Zicht op… provinciale instellingen cultuureducatie Achtergronden, literatuur en websites
Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2010
Inhoud Vooraf
4
Raad van twaalf: functies, rollen, taken en werkvelden
6
Bibliotheek Cultuurnetwerk Nederland
24
Vooraf In elke provincie zijn één of meer ondersteunende instellingen voor cultuurparticipatie en -educatie. Zij zijn de uitvoerders van het provinciale beleid op dit terrein. De Raad van twaalf, de vereniging van provinciale instellingen voor kunst en cultuur, omschrijft de positie van deze instellingen ten opzichte van de landelijke en de gemeentelijke overheid als volgt: 'De provincie doet er toe. De provinciale (bestuurs)laag is essentieel en zorgt voor verbindingen tussen landelijk beleid en lokale uitvoering. Ipso facto doen onze provinciale instellingen ertoe. Net als de provincie bezitten we de juiste schaalgrootte. Het landelijk niveau is te ruim, te anoniem en te theoretisch, het gemeentelijk niveau nogal eens te klein en te beperkt, in menskracht en middelen. De provinciale tussenlaag zorgt ervoor dat initiatieven op een hoger plan kunnen komen (in kwantiteit en kwaliteit) zonder de menselijke maat te verliezen en dat abstract (landelijk) beleid een gezicht krijgt.' [Uit: Midden in de maatschappij. Positie en ambitie van de Raad van twaalf, 2009] Welke functies, rollen en taken en werkvelden de leden van de Raad van twaalf hebben, is op verzoek van de Raad geïnventariseerd door Cultuurnetwerk Nederland. In het dit artikel van deze Zicht op… vatten Piet Hagenaars en Vera Meewis, respectievelijk directeur en medewerker projecten van Cultuurnetwerk, de resultaten uit het onderzoeksrapport samen. Na het artikel volgt een selectie van publicaties van en over provinciale ondersteunende instellingen voor cultuurparticipatie en -educatie uit de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland. De selectie bevat diverse soorten publicaties die verschenen vanaf 2000 en is niet uitputtend, maar geeft een dwarsdoorsnede. Voor overzicht van alle publicaties verwijzen we u naar de catalogus die via internet is te raadplegen (www.cultuurnetwerk.nl > producten & diensten > bibliotheekcatalogus). Een overzicht van relevante websites completeert deze Zicht op… provinciale instellingen cultuureducatie. Cultuurnetwerk Nederland Utrecht, november 2010
5
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Raad van twaalf: functies, rollen, taken en werkvelden Piet Hagenaars & Vera Meewis In elke provincie zijn één of meer ondersteunende instellingen voor cultuurparticipatie en -educatie. Zij zijn de uitvoerders van het provinciale beleid op dit terrein. 1 Zestien van deze provinciaal werkende instellingen bundelen sinds 2006 hun krachten in de Raad van twaalf. Cultuurnetwerk Nederland heeft op verzoek van deze raad geïnventariseerd welke functies, rollen en taken en werkvelden de leden van de Raad van twaalf hebben. In dit artikel vatten Piet Hagenaars en Vera Meewis (respectievelijk directeur en medewerker projecten van Cultuurnetwerk) de resultaten uit het onderzoeksrapport samen. De leden van de Raad van twaalf werken, aldus hun statement, voor en met overheden, het onderwijs, de amateurkunsten en de professionele kunsten. Hun provinciale rol is om partijen samen te brengen en te binden, om samenwerking te bevorderen en kennis te delen. 2 Zij kenmerken zich door een integrale, bovenlokale en innovatieve benadering van cultuurparticipatie en -educatie. Samen hadden zij in 2009 een omzet van ruim € 47 miljoen en een personeelsformatie van meer dan 455 fte. De provincies hebben, net als de vijfendertig grote steden, eigen beleid voor cultuurparticipatie en
–
educatie. Hun programma cultuurparticipatie is vastgelegd in provinciale cultuurnota's en wordt gefinancierd uit provinciale middelen. Daarnaast vindt er aanvullend matching plaats in het kader van de Regeling voor provincies en gemeenten (2009-2012) van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP). Er zijn provincies met veel grote steden en een rijk cultureel aanbod naast provincies met juist veel landelijk gebied en een veel kleiner aanbod. Vooral de middelgrote en kleinere gemeenten - en dat zijn er bijna vierhonderd - hebben veel baat bij de provinciale ondersteuning. Provinciale instellingen vertalen landelijke ontwikkelingen naar de regionale en lokale situatie en tillen lokale initiatieven naar een regionale of provinciale schaal. Door schaalvoordelen kunnen ze bovenlokale projecten in regio's tot stand brengen, verbindingen leggen tussen diverse werkvelden en kunstdisciplines, en middelen en partners inzetten om vernieuwing tot stand te brengen. Allemaal zaken die individuele gemeenten zelf veel moeizamer of niet zouden kunnen realiseren. Cultuurnetwerk Nederland heeft, als landelijk expertisecentrum voor cultuureducatie, op verzoek van de Raad van twaalf geïnventariseerd welke functies, rollen en taken en werkvelden de leden van de Raad van twaalf hebben. Het doel was de activiteiten van deze instellingen te inventariseren, analyseren en kenschetsen. De uitkomst is een beschrijvende rapportage van activiteiten van de leden van de Raad in de verschillende provincies. 3
1
De drie overheidslagen in Nederland hebben de taken voor cultuurparticipatie en -educatie onderling verdeeld. Het Rijk richt zich op kennisontwikkeling, kennisproductie en kenniscirculatie, op de indirecte ondersteuning en 'ontwikkeling en experiment' (de derdelijnstaken) en subsidieert daarvoor landelijke organisaties. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoerende activiteiten (de eerste lijn) en de provincies ondersteunen verzorgen de ondersteuning hiervan (de tweede lijn).
2
Bron: www.raadvantwaalf.nl, geraadpleegd op 22 januari 2010.
3
De rapportage van dit onderzoek is niet openbaar; alleen bestemd voor intern gebruik door de leden van de Raad van twaalf.
6
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Na een korte historische schets van het ontstaan van de huidige ondersteuningsstructuur in de provincies vatten we in dit artikel de resultaten uit deze rapportage samen. We eindigen met een toekomstverkenning. De provinciale instellingen voor erfgoed, deel uitmakend van het Overleg Provinciale Erfgoedinstellingen Nederland (OPEN) – waar enkele leden van de Raad van twaalf nauw mee samenwerken 4 - laten wij hier buiten beschouwing. Hetzelfde geldt voor de provinciale ondersteuningsinstellingen voor popmuziek. Bovendien ondernemen sommige leden van de Raad zelf ook activiteiten op het gebied van erfgoededucatie en popmuziek. 5 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leden van de Raad van twaalf per provincie, inclusief inwonertal en het aantal grote gemeenten in de provincie: PROVINCIE
NAAM INSTELLING
AANTAL INWONERS
6
AANTAL GEMEENTEN
(01-01-2009)
> 90.000 INW
Drenthe
Kunst & Cultuur Drenthe
489.918
1
Flevoland
De Kubus
383.449
1
Friesland
Keunstwurk
644.811
1
1.991.062
4
Gelderland
EDU-ART KCG Gelders Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur
Groningen
KunstStation C
574.092
1
Limburg
Huis voor de Kunsten Limburg
1.122.604
3
2.434.560
4
2.646.445
5
1.125.435
3
1.210.869
2
Noord-Brabant
Noord-Holland Overijssel Utrecht
Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur (BKKC) Kunstbalie De Kunst KCNH, Kunst en Cultuur Noord Holland KCO Kunst en Cultuur Overijssel Kunst Centraal ZIMIHC
Zeeland
Scoop
380.984
0
Zuid-Holland
Kunstgebouw
3.481.558
7
HISTORISCHE ONTWIKKELING 7 De verschillen in provinciale ondersteuningsstructuur zijn historisch bepaald. In de loop van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw ontstond een netwerk van lokale en regionale dienstverlenende instanties voor kunstzinnige vorming. Soms ging het om gespecialiseerde instellingen. In andere gevallen was de dienstverlening ondergebracht bij muziekscholen, creativiteitscentra of schoolbegeleidingsdiensten. Een eerste aanzet tot een systematisch samenhangend stelsel van dienstverlening gaf de nota Naar een verzorgingsstructuur voor de kunstzinnige vorming uit 1975 van de toenmalige Ministeries van CRM en O&W. In de beleidsnotitie Verzorgingsstructuur kunstzinnige vorming uit 1979 - van dezelfde
4
Kunst en Cultuur Noord-Holland is verbonden aan Cultureel Erfgoed Noord-Holland.
