Zelfcontrole agrarische bedrijven Vragenlijsten en toelichting Kennis en tijdwinst voor u als ondernemer
Naam: Adres: Postcode en plaats: Projectnummer
2
Inhoudsopgave Zelfcontrole: kennis en tijdwinst voor u als ondernemer ........................................................................ 4 Hoe voert u de zelfcontrole uit?.............................................................................................................. 5 Welke vragenlijst moet u invullen? ......................................................................................................... 8 Vragenlijst 1 Algemeen........................................................................................................................... 9 Vragenlijst 2 Opslag propaan ............................................................................................................... 11 Vragenlijst 3 Emissie arme stalsystemen ............................................................................................. 12 Vragenlijst 4 Opslag vaste mest of voer ............................................................................................... 14 Vragenlijst 5 Mestbassin / mestsilo ...................................................................................................... 15 Vragenlijst 7 Opslag bestrijdingsmiddelen............................................................................................ 17 Vragenlijst 8 Werkplaats ....................................................................................................................... 18 Vragenlijst 9a Enkelwandige dieseltanks ............................................................................................. 19 Vragenlijst 9b Dubbelwandige dieseltanks ........................................................................................... 21 Vragenlijst 10 Brandveilig gebruik ........................................................................................................ 23 Vragenlijst 12 Telen van gewassen in volle grond ............................................................................... 25 Vragenlijst 13 Obstakels langs watergangen ....................................................................................... 26 Vragenlijst 14 Gebruik gewasbeschermingsmiddelen en biociden ...................................................... 27 Vragenlijst 15 Gebruik grondwater en oppervlaktewater.................................................................... 268 Vragenlijst 16 Telen van gewassen niet onder glas en niet in de volle grond...................................... 29 Vragenlijst 17 Telen onder glas ............................................................................................................ 30 Vragenlijst 18 Reinigings- en ontsmettingsplaats (R&O-plaats) .......................................................... 31 Vragenlijst 19 Logboek ......................................................................................................................... 33
Bijlage 1
Handige websites
3
Zelfcontrole: kennis en tijdwinst voor u als ondernemer Als agrariër wordt u geconfronteerd met diverse soorten controles op het gebied van milieu, brandveiligheid en de wet- en regelgeving voor de agrarische sector. Het is begrijpelijk dat u hierdoor misschien niet altijd meer precies weet welke vergunningen u hebt en aan welke wetten en regels u zich moeten houden. Bovendien kosten de controles veel tijd. Daarom introduceren de gemeente, Waterschap Aa en Maas/De Dommel, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de provincie Noord Brabant en de ZLTO: de zelfcontrole. Wat houdt zelfcontrole precies in? Deze zelfcontrole geeft u meer zicht op de wet- en regelgeving die u moet naleven. Bovendien kunt u de controle uitvoeren op het moment dat u het best uitkomt, onafhankelijk van anderen. U krijgt dus niet langer allerlei instanties over de vloer voor verschillende controles. Ook kunt u eventuele tekortkomingen zelf signaleren en verhelpen. De zelfcontrole bevat overigens niet alle regels die van toepassing zijn, maar wel de meest relevante. Vervangt de zelfcontrole de andere bezoeken? De instanties zien de vragenlijsten als volwaardig en accepteert ze als controlemiddel. In principe vervangt de zelfcontrole dan de bezoeken. De instanties hoeven alleen nog maar steekproefsgewijs te controleren. Als bij een steekproef blijkt dat u de vragenlijsten niet naar waarheid hebt ingevuld wordt handhavend opgetreden. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat de gemeente u een dwangsom oplegt of het waterschap een procesverbaal opmaakt. Er is echter een uitzondering en dat is als uw bedrijf beschikt over een emissie reducerend stalsysteem. Dan krijgt u alsnog een controlebezoek. Dit controlebezoek zal zich echter alleen richten op de geur-, fijnstof- en ammoniakemissie. Dit gebeurt alleen als u de checklist volledig hebt ingevuld en hebt geretourneerd. Heeft u dit niet gedaan dan zal alsnog een volledige controle worden uitgevoerd. Wat leest u in deze brochure? In de brochure vindt u alle vragenlijsten die u kunt invullen. Omdat niet alle regels zijn opgenomen in de vragenlijsten, kan het zijn dat een individuele instantie toch nog meer over uw bedrijf wil weten. In de bijlage I vindt u nog interessante links naar meer informatie .
4
Hoe voert u de zelfcontrole uit? Hieronder leest u hoe u in vier stappen de zelfcontrole kunt uitvoeren. Stap 1 Kruis aan welke onderdelen op uw bedrijf van toepassing zijn In de tabel op pagina 7 kunt u aankruisen welke onderdelen op uw bedrijf van toepassing zijn. Voor de zelfcontrole hoeft u alleen die vragenlijsten in te vullen. Stap 2 Vul de vragenlijsten in U vult nu de vragenlijsten in die op uw bedrijf van toepassing zijn. Boven sommige vragen kunt u nog een korte toelichting op het onderwerp van die vragenlijst aantreffen. Er staan in de vragenlijsten geen vragen waarop de instanties het antwoord al weet. We vragen dus niet naar bekende persoonsgegevens, welke vergunning/ontheffing er al is verleend en dergelijke. Soms is echter een vergunning/ontheffing verleend voor een vaste periode. In dat geval vragen we naar de geldigheidsdatum. Is die datum verstreken, dan moet u een nieuwe vergunning aanvragen. Bij de zelfcontrole vragen we een actieve houding van u. Eenvoudig ja of nee antwoorden is niet voldoende: u moet actief kijken om de vragen juist en naar waarheid in te vullen. Als u in één of meerdere antwoorden in de oranje gekleurde vakken heeft aangekruist dan moet u actie ondernemen. U wordt in elke vragenlijst hieraan herinnerd door de volgende opmerking.
