijn niet geactualiseerd. De inrichting van de nieuwe organisatiestructuur (sinds medio 2010) is nog niet geheel verwerkt in alle interne juridische, financiële, personele en organisatorische regelingen. De regelingen zouden conform de oorspronkelijke planning uiterlijk in 2012 al zijn geactualiseerd. In 2012 is echter een start gemaakt met de evaluatie van deze structuur. Dit luidde een traject in met een brede discussie over de gewenste toekomst van de regionale samenwerking. Ondertussen verdwenen de milieutaken bij Regio Rivierenland en werd afscheid genomen van het dienstonderdeel GGD. Deze ontwikkelingen beïnvloeden op hun beurt de discussie over de gewenste samenwerking in regionaal verband. Nu tekent zich een nieuwe werkwijze af in de samenwerking, waarbij de raden een stevigere positie krijgen. De besluitvorming over de nieuwe werkwijze zal (in eerste termijn) door de raden vóór de verkiezingen in 2014 plaatsvinden. Na de verkiezingen moeten de nieuwe raden zich (in tweede termijn) ook nog uitspreken over de voorgestelde wijzigingen. Het is logisch om die besluitvorming eerst af te wachten en de regelingen integraal te wijzigen afgestemd op de nieuwe situatie. Als gevolg hiervan ziet het er naar uit dat de aanpassing van alle regelingen nog tot in 2015 doorloopt.
Achtergronden bij dit programma Producten Tot dit programma behoren de volgende producten: · Algemene bestuursondersteuning · Algemene baten en lasten · Onvoorziene uitgaven · Renteresultaat
13 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Programma 2 – Programma's & Strategie Totaaloverzicht resultaten 2013
afwijking ß begroot saldo à
Eindbalans gerealiseerde doelstellingen 2013 Beknopte toelichting 2013 heeft in het teken gestaan van vele nieuwe initiatieven. De oprichting van het RIW is in gang gezet en voorer is veel energie gestoken om het platform Logistieke delig hotspot als volledig zelfstandig entiteit te gaan inrichten. Binnen de transities hebben de gemeenten de handen ineen geslagen om in gezamenlijkheid invulling te geven aan WMO en Jeugdzorg. De beoogde resultaten zijn eind 0 2013 nog niet bereikt. De planning is om zo snel mogelijk in 2014 de resultaten aan de colleges aan te bieden. Wat wel volledig is afgerond is het oprichten van het Platform Zelfredzaam. Het Regiocontract wordt volgens planning uitgevoerd en ook hebben de gemeenten de handen ineen nageslagen op het gebied van bereikbaarheid. De lobby A 15 delig is daar een mooi voorbeeld van. Voorbereidende stappen hoog laag worden gezet om onze nieuwe rol in 2014 nader vorm te ß mate van doelrealisatie à geven. Uitgebreide toelichting op successen en afwijkingen vindt u op de komende pagina’s.
Programma 2 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2013 Rekening Afwijking 2013 primitief t/m AB dec 1.096 2.837 2.569 268107 1.828 1.619 2099891.00995059 939 951 954 3 50584 62 50 58 34 240 0 0 0 0 0 38 38
V N V V V N V
V=voordelig; N= nadelig
Een financiële verschillenanalyse per programma, inclusief de impact van de afwijkingen op de gemeentelijke bijdrage, vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'. Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat
Middelen x € 1.000
Prognose
Realisatie
Lasten
Berap
2013
Baten
Gewijzigde risico’s
1. Organiseren en faciliteren van de programmaraden
-
2. Organiseren en faciliteren van de ambtelijke programmateams
-
3. Monitoren van de programma's
-
4. Genereren geldstromen en subsidies
-
5. Gez. belangenbehartiging voor overheden en maatsch. partijen
-
6. Strategische beleidsontwikkeling
-
14 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat
Middelen x € 1.000
Prognose
Realisatie
Lasten
Berap
2013
Baten
Gewijzigde risico’s
7. Inzet als projectleider
-
8. Deelname aan projecten en beleidsprocessen van gemeenten
-
9. Opdrachtgever voor de basistaken van Regio Rivierenland
2.569
2.573
Succes in beeld Resultaten Regiocontract 2012-2015 Binnen het Regiocontract 2012-2015 zijn al veel projecten in gang gezet en subsidiegelden en bijdragen van derden worden volop besteed en leiden nu al tot mooie resultaten. Met veel belangstelling is vanuit de provincie meegekeken hoe de regio het Regiocontract meet en heeft verantwoord (monitoren). De positieve reactie vanuit de provincie heeft er in geresulteerd dat de volgende stap in de monitoring in werking is gesteld. De monitor is in 2013 tegen het licht gehouden en er is een planning opgesteld om de monitoring verder te professionaliseren. In 2014 zal het meetinstrument dan ook verder ingezet kunnen worden en op transparante wijze zichtbaar maken of en op welke wijze de middelen ingezet worden en welke effecten daarmee bereikt worden.
Programma’s
De genoemde beleidsonderdelen binnen het programma 2 worden in de financiële administratie niet uitgesplitst. Daarom is alleen een totaal bedrag vermeld.
Logistieke hotspot nadert voltooiing In 2013 is veel energie gestoken in de economische ontwikkeling van de regio. Met het vormen van de regio tot Logistieke hotspot kunnen we ons krachtig etaleren en een aantrekkelijk gebied vormen voor bedrijven die zich willen vestigen. Door gerichte wervingscampagnes en krachten te bundelen is er al veel interesse ontstaan. Zelfs vanuit het verre Azië zijn er bedrijven die zich oriënteren op vestiging in onze regio. Regio Rivierenland wil dat de Logistieke Hotspot Rivierenland (LHR) een zelfstandige stichting wordt. Zodoende kan in contact met investeerders in bedrijfsgrond sneller gehandeld worden. En dat is nodig om LHR succesvol tot uitvoering te kunnen brengen. Besluitvorming hierover vindt in 2014 plaats. Platform Zelfredzaam ingericht Het Platform Zelfredzaam is in de eerste helft van 2013 van start gegaan. De convenanten zijn begin 2013 getekend. Dit is een mooi voorbeeld van gezamenlijke belangenbehartiging waar overheden en maatschappelijke partijen elkaar ontmoeten. Het voorbeeld is gevormd naar POA Raak waar werkgeversorganisatie participeren met uitkeringsorganisaties en instituten zoals het SW-bedrijf.
15 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting op afwijkingen per programmaonderdeel Per programmaonderdeel waarin sprake is van een inhoudelijke of financiële afwijking of van gewijzigde risico’s volgt hieronder een toelichting. Op alle andere onderdelen hebben we de doelstellingen uit de programmabegroting 2012 gerealiseerd. Ad 1. Organiseren en faciliteren van de programmaraden/ ad 2. Organiseren en faciliteren van de ambtelijke programmateams Programmaraden en programmateams kwamen in 2013 bijeen volgens de afspraken die daarover in de begroting 2013 zijn gemaakt. Ook op inhoud zijn resultaten behaald en wordt voldaan aan de te bereiken doelen: op belangrijke dossiers is veel voortgang geboekt en zijn de benodigde besluiten tijdig genomen. In 2013 is duidelijk geworden dat de gemeenteraden intensiever betrokken willen zijn bij de onderwerpen en processen die op regionaal niveau worden voorbereid. De programmaraden zullen in de huidige vorm niet meer worden voortgezet. Na besluitvorming in de raden (medio 2014) zal duidelijk worden hoe de nieuwe overlegstructuur er uit zal gaan zien. Eind 2013 zijn de voorbereidende werkzaamheden verricht om de resultaten van de programma's te evalueren. Dit zal in het 1e kwartaal van 2014 afgerond worden en gepresenteerd in de laatste vergaderingen van de programmaraden vóór de verkiezingen op 19 maart 2014. Ad 3. Monitoren van de programma's Het monitoringssysteem is naar grote tevredenheid uitgevoerd. Om het instrument ook in de toekomst meer als verantwoordingsinstrument te kunnen inzetten wordt een ontwikkelslag gepland voor 2014. Ad 5. Gezamenlijke belangenbehartiging voor overheden en maatschappelijke partijen In 2013 is veel energie gestoken om de maatschappelijke partners intensief te betrekken bij de beleidsvoorbereiding. Deze samenwerkingsverbanden zijn ook geformaliseerd en bekrachtigd in convenanten. Het Platform Zelfredzaam en POA-Raak zijn daar mooie voorbeelden van. Omdat nog geen besluitvorming heeft plaatsgehad over het RIW en de organisatie voor de Logistieke hotspot, zijn de resultaten niet volledig behaald in 2013.
Achtergronden bij dit programma In dit programma zijn de werkzaamheden weergegeven voor de ondersteuning van de vijf programmaraden van Regio Rivierenland en het Regiocontract. Aan welke inhoud en inhoudelijke projecten vorm wordt gegeven is aangegeven in de programma’s Zelfredzaam, Participerend, Welvarend, Aantrekkelijk en Bereikbaar Rivierenland en het Regiocontract 2012-2015. De inrichting en werkwijze van de programmaraden is beschreven in de notitie rol en werkwijze Programmaraden Regio Rivierenland. Meer informatie over de programma’s, de programmaraden en de evaluatie is te vinden op onze website.
16 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Programma 3 – Avri Totaaloverzicht resultaten 2013
afwijking ß begroot saldo à
Eindbalans gerealiseerde doelstellingen 2013 Beknopte toelichting Op 13 februari 2013 besloot het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland tot de invoering van nieuw afvalbeleid: Goed Scheiden Loont. Dit beleid is gebaseerd op het principe dat je betaalt voor gebruik en moet er toe leiden voordelig dat de bestuurlijke doelstelling van 65% hergebruik gehaald wordt in 2015. Dit besluit leidde tot het grootste en meest complexe project van Avri in de afgelopen 24 jaar. In 11 maanden tijd zijn 86.000 containers gechipt, 200 ondergronds containers geplaatst, is een nieuw 0 administratiesysteem ingericht, heeft Avri haar input geleverd ten behoeve van bestuursvoorstellen en is een communicatiecampagne gestart. Dit zijn slechts enkele in het oog springende voorbeelden. Feitelijk was ieder onderdeel van Avri nauw betrokken bij de benodigde navoorbereidingen. delig
Programma’s
hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Als gevolg van de verbeterde scheiding dalen de kosten van de afvalstoffenheffing (gemiddeld) in 2014 naar verwachting naar 187 euro. Dit is 30% lager dan in 2010. Als gevolg van een eenmalige uitkering uit de voorziening, waartoe het bestuur in december besloot, daalt de gemiddelde afvalstoffenheffing eenmalig zelfs tot € 172 (35% lager dan in 2010). Hiermee sluiten we een periode van vier jaar af waarin de afvalstoffenheffing fors is gedaald. Vanaf 2015 zal de afvalstoffenheffing weer een stijgende trend vertonen.
Uitgebreide toelichting op successen en afwijkingen vindt u op de komende pagina’s.
Programma 3 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2013 Rekening Afwijking 2013 primitief t/m AB dec 41.293 29.275 30.085 810 41.365 29.250 30.017 767 72 2568430 0 0 0 72 256843100 169 231 62 172 144 163 19 0 0 0 0
N V N N V N
V=voordelig; N= nadelig
Een uitgebreide toelichting van de financiële afwijkingen is opgenomen bij de verschillenanalyse die achterin deze jaarrekening is opgenomen. Realisatie per programmaonderdeel
A. Uitvoeren basistaken B. Uitvoeren plustaken
Inhoudelijk resultaat Prognose Realisatie Berap 2013
Middelen x € 1.000 Lasten Baten
Gewijzigde risico’s
24.862
24.917
-
5.223
5.100
-
30.085
30.017
De bedragen zijn gepresenteerd exclusief mutaties van reserves.
17 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Succes in beeld
vergroot de kwaliteit
waarin
regionale w
Contractering van drie diensten In 2013 is de komst van diensten van drie gemeenten in 2014 voorbereid. Het betreft de buitendienst van Neerijnen en Neder-Betuwe en de dienst Toezicht en Handhaving van Tiel. Voor elke gemeente zijn financiële berekeningen gemaakt, zijn de arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd, zijn voorbereidende gesprekken met de medewerkers gevoerd en zijn contracten opgesteld. De komst van de drie diensten op de genoemde gebieden en zorgt voor een verlaging van de kosten voor de gemeenten die deze diensten afnemen.
Invoering nieuw financieel systeem In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor de inrichting van het nieuwe financiële systeem Exact. Daarin wordt de productstructuur geactualiseerd en aangesloten op de ontwikkelingen van Goed Scheiden Loont en IBOR. Daarnaast gaan we in Exact ook de inkoopfacturen digitaal afhandelen. Hiermee haken we aan op de landelijke trend. Ook overheidsorganen worden geacht om gegevens digitaal op te slaan. Dit bespaart kosten en is goed voor het milieu. Bovendien verbetert de kwaliteit, omdat de kans op zoekgeraakte facturen verkleind wordt. Een digitaal proces is daarnaast ook locatie onafhankelijk, zodat we ook in financieel opzicht voorbereid zijn op het werken met meerdere werven. Calculatiemodel beheer openbare ruimte In 2013 heeft Avri samen met externen een calculatiemodel ontwikkeld voor het beheer van de openbare ruimte. Daarmee kan Avri bepalen hoeveel personeel en/of geld nodig is voor het op gevraagde kwaliteit h ouden van een bepaald areaal. Omdat ook de kosten van een groot aantal andere uitvoerende partijen aan het model gekoppeld zijn (database GWW-sector) kan met dit model ook worden bepaald in hoeverre Avri in staat is marktconform te werken. Dit model wordt nu benut voor interne sturing en voor de verantwoording aan opdrachtgevende gemeenten. De ervaring heeft geleerd dat een dergelijk model noodzakelijk is om deze sturing te bewerkstelligen.
Toelichting op afwijkingen per programmaonderdeel Per programmaonderdeel waarin sprake is van een inhoudelijke of financiële afwijking of van gewijzigde risico’s volgt hieronder een toelichting. Op alle onderdelen hebben we de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 gerealiseerd. Hieronder zijn de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de Bestuursrapportage 2013 toegelicht. Ad A. Uitvoeren basistaken De afwijking ten opzichte van de Bestuursrapportage 2013 bedraagt € 58.000 (0,2% van de lasten basistaken). Het positieve resultaat op de basistaken van € 623.000 is aan de voorziening inzameling AVH toegevoegd. In de tarieven uit de meerjarenbegroting 2014-2017 is reeds rekening gehouden met dit overschot.
18 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Ad B. Uitvoeren plustaken De afwijking ten opzichte van de Bestuursrapportage 2013 bedraagt € 13.000 (0,2% van de lasten plustaken). Het positieve resultaat op de plustaken van € 88.000 is aan de Algemene Bedrijfsreserve toegevoegd en zal in 2014 worden ingezet ter verlaging van de kosten van het basispakket (conform meerjarenbegroting 2014-2017).
Achtergronden bij dit programma Producten De producten bij dit programma zijn beschreven in het productenboek basistaken Avri en het productenboek plustaken Avri. Meer informatie over de taken van Avri is te vinden op de website.
In het jaarbericht rapporteren we aan de hand van de zeven strategische doelstellingen uit het bedrijfsplan van Avri. Per doelstelling staan beknopt de acties en projecten van het afgelopen jaar genoemd die bijdragen aan het behalen van de doelstelling. Om het jaarbericht niet alleen kort, maar ook voldoende interessant te maken, lichten wij steeds per doelstelling één project nader toe.
Programma’s
Jaarbericht Welke projecten zijn uitgevoerd en welke resultaten Avri daardoor heeft bereikt, leest u in het jaarbericht. U kunt dit jaarbericht downloaden via de link www.avri.nl/avri.
19 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Programma 4 – GGD Totaaloverzicht resultaten 2013 Eindbalans gerealiseerde doelstellingen 2013 Beknopte toelichting Het jaar 2013 stond volledig in het teken van de fusie met GGD Regio Nijmegen. Op 1 juli 2013 zijn GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen samen verder gegaan in een nieuwe organisatie GGD Gelderland-Zuid.
afwijking ß begroot saldo à
voordelig
Het financiële resultaat over het 1e halfjaar van 2013 was positief en na de afgesproken vermogensinbreng in GGD Gelderland-Zuid van € 2,50 per inwoner resteert een batig saldo, dat in deze jaarrekening in de balans is opgenomen als met de deelnemende gemeenten te verrekenen betalingsverplichting.
0
nadelig hoog laag ß mate van doelrealisatie à
In de reguliere taken heeft de GGD ondanks de fusie een stabiel jaar gedraaid en de doelen gerealiseerd binnen de begroting als geheel.
Uitgebreide toelichting op successen en afwijkingen vindt u op de komende pagina’s.
Programma 4 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2013 Rekening Afwijking 2013 primitief t/m AB dec 8.099 3.617 4.166 549 2.241 1.106 2.063 957 5.8582.5112.103408 5.804 2.451 2.451 0 5460348 408 54 60 228 168 0 0 576 576 0 0 0 0
N V V V V N
V=voordelig; N= nadelig
Een financiële verschillenanalyse per programma, inclusief de impact van de afwijkingen op de gemeentelijke bijdrage, vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'. Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat
Middelen x € 1.000
Prognose
Realisatie
Lasten
Berap
2013
1a. + 2a. Algemene gezondheidszorg (AGZ)
1.014
Baten
945
Gewijzigde risico’s
-
1b. + 2b. Meldpunt bijzondere zorg en Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz)
372
402
-
1c. + 2c. Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Beleid (EGB)
414
413
-
1d. + 2d. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) inclusief logopedie
1.533
1.681
-
833
1.073
-
Overige activiteiten, w.o. subsidies verslavingszorg en GGZ-preventie + fusiegerelateerde zaken
20 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat
Middelen x € 1.000
Prognose
Realisatie
Lasten
Berap
2013
Baten
Gewijzigde risico’s
-
3b. Realiseren van en bijdragen aan een infrastructuur voor publieke gezondheidszorg in de regio
-
3c. Versterken samenwerking curatieve gezondheidszorg/1e lijn - GGD
-
4a. Ondersteuning van gemeenten
-
4b. Bekostiging van programma's van derden
4.166
4.514
De financiële administratie is ingericht en voor wat betreft het programma 4 GGD uitgesplitst naar de verschillende teams/taakvelden. In de administratie wordt geen volledig onderscheid gemaakt tussen baten en lasten van basistaken en plustaken. Daarom zijn in bovenstaande tabel niet bij alle genoemde producten de baten en lasten afzonderlijk vermeld.
Programma’s
3a. Realiseren van gezamenlijke ambtelijke en bestuurlijke beleidsvorming
Succes in beeld Fusie Ondanks het feit, dat op bestuurlijk niveau nog niet alle financiële zaken met betrekking tot de fusie definitief zijn geregeld, is de fusie tussen beide GGD-en voor het personeel voorspoedig verlopen. De afstemming en integratie van bedrijfsprocessen is voortvarend opgepakt en steeds meer wordt gewerkt met dezelfde systemen en volgens uniforme werkwijzen. De harmonisatie van de verschillende bestuursstijlen en bedrijfsvoeringsculturen is een proces dat meer tijd vraagt. Geslaagde afwikkeling van lopende projecten Het project invoering Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ) is begin 2013 afgerond. Het financiële overschot is in september 2013 uitbetaald aan de gemeenten. Daarnaast zijn in overleg met de belastinginspecteur definitieve afspraken gemaakt over de BTW-restitutie over de periode 2007 t/m 2012. De gemeenten hebben hiervan in augustus 2013 beschikkingen van de belastingdienst ontvangen.
Succesvolle afbouw van plusproducten logopedie In 2012 hebben de Rivierenlandse gemeenten definitief besloten tot afbouw van drie grote plusproducten logopedie. De afspraken omtrent personele afbouw waren bij het begin van het begrotingsjaar 2013 gerealiseerd. Op het moment van de ontvlechting en de fusie met GGD Regio Nijmegen waren ook alle financiële zaken definitief geregeld. Het financiële voordeel van de afbouw is in september 2013 uitbetaald aan de gemeenten.
21 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting op afwijkingen per programmaonderdeel Op alle onderdelen zijn de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 gerealiseerd. Per programmaonderdeel waarin sprake is van een inhoudelijke of financiële afwijking of van gewijzigde risico’s volgt hieronder een toelichting. Fusie met GGD Regio Nijmegen Per 1 juli 2013 is GGD Rivierenland opgegaan in GGD Gelderland-Zuid. Aan het eind van 2013 is op basis van de gemaakte (financiële) afspraken tussen beide fusie-partners een inbrengbalans opgesteld, die inmiddels ook door de accountant is gecontroleerd. De accountant heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij de inbrengbalans. Over een aantal onderwerpen bestaat op het moment van opstellen van deze jaarrekening nog geen bestuurlijke overeenstemming, waardoor er nog onzekerheden bestaan ten aanzien van de definitieve uitkomsten van het financiële resultaat over het 1e halfjaar van 2013. Afgesproken is, dat de Rivierenlandse gemeenten een vermogensbedrag inbrengen in de nieuwe organisatie GGD Gelderland-Zuid van € 2,50 per inwoner. In totaal bedraagt het inbrengvermogen € 545.683. Na aftrek van de aan GGD Gelderland-Zuid te betalen vermogensinbreng resteert bij programma 4 GGD een batig saldo. Dit batig saldo is in de balans opgenomen als betalingsverplichting aan de gemeenten die tot 1 juli 2013 deelnamen aan het GGD-programma van Regio Rivierenland. Pas als alle financiële zaken met betrekking tot de fusie op bestuurlijk niveau definitief zijn geregeld, kan het exacte bedrag van het batig saldo worden vastgesteld. Dit bedrag zal daarna worden uitgekeerd aan de gemeenten. Belangrijkste ontwikkelingen in het resultaat over het 1e halfjaar van 2013 De uitvoering van de reguliere GGD-taken heeft niet tot grote financiële afwijkingen van de begroting of afwijkingen in de geplande doelrealisatie geleid. Het saldo van de baten en lasten (waarin de reserve-mutaties nog niet zijn meegenomen) laat een overschot zien van € 348.000. Dit overschot wordt met name veroorzaakt door incidentele baten en lasten die verband houden met de fusie: · fusiekosten die niet zijn begroot voor een bedrag van in totaal € 457.000. Van de fusiekosten heeft een bedrag van € 186.000 betrekking op gezamenlijke fusiekosten die door GGD Regio Nijmegen aan GGD Rivierenland zijn doorbelast. Daarnaast zijn in het bedrag van de fusiekosten ook de op 1 juli 2013 bestaande verplichtingen opgenomen voor het personeel voor een bedrag van € 172.000. Dit betreft opgebouwde rechten voor vakantiegeld, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage + voorzieningen voor voormalig personeel. Het restant ad € 99.000 heeft betrekking op overige fusiekosten, zoals accountantskosten voor de controle van de inbrengbalans en extra inzet van personeel en communicatie. · Restitutie van omzetbelasting over de jaren 2007 t/m 2012, in totaal een bedrag van € 611.000. De gemeenten hebben voor dit bedrag een beschikking van de belastinginspecteur ontvangen. Daarnaast kan over het 1e halfjaar van 2013 een bedrag van € 62.000 betaalde omzetbelasting door de gemeenten worden gedeclareerd bij het BTW-Compensatiefonds. Per saldo een positieve afwijking van de begroting van € 673.000. Het is bij het opstellen van de jaarrekening niet helder of van de zijde van het Rijk mogelijk een vergoeding wordt ontvangen voor de gemaakte fusiekosten. Dit traject loopt via GGD GelderlandZuid. Een aanvullende uitkering van rijkswege zal worden verrekend in de afrekening met Regio Rivierenland en daarna aan de Rivierenlandse gemeenten worden uitbetaald.
22 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Programma Programma55––Contractgestuurde Contractgestuurdedienstverlening dienstverlening Totaaloverzicht resultaten 2013 Eindbalans gerealiseerde doelstellingen 2013 Beknopte toelichting
afwijking ß begroot saldo à
voordelig
0
hoog laag ß mate van doelrealisatie à
Uitgebreide toelichting op successen en afwijkingen vindt u op de komende pagina’s. Programma 5 Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming
Begroting 2013 Rekening Afwijking 2013 primitief t/m AB dec 2.935 2.551 2.661 110 2.705 2.293 2.590 297 23025871187 198 50 50 0 3220821187 32 208 142 660 0 121 121 0 0 0 0
Programma’s
nadelig
In 2013 heeft Contractgestuurde dienstverlening een stap voorwaarts gemaakt en is meer ketengericht gaan werken. Klanttevredenheidsonderzoeken zijn geïntroduceerd en er is een nieuwe werkwijze ontworpen die beter aansluit bij de vraag van de klant. De taken zijn naar tevredenheid van de gemeenten uitgevoerd (blijkt uit de evaluatie) en er is een start gemaakt om nieuwe producten te ontwikkelen. Het team milieu is succesvol overgegaan naar de Omgevingsdienst Rivierenland. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft binnen contractgestuurde dienstverlening een belangrijke plaats gekregen. De pilot om uitkeringsgerechtigden een werkervaringsplaats aan te bieden heeft zelfs in een enkel geval geleid tot uitstroom.
N V V V N N
V=voordelig; N= nadelig
Een financiële verschillenanalyse per programma, inclusief de impact van de afwijkingen op de gemeentelijke bijdrage, vindt u bij het onderdeel 'De programmarekening en toelichting daarop'.
Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat Prognose
Realisatie
Berap
2013
Middelen x € 1.000 Lasten
Gewijzigde
Baten
1. Begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie 18-22 jaar
803
788
2. Externe veiligheid
189
189
3. Collectieve milieutaken en milieuprojecten ten behoeve van het verbeteren van milieu 4. Maatwerk op het gebied van leerplicht
risico’s
ja 523
506
ja
23 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Realisatie per programmaonderdeel
Inhoudelijk resultaat Prognose
Realisatie
Berap
2013
5. Archeologische ondersteuning
Middelen x € 1.000 Lasten
Gewijzigde
Baten
risico’s
24
23
6. Preventieve en repressieve werkzaamheden (sociale recherche)
581
573
7. Inkoopondersteuning en advies voor alle regio gemeenten
329
382
8. Milieuadvisering, toezicht en handhaving voor alle gemeenten
212
179
ja
ja
9. participeren en waar mogelijk initiëren van acties op het gebied van samenwerking en shared services 2.661
2.640
De financiële administratie is ingericht en voor wat betreft het programma 5 Contractgestuurde dienstverlening uitgesplitst naar de verschillende teams/taakvelden. De uitsplitsing van de baten en lasten per programmaonderdeel in bovenstaande tabel sluit hierop aan.
Succes in beeld Succesvolle opsporing van uitkeringsfraude in Rivierenland in 2013 heeft het team sociale recherche een belangrijke stap gemaakt in het verder professionaliseren van hun kennis en kunde. Dit heeft geleid tot een zeer goed resultaat voor de deelnemende gemeenten. Per saldo gaat het om een bedrag van € 2.055.646. Dit bedrag is opgebouwd uit (€ 938.345 aan geconstateerde fraude en € 1.117.301 aan besparing. Ondanks de resultaten sluiten de gemeenten momenteel geen nieuwe DVO's af, omdat de besluitvorming rondom het RIW wordt afgewacht. Steeds betere samenwerking leerplicht in 2013 Uit de evaluatie blijkt dat het team leerplicht een goede prestatie heeft geleverd. De gemeenten zijn tevreden en zijn voornemens om een nieuwe dienstverleningsovereenkomst aan te gaan voor 3 jaar. De formele afronding hiervan vindt plaats in het 1e kwartaal van 2014. Op het gebied van het regionaal leerplichtambtenarenoverleg kunnen er nog verbeterslagen worden gemaakt. De resultaten uit de enquête hierover worden in een verbeterplan opgenomen voor 2014. Gezamenlijk inkopen is kennisbron voor alle partijen Het inkoopteam heeft veel extra werkzaamheden verricht en heeft daardoor een mooi financieel resultaat gerealiseerd. In april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet in werking getreden en het inkoopteam heeft hun kennis, ook bij ambtenaren van gemeenten, op dit gebied verder gespecialiseerd. In 2013 is een inkooptool ontwikkeld om gemeenten nog verder van dienst te kunnen zijn.
24 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting op afwijkingen per programmaonderdeel Per programmaonderdeel waarin sprake is van een inhoudelijke of financiële afwijking of van gewijzigde risico’s volgt hieronder een toelichting. Op alle andere onderdelen hebben we de doelstellingen uit de programmabegroting 2013 gerealiseerd.
Ad 1. Begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie 18-22 jaar
2. Middelen: voordelen en nadelen gaan naar de RMC Reserve. In 2013 is er door het team RMC binnen de begroting gewerkt. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 15.000. Dit heeft te maken met het Project Coaching waarvan de uitgaven worden gedekt ten laste van de RMC reserve.