5
Zie de bijlage voor een korte typering (missie, kerntaken en organisatiestructuur) van de instellingen verenigd in de Raad van twaalf.
6
Zie de website www.metatopos.org, geraadpleegd op 5 juli 2010.
7
Ontleend aan Vos, J. (1999). Democratisering van de schoonheid. Twee eeuwen scholing in de kunsten. Nijmegen: SUN, pp. 352-356.
7
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
ministeries - werd bepaald dat regionale steunpunten bijstand moesten verlenen aan scholen, het sociaal-cultureel werk en de amateurkunst, gewapend met een deskundigheid in alle kunstzinnige disciplines 'in creatieve en receptieve zin'. In 1980, met de invoering van de Rijksbijdrageregeling Sociaal-Culturele Activiteiten, kregen de provincies en de vier grote steden de verantwoordelijkheid voor planning, besluitvorming, financiering en uitvoering van ondersteunende kunsteducatieve taken. Omdat er allerlei steunfunctiemodellen denkbaar waren, werd in de jaren 1980-1984 een aantal proefprojecten opgezet (de zogeheten AKU- en SeCu-projecten). Dat leidde echter niet tot een 'ideaalmodel' voor de samenwerking tussen onderwijs, sociaal-cultureel werk, culturele instellingen en de steunpunten. Een groot probleem voor de invoering van een dergelijk 'ideaalmodel' vormden de uiteenlopende opvattingen van de provincies over hun nieuwe beleidstaak. Gelderland kende een regionale indeling met zes stichtingen. Friesland, Drenthe en Zeeland financierden vanaf het begin een centraal steunpunt. In Limburg werd het steunfunctiewerk 'doorgecentraliseerd' naar de gemeenten. Het uiteenlopende en wisselende provinciale beleid, de mate van centralisatie per provincie, de mate van aansluiting bij schoolbegeleidingsdiensten, bestuurlijke vormgeving, samenwerkingsverbanden, de koppeling of ontkoppeling met het eerstelijnswerk, de financiering, de keuze voor bepaalde werkvelden, enzovoort maken het moeilijk om per provincie een juist en helder beeld te geven van de ontwikkeling van het steunfunctiewerk sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Toch vallen enkele tendensen op, vooral waar het de werkvelden betreft. Zo kozen de meeste provincies in 1980 voor een steunfunctie die zich concentreerde op het basisonderwijs. Het sociaal-cultureel werk als werkveld raakte daarmee op de achtergrond. Door de reorganisatie van de provinciale Culturele Raden, die een belangrijke functie hadden bij de ondersteuning van de amateurkunstbeoefening, richtten steunfunctie-instellingen zich in de loop van de jaren tachtig ook op het werkveld amateurkunst. In verschillende provincies resulteerde deze beweging in overkoepelende instituten waarin niet alleen dienstverlening voor kunsteducatie en amateurkunst, maar ook de organisatie van culturele festivals en manifestaties was ondergebracht. De invoering van de basisvorming (1993) en de tweede fase met het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (vanaf 1998) bracht het voortgezet onderwijs opnieuw onder de aandacht van steunfunctie-instellingen. Er zou vooral behoefte zijn aan ondersteuning van de 'nieuwe' vakken dans, drama en audiovisuele vormgeving.
HUIDIGE SITUATIE: ROLLEN EN WERKVELDEN Cultuurnetwerk Nederland heeft vijf rollen onderscheiden die een provinciale ondersteuningsinstelling heden ten dage op basis van haar werkzaamheden kan aannemen: inspirator, expert, vernieuwer, partner en intermediair. Daarnaast werken deze instellingen voor en met verschillende werkvelden: binnenschoolse en buitenschoolse cultuureducatie en –participatie, amateurkunst, professionele kunsten, en lokale overheden. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Werkveld Rol
Binnenschoolse
Buitenschoolse
cultuureducatie
cultuureducatie
Amateurkunsten
Professionele
Lokale
kunsten
overheden
Inspirator Expert Vernieuwer Partner Intermediair
We hebben dit schema voor elk van de zestien leden van de Raad van twaalf ingevuld. De benodigde gegevens hebben we verzameld door deskresearch, gebruikmakend van de instellingendocumentatie
8
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
uit de eigen bibliotheek, de websites van de instellingen en aanvullende documentatie van de leden van de raad. Het ging daarbij onder meer om meerjarige beleidsplannen, werkplannen (2010) en jaarrekeningen (2009). De deskresearch vulden we aan met face-to-face interviews. Daarna hebben we op basis van het ingevulde schema met de instelling gesproken over de activiteiten waar ze de meeste tijd of het meeste geld aan besteedt en die derhalve als haar zwaartepunten kunnen worden beschouwd. In de volgende paragrafen schetsen we de overeenkomsten en verschillen in de werkzaamheden en activiteiten van de provinciale instellingen voor de vijf werkvelden. Dit is geordend naar de rol die vervuld wordt, met de meest genoemde rol bovenaan. Hierbij moet in acht genomen worden dat niet alle instellingen voor alle werkvelden werken in elke rol. In provincies met twee instellingen hebben beide instellingen verschillende opdrachten en werken zij voor verschillende werkvelden. BINNENSCHOOLSE CULTUUREDUCATIE EN –PARTICIPATIE Provinciale instellingen werken voor scholen in het primair en/of voortgezet onderwijs. Een belangrijke taak als expert is het begeleiden van scholen bij het ontwikkelen en verankeren van hun cultuureducatiebeleid en het adviseren over de concrete invulling van cultuureducatie, over de mogelijkheden en over leerlijnen. Een andere belangrijke taak is deskundigheidsbevordering. Instellingen organiseren studiedagen, workshops, cursussen, trainingen en (bij)scholing over cultuureducatie voor individuele leerkrachten, vakdocenten en teams en leiden interne cultuurcoördinatoren op. Ze informeren directie en management over het verkrijgen van draagvlak voor cultuureducatie. Praktijkkennis over cultuureducatie (kunst, erfgoed, media) wordt gebundeld en toegankelijk gemaakt voor scholen, bijvoorbeeld via nieuwsbrieven of websites waarop aanbod verzameld wordt. De instellingen verzorgen in hun provincie symposia, werkconferenties, expertmeetings, inspiratiebijeenkomsten en debatten over ontwikkelingen en trends in cultuureducatie. Ze doen ook onderzoek: evaluatie van eigen projecten, inventarisatie van good practices en het uitzetten van opdrachten bij onderzoeksbureaus en bij studenten. Als intermediair is het bemiddelen tussen de vraag (van scholen) en het aanbod (van culturele instellingen) van belang. Provinciale instellingen vormen de verbindende schakel tussen het onderwijs en de cultuursector, bijvoorbeeld door een kunstmenu te ondersteunen. De provinciale instelling biedt ook communicatiekanalen om het aanbod van culturele instellingen, via brochures, mappen, websites of kunstmarkten, te profileren bij de scholen. Daarnaast coördineren ze allerlei soorten netwerken en voeden ze deze met expertise. Bijvoorbeeld door een provinciaal overleg over cultuureducatie in stand te houden, een lokaal netwerk van scholen en culturele instellingen op te richten, een netwerk voor interne cultuurcoördinatoren op te zetten, of primair en voortgezet onderwijs samen te brengen in een scholennetwerk. Kunstbalie voert als intermediair tussen provincie en werkveld verschillende subsidieverordeningen voor onderwijsprojecten of scholing uit. Als vernieuwer werkt de provinciale instelling aan het innoveren van de eigen producten en diensten. Er worden nieuwe concepten en producten ontwikkeld, over een bepaald onderwerp of voor een bepaald veld als het speciaal onderwijs. Zo hebben onder andere Kunstgebouw en Scoop in het bijzonder aandacht voor media-educatie. Instellingen spelen in op actuele thema's. Ze realiseren innovatie in samenwerking met verschillende partijen: partners, vragers en aanbieders en ze brengen tussen hen nieuwe verbindingen tot stand. KunstStation C vernieuwt onder de noemer aanbodversterking en ontwikkelt samen met culturele instellingen nieuwe vormen van aanbod gebaseerd op de vraag vanuit het onderwijs. De vernieuwer heeft veel kennis van en contacten met het werkveld. Hij is aanjager van nieuwe initiatieven. Soms voert de provinciale instelling zelf vernieuwende projecten uit, andere keren neemt zij een meer intermediaire positie in.