Heeft u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan moet u actie ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Als uit uw antwoord een tekortkoming blijkt, kunt u dat onder aan de vragenlijst in de toelichting aangeven welke actie u hebt ondernomen waarbij u antwoord geeft op de volgende vragen: – Welke actie is uitgevoerd ? – Wanneer is de actie uitgevoerd ? – Wie heeft de actie uitgevoerd ? Voorbeelden van antwoorden kunnen zijn: aanvraag vergunning of melding/ontheffing X ingediend op 1 januari 2012 ; keuring/meting X is op 1 januari 2012 uitgevoerd door bedrijf Y; voorziening type X van bedrijf Y en geplaatst op 1 januari 2012
Komt u er niet uit? In bijlage 1 staat ook nog een overzicht van diverse websites die u meer informatie kunnen geven. Natuurlijk kunt u met uw vragen ook terecht bij de gemeente, het waterschap, de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (voorheen AID) of bij de ZLTO. Er zijn administratieve en uitvoerende vragen. Voor de administratieve vragen moet u kijken in uw vergunningen of keuringsbewijzen om de vraag te beantwoorden. Voor de uitvoerende vragen, moet u actief iets ondernemen om de vraag te beantwoorden. Stap 3 Stuur de vragenlijsten op naar de gemeente Nadat u de vragenlijsten hebt ingevuld, stuurt u deze op naar de gemeente. De gemeente zorgt ervoor dat de vragenlijsten naar de overige instanties wordt verstuurd.
5
Stap 4 Ordner als logboek Als laatste stap adviseren wij u een ordner bij te houden met de belangrijkste bedrijfsgegevens. Hierin kunt u een kopie van de ingevulde vragenlijsten bewaren. Ook is dit een goede bewaarplaats voor de keurings- en controlebewijzen. Daarnaast kunt u in de ordner (kopieën van) vergunningen en meldingen bewaren. Zo hebt u altijd alle gegevens bij de hand. Deze brochure is losbladig. Dat lijkt lastig, maar hierdoor is het mogelijk om u bij verandering van wetgeving losse aangepaste pagina’s aan te bieden. Dan hoeft niet een gehele bundel te worden vervangen. Wel zo makkelijk en milieuvriendelijk!
6
DEEL I VRAGENLIJSTEN VOOR ZELFCONTROLE
7
Welke vragenlijst moet u invullen? In de onderstaande tabel kunt u aangeven welke vragenlijsten op uw bedrijf van toepassing zijn. De vragenlijsten vindt u direct na deze tabel.
Algemene vragenlijst meldings- cq vergunningsituatie
Van toepassing
Vragenlijst
Altijd
1
Hebt u een propaantank?
2
Hebt u een emissiearm stalsysteem?
3
Hebt u opslag van vaste mest of diervoeders?
4
Hebt u een mestbassin/-silo of mestkelder?
5
Hebt u opslag van gevaarlijke stoffen of gasflessen?
6
Hebt u 400 kg of meer bestrijdingsmiddelen in opslag?
7
Hebt u een werkplaats waar onderhoud aan voertuigen plaatsvindt?
8
Heeft u een of meerdere enkelwandige dieseltanks?
9a
Heeft u een of meerdere dubbelwandige dieseltanks?
9b
Heeft u brandblusmiddelen?
10
Loost u afvalwater?
11
Teelt u gewassen in de volle grond?
12
Heeft u een perceel langs een watergang?
13
Gebruikt u zelf gewasbeschermingsmiddelen?
14
Ontrekt u grondwater of oppervlaktewater?
15
Teelt u gewassen niet in een kas of in de volle grond?
16
Teelt u gewassen onder glas?
17
Heeft u een reinigings- en ontsmettingsplaats (R&O plaats) ?