Programma’s
1. Resultaat: In 2013 zijn voor schoolverlaters alle doelstellingen gedaald. In februari 2014 zijn de voorlopige cijfers voortijdig schoolverlaten 2012-2013 gepubliceerd. Hierin heeft Regio Rivierenland een zeer goed resultaat geboekt wat betreft de convenantdoelstelling. De investering in de gezamenlijke regionale aanpak van de afgelopen jaren heeft dit jaar boven verwachting resultaat laten zien. Afgelopen jaar is naast de actieve deelname van het RMC in de maatregelen ook de programmacoördinatie van het convenant bij het RMC belegd. De bestuurlijke opdracht die het RMC heeft voor de tien gemeenten is behaald. Sinds een aantal jaren is het RMC meer actief bij de preventieve (verzuim)aanpak. Naast de 279 voortijdige schoolverlaters- trajecten die zijn afgerond, zijn ook 400 jongeren in een preventief traject bij de trajectbegeleiders van het RMC geweest.
Ad 4. Uitvoeren plustaken/maatwerk op het gebied van leerplicht 1. Risico: afname leerlingenaantallen in de regio. In het vierde kwartaal van 2013 zijn de nieuwe cijfers van het leerlingenaantallen beschikbaar gekomen. Daaruit blijkt een daling van de leerlingenaantallen. Volgens de laatste prognose zullen de leerlingenaantallen in de komende jaren verder dalen. Dit betekent voor Regio Rivierenland een jaarlijkse terugval in de opbrengsten en daarmee een risico op financiële tekorten bij de uitvoer van de leerplichtfunctie. Ad 7. Uitvoeren plustaken / maatwerk op het gebied van inkoopondersteuning 1. Middelen: Uitvoering van inkoopondersteuning heeft een voordeel opgeleverd. Er zijn extra werkzaamheden uitgevoerd die hebben geleid tot facturering van meer uren dan de gebudgetteerde uren. Ad 3, 5 en 8 Werkzaamheden op het gebied van Milieu en Archeologie 1. Risico: Overgang van activiteiten en personeel naar Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) Op 1 april 2013 zijn de activiteiten op het gebied van milieu en archeologie overgegaan naar de ODR. Met deze activiteiten samenhangende risico's zijn daarmee komen te vervallen. Regio Rivierenland heeft wel te maken met fricitiekosten omdat een deel van de overheadkosten nu niet meer gedekt kan worden uit de opbrengst van deze activiteiten.
Achtergronden bij dit programma Meer informatie over Contractgestuurde dienstverlening kunt u vinden in de notitie uitgangspunten en bouwstenen dienstverleningsovereenkomsten op onze website.
25 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 1 – Lokale heffingen Uitvoering lokale heffingen Regio Rivierenland is verantwoordelijk voor de afvalstoffenheffing. De gemeenschappelijke regeling "Belasting Samenwerking Rivierenland" (BSR) verzorgt voor Avri de belastingaanslagen en de inning. Uitgangspunt is dat de tarieven kostendekkend zijn overeenkomstig het wettelijk uitgangpunt dat de gemiddelde tarieven voor de dienstverlening niet meer dan kostendekkend mogen zijn. Voor het heffingsjaar 2013 is een bruto kohier opgelegd ter grootte van € 19.151.000. Aan vermindering, vernietiging en ontheffingen is een bedrag ingeboekt van € 374.000. Aan kwijtschelding is een bedrag verleend van € 576.000. Een bedrag van € 15.000 is als oninbaar afgeboekt. Volgens het kohier BSR van begin januari 2014 staat van de aanslagoplegging 2013 een bedrag open van € 695.000.
Cijfers wijzigen als volgt Rekening 2012 Baten afvalstoffenheffing % verschil t.o.v. begroting
€
18.457.234
Aantal huishoudens % verschil t.o.v. begroting Tarieven Minimum tarief Standaard tarief Gemiddeld tarief % verschil t.o.v. begroting
Begroting 2013 Primitief T/m AB dec €
88.070 0
€ € €
Verleende kwijtscheldingen % verschil t.o.v. begroting
175 215 206 -
18.291.256
€
90.089
€ € €
2.878 0
175 215 205
2.800
18.152.897
Realisatie 2013 €
90.089
€ € €
174 214 204
2.906
18.452.933 1,6% 90.998 1,0%
€ € €
174 214 204 0,0% 3.182 9,9%
Toelichting De cijfers zijn gebaseerd op de gerapporteerde voortgang vanuit de BSR. Het totaal van de verleende kwijtscheldingen is toegenomen tot 3.182. In bedragen betekent dit € 576.000. Deze groei kan worden verklaard door de huidige economische omstandigheden.
Beleid qua kwijtschelding Het Algemeen Bestuur heeft in haar vergadering van 12 december 2012 de kwijtscheldingsregeling 2012 (met terugwerkende kracht) vastgesteld waarin; § De kosten van bestaan worden gesteld op 100% van de normuitkering als bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; § Is bepaald dat ten aanzien van pensioengerechtigde personen niet de bijstandsnorm, maar de AOW-norm wordt gehanteerd; § Is bepaald dat kwijtschelding voor ondernemers (voor zover het heffingen in de privésfeer betreffen) mogelijk is; § Is bepaald dat bij de beoordeling van verzoeken om kwijtschelding mede rekening wordt gehouden met de kosten van kinderopvang.
26 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 2 – Weerstandsvermogen Zijn er nieuwe of gewijzigde risico’s? 1. De afgelopen jaren is gewerkt om de vaste gemeentelijke bijdrage van de gemeenten voor Contractgestuurde dienstverlening om te zetten naar dienstverleningsovereenkomsten. Dit betekent dat het risico bij Regio Rivierenland komt te liggen. Het risico wordt ondervangen door de vorming van een bedrijfsreserve waar de voor- en nadelen mee worden verrekend. 2. In december 2012 heeft het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen van Avri vastgesteld. De risico's van Avri zijn gekwantificeerd op een bedrag van in totaal € 2,6 miljoen, waarvan € 1,9 miljoen samenhangt met de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en waarvan € 0,7 miljoen samenhangt met de overige (commerciële) activiteiten. 3. Begin 2013 is een inventarisatie uitgevoerd naar de financiële risico's bij het Regiokantoor van Regio Rivierenland, waarbij tevens een koppeling is gelegd met de saldi van reserves en voorzieningen om de risico's te kunnen dekken. De in de balans opgenomen algemene reserve van € 474.000 wordt voldoende geacht voor het afdekken van de financiële risico's.
Toelichting op het begrip weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit – de ingeschatte risico’s – en de beschikbare weerstandscapaciteit – de middelen die beschikbaar zijn om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de aanwezige middelen om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen. Het gaat bij het weerstandsvermogen met name om risico’s die niet via verzekeringen of voorzieningen kunnen worden ondervangen. In onderstaand schema is dit weergegeven: Beschikbare middelen
Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
De · · ·
Paragrafen
Bekende risico’s
benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door: de verwachte impact van de aanwezige risico’s; de gewenste mate van zekerheid dat de risico’s kunnen worden opgevangen; de mate waarin de risico’s al op andere wijze zijn afgedekt.
De beschikbare weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen en mogelijkheden waarover de regio kan beschikken om eventueel optredende niet begrote kosten af te dekken, zonder invloed op de uitvoering van taken. De · · ·
middelen die we tot de beschikbare weerstandscapaciteit rekenen zijn: de vrije aanwendbare reserves; de stille reserves; de post onvoorzien in de begroting.
Beleid omtrent weerstandscapaciteit Regio Rivierenland is een gemeenschappelijke regeling die taken uitvoert in opdracht van tien gemeenten. Het weerstandsvermogen van de regio wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de afzonderlijke gemeenten. Niettemin zijn er redenen om ook binnen de regio financiële weerstand op te bouwen. Op grond van wettelijke voorschriften is de regio verplicht voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico’s, verplichtingen en verliezen. Daarnaast is het wenselijk om voor bepaalde activiteiten een
27 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
reserve te hebben om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote afwijkingen veroorzaken in de jaarlijks geraamde gemeentelijke bijdragen en tarieven. De afgelopen jaren is een start gemaakt de vaste gemeentelijke bijdrage van de gemeenten deels om te zetten naar dienstverleningsovereenkomsten. Het leveren van maatwerk en flexibiliteit heeft als nadeel dat er meer risico’s in de bedrijfsvoering ontstaan. Om deze risico’s op te kunnen vangen heeft het Algemeen Bestuur ingestemd bedrijfsreserves te vormen.
Overzicht van weerstandscapaciteit en risico’s Avri Bij de Avri lopen we het risico dat de opbrengsten uit afvalstoffenheffing fluctueren. Dit risico is ondervangen door vorming van een egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Voorziening Inzameling afvalstoffenheffing Voor zover in enig jaar de opbrengst van de afvalstoffenheffing de daarmee te dekken kosten overschrijdt, wordt de meeropbrengst gedoteerd aan deze voorziening. In jaren waarin er tekorten zijn, wordt deze voorziening aangesproken. De risico's met betrekking tot de kosten van het basispakket moeten dankzij de inzet van de voorziening kunnen worden opgevangen, zodat de tarieven afvalstoffenheffing niet direct verhoogd hoeven te worden. In de vergadering van 12 december 2012 is de Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen van Avri vastgesteld. Hierin in een maximale risicoreservering van de voorziening berekend van € 2.660.000 (factor 1,4). In de meerjarenbegroting 2014-2017 is de meerjarige inzet van de voorziening weergegeven. In deze begroting is voorgesteld om het saldo van de voorziening in de toekomst verder terug brengen naar het minimale risiconiveau van € 1.900.000 (factor 1,0). Algemene Bedrijfsreserve Avri De Algemene Bedrijfsreserve Avri (ABR) wordt gevoed uit positieve resultaten van de plustaken. Hiermee wordt de inzameling en verwerking van bedrijfsafval bedoeld, aangezien de aanvullende diensten voor gemeenten tegen kostprijs worden uitgevoerd en verrekend. Mee- en tegenvallers ten aanzien van de bedrijfsafval activiteiten worden met deze reserve verrekend. Met ingang van de meerjarenbegroting 2012 worden positieve resultaten uit bedrijfsafval in het volgende jaar ingezet ter verlaging van de kosten van het basispakket (afvalstoffenheffing). In de vergadering van 12 december 2012 is de Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen van Avri vastgesteld. Hierin is een maximale risicoreservering van de ABR berekend van € 980.000 (factor 1,4). In de meerjarenbegroting 2014-2017 is de meerjarige inzet van de ABR weergegeven. In deze begroting is voorgesteld om het saldo van de ABR in de toekomst verder terug brengen naar het minimale risiconiveau van € 700.000 (factor 1,0).
Overzicht van weerstandscapaciteit en risico’s Regionale samenwerking, Programma's & Strategie en Contractgestuurde dienstverlening Onvoorziene uitgaven In de Nota reserves en voorzieningen, vastgesteld op 26 oktober 2009, is ten aanzien van de weerstandscapaciteit van Regionale samenwerking, Programma's & Strategie en Contractgestuurde dienstverlening bepaald dat er een post ‘onvoorzien’ in de begroting opgenomen kan worden voor incidentele tegenvallers. In de begroting 2013 is een bedrag van € 104.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Het budget onvoorzien is in 2013 niet ingezet. Regionale samenwerking, Programma's & Strategie Om het inzicht te versterken in de bestaande en toekomstige financiële risico's en de mate waarin deze zijn afgedekt door reserves heeft het Regiokantoor begin 2013 een onderzoeksrapport laten opstellen. Het Algemeen Bestuur heeft in haar vergadering van 26 juni 2013 kennis genomen van het onderzoeksrapport 'Risico's bij Regio Rivierenland' en de daarin opgenomen conclusies en aanbevelingen. In algemene zin kan gesteld worden dat er geen (grote) risico's zijn bij het Regiokantoor die om directe aanpassing in de bedrijfsvoering vragen.
28 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
In de begroting 2013 zijn voor het Regiokantoor geen relevante risico's opgenomen waarvoor geen dekking bestaat. Risico's die aandacht behoeven hebben voornamelijk betrekking op algemene bedrijfsrisico's, krimp van de organisatie, frictiekosten als gevolg van ontvlechtingen en transities, financiële risico's bij inhuur van derden, beheer van subsidiegelden en bewaking van subsidievoorwaarden en verplichtingen. Mede op basis van de uitkomsten van de risicoinventarisatie en de in het onderzoekrapport opgenomen adviezen is een algemene reserve gevormd van € 474.000 voor het afdekken van deze risico's. Contractgestuurde dienstverlening Het Algemeen Bestuur is in april 2011 gevraagd een reserve voor Contractgestuurde dienstverlening te vormen. Deze reserve is bedoeld om tegenvallende resultaten en/of wegvallende vraag op flexibele taken op te kunnen vangen. De reserve is in 2011 voor het eerst gevoed door positieve resultaten uit de bedrijfsvoering. Een reserve van maximaal 30% van het totaal van de opbrengsten uit dienstverleningsovereenkomsten wordt voldoende geacht om de bedrijfsvoeringrisico’s op te kunnen vangen. De flexibele taken van Contractgestuurde dienstverlening bevatten risico’s voor Regio Rivierenland, waarbij te denken valt aan: ziekte en inhuur van personeel, afschrijving van materieel en fluctuaties in de vraag naar diensten/producten. Ook zijn er risico’s op het gebied van vraag en aanbod. Hiertegenover staat dat de gemeenten betalen voor de gevraagde diensten. In het uiterste geval zijn gemeenten als eigenaar van de Regio Rivierenland verantwoordelijk voor tekorten die niet kunnen worden gedekt uit de gevormde reserves. Ontvlechting GGD Met de ontvlechting van de GGD zijn de specifieke risico's voor de GGD komen te vervallen en ook de bedrijfsreserve GGD is niet meer nodig voor het afdekken van diverse risico's. In de jaarrekening 2013 heeft de bedrijfsreserve GGD daarom geen saldo meer.
Paragrafen
29 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 3 – Onderhoud kapitaalgoederen Beleidskader Het beleid ligt vast in het meerjarenonderhoudsplan dat loopt tot 2015 Regio Rivierenland heeft een drietal gebouwen in haar bezit. De beleidskader ligt vast in de beleidsnotitie Onderhoud gebouwen. Uitgangspunt is dat op langere termijn de gebouwen op een adequate wijze worden onderhouden. Renovaties en nieuwbouw moeten hiervan los worden gezien. Hiervoor dienen afzonderlijk middelen beschikbaar te worden gesteld door het Algemeen Bestuur. Ieder pand heeft een eigen meerjarenonderhoudsplan. Jaarlijks wordt nagegaan of het meerjarenonderhoudsplan bijstelling behoeft. Avri heeft het meerjarenonderhoudsplan integraal in 2013 geactualiseerd. In verband met de personele verhuizingen in 2013 bij het Regiokantoor en Omgevingsdienst Rivierenland, wordt de actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan van de Regio-panden in Tiel op een later moment opgepakt.
Financiële consequenties en vertaling daarvan in de jaarrekening De voorziening onderhoud gebouwen bij Avri is in voorgaande jaren hoger opgelopen dan gepland als gevolg van uitstel van een deel van het onderhoud. Om de voorziening op het gewenste niveau te krijgen, is er in 2013 niet gedoteerd. In 2013 is het meerjaren onderhoudsplan geactualiseerd. Vanaf 2014 zal dit leiden tot een structurele dotatie aan de voorziening. Medio 2018 staan het onderhoud en de vervanging van installaties in het kantoorgebouw gepland. Sinds 2010 is de herhuisvesting binnen Regio Rivierenland en de mogelijke afstoting van het pand van het Regiokantoor aan de Burgemeester van Lidth de Jeudelaan te Tiel geregeld onderwerp van discussie geweest.. Diverse onderhoudswerkzaamheden ten behoeve van het gebouw aan de Lidth de Jeudelaan en het gebouw aan het J.S. de Jongplein zijn hierdoor uitgesteld. In 2012 is besloten, vanwege de negatieve financiële effecten, om niet tot verkoop van het gebouw van het Regiokantoor over te gaan. De onderhoudswerkzaamheden zijn inmiddels slechts gedeeltelijk hervat, gezien de hernieuwde huisvestingssituatie met betrekking tot het Regiokantoor, de GGD en de Omgevingsdienst Rivierenland. Vanaf 1 april 2013 is Omgevingsdienst Rivierenland gevestigd in het pand aan de Burg.van Lidth de Jeudelaan en is het personeel van het Regiokantoor verhuisd naar het pand aan de J.S. de Jongplein. De onderhoudsplannen van beide panden worden in 2014 voor zover noodzakelijk geactualiseerd.
Onderhoud gebouwen Bedragen x € 1.000 Stand voorziening J.S. de Jongplein per 31/12/2012
Dotatie voorziening Onttrekking ten behoeve van groot onderhoud Stand 31/12/2013 Stand voorziening Burg. van Lidth de Jeudelaan per 31/12/2012
Dotatie voorziening Onttrekking ten behoeve van groot onderhoud Stand 31/12/2013 Stand voorziening Meersteeg Geldermalsen (Avri) per 31/12/2012
Dotatie voorziening Onttrekking ten behoeve van groot onderhoud Stand 31/12/2013
2013 46 12 -22 35 90 16 106 225 -94 131
In totaal is in 2013 een bedrag van € 116.000 aan kosten van groot onderhoud ten laste van de onderhoudsvoorzieningen gekomen.
30 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 4 – Bedrijfsvoering Hoofdpunten realisatie beleidsvoornemens in 2013 De bedrijfsvoering van Regio Rivierenland omvat alle faciliteiten en randvoorwaarden die benodigd zijn om de gewenste dienstverlening aan de gemeenten in de regio en haar burgers te realiseren. De beleidsvoornemens die wij nastreven op het gebied van onze bedrijfsvoering zijn een directe afgeleide van de beleidsvoornemens die wij in de programma’s ten aanzien van de dienstverlening hebben opgenomen.
Nadere toelichting Ten behoeve van de instandhouding van de regionale samenwerking zelf, zijn op concernniveau werkzaamheden nodig die ten goede komen aan alle regio-onderdelen. Deze werkzaamheden worden sober en op minimaal niveau ingericht. Het streven hierbij is om de overhead zo klein mogelijk te laten zijn. De concernondersteuning is gericht op: - het werkgeverschap (uitvoering CAR-UWO, personeelsmanagement en -regelingen, Ondernemingsraad en Georganiseerd Overleg) - de planning en controlcyclus (begroting, bestuursrapportage, jaarrekening en rapportages) - control (auditcomité, interne controle, algemene financiële en juridische control) - organisatie-inrichting (treasury, budgetbeheer, mandatering, organisatieregelingen) - archief (centrale archiefverantwoording en –wetgeving, archivering) - concerncommunicatie (centrale communicatie, website, intranet, nieuwsuitingen, folders) - bestuursondersteuning (faciliteren bestuursvergaderingen, programmaraden en bijeenkomsten) - juridische zaken (regelgeving en verordeningen, beroep- en bezwaarschriften, juridische advisering) De onderdelen Huisvestingszaken (beheer, beveiliging en onderhoud kantoor), Administratie (postbehandeling, balie en secretariaat) en Informatisering en Automatisering (kantoorautomatisering, server en applicatiebeheer) zijn ondergebracht bij het dienstonderdeel Contractgestuurde Dienstverlening. Paragrafen
Op alle onderdelen hebben de reguliere werkzaamheden op adequate wijze plaatsgevonden. Daarnaast zijn werkzaamheden opgepakt als: Ontvlechting van het team Milieu naar de nieuwe Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) en de uittreding van de GGD uit Regio Rivierenland. De ontvlechting en de uittreding hebben veel extra werkzaamheden met zich meegebracht op het juridisch vlak (wijziging GR), het financiële vlak (extra halfjaarafsluiting) en het personele vlak (sociaal plan, ontslag en overdracht). Verhuizing van het Regiokantoor van het pand aan de Burgemeester van Lidth de Jeudelaan, naar het pand aan het J.S. de Jongplein in Tiel. Verbouwing en verhuur van het pand aan de Burgemeester van Lidth de Jeudelaan ten behoeve van de ODR. Onderhandelingen met de GGD Gelderland-Zuid over de vergoeding van frictiekosten en de verhuur van de benedenverdieping van het pand J.S. de Jongplein. Aanpassing van het pand J.S. de Jongplein ten behoeve van verhuur en gedeelde huisvesting Regiokantoor en GGD Gelderland-Zuid. Vaststellen Car-Uwo regelingen (achterstallig onderhoud) en de aanstelling van medewerkers in algemene dienst, als ook de eerste uitvoering van het Individueel Loopbaan Budget. Begeleiding drietal (boventallige) medewerkers naar ander werk. Ondersteuning van een tweetal raadsconferenties, een collegeconferentie en bezoeken van alle raden in het kader van de discussie over de "Toekomst van de regionale samenwerking". Inrichten van de openbaarheid van de programmaraden. Inrichten Twitter, Facebook en LinkedIn. Toegankelijkheid website verbeteren en vernieuwen infobulletin. Inwerken nieuwe accountant. Onderzoek risico-inventarisatie Regiokantoor. Gegevensverstrekking voor bijzondere controle belastingdienst. Beheer telefonie voor GGD Gelderland-Zuid. Overdracht ICT systemen en ontvlechting automatiseringsinfrastructuur.
31 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 5 – Financiering Beleidskader: het Treasurystatuut van de regio In het Treasurystatuut staan de uitgangspunten en doelstellingen voor het treasurybeleid vermeld. In oktober 2009 (ingangsdatum 1 januari 2010) is het statuut vastgesteld door het Dagelijks bestuur. De uitvoering en ontwikkelingen worden in deze paragraaf toegelicht. Onderdelen · Algemene ontwikkelingen · Treasurybeheer · (Krediet) Risicobeheer · Financiering
Algemene ontwikkelingen Dit onderdeel schetst de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de treasuryfunctie, alsmede wijzigingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de wet Hof en het Verplicht Schatkistbankieren voor decentrale overheden. Interne ontwikkelingen in 2013 is er veel aandacht geweest voor het liquiditeitenbeheer en het optimaliseren van renteinkomsten. Dat heeft geresulteerd in een mooi renteresultaat. Regio Rivierenland voldoet bij de uitvoering van de treasuryfunctie aan de wet- en regelgeving. Eind 2013 heeft Regio Rivierenland haar voorbereidingen getroffen voor de invoering van het Verplicht Schatkistbankieren. Met de invoering van Schatkistbankieren in 2014 zijn renteinkomsten op spaartegoeden niet meer mogelijk. Externe ontwikkelingen, renteontwikkelingen De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn (internationale) economische indicatoren en de invloed hiervan op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede wijzigingen in wet- en regelgeving. Regio Rivierenland kent geen zelf ontwikkelde rentevisie. Zij volgt de marktgegevens en renteontwikkelingen via publicaties van gerenommeerde financiële instellingen. We verwachten dat de rente op de geld- en kapitaalmarkt in de komende periode op het huidige lage niveau zal blijven.
Treasurybeheer Het treasurybeheer is de (beleids) uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het huidige treasurystatuut. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, de financiële posities en hieraan verbonden risico’s. In 2013 zijn overschotten in liquide middelen uitgezet op spaarrekeningen bij de Rabobank. De rentevergoeding varieerde van 1,3% tot 1,9%. Met de komst van Schatkistbankieren is het uitzetten van overtollige middelen bij financiële instellingen niet meer mogelijk.
32 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Risicobeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de externe kortgeldpositie in enig jaar. De zogenaamde netto vlottende schuld mag maximaal 8,2 % bedragen van het begrotingstotaal. Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. Renterisico De renterisiconorm is ook een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20% van het begrotingssaldo. De vaste schuld van Regio Rivierenland bestaat uit geldleningen waarop geen renteherzieningen plaatsvinden. Derhalve is er geen renterisico. Kredietrisicobeheer Regio Rivierenland loopt geen risico’s bij het uitzetten van geldmiddelen. De gelden zijn belegd conform de voorwaarden genoemd in het treasurystatuut. Schatkistbankieren Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel verplicht Schatkistbankieren voor decentrale overheden. Schatkistbankieren houdt in dat overtollige middelen aangehouden moeten worden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Gelden tegen gunstige rentetarieven uitzetten op spaarrekeningen of deposito's bij andere financiële instellingen is met de invoering van Schatkistbankieren niet meer toegestaan. Regio Rivierenland voldoet inmiddels aan de voorwaarden van deze nieuwe wet. In januari 2014 zijn de liquide middelen afgestort naar de schatkist. De invoer van Schatkistbankieren heeft tot gevolg dat de rente inkomsten vanaf het boekjaar 2014 vervallen in de begroting.
Financiering
Leningenportefeuille Naam Lening BNG Lening BNG Lening BNG
Oorspr. hoofdsom 4.200 5.000 5.000
Bedragen x € 1.000 Rente
Looptijd
Afgelost in
2,21% 10 jaar 2023 3,55% 15 jaar 2020 4,34% 20 jaar 2027 Totaal vaste schulden:
Stand 31-12-2012 2.667 3.563 6.229
Stand 31-12-2013 4.200 2.333 3.313 9.846
Paragrafen
De aanwezige vaste activa zijn deels met eigen middelen gefinancierd en voor het andere deel zijn langlopende geldleningen aangetrokken. De leningenportefeuille geeft het volgende verloop te zien.
'
Nieuwe Lening Avri Conform het besluit van het Algemeen Bestuur van 10 april 2013 is voor de financiering van de investeringsuitgaven en projectkosten voor de invoering van het volume-frequentie tariefsysteem (project Goed Scheiden Loont) voor Avri een nieuwe lening aangetrokken van € 4.200.000 met een looptijd van 10 jaar. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur in december 2013 ingestemd met een aanvullende geldlening van Avri van € 10 miljoen. De lening is in januari 2014 door de BNG verstrekt.
33 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Paragraaf 6 – Verbonden partijen Visie en beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee Regio Rivierenland een bestuurlijke en financiële band heeft. In de begroting en jaarstukken wordt aandacht besteed aan de verbonden partijen. Dit is vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en risico’s die samenhangen met verbonden partijen. In de financiële verordening is bepaald dat nieuwe verbonden partijen en wijzigingen in bestaande verbonden partijen of eventuele problemen en beëindiging van bestaande verbonden partijen in deze paragraaf behandeld dienen te worden.
Nieuwe verbonden partijen of verbonden partijen met wijzigingen Er is in 2013 geen sprake van nieuwe verbonden partijen. Ook zijn er geen wijzigingen aangebracht in bestaande verbonden partijen.
Verbonden partijen en risico’s Verbonden partijen waarmee Regio Rivierenland een bestuurlijke en financiële band heeft, kunnen risico’s met zich meebrengen. Doel is deze risico’s te beperken. Bij de verschillende toelichtingen worden de risico’s aangegeven. Deelname in vennootschappen Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN B.V.) te Weurt De regio participeert in de afvalverbrandingsinstallatie van ARN B.V. te Weurt. De aandelen zijn als volgt over de verschillende aandeelhouders verdeeld: Milieusamenwerking Afvalverwijdering Regio Nijmegen (MARN) Regio De Vallei Regio Rivierenland Door de rechtspersoon gehouden eigen aandelen Remondis Nederland B.V. Totaal
3.750 1.176 588 490 3.996 10.000
aandelen aandelen aandelen aandelen aandelen aandelen
De Regio heeft 588 aandelen van nominaal € 454 waarvan 100% is gestort. Het totaal van de deelneming bedraagt € 266.952. Het totaal van het restant van de gegarandeerde vaste geldlening van ARN B.V. bedraagt op 31 december 2013 € 4.830.867, als volgt gespecificeerd.
Door regio afgegeven garanties voor leningen van ARN B.V. Bedragen in € Oorspr. leningRestant bedrag hoofdsom Bank Nederlandse Gemeenten
4.830.867
Totaal
4.830.867
Garantie in % 100%
Op 31/12/2013 4.830.867 4.830.867
De lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten wordt volgens het aflossingsschema in één keer afgelost op 15 mei 2015.