9
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Als partner voor scholen in primair en voortgezet onderwijs werkt de provinciale instelling, samen met scholen en meestal via een culturele partner, een concept uit tot een product. Wanneer de provinciale instelling een kunstmenu programmeert, werkt ze samen met lokale, regionale, provinciale en landelijke aanbieders en andere, meer inhoudelijke partnerorganisaties. Voor de ontwikkeling en uitvoering van activiteiten zijn er allerlei provinciale partners in kunst en cultuur: erfgoedinstellingen, kunstuitleen, musea en bibliotheken. Deze samenwerking met culturele partners vindt op een meer gelijkwaardige basis plaats dan die met scholen. Maar het initiatief voor en de coördinatie en ondersteuning van gezamenlijke projecten ligt vaak bij de provinciale instelling. Onder de rol van partner valt ook de facilitaire ondersteuning (bijvoorbeeld bij de programmering van kunstactiviteiten) of praktische zaken als het roosteren van activiteiten en het regelen van vervoer. In de rol van inspirator bieden instellingen het onderwijs zowel mogelijkheden voor receptieve cultuurdeelname (voorstellingen, concerten, tentoonstellingen en kunstprojecten) als actieve cultuurdeelname (workshops en projecten). Ze bieden lesmateriaal, lespakketten, leskoffers en kisten en de benodigde begeleiding in de vorm van vakdocenten. Er is aanbod in de vorm van een menu en aanbod op maat. Ook ontwikkelen instellingen educatieve activiteiten voor het onderwijs rondom projecten. Ze coachen icc'ers en organiseren inspiratiemiddagen over cultuureducatie en andere ontmoetingen met het management van scholen. BUITENSCHOOLSE CULTUUREDUCATIE EN –PARTICIPATIE Provinciale instellingen werken ook voor instellingen voor cultuureducatie en -participatie zoals centra voor de kunsten, jeugdtheaterscholen en andere educatieve organisaties voor kunst en cultuur. Een bijzondere instelling in dit verband is De Kubus in Flevoland. De Kubus voert als eerstelijns gemeentelijk centrum voor de kunsten in opdracht van de provincie Flevoland ook de provinciale tweedelijnstaken uit. Vanuit het provinciale profiel gezien is het werkveld buitenschoolse cultuureducatie en -participatie nauwelijks relevant voor De Kubus. Vanuit de gemeentelijke taken bezien is dit de kerntaak van De Kubus. In de rol van expert bieden de instellingen informatie, advies en begeleiding aan docenten en instellingen voor buitenschoolse cultuureducatie. Zij bieden bovendien cursussen en opleidingen en organiseren symposia, debatten en provinciale themadagen. Scoop doet in deze rol onderzoek naar de cultuurparticipatie van de inwoners van de provincie Zeeland (0-80 jaar). ZIMIHC heeft de consulent van het Jeugdcultuurfonds van de provincie Utrecht in dienst. In de rol van intermediair zijn instellingen vooral gericht op de samenwerking met en netwerkvorming tussen instellingen voor buitenschoolse cultuureducatie. Als inspirator is de doelstelling het vergroten van de cultuurparticipatie. In deze rol informeren instellingen de bevolking over de culturele mogelijkheden bij diverse instellingen in de regio. Ze organiseren of coördineren bovenlokale activiteiten voor inwoners, waarbij deze kennis kunnen maken met en genieten van kunst en cultuur. Vooral activiteiten voor jongeren krijgen hierbij de aandacht. Het betreft bijvoorbeeld een jongerenfestival, de regionale voorrondes van Kunstbende of activiteiten in de brede school. Instellingen richten zich in de rol van vernieuwer vooral op het ontwikkelen van nieuwe projecten of activiteiten. Ze assisteren instellingen voor buitenschoolse cultuureducatie bij het vernieuwen van activiteiten of bij de professionalisering van docenten. Ook stimuleren ze actief nieuwe samenwerkingsmogelijkheden.
10
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Als partner werken instellingen samen met lokale instellingen voor cultuureducatie of amateurkunstinstellingen bij het realiseren van projecten voor buitenschoolse cultuurparticipatie en -educatie. EDUART werkt bijvoorbeeld nauw samen met partners om de ontwikkeling van cultuureducatie op brede scholen te stimuleren. AMATEURKUNSTEN Provinciale instellingen werken ook voor de amateurkunst. Ze werken daarbij voor en met professionals die met amateurs werken en met werkplaatsen voor amateurs. Als expert ondersteunen de provinciale instellingen (het kader van) de amateurkunst met advies en begeleiding om een actief cultureel leven in de provincie te realiseren. Ze informeren amateurkunstbeoefenaars via persoonlijk contact, websites en nieuwsbrieven; organiseren debatten, symposia en provinciale themadagen voor en over amateurkunst; bevorderen de deskundigheid door (al dan niet zelf) cursussen en workshops aan het kader aan te bieden. En ze adviseren besturen over beleid en verwijzen door naar andere instanties inzake bijvoorbeeld subsidies. Om hun expertrol passend uit te kunnen voeren, doen de provinciale instellingen onderzoek (of laten ze dit doen) om hun kennis te vergroten, wensen en behoeften te peilen of om de stand van zaken te inventariseren. De rol van intermediair vervullen instellingen vooral door netwerken en partijen met elkaar in contact te brengen en zo actief samenwerking en uitwisseling te stimuleren. Ze inventariseren behoeftes en dat kan bijvoorbeeld leiden tot educatief aanbod of bovenlokale samenwerking in het veld. Ze voorzien in randvoorwaarden voor het artistiek kader in de amateurkunst - verenigingen en ad hoc organisaties - door het bieden van netwerkmogelijkheden. Voorbeelden zijn de servicepunten in de provincie Gelderland of het online platform van ZIMIHC (www.kunsthuisutrecht.nl). De instellingen vervullen de partnerrol bij de organisatie van projecten, evenementen en wedstrijden, producties en festivals voor en door amateurs in samenwerking met wisselende partners uit het provinciale en landelijke netwerk. Ook bieden sommigen diensten en producten aan van, voor en door amateurkunstbeoefenaars. De samenwerking met de amateurkunstbeoefenaar zelf krijgt hier een plek. Verder bieden sommige instellingen de amateurkunstbeoefenaars faciliteiten zoals zalen, studio's, instrumentenverhuur en websites. Als vernieuwer verbinden de instellingen bijvoorbeeld amateurs met professionals om zo vernieuwing in de amateurkunst te realiseren. Ook het signaleren van kansen en knelpunten noemen de instellingen als manier om te vernieuwen. Ze denken mee over vernieuwende projecten en werkcombinaties, anders dan de gebruikelijke. Voor de rol van inspirator organiseren de provinciale instellingen momenten waarop inwoners van de provincie kennis kunnen maken met en genieten van amateurkunst. Ze bieden een podium voor de amateurkunsten in de vorm van wedstrijden, evenementen en festivals. Het zichtbaar maken van de amateurs, de mogelijkheid om te laten zien wat men 'doet en kan' is hierbij van belang. PROFESSIONELE KUNSTEN Provinciale instellingen werken voor of samen met professionele kunst- en cultuurinstellingen en individuele kunstenaars om de cultuurdeelname te verhogen en de samenwerking met binnen- en buitenschoolse werkvelden en amateurkunsten te versterken. Er is maar één lid van de Raad van twaalf - BKKC - die in zijn geheel werkt voor professionele kunstenaars en kunstinstellingen. Het verdelen van incidentele subsidies voor professionele kunsten is een de belangrijkste taken van dit Brabantse kenniscentrum.