18
Logboek
Altijd
19
8
Vragenlijst 1 Algemeen Voor uw agrarisch bedrijf kan een milieuvergunning (nu omgevingsvergunning activiteit milieu) zijn verleend of u hebt een melding ingediend op grond van het Besluit landbouw milieubeheer. Hiermee zijn de meeste activiteiten gemeld of vergund. Echter het kan voorkomen dat, nadat de vergunning zijn verleend of melding geaccepteerd is, u wijzigingen binnen uw bedrijf of bedrijfsvoering hebt doorgevoerd. Het is daarom belangrijk dat de werkelijke situatie op uw bedrijf met de situatie op de tekening (bouw- en milieu) hetzelfde zijn. Als u afwijkingen constateert kunt u met uw adviseur of een behandelend medewerker beoordelen of u een nieuwe vergunning / ontheffing moet aanvragen of opnieuw moet melden. Dan kan bijvoorbeeld gebeuren als u andere diersoorten of –aantallen houdt, uw stalsysteem is gewijzigd en / of installaties of voorzieningen hebt gewijzigd en / of verplaatst. Algemeen
Ja
Nee
Is uw bedrijf bouwkundig nog hetzelfde als wat u gemeld heeft dan wel vergund is? Is het gebruik van de gebouwen en de indeling nog hetzelfde als aangegeven op de tekening bijhorende melding dan wel vergunning. Houdt u dieren van een andere categorie dan gemeld dan wel vergund is? Bent u voornemens om een nieuwe stal te bouwen, dan wel een stal te verbouwen, waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is? Zijn er evenhoevige dieren aangevoerd na 1 januari 2010? Hebt u een kwaliteitssysteem? Melkveehouderij (Focus) Varkenshouderij (IKB varken) Pluimveehouderij (IKB kip en IKB ei) Melkgeitenhouderij (KwaliGeit) Vleeskalverhouderij (IKB Vleeskalveren) Plantaardig (global GAB) Boomteelt/bloemen (Milieu Project sierteelt, ISO) Paardenhouderij (lidmaatschap FNRS, bijvoorbeeld op veiligheid) Hebt u een ander kwaliteitscontrolesysteem (bijv. milieukeur, ECO)? Wat is de naam van dat kwaliteitssysteem? Wat is uw unieke code (bedrijfsnummer/klantnummer o.i.d.)? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan.
9
Toelichting
10
Vragenlijst 2 Opslag propaan Een propaantank is een installatie waar een installatiegebonden logboek bij hoort. In dit logboek zijn verschillende gegevens opgenomen. De volgende gegevens moeten in een logboek aanwezig te zijn: - verklaring van ingebruikneming propaantank, niet noodzakelijk bij tanks met een inhoud kleiner dan 5m3 waaruit propaan uitsluitend in de gasfase wordt onttrokken; - documenten met betrekking tot de bouw en tekeningen; - aanwijzingen voor gebruik van een opslagtank; - onderhoudsschema met daarin procedures voor de inspectie van een opslagtank en de appendages; - bevindingen van uitgevoerd onderhoud; - meldingsformulier; - bewijs van intredekeuring en - bewijs van 6 jaarlijkse herkeuring. Ook van belang bij een propaantank is de bereikbaarheid en opstelling van de propaantank. Een propaantank dient vrij opgesteld te worden en rondom de tank dient geen begroeiing aanwezig te zijn. Een propaantank dient op een harde en stevige ondergrond te worden opgesteld. Propaantank
Ja
Nee
Beschikt u over een installatiegebonden logboek met daarin alle noodzakelijke gegevens? Is er begroeiing dicht bij de tank aanwezig? Is er brandgevaarlijk materiaal dicht bij de tank aanwezig? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
11
Vragenlijst 3 Emissie arme stalsystemen In de agrarische sector speelt ook ammoniakuitstoot een grote rol. Met name als uw bedrijf is gelegen nabij een natuurgebied of een ander voor zuur gevoelig gebied. Van belang is hier of u voor een bepaalde datum een hogere ammoniakuitstoot hebt gekregen. Dit kan komen door een uitbreiding in dierenaantallen, maar ook in aanpassing van het stalsysteem. Hier moet worden uitgegaan van een gemiddelde situatie. De genoemde data, 7 december 2004 en 25 mei 2010, hebben betrekking op het bouwen danwel verbouwen van stallen waarvoor een bouwvergunning op basis van de Woningwet danwel een vergunning op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) onderdeel bouwen (sinds 1 oktober 2010) voor nodig is. De genoemde data zijn nodig om te bepalen welke provinciale regelgeving van toepassing is. De vragen die gesteld worden onder het onderdeel luchtwasser zijn informatief. Als u een luchtwasser heeft, vindt er sowieso controle bij uw bedrijf plaats. Dit in het kader van de provinciebrede toezichtsaanpak op luchtwassers. Vult u de vragenlijst volledig in en wordt deze teruggestuurd, dan zal de controle zich beperken tot de geur-, fijnstof- en ammoniakemissie afkomstig van uw bedrijf én de voorschriften die gelden voor de luchtwasser(s).. Emissie arme stalsystemen
Ja
Nee
Nvt
Ja
Nee
Nvt
Wijkt het aantal dieren per stal of afdeling af dan wat vergund of gemeld is? Wijkt het stalsysteem af ten opzichte wat vergund is of gemeld is? Hebt u tussen 7 december 2004 en 25 mei 2010 een toename van ammoniakemissie gehad? Zijn er tussen 7 december 2004 en 25 mei 2010 stallen gebouwd, dan wel verbouwd waarvoor een bouwvergunning nodig was? Zijn er sinds 25 mei 2010 stallen gebouwd dan wel verbouwd waarvoor een bouwvergunning nodig was? Werkt het emissiearme stalsysteem zoals het in de vergunning is aangevraagd of gemeld is? Luchtwasser Wat is de pH van het waswater van de installatie? Hoeveel draaiuren van de waswaterpomp?