34 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Garantiebedrag per gemeente (naar rato van het aantal inwoners) Gemeente inwoners % totaal Buren 25.944 11,9% Culemborg 27.637 12,7% Geldermalsen 26.332 12,1% Lingewaal 10.896 5,0% Maasdriel 24.024 11,0% Neder-Betuwe 22.603 10,4% Neerijnen 11.934 5,5% Tiel 41.527 19,1% Zaltbommel 26.767 12,3% Totaal 217.664 100%
Bedrag per gemeente 575.805 613.380 584.416 241.827 533.192 501.654 264.865 921.656 594.071 4.830.867
In het kader van de garantiestelling voor de lening van ARN B.V. bij de Bank Nederlandse Gemeenten hebben de 9 in het bovenstaand overzicht genoemde gemeenten een borgstelling getekend. Avri Realisatie B.V. te Geldermalsen In juni 1995 heeft het Algemeen Bestuur de notitie 'van minimum naar optimum, een kader voor toekomstige ontwikkelingen van de Avri' vastgesteld. In het verlengde hiervan heeft het Algemeen Bestuur in maart 1999 besloten tot de oprichting van Avri Ontwikkeling B.V. (nu Avri Realisatie B.V.) en is er een werkkapitaal ter beschikking gesteld. De geldlening is in 2003 omgezet in aandelenkapitaal. Regio Rivierenland is enig aandeelhouder en heeft hierdoor volledige zeggenschap in Avri Realisatie B.V.. Doel is te kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en een beter draagvermogen bij de Avri te creëren. Deelname in samenwerkingsverbanden
Samenwerking met Lander te Geldermalsen In juni 2009 heeft het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland ingestemd met het opzetten van een samenwerking tussen Afvalverwijdering Rivierenland en Lander voor het reinigen van huisvuilcontainers bij huishoudens in Regio Rivierenland. Drie jaar en meerdere wervingsacties later, moeten beide partijen constateren dat deze service niet budgetneutraal uitgevoerd kan worden. Dit was wel een van de belangrijkste voorwaarden. Vanwege deze reden kunnen samenwerkingspartners niet anders dan stoppen met deze service. Voor inwoners met een contract heeft de beëindiging van de service op korte termijn geen gevolgen. Het schoonmaken van hun containers zal tot het eind van de contractduur doorgaan. Er worden echter geen nieuwe contracten afgesloten.
Paragrafen
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) te Tiel De gemeenschappelijke regeling verzorgt de dienstverlening bij de heffing en invordering van waterschapsbelastingen, afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie. Met ingang van 2008 worden de aanslagen afvalstoffenheffing opgelegd en geïnd door de BSR voor Regio Rivierenland. BSR is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het Waterschap Rivierenland, Avri en de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Montfoort, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal, Wijk bij Duurstede en IJsselstein. In het Algemeen Bestuur heeft een lid van Regio Rivierenland zitting.
Deelname in stichtingen en verenigingen Stichting Kringloopbedrijf Rivierenland te Tiel De Stichting, ook wel Kringloopwinkel Secunda genoemd, richt zich op recycling van tweedehands goederen. Avri en Lander hebben gezamenlijk, ieder voor de helft, een gedeelte van het startkapitaal aan SKR beschikbaar gesteld in de vorm van een gemeenschappelijke lening met terugbetaalgarantie. Regio Rivierenland is bestuurlijk betrokken bij de stichting. Op 8 december 2010 heeft het Algemeen bestuur op basis van het evaluatierapport besloten een extra lid aan het bestuur toe te voegen. De lening ad € 87.500 wordt vanaf 2011 in tien jaarlijkse termijnen afbetaald. De rente die SKR over de verstrekte geldlening betaalt bedraagt 5%. De stand van de lening bedraagt ultimo 2013 € 61.250.
35 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
De programmarekening en toelichting daarop Totaaloverzicht baten, lasten en reservemutaties per programma Rekening baten en lasten Bedragen x € 1.000 Lasten 1. Regionale samenwerking 2. Programma's & Strategie 3. Avri 4. GGD 5. Contractgestuurde Dienstverlening Totaal lasten Baten 1. Regionale samenwerking 2. Programma's & Strategie 3. Avri 4. GGD 5. Contractgestuurde Dienstverlening Totaal baten Gemeentelijke bijdrage 1. Regionale samenwerking 2. Programma's & Strategie 3. Avri 4. GGD 5. Contractgestuurde dienstverlening Totaal gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Mutaties reserves 1. Regionale samenwerking Onttr. Stort. Onttr. 2. Programma's & Strategie Stort. 3. Avri Onttr. Stort. 4. GGD Onttr. Stort. Onttr. 5. Contractgestuurde dienstverlening Stort. Resultaat na bestemming
Begroting 2013 primitief t/m AB dec
Rekening 2013
Afwijking
1.066 1.096 41.293 8.099 2.935 54.489
1.469 2.837 29.275 3.617 2.551 39.749
859 2.569 30.085 4.166 2.661 40.340
610268810 549 110 591
366 107 41.365 2.241 2.705 46.784
601 1.828 29.250 1.106 2.293 35.078
640 1.619 30.017 2.063 2.590 36.929
39 209767 957 297 1.851
700 939 0 5.804 198 7.641 64-
688 951 0 2.451 50 4.140 531-
688 954 0 2.451 50 4.143 732
0 3 0 0 0 3 1.263
0 0 50 0 100 172 54 0 32 0 0
180 0 58 0 169 144 60 0 208 0 0
112 128 34 0 231 163 228 576 142 121 491
68128 240 62 19 168 576 66121 491
Algemene toelichting op de rekening van baten en lasten De jaarrekening 2013 sluit een positief resultaat van € 491.000. Het positieve resultaat is als volgt opgebouwd: · een positief saldo bij programma 1 Regionale samenwerking van € 453.000. Van het budget voor onvoorziene uitgaven hoefde in 2013 niets ingezet te worden. Daarnaast zijn voordelen gerealiseerd door het niet invullen van vacatures en doordat de in de begroting opgenomen reservering voor CAO-conform salarisstijgingen niet volledig ingezet hoefde te worden. Ook het renteresultaat viel hoger uit dan begoot door een hoger bedrag van de rente-inkomsten en lagere financieringsrente. · een positief saldo bij programma 2 Programma's & Strategie van € 38.000, met name veroorzaakt door kostenbesparingen.
36 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Programma 3 Avri laat een resultaat zien dat in lijn is met de verwachtingen in de Bestuursrapportage 2013. Voor het onderdeel basispakket (inclusief afvalstoffenheffing) is in 2013 een positief resultaat gerealiseerd van € 623.000. In de Bestuursrapportage 2013 was een positief resultaat van € 681.000 geraamd. Het overschot van € 623.000 op de uitvoering van de basistaken is toegevoegd aan de voorziening inzameling afvalstoffenheffing. Het resultaat op de plusproducten van Avri bedraagt € 88.000 en is afgestort naar de algemene bedrijfsreserve Avri. In de Bestuursrapportage 2013 was een positief resultaat bij het uitvoeren van plustaken geraamd van € 75.000. Voor een meer gedetailleerde toelichting van de afwijkingen in het resultaat ten opzichte van de Bestuursrapportage 2013 wordt verwezen naar de bij programma 3 Avri opgenomen toelichtingen. De resultaten bij Programma 4 GGD zijn sterk beïnvloed door de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli 2013 en de fusie met GGD Regio Nijmegen. De financiële afwikkeling van de fusie is bij het opstellen van de jaarrekening 2013 van Regio Rivierenland nog niet afgerond, omdat op onderdelen nog verschillen van inzicht bestaan tussen de besturen van Regio Rivierenland en GGD Gelderland-Zuid. In deze jaarrekening zijn de relevante posten in het kader van de fusie tussen GGD Rivierenland en GGD Regio Nijmegen opgenomen overeenkomstig de laatste stand van de onderlinge afspraken. Een definitief bestuurlijk akkoord wordt medio 2014 verwacht. Op basis van de tussen partijen gemaakte afspraken wordt een vermogensbedrag van € 2,50 per inwoner ingebracht in GGD Gelderland-Zuid. In totaal gaat het om een bedrag van € 545.683. Na aftrek van het bedrag van de te betalen vermogensinbreng resteert een batig saldo bij programma 4 GGD. Dit batig saldo is in de balans opgenomen als betalingsverplichting aan de 9 gemeenten die tot 1 juli 2013 participeerden in het GGD-programma van Regio Rivierenland. Er bestaat bij het opmaken van deze jaarrekening nog wel onzekerheid over de hoogte van het bedrag van de uitbetalingsverplichting, omdat over een aantal zaken omtrent de financiële afwikkeling van de fusie nog discussie wordt gevoerd met het bestuur van GGD Gelderland-Zuid. Programma 5 Contractgestuurde dienstverlening heeft een positief resultaat van € 80.000. Het saldo is afgestort naar de bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening. Met de afstorting van het resultaat van € 80.000 bedraagt het saldo van de bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening op 31 december 2013 € 619.000. Overzicht incidentele baten en lasten De incidentele baten en lasten in het resultaat zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Tevens is aangegeven binnen welk programma de incidentele posten in het resultaat zijn verantwoord.
Programma
Regionale samenwerking
Incidentele baten
Vergoeding voor frictiekosten in verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland
128.000
0
Restitutie compensabele omzetbelasting over de periode 2007 t/m 2012
611.000
Juridische kosten in verband met de uitkomsten van een in 2013 afgeronde arbitragezaak Eenmalige fusiekosten in verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland
Totaal incidentele baten
0 739.000
Totaal incidentele lasten
Contractgestuurde dienstverlening
Bedrag x€ 1.000
0
0 0
GGD
Incidentele lasten
300.000
Financiën
Programma's & Strategie Avri
Bedrag x € 1.000
457.000 0 757.000
37 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Melding in het kader van de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Met ingang van het begrotingsjaar 2013 is de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht. Doelstelling van de wet is te verhinderen dat instellingen in de publieke en semipublieke sector rechtens in staat zijn bovenmatige bezoldigingen toe te kennen. Binnen Regio Rivierenland is er geen sprake van medewerkers die boven het wettelijke normbedrag uitkomen.
38 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting op de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage De volgende begrotingswijzigingen hebben gezorgd voor aanpassing van de gemeentelijke bijdrage ten opzichte van de primitieve begroting. Nr. Omschrijving
Bedrag x € 1.000
Gemeentelijke bijdrage primitieve begr. 2013 1 Geen verhoging van de gemeentelijke bijdrage als gevolg van leegstand van het pand J.S. de Jongplein in Tiel (AB-besluit van 13 juni 2012 bij de vaststelling van de programmabegroting 2013: kosten van leegstand worden gedekt ten laste van de bedrijfsreserve GGD). 2
Geen verhoging van de gemeentelijke bijdrage als gevolg van teruglopende opbrengsten logopedie (AB-besluit van 13 juni 2012 bij de vaststelling van de programmabegroting 2013: alle frictiekosten van de afbouw van logopedieactiviteiten worden meegenomen in de voorziening afbouw logopedie die in de jaarrekening 2012 is gevormd).
Gemeentelijke bijdrage gewijzigde begroting 2013 Bestuursrapportage 2013:
I/S Dekking
Datum besluit
7.641 51-
S
gemeentelijke bijdrage
Jun-2013
280-
S
gemeentelijke bijdrage
Jun-2013
2.728-
S
gemeentelijke bijdrage
Okt-2013
7.310
3
Programma 4 - GGD: ombouw naar halfjaarbegroting per 1 juli 2013.
4
Programma 4 - GGD: afbouw van 3 plusproducten logopedie.
146-
S
gemeentelijke bijdrage
Jun-2013/ Okt-2013
5
Programma 4 - GGD: afwikkeling digitaal dossier JGZ (project EKD Rivierenland) en beëindiging kassiersfunctie voor de thuiszorginstellingen.
147-
S
gemeentelijke bijdrage
Jun-2013/ Okt-2013
6
Programma 5 - Contractgestuurde dienstverlening: transitie milieu-activiteiten naar ODR per 1 april 2013, met als gevolg een verlaging van de geraamde baten en lasten.
149-
S
Okt-2013
7
Programma 5 - Contractgestuurde dienstverlening: uitgaven van projecten bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMCvoortijdige schoolverlaters) en hiermee rechtstreeks samenhangende inkomsten. De inkomsten en uitgaven van deze projecten zijn niet volledig in de programmabegroting opgenomen.* Programma 2 - Programma's & Strategie: uitgaven en (subsidie-)inkomsten van in het begrotingsjaar 2013 uitgevoerde projecten, waarvan de baten en lasten niet (of niet volledig) in de programmabegroting 2013 zijn opgenomen.*
gem. bijdrage/ opbrengsten uit dienstverleningsovereenkomsten/ subsidies van derden ontvangen subsidiebijdragen
I
projectgerelateerde subsidie-inkomsten
Okt-2013
S
gemeentelijke bijdrage
Okt-2013
8
9
Okt-2013
Financiën
Programma 2 - Programma's & Strategie: afzonderlijke vermelding van de kosten van programmamanagement Regiocontract. Hierdoor dalen de kosten bij de andere programmaonderdelen.* Gem. bijdrage begroting 2013 (t/m AB dec 2013)
I
4.140
I=Incidenteel; S=Structureel *
Deze begrotingswijzigingen hebben geen effect op de gemeentelijke bijdrage.
39 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Verschillenanalyse per programma Voor elk programma is een verschillenanalyse gemaakt. In aanvulling op hetgeen in de programmaverantwoording al is genoemd, geeft deze verschillenanalyse een helder overzicht van de belangrijkste financiële afwijkingen per programma.
1. Regionale samenwerking
Lasten Alle programmaonderdelen
B 2013 Rekening t/m AB dec 2013 à 1.469 859 Lagere salariskosten door het niet invullen van vacatures en het niet volledig inzetten van het budget voor CAO-conforme loonontwikkelingen. Een voordeel van € 150.000.
Alle programmaonderdelen
Kostenbesparingen door intensivering van de aandacht voor budgetbeheer. Een voordeel in de lasten van per saldo € 49.000.
Algemene baten/lasten
Lagere frictiekosten 2e halfjaar 2013 als gevolg van de ontvlechting van GGD Rivierenland, per saldo een voordeel van € 173.000. Het financiële voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit, dat GGD Gelderland-Zuid tot eind november 2013 gebruik heeft gemaakt van de ICT-dienstverlening door Regio Rivierenland en hiervoor een vergoeding heeft betaald.
Onvoorziene uitgaven
Van het budget voor onvoorziene uitgaven hoefde in 2013 niets ingezet te worden. Extra uitgaven konden worden opgevangen binnen de bestaande budgetten in de begroting. Dit leidt tot een voordeel van € 104.000. Voor de werkzaamheden in het kader van de nieuwe bestuursstructuur, onderzoek naar verbetering van de communicatie en overige interim-activiteiten is in de begroting 2013 een budget van in totaal € 43.000 opgenomen, gelijk aan het saldo van de reserve interimactiviteiten en de reserve nieuwe bestuursstructuur. In 2013 is een bedrag van € 25.000 besteed, een voordeel van € 18.000. Het nog te besteden bedrag is beschikbaar voor dekking van uitgaven in 2014.
Bestuursondersteuning
Bestuursondersteuning
Voor de extra kosten die verband houden met de onvlechting van de GGD en de transitie van de ODR is in de begroting 2013 een budget van in totaal € 137.000 opgenomen, gelijk aan het saldo van de hiermee samenhangende bestemmingsreserves. In 2013 is hiervan binnen programma 1 Regionale samenwerking een bedrag van € 24.000 besteed, een voordeel van per saldo € 113.000. Het nog te besteden bedrag is voldoende voor dekking van uitgaven in 2014. Een overschot in de reserves kan met bestuurlijke goedkeuring een andere bestemming krijgen.
40 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Bedragen x € 1.000 Verschil 610-
Baten Algemene baten/lasten
à 601 640 Met GGD Gelderland-Zuid zijn in januari 2014 op directieniveau voorlopige afspraken gemaakt over een gefaseerde facturatie van de frictiekostenvergoeding. Over 2013 wordt 20% van de frictiekostenvergoeding gefactureerd (vergoeding voor de 2e helft van 2013), en in de jaren 2014 en 2015 nogmaals jaarlijks 40% van de totale frictiekostenvergoeding. Als gevolg van deze fasering, zijn de inkomsten in 2013 lager dan begroot, per saldo een nadeel van € 108.000. De vergoeding is voldoende om de werkelijke frictiekosten in 2013 te dekken.
Algemene baten/lasten
Inkomsten die een gevolg zijn van de afwikkeling van subsidiedossiers en die niet in de begroting zijn geraamd, per saldo een voordeel van € 38.000.
Algemene baten/lasten
Overige ontvangen bedragen en bijdragen in kosten van activiteiten en projecten die niet in de begroting zijn geraamd, zoals een impactanalyse van de decentralisaties en een restitutie van betaalde basispremies WAO/WIA over het 1e halfjaar van 2013. Per saldo een voordeel ten opzichte van de begroting van € 32.000.
Renteresultaat
Het renteresultaat is € 77.000 gunstiger dan begroot door een hoger bedrag van de rente-inkomsten. Met de invoering van schatkistbankieren in 2014 komen de rente-inkomsten op spaarrekeningen te vervallen.
Gemeentelijke bijdrage
688
688
à
39
0
Financiën
41 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Bedragen x € 1.000
2. Programma's & Strategie
Lasten Programmaraden
B 2013 Rekening t/m AB dec 2013 à 2.837 2.569 Bij het opstellen van de begroting bestaat veelal nog geen inzicht in de projecten die uitgevoerd worden in het begrotingsjaar en de (subsidie-)inkomsten en uitgaven van projecten. Hierdoor ontstaan verschillen tussen begrote en werkelijke baten en lasten.
Programmaraden
Het eindresultaat bij programma 2 komt uit op een positief saldo van € 38.000. Dit is met name het gevolg van kostenbesparingen en lagere uitgaven dan begroot bij de werkbudgetten van de programmaraden. Een voordeel in de lasten van in totaal € 38.000.
Baten Programmaraden
à 1.828 1.619 Verwezen wordt naar de hiervoor gegeven toelichting bij de lasten van programma 2 'Programma's en Strategie'.
Gemeentelijke bijdrage
951
954
42 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
à
Verschil 268-
209-
3
3. Avri
Lasten Basispakket / afvalstoffenheffing
Bedragen x € 1.000 B 2013 Rekening t/m AB dec 2013 à 29.275 30.085 De afwijking (2,8% van de begrote lasten) wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitvoeringslasten (o.a. brandstof, sociale premies). Ook is er een stijging van de personeelslasten als gevolg van de vaststelling van de wijzigingen in de CAR/UWO. Daarnaast zijn de juridische lasten hoger dan begroot vanwege een uitspraak van een in 2013 afgeronde arbitragezaak. Tot slot is er een stijging van de kwijtscheldingen over het heffingsjaar 2013.
Pluspakket
Als gevolg van de groeiende dienstverlening in plustaken (zie toelichting bij baten plustaken) zijn de uitvoeringslasten hoger dan begroot.
Baten Basispakket / afvalstoffenheffing
à 29.250 30.017 De baten afvalstoffenheffing zijn hoger dan begroot vanwege een hogere aanslagoplegging over het heffingsjaar 2013. De positieve afwijking van baten wordt daarnaast veroorzaakt door een hogere vergoeding voor papier en kunststof verpakkingsafval, onder andere door de afrekening van de inzamelvergoeding voor kunststof verpakkingsafval over het jaar 2011.
Pluspakket
De baten voor de plustaken zijn gestegen als gevolg van een stijging van het aantal uitvoeringsuren voor diensten aan gemeenten. Aangezien de diensten voor gemeenten tegen kostprijs worden uitgevoerd, heeft een stijging van de baten een evenredige stijging van de lasten tot gevolg.
Gemeentelijke bijdrage
0
0
à
Verschil 810
767
0
Financiën
43 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
4. GGD
Lasten EGB
Bedragen x € 1.000 B 2013 Rekening t/m AB dec 2013 à 3.617 4.166 Hogere lasten door de uitvoering van gesubsidieerde projecten op het gebied van terugdringen van sociaal economische gezondheidsverschillen en het bestrijden van overgewicht. Tegenover de hogere lasten staan hogere subsidie-inkomsten. Per saldo is sprake van budgetneutraliteit.
Algemene Gezondheidszorg
De kosten van infectieziekten waren lager dan begroot door het achterwege blijven van (grote) epidemieën. De kosten van reizigersadvisering waren lager dan begroot door verminderde vraag. Tegenover de lagere kosten staan lagere baten bij AGZ. Per saldo is als gevolg van de sterk achterblijvende vraag naar plusproducten sprake van een nadeel van € 70.000.
Geestelijke Gezondheidszorg en opvang van dak- en thuislozen
De kosten hebben te maken met de uitvoering van het programma OGGz/MO. De kosten zijn lager dan begroot door lagere kosten van inhuur van personeel.
JGZ/Logopedie
Hogere lasten dan begroot voor het project Elektronisch Kinddossier Rivierenland. Dit project is in het 1e halfjaar 2013 financieel afgerekend met een voordelig saldo van € 7.000 (zie ook de inhoudelijke toelichting zoals opgenomen in de Bestuursrapportage 2013). De hogere lasten zijn volledig gedekt ten laste van de reserve Digitaal Dossier JGZ.
Fusiekosten
De fusiekosten hebben betrekking op de ontvlechting van GGD Rivierenland en bedragen in totaal € 457.000. De mogelijkheden worden onderzocht of de fusiekosten deels kunnen worden gedeclareerd bij het Rijk. Dit trajact loopt via GGD Gelderland-Zuid. Van de fusiekosten heeft een bedrag van € 186.000 betrekking op gezamelijke fusiekosten die door GGD Regio Nijmegen aan GGD Rivierenland zijn doorbelast. Daarnaast zijn in het bedrag van de fusiekosten ook de op 1 juli 2013 bestaande verplichtingen opgenomen voor het personeel voor een bedrag van € 172.000. Dit betreft opgebouwde rechten voor vakantiegeld, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage + voorzieningen voor voormalig personeel. Het restant ad € 99.000 heeft betrekking op fusie-gerelateerde kosten die op basis van de gemaakte afspraken voor eigen rekening komen van GGD Rivierenland (zoals accountantskosten en extra inzet van personeel).
44 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Verschil 549
Baten EGB
à 1.106 2.063 Hogere baten door ontvangen subsidies van projecten op het gebied van terugdringen van sociaal economische gezondheidsverschillen en het bestrijden van overgewicht. Niet bij alle projecten zijn de ontvangen subsidies geraamd in de begroting.
Algemene Gezondheidszorg
Lagere inkomsten bij reizigersadvisering en bij de plusproducten AGZ als gevolg van verminderderde vraag naar deze producten bij de GGD-klanten.
Geestelijke Gezondheidszorg en opvang van dak- en thuislozen
De baten zijn hoger dan begroot als gevolg van een hoger subsidiebedrag op grond van de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) van de gemeente Nijmegen. Per saldo een voordeel van € 32.000.
JGZ/Logopedie
Hogere inkomsten voor vaccinaties dan begroot, een voordeel van € 48.000. Tevens is de voorziening afbouw logopedie op 1 juli 2013 opnieuw berekend ten behoeve van de inbreng en overdracht naar GGD Gelderland-Zuid. De vrijval van het restsaldo van de voorziening is opgenomen bij de baten van Logopedie.
Huurders
Hogere inkomsten voor het pand J.S. de Jongplein 2 in Tiel dan begroot, omdat het personeel van het Regiokantoor van Regio Rivierenland eind maart 2013 is verhuisd naar de bovenverdieping van het pand van waaruit ook GGD Rivierenland haar werkzaamheden uitvoert. Overeenkomstig de gemaakte afspraken heeft GGD Rivierenland over de periode tot 1 juli 2013 een kostenbijdrage van € 73.000 ontvangen.
Overige baten/ omzetbelasting
Met de belastinginspecteur zijn afspraken gemaakt over de restitutie van BTW over de jaren vanaf 2007. In totaal is over de jaren 2007 t/m 2012 een belastingrestitutie ontvangen ter grootte van € 611.000. Daarnaast is de compensabele omzetbelasting over het 1e halfjaar van 2013 ad € 62.000 gefactureerd aan de gemeenten die tot 1 juli 2013 deelnamen aan het GGD-programma van Regio Rivierenland. Totaal van de BTW-inkomsten die niet in de begroting zijn geraamd: € 673.000. Dit bedrag is door de gemeenten gedeclareerd bij het BTWCompensatiefonds.
Gemeentelijke bijdrage
2.451
2.451
à
957
0
Financiën
45 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
5. Contractgestuurde Dienstverlening
Lasten Milieu / subsidieregeling woningisolatie
Milieu / subsidieregeling Externe Veiligheid
Frictiekosten Milieu en Archeologie
Bedragen x € 1.000
B 2013 Rekening t/m AB dec 2013 à 2.551 2.661 Minder lasten uitvoering subsidieregeling woningisolatie (activiteiten worden gefinancierd uit BWS-middelen en lopen door naar 2014 en 2015).
Verschil 110
Provincie Gelderland ziet Regio Rivierenland als contractpartij van de subsidie Externe Veiligheid op basis van een 4-jarig contract dat doorloopt t/m 2014. De lasten en subsidie-inkomsten voor héél 2013 zijn daarom in de jaarrekening 2013 van Regio Rivierenland opgenomen. Ten opzichte van de begroting een stijging van de lasten (en inkomsten) met een bedrag van € 142.000) In de begroting 2013 hebben we rekening gehouden met frictiekosten (ongedekte overhead) in de periode van april t/m december 2013 als gevolg van het wegvallen van de opbrengsten van de activiteiten op het gebied van milieu en archeologie. Door extra aandacht voor budget- en kostenbeheer en door het uitvoeren van extra opdrachten (deels ook voor nieuwe klanten/gemeenten) konden de frictiekosten worden beperkt en volledig opgevangen worden binnen de reguliere begrotingsbudgetten. Gevolg is een voordeel bij zowel de lasten als de baten van programma 5 Contractgestuurde dienstverlening.
Inkoopondersteuning
Hogere lasten door inhuur van een gespecialiseerd adviesbureau bij het collectieve aanbestedingstraject voor 9 gemeenten met betrekking tot het bestek openbare verlichting. De extra lasten ad € 25.000 zijn volledig vergoed door de van de deelnemende gemeenten ontvangen (extra) bijdragen.
Sociale Recherche
Hogere lasten door extra inzet van personeel voor extra dienstverlening aan gemeenten en uitvoering van nieuwe onderzoeken bij niet-regio gemeenten. De hogere lasten zijn volledig gedekt door hogere opbrengsten.
Baten Milieu / subsidieregeling Externe Veiligheid
2.293 2.590 Zie toelichting bij de lasten.
Inkoopondersteuning
Hogere inkomsten in verband met extra dienstverlening en facturering van meer uren aan gemeenten en derden. Per saldo een voordeel van € 76.000. Extra opbrengsten zijn ondermeer gegenereerd bij de aanbestedingen van het bestek openbare verlichting (collectieve aanbesteding voor 9 gemeenten) en accountantscontrole (collectieve aanbesteding, verdeeld in meerdere percelen). Daarnaast zijn extra opbrengsten gerealiseerd bij nieuwe klanten.
à
Hogere inkomsten in verband met extra dienstverlening en facturering van meer uren aan gemeenten en derden. Per saldo een voordeel van € 62.000. à Gemeentelijke bijdrage 50 50
297
Sociale recherche
46 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
0
Balans en toelichting De balans per 31 december 2013 Activa (x € 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan - deelnemingen Leningen aan - overige verbonden partijen Totaal vaste activa Vlottende activa Uitzettingen korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Liquide middelen
Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva (x € 1.000) Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Vaste schulden langer dan één jaar Onderhandse leningen van - binnenlandse banken en overige fin. instellingen Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto vlottende schulden korter dan één jaar Overige schulden Overlopende passiva Nog te besteden gelden van derden Overige overlopende passiva Totaal vlottende passiva Totaal passiva Verstrekte borgstellingen en garantstellingen
31-12-2012
31-12-2013
23.548
27.384
342
342
70
61
23.959
27.787
1.430 6.207 3.001
743 3.203 9.030
10.638 34.598
12.976 40.763
31-12-2012
31-12-2013
2.543 1.411 826 15.834
2.508 1.044 13.869
6.229 26.844
9.846 27.759
3.385
5.197
3.221 1.149 7.754 34.598 4.831
7.239 568 13.004 40.763 4.831
491
Financiën
47 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Algemene toelichting op de balans Nota activabeleid De Nota activabeleid is in juni 2007 door het Algemeen Bestuur vastgesteld. De nota is primair bedoeld als instrument voor de kaderstellende rol van het Algemeen Bestuur en sluit aan bij het bepaalde in de gemeentewet (artikel 212) en het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) Eind 2011 heeft het Algemeen Bestuur een aantal aanpassingen gedaan. Het betreft o.a. het afschrijven in het jaar van aanschaf, de voorkeur voor de systematiek van lineaire afschrijvingen en een gewijzigde afschrijvingstabel. Daarnaast is de bepaling opgenomen dat de kosten verband houdende met het aantrekken van geldleningen ten laste worden gebracht van de exploitatie van dat jaar. Waarderingsgrondslagen Onder investeringen worden verstaan uitgaven ter verwerving van een goed of ter bereiking van een doel waaraan een nuttigheid kan worden toegekend die langer duurt dan een jaar. Investeringen worden verantwoord op de balans onder de post vaste activa. Onder de vaste activa worden conform het BBV de volgende vaste activa onderscheiden: · materiële vaste activa; · financiële vaste activa. Activa wordt gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Materiële vaste activa Met als uitgangspunt het BBV worden twee soorten materiële vaste activa onderscheiden (artikel 35), te weten: · investeringen met een economisch nut (vergelijkbaar met het bedrijfsleven, waarbij het meerjarig economisch nut meeweegt in de activeringsgronden); · investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijke nut. Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat om de mogelijkheid met de activa middelen te verwerven of activa te verkopen, niet om de vraag of de Regio het actief ook daadwerkelijk wil verkopen. Dit betekent onder andere dat alle gebouwen een economisch nut hebben; er is immers een markt voor gebouwen. In het BBV is opgenomen dat activa met een meerjarig economisch nut geactiveerd moeten worden. Daarnaast mag er op deze investeringen niet resultaatafhankelijk (extra) worden afgeschreven. Met andere woorden, activa met een meerjarig economisch nut moeten eenduidig worden geactiveerd en vervolgens dient er op consistente wijze te worden afgeschreven. De enige uitzondering op deze regel wordt gevormd door kunstvoorwerpen van cultuurhistorische waarde. Activeren van deze voorwerpen zouden de balans te zeer opblazen, zonder dat dit tot extra inzicht leidt. Geconcludeerd kan worden dat binnen de Regio alleen investeringen worden geactiveerd met een economisch nut.