11
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
In de rol van expert adviseren en informeren provinciale instellingen kunst- en cultuurinstellingen en (professionele) kunstenaars over cultuureducatie en –participatie. Ze ondersteunen hen om hun aanbod geschikt te maken voor het onderwijs; organiseren expertbijeenkomsten en cursussen; bieden hulp bij subsidieaanvragen en informatie over subsidiemogelijkheden en fondsen; coachen talenten. Ze begeleiden kunstenaars en culturele instellingen bij het ontwikkelen van projecten en bieden hen kunstinhoudelijke en bedrijfsmatige ondersteuning. Sommige instellingen voeren de percentageregeling beeldende kunst uit in opdracht van de provincie. De rol van intermediair vullen provinciale instellingen onder meer in door het adviseren over en het verbinden van kunstenaars en afnemers op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Het betreft ook advisering over en samenwerking met landelijke instellingen zoals SKOR en de Premsela stichting. Ze brengen structureel en projectmatig partners bij elkaar die nieuwe verbanden aan willen gaan, bijvoorbeeld via hun netwerk van consulenten. Instellingen brengen samenwerking tot stand tussen professionals en amateurkunstenaars (bijvoorbeeld de Dansweek Gelderland) en stimuleren cross-overs. Ook bemiddelen ze tussen cultureel aanbod en vraag vanuit het onderwijs. Tot de intermediaire rol behoort ook het beheer van gegevensbestanden van beeldend kunstenaars en het in contact brengen van jonge kunstenaars met mogelijke klanten. In de rol van partner jagen instellingen projecten aan en ondersteunen ze kansrijke initiatieven. Ze zijn vaak partner van kunstenaars die projecten ontwikkelen voor educatie of voor kunst in de openbare ruimte. Naast deze vormen van partnership zijn er voorbeelden van samenwerking tussen het onderwijs en professionele kunstinstellingen en kunstenaars. Kunst Centraal is partner voor kunst- en cultuuraanbieders in het kunstmenu. KunstStation C helpt beroepskunstenaars in de klas (bik'kers) met het ontwikkelen en versterken van een aanbod voor het onderwijs. In de rol van inspirator zetten instellingen projecten op om de kunsten te ontwikkelen en het publieksbereik te vergroten, zoals bij de Poetry Slam tournee, Film in Brabant en de organisatie van de Prijzen der Brabantse Letteren door BKKC. Ze stimuleren cultureel ondernemerschap, bijvoorbeeld door coaching. Via voorbeeldprojecten, kunstroutes en presentaties stimuleren ze de aandacht voor beeldende kunst en bieden ze professionele kunstenaars een podium en zichtbaarheid. De rol van vernieuwer betreft veelal vernieuwingen in de kunsten en het initiëren van innovatieve projecten. LOKALE OVERHEDEN De provinciale instellingen werken in verschillende vormen voor lokale overheden. In de expertrol zijn provinciale instellingen een kennis- en expertisecentrum. Ze informeren en adviseren gemeenten over praktijken, trends en ontwikkelingen of over bepaalde kunstdisciplines en ze organiseren expertmeetings, cursussen, debatten en symposia voor beleidsmakers. Adviseurs en consulenten beantwoorden vragen van individuele gemeenten en bieden begeleiding en ondersteuning bij de ontwikkeling van cultuurnota's en beleidsplannen. Het Centrum Beeldende Kunst van Kunst en Cultuur Noord-Holland geeft onder meer advies aan gemeenten bij kunstopdrachten. ZIMIHC biedt overheden informatie over het opleiden en inwerken van scouts, coaches en cultuurmakelaars. Een groot aantal provinciale instellingen organiseert – samen met Cultuurnetwerk Nederland - de cursus cultuureducatie voor gemeenteambtenaren. Ook geven instellingen nieuwsbulletins uit voor overheden en doen ze onderzoek naar beleid, zoals effectmetingen. In verschillende provincies onderhouden instellingen vanuit hun intermediaire rol netwerken van wethouders en ambtenaren, of van overheden en instellingen dan wel onderwijs.
12
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Als partner begeleiden of ondersteunen ze gemeenten bij het opzetten en uitvoeren van projecten, vaak rondom kunst en vormgeving in de publieke ruimte. Verschillende instellingen hebben hiervoor adviseurs in dienst. KCG is partner van de regionale servicepunten Amateurkunst en van andere cultuurinstellingen bij Cultuurpactprojecten. Als inspirator hebben de instellingen het over de beïnvloeding van beleid: provinciaal de overtuiging uitdragen dat kunst en cultuur zinvol en waardevol zijn en dit op de beleidsagenda zetten.
DOELSTELLINGEN Naast vijf werkvelden streven provinciale instellingen twee doelen na die leidend zijn in alle rollen en alle werkvelden. De aanpak is bovenlokaal en/of regionaal en bij voorkeur integraal met andere beleidsterreinen. BOVENLOKAAL EN REGIONAAL WERKEN Provinciale instellingen ontwikkelen, ondersteunen of begeleiden bovenlokale projecten samen met partners. Dit om in heel de provincie een actief cultureel leven te stimuleren. Het Gelderse KCG begeleidt bijvoorbeeld Cultuurpactregio's waar gemeenten en lokale partijen samenkomen om beleid en projecten te ontwikkelen. Keunstwurk produceert en organiseert samen met anderen grote evenementen als de Slachtemarathon en het Frysk Festival. Soms heeft een instelling de beschikking over een regioscout of regisseur of begeleidt hij scouts in de regio zijn gestationeerd. De provincie Utrecht bijvoorbeeld heeft een cultuurscout ondergebracht bij ZIMIHC. Als intermediair vinden instellingen het belangrijk om door samenwerking tussen lokale en provinciale kunst- en cultuurinstellingen een efficiënt schaalniveau te bevorderen. Het gaat dan om het bij elkaar brengen van partners (bijvoorbeeld in regionale netwerken) en het leggen van duurzame relaties om de regionale culturele infrastructuur te versterken, te verbreden en te verdiepen. INTEGRAAL MET ANDERE BELEIDSTERREINEN: KUNST BUITEN DE PERKEN De provinciale instellingen werken (samen met partners) aan projecten die een brug slaan naar andere beleidsterreinen. Voor het realiseren van deze doelstelling zoeken ze naar verbindingen met andere sectoren en daarmee zijn vooral partnerships met organisaties buiten de wereld van kunst en cultuur belangrijk. Als partner werken ze samen met een breed palet aan instellingen uit de meest uiteenlopende sectoren als ruimtelijke ordening en architectuur, landschap en milieu, toerisme en creatieve industrie, wetenschap, techniek, medische zorg, erfgoed en welzijn. Ze fungeren hiervoor niet alleen als partner, maar ook als adviseur. In hun expertrol verzamelen en verspreiden ze kennis door onderzoek te (laten) doen en/of debatten en symposia te organiseren. In de rol van vernieuwer zoeken ze naar innovatieve mogelijkheden om kunst en cultuur met andere sectoren te verbinden, bijvoorbeeld kunst en cultuurhistorie, kunst en toerisme of kunst en welzijn. Het verbinden van initiatieven in regio's en over de grenzen van disciplines is van belang. De provinciale instellingen scheppen kansen en signaleren knelpunten in de culturele infrastructuur. Als inspirator willen ze andere organisaties inspireren en stimuleren om kunst 'buiten de perken' in te zetten. Ook willen ze het bredere publiek gelegenheid bieden om kennis te maken met kunst buiten de reguliere kunstplekken om, zoals in het landschap en de openbare ruimte, in de wijken of als recreatief element. Als intermediair stimuleren ze samenwerkingsverbanden van en netwerken tussen organisaties en proberen ze partners uit verschillende sectoren bijeen te brengen, om kennis uit te wisselen of nieuwe projecten te ontwikkelen.