Zijn de waspakketten van de luchtwasser vochtig? Is het filterpakket (of waspakket) schoon? Wordt het logboek bijgehouden? Maakt u gebruik van elektronische monitoring? Houden van melkrundvee Hoeveel uren worden de melkkoeien tussen de melkbeurten door beweid? In welke maanden worden de melkkoeien beweid? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan.
12
Toelichting
13
Vragenlijst 4 Opslag vaste mest of voer Met betrekking tot de vloeren onder een opslagplaats voor vaste mest of voer is bepaald dat deze vloeistofkerend moeten zijn uitgevoerd. Kortweg houdt dit in dat de vloeren moeten voorkomen dat de bodem onder de vloer verontreinigd raakt met de meststoffen of voer (kuilvoer, brijvoer) die u in het bedrijf gebruikt. Om te voorkomen dat het oppervlaktewater en de bodem verontreinigd raken moet de opslagvoorziening een afvoer naar een mestkelder of put hebben. Om dit te bereiken dient de opslagvoorziening te zijn voorzien van een afvoergoot of een gelijkwaardige voorziening. Daarnaast moet de opslagvoorziening worden voorzien van opstaande randen of een gelijkwaardige voorziening. Deze voorziening zorgt ervoor dat het afvloeiend water niet in aanraking komt met de bodem of het oppervlaktewater. Op onverhard terrein moet de opslag van mest en voer op minimaal 5 meter van het oppervlaktewater liggen en mag er geen afstroom van vloeistoffen plaatsvinden naar het oppervlaktewater. Opslag vaste mest
Ja
Nee
Nvt
Zitten er scheuren in de vloer van de mestplaat of voerplaat? Kan het uitzakkende vocht in contact komen met bodem of oppervlaktewater? Vindt de opslag op onverhard terrein op minimaal 5 meter van het oppervlaktewater plaats? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
14
Vragenlijst 5 Mestbassin / mestsilo De opslag van dierlijke mest in mestbassins is geregeld in het Besluit mestbassins milieubeheer, het Besluit landbouw milieubeheer of in een milieuvergunning, nu omgevingsvergunning activiteit milieu. Het Besluit mestbassins geeft voor de verschillende type mestbassins en de toegepaste materialen de toepasselijke referentieperiode aan. Een referentieperiode is het tijdsbestek waarbinnen de constructie moet blijven voldoen aan de gestelde eisen. Welke referentieperiode er precies op een bepaald bassin van toepassing is, moet blijken uit een door de installateur van het bassin verstrekte verklaring, waaruit blijkt dat het bassin zodanig is uitgevoerd dat voldaan wordt aan de voorschriften en welke referentieperioden van toepassing zijn. Op grond van voorschrift 1.5 van het Besluit mestbassins dienen delen van de bouwconstructie evenals de afdekking na afloop van deze referentieperiode te worden vervangen, tenzij uit een beoordeling blijkt dat er een volgend tijdsbestek van gebruik kan zijn. Deze beoordeling kan worden uitgevoerd door een geaccepteerde deskundige. Uw leverancier van het mestbassin kan u hiermee helpen. Als deze beoordeling uitwijst dat er een volgend tijdsbestek mogelijk is, dan moet een bewijs van deze beoordeling aan het bevoegd gezag worden overgelegd. Hierin moet dan voor de betreffende onderdelen een nieuwe referentieperiode zijn aangegeven. Opslag mestbassin /mestsilo/mestkelder
Ja
Nee
Nvt
Is de stal boven de mestkelder nog in gebruik? Beschikt u over een certificaat, keuringsbewijs van het aanwezige mestbassin? Wat is de laatste keuringsdatum? Is uw referentieperiode verstreken? Beschikt u over een certificaat, keuringsbewijs van de afdekking van het mestbassin? Wat is de laatste keuringsdatum van de afdekking? Is uw referentieperiode verstreken? Is rondom een foliebassin begroeiing aanwezig? Heeft u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
15
Vragenlijst 6 Opslag gevaarlijke stoffen in emballage (olie) en gasflessen Bij agrarische bedrijven worden diverse gevaarlijke stoffen opgeslagen. Het gaat dan voornamelijk om olieachtige materialen. Maar ook stoffen die brandgevaarlijk zijn, schadelijk zijn of die door hun aard en samenstelling (zoals zuurgraad) chemische reacties kunnen veroorzaken. Vooral bij calamiteiten gaan de gevaarsaspecten een rol spelen. Het Besluit landbouw milieubeheer of uw milieuvergunning kent regels omtrent de opslag van gevaarlijke stoffen. De regelgeving gaat uit van ondergrenzen. Wordt een ondergrens van een bepaalde stof overschreden dan moet de opslag voldoen aan de Nederlandse richtlijn PGS 15. Dan moeten de middelen bijvoorbeeld worden opgeslagen in een bouwkundige kast of kluis. Enkele ondergrenzen zijn 50 kilogram voor spuitbussen en brandbare vloeistoffen en 250 kilogram voor bijtende stoffen. De opslag eisen gelden niet voor verpakte gevaarlijke stoffen die aanwezig zijn als: - werkvoorraad - een verpakking die via leidingen is aangesloten op een installatie of - in hoeveelheden die kleiner dan de ondergrenzen zijn. Gasflessen zijn drukhouders. Als deze vallen, kunnen ze gaan lekken of in een uiterste geval exploderen. Om dat te voorkomen moeten gasflessen tegen omvallen worden beschermd. Dit onderwerp wordt geregeld in de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Ja