48 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Afschrijvingstermijnen Behoudens de overslaghal (annuïteit) vinden de afschrijvingen lineair plaats op basis van de volgende afschrijvingstermijnen: Gronden Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten, installaties Overige materiële vaste activa
geen afschrijvingen tussen de 10 en 40 jaar tussen de 5 en 15 jaar tussen de 4 en 25 jaar tussen de 4 en 15 jaar
De gronden en terreinen betreffen de milieustraten Medel, Culemborg en Zaltbommel alsmede de gronden voor de gebouwen in Tiel. Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs. Vlottende activa Onder vlottende activa zijn opgenomen: · Overlopende activa · Vorderingen · Liquide middelen Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Uitgangspunt is dat met behulp van de beschikbare mogelijkheden op het terrein van invordering alles in het werk wordt gesteld de vorderingen te innen. Alleen in de gevallen waarin de invordering niet mogelijk blijkt te zijn, wordt tot afboeking wegens oninbaarheid overgegaan. De voorziening dubieuze debiteuren is ter dekking van het risico dat openstaande vorderingen op de balansdatum oninbaar blijken te zijn. De liquide middelen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Passiva De voorzieningen, de vaste schulden, de vlottende schulden en de overlopende passiva zijn eveneens opgenomen tegen nominale waarde.
Toelichting op de balansposten - vaste activa Investeringen met een economisch nut Materiele vaste activa Bedragen x € 1.000 Boekwaarde ult. 2012 + Investeringen - Desinvesteringen - Afschrijvingen Boekwaarde ult. 2013 Cumulatieve afschrijving Aanschafwaarde
Gronden Bedrijfsen gebouwen terreinen 2.239 2.239 2.239
10.333 152 46510.020 5.000 15.020
Vervoermiddelen 3.409 2.756 37035.459 2.905 8.364
Machines, apparaten en installaties 1.380 135 2063041.005 918 1.923
Overige mat. vaste activa 6.187 3.390 69108.661 5.652 14.313
Totaal
23.548 6.433 2152.38227.384 14.475 41.859
Financiën
Voor de toelichting van het bedrag van de investeringen van € 6.433.000 wordt verwezen naar de achterin de jaarrekening opgenomen tabellen van de investeringskredieten.
49 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
De investeringen van Avri bedragen De investeringen van het Regiokantoor bedragen Totaal
6.248.000 185.000 6.433.000
Het bedrag van de desinvesteringen kan als volgt worden gespecificeerd: Van GGD Gelderland-Zuid ontvangen vergoeding exit-kosten ICT-Infrastructuur Aan GGD Gelderland-Zuid overgedragen bedrijfsauto Aan Omgevingsdienst Rivierenland overgedragen geluidsmeter Totaal
206.000 3.000 6.000 215.000
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Deelnemingen Bedragen x € 1.000 ARN B.V. Avri Realisatie B.V. Totaal
31-12 2012
31-12 2013
267 75 342
267 75 342
ARN B.V. De Regio participeert in de afvalverbrandingsinstallatie van ARN B.V, te Weurt. De Regio heeft 588 aandelen van nominaal € 454 waarvan 100% is gestort. Het totaal van de deelneming bedraagt € 266.952. Avri Realisatie B.V. In 1999 heeft het Algemeen Bestuur besloten tot de oprichting van AVRI Ontwikkeling B.V.. Regio Rivierenland is enig aandeelhouder en heeft hierdoor volledige zeggenschap in AVRI Ontwikkeling B.V.. Per 21-11-2011 is de naam gewijzigd in: Avri Realisatie B.V. De netto vermogenswaarde bedraagt per ultimo 2013. € 1.992.000. Dit betreft de waarde op basis van concept cijfers, aangezien de goedkeuring van de jaarrekening van Avri Realisatie B.V. nog door de raad van commissarissen plaats moet vinden.
Verstrekte leningen aan overige verbonden partijen
Leningen verb. partijen Bedragen x € 1.000 St. Kringloop Rivierenland Totaal
31-12 2012
31-12 2013 70 70
61 61
Stichting Kringloopbedrijf Rivierenland te Tiel De Stichting, ook wel Kringloopwinkel Secunda genoemd, richt zich op recycling van tweedehands goederen. In 2004 is aan Secunda een lening verstrekt ter hoogte van € 87.500. De eerste jaren is er geen aflossingsverplichting geweest. In het Algemeen bestuur van 8 december 2010 is besloten dat vanaf het jaar 2011 een jaarlijkse aflossing plaatsvindt in tien jaarlijkse termijnen van € 8.750. Per ultimo 2013 zijn drie termijnen afgelost en bedraagt de restschuld € 61.250. Voor meer informatie zie paragraaf Verbonden partijen.
50 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Toelichting op de balansposten - vlottende activa Vorderingen op openbare lichamen
Vorderingen op openbare lichamen Bedragen x € 1.000 Belastingdienst omzetbelasting Vorderingen op Provincie (subsidies) Vordering op gemeenten Overige vorderingen Totaal
31-12 2012
31-12 2013
0 289 1.141 0 1.430
373 89 253 27 743
31-12 2012 6.624
31-12 2013 3.707
343 53 21 6.207
441 44 20 3.203
Overige vorderingen
Overige vorderingen Bedragen x € 1.000 Vorderingen op derden -/- Voorziening dubieuze debiteuren: Avri afvalstoffenheffing Avri overig Regiokantoor Totaal
Vorderingen op derden (€ 3.707.000) De vorderingen op derden bestaan uit: Debiteuren: € 591.000 Debiteuren afvalstoffenheffing: € 1.457.000 Overlopende activa: € 1.205.000 Vooruitbetaalde bedragen en overige vorderingen: € 454.000 In 2012 was het debiteurensaldo incidenteel hoog. Dit had te maken met de in 2012 opgestarte activiteit 'beheer openbare ruimte' voor de gemeente Buren (IBOR+). In het debiteurensaldo van 2013 zijn als gevolg van de ontvlechting van GGD Rivierenland de posten van de GGD niet meer meegenomen. Het saldo van de debiteuren afvalstoffenheffing is ten opzichte van 2012 nagenoeg gelijk gebleven. De overlopende activa zijn aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2012 door een sterke toename van de nog te ontvangen bedragen van ingezamelde kunststoffen. Specificatie voorziening dubieuze debiteuren afvalstoffenheffing De voorziening dubieuze debiteuren afvalstoffenheffing per 31 december 2013 van € 441.000 is als volgt gespecificeerd per heffingsjaar: € 25.000 € 82.000 € 139.000 € 195.000 € 441.000
(60% (60% (49% (28%
van van van van
het het het het
openstaande openstaande openstaande openstaande
saldo) saldo) saldo) saldo)
Financiën
2010: 2011: 2012: 2013:
51 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Liquide middelen
Liquide middelen Bedragen x € 1.000 Kas Bank ING Totaal
31-12 2012
7 2.705 290 3.001
31-12 2013
0 9.030 0 9.030
Het saldo van de bank op 31 december 2013 betreft de (spaar)tegoeden bij de Rabobank. De schuld aan de BNG-Bank is in de balans bij de netto vlottende schulden opgenomen. De stand van de liquide middelen is gestegen door ontvangen subsidiegelden van de Provincie. Per saldo zijn de subsidie inkomsten € 4 miljoen hoger dan de uitgaven van gesubsidieerde projecten. Daarnaast heeft het positieve resultaat van de jaarrekening geleid tot een verbetering van de liquiditeitspositie.
Toelichting op de balansposten - vaste passiva Algemene reserves en bestemmingsreserves Overzicht reserves Bedragen x € 1.000
Stand 31-12-2012
Algemene reserves Algemene bedrijfsreserve Avri Bedrijfsreserve Contractgest. dienstverlening Algemene reserve Regiokantoor Bedrijfsreserve GGD Subtotaal algemene reserves Bestemmingsreserves Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Interimactiviteiten Programmaraden Regionale Omgevingsdienst (oprichting RUD) DVO Sociale recherche DVO Inkoopbureau Extra kapitaallasten 2012 Resultaatbest. JR11 ontvlechting GGD Resultaatbest. JR11 nieuwe bestuursstr. Resultaatbest. JR11 transitie ODR Frictiekosten ontvlechting GGD EGB-samenwerking OGGz/MO Zorgmonitor Digitaal dossier JGZ Subtotaal bestemmingsreserves Totaal Uit resultaatbestemming Jaarrekening 2012
1.483 539 0 521 2.543
Toevoegingen 2013
Onttrekkingen 2013
163 97 474 576 1.309
231 17 0 1.097 1.345
154
0
69
85
621 25 131 56 8 8
25 0 0 0 0 0
40 12 23 0 8 8
606 13 107 56 0 0
61 37 18 44 0 117 26 20 85 1.411 3.954
0 0 0 0 128 0 0 0 0 153 1.462 474-
0 23 13 13 63 117 26 20 85 520 1.864
61 14 6 31 65 0 0 0 0 1.044 3.552
Overdracht reserves GGD Verwerkt in de exploitatiecijfers 2013
52 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Stand 31-12-2013
1.117988
747
1.415 619 474 2.508
Algemene bedrijfsreserve Avri Doel: De algemene bedrijfsreserve Avri wordt bepaald door de positieve en negatieve resultaten van Avri. De activiteiten van Avri bestaan voor het grootste deel uit het inzamelen van huishoudelijk afval. Het restant deel bestaat uit inzameling en verwerking van bedrijfsafval en uitvoering van plustaken voor gemeenten. Aard: Algemene reserve Optimum: € 700.000 Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing De stortingen in 2013 hebben betrekking op het resultaat van de Beoordeling omvang en plustaken (€ 88.000) en de bespaarde rente die naar de reserve toelichting toevoegingen is afgestort (74.000). In de meerjarenbegroting van Avri is en onttrekkingen: voorzien in afbouw van de reserve tot het vastgestelde minimale risisconiveau conform de Begroting 2014 van Avri, vastgesteld in het Algemeen bestuur van 11 december 2013. Bedrijfsreserve Contractgestuurde dienstverlening Doel: De reserve is bedoeld om risico’s in de bedrijfsvoering op te vangen welke kunnen ontstaan als gevolg van het leveren van maatwerk in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten. Aard: Bedrijfsreserve Optimum: 30% van de omzet Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing Beoordeling omvang en In 2014 zal een voorstel aan het bestuur worden gedaan om de toelichting toevoegingen reserve deels in te zetten voor maatregelen op het gebied van en onttrekkingen: kwaliteitsverbeteringen en onderzoeken naar nieuwe ontwikkelingen en producten bij contractgestuurde dienstverlening.
Algemene reserve Regiokantoor Doel: De reserve is bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2012 gevormd en is bedoeld als buffervermogen voor het opvangen van financiële risico's en tekorten en in verband met frictiekosten door het verdwijnen van het taken. Aard: Algemene reserve Optimum: Niet nader bepaald Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing In 2013 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de financiële Beoordeling omvang en risico's bij het Regiokantoor. De omvang van de algemene reserve toelichting toevoegingen is voldoende voor het afdekken van de geïdentificeerde risico's. en onttrekkingen:
Bedrijfsreserve GGD Doel:
Financiën
Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De reserve is bedoeld om risico's in de bedrijfsvoering op te vangen welke kunnen ontstaan als gevolg van het leveren van maatwerk in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten. Bedrijfsreserve 30% van de omzet Niet van toepassing In verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli 2013 heeft deze reserve op 31 december 2013 geen saldo meer.
53 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Reserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Doel: Subsidieverstrekking voor het bouwen van woningen, standplaatsen en woonwagens volgens de met het Algemeen Bestuur afgesproken bestedingsdoelen. In 2009 heeft het ministerie de nog bestaande verplichting afgekocht. De reserve is daardoor vrij aanwendbaar geworden. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: Afhankelijk van de voortgang van projecten die met BWSmiddelen worden gefinancierd. De afgelopen jaren is een aantal malen beschikt over deze Beoordeling omvang en reserve. Jaarlijks vinden op basis hiervan onttrekkingen plaats. toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
Reserve Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Doel: De reserve wordt gevoed uit jaarlijkse rijksbijdragen in de algemene taakstelling en door incidentele rijksbijdragen voor specifieke activiteiten om het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen. Voor zover er overschotten zijn worden deze aan de reserve toegevoegd, terwijl de tekorten eruit worden gedekt. Het overschot is bedoeld om eventuele risico's bij het beëindigen van de taak op te vangen. In de RMC-taak worden geen gemeentelijke bijdragen ontvangen. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: afhankelijk van de duur van de RMC-taak Beoordeling omvang en Per saldo is in 2013 een bedrag van € 15.000 onttrokken aan de toelichting toevoegingen reserve. en onttrekkingen: De in 2013 via de Gemeente Tiel ontvangen rijksbijdrage voor het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt bedraagt € 640.498. Hiervan is in het boekjaar 2013 een bedrag van € 655.895 besteed welke voldoen aan de wettelijke bestedingsdoelen. De overbesteding van de rijksbijdrage RMC met per saldo € 15.397 is onttrokken aan de reserve Regionaal Meld – en Coördinatiepunt. De reserve RMC heeft op 31 december 2013 een saldo van € 605.838. Reserve Interimactiviteiten Doel:
Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: Reserve programmaraden Doel: Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De reserve is bedoeld ter bekostiging van tijdelijk personeel van derden doordat vacatures binnen concernondersteuning niet kunnen worden ingevuld in verband met de herpositionering van enkele organisatiedelen binnen de totale organisatie. Tevens worden de middelen ingezet voor de werkzaamheden in het kader van de nieuwe structuur. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2014 In 2013 is voor een bedrag van € 12.000 onttrokken aan de reserve. Voor 2014 is nog een bedrag van € 13.000 beschikbaar.
Het rekeningsresultaat 2010 vormt de basis voor deze reserve. Voor de Programmaraden is een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld, verdeeld over een viertal jaren. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2014 De reserve is ingezet voor bekostiging van de uitgaven die in 2013 ten laste van de werkbudgetten van de Programmaraden zijn gekomen (in totaal een bedrag van € 23.000).
54 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Reserve Regionale Omgevingsdienst (oprichting RUD) Doel: In de begroting zijn middelen gereserveerd voor de inrichting van een uitvoeringsdienst in de regio. Inmiddels heeft de inrichting een andere vorm gekregen in Omgevingsdienst Rivierenland. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing De reserve heeft op 31 december 2013 een saldo van € 56.000. Beoordeling omvang en In 2014 zal aan het bestuur een voorstel worden gedaan voor toelichting toevoegingen herbestemming van deze reserve en inzet ten behoeve van en onttrekkingen: verbetering van de communicatie in de regio.
Reserve DVO Sociale Recherche Doel: In 2011 is gestart met de werkzaamheden om voor verschillende producten dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) te ontwikkelen. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2013 Beoordeling omvang en De reserve is in 2013 ingezet. toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
Reserve DVO Inkoopbureau Doel: Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
In 2011 is gestart met de werkzaamheden om voor verschillende producten dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) te ontwikkelen.. Bestemmingsreserve niet van toepassing 2013 De reserve is in 2013 ingezet.
Reserve ontvlechting GGD Doel:
Aard:
Financiën
Reserve Extra kapitaallasten 2012 Doel: Deze reserve is in de jaarrekening 2011 gevormd naar aanleiding van een in december 2011 in het Algemeen Bestuur behandeld voorstel om de systematiek van het startmoment van afschrijvingen en rentelasten te wijzigingen. Door vanaf 2012 al in het jaar van de investering rekening te houden met de afschrijvings- en rentecomponent ontstaat in de begroting 2012 een eenmalig nadeel van € 61.000. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland heeft op 15 januari Beoordeling omvang en 2014 ingestemd met herbestemming van deze reserve en inzet toelichting toevoegingen ten behoeve van klimaatbeheersingsmaatregelen. en onttrekkingen:
De ontvlechting van de GGD is wettelijk opgelegd. Bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2011 is een reserve gevormd van € 50.000 in verband met de extra werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Er moet extra capaciteit en specifieke deskundigheid worden ingehuurd. Bestemmingsreserve
55 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
Niet van toepassing 2014 In 2013 is een bedrag van € 23.000 onttrokken. Voor 2014 is nog een bedrag beschikbaar van € 14.000. In 2014 vindt de financiële afwikkeling plaats van de fusie met GGD Regio Nijmegen.
Reserve nieuwe bestuursstructuur Doel: Op basis van de rapportage van KplusV in 2010 is een nieuwe bestuursstructuur ingevoerd. De nieuwe bestuursstructuur wordt geëvalueerd en bovendien moet nog nader onderzoek gedaan worden naar verbeterpunten in de communicatie. Bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2011 is hiervoor een reserve gevormd van € 25.000. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2014 Beoordeling omvang en In 2013 is een bedrag van € 13.000 onttrokken. Voor 2014 is nog toelichting toevoegingen een bedrag beschikbaar van € 6.000. en onttrekkingen: Reserve transitie ODR Doel:
Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De overdracht van activiteiten en de uittreding van personeel naar de Omgevingsdienst Rivierenland is wettelijk opgelegd. Bij de resultaatbestemming van de jaarrekening 2011 is een reserve gevormd van € 50.000 in verband met de extra werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Er moet extra capaciteit en specifieke deskundigheid worden ingehuurd. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2014 In 2013 is een bedrag van € 13.000 onttrokken aan de reserve. Voor 2014 is nog een bedrag beschikbaar van € 31.000. Dit bedrag wordt in 2014 ingezet voor dekking van frictiekosten.
Reserve frictiekosten ontvlechting GGD Doel: De ontvlechting van GGD Rivierenland is wettelijk opgelegd. GGD Gelderland-Zuid betaalt in de jaren 2013, 2014 en 2015 een frictiekostenvergoeding. Deze bedragen worden in de reserve gestort. Deze middelen worden ingezet om kosten van achterblijvende overhead te dekken. Aard: Bestemmingsreserve Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2015 De toevoeging van de reserve in 2013 betreft de bijdrage voor het Beoordeling omvang en tweede halfjaar van 2013. Per saldo is in 2013 een bedrag van € toelichting toevoegingen 63.000 ingezet. en onttrekkingen: Reserve EGB-samenwerking Doel:
Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De reserve is bedoeld ter dekking van de kosten van voorlichtingsprojecten die door hun aard over de jaargrenzen heen lopen en waarvoor meestal samenwerkingsafspraken met derden (Thuiszorg, Riagg, huisartsen, andere GGD’s) worden gemaakt. Het betreft hier een wettelijk taak van de GGD. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2013 In verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli 2013 heeft deze reserve op 31 december 2013 geen saldo meer.
56 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Reserve OGGz/MO Doel: Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: Reserve Zorgmonitor Doel: Aard: Optimum: Laatste jaar aanwending: Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De reserve is ingevoerd om de continuïteit van het programma OGGz/MO te waarborgen. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2013 In verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli 2013 heeft deze reserve op 31 december 2013 geen saldo meer.
De reserve komt voort uit de bestemming van het rekeningsresultaat 2008. Bestemmingsreserve Niet van toepassing 2013 In verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli 2013 heeft deze reserve op 31 december 2013 geen saldo meer.
Reserve Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ) Doel: Het rekeningsresultaat 2010 vormt de basis voor deze reserve. Voor het Digitaal Dossier JGZ is vanuit de resultaatbestemming bij de jaarrekening 2010 een bedrag gereserveerd van € 381.444 Aard: Bestemmingsreserve Optimum: niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2013 Beoordeling omvang en Het project Elektronisch Kinddossier Rivierenland is begin 2013 toelichting toevoegingen afgewikkeld. Het eindresultaat is met de gemeenten afgerekend en onttrekkingen: en het overschot in de reserve is in september 2013 uitbetaald.
Voorzieningen Overzicht voorzieningen Bedragen x € 1.000
7.225 7.948 225 90 46 300 0 15.834
Toevoeg. Onttrekk. 2013 2013 531 633 0 16 12 0 91 1.282
705 2.125 94 0 22 300 0 3.247
Stand 31-12-2013 7.051 6.456 131 106 35 0 91 13.869
Voorziening eindafwerking stortplaats Avri Doel: De voorziening is bestemd voor de kosten die aan het eind van de levensfase van de stortplaats moeten worden gemaakt voor de verplichte afwerking van de stortplaats. Uitgangspunt is dat de eindafwerking in 2015 plaatsvindt. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de investeringskosten van de eindafwerking. Aard: Voorziening Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2015
Financiën
Eindafwerking stortplaats Avri Voorziening inzameling AVH Voorziening onderhoud gebouw Avri Voorziening onderhoud gebouw RK Voorziening onderhoud gebouw GGD Voorziening afbouw logopedie GGD Voorziening individueel loopbaanbudget Totaal voorzieningen
Stand 31-12-2012
57 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
De inkomsten die verband houden met de stortplaats worden afgestort naar de voorziening. De exploitatiekosten van de stortplaats en specifieke onderzoeks- en advieskosten worden gedekt ten laste van de voorziening.
Voorziening inzameling Afvalstoffenheffing Doel: Wanneer de opbrengst van de afvalstoffenheffing de daarmee te dekken kosten overschrijdt, wordt de meeropbrengst gedoteerd aan deze egalisatievoorziening. Bij eventuele tekorten wordt de voorziening aangesproken. Aard: Egalisatievoorziening Optimum: € 1.900.000 Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing Het exploitatieresultaat 2013 van € 623.000 is aan deze Beoordeling omvang en voorziening toegevoegd. Daarnaast is een bedrag van € 10.000 toelichting toevoegingen voor winstopslag gestort ten behoeve van de BTW verrekening en onttrekkingen: met gemeenten. in de meerjarenbegroting van Avri is voorzien in afbouw van de voorziening tot het vastgestelde minimale risiconiveau conform de Begroting 2014 van Avri, vastgesteld in het Algemeen bestuur van 11 december 2013. Voorziening onderhoud gebouwen Doel: Zowel voor de gebouwen van de GGD, Avri als het Regiokantoor is een voorziening getroffen. Jaarlijks wordt vanuit de verschillende exploitaties een bedrag aan de verschillende voorzieningen toegevoegd. Aard: Egalisatievoorziening Optimum: Op basis van geactualiseerd onderhoudsplan Laatste jaar aanwending: Niet van toepassing Beoordeling omvang en In 2013 zijn voor een bedrag van € 116.000 onderhoudskosten toelichting toevoegingen ten laste van de voorziening gekomen. en onttrekkingen: Voorziening afbouw logopedie Doel: Uit de voorziening worden de kosten gedekt die noodzakelijkerwijs worden gemaakt in het kader van de afbouw van 3 plusproducten logopedie. Uit de voorziening worden afvloeiingskosten van logopedisten vergoed en overige kosten die een rechtstreeks verband hebben met de afbouw van logopedie. Aard: Voorziening Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2013 In verband met de ontvlechting van GGD Rivierenland per 1 juli Beoordeling omvang en 2013 heeft deze voorziening op 31 december 2013 geen saldo toelichting toevoegingen meer. en onttrekkingen: Voorziening individueel loopbaanbudget Doel: In de CAO gemeenten 2011-2012 zijn afspraken gemaakt over de invoering van het Individueel Loopbaanbudget (ILB). In de CARUWO is opgenomen dat de ambtenaar jaarlijks recht heeft op een loopbaanbudget van € 500 waarbij de mogelijkheid is benoemd het beschikbare loopbaanbudget gedurende maximaal 3 jaar op te sparen. Vooralsnog is een proefperiode voor het loopbaanbudget van 3 jaar vastgesteld (2013 t/m 2015). De inzet van het loopbaanbudget is in de CAR-UWO beperkt tot loopbaangerelateerde activiteiten die gericht zijn op vergroting van de personele inzetbaarheid binnen of buiten de organisatie. Aard: Voorziening Optimum: Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: 2015
58 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen:
In 2013 hebben geen bestedingen plaatsgevonden ten laste van het beschikbaar gestelde loopbaanbudget. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat de wijzigingen in de CAR-UWO met betrekking tot het ILB pas in december 2013 door het bestuur van Regio Rivierenland zijn geformaliseerd.
Vaste schulden langer dan één jaar Leningenportefeuille Naam
Oorspr. hoofdsom
Lening BNG Lening BNG Lening BNG
4.200 5.000 5.000
Bedragen x € 1.000 Rente
Looptijd
Afgelost in
2,21% 10 jaar 2023 3,55% 15 jaar 2020 4,34% 20 jaar 2027 Totaal vaste schulden> 1 jr
Stand 31-12-2012
Stand 31-12-2013
2.667 3.563 6.229
4.200 2.333 3.313 9.846
Het totaal van de rentelasten in de jaarrekening 2013 over deze leningen bedraagt € 242.000.
Toelichting op de balansposten - vlottende passiva Overige schulden Overzicht overige schulden Bedragen x € 1.000 Belastingdienst omzetbelasting Bankier Overige schulden Totaal overige schulden
31-12-2012 616 0 2.768 3.385
31-12-2013 0 904 4.293 5.197
De balanspost “overige schulden” bestaat uit het saldo van crediteuren (€ 3.093.000), te betalen loonbelasting (€ 477.000), schulden aan openbare lichamen voor een bedrag van € 593.000, terugbetaling van subsidies (€ 14.000) en overige resterende posten zoals premies ABP en IZA (€ 116.000).
Financiën
59 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Overlopende passiva De nog te besteden gelden van derden zijn als volgt gespecificeerd: Overheidsuitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Bedragen x € 1.000 Programma luchtkwaliteit NSL 1e en 2e tranche Programma luchtkwaliteit NSL 4e tranche BDU 2011 verkeersveiligheid * BDU 2011 verkeersveiligheid-gemeenten * BDU 2012 verkeersveiligheid * BDU 2012 verkeersveiligheid-gemeenten * BDU 2013 verkeersveiligheid BDU 2013 verkeersveiligheid-gemeenten Bruine Borden Uitvoering kwalitatief woonprogramma Bevordering maatschappelijke participatie Centrum Jeugd & Gezin afwikkeling 2012 Centrum Jeugd & Gezin 2013 Ondersteuning na jeugdzorg 3 werkconferenties CJG vervolg 2012 * Regionale opvoedkunde AJJ jeugd aanvragen 2012 AJJ jeugd aanvragen 2013 Platform zelfredzaam Procesregie transitie WMO ** Logistieke hotspot fase uitvoering 2013 *** Regionaal detailhandelsvisie Project onderzoek basismobiliteit Woonladder (GGD) VWS subsidie opleiding GGD artsen Regiocontract 2012 - 2015 Raak Totaal Terugbetalingsverplichting subsidieprojecten* Totaal overlopende passiva
Stand Inkomsten 31-12-2012 2013 933 50 5 14 331 0 0 34 36 41 88 0 46 4 48 61 0 5 0 38 18 0 74 35 969 694 3.221
14 46 0 0 0 0 90 48 8 0 25 88107 0 3 73 0 416 69 222 227 0 14 0 0 5.952 317 7.544
Bestedingen 2013
Stand 31-12-2013
41 0 0 0 9 31 90 29 42 17 66 0 78 25 0 13 61 100 69 240 283 18 0 74 35 1.549 642 3.511
In totaal is in 2013 een bedrag van circa € 4 miljoen meer aan subsidies ontvangen dan aan gesubsidieerde projecten is uitgegeven. De liquiditeitspositie is daardoor sterk verbeterd ten opzichte van 2012. * Terugbetalingsverplichting subsidieprojecten De subsidieprojecten "BDU-verkeersveiligheid 2011 en 2012" en "3 werkconferenties CJG" zijn op 31 december 2013 beëindigd en er vinden geen bestedingen meer plaats van ontvangen subsidies. Provincie Gelderland heeft nog geen subidiebeschikkingen vastgesteld en in afwachting van het definitieve terugbetalingsbesluit zijn de terugbetalingsverplichtingen van in totaal € 14.000 in de balans opgenomen bij de netto vlottende schulden. ** Procesregie transitie WMO Dit project loopt door tot 1 januari 2015. Op 31 december 2013 zijn meer gelden besteed dan aan bijdragen en subsidies is ontvangen. De gemeenten hebben eind 2013 ingestemd met een extra werkbudget van € 25.000 per transitie in het sociale domein, in totaal een bedrag van € 75.000. Daarnaast loopt een aanvraag voor een aanvullende subsidie in 2014 vanuit Regiocontractmiddelen. Daarmee is de financiële dekking van de projectuitgaven in voldoende mate zekergesteld. *** Logistieke hotspot Rivierenland Dit project loopt door in 2014. Inmiddels is een nieuwe en actuele begroting van de geraamde projectuitgaven opgesteld en hebben de stuurgroep en de programmaraad Welvarend ingestemd met een extra financiële bijdrage om alle uitgaven te dekken.