13
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
CONCLUSIES Elke provincie bediende het afgelopen decennium de vijf genoemde werkvelden met een of meer ondersteunende instellingen. De wijze waarop provincies hun steunfunctie hebben georganiseerd en werkvelden (laten) bedienen, is historisch bepaald. Het is het resultaat van een verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende overheden en tussen verschillende provinciale instellingen. Dit verklaart ook de variatie in taakstellingen. Sommige instellingen hebben duidelijk één taakstelling of werkveld waar alle activiteiten uit voortkomen. Zo werken KunstStation C, EDU-ART en Kunst Centraal alleen voor het onderwijs; ZIMIHC, Huis voor de Kunsten Limburg en De Kunst NoordHolland voor de amateurkunsten en BKKC voor de professionele kunsten. Zij spreken wel andere werkvelden aan, maar altijd in relatie tot het centrale werkveld. Ze betrekken bijvoorbeeld de amateurkunsten bij cultuureducatie of de professionele kunsten bij de amateurkunsten of bij binnenschoolse cultuureducatie. Activiteiten voor de werkvelden die zij niet bedienen, pakken de andere provinciale instellingen op. Hiernaast zijn er gecombineerde instellingen, zoals Kunst & Cultuur Drenthe, KCO, Keunstwurk, KCG, Kunst en Cultuur Noord-Holland, Kunstbalie en Kunstgebouw, die meer rollen en opdrachten kennen en daardoor meer taken uitvoeren voor of in een provincie. De Kubus en ZIMIHC zijn bijzonder, omdat ze zowel voor de gemeente waar ze gevestigd zijn (Lelystad en Utrecht) als provinciaal werkzaam zijn. Scoop is bijzonder in dit geheel, omdat het de functie van een onderzoeksbureau als het Sociaal en Cultureel Planbureau voor Zeeland heeft. De feitelijke organisatie en de concrete invulling van de werkzaamheden mag in de twaalf provincies verschillend uitpakken, het beeld dat in deze inventarisatie naar voren komt, is toch helder. De functie van de instellingen komt bij elkaar in de vijf rollen, waarbij de rol van expert bij alle instellingen dominant blijkt. Deze rol vormt de basis voor het invullen van de andere vier rollen. Diensten en producten vanuit de expertrol komen voor alle werkvelden grotendeels met elkaar overeen en kunnen geschaard worden onder de termen kennis- of expertisecentrum, kennisontwikkeling, kennisbundeling en -deling. Hoewel de leden van de Raad van twaalf zichzelf soms veel meer zien als intermediair en partner is de veel voorkomende rol van expert niet vreemd: in die rol verzamelt en verspreidt de instelling immers praktijkkennis over cultuurparticipatie en -educatie. De rollen van expert, intermediair en partner grijpen natuurlijk in elkaar. Maar het is hun expertise die instellingen geschikt maakt om de andere twee rollen te vervullen. Vernieuwing wordt hierbij gezien als een extra element. Innovatie wordt dan ook vaak bekostigd via fondsen en projectsubsidies en niet via de reguliere begroting. In de rol van inspirator zijn de provinciale instellingen pleitbezorger van cultuurparticipatie en -educatie. Ze willen zichtbaar maken wat het belang is van kunst en cultuur. De feitelijke invulling van de rollen is verschillend, omdat de provincies geografisch (veel stad of veel platteland), sociaal (veel verenigingen of niet, veel allochtonen of niet) en economisch (natuur- of erfgoedtoerisme) sterk van elkaar verschillen. De concrete aanpak is maatwerk per provincie. En juist dat maatwerk, geworteld in expertise, is de kracht van de provinciale ondersteuningsinstellingen: eenheid in rollen; verscheidenheid in uitvoering.
TOEKOMSTVERKENNING De provinciale taken staan ter discussie. Bij vergaande bezuinigingen bestaat het risico dat de provinciale rol in cultuur niet langer wordt beschouwd als kerntaak. Vaak wordt het rapport van de commissie-Lodders 8 als uitgangspunt genomen in de kerntakendiscussie. Dit rapport acht cultuur juist
8
Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies (2008). Ruimte, Regie en Rekenschap.
14
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
wèl een kerntaak, maar werkt niet uit wat wordt bedoeld met de provinciale taak voor cultuur 'waar het de aanwezigheid en regionale spreiding van culturele voorzieningen betreft'. De door het Interprovinciaal Overleg (IPO) verzorgde website www.profielprovincies.nl bestempelt de culturele infrastructuur (en monumentenzorg) als kerntaak: 'Provincies waarborgen diversiteit en spreiding van cultuur in de regio.' En: 'Op het gebied van cultuurparticipatie hebben provincies een rol in de tweedelijnsondersteuning, in het bevorderen van de kwaliteit (consulenten) en in de regionale spreiding (toegankelijkheid).' 9 Ook dit is niet verder uitgewerkt, maar het is aannemelijk deze samenvattende formulering te herleiden tot de uitvoerende taken die de ondersteunende instellingen nu vervullen. Provinciale instellingen werken faciliterend en ondersteunend voor hun werkvelden en hebben tegelijkertijd veel samenwerkingspartners. Hoewel hun overkoepelende inzet meerwaarde oplevert, maakt het hun werk minder zichtbaar. Ook de diversiteit in profilering en taken per provincie is tegelijkertijd een kracht en zwakte. Provinciaal maatwerk, passend bij de historie en eigenheid van de provincie, heeft de meeste toegevoegde waarde, maar maakt een eenduidig landelijk profiel wel lastiger. Dat ondersteunende functies voor cultuurparticipatie en -educatie belangrijk zijn voor de provinciale cultuursector blijkt uit de zes rondetafelbijeenkomsten over het SCP-rapport Toekomstverkenning kunstbeoefening (2010), die Cultuurnetwerk op verzoek van het Ministerie van OCW, het IPO en de VNG onlangs heeft georganiseerd. Volgens een aantal aanwezigen zou de provincie zelf zich niet met amateurkunst moeten bemoeien, maar moet zij wel de provinciale ondersteunende functie in stand houden. De provinciale steunfunctie is belangrijk voor de amateurkunstsector. De provinciale laag wordt gewaardeerd vanwege de mogelijkheden van regionale samenwerking. Op het platteland en in krimpgebieden is kritische massa in de vorm van provinciale ondersteuning nodig. De infrastructuur voor amateurkunst zou zeer negatief beïnvloed worden als de provincie daarvoor niet meer verantwoordelijk zou zijn. In regio's met veel kleine gemeenten blijft niets van de amateurkunst over als de provinciale steunfunctie wegvalt. Ook kan de provincie de versnippering in de amateurkunst tegengaan en krachten bundelen. Dit geldt – zo blijkt uit deze rondetafelbijeenkomsten - evenzeer voor de infrastructuur voor cultuureducatie. Als de steunfunctie wegvalt, gaat veel expertise over het culturele aanbod en de geschiktheid voor het onderwijs verloren en komen de ontwikkeling, vernieuwing en samenwerking tussen onderwijs en cultuur moeilijker tot stand. 10 De provinciale instellingen worden door de provincies gesubsidieerd voor de uitvoering van taken passend binnen de provinciale opdracht. Bij sommige instellingen dekt de provinciale subsidie de gehele begroting, bij andere is het slechts een deel van hun financiering. Deze instellingen halen ook inkomsten uit de 'markt'. Echter, aan de onderwijsmarkt worden binnenkort middelen onttrokken door het afschaffen van de cultuurkaart. Uit cijfers van het CJP over de cultuurkaart in het schooljaar 2008-2009 11 blijkt dat 9% van het totaal uitgegeven cultuurkaarttegoed van € 11,5 miljoen is besteed bij provinciale ondersteunende instellingen. EDU-ART en Kunst Centraal staan in de top drie van organisaties die het meeste 'collectief budget' inden. Deze inkomsten zullen deels wegvallen. Ook het opgaan in de lumpsum van de € 10,90, die basisscholen per leerling per schooljaar in het kader
9 10
www.profielprovincies.nl, geraadpleegd op 29 oktober 2010. Cultuurnetwerk Nederland (2010). Resultaten regiobijeenkomsten SCP-rapport Toekomstverkenning kunstbeoefening. Periode juli tot en met september 2010. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
11
www.cultuurkaart.nl/content/files/redactioneel/Rapportage2008-2009.pdf, geraadpleegd op 9 november 2010.
15
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
van de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs ontvingen, vermindert mogelijk de inkomsten voor provinciale instellingen. Uit de monitor 2008-2009 van Sardes en Oberon naar cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs blijkt dat 25% van de ondervraagde scholen in het primair onderwijs gebruik maakt van het beschikbare aanbod van de provinciale instelling. Vraag is of dat zo blijft als het extra geld niet meer geoormerkt is voor cultuureducatie en een school het naar eigen inzicht kan uitgeven. Kortom, bij een afname van provinciale subsidie is het maar de vraag of inkomsten uit de 'markt' dit gat kunnen dichten. In een economische recessie hebben ook gemeenten, maatschappelijke partners en bedrijven immers minder te besteden. Provinciale instellingen zullen samen met de provincie keuzes moeten maken om hun kerntaken te definiëren. Welke taken zijn per se nodig om de brug te blijven slaan naar de gewenste en noodzakelijke ondersteuning? Voor welke taken moet een instelling op basis van rentabiliteit kiezen? De toekomst zal dit uitwijzen.