Nee
Nvt
Vindt de opslag van vloeibare gevaarlijke stoffen plaats boven een lekbak? Is er een pictogram “roken en open vuur verboden” aanwezig? Zijn de opgeslagen stoffen voorzien van de juiste etikettering? Zijn er gasflessen aanwezig waarvan de keuringstermijn is verstreken? Zijn alle aanwezige gasflessen tegen omvallen beschermd? Vindt de opslag van bestrijdingsmiddelen plaats in de originele verpakking? Heeft u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
16
Vragenlijst 7 Opslag bestrijdingsmiddelen Bij agrarische bedrijven vindt meestal opslag plaats van bestrijdingsmiddelen. Meestal betreft het hier dan kleinschalige opslag en zijn de opslag eisen van gevaarlijke stoffen van toepassing. Echter sommige agrarische bedrijven, waaronder loonwerkers, hebben meer dan 400 kg aan bestrijdingsmiddelen in opslag. Het gaat dan voornamelijk stoffen die brandgevaarlijk zijn, schadelijk zijn of die door hun aard en samenstelling (zoals zuurgraad) chemische reacties kunnen veroorzaken. Vooral bij calamiteiten gaan de gevaarsaspecten een rol spelen. Het Besluit landbouw milieubeheer of uw milieuvergunning kent geen eigen regels omtrent de opslag van bestrijdingsmiddelen. Per oktober 2007 is het Bestrijdingsmiddelenbesluit vervallen. Hierin stond exact beschreven aan welke eisen een bestrijdingsmiddelenopslag moest voldoen. Sindsdien geldt de zorgplicht uit de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor de opslag van bestrijdingsmiddelen tot 400 kilogram. Wordt er meer dan 400 kilogram aan bestrijdingsmiddelen opgeslagen dan moet de opslag voldoen aan de Nederlandse richtlijn PGS 15. Dan moeten de middelen bijvoorbeeld worden opgeslagen in een bouwkundige kast of kluis. Opslag bestrijdingsmiddelen
Ja
Nee
Nvt
Vindt de opslag plaats in een aparte voorziening? Vindt de opslag van vloeibare gevaarlijke stoffen plaats boven een lekbak? Is er een pictogram “roken en open vuur verboden” aanwezig? Zijn met elkaar reagerende stoffen gescheiden opgeslagen? Zijn de opgeslagen stoffen voorzien van de juiste etikettering? Is de opslagvoorziening voorzien van een doelmatige sluiting? Vindt de opslag van bestrijdingsmiddelen plaats in de originele verpakking? Gaat u zorgvuldig om met bestrijdingsmiddelen? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
17
Vragenlijst 8 Werkplaats Met betrekking tot de vloeren in de werkplaatsen bij agrarische bedrijven is bepaald dat deze vloeistofkerend moeten zijn uitgevoerd op de plaatsen waar herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. Kortweg houdt dit in dat de vloeren samen met de beheersmaatregelen moeten voorkomen dat de bodem onder de vloer verontreinigd raakt met stoffen die u in het bedrijf gebruikt. Als u vloeistoffen in deugdelijke gesloten (verzegelde) verpakking op de vloer bewaart zonder gebruik te maken van een lekbak, dan moet de vloer vloeistofkerend zijn. Bij vloeistofkerende vloeren horen ook andere maatregelen die u moet nemen om bodemproblemen te voorkomen. Het gaat hierbij om het volgende: - zoveel mogelijk voorkomen van morsen en lekken van vloeistoffen; - direct opruimen van gemorste vloeistoffen met behulp van absorptiekorrels. Werkplaats
Ja
Nee
Nvt
Worden voertuigen onderhouden boven een vloeistofkerende vloer? Worden apparaten of machines (m.u.v. voertuigen) met bodembedreigende vloeistoffen geplaatst in een lekbak? Hebt u absorptiemiddelen binnen uw bedrijf? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
18