60 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
906 96 5 14 1319 0 19 0 0 29 21 7 108 0 316 5 18170 14 0 0 5.373 369 7.253 147.239
Overige overlopende passiva Hieronder zijn de nog te betalen kosten opgenomen, zoals rente van geldleningen, te betalen huisvestingskosten, kosten van onderhoudswerkzaamheden en kosten van ingehuurd personeel en adviseurs.
Toelichting op de balansposten - overig Borgstellingen en garantstellingen Overzicht borgstellingen en garantstellingen Bedragen x € 1.000
31-12-2012
31-12-2013
Garantstelling geldleningen Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN B.V.)
4.831
4.831
Totaal
4.831
4.831
Garantstelling geldlening ARN B.V. Op grond van de gemeenschappelijke regeling zijn de aangesloten partijen gehouden garant te staan voor de verstrekte garanties. Het totaal van het restant van de gegarandeerde vaste geldleningen van ARN B.V. bedraagt op 31 december 2013 € 4.830.867. Aflossing vindt plaats in 2015. Voor een specificatie per gemeente verwijzen we u naar de paragraaf Verbonden partijen. Bankgarantie Senter Novem Avri transporteert kunststof verpakkingen naar Duitsland. Voorwaarde voor het verlenen van een exportvergunning is een hiervoor door SenterNovem gestelde zekerheidsstelling in de vorm van een bankgarantie. Deze bankgarantie is opeisbaar door SenterNovem in geval van het niet meer kunnen leveren van kunststof verpakkingen door bijvoorbeeld een faillissement. Uit deze bankgaranties wordt dan een eventuele schuld aan de Duitse verwerker gefinancierd. Niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen Onderstaande tabel geeft een beeld van de meerjarige financiële verplichtingen waar Regio Rivierenland aan verbonden is. De bedragen in de kolom omvang betreffen jaarlasten. Omschrijving jaarkosten Afvalverwerkingscontract Avri Schoonmaak Tuinonderhoud Vakantiegeldverplichtingen Regiokantoor Vakantiegeldverplichtingen Avri Salarisadministratie Leaseverplichtingen Sociale Recherche Leaseverplichting auto directeur Avri
Omvang (x € 1.000) 6.000 57 30 114 197 47 50
Einde contract 31-3-2015 2014 2014 Nvt Nvt 2014 variabel
20
variabel Financiën
61 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Stand van zaken investeringskredieten
Investeringen Avri Investeringen Avri Bedragen x € 1.000
Jaar van krediet verlening
Aanleg glasvezel verbinding Vervanging vloerbedekking Ondergrondse brengvoorzieningen * Transportmaterieel Reinigingsvoertuig Haakarmwagen Terreinauto Nood stroomaggregaat Peilbuiskokers Stroomvoorziening Stortgasketel Sleutelsysteem Inrichting kantoorgebouw Software wagenparkbeheer Project ondergronds restafval 2011-2015 Veiligheidsvoorziening overslaghal Haakarm wagen milieustraat Software Telefooncentrale Zijladers 3x Achterladers 3x Kraan en shovel Vervanging minicontainers 2013 Vervanging bedrijfscontainers 2013 Vervanging softwaresystemen Vervanging mobiele telefoons Voertuig ondergrondse containers Aanpassing zoutstrooiers Zoutstrooier Monitoringssysteem IBOR Hardware monitoring IBOR 2x Voertuigen IBOR 2x Achterladers 2x Mini containers incl. chip (GSL) Ondergrondse brengvoorzieningen restafval (GSL) Hardware inzamelvoertuigen (GSL) Software (GSL) Voorbereidingskosten mini containers (GSL) Voorbereidingskosten ondergrondse breng (GSL) Totaal investeringsuitgaven
2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
Krediet
60 45 2.081 100 45 310 30 15 8 25 85 125 85 10 1.200 8 150 20 60 795 675 330 150 30 125 10 340 120 40 21 8 52 450 1.880 395 160 47 845 521
Stand 1/1/2013 4 45 1.168 83 45 165 30 15 8 6 4 122 80 10 850 2 150 8323 785 675 318 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 2013 0 0 351 59 0 1450 7 0 0 0 126 0 8 726 0 145 23 23 818 679 327 163 31 110 9 316 28 71 51 0 59 465 479 296 170 18 451 384 6.248
Stand 31/12 2013 4 45 817 24 45 310 30 8 8 6 4 480 2 124 2 5 106-
Toelichting krediet- en termijnoverschrijdingen Avri Zijladers 3x (33k N): De aangeschafte zijladers zijn geleverd incl. benodigd registratiesysteem. Door direct te investeren in registratiesystemen zijn extra installatiekosten naderhand voorkomen. Software (106k N): De overschrijding op investeringen in software is reeds in de jaarstukken 2012 toegelicht. In verband met de wijziging van de technische infrastructuur, heeft Avri versneld moeten investeren in vervangende software.
JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
gereed
gereed gereed gereed gereed gereed
gereed gereed gereed gereed 33- gereed 4- gereed 913- gereed 115 1 gereed 24 92 3130- gereed 8 gereed 7- gereed 15- gereed 1.401 99 gereed 10- gereed 29 394 137
* Ondergrondse brengvoorzieningen Dit betreft een meerjarig investeringsproject met een gevoteerd krediet van € 2.081.000 verdeeld over de jaren 2012 tot en met 2015. In de tabel is het restant op 31 december 2013 weergegeven. Totaal is nog beschikbaar een bedrag van € 1.367.000. Dit is inclusief de bedragen die beschikbaar komen in de begrotingsjaren 2014 en 2015. Verwacht wordt dat het investeringsproject in 2015 zal worden afgerond.
62
Status
Investeringen Regiokantoor Toelichting krediet- en termijnoverschrijdingen investeringen Regiokantoor.
Overige investeringen Regiokantoor Bedragen x € 1.000 Vervanging telefooncentrale RK Vervanging telefooncentrale (GGD) ICT-werkplekken 2012 ICT-infrastructuur 2012-2013 Servers 2013 ICT-werkplekken 2013 Netwerkapparatuur 2013 Software 2013 Verbouwingen pand Burg. Lidth de Jeudelaan Verbouwingen pand J.S. de Jongplein Vervanging observatiematerieel Soc. recherche Totaal investeringsuitgaven
Jaar van investering 2010 2010 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
Krediet
31 71 10 73 15 200 45 8 150 117 30
Stand 1/1/2013 12 28 6 45 15 200 45 8 150 117 0
Uitgaven 2013 11 22 2 5 0 0 0 0 91 54 0 185
Stand 31/12/2013
Status
1 gereed 6 gereed 3 gereed 40 15 200 45 8 59 63 30
Toelichting krediet- en termijnoverschrijdingen Regiokantoor Geen bijzonderheden.
Financiën
63 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Bijlagen Bijlage 1: Overzicht gemeentelijke bijdrage Primitieve begroting 2013 vóór bezuiningen
Begroting Mutaties 2013 na jaarrekening wijzigingen 2013 berap
Aantal inwoners per 1 januari 2012: Regio Rivierenland exclusief West Maas en Waal Regio Rivierenland voor onderwijs voor ondersteuning jeugdbeleid voor GGZ preventie Klokuren logopedie
Program ma 1: Regionale sam enw erking
Algemene bestuursondersteuning Algemene baten en lasten Onvoorziene uitgaven Renteresultaat Program ma 2: Programm a's en Strategie
Zelfredzaam Ondersteuning jeugdbeleid (obv inwoners m.u.v. Maasdriel) WMO Participerend Arbeidsmarktbeleid Onderwijs (o.b.v. inwoners met uitzondering van Maasdriel) Welvarend Economie Aantrekkelijk Ruimtelijk-, waterbeleid en wonen, streekcommissie Milieu beleid, natuur en landschap Bereikbaar Verkeer en vervoer Projectbudget verkeer en vervoer
Programmamanagement Regiocontract
Verslavingszorg (o.b.v. inwoners) GGZ preventie (obv inwoners) Beschermd wonen (o.b.v. inwoners) Dagopvang (o.b.v. inwoners) Huurders (obv inwoners) Renteresultaat (obv inwoners) Program ma 5: Contractgestuurde Dienstverlening
Milieu uitvoeringsprogramma (o.b.v. inwoners) Totaal bijdragen
Culemborg
Geldermalsen
Lingewaal
Maasdriel
Neder-Betuwe
Neerijnen
Tiel
West Maas en Waal
Zaltbommel
Totaal gefactureerd regio gemeenten
217.667 235.996 216.819 216.819 185.202 11.050
25.944 25.944 25.944 25.944 25.944 960
27.637 27.637 27.637 27.637 27.637 1.010
26.332 26.332 26.332 26.332 26.332 1.490
10.896 10.896 10.896 10.896 10.896 590
24.027 24.027 4.850 4.850 0 1.260
22.603 22.603 22.603 22.603 22.603 1.200
11.934 11.934 11.934 11.934 11.934 550
41.527 41.527 41.527 41.527 41.527 2.360
0 18.329 18.329 18.329 18.329 0
26.767 26.767 26.767 26.767 0 1.630
217.667 235.996 216.819 216.819 185.202 11.050
687.431 563.819 164.707 103.541
-453.300 -73.496 -199.351 -103.541
234.131 490.323 -34.644 0
75.572 61.983 18.107 11.383
80.504 66.028 19.288 12.125
76.702 62.910 18.378 11.553
31.739 26.032 7.605 4.781
69.988 57.403 16.769 10.542
65.840 54.001 15.775 9.917
34.762 28.512 8.329 5.236
120.964 99.212 28.983 18.220
53.390 43.790 12.792 8.042
77.969 63.949 18.681 11.744
687.431 563.819 164.707 103.541
-162.029
-144.636
-76.912
-221.548
-15.900
-16.938
-16.138
-6.678
-14.726
-13.853
-7.314
-25.451
-11.233
-16.405
-144.636
912.828
951.368
-38.121
913.247
106.210
113.141
107.799
44.606
83.602
92.533
48.856
170.005
75.036
109.580
951.368
189.078 94.539 94.539 177.261 94.539 82.722 134.372 134.372 305.841 135.670 170.171 106.276 80.965 25.311
180.136 90.068 90.068 166.891 90.068 76.823 126.109 126.109 240.820 132.208 108.612 104.961 79.625 25.336 132.451 132.451
-8.648 -4.324 -4.324 -11.160 -4.325 -6.835 5.843 5.843 -12.220 -6.903 -5.317 -5.550 -4.149 -1.401 -6.386 -6.386
171.488 85.744 85.744 155.731 85.743 69.988 131.952 131.952 228.600 125.305 103.295 99.411 75.476 23.935 126.065 126.065
20.679 10.777 9.902 19.094 9.902 9.192 13.864 13.864 26.474 14.534 11.940 11.539 8.754 2.785 14.561 14.561
22.028 11.481 10.548 20.340 10.548 9.792 14.768 14.768 28.202 15.483 12.719 12.292 9.325 2.967 15.511 15.511
20.988 10.938 10.050 19.380 10.050 9.330 14.071 14.071 26.870 14.752 12.119 11.711 8.884 2.827 14.779 14.779
8.685 4.526 4.158 8.019 4.158 3.861 5.822 5.822 11.119 6.104 5.015 4.846 3.676 1.170 6.115 6.115
11.185 2.015 9.170 10.888 9.170 1.718 12.839 12.839 24.518 13.460 11.058 10.686 8.107 2.579 13.485 13.485
18.016 9.389 8.626 16.635 8.626 8.009 12.078 12.078 23.065 12.662 10.403 10.053 7.626 2.427 12.686 12.686
9.512 4.957 4.555 8.783 4.555 4.228 6.377 6.377 12.178 6.686 5.492 5.308 4.027 1.281 6.698 6.698
33.099 17.251 15.849 30.563 15.849 14.714 22.191 22.191 42.376 23.264 19.112 18.469 14.011 4.458 23.307 23.307
14.609 7.614 6.995 13.490 6.995 6.494 9.794 9.794 18.704 10.268 8.436 8.152 6.184 1.968 10.287 10.287
21.335 11.119 10.216 19.700 10.216 9.484 14.303 14.303 27.314 14.995 12.319 11.905 9.031 2.874 15.023 15.023
180.136 90.068 90.068 166.891 90.068 76.823 126.109 126.109 240.820 132.208 108.612 104.961 79.625 25.336 132.451 132.451
2.451.120 266.996 15.019 490.511 127.582 47.559 908.776 66.985 267.938
2.451.120 266.996 15.019 490.511 127.582 47.559 908.776 66.985 267.938
286.855 31.824 2.335 58.465 15.207 7.394 108.318 7.984 23.278
305.267 33.900 2.487 62.280 16.199 7.877 115.387 8.505 24.490
303.648 32.299 2.370 59.339 15.434 7.505 109.938 8.103 36.129
125.004 13.365 981 24.554 6.387 3.105 45.492 3.353 14.306
258.872 29.472 0 54.145 14.083 0 100.315 7.394 30.552
258.732 27.725 2.034 50.936 13.248 6.442 94.369 6.956 29.097
134.579 14.639 1.074 26.893 6.995 3.401 49.825 3.673 13.336
479.117 50.938 3.737 93.581 24.340 11.835 173.378 12.779 57.225
5.165 0 0 0 0 0 0 0 0
293.881 32.833 0 60.319 15.689 0 111.754 8.237 39.524
2.451.120 266.996 15.019 490.511 127.582 47.559 908.776 66.985 267.938
774.343 201.230 92.208 103.925 -75.434
102.627 52.191 26.991 49.343 68.529 -39.926
102.627 52.191 26.991 49.343 68.529 -39.926
12.232 7.311 3.217 5.881 8.168 -4.759
13.030 7.788 3.427 6.265 8.701 -5.069
12.415 7.421 3.265 5.969 8.290 -4.830
5.137 3.071 1.351 2.470 3.430 -1.999
11.328 0 2.979 5.447 7.565 -4.407
10.657 6.370 2.803 5.124 7.116 -4.146
5.627 3.363 1.480 2.705 3.757 -2.189
19.579 11.703 5.149 9.414 13.074 -7.617
0 5.165 0 0 0 0
12.620 0 3.319 6.068 8.427 -4.910
102.627 52.191 26.991 49.343 68.529 -39.926
190.490 190.490
49.600 49.600
49.600 49.600
5.912 5.912
6.298 6.298
6.000 6.000
2.483 2.483
5.475 5.475
5.151 5.151
2.719 2.719
9.463 9.463
0 0
6.099 6.099
49.600 49.600
3.648.098
474.549
505.210
494.150
203.832
417.937
422.255
220.917
779.548
133.592
487.530
4.139.519
474.549
505.210
494.150
203.832
421.002
422.255
220.917
779.548
133.592
487.530
4.142.584
5.362.271 EGB (o.b.v. inwoners) EGB extra inwonersbijdrage (aandeel in verhoging van € 0,75) AGZ (o.b.v. inwoners) Meldpunt bijzondere zorg (obv inwoners) Meldpunt bijz. zorg extra inwonerbijdrage (aandeel in verhoging van € JGZ (obv inwoners) Logopedie (obv inwoners) Logopedie (obv klokuren)
Buren
595.781 505.375 150.924 101.511
Programmamanagement Regiocontract
Program ma 4 : GGD
Jaarrekening 2013
503.043 29.389 956.226 384.531 95.000 2.104.224 193.586
7.061.370
4.139.519
-491.421
Extra bijdrage uittreedvergoeding onderwijs gemeente Maasdriel
64 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
3.065
3.065
Bijlage 2: Afrekening programma 3 Avri Afrekening gemeenten 2013 o.b.v. jaarrekening 2013
Afrekening debetnota 2013 m.b.t. het gemeentelijk aandeel in de kosten van inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval 2013 gemeente verdeelsleutel: aantal inwoners
TOTAAL 235.996
Buren 25.944
Culemborg Geldermalsen Neder-Betuwe 27.637 26.332 22.603
Aandeel gemeenten totaal 2013 Winstopslag 2013 Totaal exclusief omzetbelasting Omzetbelasting 21%
852.322852.322178.988-
93.69993.69919.677-
99.81499.81420.961-
95.10195.10119.971-
Totaal inclusief omzetbelasting
1.031.310-
113.376-
120.775-
115.072-
Lingewaal 10.896
Maasdriel 24.027
Neerijnen 11.934
Tiel West Maas Waal 41.527 18.329
Zaltbommel 26.767
81.63381.63317.143-
39.35239.3528.264-
86.77686.77618.223-
43.10143.1019.051-
149.979149.97931.496-
66.19766.19713.901-
96.67296.67220.301-
98.776-
47.616-
104.999-
52.152-
181.474-
80.098-
116.973-
Lingewaal 10.896
Maasdriel 24.027
Neerijnen 11.934
Tiel West Maas Waal 41.527 18.329
Zaltbommel 26.767
Afrekening creditnota 2013 m.b.t. het gemeentelijk aandeel in de opbrengst uit de afvalstoffenheffing 2013 gemeente verdeelsleutel: aantal inwoners
TOTAAL 235.996
Buren 25.944
Culemborg Geldermalsen Neder-Betuwe 27.637 26.332 22.603
Aandeel gemeenten totaal 2013
967.385
106.349
113.288
107.939
92.653
44.664
98.491
48.919
170.226
75.134
109.722
Totaal
967.385
106.349
113.288
107.939
92.653
44.664
98.491
48.919
170.226
75.134
109.722
Per saldo te ontvangen van Avri
63.925
7.027
7.486
7.133
6.122
2.951
6.508
3.233
11.248
4.965
7.250
65 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Ontvanger
grondslag
Juridische
E11B
uitkering
Nummer
I&M
Specifieke
Departement
Bijlage 3: SISA Verantwoording
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I
Nationaal Samenwerkingsprogram ma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
N D I C A T O R E Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen
N Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste bijdragen door derden = van rentebaten gemeente op contractpartners (niet rijk, door provincie verstrekte provincie of gemeente) bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornum mer: E11B / 01
1 2008-001870 1e en 2e tranche 2 2008-001870 4e tranche Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornumm er: E11B / 02
Aard controle R Indicatornumm er: E11B / 03
Aard controle R Indicatornum mer: E11B / 04
€ 41.329 €0 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
€0 €0 Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T)
€0 €0 €0 €0 Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Indicatornum mer: E11B / 07 Indicatornumm er: E11B / 08 Indicatornumm er: E11B / 09 Indicatornum mer: E11B / 10 2008-001870 1e en 2e tranche 1 € 244.227 €0 €0 2 2008-001870 4e tranche €0 €0 €0
Kopie beschikkingsnummer
Cumulatieve besteding ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T)
Cumulatief teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornum mer: E11B / 11
1 2008-001870 1e en 2e tranche 2 2008-001870 4e tranche
66 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Aard controle R Indicatornumm er: E11B / 05
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E11B / 12
€0 €0
Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E11B / 13
€0 €0
Aard controle n.v.t. Indicatornum mer: E11B / 14
Nee Nee
Aard controle R Indicatornumm er: E11B / 06
€0 €0
I&M
E27B
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste van Overige bestedingen (jaar T) provinciale middelen
Provinciale beschikking en/of verordening
Correctie ten opzichte van tot Correctie ten opzichte van jaar T verantwoorde tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van overige bestedingen provinciale middelen Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
1 2012-010351 2 2012-010350 3 2013-007035 4 2013-007032 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
€ 30.732 € 5.371 € 28.652 € 67.385 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
€ 10.244 € 1.790 € 9.551 € 22.462 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04
€0 €0 €0 €0 Toelichting
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07
€ 44.152 € 74.872 € 28.652 € 67.385
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08
€ 14.717 € 24.957 € 9.551 € 22.462
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
€ 4.473 €0 €0 €0 Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Deze indicator is bedoeld voor Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06 1 2012-010351 2 2012-010350 3 2013-007035 4 2013-007032
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09
0 0 0 0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10
Ja Ja Nee Nee
67 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Bijlage 4: Provinciale subsidiebijlage 2013 Gelderse Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014
68 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
Bijlage 5: Controleverklaring
69 JAARREKENING EN JAARVERSLAG 2013 REGIO RIVIERENLAND
70 JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013 REGIO RIVIERENLAND
CONCEPT Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111
Regio Rivierenland
Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
[email protected]
Internet: www.tiel.nl
Postbus 137 4000 AC Tiel
Doorkiesnummer: (0344) 637163
Tiel : Kenmerk : Onderwerp :
.. april 2013 CGT/CD Jaarrekening 2013 Regio Rivierenland
Geacht bestuur, Hierbij geven wij onze zienswijze over uw jaarrekening 2013. Wij kunnen instemmen met deze jaarrekening en met uw voorstel om het overschot van € 491.000 uit te keren aan de gemeenten.
Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Tiel
de secretaris, mr. M. OosterwijkKeulers
de burgemeester. ir. J. Beenakker
Informatienota Aan:
Van: Onderwerp: Portefeuillehouder Datum collegebesluit Geheimhouding:
1.degenen die zijn aangemeld voor de quick scan lokaal bestuur (raadsleden, college en ambtenaren) 2. het presidium driehoek burgemeester, secretaris en griffier quick scan lokaal bestuur, rapportage gemeente Tiel over 2013 Burgemeester n.v.t. Ja / Nee
Tiel, 26 maart 2014
Kennisnemen van: 1. de rapportage gemeente Tiel over het jaar 2013 in het kader van de quick scan lokaal bestuur (actieprogramma van VNG en BZK) 2. de volgende aandachtspunten die zullen worden opgenomen in het overdrachtsdocument van de driehoek burgemeester, secretaris en griffier voor de nieuwe raad: • het formuleren van de rolopvatting van de gemeenteraad 2014 - 2018 • het formuleren van de rolopvatting van het college 2014 – 2018 ten aanzien van het collegiaal besturen, de samenwerkingsrelatie met de organisatie en de raad. • het bestuurlijk ambtelijk samenspel en de wederzijdse verwachtingspatronen periodiek bespreken. • de politiek bestuurlijke sensitiviteit van ambtenaren verder verbeteren • controlemechanismen en hulpmiddelen voor integriteit ontwerpen • de maatschappelijke oriëntatie van raad, college en organisatie vorm geven • formuleren van een procesvoorstel voor de hele raadsperiode
1.
Inleiding
Op 26 september 2013 heeft de commissie bestuur ingestemd met het uitvoeren van de quick scan lokaal bestuur van het actieprogramma lokaal bestuur (VNG en BZK). Daaraan voorafgaand heeft ook het presidium hiermee ingestemd. Daarmee gaf de raadscommissie aan dat meer onderzoek naar de cultuurbepalende factoren van het bestuurlijk ambtelijk samenspel wenselijk is om zo de samenwerkingsrelaties in kaart te brengen. Onderdeel van de quick scan is ook de oriëntatie van raad, college en ambtenaren op de samenleving. Tot slot wordt de aandacht gericht op het onderwerp integriteit. Hiermee wordt een nul-meting gerealiseerd, waarmee de nieuwe raad een goed startpunt verkrijgt om op basis daarvan opnieuw richting te geven aan het samenspel. Het (formele) rol onderscheid tussen raad en college dat samenhangt met het duale stelsel is hierbij van belang omdat hierop de informatiestromen en bestuursprocessen rusten. Het woord quick scan zegt het al. Het is een snelle, goedkope, anonieme en niet al te diepgaande maar in de praktijk bewezen methodiek om indicatief inzicht te krijgen in de beleving of waarneming van de samenwerkingsrelaties en de significante verschillen daarin. De quick scan lokaal bestuur is in de derde week van januari 2014 opgeleverd door de VNG. Het onderzoek is daarmee afgerond
Pagina 1 van 6
2.
De quickscan in het kort
Tot eind 2012 hebben 145 gemeenten deelgenomen aan de quick scan. Deze scan is in 2013 geheel vernieuwd. Gemiddelde scores van alle gemeenten zijn echter niet beschikbaar. Enerzijds komt dit omdat iedere gemeente uniek is en het actieprogramma lokaal bestuur geen gemiddelden bijhoudt en anderzijds omdat de scan is vernieuwd. Een referentiekader, hoe beperkt ook, ontbreekt. Tussen eind november 2013 en medio januari 2014 hebben online vragenlijsten uitgestaan onder leden van de raad en het college alsmede onder 20 ambtenaren. De respons onder de raadsleden was 44% (12), onder het college 100% (5) en onder de ambtenaren 90% (18). De lage respons onder de raadsleden werkt belemmerend op het trekken van "harde" conclusies uit de bevindingen/registraties van de quick scan. Hierop wordt verderop in deze informatienota ingegaan. De selectie van de ambtenaren heeft berust op evenwichtige spreiding over de diverse (oude) organisatieonderdelen. Het MT, enkele inmiddels voormalige afdelingshoofden, huidige teammanagers, stafmedewerkers en beleidsmedewerkers zijn benaderd. In de derde week van januari 2014 heeft de quick scan lokaal bestuur de Rapportage gemeente Tiel over het jaar 2013 (hierna te noemen het rapport) afgerond en naar de griffier als projectleider, gezonden. Voor meer informatie over de werkwijze bij de quick scan verwijzen wij naar het rapport (blz. 3).
3.
Validiteit van de uitkomsten
Hierboven is reeds aangegeven dat de respons van de raadsleden laag is. De vraag is in hoeverre dit belemmerend werkt op het trekken van conclusies uit de registratie/bevindingen van de quick scan. De geringe deelname van de raadsleden betreft één van de drie actoren. De respons van het college was 100% en van de opgegeven ambtenaren 90%. Bovendien zijn de gegeven antwoorden op de open vragen voor ons geen grote verrassing. In de rekenkamerrapporten verbonden partijen en grote projecten, de visie op de samenwerking in de regio Rivierenland, de invoering van de bestuurlijke termijnkalender en het organisatie ontwikkelingstraject Expeditie Tiel zijn soortgelijke uitlatingen, tendensen en waarnemingen terug te vinden.
4.
Kernboodschap
A. Inleiding van het rapport Onderzochte onderwerpen en kernthema's zijn nader uitgesplitst: 1. Het functioneren van de raad a. politieke sturing door de raad b. de controlerende rol van de raad c. de volksvertegenwoordigende rol van de raad d. de vergaderpraktijk van de raad e. de inzet van de raadsinstrumenten 2.
Het functioneren van het college a. leiderschap en professioneel bestuur b. collegiaal bestuur Pagina 2 van 6
3.
Samenspel tussen raad en college a. duale werkwijze b. ondersteuning bij het samenspel (anders dan door de organisatie)
4.
Ondersteuning aan raad en college door de organisatie a. politiek bestuurlijke sensitiviteit b. goed opdrachtnemerschap
5.
Integriteit a. Integriteit b. Bevorderen en bewaken van integriteit
6.
Oriëntatie op de samenleving a. externe oriëntatie van raad, college en organisatie
Voor een nadere uitleg over de betekenis van de begrippen wordt verwezen naar blz. 4 van het rapport.
B. Deel 1 van het rapport In deel 1 van het rapport zijn de belangrijkste resultaten van de quick scan beknopt samengevat (blz. 6 en 7). Hierover kan worden opgemerkt dat de gemiddelde score voor de onderwerpen 1 tot en met 6 in de huidige situatie (wat gaat er goed) ligt tussen de 6 en 7 terwijl de gewenste situatie gemiddeld scoort net boven de 8. Er is derhalve een verschil waar te nemen tussen de ervaren situatie en de gewenste situatie hetgeen duidt op een wens tot verbetering. Het onderwerp en kernthema 5 (integriteit) is hierin niet betrokken omdat het op zich staat. De totaal score van de huidige situatie op dit onderdeel bij raad, college en organisatie ligt boven de 9.