GERAADPLEEGDE LITERATUUR EN WEBSITES CJP (2009). Cijfers Cultuurkaart-jaar 2008-2009. Via: www.cultuurkaart.nl/content/files/redactioneel/Rapportage2008-2009.pdf Cultuurnetwerk Nederland (2010). Resultaten regiobijeenkomsten SCP-rapport Toekomstverkenning kunstbeoefening. Periode juli tot en met september 2010. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies (2008). Ruimte, Regie en Rekenschap. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Oomen, C., Visser, I., Donker, A., Beekhoven, S., Hoogeveen, K. & Haanstra, F. (2009). Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs. Monitor 2008-2009. Utrecht: Sardes/Oberon. Raad van twaalf (2009). Midden in de maatschappij. Positie & ambitie van de Raad van twaalf. [Statement]. Tal, M., Hagenaars, P., Hoek, S. van den & Meewis, V. (2010). Raad van twaalf. 12 provincies, 16 instellingen, 16 taakstellingen. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Intern rapport, in opdracht van de Raad van twaalf. Vos, J. (1999). Democratisering van de schoonheid. Twee eeuwen scholing in de kunsten. Nijmegen: SUN. ww.metatopos.org www.profielprovincies.nl www.raadvantwaalf.nl
16
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Bijlage OVERZICHT VAN DE PROVINCIALE INSTELLINGEN VERENIGD IN DE RAAD VAN TWAALF Hieronder vindt u per provincie een korte typering van de provinciale ondersteunende instellingen voor cultuurparticipatie en -educatie, verenigd in de Raad van twaalf. Per instelling staat de missie beschreven – als deze is geformuleerd – en de kerntaken en zwaartepunten. Ook wordt er aandacht besteed aan de organisatiestructuur.
DRENTHE KUNST & CULTUUR DRENTHE Kunst & Cultuur Drenthe vervult de steunfunctie kunst- en media-educatie in het primair en voortgezet onderwijs, de steunfunctie amateurkunst en de taken signalering en ontwikkeling in de provincie Drenthe. Het is expertisecentrum en projectorganisatie voor cultuureducatie, cultuurparticipatie en cultuurinnovatie. Kunst & Cultuur Drenthe werkt vanuit en met de kunsten en wil bevorderen dat zoveel mogelijk mensen in Drenthe actief bij de kunsten worden betrokken. Het kent verschillende werkvelden: onderwijs, amateurkunstenaars, vrijetijdssector, professionele kunstenaars, culturele instellingen, overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Zij kunnen terecht voor advies, informatie, begeleiding, ontwikkeling, realisatie en/of ondersteuning. De missie is 'sterker worden met kunst'. De organisatie bestaat uit een directeur-bestuurder, een afdeling ondersteuning en drie uitvoerende teams: Kunst in praktijk, Cultuur met beleid en Project in uitvoering. De adviseurs, regionetwerkers en projectontwikkelaars van deze drie teams werken voor alle werkvelden. Zwaartepunt ligt bij de adviseur die initiatiefnemer, begeleider en intermediair is.
FLEVOLAND DE KUBUS, CENTRUM VOOR KUNST & CULTUUR LELYSTAD Centrum voor kunst & cultuur De Kubus is een gecombineerde instelling die in de gemeente Lelystad en in de provincie Flevoland activiteiten ontwikkelt rondom kunsteducatie, cultuurparticipatie en amateurkunst. Het betreft zowel activiteiten onder schooltijd als in de vrije tijd, in het gebouw van De Kubus en in poppodium Underground, in bredeschoolactiviteiten, in de wijken en in samenwerking met andere instellingen. Onderdeel van De Kubus is het Centrum voor Amateurkunst Flevoland (CAF), de provinciale steunfunctie voor amateurkunst. De Kubus, momenteel in een verandertraject naar een nieuwe organisatiestructuur, is een parapluorganisatie. Overkoepelend is er een directeur. Er komt een staf en een projectmanager. Daarnaast komen er vier inhoudelijke units die programmatisch georganiseerd zijn: Underground, Onderwijs, Cursus/workshop/productie en Op locatie. Belangrijkste subsidieverlener is de gemeente Lelystad. Van de provincie ontvangt De Kubus subsidie voor het CAF, de steunfunctie onderwijs (vanuit het cultuurparticipatieprogramma) en voor de organisatie van Kunstbende door Underground.
17
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
FRIESLAND KEUNSTWURK, CULTURELE DIENSTVERLENER IN FRYSLÂN Keunstwurk is het provinciale sectorinstituut voor cultuureducatie, amateurkunst en professionele kunst in Fryslân. Keunstwurk probeert de disciplines theater, dans, muziek, beeldende kunst en vormgeving met elkaar te verbinden. De opdracht is het versterken van het kunstklimaat en de culturele infrastructuur in lijn met het cultuurbeleid van de provincie. Keunstwurk kiest voor drie kerntaken: bieden van expertise; stimuleren van artistieke vernieuwing;ondersteunen en faciliteren van anderen. De organisatie bestaat uit een directeur, adviseurs, medewerkers plus ondersteuning. De vier werkvelden die Keunstwurk bedient - amateurkunst, onderwijs, professionele kunst en maatschappelijke en culturele organisaties - corresponderen met de drie afdelingen die de kern van de organisatie vormen: Kunst & Participatie, Kunst & Educatie, Ondersteuning & Administratie. Als bijzondere opdracht van de provincie Fryslân heeft Keunstwurk in de opstartfase de taak om het provinciaal Huis voor Amateurkunst te ontwikkelen.
GELDERLAND EDU-ART GELDERLAND, SPECIALISTEN IN CULTUUR EN ONDERWIJS EDU-ART is specialist in cultuur en onderwijs en adviseert scholen, culturele aanbieders en gemeenten. EDU-ART is kennisinstituut, vraagbaak, scholingscentrum, inspiratiebron en verbindende schakel tussen gemeenten, onderwijs- en cultuurinstellingen en kunstenaars én maatschappelijk ondernemer. EDU-ART heeft de provinciale opdracht te informeren, adviseren en trainen, expertise te verzamelen en lokale bemiddelingspunten op te bouwen. De organisatie bestaat uit de directie, management en ondersteuning, teams voor primair en voortgezet onderwijs, instellingen en infrastructuur, een afdeling onderzoek en ontwikkeling, EDU-ARTalage en het project Erfgoededucatie. EDU-ART werkt met adviseurs die de werkvelden helpen bij werkvormen, beleid, draagvlak en de ontwikkeling van producten. Zwaartepunt ligt bij adviseren, informeren en inspireren van het onderwijs. KCG, GELDERS KENNISCENTRUM VOOR KUNST EN CULTUUR KCG is het Gelders Kenniscentrum voor amateurkunst, buitenschoolse kunsteducatie en professionele kunst. Samen met culturele organisaties en gemeenten creëert KCG goede condities voor kunst en cultuur in de hele provincie. KCG adviseert, ontwikkelt bovenlokale projecten en brengt kennis waar die ontbreekt. Samenwerking staat daarbij altijd centraal. De activiteiten van KCG zijn samen te vatten in drie kerntaken: deskundigheidsbevordering, informatie en advies; ontwikkeling en uitvoering van projecten; en uitvoering van Cultuurpact Gelderland. De missie is: 'KCG creëert als kenniscentrum samen met professionals, amateurs en podia goede condities voor kunst en cultuur in de hele provincie.' KCG heeft een directie en een ondersteunende afdeling. De kern bestaat uit twee afdelingen: Kunsten, voor de disciplinemedewerkers, en Regionaal, voor coördinatoren regionaal beleid waar adviseurs en projectcoördinatoren werken, verdeeld naar regio en verschillende aandachtsgebieden waaronder de kunstdisciplines, beleid, deskundigheidsbevordering en maatschappelijke ontwikkeling.
GRONINGEN KUNSTSTATION C, BUREAU VOOR CULTUUREDUCATIE IN DE PROVINCIE GRONINGEN KunstStation C is het bureau voor cultuureducatie in de provincie Groningen. KunstStation C ondersteunt scholen voor primair en voortgezet onderwijs (onderbouw) bij alle facetten van
18
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
cultuureducatie: beleid, activiteitenplan, scholennetwerken, deskundigheidsbevordering (PO) en bij subsidieaanvragen. Tevens is KunstStation C intermediair tussen scholen en de Groningse culturele omgeving. De missie van KunstStation C is alle leerlingen van primair onderwijs tot en met de onderbouw van het voortgezet onderwijs in staat te stellen in één ononderbroken leerlijn kennis te nemen van en deel te nemen aan kunst-, erfgoed- en media-educatie. Het grootste aantal medewerkers zijn de consulenten (algemeen, regiogeoriënteerd, erfgoed en voortgezet onderwijs). Het zwaartepunt ligt bij cultuureducatie in het onderwijs. Producten die KunstStation C ontwikkelt voor andere werkvelden hebben altijd betrekking op aanbod voor het onderwijs.