Vragenlijst 9a Enkelwandige dieseltanks Het Besluit landbouw of uw milieuvergunning kent veel regels rond de opslag in bovengrondse opslagtanks voor dieselolie. Vaak worden stalen opslagtanks voor de opslag gebruikt. Voor verdere uitwerking van de regels verwijst het Besluit of uw vergunning naar een Nederlandse richtlijn: PGS30, voor de opslag van dieselolie. Er wordt bij de opslagtanks verschil gemaakt in opslagtanks die zijn geplaatst voor 1 juni 1996 en daarna. Dat geldt bijvoorbeeld voor het installatiecertificaat, tankcertificaat, overvulbeveiling en een mangat voor inwendige controle van de opslagtank. Dit betekend dat u opslagtank(s) die voor 1 juni 1996 is of zijn geplaatst voor 1 juni 2011 hadden moeten zijn beoordeeld en gekeurd of buiten gebruik worden gesteld. Door de staatsecretaris is aangegeven dat er een voorstel komt om de datum van 1 juni 2011 tot 1 januari 2015 uit te stellen. Sommige gemeenten handhaven niet totdat er duidelijkheid is over de nieuwe termijn. Als u het standpunt van uw gemeente niet kent moet u contact opnemen met de milieuafdeling van uw gemeente. Daarnaast wordt verschil gemaakt in een enkelwandige opslagtanks in een lekbak en dubbelwandige tanks met lekdetectie. Een opslagtank voor afgewerkte olie moet minimaal een keer per jaar worden geleegd. Enkelwandige dieseltank
Ja
Nee
Nvt
Ja
Nee
Nvt
Is de dieseltank geplaatst in of boven een lekbak? Is de lekbak / zijn de lekbakken vloeistofdicht? Is de lekbak / zijn de lekbakken vloeistofvrij? Is de dieseltank / zijn de dieseltanks in goede staat? Wordt de jaarlijkse controle op water in de tank uitgevoerd? Wanneer is deze controle uitgevoerd? Beschikt u over een certificaat, keuringsbewijs van de aanwezige dieseltank? Welke datum is vermeld op het keuringsbewijs of certificaat? Is de afleverslang poreus? Is een pictogram aanwezig dat een roken en open vuur verbod weergeeft? Is een pictogram aanwezig dat aangeeft dat de voertuigmotor moet zijn uitgeschakeld? Is er open kunstlicht aanwezig? Is de pompinstallatie in de buitenlucht opgesteld? Kan de elektrische installatie van een pomp zowel aan de pomp als bij een hoofdschakelaar worden uitgeschakeld? Zijn de schakelstanden duidelijk zichtbaar? Vindt het afleveren van motorbrandstoffen met een pomp plaats boven een daartoe bestemde tankplaats? Hebt u een doorzet van meer dan 25.000 liter diesel per jaar? Doorzet van minder dan 25.000 liter diesel per jaar Is de tankplaats vloeistofkerend uitgevoerd?
19
Doorzet van meer dan 25.000 liter diesel per jaar
Ja
Nee
Nvt
Is de tankplaats vloeistofdicht uitgevoerd? Beschikt u over een certificaat van vloeistofdichtheid? Voert u jaarlijks een interne controle op de vloer uit? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
20
Vragenlijst 9b Dubbelwandige dieseltanks Het Besluit landbouw of uw milieuvergunning kent veel regels rond de opslag in bovengrondse opslagtanks voor dieselolie. Vaak worden stalen opslagtanks voor de opslag gebruikt. Voor verdere uitwerking van de regels verwijs het Besluit dan wel uw vergunning naar een Nederlandse richtlijn: PGS30, voor de opslag van dieselolie. Er wordt bij de opslagtanks verschil gemaakt in opslagtanks die enkelwandig zijn uitgevoerd of dubbelwandig. De eisen die aan deze opslagtanks worden gesteld zijn ook verschillend van aard. Denk bijvoorbeeld aan een verplichte lekbak bij enkelwandige opslagtanks en een goed functionerende lekdetectie bij dubbelwandige opslagtanks zonder lekbak. Een aantal keuringen of controles is gekoppeld aan een keuringstermijn. Deze vindt u op de afgegeven certificaten. Voordat deze termijnen verstrijken, moeten de keuringen of controles opnieuw zijn uitgevoerd. Bovengrondse dubbelwandige dieseltank
Ja
Nee
Nvt
Ja
Nee
Nvt
Ja
Nee
Nvt
Functioneert de lekdetectie? Controleert u de lekdetectie jaarlijks? Wanneer hebt u de controle uitgevoerd? Is de opslagtank, zijn de opslagtanks in goede staat? Wordt de jaarlijkse controle op water uitgevoerd? Op welke datum is de jaarlijkse controle op water uitgevoerd? Beschikt u over een certificaat, keuringsbewijs van de aanwezige dieseltank? Welke datum is vermeld op het keuringsbewijs of certificaat? Is de afleverslang poreus? Is een pictogram aanwezig dat een roken en open vuur verbod weergeeft? Is een pictogram aanwezig dat aangeeft dat de voertuigmotor moet zijn uitgeschakeld? Is er open kunstlicht aanwezig? Is de pompinstallatie in de buitenlucht opgesteld? Kan de elektrische installatie van een pomp kan zowel aan de pomp als bij een hoofdschakelaar worden uitgeschakeld? Zijn de schakelstanden zijn duidelijk zichtbaar? Vindt het afleveren van motorbrandstoffen met een pomp plaats boven een daartoe bestemde tankplaats? Hebt u een doorzet van meer dan 25.000 liter diesel per jaar? Doorzet van minder dan 25.000 liter diesel per jaar Is de tankplaats vloeistofkerend uitgevoerd? Doorzet van meer dan 25.000 liter diesel per jaar Is de tankplaats vloeistofdicht uitgevoerd? Beschikt u over een certificaat van vloeistofdichtheid? Voert u jaarlijks een interne controle op de vloer uit?