C. Deel 2 van het rapport In deel 2 zijn de resultaten van onderwerpen en kernthema's op hoofdlijnen weergegeven (blz. 8 t/m 24). 1. Het functioneren van de raad Het functioneren wordt gemiddeld (raad, college en ambtenaren samen) beoordeeld met gemiddeld 6,3.Het gewenste functioneren wordt beoordeeld op 8,1 Enkele vaker terugkomende individuele opmerkingen/suggesties zijn: • durven loslaten, minder op details zitten • politieke meerjarenagenda opstellen • meer greep op regionale samenwerking • vasthouden goede sfeer • cursus effectief vergaderen, geen herhaling van zetten • rolverdeling in duale stelsel zuiver houden. De politieke sturing door de raad, de controlerende rol van de raad en de volksvertegenwoordigende rol scoren alle drie gemiddeld een 6. Raadsleden beoordelen deze thema's hoger dan de ambtenaren. Ten aanzien van de vergaderpraktijk wordt de effectiviteit van de raadsvergaderingen door 58% van de raadsleden met 60% effectief beoordeeld. Op dit punt is er een gering verschil tussen raadsleden en collegeleden waarneembaar. Dit geldt niet voor de tevredenheid over het Pagina 3 van 6
politieke debat in de raad. De raadsleden zelf scoren hier 75%, terwijl het college blijft steken op 40%. Individuele opmerkingen/suggesties voor verbeteringen zijn o.a.: • stoppen met de commissiestructuur • meer debat en ruimte voor overtuigen Ten aanzien van de inzet van de raadsinstrumenten valt het volgende op te merken. Het stellen van mondelinge of schriftelijke vragen scoort met 92% hoog, het initiatiefvoorstel daarentegen met 8%.De motie en het amendement scoren met 92% eveneens hoog. 2. het functioneren van het college Het functioneren wordt gemiddeld (raad, college en ambtenaren samen) beoordeeld met gemiddeld 6,9.Het gewenste functioneren wordt beoordeeld op 8,3 Opvallend is dat de raadsleden het functioneren van het college positiever waarderen dan het college zelf. Enkele vaker genoemde individuele opmerkingen/suggesties zijn o.a.: • meer integrale sturing en minder non interventie, meer eenheid van visie • de raad eerder en beter op de hoogte houden. Ten aanzien van de collegialiteit van bestuur is er een verschil waarneembaar tussen de waardering van het college zelf en ambtenaren, een soortgelijk verschil, zij het minder groot kan worden gesignaleerd bij het onderdeel leiderschap en professioneel bestuur. 3. het samenspel tussen raad en college Het samenspel wordt gemiddeld (raad, college en ambtenaren samen) beoordeeld met gemiddeld 6,9.Het gewenste samenspel wordt gewaardeerd op 8,3. Enkele vaker genoemde individuele opmerkingen/suggesties zijn o.a.: • meer dialoog, raad eerder betrekken • rollen bespreken en wederzijdse verwachtingen bij begin raadsperiode uitspreken • dualistische opstelling en meer keuzemogelijkheden voorleggen. Constructieve opstelling en sfeer behouden. De duale werkwijze wordt door de raadsleden met 7,0 gewaardeerd, terwijl deze waardering bij college en ambtenaren een 5,7 scoort. De ondersteuning bij het samenspel van de burgemeester, het presidium, de griffier, de griffie en de rekenkamer scoren tussen de 91 en 100%. 4. ondersteuning aan raad en college door de organisatie Raad, college en ambtenaren beoordelen de huidige ondersteuning door de ambtelijke organisatie gemiddeld met een 6,5. De gewenste ondersteuning wordt gewaardeerd op 8,3. Raadsleden geven de hoogste beoordeling over de huidige ondersteuning en ambtenaren die hebben deelgenomen, de laagste beoordeling. Enkele vaker genoemde individuele opmerkingen/suggesties zijn o.a. • verbeteringen waarneembaar t.a.v. het informatiegehalte van de stukken en de status van die stukken (beeldvormend, oordeelsvormend en besluitvormend) • meer politiek bestuurlijke sensitiviteit • meer keuzemogelijkheden voorleggen • meer doorvragen wat college en raad werkelijk willen Pagina 4 van 6
•
meer rolvastheid bij bestuur en ambtenaren
De politiek bestuurlijke sensitiviteit van de ambtelijke organisatie wordt gemiddeld genomen gewaardeerd op een 5,5 De kwaliteit van de informatievoorzieining door de organisatie wordt gemiddeld genomen gewaardeerd met een 5,6 5. Integriteit Over dit onderdeel kan worden opgemerkt dat in de huidige situatie raadsleden, het college en ambtenaren elkaars integriteit gemiddeld beoordelen op 97% Op het punt van de beschikbare hulpmiddelen en controlemechanismen om de integriteit te bewaken en te bevorderen lopen de scores ver uiteen. Zo beoordelen de raadsleden op dit punt tussen de 90 en 100 %, terwijl de ambtenaren hier een beoordeling afgeven tussen de 55 en 69% 6. oriëntatie op de samenleving Het laatste onderzochte onderdeel betreft de oriëntatie op de samenleving (de externe gerichtheid) De gemiddelde score van de algemene beoordeling van de huidige oriëntatie is een 5,9. De algemeen gewenste orëntatie wordt beoordeeld met een 8,1. Ambtenaren oordelen het laagst over hun huidige oriëntatie.. Enkele vaker genoemde individuele opmerkingen/suggesties zijn o.a. • te veel intern gericht geen maatwerk en waan van de dag • partners in de samenleving opzoeken en kracht er van leren kennen • van "nee, tenzij" naar ja, mits • raad meer volksvertegenwoordiger • meer gerichte communicatie Meer toegespitst op het onderdeel huidige externe oriëntatie wordt de raad gemiddeld gewaardeerd met 6,4, het college met 6,5 en de ambtelijke organisatie met een 5,2
D. Deel 3 van het rapport In dit deel zijn de resultaten op alle vragen uitgewerkt. Hierop wordt omwille van de leesbaarheid van deze nota nu niet verder ingegaan.
5.
Gevolgen
Aan de quick scan zijn geen directe gevolgen verbonden. Het is een weergave van de waardering van de huidige als zodanig ervaren situatie t.a.v. het functioneren van raad en college, het samenspel tussen beiden en de ambtelijke ondersteuning daarbij. Ook de waardering van de gewenste situatie is geïnventariseerd. Zoals eerder betoogd, bevestigt de quick scan het beeld dat ook reeds uit andere rapporten kan worden opgemaakt. Het onderdeel maatschappelijke oriëntatie is daarentegen nieuw. Hier gaat een duidelijk signaal van uit waarmee serieus iets moet worden gedaan.
Vervolg In het overdrachtsdocument zal een passage worden opgenomen over de uitkomsten van en de vervolgstappen op de quick scan. Concreet zullen de volgende aandachtspunten worden opgenomen in het overdrachtsdocument van de driehoek burgemeester, secretaris en griffier voor de nieuwe raad: Deze Pagina 5 van 6
aandachtspunten behoeven in de nieuwe raadsperiode verdere uitwerking: • het formuleren van de rolopvatting van de gemeenteraad 2014 - 2018 • het formuleren van de rolopvatting van het college 2014 – 2018 ten aanzien van het collegiaal besturen, de samenwerkingsrelatie met de organisatie en de raad. • het bestuurlijk ambtelijk samenspel en de wederzijdse verwachtingspatronen periodiek bespreken. • de politiek bestuurlijke sensitiviteit van ambtenaren verder verbeteren • controlemechanismen en hulpmiddelen voor integriteit ontwerpen • de maatschappelijke oriëntatie van raad, college en organisatie vorm geven • formuleren van een procesvoorstel voor de hele raadsperiode Bij deze aandachtspunten is niet opgenomen de verbetering van de informatievoorziening. In de afgelopen raadsperiode is hieraan al veel aandacht besteed (formats voor stukken en het opnieuw inrichten van de stukkenstroom met het oogmerk deze te gaan digitaliseren. Dit is een reeds lopend proces.
Bijlage Rapportage gemeente Tiel over het jaar 2013 – Quick Scan Lokaal Bestuur van het actieprogramma lokaal bestuur van VNG/BZK
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Griffie J.W. Westerholt 0344 637258
[email protected]
Pagina 6 van 6
Rapportage gemeente Tiel over jaar 2013 Januari 2014
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding................................................................................................................................... 3 2. Achtergrond................................................................................................................................................. 3 3. Werkwijze van de Quick Scan Lokaal Bestuur.......................................................................................... 3 4. Onderwerpen en kernthema’s..................................................................................................................... 4 5. Inzicht aan de hand van drie typen vragen................................................................................................ 5 6. Opzet van deze rapportage........................................................................................................................ 5 7. Aan de slag met de resultaten: enkele suggesties.................................................................................... 5 8. Deel 1 Samenvatting.............................................................................................................. 6 9. Deel 2 Resultaten van onderwerpen en kernthema’s op hoofdlijnen............................... 8 10. Functioneren van de raad........................................................................................................................... 8 11. Functioneren van het college..................................................................................................................... 13 12. Samenspel tussen raad en college............................................................................................................ 15 13. Ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie..........................................................18 14. Integriteit......................................................................................................................................................21 15. Oriëntatie op de samenleving.....................................................................................................................23 16. Deel 3 Resultaten van alle vragen.......................................................................................25 17. Functioneren van de raad...........................................................................................................................25 18. Functioneren van het college..................................................................................................................... 35 19. Samenspel tussen raad en college............................................................................................................ 39 20. Ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie..........................................................42 21. Integriteit......................................................................................................................................................47 22. Oriëntatie op de samenleving.....................................................................................................................49
2
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
1. INLEIDING 2. Achtergrond
Geen gemeente is hetzelfde. Iedere gemeente heeft een eigen bestuurscultuur en geeft op een eigen manier invulling aan wettelijke taken en bevoegdheden. Iedere gemeente kiest een eigen koers in het realiseren van maatschappelijke opgaven, samen met burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden. De opgaven waar gemeenten vanaf 2013 mee geconfronteerd worden, zijn nog nooit zo groot geweest. En ze moeten worden aangepakt met steeds minder middelen. Veel gemeenten nemen hun eigen functioneren daarom kritisch onder de loep. Het Actieprogramma Lokaal Bestuur helpt daarbij. Het Actieprogramma stimuleert en ondersteunt gemeenten bij het versterken van het lokaal bestuur. De Quick Scan Lokaal Bestuur is inmiddels een bekend product. Circa 145 gemeenten hebben de Quick Scan Lokaal Bestuur tot eind 2012 gebruikt. Sinds 2013 is de Quick Scan geheel vernieuwd.
3. Werkwijze van de Quick Scan Lokaal Bestuur
Met de Quick Scan Lokaal Bestuur maken raad, college en ambtelijke organisatie een zelfevaluatie van het bestuur in hun gemeente. Via een online vragenlijst beoordelen raadsleden, collegeleden, griffier, gemeentesecretaris en een selectie van ambtenaren: het functioneren van raad, college en ambtelijke organisatie, hun onderlinge samenwerking en hoe de gemeente zich als samenwerkingspartner opstelt naar partijen in de samenleving. Zij beschrijven de huidige situatie aan de hand van gesloten en open vragen. Ook geven zij aan hoe zij het functioneren van hun gemeente graag zouden willen zien. Uw gemeente doet mee aan de Quick Scan Lokaal Bestuur. Uw griffier heeft raadsleden, collegeleden en een deel van de ambtenaren uitgenodigd om mee te doen aan de online vragenlijst. U heeft per e-mail een verzoek ontvangen om de vragenlijst in te vullen. De antwoorden zijn anoniem verwerkt in deze rapportage. Ieder van de drie groepen heeft een vragenlijst op maat gekregen: niet alle vragen hoefden door elke groep te worden ingevuld. De vragen 27, 29-39a en 66-68 zijn alleen aan raadsleden gesteld; de vragen 22-26, 28, 64, 65 zijn alleen aan raadsleden en collegeleden gesteld. In deel 3 staat bij deze vragen als respons '0' bij de groep(en) aan wie deze vragen niet zijn gesteld. De respons voor uw gemeente is als volgt: Aantal aangemeld
Respons
Raadsleden
27
44% (12)
Collegeleden
5
100% (5)
Ambtenaren
20
90% (18)
Tabel 1: de respons onder raadsleden, collegeleden en ambtenaren.
Deze rapportage bevat de resultaten van de Quick Scan Lokaal Bestuur. De uitkomsten zijn geordend naar een aantal thema’s: bijvoorbeeld de wijze waarop de raad kaders stelt, in hoeverre het college professioneel bestuurt, het opdrachtnemerschap van de ambtelijke organisatie en de beelden die er leven over integriteit. Deze rapportage dient als input voor een onderling gesprek in uw gemeente. Op welke onderdelen functioneert uw gemeente onder de maat volgens respondenten? Waarover is men juist heel tevreden? Over welke thema’s hebben raad, college en ambtelijke organisatie heel verschillende beelden? Verderop in deze inleiding leest u hoe u aan de slag kunt gaan met de uitkomsten van de Quick Scan.
3
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
4. Onderwerpen en kernthema’s
Deze rapportage bestaat uit zes onderwerpen. Ieder onderwerp bestaat weer uit één of meerdere kernthema’s die tot de kern van het lokaal bestuur behoren. Per kernthema wordt voor uw gemeente een score berekend op basis van de antwoorden die raadsleden, collegeleden en ambtenaren hierover hebben gegeven. Zo krijgt u een indruk hoe uw gemeente rond dat kernthema volgens respondenten functioneert en of de drie groepen hier verschillende beelden van hebben. In tabel 1.2 worden de zes onderwerpen en bijbehorende kernthema’s toegelicht. Onderwerp
Kernthema
Toelichting
(1) Functioneren van de raad
Politieke sturing door de raad
Invulling door de raad van de kaderstellende rol: richting geven aan onderwerpen en ontwikkelingen, politieke keuzes maken en prioriteiten stellen.
De controlerende rol van de raad
Evaluatie door de raad: controle van uitvoering door het college, zicht hebben op de effecten van gemeentelijk beleid en bijsturen.
De volksvertegenwoordigende rol van de raad
Weten wat er speelt in de samenleving en bij de achterban, dat verwoorden in de politieke arena en publiek verantwoording afleggen.
Vergaderpraktijk van de raad
De tevredenheid over de vergaderpraktijk, zoals vergaderfrequentie, voorzitterschap en werkdruk.
Inzet raadsinstrumenten
Het gebruik door de raad van formele raadsinstrumenten, zoals moties, amendementen en schriftelijke vragen.
(2) Functioneren van het college
Leiderschap en professioneel bestuur
Slagvaardigheid en besluitvaardigheid van het college.
Collegiaal bestuur
Raad, ambtelijke organisatie en samenleving als een zekere eenheid tegemoet treden.
(3) Samenspel tussen raad en college
Duale werkwijze
De samenwerking tussen raad en college in de praktijk en de invulling die zij geven aan de duale verhoudingen.
Ondersteuning bij het samenspel (anders dan door de ambtelijke organisatie)
De tevredenheid van raads- en collegeleden over hoe burgemeester, presidium, griffier, griffie en rekenkamer de samenwerking tussen raad en college ondersteunen.
(4) Ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie
Politiek-bestuurlijke sensitiviteit
Het oog dat de ambtelijke organisatie heeft voor het politieke spel en de deskundigheid om in een politiek-bestuurlijke omgeving te werken en te adviseren.
Goed opdrachtnemerschap
Het aannemen van heldere en eenduidige opdrachten van het college en het slagvaardig uitvoeren daarvan.
Kwaliteit van informatievoorziening
De inzichtelijkheid, begrijpelijkheid en bruikbaarheid van schriftelijke stukken die de ambtelijke organisatie opstelt.
(5) Integriteit
Integriteit
Tevredenheid over de integriteit van raadsleden, collegeleden en ambtenaren.
Integriteit bevorderen en bewaken Externe oriëntatie van de raad, het college en de ambtelijke organisatie
Visies op de hulpmiddelen en controlemechanismen om integriteit te bevorderen en bewaken. Willen weten wat er leeft in de samenleving; samenwerking zoeken met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties; en adequaat met hen communiceren (bij raad, college en ambtelijke organisatie).
(6) Oriëntatie op de samenleving
Tabel 2: toelichting op onderwerpen en kernthema’s.
4
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
5. Inzicht aan de hand van drie typen vragen
In de Quick Scan Lokaal Bestuur krijgen respondenten drie typen vragen voorgelegd. 1.
Voor ieder van de zes onderwerpen wordt respondenten gevraagd met een score tussen 1 en 10 de huidige situatie situatie te beoordelen. Deze score is te lezen als een rapportcijfer: men geeft het samenspel tussen raad en college bijvoorbeeld een 6,5 (een ruime voldoende). Respondenten geven vervolgens met een score aan hoe de gewenste situatie eruit zou moeten zien. Een vergelijking van de scores voor de huidige en gewenste situatie laat globaal zien op welke onderwerpen respondenten behoefte hebben aan verandering.
2.
Bij een aantal onderwerpen wordt respondenten in een open vraag om suggesties voor veranderingen of verbeteringen gevraagd. Deze suggesties worden letterlijk en volledig anoniem in deze rapportage weergegeven.
3.
Voor het merendeel bestaat de Quick Scan Lokaal Bestuur uit gesloten vragen, meestal in de vorm van stellingen waarmee respondenten het zeer eens, eens, oneens of zeer oneens kunnen zijn. Deze antwoorden zijn gebruikt om ook per kernthema een score te berekenen. Dit gebeurt door een gemiddelde te berekenen van alle gesloten vragen die bij een bepaald kernthema horen. Deze scores liggen tussen 1 en 10 en zijn te lezen als rapportcijfers. De scores worden zowel per groep berekend (raad, college en ambtelijke organisatie) als voor het totale aantal respondenten. In het totaalgemiddelde wegen de antwoorden van raad, college en ambtelijke organisatie even zwaar.
6. Opzet van deze rapportage
Deze rapportage bestaat uit drie delen: Deel 1 is de samenvatting. Daarin zijn in één oogopslag de belangrijkste scores van de respondenten voor de zes onderwerpen en de berekende scores voor kernthema's te zien. De samenvatting is een nuttig overzicht, samen met deel 2 van de rapportage, bij een gesprek over de uitkomsten van de Quick Scan Lokaal Bestuur. In deel 2 zijn de resultaten per onderwerp en per kernthema verder uitgewerkt. Ieder onderwerp en ieder kernthema wordt kort uitgelegd. Vervolgens ziet u in enkele aansprekende figuren (1) de scores die respondenten voor de huidige en gewenste situatie hebben gegeven en (2) de berekende scores per kernthema. In dit deel vindt u ook de suggesties voor veranderingen en verbeteringen terug die raadsleden, collegeleden en ambtenaren bij de open vragen hebben ingevuld. Deel 3 is een uitgebreide bijlage waar u de antwoorden op de gesloten vragen uit de Quick Scan Lokaal Bestuur kunt terugvinden. Per vraag treft u een tabel aan waarin met absolute aantallen en percentages is aangegeven hoe vaak ieder antwoord is gegeven. Deel 3 is met name handig als u één of enkele specifieke vragen in het bijzonder interessant vindt en wilt weten hoe de drie groepen die hebben beantwoord. De vragen 27, 29-39a en 66-68 zijn alleen aan raadsleden gesteld; de vragen 22-26, 28, 64, 65 zijn alleen aan raadsleden en collegeleden gesteld. In deel 3 staat bij deze vragen als respons '0' bij de groep(en) aan wie deze vragen niet zijn gesteld.
7. Aan de slag met de resultaten: enkele suggesties
Hieronder volgt een aantal suggesties om met de resultaten aan de slag te gaan. - Deel en bespreek de resultaten van de Quick Scan Lokaal Bestuur met de brede groep respondenten, zowel raad, college als ambtelijke organisatie. - Benoem gezamenlijk prioriteiten waar aan gewerkt gaat worden. - Werk per prioriteit een actieplan uit. Sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij lopende ontwikkelingen. Ga na hoe gesprekspunten uit de Quick Scan en lopende ontwikkelingen elkaar kunnen versterken. - Bepreek hoe de uitvoering van de actieplannen zal verlopen en wie verantwoordelijk is voor het volgen ervan. Stel eventueel een werkgroep bestuurlijke vernieuwing in of beleg dit bij bestaande werkgroepen.
5
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
8. DEEL
Gemeente Tiel – 2013
1 SAMENVATTING
In deze samenvatting zijn de belangrijkste resultaten van de Quick Scan Lokaal Bestuur beknopt samengevat. Het laat zien hoe raad, college en ambtelijke organisatie binnen uw gemeente samenwerken en waar mogelijke verbeterpunten zitten. Dit kan dienen als uitgangspunt voor een gesprek hierover in uw gemeente. Gemiddelde score huidige situatie
Gemiddelde score gewenste situatie
(1) Functioneren van de raad
6,3
8,1
(2) Functioneren van het college
6,9
8,3
(3) Samenspel tussen raad en college
6,6
8,1
(4) Ondersteuning aan raad en college
6,5
8,3
(6) Oriëntatie op de samenleving
5,9
8,1
Onderwerpen
Tabel 3: gemiddelde scores voor de huidige en gewenste situatie.
Kernthema’s
Scores
Opvallende uitkomsten
(1) Functioneren van de raad Politieke sturing door de raad
6,0
De controlerende rol van de raad
5,7
De volksvertegenwoor-digende rol van de raad
6,0
Vergaderpraktijk
5,8
Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema. Bij het onderwerp vergaderpraktijk worden geen totaalscores berekend en waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren vergeleken.
(2) Functioneren van het college Leiderschap en professioneel bestuur
6,8
Collegiaal bestuur
6,0
Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren.
(3) Samenspel tussen raad en college Duale werkwijze
6,1
Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Collegeleden.
(4) Ondersteuning aan raad en college Politiek-bestuurlijke sensitiviteit
5,5
Goed opdrachtnemerschap
6,1
Kwaliteit van informatievoorziening
5,6
Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Collegeleden. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
(5) Integriteit Tevredenheid over integriteit van raadsleden Tevredenheid over integriteit van collegeleden Tevredenheid over integriteit van ambtenaren
7,9 7,9 8,1
Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. Collegeleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren. 6
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
(6) Oriëntatie op de samenleving Externe oriëntatie van de raad
6,4
Externe oriëntatie van het college
6,5
Externe oriëntatie van de ambtelijke organisatie
5,2
De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
Tabel 4: overzicht van de berekende scores per kernthema en opvallende uitkomsten.
7
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
9. DEEL
2 RESULTATEN VAN ONDERWERPEN EN KERNTHEMA’S OP HOOFDLIJNEN
10. 1. Functioneren van de raad ALGEMENE BEOORDELING: WAT GAAT ER GOED EN WAT KAN ER BETER? 10 9
8,5
8,1
7
7,9
7,8
8 7,0 6,3
6,0
6
5,9 Huidig functioneren Gewenst functioneren
5 4 3 2 1 Gemiddelde score totaal (n=35)
Gemiddelde raad (n=12)
Gemiddelde college (n=5)
Gemiddelde ambtenaren (n=18)
Figuur 1: scores voor het huidige en het gewenste functioneren van de raad.
Het functioneren van de raad beoordelen de respondenten gemiddeld met een 6,3. Het gewenste functioneren van de raad beoordelen zij met een 8,1. Raadsleden geven het hoogste oordeel over het huidige functioneren van de raad. Ambtenaren oordelen het laagst over het huidige functioneren van de raad. Suggesties van de respondenten voor veranderingen en verbeteringen (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Heldere en kwalitatief goede voorstellen aan de raad. Meer dialoog, meer laagdrempelig met elkaar in gesprek. Meer beeldvormingsavonden. Eerder de raad betrekken d.m.v. keuzenota's, bespreek en informatienota's. • Meer mengen met de bevolking en het bedrijfsleven. Durven loslaten. Zich de vraag stellen of ontwikkelingen ook zonder overheidsingrijpen tot stand komen. Meer output gericht. • - de komende periode een politieke meerjarenagenda opstellen - de samenleving meer en beter opzoeken en het moeilijkst van al zaken loslaten - meer greep krijgen op regionale samenwerking • Meer werken aan gezamenlijke (en dien ten gevolge te onderscheiden afzonderlijke) doelen en veel meer proactief handelen: actief commissies vormen, burgerparticipatie veel hoger op de agenda, initiatiefvoorstellen, etc.etc. • Ieder raadslid zou verplicht moeten zijn een cursus debatteren en mediatraining te volgen. • Meer greep op processen en besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen. Nu wordt de raad met enige regelmaat voor voldongen feiten geplaatst die gedwongen in de gemeentebegroting moeten worden vertaald. Er is naar mijn mening een uitholling van de positie van de raad gaande die nog groter zal worden naarmate er meer zaken bovenlokaal wordt georganiseerd. Dus buiten de directe invloedssfeer van de lokale raden. • Minder op details zitten, veel meer op hoofdlijnen vergaderen, meer debat met elkaar in plaats van met het college. • Meer op hoofdlijnen sturen in plaats van op details • Toename van de individuele kwaliteiten van raadsleden stimuleren en verbeteren • Commissiediscussies in de raad niet overdoen. • Meer contact met de ambtelijke organisatie. Minder cliëntisme bedrijven, meer het algemene belang in de gaten houden.
8
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
• Meer eerlijk elkaars argumenten overwegen. Nu wordt nog te veel vastgehouden aan vooringenomen partijpolitieke standpunten. • Minder politiek en meer democratie • MEER AANDACHT VOOR IEMANDS BASISKENNIS • Sfeer is over het algemeen goed en constructief. Dit vasthouden! Wel meer inzetten op debat om verdieping te krijgen en meer door te vragen. Anders gevaar voor tunnelvisie. Raad kan zich veel meer dualistisch opstellen. Ook meer initiatief nemen. Initiatiefvoorstellen komen bijvoorbeeld bijna nooit op de agenda. • 1. politieke discussie tussen raadsleden ipv vraag/antwoordspel met college 2. minder "klantgericht" en meer focus op algemeen belang 3. stoppen met feitenvrije opinies 4. consistente lijn ipv dagkoersen • Als raadsleden moeten we meer tijd nemen voor onze taak. Lange vergaderingen, bergen stukken en verzoeken om nog meer avonden horen daar bij. Die avonden zijn er juist om te informeren en iedereen van voldoende en juiste informatie te voorzien. • Cursus effectief vergaderen, debatteren, geen herhaling van het voorafgaande. • bewustwording bij raadsleden wat taken en bevoegdheden van de raad zijn en wat "kaderstelling"betekent. • Blangrijkste aandachtspunt voor de raad is volgens mij dat er meer dan tot nu toe duidelijke visies worden gevormd die helder zijn en daardoor ook beter uitvoerbaar. Dat komt ook ten goede aan de rolverdeling tussen raad en college en college en ambtelijke organisatie. • Duidelijke rol verdeling in dualisme aanbrengen en deze consequent hanteren Mandaat aan het college respecteren en sturen op hoofdlijnen niet op details Het onderlinge debat verbeteren - niet op de man, maar op de bal spelen Geen toezeggingen doen die niet haalbaar zijn aan bedrijven, instellingen of inwoners Mee bewegen op de golven van de ontwikkeling van de participatie samenleving • Iets minder politiek en iets meer planmatig bestuur
KERNTHEMA’S Bij het onderwerp het functioneren van de raad horen vijf kernthema’s: 1. politieke sturing door de raad, 2. de controlerende rol van de raad, 3. de volksvertegenwoordigende rol van de raad, 4. de vergaderpraktijk van de raad, 5. de inzet van raadsinstrumenten. Voor de eerste drie kernthema’s zijn scores berekend op basis van de antwoorden van respondenten op de gesloten vragen. Deze drukken uit hoe raadsleden, collegeleden en ambtenaren ieder kernthema waarderen. Figuur 2 laat de berekende scores voor de kernthema’s politieke sturing door de raad, de controlerende rol van de raad en de volksvertegenwoordigende rol van de raad zien. De figuur wordt vervolgens toegelicht. De andere twee thema’s komen daarna aan bod.
10 9 8 6,8
7 6
6,0
5,7
6,2 5,6
6,6 6,0
5,9
6,0
6,4 5,7
6,0
5 4
Gemiddelde score totaal Gemiddelde raad Gemiddelde college Gemiddelde ambtenaren
3 2 1 Politieke sturing
Controlerende rol
Volksvertegenwoordigende rol
9
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
Figuur 2: de berekende scores op de kernthema’s politieke sturing, de controlerende rol en de volksvertegenwoordigende rol, uitgesplitst voor raad, college en ambtelijke organisatie. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
KERNTHEMA: POLITIEKE STURING DOOR DE RAAD Politieke sturing door de raad gaat over de wijze waarop de raad invulling geeft aan de kaderstellende rol: richting geven aan onderwerpen en ontwikkelingen, politieke keuzes maken en prioriteiten stellen. Gebeurt dit vanuit een duidelijke politieke visie en op grond van een politiek debat? Heeft de raad goed zicht op belangen van burgers, verschillende alternatieven en de voor- en nadelen daarvan? En leidt debat tot duidelijke en uitvoerbare besluiten? Het kernthema politieke sturing is gemiddeld gewaardeerd met een 6,0. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren (met een half punt of meer).