LIMBURG HUIS VOOR DE KUNSTEN LIMBURG Het Huis voor de Kunsten Limburg is een dienstverlenende organisatie die zich inzet voor de amateuren professionele kunsten en het cultureel erfgoed in Limburg. De kern van de activiteiten wordt gevormd door de ondersteuning van stichtingen en verenigingen die actief zijn in kunst en cultuur de huisgenoten - inmiddels 42 in getal. Daarnaast organiseert het Huis zelfstandig projecten en activiteiten. De missie is: 'Het Huis zet zich met vernieuwingskracht en hart voor traditie in voor de (amateur)kunstensector in Limburg'. Het Huis voorziet in de provinciale behoefte aan één steunpunt voor amateurkunsten. De organisatie bestaat uit de directie, ondersteunende medewerkers en consulenten voor cultureel erfgoed, toneel, muziek, musea, streektaal, beeldende kunst, dans, audiovisuele media en cultuureducatie. Zwaartepunt van het Huis ligt bij ondersteuning en werkzaamheden op het gebied van financiën, beleid, secretariaat, organisatie en publiciteit. De aandacht gaat voor ongeveer 65% naar amateurkunst en de rest naar professionele kunsten, cultureel erfgoed en cultuureducatie.
NOORD-BRABANT BRABANTS KENNISCENTRUM KUNST EN CULTUUR Het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur (BKKC) is sinds 2009 (na fusie van NBKS, BraM, VBF en LiBra) hét centrale aanspreekpunt voor de professionele kunsten in Noord-Brabant. Zij voeren in opdracht van de provincie consulententaken uit, zijn kenniscentrum, initiëren en begeleiden kunstprojecten en verdelen incidentele subsidies. Werkvelden zijn makers, kunst- en cultuurinstellingen, overheden, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven. Zwaartepunten zijn het bedienen van werkvelden op basis van hun vraag, maar ook zelf weten wat er leeft en vraag creëren bij datgene wat aanwezig is. Thematisch is 'kunst en vormgeving in de openbare ruimte' een zwaartepunt, waar veel externe partners bij betrokken zijn. Naast de directie en een ondersteunende afdeling wordt de kern van de organisatie gevormd door drie afdelingen, georganiseerd per werkveld: de afdeling Overheid, Maatschappelijke Organisaties en Bedrijfsleven; de afdeling Kunstinstellingen en Makers; en het Bureau subsidies. KUNSTBALIE, CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST IN NOORD-BRABANT Kunstbalie is het nieuwe expertisecentrum voor cultuureducatie en amateurkunst in Noord-Brabant, ontstaan uit een fusie van het Brabants instituut voor school en Kunst (BisK) en het Centrum voor Amateurkunst Noord-Brabant (CVA). Kunstbalie wil de cultuurparticipatie van alle inwoners van Noord-Brabant stimuleren door burgers - te beginnen bij kinderen en jongeren - in contact te brengen met alle kunstdisciplines. Activiteiten zijn programmering, scholing, advisering, subsidiëring en facilitering op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst. Kunstbalie bestaat naast directie en ondersteunende functies voor de dienstverlening en de bedrijfsvoering uit drie afdelingen:
19
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Amateurkunst, Kunsteducatie en Subsidies & Projecten. Hier werken (senior)consulenten, coördinatoren en adviseurs. Het zwaartepunt van de organisatie ligt bij programmering van kunsteducatie, projecten en amateurkunst. Daarnaast is Kunstbalie uitvoerder en beheerder van verschillende subsidieregelingen voor de provincie.
NOORD-HOLLAND DE KUNST, CENTRUM VOOR AMATEURKUNST NOORD-HOLLAND De Kunst - expertisecentrum voor amateurkunst, netwerkorganisatie, intermediair en partner - volgt de doelen van de provincie Noord-Holland voor amateurkunst: 'Het bevorderen van de verbreding van deelname aan amateurkunst; het vergroten van de zichtbaarheid van de amateurkunst; het ontwikkelen van de kwaliteit van de amateurkunst.' De Kunst biedt deskundig advies, bemiddeling, informatie en training. De Kunst biedt ondersteuning aan het kader in de amateurkunst, amateurs en vrijwilligers, overheden en kunstorganisaties. De missie is: 'De vitaliteit en uitstraling van kunst en cultuur in Noord-Holland bevorderen door de relatie tussen kunst en samenleving te versterken.' De Kunst heeft, naast een directie en ondersteunend personeel, consulenten die gespecialiseerd zijn in (deel)disciplines van theater, muziek en/of dans. Daarnaast zijn projectmedewerkers in dienst gekoppeld aan specifieke projecten. Zwaartepunt is het werkveld amateurkunstenaars. NB: Per 1 januari 2011 wordt De Kunst opgeheven. Het bestuur heeft hiertoe besloten omdat in juni 2010 Provinciale Staten heeft ingestemd met de bezuinigingsvoorstellen van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. KUNST EN CULTUUR NOORD-HOLLAND 12 Kunst en Cultuur Noord-Holland (KCNH) is dé organisatie voor de uitvoering van het provinciaal kunstbeleid in Noord-Holland. Het maakt zich sterk voor een goed en levendig kunstklimaat. KCNH ontwikkelt op basis van expertise van de culturele sector nieuwe initiatieven en voert activiteiten uit in opdracht van derden voor de volgende werkvelden: publiek (inwoners en bezoekers); artiesten, kunstenaars en ontwerpers; overheden; bedrijven; kunstinstellingen en onderwijs. Onderdeel van KCNH is het Centrum Beeldende Kunst Noord-Holland (CBK). KCNH bestaat naast directie, bedrijfsbureau en marketing en communicatie, uit teams per project, en een programmamanager cultuureducatie. Zwaartepunt ligt bij het initiëren en organiseren van projecten, manifestaties en festivals. NB: Per 1 januari 2011 zal het Centrum Beeldende Kunst Noord-Holland al haar activiteiten staken door de stopzetting van de provinciale subsidie.
OVERIJSSEL KCO KUNST EN CULTUUR OVERIJSSEL Kunst & Cultuur Overijssel (KCO) bevordert en ondersteunt het cultuurklimaat in Overijssel met advies, informatie en deskundigheidsbevordering voor overheden, kunstmakers en culturele instellingen. KCO is actief in amateurkunst, beeldende kunst en vormgeving, cultuureducatie, film, kunst, cultuur en openbare ruimte, musea en erfgoed en popmuziek. Belangrijke doelstellingen zijn versterking van de culturele infrastructuur en vergroting van het publieksbereik. Kernactiviteiten zijn
12
Kunst en Cultuur Noord-Holland (KCNH) is een onafhankelijke stichting die nauw samenwerkt met Cultureel Erfgoed Noord-Holland. De organisaties hebben één gemeenschappelijke Raad van Toezicht, Directie, Bedrijfsbureau en Bureau Marketing en Communicatie.
20
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
netwerken, informatie en documentatie, bemiddeling, deskundigheidsbevordering, stimuleren samenwerking, innovatie en advies en ondersteuning. De organisatie bestaat uit drie inhoudelijke afdelingen (Amateurkunst, Cultuureducatie en De Kunsten) en twee stafafdelingen, aangestuurd door de directeur. De ene helft van de tijd wordt besteedt aan advies en informatie, onderzoek en innovatie, deskundigheidsbevordering en professionalisering en netwerkvorming, De andere helft aan projecten.