21
Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
22
Vragenlijst 10 Brandveilig gebruik Voor alle bouwwerken gelden de standaardeisen die met een veilig gebruikt hebben te maken. In deze vragenlijst is dat beperkt tot de blusmiddelen. Als de keuring van de blusmiddelen is verstreken, moeten deze door een deskundig bedrijf worden gekeurd. Voor draagbare blustoestellen geldt een keuringstermijn van een keer per twee jaar. Slanghaspels moeten jaarlijks worden gekeurd. Ook geldt dat de blustoestellen altijd makkelijk moeten kunnen worden bereikt en voor iedereen moet duidelijk zijn waar ze hangen of staan. Daarvoor kunt u pictogrammen aanschaffen en deze goed zichtbaar plaatsen boven het blustoestel. Brandveilig gebruik
Ja
Nee
Nvt
Kunt u de brandblusmiddelen onbelemmerd bereiken en zijn ze goed zichtbaar? Worden de slanghaspels jaarlijks gekeurd? Wat is de laatste keuringsdatum van de slanghaspel? Worden mobiele brandblusmiddelen elke 2 jaar gekeurd? Wat is de laatste keuringsdatum van de mobiele brandblusmiddelen? Is nabij de dieseltank een mobiel brandblusmiddel van minimaal 6 kg bluspoeder aanwezig? Is nabij de opslag van gewasbeschermingsmiddelen een mobiel brandblusmiddel van minimaal 6 kg bluspoeder aanwezig? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
23
Vragenlijst 11 Lozen afvalwater Melkspoelwater mag geloosd worden op zowel het riool (mits er door de gemeente toestemming is verleend) of op de mestkelder. Terugspoelwater van een ontijzeringinstallatie mag geloosd worden op oppervlaktewater als het water niet meer dan 5 mg/l ijzer bevat. Spoelwater van een wasplaat verontreinigd met mestresten en/of gewasbeschermingsmiddelen mag nooit geloosd worden. Niet op de riolering en niet op het oppervlaktewater. Het spoelwater moet worden opgevangen in de mestkelder of put. Ander spoelwater van een wasplaats mag geloosd worden. Hier zijn wel lozingseisen aan verbonden (het afvalwater mag niet meer dan 100 mg/l onopgeloste bestanddelen en niet meer dan 20 mg/l minerale olie bevatten). Het spoelwater van landbouwgewassen mag alleen geloosd worden als het naspoelwater betreft. Ook hier zijn lozingseisen aan verbonden. ( het mag niet meer dan 100 mg/l onopgeloste bestanddelen bevatten). Lozen afvalwater
Ja
Nee
Nvt
Loost u melkspoelwater? Lozing op: Loost u spoelwater van ontijzeringinstallatie? Lozing op: Loost u water van spuit-/was-/reinigings-/ontsmettingsplaats? Lozing op: Loost u spoelwater van landbouwgewassen? Lozing op: Loost u anders? Lozing op: Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
24
Vragenlijst 12 Telen van gewassen in volle grond De teeltvrije zone is de strook grond tussen de insteek van het talud en het hart van de buitenste gewas rij. Voor gewassen die intensief worden gespoten zoals aardappelen, prei en ander vollegrondsgroenteteelt is dit 150 cm. Voor granen en grassen is dit 25 cm en voor de overige gewassen zoals mais en bieten is dit 50 cm. De teeltvrije zones zijn ook spuit- en mestvrijezones. Er mag dus in de teeltvrije zone niet worden gespoten en niet worden bemest. Ja
Nee
Nvt
Past u de teeltvrijzone toe? Gebruikt u meststoffen binnen de teeltvrije zone? Uitvoering door: Gebruikt u gewasbeschermingsmiddelen of biociden in de teeltvrije zone? Uitvoering door: Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
25
Vragenlijst 13 Obstakels langs watergangen Onder obstakels, binnen 5 meter van een watergang die door het waterschap wordt onderhouden verstaan we: - hekwerken; - gebouwen; - overige obstakels. Een afrastering met palen en draad niet hoger dan 1,25 meter is uitgezonderd mits 1 meter uit de insteek. Ja
Nee
Nvt
Hebt u obstakels binnen 5 meter van een watergang die door het waterschap wordt onderhouden? Zo ja, wat voor een obstakel? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
26
Vragenlijst 14 Gebruik gewasbeschermingsmiddelen en biociden Een gewasbeschermingsmiddel moet een Nederlands toelatingsnummer hebben. Dit N-nummer staat op de verpakking. Daarnaast staat op de verpakking het wettelijk gebruiksvoorschrift. Gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Ja
Nee
Nvt
Gebruikt u zelf gewasbeschermingsmiddelen? Houdt u rekening met het wettelijke gebruiksvoorschrift van het middel dat u gebruikt? Beschikt u over een gewasbeschermingsplan bij teelt? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
27
Vragenlijst 15 Gebruik grondwater en oppervlaktewater Voor het oppompen van grondwater uit een put niet dieper dan 30 meter en als de pompcapaciteit niet meer is dan 10m3/uur dan bent u vrij van vergunning en meldingsplicht. Is de put wel dieper of is de pompcapaciteit hoger dan dient u wel te beschikken over een vergunning, dan wel melding. Bij een raamvergunning dient u jaarlijks aan te geven uit welke putten u gaat onttrekken. Voor het onttrekken van oppervlaktewater heeft u een vergunning nodig van het waterschap. Hierin staat oa de pompcapaciteit en het perceel nummer waar wordt ontrokken. Gebruik grond- en oppervlaktewater Hoeveel putten heeft u? Wat is de diepte van de put(ten)?