KERNTHEMA: DE CONTROLERENDE ROL VAN RAAD Dit thema gaat over evaluatie door de raad: controle van uitvoering door het college, zicht hebben op de effecten van gemeentelijk beleid en bijsturen. Heeft de raad voldoende aandacht voor controle van uitvoering door het college? Stuurt de raad in belangrijke dossiers op tijd bij als dat nodig is? Het kernthema de controlerende rol van de raad is gemiddeld gewaardeerd met een 6,2. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
KERNTHEMA: DE VOLKSVERTEGENWOORDIGENDE ROL VAN RAAD Dit thema gaat over weten wat er speelt in de samenleving en bij de achterban, dat verwoorden in de politieke arena en publiek verantwoording afleggen. Weten raadsleden wat er leeft bij hun achterban en in de samenleving als geheel? Leggen raadsfracties publiek verantwoording af over raadsbesluiten? Het kernthema de volksvertegenwoordigende rol van de raad is gemiddeld gewaardeerd met een 6,0. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
10
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
KERNTHEMA: DE VERGADERPRAKTIJK VAN DE RAAD Raads- en collegeleden is gevraagd naar hun tevredenheid over de vergaderpraktijk van de raad, zoals vergaderfrequentie en voorzitterschap. In figuur 3 is voor iedere vraag het percentage raads- en collegeleden weergegeven dat tevreden of zeer tevreden was over het betreffende punt.
Percentage dat het aantal vergaderingen van de raad voldoende vindt
67%
80%
Tevredenheid over de manier waarop vergaderingen worden voorgezeten
92%
100%
60% 58%
Effectiviteit van de vergaderingen van de raad 40%
Tevredenheid over het politieke debat in de raad
Collegeleden Raadsleden 75%
Percentage dat de mogelijkheden voor inbreng van burgers in de raadsvergaderingen voldoende vindt
83%
100%
Percentage dat de werkdruk te hoog vindt 0% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 3: percentages raads- en collegeleden die (zeer) tevreden zijn over verschillende aspecten van de vergaderpraktijk. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
In de figuur kunt u snel zien op welke punten de beleving van raads- en collegeleden verschilt. Zo is 60% van de collegeleden tevreden of zeer tevreden over de effectiviteit van raadsvergaderingen, tegenover 58% van de raadsleden. Ontevredenheid is weliswaar niet direct zichtbaar in de figuur, maar u kunt wel uit deze figuur afleiden dat ‘de rest’ ontevreden is. Bijvoorbeeld: 92% van de raadsleden is tevreden over het voorzitterschap tijdens de vergaderingen. Daaruit volgt dat 8% daarover ontevreden is. In de tabellen in Deel 3 kunt u precies terugvinden hoeveel raads- en collegeleden zeer ontevreden, ontevreden, tevreden of zeer tevreden zijn over elk punt. Suggesties van de respondenten voor de verbetering van de vergaderpraktijk van de raad (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • geen detailvragen in raad • 1. Maak een duidelijk verschil tussen debatten in commissies en debatten in de raad. 2. Vergader niet 'om het vergaderen'. 3. Laat raadsleden elkaar corrigeren. 4. Laat beseffen dat vergaderingen niet alleen een zaak is van de voorzitter. • Stoppen met commissiestructuur, meer op hoofdlijnen gaan zitten, werken met spreektijden, technische vragen tijdens vergaderingen niet behandelen. • Niet dezelfde argumenten van mede debaters uitvoerig herhalen • Probeer het aantal vergadering te maximeren tot 2 per week. • Er zou meer ruimte genomen moeten worden om elkaar te overtuigen en het debat aan te gaan. In plaats van elkaar mede te delen wat het standpunt van de fractie is. Initiatieven kunnen ook vanuit de raad komen en niet alleen vanuit college. Wel goed dat er respectvol met elkaar wordt omgegaan. Er wordt niet op de persoon gespeeld. Dit vasthouden! • Effectiever vergaderen, maximale spreektijd, sterke sturing vanuit de voorzitter • commissie structuur is een verouderde manier vergaderen • - afschaffen commissies met niet-raadsleden - raadsleden meer onderling debatteren ipv met collegeleden
11
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
KERNTHEMA: DE INZET VAN RAADSINSTRUMENTEN Aan raadsleden is gevraagd een inschatting te maken van hoe vaak verschillende formele raadsinstrumenten waar de raad over beschikt in de praktijk worden ingezet. In figuur 4 is voor ieder instrument het percentage raadsleden weergegeven dat heeft aangegeven dat dat instrument met enige regelmaat of vaak wordt ingezet.
Punten agenderen vergaderingen raad/commissie
58%
Amendement
92%
Motie over een agendapunt
92%
Motie over een punt dat niet op de agenda staat
58%
Het stellen van schriftelijke vragen
92%
Het stellen van mondelinge vragen
92%
Initiatiefvoorstel
8%
Interpellatie
17%
Raadsonderzoek of raadsenquête 0% Een verzoek om ambtelijke bijstand
42%
Het beleggen van een extra raadsvergadering 0% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Figuur 4: de inzet van raadsinstrumenten door raadsleden. De figuur laat voor ieder instrument het percentage raadsleden zien dat heeft aangegeven dat het instrument ‘met enige regelmaat’ of ‘vaak’ wordt ingezet. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
In de figuur kunt u snel zien welk(e) raadsinstrument(en) de raad in de beleving van de raadsleden het meest gebruikt: Amendement, Motie over een agendapunt, Het stellen van schriftelijke vragen, Het stellen van mondelinge vragen, (91.67%). De volgende instrument(en) gebruikt de raad, in de beleving van de raadsleden, het minst: Raadsonderzoek of raadsenquête, Het beleggen van een extra raadsvergadering, (0%). Om te zien welke raadsinstrumenten (vrijwel) nooit of soms worden ingezet, verwijzen we naar de tabellen in Deel 3. Suggesties voor verbeteringen rond de inzet van raadsinstrumenten (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Initiatiefvoorstellen en interpellatiedebatten moeten eigenlijk vaker plaatsvinden. • Ja, geen nadere suggesties • Minder schriftelijke vragen stellen, maar mondeling of via email. Kortere lijnen met ambtenaren, nu loopt alles via College dat is in efficiënt.
12
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
11. 2. Functioneren van het college ALGEMENE BEOORDELING: WAT GAAT ER GOED EN WAT KAN ER BETER? Het functioneren van het college wordt gemiddeld beoordeeld met een 6,9. Het gewenste functioneren van het college beoordelen zij met een 8,3. Raadsleden geven het hoogste oordeel over het huidige functioneren van het college. Ambtenaren oordelen het laagst over het huidige functioneren van het college. 10 9 8 7
8,6
8,3
8,2
8,0 7,4
6,9
6,8
6,4
6
Huidig functioneren Gewenst functioneren
5 4 3 2 1 Gemiddelde score totaal (n=35)
Gemiddelde raad (n=12)
Gemiddelde college (n=5)
Gemiddelde ambtenaren (n=18)
Figuur 5: scores over het huidige en het gewenste functioneren van het college.
Suggesties van de respondenten voor veranderingen en verbeteringen (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Meer integrale sturing. Meer resutlaat sturing.De raad actiever betrekken bij regionale aangelegenheden • Meer integraal, meer visie, meer lef • De raad veel meer actief op de hoogte houden van dat wat er speelt op lokaal en regionaal niveau! Belangrijk juist nu er zo veel taken direct bij de gemeente terecht gaan komen! Denk aan alle transities in het sociale domein. • - het college zou meer aandacht kunnen besteden aan de vraag hoe de raad in de positie te brengen de kaderstellende rol te vervullen en minder te beschouwen als een lastig te nemen hobbel of hindermacht • Meer eenheid van visie en teamgeest. Voozitterschap burgemeester kan veel sterker! • Het college telt op dit moment 4 wethouders. In de praktijk lijkt het of het college 6 wethouders telt. Aldus aangevuld met een burgemeester en een gemeentesecretaris. • nvt • Meer lef tonen t.o.v. de raad • Beter zijn dan nu. Doortastender onderwerpen benaderen en die kwalificeerbaar tot het gewenste einde/resultaat brengen. • Meer als een college functioneren in plaats van de eigen portefeuilles voorop stellen. • Informatie over agenda en besluiten in de regio laten te wensen over. Beleidsplannen zijn niet altijd rijp voor bespreking in de raad en moeten nogal eens opnieuw worden gemaakt. • Minder wethouders en globaler sturen • Integraliteit • Meer inzet op verdieping discussies en strategie. Nogal eens te veel non interventie en te weinig integraal. Risico is ontwikkelen van tunnelvisie. Functioneert naar buiten toe goed als een team. Ook naar de raad. Dit vasthouden. • 1. integrale, consistente en en kritische besluitvorming 2. vastgesteld beleid consequent uitvoeren, minder uitzonderingen faciliteren
13
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
• - Het college heeft geen visie op de ontwikkeling van Tiel of speerpunten waar ze aan vasthouden bij het maken van afwegingen. - Het college vertoont non-interventiegedrag. Ieder voor zijn/haar eigen portefeuille. - Het college zou de raad eerder moeten betrekken en mee moeten nemen in hun dilemma's. • Raad op tijd informeren, nu moet nog veel informatie uit de krant worden. College moet oppassen dat zij niet te veel de stempel willen drukken met zaken die zij willen • Het college vind ik nu een verzameling van individuen en portefeuilles. Die individuen kunnen het overigens prima met elkaar vinden. Ik denk dat het goed zou zijn waneer er minder vanuit portefeuilles en meer vanuit een integrale visie gewerkt zou worden. • Integrale verantwoordelijkheid voor de opgaven in de samenleving Duidelijk rolverdeling tussen de raad en het dagelijks bestuur van de stad - dualisme bevorderen- Helder mandaat zodat wederzijdse verwachtingen meer helder worden • Iets minder politiek iets meer planmatig bestuur Collegiaal bestuur versterken
KERNTHEMA’S Bij het onderwerp het functioneren van het college horen twee kernthema’s: leiderschap en professioneel bestuur; en collegiaal bestuur. Hiervoor zijn scores berekend op basis van de antwoorden van respondenten op de gesloten vragen. Deze drukken uit hoe raadsleden, collegeleden en ambtenaren ieder kernthema waarderen. Figuur 6 laat de berekende scores voor beide kernthema’s zien. De uitkomsten worden daarna toegelicht.
10 9 8 7 6
7,3 6,8
7,2
7,1 5,9
5
6,0
6,1
4,5
4
Gemiddelde score totaal Gemiddelde raad Gemiddelde college Gemiddelde ambtenaren
3 2 1 Leiderschap en professioneel bestuur
Collegiaal bestuur
Figuur 6: de berekende scores op de kernthema’s leiderschap en professioneel bestuur en collegiaal bestuur, uitgesplitst voor raad, college en ambtelijke organisatie. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
KERNTHEMA: LEIDERSCHAP EN PROFESSIONEEL BESTUUR Leiderschap en professioneel bestuur betreft slagvaardigheid en besluitvaardigheid van het college. Zorgt het college voor een stabiele koers? Toont het besluitvaardigheid in lastige situaties? Bedingt het college bij de raad voldoende ruimte om tot zaken te kunnen komen met samenwerkingspartners? Het kernthema leiderschap en professioneel bestuur is gemiddeld gewaardeerd met een 6,8. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren (met een half punt of meer).
KERNTHEMA: COLLEGIAAL BESTUUR Collegiaal bestuur betekent dat het college de raad, de ambtelijke organisatie en de samenleving als een zekere eenheid tegemoet treedt. Het kernthema collegiaal bestuur is gemiddeld gewaardeerd met een 6,0. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren (met een half punt of meer). 14
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
12. 3. Samenspel tussen raad en college ALGEMENE BEOORDELING: WAT GAAT ER GOED EN WAT KAN ER BETER? 10 9
8,5
8,1 8 7
8,0
7,8
7,2 6,6
6,4
6,0
6
Huidig functioneren Gewenst functioneren
5 4 3 2 1 Gemiddelde score totaal (n=35)
Gemiddelde raad (n=12)
Gemiddelde college (n=5)
Gemiddelde ambtenaren (n=18)
Figuur 7: scores over het huidige en het gewenste samenspel tussen raad en college.
De respondenten beoordelen het samenspel tussen raad en college gemiddeld met een 6,6. Het gewenste samenspel beoordelen zij met een 8,1. Raadsleden geven het hoogste oordeel over het huidige samenspel. Ambtenaren oordelen het laagst over het huidige samenspel. Suggesties van de respondenten voor veranderingen en verbeteringen (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Zie eerdere opmerkingen bij college en raad. Meer dialoog. Eerder betrekken. De raad mag soms ook wel wat meer afstand nemen (taken van het college zijn taken van het college en dus niet van de raad) • - bij het begin van de nieuwe raadsperiode elkaars rollen duidelijk te bespreken en de wederzijdse verwachtingen uit te wisselen - naar elkaar uitspreken waar het politieke primaat ligt en hoe dit het beste kan worden ondersteund (startnotities, tussenrapportages etc.) • de echte discussie voeren over elkaars taken en verantwoordleijkheden, elkaar in waarde laten en gebruik maken van kracht en positie • nvt • Coalitiepartijen mogen wat losser van de wethouders staan. • Dualisering komt nog te weinig uit de verf • College kan meer open staan voor geuite meningen door de raad • Minder naar elkaar kijken als vijanden, en meer naar elkaar kijken als aanvullend. Niet op elkaars stoel gaan zitten. • Meer confrontatie van college naar Raad (scherpere stellingname en daarmee verdieping discussie) • Raad kan zich dualistischer opstellen. Meer doorvragen. Beter verschillende keuzemogelijkheden voorleggen.College kan daarvoor meer openstaan. Sfeer en constructieve opstelling naar elkaar toe goed en dit wel vasthouden! • minder machtsvertoon van de raad • We zouden veel meer ons gezamenlijke doel voor ogen moeten houden: als college en raad zijn we er toch samen voor het belang van (de inwoners van) Tiel? Ieder met een eigen rol, dat is duidelijk, maar we zijn geen tegenstanders of dwarsliggers. • College moet minder druk uitvoeren op de coalitie • Wederzijdse verwachtingen managen in dualisme, mandaat etc
15
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
KERNTHEMA’S Bij het onderwerp samenspel tussen raad en college twee kernthema’s: duale werkwijze en de ondersteuning van het samenspel door andere ambtsdragers en organen dan de ambtelijke organisatie. Voor het kernthema duale werkwijze zijn scores berekend op basis van de antwoorden van respondenten op de gesloten vragen. Deze drukken uit hoe raadsleden, collegeleden en ambtenaren ieder kernthema waarderen. Figuur 8 laat de berekende scores voor het kernthema duale werkwijze zien. De uitkomsten worden daarna toegelicht. De figuur wordt vervolgens toegelicht. Het andere thema komt daarna aan bod.
10 9 8 7,0
7 6,1 6
5,7
5 4
5,7
Gemiddelde score totaal Gemiddelde raad Gemiddelde college Gemiddelde ambtenaren
3 2 1 Duale werkwijze
Figuur 8: de berekende scores op het kernthema duale werkwijze, uitgesplitst voor raad, college en ambtelijke organisatie. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
KERNTHEMA: DUALE WERKWIJZE Dit kernthema gaat over de samenwerking tussen raad en college in de praktijk en de invulling die zij geven aan de duale verhoudingen. Is er bijvoorbeeld sprake van een heldere taakverdeling en komen raad en college deze in de praktijk na? Stelt de raad zich onafhankelijk en kritisch op? En versterken raad en college elkaars functioneren? Het kernthema duale werkwijze is gemiddeld gewaardeerd met een 6,1. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Collegeleden (met een half punt of meer).
KERNTHEMA: ONDERSTEUNING (ANDERS DAN DOOR DE AMBTELIJKE ORGANISATIE) Raadsleden en collegeleden is gevraagd naar hun tevredenheid over de manier waarop ambtsdragers en organen (anders dan de ambtelijke organisatie, dit onderwerp volgt in paragraaf 4) de samenwerking tussen raad en college ondersteunen. In figuur 9 is voor iedere ambtsdrager of orgaan het percentage raads- en collegeleden weergegeven dat tevreden of zeer tevreden is over de ondersteuning.
16
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
De burgemeester (als voorzitter van de raad)
92%
Het presidium
91%
100% 100%
De griffier
100%
De griffie als geheel
100%
De rekenkamer of rekenkamercommissie 0%
Collegeleden Raadsleden
91% 20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 9: tevredenheid over de ondersteuning door verschillende ambtsdragers en organen bij college- en raadsleden. De figuur laat percentages ‘tevreden’ en ‘zeer tevreden’ zien. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
In figuur 9 kunt u snel zien in hoeverre raads- en collegeleden de burgemeester (als voorzitter van de raad) en het presidium verschillend waarderen. Daarnaast ziet u welk percentage van de raadsleden positief is over de griffier, de griffier en de rekenkamer(commissie). In deze figuur kunt u niet rechtstreeks zien wie ontevreden is over de verschillende punten. In de tabellen in deel 3 kunt u precies terugvinden hoeveel raads- en collegeleden zeer ontevreden, ontevreden, tevreden of zeer tevreden zijn over elk punt.
17
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
13. 4. Ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie ALGEMENE BEOORDELING: WAT GAAT ER GOED EN WAT KAN ER BETER? 10 9
8,6
8,3
8,2
8,1
8 7
6,5
6,8
6,4
6,2
6
Huidig functioneren Gewenst functioneren
5 4 3 2 1 Gemiddelde score totaal (n=35)
Gemiddelde raad (n=12)
Gemiddelde college (n=5)
Gemiddelde ambtenaren (n=18)
Figuur 10: scores over het huidige en het gewenste ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie.
De respondenten beoordelen de ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie gemiddeld met een 6,5. De gewenste ondersteuning beoordelen zij met een 8,3. Raadsleden geven het hoogste oordeel over de huidige ondersteuning. Ambtenaren oordelen het laagst over de huidige ondersteuning. Suggesties van de respondenten voor veranderingen en verbeteringen (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Beter opdrachtgever / opdrachtnemerschap. Zie cursus rake witjes. • Te veel gericht op rapporteren en verslaan. • De aangeboden stukken zijn vaak moeilijk te lezen en te uitgebreid. Waarom geen soort van beknopt verslag met daarbij de beslis punten en de voor en nadelen. • - het afgelopen jaar zijn duidelijke verbeteringen waarneembaar t.a.v. de leesbaarheid, het informatiegehalte en de status van stukken in bob-structuur. Kunst zal zijn dit vast te houden en verder uit te bouwen b.v. t.a.v. de beeldvorming • veel meer politiek sensitief, meer borging in P&C-cyclus • Ambtenaren moeten zich veel meer bewust zijn van de krachten die spelen in het bestuurlijk ambtelijk samenspel. Er wordt nog teveel vanuit het eigen werkveld gewerkt zonder dat men zich realiseert welke juridische danwel financiele gevolgen in het geding zijn. Dit schaadt de integraliteit van de betreffende voorstellen met als gevolg dat zaken op het laatste moment nog moeten worden gecorrigeerd. Dat levert onaangenaamheden op voor de secretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie, portefeuillehouder, college, en soms commissie en raad. • Raadsvoorstellen moeten vaker keuzemogelijkheden bevatten, vaker de raad vanaf het begin meenemen (wensen van de raad aanhoren voordat een stuk wordt gemaakt). • Ambtenaren zou meer in staat moeten worden gesteld om onafhankelijk vanuit hun deskundigheid te adviseren; nu bepaalt de portefeuilhouder wat er wordt voorgesteld. Dit geldt ook voor collegevoorstellen. • Eigen politieke denkbeelden/meningen moeten minder maatgevend zijn voor hetgeen geformuleerd wordt • Meer doorvragen wat het college/raad werkelijk wil en meer verwijzen naar beleid waar het onderwerp een link mee heeft. Hierdoor weten het college en raad beter wat de consequenties zijn van hun besluiten. • De termijnplanning die in het leven is geroepen moet beter worden gehanteerd. • Meer accent op zuivere professionele adviesvaardigheden • Er wordt te weinig de bestuurlijke en politiek dilemma's geschetst. Stukken worden tegen of over de deadline aangeleverd. Er moet een flinke slag worden gemaakt in planning en control. 18
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
• 1. meer adviseurs, minder hofhouding 2. meer rolvastheid bij bestuur en ambtenaren • Financiële onderbouwing is vaak summier Sommige stukken zijn slecht leesbaar Evalueerbare doelen ontbreken • Beter plannen. Afspraken en toezeggingen nakomen. Uitvoering raadsbesluiten en begroting meer prioriteit geven dan nu soms gebeurt. • Meer aandacht voor ambtelijke politieke sensitiviteit Meer visie en planmatig werken • kwantitatieve en kwalitatieve capaciteit moet meer in balans worden gebracht met de bestuurlijke opdrachten en wensen. Meer planmatige werkwijze realiseren door management
KERNTHEMA’S Bij het onderwerp ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie horen drie kernthema’s: politiek-bestuurlijke sensitiviteit, goed opdrachtnemerschap en kwaliteit van informatievoorziening. Hiervoor zijn scores berekend op basis van de antwoorden van respondenten op de gesloten vragen. Deze drukken uit hoe raadsleden, collegeleden en ambtenaren ieder kernthema waarderen. Figuur 11 laat de berekende scores voor de drie kernthema’s zien. De uitkomsten worden daarna toegelicht.
10 9 8 6,7
7
6,7 6,1
6 5
5,5
5,3
5,9
5,7
5,6
6,0 5,3
5,5
4,6
4
Gemiddelde score totaal Gemiddelde raad Gemiddelde college Gemiddelde ambtenaren
3 2 1 Politiek-bestuurlijke sensitiviteit
Goed opdrachtnemerschap Kwaliteit van informatievoorziening
Figuur 11: de berekende scores op de kernthema’s politiek-bestuurlijke sensitiviteit, goed opdrachtnemerschap en kwaliteit van informatievoorziening. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
KERNTHEMA: POLITIEK-BESTUURLIJKE SENSITIVITEIT VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE Dit thema gaat over het oog dat de ambtelijke organisatie heeft voor het politieke spel en de deskundigheid om in een politiek-bestuurlijke omgeving te werken en te adviseren. Weten ambtenaren bijvoorbeeld voor welke onderwerpen zij naar de raad moeten gaan en voor welke naar het college? Zijn ambtenaren voldoende in staat om politieke dilemma’s te benoemen die een besluit vragen? Het kernthema politiek-bestuurlijke sensitiviteit is gemiddeld gewaardeerd met een 5,5. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Collegeleden (met een half punt of meer).
KERNTHEMA: GOED OPDRACHTNEMERSCHAP VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE Dit thema gaat over het aannemen van heldere en eenduidige opdrachten van het college en slagvaardige uitvoering daarvan. Is de ambtelijke organisatie bijvoorbeeld voldoende deskundig om de uitvoerbaarheid van besluiten te beoordelen? Geeft de organisatie ook tijdig aan als dat niet het geval is? En heeft de ambtelijke organisatie voldoende slagkracht voor beleidsontwikkeling en –uitvoering? Het kernthema goed opdrachtnemerschap is gemiddeld gewaardeerd met een 6,1. Raadsleden waarderen dit kernthema wezenlijk hoger dan Ambtenaren (met een half punt of meer).
19
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
KERNTHEMA: KWALITEIT VAN INFORMATIEVOORZIENING Dit thema gaat over de kwaliteit van schriftelijke informatievoorziening van de ambtelijke organisatie aan raad en college. Deze kwaliteit wordt onder andere afgemeten aan begrijpelijkheid, bruikbaarheid, evalueerbaarheid van doelstellingen, het laten zien van keuzemogelijkheden en tijdige aanlevering. Het kernthema kwaliteit van informatievoorziening is gemiddeld gewaardeerd met een 5,6. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
20
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
14. 5. Integriteit
In het kader van het onderwerp integriteit is respondenten gevraagd naar hun tevredenheid over de integriteit van raadsleden, collegeleden en ambtenaren. Daarnaast is gevraagd naar de aanwezigheid van hulpmiddelen en controlemechanismen om integriteit te bevorderen en te bewaken. In figuur 12 zijn percentages respondenten weergegeven die tevreden of zeer tevreden zijn over de integriteit van raadsleden, collegeleden en ambtenaren. In figuur 13 zijn percentages respondenten weergegeven die vinden dat (ruim) voldoende hulpmiddelen en controlemechanismen aanwezig zijn. Van alle respondenten oordeelt bijvoorbeeld 97% positief over de integriteit van raadsleden. In de staven daarnaast ziet u of raadsleden, collegeleden of ambtenaren – als subgroepen respondenten – anders oordelen over de integriteit van de raadsleden. Dezelfde lezing geldt voor integriteit van collegeleden en ambtenaren.
100%
97%
100% 100%
93%
97%
100% 100%
94%
97%
100% 100%
94%
80% Totaal Volgens raadsleden Volgens collegeleden Volgens ambtenaren
60% 40% 20% 0%
Integriteit van raadsleden
Integriteit van collegeleden
Integriteit van ambtenaren
Figuur 12: percentages respondenten die tevreden of zeer tevreden zijn over de integriteit van raadsleden, collegeleden en ambtenaren. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
21
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
100%
100% 80% 60%
Gemeente Tiel – 2013
100%
90% 72%
81%
75%
81%
75% 67%
75%
69% Totaal Volgens raadsleden Volgens collegeleden Volgens ambtenaren
55%
40% 20% 0%
Hulpmiddelen en controlemechanismen bij raad
Hulpmiddelen en controlemechanismen bij college
Hulpmiddelen en controlemechanismen bij ambtenaren
Figuur 13: percentages respondenten die vinden dat er voldoende of ruim voldoende hulpmiddelen en controlemechanismen aanwezig zijn voor het bevorderen en bewaken van integer handelen. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
Figuur 13 laat zich hetzelfde lezen als figuur 12. Hier is het onderwerp de aanwezigheid van hulpmiddelen en controlemechanismen voor het bevorderen en bewaken van integer handelen. De staven laten weer zien welk percentage respondenten daarover positief oordeelt.
22
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
15. 6. Oriëntatie op de samenleving ALGEMENE BEOORDELING: WAT GAAT ER GOED EN WAT KAN ER BETER? 10 9
8,4
8,1
8,0
8 7 6
5,9
5,9
8,0
6,2 5,7
5
Huidig functioneren Gewenst functioneren
4 3 2 1 Gemiddelde score totaal (n=35)
Gemiddelde raad (n=12)
Gemiddelde college (n=5)
Gemiddelde ambtenaren (n=18)
Figuur 14: scores over de huidige en de gewenste oriëntatie op de samenleving.
De respondenten beoordelen de oriëntatie op de samenleving gemiddeld met een 5,9. De gewenste oriëntatie op de samenleving beoordelen zij met een 8,1. Collegeleden geven het hoogste oordeel over de huidige oriëntatie. Ambtenaren oordelen het laagst over de huidige oriëntatie. Suggesties van de respondenten voor veranderingen en verbeteringen (letterlijke weergave van antwoorden respondenten op de open vragen) • Ambtenaren laten "participeren" in de samenleving. De knip tussen beleid en uitvoering kleiner maken (stages, meelopen). Op zoek gaan naar burgers / initiatieven. • Teveel intern gericht, te veel denken vanuit eenheid ipv maatwerk, te veel bezig met waan van de dag. • Meer in gesprek met burgers en bedrijven, opzoeken van partners om de kracht van de samenleving te leren kennen • De organisatie moet zich veel meer bewust worden van de veranderende rol van de gemeente in de samenleving. Nog teveel heerst de opvatting dat de burger er voor de gemeente is in plaats van andersom. Er wordt nog teveel van uit het aanbod gehandeld in plaats van uit de vraag. • Meer oog voor initiatieven uit de samenleving, deze benaderen met "ja, mits" in plaats van "nee, tenzij", soms ook risico durven nemen (of risico's afdekken) in plaats van niet doen omdat er risico's aan zitten. • Grotere activiteit van raadsleden, college en ambtelijke organisatie zich " in-te-vreten" hetgeen in volle omvang van de samenleving speelt. • Voor het maken van beleid kunnen belangengroepen eerder worden ingeschakeld voordat al op een bepaalde weg wordt voorgesorteerd. • Stadhuis opheffen en meer in de wijken gaan zitten tussen inwoners en partners • Raadsleden kunnen veel meer hun rol als volksvertegenwoordiger oppakken. Zowel door college, raad en ambtelijke organisatie kan veel meer gebruik worden gemaakt van expertise en betrokkenheid in de samenleving. In komende tijd van bezuinigingen en transities wordt het actief betrekken en inzetten van de samenleving cruciaal! • Dit is op alle fronten nog voor verbetering/uitbreiding vatbaar! • Meer gerichtere communicatie Meer dialoog met burgers (zoals Stadsgesprekken maar die komen maar moeizaam van de grond) • Niet meer reageren op ad hoc zaken uit de samenleving, maar samenwerken met een visie en strategie • Beoordelen en wegen hoe representatief de burger of groep burgers is waarmee wordt geproken over een vraagstuk. Worden alle betrokken burgers wel bereikt? Enquete of digitaal vragen voorleggen? 23
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
KERNTHEMA’S Bij het onderwerp oriëntatie op de samenleving gaat het om willen weten wat er leeft in de samenleving, de samenwerking opzoeken met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties en adequaat met hen communiceren. Het kernthema is hoe raad, college en ambtelijke organisatie zich oriënteren op de samenleving. Hiervoor zijn scores berekend op basis van de antwoorden van respondenten op de gesloten vragen. Deze drukken uit hoe raadsleden, collegeleden en ambtenaren elkaars externe oriëntatie waarderen. De externe oriëntatie van de raad hangt sterk samen met de volksvertegenwoordigende rol. Een aantal vragen daarover telt ook hier mee in de berekening van de scores. Figuur 15 laat de berekende scores voor de drie groepen zien. De uitkomsten worden daarna toegelicht.