UTRECHT KUNST CENTRAAL, STEUNPUNT KUNSTEDUCATIE PROVINCIE UTRECHT Kunst Centraal heeft expertise in kunst, cultuur en onderwijs. De instelling is partner voor scholen, kunst- en cultuuraanbieders en overheden. Kunst Centraal werkt binnen de provincie Utrecht, met uitzondering van de stad Utrecht. Haar missie: 'Kunst Centraal hecht er waarde aan dat elke leerling zijn eigen kunstzinnige en culturele palet ontdekt en ontwikkelt, geworteld in de geschiedenis, zichtbaar in het heden en richtinggevend voor ieders toekomst. Daartoe willen we met en in het onderwijs kwalitatief hoogstaande, samenhangende en inspirerende kunst- en cultuurprogramma's realiseren.' Kunst Centraal kent een directeur-bestuurder en drie afdelingen: Bedrijfsvoering; Culturele netwerken Primair Onderwijs; Vakconsulenten Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs. Consulenten adviseren en begeleiden scholen op beleidsmatig terrein en zetten hun expertise in bij ontwikkeling en realisatie van programma's en deskundigheidsbevordering. Programmeurs brengen onderwijs en lokale, regionale en landelijke kunst- en cultuuraanbieders bij elkaar. Zwaartepunten zijn de structurele producten en diensten voor het primair en voortgezet onderwijs (leeftijdsgroep tussen 4 en 18); hierbinnen ligt het zwaartepunt bij het primair onderwijs. ZIMIHC, HUIS VOOR AMATEURKUNST UTRECHT ZIMIHC is Huis voor Amateurkunst voor stad en provincie Utrecht. Missie is het 'amateurkunstenaars mogelijk maken te doen wat ze willen doen'. ZIMIHC ondersteunt amateurkunstenaars door hen te inspireren, enthousiasmeren en stimuleren, door hen en hun producties te faciliteren, door hen te adviseren over hun discipline(s), door amateurkunst te presenteren en door bij politiek en organisaties te bemiddelen ten behoeve van amateurkunstenaars. De kern van de organisatie wordt gevormd door drie afdelingen: Faciliteren (oefen- en presentatieruimte), Adviseren (consulent per kunstdisciplines, voor Jeugdcultuurfonds en voor culturele diversiteit, coaches voor Culturele Trapveldjes en provinciale Cultuurscout) en Presenteren (culturele projecten). Zwaartepunt is het aanbieden van expertise, op basis van vragen vanuit het veld. Alleen de adviesfunctie wordt rechtstreeks door de provincie gesubsidieerd.
ZEELAND SCOOP, ZEEUWS INSTITUUT VOOR SOCIALE CULTURELE ONTWIKKELING Scoop voert in opdracht van de provincie Zeeland drie taken uit: onderzoek en advies (het 'Sociaal Cultureel Planbureau voor Zeeland'), projectrealisatie en innovatie. In samenhang met economisch en ruimtelijk beleid en gevoed door signalen en vragen uit het werkveld richt de jaarlijkse werkagenda van Scoop zich op het sociaal en cultureel domein. Scoop werkt samen met de dertien Zeeuwse gemeenten, gelieerde instellingen en maatschappelijke organisaties. Er zijn drie afdelingen: Onderzoek, Sociale en Culturele Ontwikkeling en Middelen & Ondersteuning. Medewerkers vervullen de volgende functies: consulenten, adviseurs, onderzoekers, sectorhoofden en raad van bestuur. Zwaartepunten van de instelling zijn onderzoek, advies en ontwikkeling. Uitvoerende taken doet
21
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Scoop alleen tijdelijk (waarna het bij succes wordt overgedragen) of incidenteel, omdat een regio tijdelijk niet in bepaalde taken kan voorzien, maar dus nooit structureel.
ZUID-HOLLAND KUNSTGEBOUW, STICHTING KUNST EN CULTUUR ZUID-HOLLAND Kunstgebouw is de provinciale stichting voor kunst en cultuur in Zuid-Holland. Kunstgebouw heeft vier functies: realiseren en in stand houden van een structureel kunsteducatief aanbod voor het onderwijs; advisering, scholing en begeleiding van onderwijs en andere partners; ontwikkelen van innovatieve projecten, onder meer op het gebied van mediawijsheid; en het onderhouden en stimuleren van netwerken, organiseren van expertmeetings, bijeenkomsten en dergelijke. De organisatie-indeling is gebaseerd op drie programma's: Programmalijn Onderwijs, Programmalijn Publieke Werken (voor werkzaamheden gericht op 'algemene publiek' met aandacht voor amateurkunst, gemeenschapskunst, culturele planologie en beeldende kunst) en Programmalijn Innovatie (voor interne concept- en productontwikkeling, externe diensten van kennisdeling en verder ontwikkelen van mediawijsheid). Door alle lijnen heen lopen twee doorsnijdende thema's: talentontwikkeling en culturele infrastructuur. Zwaartepunten liggen bij cultuureducatie en bij de uitvoering van de percentageregeling beeldende kunst.
22
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Link naar literatuur en websites
23
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
Bibliotheek Cultuurnetwerk Nederland Voor iedereen die vanuit zijn studie of beroep te maken heeft met kunst- en cultuureducatie is de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland van belang. In het centrum van Utrecht vindt u een uitgebreide en unieke collectie publicaties over kunst- en cultuureducatie. COLLECTIE Naast talloze monografieën bevat de collectie circa 175 binnenlandse en buitenlandse (vak)tijdschriften, vele lesmethoden, les- en projectmaterialen voor zowel basis- als voortgezet onderwijs, handboeken, naslagwerken en onderzoeksrapporten. Een aparte collectie is de instellingendocumentatie van centra voor de kunsten en van landelijke onderwijs- en culturele instellingen. Deze omvat naast jaarverslagen en beleidsplannen ook nota's van landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden. Materialen uit de instellingendocumentatie zijn ter plekke te raadplegen, maar zijn niet te leen. OPENINGSTIJDEN De bibliotheek is voor publiek geopend op maandag van 13.30 tot 17.00 uur en van dinsdag tot en met vrijdag van 9.30 tot 17.00 uur. Raadpleeg de website van Cultuurnetwerk Nederland, www.cultuurnetwerk.nl, of bel, 030-236 12 00 voor afwijkende openingstijden in verband met feestdagen en vakantieperioden. CATALOGUS ON LINE: WWW.CULTUURNETWERK.NL > PRODUCTEN & DIENSTEN > BIBLIOTHEEKCATALOGUS De catalogus van de bibliotheek is op internet te raadplegen. Publicaties zijn op verschillende wijzen te vinden in de catalogus. Ook geeft de catalogus on line informatie of een publicatie aanwezig is of uitgeleend. LENEN De meeste materialen zijn te leen en kunnen per post aan u toegestuurd worden. Indien u wilt lenen moet u ingeschreven zijn bij de bibliotheek. Voor het inschrijven is een identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs, Europees identiteitsbewijs) alsmede een recent afschrift van uw giro- of bankrekening (vanwege de adresgegevens) noodzakelijk. Aanmelding als lid is ook schriftelijk mogelijk. Stuur met uw aanmelding een kopie van uw identiteitsbewijs en van een recent giro- of bankafschrift mee. LEDEN Personen en instellingen kunnen lid worden van de bibliotheek. Leden betalen geen leengeld voor materialen en krijgen 50 procent korting op literatuurselecties. Bovendien ontvangen leden gratis Zicht op.... Een lidmaatschap kost voor particulieren € 20,50 per jaar en voor instellingen en scholen € 34,50 per jaar. Een lidmaatschap kan op elk moment ingaan en wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd. Opzeggingen (alleen schriftelijk) dienen voor 1 december van het nieuwe kalenderjaar in het bezit te zijn van Cultuurnetwerk Nederland.
24
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
25
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE
COLOFON Zicht op... provinciale instellingen cultuureducatie is een uitgave in de serie Zicht op... van Cultuurnetwerk Nederland. Hoofdredactie: Marie-José Kommers Artikel: Piet Hagenaars en Vera Meewis Selectie literatuur en websites: Bureau Informatie & Documentatie Productie Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht Drukwerk &producties bv Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl Zicht op... is gratis voor leden van de bibliotheek van Cultuurnetwerk Nederland. Deze uitgave is in pdf-formaat kosteloos beschikbaar op www.cultuurnetwerk.nl. Geïnteresseerden kunnen ook tegen betaling van de verzend- en administratiekosten een exemplaar bij Cultuurnetwerk opvragen, zolang de voorraad strekt. Eerdere nummers van Zicht op... op www.cultuurnetwerk.nl (een selectie): Volkscultuur Erfgoededucatie Samenwerking en cultuureducatie Basisonderwijs en cultuureducatie Senioren en cultuureducatie Speciaal onderwijs en cultuureducatie Ontwikkelingen in museumeducatie Een onderzoeksagenda cultuureducatie Reggio Emilia Cultuureducatie in de bve-sector Talentontwikkeling en cultuureducatie Kunstvakken in de vernieuwde tweede fase Brede school en cultuureducatie Jongeren en cultuurdeelname
© Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht, 2010
26
ZICHT OP… PROVINCIALE INSTELLINGEN CULTUUREDUCATIE