meter
Wat is de capaciteit van de pomp?
m3/uur Ja
Nee
Nvt
Hebt u een vergunning voor de onttrekking van grondwater? Hebt u een raamvergunning? Hebt u een vergunning voor de onttrekking van oppervlaktewater? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
28
Vragenlijst 16 Telen van gewassen niet onder glas en niet in de volle grond Retourwater van de watergift moet opgevangen worden. Evenals de first-flush van afspoelend hemelwater, bij een teeltoppervlak van meer dan 500 m2 en een niet waterdoorlatend doek. Onder deze categorie valt ook de teelt op stelling zoals aardbeien. Telen van gewassen niet onder glas en niet in de volle grond
Ja
Nee
Nvt
Is uw teeltoppervlak groter dan 500 m2 ? Hebt u een hemelwateropvang? Is uw doek waterdoorlatend? Wordt het retourwater gerecirculeerd? Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
29
Vragenlijst 17 Telen onder glas Indien er geen capaciteitsproblemen zijn voor het lozen op de riolering dienen alle afvalwaterstromen geloosd te worden op het riool. Lozing zal al dan niet geschieden middels een buffer voorziening. Telen onder glas
Ja
Nee
Nvt
Vindt er een lozing plaats op het oppervlaktewater? Welke lozingen vinden er plaats op het oppervlaktewater? Vindt er een lozing op de riolering plaats via een buffer? Is de warmtekrachtinstallatie gekeurd? Wat is de laatste keuringsdatum? Beschikt u over een logboek bij de warmtekrachtinstallatie Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
30
Vragenlijst 18 Reinigings- en ontsmettingsplaats (R&O-plaats) Een R&O-plaats is een eenvoudige reinigings- en ontsmettingsplaats als bedoeld in artikel 20, lid 1 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s http://wetten.overheid.nl/BWBR0018397/. Met evenhoevigen worden de volgende diercategorieën bedoeld: varkens, runderen, schapen, geiten of herten. Een R&0-plaats is verplicht als u meer dan 10 evenhoevigen houdt. De enige uitzondering hierop is dat als bij u vanaf 1 januari 2010 geen dieren meer zijn aangevoerd. Als u aanvoer van dieren hebt dient u te beschikken over een aantal hygiënische voorzieningen, zoals warm water en zeep voor de chauffeur van de vrachtwagen. Daarnaast dient u bedrijfsoveralls en bedrijfslaarzen te beschikken. Indien er gebruik wordt gemaakt van eigen laarzen dan dient u ook een voorziening te hebben voor het reinigen van de gebruikte laarzen. Reinigings- en ontsmettingsplaats
Ja
Nee
Nvt
Zijn er evenhoevige dieren aangevoerd na 1 januari 2010? Zitten er scheuren in de vloer van de wasplaats / spoelplaats? Kan uitzakkend vocht in contact komen met bodem en oppervlaktewater? Is er voldoende water beschikbaar om een voertuig te reinigen? Is de plaats voldoende verlicht? Wordt het spoelwater afgevoerd naar een opslagvoorziening? Is er ontsmettingsmiddel voor veewagens aanwezig? Zijn de juiste hygiënische voorzieningen aanwezig? Is de wasplaats / spoelplaats voorzien van een goot? Is de vloer vloeistofkerend uitgevoerd? Is de vloer vloeistofdicht uitgevoerd? Indien vloeistofdicht, beschikt u over een certificaat? Heeft u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan.
31
Toelichting
32
Vragenlijst 19 Logboek Periodiek moeten diverse toestellen en installaties worden getest of gekeurd. Soms door u zelf maar meestal door een gespecialiseerd bedrijf. Om deze taken overzichtelijk te houden is het handig om een logboek te hebben. Vanuit sommige wet- of regelgeving is het zelfs verplicht. Wij adviseren u een logboek aan te leggen. Daarin kunt u de certificaten, keuringsbewijzen en rapporten opslaan en tevens aantekenen wanneer u een zelfcontrole hebt uitgevoerd. Onderstaand worden de onderwerpen benoemd die in het logboek kunnen worden opgeslagen. Logboek
Ja
Nee
Nvt
Afvoerbewijzen van het afvoeren van gevaarlijke afvalstoffen Bevindingen van de jaarlijkse interne controle van het lekdetectiesysteem bij een dubbelwandige dieseltank. Keuringsbewijs brandblustoestellen (dus ook slanghaspels) anders dan de sticker op de toestellen zelf. (kopie) Jaarrekening gasverbruik en elektriciteitsverbruik. Keurings- en installatiecertificaten van de opslagtanks. Keuringsbewijzen of certificaten van de mestsilo en bovenafdekking. Jaarlijkse diertellijsten Bewijzen van de lediging van olie-afscheider en slibvangput Hebt u één of meer antwoorden in een oranje gekleurd vak aangekruist, dan betekent dit dat u actie moet ondernemen. Geef hieronder een toelichting wat u gaat doen/heeft gedaan. Toelichting
33
BIJLAGE I
Handige websites
www.rijksoverheid.nl
www.infomil.nl
www.vwa.nl
www.brabant.nl
www.aaenmaas.nl
www.dommel.nl
www.handhaveninbrabant.nl
www.zlto.nl
34