10 9 8 7
6,4
6,6
6,2
6,5
6,5
6,9 6,3
6,1
6
5,2
5,2
5,2
5,1
5 4
Gemiddelde score totaal Gemiddelde raad Gemiddelde college Gemiddelde ambtenaren
3 2 1 Externe oriëntatie raad
Externe oriëntatie college
Externe oriëntatie ambtenaren
Figuur 15: de berekende scores op het kernthema externe oriëntatie van raad, college en ambtelijke organisatie, uitgesplitst voor raad, college en ambtenaren. De aantallen vindt u in Deel 3 van deze rapportage.
EXTERNE ORIËNTATIE VAN DE RAAD De externe oriëntatie van de raad is gemiddeld gewaardeerd met een 6,4. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
EXTERNE ORIËNTATIE VAN HET COLLEGE De externe oriëntatie van het college is gemiddeld gewaardeerd met een 6,5. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
EXTERNE ORIËNTATIE VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE De externe oriëntatie van de ambtelijke organisatie is gemiddeld gewaardeerd met een 5,2. De waarderingen van Raadsleden, Collegeleden en Ambtenaren verschillen niet wezenlijk van elkaar op dit kernthema.
24
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
16. DEEL
Gemeente Tiel – 2013
3 RESULTATEN VAN ALLE VRAGEN
In dit gedeelte vindt u een overzicht van alle antwoorden op de gesloten vragen.
17. 1. Functioneren van de raad
Voordat de raad besluiten neemt... [1] vormt de raad een gedegen politieke visie waar alle fracties aan bijdragen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (6%) 17 (49%) 13 (37%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 8 (67%) 3 (25%)
Collegeleden 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 13 (72%) 4 (22%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[2] zorgt de raad eerst voor een goed beeld van het vraagstuk waar het besluit over gaat.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 9 (26%) 23 (68%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 8 (67%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 3 (18%) 14 (82%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[3] weet de raad welke belangen er met het besluit gemoeid zijn.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 5 (15%) 26 (76%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 8 (67%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (6%) 15 (88%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[4] kent de raad de voor- en nadelen van mogelijke oplossingen en scenario's.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 11 (32%) 22 (65%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 9 (75%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 5 (29%) 12 (71%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
25
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[5] weet de raad of het besluit uitvoerbaar is.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 12 (36%) 19 (58%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 8 (67%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 8 (50%) 8 (50%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
Totaal 0 (0%) 12 (35%) 21 (62%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 9 (75%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 7 (41%) 10 (59%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[6] let de raad erop hoe zich dit verhoudt met bestaand beleid.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord Besluiten van de raad...
[7] maken duidelijk wat er moet worden gerealiseerd (resultaatgericht).
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 11 (31%) 22 (63%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 10 (83%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 9 (50%) 8 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[8] geven concreet aan wanneer beleid succesvol is (evalueerbaar).
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 4 (11%) 19 (54%) 11 (31%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 4 (33%) 7 (58%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 4 (22%) 13 (72%) 1 (6%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
26
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[9] zijn daadwerkelijk uitvoerbaar.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 6 (18%) 27 (82%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 11 (92%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (25%) 12 (75%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
[10] De raad geeft het college voldoende mandaat voor de uitvoering van beleid.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (6%) 4 (11%) 25 (71%) 4 (11%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 8 (67%) 3 (25%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 2 (11%) 3 (17%) 12 (67%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
Totaal
Raadsleden
Collegeleden
Ambtenaren
8 (24%)
1 (8%)
1 (20%)
6 (38%)
15 (45%) 5 (15%) 5 (15%)
5 (42%) 2 (17%) 4 (33%)
4 (80%) 0 (0%) 0 (0%)
6 (38%) 3 (19%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
Totaal 0 (0%) 6 (17%) 25 (71%) 4 (11%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 10 (83%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 6 (33%) 10 (56%) 2 (11%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
De controlerende rol van de raad [11] Controle door de raad is over het algemeen gericht op...
Terugblikken en afrekenen Terugblikken Vooruitblikken Vooruitblikken en leren Totaal Weet niet / geen antwoord
[12] De raad controleert of het college het beleid juist uitvoert.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
27
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[13] Bij belangrijke onderwerpen spreekt de raad met het college af wanneer en hoe verantwoording door het college plaatsvindt.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 10 (29%) 20 (57%) 4 (11%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 7 (58%) 3 (25%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 5 (28%) 11 (61%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[14] De raad weet of de gewenste effecten van gemeentelijk beleid worden gerealiseerd.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 16 (46%) 19 (54%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 10 (56%) 8 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[15] De raad heeft goed zicht op de resultaten die door gemeenschappelijke regelingen worden geboekt.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 8 (24%) 22 (67%) 3 (9%) 0 (0%)
Raadsleden 2 (18%) 8 (73%) 1 (9%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 5 (29%) 10 (59%) 2 (12%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
1
0
1
Totaal 2 (6%) 19 (59%) 11 (34%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 7 (58%) 5 (42%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 2 (13%) 9 (60%) 4 (27%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
3
0
0
3
[16] De raad stuurt tijdig bij als dat nodig is.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
28
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
De volksvertegenwoordigende rol van de raad [17] Raadsleden weten wat er in de samenleving leeft, niet alleen bij hun eigen achterban.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 8 (25%) 24 (75%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 10 (83%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (27%) 11 (73%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
3
0
0
3
[18] Raadsleden verdiepen zich in wat burgers, organisaties en bedrijven belangrijk vinden.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 6 (18%) 25 (74%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 9 (75%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 1 (20%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 2 (12%) 15 (88%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[19] Raadsleden gaan niet alleen af op informatie van het college: zij informeren zich óók zelfstandig over wat er leeft in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 5 (15%) 25 (74%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 8 (67%) 1 (8%)
Collegeleden 1 (20%) 0 (0%) 3 (60%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 2 (12%) 14 (82%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[20] De raad maakt doorgaans een zorgvuldige belangenafweging en laat zich niet leiden door eenzijdige signalen vanuit de samenleving (zoals krantenberichten en actieve sprekers op de publieke tribune).
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 3 (9%) 11 (33%) 17 (52%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 7 (58%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 3 (19%) 6 (38%) 7 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
29
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[21] Raadsleden leggen voldoende uit aan de samenleving waarom een bepaalde belangenafweging is gemaakt.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 3 (10%) 19 (63%) 8 (27%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 7 (58%) 5 (42%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 3 (23%) 9 (69%) 1 (8%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
5
0
0
5
Totaal 0 (0%) 12 (71%) 5 (29%)
Raadsleden 0 (0%) 8 (67%) 4 (33%)
Collegeleden 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
Over de vergaderpraktijk in uw gemeenteraad. [22] Wat vindt u van het aantal vergaderingen van de raad?
Te weinig Voldoende Te veel Totaal Weet niet / geen antwoord Hoe tevreden bent u over...
[23] De manier waarop de verschillende vergaderingen van de raad worden voorgezeten?
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (6%) 14 (82%) 2 (12%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 10 (83%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 0 (0%) 7 (41%) 10 (59%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
[24] De effectiviteit van de vergaderingen van de raad?
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
30
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[25] Het politieke debat in de raad?
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 6 (35%) 11 (65%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 9 (75%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
[26] Zijn er voor burgers voldoende mogelijkheden om inbreng te hebben in vergaderingen van de raad?
Te weinig Voldoende Te veel Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (12%) 15 (88%) 0 (0%)
Raadsleden 2 (17%) 10 (83%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
[27] Hoe ervaart u de werkdruk die bij uw raadslidmaatschap komt kijken?
De werkdruk is laag De werkdruk is niet laag, maar ook niet hoog De werkdruk is hoog, maar niet te hoog De werkdruk is te hoog Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%)
1 (8%)
1 (8%)
0 (0%)
0 (0%)
11 (92%)
11 (92%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Over de inzet van raadsinstrumenten [29] Punten agenderen voor raads- of commissievergaderingen
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (8%) 4 (33%) 6 (50%) 1 (8%)
Raadsleden 1 (8%) 4 (33%) 6 (50%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
31
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[30] Amendement
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 0 (0%) 5 (42%) 6 (50%) 1 (8%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (42%) 6 (50%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 0 (0%) 1 (8%) 5 (42%) 6 (50%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 5 (42%) 6 (50%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
[31] Motie over een agendapunt
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
[32] Motie over een punt dat niet op de agenda staat
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
[33] Het stellen van schriftelijke vragen
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
32
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[34] Het stellen van mondelinge vragen
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (8%) 6 (50%) 5 (42%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 6 (50%) 5 (42%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 5 (42%) 6 (50%) 1 (8%) 0 (0%)
Raadsleden 5 (42%) 6 (50%) 1 (8%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 9 (75%) 1 (8%) 2 (17%) 0 (0%)
Raadsleden 9 (75%) 1 (8%) 2 (17%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 10 (83%) 2 (17%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 10 (83%) 2 (17%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
[35] Initiatiefvoorstel
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord [36] Interpellatie
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
[37] Raadsonderzoek of raadsenquête
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
33
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[38] Een verzoek om ambtelijke bijstand
(Vrijwel) nooit Soms Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (8%) 6 (50%) 4 (33%) 1 (8%)
Raadsleden 1 (8%) 6 (50%) 4 (33%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
Totaal 7 (58%) 5 (42%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 7 (58%) 5 (42%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
[39] Het beleggen van een extra raadsvergadering
(Vrijwel) nooit Mee oneens Met enige regelmaat Vaak Totaal Weet niet / geen antwoord
Samenvattend... Uw algehele oordeel over het functioneren van de raad. [40] Hoe vindt u dat de raad op dit moment functioneert? Druk dit oordeel uit in een rapportcijfer tussen 1 en 10.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 5 (14%) 14 (40%) 12 (34%) 3 (9%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (8%) 1 (8%) 7 (58%) 3 (25%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 3 (17%) 10 (56%) 4 (22%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
34
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[41] Als u het gewenste functioneren van de raad in een rapportcijfer tussen 1 en 10 zou moeten uitdrukken, wat zou dat rapportcijfer dan zijn?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 7 (20%) 21 (60%) 4 (11%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (8%) 6 (50%) 3 (25%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 5 (28%) 11 (61%) 1 (6%) 1 (6%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
18. 2. Functioneren van het college [43] Het college legt onuitvoerbare wensen of besluiten van de raad terug bij de raad.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 14 (42%) 17 (52%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (42%) 6 (50%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 7 (44%) 8 (50%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
[44] Het college bedingt bij de raad voldoende ruimte om tot zaken te komen met externe partners.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 4 (12%) 27 (79%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 2 (12%) 14 (82%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
35
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[45] Het college betrekt de raad op tijd in besluitvormingsprocessen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 8 (23%) 26 (74%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 8 (67%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (22%) 14 (78%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[46] Ik ben tevreden over hoe het college de actieve informatieplicht invult.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 4 (13%) 22 (71%) 5 (16%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 8 (67%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (7%) 11 (79%) 2 (14%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
0
0
4
[47] Ik ben tevreden over hoe het college de passieve informatieplicht invult (het verstrekken van informatie op verzoek van raadsleden).
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (3%) 25 (81%) 5 (16%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 11 (92%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (7%) 10 (71%) 3 (21%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
0
0
4
Totaal 0 (0%) 6 (18%) 23 (68%) 5 (15%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 9 (75%) 3 (25%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 6 (35%) 11 (65%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[48] Het college is slagvaardig.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
36
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[49] Het college toont durf en besluitvaardigheid, ook in lastige situaties die om snelle actie vragen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 8 (23%) 23 (66%) 4 (11%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 9 (75%) 3 (25%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 8 (44%) 10 (56%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
Totaal 2 (6%) 7 (21%) 18 (53%) 7 (21%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 6 (50%) 6 (50%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 2 (12%) 7 (41%) 8 (47%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[50] Het college treedt als een eenheid naar buiten.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
[51] Het college zorgt voor continuïteit en vaart een stabiele koers.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 8 (24%) 18 (53%) 7 (21%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 7 (58%) 5 (42%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%)
Ambtenaren 1 (6%) 8 (47%) 8 (47%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[52] Het college geeft de ambtelijke organisatie heldere en eenduidige opdrachten.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 14 (50%) 13 (46%) 1 (4%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (14%) 5 (71%) 1 (14%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 12 (75%) 4 (25%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
7
5
0
2
37
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[53] Het college benadert onderwerpen doorgaans vanuit één portefeuille in plaats van integraal.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 15 (44%) 13 (38%) 6 (18%)
Raadsleden 0 (0%) 8 (67%) 4 (33%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 2 (40%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 5 (29%) 7 (41%) 5 (29%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
Samenvattend... Uw algehele oordeel over het functioneren van het college [54] Hoe vindt u dat het college op dit moment functioneert? Druk dit oordeel uit in een rapportcijfer tussen 1 en 10.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 1 (3%) 8 (23%) 19 (54%) 6 (17%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 7 (58%) 5 (42%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 1 (6%) 7 (39%) 8 (44%) 1 (6%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
[55] Als u het gewenste functioneren van het college in een rapportcijfer tussen 1 en 10 zou moeten uitdrukken, wat zou dat rapportcijfer dan zijn?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 3 (9%) 21 (60%) 8 (23%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 7 (58%) 3 (25%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 3 (17%) 9 (50%) 5 (28%) 1 (6%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
38
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
19. 3. Samenspel tussen raad en college [57] De raad stelt zich onafhankelijk en kritisch op bij de beoordeling van de uitvoering door het college.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 5 (15%) 24 (71%) 5 (15%)
Raadsleden 12 (0%) 1 (8%) 10 (83%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 2 (40%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 2 (12%) 12 (71%) 3 (18%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
Totaal 0 (0%) 9 (26%) 23 (66%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 10 (83%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 7 (39%) 10 (56%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[58] De taakverdeling tussen raad en college is helder.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
[59] Raad en college letten erop dat ze de afgesproken taakverdeling nakomen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 11 (32%) 21 (62%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 9 (75%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 7 (41%) 9 (53%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[60] Wethouders en coalitiefracties functioneren relatief onafhankelijk van elkaar.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 17 (52%) 15 (45%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 9 (75%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 12 (75%) 4 (25%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
39
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[61] Raad en college voeren over het algemeen een vruchtbare discussie met elkaar.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 6 (18%) 26 (76%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 10 (83%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 6 (33%) 12 (67%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
1
0
[62] Raad en college versterken elkaars positie en functioneren.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (7%) 14 (48%) 13 (45%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (10%) 9 (90%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 2 (14%) 9 (64%) 3 (21%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
6
2
0
4
[63] (Regulier) overleg tussen burgemeester, gemeentesecretaris en griffier bevordert een goed intern samenspel in onze gemeente.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 2 (8%) 19 (73%) 5 (19%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 8 (89%) 1 (11%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (8%) 9 (75%) 2 (17%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
9
3
0
6
[64] Hoe tevreden bent u over de manier waarop hieronder genoemde ambtsdragers en organen de samenwerking tussen raad en college ondersteunen? - de burgemeester (als voorzitter van de raad)
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (6%) 16 (94%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (8%) 11 (92%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
0
0
0
0
40
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[65] Hoe tevreden bent u over de manier waarop hieronder genoemde ambtsdragers en organen de samenwerking tussen raad en college ondersteunen? - het presidium
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (7%) 13 (87%) 1 (7%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (9%) 9 (82%) 1 (9%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
17 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
0 (0%)
2
1
1
0
[66] Hoe tevreden bent u over de manier waarop hieronder genoemde ambtsdragers en organen de samenwerking tussen raad en college ondersteunen? - de griffier
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
[67] Hoe tevreden bent u over de manier waarop hieronder genoemde ambtsdragers en organen de samenwerking tussen raad en college ondersteunen? - de griffie als geheel
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
0
0
0
0
[68] Hoe tevreden bent u over de manier waarop hieronder genoemde ambtsdragers en organen de samenwerking tussen raad en college ondersteunen? - de rekenkamer of rekenkamercommissie
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (9%) 9 (82%) 1 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (9%) 9 (82%) 1 (9%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
12 (100%)
12 (100%)
0 (0%)
0 (0%)
1
1
0
0
41
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
Samenvattend... Uw algehele oordeel over de samenwerking tussen raad en college. [69] Hoe vindt u de samenwerking tussen raad en college op dit moment? Druk dit oordeel uit in een rapportcijfer tussen 1 en 10.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 2 (6%) 3 (9%) 9 (26%) 18 (51%) 3 (9%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 9 (75%) 3 (25%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 1 (20%) 3 (60%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 2 (11%) 2 (11%) 8 (44%) 6 (33%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
[70] Als u het gewenste functioneren van het college in een rapportcijfer tussen 1 en 10 zou moeten uitdrukken, wat zou dat rapportcijfer dan zijn?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 8 (23%) 16 (46%) 7 (20%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (8%) 6 (50%) 3 (25%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 6 (33%) 7 (39%) 3 (17%) 1 (6%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
20. 4. Ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie [72] De ambtelijke organisatie heeft voldoende oog voor het politieke spel.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 18 (56%) 13 (41%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (22%) 7 (78%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 11 (61%) 6 (33%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
3
3
0
0
42
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[73] Ambtenaren weten welke onderwerpen naar de raad moeten en welke door het college afgehandeld kunnen worden.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 11 (32%) 23 (68%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (9%) 10 (91%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 7 (39%) 11 (61%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
1
0
0
[74] Ambtenaren kunnen politieke dilemma's benoemen waar raad en college een besluit over moeten nemen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 13 (39%) 18 (55%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (10%) 8 (80%) 1 (10%)
Collegeleden 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 10 (56%) 8 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
2
0
0
[75] De ambtelijke organisatie heeft de deskundigheid om de uitvoerbaarheid van politieke en bestuurlijke besluiten te beoordelen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 4 (12%) 28 (85%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 11 (100%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (25%) 2 (50%) 1 (25%)
Ambtenaren 0 (0%) 3 (17%) 15 (83%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
1
1
0
[76] De ambtelijke organisatie geeft bij het college duidelijk aan als wensen niet uitvoerbaar zijn.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 8 (30%) 18 (67%) 1 (4%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (17%) 5 (83%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 5 (31%) 10 (62%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
8
6
0
2
43
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[77] De ambtelijke organisatie let erop dat het college eenduidige en heldere opdrachten geeft.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 12 (46%) 14 (54%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 10 (62%) 6 (38%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
9
7
0
2
[78] De ambtelijke organisatie slaagt er goed in om opdrachten van het college binnen afgesproken tijd en middelen uit te voeren.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (7%) 14 (48%) 13 (45%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (14%) 6 (86%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 11 (65%) 5 (29%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
6
5
0
1
Schriftelijke stukken die de ambtelijke organisatie opstelt... [79] zijn begrijpelijk en inzichtelijk.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 7 (21%) 26 (76%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (25%) 9 (75%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 0 (0%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (24%) 13 (76%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
[80] zijn bruikbaar: ze ondersteunen beeld-, oordeels- en besluitvorming.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 7 (21%) 27 (79%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (17%) 10 (83%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 3 (18%) 14 (82%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
44
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[81] laten keuzemogelijkheden zien aan raad en college (bijvoorbeeld via verschillende scenario’s).
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 19 (54%) 14 (40%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 7 (58%) 4 (33%) 1 (8%)
Collegeleden 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 10 (56%) 8 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[82] geven aan welke financiële middelen en ambtelijke capaciteit met een vraagstuk gemoeid zijn.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (6%) 9 (27%) 21 (64%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (10%) 9 (90%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 2 (11%) 6 (33%) 9 (50%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
2
0
0
Totaal 0 (0%) 25 (76%) 8 (24%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 6 (55%) 5 (45%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 15 (88%) 2 (12%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
1
0
1
[83] bevatten doorgaans evalueerbare doelstellingen.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
[84] laten zien wat er in de samenleving leeft over het onderwerp.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 22 (63%) 13 (37%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 6 (50%) 6 (50%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 13 (72%) 5 (28%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
45
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[85] worden op tijd aan raad en college aangeleverd.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 10 (31%) 21 (66%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 2 (20%) 8 (80%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 1 (20%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 7 (41%) 10 (59%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
3
2
0
1
[86] De programmabegroting en de jaarrekening zijn zo opgesteld dat de raad het gemeentelijk beleid kan controleren.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 1 (3%) 5 (14%) 25 (71%) 4 (11%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 8 (67%) 4 (33%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 4 (22%) 13 (72%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
Samenvattend... Uw algehele oordeel over de ondersteuning aan raad en college door de ambtelijke organisatie. [87] Hoe vindt u de ondersteuning aan de raad en het college door de ambtelijke organisatie op dit moment? Druk dit oordeel uit in een rapportcijfer tussen 1 en 10.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 1 (3%) 15 (43%) 18 (51%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 2 (17%) 10 (83%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 1 (20%) 3 (60%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 0 (0%) 12 (67%) 5 (28%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
46
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[88] Als u het gewenste functioneren van de raad in een rapportcijfer tussen 1 en 10 zou moeten uitdrukken, wat zou dat rapportcijfer dan zijn?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 3 (9%) 23 (66%) 6 (17%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (8%) 5 (42%) 4 (33%) 2 (17%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 16 (89%) 0 (0%) 1 (6%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
Totaal 0 (0%) 1 (3%) 21 (60%) 9 (26%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 6 (50%) 5 (42%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (6%) 12 (67%) 2 (11%)
35 (89%)
12 (92%)
5 (100%)
18 (83%)
4
1
0
3
Totaal 0 (0%) 1 (3%) 25 (71%) 8 (23%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 6 (50%) 5 (42%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (6%) 16 (89%) 1 (6%)
35 (97%)
12 (92%)
5 (100%)
18 (100%)
1
1
0
0
21. 5. Integriteit [90] Tevredenheid over integriteit van raadsleden
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
[91] Tevredenheid over integriteit van collegeleden
Zeer ontevreden Ontevreden Tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
47
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[92] Tevredenheid over integriteit van ambtenaren
Zeer ontevreden Ontevreden Zeer tevreden Zeer tevreden Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 1 (3%) 23 (66%) 10 (29%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 6 (50%) 5 (42%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%)
Ambtenaren 0 (0%) 1 (6%) 15 (83%) 2 (11%)
35 (97%)
12 (92%)
5 (100%)
18 (100%)
1
1
0
0
[93] In hoeverre zijn er binnen uw gemeente voldoende hulpmiddelen en controlemechanismen aanwezig om integriteit te bevorderen en te bewaken? - bij de raad
Ruim onvoldoende Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 7 (28%) 15 (60%) 3 (12%)
Raadsleden 0 (0%) 1 (10%) 6 (60%) 3 (30%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (25%) 3 (75%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 5 (45%) 6 (55%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
10
2
1
7
[94] In hoeverre zijn er binnen uw gemeente voldoende hulpmiddelen en controlemechanismen aanwezig om integriteit te bevorderen en te bewaken? - bij het college
Ruim onvoldoende Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 5 (19%) 17 (65%) 4 (15%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 6 (60%) 4 (40%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (25%) 3 (75%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (33%) 8 (67%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
2
1
6
[95] In hoeverre zijn er binnen uw gemeente voldoende hulpmiddelen en controlemechanismen aanwezig om integriteit te bevorderen en te bewaken? - bij de ambtelijke organisatie
Ruim onvoldoende Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 5 (19%) 19 (73%) 2 (8%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 7 (78%) 2 (22%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (25%) 3 (75%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (31%) 9 (69%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
9
3
1
5
48
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
22. 6. Oriëntatie op de samenleving [96] De raad zorgt ervoor dat burgers, bedrijven en organisaties worden betrokken bij het gemeentelijk beleid.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 19 (54%) 15 (43%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (42%) 7 (58%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 13 (72%) 4 (22%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
0
0
0
0
[97] Raadsleden zijn toegankelijk en aanspreekbaar voor burgers.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 28 (90%) 3 (10%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 12 (100%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 12 (86%) 2 (14%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
0
0
4
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 31 (91%) 3 (9%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 11 (100%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 4 (80%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 16 (89%) 2 (11%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
1
0
0
[98] Het college weet wat er leeft in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
[99] Het college communiceert duidelijk naar de samenleving over de bestuurlijke koers en belangrijke besluiten.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 12 (36%) 20 (61%) 1 (3%)
Raadsleden 0 (0%) 6 (50%) 6 (50%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 5 (100%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 6 (38%) 9 (56%) 1 (6%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
2
0
0
2
49
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[100] Het college weegt in iedere situatie nadrukkelijk af welke bijdrage burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen leveren aan maatschappelijke vraagstukken.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (7%) 17 (57%) 11 (37%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (56%) 4 (44%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 1 (20%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 11 (69%) 4 (25%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
5
3
0
2
[101] Het college is via lokale media, netwerken en andere communicatiemiddelen op de hoogte van wat er leeft in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 25 (81%) 6 (19%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 8 (80%) 2 (20%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 14 (88%) 2 (12%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
2
0
2
[102] Het college komt bij het voorbereiden en uitvoeren van beleid en projecten zelden voor verrassingen te staan. Belangrijke informatie of spelers worden niet over het hoofd gezien.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 13 (42%) 16 (52%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (30%) 6 (60%) 1 (10%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%)
Ambtenaren 0 (0%) 9 (56%) 7 (44%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
4
2
0
2
[103] Het college heeft goed zicht op initiatieven in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 8 (29%) 20 (71%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 3 (27%) 8 (73%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 1 (20%) 4 (80%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 4 (33%) 8 (67%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
7
1
0
6
50
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
[104] Ambtenaren weten wat er leeft in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 14 (47%) 16 (53%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 4 (44%) 5 (56%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 2 (40%) 3 (60%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 8 (50%) 8 (50%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
5
3
0
2
[105] Ambtenaren hebben goed zicht op initiatieven in de samenleving.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 0 (0%) 16 (57%) 12 (43%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 5 (56%) 4 (44%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 3 (60%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 8 (57%) 6 (43%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
7
3
0
4
[106] Ambtenaren gaan over het algemeen na welke bijdrage burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen leveren aan maatschappelijke vraagstukken.
Zeer mee oneens Mee oneens Mee eens Zeer mee eens Totaal Weet niet / geen antwoord
Totaal 2 (6%) 22 (65%) 10 (29%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 9 (75%) 3 (25%) 0 (0%)
Collegeleden 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%)
Ambtenaren 1 (6%) 11 (65%) 5 (29%) 0 (0%)
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
1
0
0
1
51
Rapportage Quick Scan Lokaal Bestuur
Gemeente Tiel – 2013
Samenvattend... Uw algehele oordeel over de oriëntatie op de samenleving. [107] Hoe beoordeelt u de oriëntatie op de samenleving in uw gemeente op dit moment? Druk dit oordeel uit in een rapportcijfer tussen 1 en 10.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 8 (23%) 21 (60%) 5 (14%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (8%) 11 (92%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 2 (40%) 2 (40%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 6 (33%) 8 (44%) 3 (17%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
[108] Als u de gewenste oriëntatie op de samenleving in een rapportcijfer tussen 1 en 10 zou moeten uitdrukken, wat zou dat rapportcijfer dan zijn?
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Totaal 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (3%) 7 (20%) 15 (43%) 10 (29%) 2 (6%)
Raadsleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 2 (17%) 4 (33%) 5 (42%) 1 (8%)
Collegeleden 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (20%) 3 (60%) 1 (20%) 0 (0%)
Ambtenaren 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (6%) 4 (22%) 8 (44%) 4 (22%) 1 (6%)
Totaal
35 (100%)
12 (100%)
5 (100%)
18 (100%)
52
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl